Bijlage 6 Overzicht met criteria t.b.v. het vaststellen van het omzetplafond inkoop 2014

Bijlage 6 Overzicht met criteria t.b.v. het vaststellen van het omzetplafond inkoop 2014 Bijlage behorend bij paragraaf 5.3.3.1 inkoopdocument Voldoet een aanbieder bij een item niet aan de hieronder vermelde criteria, dan wordt voor dat item 0 punten toegekend. (totaal is 81 punten)

Klant en Kwaliteit (totaal maximaal 54 punten) 1.

CQ index 6 of 12 punten

Vergelijkbaar als bij de tarifering ontvangt de aanbieder punten in de rangorde voor goede scores op de CQ-index extramurale zorg, gepubliceerd op Kiesbeter.nl (2011) of Zorg voor Kwaliteit (2012 e.v.). Alleen de meest recente scores van organisatie-eenheden in de betreffende Zorgkantoorregio worden verwerkt. Alleen de resultaten van metingen vanaf 2011 kunnen worden aangeleverd. 12 punten zijn te behalen wanneer: • bij gebruik van sterren er 40% of meer van de onderdelen die betrekking hebben op klantervaringen, 4 of 5 sterren zijn behaald. De onderdelen met een score van 1 ster worden hierop in mindering gebracht of • bij gebruik van gecorrigeerde scores er 75% of meer van de onderdelen die betrekking hebben op klantervaringen, scores boven het landelijk gemiddelde zijn behaald 6 punten zijn er te behalen wanneer: • bij gebruik van sterren er tussen de 30% en 40% van de onderdelen die betrekking hebben op klantervaringen, 4 of 5 sterren zijn behaald. De onderdelen met een score van 1 ster worden hierop in mindering gebracht of • bij gebruik van gecorrigeerde scores er 60% of meer van de onderdelen die betrekking hebben op klantervaringen, scores boven het landelijk gemiddelde zijn behaald Bij de Offerte stuurt de aanbieder afdrukken mee van Kiesbeter.nl die niet ouder zijn dan uit meetjaar 2011. Daarbij moeten afdrukken worden meegestuurd van alle organisatorische eenheden waar een meting is verricht in de betreffende Zorgkantoorregio waarvoor wordt ingeschreven. In plaats van de afdrukken van Kiesbeter.nl kan een prestatiedocument worden ingestuurd waaruit blijkt dat de gecorrigeerde gemiddelde scores boven de landelijk gecorrigeerde gemiddelde scores liggen. Wanneer de aanbieder geen CQ-meting heeft kunnen laten uitvoeren, omdat er voor zijn doelgroep of product geen CQ-meting bestaat (kinderthuiszorg en/of terminale zorg), kan de aanbieder een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door een professioneel bureau met ervaring op gebied van klanttevredenheidsonderzoek. Ook hier kunnen alleen de resultaten van metingen vanaf 2011 worden aangeleverd. Wanneer blijkt dat zijn klanten (zeer) tevreden zijn met de geboden zorg (score van minimaal een 8), volstaat dit en krijgt de aanbieder 12 punten. Wanneer blijkt dat zijn klanten de geboden zorg waarderen met een 7 of hoger, maar minder dan een 8, dan krijgt de aanbieder 6 punten. De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om in een later stadium (uiterlijk per 1 mei 2014) meer recente resultaten te overleggen. Wanneer alsnog aan de norm is voldaan, zal de puntentelling en eventueel het omzetplafond bij de herschikking worden aangepast.

Menzis

Criteria vaststellen omzetplafond Inkoop 2014

1

2.

Duurzame ondersteuning en zorg 15 punten

De Menzis Zorgkantoren hechten veel waarde aan dienstverlening die gericht is op een duurzame ouderenzorg. Daarmee bedoelen wij dat professionele zorgverleners proberen zo efficiënt mogelijk om te gaan met beschikbare middelen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door: • • •

klanten en mantelzorgers zelfredzaamheid aan te leren in de klantcontacten gebruik te maken van ICT samen te werken met huisartsen, welzijnsorganisaties of organisaties voor informele zorg

Zorgaanbieders kunnen referentieprojecten indienen waaruit blijkt dat zij daadwerkelijk een inspanning leveren om in samenwerking met andere stakeholders een duurzame ouderenzorg te realiseren. Projecten die plaatsvinden (of hebben plaatsgevonden) in het kader van ketenzorg dementie kunnen niet worden ingediend. Het aantal referentieprojecten dat kan worden ingediend, is maximaal 1 per subregio waarop is ingeschreven. Wanneer op 3 subregio’s wordt ingeschreven, mogen dus 3 referentieprojecten worden ingediend maar die moeten elk binnen één van de gemeenten in één van deze subregio’s plaatsvinden. Per project kunnen maximaal 15 punten worden verdiend. Het totaal aantal behaalde punten zal worden gedeeld door het aantal subregio’s waarvoor is ingeschreven. Daarbij zal naar boven worden afgerond. Een paar voorbeelden: 1.

