BINDING AAN DE REGIO II Deelproject 3: Duurzame inzet van ICT voor het delen en opslaan van lessen (begroting niet weergegeven) Inleiding Voor de schoolbesturen en hun scholen zal het een opgave zijn met de realiteit van het lerarentekort zodanig om te gaan, dat de continuering van het onderwijs gegarandeerd blijft en dat er geen kwaliteitsverlies optreedt. Het tekort aan vakdocenten zal zich in de regio op een aantal punten gaan manifesteren: • het is niet mogelijk docenten te vinden die in bepaalde vakken structureel de geplande onderwijstijd kunnen verzorgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de vakken Wiskunde D, Latijn, Natuurkunde en Scheikunde, NLT en Duits in de bovenbouw van het Havo/Vwo. En om Duits, Engels, NASK, Techniek in het VMBO B/K. • des te minder zal het bij onvoorzien ziekteverzuim van vakdocenten mogelijk zijn tijdelijk te voorzien in vervanging. • daarom dreigt er door samenvoeging van groepen of reductie van het lesurenaantal een verhoogde belasting van de nog wel beschikbare vakdocenten en kan steun aan individuele leerlingen die om uiteenlopende redenen een leerachterstand hebben opgelopen, in het gedrang komen. Dit zou de neiging kunnen versterken om bij een beperkt aantal leerlingen in een tekortvak niet eens meer op zoek te gaan naar een vakdocent, hetgeen tot verschraling in het aanbod zal leiden. Om bovenstaand beeld vóór te zijn, lijkt het investeren in duurzame inzet van ICT een goede oplossingsrichting te zijn. Dit deelproject is gericht op een structurele besparing van docenturen en docentinzet door gebruik te maken van alternatieve lesvormen. De kwaliteit van de lessen blijft hierbij gewaarborgd en het biedt mogelijkheden voor maatwerk en differentiatie. Bij gebleken succes zullen de kosten na de subsidieperiode door de besturen zelf gedragen worden. 2. Eindresultaat De beoogde scholen vervangen gedurende de schooljaren 2013-2015 tijdens een nader te bepalen lesperiode voor een of meer vakken de gangbare klassikale lessen door een online en interactieve videovariant. Dit houdt in dat op één locatie/school een docent de les verzorgt aan een groepje leerlingen en tegelijkertijd aan een ander groepje leerlingen via een interactieve beeld/geluidsverbinding op een andere locatie/school. Daarnaast zullen lessen online beschikbaar komen voor leerlingen die wegens omstandigheden afwezig waren of wegens beperkingen baat hebben bij het terug kunnen kijken van bestaande lessen. Te denken valt hierbij aan leerlingen die topsport beoefenen
en daardoor frequent afwezig zijn. Ook aan leerlingen die door hun gedrag moeilijk in een reguliere les te handhaven zijn en in een apart lokaal worden opgevangen. Ook bij afwezigheid van een docent, bijvoorbeeld door ziekte, kunnen anderen deze opgenomen sessies gebruiken en daarmee de klas gemakkelijk overnemen. Specificaties Resultaat Aan het eind van de projectperiode zijn er de volgende resultaten: • een uitgewerkte methode voor het delen van lessen en voor het zelfstandig opslaan en bewerken van lessen; • een verslag van het gebruik van videolessen bij combinaties van telkens twee scholen en verschillende vakken; • een inhoudelijk verslag over de opbrengsten en ervaringen alsmede een visie van de deelnemende besturen over het al dan niet voortzetten van deze vorm van onderwijs. • een goed gestructureerde opzet en rapportage van een onderzoek naar de toekomstige mogelijkheden van het delen van lessen en het online toepassen van opgeslagen lessen; • voorlichtingsmateriaal over het interactief gebruik van videolessen en het toepassen van opgeslagen lessen; • voorlichtings- en instructiemateriaal voor het houden van workshops over de nieuwe mogelijkheden voor geïnteresseerden buiten het project, • presentaties van opzet, resultaten en ervaringen van het project op verschillende symposia en congressen; • een grote reeks beschikbare opgenomen lessen; • een grote reeks gedeelde lessen. Plan van aanpak In de eerste helft van 2012 heeft in Haarlem een aantal experimenten plaatsgevonden met realtime-videolessen met name gericht op de technische haalbaarheid en de didactische/pedagogische randvoorwaarden. Gedurende deze periode en als uitkomst van evaluaties zijn een tweetal belangrijke knelpunten geconstateerd die een mogelijke opschaling en verdere borging van de positieve resultaten in de weg kunnen staan. In dit projectvoorstel dragen wij daarom oplossingen aan die bij kunnen dragen aan acceptatie, commitment en daardoor zowel kwalitatieve als kwantitatieve verbetering van resultaten. •
De hardware zoals die ook in andere landelijke projecten is gehanteerd, blijkt technisch zeer hoogwaardig en een uitstekende beeld- en geluidskwaliteit te bieden. Voor grootschalig gebruik is het voor veel scholen echter een (te) grote investering en het gebruik zonder technische ondersteuning blijkt lastiger dan was verondersteld. Om die reden hebben wij in het voortraject onderzocht in hoeverre beter betaalbare en eenvoudiger te bedienen apparatuur een aanvaardbare oplossing konden bieden. De 2
