BINNENKRANT
BINNENKRANT BIJLAGE ONS HEEM april-mei juni 2004 Verantwoordelijke uitgever: Fons Dierickx, Gudstraat 13, 9310 Herdersem
INHOUDSTAFEL De Cultuurmarkt Vlaanderen: 29 augustus 2004
blz.2
Heemdag 2004, Zaterdag 25 september, CC Ter Dilft Bornem
blz. 4
Uw vragen en ervaring zijn steeds nuttig en welkom!
blz. 6
KVLV-afdelingen zoeken contact met heemkundige kringen
blz. 8
Fons Dierickx, De nieuwe vzw-wet (II)
blz. 10
De derde Nacht van de Geschiedenis, dinsdag 22 maart 2005
blz. 17
Lokale geschiedenis wereldwijd: Een internationale inventaris op internet
blz. 19
Topstukkendecreet: industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed Misschien bezit u één van deze gezochte topstukken!
blz. 21
Fons Dierickx, Beelden in de straat …. Zij vertellen hun verhaal Kleine monumenten in Oost-Vlaanderen
blz. 23
Heb je dat gezien?
blz. 24
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
1
BINNENKRANT
De Cultuurmarkt Vlaanderen: 29 augustus 2004 Voor de negende keer op rij maakt Antwerpen de laatste zondag van augustus plaats voor de cultuurmarkt. Deze éénmalige jaarlijkse markt is de laatste jaren uitgegroeid tot een heuse dwarsdoorsnede van alles wat leeft en beweegt in het Vlaamse cultuurleven. Het stadscentrum van Antwerpen wordt bezaaid met standjes, optredens, informatie en animatie. Nieuw voor de editie van 2004 is dat de erfgoedsector voltallig wordt uitgenodigd. Dit betekent dat de sector volkscultuur voor het eerst een volwaardige plaats wordt aangeboden. Wij grijpen deze buitenkans meteen aan om ook Heemkunde Vlaanderen vzw kenbaar te maken aan een nieuw publiek en om ons duidelijk te profileren als koepelvereniging voor de heemkunde in Vlaanderen.
Ten tweede werken we activiteiten en publiciteit uit rond hetzelfde thema: het hart. Het hart bezit in de volksculturele sector een brede waaier aan betekenissen: het hart als biologisch studieobject (interessant voor het wetenschappelijk erfgoed), het hart als icoon bij heiligen, op bidprentjes, beelden, enzovoort. Tenslotte ook het hart als gevoelsobject; volkscultuur gaat over zaken die ons nauw aan het hart liggen: zowel op materieel als op immaterieel vlak. Ten derde zullen we ons ook visueel verenigen: het is de bedoeling dat we onze standen en tenten met elkaar verbinden zodat we als collectief zichtbaar worden. Op deze manier laten we duidelijk de aanwezigheid van de sector voelen, maar behoudt ieder toch zijn eigenheid en is er ruimte voor individuele presentaties.
Om de herkenbaarheid van de sector volkscultuur te promoten en een verfrissende kijk te bieden vanuit verschillende werkingsterreinen, zullen we die dag ook samenwerken met andere verenigingen uit de sector. Deze samenwerking zal op verschillende manieren gebeuren. Ten eerste staan we met de hele sector op dezelfde locatie, namelijk de Lijnwaadmarkt. Dit charmante pleintje in de schaduw van de kathedraal is een uitstekende plaats om onze sector te promoten.
Heemkunde Vlaanderen vzw wil dit jaar vooral de nadruk leggen op de gevoelswaarde die heemkundige en/of volkskundige objecten voor ons hebben. Zo maken we duidelijk dat volkscultuur een zaak is die éénieder van ons aangaat, zelfs zonder dat men zich hier van bewust is. In het verlengde van de antiek-en rommelmarkt die wekelijks op de lijnwaadmarkt gehouden wordt, willen wij een volkskundige ruilmarkt organiseren. De bedoeling is dat je een object dat jou om één of andere reden aan het hart
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
2
BINNENKRANT
ligt of waarvan jij denkt dat het ook andere mensen aan het hart kan liggen, in te ruilen voor een gelijkaardig object. Uiteraard gaat het niet om dingen waar je zo gehecht aan bent dat je ze niet kan missen, maar wel om verhalen, foto’s, objecten die je aan een mooi verhaal doen denken enzovoort. Je kan een mooi verhaal opschrijven en dit inruilen voor een verhaal van iemand anders. Of een voorwerp dat al lang op zolder ligt en waarvan je denkt dat andere mensen het waardevol vinden, omruilen voor één dat jij waardevol vindt. Je mag steeds bij jouw object de reden schrijven of vertellen waarom je het wil ruilen. We gaan ook enkele bekende Antwerpenaren (de markt wordt nu eenmaal in Antwerpen georganiseerd) contacteren en vragen om aan deze markt deel te nemen. Wat we van hen krijgen, wordt dus eveneens te ruil aangeboden. Met deze kleine ruilmarkt hopen we het belang van kleine voorwerpen, maar ook van verhalen en lokale geschiedenis duidelijk te maken. Het ruilen zelf wordt op deze manier symbolisch opgevat: de uitwisseling van ervaringen en herinneringen verrijkt het dagdagelijks leven én ons collectief geheugen!
Bij deze lanceren wij een eerste oproep: Neem deel aan de ruilmarkt op de cultuurmarkt van Antwerpen. Neem één of enkele voorwerpen, neergeschreven verhalen, herinneringen, foto’s mee naar de markt en ruil ze in voor een ‘hartsobject’ van iemand anders. De cultuurmarkt Vlaanderen vindt plaats op 29 augustus in het centrum van Antwerpen. U vindt ons én de ruilmarkt terug op de Lijnwaadmarkt. De cultuurmarkt staat van elf uur ’s morgens tot zeven uur ’s avonds. Voor vragen en info: Contacteer Eline Van Hoye, educatief medewerker Heemkunde Vlaanderen vzw, tel: 03/658.90.34, e-mail:
[email protected]
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
3
BINNENKRANT
HEEMDAG 2004 Zaterdag 25 september CC Ter Dilft Bornem
Van woordverklaring tot landschapsgeschiedenis, een (heemkundige) kijk op toponymie De geschiedenis van de plaatsnaam actueel bekeken
Het wordt stilaan een traditie: de jaarlijkse heemdag van Heemkunde Vlaanderen vzw. Deze heemkundige studie-en ontmoetingsdag die elk jaar in een andere Vlaamse provincie wordt georganiseerd, staat ditmaal in het teken van de toponymie en vindt plaats in de provincie Antwerpen, te Bornem. Toponymie is de studie van plaatsnamen en alhoewel toponymie begint bij de bestudering van woorden, eindigt ze daar zeker niet. De manier waarop benamingen van plaatsen door de tijd heen evolueren, leert ons ook over de plaatsen die ze benoemen. Aan de hand van een tweetal lezingen door deskundigen krijgen de deelnemers boeiende informatie over dit dagthema. Omdat toponymie veel te maken heeft met landschapselementen, verlaten we in de namiddag even de studielokalen voor een verkennende busrondrit door KleinBrabant, het land van Stille Waters. Aangezien de toponiem vaak in verband staat met materiële en immateriële relicten, zullen we aansluitend een bezoek brengen aan een heemkundig museum of site naar keuze. Dit geleid bezoek, met aandacht voor bijvoorbeeld de streekeigen ambachten, kan de aanzet zijn om een omvattend verhaal te vertellen over de landschapsgeschiedenis van de omgeving. Men kan kiezen uit één van de volgende bezoeken:
-De Sint-Bernardusabdij te Bornem was oorspronkelijk een klooster van Engelse dominicanen, maar in 1833 vestigden zich hier de monniken van de SintBernardusabdij van Hemiksem. In de kapittelzaal kan men de tentoonstelling “Toponiemen in de provincie Antwerpen” bezoeken die speciaal voor deze dag wordt uitgewerkt door Heemkunde Antwerpen. -Het Kasteel d’Ursel te Hingene is een uniek voorbeeld van een 18de-eeuwse adellijke zomerresidentie. De tentoonstelling “De tuinen van Hingene in historisch perspectief”, ingericht door de provincie Antwerpen, zal ook te bezichtigen zijn. -Het Scheepvaart- en visserijmuseum te Mariekerke toont de binnenscheepvaart en de visserij. Naast deze thema’s schept men ook een beeld van het leven en de woonaccommodatie van de schippers en vindt men er talrijke op schaal nagemaakte scheepsmodellen. -Het Molenmuseum te Sint-Amands wil aantonen dat de molen in de loop der tijden een zeer centrale functie had. Ook de symboliek die rond de molen bestaat, krijgt een centrale rol toegewezen in dit museum. -Het Streekmuseum De Zilverreiger te Weert handelt over de ambachtelijke bedrijvigheden (o.a. mandenmakerij) van Klein-Brabant van weleer.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
