Bijlage C: Programma’s toelatingsproeven Opleiding Muziek Programma’s toelatingsproef Opleiding Muziek ...................................................................................................... 1 1. Toelatingsproef instrument/ zang ........................................................................................................................ 2 1.1. Oriënterende proef AML en gehoorvorming (notenleer)................................................................................ 2 AML .................................................................................................................................................................. 2 Gehoorvorming ................................................................................................................................................. 2 1.2. Toelatingsproef instrument ............................................................................................................................ 2 Houtblazers .......................................................................................................................................................... 2 Koperblazers ........................................................................................................................................................ 3 Strijkinstrumenten ................................................................................................................................................ 4 Toetsinstrumenten ............................................................................................................................................... 5 Tokkelinstrumenten.............................................................................................................................................. 6 Slaginstrumenten ................................................................................................................................................. 6 Zang ..................................................................................................................................................................... 7 2. Toelatingsproef muziektheorie/ schriftuur bachelor 1 .......................................................................................... 8 2.1. Oriënterende proef Gehoorvorming .............................................................................................................. 8 2.2. Oriënterende proef AML................................................................................................................................ 8 2.3. Toelatingsproef Muziekschriftuur .................................................................................................................. 8 2.4. Toelatingsproef Steuninstrument .................................................................................................................. 8 2.5. Toelatingsproef Praktische harmonie op akkoordinstrument ........................................................................ 9 2.6. Toelatingsproef Specialiteit Compositie ........................................................................................................ 9 3. Facultatieve keuzevakken met kennismakingstoets .......................................................................................... 10 4. Geschiktheidsonderzoek voor B2, B3, M1 en M2 .............................................................................................. 10 5. Toelatingsproef master Directie ......................................................................................................................... 11 5.1. Hafabra Directie .......................................................................................................................................... 11 5.2. Orkestdirectie .............................................................................................................................................. 11 5.3. Koordirectie ................................................................................................................................................. 11 6. Toelatingsproeven postgraduaat ....................................................................................................................... 12 7. Toelatingsproeven jazz/ lichte muziek bachelor 1 ............................................................................................. 13 7.1. Test van theoretische kennis, gehoor- en leesvaardigheid ......................................................................... 13 7.2. Gesprek en/of vragenlijst over opleiding, motivatie en algemene cultuur .................................................... 13 7.3. Proef Instrument of zang ............................................................................................................................. 13
1
1. Toelatingsproef instrument/ zang 1.1. Oriënterende proef AML en gehoorvorming (notenleer) AML Opgelegde werken uit: – ‘Luc De Smet’: notenleerlessen deel 4 nrs: 1, 2, 3, 6, 8, 14 – ‘Doe je mee AMV’ deel 4: herziene editie nrs: 32, 34, 35, 36, 38 (oude editie 31-33-34-36-38) (je kan de partituren aanvragen via
[email protected]) Op het examen wordt een selectie uit deze oefeningen gemaakt (met notennamen te zingen van het blad)
Gehoorvorming – ritmisch-melodisch tonaal dictee in de sopraan en in de bas – steekproef met 2 intervallen (binnen octaaf), 2 tweeklanken, 2 drieklanken (groot, klein), 2 toonladders (grote en kleine tertstoonladders (antiek, harmonisch, melodisch), een korte toonreeks zonder ritme uit geheugen op te schrijven na 3 speelbeurten (max.7 noten zowel in de sopraan als in de bas). – drieklanken (groot, klein, vergroot, verkleind) Vragen over de oriënterende proef AML en gehoorvorming? Stel ze aan vakgroepverantwoordelijke Marc Lamoen via
[email protected]
1.2. Toelatingsproef instrument Belangrijke opmerking inzake pianobegeleiding: Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen stelt geen pianistbegeleider ter beschikking op de toelatingsproef. Van de aspirant-student wordt verwacht dat hij/zij, indien pianobegeleiding noodzakelijk is, zelf in een begeleider voorziet.
