GEZAMENLIJKE VERGADERING UGV/OR/SR
Bijlagenummer GV
Onderwerp: Status Voorbereidende commissie Behandeling in
Profileringsfonds 2014 Instemming USR Voorbereidende GV 23 juni 2014 Overlegvergadering GV op 30 juni 2014 Afsluitende GV 7 juli 2014
Bevat: 470
Brief CvB d.d. 12 mei 2014 met afsprakenkader
470
College van Bestuur
Comeniuslaan 4 Postbus9102 6500 HC Nijmegen
Telefoon (024) 361 61 61 Fax (024) 356 46 06 694000 Universitaire StudentenRaad Comeniuslaan 4
www.ru.nl
6525 HP NUMEGEN
Ons kenmerk Uw kenmerk
Doorkiesnummer
14U.006255
024-36 12550
Betreft
E-mail
Pakket Profileringsfonds 2014
Datum
1 2 MEI 2014
[email protected]
Geachte leden van de Universitaire Studentenraad,
Op 6 mei 2014 heeft het college van bestuur het bijgevoegde afsprakenkader Profileringsfonds 2014 vastgesteld. Dit afsprakenkader verwoordt de afspraken die zijn gemaakt tij dens gesprekken tussen de Rector-magnificus en de Universitaire Studentenraad.
Op basis van dit afsprakenkader zal het college van bestuur de regeling Financiele Ondersteuning Studenten aanpassen en deze zo spoedig mogelijk ter instemming aan u voorleggen voor dejunicyclus van de GV. Hoogachtend,
G.J.M. Meijer
drs. J.J.A. van de Riet
voorzitter
bijlage: Afsprakenkader Profileringsfonds 2014 ec:
Ra.dboud Universiteit Nijmegen
secretaris
RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN van: aan: d.d.:
college van bestuur Universitaire Studentenraad 30 april 2014
Betreft: Pakket Profileringsfonds 2014 1. Inleiding Met deze notitie verwoordt het college van bestuur het pakket Profileringsfonds 2014. De inhoud van dit pakket is informeel met de Universitaire Studentenraad besproken. De USR heeft aangegeven zich te kunnen vinden in het door het cvb voorgestelde onderstaande pakket. De notitie is als volgt opgebouwd: - inhoud pakket Profileringsfonds 2014 - financieel kader - vervolg Het college van bestuur merkt op dat er nog steeds veel onzekerheden zijn over toekomstige bezuinigingen op de universiteiten alsmede over de invoering van een leenstelsel. Nieuwe bezuinigingsrondes kunnen er in de toekomst toe leiden dat ook het Profileringsfonds niet langer ontzien kan worden. Het tweede kabinet Rutte is daarnaast voornemens om per 1-9-2015 een leenstelsel in te voeren. Invoering van een leenstelsel kan een grote impact hebben op het Profileringsfonds en doelgroepen die door het fonds ondersteund worden. De afspraken uit dit kader en de regeling FONDS worden daarom over twee jaar geëvalueerd. Zowel de USR als het college van bestuur hebben de intentie deze afspraken ook na 2016 voort te zetten, maar voortzetting zal worden besproken op basis van de evaluatie over twee jaar. De regeling FONDS krijgt daarom een looptijd van twee jaar.
2. Pakket Profileringsfonds 2014 Het pakket bestaat uit de volgende onderdelen: i.
ii.
iii.
In 2016 wordt dit afsprakenkader alsmede de regeling FONDS geëvalueerd. Voor de periode 20142016 geldt het in paragraaf 3 vastgestelde financiële kader (met beleidsarme doorkijk naar 2018). Het college van bestuur heeft zowel de centrale als decentrale vacatiegelden afgeschaft. Het afschaffen van de vacatiegelden levert vanaf 2013 een structurele besparing op van €132.000, deze middelen zijn structureel toegevoegd aan het budget van het Profileringsfonds. De overgangsregeling die in 2012 voor de medezeggenschapsfuncties is getroffen, wordt in gewijzigde vorm voor de komende twee jaar voortgezet. Onderdeel van de nieuwe regeling is dat de studievoortgangseisen tijdens het bestuursjaar voor deze functies gelijk blijven aan de eisen uit de regeling FONDS 2012-2014. Deze nieuwe regeling is als bijlage 2 bij dit kader gevoegd en zal worden opgenomen in de nieuwe regeling FONDS 2014-2016. In de regeling FONDS worden de volgende inhoudelijk aanpassingen gemaakt: 1. Andere regels voor het aanvragen van bestuursbeurzen voor de oprichting van een organisatie; 2. Verduidelijking van de regeling op het punt van de samenloop van bestuurswerk met studievertraging door overmacht; 3. De systematiek voor het verdelen van bestuursbeurzen wordt gewijzigd; 4. Aanpassing deadline inleveren documenten bij de Toetsingscommissie. De twee jaarlijkse toetsing blijft. Verder zal Dienst Studentenzaken (DSZ) samen met SNUF in het kader van de cursus “Goed besturen voor studentbestuurders” een aparte module ‘Toetsing door de Toetsingscommssie’ aanbieden en gaat DSZ met de USR de informatievoorziening over de procedures verbeteren. DSZ richt het intakeformulier voor de Toetsing op zo’n manier in dat er voor verenigingen ruimte is om bestuursactiviteiten rondom sponsoring te vermelden; 5. De voorwaarden om als koepelorganisatie voor bestuursbeurzen in aanmerking te komen worden meer in overeenstemming gebracht met de huidige praktijk en worden daarmee duidelijker; 6. Het mininum aantal studentleden dat een organisatie moet hebben om voor bestuursbeurzen in aanmerking te komen, blijft 50 studenten. Wel wordt in de regeling aangevuld op welke gronden de Toetsingscommissie van deze minimumeis kan afwijken; 7. De regeling FONDS kent een hiaat met betrekking tot de ondersteuning van studenten met een WO-bachelorgraad die een premaster volgen (de zogenaamde WO-premasterstudenten). WOpremasterstudenten (RU of extern) die een premaster volgen, kunnen tijdens de premaster aanspraak maken op bestuursbeurzen, mits een studentendecaan een positief advies geeft.
Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 6, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen
pagina 1
Puntsgewijze toelichting Ad 1: in de regeling wordt aangepast dat studentenorganisaties in het jaar van oprichting en het eerstvolgende jaar daarop bestuursbeurzen kunnen ontvangen. Deze komen uit de jaarlijkse reservering bestuursbeurzen voor incidentele activiteiten (67 beurzen per jaar). Pas opgerichte organisaties moeten in het oprichtingsjaar een document inleveren ten aanzien van de levensvatbaarheid van de organisatie (perspectief op meer dan 50 studentleden en of er behoefte in het Nijmeegse studentenleven is voor deze organisatie). Ad 2:
de regeling wordt aangepast met de volgende formulering: een studentbestuurder kan nooit zowel bestuursbeurzen als compensatie voor overmacht ontvangen voor dezelfde periode. Indien de bestuurder in een overmachtsituatie zijn bestuursfunctie neerlegt, zal hij compensatie ontvangen vanwege overmacht en kan zijn plaatsvervanger conform artikel 12 de resterende bestuursbeurzen krijgen.
Ad 3:
in de huidige systematiek krijgt een organisatie bestuursbeurzen op basis van het aantal studentleden gecombineerd met het activiteitenaanbod van de organisatie. Nu is het zo dat een organisatie bij een bepaald aantal studentleden volgens een richtlijn een aantal bestuursbeurzen ontvangt. Van deze richtlijn kan naar boven of beneden worden afgeweken als het activiteitenaanbod daartoe aanleiding geeft: een gemiddeld groter aanbod leidt tot meer beurzen en vice versa. De nieuwe systematiek sluit aan op het huidige uitgangspunt, maar past dit anders toe: - het aantal studentleden leidt tot in elk geval een minimum aantal bestuursbeurzen; - op basis van het activiteitenaanbod van de organisatie kan er een aantal bestuursbeurzen bijkomen. Deze aanpassing wordt budgettair neutraal doorgevoerd zodat het plafond aan bestuursbeurzen niet wordt overschreden.
Ad 4:
de deadline voor inleveren van documenten voor de Toetsingscommissie wordt twee weken naar achteren verplaatst: de nieuwe besturen hebben dan meer tijd om zich in te werken en voor te bereiden op de toetsing. Om de onzekerheid en onbekendheid van verenigingen over de toetsing weg te nemen, zal DSZ samen met SNUF ieder najaar een cursus ‘Toetsing door de Toetsingscommssie’ aanbieden. Deze cursus wordt onderdeel van de al bestaande cursus ‘Goed Bestuur’ van SNUF.
ad 5:
de criteria voor bestuursbeurzen voor koepelorganisaties worden aangepast zodat deze in overeenstemming komen met de huidige praktijk. Dit maakt het voor koepels duidelijker hoe zij worden getoetst. De tekst wordt als volgt gewijzigd: • een koepel moet blijkens de statuten opgericht zijn met als doelstelling in elk geval belangenbehartiging van de bij de koepel aangesloten lidorganisaties; • Leden van de koepel zijn uitsluitend studentenorganisaties, natuurlijke personen zijn geen lid van de koepel. De koepel dient ten minste 4 leden te hebben waarbij het gezamenlijke aantal leden van de lidorganisaties ten minste 150 studenten van de RU of HAN betreft; • Activiteiten van de koepel zijn primair gericht op het behartigen van de collectieve belangen van de bij de koepel aangesloten lidorganisaties; • Niet in aanmerking voor ondersteuning komen koepelorganisaties waarbij er een (statutaire) dubbelfunctie is tussen het bestuurslidmaatschap van de koepel en het bestuurslidmaatschap bij een aangesloten lidorganisatie.
