BIJLAGE 10. ARBITRAGEREGLEMENT SYNDICALE KAMER VOOR DE HANDEL IN VEEVOEDER, RIJST EN PEULVRUCHTEN
ALGEMENE BEPALINGEN 1) De Centrale Commissie van Arbitrage staat in voor de naleving van het arbitraal statuut. Het bestuur van “S.V.R.P.” kiest elk jaar, binnen de 14 dagen na de jaarlijkse statutaire vergadering, de leden van de Centrale Commissie voor Arbitrage en bepaalt hun aantal dat echter niet minder dan 7 leden mag bedragen. 2) Als lid van de Centrale Commissie voor Arbitrage komen zowel de leden van het bestuur als de leden van de “S.V.R.P.” in aanmerking. Deze Commissie heeft tot taak de goede gang van zaken van de scheidsrechterlijke instelling te verzekeren door: a) het in studie nemen, behandelen, opstellen en eventueel veranderen van contracten en algemene verkoopcondities en voorstellen desaangaande voorleggen aan de algemene vergadering; b) lijsten op te stellen van, en het aanduiden van de laboratoria, scheikundigen en deskundigen, die aangesteld kunnen worden om een ontleding en/of deskundig verslag op te maken, voor zover dit niet anders geregeld is; c) het eventueel vormen van standaard-monsters; d) alle maatregelen te nemen die het beslechten van geschillen kunnen bevorderen; e) bij onvoorziene gevallen, ontstaan gedurende of na scheidsrechterlijke gedingen, te beslissen in laatste instantie. 3) De Centrale’ Commissie kiest in haar midden een Uitvoerend Comité dat bestaat uit een voorzitter, een secretaris en 3 leden. Dit Comité is belast met de dagelijkse uitvoering van het arbitraal statuut, zoals het bijeenroepen van vergaderingen, het aanduiden van arbiters wanneer de aanduiding door de Centrale Commissie van Arbitrage moet geschieden, enz. De Centrale Commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit wenselijk oordeelt, of wanneer twee leden van deze Commissie hiertoe de met redenen omklede wens aan het Uitvoerend Comité te kennen geven. 4) De secretaris is belast met de administratieve leiding van de instelling, het afwikkelen van de scheidsrechterlijke gedingen, zoals verder in deze bepalingen is voorzien, hel opstellen van de verslagen van de vergaderingen., enz, in overleg met de Centrale Commissie kan hij zich door een griffier laten bijstaan, 5) De schatbewaarder is gelast met het geldelijk beheer van de vereniging.
Intersentia
1
ARBITERS 6) Alle leden kunnen als arbiter optreden, mits zij door één van de partijen of door de Centrale Commissie van Arbitrage worden aangeduid. De Centrale Commissie van Arbitrage kan een lijst opmaken van arbiters die geen lid zijn van de vereniging. 7) Elke partij in een geschil duidt een arbiter aan. Op hun beurt kiezen beide arbiters een derde arbiter: indien zij in hun keuze niet tot overeenstemming komen, dan duidt de Centrale Commissie van Arbitrage de derde arbiter aan. 8) De arbiters in beroep worden allen door de Centrale Commissie van Arbitrage aangeduid. 9) De arbiters zullen alle handelsgeschillen behandelen wanneer uit de overeenkomsten tussen partijen duidelijk blijkt dat zij hun eventuele geschillen aan de beslissing van de arbiters van de S.V.R.P. onderwerpen. De arbiters zijn ontslagen van alle rechterlijke formaliteiten en kunnen alle maatregelen nemen die zij voor het beslechten van een geschil nodig oordelen, zoals het oproepen van getuigen, het aanstellen van deskundigen, het laten uitvoeren van ontledingen enzomeer. ARBITRAGES 10) Het scheidsgerecht behandelt volgende categorieën van geschillen: a) geschillen over kwaliteit en conditie (ttz. gesteldheid) van de goederen, die uit de aard van het geschil zelf, zonder uitstel moeten beslecht worden; b) kwaliteitsgeschillen over ontvangen goederen, waarvan bij ontvangst monsters vergezeld zijn overeenkomstig het contract; c) kwaliteitsgeschillen ontstaan door ontledingen; d) principegeschillen: dit zijn geschillen over de uitvoering van contracten, aandieningen, niet-levering, prijsvaststellingen, commissie loon, enz.; e) geschillen over betalingen en over niet-betalingen. De arbiters beslissen onder welke categorie een geschil moet ingedeeld worden indien de partijen hierover een meningsverschil zouden hebben. 