Drankenkennis 2
Biertypen Het is niet zo eenvoudig om een indeling te maken van de vele biersoorten die er op de markt zijn of nog gaan verschijnen. Heel veel landen hebben hun tradities en specialiteiten op biergebied. Bier kan onder andere naar de wijze van vergisting, alcoholpercentage, herkomst, kleur, smaak en gebruikte grondstoffen worden ingedeeld. De sterkte en zwaarte van bier
Heeft men het over de sterkte van het bier, dan wordt er het alcoholpercentage mee bedoeld. De zwaarte van het bier wordt uitgedrukt in het stamwortgehalte. De sterkte van bier De sterkte van bier wordt uitgedrukt in volumeprocenten of in gewichtsprocenten. 5 volumeprocent wil zeggen dat er per 100 centiliter bier (één liter) 5 centiliter alcohol in zit. 5 gewichtsprocent wil zeggen dat er per 100 gram bier 5 gram alcohol in zit. 5 gewichtsprocent betekent meer alcohol dan 5 volumeprocent. Dat komt doordat het soortelijke gewicht van alcohol kleiner is dan van water. Als vuistregel kan worden aangenomen dat 1 volumeprocent overeenkomt met 0,8 gewichtsprocent. Of het alcoholpercentage in volume- of gewichtsprocenten op het etiket aangegeven moet worden, is per land verschillend. In Nederland moet het alcoholpercentage in volumeprocenten worden opgegeven. De zwaarte van bier Heeft men het over de zwaarte van het bier dan wordt het stamwortgehalte of de dichtheid van bier bedoeld. Het stamwortgehalte is het extractgehalte van de onvergiste wort. Het wordt uitgedrukt in procenten, ook wel graden Plato genoemd. In sommige landen wil men het ook wel graden Balling noemen. Dat komt op hetzelfde neer. Een bier met een hoog stamwortgehalte is een bier met een hoog percentage opgeloste suikers ofwel een zwaar bier. In Nederland mag het stamwortgehalte niet op het etiket vermeld worden. Hiervoor is een categoriestelsel opgesteld. Categorie III
Stamwortgehalte 1– 7
II
7 – 11
I
11 – 15.5
S
15.5 en hoger
Laaggegiste biertypen
Laaggistende biertypen gisten bij een temperatuur onder de 10G Celsius. Hier worden een aantal soorten beschreven.
Pilsener Pilsener heeft niet zo’n lange traditie, maar is momenteel de meest gedronken soort ter wereld. De ontdekking van de ondergisting werd gedaan in Duitsland. Met deze techniek werd in Bohemen, in het huidige Tsjechië, in 1842 een nieuw bier geboren. En wel in het plaatsje Pilzen. Dit nieuwe bier was een lichtgekleurd bier met een sterke hopsmaak. Via Duitsland kwam dit type naar Nederland. In 1870 begon een brouwerij bij Nijmegen als eerste in Nederland dit bier te brouwen volgens de Duitse methode. Later kreeg dit bier de naam pilsener mee van het plaatsje Pilzen. Langzaam is het karakter van het oorspronkelijke pils verdwenen. Nu is pilsener in de meeste landen een lichtgekleurd bier, helder gefiltreerd en met een zachte, licht bittere smaak. Nederlandse pilseners Bijna alle Nederlandse brouwerijen brouwen als hoofdproduct pils. Qua smaak doen ze bijna niet voor elkaar onder, ze lijken allemaal op elkaar. Hierbij moet wel aangetekend worden dat elke brouwerij zijn eigen receptuur heeft. De Christoffel pils, Brand’s up en de Gulpener X-pert zijn pilseners die het oorspronkelijke pilsener het meest benaderen omdat ze meer bitterstoffen bevatten. Daarnaast is de Christoffel pils niet gefiltreerd. Ook brouwen veel brouwerijen een wat zwaarder pilsener. Dit bier bevat 6% tot 6,5% alcohol en wordt vaak ‘speciaal’, ‘super’ of ‘royal’ genoemd. Deze bieren zijn vaak wat zoeter en voller van