2.

3.

Aanbieder A schrijft in voor 8 gemeenten die in 3 verschillende subregio’s vallen. De aanbieder levert 3 referentieprojecten aan die in 2 verschillende subregio’s spelen. Het eerste referentieproject levert 8 punten op, het tweede 6. Samen is dat 14 punten, gedeeld door 3 subregio’s is dat afgerond 5 punten. Het derde project wordt niet beoordeeld, omdat het in dezelfde subregio speelt als één van de 2 andere projecten. Wanneer per subregio meerdere projecten worden ingediend, wordt alleen het project beoordeeld dat als eerste is genoemd. Het heeft dus geen zin om meerdere projecten per subregio in te zenden. Aanbieder B schrijft in voor 2 gemeenten die elk in dezelfde subregio vallen. Hij mag 1 referentieproject indienen dat in deze subregio speelt. Als hij hiervoor 5 punten krijgt, krijgt de aanbieder 5 punten opgeteld voor de ranking Aanbieder C schrijft in voor 4 gemeenten die in 2 subregio’s vallen, maar de subregio’s horen elk bij een andere Zorgkantoorregio. De zorgaanbieder mag voor elke subregio 1 referentieproject indienen. De punten van beide projecten worden niet door 2 gedeeld maar afzonderlijk toegekend aan de aanbieder in de twee Zorgkantoorregio’s waar hij heeft ingeschreven.

De referentieprojecten moeten redelijk actueel zijn, dat wil zeggen dat ze niet eerder afgerond mogen zijn dan op 31 december 2011. Per project worden de volgende subcriteria gehanteerd om tot een puntentoekenning te komen. Zoals boven aangegeven kan maximaal 15 punten per project worden verdiend. A. Structuurkenmerken (maximaal 5 punten) Er is een plan aanwezig waaruit blijkt dat er: 1. 2. 3.

Menzis

Concrete doelstellingen zijn geformuleerd ten aanzien van verlaging van de gemiddelde (betaalde) zorginzet en/of vergroten van zelfredzaamheid (1 punt) Een structuur (bijvoorbeeld een projectgroep) is gevormd om deze doelstellingen te realiseren (1 punt) Externe stakeholders (huisartsen, gemeente, welzijnsorganisatie of vrijwilligersorganisatie) betrokken zijn in deze structuur (1 punt per verschillende stakeholder, maximaal 3 punten)


2

B. Proceskenmerken (maximaal 5 punten) Op grond van een interne of externe rapportage, gedateerd tussen 31-12-2011 en 1-8-2013, blijkt dat in de organisatie van de primaire processen gewerkt wordt aan de realisatie van de doelstellingen zoals genoemd bij A1. 1. 2. 3.

Bij een interne rapportage: 1 punt Bij een externe rapportage: 3 punten Bij een externe rapportage van een professioneel onderzoeksbureau: 5 punten

C. Uitkomstkenmerken (maximaal 5 punten) Op grond van cijfermateriaal blijkt dat klanten gemiddeld minder afhankelijk zijn geworden van professionele zorginzet, er is dus sprake van een zichtbare gemiddelde afname van professionele zorginzet als gevolg van de doorgevoerde acties. (bijvoorbeeld afname zorgduur, afname zorgkosten) Om dit aan te tonen moet een interne of externe rapportage worden ingediend, gedateerd tussen 31-12-2011 en 1-8-2013. 1. 2. 3.

Menzis

Bij een interne rapportage: 1 punt Bij een externe rapportage: 3 punten Bij een externe rapportage van een professioneel onderzoeksbureau: 5 punten


3

3.