4
BINNENKRANT
PROGRAMMA 09.30u Onthaal met koffie in het CC ter Dilft 10.00u -Welkomstwoord door Fons Dierickx, voorzitter Heemkunde Vlaanderen vzw -Toelichting thema door Karel van den Bossche, voorzitter Heemkunde Antwerpen vzw 10.15u Lezing: “Toponiemen: What’s in a name? De perceptie van landschap en ruimte in namen” door Dries Tys, postdoctoraal onderzoeker FWO-Vlaanderen, verbonden aan de Vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie van de VUB 11.00u Muzikaal intermezzo: koperblazerkwintet Per Cupro 11.10u Lezing: “Toponymie en Heemkunde” door Ward Van Osta, voormalig docent aan de Karel de Grote-Hogeschool 11.55u Muzikaal intermezzo: koperblazerkwintet Per Cupro 12.30u Middagmaal in Feestzaal De Rietgaard 14.00u Een geleid bezoek te kiezen uit: 1. de Sint-Bernardusabdij te Bornem 2. het Kasteel van Hingene 3. het Scheepvaart- en visserijmuseum te Mariekerke 4. het Molenmuseum te Sint-Amands 5. het Streekmuseum De Zilverreiger te Weert 16.30 Slotzitting in de schouwburg van het CC Ter Dilft met uitreiking van het Jozef Weyns-eremerk en het Joachim Beuckelaer-eremerk en aansluitend receptie Presentatie: Eva Van Hoye, coördinator Heemkunde Vlaanderen vzw Lunch Het middagmaal wordt geserveerd in Feestzaal De Rietgaard . Menu : - aperitief (kir, fruitsap of witte wijn) - gevuld zeebarbeeltje uit de oven met wortelpuree - varkenshaasje met gambozolasausje en panchettaspek - trio van gebak met koffie Twee glazen wijn en plat of bruisend water zijn inbegrepen. INSCHRIJVING U kan inschrijven voor de “Heemdag 2004” door het inschrijvingsformulier op de website van Heemkunde Vlaanderen vzw in te vullen (www.heemkunde-vlaanderen.be) of te bellen naar Heemkunde Vlaanderen vzw (tel. 03/658.90.34) en dit voor 15 juli 2004! De deelnemingsprijs voor deze dag, lunch inbegrepen, bedraagt 25 euro per persoon. Wie enkel deelneemt aan het voor- of namiddagprogramma betaalt 10 euro per persoon. Deelnemers dienen het juiste bedrag overmaken op rekeningnummer 068-2218590-33 op naam van Heemkunde Vlaanderen vzw, met de vermelding van “Heemdag 2004” en de naam van de deelnemer(s).Uw inschrijving is pas definitief na ontvangst van de inschrijving én de betaling. BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
5
BINNENKRANT
Uw vragen en ervaring zijn steeds nuttig en welkom! Ondersteuning gevraagd?
Voor vragen en noden kan men terecht bij: Daphné Maes, Consulent Heemkunde Vlaanderen vzw Kerkstraat 17 2970 ’s-Gravenwezel tel.: 03/658 90 34 (vragen naar Daphné Maes) fax: 03/685 59 30
[email protected]
Een heemkundige kring runnen is niet altijd evident. Er komen al eens zaken bij kijken waar men niet van op de hoogte is of die men niet goed weet aan te pakken. Niet iedere heemkundige kring hoeft het warm water uit te vinden. Vaak kan men bijvoorbeeld leren van andere heemkundige kringen. Voor allerlei vragen in verband met de werking van een heemkundige kring kan men nu terecht bij de consulent van Heemkunde Vlaanderen vzw, Daphné Maes. Zij heeft o.a. als taak gekregen de heemkundige kringen te ondersteunen. Aarzel dus niet om uw vragen tot haar te richten. In de mate van het mogelijke wordt er steeds een antwoord gezocht op uw vragen. De functie van consulent is nieuw binnen Heemkunde Vlaanderen vzw en zodoende moeten de noden van de heemkringen nog wat afgetast worden. Eenmaal die noden gekend zijn, zullen er systematisch zaken worden uitgewerkt of nagegaan waarop veel heemkundige kringen kunnen terugvallen. Het is dus belangrijk de consulent in te lichten over informatie die u als kring (in de toekomst) wenst te verkrijgen. U kan haar eveneens op de hoogte brengen van moeilijkheden bij het uitvoeren van bepaalde plannen of projecten. Rond de vragen die naar boven komen, zal er bij verschillende heemkundige kringen worden gezocht naar antwoorden en oplossingen. Op onze website zal vervolgens een rubriek worden gecreëerd, waar gesynthetiseerde antwoorden in verband met begeleiding, problemen en noden worden uitgeschreven. Bijkomende tips en opmerkingen op die antwoorden kunnen dan steeds aangebracht worden via een contactformulier. Zo kan men van elkanders ervaringen en kennis leren. Niet alle zaken zijn echter uit te leggen in een paar zinnen. Daarom kan men steeds beroep doen op de consulent om ter plaatse een bezoek af te leggen als er nood is aan ondersteuning. Plaatsbezoeken behoren dus ook tot de mogelijkheid!
Koplopers gezocht! Leiders vormen leiders. Onlangs ging Heemkunde Vlaanderen vzw van start met het project ‘Leiders vormen leiders’. Dit project werd door ons ingediend bij de Koning Boudewijnstichting in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw1 in het kader van hun subsidieproject ‘Koplopers gezocht. Leiderschap groeit in verenigingen’. Heemkunde Vlaanderen vzw krijgt voor dit project ook begeleiding van de vzw Kwasimodo2 . Het project werd begin 2004 goedgekeurd en geselecteerd door de Koning Boudewijnstichting. We wilden u alvast een voorproefje geven van de inhoud van dit project. Heemkunde Vlaanderen vzw vertegenwoordigt een zeer groot aantal ledenorganisaties. Allen met een raad van bestuur of een bestuursploeg en dus een voorzitter. De samenstelling van de raden en/of het bestuur is meestal identiek: zeer gemotiveerde deskundige mannelijke individuen. De deskundigheid ligt vooral op het gebied van hun interesse in de geschiedenis en de heemkunde. Uit het rapport ‘Erfgoedverenigingen en Volkscultuur ontcijferd’3 blijkt dat 92 % van de bestuursleden mannen zijn en dat er in meer dan 50 % van de besturen geen of slechts één vrouw zetelt. In 39 % van de besturen zetelen er wel vrouwen, maar zij
1 Het Vlaams Centrum voor Volkscultuur (VCV) is het steunpunt voor de volksculturele sector in Vlaanderen. Het decreet volkscultuur dat op 14 oktober 1998 door het Vlaams parlement en op 27 oktober 1998 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd (Staatsblad 22/12/1998), ligt aan de basis van de oprichting van het VCV. 2 Kwasimodo is een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vzw om, in samenwerking met de steunpunten uit het ruime sociaal-cultureel werk, de invoering van de integrale kwaliteitszorg te stimuleren en te begeleiden. 3 Jeroen WALTERUS, Erfgoedverenigingen en Volkscultuur ontcijferd. Rapport gebaseerd op de resultaten van het ‘alpha-onderzoek’, VCV, Brussel, maart 2003, p. 58-61.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
6
BINNENKRANT
zijn dan nog steeds in de minderheid. Meer dan 70% van de bestuursleden heeft een hogere of (post)universitaire opleiding genoten.
ties. Aan de hand van interviews en een beperkte enquête zal een antwoord op deze vragen worden gezocht. Tussen mei en oktober 2004 zullen heemkundige kringen hiervoor gecontacteerd worden. Eind 2004 zullen de leiderschapservaringen kenbaar gemaakt worden op de website van Heemkunde Vlaanderen vzw en van het VCV in een ‘leiderschapsbank’. Geïnteresseerden kunnen hierop ook reageren en tevens hun ervaringen meedelen.