smaak. fabrieksgueuzes. Deze worden in een kortere tijd gebrouwen dan de traditionele Gueuzes en worden flink aangezoet. Voor deze Gueuzes wordt ook wel gepasteuriseerde Lambiek gebruikt. Die wordt met een kroonkurk afgesloten waardoor deze niet verder rijpt. De Kleur is van lichtgeel tot donkergeel. De geur is zurig en de smaak is van licht- tot zeer zuur en soms onderdrukt door nazoeting. Bijna alle Gueuzes zijn blond van kleur en hebben 5% alcohol. Vruchtenbier Vruchtenbieren zijn Gueuzes waaraan tijdens het brouwen of tijdens het afvullen vruchten worden toegevoegd. Men onderscheidt op dit moment: – Kriekenbier, Gueuze waaraan kersen worden toegevoegd. Bij de traditionele Gueuze in het brouwhuis gebeurt dit tijdens het koken en bij de commerciële Gueuze tijdens het afvullen door middel van geconcentreerd kersensap. – Framboos of Framboise, Gueuze waaraan tijdens het afvullen frambozensap wordt toegevoegd. – Cassis, hieraan is bosbessensap toegevoegd. – Pêche, met perzikensap. – Bananenbier. Faro
1
Drankenkennis 2
Lager Lager is een verzamelnaam van allerlei lichtgekleurde, soms zwak alcoholische bieren. De naam is afgeleid van het Duitse lagern hetgeen “opslaan, bewaren” betekent. Men komt lager veel in de Engels-talige wereld tegen; het is daar de naam voor alle ondergistende bieren. Het is dus een algemene term, hoewel de meerderheid van de lagers een zeer vrije interpretatie is van het pilsener type. De meeste lagerbieren bevatten hoogstens 4% alcohol.
centage van boven de 12%. De Nederlandse versie van bokbier vindt z’n traditie in de nieuwe oogst. Als de brouwer na de zomerrust weer begon te brouwen, nam hij de nieuwe oogst en brouwde een extra zwaar bier. Dit werd bokbier genoemd, waarschijnlijk vanwege z’n koppigheid. Tegenwoordig is het bokbier in Nederland nog steeds een seizoenbier dat vanaf oktober tot januari geschonken wordt. Het is een donker tot robijnrood gekleurd bier met meestal een alcoholpercentage van 6,5%. Het heeft een stevige moutsmaak en een zoete, zacht bittere smaak.
Dortmunder Dortmunder bier is ontstaan in de bierstad Dortmund. Toen was het een goudgeel bier met relatief veel koolzuur, gebrouwen uit relatief hard water, dat het bier een eigen specifieke smaak gaf. Tegenwoordig is het bijna niet van pilsener te onderscheiden. Het bier van nu heeft een iets hoger stamwortgehalte en is iets zwaarder dan pils. Verder wordt Dortmunder iets minder gehopt. Gulpen en Alfa maken nog een zwaar en donkergekleurd type Dortmunder, respectievelijk 6,5% à 7% alcohol. De kleur is geel tot zeer donker geel en geelbruin. De geur is moutig tot zeer moutig, licht koppig. De smaak is vol moutig, licht zoet, met een zachte hopsmaak. Münchener Münchenerbier ontstond in München tegelijkertijd met het pilsener. Toen was het een donker bier met een volle moutsmaak. Tegenwoordig is het Münchener een lichtgekleurd bier neigend naar pils. Sommige brouwerijen brengen dit donkere Münchener voor de export nog op de markt. De Kleur van Münchener is lichtgeel tot bruin. De geur is moutig. De smaak is moutig tot tamelijk zoet en weinig hopsmaak. Märzen Dit type bier treft men in de Duitstalige landen nog veel aan. Het dankt zijn naam aan de maand maart, März in het Duits. In de maand maart werd vroeger een extra sterk bier gebrouwen, dat goed bestand was tegen zomerse temperaturen. Het bier is zoeter van smaak en donkerder van kleur dan pilsener. Bokbier Bockbier is een sterk bier dat oorspronkelijk uit Einbeck