}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Futuristisch parkeren in het centrum
Vrijdag 18 oktober 2013
jaargang 7 nummer 336
€ 1,95
Cultuur Coco Chanel, meer dan mooie kleding
Actueel Pier zonder glorie
5
3
13
Bijna doorgedraaid
> Foto: C&R
Door Jasper Gramsma
Soep eten van afgedankte groente, dat kon op het Plein tijdens Wereldvoedseldag. De leden van het studentennetwerk Youth Food Movement (YFM) zamelden honderd kilo inferieure groente in bij groothandels, telers en supermarkten uit de regio. Goed voor 500 porties DiscoSoep. “Als wij er vandaag niet mee hadden gekookt, was dit allemaal vernietigd”, zegt Elke Mulder van YFM, terwijl ze met andere vrijwilligers druk aan het snijden is tussen de opgestapelde kratten vol groente. De meeste tomaten, wortelen, peultjes, prei, selderij en rode pepers zien er gezond uit. Het is een kleurrijk gezicht. “Sommige van deze prima pepers zijn afgekeurd omdat ze te krom zijn, andere zijn niet rood genoeg. Consumenten hebben vaak de verkeerde veronderstelling dat komkommers met een vlekje of paprika’s met uitsteeksels niet eetbaar zijn. Dat denkbeeld proberen wij te veranderen”. YFM vraagt met de soepactie aandacht voor de grootschalige voedselverspilling. Volgens de organisatie belandt wereldwijd bijna eenderde van al het voedsel rechtstreeks in de vuilnisbak. Mulder: “De helft van de verspilling wordt veroorzaakt door consumenten die te veel inkopen, de andere helft komt voor rekening van de leveranciers en winkeliers die minder mooie producten weggooien”. Mulder signaleert desondanks een kentering: “Gelukkig wordt steeds meer afgekeurde groente verwerkt in andere producten”. Ook in Rotterdam, Eindhoven en Groningen werd de speciale DiscoSoep geserveerd. En overal smaakt die weer anders, omdat de samenstelling steeds verschilt. “Dat geeft niets. De groente heeft zoveel smaak van zichzelf, dat je er altijd een lekkere soep van kunt maken. Een snufje peper en zout is meestal genoeg”, aldus één van de koks. De soep dankt haar naam overigens niet aan de potpourri van ingrediënten, maar is een verwijzing naar de prijs die ervoor moet worden betaald: het doen van een dansje tegen de voedselverspilling op de livemuziek van DJ’s Gijs van Willigen, Rui Li en SpaceDuck.
Ingezonden mededeling
SALE – SALDI – SOLDES italian design furniture
Scheveningseweg 14 – Den Haag (t/o het Vredespaleis) ma t/m za van 10.00 – 17.00 uur
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
door vreemde ogen
Wat delen wij met elkaar? In het hart van Den Haag bekent mijn jonge gesprekspartner uit één van de voormalige Sovjet-staten me dat ze niets afweet van het communisme. In het Russisch kent ze maar een paar woorden, net als ik, maar ik zou, helaas, wel een dissertatie kunnen schrijven over het communisme. Toen ik haar zo hoorde, voelde ik de neiging op te staan van mijn stoel en te roepen: Halleluja! Wat wij twee gemeen hebben, zij met haar Slavische bloed, roder dan rood, en ik, die me van rood om het even welke kleur probeer te maken? Nee, geen ‘-isme’. Alleen Den Haag. Den Haag, groot en riant, als de walvisbuik van Jonas. Donderdagsavonds, in de tram, na een dag werken, zit ik naast getinte meisjes, mooi en slank, die een onzichtbare mand op hun hoofd dragen. Ze spreken beter Nederlands dan ik, in hun land heerst nog een burgeroorlog en hun neefjes slapen met mitrailleurs onder het hoofd en schieten mensen neer met hetzelfde gemak als waarmee zij zo meteen uitchecken uit de tram. Wat ons bindt? Deze kleine gemeenschappelijke geschiedenis in Den Haag, het feit dat we alle drie weten waar een jaar geleden de kleine AH in het centrum was. Dat is gezonder dan het delen van het communisme waarvan het voormalig Russische meisje in de buik van haar moeder haast niet had gehoord, hoewel in haar geboortestad nog steeds wat communisme uit de kraan druppelt. Wat me bindt met de in Den Haag geboren en getogen collega die over een paar jaar met
pensioen gaat? Ik, die tot nu toe in zo’n vijftig huizen heb gewoond en naar haar kijk, zij die nog leeft in het huis van haar kinderjaren, als naar een buitenaards wezen? In veler ogen is er niets dat ons bindt; in die van mij is het ook weer de herinnering aan de kleine Albert Heijn, want daar, boven die kleine supermarkt naast het Ministerie van Defensie
Ik weet waar de Haagse bieb haar filialen heeft; ik ken ook de beste delicatessenwinkels van de stad
bevond zich tot voor kort de werkkamer van haar al lang overleden vader. Ik liep mee naar de vierde verdieping in de tegenovergelegen bieb, om tussen de bladmuziek te kijken naar de eerste dreun van de sloophamer. Dat is wat we gemeen hebben. Mijn hersenen kunnen zich de straten in Boekarest niet meer herinneren, integendeel, ik vergeet ook de straatnamen die ik ooit goed kende. Daarvoor in de plaats komen nu die uit Den Haag. Ik weet waar de Haagse bieb haar filialen heeft; ik ken ook de beste delicatessenwinkels van de stad. En als ik me verdrie-
tig voel, ga ik naar andere café’s om koffie te drinken dan wanneer ik vrolijk ben. In mijn eerste jaren in Den Haag heb ik ‘Volver’ gezien, in de oude Pathé naast Havana, in een zaal vol latino’s die elkaar tijdens de film over en weer, over mijn hoofd heen, riepen: “Mira Ramiro, a qui”. De zaal vol Venezolanen en Colombianen die geen ondertiteling nodig hadden, had een grotere impact op mij dan de film zelf; na de film ging het hele publiek mojito’s drinken in het aanpalende Havana (er was toen nog geen brand uitgebroken door zoveel cocktails). Ons verleden kunnen we niet meer delen en vaak is het maar beter zo. Over een werkdag bij de radio of als kind een lange rij voor de broodwinkel heb ik in dit nieuwe leven wel geprobeerd te vertellen. ‘Hebben jullie daar wel wc’s?’, wordt me dan vervolgens gevraagd. Maar het Rwandese meisje dat heel goed Frans sprak maar geen woord op papier kon zetten, wier familie is gedood, vraagt niets. Ze luistert en knikt van ja. Het meisje uit Bosnië die zich hier heeft ontpopt tot een geweldige zakenvrouw, nadat ze in een koffer is ontsnapt aan de dood, knikt ook. We zijn als planten waarvan je alleen dat deel ziet dat boven de grond groeit. Wat onder eronder begraven is, moet zo blijven. Wat delen wij met elkaar? Den Haag. Onze bovengrondse geschiedenis. We gaan naar hetzelfde Centraal Station, we eten hetzelfde brood. En al hadden we in het begin geen idee wat Den Haag is of Alkmaar, om maar een dwarsstraat te noemen, nu zouden we hier niet zo makkelijk meer kunnen weggaan. We weten nu waar het lekkerste broodje
op het Plein te krijgen is, waar je echt verse jus d’orange kunt drinken, welke schoenmaker de snelste en goedkoopste is en, ja, je bent een paar keer bij de eerste hulppost van Westeinde geweest, in het begin. Nu zou je zelf het verhaal kunnen vertellen. We delen ook iets, onze toekomstige tijd, die ook geschiedenis worden zal. We kunnen niet vertellen op welke dag van de week onze moeder twintig jaar geleden erwtensoep maakte en hoe wij dat precies vonden, maar de dag dat iemand mij, vlak voor Dille en Kamille, vroeg: “Mevrouw, bent u hier bekend …?”, zal ik niet gauw vergeten. Ik zei ‘ja’, bijna net zo trots als toen ik ging trouwen. Wanneer iemand mij iets vertelt over het Den Haag van dertig jaar geleden, voel ik (stiekem) heimwee. Sommigen van ons delen hun schoonheidsspecialiste twintig jaar, anderen kopen al dertig jaar vlees bij dezelfde slager. Ik loop elke dag door Den Haag, al acht jaar lang, en ik weet dat er een dag in mijn leven komt dat hetgeen boven de grond groeit even belangrijk of zelfs belangrijker zal zijn dan wat onder de grond zit, hier ver vandaan, dat het al mijn geschiedenis geworden is. Mira Feticu
Mira Feticu (1973) is een Roemeense journalist en schrijfster, die sinds vier jaar in Nederland woont. In 2012 debuteerde ze in het Nederlands bij uitgeverij De Geus met boek ‘Lief kind van mij’. Opgegroeid in een dorp onder een communistisch regime, bekijkt deze expat nu door vreemde ogen de westerse samenleving. Verbazing over zaken die in Den Haag heel gewoon zijn.
Ingezonden mededeling
rode wijnen
www.drinkland.nl
Hartevelt jonge jenever 1L
€ 9,98
Van 12,75 voor
Parade vieux 1L
€ 11,45
Van 15,60 voor
StolicHnaya vodka limited edition 1L Earth, air, fire, water. Van 19,95 voor € 16,95
grant’S ScotcH wHiSky 0.7L Van 15,95 voor
€ 11,95
ACTIES
Spanje / Extramadura – Bodega vina extremena Geweldige rode Tempranillo wijnen, gelegen langs de Portugese grens. Keuze uit de 12 maanden gerijpte vega adriana. Nu van 9,35 voor € 7,50 of de 24 maanden gerijpte valdegema. Nu van 11,60 voor € 8,95 Spanje / Ribera del Duero – melior / Bodega matarromera Een van de mooiste wijngebieden in Spanje is Ribera del Duero. Voor U selecteren wij uit dit wijngebied, Melior, 6 maanden gerijpt op Amerikaanse wijnvaten. Nu van 11,15 voor € 8,50
aBerlour 10 yearS SPeySide Single malt wHiSky 1L De geur is moutig, kruidig met duidelijke muntgeuren. De smaak is stevig, maar toch ook soepel in de mond. Tevens zoet en kruidig met smaken van peper, nootmuskaat en bessen. De afdronk is lang en aanwezig. Van 40,75 voor € 32,50
Portugal / Douro – ventozelo Qv tinto Gemaakt van de 3 beroemde Portugese wijndruiven, Touriga Nacional, Touriga Franca en Tinta Roriz. Nu van 8,55 voor € 6,45
witte wijnen
rum cariBica Blanco weSt indian 1L Goede rum als basis voor cocktails en longdrinks. Van 15,75 voor € 12,75
-25%
kratje Heineken Vast laag in prijs 24 x 0,3L
Zuid-Afrika / Paarl – louis Fourie merlot Zachte Merlot, rijk aan smaken van zwarte bessen en pruimen, lichte aardse tonen. Nu van 8,75 voor € 6,95
€ 11,38
Het Alsace-huis waar Drinkland mee werkt is Willm in Barr. Willm maakt een groot assortiment Grand Cru’s, Domaine wijnen, Vendanges Tardives en Cremant’s. De Willm basiswijnen zijn iets minder zoet dan de gemiddelde Alsace wijnen en die elegantie is ook het succes van Willm. wij Bieden deze maand de reServé wijnen aan met 25% korting Per FleS! Pinot Blanc reservé van 8,95 voor € 6,70 riesling reservé van 9,95 voor € 7,45 Pinot gris / riesling reservé van 11,15 voor € 8,35 Pinot gris reservé van 12,10 voor € 9,10 gewürztraminer reservé van 13,15 voor € 9,85 Spanje / Ribeiro – rippa à vie Een unieke witte wijn, gemaakt van de oudste inheemse druivenrassen als Treixadura en Palomino. Zalvende wijn met duidelijke hints van grapefruit. In de afdronk ook een tintje honing. Van 12,60 voor € 8,95 Italië / Veneto – Soave classico zonin Frisse, droge, witte wijn met een heel licht kruidje. Van 9,95 voor € 7,50
SParkle/Port den haag
Prinsestraat 57 070 364 29 25
* Voorhout * noordwijk * oegstgeest Jacoba van Beierenhof 28 Maarten Kruytstraat 24 Lange Voort 19 071 364 93 37
071 361 21 82
071 301 55 83
Italië – Prosecco Frizzante zonin Een lekkere, droge, licht mousserende sparkling. Van 9,55 voor € 6,95 Portugal – Port Quinta de ventozelo tawny reserva Mooie, gerijpte port. Het najaar kan beginnen! Van 15,75 voor € 12,50
3
actueel<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Voormalig wethouder Engering: is dit wel de juiste keuze?
Spuiforum verontrust gaandeweg ook VVD Door Jan van der Ven
De plannen voor bouw van het Spuiforum leiden gaandeweg ook binnen de VVD tot onrust. Het is in kleine liberale kring bekend dat oud-minister van financiën Gerrit Zalm grote bedenkingen heeft, maar hij zwijgt publiekelijk om zijn partij niet te schaden. Voormalig VVD-raadslid James de Booij stapt boos uit de VVD. “Het is voor mij de druppel”. Voormalig VVD-wethouder van financiën en cultuur, Louise Engering, twijfelt openlijk of het Spuiforum ‘wel de beste oplossing’ is voor de huisvesting van de cultuurinstellingen. De fractie van de VVD heeft altijd als grens gesteld dat het Spuiforum niet duurder mag worden dan 181 miljoen, het bedrag dat in juli is gereserveerd. Maar binnen de VVD wordt steeds openlijker getwijfeld of het nieuwe gebouw daarvoor echt kan
worden neergezet. Bij tegenvallers moet dan weer op andere zaken worden bezuinigd. Daarom bouwden de liberalen deze week een extra financiële veiligheidsklep in tijdens een vergadering over het Spuiforum. De VVD bedong dat indien zich risico’s aandienen tijdens het maken van het definitieve ontwerp, die dan opgevangen moeten worden binnen dat ontwerp zelf. Hiermee wil de VVD voorkomen dat tegenvallers gaan drukken op de gemeentebegroting. In het uiterste geval kan dit tot gevolg hebben dat in een latere fase het ontwerp wordt ‘uitgekleed’, afhankelijk van de omvang van gesignaleerde risico’s. De fractie van de VVD, die vooralsnog de gelederen gesloten houdt, kijkt intussen met ingehouden spanning naar de heftige discussie die binnen de PvdA woedt over het Spuiforum. Indien deze coalitiegenoot alsnog afhaakt, worden de proble-
men waar de VVD mee worstelt, vanzelf opgelost. Het besluit over het Spuiforum kan dan over de verkiezingen heen worden getild. De kans dat het cultuurpaleis er dan nog komt, lijkt nagenoeg uitgesloten. Een oud-bestuurder van de Haagse afdeling zegt dat zijn partij er geen traan om zal laten indien de PvdA uiteindelijk ervoor zorgt dat het Spuiforum niet doorgaat. “Laat de PvdA het probleem, waar zovelen mee worstelen, maar oplossen”. Ongepast Zoals gezegd is oud-minister Gerrit Zalm een ‘stille’ tegenstander. Zalm was jarenlang voorzitter van de Raad van Toezicht van het Nederlands Dans Theater, één van de kunstinstellingen voor wie de nieuwbouw is bedoeld. In kleine kring ventileerde de huidige voorzitter van de raad van bestuur van de ABN AMRO bank zijn bezwaren. Hij wil zich echter niet
openlijk in de discussie mengen. Voormalig VVD-raadslid James de Booij doet dat wel en zegt zijn lidmaatschap op. “Ik ben er helemaal klaar mee”, aldus de VVD’er die zes jaar lid van de gemeenteraad was. “Ik ben honderdtien procent tegen het Spuiforum! De kans op mislukking is te groot. En het is in deze tijd van crisis werkelijk ongepast zo’n enorm risico van 181 miljoen euro te nemen”. Vier jaar geleden was De Booij, bewoner van de Vogelwijk, de stuwende kracht achter het verzet tegen de komst van de cruiseterminal; een ander megaproject van wethouder Marnix Norder. Met de hete adem van Van Booij in de nek, trok de VVD uiteindelijk de stekker uit dit prestigieuze project. De Booij zegt geen zin te hebben om nu een missie te maken van het Spuiforum. Zijn teleurstelling over de VVD overheerst daarvoor te veel. “En dan heb ik het niet alleen over het Spuiforum, maar
ook over Eurojust. Het is schandalig hoe dat dossier is behandeld”. De Booij vervolgt: “Het probleem is dat de PvdA nog vast zit aan Norder. Die heeft alles naar zich toegetrokken, er is geen ruimte voor een ander geluid. De Booij vindt dat er lef nodig is. “Zoals indertijd met het nieuwe stadhuis. Maar nu is er lef nodig om te zeggen: we doen het niet. Want dit is een slechte zaak, het Spuiforum zal eenderde duurder worden dan is voorzien. Die rekening wordt dus gewoon vooruit geschoven, maar dan is het te laat. Daarom hoop ik dat de keutel alsnog wordt ingetrokken”. Voormalig VVD-wethouder van financiën en cultuur, Louise Engering, kent de geluiden over tegenstand. “Ook VVD’ers reageren verdeeld”, zegt ze desgevraagd. Er moet iets gebeuren met de huidige zalen op het Spuiplein, is haar vaste overtuiging. “Ik twijfel echter wel of nu gekozen wordt voor de beste oplossing”.
Vianen lijsttrekker van GroenLinks
>Foto: PR
Futuristisch parkeren Door Jasper Gramsma
In een mum van tijd is op de Hoge Nieuwstraat een state of the art-parkeergarage verrezen. Een uniek project, want niet eerder werden automatische autostallingen als deze in vier lagen uitgevoerd.Dankzijhetingenieuze systeem, dat werkt als een schuifspel met blokken, is op een paar vierkante meter binnenstad ruimte gemaakt voor 22 auto’s. Het gebrek aan eigen parkeergelegenheid bij de miljoenenappartementen boven wijnbar Taste deed eigenaar Bakels en Ouwerkerk Bouwgroep besluiten zelf een parkeergarage te realiseren om de verkoop te bevorderen. Grenzend aan het complex bouwde de ontwikkelaar de afgelopen maanden een stalling voor alle veertien appartementen. Sinds deze week staan de acht overgebleven plekken te koop à raison van 75 duizend euro. Een fors bedrag in vergelijking met andere particuliere parkeerplaatsen in het centrum. “Deze prijs is niet meer dan kostendekkend. De plekken zijn vooral duurder vanwege dit bijzondere systeem”, licht projectleider Jack Verbeek toe. Daarmee doelt hij op de futuristische berging die
in maximaal twee minuten de auto’s tevoorschijn tovert, de snelste automatische garage tot nu toe. Het geheel is zes parkeervakken breed en vier lagen hoog, waarvan één ondergronds. Twee vakken blijven altijd leeg, zodat er horizontaal en verticaal geschoven kan worden om de juiste parkeerplek voor de inrit te krijgen. Bij de bouw is veel aandacht besteed aan veiligheid. De hele garage hangt vol sensoren om te voorkomen dat de automatische beweging mens of machine schade berokkent. Verbeek: “Op elke parkeerplek ligt een balk waar men tegenaan kan rijden, zodat zeker is dat de auto op de juiste manier geparkeerd staat. Als er onverhoopt toch iets of iemand in de weg staat, stopt de garage met bewegen. Daarnaast hangen er drie camera’s die door de meldkamer kunnen worden ingeschakeld”. Aan het specifieke autobezit van de kapitaalkrachtige bewoners is ook gedacht. Zo zijn de vakken ruim genoeg voor een auto van meer dan vijf meter lang en kunnen de liften een gewicht van 2.600 kilo aan. “We hebben de garage getest met onder meer een Range Rover en een Porsche Panamera, dat is tenslotte het type auto dat hier komt te staan. Alleen een Hum-
mer zal misschien niet passen”, grapt Verbeek. Zelfs met de trend van witte auto’s is rekening gehouden. “Alle plekken hebben een eigen afvoer voor lekwater naar de pompput in de kelder. Zo blijven de auto’s onderin ook schoon”, aldus de projectleider. De sobere, donkergrijze gevel doet geenszins vermoeden dat erachter binnenkort een imposant wagenpark schuilgaat van 22 bolides. Het ontwerp is van de Haagse architect Rainer Bullhorst. Hij liet zich inspireren door de koetshuizen die van oudsher in de Hoge Nieuwstraat stonden en die nu plaats hebben gemaakt voor parkeergarages: “Ik vond het een uitdaging om in die 18de-eeuwse sfeer iets te maken voor nu, dus heb ik me laten verleiden tot het gebruik van baksteen, hoewel dat niet altijd mijn voorkeur heeft. Het moest geen gesloten ogende garage worden, maar ik wilde ook geen nepramen. Daarom heb ik voor een ritme van roosters gekozen dat aansluit bij de vensters van de naastgelegen panden”. Bullhorst is tevreden met het resultaat: “Wat er nu staat, is voor parkeren in de binnenstad een interessante oplossing. Zeker gezien de korte tijd waarin de garage is gebouwd”.