Er is een wezenlijke kloof tussen de deskundigheid op gebied van specifieke kennis en de deskundigheid op gebied van leiderschap, tussen de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het bestuur en in de kringen en tussen beroepskracht (inhoudelijke deskundige) en beleidsvrijwilliger (inhoudelijke deskundige en leidinggevende), daar waar er gewerkt wordt met beroepskrachten. Heemkunde Vlaanderen vzw is ervan overtuigd dat het niet alleen interessant maar ook broodnodig zou zijn om de leiding te verdeskundigen en open te trekken naar vrouwen.
In een tweede fase van dit project staat het uitwisselen van de aanwezige leiderschapskennis en ervaring centraal. Onder het motto ‘Leiders vormen leiders’ leren leiders aldus van andere leiders en passen het geleerde aan hun eigen organisatie aan en geven dat opnieuw door. Dit zal op de eerste plaats gebeuren door middel van rondetafelgesprekken. De gegevens van de ‘leiderschapsbank’ dienen als basis voor de discussies. Heemkunde Vlaanderen vzw hoopt via het delen van de bestaande ervaring en kennis de bestuurders van heemkundige kringen te verdeskundigen. Een bijkomende bedoeling is ook de leiding van plaatselijke kringen open te trekken naar vrouwen. Deze rondetafelgesprekken zullen plaatsvinden in het voorjaar van 2005.
In een eerste fase van het project ‘Leiders vormen leiders’ zal worden nagegaan welke leiderschapskwaliteiten er aanwezig zijn bij heemkundige kringen in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er zal vooral worden gepolst naar ‘good practices’ maar ook naar minder positieve zaken door gebrek aan gepast leiderschap. Waarom er zo weinig vrouwen een bestuursfunctie hebben in heemkundige kringen is een bijkomende onderzoeksvraag. Verder zal in dit onderzoek zeker gezocht worden naar mensen met professionele leiderservaringen, die deze niet actief benutten in de organisa
Contactpersoon voor dit project bij Heemkunde Vlaanderen vzw: Daphné Maes, consulent Heemkunde Vlaanderen vzw, tel: 03/658.90.34, e-mail:
[email protected]
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
7
BINNENKRANT
KVLV-afdelingen zoeken contact met heemkundige kringen
Centrum Agrarische Geschiedenis, Leuven. Het Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen (KVLV) gaat volgend jaar van start met het project “De stamboom van mijn dorp”. Heemkunde Vlaanderen vzw ondersteunt dit project ten volle. Net als bij een stamboom is er ook veel speurderswerk nodig om het zichtbare en het onzichtbare culturele erfgoed van het eigen dorp op te zoeken. Met dit project nodigt KVLV haar afdelingen uit om de straten, pleinen, mensen en verhalen van vroeger te ontdekken. KVLV wil de zorg van het cultureel erfgoed van het platteland mee ondersteunen en start daarom met een langlopend project hieromtrent. Het project kadert ook in het jaarthema van KVLV voor het werkjaar 2004-2005 ‘Vrouwenstreken’. In dit jaarthema wordt stil gestaan bij de tegenstellingen die we in ons leven ervaren. De tegenstelling tussen het verleden en de toekomst gaat ons allen aan. Iemand zei ooit “Wie geen verleden heeft, heeft geen toekomst”. In het werkjaar 2004-2005 worden twee fasen van dit project uitgewerkt. De KVLV-afdelingen worden aangespoord om de heemkundige kring van hun dorp te contacteren om deze beide fasen te bespreken. Als heemkundige kring zal u dus mogelijks gecontacteerd worden door de KVLVafdeling van uw dorp met de vraag om met hen samen te werken rond dit project. Heemkunde Vlaanderen vzw gaf KVLV de contactadressen van de plaatselijke heemkundige kringen door en beveelt deze toekomstige samenwerking ten zeerste aan.
deze wandeling het accent leggen op verschillende aspecten. Samen met de gids van de heemkundige kring zullen de KVLV-afdelingen een keuze moeten maken. Volgende thema’s worden voorgesteld: 1. Gebouwen ‘anders’ bekijken Hoe oud zijn ze? In welke stijl zijn ze gebouwd? Waaraan kan je een stijl herkennen? Zijn ze waardevol? Hoe zijn ze gerestaureerd? Wat was en is hun functie? Wat is de omgeving van het gebouw? Waaruit bestaat het omringende landschap? 2. What’s in a name? Wat is de betekenis van de naam van het dorp, van de straatnamen of van de namen van wijken? Wat is hun oorsprong? Is daar nog iets van terug te vinden? Hoe verschillen straten en wijken onderling? Heeft het dorp of een bepaalde wijk van het dorp een scheldnaam? Wat zijn en betekenen de namen van families, bekende families, uitgeweken en ingeweken families, vreemde families, enzovoort. 3. Vertel eens een verhaaltje. Wat zijn de bekende verhalen van het dorp, de spook- en griezelverhalen, de legendes van het dorpskapelletje, de dorpsgek, de folklore, de gebruiken, enzovoort. 4. Sterrenjacht Welke plaats of welk gebouw verdient een ster en is zeker de moeite waard om bezocht te worden? Wat kan als toeristische attractie gepromoot worden? Wat kan KVLV hier voor doen?
In een eerste fase worden alle KVLV-afdelingen uitgenodigd een wandeling in het dorp of in bepaalde wijken te organiseren, om een beeld te krijgen van wat cultureel erfgoed voorstelt en wat het belang ervan is. Men kan tijdens
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
8
BINNENKRANT
Na de wandeling wordt de groep uitgenodigd om materiaal rond het behandeld thema op te sporen en te verzamelen, bv. oude foto’s en postkaarten van straten en pleinen, voorwerpen uit een bepaalde tijd, verhalen of liederen die werden verteld of gezongen, …
De KVLV-afdelingen kunnen met een volledig uitgewerkt initiatief een kleine sponsoring (125 of 250 euro) krijgen van KBC-Bank en Verzekeringen. Een jury van KVLV beoordeelt de ingezonden initiatieven, waaraan ook ruim aandacht zal worden besteed in de lokale afdelingen.
In een tweede fase kan het verzameld materiaal verwerkt worden: bv. oude foto ’s confronteren met nieuwe van dezelfde plek of hetzelfde gebouw, een ‘reizend’ fotoalbum maken, een kleine tentoonstelling opzetten waarbij alle dorpsgenoten uitgenodigd worden, allerlei initiatieven om meer verhalen te verzamelen of op te sporen, een voorleesavond organiseren,….
Hier zal het zeker niet bij eindigen! Ook KVLV heeft ingezien dat het cultureel erfgoed in de lift zit en een interessante materie is met zeer grote maatschappelijke mogelijkheden. KVLV wil daarom de volgende jaren samenwerken met het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw en met Heemkunde Vlaanderen vzw. Concrete plannen zullen tijdig meegedeeld worden. Li Gommeren
Centrum Agrarische Geschiedenis, Leuven.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
9
BINNENKRANT
DE NIEUWE VZW-WET (II) In het vorige nummer van de Binnenkrant (maart 2004) werden de voornaamste wijzigingen ingevolge de nieuwe vzw-wet opgesomd. Tevens werd een model van statuten conform aan deze nieuwe wetgeving gepubliceerd. Wij willen nu even dieper ingaan op de verplichtingen met betrekking tot het financieel beleid van de vereniging, de fiscale en boekhoudkundige verplichtingen van de vzw’s als gevolg van de nieuwe wetgeving.
dossier gehouden voor iedere Belgische vzw die haar zetel heeft in het arrondissement. De jaarrekening, opgemaakt volgens de bepalingen van artikel 17, maakt integraal deel uit van dit dossier (samen met de stukken zoals vermeld in deel I van vorige Binnenkrant p. 15-16). Dit kadert in de wens naar meer transparantie. Zo kan eenieder kosteloos kennis nemen van de neergelegde stukken.