Houtblazers Althobo - vanaf master – twee etudes (verschillende technieken) – twee contrasterende voordrachtstukken
Basklarinet - vanaf master – twee etudes (verschillende technieken) – twee contrasterende voordrachtstukken
Dwarsfluit – twee contrasterende etudes – één klassiek werk (sonate of concerto, 2 contrasterende delen) – twee contrasterende voordrachtstukken
Fagot – een etude, b.v. Ludwig Milde (toonladderstudies opus 24) – een deel uit een baroksonate of -concerto, b.v. Vivaldi (concerto) of Telemann-GaillardBoismortier (sonate), of uit een klassiek concerto of sonate, b.v. Stamitz-Danzi (concerto) of Devienne (sonate)
2
Opmerking [JPD1]: eventueel de email adressen onder voorwaardelijke wijze zetten.
– een voordrachtstuk uit de 20ste eeuw, solo of met piano
Hobo – twee etudes, b.v. S. Singer (Metodo V of VI), E. Loyon, F. Fleming, W. Ferling, W. Heinze (Bachetuden) – een (deel van een) concerto of sonate uit het Classicisme of de Romantiek – een voordrachtstuk uit de 20ste eeuw
Klarinet – twee etudes (melodisch&technisch) – een (deel van een) concerto uit het classicisme of de romantiek – een voordrachtstuk uit de 20ste eeuw
Piccolo - vanaf master – twee etudes – Antonio Vivaldi : piccoloconcerto naar keuze – Een voordrachtstuk naar keuze
Saxofoon – twee contrasterende etudes – twee contrasterende voordrachtstukken Vragen over instrumentproef voor houtblazers? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Luc Anthonis via
[email protected]
Koperblazers Bastrombone - vanaf master – twee etudes waarvan één technische en één melodische – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden
Euphonium – een melodische etude – een technische etude – een voordrachtstuk naar keuze
Hoorn – twee etudes, b.v. Maxime-Alphonse deel 3 of Kopprasch deel 1+2 – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden Saxhoorn – Soprano of Eb-Cornet te kiezen – N. Bousquet studie Nr. 3 – Demelza (Hugh Nash) – Keuzewerk – Cornet – Aria (Georg Goltermanr) – N. Bousquet studie Nr. 3 – Keuzewerk – Bugel of Flugel 3
– Aria (Georg Goltermanr) – N. Bousquet studie Nr. 3 Plus een keuzewerk – Keuzewerk – Alto of Eb-Horn – Demelza (Hugh Nash) – N. Bousquet studie Nr. 3 – Keuzewerk – Bariton – Aria (Georg Goltermanr) – N. Bousquet studie Nr. 3 – Keuzewerk – Kleine Tuba of Euphonium – Aria (Georg Goltermanr) – N. Bousquet studie Nr. 3 – Keuzewerk
Trombone – twee etudes waarvan één technische en één melodische, b.v. Kopprasch, Bitsch, Boutry, Pederson (tenortrombone), Pederson, Smits (bastrombone) – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden
Trompet (moderne) – twee etudes waarvan één technische en één melodische, b.v. Arban, Charlier – twee voordrachtstukken, bij voorkeur één op C- en één op Bes trompet : één voordrachtstuk uit de Barok en één uit een andere stijlperiode
Trompet (historische) – vanaf master – twee etudes waarvan één technische en één melodische – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden
Tuba – toonladders – een etude, b.v. Kopprasch, Kitzer – twee voordrachtstukken met verschillend karakter, niveau Lebedev nr.1 Vragen over instrumentproef voor koperblazers? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Ivo Hadermann via
[email protected]
Strijkinstrumenten Viool – twee etudes van verschillend karakter – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden Vragen over instrumentproef voor viool? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Guido De Neve via
[email protected]
Altviool – twee etudes 4
– twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden
Cello twee etudes met een verschillend karakter, b.v. Dotzauer (113 etudes band 2+3), J. Stutschewsky (Etüdensammlung band 2), J. Merk (Melodische und Progressive Etüden band 1+2) – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden, b.v. G. Fauré (Elégie),C. Saint-Saëns (Allegro appassionato), W. de Fesch (6 sonates), A. Vivaldi (6 sonates), G. Goltermann (concerto nr. 4)
Contrabas – een langzame beweging uit een suite van J.S. Bach – twee etudes met een verschillend karakter, waarvan minstens één uit Simandl – een voordrachtstuk naar keuze Vragen over instrumentproef voor lage strijkers? Stel ze aan coördinator Leo De Neve via
[email protected]
Toetsinstrumenten Accordeon De student moet beschikken over een instrument met 3 manualen (m.a.w. free bass) – kennis van toonladders – een werk waarin M2 en M3 gecombineerd/afgewisseld worden – een polyfoon werk – een cyclisch werk – een voordrachtstuk naar keuze, uit het geheugen
Klavecimbel Bij de toelatingsproef geeft de student een beeld van zijn muzikale en technische kwaliteiten aan de hand van representatieve werken uit 3 verschillende stijlperioden met een verschillend karakter, duurtijd van het voorgestelde programma: 20 minuten.
