GEZAMENLIJKE VERGADERING UGV/OR/SR
Bijlagenummer GV
Onderwerp: Status Voorbereidende commissie Behandeld in
Ophoging norm bindend studieadvies
Bevat: 507
Brief CvB d.d. 7 september 2015 met notitie
507
OOM-1 Voorbereidende GV 28 september 2015 Overlegvergadering GV op 5 oktober 2015 Afsluitende GV op 12 oktober 2015
College van bestuur
Comeniuslaan 4 Postbus9102
6500 HC Njjmegen Telefoon (024) 361 61 61 Fax (024) 356 46 06 690140 www.ru. nl
Gezamenlijke vergadering OR/SRAJGV Comeniuslaan 4
6500HC NUMEGEN
Ons kenmerk
mso/iv/15U.012430
Uw kenmerk
Doorkiesnummer
Betreft
E-mail
Ophogingnorm bindendstudieadvies
[email protected]
Datum
0 7 SEP 2015
Geachtedamesen heren, Het college van bestuur wil, mede op verzoek van de decanen, de bestaande norm voor het bindend
studieadvies (BSA) van 39-42 EC verhogen naar 42-45 EC vanafhet studiejaar 2016-2017. Dit
betekent dat het college deBSA-regeling, diebinnen hetkader van deModel OERjaariijks als
instructie aan de decanen van de faculteiten wordt verzonden, wil gaan aanpassen. Het college wil
dezegewijzigde instructie koppelen aaneenverzoek aandedecanen om, naasthetophogenvanBSA-
norm, geen andere rendementsverhogende maatregelen meer (door) te voeren.
DeBSA-regeling is vormgegeven als een RU-brede, bindende, richtlijn in de zinvan artikel 7 van de
Structuurregeling Hetcollege hechteraante benadrukken datvoor devaststelling ofwijzigingvan
dergelijke bindende richtlijnen, gezien de medezeggenschapreglementen van de Radboud
Universiteit, geenvoorafgaand(e) advies ofinstemming vanuwgezamenlijke vergadering is vereist. Gegeven deze medezeggenschappelijke kaders, is het college wel graag bereid om eventuele vragen over (de achtergrond entotstandkoming van) de aanpassing van de richtlijn tijdens de GV van 5 oktober te beantwoorden.
Metvriendelijke groet,
fr. G.J.M. Meijer 'voorzitter
bijlage:Notitie "Ophogingnorm bindendstudieadvies" ec:
drs. J.J.A. van de Riet secretaris
Ophoging norm bindend studieadvies 1, BesluitCvB Met college van bestuur wil, mede op verzoek van de decanen, de bestaande norm voor het bindend
studieadvies (BSA) van 39-42 ECverhogen naar42-45 ECvanaf het studiejaar 2016-2017. Dit betekent dat het college de BSA-regeling, die binnen het kader van de Model OERjaarlijks als instructie aan de decanen van de faculteiten wordt verzonden, wil gaan aanpassen. Het college wil deze gewijzigde instructie koppelen aan een verzoek aan de decanen om, naast het ophogen van BSA-norm,geenandere rendementsverhogendemaatregelen meer (door) te voeren.
2. Achtergrond - invoering BSA Sinds het studiejaar 2011-2012 kent de Radboud Universiteit het BSA. De belangrijkste redenen om te kiezenvoor de invoeringvan het BSAwarendevolgende: 1. Invoeringvan het BSAvoorkomt datstudenten waarvanin het eerstejaar isvastgesteld dat zij geen perspectiefhebbenop eensuccesvolle studie, na heteerstejaarblijven 'voortmodderen'. Datleidt uiteindelijktot het alsnogstoppen met de studie in hettweede en derdejaarof, in het meestgunstigegeval, tot eenforse overschrijdingvan de nominale studieduurvan de bachelorfase.
2. Vrijwela!lecollega-universiteiten haddenhet BSAinmiddelsingevoerd. De uitzonderingspositie waarin de RU hierdoor terechtkwam, was niet wenselijk, vooral vanuit het perspectiefvan een zo goed mogelijke kwaliteit van de vwo-instroom.
