Bij vergiftiging, aarzel niet, bel gratis
070 245 245
Een arts beantwoordt uw vragen 24 uur op 24, 7 dagen op 7
Antigifcentrum
2
1. Waarom een Antigifcentrum? De moderne consument heeft een steeds groter wordend gamma van producten ter beschikking om zich te verzorgen, voor het onderhoud van huis, voor de bestrijding van ongedierte, om te klussen in huis... Regelmatig gebeuren er dan ook ongevallen. Vaak gaat het om kleine kinderen die nog alles in de mond steken en geen notie hebben van gevaar. In andere gevallen worden producten onzorgvuldig en zelfs verkeerd gebruikt, omdat men de eigenschappen ervan niet kent. Het Antigifcentrum is er om tegemoet te komen aan deze problemen: een ervaren team van artsen staat dag en nacht paraat met deskundig telefonisch advies bij vergiftiging. Het Centrum, opgericht in 1963, ontvangt de eerste oproep op 20 februari 1964. Het Antigifcentrum beantwoordt meer dan vijftigduizend noodoproepen per jaar, afkomstig uit heel België. Dit betekent een 150-tal oproepen per dag. 70.000 60.000
61.134 57.379 57.215 53.795
50.000
55.622
55.359 54.693
53.816 52.206
51.325
51.692 51.436 52.601
53.570
48.706 49.211 43.974
40.000
39.238
33.091
30.000
34.314
28.907
20.000
21.739 18.848
20.105
14.104
10.000
11.672 9.246 6.615
0
3.960 964
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
1978
1976
1974
1972
1970
1968
1966
1964
3
Het Antigifcentrum is een stichting van openbaar nut, werkzaam in het kader van de dringende medische hulpverlening. Het Centrum is onder de voogdij van de minister van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Het Antigifcentrum vervult volgende opdrachten: • Verlenen van telefonisch medisch advies bij vergiftigingen, zowel aan het publiek als aan de gezondheidswerkers (artsen, apothekers, verplegers, hulpdiensten) en dierenartsen. • Geven van informatie en preventief advies voor het veilig gebruik van producten. • Beheren van een beperkte stock zeldzame of dure antidota, die niet op de Belgische markt verkrijgbaar zijn. • Strikt vertrouwelijk behandelen en bewaren van de samenstellingen van gevaarlijke preparaten, cosmetica, landbouwpesticiden en biociden, neergelegd bij het Antigifcentrum (zoals voorzien in de wet). • Samenstellen en onderhouden van een uitgebreide databank met documentatie over giftige stoffen. • Opsporen van situaties waar een risico bestaat voor de gezondheid en voorstellen van maatregelen om ze onder controle te houden (toxicovigilantie). • Organiseren van preventie- en informatiecampagnes voor gezondheidswerkers en publiek.
4
2. Hoe werkt het Antigifcentrum? De permanentie Het Antigifcentrum is een telefonische permanentiedienst. Een team van 13 artsen verzekert de urgentielijn, dag en nacht, zeven dagen op zeven. De artsen verlenen deskundige informatie en medisch advies in verband met vergiftigingen. De meeste oproepen gebeuren in het Frans of het Nederlands, een kleine minderheid in het Duits of het Engels.
Wie belt het Antigifcentrum? Het Antigifcentrum beantwoordt oproepen afkomstig van heel het Belgisch grondgebied. Iedereen mag bellen: zowel het algemene publiek als gezondheidswerkers (artsen, apothekers, verplegenden...) en dierenartsen. 18% artsen 5% andere
6% paramedici
71% publiek
5
In het Groot Hertogdom Luxemburg is geen Antigifcentrum. Luxemburgse geneesheren en apothekers kunnen beroep doen op het Centrum van België.
Het verloop van een oproep Bij een aanvraag om informatie kan de arts aan de telefoon vaak onmiddellijk antwoorden. Sommige vragen vereisen echter wat opzoekwerk. De arts zal de beller vragen om even aan de lijn te blijven terwijl de informatie opgezocht wordt. In zeldzame gevallen vergt de vraag langdurig opzoekwerk. De arts zal dan het nummer van de beller noteren en op een later tijdstip terugbellen. Wanneer er een blootstelling aan een product geweest is, stelt de arts een aantal vragen om zich een idee te vormen van de ernst van de situatie (zie kader op pag. 7). De arts aan de telefoon adviseert welke behandeling het meest aangewezen is. Naargelang de ernst van de situatie kan de arts een eenvoudige behandeling thuis voorstellen, de tussenkomst van een huisarts aanraden of het slachtoffer verwijzen naar een spoedgevallendienst. De arts van het Antigifcentrum vult voor elke oproep een fiche in. Hij of zij noteert het telefoonnummer van de oproeper en eventueel de naam. Wie anoniem wil blijven, kan dat. Verder worden de oorzaak van de vergiftiging, de leeftijd van het slachtoffer en de symptomen genoteerd. Al deze gegevens zijn beschermd door het beroepsgeheim.
