Bewonersparticipatie Wederopbouw Roombeek Enschede Achtergrondinformatie case 13 mei 2000 wordt Enschede getroffen door een ramp van onvoorstelbare omvang. Door de explosie van een opslagplaats voor vuurwerk komen 23 personen om het leven, raken honderden mensen gewond en zijn meer dan 600 huishoudens en tientallen bedrijven dakloos geworden. Bijna een hele wijk is in één klap verwoest. Direct na de vuurwerkramp wenst de Gemeente Enschede dat oud-bewoners van Roombeek zeer nauw betrokken zijn bij het opnieuw opbouwen en inrichten van de wijk. Het participatietraject had drie doelstellingen: 1.
Oud-bewoners mee te laten denken over de plannen (in de vorm van een structuurvisie) voor de wederopbouw van de getroffen wijk.
2.
Het betrekken van de oud-bewoners als mogelijke bijdrage aan de verwerking van de ramp.
3.
Vertrouwen herstellen bij bewoners van Enschede in de overheid.
Het proces van de wederopbouw is in 5 fasen opgedeeld. Fase 1: het opstellen van een structuurplan waarin de nieuwe wijk vorm krijgt. Fase 2: het uitwerken van vele deelplannen in de wijk. Fase 3 t/m 5 bestaat uit de realisatie van de wijk (het bouwen), het inrichten van de wijk en het beheer, onderhoud en dagelijkse ontwikkeling van de wijk. Deze casus gaat met name in op de eerste fase die in december 2001 is afgerond. Deze fase bestond in eerste instantie uit overleg met kleine groepen bewoners en ondernemers (sleutelfiguren in de wijk). Daarna is een startbijeenkomst georganiseerd in het Museum in Enschede waar de stedenbouwkundige (Pi de Bruin) werd geïntroduceerd. Vervolgens is op allerlei manieren geïnventariseerd welke wensen en ideeën er leefden bij de bevolking. Op basis hiervan is het stedenbouwkundigteam aan de slag gegaan en heeft een concept-structuurplan ontworpen. Dit structuurplan is voorgelegd aan de bewoners en door hen goedgekeurd. De gemeente heeft het structuurplan geaccordeerd.
1
Met de daadwerkelijke wederopbouw is inmiddels begonnen. Het hele participatietraject is gemonitord door de Universiteit van Twente: zij hebben vanaf het begin van het traject onderzocht in hoeverre de doelstellingen die de gemeente had (maximale participatie) zijn gerealiseerd.
1)
Wie organiseert het proces? (Aan welke eisen moet de initiatiefnemer voldoen?)
-
rol intermediair
Voor de uitvoering van het participatieproces is een onafhankelijke regisseur ((Joop Hofman Allianties) aangesteld. Dit was van belang omdat de gemeente zelf een bedenkelijke rol had gespeeld en medeverantwoordelijk werd
gehouden voor de ramp (“De gemeente kon niet tegelijk één van de spelers
en scheidsrechter zijn.”’)
Vanuit de gemeente is een ambtelijke projectgroep samengesteld (Projectbureau Wederopbouw) die op afstand is geplaatst van de gemeente (als een voorpost). Dit was bedoeld om de projectgroep dichtbij de bevolking te plaatsen (korte lijnen) en flexibel te laten opereren. Voor het opstellen van het structuurplan is een stedenbouwkundige (Pi de Bruin) aangesteld. De raadsleden en wethouders mochten op de bijeenkomsten wel aanwezig zijn, maar mochten niet hun eigen mening geven. Hun taak was om burgers aan te moedigen hun zegje te doen en (stilzwijgend) vooral goed op te letten. De raadsleden hebben daartoe zelfs een cursus gevolgd: attent afwezig zijn. Een andere onafhankelijke externe partij (DHV Management Consultants) heeft als procesmanager zorg gedragen dat de uitkomsten van de participatie meegenomen werden in de planvorming door bestuurders, managers, deskundigen en beleidsvoorbereiders. De uiteindelijke beslisser voor het hele traject is de gemeenteraad.