Orgel Bij de toelatingsproef geeft de student een beeld van zijn muzikale en technische kwaliteiten aan de hand van zijn of haar repertoire. Hierbij primeert dat de kandidaat blijk geeft van een niveau dat voldoende geacht wordt om met succes de studies aan te vatten op professioneel niveau. In overleg met de docent wordt een keuze gemaakt uit het door de kandidaat voorgestelde repertoire. Dit kan een gevarieerd programma zijn uit verschillende stijlperioden of een meer selectieve keuze in functie van de specifieke interesses van de kandidaat.
Piano uit het geheugen te spelen (zonder partituur): – een prelude en fuga uit Das wohltemperierte Klavier van J.S. Bach of een polyfoon werk op een gelijkaardig niveau – een deel uit een klassieke sonate van Haydn, Mozart, Beethoven, ... – een etude van Czerny (op 636 of 699), Chopin, Moszkowki, Scriabin, Rachmaninov, Liszt, Cramer,… – een voordrachtstuk uit een andere stijlperiode
5
Pianoforte – vanaf master representatieve werken uit verschillende stijlperioden met een verschillend karakter, die een beeld geven van de capaciteiten van de kandidaat; duurtijd van het voorgestelde programma: 20 minuten. Vragen over instrumentproef voor toetsinstrumenten? Stel ze aan coördinator Levente Kende via
[email protected]
Tokkelinstrumenten Gitaar – twee etudes met een verschillend karakter, b.v. F. Sor, M. Coste, H. Villa-Lobos een werk uit de Renaissance of uit de Barok, b.v. J.S. Bach (prelude uit de eerste cellosuite), L. Weiss (fantasie) – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden
Harp – een etude, b.v. Bockson (50 etudes opus 34), Dizi (48 studies), Bach-Grandjany (12 etudes), Demose (30 etudes) – eerste deel uit een sonate, b.v. Naderman, Dussek, Mortari – een voordrachtstuk naar keuze
Mandoline – twee etudes van verschillend karakter – twee voordrachtstukken uit verschillende stijlperioden Vragen over instrumentproef voor tokkelinstrumenten? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Roland Broux via
[email protected]
Slaginstrumenten Percussie – een werk of etude voor de kleine trommel, niveau Theo Coutelier – een werk of etude voor de pauken, niveau Theo Coutelier – een werk of etude voor vibrafoon of marimba, niveau prelude 1 voor vibrafoon van Louis Cauberghs – een werk of etude voor xylofoon, niveau ‘39 etudes’ van Goldenberg Morris – een werk of etude voor de drums of Set-up, niveau drumetudes 1-4 van Louis Cauberghs
Marimba (vanaf master) – 3 werken voor marimba solo in verschillende stijlen en van verschillende componisten (Voor DVD auditie is het ook mogelijk om concerti voor marimba (met piano of orkestbegeleiding) en werken voor marimba solo & percussie toe te voegen). Vragen over instrumentproef voor percussie? Stel ze aan vakgroepvertegenwoordiger Koen Wilmaers via
[email protected]
6