3. Deervaringenvan dezeuniversiteiten met het BSAwarenoverwegendpositief. De invoeringvan het BSAwashet sluitstukvan een reeks aan maatregelenter bevorderingvan het studiesucces, waaronder het verhogen van het aantal contacturen, een versterking van de studie- en studentbegeleiding en het geven van een eerlijke en realistische voorlichting aan studiekiezers. Bij de invoering van het BSA heeft het college van bestuur de BSA-norm gesteld op 40 EC, waarbij faculteiten een bandbreedte van 39-42 ECaan konden houden. De norm is destijds bewust niet te hoog gesteld, om tegemoet te komen aan de bezwaren van de USRtegen deze maatregel. 3. Evaluatie BSA-resultaten 2011-2013 Uit de evaluatie van de BSA-resultaten van de cohorten 2011, 2012 en 2013 komen de volgende inzichten naarvoren:
1. Gemiddeld krijgt driekwart van de eerstejaars studenten een positief BSA
Vanaf de invoering van het BSA blijft het percentage studenten dat de norm haalt, vrij stabiel tussen 72-75%. Erzijntraditioneelwel behoorlijkeverschillentussen faculteiten: bij FMWhaaldevan cohort 2013 ruim 90% de norm, terwijl bij FdM en FNWI dit percentage onder de 70% bleef steken.
Eerstejaars die niet rechtstreeks vanaf het vwo komen, scoren beduidend lager dan gemiddeld; van cohort 2013 haalde van de overige vooropleidingen gemiddeld ±60% de norm.
Tabel 1: resultaten bindendstudie advies cohorten 2011, 2012 en 2013
Aanfai
f^ere.
sarms
K6FE.
i otaal aantal
Cohort 2011
2601
72, 6%
104
2,9%
484
13, 5%
393
11, 0%
3582
Cohort 2012
2769
74, 7%
114
3, 1%
484
13, 1%
341
9, 2%
3708
Cohort 2013
3103
73,6%
120
2,S
513
12, 2%
479
11,4%
4222
2. Het gemiddeld aantal studiepunten in het eerste jaar neemt gestaag toe
De studieprestatiesvan eerstejaars zijn het afgelopen decennium sterk verbeterd. De studenten van cohort 2007 (exclusiefvroege stoppers) behaalden gemiddeld 44 EC in hun eerste jaar. Dit is gestegen naar 51 EC voor cohort 2013. Van degenen die niet voortijdig uitvalten, behaalt inmiddels ruim 83% meer dan 40 EC. Tabel 2: Gemiddeld aantal behaalde EC in het eerstejaar
2007
44,0
18, 6%
13, 6%
67, 8%
2008
45,5
16,5%
12,5%
71, 0%
2009
46,2
14, 3%
13,0%
72,7%
2010
48,4
12, 1%
10,9%
77, 1%
2011
49,4
10,8%
8, 0%
81, 1%
2012
50,8
8,6%
7, 9%
83, 5%
2013
50,6
9,4%
7, 2%
83, 4%
De cijfersverschillen uiteraard per faculteit, maar alle faculteiten laten een duidelijke stijging zien in deafgelopenjaren.
Uit eerdere analysesdie bij de invoeringvan de BSAzijn gedaan, is gebleken dat het aantal behaalde ECin het eerstejaar in hoge mate voorspellend is voor het studiesuccesin het vervolg van de bachelorfase: hoe meer EC warden behaald in het eerste jaar, des te eerder wordt het bachelordiploma behaald. 3. De meerderheid van de studenten heeft geen 'post-bsa dip' Wanneer de RU als geheel wordt beschouwd, kan warden gesteld dat ergeen sprake is van een
'post-bsa dip'. Vancohort 2011 lag84%van de herinschrijversna 2 jaar op koers om de bachelorin 4 jaar afte ronden;na 3 jaar wasdit 78%. Cohort 2012 laatvergelijkbare cijfers zien na 2 jaar. Voor met name FdR en FFTR zien deze cijfers er minder gunstig uit.