Inge Vianen wordt de lijsttrekker voor GroenLinks voor de raadsverkiezingen van maart volgend jaar. Vianen is al lid van de fractie en volgt David Rietveld op. Die wil niet opnieuw de lijst aanvoeren. De lijst van GroenLinks, die dinsdagavond bekend werd, laat een verrassing zien: voormalig PvdA-raadslid Mustafa Okçuoglu is nummer twee bij Groen Links geworden. Mustafa Okçuoglu stapte eerder dit jaar boos op bij de PvdA naar aanleiding van de stellingname van die partij in het Spuiforumdebat. Meerdere partijen benaderden hem vervolgens. Uiteindelijk koos hij voor GroenLinks, mede omdat hij op de lijst op een verkiesbare plaats komt. GroenLinks heeft nu drie zetels in de Haagse gemeenteraad. Op 23 november bepalen de leden de uiteindelijke volgorde op de lijst. De positie van Vianen als nummer één staat echter nu al vast. Vianen moest het afgelopen weken opnemen tegen Jeanine Molier, een
oudgediende in de gemeentepolitiek. Ze was in de vorige eeuw acht jaar fractievoorzitter van GroenLinks en daarvoor raadslid voor de fractie van PSP-CPN-PPR. Deze drie vormden later GroenLinks. Molier profileerde zich de afgelopen weken als de kandidaat die het sociale gezicht van de partij meer glans wilde geven. Daarnaast wilde ze de kleur groen nieuw elan geven. “Groen is een laffe pastelkleur geworden”, zei ze. Molier wilde alleen lijsttrekker worden, ze nam geen genoegen met een lagere notering op de kandidatenlijst. Vianen belichaamt meer de koers van hedendaagse GroenLinkser. Ze heeft wortels in ontwikkelingssamenwerking en werkte een aantal jaren in Azië en Afrika. Mede daardoor krijgt ze steun van oud-minister Pronk van de PvdA. Die stapte in mei uit de PvdA en gaat in maart op Vianen stemmen, zo gaf hij eerder te kennen. “Mijn stem heeft ze”, aldus Pronk.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
stadsmens
Pauline ten Böhmer zorgt als prinses Marianne voor leven in de brouwerij Prinses Marianne (1810-1883): een vrouw die haar eigen plan trok, dwars tegen alle regels in. Zo’n personage moet heel aantrekkelijk zijn om te spelen. Actrice Pauline ten Böhmer beaamt dat volmondig. Uit haar antwoord blijkt hoezeer zij zich heeft verdiept in de dochter van koning Willem 1. “Ik bewonder haar. Zij was een vrijdenker en haar tijd ver vooruit. Dat had vast ook met haar opvoeding te maken. Zij is met zoveel liefde opgegroeid. Daardoor heeft zij denkbeelden kunnen ontwikkelen die toen niet voorkwamen”. En meteen daar achteraan: “Ze was vrijgevig, nam het op voor de armen en heeft heel veel kunst naar Nederland gehaald”. ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’ is de titel van het stuk dat de Stichting Het Portret Spreekt en Muzee Scheveningen vanaf vrijdag 25 oktober presenteren. Evenals bij eerdere voorstellingen van de stichting is Michel Meissen van het Historisch Literair Theater de auteur. Annechien Koerselman maakte de bewerking en gaf regieadviezen. Naast Pauline ten Böhmer speelt Ellen Verheij koningin Wilhelmina van Pruisen, de eerste echtgenote van koning Willem 1, die Mimi werd
schreef zij muziek en ze speelt in het stuk piano en ‘wat ukelele’. “En ik zing een lied op tekst van Michel Meissen en daarnaast een fragment uit ‘Ich hab noch einen koffer in Berlin’, dat Marlene Dietrich ooit heeft gezongen”. Het is overigens de eerste keer dat er livemuziek klinkt in een voorstelling van Het Portret Spreekt.
Pauline ten Böhmer speelt in ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’. >Foto: Pieter Pennings
genoemd. Karin Schaub vertolkt de rol van gravin Henriëtte d’Oultremont, één van de hofdames van Mimi. Na de dood van de koningin werd zij steun en toeverlaat van Willem 1. Om met haar te kunnen trouwen, moest hij terugtreden als koning. Het tweehonderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden brengt de drie vrouwen als het ware in actie, onthult Pauline. “In het begin van het stuk
kijken ze vanuit het hiernamaals toe en zien de grote viering in Den Haag. Zij hebben behoefte hun verhaal over Willem te vertellen, maar eigenlijk nog meer om over zichzelf te vertellen”. Regisseur Freya Ligtenberg had al snel Pauline ten Böhmer voor ogen voor de rol van Marianne, de prinses die componeerde. Behalve actrice is Pauline ook zangeres en muzikant. Voor ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’
Passies Van jongsaf aan heeft Pauline, die vanaf haar zeventiende toneel speelt, ‘twee passies’: acteren en musiceren. Tijdens haar opleiding tot muziekdocente ontdekte zij ook het zingen. In 2012 rondde zij aan het Koninklijk Conservatorium de masterspecialisatie Muziektheater T.I.M.E (this is Music-theatre Education) af. Paul Koek, artistiek leider van de Veenfabriek, geeft leiding aan deze twee jaar durende master. “Je krijgt met verschillende disciplines te maken: tekst, muziek, vormgeving, licht en beweging. Klank en beeld gaan in dialoog en moeten elkaar versterken”. Het meest recente project waarin Pauline speelde, was afgelopen augustus in ‘Avondland. Een moord in de duinen’. Deze muziektheatervoorstelling over de wilde jaren twintig, waarvoor
Sjoerd Pleijsier de tekst schreef, had als locatie het bos bij Noordwijk aan Zee. In ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’ verkeert Pauline ten Böhmer in een heel andere wereld. Terugkomend op Marianne, die openlijk samenleefde met haar koetsier van wie zij een zoon kreeg, zegt ze: “Marianne was uitgehuwelijkt aan Albert van Pruisen. Ze was even gecharmeerd van hem, maar hij bedroog haar met hofdames en andere vrouwen. Ze voelde zich vernederd en heeft gevochten voor een scheiding, maar de families van beide kanten wilden aanvankelijk geen toestemming geven”. Marianne treedt ruim voor het voetlicht in ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’. Pauline, tot slot: “Marianne zorgt voor leven in de brouwerij, is een soort wild paard dat getemd moet worden. Er zit veel humor in het stuk; het is zeker geen zware kost”. Joke Korving Muzee Scheveningen, Neptunusstraat 92. ‘Drie vrouwen rond koning Willem 1’ is te zien op 25 en 26 oktober, daarna op 8, 10, 15 en 17 november. Informatie: www.muzeescheveningen.nl en www.hetportretspreekt.nl
Europol-expert Dréno waarschuwt voor nepartikelen
‘Te mooi om echt te zijn ...’ Shampoo waar je haar van uitvalt, air bags die niet werken, T-shirts waar gif in zit. Het aantal nepartikelen dat op de markt verschijnt, groeit explosief. Gevaarlijk volgens Europol-expert Bérengère Dréno die daar donderdag een lezing over houdt in het Museon. Door Annerieke Simeone
Allerlei soorten namaak en imitatie passeren de revue bij de nieuwe tentoonstelling ‘Imitatie, nadoen is een kunst’ in het Museon. De meeste vormen van imitatie zijn onschuldig en soms zelfs handig. Bijvoorbeeld schutkleuren bij dieren. Zo zien we hoe de poolhaas in de winter een witte vacht krijgt, waardoor hij niet opvalt in de sneeuw. Ook in technologische ontwikkelingen wordt regelmatig inspiratie gezocht in de natuur. Voor branddetectoren hebben kevers model gestaan en bij de ontwikkeling van bepaalde soorten hechtdraad is goed naar spinrag gekeken. Maar namaak kan ook gevaarlijk zijn. Bérengère Dréno, Criminal Intelligence Officer bij Europol, verzamelt dagelijks informatie over artificiële artikelen. De 31-jarige Française die volgende week bij de opening van ‘Imitatie, nadoen is een kunst’ een lezing geeft, ziet op dit moment vooral een flinke toename in nepmedicijnen. Aan Dréno en haar collega’s de taak om de malafide organisaties op te
sporen. “Het kan zijn dat de medicijnen in Nederland te koop zijn, maar de verdachte vanuit Spanje opereert en een bankrekening in Cyprus heeft. Dan komen wij als Europees samenwerkingsverband van politiediensten om de hoek kijken”. Om zware internationale misdaad te bestrijden, beschikt Europol over een gespecialiseerd computersysteem met informatie over criminelen en over een enorme databank die veel gevoelige en persoonlijke informatie bevat, bijvoorbeeld over het ras of de gezondheid van mensen. “Als er genoeg bewijs tegen bepaalde verdachten is, gaan we over tot een ‘joint action’, waarbij op hetzelfde moment in verschillende landen arrestaties plaatshebben”. Troep Niet alleen medicijnen zijn hot in de wereld van de namaak. Ook op het internet doen alle vormen van nep het goed. Online piraterij noemt Dréno het. “Mensen die filmpjes downloaden, weten vaak niet dat er criminele organisaties achter zitten. Die plaatsen allerlei advertenties op de site. En mensen klikken daar achteloos op”. Soms lijkt het onschuldig, zoals advertenties voor een shampoo. Totdat je erachter komt dat je haar daarvan uitvalt. “Omdat het troep is”. Ook met eetwaar wordt gesjoemeld. “Extra vergine olijfolie is geliefd in de namaakbranche. Die verkopen uiter-
aard niet de beste persing, maar een andere olie. En vragen daar wel de hoofdprijs voor”. Verder waarschuwt de expert voor T-shirts en schoenen die je in het buitenland koopt. Ze kunnen sporen van gif bevatten. En voor airbags die niet willen openen. “Ja”, zegt ze bijna verontschuldigend, “this will not be a funny presentation”.
‘Soms lijkt het onschuldig, zoals advertenties voor een shampoo. Totdat je erachter komt dat je haar daarvan uitvalt’
Hoe kunnen mensen zich dan wapenen tegen nepartikelen? “Dat is lastig”, zegt Dréno. “Je kunt niet van mensen verwachten dat ze een expert zijn. Het is vaak een onderbuikgevoel. Klopt dit wel? If it’s too good to be true, then it’s probably fake”. ‘Imitatie, nadoen is een kunst’, Museon, vanaf 27 oktober, www.museon.nl. Vooraf aan de lezing van Bérengère Dréno wordt de tentoonstelling om 16.00 uur geopend door wethouder van Cultuur, Marjolein de Jong.
Neptassen van Louis Vuitton, een namaak iPhone, imitatieparfum en medicijnen; Bérengère Dréno kent het allemaal. > Foto: Eveline van Egdom
5
actueel<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Pier zonder glorie Emoties breken los bij de sluiting van de Scheveningse Pier. De 65plussers van zeehengelclub De Pierewaaiers lijken hun bestaansreden kwijt te zijn, één Scheveninger wilde zich vastketenen aan de railing om sluiting te voorkomen. En voormalig PVV’er Richard de Mos begint een geldinzameling, want de Pier moet zijn oude glorie terugkrijgen. Maar welke glorie was dat dan? Door Coos Versteeg
De containers van Breumelhof Bouw staan nog naast de dichtgetimmerde entree. Houten platen achter het hekwerk maken duidelijk dat gasten ongewenst zijn. En alsof dat niet genoeg is, zijn er gemeentelijke oekazes met de dreigende tekst dat betreding van dit gesloten en verzegelde bouwwerk een misdrijf is ingevolge artikel 199 van het Wetboek van Strafrecht. De ironie wil dat Breumelhof Bouw (anno 1880) is gespecialiseerd in onderhoud en renovatie; is dat nou niet juist waar het bij de Pier aan ontbrak? De eerste plannen voor een Pier in Scheveningen dateren van 1868, toen het Kurhaus er zelfs nog niet was, en de indiener van de aanvraag was de Engelsman Millan. Zijn idee werd bruusk afgewezen, aangezien het obstakel gevaar kon opleveren voor de vissersschepen die in die tijd nog gewoon op het strand moesten landen. Pas toen Scheveningen een haven had, bleek de tijd rijp voor een Pier. In de zomer van 1899 ging de gemeenteraad met 22 stemmen voor en 3 tegen akkoord en op 6 mei 1901 mocht prins Hendrik, net in het huwelijk getreden met koningin Wilhelmina, de opening verrichten. Hij gaf de Pier ‘den naam, die den schoonsten klank heeft in ons vaderland’. Wandelhoofd Koningin Wilhelmina was naar ontwerp van de Haagse architect W.B. van Liefland gebouwd in Art Nouveau-stijl en rechtstreeks verbonden met het terras aan de zeezijde van het Kurhaus. Vanaf de strandmuur mat het ijzeren gevaarte op 318 schroefpalen ruim 372 meter. Aan het eind stond op een groot platform het Pierpaviljoen, waar ’s middags en ’s avonds concerten voor meer dan duizend mensen werden gegeven. Later zou ’t paviljoen vooral variété bieden. Willy Derby en Lou Bandy waren er vaste artiesten. De kelners sprongen aan de tafeltjes buitengewoon omzichtig met het geld om, want als een muntje op de grond viel, verdween het moeiteloos tussen de planken in zee. De Scheveningse Pier bracht grandeur en bleef zelfs in de crisisjaren winstgevend. Het verhaal dat Pierewaaier Joop Deijs (92) nu in de media afsteekt dat de Duitse bezetters de Pier hebben afgebroken, omdat ze het hout nodig hadden voor hun kachels, klopt niet. Het Wandelhoofd bestond grotendeels uit ijzer, alleen het looppad was van planken. Er is een lezing dat de Duitse Organisation Todt de Pier wilde slopen, omdat dit hun uitzending naar het Oostfront zou vertragen. Er bestaan ook theorieën dat de Duitsers vreesden dat het Wandelhoofd bij een geallieerde invasie als aanlegsteiger dienst zou kunnen doen. Hoe dan ook, het paviljoen is op vrijdag 26 maart 1943 in brand gevlogen. Daar zijn zelfs foto’s van. De oorzaak bleef in raadselen gehuld. Het schijnt dat de Duitse uitkijkposten het koud hadden en op onvoorzichtige wijze in een potkacheltje een vuurtje hebben gestookt. Na de brand werd het Wandelhoofd letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Omdat de Organisation Todt de poten niet uit de zeebodem kreeg, werden
De illusie om aan boord van een oceaanstomer te stappen en naar verre oorden te reizen, is met wat simpele houtplaten teniet gedaan. > Foto C&R
spronkelijke staat verkeert, deels zelfs is verwoest. Tja mooi is de Pier nooit geweest, maar als-ie nou nog zijn oorspronkelijke lelijkheid had gehad, was er wellicht nog een plek op een monumentenlijst denkbaar geweest. Nu is-ie alleen maar oud, lelijk en vervallen. In de gemeenteraad maakt louter splinterpartij Groep de Mos zich druk over het ‘icoon’.