Zang De aspirant-student presenteert zich met 3 voorbereide stukken naar eigen keuze in verschillende talen en stijlperiodes waaronder minstens 1 aria (opera/oratorium) en minstens 1 lied. Deze worden uit het geheugen gezongen. Aan de hand van een gedicht of korte tekst wordt getoetst hoe een aspirant-student kan omgaan met tekstbeleving. Ook dit wordt uit het geheugen gebracht, er zal gelet worden op juistheid van uitspraak en voordracht. Bij de inschrijving worden teksten bezorgd in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Van deze teksten kiest de kandidaat er één in de taal die hem/haar het best past. Vragen over instrumentproef voor zang? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Luc Anthonis via
[email protected]
7
2. Toelatingsproef muziektheorie/ schriftuur bachelor 1 2.1. Oriënterende proef Gehoorvorming – ritmisch-melodisch tonaal dictee in de sopraan en in de bas – steekproef met 2 intervallen (binnen octaaf), 2 tweeklanken, 2 drieklanken (groot, klein), 2 toonladders (grote en kleine tertstoonladders (antiek, harmonisch, melodisch), een korte toonreeks zonder ritme uit geheugen op te schrijven na 3 speelbeurten (max.7 noten zowel in de sopraan als in de bas). – drieklanken (gr, kl, vgr, vkl)
2.2. Oriënterende proef AML Opgelegde werken uit: – ‘Luc De Smet’: notenleerlessen deel 4 nrs: 1, 2, 3, 6, 8, 14 – ‘Doe je mee AMV’ deel 4: herziene editie nrs: 32, 34, 35, 36, 38 (oude editie 31-33-34-36-38) Je kan de partituren aanvragen via
[email protected] Op het examen wordt een selectie uit deze oefeningen gemaakt (met notennamen te zingen van het blad)
2.3. Toelatingsproef Muziekschriftuur Harmoniseren van een sopraanopgave, een basopgave of een gecombineerde oefening, gebaseerd op de volgende elementen: – kennis van drieklanken en omkeringen – akkoordverbindingen – cadensen – eenvoudige modulaties – eenvoudige versieringen
2.4. Toelatingsproef Steuninstrument Kandidaten die als steuninstrument geen klavierinstrument spelen, moeten verplicht neveninstrument piano volgen in hun opleiding. Minimumvereisten voor neveninstrument piano: lagere graad 4 Deeltijds Kunstonderwijs. Dit wordt getoetst aan de hand van een polyfoon werk + een werk naar keuze tijdens de toelatingsproef praktische harmonie. Steuninstrument ‘instrument’: niveau DKO middelbare graad 3 is vereist. Kandidaat-studenten bereiden een programma voor van 10 minuten, met twee representatieve werken uit twee verschillende stijlperiodes. Steuninstrument ‘zang’: de aspirant-student presenteert zich met 3 voorbereide stukken in verschillende talen waaronder minstens 1 aria (opera/ oratorium) en minstens 1 lied. Deze worden uit het geheugen gezongen. Het conservatorium voorziet geen begeleider. De aspirant-student mag zelf een begeleider meebrengen. Steuninstrument ‘accordeon’: de aspirant-student beschikt bij voorkeur over een instrument met 3 manualen.
