Bijlage I: Monitor Mobiliteit 2010
Provincie Gelderland in coproductie met Stadsregio Arnhem Nijmegen
juli 2010
1
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Inhoudsopgave Monitor Mobiliteit 2010
1.
Inleiding
3
2.
Externe ontwikkelingen
3
3.
Samenvatting Mobiliteitsbalans Nederland en de
Nationale Mobiliteitsmonitor 2009
4.
Programma Nieuwe Infrastructuur
5.
Programma Instandhouding Infrastructuur
6.
Programma Fiets
18
7.
Programma OV
19
8.
Goederenvervoer
22
2
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
6 8 14
Monitor Mobiliteit 2010
1. Inleiding De Monitor Mobiliteit 2010 geeft de ontwikkelingen weer van de afgelopen jaren op het
gebied van mobiliteit. De monitor is een derde meting van het PVVP-2 en de voorgaande Dynamische beleidsagenda mobiliteit (2009-2010) van de provincie Gelderland en is een
coproductie van de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De monitor is
afzonderlijk te lezen, maar maakt als bijlage ook deel uit van de Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit (DBA) 2011 – 2012 van de provincie Gelderland. De monitor is dit keer bewust
onderdeel van de DBA vanwege de koppeling tussen de ontwikkelingen en voortgang van de programma’s met de provinciale beleidsagenda mobiliteit.
De monitor richt zich op de jaren 2006 tot en met 2008 maar in deze monitor wordt op
plekken ook verder terug of iets vooruit gekeken. Op basis van de dynamische beleidsagenda 2009-2010 en de daarbij behorende doelenboom volgt de monitor de programma’s Openbaar
Vervoer, Fiets, Nieuwe Infrastructuur en Instandhouding Infrastructuur en de geformuleerde doelstellingen. Tevens is een paragraaf opgenomen over de externe ontwikkelingen,
goederenvervoer en een samenvatting van de landelijke ontwikkelingen in mobiliteit op basis van de Nationale Mobiliteitsmonitor en de Mobiliteitsbalans.
Middels de programmaverantwoording en beleidsrekening wordt tweejaarlijks informatie gegeven over de voortgang van het beleid en de daaruit voortvloeiende activiteiten.
Daarnaast wordt tussentijds via managementrapportages (MARAPS) of op verzoek van
Provinciale Staten informatie gegeven over de voortgang van een programma of specifiek
project. In deze monitor is getracht een zo goed mogelijk beeld te geven van de voortgang van de doelen gesteld in het PVVP-2 en de voorgaande DBA. 2. Externe ontwikkelingen Externe ontwikkelingen4 zijn de ontwikkelingen die wel van invloed zijn op het verkeer en
vervoer, maar waarop het verkeers- en vervoerbeleid van de provincie Gelderland niet direct invloed kan uitoefenen. Op de mobiliteit binnen de provincie zijn onder andere de omvang van de bevolking, de economische ontwikkeling, werkgelegenheid en werkeloosheid van invloed. In tabel 1.1 zijn de belangrijkste kengetallen opgenomen.
4
Meer informatie over de externe ontwikkelingen is te vinden in de Provinciaal Economische Verkenning 2010-2015 en voor een overzicht van alle langere termijn economische ontwikkelingen zie Hedenmorgen 2006-2040 waarin ontwikkelingen en vier scenario’s voor de bevolking, arbeidsvraag en aanbod, werkgelegenheid, BBP en de bedrijventerreinen zijn weergeven.
Bevolkingsgroei Jarenlang vertoonden de meest westelijk gelegen Gelderse regio’s - De Vallei en Rivierenland - de hoogste bevolkingsgroei. Daarna volgen de twee meest verstedelijkte regio’s: de
Stadsregio Arnhem Nijmegen en de Stedendriehoek. Op de Noord-Veluwe en vooral in de Achterhoek was de bevolkingsgroei relatief laag. In de afgelopen vijf jaar hebben
zich echter belangrijke verschuivingen voltrokken. Daar waar Rivierenland doorgaans
de hoogste bevolkingsgroei van Gelderland realiseerde, is de aanwas in de meer recente jaren zeer bescheiden geweest. De belangrijkste oorzaak hiervan was het negatieve
binnenlandsmigratiesaldo: sinds 2005 hebben ieder jaar meer inwoners de regio verlaten dan er van elders zijn ingestroomd. De Vallei kende de afgelopen jaren van alle Gelderse regio’s
de hoogste bevolkingsgroei. De toename bedroeg meer dan het dubbele van de Gelderse (de regio heeft meer jonge gezinnen en per gezin zijn er meer kinderen). Ook de Stadsregio
Arnhem Nijmegen kende de afgelopen vijf jaar een relatief hoge groei. Hierbij speelde de
ruime beschikbaarheid van woningen een belangrijke rol. Als eerste regio in Gelderland werd de Achterhoek geconfronteerd met een dalende bevolking, maar ook in de Stedendriehoek
komen recentelijk jaren voor waarin de bevolking nog nauwelijks toeneemt. Op de Noord-
3
Monitor Mobiliteit 2010 Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012
Veluwe is daarentegen juist een einde gekomen aan de dalende trend en vertoont de
bevolkingsgroei sinds 2005 een stijgende lijn. De bevolking van de meest westelijke Gelderse
regio’s is nog relatief jong: Rivierenland, De Vallei en de Noord-Veluwe. De vergrijzing is het
verst gevorderd in de meest oostelijke regio’s: Stedendriehoek en de Achterhoek. De komende periode zal de bevolkingsgroei eveneens grote regionale verschillen laten zien. Economische ontwikkelingen en werkeloosheid Gelderland heeft het in de afgelopen periode van hoogconjunctuur (2006-2008) goed gedaan met een bovengemiddelde economische groei, een lage werkloosheid en een
relatief snelle banengroei. Ook in het recessiejaar 2009 was de werkloosheid laag (4,3%
tegen 5,2% gemiddeld in Nederland). De werkgelegenheid daalde in Gelderland met 0,6%
tegen 1% in Nederland. Gemiddeld over de periode 2010/2015 wordt een economische groei geraamd van 1¾% per jaar. In termen van economische groei werd het dieptepunt van de recessie bereikt in de eerste helft van 2009. Doordat de werkgelegenheid doorgaans met een vertraging van ongeveer een jaar op de ontwikkeling van de productie reageert, ligt
het zwaartepunt van de werkgelegenheids¬ver¬liezen in 2010 (-1,6%). In de jaren 2011-2015
komt de werkgelegenheid in Gelderland slechts tot een bescheiden groei van 0,8% per jaar. De ontwikkeling van de beroepsbevolking zal de komende periode nog trager verlopen en maar toenemen met 0,1 % per jaar. Ten opzichte van de periode 2005/2009 (0,8%) valt de
groei vrijwel stil. Deze terugval hangt voor een deel samen met de zwakke conjunctuur. De geringe banengroei in de komende jaren zal naar verwachting een drukkend effect hebben op de neiging om te participeren op de arbeids¬markt. Daarnaast speelt de afvlakking van de bevolkingsgroei en de vergrijzing - sterker dan in Nederland - een rol. Het dreigende
banenverlies in 2010 zal leiden tot een flinke stijging van de werkloosheid (van 3,6% in 2008 naar 5,9% in 2010). Daarna zal de werkloosheid langzaam maar gestaag weer afnemen. De
werkgelegenheidsgroei is echter niet hoog genoeg om de werkloosheidsstijging geheel teniet te doen zodat de werkloosheid in 2015 nog iets boven het niveau van 2009 uitkomt. In alle
regio’s zal de werkloosheid in 2010 fors toenemen met gemiddeld ruim een derde deel. In de
daarop volgende periode zal overal een gestage daling optreden waardoor in 2015 zo ongeveer de situatie van 2009 weer zal zijn bereikt.
In de Achterhoek worden de vraag- en aanbodbewegingen op de arbeidsmarkt mogelijk het grootste. Door het relatief grote aandeel industrie en bouwnijverheid zal bij een heftige
recessie de werkgelegenheid het zwaarst getroffen worden. Doordat de vergrijzing in deze
regio het verst is voortgeschreden zal echter ook de beroeps¬bevolking het sterkste krimpen. Daardoor blijft de werkloosheid toch onder het Gelderse gemiddelde. De werkloosheid op de Noord-Veluwe, Rivierenland en De Vallei ligt eveneens structureel onder het gemiddelde. In alle vier de regio’s moet er rekening mee worden gehouden dat tegen 2015 de spanning op de arbeidsmarkt weer voelbaar wordt. In de Stedendriehoek en vooral in de stadsregio
zal het werkloosheidniveau naar verwachting het hoogste oplopen. Ten tijde van de krapte op de arbeidsmarkt zoals die zich de afgelopen jaren manifesteerde, namen de regionale werkloosheidverschillen steeds verder af. Het verschil tussen de hoogste en laagste was
minimaal. Als gevolg van de recessie nemen de verschillen in 2010 scherp toe. Naarmate het herstel voortduurt, neigen de ontwikkelingen echter weer naar convergentie.
4
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Tabel 1.1 Kerngegevens middellange termijn voor de Gelderse WGR-gebieden1, Gelderland en Nederland.