resultaten laten zien dat inderdaad met een dragelijke investering in apparatuur zoals goedkope HD-camera’s in combinatie met Skype en het via Internet delen van het digiboard, goede interactieve realtime videolessen mogelijk zijn. Verder is duidelijk geworden dat de didactische/pedagogische voorwaarden vooral betrekking hebben op de competentie van de docent om leerlingen in de eigen lesruimte en leerlingen op afstand evenwichtig aandacht te schenken. Kortom, realtime videolessen zijn technisch haalbaar en met aandacht voor de didactische/pedagogische training/scholing zijn ze op een kwalitatief volwaardig niveau te brengen. •
Een tweede bottleneck bij het inzet van deze alternatieve lesvorm zit hem in het afstemmen van lesuren en lesmethode bij de verschillende locaties/scholen. Dit wordt ook duidelijk uit de ervaringen van het project IIO/Videolesen. Wat bij de organisatorische afstemming komt kijken is enerzijds de roostering van de lesuren (en daarbij de aanvangstijd, de lesduur en de lesperiode) en anderzijds de te hanteren lesmethode. Bij dat laatste dienen docenten en vaksecties bovenschools tot afstemming te komen. Daarnaast is het van belang dat de inspectie het volgen van interactieve videolesuren gelijkwaardig acht aan reguliere onderwijsactiviteiten cq. klassikale lesuren. Kan het onderwijs ook daadwerkelijk zo worden georganiseerd? De uitdaging daarbij is het bereiken van de juiste bovenschoolse afstemming zodat er op docenturen bespaard wordt zonder dat dit ten koste gaat van kwaliteit van het onderwijs. Om dit te bereiken zijn in eerste instantie uitgebreidere experimenten nodig op scholen, waarbij reguliere lessen daadwerkelijk vervangen worden door realtime videolessen en lessen worden ingeblikt. Hiermee is een alternatieve lesvorm voorhanden, waarmee daadwerkelijk docenturen kunnen worden bespaard. Het gaat dan om die gevallen waarin het eenvoudigweg financieel niet haalbaar is om (te) kleine groepjes leerlingen les te geven en waarbij het (aanstaande) docententekort lessen voor kleine groepjes leerlingen nagenoeg onmogelijk maakt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan vakken als Duits, Klassieke talen, wiskunde D en NLT.
Wil een school blijvend investeren in realtime videolessen dan dienen kosten en baten tegen elkaar op te wegen. De ‘kosten’ zijn niet alleen een initiële investering in apparatuur, maar vooral de extra organisatorische kosten. De baten zijn een besparing op docenturen en een mogelijke verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. Dit laatste komt ook naar voren bij het opnemen en opslaan van lessen. Overigens gaat het daarbij niet exclusief om het inblikken van op verschillende locaties gedeelde lessen, maar ook om het opnemen van kennisclips, instructies en bijvoorbeeld toelichtingen op examenvragen die in een aparte studio of bij de leraar thuis opgenomen kunnen worden. Een opvallend resultaat uit dit voortraject is de constatering dat leerlingen met concentratie problemen voordeel hebben bij het volgen van de les op afstand in een klein groepje of individueel. Speciaal voor de risicoleerlingen die door hun gedrag moeilijk te hanteren zijn en/of onveilige situaties laten ontstaan, als gevolg waarvan tijdelijke opvang elders noodzakelijk is of die moeite hebben met naar school gaan door een eigen gevoel van onveiligheid of onzekerheid of anderszins kunnen baat hebben bij het delen van lessen.
3
In dit project kiezen wij voor een realistische, praktische en vooral pragmatische aanpak. Uiteraard zal de uiterste zorg worden besteed aan het handhaven en zelfs verbeteren van de kwaliteit van de didactiek. Maar in eerste instantie gaan we uit van de combinatie van een bottom-up en top-down aanpak. Docenten zullen als professionals gemotiveerd worden hun bestaande lessen uit te breiden met video. Dit schept de basis voor een betere focus op kwaliteit van lesgeven en is de voedingsbodem voor begeleiding. Hun enthousiasme gecombineerd met een goed uitgewerkt beleid zal moeten zorgen voor verruiming van draagvlak, opschaling en daarmee verduurzaming. Tijdsplanning en begroting Het project loopt van 1 februari 2013 tot 1 december 2015 en is bij deelname van 14 scholen totaal begroot op € 714.250. Dit komt neer op een gemiddeld budget van ongeveer 50K per deelnemende school. De deelnemende besturen dragen € 75.600 bij aan het project. Aan OCW wordt een subsidie gevraagd van € 638.650
4
Deelresultaat 1: Definitiefase Doel Doel van de definitiefase is om de uitgangssituatie van het project volledig in kaart te brengen. Daarbij wordt het projectteam geïnstalleerd en de rollen en taken van het project verdeeld. Daarnaast heeft deze fase ten doel om te komen tot een up to date oriëntatie op de toepassingen van interactieve videolessen en het bewaren van opgenomen lessen. Tenslotte wordt in deze fase geïnventariseerd welke protocollen en richtlijnen van toepassing zijn en welke randvoorwaarden (privacy-eisen bijvoorbeeld) er gelden bij de het opnemen en beschikbaar stellen van het materiaal. Specificatie deelresultaat • •
•
Werkpakket 1a: Inrichten projectorganisatie. Resultaat: een goed functionerende projectorganisatie. Werkpakket 1b: Verkennend onderzoek videolessen en opslaan van lessen. Resultaat: Verslag van de bestaande (inter)nationale bevindingen en van een bezoek aan scholen met eerdere ervaring op dit gebied. Werkpakket 1c: Inventariseren geschikte gebruikers voor deze toepassingen: besturen, vakken en docenten. Resultaat: Overzicht van alle deelnemers.
