Notitie Concept
Contactpersoon Andrea Westphal-Dijkstra Datum 13 december 2012 Kenmerk N001-1210105ADS-V01
Bijlage 1: Projecttoelichting bij de omgevingsvergunningaanvraag – oprichten van een inrichting ten behoeve van de aanleg van een tijdelijk gronddepot. In deze notitie, behorende bij aanvraagnummer 662691, wordt het project zoals deze wordt aangevraagd door de provincie Overijssel nader toegelicht. Daar waar in de aanvraag een 0 is opgenomen, terwijl er een getal zou moeten staan, is dit nader toegelicht in deze projecttoelichting.
1 Initiatief Bij de realisatie van het project IJsseldelta-Zuid/Reevediep wordt de bestaande rietzone langs het Drontermeer ter hoogte van de Reevedam en de vaargeul/Reevediep verwijderd. In eerste instantie wordt in 2015 alleen voor de aansluiting van de Reevedam op het vaste land de rietkraag over een lengte van circa 100 meter verwijderd. In de uitvoeringsplanning wordt eind 2017 de C-kering doorgestoken waardoor een opening in de rietkraag wordt veroorzaakt van circa 250 meter breedte. Uiteindelijk verdwijnt, ook rekening houdend met verstoring door recreatie, 4,11 ha aan rietland als leefgebied voor de Grote Karekiet en Roerdomp. Om verlies aan rietland te voorkomen wordt in nieuw waterriet voorzien voordat het huidige areaal wordt aangetast. In totaal wordt circa 20 ha waterriet ten noorden van de Hanzelijn gerealiseerd, dat tevens een planologische bescherming krijgt en wordt opgenomen in de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. Gezien de benodigde ontwikkelingstijd is het van groot belang om op tijd met de aanleg van het rietmoeras ten noorden van de Hanzelijn te starten. De ontwikkeling van een nieuw rietmoeras langs het Drontermeer vormt een essentieel onderdeel van de integrale gebiedsontwikkeling IJsseldelta Zuid/Reevediep. Zonder het realiseren van een deel van het rietmoeras vooraf komt de realisatie van het project vanuit eisen in het kader van de natuurwetgeving in gevaar.
- versie 1 - Concept
1\!Ongel
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
Uitgangspunt voor het project IJsseldelta-Zuid Reevediep is het toepassen van een integraal natuurinclusief ontwerp. Dit betekent dat binnen het project is gestreefd naar het zo veel als mogelijk voorkomen van schade aan natuurwaarden en het optimaliseren van de natuurwinst die kan worden geboekt, in samenhang met de overige doelen van het project. Voordeel van deze werkwijze is dat schade aan bestaande natuurwaarden wordt geminimaliseerd, potenties voor nieuwe natuur worden benut en de noodzaak van wettelijke compensatie van natuurwaarden achteraf wordt voorkomen. Het rietmoeras ten noorden van de Hanzelijn (totaal circa 20 hectare) wordt primair aangelegd voor kwetsbare rietvogels, met name roerdomp en grote karekiet, en wordt daarnaast ook ingericht voor andere kenmerkende soorten, zoals waterspitsmuis en grote modderkruiper. Voor de rietvogels gelden twee hoofddoelstellingen: 1. Het bieden van alternatief leefgebied in verband met voorziene aantastingen van 4,11 hectare bestaand leefgebied in het project IJsseldelta Zuid Reevediep, door de aanleg van de Reevedam en de opening van de vaargeul in de Drontermeerdijk. Dit is een harde randvoorwaarde vanuit het beschermingsregime voor het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. De kwaliteit van het nieuwe leefgebied moet voldoende zijn, voordat de aantasting van bestaand gebied mogelijk is 2. Het realiseren van extra areaal rietland als invulling van de uitbreidingsdoelen voor de populaties rietvogels langs het Drontermeer De aanleg van het rietmoeras is opgedeeld in 2 fasen (fase 0 en fase 1). Waarbij de eerste fase, fase 0 een oppervlakte van 8 hectare ter vervanging van 4,11 hectare leefgebied betreft. De grond (in totaal circa 80.000 m3), die vrijkomt bij de realisatie van het rietmoeras fase 0 wordt gebruikt tijdens de realisatie van fase 1 van het project IJsseldelta-Zuid Reevediep. De grond zal worden toegepast in de nieuwe dijken. Om deze reden wordt de grond afgevoerd naar een tijdelijk depot op het perceel kadastraal bekend als Gemeente Kampen, sectie P, nummer 4916. De aanleg van het gronddepot zal plaatsvinden in de periode van november 2013 tot en met april 2014. De grond blijft hier liggen totdat de realisatie van het Reevediep fase 1 van start gaat. Naar verwachting zal met fase 1 in 2014 gestart worden en zullen de werkzaamheden tot eind 2016 duren. Als het project IJsseldelta-Zuid Reevediep fase 1 gereed is, is al de grond verwerkt en is het tijdelijke gronddepot opgeruimd. Een brief van de provincie met de motivatie van de tijdelijkheid is als bijlage bij de aanvraag opgenomen.