komt. Via de hertog van Brunswijk werd het naar München gehaald, alwaar de naam Einbecker in Beckbier en nog later in Bockbier veranderde. De naam staat voor een sterk bier met een stamwortgehalte van 16G Plato en gebrouwen met gebrande mout. Er was een klooster in Beieren dat er een wat sterkere versie van maakte: de Salvator. Nu noemt men al deze bieren de Doppelbocks: Maximator, Delicator, Triumphator, Optimator, Primator en Animator. Ook kende men de Triplebock of de Eisbock. Door middel van diepkoelen in pekelwater werd het water in het bier bevroren, zodat het alcoholgehalte steeg. Tegenwoordig doet men dat door vriesdrogen. Zo krijgt men een zeer sterk bier met een alcohol per-
2
Andere landen en hun pilseners In de meeste landen waaronder ook België zijn de pilseners te vergelijken met het Nederlandse pilsener. Behalve in Oostenrijk, waar de pilsener meer op de Duitse pilsener lijkt. In Tsjechië en Slowakije wordt nog de oorspronkelijke pilsener gebrouwen, onder andere het Pilsner Urquell. Oud bruin Dit biertype is een typisch Nederlands type. De naam oud slaat op de bovengistende brouwmethode die vroeger werd gebruikt. Tegenwoordig is het een ondergistend bier. Bruin slaat uiteraard op de kleur mede ontstaan door het gebruik van donkere mout. Het bier wordt nagezoet, meestal met karamel. Light bier Light bier is een speciaal gebrouwen bier met een lager alcoholpercentage van zo’n 3,5%. Bekend is de Amstel light. Alcoholarm/alcoholvrij bier Deze bieren zijn nu zo’n 25 jaar op de markt. Eén van de eerste merken was Birell uit Zwitserland. Sinds 1989 is het alcoholvrij-/arm bier in Nederland aan een echte opmars begonnen, mede veroorzaakt door alle anti-alcohol campagnes. Bekend op dit moment zijn onder andere Bavaria Malt, Amstel Malt, Grolsch Special Malt en Dommelsch Malt.
Drankenkennis 2
8.5.3 Hooggegiste biertypen
Hooggistende bieren hebben als kenmerk dat ze allen boven de 10G Celsius vergisten. Het gebruik van andere gistsoorten zorgt mede voor een andere smaak aan het eindproduct. Hierna wordt iets over enkele soorten hooggegiste biertypen verteld. Trappistenbier Ora et labora, ofwel ‘bid en werk’ is de leefregel van de Italiaanse monnik Benedictus. Deze leefregel wordt behalve door de orde van de Benedictijnen ook door de Cisterciënsers-trappisten nageleefd. De monniken moeten volledig in hun eigen levensonderhoud voorzien en daar hoort brouwen ook bij. Reeds in 600 na Chr. is er sprake van kloosterbrouwerijen. Maar van trappistenbrouwerijen spreekt men pas sinds begin 1800. Er zijn momenteel nog zes trappistenbrouwerijen. Vijf in België: Westmalle, Chimay, Orval, Rochefort en Westvleteren. Eén in Nederland: brouwerij De Schaapskooi in Berkel-Enschot bij Tilburg. Behalve Orval brouwen ze allemaal dezelfde typen bieren, maar ieder met een geheel eigen smaak. De typen bier die de Trappisten brouwen zijn de Enkel, de Dubbel en de Tripel. Deze benamingen hangen af van de hoeveelheid en de soort mout die gebruikt wordt. Voor eigen gebruik in het klooster brouwen sommige kloosters nog de Enkel, een lichtgekleurd bier van 4% alcohol. Voor de verkoop brouwen de kloosters de Dubbel, een donker bier met een alcoholpercentage van 6,5% tot 7% en de Tripel, een blond tot ambergekleurd bier van 8% tot 9% alcohol. Brouwerij de Schaapskooi brengt tegenwoordig zelfs een Quadrupel op de markt La Trappe Quadrupel, met een alcoholpercentage van 10%. Alle bieren, behalve Orval, hebben nagisting op fles.
