Bijzonder certificatiereglement voor een "BOSEC-gecertificeerde onderneming gespecialiseerd in Rook- en Warmteafvoer" Versie 5 2011.01.20
Dit reglement maakt integraal deel uit van het Algemeen reglement van het BOSEC-merk. Het bepaalt de bijzondere regels voor de certificatie van ondernemingen gespecialiseerd in rook- en warmte.
Voor inlichtingen met betrekking tot onderhavig Reglement: asbl ANPI vzw Divisie Certification / Divisie Certificatie TCC5 E Rue d’Arlon 82 – Aarlenstraat 82 B–1040 Bruxelles - Brussel T +32 2 234 36 10 F +32 2 234 36 17
[email protected]
Dit reglement wordt uitgegeven in het Frans, het Nederlands en het Engels. Het is vrij raadpleegbaar. De reproductierechten moeten worden aangevraagd bij ANPI vzw. Siège social / Maatschappelijke zetel : asbl ANPI vzw, Parc scientifique Fleming, Granbonpré 1, B–1348 Louvain-la-Neuve T +32 10 47 52 11 - F +32 10 47 52 70 -
[email protected] TVA-BTW BE 0881.685.755 - Fortis 001-4932519-48 - IBAN code BE11 0014 9325 1948 - BIC GEBABEBB – RPM/RPR Nivelles
www.anpi.be 1/13
003-INSP – EN 17020 003-TEST - EN 17025 003-PROD - EN 45011
Dit bijzonder reglement wordt opgesteld en up-to-date gehouden in goede samenwerking met de leden van het Technisch Certificatiecomité 5 (TCC5) van ANPI die alle actoren op de markt vertegenwoordigen die betrokken zijn bij deze activiteit: Groep nr 1: Groep nr 2: Groep nr 3: Groep nr 4: Groep nr 5:
de verzekeringsondernemingen en hun beroepsvereniging (Assuralia); de overheden; de beroepsorganisaties die de gecertificeerde ondernemingen of ondernemingen die in staat zijn het te worden vertegenwoordigen; de organisaties die de gebruikers vertegenwoordigen die niet zijn vertegenwoordigd in Groep nr 1; normalisatie-, opleiding-, onderzoek- en controle-instellingen en laboratoria.
Ten opzichte van het Algemeen reglement van het BOSEC-merk bepaalt het meer in het bijzonder de technische modaliteiten die vereist zijn voor de BOSEC-certificatie en voor de toekenning van het gebruik van het BOSEC-merk. Dit document is dus niet autonoom op zich en moet altijd worden verbonden aan het Algemeen reglement van het BOSEC-merk.
© ANPI – 2009
2/13
Inhoudsopgave DEFINITIES .................................................................................................................... 4 1. Toepassingsgebieden .......................................................................................... 5 2. Omvang van de BOSEC-certificatie – Ondernemingen gespecialiseerd in rook- en warmteafvoersystemen ....................................................................................... 5 3. Evaluatiecriteria ................................................................................................. 5 3.1. Organisatorische en administratieve criteria ............................................................ 5 3.2. Inhoud van het Technisch Dossier dat moet worden ingediend met het oog op de certificatie 7 4. Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten ........................................................................ 7 4.1. Examen over de kennis van de kandidaat-Expert ..................................................... 7 4.1.2. Aanduiding van de Examinatoren .......................................................................... 7 4.1.3. Déroulement de l'examen .................................................................................... 7 4.1.4. Examenverslag .................................................................................................. 7 4.1.5. Résultats de l'examen ......................................................................................... 7 4.2. Bezoek van de referentie-installaties met het oog op certificatie ................................. 8 4.2.1 Informatie die moet worden bezorgd in het kader van het voorafgaand bezoek van de onderneming 8 4.2.2. Omvang van de controles van de referentie-installaties ............................................. 8 4.3. Opvolging van de certificatie ................................................................................ 8 4.3.1. Obligations de l’entreprise certifiée ........................................................................ 8 4.3.2. Toezichtscontroles .............................................................................................. 8 4.3.3 Aanvullende controles ......................................................................................... 9 BIJLAGE 1: Referentiedocumenten ................................................................................... 10 BIJLAGE 2: Model certificaat ............................................................................................. 12
© ANPI – 2009
3/13
DEFINITIES Voor de genormaliseerde definities:
Zie de Europese normen EN 12101
Voor de algemene definities:
Zie het algemeen certificatiereglement van het BOSEC-merk
RWA-systeem:
Rook- en warmteafvoersysteem
Studie van een RWA-systeem:
Studie opgesteld volgens de van kracht zijnde specificaties
RWA-onderneming:
Onderneming gespecialiseerd in de studie, het ontwerp, de berekening, de uitvoering, de indienststelling, de verificatie, het onderhoud en de herstelling van RWA-installaties.