119
245 111
0,2
0,3
0,4
0,2
0,3
0,2
0,6
2011/2015
0,1
0,3
0,1
0,7
2005/2009
0,7
2010
-0,2
2011/2015
0
0,2
-0,5
-0,4
7.753
0,3
0,4
Groei beroepsbevolking in % p/j:
8.643
919
39,5
-0,1
973
84
2,5
0,2
-0,2
86
3,5
2005/2009
-0,2
16.487
126
17,3
0,1
1.991
116
4,8
2010
194
341
8,9
Bevolkingsgroei in % p/j:
Nederland
330
252
Gelderland
werkloosheid
137
139
Noord-Veluwe
214
693
De Vallei
188
werkgelegenheid 3
301
Rivierenland
beroepsbevolking
411
2
Stadsregio Arnhem Nijmegen
bevolking
Achterheoek
Stedendriehoek
Situatie 2009, x 1.000
0,4
1,0
0,2
0,3
5,3
0,1
0,7
-0,1
0
0,7
0,4
1,3
0,9
0,7
0,3
0,6
0,2
0,2
0,8
0,0
0,1
379
0,3
0,9
0,0 0,3
Werkgelegenheidsgroei in % p/j: 2005/2009
1,2
0,8
1,1
1,6
1,4
1,3
1,2
1,0
2010
-1,6
-2,0
-1,5
-1,5
-1,5
-1,5
-1,6
-1,8
Werkloze beroepsbevolking x 1.000 personen: 2005
12,6
7,1
22,9
5,9
5,3
3,7
54,0
483
3,7
14,3
3,9
32,7
304
2011/2015
0,6
2008
7,2
2009
8,9
0,7
4,8
0,8
17,3
0,9
5,3
1,0
3,3
3,5
0,9
2,2
0,8
0,6
2,5
39,5
379
54,2
504
2010
11,5
6,0
25,4
6,6
4,8
3,4
2015
9,4
4,3
18,8
4,6
3,9
2,8
40,9
411
2005
7,0
5,3
7,3
5,2
5,1
4,6
6,1
6,5
2008
3,9
2,7
4,4
3,3
3,0
2,7
3,6
2010
6,1
4,4
7,7
5,0
3,2
Werkloosheidspercentage:
2009
4,7
2015
3,5
5,2
4,4
3,2
5,6
4,3
5,6
3,9
3,4
3,0
3,9
4,0
4,3
5,9
4,9
3,2
4,4
5,2
6,5
Bron: WGR-regio’s en Gelderland: Bevolking: historie CBS; prognose: Provincie Gelderland / PRIMOS, ABF; (werkloze)Beroepsbevolking historie: raming BEO op basis van EBB/CBS; prognose: BEO, Provincie Gelderland; Werkgelegenheid historie: PWE Gelderland aangevuld met BIRO en
VRL; prognose: BEO, Provincie Gelderland
Bron: Nederland: Bevolking: historie CBS; prognose: CBS; (werkloze)Beroepsbevolking historie: EBB/CBS; prognose: CPB; Werkgelegenheid historie: NR, CBS; prognose: CPB
1
inclusief niet-Gelderse gemeenten;
2
voor banen van 12 uur per week en meer;
3
voor banen van 1 uur per week en meer.
5
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
3. Samenvatting Mobiliteitbalans Nederland en de Nationale Mobiliteitsmonitor 2009 5 De ontwikkelingen op het vlak van mobiliteit binnen de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen staan niet op zichzelf en zijn vaak te relateren aan ontwikkelingen op landelijk niveau. De Mobiliteitsbalans Nederland en de Nationale Mobiliteitsmonitor geven regelmatig een overzicht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen op nationale schaal. Hieronder volgt een samenvatting van beide documenten.
Samenvatting Mobiliteitbalans Nederland en de Nationale Mobiliteitsmonitor 2009 6 5
Mobiliteitsbalans Nederland is een product
Reistijdverlies
van het Kennisinstituut
In de periode 2000-2008 steeg het tijdverlies door files en verkeersdrukte op de hoofdwegen
met 55 tot 58 procent 7 terwijl de omvang van het verkeer met 14 procent groeide. De aanleg
voor Mobiliteitsbeleid
van nieuwe wegen, extra rijstroken en verkeersmanagement hebben een dempend effect
(KIM).
gehad op het reistijdverlies. Zonder deze maatregelen zou dat gegroeid zijn naar 66-69
De Nationale
procent. De stijging heeft met name tussen 2000 en 2006 plaatsgevonden. Reistijdverlies
Mobiliteitsmonitor
als gevolg van files nam in 2008 licht toe ten opzichte van 2007. Het grootste reistijdverlies
is een product van
treedt op rond de vier grote steden en op de wegen die de grote steden ontsluiten. De groei
Rijkswaterstaat Dienst
van 55-58 procent is groter dan in de Nota Mobiliteit werd verwacht voor 2010 (circa 40
Verkeer en Scheepvaart
procent). De spitsperioden duren weer langer. De automobilist in de Randstad kiest er
met medewerking van
vaker voor om vroeg van huis te gaan en voor de ochtendspits naar zijn werk te reizen. De
het Kennisinstituut
zakelijke reiziger reist op weg naar een afspraak nog wel in de spits.
voor Mobiliteitsbeleid (KIM) en de Stichting Wetenschappelijk
Economische crisis
Onderzoek
Ten tijde van een economische crisis zijn er minder files omdat het woon werkverkeer
afneemt en daardoor de druk op het hoofdwegennet minder is. Het gebruik van de auto
Verkeersveiligheid. 6
voor vrije tijd en studie neemt juist toe.
Mobiliteitsbalans Nederland is een product van het Kennisinstituut
Nederlanders niet vaker op pad, wel verder
voor Mobiliteitsbeleid
Sinds 1985 is de mobiliteit van Nederlanders met 40 procent toegenomen. Van alle
verplaatsingen in Nederland ging in 2008 de helft per auto, een kwart met de fiets, 17
(KIM).
procent te voet en 5 procent met trein, bus, tram en metro. Het autogebruik is sinds 1985
De Nationale
met 54 procent toegenomen. Dat komt door de groei van de bevolking, meer mensen aan
Mobiliteitsmonitor
het werk die grotere afstanden afleggen. Ook zoeken mensen hun vrijetijdsbesteding
is een product van
steeds verder van huis. Tussen 2000 en 2008 groeide het autogebruik met 10 procent.
Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart met medewerking van
Openbaar vervoer
het Kennisinstituut
Landelijk gezien is het aantal reizigerskilometers met het openbaar vervoer de laatste jaren gestegen. Vooral het aantal gereisde kilometers per spoor is in 2008 sterk gegroeid: de
voor Mobiliteitsbeleid
7
(KIM) en de Stichting
vervoersprestatie van de NS nam met ruim 4 procent toe tot 16,2 miljard reizigerskilometers.
Wetenschappelijk
Op het decentraal spoor is het vervoer in 2008 met ruim 3 procent toegenomen. Voor bus, tram
Onderzoek
en metro zijn de reizigerskilometers enigszins gelijk gebleven vanaf 2000. In de periode 2003-
Verkeersveiligheid.
2008 is het aantal reizigerskilometers gestegen van 6,3 naar 6,4 miljard. Het jaar 2008 laat een
Afhankelijk van de meting
daling zien van 6,5 naar 6,4 miljard reizigerskilometers, maar daarbij moet rekening gehouden
van voertuigverliesuren
worden met de lange periode waarin gestaakt werd. Het aanbod van bus, tram en metro is
(VVU) op 50 of 100
tussen 2000 en 2007 met ruim 6 procent gestegen (gegevens over aanbod 2008 niet bekend).
kilometer per uur.
6
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Bij de NS namen de klanttevredenheid en het gevoel van sociale veiligheid van de reizigers in 2008 licht toe, net als in voorgaande jaren. Hetzelfde geldt voor het regionale openbaar vervoer. De punctualiteit van het spoorvervoer is in 2008 met 0,2 procent afgenomen. Dit is een verandering ten opzichte van de vorige jaren, toen steeds sprake was van een (lichte) stijging. Fiets Op ritten tot 7,5 kilometer wordt de fiets al sinds 2000 in ongeveer 31 procent van de gevallen gebruikt. Het totale fietsgebruik stijgt licht sinds 2003. In 2008 betrof het 13,7 miljard fietskilometers. Het aantal fietsdiefstallen daalde in 2008 met 100.000. Veiligheid Ondanks de groei van de mobiliteit neemt de verkeersveiligheid nog steeds toe. Het aantal verkeersdoden daalde tussen 2000 en 2008 met 36 procent tot 750. Fietsers blijven de meest kwetsbare groep. In 2007 viel 53 procent van de verkeersdoden onder de meest kwetsbare verkeersdeelnemers: voetgangers, fietsers, brom-/snorfietsers en motor -en scooterrijders. De ontwikkeling van de veiligheid op de weg is gunstig. De afname van het aantal verkeersdoden zette in 2008 door. Daarentegen laten de meest recente cijfers (2007) van het aantal ziekenhuisgewonden een stijging zien. Leefbaarheid Door de invoering van de katalysator voor benzinemotoren en de roetfilter voor diesels is de luchtvervuiling als gevolg van het verkeer verminderd. De emissie van CO2 door verkeer en vervoer nam in 2008 weer toe, na een lichte daling in 2007. Daarentegen verbeterde de luchtkwaliteit, mede door daling van de NOx-emissie van verkeer en vervoer. De aanpak van knelpunten in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) – uit het rijksinfrastructurele Meerjarenprogrogramma Ontsnippering (MJPO) – vordert gestaag. In 2008 zijn twaalf van de 208 in het MJPO geïdentificeerde knelpunten geheel opgelost en 22 gedeeltelijk. Goederenvervoer: meer internationaal en intercontinentaal Het goederenvervoer wordt steeds internationaler en intercontinentaler. Het internationale goederenvervoer steeg tussen 2000 en 2008 met 27 procent. Dat is meer dan het binnenlandse goederenvervoer, dat met 21 procent groeide. In 2008 was 66 procent van het goederenvervoer internationaal.