2. KLEINE EN GROTE VERENIGINGEN 1. JAARREKENING EN BEGROTING Op basis van de nieuwe wetgeving kan men de verenigingen onderverdelen in drie categorieën: kleine, grote en heel grote verenigingen.
Artikel 17 §1 stipuleert dat ieder jaar en ten laatste binnen de zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar de raad van bestuur de jaarrekening van het voorbije boekjaar en de begroting van het volgende boekjaar ter goedkeuring aan de algemene vergadering dient voor te leggen. Tevens bepaalt ditzelfde artikel dat de jaarrekening van het voorbije boekjaar dient opgemaakt overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
Kleine vzw’s zijn deze die geen enkel of slechts één van de volgende drie criteria overschrijden: -een equivalent van vijf voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister (KB nr. 5 van 23 oktober 1978); -in totaal 250.000 euro aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten (excl. BTW); -een balanstotaal van 1.000.000 euro.
Dit is in feite geen nieuwe verplichting. Ook in het verleden sprak de wet reeds over het jaarlijks opmaken van rekeningen en begroting voor een vzw. Nieuw is wel dat het niet langer volstaat om rekeningen op te maken, doch dat nu vereist is een jaarrekening op te maken, wat op zich veel uitgebreider is dan het opmaken van rekeningen. Door het begrip rekening te verruimen tot jaarrekening bepaalt de wetgever immers dat er heel wat meer informatie vereist is dan enkel een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven van het jaar. In het verleden was de rekening namelijk meestal beperkt tot een staat van ontvangsten en uitgaven. In die zin volstond dan ook een gewone kasboekhouding onder welke vorm ook. Dit volstaat nu niet meer. De wetgever heeft een stramien uitgewerkt dat strikt dient te worden gevolgd.
Zijn ten minste twee van de hierboven vermelde criteria bij de afsluiting van het boekjaar op de vzw van toepassing, dan wordt deze beschouwd als een grote vzw. In dit geval is de vereniging verplicht een dubbele boekhouding te voeren. Zijn daarentegen geen twee van de hierboven vermelde criteria van toepassing bij de afsluiting van het boekjaar, dan mag de vereniging een vereenvoudigde boekhouding voeren. Deze moet evenwel tenminste betrekking hebben op de mutaties in contant geld of op de rekeningen en dient te worden gevoerd volgens een door de koning vastgelegd model. Deze boekhouding moet gevoerd worden ten laatste vanaf 1 januari 2005 (voor vzw’s die vóór 1 januari 2004 rechtspersoonlijkheid verworven hebben).
Wat de jaarlijkse begroting betreft, is in dit artikel geen enkele aanduiding te vinden omtrent de vorm en de inhoud van deze begroting. Ze dient enkel door de raad van bestuur te worden opgemaakt binnen de zes maanden volgend op de afsluiting van het boekjaar en ter goedkeuring aan de algemene vergadering te worden voorgelegd. Met het oog op relevantie, duidelijkheid en vergelijkbaarheid van de informatie is het wel aan te raden dat de begroting op dezelfde wijze is opgemaakt als de staten waaruit de jaarrekening bestaat. Dit is enkel een advies, het staat elke vereniging vrij dit al dan niet op te volgen. Op de griffie van de rechtbank van koophandel wordt een
Gezien de meeste van onze verenigingen tot de categorie van de kleine vzw’s behoren, zullen wij het in deze bijdrage dan ook uitsluitend hebben over de vereenvoudigde boekhouding. Niets belet evenwel dat een kleine vzw ook kiest voor een dubbele boekhouding. In dit geval moet dit wel gebeuren in minimum drie opeenvolgende jaren en volgens het model zoals van toepassing op de grote verenigingen. Wie meer informatie wenst met betrekking tot een grote of heel grote vzw, kan met zijn vragen steeds terecht op ons secretariaat.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
10
BINNENKRANT
3. DE VEREENVOUDIGDE BOEKHOUDING IN DE KLEINE VZW
Ter informatie volgt hierna de letterlijke tekst van het eerste boek van het KB van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van de kleine vzw’s met de drie bijlagen.
De boekhoudkundige verplichtingen voor kleine vzw’s werden vastgesteld bij KB van 26 juni 2003 (Belgisch Staatsblad, 11 juli 2003, ed. 2). Dit KB stipuleert dat de verrichtingen die betrekking hebben op mutaties in contant geld of op rekeningen, zonder vertraging, getrouw en volledig en naar tijdsorde moeten worden ingeschreven in een ongesplitst dagboek. De boekhouding dient derhalve alle verrichtingen te omvatten voor zover deze betrekking hebben op geldmutaties, m.a.w. enkel de kasstromen (uiteraard ook de mutaties van de financiële rekeningen) dienen geregistreerd. Men kan derhalve ook spreken van een kasboekhouding. Het KB voorziet in een minimumschema. Dit impliceert dan ook dat elke vereniging volgens de aard en de omvang van haar activiteiten dit schema kan aanvullen en uitbreiden. Anderzijds kunnen dan ook rubrieken uit het minimale schema, die voor een vereniging irrelevant zijn, worden weggelaten. Volgens de Commissie voor Boekhoudkundige Normen is een eerste en fundamentele vereiste dat de boekhouding moet overeenstemmen met de werkelijkheid van de vzw en dat de daarin opgenomen boekingen de gezamenlijke verrichtingen en feiten uitdrukken die in de boekhouding moeten worden opgenomen en overeenstemmen met de werkelijkheid van de verrichtingen die zij weergeven.
Koninklijk Besluit betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen (26 juni 2003)
BOEK I : Regels betreffende de in artikel 17,§2, van de wet bedoelde vereenvoudigde boekhouding voor de verenigingen zonder winstoogmerk TITEL I : Algemene beginselen inzake het voeren van de boekhouding Hoofdstuk I : Boekhouding Afdeling I : Algemene regels Art. 1. De boekhouding moet aangepast zijn aan de aard en de omvang van de activiteiten van de vereniging. Art. 2. De verrichtingen die betrekking hebben op mutaties in contant geld of op rekeningen worden zonder vertraging, getrouw en volledig en naar tijdsorde ingeschreven in een ongesplitste dagboek volgens het minimaal model uit bijlage A bij dit besluit.
Concreet zal er een dagboek met verantwoordingsstukken moeten bijgehouden worden. De aldus gevoerde boekhouding leidt tot een jaarlijkse staat van ontvangsten en uitgaven, die moet aangevuld worden met een jaarlijkse staat van het vermogen uitgaande van de volledige inventaris van de bezittingen, de rechten, de schulden en de verplichtingen van welke aard ook van de vereniging.
Afdeling II : Het dagboek Art. 3. §1. Het in artikel 2 bedoelde dagboek is genummerd en wordt geïdentificeerd door de naam van de vereniging. §2. Het dagboek wordt ondertekend voor het eerste gebruik en vervolgens ieder jaar door de perso(o)n(en) die de vereniging ten aanzien van derden vertegenwoordig(t)(en). §3. Het dagboek wordt bijgehouden naar tijdsorde, zonder witte vakken, noch weglatingen, opdat de materiële continuïteit, alsook de regelmatigheid en de onomkeerbaarheid van de boekingen gewaarborgd zouden zijn. Bij correctie moet de oorspronkelijke boeking leesbaar blijven. §4. Het originele dagboek moet gedurende tien jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting ervan.