11) Een aanvraag om arbitrage moet op de meest geschikte wijze aan de tegenpartij verzonden worden, met opgave van de naam van de gekozen arbiter en van de reden van het geschil. Vóór de aanvang van een arbitragezitting dient eerst de in artikel 30 voorgeschreven waarborgsom betaald te worden. Indien de waarborgsom niet vóór de aanvang van de arbitragezitting betaald is, wordt aan de arbitrage-aanvraag geen gevolg gegeven. Arbitrages over kwaliteit of conditie (= gesteldheid), als bedoeld onder art. 10a 12) Onverminderd de bepalingen van artikel 11 moet de aanvraag om arbitrage ook aan het secretariaat van S.V.R.P. gezonden worden. De aanvraag moet tevens de ligging van de goederen vermelden. De verweerder is verplicht, ten laatste’ op de werkdag volgend op het ontvangen van dit bericht en wel vóór twaalf uur ’s middags, de naam van zijn arbiter op te geven aan het secretariaat van S.V.R.P. en aan aanlegger; indien dit niet gebeurt zal de Centrale Commissie een arbiter aanwijzen. Het secretariaat zal de partijen hiervan op de hoogte brengen.
2
Intersentia
13) De twee arbiters benoemen zonder verwijl een derde arbiter, welke als voorzitter optreedt. 14) Het secretariaat zal zo spoedig mogelijk beide partijen verwittigen waar en wanneer de arbitrage zal plaatsvinden. De arbiters zullen eventueel monsters nemen of doen nemen (behalve wanneer een, volgens de verkoopsvoorwaarden, getrokken monster wordt voorgelegd). De beslissing van de arbiters wordt zo vlug mogelijk (met inachtneming van art. 27) aan de partijen medegedeeld en in een vonnis vastgelegd (met inachtneming van art. 26). 15) Tegen kwaliteitsarbitrages kan geen beroep worden aangetekend, maar over geschillen zoals bedoeld in artikel 10 categorie c, d of e kan er over dezelfde partij nog worden gearbitreerd. Arbitrages artikel 10 categorie b, c, d en e 16) Deze worden aangevraagd zoals bepaald in artikel 11. De verweerder is verplicht binnen de 7 dagen na ontvangst van de arbitrageaanvraag de naam van de door hem benoemde arbiter aan de aanlegger op te geven. Mocht de verweerder hieraan binnen de gestelde termijn niet voldoen, zal de Centrale Commissie van Arbitrage, op aanvraag van de aanlegger, ambtshalve een arbiter aanduiden. 17) De aanlegger zal zonder verwijl het secretariaat van S.V.R.P. op de hoogte brengen van de arbitrageaanvraag met vermelding van: a) de naam van de door hem aangeduide arbiter; b) de naam van de arbiter aangeduid door verweerder of van de aanvraag tot het ambtshalve benoemen van een arbiter; c) de reden van het geschil. De twee arbiters benoemen een derde arbiter, welke als voorzitter optreedt. Wraking van de arbiters 18) Wraking kan alleen plaats hebben om redenen waarvoor volgens de Belgische Wet rechters kunnen gewraakt worden. Een partij kan de arbiter die zij heeft aangeduid niet wraken voor een reden die haar vóór de aanduiding tot arbiter reeds bekend was. De partij die een arbiter wenst te wraken moet, van zodra de reden tot wraking bekend is, deze mededelen aan alle betrokken arbiters en, in voorkomend geval, aan de Centrale Commissie van Arbitrage die in uitvoering van de arbitrage-overeenkomst de gewraakte arbiter had aangeduid. Het verzoek tot wraking schorst de procedure. De gewraakte arbiter beschikt over 10 dagen vanaf de bekendmaking van