Het lijkt een beetje op een containeropslag voor Norfolkline, maar het is de artist’s impression van de groep die van de Pier een goedkoop Easyhotel en appartementencomplex wil maken. > Illustratie: Menno Kooistra Architects
ze tot op de waterlijn afgebrand. Tot in juni 1955 kon je bij laag water nog altijd de vorm van de Pier zien, toen werden de laatste resten verwijderd. Want inmiddels had eigenaar EMS plannen voor een nieuwe Pier. Niet meer recht voor het Kurhaus, want dan benam het gevaarte de hotelgasten het vrije zicht op zee (!), maar aan het eind van de Zwolsestraat. Het zou enige jaren duren voor de vergunning werd afgegeven, want in 1955 wilde de overheid alle krachten in woningbouw steken. Acht miljoen Maar in 1959 was het zover. Zes miljoen gulden moest het ding gaan kosten, maar daarvoor kreeg de Pier dan ook drie eilanden. Architect was R. Maaskant, de ontwerper van de Euromast. Toen prins Bernhard op 19 mei 1961 feestelijk de opening verrichtte, bleken de kosten te zijn opgelopen tot acht miljoen. Een derde meer; ook in die tijd vielen bouwprojecten financieel al vies tegen. Het eerste jaar trok de Pier meer bezoekers dan verwacht, namelijk ruim twee miljoen. Die betaalden allemaal twee kwartjes entree. Dat succes bracht de nieuwe eigenaar Reinder Zwolsman er in 1964 toe de Pier uit te breiden met een vierde eiland. Toen hij geen bouwvergunning kreeg, liet hij brutaalweg bij scheepswerf Verolme een stalen ponton lassen dat afmeerde langs de Pier en waaruit vervolgens vier poten zakten. Achteraf bleek het
een zinloze investering, want de bezoekersaantallen liepen toen al voortdurend terug. Toch zou de Pier nog één keer massaal publiek trekken, namelijk toen de Haagse popgroep Q65 op 5 juni 1966 per rubberboot op het Scheveningse strand arriveerde; zogenaamd overgevaren vanuit Londen. In werkelijkheid had de Q65 het grootste deel van de tocht in volgboot ‘De Zilvermeeuw’ gezeten. Maar daar wilden de 30.000 juichende fans op het strand niet van horen. De bandleden vochten zich een weg door de massa naar de Pier, waar Q65 de nieuwe singel ‘The Life I Live’ ten gehore bracht. Er lijkt wel enige overeenkomst tussen de levens van Q65 en de Pier. De populaire band ging al snel ten onder aan ruzie en drugsgebruik, in 1970 probeerde men het opnieuw, maar de smaak van het publiek bleek veranderd. Bij de Pier verliep het wat geleidelijker, trad het gebrek aan belangstelling en het verval langzaam in. Van der Valk Voor de wisselende eigenaren wordt het ‘Scheveningse icoon’ steeds meer een molensteen om de nek. De oplossing komt in 1991, als het Van der Valk-concern de attractie voor het symbolische bedrag van één gulden van Nationale Nederlanden overneemt. Zoals eerder Joop van den Ende het Circustheater voor één gulden heeft gekocht. Maar waar het
publiek wel in groten getale naar de musicals in het Circustheater gaat (inmiddels ook niet meer zo makkelijk), laat men de Pier links liggen. Ondanks de miljoeneninvestering om het ding te overdekken en van een tweede dek te voorzien, ondanks het nieuwe restaurant dat met de populaire Van der Valk-formule honderdduizenden mensen van appelmoes met een kers zou moeten voorzien. De plannen van Van der Valk om tevens een hotel op de Pier te vestigen, lopen stuk op vergunningen en veiligheidseisen. De aan betonrot lijdende palen kunnen een dergelijk gewicht niet aan. Al snel heet Martin van der Valk de kneus binnen de familie, want zijn Pier maakt jaar na jaar fors verlies en moet door de rest overeind worden gehouden. Alleen Ad van der Valk, die zo nodig een eigen vissersvloot moest beginnen, wordt binnen de gesegmenteerde dynastie als een nog grotere mislukking gezien. Met angstzweet in de handen, maar met veel gevoel voor publiciteit, doet Martin van der Valk de eerste sprong van de Bungy Jump op de Pier die een val van 60 meter boven zee mogelijk maakt. Het mag niet baten. Zelfs de Bungy Jump krikt de bezoekcijfers niet omhoog. Een poging om voor een restauratiesubsidie uit het Beschermingsprogramma Wederopbouw 1959-1965 in aanmerking te komen, levert niets op, omdat de Pier van architect Maaskant niet meer in de oor-
Troosteloos Badplaatsen bieden al snel een troosteloze aanblik zodra het zomerseizoen voorbij is. Scheveningen is daarop geen uitzondering. Maar wie nu de desolate architectuur van de Zwolsestraat voorbij is, stuit sinds afgelopen weekeinde letterlijk op een houten wal. Bij de Van der Valk-verbouwing die de Pier een overkapping en een tweede dek gaf, ontstond het beeld van een oceaanstomer die klaar ligt voor vertrek naar verre oorden. Die fantasie gaat niet meer op. Het spandoek van horeca-exploitant Arie Rog dat oproept om voor € 6,50 poffertjes met frisdrank in zijn pannenkoekenhuis op de Pier te genieten, wappert losgerukt in de wind. Rog heeft volgens De Telegraaf anderhalve ton aan gemeenteraadslid De Mos en ondernemer Frans Bakker voor hun reddingsplan gegeven. De Pierewaaiers deden er nog eens € 20.000 bij. De actie moet een miljoen opleveren om een doorstart te realiseren en de Pier op te knappen. Maar curator Marc Uding, die de giller van Nederland werd omdat hij voorafgaand aan zijn (afgeblazen) veiling een mail met alle belangstellenden zichtbaar in de cc rondstuurde, heeft al aangekondigd dat hij ‘de Pier niet voor een appel en een ei wegdoet’. Mr. Udink meent ook nog steeds dat de Pier in redelijke staat verkeert en spande vorige week met de nodige branie een kort geding aan tegen de gemeente om sluiting te voorkomen. Tevergeefs. Terwijl Breumelhof Bouw net bezig was de entree hermetisch dicht te timmeren, stuurde projectontwikkelaar KondorWessels een artist’s impression rond van het plan om op de Pier een Easyhotel en appartementen te realiseren. Lijkt dat niet een beetje op de illusie die Martin van der Valk ooit had? De curator juicht elk initiatief toe, die kan er wellicht nog wat declarabele uren uit slepen. Maar sloop lijkt steeds dichterbij te komen. Een kustlijn zonder horizonvervuiling, vrij zicht op zee. Er zijn mensen die dat véél mooier vinden.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Buienradar Een markant punt in het Haagse landschap was de radarantenne die van 1947 tot 1977 aan de Oude Waalsdorperweg stond bij het Fysisch Laboratorium van TNO. Dergelijke antennes werden vanaf 1936 ontwikkeld door het Duitse concern Telefunken. Op de foto is het type Würzburg Riese te zien. De schotel had een doorsnee van 7,5 meter en de constructie leek op die van vliegtuigspanten. Dit was niet verwonderlijk want deze schotels waren gemaakt bij de Zeppelinwerke in Friedrichshafen. Deze Würzburg Riese was één van de vele die deel uitmaakten van de Duitse verdedigingssystemen in de Tweede Wereldoorlog. Ze stonden opgesteld langs de kust van Normandië tot aan Duitsland. Het exemplaar van TNO was in de oorlog door de Duitse bezetter neergezet op het eiland Rozenburg. In 1947 werd hij, als ‘oorlogsbuit’, verplaatst naar het Fysisch Laboratorium van TNO in Den Haag. Aanvankelijk was de antenne ingericht voor onderzoek naar zogenaamde kosmische ruis, radiostraling uit het heelal. Hoewel verschillende bronnen elkaar tegenspreken wordt de spectaculaire ontvangst van beelden van de aarde in 1964 ook toegeschreven aan het gebruik van deze Würzburg Riese. Wat was er precies aan de hand? Op 31 augustus van dat jaar ontving het Laboratorium de eerste luchtfoto’s van West-Europa, die op 900 km hoogte waren opgenomen en verzon-
den door de Amerikaanse weersatelliet NIMBUS I. Deze was twee dagen daarvoor gelanceerd. Vol trots toonde TNO-medewerker P.J. Jansen aan zijn plaatsvervangend-directeur ir. S. Gratama een serie foto’s, waarop duidelijk de wolkenformaties waren te zien boven West-Europa. Eén en ander werd vervolgens breed uitgemeten in de landelijke pers. Al snel bleek dat dit technische hoogstandje van TNO toch enige nuancering vroeg. In het Amerikaanse hobbyblad Electronics had een maand daarvoor een handleiding gestaan hoe met beperkte middelen een installatie gebouwd kon worden om de beelden van de weersatelliet te kunnen ontvangen. In de Haagsche Courant van 3 september 1964, daags na alle aandacht in de pers voor de foto’s, werd dit als volgt verwoord: ‘Iedere handige schooljongen die liefhebbert in elektronica kan presteren waar het fysisch laboratorium van de Rijks Verdedigings Organisatie en het TNO zo trots op is.’ Commotie ontstond rond de vraag of TNO nu wel of niet de beschikking had gehad over het tijdschriftartikel voor het realiseren van deze ‘topprestatie’. Daarom kwam zelfs de BVD er aan te pas. De Haagsche Courant wist op 12 september te melden dat de publiciteit rond het ontvangen van satellietfoto’s had geleid tot arrest voor marineofficier Atsma en het met verlof zenden van de plaatsvervangend-directeur van TNO Gratama. Volgens de BVD zouden zij te
Oude Waalsdorperweg, Physisch Laboratorium van TNO. >Foto: Bureau Stokvis
onvoorzichtig de technische prestaties van het laboratorium naar buiten hebben gebracht. Nu was het geval op zich niet wereldschokkend, maar onder het motto: “Wanneer onschuldige zaken uitlekken, zijn ook staatsgeheimen niet meer veilig”, werd door de BVD een diepgaand onderzoek ingesteld. De BVD ging met name op zoek naar ‘een lek’ bij TNO. Iemand had namelijk aan een krant laten weten dat TNO de beschikking had gehad over het bewuste Amerikaanse tijdschriftartikel. Zo’n man achtte men gevaarlijk, want hij
Ingezonden mededeling
Dit is Mohep uit Rijswijk. Mohep houdt van rondscheuren op zijn quad, live jazzmuziek, zijn vrouw Leonie en zijn kleine meid Sophia. Hij is sportief, best ambitieus en een tikkeltje eigenzinnig. Verder is hij dol op dieren en op mensen... Dus werkt hij in de zorg! Mohep was klaar voor de volgende stap in zijn carrière. Zijn personeelscoördinator adviseerde hem Menskracht 7 het nieuwe, in bedrijfsopleidingen gespecialiseerde initiatief, van ROC Mondriaan. Daar kwamen zijn talenten volledig tot ontwikkeling. Dankzij het brede aanbod vond hij de opleiding die precies bij hem paste. Met de juiste balans tussen theorie en praktijk en gemotiveerde, pragmatische docenten. Nu heeft Mohep niet enkel een diploma op zak maar zit hij ook nog in zijn kracht.... Zijn menskracht! Bel nu uw opleidingsadviseur bij Menskracht 7 voor meer informatie. Telefoon: 088-6661098.
www.menskracht7.nl
zou hier een motief voor moeten hebben gehad. Op zich niet zo’n vreemde gedachtegang als men bedenkt dat in 1964 de Koude Oorlog nog in alle hevigheid woedde. Op 14 september wijdde de Haagsche Courant nog een artikel aan het voorval met daarin het weerwoord van de zijde van TNO, dat geen feiten bood. Daarmee was de zaak afgedaan. En daarna? De Würzburg Riese van het Fysisch Laboratorium van TNO heeft van 1951 tot 1977 in Den Haag dienst gedaan en is ingezet bij diverse experi-
menten. In 1977 is hij ontmanteld en via Hamburg naar Berlijn getransporteerd, waar hij op het terrein van het in 1995 geopende ‘Luftwaffenmuseum Berlin-Gatow’ op het voormalige Britse vliegveld van Berlijn staat opgesteld. Tot slot, voor wolkenformaties hebben we de Würzburg Riese niet meer nodig, die kennen, met dank aan Buienradar. nl, al lang geen geheimen meer. Henk Duits www.gemeentearchief.denhaag.nl
7
regio<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Al vijf jaar strijd om Voorburgse bouwlocatie Het is zo’n plek waarvan makelaars zeggen dat het een pareltje is. Aan het Westeinde in Voorburg ligt direct aan de Vliet het terrein waar ruim vijf jaar geleden projectontwikkelaar Patrick van Kuijen een vrolijk gevoel van kreeg. Hij rekende de vierkante meterprijs eens door, bestudeerde de gemeentelijke plannen voor een aanpassing van het bestemmingsplan en kocht het terrein, groot 2000 m2 uiteindelijk voor ietsje minder dan 2 miljoen euro. Door Pieter de Leeuw
Voorburg - Die koop werd gesloten in maart 2008. Toen woonde Marco en Winita Fruitier al op het terrein en maakten zij zich grote zorgen nadat duidelijk werd dat van Kuijen wilde dat zij op zouden stappen. Maar ze zitten er nog altijd. “We hebben ons vreselijk ongerust gemaakt, maar het duurt nu al zo lang dat we de zenuwen wel voorbij zijn”. Van Kuijen: “Wat in ieder geval vaststaat, is dat wethouder Mijdam de pest aan mij heeft”. Drie planken met 16 ordners staan in de kasten in het kantoor van van Kuijen aan de Parkweg in Voorburg die stuk voor stuk getuigen van de papieren veldslag tussen de projectontwikkelaar en de gemeente. Hij heeft zich zozeer in de materie vastgebeten dat hij de ordners nog maar zelden hoeft te raadplegen omdat hij vrijwel alle details moeiteloos kan reproduceren. Een gesprek daarover is een duizeligmakend relaas over procedurefouten, verstreken inzagetermijnen, beroepsprocedures en ruimtelijke planaanpassingen. In zijn boosheid heeft de projectontwikkelaar zich het gemeentelijke jargon beter eigen gemaakt dan de meeste ambtenaren. Zes twee onder één kapwoningen, dat was en is het plan voor het terrein waar Marco en Winita Fruitier sinds 13 jaar al tegelhandel Pleunis drijven. Daar begint al meteen de herrie, want in het huidige bestemmingsplan staat volgens van Kuijen dat er alleen maar plek is voor een bedrijf met een groothandelsfunctie. “Terwijl daar bij Pleunis volop particulieren komen”. Hij sprak de gemeente aan op het gat dat er gaapte tussen de regels en de praktijk en wat volgde was een eindeloos geharrewar en gesteggel dat tot op de dag van vandaag nog niet is verstomd, omdat van Kuijen een rechtszaak hieromtrent tegen de gemeente aanspande. De uitspraak is op 8 november. Maar het ene conflict was nog niet goed en wel op stoom of het volgen-
Marco en Winita Fruitier weten niet waar ze aan toe zijn. >Foto: Gilles Boeuf
de meningsverschil diende zich al aan. Want hoewel van Kuijen wist dat het in de bedoeling van de gemeente lag om op enig moment op de locatie te kiezen voor woningbouw, diende nog wel daartoe het bestemmingsplan te worden gewijzigd. Hij meende dat met het gemeentelijk plan in het achterhoofd het aanvragen van de desbetreffende vergunning zogezegd een intikkertje zou zijn, maar dat bleek toch even anders te liggen. Waar het verschil van inzicht om draait, is de intentieovereenkomst. Van Kuijen haalt diep adem en verklaart: “In 2011 werd er door de wethouder tegen me gezegd dat de meest geëigende procedure voor het aanvragen van de vergunning bestond uit het opstellen van een intentieovereenkomst. Kosten: € 55.000,–. Voor mij welteverstaan. Na lang wachten kreeg ik een concept waar ik niks mee kon omdat heel veel zaken niet waren benoemd. Dus heb ik dat concept weer teruggestuurd en na nog eens lang wachten, heb ik aan Mijdam gevraagd of ik niet
beter gewoon een vergunning aan kon vragen”. Dat had de projectontwikkelaar beter niet kunnen doen. “Daarmee was namelijk voor de gemeente de intentieovereenkomst van de baan en had ik de verkeerde procedure gevolgd, maar (met nog net niet overslaande stem) ik heb het alleen maar gevraagd”. Ook hierover loopt een rechtszaak. Verhuizing Voor Marco en Winita Fruitier is de tijd van het open haardhout weer aangebroken. “Als het in de tuinen wat rustiger wordt, zullen we wat andere dingetjes moeten doen”. Marco vult aan op betekenisvolle toon: “Al was het maar om de huur te kunnen betalen”. Na 5 jaar onzekerheid maakt het echtpaar een montere en strijdvaardige indruk. “Je gaat door allerlei fases heen”. Het is niet zo dat zij zich per definitie verzetten tegen een verhuizing. Sterker nog, Winita vertelt dat zij niet al te lang geleden een plek in Nootdorp hebben gezien die bij uitstek geschikt lijkt om hun
bedrijf voort te kunnen zetten. Via een mediator die zij inmiddels in de arm hebben genomen, hebben zij Van Kuijen een voorstel gedaan
‘Wat in ieder geval vaststaat, is dat wethouder Mijdam de pest aan mij heeft’ waarin deze zou voorzien in de kosten van de verhuizing van het bedrijf. “Nee, we hebben niks gehoord”. Zelf zegt van Kuijen dat het juist het echtpaar Fruitier ontbreekt aan de bereidheid om mee te denken aan een definitieve oplossing. “In dat verhuisvoorstel stonden helemaal geen prijzen”. Maar, geeft hij zelf ook toe, de
houding van de gemeente slokt zoveel van zijn energie op dat er voor de uitbaters van de tegelhandel niet veel fut meer overblijft. “Mijn strijd met de gemeente is vele malen groter, want het is een opeenstapeling van fouten en nou ja, leugens”. Wat hem nog goed voor de geest staat, is het gesprek dat hij ruim een jaar geleden voerde met wethouder Mijdam en burgemeester Van der Sluijs met de bedoeling om de onderlinge verhoudingen enigszins vlot te trekken. Dat lukte niet erg. ”Het was een uiterst onaangenaam gesprek. De burgemeester is toen absoluut zijn boekje te buiten gegaan, nee, ik wil niet in de krant hebben wat hij toen heeft gezegd”. Zelf heeft hij het sterke vermoeden dat de gemeentelijke behandeling die hem ten deel is gevallen bepaald niet willekeurig is. “Het is iets persoonlijks van de wethouder of er loopt een lijntje van de gemeente naar het echtpaar Fruitier”. Wethouder Mijdam zegt niets over de zaak te kunnen zeggen tot de rechter uitspraak heeft gedaan.
Basisschool Margriet blijft voorlopig open Voorlopig blijft basisschool de Margriet in Leidschendam gewoon open. Slechts 113 leerlingen telt de school. Dat zijn er een stuk minder dan de gemeentelijke opheffingsnorm van 171, maar, stelt Ad van Bavel, voorzitter van het college van bestuur van de overkoepelende onderwijsstichting Panta Rhei: “Als het minder dan 100 leerlingen worden, moeten we ons wel even achter de oren gaan krabben”.
In de meeste klassen van de Margriet zitten tussen de 15 en de 20 leerlingen. Lekker veel aandacht voor de kinderen dus, wat mooi uitkomt, want de school bevindt zich in een zogeheten ‘impulsgebied’, wat wil zeggen dat er wat meer kinderen zijn met een taal- of ontwikkelingsachterstand. Sjaak Vermeer is interimdirecteur en wijst op de groeipotentie van de school. “In de twee wijken
waarvan de school het hart vormt, de Heuvelwijk en de Amstelwijk, wonen ruim 250 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar”. Een groot voordeel noemt hij de kleinschaligheid die in het onderwijs wordt bedreven. “Al moeten de klassen niet heel veel kleiner worden omdat het dan wat moeilijk wordt om onbekommerd vriendjes te maken”. “Er moet geld bij”, verzucht van Ba-
vel, “maar heel nadrukkelijk kiezen we er voor om op deze plek, in deze wijk, onderwijs te blijven geven”. Om het goede voornemen kracht bij te zetten, is de school opgeknapt. “Maar wat weer niet helpt, is dat het plan voor de renovatie van de wijk onlangs met drie jaar is uitgesteld”. De vraag is namelijk hoe de wijk er na de metamorfose uit zal gaan zien. “Zijn er dan veel voorzieningen voor
senioren of juist eengezinswoningen”. Maar ondanks al die onduidelijkheid heeft Panta Rhei, waarbij 15 basisscholen in de regio zijn aangesloten, ervoor gekozen om de Margriet open te houden. Voorlopig zien de cijfers er voor het volgende schooljaar niet al te florissant uit. Verbree: “In groep 8 zitten 20 leerlingen die de school zullen verlaten, voor groep 1 zijn nu 6 kinderen aangemeld”.
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
Voorstanders Spuiforum gezocht De besluitvorming rond het Spuiforum nadert (waarschijnlijk) de slotfase. Op donderdag 31 oktober komt de Haagse gemeenteraad bijeen om te oordelen over het Cultuurpaleis in vergelijking met het alternatieve plan van Dooievaar. In de ogen van de wethouders Marnix Norder en Marjolein de Jong is het een gelopen race. Maar hun beider partijen zijn compleet verdeeld over de kwestie en ook binnen
de VVD begint het enigszins te rommelen. Op deze opiniepagina hebben tal van lezers het afgelopen jaar hun visie op de plannen voor een nieuw zalencentrum aan het Spui gegeven. Daarnaast heeft het Spuiforum vaak de nieuwspagina’s in deze krant gedomineerd: logisch, het is lang geleden dat in Den Haag zo’n groot, zo’n kostbaar en zo’n omstreden project aan de orde was.
Met name de tegenstanders hebben zich veelvuldig op deze opiniepagina geroerd. Slechts een enkele keer viel er een positief geluid waar te nemen. Dat is geen redactionele keuze geweest. Er kwamen simpelweg geen positieve verhalen. In die zin lijkt dit podium voor debat aardig representatief voor de gevoelens in de stad. Maar het leverde Den Haag Centraal wel het verwijt op ‘het clubblad van
Dooievaar’ te zijn. Onzin natuurlijk, maar in deze laatste weken richting raadsdebat steekt dat ene minuscule ingezonden briefje van Fred van de Graaf wel erg mager af tegen het offensief vorige week van Robert Rinnooy Kan en Eveline Blitz. Ook Spuibewoner Van Teeffelen mengt zich – mede namens zijn buren – thans als tegenstander in de discussie. Daarom bij deze een oproep aan de
voorstanders om in de pen te klimmen en op dit open podium uw stem te laten horen (in maximaal 1000 woorden). Er wordt nog maar zo weinig gedebatteerd over zaken die ons allen raken, benut de ‘Speakerscorner’ van Den Haag Centraal. Niemands clubblad, wel ieders podium. Coos Versteeg
Hoofdredacteur Den Haag Centraal
Gemeente gaat voorbij aan leefbaarheid in woningen tegenover het cultuurpaleis wijze dan ook op achterstand. Zij vinden dit uitermate onzorgvuldig en geen fair play.