Expert:
Erkend fysiek persoon op het certificaat van de RWA-onderneming
Auditeur:
Persoon die administratieve controletaken uitvoert in het kader van de toekenningsprocedure of de opvolgingsprocedure (toezicht) van certificatie. Deze valideert hoofdzakelijk de aanwezigheid van de noodzakelijke documenten, begrijpt de inhoud ervan, en leeft zich in de geauditeerde omgeving in. Deze persoon moet vertrouwd zijn met de techniek in kwestie om over het nodige doorzicht en de vereiste oordeelkundigheid te beschikken bij zijn vaststellingen
Inspecteur:
Persoon die technische controletaken uitvoert in het kader van de conformiteitsinspecties van installaties.
© ANPI – 2009
4/13
1.
Toepassingsgebieden Onderhavig document bepaalt, als aanvulling op het Algemeen reglement van het BOSEC-merk, de bijzondere regels voor de certificering van ondernemingen gespecialiseerd in rook- en warmteafvoersystemen (RWA). Natuurlijke ventilatie Mechanische ventilatie (inclusief parkeergarages) Het preciseert de omvang van de certificatie en bepaalt enerzijds de evaluatiecriteria.
2.
Omvang van de BOSEC-certificatie – Ondernemingen gespecialiseerd in rook- en warmteafvoersystemen De gecertificeerde RWA-onderneming is een juridisch persoon die tot opdracht heeft RWA-installaties te realiseren in overeenstemming met de specificaties van de voorschriften (cf. Bijlage 1). Het is toegestaan dat bepaalde taken (werken, prestaties, diensten…) worden uitgevoerd in onderaanneming op initiatief van de gecertificeerde RWA-onderneming en onder haar verantwoordelijkheid.
3.
Evaluatiecriteria
3.1.
Organisatorische en administratieve criteria Om haar kandidatuur te kunnen stellen voor de certificatie als installateur moet de onderneming aan onderstaande voorwaarden voldoen. Algemeen: De onderneming mag zich niet in een toestand van faillissement, concordaat of ontbinding bevinden en ook niet het voorwerp uitmaken van een veroordeling. Ze moet het bewijs leveren dat ze voldoet aan de sociale en fiscale verplichtingen. Exploitatiezetel: De aanvrager moet kunnen aantonen dat hij gemakkelijk overal in België kan interveniëren binnen de interventietermijnen die in onderhavig reglement voorzien zijn. Menselijke middelen: De aanvrager moet over menselijke middelen (inclusief onderaannemers) beschikken om de installaties naar behoren te kunnen bestuderen, ontwerpen, berekenen, realiseren, in dienststellen, controleren, onderhouden en herstellen, alsook om de in onderaanneming uitgevoerde werken te controleren. De aanvrager moet over minstens twee Experts beschikken per domein (elke Expert mag gekwalificeerd zijn voor beide domeinen): 1. die technisch verantwoordelijk zijn voor de activiteit waarvoor de certificering gevraagd wordt, 2. en die op technisch vlak beslissingsbevoegdheid hebben. De kwalificatie van erkende Expert is verbonden aan de RWA-onderneming die hem in dienst heeft. Een kandidaat-Expert moet: 1. een praktische ervaring hebben van ten minste 3 jaar in het toepassingsgebied; 2. minstens 1 jaar exclusief in dienst zijn bij de installateur; 3. zijn kennisniveau in het aangevraagde certificatiedomein aantonen aan de hand van een examen dat een theoretisch en een praktische oefening omvat; kandidaten die geslaagd zijn in het postgraduaat of de master FSE (Fire Safety Engineering) van de Universiteit van Gent of gelijkwaardig (deze gelijkwaardigheid wordt geëvalueerd door het Bureau), worden vrijgesteld van het theoretisch gedeelte van het examen. Een Expert verliest zijn erkenning als hij de gecertificeerde RWA-onderneming die hem in dienst heeft verlaat. ANPI moet hiervan op de hoogte worden gebracht binnen de maand startend vanaf de datum waarop de functie van deze Expert niet meer ingevuld is. Als het aantal experts kleiner is dan twee in een domein (bijvoorbeeld omdat een Expert de onderneming verlaat), moet de RWA-onderneming: a. onverwijld een kandidaat-Expert aanduiden en zijn naam binnen de maand doorgeven aan ANPI,
