SOS Zurenborg advies ruimtelijke ordening 2010/2207SV
BEZWAARSCHRIFT
Antwerpen, 23 juli 2010
Gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 52 2018 Antwerpen
VERTOOGT U MET EERBIED:
Mevr. Deborah Bloemen, woonachtig te 2600 Berchem, Pretoriastraat 22; Dhr. Martijn Vogelaers, woonachtig te 2600 Berchem, Pretoriastraat 22; Dhr. David Ramaeckers, woonachtig te 2018 Antwerpen, Vlijtstraat 60; Dhr. Dirk Schampaert, woonachtig te 2018 Antwerpen, Vlijtstraat 76.
Bezwaarindienende partijen, Vertegenwoordigd door Stijn Verbist en Pieter Thomaes 2000 Antwerpen, Graaf van Hoornestraat 34 t +32 03 288 11 56 f +32 03 288 11 87 e
[email protected]
Onder voorbehoud van alle rechten en zonder enige nadelige erkentenis wordt het volgende opgemerkt:
Bezwaarschrift stad Antwerpen
1
I
VOORWERP VAN HET BEZWAARSCHRIFT
Middels onderhavig bezwaarschrift wordt bezwaar aangetekend tegen de aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning ingediend door de Stad Antwerpen, vertegenwoordigd door haar Schepen van Onderwijs dhr. Robert Voorhamme, voor het bouwen van tijdelijke school-accomodatie op een perceel gelegen te 2600 Berchem, uitbreidingstraat 584, kadastraal bekend als afdeling 22 sectie A nr. 0019g3. Aan de hand van een beschrijving van de plaatselijke ruimtelijke context, alsmede aan de hand van enkele ernstige bedenkingen/opmerkingen, zal worden aangetoond waarom het project waarvoor op heden een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd geenszins in haar huidige vorm op de geplande ligging vergund kan en mag worden.
II
ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEZWAARSCHRIFT
Het openbaar onderzoek m.b.t. voornoemde aanvraag wordt gehouden tot en met 24 juli 2010. Onderhavig bezwaarschrift wordt dan ook alleszins tijdig, want binnen de voorziene termijn, ingediend. Het bezwaarschrift is ontvankelijk ratione temporis.
III
BELANG
Mevr. Deborah Bloemen, Dhr. Martijn Vogelaers, Dhr. David Ramaeckers en Dhr. Dirk Schampaert zijn allen woonachtig in de woonbuurt aanpalend aan het voormelde perceel. Als direct aanpalende buren (eigenaars) en jonge ouders hebben
bezwaarindienende partijen een belang om dit bezwaarschrift in te dienen. De bezwaarindieners wensen te benadrukken dat hun bezwaarschrift niet is ingegeven vanuit een prikkelend NIMBY-verlangen of vanuit hun ambitie om mee te drijven op de actuele golf van burgerparticipatie. De bezwaarindieners wensen vanuit hun engagement als buurtbewoners en jonge ouders hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen en de vergunningverlenende overheid te wijzen op de ernstige en onaanvaardbare risico’s die de Stad Antwerpen op heden dreigt te nemen door het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning voor een school-accomodatie op een uiterst ongezonde locatie terwijl de Stad Antwerpen over voldoende alternatieven beschikt.
2
IV
FEITEN
1. Actuele planologische context Het terrein is gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen volgens het Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd bij K.B. van 3 oktober 1979. Volgens het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen zijn de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen bestemd. Conform art. 17 van de Omzendbrief van 8 Juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen dient onder “gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen" te worden begrepen, voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Schoolgebouwen kunnen als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen worden beschouwd.
2. Actuele stedenbouwkundige context
Op bovenstaande luchtfoto zijn duidelijk de contouren zichtbaar van de voormalige IGAO gassite op de rand waarvan de Stad Antwerpen op heden haar “tijdelijke” schoolaccomodaties wenst in te planten.