Door Walter van Teeffelen
De bewoners van het Hertzberger-gebouw boven het theater aan het Spui komen naar hun zin wat te veel op de eerste rang te zitten. Binnen enkele meters verrijst direct tegenover hun woningen het gigantische Spuiforum. In hun zienswijze van 25 juni 2013 hebben zij de gemeenteraad al laten weten dat het nieuwe Spuiforum te dicht op hun gebouw staat, te groot is en véél te hoog. Het staat als het ware bijna in hun woonkamers en er is voor hen als bewoners gezien de maat, omvang, hoogte en vormgeving geen ontsnappen aan. De bewoners kunnen niet even de andere kant op kijken omdat het hen niet bevalt. Op een opdringerige manier is het Spuiforum beeldbepalend voor hun dagelijkse leefomgeving. Bovendien hebben zij grote zorgen over de te verwachten geluidshinder, verminderd zonlicht overdag en lichtvervuiling in de avonduren. Hoewel het Spuiforum grote gevolgen zal hebben voor hun woongenot, zijn zij niet betrokken bij het vormgeven van het gebouw. Ook heeft het hen verbaasd dat zij als direct belanghebbenden niet zijn uitgenodigd voor de informatiebijeenkomst van de gemeente op 6 juni 2013 over het bestemmingsplan Spuikwartier 2013 terwijl zij op een bijeenkomst met wethouder de Jong eind 2012 hun namen en adressen aan de gemeente hebben doorgegeven en zij toen al hun grote bezwaren tegen het Spuiforum duidelijk maakten. De bewoners wisten ook niet dat er een bestemmingsplan lag waar zij op konden reageren. Door toeval hoorden zij van derden dat zij op zeer korte termijn hun zienswijze op het bestemmingsplan kenbaar konden maken maar er was nog te weinig tijd om deze technische plannen goed te kunnen bestuderen of om hierover deskundig advies te vragen. De bewoners stonden bij het indienen van hun ziens-
Draagvlak Op 8 juli 2013 werden de bewoners vervolgens wel uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst van de gemeente en hebben zij hun zorgen geuit over de enorme geluids- en lichtoverlast van het Spuiforum. Volgens de gemeente waren alle gevolgen van het Spuiforum voor de leefbaarheid in hun woningen onderzocht en zou alles voldoen aan de normen. Na een schriftelijk verzoek aan wethouder Norder om een kopie van alle onderzoeksgegevens, bleek dit niet het geval te zijn. Op 18 september 2013 liet de gemeente schriftelijk weten dat er nog geen onderzoeksrapporten zijn. Toch wil de wethouder eind oktober een definitief besluit nemen over het bestemmingsplan. Volgens de bewoners is dit niet de logische weg. Pas als de gevolgen van het nieuwe bestemmingsplan, en daarmee het Spuiforum, voor de leefbaarheid in hun woningen is onderzocht, is een zorgvuldig en goed gemotiveerd besluit mogelijk. Zij vragen zich ook af hoe het kan dat de plannen worden doorgezet terwijl uit onderzoek blijkt dat er geen draagvlak is onder de burgers. De gemeenteraad is er toch om de burgers en bewoners van Den Haag te dienen? De bewoners zien de hele gang van zaken bij het Spuiforum met steeds grotere verbazing aan en overwegen juridische stappen als hun belangen bij het definitieve besluit genegeerd blijven. Vooralsnog hopen zij dat het niet zover hoeft te komen en dat de gemeenteraadsleden hun werk zorgvuldig en naar behoren zullen doen. De bewoners zullen dit nauwlettend volgen. Joris Wijsmuller van de Stadspartij heeft namens de bewoners vragen gesteld. Bewoners van het Hertzbergercomplex aan het Spui roeren zich nu ook. Veel bewoners hebben een poster tegen het Spuiforum opgehangen. > Foto: C&R
uw mening
uw mening
Voorspelbaar
Koninkrijk
Het wordt een beetje voorspelbaar allemaal. Jullie mening is over het Spuiforum nu wel duidelijk. Je kunt je bijna niet voorstellen dat er ook Hagenaars zijn die het wel mooi vinden. Hou ’ns op met dat constant afzeiken, daar heb je al genoeg mensen van in de stad. Ben blij dat de gemeente af en toe eens wat doorduwt.
Check hoe Den Haag er in de jaren 80 uitzag. Als er toen naar iedereen geluisterd was, zou er niks zijn veranderd. Nee, ik ben geen ambtenaar of op welke manier dan ook betrokken. Verder vind ik jullie krant echt de moeite waard. Fred van de Graaf
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
Naar aanleiding van mijn bijdrage over de geschiedenis van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst aan de rubriek Terugblik in Den Haag Centraal van 17 juli stelt de heer Han Heemskerk in de krant van 13 september voor zichzelf vast dat ik de geschiedenis van ons land niet zou kennen en ‘mee ga in de waan van de dag’. In de bijdrage merk ik op dat ons koninkrijk in 1813 werd gevestigd. Heemskerk vindt dat het koninkrijk al 7 jaar eerder in ons land gevestigd werd met de installatie van Lodewijk
Napoleon als koning van Holland. Hij heeft gelijk dat in 1806 het Koninkrijk Holland gevestigd werd maar geen gelijk dat het Koninkrijk der Nederlanden, dat in de periode 1813-1815 gevormd werd, een voortzetting zou zijn van het Koninkrijk Holland. In 1810 werd het Koninkrijk Holland namelijk alweer opgeheven en werd ons land ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. In 1813 herkregen we onze onafhankelijkheid en werd een nieuw koninkrijk gevestigd, met een nieuwe dynastie (geen
Walter van Teeffelen schrijft namens de bewoners van het Hertzberger-gebouw
Bonapartes maar de oude Oranjes) en een nieuwe grondwet. Dat zullen we in de komende twee jaar vieren. Bovenstaande neemt wat mij betreft niet weg dat de informatie over het Koninkrijk Holland van de heer Heemskerk interessant is. Ik vind het alleen erg jammer dat de inleiding en de conclusie zo persoonlijk, fel en onterecht zijn. Maarten Schenk Directeur Haags Gemeentearchief/ Gemeentearchivaris
9
economie<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Mondriaan maakt één loket voor bedrijven Trek ze hetzelfde T-shirt aan en je ziet ze overal in de stad opduiken, de studenten van ROC Mondriaan die werkend leren of lerend werken. Op een bedrijfsreceptie doen ze de catering, in de thuiszorg helpen ze met aankleden en in de garage zetten ze de kaduke auto op de brug. Nu heeft de lokale kolos in het middelbaar beroepsonderwijs een nieuwe manier gevonden om het bedrijven nog makkelijker te maken om studenten in te zetten: Menskracht 7. Door Pieter de Leeuw Het bedrijventerrein krijgt meer dan één functie. > Foto: BBR Rijswijk
Studentenwoningen in Plaspoelpolder Eén op de vier panden in de Plaspoelpolder in Rijswijk staat leeg. “Maar”, zo klinkt het, “het gaat weer de goede kant op”. De gemeente Rijswijk speelt een belangrijke rol in het ‘revitaliseringsproces’. Studentenwoningen behoren tot de plannen. Door Pieter de Leeuw
Het is vooral de leeftijd die één van de eerste bedrijventerreinen van Nederland (1953) steeds meer parten speelt. Paul Schepman, bestuurslid van de Belangenvereniging Bedrijven Rijswijk licht toe: “Sommige bedrijfspanden zijn 60 jaar geleden opgeleverd en voldoen allang niet meer aan de eisen van nu”. Een aantal van dergelijke panden is dan ook inmiddels gesloopt. De gemeente maakt zich er sterk voor dat er in het gebied studentenwoningen zullen komen. “Daar hebben we geen grote problemen mee”, luidt het zuinige commentaar van Schepman. Hij gelooft niet zo in het gemeentelijk enthousiasme om ‘de functies wonen en werken met elkaar te mengen’. “Het klinkt wel aardig, maar als er iedere ochtend om zes uur een vrachtwagen voor je deur staat uit te laden, geeft dat nogal wat overlast”. Meer heil ziet hij in een pro-actieve houding van de verhuurders. “Als je pand al een paar jaar niet wordt verhuurd, moet je er misschien aan gaan denken om bedrijfsunits te maken”. Remco van Eldik is senior beleidsadviseur Economische Zaken van de ge-
meente en kijkt daar volkomen anders tegenaan. Hij stelt dat het juist van cruciaal belang is om de woonfunctie op het bedrijventerrein een plek te geven. “Maar dan ben je er nog niet”. Er zal nog veel meer moeten worden gedaan om het de werknemer van nu naar de zin te maken. Heel hedendaags zegt hij dat het gaat om ‘een stukje beleving’. De beleidsadviseur schetst een beeld van ‘Plaspoelpolder 2.0’, waar de werknemer tussen de middag ‘een paar kleine boodschappen doet,een broodje kan eten of een bezoekje brengt aan het fitnesscentrum’.
Hotel Plannen zijn er volop. Van Eldik noemt het plan om in het voormalige Sijthoff gebouw een hotel en een conferentieoord op te zetten. In 2011 werd het bestemmingsplan al aangepast waardoor er ondermeer iets meer ruimte kwam voor horeca- exploitanten en medische dienstverleners. Tot die tijd was de Plaspoelpolder voor hen verboden terrein. “We hebben de randjes opgezocht”, noemt de gemeentelijk beleidsadviseur dat. Veel heil verwacht hij ook van de komst van de studenten. “Een aantal ondernemingen is heel kennisintensief met een flinke vraag naar bètastudenten. Wat is er nu mooier dan een leegstaand kantoorpand een nieuwe bestemming te geven en op hetzelfde moment naburige ondernemingen in contact te brengen met nieuw personeel”. “Tot voor kort was het bedrijventer-
rein mono-functioneel”, stelt van Eldik, “net als haar generatiegenoten de Binckhorst en Kerketuinen in Den Haag dat zijn, maar dat gaat dus in deze tijd echt niet meer”. Wat het er voor de plannenmakers niet makkelijker op maakt, zijn de 150 vastgoedeigenaren op de Plaspoelpolder. Van Eldik: “Het gaat er om dat je al die kikkers in één kruiwagen krijgt”. Een aantal vastgoedeigenaren heeft zorgen van een heel ander karakter. “Wat al een paar keer is gebeurd, is dat een verhuurder het al een aantal jaren moet stellen zonder huurinkomsten en niet bereid of niet in staat is om een investering van welke aard dan ook te doen. Uiteindelijk wordt de druk te groot en valt de vastgoedonderneming om waardoor het pand voor een habbekrats op de markt komt en wordt aangekocht door een koopjesjager”. Ondertussen wordt er niet alleen maar gesomberd. Van Eldik: “In de afgelopen zomer is er voor 10.000 vierkante meter kantoorruimte verhandeld”. Niet onbelangrijk is ook de nieuwbouw van het Europees Octrooi Bureau die op haar huidige locatie zal verrijzen. “Een enorme opsteker”, aldus van Eldik. De huurprijzen lopen sterk uiteen. “Sommige verhuurders hanteren een tarief van boven de € 100,– per vierkante meter terwijl in andere panden al kan worden gehuurd voor nog geen € 50,–”. Op het bedrijventerrein werken circa 16.000 mensen in ruim 300 bedrijven. Bij de Shell en het Europees Octrooi Bureau werken ongeveer 5000 mensen.
Ruim 18.000 studenten verspreid over 6 campussen in de regio volgen op dit moment onderwijs op één van de 25 scholen waar zij onderricht krijgen van meer dan 1200 docenten. Dat kan het voor een buitenstaander wel eens wat onoverzichtelijk maken. Marcel van den Broek is directeur van Menskracht 7 en wil maar zeggen dat het hoog tijd werd voor het initiatief. Van den Broek: “Het was niet altijd even makkelijk voor een organisatie om de persoon te vinden die antwoord kon geven op hun specifieke vraag”. Menskracht 7 is dan ook hét loket, van den Broek zoekt nog naar een minder stoffige benaming, waar de klant sowieso binnenkomt. Daarmee is voor de klant de tijdrovende noodzaak komen te vervallen om wegwijs te worden in de organisatie van ROC Mondriaan. De ‘opleidingsadviseurs’ van Menskracht 7 hebben de kennis in huis om de klant een antwoord te kunnen geven of ze gaan naar de plek op zoek waar het betreffende antwoord kan worden gevonden. Van den Broek geeft een voorbeeld. “Als wij van een woonzorgcentrum de vraag krijgen of wij mensen kunnen vinden die ondersteuning bieden op de werkvloer, gaat het meestal om functies die uiteenlopende opleidingen betreft, de zorg, maar ook horeca of techniek. Dan
Autobedrijf Curvers
Antonie Duyckstraat 36 2582 TL Den Haag Tel: 070-354 27 00
Uw Renaultdealer in het Statenkwartier Ook voor de Vogelwijk
Merk Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Renault Opel Ford
Type Twingo 1.2e Expression Twingo II ph2 1,2-16V Dynamiqeu Clio II 1.4-16V Expression Automaat 3-drs Clio III 1.6-16V Night&Day Automaat 5-drs Modus 1.6-16V Tech Road Automaat Megane 1.6-16V RXT Megane 1.6-16V RXE Automaat Scenic 2.0e Kaleido Automaat Scenic II 1.6-16V Expression Comfort Scenic II 2.0-16V Privilege Luxe Espace IV 2.0-16V T. Privilege Espace IV 2.0-16V T. Tech Line Automaat Zafira 2.2 Elegance Automaat Fusion 1.4-16V FunX
Kleur rood wit rood blauwmetaal rood roodmetaal zilvermetaal roodmetaal grijsmetaal zwartmetaal d.grijsmetaal zilvermetaal grijsmetaal grijsmetaal
Windkracht De naam getuigt van een gezond zelfbewustzijn. Van den Broek: “Menskracht lijkt mij vrij duidelijk, dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait”. De 7 staat voor windkracht waarmee wordt bedoeld dat als de Mondriaantjes worden ingezet, er een frisse wind op de werkvloer opsteekt. “Geen briesje, maar natuurlijk ook geen orkaan”. Voor het merendeel van de studenten geldt dat ze uit de wind blijven, want circa driekwart van de leerlingen volgt na de VMBO een beroepsopleiding om met het behaalde diploma op meer traditionele wijze naar een baan te gaan zoeken. Voor een kwart van de leerlingen, de zogeheten BBL-studenten (beroepsbegeleidende leerweg), gaat het werken bij een bedrijf of organisatie samen met het volgen van een opleiding. Flexibiliteit en op maat werken zijn veelgebezigde uitdrukkingen als het gaat om te wijzen op de voordelen van Menskracht 7. Van den Broek komt met een voorbeeld: “Wat je op dit moment veel ziet gebeuren, is dat de mensen die in de kinderopvang werken geen emplooi meer vinden en bij ons omgeschoold worden voor een baan in de ouderenzorg. Dat is een basisopleiding van ons. Maar het kan goed zijn dat een verpleeginstelling behoefte heeft aan mensen die om kunnen gaan met agressie bij demente bewoners. Dat is een hele specifieke vaardigheid die niet in de basisopleiding zit, maar die wij, als daaraan behoefte bestaat, wel kunnen ontwikkelen”. Het tempo waarin de maatschappelijke veranderingen zich aandienen, kan op deze manier makkelijker worden gevolgd, betoogt de directeur. Natuurlijk kan niet alles. “Het moet haalbaar, betaalbaar en organiseerbaar zijn. Maar er kan wel veel, heel veel”.
Menskracht 7 maakt ROC Mondriaan toegankelijker. > Foto: PR
Ingezonden mededeling
CURVERS
is het zinvol als die vraag op een centrale plek binnenkomt en vervolgens intern wordt uitgezet”.
Km 115000 9000 82000 7500 53000 122000 187000 230000 214000 180000 170000 115000 150000 98000
bouwjaar 2004 / 4 2012 / 5 2001 / 10 2012 / 1 2006 / 3 1999 / 7 1999 / 11 1999 / 1 2004 / 2 2003 / 1 2002 / 10 2006 / 2 2002 / 6 2006 / 12
www. AuTobeDrijfCurvers.nL
Prijs 2.950 9.950 3.450 18.950 6.950 1.950 1.950 2.450 2.950 3.950 3.950 12.950 3.950 5.950
10>interview Vilan
Zorgmijder
Dat eigen risico van 350 euro heb ik nog steeds. Tot dusver heb ik er geen cent van opgemaakt. Dat komt omdat ik een huishoudboekje ernaast leg. Het mijne, en niet dat van de overheid of van de zorgverzekeraars die alweer veel te veel winst maken. Ik wil ook winst, en vooral van mijn eigen verzekering. Maar ja. Dat mag dan weer niet. En daar heb je de kwestie van het principe. We moeten zuinig zijn op de zorg, de kosten rijzen de pan uit, elk jaar stijgen de rekeningen met miljoenen en die 350 euro valt dus in verhouding best mee. Alleen niet als je het zelf op tafel moet leggen. En sinds ik die berichten heb gelezen over de grote winsten, begin ik er toch anders over te denken. Praktisch gerekend wordt het pas leuk na het opeten van het eigen risico. Het is alweer oktober, dus dat moet ik in drie maanden zien te doen. Misschien een intensief therapietje, er is altijd wel wat. Of fijne sessies haptonomie, aaien en praten kost tegenwoordig flink veel. Voor de zekerheid kan ik enkele bloedonderzoekjes laten doen, zoiets tikt lekker aan en je hebt weer nieuwe informatie over jezelf. Krijg ik alles in de agenda geroosterd, dan wordt het daarna shoppen in de polis, net waar ik zin in heb. Kunt u ook doen. Uw polis staat net als de mijne ergens online. Het afgelopen jaar heb ik haast niks gedaan dat geld kostte. Het bijbetalen voor medicijnen begon me behoorlijk tegen te staan. Toen de huisarts me een keer ‘voor de zekerheid’ naar de bloedprikkers wilde sturen, dacht ik aan mijn eigen risico en weigerde. Ik ben een zorgmijder geworden. Zo heet dat. Van zorgmijder naar zorgshopper is een kleine stap, kan ik u verzekeren. Die polis is een openbaring. Je weet gewoon niet waar je allemaal voor betaalt, tot je het opgesomd ziet staan. Dat zijn behandelingen waarvan je opeens gaat nadenken, of je ervan zou opknappen of misschien is de ervaring leuk. De kunst is natuurlijk om dan niet wéér te moeten bijbetalen, anders blijf je bezig. Maar iets voor al dat geld wil ik terug, vooral nu anderen zulke winsten maken op mijn gezondheid. Het enige dat me echt tegenhoudt, behalve de wetenschap dat de zorg het barstend druk heeft aan het einde van het jaar, is dat knagende gevoel van binnen. Iedereen doet het, maar het is en blijft oneerlijk. Als ze allemaal in de sloot springen, kan ik het dan ook doen? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
Charles den Tex over het schrijven van spannende boeken
‘Het eerste idee van een nieuw boek is doorgaans heel vaag’
Is het niet ironisch dat misdaadauteur Charles den Tex (1952) een werkkamer huurt in het pand van de Nederlandse orde van advocaten? Het kantoor ligt op een kleine wandeling van zijn woonhuis in het Benoordenhout. Hij deelt het met zijn partner Anneloes Timmerije, ook schrijver. ‘Wie hem het hardst nodig heeft, mag hier werken’. Als ze in Den Haag zijn tenminste, want ze verblijven de helft van het jaar in Frankrijk.
>Foto: Piet Gispen
Door Thijs Kramer Dit jaar zijn ze langer dan gebruikelijk in Nederland. Den Tex: “Naast onze boeken, schrijven Anneloes en ik ook in opdracht. Als we te lang uit Nederland weg zijn, merken we dat we buiten beeld raken bij onze eventuele opdrachtgevers”. Dit jaar verscheen het resultaat van zo’n opdracht: een geschiedenis van de familie Fentener van Vlissingen, getiteld: ‘Ik ben koopman’. Daarnaast kwam er een nieuwe thriller uit: ‘De erfgenaam’. Het werd in de pers lovend tot laaiend enthousiast besproken. Den Tex: “Ik kom oorspronkelijk uit de reclame. Ik was tekstschrijver en deed communicatieadvies. Van daaruit stapte ik over naar managementadvies en fusiemanagement. Allemaal op freelance basis. In 1994 werkte ik mee aan het samengaan van de energiebedrijven waar Eneco uit is ontstaan. Ik was nog bezig met die fusie, toen in 1995 mijn eerste thriller, ‘Dump’, verscheen. Mijn uitgever toen, Mai Spijkers, zei direct tegen mij: “U denkt dat het om dit boek gaat, maar dat is niet zo. Het gaat om uw volgende boek”. Hij wilde dat ik direct aan een nieuw boek ging werken. Tegelijkertijd wilde het bureau dat mij had ingehuurd
om die fusie te doen, ook met mij door. Ze boden me een baan aan. Het gesprek met Spijkers vond in dezelfde week plaats als het gesprek met het adviesbureau. Ik heb toen het gesprek met die laatste uitgesteld tot ik het gesprek met mijn uitgever achter de rug had. De baan ging niet door omdat ik drie maanden per jaar vakantie vroeg om te schrijven. Dat wilden ze niet, maar ik ben wel op freelance basis klussen voor ze blijven doen. Op den duur was het niet goed meer te combineren met het schrijven van boeken. Ik begon aandacht voor het advieswerk te verliezen. Ik ben wel communicatiewerk blijven doen,
‘Voor het eerst kunnen Anneloes en ik het aan het eind van de dag over ons werk hebben’
en schrijven in opdrachten. Het boek over Fentener van Vlissingen dat net is verschenen, begon ook als opdracht, al was dit wel een uitzonderlijke opdracht. Ik heb er zeven jaar aan gewerkt. Het liefst wil ik mijn opdrachten zoveel mogelijk in de fictie vinden, scenario’s voor televisie en dergelijke”. Steenkolen Er zijn duidelijke parallellen aan te wijzen tussen ‘Ik ben koopman’ en Den Tex’ laatste thriller ‘De erfgenaam’. Dat boek draait om Breder Weltmann, telg uit een familie die rijk geworden is van de steenkolen in Limburg. De hele plattelandssamenleving draaide om de mijnen. Maar alleen de familie Weltmann vergaarde een fortuin en toen het steenkolentijdperk ten einde liep, stapte die er precies op tijd uit. Breder heeft er een landhuis in de Limburgse heuvels aan overgehouden plus een zeer kapitaalkrachtig investeringsfonds. Als het landhuis op een dag de lucht in vliegt, blijkt dat er mensen zijn die nog een rekening met hem te vereffenen hebben. Den Tex beschrijft op invoelbare wijze de wereld van de mijnbouw. Over de keuterboeren die niet wisten dat ze op een kolenmijn zaten en hun land voor een prikkie aan de familie
Weltmann verkochten en over de mijnwerkers die enkele generaties later werkloos achterbleven toen de mijnen gesloten werden. Maar centraal staat het perspectief van de eigenaar van de mijnen. Of beter gezegd, de erfgenaam daarvan. Hier dringt zich de overeenkomst met de familie Fentener van Vlissingen op, immers ook groot geworden in de kolen. Den Tex: “Het eerste idee van een nieuw boek is doorgaans heel vaag. Dan begin ik in een schriftje flarden te schrijven, net zolang tot dingen op hun plaats beginnen te vallen. Zo ook met ‘De erfgenaam’. Het basisidee daarvoor is al een jaar of negen oud en was aanvankelijk heel anders dan het boek uiteindelijk is geworden. Dat idee voor dit boek bleef jaren liggen, ik ben eerst andere boeken gaan schrijven. Toen ik met Fentener van Vlissingen aan de slag ging, kwam ik in aanraking met de geschiedenis van de Limburgse mijnbouw. Ik besloot die als achtergrond te gebruiken voor dit boek. Dat ‘De erfgenaam’ gesitueerd is in de wereld van de kolenindustrie is dus rechtstreeks het gevolg van mijn onderzoek naar de familie Fentener van Vlissingen”. De Familie Fentener van Vlissingen bezit anno 2013 het grootste familiebedrijf van Nederland, SHV.