Abdijbier of Kloosterbier Kloosters die gebrouwen hebben in het verleden, maar door omstandigheden dit niet meer doen, hebben vaak hun naam verkocht of geschonken aan een andere brouwerij, een zogeheten lekenbrouwerij. Deze commerciële brouwerijen maken dezelfde soort bieren als de Trappisten, maar ze mogen geen Trappist genoemd worden, omdat de naam Trappist beschermd is. Enkele voorbeelden van abdij- of kloosterbieren zijn: Abdij van Leffe, Abdij van Maredsous, Abdij van Afflichem, Abdij van Steenbrugge, Abdij van Grimbergen en St. Sixtus. Naar het voorbeeld van de Trappisten worden er veel Tripels en Dubbels gebrouwen door diverse brouwerijen. De ene brouwerij noemt deze bieren naar het geestelijk leven zoals Pater, Kappitel, Agnus, Pater Noster, Benedict en Witkap Pater. De anderen gewoon naar het type zoals: Hertog Jan Dubbel, Tripel en Triple Moine. Zowel de Abdijbieren als de andere Dubbels en Tripels doen niet onder voor de Trappistenbieren. Belgisch speciaal Onder Belgisch speciaal verstaan we die bieren die moeilijk door hun naamgeving in een categorie onder te brengen zijn. Enkele voorbeelden zijn: Cuvée de l’Ermitage, Brigand, Duvel, Pauwel Kwak, Verboden Vrucht, Gouden Carolus, Gauloise, Saison Regal en Hoegaarden Grand Cru om er maar eens een paar te noemen. Vaak is het Belgisch speciaal afgeleid van de Dubbels, Tripels en nog sterkere bieren. Amberkleurigen Amberkleurigen zijn bieren die de laatste jaren nogal een opmars gemaakt hebben. Het zijn eigenlijk de oudst bekende bovengistende bieren. Ze zijn lichtbruin tot koperkleurig en bevatten 5% alcohol. Ze zijn nauw verwant aan het Duitse Alt en de Engelse Ale’s. Uitermate geschikt als alternatief voor het ondergistende pils. Enkele voorbeelden: België: De Koninck, Palm, Vieux Temps en speciale Aerts. Nederland: Grolsch amber en Kylian. Seizoenbieren De jaargetijden hebben de brouwers altijd geïnspireerd in het maken van biersoorten. Vaak ook noodge-
3
Drankenkennis 2
dwongen. Zo kon er voor de uitvinding van de koelmachine in de warme zomermaanden niet gebrouwen worden. Men brouwde, om de zomer te doorstaan, een zwaarder bier, het zogenaamde Meibock, een lichtgekleurd bier van 7% alcohol en na de zomer het Bockbier, van oorsprong altijd bovengistend. Dan had men vaak een Lentebier of Paasbier en een Winterbier of Kerstbier. Vooral deze laatste bieren waren zeer zwaar en werden vroeger vaak warm gedronken.
Tarwebier Tarwebier wordt ook wel witbier genoemd en is gebrouwen van gerstemout en tarwemout. Het zijn goudgele tot geelbruine bieren, soms troebel, die zurig ruiken naar tarwe. Tarwebier heeft ook vaak een gistaroma. De smaak varieert van ietwat zuur tot behoorlijk zuur met gistsmaak. Men onderscheidt eigenlijk drie soorten tarwebier op grond van het land van oorsprong. In Duitsland en in België wordt al geruime tijd tarwebier gemaakt. In Nederland zien we de laatste jaren dat ook deze bieren in beide vormen weer gebrouwen worden. Het Duitse tarwebier, Weizenbier, vindt z’n oorsprong in Beieren. Sinds een tiental jaren kent het bier een enorme populariteit, vooral in Beieren, maar ook door heel Duitsland. Het Duitse tarwebier wordt gemaakt van 50% tarwemout en 50% gerstemout. Het zijn frisse bieren van 5% alcohol met nagisting op fles, categorie S. Alle Weizenbieren bevatten veel koolzuur. Men schenkt ze in speciale glazen, met op verzoek van de gast een schijf citroen erbij. Een modeverschijnsel, waar veel bierkenners het nut niet van inzien. Er is naast het Weizenbier nog een speciaal soort, namelijk Weissebier. Het is een zwakker en dunnere soort, stamwort, hooguit 8G Plato. Belangrijkste weissbier is de Berliner Weisse. Dit is echt een apart bier. Het wordt namelijk met melkzuur-nagisting op fles gemaakt. Het bier is behoorlijk zuur, waardoor het bijna niet puur te drinken is. Het wordt dan ook geserveerd met groene waldmeistersiroop, waldmeister is lievevrouwebed-