3
De ter vergunning voorgelegde school-accomodatie zou worden ingepland op de rand van enerzijds de voormalige gassite van IGAO en anderzijds op de rand van nog in gebruik zijnde stelplaatsen van bussen van De Lijn. Het perceel is gelegen nabij de Plantin en Moretuslei, wat bewezen de ergst vervuilde straat van West-Europa is. De voormalige gassite en de stelplaats van De Lijn liggen op hun beurt ingeklemd tussen enerzijds de welgekende historische woonbuurt 19e eeuwse woonbuurt Zurenborg en anderzijds een aantal drukke internationale transportassen zoals de Antwerpse Ringweg, de Singel en het ringspoor. Het project gaat uit van de hypothese dat de stelplaats van DE LIJN zou verdwijnen. Dit is evenwel nog niet zeker, aangezien nog geen alternatieve locatie is gevonden. De verplaatsing van DE LIJN was immers afhankelijk van de realisatie van de LANGE WAPPER, welke momenteel even onzeker is. De nabijheid van de stelplaats van DE LIJN is uiteraard onverenigbaar met een school, zowel wat de veiligheid van de kinderen betreft als wat de gezondheid betreft. Teneinde de oorzaken en de doelstellingen van het voorliggende bezwaarschrift te kunnen vatten is het belangrijk de context van deze locatie te begrijpen. De Stad Antwerpen is reeds enkele jaren bezig met de herontwikkeling van deze site die op heden gekend staat als “Nieuw-Zurenborg”. Nieuw Zurenborg is één van de strategische projecten uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (s-RSA) dat werd geselecteerd als nieuw gemengd woongebied. Het projectgebied is +/- 11 ha groot waarvan het belangrijkste deel wordt ingenomen door de voormalige IGAO gasfabriek. De Stad Antwerpen en de Vlaamse Overheid verkopen dit binnenstedelijke project op een zeer ambitieuze wijze: “De herbestemming van deze brownfield site biedt de kans om met een kwalitatief woonuitbreidinsgproject aan te vangen. Daarnaast is ook de ligging van het gebied apart. Enerzijds sluit het gebied aan bij de 19°eeuwse woonwijk Zurenborg, maar anderzijds ligt het gebied ook ingesloten tussen 2 belangrijke infrastructurele barrières: het ringspoor en het Singel-Ringcomplex. Het aantal sites waar de stad op deze schaal een nieuw project kan inplanten is zeer schaars. Daarom besliste de stad om voor het project een sterke regie en een kwalitatief herbestemmingdebat te voeren. Op basis van een duidelijk planningsproces heeft de stad daarom de visie uit het structuurplan via gerichte onderzoeken en debat verfijnd in een projectdefinitie die de visie, ambitie en het programma van eisen voor het projectgebied beschrijft. De twee belangrijkste onderdelen in het programma zijn wonen en publieke, groene ruimte. Door deze keuze wenst de stad de reikwijdte van het project niet te beperken tot de site zelf. Nieuw Zurenborg heeft daardoor een dubbele taak: het aantrekken van nieuwe bewoners én het verbeteren van de woonkwaliteit voor de bestaande bewoners. Daarnaast heeft de stad vandaag de opportuniteit om haar rol te verstevigen binnen het planningsproces door een mogelijke grondpositie te verwerven. De verschillende ontwikkelingsscenario’s met PPS-formules worden via een vastgoedtechnisch traject parallel aan het planningsproces door AG Vespa onderhandeld met de huidige eigenaars.”1
1
http://www.thuisindestad.be/fb111jyie1043vzcc1ynob11.aspx
4
Hoewel de Vlaamse Overheid en de Stad Antwerpen met veel enthousiasme en bravoure spreken over voormelde binnenstedelijke ontwikkeling, blijkt in de praktijk dat deze ontwikkeling niet over rozen loopt. Een belangrijk aandachtspunt in deze context is dat het Minckelerscomplex, zoals de site initieel werd genoemd, in het kader van een beslissing van de toenmalige eigenaar IGAO in 2002 te koop werd gesteld wat in 2005 resulteerde in een notariële overeenkomst, benoemd als ”optie tot het bekomen van een call-optie tot aankoop met eraan gekoppelde put-optie” tot verkoop tussen IGAO en Antwerpse Bouwwerken, later overgedragen aan Skyline Projects. In de voormelde overeenkomst tussen IGAO en Antwerpse Bouwwerken (opgevolgd door Skyline Projects) namen de partijen een aantal verbintenissen op zich. De overeenkomst bepaalt inzake de bodemsaneringsverplichtingen samengevat het volgende: Verplichtingen van Skyline Projects
de socio-economische noodzaak en de hoogdringendheid van de overdracht aantonen middels een schrijven gericht tot de OVAM en de kandidaat-verkopers; een verklaring tot naleven van beperkingen op het gebruik van het terrein aan OVAM bezorgen, alsook verklaren de sanering niet te zullen belemmeren
Verplichtingen van IGAO
op haar initiatief en kosten een risico-evaluatie opmaken uitgevoerd door een erkende bodemsaneringdeskundige die aantoonde dat het voorziene terreingebruik na overdracht geen ernstige bedreiging zou opleveren voor de toekomstige terreingebruikers en welke bovendien diende te bepalen welke gebruiksbeperkingen – omwille van de verontreinigingtoestand – op het terrein zouden rusten; op haar initiatief en kosten een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren dat de situatie van de bodem- en grondwaterkwaliteit weergaf op het ogenblik van de overdracht; een financiële zekerheid stellen voor een bedrag van 1.960.000 EUR; het voorleggen van de nodige bodemattesten.