Wijkgericht werken en Maximaal aantal hulpverleners 9 punten

Menzis wil het wijkgericht/ buurtgericht samenwerken stimuleren. Er is sprake van een goede samenwerking op de verschillende onderdelen en op basis van de lokale en regionale (zorg)infrastructuur. Met (zorg)infrastructuur worden de algemene voorzieningen bedoeld zoals dagbesteding, 24-uurszorg (crisisregeling nacht- en onplanbare zorg, zorg op afstand), wijkverpleegkundige functie, gespecialiseerde verpleging en ketenzorg en vervoer. Infrastructuur beperkt zich niet tot het domein van de AWBZ. Het is juist van belang dat wat in professioneel opzicht vanuit de AWBZ en ZVW wordt ontwikkeld, aansluit op de eigen inzet van het sociaal-maatschappelijk veld in het kader van de WMO. De eigen inzet van burgers heeft hierbij het primaat en er moet worden voorkomen dat eigen inbreng wordt vervangen door initiatieven vanuit professionele hoek. Een belangrijk aspect voor het Zorgkantoor is dat de infrastructuur (bijvoorbeeld de functie van wijkverpleegkundige) voorlopend is op de individuele zorg zoals reguliere thuiszorg. Daarnaast is er een verschuiving nodig in de benadering van cliënten door zorgprofessionals, namelijk: •

•

• • • • •

Natuurlijk heeft een klant met een indicatiebesluit wettelijke aanspraak op goede zorg. Daarbij zijn de mogelijkheden van de klant bepalend voor de zorg en niet strikt de indicatie. De professional moet zich daarom meer gaan richten op kansen en mogelijkheden van de klant en haar omgeving dan op de in de indicatie vastgestelde beperking Er moet dus gewerkt worden aan het ondersteunen van kansen en mogelijkheden van cliënten en het sociale netwerk in plaats van alleen het compenseren van beperkingen van cliënten. De eigen kracht en mogelijkheden van de hulpvrager en die van het sociaal netwerk van de hulpvrager moeten zo veel als mogelijk worden benut Het is de taak van de professional om klanten (zo lang als mogelijk) uit de AWBZ-zorg te houden en (alternatieve) oplossingen te zoeken in de nabije omgeving van de klant. De coördinatie op wijkniveau wordt met name vorm gegeven door middel van een wijkverpleegkundige De samenstelling van het wijkzorgteam moet een afspiegeling zijn van de wijkproblematiek. Er wordt gestreefd naar een afname van duur/termijn om van hulpvraag op basis van een in gezamenlijkheid opgesteld (woon)zorgleefplan Het arrangement zoals vertaald in het (woon)zorgleefplan leidt tot minder verschillende gezichten en deskundigheden voor de cliënt

Om bovenstaande redenen vindt Menzis het belangrijk dat de basisformatie van een wijkzorgteam minimaal moet bestaan uit: • • • •

Maximaal 15 personen Waarvan minimaal 2 (wijk)verpleegkundigen op niveau 4/5 met een totaal dienstverband van minimaal 1 FTE per team Een team functioneert binnen 1 dorp, binnen 1 wijk of binnen 1 stadsdeel. De aanbieder garandeert (volgens het schema) dat bij elke klant een maximum aantal verschillende zorgverleners wordt ingezet, afhankelijk van het aantal zorgmomenten per week. Zorgmomenten per week • 1-6 • 7-13 • 14-27 • 28 of meer

Maximaal aantal hulpverleners • 4 • 6 • 8 • 10

Menzis zal dit item controleren in 2014.

Menzis


4

4.

Organiseren nachtzorg 5 punten

Menzis wil dat de nachtzorg zo doelmatig mogelijk georganiseerd wordt. Dat betekent dat er samengewerkt moet gaan worden (regionaal of subregionaal). Het is ongewenst dat er in een regio een 3 of 4-tal nachtroutes “in de lucht” gehouden worden door de verschillende organisaties. Daarom wil Menzis samenwerking binnen de kaders van de Mededingingswet meer stimuleren en belonen. Indien de aanbieder WEL samenwerkt bij de uitvoering van de opdracht met 3 of meer andere partijen voor (onplanbare) zorg gedurende de avond en nacht, 7 dagen per week aan alle klanten in een subregio, krijgt de aanbieder 5 punten. De aanbieder maakt dit aantoonbaar door een samenwerkingsovereenkomst op te stellen, welke ondertekend is door alle partijen. Een aanbieder mag best zelf en in eigen beheer, onder de eigen vlag nachtzorg organiseren en leveren, maar als een aanbieder deze samenwerking niet wenst aan te gaan krijgt hij geen punten.