Plan van aanpak WP1a. In dit werkpakket wordt vorm en inhoud gegeven aan de projectorganisatie. De rollen en taken van de projectorganisatie worden vastgesteld en de projectresultaten worden nader gespecificeerd. Voor dit onderdeel is de projectleider verantwoordelijk. WP1b. Zowel door middel van deskresearch als via de uitwisseling van ervaringen met Kennisnet en andere landelijke projecten (IIO/Videolessen), wordt onderzocht wat de stand van zaken is met betrekking tot theorie en toepassingen van videoconferencing voor het delen van lessen. Voorts wordt bij scholen met ervaring op dit gebied een bezoek afgelegd om zicht te krijgen op de ontwikkelingen aldaar en de overwegingen die daarbij een rol gespeeld hebben. WP1c. De deelnemende besturen gaan na welke gebruikers kunnen deelnemen en welke organisatorische, personele, didactische en financiële randvoorwaarden er gelden.
5
Werkpakket 1 WP1a: Inrichten projectorganisatie.
Resultaat Een goed functionerende projectorganisatie.
WP1b: Verkennend onderzoek
Verslag van het verkennend onderzoek.
WP1c: Inventariseren gebruikers feedback en randvoorwaarden.
Verslag van de inventarisatie.
Criteria voor toetsing • min. 1 maal p/mnd voortgangsoverleg met de deelprojectleiders. • min. 1 maal per 2 mnd. verzorgt de projectleider een briefing met stuurgroepleden. • min. 1 maal p/mnd heeft projectleider contact met projectassistent over de administratieve zaken. • het verslag moet een informatief karakter hebben. • goed leesbaar voor docenten en medewerkers uit het voortgezet onderwijs. • duidelijke bronvermelding. • in het verslag moet duidelijk staan welke gebruikers kunnen deelnemen en welke organisatorische, personele, didactische en financiële randvoorwaarden er gelden.
Planning Definitiefase Jaar Maand
2013 F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
1a Inrichten projectorganisatie 1b Verkennend onderzoek 1c
Inventariseren gebruikers feedback en randvoorwaarden
6
Deelresultaat 2: Ontwerpfase Doel Doel van de ontwerpfase is het inventariseren van de concrete behoefte en mogelijkheden bij de doelgroepen en onderwijsorganisatie. In het algemeen zullen de gebruikers nog niet volledig op de hoogte zijn van alle mogelijkheden die de toepassingen bieden. Daarom zullen ze eerst voorgelicht worden, onder andere door gebruikmaking van bestaande good practices. Vervolgens gaan docenten en projectmedewerkers in overleg na welke lessen en welke lesgroepen deel moet gaan uitmaken van het aan te bieden repertoire. De genoemde scholen zullen daarna aangeven in welke lesperiode voor een (of meer) nader te bepalen vak(ken) en schooltype/leerjaar de gangbare klassikale lessen door de realtime videovariant worden vervangen. Dit houdt in dat: • vaksecties en docenten van de betreffende leslocaties/scholen afspraken maken over de te hanteren lesmethode, • de betreffende leslocatie/ scholen hun roosters voor de videolessen afstemmen, • op één locatie/school de docent de les verzorgt aan een groepje leerlingen en tegelijkertijd een ander groepje leerlingen via een interactieve beeld/geluidsverbinding op een andere locatie/school, • De beoogde scholen kiezen lessen van een (of meer) nader te bepalen vak(ken) en schooltype/ leerjaar om de klassikale lessen in te blikken en beschikbaar te stellen aan hun leerlingen. Waar nodig worden docenten getraind/bijgeschoold in deze werkvorm. De universiteit Twente heeft hiervoor een aanbod beschikbaar, maar ook in de regio zijn ervaren trainers bij de deelnemende partners voorhanden. Waar nodig worden ICT-voorzieningen aangepast voor het verzorgen van realtime videolessen cq. het inblikken van lessen. Specificatie deelresultaat •
•
•
Werkpakket 2a: Samenstellen informatie en opzet voorlichting. Resultaat: Een doordachte verzameling van goede documentatie en voorbeelden alsmede een opzet voor het uitvoeren van de daarop volgende bevraging van de doelgroep (schoolleiding en docenten). Werkpakket 2b: Bevragen en rapporteren behoefte docenten. Resultaat: Een overzicht van de wensen van docenten en schoolleiding voor het delen van lessen en het opslaan van lessen. Werkpakket 2c: Scholing Resultaat: Uitwerking van de inhoud van scholing/deskundigheidsbevordering op
7
•
basis van het behoefteonderzoek in de vorm van een scholingsplan. Resultaat: Rapport met een beschrijving van het gewenste repertoire. Werkpakket 2d: Afstemming Resultaat: Overzicht van scholen, groepen, vakken, docenten die in aanmerking komen.