11
interview<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
‘Het heeft een tijdje geduurd voor de Nederlandse schrijvers een inhaalslag hebben gemaakt’ De oorsprong van dit bedrijf ligt rond het jaar 1600. Nu is het actief in onder meer olie, gas en zware industrie. Maar ook bedrijven als Kijkshop, Xenos, Makro, zijn eigendom van de familie. Een familie die bij voorkeur zo min mogelijk in de publiciteit komt. Dat nu dit boek verschijnt, is dan ook opmerkelijk. Den Tex: “Die geslotenheid was voor mij juist heel aantrekkelijk, het is een tamelijk onontgonnen gebied. Dat ik in opdracht van de familie heb geschreven, had natuurlijk als nadeel dat het geautoriseerd moest worden. Maar het voordeel was dat de familie meewerkte en dat ik inzage kreeg in archieven die tot dan toe voor buitenstaanders gesloten waren gebleven. Ik heb niet geschreven over privézaken van de familie. Het aanvankelijke plan was dat het een uitgave voor de familie zelf zou worden. Gaandeweg ontstond binnen de familie het idee om het uit te geven voor een groter publiek. Toen ben ik naar mijn uitgever De Geus gestapt en die wilde het graag uitgeven. De grote kluis die in ‘De erfgenaam’ een cruciale rol speelt, is exact die onder het hoofdgebouw van de VHS in Utrecht. Het is een ondergrondse kluiskamer die verbonden is met een tweede kluiskamer waarin het familiearchief
zich bevindt. Ik heb er maanden in doorgebracht om het archief door te spitten. Een verdere vergelijking tussen beide families gaat overigens mank. Fentener van Vlissingen heeft zich nooit zaken toegeëigend die niet van hen waren, zoals Weltmann dat heeft gedaan. Hier dus geen skeletten in een kast onder een trap zoals in ‘De erfgenaam’ ”. Verbaasd “Ik krijg al jaren veelvuldig de vraag gesteld: wanneer ga je nu eens een echt boek schrijven. Ook hoor ik vaak van mensen: “Ik lees nooit thrillers, maar die van jou vind ik wel goed”. Ik heb daar overigens geen probleem mee. Ik hoor het aan en ben wel verbaasd. Ik ben een genreschrijver. Ik schrijf thrillers. Je hebt regels en beperkingen die het genre opleggen, maar binnen die beperkingen kun je heel veel. Dat vind ik het aantrekkelijke van thrillers schrijven. Je hebt een kader waarbinnen je opereert en binnen dat kader kun je alles doen wat je wilt. Het verhaal dat ik vertel moet goed zijn; dat besef houdt me bij de les. Als ik niet die beperkingen heb, heb ik de neiging van het verhaal weg te drijven. Het verhaal is onderdeel van het ambacht van de schrijver. Het is
niet alleen maar stijl of thema. Het genre spreekt mij ook aan omdat je een wat eenvoudiger tegenstelling van goed en kwaad hebt. Er zit een zekere eenvoud in de regels van de thriller. Vanuit die vrij simpele tegenstelling ga je spelen en variëren. Is de good guy inderdaad goed en hoe slecht is de bad guy? Een zwakte van het genre is misschien dat het te vaak op een goed einde uitdraait. Maar ook dat kun je naar je hand zetten. Dat het uiteindelijk wel allemaal klopt, maar niet zoals de lezer had gedacht. Een aantal elementen uit het genre heeft zo’n aantrekkingkracht op lezers, omdat ze zo helder zijn. Plotloos schrijven is maar aan heel weinigen gegeven. Dan lees ik liever iets met een goede plot. Al moet het ook dan nog steeds goed geschreven zijn”. “Er zijn de laatste jaren meer schrijvers van misdaadromans dan ooit en er is meer aandacht voor dan ooit. Spannende boeken zijn altijd al heel populair geweest, alleen waren er weinig Nederlandse auteurs. Havank, Janwillem van de Wetering; dat waren lange tijd de Nederlandse grootheden van het vak. Veel Nederlandse liefhebbers lazen vooral buitenlandse auteurs. Het heeft een tijdje geduurd voor de Nederlandse schrijvers een inhaalslag hebben gemaakt. Dat gebeur-
de vlak voordat ik ging schrijven. René Appel, Tomas Ross zijn daarin belangrijk geweest. Toen ik in 1995 begon, was er nog een overzichtelijke club van misdaadschrijvers. Bij de uitreiking van de Gouden Strop in de Rode Hoed in Amsterdam zag ik steeds dezelfde mensen. Toen kwamen de vrouwen: Saskia Noort, Esther Verhoef, die hebben de wereld van het spannende boek opengebroken en toen heeft het genre een enorme vlucht genomen. Dat heeft een grote aanzuigende werking gehad op nieuwe schrijvers. Dat is goed, want als je niet een flinke groep professionele schrijvers hebt, dan komen de goeden er ook niet”. Partner Den Tex werkt alweer aan een nieuw boek in opdracht. Wat het wordt, kan hij nog niet verklappen. Wel dat het opnieuw een boek wordt waarvoor hij jaren zal moeten uittrekken en waarvoor hij heel veel mensen zal interviewen. ”Ik vind het heerlijk om aan zo’n project te werken. Niet volcontinu, maar ik kan er steeds naar terugkeren als ik iets anders afheb. Het is een heel andere manier van schrijven dan literaire fictie”. Den Tex kan het weten, zijn partner Anneloes Timmerije schrijft trefzeker
literair werk met een grote verbeeldingskracht. Haar laatste verhalenbundel werd door de literaire kritiek hoog aangeslagen. Den Tex: “Ik piel heel erg aan de eerste 20 à 30 pagina’s van een nieuw boek, daarin moet ik de sfeer en cadans die ik zoek te pakken krijgen. Maar als dat eenmaal staat, dan schrijf ik dóór tot het verhaal er is. Pas in tweede instantie ga ik schaven en fouten wegwerken. Anneloes werkt heel anders dan ik. Zij schrijft pas een nieuwe zin als de vorige helemaal goed is. Normaal werken wij ieder aan onze eigen boeken en houden we dat strikt gescheiden. Dan praten we ook niet over ons werk, alleen als één van ons vastzit. Maar meestal wil ik niet weten wat Anneloes aan het doen is en Anneloes wil niet weten wat ik doe. We zitten toch elk met onze kop in ons eigen verhaal en dan is het verhaal van de ander gewoon storend. Maar nu werken we voor het eerst samen aan een boek. Een gefictionaliseerd verhaal gebaseerd op ware gebeurtenissen. We hadden al langer het plan om samen iets te schrijven, maar dat mislukte steeds. Nu is de eerste versie bijna af, de uitgever is enthousiast. Voor het eerst kunnen Anneloes en ik het aan het eind van de dag over ons werk hebben”.
Muziek op straat, in winkels, woonkamers en natuurlijk ook in het theater
www.laaktheater.nl THC LM ADV DHC:Opmaak 1 03-04-13 15:00 Pagina 1
Wegens omstandigheden loop ik uitgerekend in Sint Petersburg na te denken over wat spelen in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag voor mij betekent. Met Toneelgroep Amsterdam spelen we hier in Rusland De Russen! Geschreven door Tom Lanoye, maar eigenlijk natuurlijk door Tsjechov. Hij was het die Platonov en Ivanov schreef, waar Tom zijn tekst op baseerde. Maar we komen hier niet alleen om te spelen. Op de avond van de Russische première lezen we na de voorstelling een statement voor tégen de antihomowetgeving van Poetin. De reacties zijn mooi, mensen applaudisseren, maar er klinkt ook protest. Het heeft dus zin dat we dit doen, zo voelt het althans. Het is fantastisch om Tsjechov te kunnen spelen in Rusland, het land waar hij vandaan komt. Net als Tsjaikovski, Diaghilev, Nijinsky… Het voelt extra goed om “een hart onder de riem te kunnen steken van degenen die lijden onder die wetten.” Als ik denk aan spelen in Den Haag schieten me direct een paar dingen te
© Jan Versweyveld
r e i e d e a r B rie daag n d u zi e k s m festival in Laak 2 5 / 2 6 / 27 ok t o b e r
Iedere maand schrijft een acteur of actrice namens de Koninklijke Schouwburg over zijn of haar belevingen. Deze maand: Eelco Smits (1977), sinds 2005 verbonden aan Toneelgroep Amsterdam. Hij speelde in o.a. in Angels in America, Opening Night, Spoken en Nora.
binnen. Het feit dat we om één of andere reden altijd te vroeg aankomen na onze reis uit Amsterdam. Dan hangen we in de banken in de gezellige artiestenfoyer en lezen tijdschriften tot het tijd is om te gaan eten. En dan denk ik aan kroketten eten in de Posthoorn op het Lange Voorhout met mijn vriendin Esther Scheldwacht die in Den Haag woont en aan wie ik onwillekeurig óók moet denken als ik aan spelen in Den Haag denk. En aan de douches in de kleedkamers. Den Haag heeft de beste douches, zonder meer. Maar het mooist aan spelen in Den Haag, of aan spelen in Sint Petersburg of waar dan ook, is dat je op reis bent om met het publiek te delen wat je hebt gemaakt. Op maandag 21 en dinsdag 22 oktober spelen we De meeuw in de Grote Zaal van de Koninklijke Schouwburg. Van Tsjechov dus. Uit Rusland. Ik hoop dat u komt kijken, we zijn er namelijk heel trots op. Eelco Smits
‘Hard, rauw en verstikkend mooi’ NRC****
! D G N E L R E V K E O Z R E V OP VELER The Harbour Club r o t
t e r d a m
Lobster Monday! Elke maandag serveren wij een hele kreeft voor maar; The Harbour € 24, 95 Club
Toneelgroep Amsterdam speelt De meeuw, Tsjechovs sidderende liefdesdrama, op maandag 21 en dinsdag 22 oktober in de Koninklijke Schouwburg. Met o.a. Hans Kesting, Chris Nietvelt, Hélène Devos en Eelco Smits. Regie: Thomas Ostermeier
s c h e v e n i n g e n
Wi j r ad en aa n tijd i g t e re s e r ve r e n! Dr. Lelykade 5-13 | Scheveningen T +31(0)70 - 891 32 24
www.theharbourclub.nl
The Harbour Group
Kijk op www.ks.nl voor tickets en meer informatie
13
cultuur<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
‘Chanel: de legende’, meer dan mooie kleding Het bekendste Chanel ontwerp? Het is moeilijk kiezen tussen de tweed mantelpakjes, de doorgestikte handtas met schakelketting, de ‘little black dress’. En anders wel het parfum Chanel No.5. Ze zijn alle terug te vinden in ‘Chanel: de legende’ in het Gemeentemuseum. Door Babeth Knol
Een tentoonstelling die in vergelijking met eerdere modetentoonstellingen in het Gemeentemuseum opvallend ingetogen is. Vaste vormgever Maarten Spruyt werkte dit keer voornamelijk in zwart-wit. Een keuze die uitstekend past bij Coco Chanel, voor wie mode vooral ging om de vrouw ín de kleding. De vroegste stukken die te zien zijn, dateren uit de jaren 20, vlak nadat Gabrielle Chanel (1883-1971) zich had laten inschrijven als couturière, haar zo bekende logo – twee in elkaar gehaakte C’s – ontwierp en haar wereldberoemde parfum lanceerde. Zoals een zwierige asymmetrische avondjurk in mousseline. En een zwarte jurk, gemaakt rond dezelfde tijd en in dezelfde stijl als het model ‘817’ dat in 1926 door modeblad Vogue werd uitgeroepen tot de ‘T-Ford’ van de kleding, toen de best verkochte auto ter wereld. Zij zagen in het zwarte jurkje een eenvoudig en praktisch ontwerp dat de hele wereld zou gaan dragen. ‘A fashion that does not reach the street, is not a fashion’, vond Chanel. Draagbaarheid, comfort en een perfecte pasvorm staan daarom centraal. Vrouwen moesten er hun armen in kunnen buigen. Bukken. Autorijden. Kleding zonder poespas, waarin alles een functie heeft. Geen nepzakken. Geen knopen voor de sier. Ook de zo kenmerkende ketting langs de zoom van jasjes zit daar niet zomaar; het extra gewicht ervan zorgt ervoor dat het mooi naar beneden hangt. En gedragen werden ze. In de tentoonstelling worden creaties getoond die gedragen werden door Sissi-actrice Romy Schneider, Marlène Dietrich en koningin Paola van België. De populariteit van de Chanel mantelpakken zorgde voor nog veel meer ontwerpen ‘in de stijl van’ en regelrechte kopieën. Ook daarvan is een flinke selectie te zien. Overigens werden ook die look-a-likes niet gemaakt of gedragen door de minsten. Prinses Beatrix droeg een ‘Chanelpak’ van de Nederlandse couturière Theresia Vreugdenhil op de dag dat ze in ondertrouw ging met Prins Claus. Mantelpakjes De zo gretig geïmiteerde mantelpakjes dateren, net als de minstens zo vaak nagemaakte 2.55 tas, van na de comeback van Chanel in 1954. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had Gabrielle Chanel haar mode-
Ingezonden mededeling
naar modemagnaat, haar filosofie achter de ontwerpen. Zo sober als de tentoonstelling is qua kleur, zo rijk doorspekt is deze met citaten, feitjes (Het extra vakje in de 2.55 tas? ‘Voor liefdesbrieven’) en fabels over Gabrielle ‘Coco’ Chanel. Dat draagt bij aan het gevoel met een legende van
Twee jasjes, een zwarte en een witte, hangen klaar voor bezoekers die willen weten hoe het voelt om een echte Chanel te dragen doen te hebben. Na haar dood in 1971 zetten verschillende ontwerpers die legende voort. De huidige en meest bekende is Karl Lagerfeld. Ook voor zijn rol in het modehuis is in de tentoonstelling aandacht. Voor hoe hij een eigentijdse draai gaf aan de klassieke stukken, maar het gevoel voor vorm, luxe en eenvoud behield.
Coco Chanel, FPG. >Foto: Getty images
Marilyn Monroe met Chanel No. 5. > Foto: Michael Ochs Archives
huis gesloten en zich later teruggetrokken in Zwitserland vanwege haar relatie met een hooggeplaatste nazi-officier. Het modehuis werd na de heropening opnieuw ongekend populair. Ongetwijfeld werd ze daarbij niet gehinderd door Marilyn Monroe, die rond die tijd onthulde dat ze in bed ‘niets droeg behalve een paar druppels Chanel No.5’. In dat jaar ontstond ook de samenwerking met de Franse goudsmid Robert Goos-
meyer tot Yves Saint Laurent. En van een weergaloos gevouwen plisséjurk van Issey Miyake tot asymmetrisch ‘destroy-chique’ van Hussein Chalayan. Op de rand ‘zit’ een levensgroot portret van Coco Chanel, die kritisch en trots over haar schouder kijkt, een sigaret in haar mond. In de vormgeving van ‘Chanel: de legende’ is veel aandacht besteed aan de vrouw achter de ontwerpster. Haar levensverhaal, van arm meisje
sens die haar couture-sieraden nieuw leven inblies. Chanel maakte bij eenvoudige kledingstukken graag een ferm statement met haar sieraden. In de Gemeentemuseum-vitrines is een selectie juwelen te zien die precies dat doen. Ook in de achterste museumzaal is ruimte voor wat spektakel, overigens wel weer in zwart-wit. Op een getrapt podium een keur aan ‘little black dresses’, van C&A Brennink-
Fotostudio Slotstuk van de tentoonstelling is een doe-het-zelf fotostudio. Twee jasjes, een zwarte en een witte, hangen klaar voor bezoekers die willen weten hoe het voelt om een echte Chanel te dragen. Giechelende vrouwen en mannen, van 15 tot 75, wachten begerig op hun beurt om zich in het jasje te laten vereeuwigen. ‘Chanel for everyone’ is de titel van dit project, een vervolg op Lagerfelds ‘The little black jacket’ waarvoor hij één jasje op tal van beroemdheden fotografeerde. Het demonstreert hoe een tijdloos kledingstuk combineert en transformeert met ieders eigen stijl. En benadrukt bovendien hoe prachtig veel modeminnende museumbezoekers zijn gekleed. In de serie kinderkunstboeken van het Gemeentemuseum verschijnt ter gelegenheid van deze tentoonstelling ‘Coco – of het kleine zwarte jurkje’ van Annemarie van Haeringen. In de kindermuseumzaal zijn originele en uitvergrote illustraties uit het boek te zien. Zoals van een kleine Coco die giechelt om een vrouw die zich in een korset wurmt. “Ik doe geen korset aan, nooit!” Uiteraard ook hier weer veel kleine zwarte jurkjes, en een verkleedrek met Chanel-geïnspireerde vestjes, parels en tasjes-met-ketting. Zo helpt het Gemeentemuseum een handje mee om de legende ook voor de volgende generatie te verzekeren. ‘Chanel: de legende’ tot en met 2 februari 2014 in het Gemeentemuseum www.gemeentemuseum.nl
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
De Betovering, internationaal festival voor de jeugd:
‘Geen ontkomen aan, de hele stad staat bol van jeugdtheater’ In een eerder gesprek vertelden Marjet van Os, directeur van Theater Dakota aan de Zuidlarenstraat, en Cees Debets, directeur van Theater aan het Spui, me wat het festival bijzonder maakt: “Er is in oktober geen ontkomen aan. De hele stad staat bol van jeugdtheater en daar werken we graag aan mee. Het is een geweldige manier om kinderen en ouders naar het theater te trekken”, verklaart Van Os. En Debets: “De Betovering is echt een stadsfestival, met klanken van opwinding op het moment dat de programmaboekjes op school worden bezorgd, en ouders die op het schoolplein afspreken elkaar te zullen bellen om plannen te maken”. Verboeket:
‘Haagse herfstvakantie = cultuurvakantie = Betovering’, zo opent de programmabrochure van het jeugdfestival. De leukste herfstvakantie van Nederland! En die speelt zich dus in Den Haag af. Driehonderd activiteiten in tien dagen buitelen over elkaar heen. Door Eric Korsten
Meteen na dit gesprek gaat ze, op het oog onverdroten, maar weer eens de hort op, enkele van de talloze festivallocaties langs, om daar de nodige publiciteitsspullen en aankledingsmateriaal – banieren, posters, karakteristieke Djimmie-de-witte-hond-tafeltjes voor brochures – te bezorgen, opdat er een zekere eenheid in de presentatie is. Het geeft exemplarisch de gedrevenheid weer van Suzanne Verboeket, directeur van ‘De Betovering’, het internationaal kunstfestival voor de jeugd, dat vanaf vrijdag 18 oktober inmiddels voor de veertiende keer in Den Haag wordt gehouden. Ga er met anderhalve fulltime beroepskracht maar aan staan. Het duizelt van honderden verschillende activiteiten in tien dagen, van toptheatervoorstellingen en bijzondere filmvertoningen tot interessante workshops voor theater, dans en beeldende kunst, een installatie, en – tot besluit – een limonadeconcert als tegenhanger van het aloude koffieconcert. Naast festivalcentrum Theater aan het Spui zijn er nog de andere theaters in het stadscentrum en daarbuiten die ‘aanhaken’, onder meer openbare (wijk)bibliotheken, horecagelegenheden aan de Grote Markt, en deze editie doen ook vrijwel alle musea en vele galeries mee. “Bij een peuteractiviteit moet je ze er soms op wijzen dat er een verschoonhoekje moet zijn. En natuurlijk houden kinderen van ravotten, dus is veel speelruimte wenselijk. Daarom is Theater aan het Spui zo’n prima festivalcentrum, een echt hart”. Liefst driehonderd activiteiten! “Thanks to Excel”, lacht Verboeket haar tanden bloot. “Ik kan in mijn hoofd niet eens bijgehouden krijgen wat er wanneer precies te gebeuren staat. En gelukkig hebben we al die medewerkers bij de locaties en onze vrijwilligers die met ons meewerken, zo’n 150 mensen, op wie we kunnen rekenen”.