7
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
4. Programma Nieuwe Infrastructuur Het programma infrastructuur van de provincie valt uiteen in de onderwerpen bereikbaarheid, mobiliteitsmanagement en verkeersveiligheid. Bereikbaarheid
Over het algemeen kan gesteld worden dat het wegennet en de bereikbaarheid binnen
Gelderland op orde zijn. Op de rijkswegen en enkele provinciale wegen zijn knelpunten zichtbaar maar deze zijn over het algemeen beperkt ten opzichte van de knelpunten op wegen in de randstad.
De bereikbaarheid wordt mede bepaald door het aantal afgelegde kilometers (capaciteit)
en het moment waarop de meeste verplaatsingen worden gemaakt (spits, doorstroming). In tabel 1.2 is zichtbaar hoeveel kilometers er zijn afgelegd per modaliteit. Deze cijfers geven een indicatie maar geen toelichting op de aantallen en verhoudingen tussen de modaliteiten. Tabel 1.2
Aantal reizigerskilometers (x 1mln.) per modaliteit in Gelderland 8
2004
2005
2006
2007
2008
Voetganger
0,34
0,38
0,43
0,38
0,39
Auto/motor
17,97
17,70
18,72
18,50
17,60
Brom/fiets OV
Overig
Totaal
1,78
2,38
0,12
22,58
1,93
2,44
0,27
22,73
2,11
2,68
0,14
24,10
2,05
2,69
0,25
23,87
1,75
3,14
0,26
23,15
De pendelgegevens van de provincie Gelderland 9 geven aan dat de grootste aandeel van de
verplaatsingen voor woon-werkverkeer ligt binnen een afstand van 15 kilometer. Ongeveer tweederde van de verplaatsingen is tot 7,5 kilometer en drie kwart van de verplaatsingen is tot 10 kilometer. De meeste Gelderlanders wonen in de stad waar ze werken of in een
van de omliggende gemeenten. Daarnaast is er een sterk woon-werk pendelgedrag vanuit Gelderland richting Utrecht 10. In onderstaande afbeelding 1.3 is de verkeersintensiteit in
8
Bron: Onderzoek
VerplaatsingsGedrag van
het Centraal Bureau
voor Statistiek (CBS)
9
Gelderland van 2009 weergegeven per werkdag-etmaal. Dit zegt dus vooral iets over het totaal aantal verplaatsingen.
Bron: Pendel GSO,
de pendelgegevens
zijn gerelateerd aan
de werkgelegenheid
2008
10
Waarschijnlijk geldt
dit voor meer steden in
de Randstad maar
hier zijn geen cijfers over
bekend.
8
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Afbeelding 1.3 Verkeersintensiteiten verkeer per etmaal op provinciale wegen in 2009
Ommen
Zwolle
Kampen Dronten Edam
Dalfsen
Lelystad Noordeinde
Purmerend
Neuenhaus Volendam Hattemerbroek
N763
HATTEM
Oosterwolde
10170 Wezep
10430
ELBURG
Doornspijk
A6
N310
10160't Harde
Almere-stad
Amsterdam
27940 A6
Almere-haven
A1
Zeewolde
Duivendrecht
N303
14310
Blaricum
A27
Laren
N301
8660
8090
Hilversum
N798 N806
Garderen
Stroe
N805
15000 6590
Kootwijkerbroek
A12
10180 N233
11830
Veenendaal
10740
Wolfheze
21550 WAGENINGEN
Eck en Wiel
N834
GELDERMALSEN
11860
LINGEWAAL
Meteren
3470
Vuren N830
Herwijnen
Haaften
Brakel Zuilichem
Ophemert
Aalst
Opijnen
3500 Hurwenen
ZALTBOMMEL
N832
Nederhemert-Noord
N831
8460
Ammerzoden Hedel
8420
Puiflijk
Altforst
Maasbommel
Horssen
A50
A50
N325
NIJMEGEN
A326
32570
N831 Velddriel
MAASDRIEL
15760
Alverna
19830
WIJCHEN N324 N845
N844 Malden
15580 Nederasselt
A50
Oss
Grave
Kerkdriel
18260
Heilig LandStichting
7760 Niftrik
Alem
5890
23630 HEUMEN
Overasselt N846
5770
N840 Leuth
4760 Beek
Tolkamer
N330
4270 DOETINCHEM
7870
N335
N818
N317
Braamt
N817 Ulft Varsselder
9810
2970 WINTERSWIJK
Barlo
N318
7760
N318 N313
N319
Bredevoort13390
Kotten
Miste
AALTEN
6060
Woold
Lintelo
8190
Sinderen De Heurne
Bontebrug
5170
N816
N820
10970
N312
N18
13050
5130
Silvolde
Azewijn
N319 Vragender
OUDE IJSSELSTREEK
Zeddam
5720
OOST GELRE Lichtenvoorde
Terborg
Etten
6120
Heelweg
Varsseveld
Gaanderen
14080
Meddo
Harreveld
Westendorp
N815
N316
Lievelde
5010
Halle
9040
N315
N316 's Heerenberg Stokkum 11000
Gendringen
N317
7130
IJzerlo
N819
Breedenbroek
N827
Lobith
MILLINGEN A/D RIJN
Zieuwent
8610
A18
Herwen
Vreden
9310
Loerbeek
Groenlo
Mariënvelde
Zelhem
N330 N317
4810
MONTFERLAND
N319
N315
Velswijk
Kilder
7380
UBBERGEN
Beek
Dinxperlo Netterden
Borken
Spijk
3
Megchelen
Emmerich
Berg en Dal N841
Bocholt
3860 10290
N842
Kleve
Kranenburg
GROESBEEK
7940
N271
Aerdt N811
Kekerdom Ooij
A73
N847
Pannerden
9050
Lent Weurt
13240
N812
Babberich
RIJNWAARDEN 8860
Doornenburg
BEUNINGEN
Heerewaarden
9700
Gendt
Ewijk
Hernen Batenburg
N839 Haalderen
N813 Wehl
NieuwDijk
Oud-Zevenaar N336
LINGEWAARD N838
Bemmel
Oosterhout
Loil Didam 11140
N810
A12
4350
14370
Valburg
Slijk-Ewijk
Bergharen
5600
14770
Hoog - Keppel
Laag - Keppel N814
Rekken
Beltrum
4520
Keijenborg
7080 Hummelo
Nieuw-Wehl
Groessen
Angeren
5040
Drempt
Angerlo
ZEVENAAR
Eibergen
4970 N312
Veldhoek
7300
Achterdrempt
7900
8240
4370
BERKELLAND
4520
Hengelo
8810
N823 N822
N18
N316
Toldijk
N314
DOESBURG
Giesbeek
8020
Steenderen
8070 Haarlo
N315
Ruurlo
7010
Olburgen
N336
Loo
Huissen
71240
Elst
Andelst
N329 Appeltern
N338
DUIVEN
Winssen
22990
DRUTEN
5060
Lathum
WESTERVOORT
71590
N325
A325
Herveld
WEST MAAS EN WAAL
Alphen
Dodewaard
Deest
Beneden-Leeuwen
Dreumel
69460
OVERBETUWE
Spankeren
N348
N317
A348
30660
Velp
Hemmen Zetten
Afferden N322
12790
N785
ARNHEM
Baak
BRONCKHORST
19220
71930
Balgoij
A2
Kerkwijk
5500
5010Well
Heesselt
N322Rossum
17570 Bruchem
NEDER-BETUWE
19570 Boven-Leeuwen 10660
Varik
Tuil
Nieuwaal Gameren
6310
Poederoijen
Wamel
N322 Est
NEERIJNEN
Waardenburg
Hellouw
Ochten
N323
TIEL
Wadenoijen
7020
6520
A15
IJzendoorn Echteld
Kerk-Avezaath
9630
Erichem
22100
N224
Driel
N837
4580
N836
A15
Zoelen
8970
N233
10980
Wichmond
N315 Neede
6900
Kranenburg N319
5880
Rietmolen
Geesteren
Borculo
N821
5910
Vorden
Haaksbergen
N824 Noordijk
7000
N312 Barchem
10040
Bronkhorst
N740
Gelselaar
N825
9710
N319
N314
11740
N348
18350
N787
De Steeg
13150 Heveadorp
16850
Randwijk Opheusden
20880
5940
N225 Doorwerth Oosterbeek
Heteren
31440
Kesteren
N320
Kapel-Avezaath
10670 Enspijk Deil 9490 10670
Lienden
Ellecom
N784
RENKUM
8880 Heelsum
N225
10770
Ingen
7330
Ommeren
6520 N835
Buurmalsen Tricht
Beesd
Rumpt Acquoy N327 Gellicum
6580
BUREN
Asch
6220
A2 Leerdam
Maurik
Ravenswaaij N320 Zoelmond
11670
N833
N848 Heukelum
Rijswijk
Beusichem
14940
N782
RHEDEN
N803
N310
N783
Bennekom
N781
Dieren
ROZENDAAL
5260
N311
A12
Vianen
N320 24030
6300
N346
6720
Warnsveld 18600
15110
Leuvenheim
Laag-Soeren
N310
N224
5130
A50
4430
A27
A2
1880
N224 De Klomp
A2
BRUMMEN
5080
N786 Eerbeek
Exel
N346
N346
ZUTPHEN
3580
17470
Almen
14880
13660 11160
Loenen
N804
EDE
N304
Ederveen
Empe
Hall
Hoenderloo
6110
Lunteren
N789
4460
Otterlo
12170
Laren
N826LOCHEM
2280
14870 Hoven
Harskamp Wekerom
A30
SCHERPENZEEL N224
Rhenoy
Lieren
11070
N801
6980
Asperen
N345
N802 Zeist
Harfsen
N348
Eefde
N788
N304
N310
De Glind
A28
N339
Gorssel
6790
N345
N332
3900
15860
Klarenbeek
Beekbergen
4210
Bilthoven
Utrecht
Epse
Wilp N791 N790 Bussloo
Kootwijk
BARNEVELD
5590
Enschede
Wilp-Achterhoek Posterenk
N800
A1
CULEMBORG
9880
APELDOORN
A1
Voorthuizen
18070
Terschuur
14420
A27
N344 Hoog-Soeren
Hengelo
Twello
11760
N301 Zwartebroek
Delden
Goor
A1
N344
Nijkerkerveen
Hoevelaken
Amersfoort
Nieuwegein
11730
N302
N310
Soest
N322
12370
N797
Holten
Deventer
11540
VOORST
Teuge
A50
Borne
A1
N792 Terwolde
De Vecht
Uddel
12370
A27