In maart 2006 werd door Tellum Environmental Consultants een Oriënterend Bodemonderzoek opgesteld waaruit bleek dat zowel de gronden als het grondwater van de voormalige gasfabriek werden getroffen door een ernstige historische bodemverontreiniging. OVAM richtte IGAO op 15 juni 2006 een schrijven met de mededeling dat ze op 11 april 2006 van Tellum Environmental Consultants de aanvraag tot overdracht van het voormalig gasfabrieksterrein in Berchem had ontvangen. OVAM formuleerde een negatief advies omtrent de aanvraag tot overdracht in het kader van het MB van 18 maart 2005, waardoor de overdracht van de gronden aan Skyline Projects niet werd toegestaan. OVAM weet dit aan het ontbreken van een afdoende gemotiveerde nota van hoogdringendheid en het ontbreken van een concreet plan van
5
Skyline Projects, en, rekening houdend met de aanbevelingen van de bodemsaneringsdeskundige, aan het feit dat de verontreiniging onvoldoende in kaart was gebracht om de mogelijke risico’s in te schatten. Uit het rapport van de bodemsaneringdeskundige was volgens OVAM immers gebleken dat op dat moment onvoldoende gegevens beschikbaar waren met betrekking tot de grondwaterkwaliteit, waardoor geen inschatting kon gemaakt worden van de risico’s tengevolge van de grondwaterverontreiniging. Dit negatief advies van OVAM werd uiteindelijk één van de oorzaken waarom de verkoop van IGAO aan Skyline Projects niet kon doorgaan. Belangrijker is echter dat uit het voorgaande duidelijk blijkt dat de site wordt getroffen door een ernstige historische bodem- en grondwaterverontreiniging waarvoor een bodemsanering zich opdringt alvorens de grond een nieuwe bestemming verkrijgt. Dit is het standpunt van zowel de OVAM als de Vlaamse Regering. Hoewel de Stad Antwerpen hier blijkbaar niet over communiceert, is op heden nog een juridische procedure hangende bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen waarin Skyline Projects een schadevergoeding van honderdduizenden euro’s vordert van IGAO wegens het feit dat de niet vervulling van de voormelde opschortende voorwaarden te wijten zou zijn aan nalatigheden van de IGAO die via haar Raad van Bestuur compleet vervlochten is met het Antwerpse stadsbestuur. Een staaltje onzorgvuldig bestuur dat tot een grote verwarring en vertraging heeft geleid in de ontwikkeling van de buurt. Deze hangende gerechtelijke procedure is dus eigenlijk het rechtstreekse gevolg van de vlucht vooruit van IGAO in 2002 (de plotse verkoop aan een projectontwikkelaar) terwijl de Stad Antwerpen nog geen ruimtelijke visie had ontwikkeld. Hierdoor dreigde een woon- en kantorenproject te ontstaan zonder groene en publieke ruimtes. In juni 2006 keurde het college de ontwerp-projectdefinitie voor Nieuw Zurenborg goed. Dit is een verdere verfijning van het voorontwerp van s-RSA, en vormt de basis voor de opmaak van het stadsontwerp dat zal worden vertaald in een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) voor Nieuw Zurenborg. Gezien de Stad Antwerpen zelf de kwaliteit van de stedenbouwkundige ontwikkeling van Nieuw Zurenborg wenst te bewaken, besliste het stadsbestuur in 2006 zelf gesprekken aan te knopen met IGAO aangaande een nieuwe aankoop van het Minckelerscomplex. Door onzorgvuldig bestuur van de betrokken publieke actoren staat de site vandaag dus nog steeds leeg wat de Stad Antwerpen nu de kans biedt haar tekort aan schoolaccomodatie op deze locatie nogal opportunistisch op te vangen (zie verder). Het tweede aandachtspunt, relevant voor wat betreft de hangende stedenbouwkundige aanvraag, heeft betrekking op de aanwezige bodemverontreiniging.