Het KB van 26 juni 2003 werkt de voormelde principes uit, en voegt er drie bijlagen aan toe: Bijlage A : Een genormaliseerd minimaal model van dagboek. Bijlage B : Een genormaliseerd minimaal schema van de staat van ontvangsten en uitgaven. Bijlage C : Een schema van de bijlage: 1. samenvatting van de waarderingsregels; 2. aanpassing van de waarderingsregels; 3. bijkomende inlichtingen; 4. genormaliseerd minimaal schema van de staat van het vermogen; 5. belangrijke rechten en verplichtingen die niet in cijfers kunnen worden weergegeven.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
11
BINNENKRANT
Afdeling III : Verantwoordingsstukken
Hoofdstuk II : Staat van de ontvangsten en uitgaven
Art. 4. Elke boeking geschiedt aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk, waarnaar zij moet verwijzen. De originele verantwoordingsstukken of een afschrift ervan wordt methodisch opgeborgen en tien jaar bewaard, in origineel of in afschrift. Stukken die niet strekken tot bewijs jegens derden, worden drie jaar bewaard. Art. 5. Ten minste eens per jaar worden, voorzichtig, oprecht en te goeder trouw, de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen verricht om op de gekozen datum de inventaris op te maken van de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, van de vereniging. Art. 6. De raad van bestuur van de vereniging bepaalt de regels die, rekening houdend met de kenmerken van de vereniging, ten grondslag liggen aan de waarderingen in de inventaris. Deze regels zijn samengevat in de toelichting. Deze samenvatting moet voldoende nauwkeurig zijn teneinde de toegepaste waarderingsmethodes te kunnen beoordelen. Art. 7. De in artikel 6 bedoelde waarderingsregels en de toepassing ervan moeten voor alle boekjaren dezelfde zijn. Zij worden evenwel aangepast ingeval zij niet langer de mogelijkheid bieden om voorzichtig, oprecht en te goeder trouw de in artikel 5 bedoelde verrichtingen uit te voeren. Deze aanpassingen worden vermeld en verantwoord in de toelichting. De inschatting van de invloed van deze aanpassingen wordt vermeld in de toelichting betreffende de rekeningen van het boekjaar waarin deze aanpassing voor het eerst werd ingevoerd. Art. 8. De waarderingen moeten beantwoorden aan de criteria van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw.
Art. 12. De staat van de ontvangsten en de uitgaven vloeit rechtstreeks voort uit het in artikel 2 bedoelde dagboek. De staat moet voor het afgesloten boekjaar stelselmatig de aard en het bedrag van de ontvangsten en de uitgaven van de vereniging vermelden. Enige compensatie tussen ontvangsten en uitgaven is verboden. De staat van ontvangsten en uitgaven moet overeenkomstig het minimaal schema in bijlage B van dit besluit worden opgemaakt.
Hoofdstuk III : Toelichting Art. 13. De toelichting bevat de inlichtingen zoals bepaald in de artikelen 6, 7, 11 en 14, alsook een staat van het vermogen van de vereniging. Zij moet worden opgemaakt overeenkomstig het minimaal schema in bijlage C van dit besluit. Art. 14. De staat van het vermogen vloeit rechtstreeks voort uit de in artikel 5 bedoelde inventaris. De staat moet op de datum van de afsluiting van het boekjaar stelselmatig de aard en het bedrag van het geheel van de bezittingen en van de schulden van de vereniging vermelden. De onroerende goederen, de machines, de roerende goederen en het rollend materieel dat niet in volle eigendom is van de vereniging moeten evenwel enkel worden opgenomen in de staat van het vermogen indien zij significant zijn. Ingeval de raad van bestuur van oordeel is dat bepaalde bezittingen niet significant zijn, wordt zulks in de toelichting verantwoord. De moeilijk waardeerbare bezittingen worden pro memorie in de staat van het vermogen opgenomen en op gepaste wijze in de toelichting vermeld. De staat van het vermogen moet bovendien de rechten en de verplichtingen vermelden die een belangrijke invloed kunnen hebben op de financiële toestand van de vereniging. Ingeval deze rechten en verplichtingen niet in cijfers kunnen worden vertaald, worden zij enkel op passende wijze in de toelichting vermeld.
TITEL II : Jaarrekening Hoofdstuk I : Algemene beginselen Art. 9. De in artikelen 17, §1, en 26novies, §1, 5°, van de wet bedoelde jaarrekening bevat de staat van ontvangsten en uitgaven alsook de toelichting. Deze stukken vormen een geheel. De jaarrekening wordt in euro geformuleerd, zonder decimalen. Art. 10. De jaarrekening wordt opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van deze titel. Art. 11. De jaarrekening wordt voorzichtig, oprecht, te goeder trouw en duidelijk opgemaakt. Ingeval de toepassing van de bepalingen van deze titel niet volstaat om te voldoen aan dit bepaalde, moeten in de toelichting bijkomende inlichtingen worden verschaft.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
12
BINNENKRANT
BIJLAGE A : GENORMALISEERD MINIMAAL MODEL VAN DAGBOEK
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
13
BINNENKRANT
BIJLAGE B : GENORMALISEERD MINIMAAL SCHEMA VAN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN
BIJLAGE C : SCHEMA VAN DE BIJLAGE
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
14
BINNENKRANT
4. SLOTBEMERKINGEN
de juridische betekenis van het woord “lid” te zijn (d.i. deel uitmaken van de algemene vergadering van de vereniging).
4.1.Verklaring van enkele begrippen Uitgaven: -Goederen en diensten : stemt overeen met de omschrijving “Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen” zoals we die aantreffen in het Minimaal Algemeen Rekeningenstelsel (MAR) voor ondernemingen. Het betreft derhalve alle uitgaven voor goederen of diensten die rechtstreeks verband houden met de exploitatie van de vereniging. Die goederen en diensten worden aangekocht om terug door te verkopen. (Bv. kosten voor aankoop of aanmaak boeken, tijdschriften en/of jaarboeken, catalogi … die rechtstreeks worden doorverkocht).
-Schenkingen en legaten : gaan meestal uit van een privépersoon, zowel natuurlijk als rechtspersoon, ze zijn meestal ad hoc, zonder systematiek en “om niet”. -Subsidies : gaan eerder uit van een overheid, zijn gebaseerd op een overheidsreglementering, meestal systematisch en soms ook voorwaardelijk mits men voldoet aan bepaalde criteria. -Andere ontvangsten : alle ontvangsten die in geen van de drie voorgaande rubrieken thuishoren: inkomgelden activiteiten, ontvangen huurgelden, financiële opbrengsten, …..
-Bezoldigingen : onder deze rubriek vallen alle uitgaven met betrekking tot personeel, m.a.w. er dient sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. Van zodra er een arbeidsovereenkomst voorhanden is, speelt het geen rol of de uitgave betrekking heeft op bestuurders, directiepersoneel, bedienden of arbeiders. Is er echter geen sprake van een arbeidsovereenkomst (bv. kostenvergoeding bestuurders,…) dan ressorteren de uitgaven in dit kader onder de rubriek “Diensten en diverse goederen”. Alle personeelsuitgaven vallen hieronder: bezoldigingen, rechtstreekse sociale voordelen, werkgeversbijdrage RSZ, premies voor bovenwettelijke verzekeringen, pensioenen, werkkledij, kosten interbedrijfsgeneeskundige dienst, . ..
4.2. Nieuwe brochure inwerkingtreding Zowel voor kleine vzw’s als voor grote vzw’s is er een officiële brochure te verwachten, opgemaakt door het Instituut der Bedrijfsrevisoren, het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, de Nationale Bank van België en de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, met de bedoeling de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen te vergemakkelijken. Uit welingelichte bron vernamen we dat deze onderrichtingen begin juli 2004 te verwachten zijn.
-Diensten en diverse goederen : alle uitgaven van de vereniging die niet onder de rubriek “Goederen en diensten” of “Bezoldigingen” vallen, moeten onder deze rubriek worden opgenomen. Dit zijn uitgaven die wel bijdragen tot de goede werking van de vereniging, maar die geen aanleiding geven tot verkoop. Het betreft hier o.a. alle uitgaven voor energie, huur, internet, telefoon, public relation, verzekeringen, secretariaat, vervoer, onderhoud en herstellingen, …. maar ook de kosten voor de uitgave van het tijdschrift als de leden dit gratis verkrijgen en dus geen afzonderlijk abonnementsgeld betalen.