Plan van aanpak WP2a. Op grond van de resultaten van de verkenning in de definitiefase en de ideeën binnen de projectgroep over mogelijke vorm en inhoud van de feedback wordt een verzameling van bestaande goede voorbeelden ontwikkeld. Deze set wordt ingezet als voorlichtingsinformatie om gebruikers een goede indruk te geven van de diverse mogelijkheden. Daarnaast wordt een opzet gemaakt voor het adequaat uitvoeren van de voorlichting en bevraging van de gebruikers. WP2b. In dit werkpakket wordt de voorlichting en bevraging uitgevoerd en het daaruit resulterende repertoire in een verslag gedocumenteerd. Wp2c. Opstellen activiteitenplan. De activiteiten in dit werkpakket leiden tot een concreet overzicht in de vorm van een plan van aanpak met namen van scholen, docenten, vakken en groepen alsmede het tijdspad voor de uitvoering. WP2d. Afstemming. Een kritische succesfactor voor het delen van lessen in dit project is het bereiken van overeenstemming met betrekking tot de keuze van samenwerkende scholen en docenten. Bovenschoolse afstemming en commitment op het niveau van besturen en interscholair management is daarom van wezenlijk belang. Op het niveau van keuze van vakken, tijden en groepen zal de leiding van de betreffende school samen met de betrokken docent acceptabele en haalbare afspraken moeten maken. De projectleiding speelt hierbij een initiërende en katalyserende rol. Werkpakket WP2a: Samenstellen informatie en opzet voorlichting.
Resultaat Een doordachte verzameling van goede voorbeelden en een opzet voor het uitvoeren van de bevraging van de doelgroep.
WP2b: Bevragen docenten.
Rapport met een beschrijving van het gewenste repertoire aan.
Criteria voor toetsing • Good practices zijn helder en eenduidig gerepresenteerd. • onderwijskundige motivatie voor de gebruik van videolessen is duidelijk aangegeven. • opzet geeft heldere richtlijnen voor de manier waarop voorlichting en bevraging uitgevoerd dienen te worden. • het verslag moet helder het gewenste overzicht aangeven van wensen van docenten en schoolleiding, de haalbaarheid
8
WP2c: Scholing
WP2d: Afstemming
daarvan en de behoefte aan deskundigheidsbevordering op het gebied van didactiek en techniek. Uitwerking van • Aangegeven is op welk gebied scholing/deskundigheidsbevordering (didactiek, techniek) op basis van het behoefteonderzoek deskundigheidsbevordering in de vorm van een scholingsplan. plaatsvindt en wanneer en hoe dit gebeurt en wie de scholing verzorgt. Overeenstemming met betrekking • Helder overzicht van alle tot de keuze van samenwerkende logistieke en organisatorische scholen en docenten. aspecten als basis voor de uitwerking (wp2e).
Planning Ontwerpfase Jaar Maand 2a
2013 F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Samenstellen informatie en opzet voorlichting
2b Bevragen docenten. 2c Scholingsplan 2d Afstemming
Deelresultaat 3: Ontwikkelfase Doel Het ontwikkelen van een activiteitenplan nadat bekend is welke scholen, groepen, vakken, docenten gaan samenwerken en/of welke lessen worden opgenomen. Het gaat dan zowel om het realtime delen van lessen tussen verschillende scholen, maar ook het delen van lessen met afwezige leerlingen (uit de lessen verwijderd, topsporters op afstand, zieke leerlingen, leerlingen met concentratieproblemen die binnen de eigen school een apart groepje vormen, leerlingen op de binnenvaart etc..). Onderdeel daarvan is de concrete uitwerking naar logistieke en organisatorische aspecten: wie, wanneer, wat, hoe, etc.. Specificatie deelresultaat Werkpakket 3a: Ontwikkelen van de juiste methode voor het opnemen en opslaan van lessen.