8
2.5. Toelatingsproef Praktische harmonie op akkoordinstrument – De kandidaat moet in staat zijn op basis van een opgegeven melodie een akkoordbegeleiding te spelen op piano (verplicht). – Daarnaast moet hij een improvisatie van ca. 3 minuten kunnen spelen op piano (of eventueel een ander instrument) op basis van een opgegeven thema of opdracht, in vrije atonale stijl, ruime tonale stijl of modale stijl. Tijdens de toelatingsproef zal de kandidaat aan de piano een aantal opdrachten moeten uitvoeren waaruit blijkt in welke mate hij klaviervaardig genoeg is, en in welke mate hij over voldoende assimilatiecapaciteiten beschikt om de opleiding te kunnen beginnen. Als de kandidaat deze proef wenst af te leggen op een ander akkoordinstrument dan piano, neemt hij/ zij best eerst contact op met
[email protected]
2.6. Toelatingsproef Specialiteit Compositie De student moet sporen van muzikale creativiteit in zich dragen, over een gedegen kennis van algemene muziektheorie beschikken en bereid zijn om 20ste eeuwse muziekliteratuur en -geschiedenis ter kennis te nemen. Proef: – voorleggen van reeds geschreven partituren (minimum 2 werken in verschillende bezettingen) – gesprek over motivatie en inzicht Vragen over instrumentproef voor Muziektheorie/ schriftuur? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Alain Craens via
[email protected]
9
3. Facultatieve keuzevakken met kennismakingstoets
Een student kan opteren voor een ruimer en/of zwaarder opleidingspakket. Voor volgende opleidingsonderdelen dient hij hiervoor een kennismakingstoets en/of gesprek aan te gaan: Muziekschriftuur hoofdvak, Inleiding tot de compositie, Inleiding tot de hafabradirectie, Elektronische muziekcompositie, Inleiding tot koordirectie, Neveninstrument, Analyse hoofdvak. Neveninstrument (behalve voor piano voor studenten muziektheorie/schriftuur, zie punt 2.3): niveau DKO middelbare graad 3 is vereist. Kandidaat-studenten bereiden een programma voor van 10 minuten, met twee representatieve werken uit twee verschillende stijlperiodes.
4. Geschiktheidsonderzoek voor B2, B3, M1 en M2 Zij-instromers die willen starten in Bachelor 2 of 3, Master 1 of 2 leggen een geschiktheidsproef af. Bovendien wordt gepeild naar hun opleiding, motivatie en algemene cultuur via een gesprek en/of vragenlijst en wordt in functie van de inschaling gepeild naar hun vaardigheden m.b.t. muziektheorie, AMV praktijk en AMV gehoor. Programmadetails kan terugvinden via deze link: http://www.ap.be/koninklijk-conservatorium/toelatingsvoorwaarden-muziek/147
10
5. Toelatingsproef master Directie 5.1. Hafabra Directie – De kandidaat kiest een werk dat minstens in ereafdeling, maar bij voorkeur in superieure afdeling geklasseerd staat., m.a.w. een werk dus van grade 5 – 6 (info over de afdelingen: www.vlamo.be) – Op de dag van de toelatingsproef brengt de kandidaat een cd-opname en een kopie (recto/verso) van de fullscore voor de jury mee. De kandidaat gebruikt een baton en dirigeert van een full score. – Na het dirigeren wordt elke kandidaat getest op gehoor, analyse en algemene (hafabra-)kennis, steeds in functie van het door hen gekozen en gedirigeerde werk. – Breng docent Dirk De Caluwe vooraf op de hoogte van het gekozen werk via
[email protected]
5.2. Orkestdirectie Geïnteresseerde kandidaten kunnen contact opnemen met Koen Kessels via
[email protected] en Ivo Venkov via
[email protected] – concertaria Mozart met zanger en piano (zanger en pianist door kandidaat te zoeken) – 'Histoire du Soldat', Stravinsky – gehoorproef en analysetest als referentiekader – gesprek – praktische proef met Jeugd & Muziekorkest Antwerpen, Symfonie nr. 7, L. van Beethoven
5.3. Koordirectie Gehoortest – intervallen en akkoorden – zingen op zicht – foutenanalyse
Directietest – opgeven van akkoorden met stemvork – op zicht: oefening in stijl oefenboek Jan Eelkema – voorbereid koorwerk : "Gloria" uit de Missa Brevis van Knut Nystedt – voor gemengd koor, met kwartet zangers
Theoretische test – o.a. peilen culturele achtergrond – doelstelling van de kandidaat bij de keuze van koordirectie
Pianospel – koraal voorspelen (Bach koraal met voorbereidingstijd) – koorwerk met voorbereidingstijd
Vragen over toelatingsproeven Directie? Stel ze aan vakgroepvoorzitter Luc Anthonis via
[email protected]
11
6. Toelatingsproeven postgraduaat
Concertsolist Instrument - Concertsolist Zang: kandidaat-studenten bereiden een programma voor van een half uur, met representatieve werken uit minstens twee verschillende stijlperiodes. Pianisten spelen uit het geheugen. Orkest: kandidaat-studenten bereiden een programma voor van twintig minuten met representatieve werken uit minstens twee verschillende stijlperiodes, en vier orkesttrekken. Kamermuziek en Begeleiding: kandidaat-studenten bereiden een programma voor van een half uur met representatieve werken uit minstens twee verschillende stijlperiodes, waarvan minstens één solo- en één kamermuziekwerk. Compositie: kandidaat-studenten bezorgen hun portfolio en motiveren hun kandidatuur tijdens een gesprek met de jury.