‘Kinderen kunnen ridder worden. Het is onze manier van Vrienden maken, noem het crowdfunding’
“We willen graag álle kinderen dit mee laten maken. Daarom is het belangrijk dat ons programma-overzicht via scholen wordt verspreid. Het is nu zelfs zo dat scholen die voorheen aangaven geen brochures te verspreiden, ons nu, op verzoek van ouders, bellen of ze niet toch weer op de verspreidingslijst kunnen. ”En dat is wat er de laatste jaren volgens Verboeket sowieso is gebeurd: “We zijn stapje voor stapje groter gegroeid door een samenwerking vanuit veel hoeken. Door de goede verhalen van de eerste locaties waar we kind aan huis mochten zijn, konden we nieuwe locaties toevoegen, sponsors interesseren, de pers bereiken, meer publiek bedienen, werden we interessanter voor de beste gezelschappen om juist bij ons te komen spelen, en de laatste jaren ook internationaal onze neus aan het venster steken”. Debets: “Heel knap dat het festival in relatief korte tijd het zo’n vaste waarde is geworden”. “Als in een opwaartse cirkel versterkt het één het ander”, zegt Verboeket. “Nog steeds is dat het geval. Zo pre-
Wild Thing. > Foto: Noa Verhofstad
senteren we dit jaar voor het eerst de Orde van de Betovering. Kinderen kunnen ridder worden. Het is onze manier van Vrienden maken, noem het crowdfunding”. Luikje De kwaliteit, de diversiteit, de omvang en het enorme succes. Dat zijn volgens Van Os de succesfactoren van De Betovering. Debets: “Mooie voorstellingen voor een groot publiek, het publiek met toegankelijke kwaliteit verrassen en veel uitnodigingen om zelf mee te doen”. “Het is natuurlijk zo”, reageert Verboeket, “dat ouders beslissen of en waar hun kind naar gaat kijken. Aan kwaliteit doen we dus geen concessies. Kinderen kennen geen sociale conventies, zeggen meteen waar het op staat. Je moet kinderen durven laten dromen. Ieder festivalonderdeel is er daarom op gericht om kinderen een luikje in zichzelf te laten vinden en dat te openen. Daarom willen we ook graag dat kinderen zelf aan de slag gaan”. Verboeket licht er wat onderdelen uit. “In De Betoverde Tuin kun je een zelfgemaakt beeld plaatsen, of maak een zwart Coco Chanel-jurkje voor Barbie, je kunt je T-shirt met een zeefdruk laten versieren of een gezeefdrukt affiche maken, er is een textiele nalatenschap voor je oude lievelingskleding, een workshop sculpturen maken met afval uit zee, maak een uitklapstrip die precies past in een luciferdoosje, een muzikale speurtocht met restmaterialen die je van thuis meeneemt, je kunt in de kartonnen stad Tapatoe knutselen aan je eigen kartonnen winkeltje, en – primeur – er komt een workshop ‘Vingerverven met Enummers’, de natuurlijke kleurstoffen die je in voedselwaren vindt . Er zijn goede en slechte E-nummers. Zo hopen we de kinderen hiervan enigszins bewust te maken”. Het middelpunt in dit festijn is Theater aan het Spui. “Voor iedere leeftijd is er wel iets te doen, maar misschien moet je je kind of kleinkind een handje helpen”, aldus Verboeket. “En deelname aan de activiteiten daar betaal je met ‘groentjes’, onze eigen munteenheid”. De Betovering, internationaal kunstfestival voor de jeugd. In de herfstvakantie van 18 tot en met 27 oktober in alle hoeken en gaten van Den Haag. Meer informatie: www.debetovering.nl.
jazz
David Binney bij Synergy in Studio 3 Twee verrassingen deze week in ‘jazzy’ Den Haag. Allereerst het optreden van Mick Coady’s Synergy band met saxofonist David Binney in Studio 3 (18 oktober). Daarnaast de komst van bassist en multi-instrumentalist Marcus Miller naar het Paard (24 oktober). Miller is de bekendste van die twee, maar zijn muziek waaiert dan ook uit tussen funk, pop en jazz. Hij brak destijds door met hulp van Miles Davis, op
diens elpee ‘Tutu’. Kort geleden kwam zijn achtste cd als leider uit, ‘Renaissance’, en ik neem aan dat hij muziek daarvan zal laten horen. Ik feliciteer het onvermoeibare muzikale duo Daly-Nicholas van Equinox Jazz Promotions dat alweer een topper naar Studio 3 (tussen Philipszaal en Lucent) brengt. Kortgeleden nog de Vlaming Bert Joris, een Europese stertrompettist, met de Amerikaan Binney presenteren zij nu een saxo-
fonist van formaat. Ik ken Binney van zijn cd’s op het Act label waarin hij met een zeer eigen toon op de alt steeds zoekend was, moeilijk grijpbaar, niet gemakkelijk vast te pinnen. Zelf somde hij de jazzmusici op die hem beïnvloedden: Stanley Clarke, Jan Hammer, Wayne Shorter, Weather Report, Herbie Hancock. “Ik houd van de openheid en de diversiteit van hun muziek”, zei Binney. “Zij waren niet bang om een electrisch ‘rocked out’ stuk te laten volgen door een klassiek beinvloede akoestische song, of iets puur swingends”. Over zichzelf destijds: “Ik speel wat mensen omschrijven als ‘many styles of music’ ”. Hij was toen vaste muzikant in de 55 Bar in New York: “Ik verander de muziek die ik daar speel vaak van week tot week”. In de Haagse Studio 3 is
hij onderdeel van de band Synergy van de Ierse bassist Mick Coady. Ze maakten samen de cd ‘Nine tales of the pendulum’. Ik ben die hier nog niet tegen gekomen, dus ik citeer maar uit Britse recensies (zie de blogsite ‘Bebop spoken here’). ‘Rusteloos, inventief en democratisch’ lees ik, en ‘op het scherp van de snede van de hedendaagse jazz’. Nog een paar tips voor deze week: Rob Agerbeek in de Regentenkamer met zíjn ‘Tribute to Frans Elsen (24 oktober), in muziekcafé De Kikker (Molenstraat) zingt op 19 oktober Patricia Wisse begeleid door tenorsaxofonist Simon Rigter, in diezelfde Kikker op 25 oktober zangeres Lorena del Mar. In Patrick McGoughs bodega Est Est Est (Wagenplein) op die 19de saxofonist Floriaan Wempe met trio. Floriaan speelt muziek van zijn
debuut cd ‘Flo’s Flow’. Een aanrader. Wempe heeft niet alleen een mooie beheersing van zijn instrument, hij speelt – zo jong als hij is – met een rust en overtuiging improvisaties die er altijd toe doen. Nog een horeca-gelegenheid waar de jazz een kans krijgt: het restaurantje De Twee Heeren in de Oude Molstraat. Daar staat op 25 oktober French Kiss van basgitarist Jeff Aries en die komt met een verrassende bezetting. Op toetsen Willem Friede, de man van de vaak zéér bijzondere arrangementen voor de Cool Collective Band. En Tom Beek. Een saxofonist die prachtig lyrisch en peinzend kan zijn (zijn laatste cd ‘Bliss’), maar ook kan ‘funken’. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Lenneke Ruiten zingt ‘Così fan tutte’
‘Er is een dimensie bijgekomen’ In Mozarts opera ‘Così fan tutte’ wordt de liefde van twee zusjes voor hun verloofden flink op de proef gesteld. Het leidt tot wantrouwen en bedrog. In de half geënsceneerde uitvoering met het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam zingt Lenneke Ruiten de rol van Fiordiligi, de zus die het onderspit delft. Een rol die een groot beroep doet op de elasticiteit van de stembanden, vertelt ze. Door Ellen Segeren
Theatergroep Drang speelt deze keer in VROM. >Foto: Ardito Fotografie
Ministerie VROM decor voor theatergroep Drang De imposante huisvesting van VROM is decor voor actueel theater van Drang. Vier regisseurs schreven een stuk gebaseerd op de locatie en het thema ‘solidariteit’. Door Olivier van Nooten
Waar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) jarenlang huisde, combineert theatergroep Drang vier korte voorstellingen, gebaseerd op de plek en actuele ontwikkelingen. “We spelen altijd op locatie, heel anders dan in de zwarte doos van een theater”, vertelt Lucienne van Amelsfort, die een deel van ‘Familie VROM’ voor haar rekening nam. Waar begin je als je 94.000 m² tot je beschikking hebt? “De ruimte veroveren is altijd een klus. VROM is geweldig, alleen maar oh’s en ah’s als je er rondloopt. In het begin wil je overal en alles bespelen, dus je moet beginnen met afkaderen. In de beperking toont zich de meester... we moeten wel, nu we niet meer in het Kunstenplan zitten. Maar geen flexibeler sector dan de creatieve, waar we met beperkte middelen mooie dingen doen. Eigenlijk snijden we onszelf dus constant in de vingers”. Soms begint het gezelschap volgens de regisseur met een locatie, maar meestal is er eerst het thema (in dit geval ‘solidariteit’). “Het moet in het nu staan, daarna kunnen we op zoek naar een locatie die erbij hoort”. Het tijdelijke karakter van theater op locatie versterkt op die manier waar een stuk over gaat. “Mijn eerste in-
druk van het gebouw was ‘the sky is the limit’, alsof de architecten hoopvol waren over de toekomst. Nu er bezuinigingen zijn, is het goed je af te vragen hoe groot onze solidariteit is met de zwakkeren. Het pand is een soort enorme bontjas om de verhalen heen”. Drang zorgt zelf in elk geval goed voor het publiek. In de koele ruimtes zijn er dekentjes en Van Amelsfort verklapt dat ze glühwein hoopt te gaan serveren, ‘zodat ze het van binnen lekker warm krijgen’. Daarbij duren de losse onderdelen niet langer dan 25 minuten, zodat voor bezoekers enige beweging onderdeel is van vierluik ‘Familie VROM’.
Asielbeleid Langs de ‘verrassingen van het gebouw’ wandelend krijgt men vier verhalen voorgeschoteld. Er is dus alle tijd om de architectuur te bewonderen, voor de gelegenheid van extra accent voorzien: “De lichtontwerper is heerlijk tekeer gegaan”, glundert Van Amelsfort. Zij ging met drie acteurs op zoek naar een manier om het Nederlandse asielbeleid op humoristische wijze aan de kaak te stellen. Met théatre de l’absurde in het achterhoofd maakten zij ‘Zoef Zoef is aan zet’. De regisseur schaamt zich voor het feit dat kinderen die hier opgegroeid zijn, teruggestuurd worden naar ‘onveilige landen’. Ook de korte voorstelling ‘Mozes in de Maxicosy’ gaat over solidariteit, vanuit een ander maatschappelijk vraagstuk en deels gezongen. Kiek Wishaupt toont een alledaags conflict: wanneer Willeke voor een ‘verwen-
bezoekje’ naar de pedicure wil, heeft dochter Sanne net een ontslagklus te klaren en komt de zorg voor baby Mozes in het geding. Jong De andere twee onderdelen zijn geschreven door beginnende regisseurs: “De oude garde wilde dat de jonge generatie deel zou uitmaken en verantwoordelijkheid zou nemen. Die bleken op hun beurt enthousiast om ons nieuwe impulsen te geven, het sloot naadloos op elkaar aan”. Eerder was Pieternel Bollmann bij Drang al actief als actrice, deze keer doet ze de regie, wat ook in het voorjaar een nieuwe voorstelling betekent. Haar stuk ‘Phoenix Roebelinii’ is volledig afgestemd op de binnentuin van het VROM. Ander jong talent is Mirjam Angenent, vorig jaar te zien tijdens de ‘Zomeravonden’ van de theatergroep. Haar stuk ‘Cohesie’ vertelt over ellebogenwerk tussen vriendinnen die professioneel gaan samenwerken. Van Amelsfort beschrijft Drang als het tegenovergestelde: collega’s zijn door de jaren vrienden geworden. Ze is blij met de verschillende keuzes die regisseurs gemaakt hebben. “Angenent doet bijvoorbeeld veel non-verbaal, sterk vanuit de vorm. Bollmann speelt in op ontroering, Wishaupt werkt met zang en comedy, mijn stukje bevat veel taal en slapstick. Toch zijn we allemaal met hetzelfde thema bezig”. Drang: ‘Familie VROM’, 19 oktober (première) tot en met 16 november. Voor meer informatie: drang.nl
“We hadden weinig repetitietijd, daar heb ik wel even van wakker gelegen”, begint sopraan Lenneke Ruiten, “maar de cast is zó goed, het zijn allemaal zulke natuurlijke acteurs, dat het heel soepel is gegaan en ontzettend leuk is om te doen. Rosanne van Sandwijk zingt de rol van het zusje Dorabella, en vanaf het moment dat we elkaar ontmoetten voelt het alsof we echt zusjes zijn. Ook met het orkest en de andere uitvoerenden is het heel fijn samenwerken”. In Mozarts opera testen twee officieren de liefde van hun meisjes, twee zussen. Dat doen ze door vermomd als Albanezen hun versierpogingen op hen los te laten. Daar zijn de dames niet ongevoelig voor en het leidt zelfs tot trouwplannen. Lenneke Ruiten vertelt over haar rol: “Zusje Dorabella is meer een flierefluiter, mijn personage Fiordiligi is serieuzer. Ze is een diep voelend wezen en dat hoor je in de zangpartij. Die ligt meestal op de echte sopraanhoogte, maar daalt ook tot noten van een lage mezzo. De eerste aria in de rol staat bekend als één van de moeilijkste van Mozart vanwege die ligging. De hoge noten en coloraturen moeten lichtheid uitademen, maar die laagte ook. Want al wordt Fiordiligi de verliezer van het spel, het geheel mag niet te dramatisch worden. Het is een ongelooflijk boeiende rol, anders dan andere rollen uit opera’s van Mozart die ik heb gedaan”. Lenneke Ruiten zingt een gevarieerd repertoire: barok, klassiek en romantiek. “Ik selecteer op basis van wat mijn stem aankan en zeker ook op de dirigent. Vaak
zijn dat specialisten in hun stijlgebied, zoals John Eliot Gardiner in de barok en Christian Thielemann in de Duitse romantiek. Zij vragen mij, ze vertrouwen erop dat ik dat kan. En ik leer er ontzettend veel van”. Mozart zit precies in het middengebied van die stijlen en ligt haar goed. En al zei ze altijd dat ze niet wilde kiezen, op haar 35ste is ze op een punt aanbeland om iets meer te sturen. “Vibratoloos barok zingen begint bij mij bodem te verliezen. Ik moet te veel manipuleren met mijn stem om het echt sacraal strak te krijgen en vind het ook minder bevredigend. Dat wil niet zeggen dat ik geen oude muziek meer doe, want ik ga in december met dirigent Marc Minkovski barok uitvoeren, maar dat mag wat ruimer. Hij laat je heel natuurlijk zingen”. Makkelijker Dat ze elf maanden geleden moeder is geworden, heeft qua stem niets met die keuze te maken, legt ze uit. “Nee, fysiek is er niets veranderd, ik zing zelfs makkelijker dan daarvoor. Maar er is mentaal een diepgang bijgekomen die ik nooit had kunnen bedenken. Voor het kamermuziekfestival in Delft afgelopen zomer had ik doorgegeven dat ik ‘Miroir de peine’ van Hendrik Andriessen zou doen, het verhaal over de lijdensweg van Christus door de ogen van Maria. Toen ik dat ging repeteren, kwam ik niet door die tekst heen. Een moeder die haar kind ziet lijden, echt, ik kreeg het mijn strot niet uit. Uiteindelijk heb ik dat concert wel gezongen, en bij het slotakkoord barstte ik in tranen uit en met mij het halve publiek. Na afloop stonden er allemaal snotterende mensen bij mijn kleedkamer. Zo heftig geëmotioneerd raak ik nu niet meer, maar ik ben wel definitief anders. Er is een dimensie bijgekomen waar ik geen vermoeden van had. Daar ben ik wel blij mee”. Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam onder leiding van Ed Spanjaard, met solisten. ‘Così fan tutte’ van Mozart. Zondag 20 oktober, 14.30 uur, Dr Anton Philipszaal. Meer informatie: www.ltd.nl en www.lennekeruiten.com
Lenneke Ruiten. >Foto: Victor Thomas
Marcel van Eeden krijgt Ouborgprijs Marcel van Eeden (1965) ontvangt dit jaar de Ouborg Prijs, vernoemd naar de Haagse kunstenaar Pieter Ouborg (1893-1956). Deze stadsprijs voor beeldende kunst wordt om de twee jaar toegekend aan een Haagse kunstenaar voor een œuvre dat zowel (inter)nationaal als lokaal van grote betekenis is. Van
Eeden krijgt tevens een bedrag van € 10.000, een rijk geïllustreerde publicatie uitgegeven door Stroom Den Haag, en een tentoonstelling in het Gemeentemuseum, waar hij zijn installatie Sammlung Boryna (2009) toont. De tentoonstelling loopt van 8 november tot en met 2 maart 2014.
Haagse rockgeschiedenis in twaalf prenten Den Haag draagt nog altijd met verve de titel ‘Rockstad nummer 1’. De stad van Golden Earrings, Motions, Q65 en Shocking Blue. De stad van De Marathon, Eekhoorn, Drie Stoepen, Paul Acket, Jacques Senf, Ad Lagerwaard, Gerritsen en Servaas. Popgeschiedenis ligt in de Residentie voor het oprapen. Kunstenaarsduo Marcello&Els liet zich inspireren door oude popfoto’s en brengt vijftig jaar na dato een reeks bijzondere prenten uit. Via Den Haag Centraal te koop per stuk of als reeks. Een jaar lang elke maand een nieuwe.
Speciaal voor onze lezerS De Print van de Maand is een initiatief van Marcello’s Art Factory in samenwerking met Den Haag Centraal en Museum Rockart. Een losse artprint kost € 249,- per stuk. Als u zich echter inschrijft op zes of twaalf prints kosten de kunstwerken € 99,- respectievelijk € 89,- per stuk. Gespreide betaling is mogelijk. Maar als u de serie vooruit betaalt, krijgt u nog eens 5% extra korting. Nog een extraatje: bij elke print ontvangt u een toepasselijk verhaal van een bekende Haagse columnist, journalist of schrijver. Prijzen inclusief 21% btw. Kijk voor voorbeelden, voorwaarden, mogelijkheden en het bestelformulier op www.denhaagcentraal.net.