4.3. Controle door commissaris(sen) Grote en zeer grote vzw’s moeten hun financiële toestand en hun jaarrekeningen onderwerpen aan de controle van één of meer commissarissen, door de algemene vergadering benoemd onder de leden van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren, indien zij aan volgende criteria voldoen: hetzij het equivalent van 100 voltijdse werknemers tewerkstellen, hetzij van de volgende drie criteria er minstens twee overschrijden: het equivalent van 50 voltijds tewerkgestelde werknemers, 6.250.000 euro ontvangsten (andere dan uitzonderlijke, en exclusief BTW) en een balanstotaal van 3.125.000 euro.
-Andere uitgaven : hieronder worden opgenomen alle uitgaven die niet onder één van vorige rubrieken zijn onder te brengen. We denken hier o.a. aan: belastingen, SABAM, milieuheffingen, accijnzen, financiële kosten, ….. Ontvangsten -Lidgelden : hier kunnen we niet terugvallen op het gemeen boekhoudrecht voor ondernemingen. Lidgelden zijn immers specifieke inkomsten voor een vereniging. Het lidgeld hier bedoeld is de bijdrage die iemand betaalt om deel uit te maken van de vereniging, zonder daarom in
4.4. Neerlegging van de jaarrekeningen Kleine vzw’s dienen hun jaarrekeningen neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel van hun arrondissement. Grote vzw’s, nl. zij die onderworpen zijn aan de dubbele boekhouding, moeten hun jaarrekeningen neerleggen bij de nationale Bank van België. BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2 15
BINNENKRANT
Wie meer informatie wenst of vragen heeft in verband met deze materie kan contact opnemen met ons secretariaat: Kerkstraat 17, 2970 ’s-Gravenwezel, tel. 03/658 90 34, email:
[email protected] In een volgende aflevering van onze Binnenkrant publiceren we een model van huishoudelijk reglement.
Fons Dierickx
Literatuur: -Dirk A.J. COECKELBERGH, Praktijkboek vzw’s, Antwerpen, 2003. -L. VERVLIET, De nieuwe wet op de vzw’s, Brussel, 2004. -PROCURA, Boekhouding voor kleine vzw’s, Brussel, 2004.
BIJLAGE : ADRESSEN VAN DE GRIFFIES VAN DE RECHTBANKEN VAN KOOPHANDEL Leuven :
Vaartstraat 5 3000 Leuven 016/21 46 48
Mechelen :
Voochtstraat 7 2800 Mechelen 015/28 83 66
Oostende :
Canadaplein 8400 Oostende 059/55 36 50
Oudenaarde :
Bekstraat 14 9700 Oudenaarde 055/33 01 12
Tongeren :
Kielenstraat 22 3700 Tongeren 012/39 97 02
Turnhout :
Nieuwe Kaai 41 2300 Turnhout 014/47 01 60
Veurne :
Peter Benoitlaan 2 8630 Veurne 058/31 23 16
Antwerpen :
Terninckstraat 13 2000 Antwerpen 03/231 40 12
Brugge :
Kazernevest 3 8000 Brugge 050/47 30 50
Brussel :
Tweede Britse Legerlaan 148 1190 Brussel 02/346 03 33
Dendermonde :
Noordlaan 31 9200 Dendermonde 052/25 00 77
Gent :
Oude Schaapmarkt 22 9000 Gent 09/267 26 90
Hasselt :
Maastrichterstraat 100 3500 Hasselt 011/22 59 76
Ieper :
Grote Markt 10 8900 Ieper 057/22 49 20
Kortrijk :
Hendrik Nolfstraat 10A 8500 Kortrijk 056/26 96 00 BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2 16
BINNENKRANT
De derde Nacht van de Geschiedenis Dinsdag 22 maart 2005 Organiseert u soms activiteiten rond historische onderwerpen?
Met die cijfers groeit de Nacht van de Geschiedenis uit tot een van de grootste culturele eendagsevenementen in Vlaanderen.
Jaarlijks organiseren archieven, geschied- en heemkundige kringen, musea, universiteiten en andere organisaties duizenden activiteiten rond historische onderwerpen: rondleidingen, films, lezingen, bezoeken, tentoonstellingen… Alleen al bij het Davidsfonds zijn meer dan 2.000 van de 10.000 culturele initiatieven per jaar geschiedenisactiviteiten. U ziet een grote, gratis promotiecampagne rond die activiteit wel zitten? Dan is er goed nieuws voor u. Op dinsdag 22 maart 2005 is er de (derde) Nacht van de Geschiedenis. De Nacht van de Geschiedenis wil één keer per jaar op één avond alle krachten bundelen om het ruime publiek te laten kennismaken met het gevarieerde aanbod. “Geschiedenis is niet saai”, is de boodschap. Een sterke, wetenschappelijk verantwoorde inhoud wordt ook op een boeiende en verfrissende manier gepresenteerd. Debatten, nocturnes, evocaties, nocturnes met fakkellicht en muziek zorgen ervoor dat niet alleen de titel van deze avond prikkelend is.
Hoe kan u (mee) de Nacht van de Geschiedenis organiseren? In overleg met de plaatselijke Davidsfonds afdeling plant u een zeer goede, originele, creatieve activiteit rond geschiedenis op de eerste dinsdag van de lente, 22 maart 2005. Samen met de plaatselijke Davidsfonds afdeling bepaalt u zelf het onderwerp, de plaats, de deelnemingsformule en prijs… Organisatorisch en financieel is het plaatselijke niveau verantwoordelijk zoals voor alle andere eigen activiteiten.
Initiatiefnemer Davidsfonds neemt uw activiteit rond geschiedenis gratis op in een nationale promotieactie met mooie kleurenfolders en affiches. Een goed uitgekiende perscampagne geeft het project grote ruchtbaarheid in de schrijvende pers, op radio en televisie. Aankondigingen in tijdschriften, op websites, nieuwsbrieven… zorgen ervoor dat de Nacht van de Geschiedenis een opgemerkt evenement is bij duizenden mensen met belangstelling voor geschiedenis. Via mailings worden bibliotheken, culturele centra, musea, toeristische diensten, scholen, verenigingen… geïnformeerd.
Heel wat mensen denken dat geschiedenisactiviteiten saai zijn. Probeer een inhoudelijk oerdegelijk programma met nieuwe of exclusieve informatie dan ook boeiend en eigentijds te presenteren. · Speel in op het mysterieuze, soms zelfs ietwat griezelige karakter van de nacht. Stippel een wandeling uit (met fakkels?!) langs huizen, cafés, kerken, kerkhoven, rechtbanken, antiekwinkels of andere verrassende plaatsen. Laat goede gidsen en/of bekende inwoners op die locaties vertellen over historische gebeurtenissen. · Werk samen met archieven en bibliotheken, musea (inhoudelijk), maar ook met plaatselijke muziek- of
Sprekende cijfers Op dinsdagavond 23 maart 2004 namen 16.000 mensen deel aan de tweede Nacht van de Geschiedenis. Op meer dan 200 plaatsen in Vlaanderen waren er activiteiten rond geschiedenis: rondleidingen, lezingen, evocaties, tentoonstellingen, films… Tijdens de eerste editie, in 2003, waren er 10.000 deelnemers op 120 plaatsen in Vlaanderen.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
17
BINNENKRANT
toneelverenigingen die de geschiedenis bijna letterlijk weer tot leven brengen. · Beeldmateriaal, een minstreel, historische klederdracht… kunnen een dynamische sfeer scheppen bij meer “klassieke” lezingen, tentoonstellingen… · Vergeet ook de kinderen en de jongeren niet.
Via de plaatselijke Davidsfonds afdeling bezorgt u het Nationaal Secretariaat van het Davidsfonds (BlijdeInkomststraat 79-81, 3000 Leuven, tel. 016/310.600, fax 016/310.608,
[email protected], www.davidsfonds.be) van het Davidsfonds alle noodzakelijke informatie over uw activiteit voor de Nacht van de Geschiedenis vóór vrijdag 12 november 2004. · Soort activiteit (rondleiding, film, lezing, bezoek, tentoonstelling, andere…) · Juiste titel van de activiteit · Voornaam en naam uitvoerder (indien van toepassing) · Eventuele verdere toelichting · Exacte benaming van de locatie waar de activiteit plaatsvindt (zaal, museum…) · Straat en nummer van de locatie waar de activiteit plaatsvindt · Postcode van de gemeente waar de activiteit plaatsvindt · Naam van de gemeente waar de activiteit plaatsvindt · Aanvangsuur · Deelnemingsprijs · Vooraf inschrijven noodzakelijk? (Eventueel uiterste inschrijvingsdatum?)