Spijk
11350
NIJKERK
A28
Baarn
5950
6510
N302 Speuld
A35
Rijssen
Diepenveen
Nijbroek
Vaassen
Elspeet
ERMELO
N303
A1 A2
Almelo
Emst
5490
PUTTEN
Wierden
Nijverdal Olst
12150
EPE
5600
N303 Bussum
Raalte
Oene
N310
13820 N796
Weesp
9450 N309
Vierhouten
16000
Hellendoorn Wijhe
N794
N795
NUNSPEET
Huizen
Vorchten Hoorn Veessen
6690
9440
HARDERWIJK
Tubbergen
A50 HEERDE
6900
Hulshorst
Hierden
N302
Diemen
Heino Wapenveld
16100
A28
10050 A10
't Loo
OLDEBROEK
N309
13490 Hooge Enk 11570
Almere-buiten
Gorinchem
N308
Oostendorp
Biddinghuizen Monnickendam
De Horst
Nütterden
Rees
Breedeweg
N843
9760
Cuijk
A2
's-Hertogenbosch
Hamminkeln Rosmalen
A73
2582 I&A/GIC/MERO
LEGENDA
N346
A12
Spoorlijn en station
Kernen
Rijksgrens
Bedrijventerrein
Provinciegrens
Provinciale weg met wegnummer
Gemeentegrens
Overige weg en wegnummer
BUREN
Gemeentenaam
PROVINCIAAL WEGENNET 2010
Verkeersintensiteiten Motorvoertuigen 2009 per werkdag-etmaal
Om de bereikbaarheid binnen Gelderland beter te kunnen uitdrukken wordt voor het eerst 0
Aan deze kaart mogen geen rechten worden ontleend
Maart 2010
5
10
Kilometers
dit jaar gebruik gemaakt van een onderzoek dat Tom Tom heeft uitgevoerd in opdracht van
de provincie. Het onderzoek moet inzicht geven in de reistijden tussen de GSO steden en de bereikbaarheidsknelpunten op de weg. Daarbij is relevant of er grote verschillen in reistijd 11
De norm wordt gehaald
als wordt vastgehouden
aan de vergelijking van
de rijsnelheid tijdens de
spits ten opzichte van die
tijdens daluren op
dezelfde dagen. Overigens
vallen door deze
zijn tussen de spits- en de daluren. Uit de eerste resultaten blijkt dat de reistijden tussen
de Gelderse steden het afgelopen jaar binnen de gehanteerde norm vallen 11, maar ook dat
er specifieke knelpunten in de doorstroming zijn op de provinciale wegen, zoals de brug bij Rhenen en op de Pleijroute. Op de Pleijroute zijn al wegwerkzaamheden in gang gezet om
de doorstroming te verbeteren. De studie geeft ook een beeld van de situatie op een deel van
de snelwegen in Gelderland en daarbij valt op dat er een knelpunt ontstaat op de aansluiting A30/A1 met een mogelijke terugslag op knooppunt Hoevelaken. Het is de eerste keer dat we gegevens hebben over de feitelijke doorstroming op deze aansluiting.
systematiek trajecten
die de hele dag door druk
zijn minder goed op. Hier wordt de komende tijd
nog specifiek naar
gekeken. Hiervoor
zullen we de rijsnelheden
op zondagen en ’s nachts
benutten
9
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Wat betreft filedruk variëren de cijfers tussen de verschillende instanties
die deze gegevens bijhouden, als gevolg van verschillen tussen de door hen
gebruikte definities en meetpunten. In onderstaande tabel 1.4 is de file top
6 van de provincie Gelderland weergegeven op basis van de gegevens van de
VerkeersInformatieDienst (VID). Een paar punten vallen op: de A1 komt alleen in de file top-50 voor op het traject Amsterdam – Amersfoort, wel is uit onderzoek bekend dat de brug bij de A1 over niet al te lange termijn een knelpunt vormt.
Daarnaast is in het onderstaande schema sprake van drie losse fileplekken op de
A50 Arnhem → Oss, terwijl deze voor de gemiddelde weggebruiker ervaren zullen worden als een en hetzelfde grotere fileknelpunt tussen de knooppunten Valburg en Ewijk.
Tabel 1.4 File top-6 Gelderland gegevens VID 12 Bron:
12
website VID File top 50
Nederland over 2009.
Plek in Top 50
Filezwaarte wordt
13
uitgedrukt in
kilometerminuten:
het aantal minuten dat een
specifieke file met
een bepaalde lengte heeft
gestaan.
Weg KM minuten13 Hoofdlocatie
Koplocatie
A2
Culemborg
1.
A2
14.
A50 121.008
10. 28.
255.150 150.872
A50 77.145
32.
A50
39.
74.220
A50 67.833
Utrecht >’s Hertogenbosch
Utrecht > ‘s Hertogenbosch Arnhem > Oss
Arnhem > Oss
Arnhem > Oss Oss > Arnhem
Kerkdriel
Waalbrug Valburg Ewijk
Valburg
Afbeelding 1.5
Filetop 50 in Nederland,eerste helft 2009 (Min V&W) Gelderse files op snelwegen
omcirkeld
10
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Mobiliteitsmanagement Mobiliteitsmanagement is een containerbegrip dat kan worden samengevat als slim reizen. Slim wil zeggen op de meest efficiënte manier, dat kan soms ook betekenen niet reizen. De provincie heeft verschillende mogelijkheden om naast de doorstroming, het bieden
van alternatieven en het zorgen voor een optimale ketenmobiliteit en het stimuleren van
slimmer reizen via werkgevers. Het gebruik van carpoolplaatsen of transferia bijvoorbeeld
biedt de reiziger een goede mogelijkheid om over te stappen op een alternatief dan de auto of samen te reizen waardoor er minder auto’s op de weg zijn.
Op het gebied van mobiliteitsmanagement werkt de stadsregio samen met VCC Oost en het Offensief Bereikbaarheid. Offensief Bereikbaarheid is een initiatief waarin bedrijfsleven
en regionale overheden samen afspraken maken om organisaties in de Stadsregio Arnhem Nijmegen bereikbaar te houden. Inmiddels nemen meer dan 40 werkgevers deel aan het
Offensief Bereikbaarheid. In totaal 10% van het aantal werknemers wordt inmiddels via de
werkgevers bereikt. Dit heeft geresulteerd in de volgende projecten bij betrokken werkgevers (2008 tot en met 2009).
Tabel 1.6 Acties Offensief Bereikbaarheid Acties onderverdeeld in soort maatregel Bewustwording
Ketenmobiliteit
Flankerende maatregelen bij wegwerkzaamheden
Fiets
Arbeidsomstandigheden Technische innovaties
Aantal 22 15 2
14
43 6
Er zijn op dit moment in Gelderland 46 carpoolpleinen, waarvan 12 in bezit en beheer van de provincie. De rest is in beheer van gemeenten, Rijkswaterstaat en een van
Natuurmonumenten. Sinds een paar jaar verzorgt het VCC Oost de jaarlijkse monitoring. De hoofdconclusies van deze monitor zijn een stijgende lijn in het gebruik van carpoolplekken en transferia. Duidelijke aanduiding van de locatie als carpoolplek of transferium is van belang evenals goed beheer en onderhoud van de locaties. De meeste carpoolpleinen in
Gelderland zijn op dit moment echte carpoolpleinen. Dit wil zeggen samen verder reizen
met een auto. Veel pleinen zijn echter ook bereikbaar met OV en fiets. Zo kunnen mensen met de fiets of OV naar het plein toekomen om samen met een auto verder te reizen of de
auto te parkeren en met het OV verder te reizen. Deze zogenoemde transferia zijn kansrijk om te benutten bij knooppunten. Lichtenvoorde en het tijdelijke transferium Harderwijk Boekhorstlaan zijn voorbeelden van succesvolle locaties. Verkeersveiligheid Om de doelstellingen op het gebied van veiligheid voor alle weggebruikers te halen zetten de provincie en de stadsregio in op educatie, handhaving en de inrichting van infrastructuur. De provincie en de stadsregio zijn vertegenwoordigd in het Regionaal Overlegorgaan
Verkeersveiligheid (ROVG). Een onafhankelijk samenwerkingsverband van overheden en
organisaties die actief betrokken zijn bij het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers in Gelderland. Het ROVG valt onder de regie van de provincie Gelderland en de stadsregio. Het ROVG brengt jaarlijks monitors uit over de ontwikkeling.