2 Aanvraag Voor de aanleg van het rietmoeras en de aanleg van het tijdelijke gronddepot vraagt de provincie Overijssel een omgevingsvergunning aan voor het: • oprichten van een inrichting (artikel 2.1 onder e van de Wabo)
2\!Ongel
- versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
• • •
2.1
bouwen van bouwwerken (artikel 2.1 onder a van de Wabo) werk of werkzaamheden uitvoeren (artikel 2.1 onder b van de Wabo) handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.1 onder c van de Wabo)
Besluit milieueffectrapportage
Het Besluit milieueffectrapportage 1994 beschrijft activiteiten en besluiten ten aanzien waarvan het maken van een milieueffectrapport verplicht is dan wel ten aanzien waarvan het bevoegd gezag moet beoordelen of er sprake is van een m.e.r.-plicht. De activiteit is niet genoemd in Bijlage C (m.e.r.-plicht) of Bijlage D (m.e.r.-beoordelingsplicht) van het Besluit milieueffectrapportage 1994.Er bestaat derhalve geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer.
2.2
Activiteitenbesluit
Het Activiteitenbesluit stelt algemene regels aan bedrijven. Het besluit verlaagt de administratieve lasten en is een samenvoeging van een 12 tal separate AMVB’s. In het Activiteitenbesluit is bepaald dat een beperkt aantal, in het Activiteitenbesluit genoemde activiteiten, ook van toepassing is op vergunningplichtige inrichtingen type C. Door vergunningplichtige inrichtingen type C moet voor deze activiteiten worden voldaan aan de regels zoals gesteld in het Activiteitenbesluit en de daarbij behorende ministeriële regeling. De voorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit zijn direct werkend en mogen dan ook niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. Ingevolge artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit moet voorafgaand aan het uitvoeren van deze activiteiten een melding bij het bevoegd gezag worden ingediend. De volgende activiteiten die worden aangevraagd, vallen onder de reikwijdte van het Activiteitenbesluit: - Het lozen van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening - Het opslaan en overslaan van goederen Onderhavige aanvraag dient tevens te worden beschouwd als een melding op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit.