9
Als vervolg op de inventarisatie uit de vorige werkpakketten is het de taak om binnen dit werkpakket gedetailleerde methodes te bepalen waarmee zowel de betrokken leerlingen en docenten optimaal gebruik kunnen maken van het delen van lessen c.q. het registeren, opslaan en beschikbaar hebben van opnames. Dit omvat zowel uitwerkingen op het gebied van techniek, didactiek en logistiek. Resultaat: Handleiding voor het opnemen en opslaan van lessen Werkpakket 3b: Ontwikkelen van de juiste methode voor het delen van lessen. Dit zelfde geldt voor de keuzes op het terrein van didactiek en techniek voor het registreren van lessen Resultaat: Handleiding voor het delen van lessen. Werkpakket 3c: Ontwikkelen van een geschikt deskundigheidsbevorderingspakket. Uitwerking van hetgeen in werkpakket 2c is vastgesteld. Bepaald zal worden welk cursusmateriaal geschikt is en er worden afspraken gemaakt over de personen en plaatsen waar deze scholing zal plaatsvinden. Voor zover niet beschikbaar zal specifiek lesmateriaal worden ontwikkeld. Resultaat: Cursusmateriaal voor de deskundigheidsbevordering. Werkpakket 3d: Ontwikkelen van evaluatiemodellen voor scholing, het opnemen en delen van lessen. Resultaat: drie evaluaties voor de onderscheiden toepassingen alsmede een opzet voor het meten van het eindresultaat over het gehele project. Werkpakket 3e: Activiteitenplan Als sluitstuk van de ontwikkelfase zal er een volledig overzicht komen met: Volgorde van activiteiten (scholing, delen, opslaan) Plaatsen en data van de activiteiten Namen betrokken deelnemers
10
Plan van aanpak WP3a. Ontwikkelen van de juiste methode voor het opnemen en opslaan van lessen. De bedoeling is om niet het wiel opnieuw uit te vinden, maar om gebruik makend van de kennis en ervaringen van anderen (Kennisnet, IIO/videolessen) de juiste methode en technieken te kiezen die bij onze technieken en didactiek past. In deze periode zullen ook de eerste opnames van lessen plaatsvinden in een laboratoriumomgeving bij een van de deelnemende scholen. Beoordeeld zal worden welk instrumentarium het meest geschikt is en voor welke toepassingen de beste methoden en technieken geschikt zijn. Tevens wordt meerdere proeven uitgevoerd met het delen van lessen om dezelfde reden. De vragen die hierbij beantwoord moeten worden zijn onder meer: • Op welke manier kunnen de opgenomen lessen deel uitmaken van VO-content en Kennisnet? • Integraal opnemen van lessen of opnames zonder klas? • Keuze videocommunicatieapparatuur, dezelfde die ook wordt gebruikt voor het delen van lessen of andere of anders, bijv. met camera-assistent? • Gewenste kwaliteit van het materiaal? • Combineren van video en digiboard? • Zelf de opnames monteren/bewerken of uitbesteden? • Al of niet kennisclips destilleren uit de opnames? • Didactische aspecten van het opnemen van lessen? • Logistiek m.b.t. het opslaan van opnames: plaats en methode van opslag? • Vindbaarheid en doorzoekbaarheid van lessen: eigen ELO of bijv. Kennisnet? • Autorisaties van opgenomen materiaal. Welke lessen zullen publiekelijk zonder verdere toegangsrechten toegankelijk zijn? Welke komen via portals zoals Kennisnet en VO-content beschikbaar? Zijn er lessen die voor specifieke groepen/leerlingen bestemd zijn? WP3b. Ontwikkelen van de juiste methode voor het delen van lessen. De vragen die hierbij beantwoord moeten worden zijn onder meer: • Technisch: Welke apparatuur (camera, geluid)? Mobiel gebruik of vaste opstelling? Welke software (videocommunicatie, opslaan video, delen van digiboard, video bewerken)? Automatische opname of met behulp van camera-assistent? • Didactisch: Welke lesmethode zal er gebruikt worden? Richtlijnen voor het betrekken van de groep op afstand Richtlijnen voor het presenteren voor een camera Eventueel: optimaal gebruik van digiboard
11
WP3c. Scholing • Overzicht van personen die in aanmerking komen voor scholing op didactisch en/of technisch gebied. • Vaststelling van geschikt scholingsmateriaal • Data vaststellen voor deze scholing WP3d. Evaluaties en metingen. • Evaluatie van de scholing. Nagegaan wordt of de scholing aan haar doel heeft beantwoord. Dit kan op twee manieren: 1. een vragenlijst na afloop aan de deelnemers, het liefst nadat zij in de praktijk ervaring hebben opgedaan met het delen van lessen of het opnemen ervan. 2. Een korte toets na afloop van de scholing om vast te kunnen stellen in hoeverre er voldoende kennis is opgedaan. • Evaluatie van het maken en eventueel monteren van lesopnames. Hiervoor zal een aparte vragenlijst worden ontwikkeld. • Eveneens komt er een vragenlijst om de ervaringen bij het delen van lessen zowel bij onderwijsgevenden als leerlingen te evalueren. Tenslotte zal er een plan gemaakt worden om het overall resultaat van het project vast te kunnen stellen. Te denken valt daarbij aan tevredenheidsscores bij docenten en leerlingen en afhankelijk van de aantallen leerlingen vergelijkingen van rapport/slaagcijfers per vak met een nulmeting zonder gebruik van video. WP3e. Activiteitenplan Als resultaat van de voorgaande werkpakketten is het nu mogelijk om exact aan te geven waar het delen van lessen en de opnames zullen plaatsvinden. Wie er bij is betrokken en wat er aan deskundigheid en materiaal nodig is. Werkpakket WP3a: methode voor het opnemen en opslaan van lessen
WP3b: methode voor het delen van lessen
WP3c: scholing
WP3d:
Resultaat Beschrijving van de te gebruiken hardware, software, doorzoekbaarheid en vindbaarheid van opgenomen materiaal en didactische richtlijnen Beschrijving van de te hanteren hardware, software, richtlijnen voor didactiek.. Overzicht van te gebruiken scholingsmiddelen en opgave van personen, data, en plaatsen waar de scholing plaatsvindt. drie evaluatiemodellen
Criteria voor toetsing • Geeft een helder en duidelijk beargumenteerd inzicht in de te gebruiken hard- en software. • Geeft de toe te passen oplossing voor het opslaan en terugvinden van opnames, lokaal en/of centraal • Geeft een duidelijke didactische handleiding voor docenten en technische ondersteuners. • Geeft een helder en duidelijk beargumenteerd inzicht in de te gebruiken hard- en software. • Geeft een duidelijke didactische handleiding voor docenten en technische ondersteuners. • Een volledig overzicht van de geplande scholingsactiviteiten.