Samen met de plaatselijke Davidsfonds afdeling zorgt u voor: · een vlekkeloos georganiseerde, originele, exclusieve activiteit rond geschiedenis op dinsdagavond 22 maart 2005 · bekendmaking in de gemeente via de plaatselijke promotiekanalen · alle praktische informatie over de activiteit die vóór vrijdag 12 november 2004 naar het Davidsfonds wordt verstuurd.
Het Nationaal Secretariaat van het Davidsfonds belooft u: · gratis promotiebrochures en affiches (beschikbaar vanaf 15 januari 2005) · aankondiging van de activiteiten in het kader van de Nacht van de Geschiedenis via Omtrent (65.000 ex.), de nieuwsbrief Clio (20.000 ex.), www.davidsfonds.be… · nationale persaandacht door de verspreiding van persberichten, mediasponsoring…
Jeroen Sleurs stafmedewerker Geschiedenis Davidsfonds vzw Blijde-Inkomststraat 79-81 3000 Leuven tel. 016/310.600 fax 016/310.608
[email protected] www.davidsfonds.be BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
18
BINNENKRANT
Lokale geschiedenis wereldwijd: Een internationale inventaris op internet Het Noors Instituut voor lokale geschiedenis wil een voorstelling maken van de wijze waarop lokale geschiedenis overal ter wereld beleefd en beoefend wordt. Hun project heet: ‘lokale geschiedenis wereldwijd: een internationale inventaris op internet’ (local history worldwide: an international internet inventory). In de lente van 2004 willen ze presentaties van de lokale geschiedenispraktijk van verschillende landen op een gezamenlijke website plaatsen. De overheersende taal zal Engels worden, alhoewel het de bedoeling is binnen afzienbare tijd de presentaties ook in andere wereldtalen te kunnen aanbieden. Zij zijn actief op zoek naar samenwerking met lokale geschiedkundige verenigingen overal ter wereld zodat ze informatie voor de presentaties kunnen verzamelen. Heemkunde Vlaanderen vzw werd in april gecontacteerd met de vraag haar medewerking aan dit project te verlenen. Concreet houdt dit in dat Heemkunde Vlaanderen vzw een schriftelijke voorstelling van de beoefening van de heemkunde in Vlaanderen maakt. Enerzijds belichten we aan de hand van onze vooropgestelde missie en van ons stappenplan de functie van Heemkunde Vlaanderen vzw als koepelorganisatie. Anderzijds willen we ook een realistisch beeld scheppen van de manier waarop heemkunde en lokale geschiedenis in Vlaanderen beoefend wordt.
Waarom lokale geschiedenis een internationaal perspectief moet hebben: De eerste bedenking die rond deze vraag oprijst is of lokale geschiedenis wel een internationaal perspectief moet hebben? Is dit gewoon een trend waar we mee meelopen? Een idee dat ontsproten is uit de populaire discussies rond de modegevoelige term ‘globalisering’? Is lokale geschiedenis niet gewoon wat het woord zelf aanduidt: lokale geschiedenis; de geschiedenis van lokale gemeenschappen en fenomenen? ‘Lokale Geschiedenis Wereldwijd’ gelooft van niet. Lokale geschiedenis zou een internationaal perspectief moeten aannemen. Misschien bezit lokale geschiedenis zelfs het beste vertrekpunt, binnen het vakgebied geschiedenis, om een internationaal perspectief aan te nemen. Het is immers het meest praktijkgerichte gebied. Er bestaat niet zoiets als een geïsoleerde gemeenschap Elke gemeenschap, hoe klein ook, wordt beïnvloed door anderen, ook door die gemeenschappen die ver uit elkaar gelegen zijn. Handel is bijvoorbeeld steeds een belangrijke vorm van contact geweest, of het nu tussen naburige dorpen was of tussen plaatsen die geografisch ver uit elkaar liggen. De zoektocht naar werkgelegenheid bijvoorbeeld, bracht mensen naar vreemde plaatsen. Sommigen kwamen nooit terug, zoals de emigranten naar Amerika. Anderen kwamen terug met verhalen over nieuwe mogelijkheden die op hun beurt nieuwe projecten genereerden. Cultuur werd steeds al doorgegeven van de ene gemeenschap aan de andere. Mengtalen werden geboren om de handel te vergemakkelijken en ideeën werden in de vorm van boeken en brieven over de grenzen heen gebracht. Culturen uit diverse gemeenschappen hebben elkaar sinds mensenheugenis beïnvloed. Vergelijken leert ons meer over onszelf Overal ter wereld zijn mensen bezig geweest met het vergaren van voedsel, onderdak en materiële zaken om aan hun levensstandaard te voldoen of om deze te verbeteren. Vergelijkingen van hoe deze uitdagingen zijn aangepakt in diverse lokale gemeenschappen, kan uitleggen waarom gemeenschappen gelijkaardig of onderling verschillend geëvolueerd zijn. Het vergelijken van onze lokale geschiedenis maakt ons ook meer bewust van wat we gemeen hebben en van wat uniek is voor één bepaalde gemeenschap en cultuur. Misschien ontstaan zo nieuwe
Frankrijk
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
19
BINNENKRANT
Hoe doet men dit? Hieronder zijn enkele ideeën waarrond gedacht kan worden aangaande lokale geschiedenis in een internationaal perspectief: Wie? Het makkelijkst is om samen te werken met een vereniging voor lokale geschiedenis met wie jouw lokale streek een formele vriendschappelijke band heeft. Als je een samenwerkingsproject wil opstarten, wordt dit meestal ondersteund door deze geïnstitutionaliseerde netwerken. In Vlaanderen kan je bijvoorbeeld steun en/of raad vragen aan Heemkunde Vlaanderen vzw, de provinciale koepels voor heemkunde, het VCV, enzovoort. Let er wel op dat je jezelf niet inperkt. Het belangrijkste is dat de samenwerking zowel voor jou als voor jouw partner interessant en nuttig blijft. Wat? - Onderzoek bronnen die zowel voor jouw als je partner van belang zijn. Misschien kan je hen bezoeken en vice versa. De bronnen kunnen bijvoorbeeld handelen over genealogie of over handel… - Zoek een onderwerp en vergelijk: bijvoorbeeld de gevolgen van ontdekkingen in de geneeskunde, de gevolgen van de zwarte dood, de komst van de trein… - Wissel ideeën uit omtrent de praktijk: bijvoorbeeld over het organiseren van lezingen, het opzetten van een tentoonstelling… - Samenwerkingsprojecten tussen scholen. Dit kan bijvoorbeeld één van volgende dingen inhouden: wederzijdse bezoeken, presentaties voor elkaar maken… Indien mogelijk kan dit gecombineerd worden met bijvoorbeeld taalen literatuurklassen.
Australië. studiegebieden. En voor diegenen die ‘academisch’ gericht zijn, kunnen de vergelijkingen gebruikt worden om theorieën te testen of om meer algemene trends die op hun beurt nieuwe trends genereren, op te sporen. Lokale geschiedenis: het meest praktijkgerichte gebied voor internationale studies over geschiedenis Globale geschiedkundige analyses kunnen ontsierd worden door onvolledigheden door de noodzakelijke globalisering. Op het niveau van de lokale geschiedenis worden details duidelijker en hierdoor ook de onderlinge overeenkomsten en verschillen.
Heeft het dorp of de stad waar jouw kring gevestigd is, zulk een zustergemeenschap, tast dan de interessante mogelijkheden af die deze relatie met zich kan meebrengen. Als er in uw zustergemeenschap ook een heemkundige kring actief is, kan dit zowel voor deze kring als voor de eigen kring nieuwe impulsen geven. Een internationale samenwerking kan nieuwe contacten, studiegebieden, manifestaties, kennis, artikels en eventueel zelfs thematische tentoonstellingen voortbrengen.