© ANPI – 2009
5/13
b. binnen een termijn van 3 maanden, te rekenen vanaf de datum waarop de functie van Expert niet meer ingevuld is, een kandidaat-Expert voordragen voor het examen. Documentatie De aanvrager moet op het kantoor van de onderneming beschikken over de referentiedocumenten die betrekking hebben op het toepassingsdomein (reglementen, normen, studies, naslagwerken, tijdschriften, artikels, RWA-studies, RWA-installaties, ...) Kwaliteitszorg De aanvrager moet voor zijn uitbatingszetel een ISO 9001- en VCA-certificaat bezitten. Deze certificaten moeten worden afgeleverd door een organisme die in het domein voor België geaccrediteerd is, of door een certificatieorganisme dat geaccrediteerd is, in het domein, door een accreditatieorganisme dat lid is van de EA (European co-operation for accreditation) of dat het MLA (Multilateral Agreement) ondertekend heeft. Dienst-na-verkoop De aanvrager moet over een bekwame service, onderhouds-, en herstellingsorganisatie beschikken en in staat om de richtlijnen voor het onderhoud en de herstelling op te stellen of te laten opstellen. Deze richtlijnen omvatten minimaal de onderhouds- en/of interventieprocedure. Vanaf het moment dat er een interventieaanvraag is, moet de aanvrager de mogelijkheid bieden om binnen de 8 uren een interventie te waarborgen. De werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de goede werking van de installatie te garanderen, dienen - indien mogelijk - binnen de 24 uren uitgevoerd te zijn. Aan deze vereisten moet elke dag van het jaar worden voldaan over het Belgische grondgebied.
Uitgevoerde installaties De aanvrager moet zijn competentie aantonen, in de domeinen die het voorwerp vormen van zijn opdracht in functie van zijn verantwoordelijkheid door minimaal 5 referentie-installaties voor te stellen per Expert. Deze installaties moeten conform zijn met de van kracht zijnde normen die erop van toepassing zijn en met de eventuele afwijkingen toegekend door een bevoegde publieke overheid. Ze mogen al in dienst of nog in opbouw zijn. Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid De aanvrager moet bewijzen dat hij beschikt over een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Deze verzekering moet de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid dekken van de schade, toegebracht aan derden of aan zijn klanten, veroorzaakt door de uitoefening van zijn beroepsactiviteiten, zowel voor als na de werken. Deze verzekering moet afgesloten zijn bij een verzekeringsmaatschappij die, in het kader van de wet op de controle op de verzekeringen, bevoegd is om deze activiteiten in deze branche in België uit te voeren. Het verzekerde bedrag mag per schadegeval niet lager zijn dan 2.500.0001 Euro. Het jaarlijkse bewijs van betaling moet door een verklaring van de verzekeraar geleverd worden aan het secretariaat van de Divisie Certificatie van ANPI. De gecertificeerde installateur moet jaarlijks, aan het secretariaat van de Divisie Certificatie van ANPI, een verklaring van zijn verzekeraar, waarin hij de geldigheid van het lopende verzekeringscontract bevestigt, laten toekomen. Volgende gegevens moeten vermeld staan op deze verklaring:
Nr. van de verzekeringspolis,
Verzekerd bedrag per schadegeval,
Geldigheidsperiode van deze verklaring.
Onderaanneming Bepaalde werkzaamheden kunnen in onderaanneming uitgevoerd worden. De gecertificeerde installateur blijft evenwel steeds verantwoordelijk voor de in onderaanneming uitgevoerde werkzaamheden, zowel voor de niet-gecertificeerde onderaannemers als voor de gecertificeerde onderaannemers in het domein waarop onderhavig reglement betrekking heeft.
1
Zowel voor de verzekering Burgerlijke aansprakelijkheid - ondernemingen als de beroepsaansprakelijkheid - schade; voor, tijdens en na de werken.