11
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Tabel 1.7 Geregistreerde aantal doden en ziekenhuisopnamen in Gelderland per
vervoerswijze, per regio en per jaar (2004-2008)
Vervoerswijze
Personenauto Bestelauto
Motor/scooter
2004 2005 2006 2007 2008 626
618
505
563
522
122
108
115
131
100
46
57
65
57
60
53
Bromfiets
220
200
185
194
Fiets
297
334
292
288
2
1
1
0
Snorfiets
Voetganger Bus
Overig
Totaal
67 74 31
1504
60 68
25
1471
65 58
27
1308
69 35
1379
Uitsplitsing regio’s De Vallei
209
Stedendriehoek
287
Noord-Veluwe Achterhoek
Stadsregio Arnhem Nijmegen14 Rivierenland
189
Uitsplitsing aantal ziekenhuisgewonden
0
32
1335
190
247
238
272
254
392
324
317
358
216
170
125
69
180
280
1379
330
162 182
109
1362
186
253
240
149
184
Uitsplitsing aantal doden
170
197
185
234
369
55
121
1187
106
1273
174 211
148 111
1224
Uit bovenstaande tabel 1.7 is af te leiden dat het totaal aantal verkeersslachtoffers de
laatste 5 jaar een dalende tendens vertoont. Bij nadere analyse van de vervoerswijze blijkt dat deze daling vooral veroorzaakt wordt door een sterke afname bij de auto inzittenden
en de bromfietsers. Bij de overige verkeersdeelnemers (waaronder de kwetsbare fietsers, snorfietsers en voetgangers) is geen duidelijke trend te zien. Bij nadere analyse van de regio’s blijkt dat het aantal verkeersslachtoffers in de meeste regio’s licht afneemt,
met uitzondering van de regio Rivierenland, waar van een zeer sterke afname sprake is. Voor 2009 is een sterke daling zichtbaar in het totale aantal verkeersslachtoffers (992).
Het aantal doden is gedaald naar 92 en het aantal ziekenhuisgewonden is gedaald naar
900. Deze cijfers betreffen (door de politie) geregistreerde aantallen. Deze aantallen zijn echter niet volledig, omdat niet elk slachtoffer door de politie wordt geregistreerd. De
scherpe daling in 2009 van het aantal ziekenhuisgewonden is ook landelijk zichtbaar en
momenteel wordt onderzocht of hierbij een verslechtering van de politieregistratie een rol kan spelen.
Exclusief de gemeenten
14
Mook en Middelaar
12
Monitor Mobiliteit 2010 Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012
Veilig gedrag Het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers kan op verschillende manieren.
Een belangrijk middel is het beïnvloeden van veilig gedrag door middel van (permanente) verkeerseducatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in verschillende doelgroepen met
ieder een aangepast programma en specifieke benadering. Hierbij wordt samengewerkt met verschillende organisaties: scholen, rijscholen, ouderenbonden, maatschappelijke organisaties, gemeenten. De volgende groepen worden onderscheiden 0-4 jarigen, 4-12
jarigen, 12-16 jarigen, beginnende bestuurders, rijbewijsbezitters en ouderen. Daarnaast
vindt er algemene publieksvoorlichting plaats. Voor alle doelgroepen worden activiteiten in Gelderland uitgevoerd.
Naast educatie werken het Openbaar Ministerie, de drie Gelderse politieregio’s en het
KLPD (Korps Landelijke Politiediensten) aan de handhaving binnen Gelderland. Het ROVG ondersteunt hierin door het bieden van een overlegstructuur, het leveren van gegevens
en analyses en het invullen van het communicatieprogramma rondom de handhaving. Hiermee wordt de effectiviteit van de handhaving en het draagvlak vergroot. De
doelstellingen op de centrale speerpunten helmen, gordels, rood licht, alcohol en snelheid zijn op de goede weg. Andere invalshoeken, zoals milieu en sociale veiligheid krijgen
eveneens aandacht. De doelstelling voor het gordelgebruik voorin (90%) en het correct
dragen van de valhelm (90%) zijn al gerealiseerd. Het percentage weggebruikers dat zich
aan de snelheidslimiet houdt (86%) ligt in de buurt van de doelstelling (90%). Daarbij moet
wel worden aangetekend dat dit percentage de laatste jaren niet verder is verbeterd. Ook de
gordeldracht achterin is de afgelopen jaren flink verbeterd. Het percentage in 2008 bedroeg 80% (doelstelling 90%). Het thema alcohol ligt goed op koers. In de weekendnachten rijdt
1,9% van de Gelderlanders onder invloed (landelijk 3%). De doelstelling is om dit percentage terug te brengen naar 1,5%.
Veilige weg De provincie streeft een veilige weg na voor alle weggebruikers Om dit te kunnen
realiseren wordt naast educatie en handhaving gewerkt aan een veilige infrastructuur door
onderhoudswerkzaamheden en de aanpak van gevaarlijke kruispunten en wegvakken. Deze Een gevaarlijk kruispunt of
15
wegvak is een locatie waar
wegvakken worden uitgedrukt in gevaarlijke kruispunten en wegvakken15 . In onderstaande
tabel is het aantal gevaarlijke kruispunten en wegvakken weergegeven voor heel de provincie Gelderland inclusief gemeenten.
in een aaneengesloten periode van 3 jaar minstens 20 gewogen ongevallen hebben
Tabel 1.8 Ontwikkeling gevaarlijke kruispunten en wegvakken
plaatsgevonden (gewogen wil zeggen dat ongevallen met letsel of dodelijke afloop met een factor 5 worden vermenigvuldigd en ongevallen met alleen materiële schade met een
Jaren
2002-2004
Kruispunten 284
Wegvakken 199
2003-2005
203
160
2005-2007
193
132
2004-2006 2006-2008
185
174
factor 1). Andere benaming hiervoor zijn Verkeers Ongevallen Concentratie punten (VOC) en blackspots.
13
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
149
90
Uit de tabel blijkt dat het aantal gevaarlijke kruispunten en wegvakken in Gelderland de afgelopen jaren sterk is gedaald. De aanpak is succesvol geweest. Maar daardoor is het
ongevallenbeeld diffuser geworden. Een steeds kleiner deel van de ongevallen vindt plaats
op een gevaarlijke locatie. Het overgrote deel (80-90%) vindt verspreid plaats. In de toekomst
kan daarom niet meer volstaan worden met een infrastructurele aanpak die zich uitsluitend richt op de aanpak van gevaarlijke locaties. Dat vergt een preventieve benadering omdat een ongeval dus overal kan plaatsvinden. Door de principes van Duurzaam Veilig 16toe te passen
op het wegennet in zijn totaliteit kunnen we een kwaliteitsslag maken. De invoering van trajectprogrammering 17 bij de Provincie Gelderland biedt daartoe goede kansen omdat dit
programma integraal werken stimuleert en tijdig zichtbaar is op welke beleidsterreinen veiligheid mogelijk kan meeliften.
16
Duurzaam Veilig
is een integrale benadering van het verkeerssysteem. Weg en voertuig
5. Programma Instandhouding Infrastructuur Via dit programma worden doelstellingen gerealiseerd met betrekking tot leefbaarheid
(verkeer-natuur en verkeer-gezondheid) in relatie tot mobiliteit en instandhouding van de infrastructuur.
dienen aan te sluiten bij wat de
Leefbaarheid
mens kan en dienen
Verkeer speelt een grote rol in de kwaliteit van de leefomgeving. Luchtkwaliteit,
bescherming te bieden. De mens moet door educatie goed zijn voorbereid op de verkeerstaak en uiteindelijk moet worden gecontroleerd of hij wel veilig aan het verkeer deelneemt. Traject-
17
programmering is een structurerend principe van de provincie Gelderland voor de aanpak van beheer en onderhoud van de weg. Veiligheid is hier een onderdeel van en wordt meegenomen in projecten voor beheer en
geluidkwaliteit en verontreiniging van grondwater en bodem zijn van grote invloed op de gezondheid van mensen. Maar ook de groene waarde van gebieden zijn van belang. Ontsnipperen in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), verdonkeren en
stiltegebieden dragen bij aan een betere kwaliteit van de leefomgeving en natuur. Om de
kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen en verbeteren heeft de provincie onder andere
het Gelders Milieuplan (GMP3 2004-2008) en de uitvoeringsagenda (GMP3 Uitvoeringsagenda 2008-2010) vastgesteld. Hierin is het beleid met doelstellingen op het gebied van milieu
vastgesteld en op basis hiervan worden programma’s opgesteld en uitgevoerd. Het GMP-4 is eind juni 2010 vastgesteld door Provinciale Staten, dit plan is een vervolg op het GMP-3 en
houdt vast aan de beleidslijnen die daar zijn uitgezet. De doelstellingen opgenomen in het GMP-4 en Uitvoeringsagenda zijn afgestemd met de doelstellingen en uitvoeringsplannen van het PVVP-2 en de DBA 2009-2010 vanwege de grote invloed van verkeer op het behalen
van de milieudoelstellingen. In het LeefOmgevings Offensief (LOO, 2004) zijn doelstellingen geconcretiseerd uit het PVVP-2 en GMP3 met betrekking tot knelpunten op het gebied van
verkeer en gezondheid en verkeer en natuur. In dit LOO, dat loopt tot 2013, is ingezet op extra middelen voor de aanpak en omvat doelstellingen op het gebied van lucht, verkeersgeluid, grondwaterbeschermingsgebieden en versnippering.