III.
Actuele problematiek tekort aan school-accomodaties
6
Sinds het centrale aanmeldingsregister de capaciteitsproblemen van het Antwerpse basisonderwijs in beeld bracht, zochten alle onderwijspartners binnen de Stad Antwerpen naar bijkomende plaatsen tegen 1 september 2010. In totaal zouden er volgend schooljaar 1846 extra plaatsen in het Antwerpse basisonderwijs moeten bijkomen. In het Stedelijk Onderwijs worden er tegen 1 september 2010 950 extra plaatsen gecreëerd. Het stadsonderwijs bouwt nieuwe scholen, richt extra klassen in (zowel via lokalen in de school als in mobiele klasunits) en breidt waar mogelijk de maximumcapaciteit uit met enkele stoeltjes per klas. Er komen ook kleuterafdelingen in scholen waar die nog niet bestaan. De nood aan bijkomende capaciteit is het hoogst in het kleuteronderwijs in zeer dichtbevolkte gebieden. In die wijken koos het stedelijk onderwijs waar mogelijk voor de oprichting van nieuwe scholen. In deze context komen er in Antwerpen Noord en op Nieuw Zurenborg tijdelijke constructies in afwachting van een definitieve nieuwe basisschool. Op de site van Nieuw Zurenborg heeft het stadsonderwijs blijkbaar vertraging opgelopen en zal de school pas helemaal klaar zijn na de herfstvakantie. Ondertussen heeft elke school een naam en zijn de nieuwe schoolteams voltallig. De site op Nieuw Zurenborg wordt de stedelijke basisschool De Caleidoscoop De Caleidoscoop moet naar eigen zeggen “een kleurrijke school in beweging worden met een frisse kijk op onderwijs en ruimte voor diversiteit”2. De Caleidoscoop zal in eerste instantie bestaan uit prefabklaslokalen gebouwd met containers met een capaciteit van 75 nieuwe plaatsen. Verder komt er een bewegingsruimte, een refter, sanitair, bergingruimten, een leraarskamer/secretariaat en directie. Uit de communicatie omtrent de tijdelijke scholenbouw op de website van de bevoegde schepen Robert Voorhamme blijken de constructiewerkzaamheden van De Caleidoscoop alsvolgt te zullen verlopen: “De configuratie van de containers is zo gekozen zodat zij de speelplaats omarmen en er een binnenruimte ontstaat. Bij de voorbereidende werken werden betonplaten weggenomen die mogelijk de fundering van de portierkraan aantastte die op haar beurt de stabiliteit van de gasleiding kan aantasten. Hierdoor zullen bijkomende funderingswerken moeten worden uitgevoerd. Omdat deze meerwerken de timing van de school hypothekeren, werd beslist de school op een andere locatie op de site te plaatsen. Deze onvoorziene omstandigheden maken dat de school pas definitief klaar is in de herfstvakantie. De inschrijvingen blijven wel verder lopen. De kinderen zullen tot november in de buurt school volgen. In
2
http://www.apen.be/nieuwe-basisscholen-werken-gestart
7
het schooljaar 2011-2012 wordt het aantal klasunits opgetrokken tot 21. Deels om de school te laten groeien met een tweede kleuterklas en tweede leerjaar. De andere units zorgen voor tijdelijke opvang tijdens de renovatiewerken in de naburige school Crea 16 en het stedelijk kinderdagverblijf Puppies. Om die renovatiewerken zo kort mogelijk in tijd te laten verlopen, heeft men gekozen om een grote groep kinderen tijdelijk op te vangen op deze site. Bij de ontwikkeling van Nieuw Zurenborg moet de Caleidoscoop een naadloze overgang kunnen maken naar een definitief schoolgebouw.”3
Ook De Standaard berichtte onlangs omtrent de opgelopen vertragingen: “Vertraging voor school Zurenborg ANTWERPEN - De Caleidoscoop, de nieuwe kleuter- en basisschool in de geplande wijk Nieuw Zurenborg in Antwerpen zal op 1 september niet kunnen opengaan, ondanks beloftes van het stadsbestuur. Door problemen met de stabiliteit van de grond op de site, en doordat er nog een grote kraan moet worden afgebroken, liepen de voorbereidingswerken voor de nieuwe school twee maanden vertraging op. Pas na de herfstvakantie zal de school de deuren openen, zegt schepen van Onderwijs Robert Voorhamme (SP.A).”4
V
BEZWAREN I.