© ANPI – 2009
6/13
De werken uitgevoerd in onderaanneming moeten worden uitgevoerd onder een adequaat toezicht, ter plaatse, door het bevoegd personeelslid in loondienst bij de gecertificeerde installateur. De indienststelling en het beproeven van de installaties dienen verplicht uitgevoerd te worden door het personeelslid in loondienst bij de gecertificeerde installateur. 3.2.
Inhoud van het Technisch Dossier dat moet worden ingediend met het oog op de certificatie De inhoud van het Technisch Dossier is vermeld in het document BOSEC APA TCC5 – 004.03 N.
4.
Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten
4.1.
Examen over de kennis van de kandidaat-Expert De kennis waarover de Expert moet beschikken is opgenomen in bijlage 1.
4.1.1. Examen Het examen gaat over: a. De algemene kennis inzake brandveiligheid (fysische en chemische principes waardoor vuur en ontploffingen ontstaan en zich ontwikkelen, alarmmiddelen, interventiemiddelen); b. De kennis van de reglementeringen in het domein van brandbescherming en -voorkoming die in België van kracht zijn. c. De kennis met betrekking tot de gebruikte technieken en materialen. d. De kennis van de referentiewerken eigen aan het RWA-domein. 4.1.2. Aanduiding van de Examinatoren De examinatoren worden gekozen onder de leden van het Bureau. Ze mogen eventueel worden vergezeld van een derde niet-lid aangeduid tussen de personen die worden erkend door de Divisie Certificatie van ANPI behalve fabrikanten, installateurs, invoerders en meer in het algemeen iedere persoon die een commerciële band zou kunnen hebben met een kandidaat-onderneming. 4.1.3. Déroulement de l'examen Het theoretisch en praktisch examen heeft plaats op een door ANPI Divisie Certificatie aangewezen plaats. Er is zowel een schriftelijk als een mondeling gedeelte. De kandidaat-Expert moet aantonen dat hij over voldoende kennis beschikt a. inzake elk van de vier hierboven vermelde onderwerpen (theoretische kennis); b. in een case-study (praktische kennis). Voor een gegeven risico dient hij, aan de hand van de informatie waarover een inschrijver meestal beschikt, een technische beschrijving op te stellen. 4.1.4. Examenverslag Een gedetailleerd en schriftelijk verslag van het examen wordt door de examinatoren opgesteld. De aard van de gestelde vragen en de kwalitatieve beoordeling van de gegeven antwoorden van de mondelinge delen worden nauwkeurig in het verslag verduidelijkt. 4.1.5. Résultats de l'examen Om te slagen moet de kandidaat–Expert 50 % halen op het theoretisch gedeelte (A+B) en op het praktisch gedeelte (C) en in het totaal minstens 60 % (A+B+C) halen. De kandidaat-Expert en de directie van de onderneming worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van het examen. De kandidaat-Expert heeft de mogelijkheid om de kopies te raadplegen die niet worden teruggegeven. In geval van mislukking worden de thema's A, B, C en/of D bepaald in bijlage 1 vermeld waarvoor de resultaten onvoldoende waren. De kandidaat-expert heeft de mogelijkheid binnen een termijn van 3 tot 12 maanden, te rekenen vanaf de datum van het eerste examen, het examen opnieuw af leggen. Enkel de onderwerpen met een onvoldoende zullen dan ondervraagd worden. De kandidaat heeft, op zijn aanvraag, de mogelijkheid om andere keuzethema's te herdoen. Vanaf een derde poging dient het examen opnieuw over de hele stof te gaan.
© ANPI – 2009
7/13
4.2.
Bezoek van de referentie-installaties met het oog op certificatie
4.2.1
Informatie die moet worden bezorgd in het kader van het voorafgaand bezoek van de onderneming De keuze van de installatiebezoeken gebeurt op een lijst met minimaal 3 RWA-installaties uitgevoerd door de kandidaat-Expert en per domein. Deze lijst, bezorg door de kandidaat-onderneming moet voor elke RWA-installatie het domein en de limieten van de verantwoordelijkheid van de onderneming bepalen. Voor elke kandidaat-Expert zal de inspecteur voor elk domein waarvoor de kandidaat Expert wil worden, minimaal 1 installatie en maximaal 3 installaties uit de lijst van de aanvrager bezoeken. Deze installaties mogen ook worden bezocht terwijl ze nog in opbouw zijn.