In de projecten worden waar mogelijk verbeteringen aan de leefomgeving, als het gaat
om ontsnippering en verdonkering van natuurgebieden, meegenomen. In de aangewezen stiltegebieden en bij knelpunten in de woonomgeving wordt stil asfalt aangelegd. Verder
wordt in het kader van het Gelders Klimaatprogramma (2008-2011) van de provincie ingezet
op energiezuinige verlichting langs de provinciale wegen (beleidsplan Gelderland uitgelicht, 2009). In de OV concessieverleningen zijn ook eisen gesteld op het vlak duurzaamheid en leefbaarheid.
onderhoud.
14
Dynamische MonitorBeleidsagenda Mobiliteit 2010Mobiliteit 2011 - 2012
Voor wat betreft de resultaten die de afgelopen jaren zijn geboekt op het gebied van
leefbaarheid en milieu wordt verwezen naar de beleidsevaluatie van het GMP-3 (februari 2010) met de bijbehorende Rapportage doelbereik 2009 (maart 2010). De belangrijkste conclusies op het vlak van natuur en verkeer zijn:
- De versnippering is aantoonbaar verminderd door het sinds 2007 aanbrengen van 89
faunavoorzieningen en het treffen van verkeersmaatregelen op enkele wegtrajecten. Hierdoor staan leefgebieden beter met elkaar in verbinding.
- Het oppervlak stilte(beleids)gebieden is met 6% toegenomen de afgelopen periode; 84%
van het oppervlak van de stiltegebieden en 65% van de stiltebeleidsgebieden is nu stil. In
kaart 1.9 is de ligging van stilte- en stiltebeleidsgebieden en stil asfalt op provinciale wegen zichtbaar.
- De doelstelling op het gebied van donkerte kan niet gemonitord worden omdat er nog geen norm is om te beoordelen of donkerte hersteld is.
Afbeelding 1.9 Stiltegebieden en stiltebeleidsgebieden
15
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
De belangrijkste conclusies op het vlak van gezondheid en verkeer zijn:
- Verkeer blijft de grootste bron voor luchtverontreiniging (fijnstof en stikstofdioxide). De
bijdrage van bedrijven is laag. Alleen in de buurt van stallen in de intensieve veehouderij is
sprake van teveel fijn stof. De normen voor luchtverontreiniging zijn nog niet gehaald. Ook landelijk is ingezien dat de normen niet haalbaar zijn waardoor uitstel op Europees niveau is aangevraagd en aanvaard. Gelderland werkt nu volgens de nieuwe landelijke afspraken in de Regionale Samenwerking Luchtkwaliteit (RSL). De termijnen voor het halen van de
norm is voor fijnstof op 2011 gezet en voor stikstofdioxide op 2015. Op afbeelding 1.10 zijn de wegtrajecten zichtbaar met knelpunten op het gebied van stikstofdioxide.
- Voor het oplossen van geluidknelpunten (woonomgeving en stiltegebieden) is tot 2008 slechts een beperkt budget ter beschikking gesteld vanuit het LeefOmgevingsOffensief (LOO). Voor de periode 2008 - 2011 is extra budget ter beschikking gesteld middels het
Actieplan Geluid. Op afbeelding 1.11 is de geluidbelasting op woningen langs provinciale wegen en de aanleg van stil asfalt zichtbaar. Afbeelding 1.10 Luchtbelasting Stikstofdioxide (NO2)
16
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Afbeelding 1.11 Geluidsbelasting wonen
Instandhouding infrastructuur Om de wegen in de provincie Gelderland van voldoende kwaliteitsniveau te houden wordt gewerkt aan het beheren en onderhouden van de wegen als het gaat om verhardingen,
kunstwerken groen, openbare verlichting en de verkeersregel installaties (VRI’s). Of er iets aan de wegen gedaan moet worden hangt af van:
- Kwaliteit van het wegdek (bijvoorbeeld gaten en scheuren in de weg)
- Economische levensduur hardware en software (bijvoorbeeld van de VRI’s)
- Veiligheid en doorstroming (naar aanleiding van incidenten en onderhoud kunstwerken) In onderstaande tabel staat weergegeven hoeveel procent van de wegen in Gelderland toe is aan onderhoud en op welke termijn dit moet gebeuren.
Tabel 1.12 Onderhoudstoestand wegverhardingen van het provinciaal wegennet Onderhoud noodzakelijk
Lange termijn (> 5 jaar):
Middellange termijn (3 – 5 jaar)
Korte termijn (0-2 jaar)
17
Monitor Mobiliteit 2010 Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012
Eind 2008
Eind 2009
22%
21%
72%
6%
74%
5%
6. Programma Fiets Per jaar wordt zo’n 70 miljoen euro uitgegeven door het fietstoerisme in
Gelderland. Gelderland is daarmee de meest populaire fietsprovincie van Nederland met de Veluwe als meest populaire fietsregio van Nederland gedurende de afgelopen vier jaren. Doelgroepen In het fietsgebruik zijn verschillende doelgroepen zichtbaar zoals de woonwerk fietsers, scholieren en de recreatieve fietsers. De doelgroepen hebben
verschillende behoeften als het gaat om fietsgebruik. Snelle verbindingen,
het opheffen van barrières, mooie fietsomgeving, kwalitatief goede paden en veiligheid op de routes. Om het recreatief gebruik van de fiets te stimuleren
maar ook om de fiets voor korte afstanden als serieus alternatief voor het OV of de auto in te zetten legt de provincie een bovenlokaal netwerk aan om de landelijke en stedelijke gebieden te ontsluiten. De provincie werkt daarbij langs twee lijnen, het stimuleren van het fietsgebruik en het faciliteren
van het fietsgebruik. Hiervoor is het Gelders Fietsnetwerk opgericht, een samenwerkingsverband rondom het onderwerp fiets. Fietskilometers Na een stijging van het aantal fietskilometers voor korte afstanden (tot 7,5
kilometer per persoon per fietsrit) in 2006 en 2007 is een daling zichtbaar in de
CBS cijfers van 2008 tov 2007. Zie de tabel opgenomen in hoofdstuk 4 paragraaf Bereikbaarheid. De achterliggende reden hiervoor is niet bekend, landelijk is
overigens een zelfde beeld zichtbaar in het aantal afgelegde fietskilometers. Voor ongeveer een derde van de ritten onder 7,5 kilometer wordt de fiets gebruikt als
vervoersmiddel. Om beter te kunnen monitoren is het aantal permanente fiets-
telpunten van 14 (2008) naar 59 (2010) uitgebreid zodat meer inzicht kan worden verkregen in het aantal fietsers dat gebruik maakt van de fietsroutes van de provincie. Volgend jaar zal hier een eerste beeld van zichtbaar worden. Barrières opheffen Om het fietsgebruik te faciliteren wordt het bovenlokaal netwerk compleet
gemaakt door middel van de aanleg van ontbrekende schakels, het opheffen van barrières en het veiliger maken van de infrastructuur door het aanleggen van
vrij liggende fietspaden. Om de barrières in het netwerk op te heffen is subsidie verleend voor een fietstunnel onder spoor bij Havenstraat in Doetinchem en een spoortunnel onder station Winterswijk. De Stadsregio Arnhem Nijmegen en de provincie Gelderland werken samen aan het RijnWaalpad. De werkzaamheden zijn in 2009 gestart en in 2012 is deze route gereed. Verder zijn verschillende provinciale en fietspaden aangelegd en verbeterd. Daarnaast is subsidie
verleend aan gemeenten om gemeentelijke fietsvoorzieningen aan te leggen. Verder is subsidie aangeboden vanuit het Rijk om een aantal zogenaamde
fiets(snel)wegen aan te leggen. Projecten met een langere voorbereidingstijd, grote investeringen en meer maatregelen opg \emeentelijke wegen zijn
uiteindelijk noodzakelijk voor het compleet en veilig maken van het bovenlokaal fietsnetwerk. Onderdeel van het opheffen van de barrières is ook het gebruik
van de Gelderse veren. De omzet van de veren in Gelderland in 2009 is met 30%
gestegen ten opzichte van 2008. Dit was vooral het gevolg van de invoering van het recreatieve fietsknooppunten-systeem. 18
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
Fietsenstallingen Belangrijk onderdeel in het faciliteren van het fietsgebruik zijn de stallingmogelijkheden. Op veel van de transferpunten (NS-stations, regiostations en busstation) sluiten de
stallingsmogelijkheden niet aan op de vraag en zijn fietsen te vinden naast de stallingen. Tot voor kort was de provincie niet actief betrokken bij de aanleg en uitbreiding van de
fietsenstallingen. Samen met ProRail wordt met behulp van cofinanciering de knelpunten bij de NS-stations aangepakt. Bij knooppunten, waar de provincie de concessiehouder is, heeft de provincie ook oog voor de stallingen vanuit de benadering van ketenmobiliteit. Bij stallingen bij winkelcentra heeft de gemeente de primaire verantwoordelijkheid,
bij bedrijven of bedrjiventerreinen zijn de bedrijven zelf verantwoordelijk. Vanwege de betrokkenheid bij de aanleg van OV knooppunten en de zorg voor (bus)haltes krijgt de provincie ook meer aandacht voor het fietsparkeren als voorwaarde voor het gebruik
van de fiets. Het transferium Harderwijk Boekhorstlaan is een tijdelijk transferium ten
behoeve van de reconstructie van de N302. Gebruik van de fiets als vervolgvervoermiddel
wordt hier gepromoot en er wordt veel gebruik van gemaakt. Inmiddels is besloten dat na de reconstructie van de N302 dit transferium de eerste twee jaar nog gehandhaafd blijft
en beheerd wordt door de gemeente. In deze twee jaar wordt gekeken of het succes in het gebruik blijvend is. Kwetsbare groep Fietsers zijn een zeer kwetsbare groep als het gaat om veiligheid, dit is ook zichtbaar in de
tabel met verkeersslachtoffers opgenomen in hoofdstuk 4 paragraaf Verkeersveiligheid. Via
de twee lijnen veilige weg en veilig gedrag wordt ruim aandacht besteed aan de fietsers. Een flink aantal knelpunten is al verbeterd, is nog in onderzoek of wordt door de gemeenten en
provincie aangepakt. Uit het schoolonderzoek van 2008 blijkt dat scholieren een belangrijke en kwetsbare groep zijn waar de provincie extra aandacht aan besteedt. De menging van
landbouwverkeer en de fiets is niet algemeen bekeken. Deze gevaarlijke situaties worden bij verbetering van fietsverbindingen en parallelwegen per traject afgewogen. In het kader van sociale veiligheid is op het traject Velp-Rheden verlichting aangebracht langs het fietspad.