• Toepasbare vragenlijsten en instructies voor
12
Ontwikkelen van evaluatiemodellen WP3e: Activiteitenplan
en de opzet van een eindevaluatiemethode Overzicht van alle activiteiten ten behoeve van de realisatie van het delen en opslaan van lessen
het afnemen van de vragenlijsten en van eventuele individuele docenteninterviews. • Complete uitwerking naar personen, data, plaatsen met betrekking tot scholing, opnames en delen van lessen
Planning Ontwikkelfase Jaar Maand
2013 F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
J
3a methode voor het opnemen en opslaan 3b methode voor het delen van lessen 3c scholing 3d
opstellen evaluaties
3e activiteitenplan
13
Deelresultaat 4 Realisatiefase Doel Doel van deze fase is het realiseren van alle geplande activiteiten uit de ontwikkelfase. Specificatie deelresultaat •
•
•
•
Werkpakket 4a: Het uitvoeren van de geplande scholingsactiviteiten Zoals eerder aangegeven heeft dit betrekking op het aanleren van noodzakelijke kennis en vaardigheden op het gebied van techniek en didactiek. Resultaat: Voltooide training van alle deelnemende docenten. Verslag van de uitgevoerde scholingsactiviteiten Werkpakket 4b: Het opzetten en uitvoeren van alle geplande lesopnames Resultaat: Beschikbaarheid van tenminste 320 lesopnames. Verslag van de uitgevoerde lesopnames. Werkpakket 4c: Het opzetten en uitvoeren van alle geplande gedeelde lessen Resultaat: Realisatie van tenminste 120 gedeelde lessen. Verslag van de uitgevoerde lessen. Werkpakket 4d:Het evalueren van alle uitgevoerde activiteiten. Resultaten: Uitkomsten van toets en evaluatie tonen aan de scholingsactiviteit nuttig en geslaagd is volgens de criteria die in wp3d zijn ontwikkeld.
Plan van aanpak WP4a. Scholingsactiviteiten. Nadat in WP3 is vastgesteld waar en hoe de trainings/scholingsactiviteiten plaats zullen vinden, zullen de deelnemers voorafgaand aan de eigenlijke activiteit op hun school, kennis en ervaring opdoen in het gebruik van video voor het delen van lessen en de technische vaardigheden die daarbij vereist zijn. Zoveel mogelijk gaat het om een hands-on benadering en minimale ICTkennisachtergrond. Even belangrijk is daarbij de scholing in specifieke didactische vaardigheden die bij het delen van lessen en het opnemen van lessen horen. Zie ook bijlage A (Evaluatie voortraject). WP4b. Realisatie lesopnames. Op tenminste acht scholen gaan minstens vier docenten tien lessen of meer opnemen of ze laten deze opnemen door collega’s of anderen, eventueel op afstand. WP4c. Realisatie delen van lessen. Op tenminste vijf scholen gaan minstens drie docenten minimaal tien lessen (150) delen met leerlingen op afstand. WP4d. Uitgaande van de projectresultaten is het de bedoeling dat het delen van lessen en het opslaan van lessen zowel binnen de deelnemende scholen als daarbuiten een standaard toepassing gaat worden. Daartoe zullen verschillende activiteiten worden
14
ontwikkeld om de implementatie van deze methoden en technieken verder op te schalen en te standaardiseren. Werkpakket WP4a Scholingsactiviteiten WP4b Realisatie lesopnames WP4c Realisatie delen van lessen WP4d Borging en opschaling
Resultaat Voltooide scholingsbijeenkomsten Verslag van de opnames Verslag van het delen van lessen Overzicht van toekomstige toepassingsmogelijkheden
Criteria voor toetsing • Alle deelnemende docenten hebben geparticipeerd in de scholing. • Tenmin ste 320 lesopnames zijn gerealiseerd. • Tenminste 120 maal zijn lessen op deze wijze gedeeld. • De doelstelling is om binnen de deelnemende scholen een opschaling te bereiken van tenminste 50%. • Bij niet deelnemende scholen controleerbare afspraken over nieuwe implementaties.