In feite
De geplande schoolaccomodatie wordt gepland op een deel van de voormalige IGAO gassite. Zoals blijkt uit de reeks voorwaarden die in de toenmalige verkoopakte tussen IGAO en Skyline Projects werden opgenomen inzake de bodemsanering en uit de resultaten van het eerder vernoemde bodemonderzoek van Tellum Environmental Consultants, is het grondwater en de ondergrond van de IGAO gassite zeer ernstig verontreinigd. Voorafgaandelijk aan de opmaak van een concreet Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de site en belangrijker, voorafgaandelijk aan de uitvoering van de voor deze brownfield noodzakelijke bodemsaneringswerken, besluit de Stad Antwerpen op deze site een schoolinfrastructuur te verwezenlijken. De gezondheidsimpact van deze school werd op geen enkele wijze onderzocht middels een vrijwillig veiligheids- of een milieueffectenrapport. De schoolaccomodatie en zijn gebruikers zullen echter te lijden hebben onder zeer zware milieu- en
3
http://www.robertvoorhamme.be/2008/werken-aan-nieuwe-basisscholen-stedelijk-onderwijs-in-nieuwzurenborg-en-antwerpen-noord-gestart.html 4
http://www.standaard.be/krant/tekst/index.aspx?oDay=9&oMonth=7&oYear=2010§ion=Antwerpe n 8
omgevingsdruk. Daarenboven is het perceel gelegen in de onmiddellijke omgeving van een electriciteitscentrale die heel wat lawaai maakt en waarvan de invloed op de gezondheid niet bewezen is. Elk risico moet worden vermeden.
Bodem: de ondergrond en het grondwater zijn ontegensprekelijk ernstig verontreinigd. Uit de ter vergunning voorgelegde plannen blijkt echter dat naast de obligate speelplaats tevens wordt voorzien in twee moestuinen en een zandbak !! De school zal bevolkt worden door kleuters die niets liever doen dan al kruipend over de ondergrond, te graven en te lekken aan alles wat hun frêle handjes torsen kan. Wanneer op de website van Schepen Voorhamme vervolgens te lezen staat dat “bij de voorbereidende werken betonplaten werden weggenomen die mogelijk de fundering van de portierkraan aantastte die op haar beurt de stabiliteit van de gasleiding kan aantasten. Hierdoor zullen bijkomende funderingswerken moeten worden uitgevoerd”5 dienen zich toch ernstige vragen te worden gesteld omtrent de blijkbaar gebrekkige toestand van de ondergrond. Bovendien heeft deze gebrekkige staat blijkbaar niet enkel betrekking op de gezondheid van de ondergrond en het grondwater, doch ook op de structuur van de bodem die zelfs de stabiliteit van de gasleiding betreft. Een verwijzing naar Ghislenghien is hopelijk een brug te ver, doch de vergunningsaanvraag zou minstens een gedegen bodemonderzoek mogen bevatten dat een antwoord biedt op de reden waarom de opening van de school omwille van de bodemperikelen tot de herfstvakantie moest worden uitgesteld.