4
stro, of met frambozensiroop. Het bier is, zonder toevoeging, licht van kleur en het alcohol percentage is 2,7%. Het Belgisch witbier is de laatste tien jaren weer teruggekomen. Het dankt z’n populariteit aan brouwer Célis, die dit bier weer herintroduceerde in z’n brouwerij te Hoegaarden. Dit is een bleek, troebel bier, gebrouwen met tarwe- en gerstemout, soms met haver, niet gefiltreerd. Het verschil met de Duitse tarwebieren zit in het gebruik van kruiden. De aparte smaak van Belgisch witbier wordt verkregen door toevoeging van koriander en sinaasappelschillen. Het alcoholpercentage is 5%. Bekend zijn Hoegaardens witbier, Dentergems witbier, Brugs tarwebier en Steendonk. In Nederland zijn er op het gebied van wit/tarwebieren: Arcener tarwe, Witte Raaf, het Valkenburgs wit van de Leeuw. Alt Alt is een traditioneel overgebleven bier uit de vorige eeuw. Terwijl veel Duitse steden in de vorige eeuw overgingen op het ondergistende pils, is men in Düsseldorf het bovengistende Alt trouw gebleven. Het Alt heeft z’n plaats op de biermarkt goed heroverd. Zoals al eerder gezegd, is Alt bier een zeer oud type bier, dat vroeger zurig was. Tegenwoordig is het een koperkleurig bier van 4,5% tot 5% alcohol, licht gehopt en zeer makkelijk te drinken. Het wordt gebrouwen met veel donker gebrande mout en bevat relatief weinig koolzuur. Bekend in de stad Düsseldorf is het brouwerijcafé Zum Uerige, dat alleen al voor z’n eigen café 40.000 hectoliter Alt brouwt. Bekende Duitse Alts zijn, Diebels, Schlösser, Hannen, Gatzweiler en Rhenania. In Nederland wordt het Altforster Alt gemaakt. De Leeuw maakt een ondergistende variant op het Alt, het Venloosch Alt. Kölsch Wat het Alt is voor Düsseldorf, is het Kölsch voor Keulen. Alleen is Alt geen beschermde naam, Kölsch wel. Het mag alleen door Keulse brouwerijen gebrouwen worden. Kölsch is een licht goudkleurig bier van 5% alcohol met een frisse, licht bittere smaak. Het wordt wel een bovengistende pils genoemd. De bekendste is wel Küppers Kölsch. In Nederland is er qua type onder andere Budels Parel. Ale Groot Brittannië is het enige land ter wereld waar evenveel ondergistend als bovengistend bier gedronken wordt. De bovengistende bieren noemt men de Ale’s. Het zijn licht- tot donkerbruine bieren die met weinig koolzuur getapt worden. In de fles bevatten ze wel het normale koolzuurgehalte. Deze bieren worden ook op een hogere temperatuur gedronken, 10G tot 15G Celsius. Men onderscheidt de volgende soorten:
Drankenkennis 2
–
– –
– –
Bitter ale, de nationale drank in Engeland, koperkleurig, flink gehopt en een alcoholpercentage van 3% tot 5%. Pale ale, hetzelfde als het Bitter ale, maar dan op fles afgevuld met een alcoholpercentage van 5%. Mild ale, een tapbier met een oude traditie, het is milder en zachter dan het Bitter ale. Het is meestal donker van kleur, moutig en caramelachtig van smaak. Brown ale, hetzelfde als Mild ale, maar dan lichter van kleur op fles afgevuld. Strong ale, tot de Strong ales rekent men de sterke, oude ale-soorten, vaak ook met nagisting op fles.
Ale bieren zijn in ons land vaak moeilijk te verkrijgen maar zijn bijzonder smakelijk.