Roll Started ‘n k c o R y a D e Th zien om de Stones te
en gekomen . rd jongeren war de proef gesteld Achttienhonde werd danig op ld du ge on pr hu r or aa vo M ge . pi rs za en niks ande d tijdens het ge aardige televisieploeg ha halve achtensw Be . en De aanwezige kk fo op n pe lo bevon, ig es rd nd aa be el veningse jeugd gramma de bo he Sc en e s Hergs e aa van H vant-la-lettr al afvaardigingen ens ook BN’ers-a ig ch was er Bü ov ijn iek bl ew pu n Keulen. Boud den zich in het va sje en cht M da en ge il Bloom nge tijd ook man Brood, Ph ach, die heeft la r e de lv aa m ha k, Be . oo op en es gg delijk de Ston ein er naar eigen ze en or m ko do en an er was. D n hout en fless dat ie Mick Jagg rd. er dan al stukke ve jn ul zi rp en ve ar er ht sw en een kroonluc ng ni meegebrachte et leu m t ar he n ct wordt en heeft ee l Delilah’. Al dire de zaal gevlogen nd met ‘Beautifu Van een echt concert is vanaf ba de t en op ns Stoïcij etrokken. l n een muzikaa van Jagger losg er is er sprake va microfoonsnoer rd ee om r; dr s ee er m m ke en spra stormen im dat moment ge ten t eerste nummer ch da ve ge Na . ge tie vi lu he vo , wat ondersteunde re elen s het podium op n toeschouwer ket. Niettemin sp men opgewonde oosten en de knokploeg van Ac lakkige rv pe op de or pp su og’; vo oplevert met de ‘Walking The D ar geweest: toorbaar door: e de tekst hoorba ar w n, te de Stones onvers tla ui nd dog…” ho e us th k rs al cu w om to luisteraar een sto how to do it, I’ll show you how ig’ terug ow het ‘langharig tu op het podium “...If you don’t kn iven. en ed nt ag ge st t iea lit he n po n ook basis staat va de n aa Inmiddels staa ig pot ill ka n ijw en worde en, dat onvr compleet: gordijn or de zaal. Ook de de zaal in te gooi ht ec s ao ch de mmer is hters do Bij het derde nu elen en kroonluc gehaniegen lampen, sto hijnt in de gordijnen te hebben vl er en d ur he sc s gesc nu da or No n. s te slope ethouder om het Kurhau latere Haagse w ouw van verwoede poging s. Jos Acket, de vr n fle ee n in ee al or en do t To ak ra gen. sloten. ge ge dt op or t w ile t Ian Stewar ssa op het to Stones-pianist man met de ka r Jos Brink ar to ha ta or en es do pr dt or en ul, w gebracht organisator Pa dt in veiligheid ke de Nooij wor . en Zwangere Tine jank in een hoekje te staat van angst
Als eerste prent verschijnt de rel in het Kurhaus, bij het optreden van The Rolling Stones op 8 augustus 1964; door dj Joost den Draaijer aangeduid als ‘het grote afscheid van de braafheid’. Hiernaast een fragment uit het boek ‘De teennagels van Keith Richards’ van de Haagse auteur Karel Kanits.
Den Haag entraal
17
sport<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Ook hockey en cricket vieren mee
‘Het kleine Craeyenhout is groot geworden’ Niet alleen de voetballers van HBS jubileren. Ook de hockeyers en cricketers vieren feest. Onderschat de kracht en invloed van deze sporten niet. Juist de mix van drie verwanten geeft HBS haar unieke familiaire karakter. Door Arnout Verzijl
Je kunt ook Braef Stant Houden met een stick in je handen. Of met een cricketbat. Want HBS is meer dan voetbal alleen. Veel meer. De hockeysters van HBS-Craeyenhout vormen samen met de cricketers en hun voetballende clubgenoten de drie pijlers waarop HBS rust. Wie het organogram van HBS in ogenschouw neemt, fronst even de wenkbrauwen. Er is een algemeen bestuur, aangevoerd door Jacco Visser. Hierin hebben ook de voorzitters van voetbal, hockey en cricket een zetel. Daarnaast is er een zelfstandig opererend voetbalbestuur. Deze mate van georganiseerde beslissingsbevoegdheid is nodig, want HBS behoort tot de grotere verenigingen van Zuid-Holland. De relatie met cricket is er één die dateert van ver voor WOII. Deze tak van sport wordt beoefend sinds 9 juli 1928. Lang behoorde HBS tot de crickettop van Nederland. “Toen ik midden jaren tachtig in het eerste team speelde, werd er voortdurend gerefereerd aan de drie landstitels die we tussen 1978 en 1980 behaalden”, lacht Reinout Scholte. Het bleek de succesvolste periode ooit, blikt de preses van de crickettak vol weemoed terug. Afgelopen zomer degradeerde het eerste team uit de Topklasse. Het doet nog steeds pijn. “Al kwam het niet onverwacht. We hebben een jong team. Dit was gewoon een maatje te groot voor ons”.
Oud-voorzitter Marleen van Schaik hield er een actief jeugdbeleid op na. > Foto:Creatieve Images
De cricketzomer van 2013 stond voor HBS in het teken van het ‘eigen’ jubileum. “We hebben ons 85-jarig bestaan gevierd met een wedstrijd van ons eerste tegen een team van oud-internationals. Gevolgd door een zeer geslaagde barbecue met live muziek”. Precies de associatie die cricket oproept. Een lange dag buiten, gevolgd door een genoegzame avond vol culinaire verantwoording. HBS is de strijd met het ietwat oubolli-
ge beeld van deze Engelse sport aangegaan. Dankzij actief jeugdbeleid zijn er nu rond de vijftig jonge kinderen die met veel plezier in de zomer de bal uit het veld proberen te slaan. “In de categorie onder 9 jaar hebben we twee landskampioenen. Onze grootste zorg nu is het blijven enthousiasmeren van de groep tieners. Slagen we erin die voor de club te behouden, dan kunnen we onze doelstelling op redelijke termijn effectueren”. HBS wil zo snel mo-
gelijk weer een vaste waarde worden op het hoogste nationale niveau. Voetbal en cricket zijn van oudsher nauw met elkaar verbonden bij HBS. “Meer dan bij hockey het geval was”, zegt Guus Pieters. Hij is de preses van de hockeyende meiden en dames. Craeyenhout, zoals de volksmond het wil, beleeft volgend jaar haar veertigjarig jubileum. Een enorm knalfeest deze week voor de A- en B-jeugd geeft aan dat de band tussen de voetballende
mannen en hockeyende vrouwen – bij HBS is geen plaats voor mannenhockey – nauw is. “Voor ons is het normaal, maar van bezoekende clubs krijg ik vaak bewonderende reacties. Die weten niet wat ze meemaken, een gemengd clubhuis met mannen en vrouwen door elkaar heen. Die combinatie werkt enorm goed. En ja, er bloeit wel eens wat op”, lacht Pieters. Craeyenhout heeft de laatste tien jaar enorme stappen gemaakt. Pieters roemt zijn voorganger Marleen van Schaik, die er een zeer actief jeugdbeleid op nahield. “Beleidsmatig gezien boek je ook bij hockey de meeste progressie op het veld. Ze was enorm actief in de begeleiding en training van de benjamins, onze jongste meisjes. Wij staan erom bekend dat we een opleidingsinstituut zijn. Goed voor onze jeugd, goed voor hun ontwikkeling. Wij leiden op, meiden van 15 jaar gaan soms naar de grotere zussen hier in de buurt. Dat geeft niet, wij zijn trots op wat we doen”. Het succes van de club wordt onder Pieters verder uitgebreid. HBS-Craeyenhout heeft ruim 500 leden en sinds deze zomer een nieuw waterveld. Het eerste team draait bovenin de overgangsklasse mee. “Het kleine Craeyenhout is groot geworden”, poneert de voorzitter. Om de warme familiecultuur van HBS te onderschrijven, komt Pieters met een mooi voorbeeld over de verankering van het clubgevoel. De zoon van Marleen van Schaik voetbalt als controleur in het eerste elftal, Mike de Geer. En haar dochter Joliek is aanvoerder van het eerste dameshockeyteam. “Allemaal clubmensen met hart voor de vereniging. Joliek had veel hoger kunnen spelen, maar kiest bewust voor ons. Dat is mooi”.
Al 120 jaar hun zaakjes voor elkaar uitrusting. Aanvankelijk speelden de mannen van HBS op het Malieveld in een wit shirt met een brede rode baan op borst en rug. En een zwarte broek. Op hun terrein aan de Valkenboslaan lag zo’n blubberveld dat de spelers altijd zo zwart als kraaien van het veld kwamen en de tenues amper nog schoon waren te krijgen.
Houdt Braef Stant bestaat 120 jaar. Een overzicht van alles wat u altijd al wilde weten over De Kraaien, maar niet wist aan wie te vragen. Door Martin van Zaanen
Houdt Braef Stant begon op het Malieveld, in 1893 nog de Maliebaan geheten. Die vlakte was tevens het exercitieterrein van het leger. Er was een belijning van lint, een lat van lint, wat tentjes langs de zijlijn voor een versnapering. Voor je kon beginnen, moest je eerst de schapen wegjagen en er was zoveel animo, dat je er erg vroeg bij moest zijn om je stuk grond te claimen. En dan waren er de molshopen. Na verloop van tijd mocht er van de eigenaar, de Staat der Nederlanden, niet meer worden gevoetbald. En verkaste HBS via de Beeklaan, naar de Valkenbos-laan. Tweemaal werd in die beginjaren van het voetbal het landskampioenschap behaald: in seizoen 1903/’04 en in 1905/’06 (de derde keer was in 1925). In 1910 werd Houtrust betrokken, waar tot 1969 – de verhuizing naar Craeyenhout – geleidelijk een schitterende accommodatie groeide. Met een clubtent, overdekte tribunes en een Koninklijke loge.
Jan Paul Saeys raast als een jonge hond door de aanval van HBS. >Foto: Creatieve Images
De terugkeer In 1893 betekende Braef (uit de clubnaam Houdt Braef Stant) nog dapper en dat heeft de club altijd gedaan en doet het nog steeds. In de beginperiode van het vaderlandse voetbal was het een heuse topclub. Maar na de invoering van betaald voetbal in 1954 waar zowel Quick, HVV als HBS niet over peinsden in mee te gaan, was er een periode dat de
club naar de lagere regionen van het Haagse amateurvoetbal wegzakte. Onder leiding van trainer Kees Mol werd vanaf 1997 een revival ingezet en onder Wim de Jong keerde het na 54 jaar op het hoogste amateurniveau terug. Het tenue Komt Topklasser HBS ter sprake, gaat het vrijwel direct over hun bijzondere
De ploeg In de loop der jaren kende HBS veel onvergetelijke topspelers. Maar ook de huidige ploeg mag er zijn. Dat begint al onder de lat. We weten allemaal: keepers zijn gek. De doelman van HBS is te gek. ‘Never a dull moment’ met Gianni Kamperveen. Alleen al zijn acrobatische capriolen rechtvaardigen een bezoek de Daal en Bergselaan. Al pakt de man met de stijlvolle dropkick voor de Topklasser ook menig punt. Achterin is Cor Roeleveld – inmiddels 200 duels in de hoofdmacht – een rots in de branding en op het middenveld vullen Mike de Geer (controlerend) en Dominique Broekhuizen (creatief) elkaar aan zoals Scottie Pippen en Michael Jordan ooit bij het basketbal. Dat Jan-Paul Saeijs die in het betaalde voetbal jarenlang een betrouwbare
verdediger was, nu als een jonge hond door de voorhoede raast, had niemand kunnen voorspellen. Tevens voorin te vinden: Remco Klaasse en Tjeerd Westdijk, alias de Haagse Dennis Bergkamp. De tradities Net als HVV en Quick, hangt HBS van tradities aan elkaar. In 2004 werd de Marco Böcker Memorial Bokaal voor het eerst gespeeld. Toen werden Quick en HBS door de KNVB in het bekertoernooi aan elkaar gekoppeld. De clubs grepen deze wedstrijd aan om Marco Böcker te eren en geld in te zamelen voor KWF Kankerbestrijding. Marco voetbalde in zijn jeugd bij HBS. Na daar een paar jaar in het eerste elftal te hebben gespeeld, stapte de verdediger over naar Quick. In de loop van zijn tweede seizoen ging Marco met vermoeidheidsklachten naar zijn huisarts. Er werd leukemie geconstateerd. Zware behandelingen hielpen niet: op 29 mei 2003 overleed Böcker. Op zijn kist lag een shirt dat voor de helft het tenue van HBS afbeeldde en voor de andere helft dat van Quick. Met een ‘2’ achterop, Marco’s vaste rugnummer. Dat shirt is sindsdien de Wisseltrofee.
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
Hans
Het matje en de huilebalk
Met weemoed denk ik terug aan Michel Adam, de Haagse verdediger die in de jaren tachtig en negentig zo’n 200 wedstrijden voor ADO speelde. Sterke man, woest uiterlijk. Dat laatste kwam mede door zijn haardracht. Adam had namelijk een matje; hij droeg zijn haar kort aan de voorkant en lang van achteren. De laatste keer dat we elkaar zagen, had hij het gelukkig nog. De reden dat ik aan hem terugdenk, heeft niets met de kwaliteit van de huidige selectie te maken. Nee, meer omdat er recent een andere Haagse mat in het nieuws geweest: de slechte grasmat in het Kyocera Stadion. Er wordt hard gewerkt aan een nieuwe ondergrond en basta. Maar niet voor Peter Bosz, de trainer van Vitesse, die op dit onbespeelbare veld verloor van ADO Den Haag en de kans miste op de koppositie in de Eredivisie. Jammer, kan gebeuren (fijn drie punten in de knip voor de onzen!). Maar dan toont de oefenmeester uit Arnhem zich een huilebalk en dat is geen goed voorbeeld voor zijn spelersgroep, noch voor de voetbalminnende jeugd. Getverderrie, wat kan die man zeveren. Natuurlijk was het veld onbespeelbaar, maar door de scheidsrechter goedgekeurd. Klaar uit. Plaats dit onder de categorie ten onrechte afgekeurde/ goedgekeurde doelpunten. Dat is even niet leuk, maar je recht de rug en gaat door. Niet Bosz. Ruim een week na de wedstrijd, zegt hij doodleuk, dat de blessure die zijn speler Theo Janssen in de daaropvolgende wedstrijd opliep, mogelijk al in Den Haag is ontstaan. Blegh! Waarop hij met droge ogen vervolgt: ‘Ik ga niet zeggen dat het zo is, maar dat zou wel zo kunnen zijn’. Jakkie bah! Zeg je het nou of zeg je het niet? Bosz, ik heb er nog een paar voor je. De Haagse grasmat is er waarschijnlijk ook de oorzaak van dat de discussie over Zwarte Piet ook in Arnhem weer oplaait (terwijl iedereen weet dat je hem graag aan Den Haag geeft) en dat Poetin ons op het matje heeft geroepen (laat me Siberisch). Het zal, zonder twijfel eveneens veroorzaken dat het Arnhems Meisje zwanger wordt (koekje van eigen deeg). Bosz, kap nâh. Wees een man en geen huilebalk. Op 26 oktober speelt ADO Den Haag de eerste thuiswedstrijd op kunstgras. FC Twente zal dan ontdekken, dat ook op deze ondergrond, het Haags venijn dikwijls in de staart zit. Of in het matje. Hans Willink
Koen Bakhuis (in het lichtblauw) in actie tijdens de topper tegen Amsterdam. >Foto: Haagsetopsport.nl/ Marcel van der Looij
Koen Bakhuis over de opmars van HGC
‘Waarom kunnen we niet weer een topclub worden?’ Oude tijden lijken te herleven bij HGC. De hockeyers uit Wassenaar waren in de jaren negentig ongenaakbaar, nu draaien ze opnieuw in de top van de Hoofdklasse mee. Allrounder Koen Bakhuis gelooft in de mogelijkheden. Door Klaas-Jan Droppert
Als de hockeyers van HGC (Bakhuis: ‘Het was een hel op het veld’) afgelopen zondag onder herfstachtige omstandigheden na het laatste fluitsignaal doorweekt en verkleumd het veld verlaten, is het duel tegen topclub Amsterdam in 3-3 geëindigd. Daardoor moeten de blauw-zwarten de koppositie aan Rotterdam afstaan, maar dat zorgt niet voor een teleurstelling bij Koen Bakhuis. “Waarom? We zijn nog steeds de enige ploeg in de Hoofdklasse zonder verliespartij. En als we blijven spelen zoals we al weken doen, staan we straks gewoon weer op kop. We hebben immers een wedstrijd minder gespeeld”. Dat HOC-Gazellen Combinatie na zeven wedstrijden bovenin meedraait, is opmerkelijk. De afgelopen seizoenen konden de Wassenaarders maar ternauwernood degradatie ontlopen. “Ik heb er eigenlijk ook geen verklaring voor dat alles het omgekeerde van vorig seizoen is”, zegt de tweedejaars student pedagogisch medewerker van het ROC Mondriaan in Leidschenveen. “Er is wel iets veranderd. Zo hebben we betere afspraken gemaakt. Hoe we bijvoorbeeld moeten lopen bij drukzet-
ten. Bovendien zijn we meer ingespeeld. En met Dirk Loots hebben we nu een coach die ervoor zorgt dat we op zondag honderd procent scherp het veld op komen. Iedereen weet wat hij moet doen en we zijn in staat om een stapje extra te zetten”. Blijft de vraag hoe lang HGC dit kan volhouden. Kunnen de Wassenaarders weer een grootmacht worden, zoals in de jaren negentig toen twee keer de landstitel (1990 en 1996), één keer de Europa Cup I (1997) en twee keer de Europa Cup II (1992 en 1993) gewonnen werd? Bakhuis ziet niet in waarom het huidige succes een momentopname moet zijn. “Clubs als Amsterdam, Rotterdam en Bloemendaal hebben wel een groter budget, maar waarom zouden wij niet weer een topclub kunnen worden? Als je als team goed presteert, kan je ver komen. We moeten dit doorzetten en dan kunnen we de komende jaren echt doorgroeien tot een topclub”. Verhuisd De twintigjarige Bakhuis heeft dan ook geen plannen om de club te verlaten om het hogerop te zoeken. “Nee, ik heb het prima naar mijn zin. De sfeer is goed. We leven echt naar de wedstrijden toe. Ja ik ook, ik kan niet wachten om te beginnen. Meestal kleed ik me heel snel om en ga daarna lekker drie kwartier in de gang met een bal lopen pielen. Heerlijk”. Vier jaar geleden maakte hij de stap van het oosten naar het westen. Begonnen in de Achterhoek bij het Doetinchemse DHC speelde hij ver-
‘Meestal kleed ik me snel om en ga ik drie kwartier op de gang pielen met een bal. Heerlijk’. volgens bij Upward in Arnhem. Als Aspeler werd hij door HGC benaderd. “Van donderdag tot en met zondag was ik in Den Haag om bij HGC te trainen en mijn wedstrijden te spelen. Op zondagavond ging ik terug naar Doetinchem en op dinsdag trainde ik mee met Nijmegen. Dat heb ik een jaar gedaan. Toen ik naar de senioren overstapte, ben ik definitief naar Den Haag verhuisd”. Opmerkelijk is dat hij daarmee dezelfde route als één van ’s werelds beste hockeyers aller tijden heeft gekozen. Ook Stephan Veen kwam via Doetinchem en Upward naar HGC. Eenmaal in Wassenaar hockeyde hij een indrukwekkende erelijst bij elkaar: twee keer Olympisch kampioen, twee keer wereldkampioen, drie keer winnaar van de Champions Trophy en twee keer gekozen tot beste hockeyer van de wereld. “Hij heeft echt alles gewonnen wat er te winnen valt. Voor zo’n loopbaan zou ik direct tekenen. Ik heb hem al een keer ontmoet, dat was
een bijzonder moment”. Een andere overeenkomst tussen Veen en Bakhuis is dat ze allebei aanvaller zijn. Hoewel dat bij de huidige spits nog maar de vraag is. “Dit seizoen sta ik voorin. Maar in mijn eerste seizoen bij HGC was ik verdediger en vorig jaar speelde ik op het middenveld. Waarom die positiewisseling? Omdat we een aantal goede middenvelders erbij hebben gekregen. Het is wel even wennen, maar ik krijg goede tips van assistent Jan Jorn van ’t Land”. En het avontuur in de aanval betaalt zich uit. Bakhuis heeft in het prille seizoen al vier treffers op zijn naam staan (zijn eerste doelpunten voor HGC, red.) en kent daarmee een betere start dan vorig seizoen. “Toen heb ik in de eerste helft van het seizoen hooguit vier wedstrijdjes gespeeld. Achtereenvolgens had ik een lies, een hamstring- en een kuitblessure. Gelukkig had ik wel een goede tweede seizoenshelft gedraaid”. Dat mondde uit in een trainingsstage met Jong Oranje. Naast een topzes klassering is uitkomen voor het nationale jeugdteam zijn tweede doel van dit seizoen. “Dat team speelt in de winterstop het WK, maar ik zit niet bij de selectie. Komende zomer is ook het EK in België en daar wil ik graag bij zijn. Niet voor niks heb ik in de zomer doorgetraind om sterker te worden. Of de bondscoach een spits nodig heeft of dat ik me op een andere positie moet concentreren, weet ik niet. Ik ga gewoon een goed seizoen bij HGC spelen en dan maar hopen dat de uitnodiging komt”.