12
7. Toelatingsproeven jazz/ lichte muziek bachelor 1 7.1. Test van theoretische kennis, gehoor- en leesvaardigheid Schriftelijke proef (in groep) Het op het gehoor herkennen en noteren van: – een voorgespeeld melodisch dictee – een voorgespeeld ritmisch dictee – toonladders (majeur en mineur), pentatoniek (majeur en mineur), bluestoonladder – enkelvoudige intervallen (groot, klein, rein, verminderd, overmatig) – drieklanken met omkeringen (groot, klein, verminderd, overmatig) – vierklanken in grondligging (groot, dominant, klein, klein-groot, halfverminderd, verminderd) als samenklank en gebroken – eenvoudige progressies (I-VI-II-V/II-V-I) – test m.b.t. theoretische kennis van G- en F-sleutel, notenwaarden, rusten, maatsoorten, toonsoorten (groot en klein), voortekening, drieklanken en septiem-akkoorden. Mondelinge proef (individueel) – het op zicht zingen van een melodie in G- en F-sleutel, op notennamen of klanklettergrepen – het op zicht uitvoeren van een genoteerd ritme, met de stem of met de handen(inzagetijd ca. 10 minuten)
7.2. Gesprek en/of vragenlijst over opleiding, motivatie en algemene cultuur Alle kandidaten dienen een vragenlijst in te vullen waarin wordt gepeild naar de algemene culturele kennis en de specifieke kennis m.b.t. het vakgebied. Na het invullen van de vragenlijst volgt een kort gesprek waarbij dieper wordt ingegaan op o.m. de motivatie, de vooropleiding, de studieperceptie, ...
7.3. Proef Instrument of zang – voordracht: het uitvoeren van drie voorbereide composities naar keuze uit het jazzrepertoire. Deze composities moeten van verschillend tempo zijn. De kandidaat wordt begeleid door een ter plaatse aanwezige ritmesectie (piano, bas en drums) en moet zelf de partijen voor deze instrumenten meebrengen (melodie + akkoordenschema volstaat). – prima vista: het op zicht spelen van een eenvoudig fragment van een werk uit het jazz-idioom (inzagetijd 5 à 10 minuten). – techniek: de toelatingscommissie kan de kandidaat verzoeken om een korte technische proef af te leggen. De kandidaat wordt in dit verband verzocht om recent bestudeerde literatuur mee te brengen. – gehooroefeningen op het instrument: het naspelen of nazingen van een melodische lijn of een ritmisch patroon; het via het instrument herkennen van voorgespeelde akkoorden of akkoordprogressies. – opgelegd werk : de kandidaat kan het opgelegd werk een week voorafgaand aan de toelatingsproef afhalen op het secretariaat.