de wraking om zich terug te trekken. Zijn vervanging dient te geschieden in overeenstemming met de regels ter aanduiding van arbiters. Indien de gewraakte arbiter zich niet heeft teruggetrokken, verwittigt de arbitragekamer hiervan onmiddellijk de verzoekende partij; deze laatste beschikt vanaf deze bekendmaking over 10 dagen om de arbiter en de andere partijen voor de rechtbank van eerste aanleg te dagen, Zoniet wordt de scheidsrechterlijke procedure hervat. In geval men de wraking aan de rechtbank van eerste aanleg voorlegt, wordt, zo de eiser in het gelijk wordt gesteld, een nieuwe arbiter aangesteld overeenkomstig de regels van
Intersentia
3
aanduiding. Indien de wraking niet door de rechtbank wordt aangenomen, wordt de scheidsrechterlijke procedure hervat. 19) a) Het Uitvoerend Comité van de Centrale Commissie van Arbitrage ziet toe dat de behandeling van de arbitragezaak zo spoedig mogelijk na de benoeming van de arbiters plaats vindt. b) De partijen behandelen hun geschil in arbitrage mondeling, maar zij mogen hun zaak schriftelijk en met alle mogelijke bewijzen toelichten. Partijen moeten zich zowel naar de mondelinge als naar de schriftelijke richtlijnen van de arbiters gedragen. Het staat de partijen vrij zich bij de behandeling te laten vertegenwoordigen of hun besluiten schriftelijk in te dienen. 20) De arbiters zullen zo spoedig mogelijk na de behandeling hun vonnis vellen en aan de partijen betekenen. 21) Arbitrages moeten aangevraagd worden met opgave van naam en voornaam van de arbiter: a) voor arbitrages onder artikel 10 a), ten laatste de werkdag nadat het geschil ontstaan is; b) voor arbitrages onder artikel 10 b), ten laatste veertien dagen na het in ontvangst nemen van de goederen; c) voor arbitrages onder artikel 10 c), ten laatste veertien dagen na ontvangst van de ontledingscertificaten; d) voor arbitrages onder artikel 10 d), ten laatste 6 maanden na het ontstaan van het geschil; e) voor arbitrages onder artikel 10 e), is geen termijn voorzien. Arbitrageaanvragen buiten de bovengemelde termijnen zijn onontvankelijk. HOGER BEROEP 22) Iedere partij heeft het recht in hoger beroep te gaan binnen de 15 dagen na ontvangst van het vonnis. Hoger beroep moet gemeld worden aan het secretariaat van S.V.R.P. Een arbitragezitting kan slechts beginnen, als de in artikel 30 voorziene waarborgsom betaald werd. Is de waarborgsom vóór de aanvang van de arbitragezitting niet betaald, dan heeft de aanvraag om hoger beroep geen gevolg. Het secretariaat stelt zonder verwijl de Centrale Commissie van Arbitrage in kennis van de aanvraag om hoger beroep: de Centrale Commissie benoemt onverwijld de vijf arbiters in beroep. Arbiters die reeds in eerste aanleg zetelden of die met de te behandelen zaak betrokken zijn, mogen niet als arbiter in hoger beroep optreden. Partijen hebben recht tot wraking zoals in arbitrages van eerste aanleg. Het secretariaat brengt de benoemde arbiters in hoger beroep op de hoogte, deelt hun namen aan de betrokken partijen mede en. meldt waar en wanneer de arbitrage in beroep zal doorgaan. Blijkt dat een of meer arbiters in beroep niet aan de oproep van het secretariaat kunnen voldoen, dan voorziet de Centrale Commissie in hun vervanging. Het secretariaat brengt de belanghebbenden op de hoogte van elke verandering in het college van arbiters. 23) Nadat het college van arbiters in beroep is samengesteld, kiest het onder hen een voorzitter, die de zitting of zittingen leidt. Het geschil wordt mondeling behandeld, maar het staat partijen vrij zich bij de behandeling te laten vertegenwoordigen of hun besluiten schriftelijk in te dienen. De arbiters kunnen partijen verplichten hun eis of verweer schriftelijk te bevestigen.