2.3
Coördinatie met overige vergunningen
Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van Natura 2000-gebieden en gebieden die als beschermd natuurmonument zijn aangewezen. Dit geeft een extra bescherming aan bijzonder waardevolle en kwetsbare natuurgebieden. Het belangrijkste effect van de wet is dat er
- versie 1 - Concept
3\!Ongel
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
een vergunning nodig is voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor de beschermde natuur. Ook voor projecten buiten het Natura 2000-gebied of Beschermd Natuurmonument kan een vergunning nodig zijn wanneer de activiteit mogelijk van invloed is op de instandhoudingdoelstellingen van het gebied. Ten behoeve van het tijdelijke gronddepot is geen Nb-wetvergunning noodzakelijk. Flora en Faunawet De werkingssfeer van de Flora- en Faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond van de Flora- en Faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. In artikel 75 van de Flora en faunawet worden de ontheffingsmogelijkheden weergegeven. In principe zijn alle zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen die in Nederland voorkomen, beschermd. De aanvraag van een ontheffing en de toetsing aan de Flora- en Faunawet gebeurt niet in het kader van het bestemmingsplan, maar in de vergunningenfase van een initiatief. Ten behoeve van het tijdelijke gronddepot wordt een FF-ontheffing aangevraagd. Waterwet Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Met de Waterwet worden de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten gebundeld in één vergunning, te weten de Watervergunning. Voor het initiatief dient een watervergunning te worden aangevraagd voor o.a. het werken in of nabij een waterstaatswerk (gebruik maken van), wijzigen van het peil, oppervlaktewaterlichaam graven, water onttrekken en natuur ontwikkelen. Provinciale coördinatie Gebruik makend van de mogelijkheden die worden geboden door artikel 3.33 van de Wro, zal er voor het gehele project IJsseldelta-Zuid Reevdiep en zodoende ook voor het onderdeel rietmoeras fase 0 sprake zijn van Provinciale Coördinatie op alle te nemen besluiten met uitzondering van de twee bestemmingsplannen (dit laatste is wettelijk gezien niet toegestaan). De volgende overwegingen liggen ten grondslag aan het gebruik van de coördinatieregelingen: • Het coördinatiebesluit regelt met name de procedurele coördinatie, inhoudelijk blijft elk afzonderlijk bevoegd gezag verantwoordelijk voor de beoordeling van de aanvraag, de zienswijzen en het vaststellen van de te nemen (ontwerp)besluiten
4\!Ongel
- versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
• • •
Deze vorm van coördinatie stelt de betrokken bevoegde gezaginstanties beter in staat om ook de inhoud van de besluiten te coördineren Door de besluiten te coördineren wordt de inhoudelijke samenhang tussen de besluiten beter gewaarborgd omdat het optreden van voortschrijdend inzicht voor elk besluit gelijk zal zijn Het gebruik van een coördinatieregeling verschaft helderheid en duidelijkheid aan de burgers; de te genereren besluiten worden in één advertentie gepubliceerd en de rechtsgang is voor elk dossier gelijk (te weten het inbrengen van zienswijzen op het ontwerpbesluit en het indienen van een beroepsschrift bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State)
De provincie Overijssel, als initiatiefnemer gedurende de planfase, zal de organisatie van de coördinatie op zich nemen.
3 Beschrijving voornemen Het tijdelijke gronddepot ligt in de gemeente Kampen, sectie P, nummer 4916. De locatie van het tijdelijke gronddepot is aangegeven in onderstaand figuur. In het depot zal de grond, die vrijkomt vanuit de realisatie van fase 0 rietmoeras gelegd worden. In totaal zal dit circa 80.000 m3 grond betreffen. Het depot zal 4 hectare groot zijn met een hoogte van 2 meter.
Figuur 1 Situering van het gronddepot (de rode pijl geeft de locatie van het depot aan)
De kadastrale gegevens van de locatie zijn bij de aanvraag toegevoegd als bijlage 2. Tevens is een tekening van het ontwerp toegevoegd bij de aanvraag als bijlage 3.
- versie 1 - Concept
5\!Ongel
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
In hoofdlijnen bestaan de werkzaamheden ten behoeve van aanleg en gebruik van het depot uit de volgende fasen: 1. Voorbereidende werkzaamheden 2. Aanvoeren grond 3. Afvoeren van de grond Op dit moment wordt er nog een geluidsonderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek wordt op de specifieke werkzaamheden ingegaan. Zodra dit onderzoek bekend is, wordt dit aan het bevoegd gezag toegestuurd en aan de aanvraag toegevoegd.
4 Milieuaspecten In deze paragraaf wordt toegelicht wat de wijze van milieubelasting is. De voor het aan te leggen tijdelijke gronddepot relevante milieuaspecten worden behandeld.
4.1
Geluid
Door Tauw wordt een geluidsonderzoek uitgevoerd. Deze wordt zodra deze gereed is, toegevoegd aan de aanvraag en aan het bevoegd gezag toegestuurd. Naar verwachting zijn er geen belemmeringen vanuit het aspect geluid te verwachten.