6
Bij blootstelling aan een product zal de arts die u te woord staat, onder meer volgende gegevens vragen: • Leeftijd en gewicht van het slachtoffer. • De naam van het product dat het ongeval veroorzaakte. Houd de verpakking, de bijsluiter of andere nuttige informatie bij de hand. • De hoeveelheid van het product (aantal tabletten, soeplepels, theelepels...), de duur van de blootstelling (inademing van een gas, huidcontact...) • De omstandigheden (ongeval, zelfmoordpoging...). • De toestand van het slachtoffer. Welke klachten of symptomen zijn er? • Het is moeilijk een plant, een bes of een paddenstoel te beschrijven en te benoemen over de telefoon. Het is mogelijk dat de arts u aan de telefoon vraagt om contact op te nemen met een specialist.
Waarom belt men het Antigifcentrum? Vier op vijf oproepen gebeuren naar aanleiding van een blootstelling aan een of ander product. Meestal gaat het om ongevallen. In minder dan één op vijf gevallen gaat het om een vrijwillige blootstelling, een zelfmoordpoging of heel zelden een drugsprobleem. Eén op vijf oproepen is een vraag om informatie, vaak over het risico dat het gebruik van bepaalde producten inhoudt.
7
10% zelfmoord 10% onbepaald
1% toxicomanie & andere
79% ongevallen
Voor welke producten belt men het Antigifcentrum? Het aantal ongevallen met een bepaald product hangt vooral af van de verspreiding van dit product onder het publiek. Gelukkig zijn de meest voorkomende ongevallen niet noodzakelijk de meest ernstige. Het vaakst gaat het om ongevallen met geneesmiddelen; op de tweede plaats komen 4% cosmetica 4% planten/paddestoelen
2% dieren 4% fytosanitaire prod. 5% voedsel
7% andere 30% huishoudproducten
44% geneesmiddelen
8
de huishoudelijke producten. Beide categorieën samen zijn verantwoordelijk voor meer dan 70% van de ongevallen. Overige categorieën zijn in dalend belang: land- en tuinbouwproducten, planten en paddenstoelen, schoonheids- en verzorgingsproducten (cosmetica), voedingsmiddelen...
Wie zijn de slachtoffers? Meer dan de helft van de slachtoffers zijn kinderen van 1 tot 4 jaar. Op deze leeftijd gaan kinderen op ontdekking in de wereld. Zij willen alles aanraken en steken alles wat ze tegenkomen in de mond. De meeste ongevallen gebeuren thuis, tijdens het gebruik van een product. 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 Volwassenen
Kinderen
1 - 4 jaar
5 - 9 jaar
10 - 14 jaar
Antidota Bij ernstige vergiftigingen worden eerst maatregelen genomen om de opname van het gif door het lichaam te beperken. De vervolgbehandeling bestaat meestal uit de bestrijding van de optredende symptomen. In uit-
9
zonderlijke gevallen zijn antidota (tegengiffen) aangewezen. Het Antigifcentrum houdt een beperkte voorraad in stock van zeldzame of dure antidota. Deze antidota worden op medisch voorschrift ter beschikking gesteld voor de dringende behandeling van gehospitaliseerde patiënten. Een aantal ziekenhuisapotheken, verspreid over gans België, stellen eveneens antidota ter beschikking. Zij brengen het Antigifcentrum regelmatig op de hoogte van hun voorraad. Zodoende kunnen de artsen van het Antigifcentrum de behandelende arts verwijzen naar het dichtstbijgelegen ziekenhuis voor het aanschaffen van een antidotum.
Informatie op het internet
Naast telefonisch advies verspreidt het Antigifcentrum ook informatie over het internet. Op de website www.antigifcentrum.be staat informatie over de meest voorkomende problemen waarvoor men het Antigifcentrum telefonisch contacteert. U vindt hier ook uitleg over het veilig gebruik van producten en over hun etikettering.
10
Een deel van de website bevat informatie bestemd voor gezondheidswerkers (artsen, apothekers, verplegenden....) en dierenartsen. Producenten vinden op de website instructies over hoe zij de samenstelling van hun producten best doorgeven aan het Antigifcentrum. De website krijgt dagelijks een duizendtal bezoekers. Vragen die niet dringend zijn, kunnen via e-mail gesteld worden aan de artsen van de permanentie. Voor dringend advies, na de blootstelling aan een product, dient men telefonisch contact op te nemen. De arts aan de telefoon kan voor elk individueel geval het risico evalueren en een aangepast advies formuleren.