Stout De naam Stout is onverbrekelijk verbonden met het Porter bier. In 1722 ontwikkelde een Londense brouwer, Harwood genaamd, een bier waarvan hij zei dat het de deugden van het hele bierassortiment combineerde. Hij noemde zijn bier entire, wat geheel betekent. Later veranderde de naam in Porter omdat het bij de Engelse kruiers, porters, zeer populair was vanwege zijn kracht. Porter bieren zijn bittere donkerbruine tot zwarte bieren, die gekenmerkt worden door het vermengen van verschillende worts. In Ierland bracht brouwerij Guinness in 1800 Porter op de markt. Later nam hun Extra Stout de plaats in van Porter. De term Stout slaat op het alcoholpercentage, dichtheid en kleur. Stout is verkrijgbaar met 5% alcohol en 8,5% alcohol. Spontaan gistende bieren
De bieren van voor onze jaartelling werden gebrouwen door mensen die niet wisten wat gist was en wat het deed, laat staan dat men het gistingsproces kon sturen. Door bepaalde kruiden, vruchten of granen aan het wort toe te voegen of doodeenvoudig door het wort te laten infecteren door de in de lucht aanwezige wilde gisten, begon het wort te gisten. Het wort begon dus spontaan te gisten. Het brouwen van
spontaan gistend bier gebeurt heden ten dage nog steeds, alleen gebeurt het nog slechts op één plek ter wereld en wel in de streek rond Brussel, bekend als de Zennevallei. In deze vallei treft men nog zo’n tiental brouwerijen aan. Het bier dat daar gebrouwen wordt heet Lambiek of Gueuze. Dit bier wordt gebrouwen uit 60% gerstemout en minimaal 30% tarwemout. Men gebruikt veel overjarige hop die niet meer zoveel bitterstoffen bevat, maar nog wel conserverend werkt. De hoofdgisting duurt enkele dagen, de nagisting enkele maanden tot een paar jaar. Aan het wort wordt, zoals gezegd, geen gist toegevoegd, maar men laat het een etmaal in een ondiepe bak staan en brengt het in contact met de buitenlucht. Tijdens het afkoelen en het opvullen van de houten vaten wordt nu de wort geïnfecteerd met een wilde gist. Deze wilde gist brengt de hoofdgisting op gang. Het gebruik van houten vaten is normaal, maar er worden ook stalen vaten gebruikt. Na de hoofdgisting worden de vaten afgesloten en de gisting met melkzuurbacteriën kan dan beginnen. Deze verzuring kan soms wel jaren duren. Lambiek brouwen is seizoengebonden. Van half oktober tot eind april kan er gebrouwen worden. De zomerse warmte heeft een slechte uitwerking op de vergisting. Door de te hoge temperaturen bevinden er zich te veel wilde gisten in de lucht en zou het wort te warm worden, waardoor ongewenste gisten, maar ook bacteriën, hun verwoestend werk kunnen verrichten. Gueuze Lambiek op f les noemt men Gueuze hetgeen oud en vermoeid betekent. De Gueuzesteker, brouwer, mengt verschillende Lambieks met elkaar. Vroeger vulde men Gueuze uitsluitend af op champagneflessen van 0,75 liter inhoud. De hoeveelheid Lambiek, de grootte van de f les, alsmede de mogelijkheid tot ademen door de natuurkurk leverde na lange lagering en nagisting op fles een uitstekende Gueuze. Het bier dat volgens deze methode gemaakt wordt, noemt men de ambachtelijke of traditionele Gueuze, ook Fond-Gueuze genoemd. De traditionele Gueuze is vanaf 1993 herkenbaar aan de appellation controlée. Appellation Controlée wil zeggen van een gegarandeerde herkomst. Deze Gueuzes worden vaak niet of zeer weinig aangezoet. Bekende Gueuze brouwerijen zijn Boon, de Troch, Cantillon, Girardin, MortSubite, Bellevue en Timmermans. Daar deze Gueuzes bij het grote publiek niet zo populair zijn vanwege hun zuurgehalte, zijn er een aantal brouwerijen begonnen met de zogenoemde commerciële of fabrieksgueuzes. Deze worden in een kortere tijd gebrouwen dan de traditionele Gueuzes en worden flink aangezoet. Voor deze Gueuzes wordt ook wel gepasteuriseerde Lambiek gebruikt. Die wordt met een kroonkurk afgesloten waardoor deze niet verder rijpt. De Kleur is van lichtgeel tot donkergeel. De geur is zurig en de smaak is van licht- tot zeer zuur en soms onderdrukt door nazoeting. Bijna alle Gueuzes zijn blond van kleur en hebben 5% alcohol.
5
Drankenkennis 2
Vruchtenbier Vruchtenbieren zijn Gueuzes waaraan tijdens het brouwen of tijdens het afvullen vruchten worden toegevoegd. Men onderscheidt op dit moment: – Kriekenbier, Gueuze waaraan kersen worden toegevoegd. Bij de traditionele Gueuze in het brouwhuis gebeurt dit tijdens het koken en bij de commerciële Gueuze tijdens het afvullen door middel van geconcentreerd kersensap. – Framboos of Framboise, Gueuze waaraan tijdens het afvullen frambozensap wordt toegevoegd. – Cassis, hieraan is bosbessensap toegevoegd. – Pêche, met perzikensap. – Bananenbier. Faro Sommige brouwerijen brengen dit type bier op de markt dat bereid wordt uit Lambiek en oud bruin. Faro wordt vaak met suiker gezoet. Het is een lichtbruin, rins, soms ietwat zoetig bier met een laag alcoholpercentage.
6