Menzis


5

5.

Aanbieden stageplaatsen 1 punt

De aanbieder toont zijn verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van (toekomstig) deskundige zorgverleners door het aanbieden van stageplaatsen aan zorgverleners die een opleiding volgen op niveau 3, 4 of 5. Criteria: Of (cumulatief): • De aanbieder toont zijn verantwoordelijkheid door het aanleveren van de aanvraag aan het stagebureau van de Zorgkantoorregio waarvoor hij ingeschreven heeft waarin duidelijk is hoeveel stage-plaatsen beschikbaar worden gesteld in het studiejaar 2012-2013 en 20132014 • De aanbieder kan aan het eind van het schooljaar aantonen met ondertekende en geanonimiseerde stagecontracten hoeveel stageplaatsen er daadwerkelijk zijn bezet. Minimaal 1 kopie van een voorblad met handtekening bij inschrijving insturen • De aanbieder beschikt over actuele Calibris erkenning Of de aanbieder kan een overeenkomst met een ROC/Hogeschool overleggen waarin wordt duidelijk gemaakt dat er stageplaatsen worden aangeboden en ingevuld.

Menzis


6

6.

Hebben van meerdere verpleegkundig specialisten 2 punten

Menzis wil het werken met verpleegkundig specialisten stimuleren en als deze vorm van specialisatie aantoonbaar aanwezig is binnen de zorginstelling kan dit gehonoreerd worden in de vorm van bonuspunten. Indien er door een instelling 2 of meer verpleegkundig specialismen geleverd worden op de onderstaande gebieden wordt dit - indien aantoonbaar aanwezig - gehonoreerd. Een instelling dient dus 2 of meer van de onderstaande specialismen te kunnen leveren: • Preventieve zorg bij somatische aandoeningen; • Acute zorg bij somatische aandoeningen; • Intensieve zorg bij somatische aandoeningen; • Chronische zorg bij somatische aandoeningen; • Geestelijke Gezondheidszorg. Deze verpleegkundig specialisten moeten in dienst zijn bij de aanbieder. Criteria: • • •

Menzis

Er moeten 2 of meer verpleegkundig specialismen aantoonbaar geleverd kunnen worden Per specialisme dient de zorgaanbieder minimaal 1 functionaris in dienst te hebben die minimaal 16 uur in dat specialisme een (uitvoerende) taak heeft Menzis kan namen en aantallen functionarissen, inclusief opleidingsstukken/diploma’s opvragen


7

7.

Hebben van meerdere verpleegkundigen/verzorgenden op meerdere deskundigheidsgebieden 2 punten

Menzis wil het werken met meerdere en juist de specifieke onderstaande verpleegkundige deskundigheidsgebieden voor chronische aandoeningen stimuleren. Als deze verpleegkundige deskundigheidsgebieden aantoonbaar aanwezig zijn kan dit gehonoreerd worden in de vorm van bonuspunten • • • • • • • • • • • • • • Criteria: •

•

Menzis

Neuro * Palliatieve Verpleegkunde Continentie Zorg * Dermatologie Diabetes Zorg Reumatologie * Revalidatie * Stoma Zorg * Preventieve Zorg Longverpleegkunde Wondzorg * Geriatrie-Gerontologie Verpleegkundigen die werkzaam zijn op een specifiek deskundigheidsgebied moeten in dienst zijn bij de aanbieder NB: * het deskundigheidsgebied staat open voor verpleegkundigen én verzorgenden

Er moeten meer dan 5 deskundigheidsgebieden aantoonbaar aanwezig zijn (Het is op zich toegestaan dat 1 functionaris meerdere taken op verschillende deskundigheidsgebieden uitvoert. Deze persoon dient dan wel aan de juiste en benodigde opleidingseisen te voldoen. Daarnaast moet het in een reële verhouding staan tot de omvang van de extramurale productie en moet de functionaris voldoende tijd vrij kunnen maken om deze taak uit te kunnen voeren Menzis kan opvragen: namen en aantallen functionarissen, inclusief opleidingsstukken/diploma’s