5
http://www.robertvoorhamme.be/2008/werken-aan-nieuwe-basisscholen-stedelijk-onderwijs-in-nieuwzurenborg-en-antwerpen-noord-gestart.html 9
Geluid De site is niet enkel gelegen op slechts tientallen meters van de drukbereden Singel en Ringweg, ze wordt tevens geflankeerd door een zeer drukke goederen-spooras die gedurende de ganse dag een hels en drukkend kabaal maakt. De lawaaihinder is dermate intensief dat het bij een voorbijrijdende trein quasi onmogelijk is om face-to-face een normaal gesprek te voeren, laat staan in een op akoestisch vlak onaangepaste klascontainer een klas toe te spreken. De kleuters zullen dag na dag worden blootgesteld aan een enorme geluidshinder. Uit de recente publicatie van de geluidsbelastingskaarten van Antwerpen, in opdracht van Vlaams Minister Crevits, tonen aan dat in de omgeving van de Antwerpse Ring in feite ongeschikt is voor menselijke bewoning, laat staan voor het bouwen van scholen. Het staat ook vast dat geluidsoverlast zeer slechte gevolgen heeft voor de concentratie, dus voor de leerontwikkeling van jonge kinderen.
Lucht De site is gelegen op slechts tientallen meters van de drukbereden Singel en Ringweg die een enorme luchtpollutie veroorzaakt. Het perceel ligt in de onmiddellijk nabijheid van de ring rond Antwerpen. Er liggen al heel wat scholen in deze zone, zodat moet voorkomen worden dat er nog meer scholen komen. De kleuters zullen dag na dag worden blootgesteld aan een enorme luchtpollutie op zowel de speelplaats als in een op vlak van verluchting en luchtzuivering onaangepaste klascontainer.
Gerenommeerde studies op nationaal vlak uitgevoerd door VITO en op internationaal vlak door Gauderman et all (verschenen in The Lancet in 2007) tonen aan dat de ontwikkeling van de longcapaciteit afhankelijk is van de nabijheid van intensief verkeer. Longcapacitiet is heel belangrijk voor de gezondheid voor de rest van iemands leven. De ontwikkeling hiervan stopt op de leeftijd van 18 jaar.
Ligging De site is gelegen binnen de troosteloze omgeving van de voormalige IGAO gassite en biedt geen minimum aan comfort en omgevingsesthetiek die aan kleuters in hun ontwikkelingsfase toekomt.
Is deze infrastructuur slechts een kortstondig fenomeen van enkele weken of maanden waarbij voornoemde bezwaren zouden kunnen worden toegedekt onder de noemer van overmacht? Neen, de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag mag dan wel gericht zijn op “tijdelijke schoolaccomodatie”, de aangevraagde stedenbouwkundige vergunning op zich vormt geen tijdelijke doch een definitieve aanvraag. De prefab-school kan er dus theoretisch gezien jarenlang blijven staan.
10
Gelet op het feit dat de infrastructuur enerzijds een kostprijs draagt van bijna EUR 800.000 en anderzijds op de website van Schepen Voorhamme te lezen valt dat “In het schooljaar 2011-2012 het aantal klasunits wordt opgetrokken tot 21. Deels om de school te laten groeien met een tweede kleuterklas en tweede leerjaar.”6 lijkt het nu reeds duidelijk dat de schoolaccomodatie hier jarenlang zal blijven staan. Kleuters die in dit type school op deze precaire locatie jarenlang school moeten lopen riskeren zeer ernstige fysieke en gezondheidsschade op te lopen die zij heel hu n leven zullen moeten meedragen. Tenslotte beschikt de Stad Antwerpen over meer dan voldoende alternatieve locaties voor het oprichten van een tijdelijke schoolaccomodatie. Hiervoor kan verwezen worden naar leegstaande publieke gebouwen of (binnen)ruimtes zoals in de Van Immerseelstraat, het CMO- gebouw in de Zegelstraat of het voormalig politiekantoor en stempellokaal in de Langstraat. Bovendien blijkt op heden dat reeds van 1 september 2010 tot de herfstvakantie in een alternatieve locatie kan voorzien worden voor de leerlingen.
II.