13
Trompet, Trombone, Saxofoon, Fluit – voordracht: 1 blues, 1 ballad, 1 keuzestuk (swing of latin); melodie + improvisatie op elk van deze stukken; blues of keuzestuk in medium of snel tempo. – a prima vista: fragment van een melodie; improvisatie op een kort akkoordenschema. – techniek: majeurtoonladders, gebroken akkoorden, études (voor saxofoon bijvoorbeeld Klosé, – Etudes Journaliers, Niehaus, Vizutti of Clarke en 1 studie van Bach), majeur- en mineurtoonladders, gebroken akkoorden (arpeggio’s) in 12 toonsoorten – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk.
Gitaar – voordracht: 1 swing-stuk (medium of snel tempo), 1 latin-stuk, 1 keuzestuk. Bij elk van deze stukken: melodie, improvisatie en 1 chorusbegeleiding van een pianosolo. – a prima vista: fragment van een melodie, kort akkoordenschema (akkoorden), improvisatie op een kort akkoordenschema. – techniek: majeur- en mineurtoonladders (in verschillende vingerzettingen), akkoorden, gebroken akkoorden (1 of 2 octaven) in vierklanken en in 12 toonsoorten, – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk
Contrabas, Basgitaar – voordracht: 1 swing-stuk, 1 ‘even-eights’-stuk (pop of latin), 1 keuzestuk. De kandidaat moet in zijn spel de volgende elementen verwerken: 1 thema, minstens 1 improvisatie, ‘two-beat’ en walking-bass’. – a prima vista: fragment van een uitgeschreven baspartij (5 à 10 min inzagetijd). techniek: majeur- en mineurtoonladders (1 octaaf), gebroken akkoorden (1 octaaf). – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk.
Drums – voordracht: 2 swing-stukken (1 stuk of een fragment daarvan met brushes), 1 latin-stuk. – Improvisatie: minstens éénmaal ‘4 om 4’ of ‘8 om 8’ (afgewisseld met piano-solo). – a prima vista: 1 fragment voor snare-drum, 1 fragment voor het hele drumstel. – techniek: étude voor snare-drum (bijvoorbeeld N.A.R.D. Drumsolos of Wilcoxon, Modern rudimental swing solos for the advanced drummer). – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk.
Piano – voordracht: 1 swing-stuk, 1 ballad, 1 keuzestuk; swing-stuk of keuzestuk in medium of snel tempo. Bij elk van deze stukken: melodie, improvisatie en 1 chorusbegeleiding van een bas-solo. – a prima vista: fragment van een partij die bestaat uit melodie + akkoordsymbolen(tweehandig); – improvisatie op een kort akkoordenschema. – techniek: majeur- en mineurtoonladders, akkoorden, gebroken akkoorden, études (bijvoorbeeld Cramer-Bülow, 60 ausgewählte Etuden; Czerny, kleine of grote velociteit; Bach, 2- en 3stemmige inventies, 24 kleine preluden). – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk.
14
Zang – voordracht: 1 blues (thema met of zonder tekst, improvisatie), 1 ballad (thema met tekst, improvisatie niet verplicht), 1 standard (swing of latin, medium snel tempo, thema met tekst, improvisatie met of zonder tekst). – a prima vista: fragment van een melodie met korte improvisatie. – techniek: majeur - en mineurtoonladders op notennamen, arpeggio’s in 12 toonsoorten. – gehooroefeningen (zie algemene toelatingsvoorwaarden). – opgelegd werk.
8. Geschiktheidsonderzoek voor B2, B3, M1 en M2 jazz/ lichte Muziek De studenten presenteren een programma van drie stukken die representatief zijn voor hun niveau. Bij voorkeur presenteert de student drie stukken die verschillen qua stijl en tempo (bv. een ballad, een standard en een rythm change). Daarnaast kan er een zichtlezing worden gevraagd, een aantal technische oefeningen en een gehoortest. Bovendien wordt gepeild naar de vooropleiding, demotivatie en de algemene culturele kennis en interesse via een gesprek en/of vragenlijst. In functie van de inschaling wordt eveneens gepeild naar de theoretische kennis en de gehoor- en leesvaardigheid. Vragen over toelatingsproeven Jazz/ lichte muziek? Stel ze aan coördinator Els Smedts via
[email protected]
15