Ad 6:
het minimum aantal studentleden om als organisatie bestuursbeurzen te ontvangen blijft 50 studentleden. De huidige formulering voor een uitzondering op de ‘50 studentleden eis’ wordt als volgt aangevuld (aanvulling grijs gearceerd): “Het college van bestuur kan –al dan niet op advies van de Toetsingscommissie- besluiten van het in lid 3 tot en met 5 bepaalde af te wijken. Mogelijke gronden voor een dergelijke afwijking kunnen zijn: • als het een studentenorganisatie betreft met een levensbeschouwelijk karakter; • als de studentenorganisatie kan aantonen dat het gezien de aard en activiteiten van de organisatie niet mogelijk is meer dan 50 studentleden te hebben (bijvoorbeeld capaciteitsbeperkingen).”
Ad 7:
HBO-doorstromers kunnen tijdens hun premaster geen aanspraak maken op bestuursbeurzen. Dit blijft zo. WO-schakelaars (met een WO bachelor van de RU of van een andere universiteit) kunnen wel in aanmerking komen voor beurzen tijdens hun premaster jaar, mits de studentendecaan positief adviseert. Met deze constructie is maatwerk mogelijk om zo rekening te houden met de omvang van het premaster programma en de eerdere studievoortgang van de student.
Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 6, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen
pagina 2
3. Financieel kader Het Profileringsfonds wordt niet uitgebreid. Wel worden de middelen die met vacatiegelden gemoeid zijn (€132.000) vanaf 2013 naar het Profileringsfonds overgeheveld. Het budget Profileringsfonds ziet er meerjarig als volgt uit:
2014 (bedragen x € 1.000,--)
2015
2016
< ----- indicatief ----------->
2017
2018
beleidsarm beleidsarm
Middelen: - Budget
1.108
1.108
1.108
1.108
1.108
132
132
132
132
132
1.240
1.240
1.240
1.240
1.240
920
920
920
920
920
w.v. bestuursmaanden/beurzen (gemaximeerd)
810
810
810
810
810
w.v. overmacht (indicatief)
110
110
110
110
110
122
122
122
122
122
73
31
31
31
31
62
62
62
62
62
1.177
1.135
1.135
1.135
1.135
63
105
105
105
105
- Overheveling i.v.m. vacatiegelden
Bestedingen: - Verstrekte beurzen (overmacht + bestuurders)
- Uitvoeringskosten DSZ - Reparatie i.v.m. beëindiging vacatiegelden - Langstudeerdersmaatregel [vervallen] - Onvoorzien
Saldo
Toelichting - over twee jaar wordt het afsprakenkader en de regeling FONDS geëvalueerd. Het financieel kader heeft een looptijd van twee jaar met een doorkijk tot en met 2018 (bij ongewijzigd beleid) - in de komende jaren heeft het Profileringsfonds een begroot batig saldo. Reden om dit ruim te houden is dat nog niet bekend is welke extra taken de rijksoverheid bij de invoering van het leenstelsel aan het Profileringsfonds overdraagt. Eventuele overschotten vloeien terug in de exploitatie van de universiteit. - Het aantal te verdelen bestuursbeurzen is in de regeling FONDS gemaximeerd op jaarlijks 1.800. Een gemiddelde bestuursbeurs bedraagt € 450,4. Vervolg Dit afsprakenkader wordt door het college van bestuur op 6 mei 2014 vastgesteld en ter informatie naar de USR gestuurd. Het college van bestuur en de USR kunnen in de overlegvergadering van de GV van 19 mei 2014 melden dat er overeenstemming is over het hierboven beschreven pakket. De afspraken worden in een nieuwe regeling FONDS verwerkt die in de juni-cylus van de GV ter instemming aan de USR wordt voorgelegd. Het college van bestuur zal daartoe op 12 mei 2014 een voorgenomen besluit nemen dat ter instemming aan de USR wordt voorgelegd.
Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 6, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen
pagina 3
Bijlage: nieuwe regeling medezeggenschapsfuncties 2014-2016
voorstel beurzen 2014-2016
EC-norm tijdens bestuursjaar
assessor
7
18
voorzitter USR
8
18
vice-voorzitter USR
7
18
presidiumlid USR
7
18
lid USR
5
24
voorzitter FSR
2
nvt
lid FSR
1
nvt
olc
1/2
nvt
assessor Onderwijsinstituut
1
nvt
Onderwijsbeleidscommissie
1
nvt
OMT 1,2,3 en T
1
nvt
OMT 4
1
nvt
KO-Raad
2
nvt
SOOS (totaal)
10
nvt
Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 6, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen
pagina 4