4.2.2. Omvang van de controles van de referentie-installaties Het bezoek dient om de kwaliteit van de door de kandidaat-Expert gerealiseerde installaties te kunnen evalueren. Hiervoor zal de aanvrager het technisch dossier bezorgen van elke installatie die moet worden bezocht. 4.3.
Opvolging van de certificatie
4.3.1. Obligations de l’entreprise certifiée Om de opvolging van de certificatie te verzekeren moet de gecertificeerde RWA-onderneming: 1. een register bijhouden met alle gerealiseerde RWA-installaties, al dan niet onder certificatie. Een kopij van dit register wordt jaarlijks aan ANPI bezorgd. Dit register bevat minstens: a. een volgnummer; b. het nummer van het BOSEC-attest c. de datum van de aanvraag van de installatie (datum van de bestelling); d. de naam van de klant; e. de aanduiding van het gebouw of van het betreffende onroerende complex; f. de normen en specificaties waaraan de installatie moet voldoen. g. de eventuele afwijkingen toegestaan door de bevoegde overheden; h. het domein en de limieten van de verantwoordelijkheid; i. de non-conformiteiten die schriftelijk aan de opdrachtgever werden gemeld bij de voorlopige oplevering voor wat betreft de installatiegedeelten die niet tot het verantwoordelijkheidsdomein van de gecertificeerde behoren. 2. een klachtenregister van de ontvangen klachten bijhouden; 3. op elk ogenblik voor de auditeurs de toegang vergemakkelijken tot de registers en de werkomgeving van de gecertificeerde RWA-onderneming; 4. minstens 3 installaties uitvoeren (onder BOSEC-certificaat) per jaar per Expert, met uitsluiting van uitbreidingen van bestaande installaties. Indien de expert de 2 domeinen cumuleert, moet er minstens één installatie per domein (3 in totaal) zijn. 4.3.2. Toezichtscontroles De toezichtscontroles worden uitgevoerd om te garanderen dat de gecertificeerde installateur nog altijd aan de certificatievoorwaarden voldoet. Elk jaar kiest het Bureau in de lijst van de door de gecertificeerde RWA-onderneming uitgevoerde installaties de te controleren installaties. Het secretariaat van de Divisie Certificatie brengt de installateur hiervan op de hoogte en treft de nodige schikkingen om een auditdatum overeen te komen. Voor elke gekozen bezorgt de gecertificeerde het technisch dossier aan het secretariaat van de Divisie Certificatie minstens 15 dagen voor de auditdatum. Het secretariaat van de Divisie Certificatie van ANPI bezorgt aan de inspecteurs het dossier van de gecertificeerde EFC-ondernemingen. Deze inspecteurs moeten de elementen verifiëren tijdens hun bezoeken. © ANPI – 2009
8/13
De controlebezoeken gebeuren door een auditeur (a) en een inspecteur (b): a. tijdens de looptijd van elke certificatieperiode, vindt er een bezoek plaats bij de gecertificeerde installateur teneinde de uitgeoefende activiteit, de eventuele wijzigingen ten opzichte van de initiële situatie, het bijhouden van de registers, … vast te stellen; b. per jaar en per Expert wordt een installatie geverifieerd in het bijzijn van de Expert. De verificatie gaat over de conformiteit van de installatie met de voorschriften die van toepassing zijn in het verantwoordelijkheidsdomein van de onderneming. De Expert moet in het bezit zijn van het volledige technisch dossier van de installatie 4.3.3
Aanvullende controles Zich baserend op het advies van het Bureau of naar aanleiding van een sanctie kunnen aanvullende controles worden uitgevoerd indien de Secretaris-Generaal, het Bureau en/of het Technisch Comité voor Certificatie dit nodig acht. Deze controles die worden uitgevoerd in het bijzijn van de installateur kunnen met name bestaan in bezoeken van installaties, van werven, van de zetel van de gecertificeerde onderneming, van haar filialen en in een verificatie van de kennis.