4.2
Bodem
Door Tauw wordt een partijkeuring ter plaatse van het aan te leggen rietmoeras fase 0 uitgevoerd. Tevens wordt een bodemonderzoek ter plaatse van het tijdelijke depot uitgevoerd. Deze wordt zodra deze gereed is, toegevoegd aan de aanvraag en aan het bevoegd gezag toegestuurd. Als blijkt uit de AP04 keuringen dat het verontreinigde grond betreft, zullen er ter plaatse van de depotlokatie voorzieningen getroffen moeten worden om de bodem te beschermen. De inrichting zal voldoen aan de NRB. In onderstaande tabel is aangegeven met welke voorzieningen tot een verwaarloosbaar risico gekomen kan worden. Tabel 4.1 NRB Nr. Beschrijving
6\!Ongel
- versie 1 - Concept
Risicobeoordeling (stap 3 en 4) Advies
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
Nr. Beschrijving 1.
Risicobeoordeling (stap 3 en 4) Advies
Opslag en overslag van grond
Activiteit 1.4
Aandachtspunt
Verontreinigde en niet verontreinigde grond wordt
Opslag in putten en bassins
Geen
opgeslagen in een tijdelijk gronddepot.
Cvm nr: 2
Stoffen: Grond
Voorzieningen
Conclusie
Vloeistofdichte voorziening
Verwaarloosbaar
Maatregelen
bodemrisico
- periodiek inspectie én controle vloeistofdichte voorziening en; - visueel toezicht en; - algemene zorg.
4.3
Lucht
Door Tauw is een luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Hieruit is naar voren gekomen dat de optelsom van de achtergrondconcentratie en de bijdrage van het gronddepot voor NO2 niet leidt tot overschrijdingen van de grenswaarden voor de jaargemiddelde en uurgemiddelde concentraties in 2013. Voor PM10 worden de maximaal toegestane concentratie van 40 µg/m3 en de 24-uursgemiddelde grenswaarde niet overschreden. De verwachting is dat de ontwikkeling inpasbaar is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit op basis van artikel 5.16 lid 1a van de Wet luchtkwaliteit. Het afvoeren van de grond gebeurt in een later jaar. De totale concentraties, bestaande uit de achtergrondconcentraties en de bronbijdrage, zijn berekend voor 2014 en 2015 en zijn eveneens naar verwachting inpasbaar. De bijdrage van de werkzaamheden zal in latere jaren nagenoeg gelijk blijven, terwijl de achtergrondconcentraties afnemen. Daarom is de verwachting dat ook als een verder in de toekomst gelegen moment wordt gekozen voor de afvoer van de grond, de werkzaamheden inpasbaar zijn.
4.4
Water
Voor de aanleg van het tijdelijke gronddepot wordt een watervergunning bij het waterschap Groot Salland aangevraagd. Uit de partijkeuringen moet naar voren komen of de grond AW2000 grond betreft of niet. Vooralsnog gaan we ervan uit dat op het gronddepot zowel AW2000 als verontreinigde grond opgeslagen kan worden. Door het treffen van de juiste voorzieningen zal er geen belemmering voor het aspect water zijn. Het hemelwater zal geloosd worden op het oppervlaktewater. In de OLO-aanvraag is bij het aspect afvalwater bij de oppervlaktes meerdere keren 40.000 m2 genoemd. Dit omdat de verdeling tussen verontreinigde en niet verontreinigde grond nog niet bekend is. Het gehele tijdelijke gronddepot is 40.000 m2. In de tabel afvalwater is bij zowel niet
- versie 1 - Concept
7\!Ongel
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
verontreinigd hemelwater als bij verontreinigd hemelwater beide keren de maximale hoeveelheid opgenomen van 32.000 m3/jaar. Dit omdat we de verdeling nu niet weten, deze is pas na de uitkomst van de partijkeuringen bekend. Tevens is bij het aspect water brengen in een oppervlaktewaterlichaam bij de gegevens over de uitstroomvoorziening overal 0 neergezet. Als de partijkeuringen uitgevoerd zijn, is bekend wat voor kwaliteit grond het betreft en kan bepaald worden wat er nodig is aan voorzieningen.
4.5
Archeologie
Op de indicatieve archeologische waarden- en verwachtingskaart (IKAW) is de verwachte trefkans voor het gebied waar de ontwikkelingen plaatsvinden laag. Daarmee worden geen knelpunten voor het aspect archeologie verwacht.