7. Programma OV De provincie wil de bereikbaarheid per openbaar vervoer waarborgen binnen de regio’s,
tussen de regio’s en de aansluiting met de rest van Nederland. Om dit te bewerkstelligen
wil de provincie een compleet, kwalitatief en betaalbaar openbaar vervoer aanbieden. De instrumenten die de provincie daarvoor kan inzetten zijn:
- De concessieverleningen aan de vervoerders (wettelijke taak); - Het stimuleren en innoveren van het OV;
- Het aanbieden van een regiotaxi systeem; - De aanleg van (H)OV;
- En het verbeteren van ketenmobiliteit. In het document OV in Gelderland 2008, opgesteld door de provincie in samenwerking met de Stadsregio Arnhem Nijmegen, staat een uitgebreid overzicht van de ontwikkelingen
binnen het OV in Gelderland tussen 2004 en 2008. Voor wat betreft de kostendekkingsgraad van het OV zijn bij de provincie geen betrouwbare cijfers beschikbaar 18. Naar verwachting
zal na de volledige invoering van de chipkaart in het openbaar vervoer eindelijk betrouwbare informatie voorhanden zijn. De kostendekkingsgraad in de Stadsregio Arnhem Nijmegen is 53,77% 19.
19
Monitor Mobiliteit 2010 Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012
Regiotaxi De provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen zijn opdrachtgever voor
een aantal Regiotaxisystemen in Gelderland. In 2012 lopen in de provincie Gelderland
de contracten voor de Regiotaxisystemen af en voor die tijd worden middels evaluaties nagedacht over nieuwe aanbestedingen aansluitend bij de ontwikkelingen in de
mobiliteitsvraag, zowel functioneel als organisatorisch. De stadsregiotaxi is recent
aanbesteed. Vanaf september 2010 is het vervoer voor een periode van 4 jaar aan Personen-
en Zorgvervoer Nederland (PZN), een dochteronderneming van Veolia Transport Nederland, gegund.
Klanttevredenheid In 2009 komt het klantenoordeel over het OV in Gelderland uit op een gemiddeld cijfer van 7,2. In de stadsregio komt het klantencijfer gemiddeld ook uit op een 7,2. Deze cijfers zijn gelijk aan het landelijk gemiddelde. In de onderzoeksgebieden zijn wel wat verschillen zichtbaar, zie tabel 1.14 voor alle cijfers van de afgelopen jaren 20.
Tabel 1.14 Klantenwaardering van het OV
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Provincie Gelderland Achterhoek
6,9
Veluwe
7,3
Rivierenland
7,2
7
7,4
7,4
7,1
7,1
6,9
7,2
7,2
7,3
7,4
7,4
7
6,9
6,2
6,7
6,8
7,3
7,4
7,3
7,3
7,3
7,3
7,2
7,1
7,3
7,3
7,3
Trein Ede-Amersfoort
6,3
Stadsvervoer Apeldoorn
7,5
Trein Arnhem-Tiel 7,3
7,4
7,5
Trein Arnhem-Winterswijk Trein Winterswijk-Zutphen
Trein Zutphen-Apeldoorn Trein Zuthpen-Oldenzaal ZHO
Stadsregio Arnhem Nijmegen KAN Noord Vervoerders beschouwen
18
dit als bedrijfs
concurrentiegevoelige
KAN Zuid
7,2 7,2
7,3 7,1
7,2
6,8 7,1
6,8
7,4
Trein Arnhem-Winterswijk
6,2
Trein Arnhem-Tiel
informatie omdat dan inzicht wordt verstrekt in de kostenstructuur en de behaalde winstmarges. Dit cijfer is gebaseerd
19
7
op de taakstellende opbrengsten die aan de concessie zijn toe te delen en de gevraagde jaarbijdrage. Bron: KpVV OV
20
Klantenbarometer 2009.
20
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
7
7,1
7,2
7,1
7,6
7,4
7,3
7,1
7,4
6,9 6,7
7,1
7
7,2
7,3 7,1
6,8
De cijfers voor het gevoel van veiligheid zijn gemiddeld goed in zowel de provincie als de stadregio, zie hiervoor onderstaande tabel. Tabel 1.15 Veiligheid in het OV
Algemeen
Rit
Instaphalte
Stadsregio Arnhem Nijmegen
7,7
8
7,7
Provincie Gelderland
7,7
8
7,8
Stimuleren en innoveren In de afgelopen jaren hebben verschillende innovatieprogramma’s en tariefacties gedraaid om het gebruik van het OV te stimuleren. Beide programma’s zijn in 2009 geëvalueerd.
Over de tariefacties kan geconcludeerd worden dat dergelijke acties alleen zinvol zijn bij
de promotie van bijvoorbeeld een nieuwe lijn of in het geval van wegwerkzaamheden (als
mobiliteitsmanagement instrument). Het innovatieprogramma is een stimulans geweest voor een meer gerichte samenwerking tussen de betrokken partijen (concessieverlener en
concessiehouder). Een duidelijke relatie tussen de toename van 10% van het OV gebruik en het innovatieprogramma is niet eenvoudig te verklaren omdat meer factoren hierop van
invloed (kunnen) zijn. Met het ingaan van de nieuwe concessies wordt innovatie als thema
ondergebracht in de opdracht aan de provinciale ontwikkelteams gericht op de verschillende concessiegebieden.
Ook in de stadsregio is gewerkt aan innovatie in het Openbaar Vervoer. In het
Innovatietraject Heijendaal, wordt bij de betrokken instellingen gewerkt aan het
optimaliseren van looproutes en informatievoorzieningen. Alle bussen in de stadsregio zijn
voorzien van on board DRIS systemen (dynamisch reizigers informatie systeem), daarnaast is er op 85 halteplaatsen in de stadsregio een DRIS gerealiseerd.