Planning Realisatiefase Jaar Maand
2015
2014 J
F M A M
J
J
A S O N D
J
F M A M
J
J
4a Scholingsactiviteiten 4b Realisatie lesopnames 4c
Realisatie delen van lessen
4d
Planning borging en opschaling
5a websitebouw 5b Voorlichtingsmateriaal 5c Presentaties en artikelen 5d Eindrapportage
15
Deelresultaat 5: Afronding- en disseminatiefase Doel Doel van de afrondingsfase is het dissemineren van de in het project opgedane kennis en ontwikkelde methoden, het afronden van het project en het schetsen van de voorwaarden voor de toepassing in overige regio’s. Ook de vindbaarheid en doorzoekbaarheid van opgenomen materiaal zal onderdeel vormen van de activiteiten in deze fase. Daartoe zal onder nadrukkelijk gestreefd worden naar de mogelijkheid om samen te werken met VO-content voor mogelijke opslag en beschikbaar stellen van opgenomen lessen. Specificatie deelresultaat •
•
•
• •
Werkpakket 5a: Ontwerpen en inrichten van een (bestaande) projectwebsite over delen van lessen en het ‘inblikken’ van lessen. Resultaat: Een plaats waar voldoende (voorlichtings-) materiaal te vinden is over over het delen van lessen en het opslaan van lessen: lessons learned, good practices, handleidingen, do’s en do’nts, evaluatiemodellen en adviezen over didactiek, techniek en organisatie. Het beschikbaar digitaal lesmateriaal zal hier niet worden ondergebracht. Daarvoor worden mogelijkheden onderzocht om e.e.a. bijvoorbeeld via VO-content te verspreiden. Werkpakket 5b: Voorlichtings- en instructiemateriaal workshops samenstellen. Resultaat: Voorlichtings- en instructiemateriaal ter ondersteuning van de workshops over het delen van lessen en opslaan van lessen. Werkpakket 5c: Workshops organiseren. Resultaat: Minimaal een workshop voor externe geïnteresseerden buiten de projectpartners. Werkpakket 5d: Werkpakket 5e: Schrijven eindrapport. Resultaat: Eindrapport.
Plan van aanpak WP5a. De goede voorbeelden over het delen van lessen en het bewaren van lessen zullen zo veel mogelijk verspreid worden onder belangstellenden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren: via Kennisnet, via websites van de verschillende centrale en decentrale onderwijsorganisaties. Ook zal een eenvoudige eigen projectwebsite alle voorbeelden en informatie bevatten. WP5b. Ten behoeve van de opschaling van de uitgevoerde activiteiten, komt er materiaal beschikbaar waarmee workshops gegeven kunnen worden, waarin geïnteresseerden van buiten dit project vertrouwd worden gemaakt met het delen en opslaan van lessen.
16
WP5c. Vanuit de projectleiding zal tenminste één landelijke workshop worden aangeboden over het delen en opslaan van lessen. Doel van deze workshop is om de deelnemers in staat te stellen zelf verdere scholingsactiviteiten te verrichten. WP5d. Via de media zal de projectleiding aandacht vragen voor de resultaten van het project. Op symposia en landelijke bijeenkomsten zullen presentaties plaatsvinden. Ook via enkele artikelen zoekt de projectleiding aandacht voor het project. WP5e. De opdrachtgever ontvangt van de projectleider een eindrapportage over alle werkpakketten en over de totale projectevaluatie Werkpakket WP5a Verspreiding materiaal
WP6b Voorlichtings- en instructiemateriaal
WP5c Workshops WP5d Presentaties
WP5e Eindrapportage
Resultaat Eenvoudige website Opname projectervaringen en resultaten op landelijke en decentrale websites Inzicht geven in de mogelijkheden om via VOcontent materiaal beschikbaar te stellen. Cursusmateriaal om anderen in staat te stellen zelfstandig activiteiten te ontplooien t.b.v. delen en opslaan van lessen
Workshop om deelnemers in staat te stellen anderen bij te scholen op dit gebied. Op symposia en landelijke bijeenkomsten over ICT en onderwijs (SURF, Kennisnet) vinden presentaties plaats. In vaktijdschriften over onderwijsinnovatie verschijnen twee artikelen. Schrijven eindrapport
Criteria voor toetsing • goed gestructureerde, heldere presentatie in een goed verzorgde opmaak. • links naar deze website aanbrengen op tenminste tien relevante andere sites • overzicht over het gebruik van VO-content
• geeft heldere en eenduidige informatie over achtergronden en gebruiksmogelijkheden van delen van lessen en opslaan van lessen. • geeft adequate beschrijving van opzet van de workshop, gebruikte opdrachten en hun uitwerking. • materiaal is toegankelijk en motiverend voor de deelnemers aan de workshop • Minimaal 1 workshop • Tenminste 2 landelijke presentatie en 2 artikelen.
•
Helder en concreet eindrapport dat voldoet aan de eisen van de opdrachtgever cq. Subsidieverstrekker.