© ANPI – 2009
9/13
BIJLAGE 1 : Referentiedocumenten Volgende werken, documenten en voorschriften kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding van het examen. DEZE LIJST IS NIET LIMITATIEF!! * Algemeen 1) Basisnormen; KB van 7 juli 1994, toevoeging en wijzigingen (bijlage BS van 30/12/1997) 2) NBN S 21-100 + add 3) NBN EN 12845 * Normen doc. BOSEC APA TCC5 004-08 NBN 713-020: Beveiliging tegen brand – Gedrag bij brand van bouwmaterialen en bouwelementen – Weerstand tegen brand van bouwelementen addendum NBN 713-020 NBN S21-208-1: Brandbeveiliging van gebouwen - Ontwerp en berekening van rooken warmteafvoerinstallaties (RWA) - Deel 1 : Grote onverdeelde binnenruimten met één bouwlaag NBN S21-208-2 + A1: Brandbeveiliging in gebouwen - Ontwerp van de rook- en warmteafvoersystemen (RWA) in overdekte parkeergebouwen. NBN S21-208-3: Brandbeveiliging in gebouwen – Rookafvoerluiken in binnentrappenhuizen EN 12101–1/A1 + nationale bijlage: Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 1 : Specificatie voor rookgordijnen. EN 12101-2 + nationale bijlage: Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 2: Specificatie voor natuurlijke rook- en warmetafvoerinstallaties + Belgische bijlage EN 12101-3/AC Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 3: Voorschriften voor aangedreven rook- en warmteafzuigtoestellen CEN/TR 12101-4 : Systèmes pour le contrôle des fumées et de la chaleur - Partie 4 : Systèmes SEFCV installés pour l'évacuation de fumées et de chaleur par ventilation CEN/TR 12101-5 : Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 5 : Richtlijnen voor ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties. EN 12101-6/AC: Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 6: Voorschrifen voor drukverschilsystemen - Kits (+AC:2006) PR NF EN 12101-7 : Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 7 : Delen van rookafvoerbuizen PR NF EN 12101-8 : Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 8 : Rookafvoerluiken EN 12101-10/AC: Installaties voor rook- en warmtebeheersing - Deel 10 : Uitrusting voor energievoorziening De evaluatie gebeurt als volgt: Theoretisch gedeelte A1 tot A7 en B1 tot B5 =
schriftelijk examen gebaseerd op de vorming en de ervaring van de kandidaat; het examen is gebaseerd op vragen die worden gehaald uit twee lijsten, één voor de natuurlijke ventilatie en een andere voor de mechanische ventilatie; deze lijsten worden exclusief bijgehouden door het Bureau;
Praktisch gedeelte C=
pratische oefening – ontwerpen van een RWA-installatie. Documentatie en een niet programmeerbare rekenmachine mogen enkel gebruikt worden voor de praktische oefening van vraag A7.
Bezoek aan de zetel van de onderneming Onderzoek van de administratieve organisatie en de documenten die ter beschikking zijn van de aanvrager in zijn werkomgeving (verificatie van de criteria vermeld in 3.1). Dit onderzoek gebeurt op de werkvloer van de aanvrager. Installatiebezoek D=
© ANPI – 2009
onderzoek van het technisch dossier van een installatie die wordt gekozen in de lijst die door de aanvrager werd bezorgd en evaluatie van de kwaliteit van de installatie uitgevoerd ter plaatse.
10/13
Evaluatietabel van de kandidaat-Expert (behalve indien als in het bezit van FSE-diploma): CRITERIA A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
B1 B2 B3 B4 B5 C
D1 D2 D3 D4
D5 D6 D7 D8 D9 D10 D11
D12 D13 D14 (1)
Opleiding structuur van de reglementering, de normen en certificatie in het branddomein; fysica en scheikunde van vuur; brandgedrag van de producten; systemen van passieve brandbeveiliging (brandweerstand van de bouwelementen, brandreactie van bouwmaterialen); automatische detectiesystemen van branden en ontploffingen; hydraulische automatische brandblussystemen (sprinklers); technieken van het RWA-toepassingsgebied: Theorie Ervaring kennis van de op de markt bestaande producten en de gebruikelijke praktijken in het toepassingsgebied RWA; kennis van de reglementen en normen betreffende het toepassingsgebied; kennis van de evolutie van de technieken binnen het toepassingsgebied; kennis van de HVAC-technieken (Heating, Ventilating, Air Conditioning); kennis van de prestaties van de componenten van een RWA-installatie teneinde de aanvaardingscriteria te bepalen wanneer er geen bestaan. Praktische oefening Installatiebezoek - Bekwaamheid om een studie van een RWA-installatie uit te werken via: 1. de beschrijving: van het gebouw; van de inhoud; van de algemene en bijzondere risico's; de bestaande of voorziene HVAC-installaties. 2. de bepaling: van de toegepaste normen en specificaties (1) ; van de berekeningshypotheses (2) ; van de toepassingsbeperkingen van de studie; 3. de uitwerking van de studie: opstelling van de berekeningsnota; opmaken van de plannen; opstelling van het bestek en het meetstaat. opstelling van de praktische instructies, die aan de werkelijke arbeidsvoorwaarden aangepast zijn; Bekwaamheid ter verzekering van de uitvoering van deze studie door: het toezicht op alle taken voor de realisatie van de installatie; de begeleiding en de eventuele opleiding van het uitvoeringspersoneel; de opvolging van alle werken met betrekking tot de installatie.