In rechte
De vergunningverlenende overheid is bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag gebonden aan een aantal wetsartikelen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
De vergunningsaanvraag schendt art. 4.3.1 VCRO
Art. 4.3.1. VCRO schrijft voor dat een vergunning wordt geweigerd: §1. 1° indien het aangevraagde onverenigbaar is met: a) stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken, b) een goede ruimtelijke ordening; … §2. De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen: 1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4; …” Bovendien dient de beoordeling van de vergunningsaanvraag dus te worden uitgevoerd met inachtname van de doelstellingen van artikel 1.1.4 VCRO dat stelt dat “de ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij 6
http://www.robertvoorhamme.be/2008/werken-aan-nieuwe-basisscholenstedelijk-onderwijs-in-nieuw-zurenborg-en-antwerpen-noord-gestart.html 11
worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke act iviteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.” Uit het voorgaande blijkt overduidelijk dat op het vlak van functionele inpasbaarheid, mobiliteitsimpact, hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid, de voorliggende stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor tijdelijke schoolaccommodatie niet in overeenstemming is met de decretaal voorgeschreven goede ruimtelijke ordening, laat staan met inachtname van de principes en de voorschriften inzake duurzame ontwikkeling. De zogenaamde “hoogdringendheid” waarmee de Stad Antwerpen op het vlak v an onderwijs wordt geconfronteerd, mag geen drogreden en vrijgeleide zijn om onduurzame en onveilige stedenbouwkundige vergunning.
De vergunningsaanvraag schendt art. 23 GW
Sinds 1994 werd in de Belgische Grondwet het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu ingeschreven in artikel 23. Hoewel deze bepaling geen rechtstreekse werking heeft, betekent dit nochtans niet dat de bepaling geen enkele waarde zou hebben. Alleszins heeft dit artikel 23 een oriënterende werking: dit is het overheidsbeleid sturen, een richting geven. Verder wordt aangenomen dat art. 23 ook een standstill-effect schept. Anders gezegd mag de overheid geen afbreuk doen aan het bestaande beschermingsniveau.
De vergunningsaanvraag schendt art. 8 EVRM
In de rechtspraak en rechtsleer wordt algemeen aanvaard dat art. 8 van het Europees Vedrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat een recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven waarborgt, ook betrekking heeft op lucht- en geluidsverontreiniging.
De vergunningsaanvraag schendt het zorgvuldigheidsbeginsel
Ook het zorgvuldigheidsbeginsel dreigt te worden geschonden: de overheid moet een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag indienen met kennis van zaken, waarbij de overheid moet uitgaan van een degelijk inzicht in de kenmerken van het plangebied zowel op feitelijk als op juridisch vlak 7. De vergunningverlenende overheid moet in casu kennis nemen van de feitelijke toestand, met name de vele gezondheidsrisico’s verbonden aan de huidige locatie. Door deze feitelijke toestand te negeren en de voorliggende vergunningsaanvraag te vergunnen zonder rekening te houden met de gezondheidsrisico’s, zou de
7
B . HUBEAU, P. POPULIER,o.c., 46. 12
vergunningverlenende overheid zorgvuldigheidsbeginsel negeren.
het
grondwettelijk
beschermde
De vergunningsaanvraag schendt het voorzorgsbeginsel
Het voorzorgsbeginsel betekent dat bepaalde stedenbouwkundige vergunningsaanvragen niet mogen worden genomen, minstens onder zeer stringente voorwaarden indien er redelijke gronden tot bezorgdheid bestaan voor de gezondheid en/of andere vormen van verontreiniging, zelfs in de gevallen waar er nog geen overtuigend bewijs is van een oorzakelijk verband tussen de voorgenomen activiteit en de schadelijke gevolgen. Gelet op het voorgaande is er echter reeds afdoende overtuigend bewijs dat wijst op de risico’s van een inplanting van schoolaccomodatie op deze locatie. Door deze feitelijke toestand te negeren en de voorliggende vergunningsaanvraag te vergunnen zonder rekening te houden met de gezondheidsrisico’s, zou de vergunningverlenende overheid het grondwettelijk beschermde zorgvuldigheidsbeginsel negeren.
OM DEZE REDENEN, BEHAGE HET AAN DE GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIGE AMBTENAAR,
Akte te nemen van onderhavig bezwaarschrift; Dit ontvankelijk en gegrond te verklaren; In hoofdorde de thans voorliggende stedenbouwkundige vergunningsaanvraag niet goed te keuren. In ondergeschikte orde, de voorliggende stedenbouwkundige vergunningsaanvraag enkel goed te keuren na grondig onderzoek van de locatie en onder bepaalde stringente voorwaarden ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruikers van de school-accomodatie.
Antwerpen, 30 juli 2010,
Voor de bezwaarindienende partij, diens raadslieden,
Mr. Stijn Verbist
Mr. Pieter Thomaes
13