Publicaties en dvd Het Antigifcentrum heeft informatiemateriaal ter beschikking voor het algemeen publiek: brochures over planten, giftige paddenstoelen, vergiftiging door koolstofmonoxide... alsook posters, zelfklevers en een dvd. Een volledig overzicht van deze publicaties is te vinden op de website. Publicaties kunnen ook aangevraagd worden per brief, telefoon, fax of e-mail. De contactgegevens vindt u achteraan in deze brochure.
11
3. Informatie en documentatie De artsen van het Antigifcentrum kunnen hun werk slechts naar behoren uitvoeren als zij snel en gemakkelijk toegang hebben tot informatie over de samenstelling van commerciële producten en over de risico’s verbonden met de afzonderlijke componenten ervan. Bij een oproep vormt de merknaam in meer dan acht gevallen op tien het uitgangspunt van de opzoeking.
Commerciële gegevens Het etiket van een product is vaak een waardevolle bron van informatie. Het bevat ondermeer volgende gegevens: Gevarenpictogrammen bestaan uit een zwarte tekening in een oranje rechthoek en geven een indicatie van het gevaar. De gevarensymbolen worden vergezeld door een gevaarsaanduiding, een woord en/of letter die aanduidt waaruit het gevaar bestaat (zie kader op pag. 13). Waarschuwingszinnen (Risicozinnen of R-zinnen) geven meer uitleg over de specifieke risico’s van een product. Veiligheidszinnen (Safety-zinnen of S-zinnen) geven aan welke preventieve maatregelen men moet nemen om zich te beschermen tegen een specifiek gevaar.
12
Gevarensymbolen Specifieke vermelding
Verklaring van symbool
Beschrijving van de gevaren
E Ontplofbaar
Detonerende bom
Deze stoffen kunnen tot een zeer snelle verbranding komen afhankelijk van de eigenschappen van de stof zelf, contact met andere stoffen (reacties), de temperatuur (warmtebron), schokken, wrijving, ...
O Oxiderend
Vlam boven cirkel
Deze stoffen kunnen, doordat ze veel zuurstof bevatten, de verbranding van andere stoffen in hoge mate bevorderen, bv. javeltabletten.
F+ Zeer licht ontvlambaar
Vlam
Zeer licht ontvlambare stoffen kunnen zeer makkelijk door een ontstekingsbron (vlam, vonk) tot ontbranding worden gebracht, zelfs beneden 0°C., bv. ether.
F Licht ontvlambaar
Vlam
Licht ontvlambare stoffen ontbranden in aanwezigheid van een vlam, een warmtebron (heet oppervlak) of een vonk, bv. aceton.
T+ en T Zeer giftig Giftig
Doodshoofd
Zeer giftige en giftige stoffen kunnen bij inademing, inslikken of opname via de huid, reeds bij zeer kleine hoeveelheden gevaar voor de gezondheid opleveren of zelfs de dood veroorzaken, bv. T+ : parathion - T : methanol.
Xn Schadelijk
Sint-Andrieskruis
Schadelijke stoffen kunnen bij inademing, inslikken of via de huid, gevaar voor de gezondheid opleveren, bv. trichloorethyleen.
C Corrosief
Proefbuisje waaruit bijtend product druppelt op oppervlak en hand
Corrosieve stoffen kunnen ernstige schade toebrengen aan levende weefsels en tasten ook andere materialen aan. Water en vocht kunnen dit effect verergeren. Bijtende stoffen kunnen ernstige brandwonden van huid en/of slijmvliezen veroorzaken, bv. natriumhydroxide.
Xi Irriterend
Sint-Andrieskruis
Herhaald contact met irriterende stoffen kan leiden tot ontstekingsreacties van huid en slijmvliezen, bv. bleekwater.
N Milieugevaarlijk
Boom met vis
Deze stoffen zijn zeer giftig voor de fauna en voor in het water levende organismen. Ze kunnen ook de ozonlaag aantasten, bv. actieve stoffen in pesticiden.
13
Samenstelling van gevaarlijke preparaten De wet voorziet dat de samenstellingen van gevaarlijke preparaten, van cosmetica, van landbouwpesticiden en biociden worden neergelegd bij het Antigifcentrum. De samenstelling van een product is immers onmisbaar voor een correcte evaluatie van een vergiftiging. Ook de veiligheidsfiches van nieuwe substanties die een risico kunnen vormen voor de volksgezondheid en die de eerste keer op de Belgische markt komen, moeten doorgegeven worden aan het Antigifcentrum. Producenten kunnen de gegevens over de samenstelling van hun producten via de website doorgeven aan het Antigifcentrum. Deze samenstellingen worden geïndexeerd en opgeslagen in een databank. Zij worden strikt vertrouwelijk behandeld en bewaard. Voor elke oproep kan deze databank door de permanentiearts geraadpleegd worden. Betreft de oproep een onbekend product, dan wordt onmiddellijk contact genomen met de fabrikant.