In het verleden werden onderlinge contacten tussen dorpen en gemeenschappen in verschillende landen vooral onderhouden door individuele personen. Vandaag worden deze contacten geïnstitutionaliseerd. Dorpen, steden en streken hebben zich vaak verbroederd met een buitenlandse gemeenschappen. Deze relaties worden onderhouden door geïnstitutionaliseerde netwerken die steun voorzien voor diegenen die internationale mogelijkheden willen ontdekken. Dit opent vele mogelijkheden voor lokale geschiedenis met een internationale blik en ‘Lokale geschiedenis Wereldwijd’ hoopt dit te vergemakkelijken en te stimuleren.
Wil u meer info en raad rond het opstarten van zo’n project, kan u steeds bij ons terecht.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
20
BINNENKRANT
Topstukkendecreet: industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed Misschien bezit u één van deze gezochte topstukken! Op 15 januari 2003 keurde het Vlaamse Parlement het “Decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang” – het zogenaamde topstukkendecreet – goed. Dit decreet regelt de bescherming van het belangrijkste roerend cultureel erfgoed dat omwille van zijn uitzonderlijke archeologische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis voor de Vlaamse Gemeenschap bewaard moet blijven. In het kader van dit decreet wordt ook aandacht besteed aan het industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed, als deel van het erfgoedbeleid van Vlaanderen. Tijdens voorbije eeuwen hebben Vlaamse wetenschapslui, technici, nijveraars – én gewone arbeiders – getimmerd aan de samenleving in Vlaanderen en belangrijke bijdragen geleverd aan de Europese. Het is dan ook niet meer dan normaal dat sommige van hun realisaties naast deze van kunstenaars op de lijst van het top-erfgoed opgenomen worden.
Het betreft niet alleen gespecialiseerde musea, maar ook deelcollecties die zich in plaatselijke musea bevinden, en daarnaast ook privé-verzamelingen en collecties die berusten bij bedrijven, instellingen, verenigingen en particulieren.
Industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed De bepaling “industrieel, technisch en wetenschappelijk erfgoed” omvat een bijzonder ruim en gevarieerd aantal materiële sporen van de menselijk cultuur gespreid in tijd en gevarieerd in thema’s en onderwerpen. In principe komen zowel een globe van Mercator en een verlostang van Palfijn in aanmerking, als een wetenschapscollectie (zoals de Antwerpse collectie Van Heurck), een stoommachine of stoomturbine van één van de grote Vlaamse machineconstructeurs, een collectie staalboeken van een textielbedrijf, een petroleum-distillatiekom, de eerste in Vlaanderen gebouwde modem of TV-toestel, of misschien zelfs het ruimtepak van onze twee Vlaamse astronauten.
Na een eerste fase in dit project, komt men tot de vaststelling dat heel weinig werd teruggevonden van heel de nonferro sector (zink, koper - tot en met radium) en voor de chemie. Er werd nog geen enkele vroege dieselmotor van de firma Carels teruggevonden (was de eerste firma ter wereld die van R. Diesel een licentie kreeg) en blijkbaar bleef ook vrij weinig bewaard uit de 19de eeuw. Als u een object of collectie van bovenstaande onderwerpen bezit, neem dan zeker contact op met Kleio.
Collecties Onder ‘verzameling’ of ‘collectie’ wordt verstaan: een samenhangend geheel van objecten, al dan niet gewijd aan een specifiek thema of aan een regio. Zo komen ook in aanmerking als ‘collectie’: - de wetenschappelijke apparatuur die vroeger in uw school of instituut gebruikt werd, oude didactische collecties - de ‘antiek’ van uw bedrijf - de verzameling van een enthousiaste privé-persoon die een collectie bijeenbracht rond brouwen, drukken, stoom, treinen, bureelmateriaal, enzovoort
Wat hebben we nog? In de loop van het onderzoek werd geconstateerd dat er nog weinig inzicht is in de bestaande collecties die de geschiedenis van nijverheid, techniek en wetenschap in Vlaanderen documenteren – én in de collectiestukken die deze bevatten of die nog op tal van plaatsen verspreid zitten. Om een ruimer referentiekader samen te stellen wordt door de studiegroep nu getracht inzicht te krijgen in de aard van deze.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
21
BINNENKRANT
Objecten Dit terrein omvat zowat alle activiteiten die wetenschappers, ambachtslui en nijveraars vroeger bestreken hebben, niet alleen tijdens de voorbije twee eeuwen, maar ook voordien. Hierbij worden onder andere gerekend: toestellen, uitrustingsstukken, machines, installaties motoren, metaalpersen, weefgetouwen, enzovoort. Indien u of uw vereniging zulke stukken in uw bezit heeft, gelieve dan een steekkaart waarop informatie over het stuk of de collectie kan ingevuld worden, aan te vragen bij: Kleio nv heritage consultants Vredelaan 72, B8500 Kortrijk Tel: 056/235.972 e-mail:
[email protected] Op deze manier kan Kleio deze topstukken op correcte wijze inventariseren. Uiteraard blijven de stukken in uw bezit.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
22
BINNENKRANT
Beelden in de straat … zij vertellen hun verhaal. Kleine monumenten in Oost-Vlaanderen Op 27 mei 2004 werd door Heemkunde Vlaanderen vzw onder zeer grote belangstelling in het provinciehuis te Gent de publicatie “Beelden in de straat … zij vertellen hun verhaal. Kleine monumenten in Oost-Vlaanderen” aan het publiek voorgesteld (voor meer informatie hierover, zie Binnenkrant januari-februari-maart 2004). De allereerste exemplaren van het boek werden overhandigd aan Herman Balthazar, gouverneur, aan Jean-Pierre Van der Meiren, gedeputeerde voor cultuur, en aan de beide auteurs, Lut Bavay en Annelies Van den Bruele. Bij deze gelegenheid werd in het provinciehuis ook een tentoonstelling onder hetzelfde thema geopend, die verder nog gratis toegankelijk blijft op alle werkdagen tot en met 25 juni 2004. Het boek kan alsnog worden besteld via het secretariaat van onze vereniging tegen de prijs van 30 euro.
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
23
BINNENKRANT
Heb je dat gezien? Het dagelijks leven in het arrondissement Leuven in de 20ste eeuw in bewegend beeld Catalogus van film- en videomateriaal Iedereen is het erover eens dat filmmateriaal uit de oude doos niet alleen charmeert, maar ook wel eens heel interessante informatie kan bevatten op het vlak van de volkscultuur. Daarom heeft de Leuvense Vereniging voor Volkskunde vzw in samenwerking met het Vlaams Filmmuseum en –archief een project uitgewerkt, waarbij systematisch op zoek werd gegaan naar bewegende beelden van het dagelijks leven in het arrondissement Leuven. Dankzij de medewerking van velen zijn momenteel 313 films en video’s in beeld gebracht. Het resultaat van al dit zoekwerk is te lezen in deze mooi verzorgde publicatie, die een gedetailleerde beschrijving geeft van alle weergevonden films. Omdat dit boek vooral bedoeld is als naslagwerk, ontsluiten de meer dan duizend trefwoorden dit sample van visuele bronnen zo optimaal mogelijk. U zoekt een bepaalde naam of zaak en u weet meteen in welke film(s) u ze kunt vinden. Deze uitgebreide catalogus is dus een excellente gids voor al wie belangstelling heeft voor cultureel erfgoed in historische filmbeelden en de mensen die er nauw bij betrokken en tevens hoofdrolspelers waren. Heb je dat gezien? Zal inderdaad de ogen openen. Aantal pagina’s: 148 met 8 illustraties Prijs: 13,50 euro (exlusief portkosten) Het boek is te koop in: Vlaams Filmmuseum en –archief, L. Vanderkelenstraat 30 (eerste verdieping) te Leuven (tijdens kantooruren/ maandag tot vrijdag: 9 tot 12 en van 13 tot 16.30 uur). Heb je dat gezien? Kan ook besteld worden bij: Leuvense Vereniging voor Volkskunde, p.a. Erasmushuis K.U.Leuven, Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven
BIJLAGE ONS HEEM 2004, nr. 2
24