19
varia<
Vrijdag 18 oktober 2013 > Den Haag Centraal
Plan Laurens Jan Brinkhorst verworpen
D66-jongeren kiezen voor Spuiforum Door Jan van der Ven
D66-lijsttrekker Ingrid van Engelshoven was afgelopen zaterdag tijdens een ledenvergadering van haar partij niet helemaal gerust over een goede afloop van het interne debat over het Spuiforum. De discussie, die was afgedwongen door een groep kritische democraten, spitste zich toe op de vraag of het niet verstandiger is de plannen voor het Spuiforum over de raadsverkiezingen van maart volgend jaar heen te tillen. De tussenliggende tijd kan vervolgens gebruikt worden om de cijferbrij eens goed op een rijtje te zetten. Het was D66-prominent Laurens Jan Brinkhorst die met een uitgewerkt idee langs die lijn op de proppen kwam. Kort nadat hij hierover vorige week in deze krant een toelichting had gegeven (“Rekenpauze nodig voor Spuiforum”) kreeg hij een boos telefoontje van lijsttrekker Ingrid van Engelshoven. Waarom hij de verdeeldheid in D66 in hemelsnaam naar buiten bracht? Dat zou de partij alleen maar schade berokkenen, betoogde zij op geïrriteerde toon. Maar Brinkhorst was niet onder de indruk. Er moet een discussie komen over de voor- en nadelen van het collegeplan voor nieuwbouw, vond hij. “Twijfelaars van nieuwbouw worden als oude zakken afgeschilderd. Maar er zijn inmiddels bijna 10.000 mensen die hun protesthandtekening hebben geplaatst”, betoogde Brinkhorst zaterdag. “Het is een taak van D66 om draagvlak te creëren”, vervolgde hij naar aanleiding van een opmerking dat 75 procent van de Hagenaars tegen het Spuiforum is. Een poging hem de mond te snoeren mislukte. “We voeren hier een discussie of de sluiten de tent”, luidde zijn verweer. Zoals gesteld, Ingrid van Engelshoven was niet echt gerust op een goede afloop van de discussie. Tijdens haar toespraak zette ze daarom zwaar in. Van Engelshoven herinnerde de leden eraan dat de besluitvorming die middag niet alleen te maken had met de dorre cijfers over het Spuiforum, maar ook met haar lijsttrekkerschap. “Toen ik als lijsttrekker werd gekozen, heb ik iedereen duidelijk gemaakt voor het Spuiforum te zijn”,
Ingrid van Engelshoven. >Foto: PR
Model-Democraat Uiteindelijk verloren de kritische D66’ers het pleidooi voor uitstel van besluitvorming. Moties van die strekking werden met overtuigende meerderheid verworpen, met steun van de jongere garde van D66. De jongeren hebben het dus voor het zeggen. Dat valt ook af te lezen uit de kandidaten-
lijst voor de raadsverkiezingen. De oude D66’ers zijn eruit verdwenen of moeten genoegen nemen met een lage notering. Dat geldt vooral voor wethouder Marjolein de Jong, vier jaar geleden nog lijsttrekker. Op de conceptlijst zakte ze al naar de derde plaats, uiteindelijk daalde ze naar plaats nummer zes. Dan is er fractievoorzitter Rachid Guernaoui die graag hoog op de lijst wilde eindigen. Hij moest op de conceptlijst genoegen nemen met de vierde plaats, op de eindlijst werd hij nummer vijf. Dan de nieuwe generatie D66’ers. Ze staan allemaal hoog op de lijst. Zoals nummer twee, Tobias Dander, die intern wordt gezien als een model-Democraat. Oud-afdelingsvoorzitter Robert van Asten ging van nummer acht naar nummer drie en het raadslid Kim Waanders sprong van nummer zeven naar nummer vier.
Tussen de middag werd ze niet lekker en had het gevoel flauw te vallen. Ze trok aan de bel. Samen met de assistente legde ik haar neer in de behandelkamer en we keken elkaar aan. We wisten allebei dat we hetzelfde dachten. Is dit nu cardiaal (van het hart) of niet? De meetwaarden gaven geen duidelijkheid. De bloeddruk was goed, de hartslag normaal, het ritme niet te snel en niet onregelmatig, het zuurstofgehalte van het bloed goed. Wat nu te doen? Speelt nog mee dat ze van Hindostaanse afkomst is. We zijn
dan altijd een stuk voorzichtiger. Bij Hindostanen kunnen al op jonge leeftijd ernstige hartproblemen ontstaan. Een ander aspect is het vrouw zijn. Vrouwen hebben vaak atypische klachten. Zaak voor de dokters om toch de hartproblemen eruit te halen. We namen geen risico, belden de ambulance en deze kwam met zwaailicht en sirene volgens het A1protocol. Hartinfarct is een levensbedreigende toestand, waarvoor er binnen een bepaald aantal minuten, de zogeheten aanrijtijd, een ambulance ter plaatse moet zijn. In no-time waren ze er. Het hartfilmpje dat ter plekke werd gemaakt, liet geen afwijkingen zien, maar omdat mijn collega toch iedere keer de neiging had om flauw te vallen, namen ze haar mee voor analyse in het ziekenhuis. Gelukkig bleek alles goed te zijn en mocht ze weer naar huis met een afspraak voor de
betoogde ze. Of, met andere woorden, wie nu tegen het Spuiforum durft te stemmen, stemt eigenlijk ook tegen het lijsttrekkerschap van Van Engelshoven. Maar nog steeds was Van Engelshoven niet helemaal zeker van haar zaak. Later die middag, toen het op stemmen aankwam, liep ze als een generaal die zijn troepen controleert zeer nadrukkelijk door de zaal. Zodat het niemand kon ontgaan dat hier sprake was van een persoonlijke inzet van de lijsttrekker.
stadsgroen
De Styliste
Dat een beeldig bloemenperkje er leuker uitziet dan een kaal stuk grond is geen nieuws. Dat de onderhoudskosten van perkjes en parkjes de pan uit rijzen, is ook bekend. Maar dat er bij het groenonderhoud door gemeenten steeds vaker ’uitdrukkelijk wordt gekeken naar burgerparticipatie’, is nieuw. Schoffelen en snoeien kan best door particulieren worden gedaan, is het credo. Door omwonenden, door gebruikers. Door u. In het onderzoek ‘Bezuinigingen Openbaar Groen’* staat te lezen dat 75% van de gemeenten in 2014 extra gaan bezuinigen. Budgetten worden verlaagd, contracten voor bloembakken vol zomergoed beëindigd, onkruid niet meer verwijderd en werklozen, Wajong’ers en omwonenden ingezet om te participeren. Gemeenten zitten bijvoorbeeld enorm in hun maag met het onderhoud van speelplekken. Er zijn gevallen bekend waarbij de speelplaatsen worden opgedoekt als zich vóór een bepaalde datum geen bewoners hebben gemeld die het onderhoud op zich willen nemen. Maar waar de ene gemeente de bewoners daarvoor beloont, construeert de ander een ‘tricky’ convenant waarin alle buren zich onverdeeld verantwoordelijk moeten verklaren voor de individuele belangen van álle aanwonenden. Grote verschillen in aanpak dus. Den Haag is wat je noemt ‘lekker bezig’. De speeltuin Klein Tasmania in Duinoord wordt beheerd door ouders, speeltuin Arendsdorp wordt vernieuwd en de buurt denkt mee, speeltuin Wieringsestraat kent een
actieve speeltuincommissie, de groene speeltuin Green Court wordt onderhouden door vrijwilligers, de nieuwe speelplek Goudkarpersingel heeft ‘Vrienden’ die zich inzetten voor het onderhoud, de natuurspeeltuin Zuiderpret is door 32 kinderen ontworpen en de gemeente nodigt omwonenden uit om een nieuwe speelplek op het Bonbonplein te maken. U zult dus moeten participeren als u het perk, het park of de speelplek in uw buurt wilt behouden. En wacht niet te lang met uw gesprek met de gemeente. Anders haalt de markt u in, getuige de signalering van een nieuw beroep: de dorpsstyliste. Daar waar geen haast wordt gemaakt door de inwoners, ziet de dorpsstyliste haar kans. Zij ondertekent het convenant, poetst lantaarnpalen, maait speelweides, snoeit hoge hagen, vervangt verdorde beplanting en zet zelfs de kromste bomen in het park weer recht. Niets ontsnapt aan het oog van de – nu nog enige – dorpsstyliste die Nederland rijk is. Ze pimpt elk plantsoen op en pakt en passant ook uw straat en voortuin mee. En als het zo uitkomt, legt ze kunstgras. Ik zou snel in actie komen, als ik u was.
cardioloog omdat er in haar familie meerdere mensen zijn met hartproblemen. Mochten er bij nader onderzoek afwijkingen zijn, dan ben je er vroeg bij. Dokters zijn in de praktijk een lastige patiëntengroep. Ze weten teveel en maken zich snel zorgen of ze doen alsof er niets aan de hand is.
Deze laatste groep zorgt slecht voor de eigen gezondheid. In mijn praktijk heb ik ook een aantal dokters van alle specialisaties. Belangrijk is dat ze patiënt of ouder of partner kunnen zijn en niet de collega. Het is dus mijn taak op het moment dat ze bellen het heft in handen te nemen en de zorg voor zichzelf of een familielid over te nemen. Meestal is dat ook de reden dat ze hulp vragen. Zelf komen ze er niet meer uit en hebben de blik van een ander nodig.
Wendy Hendriksen Bel de speelbeheerders via uw Stadsdeelkantoor, vraag Leefbaarheid en bewonersparticipatie subsidie en kijk voor inspiratie op www.Jantje Beton.nl en www.platformbuitenspelen.nl *Onderzoek: Bezuinigingen Openbaar Groen, ©Veldwerk Optimaal B.V. september 2013
medisch
Zieke dokters
Mijn schoonmoeder ging er altijd van uit, dat dokters niet ziek konden worden. En als ze dan ziek werden, in ieder geval weer zouden genezen. Verbaasd was ze dan ook dat toen mijn vader, die ook huisarts was, ziek werd en dood zou gaan, er geen medicijn was om hem weer beter te maken. Van de week hadden we in de praktijk een collega die niet lekker was. Ze had al een tijdje last van pijn op de borst, strak gevoel om haar linker arm, maar ook opboeren en maagzuur.
Dokters zijn in de praktijk een lastige patiëntengroep. Ze weten teveel en maken zich snel zorgen of ze doen alsof er niets aan de hand is
Toch blijft het lastig. Al was het alleen maar omdat je tegen elkaar in medische termen gaat praten. Emoties worden maar al te vaak weggedrukt.
Emilie Bolsius Huisarts
20>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 18 oktober 2013
© Marcello's Art Factory
onder de haagse torens
De ene thee is de andere niet
ergernissen Tips naar
[email protected]
Door Annerieke Simeone
Transavia
A
anstaande Kerst wilden we in Bolzano doorbrengen. De makkelijkste vlucht daarheen blijkt naar Innsbruck per Transavia. Nu presenteert die zich graag als prijsvechter, maar ervaring leert dat Transavia dikwijls juist duurder uitpakt. Dit keer is de prijs gunstig èn vanaf Rotterdam, dat is fijn. Snel boeken dus. Bij de verificatie van de creditcard loopt ’t wachtmetertje wel erg lang. Onderwijl maar vast hotels regelen op een andere computer. Alles lijkt voor elkaar. Spoedig komen mailbevestigingen van de hotelboeking binnen, maar van Transavia niets. Op de andere computer loopt dat wachtmetertje nog steeds. Dat kan niet goed zijn. Verbinding dus maar verbreken en opnieuw. Nu blijkt de terugreis € 80,– p.p.
duurder. Dat kan toch niet waar zijn? Ja hoor en de klantenservice kan er niks aan doen. “Maar als in de winkel de kassa uitvalt worden mijn boodschappen toch ook niet ineens twee keer zo duur zodra het ding ’t weer doet?” Dat schrijven we ook in onze klacht bij Transavia. Ene Cor belt daags daarna. Hij gelooft ons verhaal onvoorwaardelijk, heeft zelfs uitgezocht wanneer er nog wel tegen lager tarief kan worden gevlogen. Maar verder kan hij niets betekenen. Ach, Edinburgh is misschien ook leuk met Kerst. Met Easyjet. En anders in Den Haag super-de-luxe uit eten bij Savelberg, Calla’s, Pearl of Savarin. Want klantonvriendelijk Transavia kan voortaan opvliegen! Coos Versteeg
PLAATS
© Marnix Rueb
haagse harry
Je hebt Nederlanders die als ze op vakantie gaan per se hun eigen pindakaas of hagelslag mee willen nemen. Omdat deze elders in de wereld niet te verkrijgen zijn. Of in ieder geval niet van hun favoriete merk. Je hebt ook mensen die niet zonder hun favoriete thee de deur uitgaan. Die zakjes in hun tas of koffer stoppen, omdat ze de fabrieksthee niet te drinken vinden. Zo’n iemand is Marion van den Blik. De Haagse ondernemer sleepte overal ter wereld haar Darjeeling Keemun van het Franse theehuis Betjeman & Barton mee naar toe. Tijdens één van haar tripjes was ze haar lievelingsthee vergeten. Op het strand in Nice, lag ze te balen. Ze wist al niet hoe ze een nieuwe carrière wilde vormgeven en dan miste ze ook nog ’s haar thee. U raadt het misschien al. Toen kwam het eurekamoment. Ze zou het assortiment van Betjeman & Barton dat nog niet in Nederland verkrijgbaar was, gaan verkopen. Het plannetje werkte ze uit op een blocnote en een jaar later was het zover. De eerste winkel werd geopend in 1992 aan de Denneweg, een paar jaar terug de tweede aan de Aert van der Goesstraat. Sindsdien promoot Van den Blik de handgeplukte thee. Die volgens haar toch heel anders smaakt dan de fabrieksthee die wij wekelijks uit de supermarktschap trekken. Om meer mensen te enthousiasmeren voor haar kwaliteitsproduct, organiseert deze grande dame du thé daarom regelmatig een promotietrip naar het bijna honderd jaar oude theehuis in Parijs. De Thalys brengt ons naar het hoofdkwartier van Betjeman & Barton, waar Franse keurmeesters overal ter wereld thee selecteren en de beste oogst inkopen. Om, bij aflevering in de fabriek, opnieuw honderden samples per dag te proeven. Want ook na de reis moet de kwaliteit gewaarborgd blijven. In de trein werden we al getrakteerd op een zestal ijstheeën. Die had Van den Blik thuis getrokken. Vier uur lang. We proefden Milky Wulong uit China met een melkachtige, romige smaak en Le Miroir aux Parfums, een Earl Grey op basis van witte thee. Met de verse en gedroogde bergamotschillen uit Cala-
La grande dame du thé, Marion van den Blik, in Parijs. > Foto:C&R
brië, smaakt het toch net wat intenser dan de thee die we gewend waren. Ook toen we ’m thuis nog eens naproefden, maar dan warm. Later begrepen we dat je zoveel meer kunt doen dan alleen een zakje in een warm kopje water doen. In de Salon du Thé die we aandeden, aan 23 boulevard Malesherbes, stonden vrolijke theecocktails voor onze neus. Pannenkoek En ’s middags bij de lunch in het pasgeopende restaurant Lazare, een glas champagne met een scheutje ‘sirop de The Malherbes’. Het restaurant serveerde een primeur, want de siroop die naar passievrucht, perzik en aardbeien smaakt, is pas over twee maanden te koop in de Betjemanzaken. Samen met Pouchkine, één van de best verkochte theesoorten. Wie het liever bij het oerproduct houdt, kan kiezen uit een breed assortiment: tweehonderd soorten onder meer afkomstig uit China, India, Taiwan, Japan, Brazilië en Nepal. De meest bijzondere die we te zien kregen, was misschien wel de Chinese
Pu-Er, de enige thee die kan ouderen, en mettertijd van smaak verandert. De geperste thee die iets wegheeft van een zwarte pannenkoek is behoorlijk aan de prijs: €321,40 per kilo. Van den Blik weet dat de prijs sommige klanten afschrikt. Vooral in haar eigen land. “Als men ergens mee kan pronken, mag het in Nederland wat kosten, maar zodra het iets is dat naar binnengaat, moet er op beknibbeld worden”. Maar de ene thee is de andere niet. “Goede thee is net als wijn”. Het gaat om de kwaliteit van de plant, het weer, de grond, de manier waarop het blad wordt verwerkt. Wij werken met handgeplukt materiaal, thee uit de supermarkt wordt machinaal verwerkt. Je moet maar eens een zakje openmaken en goed naar de inhoud kijken. Ze verkoopt zelf ook thee in katoenen en nylonzakjes. Maar liever toch losse thee. “Thee heeft ruimte nodig en moet in de pot kunnen zweven”. En wat doe je dan met de thee vol blaadjes? “Die giet je door een zeefje over in een andere verwarmde theepot. Ja, voor kwaliteit moet je wat over hebben”.
De Pier Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
W
ij woonden hemelsbreed maar een paar kilometer van de Pier, maar mijn eerste herinnering aan het legendarische monument is het beroemde lied van Toon Hermans. Hij bezong de bovenzeese promenade in alle toonaarden en schilderde de vele types die de Pier bevolkten: de ‘drie non-actieve nonnetjes’ die zich koesterden in het zonnetje en natuurlijk die ‘oude Scheveningse visser: afgelopen met een sisser’. Die kant gaat het met de Pier ook op. Schevenings erfgoed, maar wie gaat
er nog geld in steken? Ja, het Spuiforum op de Pier, dat zou een oplossing zijn. Als je toch geld in het water wilt gooien, dan zit je goed, zo vlak boven de zee. Ik kijk uit het raam en wordt droevig als ik denk aan Scheveningen zonder dit wormvormige aanhangsel. De atmosfeer huilt lekker mee, de stad wordt zo ongeveer weggespoeld en ook mijn woning heeft even een Pier-momentje: er verschijnen fresco’s op het keukenplafond. Nu staat mijn huis niet alleen hypothecair onder water. Hoe gaan we de Pier redden? Dan kom je al snel uit bij de verdienmodellen die economische trekkers als Kim Holland en Bobbi Eden
hanteren. Zij weten precies waar de ingang naar het grote geld zich bevindt. Ze zitten er namelijk op. Met andere woorden: de Pier moet een bordeel worden. Een Pier van plezier. En de uitgangspositie is goed: het is in deze business een kwestie van veel palen. En we noemen deze droevige landtong vanaf nu Happy Ending. Was de oude Pier niet jarenlang een trots fallussymbool? Hij stak onvervaard in de kletsnatte moederzee. Nu maakt hij niets meer klaar. Een opgedroogde spuit elf. Een wat meer gezinsvriendelijke oplossing zou zijn de kamertjes op de Pier wat langer dan een uurtje te verhuren. Maar het plaatsen van
hotels of zelfs appartementen op het wandelhoofd schijnt onmogelijk dan wel onwenselijk te zijn. Kenners van de situatie schudden somber met hun hoofd: de Pier gaat nooit meer open. Rest mijn ultieme suggestie: we maken van de Pier een plek waar het overschot aan OBN’ers (Onterecht Bekende Nederlanders) kan worden opgeruimd: Expeditie Scheveningen. Dankzij de staat van de Pier is het survival-element gewaarborgd. De zee geeft, maar zal vooral veel nemen!
Marcel Verreck