8

Hebben van een MTH team 5 punten

8

Menzis wil dat de specialistische medisch/verpleegkundige zorg (MTH-zorg∗) zo doelmatig mogelijk georganiseerd wordt. Dit type MTH-zorg is complex en lastig te organiseren en vereist een aparte infrastructuur. De organisaties die deze MTH-zorg organiseren en leveren dienen ook de onplanbare MTH-zorgverlening gedurende de avond en nacht, 7 dagen per week, aan alle klanten in de hele regio te kunnen leveren. Daarom moeten organisaties aantoonbaar kunnen maken dat zij een apart MTHteam hebben van minimaal 5,8 fte HBO niveau 5 opgeleide verpleegkundigen. Deze verpleegkundigen moeten aantoonbare en aanvullende scholingen hebben gevolgd en er dienen certificaten overlegd te kunnen worden per individuele verpleegkundige, ten aanzien van medisch specialistisch handelen en bekwaamheidscertificaten. De organisaties moeten de zorginfrastructuur (alarmering, ondersteuning met betrekking tot hulpmiddelen, etc.) noodzakelijk voor deze zorg, zelfstandig en in eigen beheer geregeld hebben. Ook dienen er (raam)overeenkomsten of ketenzorg afspraken / ketenzorgprotocollen ten aanzien van ziekenhuisverplaatste zorg te worden overlegd, waaruit blijkt dat er specifieke afspraken over deze zorg en ziekenhuisnazorg zijn gemaakt met de ziekenhuizen/specialisten. Criteria: • • • • •

Aparte organisatie vanuit apart team (minimaal 5,8 fte) die zelfstandig deze zorg uitvoert in de gehele subregio Aantoonbare en aanvullende scholing voor alle verpleegkundigen in het MTH-team Zorginfrastructuur moet geregeld zijn voor de gehele subregio Er moeten bestaande afspraken zijn met betrekking tot ziekenhuisnazorg / MTH-zorg De (onplanbare) MTH-zorg gedurende de avond en nacht, 7 dagen per week, moet zelf geleverd worden aan alle klanten in de gehele subregio

Als aan alle criteria kan worden voldaan, krijgt de organisatie 5 punten in de rangorde.

∗ Vanuit dit team moet men dus zelf de specialistische handelingen uitvoeren zoals: het inbrengen en verzorgen van een perifeer infuus, het aanprikken en verzorgen van een port a cath, het verzorgen van een subclaviacatheter, het klaarmaken en intraveneus toedienen van anti-biotica, cytostatica, APD, mannitol, (methyl)prednisolon, vocht en andere medicijnen, het zetten van een heparineslot op een subclaviacatheter, het subcutaan toedienen van medicatie via een pomp (binnen 24- uur inzetbaar), het verzorgen van een epidurale of spinale catheter, het toedienen van medicatie via epidurale of spinale catheter, het toedienen van o.a. medicijnen, vocht via een pomp, het inbrengen van een verblijfscatheter bij mannen of éénmalige catheterisatie bij mannen, het verwisselen van een suprapubiscatheter, het inbrengen en verwisselen van een maagsonde bij volwassenen en kinderen, het verwisselen van een PEG-sonde en mic-key button bij kinderen en volwassenen, het verzorgen van een tracheastoma en tracheotomie, het verwisselen van een tracheacanule, vacuumtherapie bij wondverzorging (VAC), achterwachtfunctie voor patiënten die zelfstandig zijn met bijvoorbeeld een voedingspomp, intraveneuze behandeling met diuretica voor patiënten met hartfalen in stadium III of IV4