4.6
Ecologie
Voor de aanleg van het tijdelijke gronddepot is geen sprake van effecten op instandhoudingsdoelen in het nabijgelegen Natura 2000-gebied Veluwerandmeren en ook niet van effecten op de EHS. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat: •
geen fysieke ingrepen in het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren plaatsvinden
•
geen aantasting van de waterkwaliteit in het Drontermeer plaatsvindt
•
vanaf de landzijde wordt gewerkt en het gebied tussen plangebiedsgrens en oeverzone langs het Drontermeer wordt gevrijwaard van materieel, mensen en andere verstorende zaken
•
de rijroute van de grond naar het tijdelijke gronddepot op 300 meter afstand van het Natura2000 gebied moet plaatsvinden.
Voor de werkzaamheden voor het tijdelijke gronddepot is een ontheffing nodig van de Floraen faunawet en dienen maatregelen te worden genomen voor de bescherming van aanwezige vissen. Hiervoor dient een werkprotocol te worden opgesteld. Op basis daarvan mag verwacht worden dat een ontheffng kan worden verkregen. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met broedvogels en dient een overtreding van verbodsbepalingen voor deze soortgroep te worden voorkomen.
4.7
Procestechnisch
Uit de partijkeuringen die nog uitgevoerd worden, moet naar voren komen of de grond AW2000 betreft of dat de grond verontreinigd is. Vooralsnog gaan we ervan uit dat beide soorten kwaliteiten (verontreinigd en niet-verontreinigd) opgeslagen kunnen worden (echter is de verdeling tussen de verschillende kwaliteiten nog niet bekend). De grond is afkomstig van de locatie waar het rietmoeras fase 0 wordt aangelegd (zie bijlage 3 van de onderhavige aanvraag). Middels AP04 keuringen wordt de kwaliteit van de af te voeren grond bepaald en middels een nulsituatiebodemonderzoek wordt de kwaliteit van de ontvangende grond bepaald. De nog aan te wijzen aannemer zal de grond van de locatie van het rietmoeras
8\!Ongel
- versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N001-1210105ADS-V01
fase 0 naar het tijdelijke gronddepot rijden. Het tijdelijke gronddepot zal afgeschermd worden voor onbevoegden door een hekwerk, zodat enkel de aannemer op het depot kan komen en grond kan storten. Gedurende de werktijden zal het hek openstaan, zodat de vrachtwagens af en aan kunnen rijden. De personen op de locatie zullen toezicht houden en zorg dragen dat onbevoegden geen grond kunnen storten. 3
In totaal wordt 80.000 m grond afgegraven en naar het tijdelijke gronddepot verplaatst. De aanleg van het gronddepot zal plaatsvinden in de periode van november 2013 tot en met april 2014. De grond blijft hier liggen totdat de realisatie van het Reevediep fase 1 van start gaat. De grond wordt namelijk verwerkt in fase 1 van het project. Naar verwachting zal met fase 1 in 2014 gestart worden en zullen de werkzaamheden tot eind 2016 duren. Als het project IJsseldelta-Zuid Reevediep fase 1 gereed is, is al de grond verwerkt en is het tijdelijke gronddepot opgeruimd. Om te borgen dat er geen andere grond, dan afkomstig van het rietmoeras fase 0, in het tijdelijke gronddepot komt te liggen, zal er een rittenregistratie door de aannemer bijgehouden worden.
5 Bijlagen Bij de aanvraag zijn de volgende bijlagen toegevoegd: -
Bijlage 1 Projecttoelichting Bijlage 2 Kadastrale gegevens Bijlage 3 Tekeningen
-
Bijlage 4 Ruimtelijke onderbouwing Bijlage 5 Functioneel programma van eisen (pm) Bijlage 6 Geluidsonderzoek (pm)
-
Bijlage 7 Luchtkwaliteitsonderzoek Bijlage 8 Partijkeuring (pm) Bijlage 9 Nulsituatiebodemonderzoek (pm)
-
Bijlage 10 Planning Bijlage 11 Machtigingsbrief Bijlage 12 Brief motivatie tijdelijkheid
- versie 1 - Concept
9\!Ongel