Tabel 3: percentage studenten dat 90of 135ECheeft behaaldin twee ofdriejaar
FFTR FdL FdMan FdMed FNWI FdR FSW Totaal
Aantat
% met ten minste
% met ten minste
ASntal
sttidenten
90 ECin tweejaar 71, 1%
135 ECin ciriejaar
studenten
60, 0%
88, 0%
82,5%
90,6%
81, 2%
92, 8% 77, 5%
90,8%
33 361 377 424 328 270 696
46 360 387 405 353 257 631 2439
67,5% 91, 0% 83, 8%
65, 1% 65, 4%
87,8% 78,3%
% m6t ten nriihste 3
90ECiritweejear
2489
69,7% 80, 3%
88,6% 91, 7% 76, 4% 74, 5% 85, 6% 82, 5%
4. De gevolgen voor het bachelorrendement zijn nog niet meetbaar vast te stellen
Het bachelorrendementvertoont al jaren een stijgende lijn. Het is nog niet vast te stellen wat het bachelorrendement is voor de cohorten die met het BSAte maken hebben gekregen. Op basis van de BSA- en post-BSA-cijfers is echter de verwachting dat dit bachelorrendement verder zal stijgen.
4. Overwegingen college van bestuur Het college van bestuur is van mening dat het ophogen van de BSA-norm naar 42-45 EC passend is in het licht van de huidige ontwikkelingen en inzichten. De stuctielast van de bacheloropleidingen is zodanigbepaald,dat deze in driejaar met succes kan warden doorlopen. Dit betekent dat iedere student, onder normale omstandigheden,zeker in staat moet warden geachtom de bachelor in vier jaarafteronden. Dit staat gelijk aan een gemiddeld aantal ECvan 45 perjaar. Het afgevenvan een norm van 40 EC in heteerste jaargeeft dan ook het verkeerde signaal aandeze studenten; zij liggen dan immers nog niet op koers. Met de invoeringvan het studievoorschot is het belangvan het beperken van studievertraging nog verder toegenomen; de universiteit heeft de morele plicht om de studenten te helpenvoldoende studievoortgangte boeken, zodatzij niet voor onnodig hoge kosten wardengestetd. Het stellen van stevige (doch acceptabele) eisen bij de start van de studie past hierbij. De RU staat hierin niet alleen; de afgelopenjaren hebben ook collega-instellingen de eisen
verhoogd . De motivering die mede aan de basis lag van de invoering van het BSA is nu dan ook onverminderd van kracht:vanuit het perspectiefvan het behouden, dan wel vergroten van de kwaliteitvan de vwo-instroom, is het niet wenselijkom lagere eisen aan deze instroom te stetlen dan collega-universiteiten.
Op basisvan deze overwegingenwil het college van bestuur de BSA-normverhogen naar42-45 EC. Hierbij spreekt het college de voorkeur uit voor een norm van 45 EC, maar komt tegemoet aan opleidingen met een standaardstudielastvan 6 ECper cursus, die andersop een norm van 48 ECuit zouden komen. Hierbij wil het college van bestuur de faculteiten verzoeken om, naast het BSA,geen andere rendementsbevorderende maatregelen meertevoeren.
Ziebijlage1 vooreenoverzichtvanhuidigeBSA-normenbijandereuniversiteiten.
Bijlage 1: Overzicht BSA andere universiteiten
Erasmus Universiteit
Rijksuniversiteit Groningen Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven
40 EC (Geneeskunde), 60 EC (overige opleidingen) 45 EC 45 EC 45 EC
p-in-2
40 EC (beperkt aantal opleidingen), 45 EC (overig) 34-60 EC 42 EC 45 EC
90ECin2jaar
Universiteit Utrecht
37 EC(Wiskunde), 38 EC(Geneeskunde),
180ECin3jaar (University College)
Universiteit van Amsterdam
45 EC (overig), 42-54 EC
Universiteit Leiden Universiteit Maastricht
Universiteit van Tilburg Universiteit Twente
Vrije Universiteit Wageningen Universiteit
30 - 40 EC (beperkt aantal opleidingen), 42 EC (overig) 36 EC
Bron: www. universitairebachelors. nl/bindendstudieadvies
p-in-2 (beperkt aantal opleidingen)