Wetenschappelijke gegevens Databanken Het Antigifcentrum beschikt over verschillende toxicologische databanken. De gegevens hierin worden driemaandelijks bijgewerkt. De artsen hebben hierdoor steeds toegang tot de meest recente toxicologische gegevens en kunnen deze tijdens de oproep raadplegen.
Wetenschappelijke publicaties Wetenschappelijke artikels uit de internationale medische literatuur worden geselecteerd, geïndexeerd en met trefwoorden in een databank opgeslagen. Ook deze informatie kan geraadpleegd worden tijdens de oproep. Daarnaast beschikt het centrum over een belangrijke verzameling naslagwerken, eveneens toegankelijk tijdens de oproep.
14
Opvolging vergiftigingen Wanneer voor nieuwe producten weinig wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn, zal het Antigifcentrum achteraf de behandelende arts aanschrijven voor een gedetailleerd verslag van het verloop van de vergiftiging. Deze verslagen worden samengevat en gegroepeerd en kunnen helpen bij de evaluatie van een volgende blootstelling.
15
4. Project koolstofmonoxide Een van de opdrachten van het Antigifcentrum is het opvolgen van de CO-intoxicaties in België. Het is tevens de bedoeling van dit project om zoveel mogelijk mensen op de gevaren van CO te wijzen en zo vergiftigingen te helpen voorkomen.
Register In samenwerking met de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid maakt het Antigifcentrum sinds 1995 jaarlijks een overzicht van de hospitalisatie- en sterftegevallen door CO-vergiftigingen in België. Het verslag van dit federaal register der CO-intoxicaties wordt gepubliceerd op de website. Het kan ook telefonisch aangevraagd worden.
Brochure “Wel thuis: CO-vergiftiging voorkomen” Deze preventiebrochure vertelt op een concrete manier welke elementaire maatregelen men kan nemen om de risico’s op vergiftiging zo efficiënt mogelijk te bestrijden. Ook wordt besproken hoe koolstofmonoxide op het lichaam inwerkt, wat de symptomen van een CO-vergiftiging zijn en hoe een ongeval wordt veroorzaakt. De brochure in pdf-formaat kan gedownload worden van de website of aangevraagd worden in het Centrum (zie verder).
Andere activiteiten Punctueel voert het Antigifcentrum studies en preventieve campagnes uit in samenwerking met andere organisaties en de overheid.
16
5. Farmacovigilantie Het Antigifcentrum ontvangt ook oproepen voor nevenwerkingen na de inname van een geneesmiddel. Het gaat hier om gevallen waar symptomen optreden na inname van normaal voorgeschreven dosissen. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten wordt maandelijks op de hoogte gesteld van de nevenwerkingen die op het Antigifcentrum gemeld worden en jaarlijks wordt hierover een rapport overgemaakt.
17
Tips om vergiftiging te voorkomen • Voorzie een bergplaats voor geneesmiddelen en huishoudelijke producten buiten het bereik van kinderen. • Zorg ervoor dat de kinderen op een veilige afstand zijn, wanneer u met gevaarlijke producten werkt (ontstoppers, solventen, ...): de meeste ongevallen gebeuren thuis, tijdens het gebruik. • Bewaar producten in hun originele verpakking, giet ze nooit over in drankflessen. • Lees aandachtig het etiket en de gebruiksaanwijzing voor u een product gaat gebruiken. • Zorg voor voldoende verluchting wanneer u gaat werken met een vluchtig product (white spirit, aceton, ...). • Noteer de naam van de planten in uw huis en tuin. Kies bij voorkeur onschadelijke soorten. • Koolstofmonoxide blijft in België de eerste oorzaak van dodelijke vergiftigingen: – voorzie in het regelmatig onderhoud van verwarmings- en warmwatertoestellen; – zorg voor goed verluchte ruimtes; – laat de schoorsteen regelmatig controleren.
Eerste hulp moet goede hulp zijn • Dien geen melk toe: melk is geen tegengif! • Laat niet braken! Braken is vaak tegenaangewezen. Vraag eerst advies aan uw arts of het Antigifcentrum. • Spoel overvloedig met zuiver water bij spatten van een gevaarlijke stof in de ogen of op de huid.
18
19
09-2008 Vormgeving BZB’s [bizie bies] - Dilbeek
Antigifcentrum 070 245 245 Hospitaal Centrum van de Basis Koningin Astrid Bruynstraat 1, 1120 Brussel Tel. 02 264 96 36 Fax 02 264 96 46 E-mail:
[email protected] Website: www.poisoncentre.be