Planning Afrondings- en disseminatiefase Jaar Maand S
2015 O
N
D
5a websitebouw 5b Voorlichtingsmateriaal 5c Presentaties en artikelen 5d Eindrapportage
17
Projectorganisatie
Penvoerder De stichting Dunamare zal als penvoerder optreden en inhoudelijke en financiële verantwoording afleggen aan de subsidieverstrekker. De penvoerder: • controleert als opdrachtgever de activiteiten en ureninzet van de projectleider; • houdt zicht op de door de projectleider bijgehouden declaraties van alle deelnemers; • evalueert twee maal jaarlijks de voortgangsrapportage door de projectleider en geef al of niet goedkeuring aan de financiële uitputting; • is voorzitter van de stuurgroep. Het projectteam Het projectteam bestaat uit de projectleider en vijf projectteamleden die afkomstig zijn uit de deelnemende schoolorganisaties. Ieder lid van het projectteam heeft deskundigheid op het gebied van techniek, didactiek, organisatie en scholing. Dit team is gezamenlijk verantwoordelijk voor de volgende taken: • voorbereiding en organisatie van alle technische aspecten; • inbreng van alle noodzakelijke onderwijskundige aspecten; • voorbereiding en organisatie rondom deskundigheidsbevordering en scholing; • inzet van logistieke deskundigheid rondom planning, coördinatie en afstemming; • disseminatie van behaalde resultaten. Elk afzonderlijk teamlid werkt samen met contactpersonen uit twee tot vier partnerscholen die tot het betreffende schoolbestuur behoren. Het projectteam voert de planning uit en is naast de projectleider medeverantwoordelijk voor het te behalen resultaat.
18
Projectleider Voor het projectmanagement is drs. L.K.M. de Jong verantwoordelijk. Taken van de projectmanager zijn: - het opbouwen van een adequate projectorganisatie, werven van geschikte deelnemers en overleg met besturen; - overleg met de penvoerder; - in samenwerking met de deelprojectleiders opleveren van o.a.: o onderzoeksverslagen (deskresearch, verkennend onderzoek en inventarisatie van deelnemersbehoeften en behoeften aan deskundigheidsbevordering); o informatiepakketten en voorlichtingsmateriaal; o opstellen van een uitgewerkt plan van aanpak; o scholingsplan; o cursusmateriaal; - per fase verslag uitbrengen aan de stuurgroep; - (inhoudelijk en organisatorisch) sturing en input geven aan het projectteam. - voorzitten van de maandelijkse bijeenkomsten van het projectteam; - het bijhouden van de projectadministratie, registratie en goedkeuring van de ureninzet van alle deelnemers; - het monitoren van het project; - het gedurende het traject aanscherpen van de doelstellingen en het projectplan; - de budgetbewaking; - verantwoordelijk voor de afstemming tussen de verschillende partijen; - het opleveren van alle rapportages voor de opdrachtgever; - organiseren en coördineren van externe communicatie. Voor deze taken heeft de projectleider gemiddeld 1 dag per week beschikbaar. Stuurgroep De stuurgroep van het project ziet toe op de goede uitvoering van het project. Belangrijke beslissingen die niet door de projectleider kunnen worden genomen, worden aan de stuurgroep voorgelegd. Leden van de stuurgroep: De stuurgroep bestaat de vertegenwoordigers van de deelnemende besturen. De vertegenwoordigers zijn bij voorkeur personen die mede verantwoordelijk zijn voor beleid en organisatie. Voorzitter van de stuurgroep: De stuurgroep wordt voorgezeten door penvoerder De projectleider maakt uit hoofde van zijn functie deel uit van de stuurgroep. De stuurgroep zal naar aanleiding van de tussentijdse rapportages vergaderen.
19
De projectmanager brengt regelmatig verslag uit aan de stuurgroep, waarin hij hen op de hoogte houdt van de voortgang en wijst op eventuele problemen die eventueel worden verwacht. De stuurgroep is ervoor verantwoordelijk om voor de projectmanager de noodzakelijke beslissingen te nemen zodat het project door kan gaan en de problemen worden opgelost. Tenminste op het einde van iedere fase komt de groep bijeen en geeft in de vorm van een mondelinge review feedback op de ontwikkeling van het project tot dat moment. In die zin wordt er van de stuurgroep een inhoudelijke bijdrage verwacht. De plannen voor de volgende fase worden besproken en hoewel geen formeel go- of no go-besluit van toepassing is, zal het advies van de stuurgroep door het projectteam als bindend worden beschouwd. Het go- no go-besluit wordt genomen door de subsidieverstrekker op basis van het advies van de stuurgroep. Schema van beslismomenten door de stuurgroep: februari 2013: start 1ste fase februari/maart 2013: start 2de fase juni 2013: start 3de fase december 2013: start 4de fase Juli 2014 Tussentijdse evaluatie 4de fase april 2015: start 5de fase Juli 2015: slotbijeenkomst
20
3.
Planning en standlijnenoverzicht
Het project heeft een looptijd van 30 maanden. De startdatum is 1 april 20013 en de einddatum is 31 december 2015. In onderstaand schema zijn per fase de werkpakketten en bijbehorende uitvoeringsperioden aangegeven. Toelichting: Wij achten een degelijke voorbereiding van groot belang. De realisatie zal plaatsvinden in 20214/15. Proefopnames voor het inblikken van lessen en het delen van lessen staan gepland voor september 2013. In het voorjaar van 2013 zal veel aandacht besteed worden aan het roosteren van het delen van de lessen, die tijdens het schooljaar 2013/14 vanaf januari 2014 gepland staan.
21