21
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010
8. Goederenvervoer
Afbeelding 1.16 Verkeersintensiteiten vrachtverkeer per etmaal op provinciale wegen in 2009
Ommen
Zwolle
Kampen Dronten Edam
Dalfsen
Lelystad Noordeinde
Purmerend
Neuenhaus Volendam Hattemerbroek
N763
HATTEM
Oosterwolde
873
1224
N308
Oostendorp
Biddinghuizen
Wezep
't Loo
OLDEBROEK
N309
1046
Monnickendam
Heino
Hooge Enk
Wapenveld
1159
ELBURG
Almere-buiten Doornspijk
A6
N310
10160't Harde 1472
A10
Almere-stad
Amsterdam Almere-haven
HARDERWIJK
A1
Zeewolde
Duivendrecht
3957
N303
848
1399
Blaricum
A27
N301
EPE
N798
N302
1490
PUTTEN
N806
Garderen
2075
N344
A1
Voorthuizen
Stroe
2044
Terschuur
N805
1073
BARNEVELD
1730
692
960
Kootwijkerbroek
Lunteren
539
A12
1098
N224
807 Veenendaal
Wolfheze
1723
N848 Heukelum Spijk
641
592
816
N834
1098 N322 Est
Ophemert
492
Herwijnen
Opijnen
524
Brakel
N322
Hurwenen Nieuwaal Gameren
Zuilichem
1959
1088
Poederoijen
Bruchem
579 ZALTBOMMEL
Aalst
N832
Nederhemert-Noord
N831
640
Ammerzoden Hedel Well
1121
A50
Dodewaard
Elst
Deest
10660
Puiflijk
Beneden-Leeuwen
Maasbommel
Afferden N322
487
DRUTEN
Horssen
2252
N325
NIJMEGEN
A326
3160
Niftrik
WIJCHEN
957
Alverna N324
N845
N831 Velddriel
1937
Oss
MAASDRIEL
N844 Malden
767 Nederasselt
A50 Grave
Kerkdriel
579
1585
Heilig LandStichting
543
Heerewaarden
HEUMEN
Overasselt N846
N2711584
Pannerden
Aerdt N811
UBBERGEN 549 N840 Leuth
Beek
N330
DOETINCHEM
832
N812
MONTFERLAND Loerbeek
677
Beek
N335
N818
Braamt
Gendringen
N317
IJzerlo
N819
942
N827
Dinxperlo
1873
Netterden
Borken
Spijk
3
Megchelen
Emmerich
Bocholt
246
Kleve
Kranenburg
711 GROESBEEK
527
989
Breedenbroek
Berg en Dal N841
N842
Kotten
Woold
1013 De Heurne
Bontebrug
570
N816
N319
581
Miste
Sinderen
Silvolde
N817 Ulft Varsselder
Azewijn
1008
N318 Bredevoort
AALTEN
Lintelo
OUDE IJSSELSTREEK
Zeddam
909
WINTERSWIJK
Barlo
N318
Terborg
Etten
650
157
N312
N18
1817
604
N820
1116
Vragender
N313
Varsseveld
Gaanderen
N317
N316
N316 's Heerenberg 1414 Stokkum
Herwen
Tolkamer
1755
Lichtenvoorde
Harreveld
Westendorp
N815
N319
460
N330
N315
Meddo
OOST GELRE
Halle
679
508
Kilder
Lobith
MILLINGEN A/D RIJN
Vreden
Zelhem
Lievelde
Zieuwent
A18
RIJNWAARDEN 821
Kekerdom Ooij
A73
N847
N813 Wehl
NieuwDijk
814
Lent Weurt
A50
Babberich
Doornenburg
705
BEUNINGEN
1744
Hernen
Alem
Gendt
Loil
583
Groenlo
Mariënvelde
499 Heelweg
Didam
N810
Oud-Zevenaar N336
478
N839 Haalderen
Ewijk
3154
553 789
N319
N312
N315
Velswijk
N317
Rekken
Beltrum
539
Nieuw-Wehl
A12
LINGEWAARD N838 Bemmel
Oosterhout
335
559 Eibergen
891
Veldhoek
712
957Hummelo
Hoog - Keppel
Laag - Keppel N814
Angerlo
ZEVENAAR
Groessen
Angeren
Valburg
Slijk-Ewijk
Bergharen
Batenburg
Loo
6711
353
Andelst
Winssen
N329 Appeltern
WESTERVOORT
7107
Huissen
Herveld
Altforst
Alphen
Zetten
615
N336
DUIVEN A325
Balgoij
A2
Kerkwijk
5500
Heesselt
N322Rossum
1216
NEDER-BETUWE
Boven-Leeuwen
WEST MAAS EN WAAL
Dreumel
Varik
Tuil
Haaften
Ochten
N325
OVERBETUWE
504
Giesbeek
N338
Drempt
DOESBURG
7315
6554 Driel
Lathum
Velp
Hemmen
N836
IJzendoorn Echteld
3122 Wamel
NEERIJNEN
Heteren
N837
Opheusden
N233
Heveadorp
1376
229
Randwijk
ARNHEM
N225 Doorwerth Oosterbeek
818
Hengelo
Keijenborg
Achterdrempt
N317
N823 N822
BERKELLAND
422
N316
Toldijk
Haarlo
1101 N315
Ruurlo
BRONCKHORST
1108
1914
A348
682
N785
1021
N224
299
RENKUM
442 Heelsum
N225
921
3647
N323
TIEL
Meteren
686
Vuren N830
Lienden
A15
Wadenoijen
633
Waardenburg
Ingen
N320
Kerk-Avezaath
790
N782
Kesteren
Zoelen
Erichem
1284
LINGEWAAL
Hellouw
892 Ommeren
973
Kapel-Avezaath
GELDERMALSEN
A15
Maurik
BUREN
N835
Buurmalsen Tricht
Beesd
Rumpt 10670 Enspijk Deil Acquoy N327 1162 Gellicum
1076
Asch
N833
A2
Rhenoy
Ravenswaaij N320 Zoelmond
1151
1569
Leerdam
Asperen
Rijswijk
Beusichem
CULEMBORG
N783
Bennekom
N781
WAGENINGEN
Eck en Wiel
418
1188
Steenderen
Neede
818
N314
De Steeg
N784
1078
N348
Ellecom
N803
Spankeren
N315
863
N18
Olburgen
RHEDEN
276
N311 N310
A12
Vianen
Dieren
ROZENDAAL
N224 De Klomp
N233
A27
A2
1608
Bronkhorst
N821
Wichmond
Baak
Rietmolen
Geesteren
Borculo
467 Kranenburg N319
713
N787
Leuvenheim
Laag-Soeren
N310
1254
A2
Gorinchem
580
EDE
N304
Ederveen
487
A50
N804
Barchem
Vorden
Haaksbergen
N824 Noordijk
1326
N312
N319
N314
1188
1658
N786 Eerbeek
N740
Gelselaar
N825
1102
N346
1712
N348
2311
840
Loenen
N346
880
Warnsveld
ZUTPHEN
Hall
Hoenderloo
Exel
N346
1737
1003
1977
N826LOCHEM
137 Almen
1966
1021
437
101
Otterlo
1579
N224
Empe
BRUMMEN
481
Wekerom
A30
N789
1320
N801
676 SCHERPENZEEL
Laren
1633
Hoven
N802 Zeist
Harfsen
N348
N345 Lieren
Harskamp
De Glind
A28
N339
Eefde
N788
N304
571
Utrecht
Enschede N332
406
Gorssel
577
N345
Klarenbeek
Beekbergen
N310 Bilthoven
Wilp N791 N790 Bussloo
Kootwijk
N800
A1
1742Epse
Posterenk
1012
N301 Zwartebroek
Hoevelaken
Amersfoort
3167
Wilp-Achterhoek
Nijkerkerveen
Soest
A27
A1
Twello
APELDOORN
N302
N310
Hengelo Goor
515
N344
441
971
Hoog-Soeren
NIJKERK
A28
Baarn
Delden
VOORST
Teuge
A50
1744
N797
Holten
Deventer
De Vecht
463
Borne
A1
N792 Terwolde
630
Speuld
A35
Rijssen
Diepenveen
Nijbroek
511
Vaassen
Elspeet
ERMELO
N303
A1 A2
N320
Olst
Emst
588
Uddel
981
1051
Hilversum
A27
Almelo Nijverdal
Oene
1440
N796
Bussum
Wierden
N309
N310
N303
Nieuwegein
Raalte
N794
N795
NUNSPEET
1244
1531
Hellendoorn Wijhe
Veessen
Vierhouten
Huizen Weesp
Laren
812
1826
N302
A6
Vorchten Hoorn
643
Hulshorst
Hierden
3238
Diemen
Tubbergen
A50 HEERDE
A28
674
De Horst
Nütterden
Rees
Breedeweg
N843
996
Cuijk
A2
's-Hertogenbosch
Hamminkeln Rosmalen
A73
2582 I&A/GIC/MERO
LEGENDA
N346
A12
Spoorlijn en station
Kernen
Rijksgrens
Bedrijventerrein
Provinciegrens
Provinciale weg met wegnummer
Gemeentegrens
Overige weg en wegnummer
BUREN
PROVINCIAAL WEGENNET 2010
Verkeersintensiteiten Vrachtverkeer 2009 per werkdag-etmaal 0
Aan deze kaart mogen geen rechten worden ontleend
Gemeentenaam
Maart 2010
5
10
Kilometers
Rondom goederenvervoer heeft de provincie in de laatste DBA geen doelstelling opgenomen dan behalve de ontwikkeling van een kwaliteitsnet goederenvervoer. Over het geheel
genomen is er sprake van een toename van het goederenvervoer over de weg. In Gelderland is de modalsplit 21 van goederenvervoer over de weg 85% ten opzichte van vervoer over het spoor
1% en vervoer over water 14%. Het aandeel wegvervoer is in Gelderland hoger dan het landelijk gemiddelde van 65%. Dit komt doordat Gelderland, gelegen tussen de Randstad en Duitsland, een provincie is met veel doorvoer wegen zoals de A12 en de A1. De scenario’s voorspellen dat er in de komende jaren, met uitzondering van een dip door de crisis, een flinke toename te verwachten is van het vervoer over de weg. Dit gaat in tegen de doelstellingen op het
gebied van bereikbaarheid en milieu. Om de toename van het vervoer over de weg terug te
dringen en vervoer over spoor en water te bevorderen zet de provincie in op een multimodaal 21
Bron: Uitvoeringsprogramma Goederenvervoer,
Transport in Balans, provincie Gelderland,
cijfers 2007.
vervoersnetwerk, gericht sturen van het goederenvervoer. In september 2009 is hiervoor een
uitvoeringsprogramma goederenvervoer tot stand gekomen dat is vastgesteld door Provinciale
Staten. Het programma heeft een looptijd van 3 tot 4 jaar en zal na afloop geëvalueerd worden. Er zijn verschillende activiteiten en projecten benoemd om de doelstellingen te behalen. Op dit moment zijn met behulp van cofinanciering twee projecten in uitvoering. Onderstaand een afbeelding met de verkeersintensiteiten vrachtverkeer 2009 per werkdag-etmaal.
22
Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit 2011 - 2012 Monitor Mobiliteit 2010