Menzis


9

9

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden 3 punten

Menzis hecht waarde aan de verdere ontwikkeling en stimuleren van deskundigheid (bevordering) en werken aan kwaliteit. Organisaties hebben de taak de eigen medewerkers te ondersteunen om op professionele wijze zorg te verlenen en te zorgen voor deskundigheidsbevordering c.q. scholingsprogramma. Menzis wil zorgaanbieders stimuleren om de zorgmedewerkers (verpleegkundigen en verzorgenden vanaf niveau 3) aansluiting te laten zoeken en te laten registreren bij het kwaliteitsregister V&VN. Er is een duidelijke toename van het aantal aanvraag accreditaties en geleverde scholingen, maar ook van inschrijvingen van verpleegkundigen en verzorgenden in het kwaliteitskader V&VN. Door meer bevoegd personeel in te zetten kunnen zorgaanbieders de kwaliteit van de geleverde zorg verbeteren. Daarom wil Menzis ook in 2014 op deze ingeslagen weg verder gaan. Wanneer meer dan 50% van het zorgverlenend personeel niveau 3, 4, en 5, vast in dienst, is ingeschreven, ontvangt de aanbieder 3 punten. Het aantal te behalen studiepunten bedraagt gemiddeld per medewerker per jaar 37. Om aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde normen, zijn er twee peilmomenten, namelijk één moment in de loop van 2014 en één begin 2015: • Uiterlijk 1 juli 2014, binnen 7 maanden na de ingangsdatum van de overeenkomst met V&VN dient er een tussenrapportage te worden aangeleverd. Deze wordt door V&VN aan u beschikbaar gesteld na een half jaar. De overeenkomst die u met V&VN aangaat zal daarom niet later dan per 1 januari 2014 kunnen ingaan. • Uiterlijk 13 maanden na de ingangsdatum van de overeenkomst met V&VN dient er een definitieve jaarrapportage te worden aangeleverd. Deze wordt door V&VN aan u beschikbaar gesteld na een jaar. De overeenkomst die u met V&VN aangaat zal daarom niet later dan per 1 januari 2014 kunnen ingaan. De rapportages zullen door de Menzis Zorgkantoren worden beoordeeld op de volgende onderdelen: • Het percentage ingeschreven medewerkers. Dit zal worden berekend op basis van het aantal zorgmedewerkers dat vast in dienst is • Het gemiddeld aantal behaalde studiepunten per ingeschreven medewerker Wanneer op grond van de tussenrapportage blijkt dat gedurende het contractjaar niet voldaan zal kunnen worden aan de gestelde normen, zal voor de herschikking 2014 het dubbele aantal punten dat was toegekend voor de rangorde, in mindering worden gebracht met mogelijk een negatieve bijstelling van de volume afspraak, conform de overeenkomst. Wanneer op grond van de definitieve rapportage blijkt dat niet voldaan is aan de gestelde normen, dan zal de uitkomst van de rangorde (achteraf) neerwaarts worden bijgesteld met het dubbele aantal punten van het aantal dat eerder bij de bepaling van de rangorde was toegekend. Een verrekening van het budget, als gevolg van het hebben verkregen van een te hoge budgetgarantie, vindt plaats via de verantwoording bij de nacalculatie over 2014.

Menzis


10

10

Verscherpt toezicht IGZ -3 en maximaal plafond van 100%

Wanneer er in 2012 of 2013 sprake is geweest van verscherpt toezicht van de IGZ voor de geleverde extramurale zorg, dan komt een aanbieder niet in aanmerking voor de GVK status in de ingeschreven (sub)regio’s waar het verscherpt toezicht van toepassing was en worden er 3 punten afgetrokken. Als bij de inschrijving er sprake is van een verscherpt toezicht dan zal een maximaal te behalen omzetplafond worden gehanteerd van 100%. Bij voortduring van het verscherpt toezicht gedurende de overeenkomst kan het omzetplafond worden bijgesteld naar een lagere categorie.

Menzis


11

Kosten (totaal maximaal 27 punten) 1.

Doorcontractering

Bij doorcontractering van meer dan 10% maar minder dan 50% van de extramurale omzet -3 punten Bij doorcontractering van meer dan 50% - 5 punten.

2

Percentiel

De geleverde productie ligt op gemiddeld niet meer dan • het 25e percentiel van de geïndiceerde klassenbandbreedte 4 punten • het 35e percentiel van de geïndiceerde klassenbandbreedte 2 punten • het 50e percentiel van de geïndiceerde klassenbandbreedte 0 punten 3

Productmix

Door Inschrijving verklaart de aanbieder maximaal de volgende productmix te hanteren voor de prestaties Basis vs. Extra • • •

4

De verhouding tussen Basis vs Extra is 87,5:12,5 0 punten De verhouding tussen Basis vs Extra is 95:5 4 punten De verhouding tussen Basis vs Extra is 100:0 8 punten

Korting tarief

Aanbieders kunnen er voor kiezen om korting te geven op het tarief dat volgens de inkoopsystematiek 2014 is vastgesteld. Aanbieders kunnen bij de rangorde 1, 2, 3, 4% of meer procentuele korting (alleen op helen) bieden op het tarief in ruil voor respectievelijk 2, 5, 8, 11 of 15 punten in de rangorde. Ongeachte de hoogte van de korting boven de 4% kan maximaal 15 punten worden behaald.

Menzis


12

Bijlage 6 Overzicht met criteria t.b.v. het vaststellen van het omzetplafond inkoop 2014

Recommend Documents