4
Intersentia
24) In beroep mogen partijen geen nieuwe eis stellen. 25) Een vonnis in eerste aanleg kan in beroep slechts met een meerderheid van vier stemmen verbroken worden. VONNIS 26) De arbiters zijn verplicht binnen zes maanden na het sluiten van de debatten een vonnis te vellen en een met redenen omkleed vonnis op te stellen. Een afschrift van het vonnis wordt aan elk van de partijen verzonden en een afschrift wordt voor het archief van de vereniging bewaard. Het origineel van het scheidsrechterlijk vonnis wordt neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. De partijen’ worden van deze neerlegging op de hoogte gebracht. In eerste aanleg zullen de arbiters hun vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren niettegenstaande hoger beroep. Een vonnis in laatste aanleg en/of in kracht van gewijsde kan de Centrale Commissie van Arbitrage machtigen om de verliezende partij te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan S.V.R.P. van ten hoogste 100.000 BEF, indien de verliezende partij een arbitrale uitspraak niet uitvoert binnen de maand of binnen de in het vonnis vastgestelde termijn en indien zij de winnende partij verplicht het vonnis door een regelmatige procedure uit te voeren; dit sluit verdere statutaire maatregelen niet uit. De arbiters zijn in geen geval burgerlijk aansprakelijk voor hun vonnissen. 27) De arbiters verplichten zich ertoe de uitspraak noch aan de belanghebbenden, noch aan derden bekend te maken vóór de ondertekening van het vonnis, behoudens uitspraken in arbitrages voorzien in art. 10 a) en behoudens uitzonderlijke gevallen, d.w.z. wanneer beide partijen erom verzoeken. ARBITRAGEKOSTEN 28) De arbiters begroten in hun vonnis het bedrag van de arbitragekosten. Kosten die nodig zijn voor de behandeling van hu geschil kunnen in rekening gebracht worden zoals de raadpleging van een advocaat en/of deskundigen, reis-, verblijf- of andere kosten van de arbiters, kosten voor ontledingen, getuigen of administratie. 29) De arbitrage- en andere kosten, als omschreven in vorig artikel komen in regel ten laste van de verliezende partij, doch de arbiters kunnen hierover anders beslissen. 30) De Centrale Commissie van Arbitrage stelt bij ontvangst van de arbitrageaanvraag het bedrag van de waarborgsom vast die vóór de aanvang van de arbitragezitting in eerste aanleg of in hoger beroep dient gestort te worden; het secretariaat deelt deze som aan de aanvrager mede. 31) Bij een arbitrageaanvraag zonder gevolg of bij intrekking vooraleer de arbiters hun werkzaamheden hebben aangevangen, is de aanlegger een minimumbedrag van BEF 1.000 verschuldigd aan S.V.R.P.; reeds gemaakte kosten worden doorberekend. De volledige arbitragekosten zijn verschuldigd bij intrekking of nietigverklaring van een arbitrage tijdens de eerste arbitragezitting of nadien.
Intersentia
5
BIJKOMENDE BEPALINGEN 32) Eventuele vergoeding van de arbiters, zowel in eerste aanleg als in beroep, geschiedt zoals voorzien in het huishoudelijk reglement van de vereniging. 33) Arbitrages zijn geheim wat betreft de namen van de partijen of iedere aanduiding die de partij kenbaar maakt. De arbiters alsook de leden van de Centrale Commissie verbinden zich ertoe deze namen niet aan derden bekend te maken, en niet rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik te maken van de adressen voor handelsdoeleinden. De Centrale Commissie kan echter beslissen het vonnis te publiceren na weglating van namen en van iedere aanduiding die partijen kenbaar maakt. Deze statuten zijn goedgekeurd op de Algemene Vergadering van S.V.R.P. gehouden te Antwerpen op 31 januari 1992. Algemene verkoopcondities van de Antwerpse Syndicale Kamer voor de Handel in Veevoeders, Rijst en Peulvruchten “S.V.R.P.” vzw [...] VI. Arbitrage Art. 60. Alle geschillen die zouden ontstaan tussen verkoper, koper en tussenpersoon/personen of tussen dezen zullen beslecht worden door de arbiters van de “Antwerpse Syndicale Kamer voor de Handel in Veevoeders, Rijst en Peulvruchten” (“S.V.R.P.”) volgens de voor schriften van het Arbitraal Statuut, gesticht in de schoot van de S.V.R.P. Het huidig contract geldt als een overeenkomst tot arbitrage. De beide partijen doen afstand van alle andere rechterlijke middelen.
6
Intersentia