PUNTEN /5 /10 /10 /5 /10 /10 /50
/10 10 /10 /10 /10 /100
/50
/30
/120
/50
De berekeningsnota van een RWA-installatie moet alle stappen van de berekening bevatten met, voor elk een rechtvaardiging van de eventuele interpretaties van de tekst van de toegepaste norm. Elke afwijking aan de toegepaste norm moet vermeld en gerechtvaardigd worden in de berekeningsnota en schriftelijk vermeld worden aan de klant.
(2) Alle berekeningshypothesen zoals, bijvoorbeeld, de waarde van een aerodynamische coëfficiënt, moeten vermeld en tijdens de studie en op basis van testresultaten bevestigd worden. De eventuele verbeteringen moeten aan de berekening en aan de installatie aangebracht worden op basis van de testresultaten. De keuze van warmtevermogen van de vuurhaard «qf» en de afmetingen van de vuurhaard moeten duidelijk zijn en de berekeningsnota gerechtvaardigd en door de ontwerper aanvaard worden op basis van overtuigende documenten.
© ANPI – 2009
11/13
BIJLAGE 2 : Model certificaat
BOSEC CERTIFICAAT MECHANISCHE VENTILATIESYSTEMEN OF / EN CERTIFICAAT NATUURLIJKE VENTILATIESYSTEMEN Nr TCC 5 – XXX
Wij certificeren dat de Firma Naam van Firma Adres PC + Stad
Bekwaam is gevonden als Onderneming gespecialiseerd in de uitvoering van nstallaties van rook- en warmteafvoersystemen met mechanische ventilatie of/en natuurlijke ventilatie
De certificatie wordt afgeleverd op basis van de volgende specificaties: Certificatieregels voor RWA-onderneming (doc. APA TCC5 - 004.02 F – laatste versie. ) NBN S 21-208-1
Dit certificaat wordt afgeleverd onder de voorwaarden bepaald door ANPI
Ondertekend in naam van ANPI Brussel, xx/yy/zz Le Secrétaire général M. Vandendoren
En is geldig tot xx/yy/zz
asbl ANPI vzw - Parc scientifique Fleming - Granbonpré 1 B-1348 Louvain-La-Neuve Tel: +32.10.47.52.11 Fax: +32.10.47.52.70 Email:
[email protected] Internet: www.anpi.be Dit certificaat mag alleen in zijn geheel, zonder enige toevoeging, met toestemming van ANPI worden gereproduceerd
© ANPI – 2009
12/13
BIJLAGE Nr X AAN HET BOSEC-CERTIFICAAT BOSEC Nr TCC 5 – XXX
Het certificaat afgeleverd op (datum) aan de firma:
Naam van de Firma Adres PC + Stad
houdt rekening met de voorwaarden van art. 4. van de certificatieregels van RWA-ondernemingen dat oplegt dat de firma over minstens twee experts moet beschikken.
Wij erkennen in het domein Natuurlijke ventilatie en/of Mechanische ventilatie (inclusief parkeergarages)
Voornaam + NAAM in hoedanigheid van Expert. Deze bijlage maakt integraal deel uit van het RWA-ondernemingscertificaat
Ondertekend in naam van ANPI Brussel, op (datum)
En is geldig tot De Secretaris-Generaal M. Vandendoren xx/yy/zz
asbl ANPI vzw - Parc scientifique Fleming - Granbonpré 1 B-1348 Louvain-La-Neuve Tel: +32.10.47.52.11 Fax: +32.10.47.52.70 Email:
[email protected] Internet: www.anpi.be Deze bijlage mag alleen in zijn geheel, zonder enige toevoeging worden gereproduceerd en is slechts geldig met het certificaat van RWAonderneming.
© ANPI – 2009
13/13