2
-
onderling vertrouwen tussen projectleiders en doelgroep
Onderling vertrouwen tussen oud-bewoners en de uitvoerders van het participatieproject is van belang. Dit wordt bewerkstelligd, door de onafhankelijke positie van de regisseur die zich hard maakte voor de ideeën/belangen van de oud-bewoners. Ook de werkwijze van de stedenbouwkundige zorgde voor vertrouwen bij de participanten: hij was in staat en bereid te luisteren naar wensen van bewoners en nam hen serieus. Bijzonderheid hierbij was dat de oudbewoners zelf een belangrijke stem hebben gehad bij de keuze voor de stedenbouwkundige. (De oud-bewoners waren als het ware colleciefopdrachtgever). Ook het feit dat de gemeente van het begin af aan openheid heeft gegeven dat de ideeën van burgers serieus genomen zouden worden droeg bij aan het herstel van het geschonden vertrouwen. De pers had ook een waakhondfunctie als het gaat om naar voren brengen van de visie van bewoners. Hetzelfde geldt voor het onafhankelijke onderzoek dat door de Universiteit van Twente vanaf het begin van het traject is uitgevoerd.
-
persoonlijke eigenschappen/mentaliteit organisatoren
Het succes is mede te danken aan de combinatie van de verschillende personen/persoonlijkheden die het participatietraject trokken. Allen waren oprecht betrokken bij de deelnemers zelf en hun situatie. Belangrijke eigenschap van de regisseur was dat hij als opbouwwerker de taal van de bevolking spreekt en het belang van de bewoners boven dat van de gemeente stelt. Hij had veel informele contacten met oud- bewoners (“Buiten de vergadercentra om.”) en zette zijn creativiteit in om op allerlei manieren bewoners te laten participeren.
3
De communicatieadviseur van het projectbureau Wederopbouw (gemeenteambtenaar) heeft als belangrijkste eigenschappen dat hij flexibel is en creatief. De stedenbouwkundige had de gave om goed te kunnen luisteren naar de bewoners, maar was daarbij tevens instaat om zijn rug recht te houden als dit nodig was. Hij was in staat om zich in te leven in de oud-bewoners omdat hij zelf ook geboren en getogen is in de streek.
2) Hoe krijg je mensen bereid tot participatie? -
Relevantie/nabijheid
Participanten hadden een direct belang omdat zij immers van de één op de andere dag geen woonruimte of bedrijfsruimte hadden en hun bezittingen
kwijt waren (enorme impact op hun leven) (“Er was een hele grote bereidheid
van mensen om te participeren Iedereen voelde aan dat dit een unieke situatie was, en voelde zich in hoge mate verantwoordelijk om mee te denken met het participatieproces en ervoor te zorgen dat er een wereldwijk gemaakt zou worden.”).
Ook de ‘’Tukkersmentaliteit’ heeft hierbij een rol gespeeld: in deze streek van Nederland is er een sterk gemeenschapsgevoel dat er voor zorgt dat men zich verantwoordelijk voelt en bereid is om gemeenschappelijk zaken te ontwikkelingen. –
representativiteit
Uiteindelijk hebben in totaal 800 personen geparticipeerd. Uit monitoronderzoek blijkt dat dit een afspiegeling is van de bevolking. Van de migranten heeft een uitzonderlijk hoog percentage geparticipeerd, namelijk 90%.
4
-
tijd
Er is een bord/poster gemaakt met de stappen van het participatieproces. Dit bord is tijdens allerlei bijeenkomsten gebruikt gedurende het proces. Er is een in relatief een hele korte tijd samen met de bevolking een conceptplan ontwikkeld (snelheid is één van de succesfactoren). -
kader en helderheid over de randvoorwaarden en spelregels
Bij aanvang van het participatieproces is duidelijk gemaakt dat de
gemeenteraad uiteindelijk zou beslissen over het structuurplan (‘Maar het
moest wel heel gek lopen als de gemeenteraad niet zou meegaan met de wensen van de oud-bewoners.”)
Daarnaast is tijdens de eerste grote bewonersbijeenkomst tegen de bevolking gezegd dat niet alle voorstellen gehonoreerd zouden kunnen
worden (“We kunnen nu al zeggen, dat de helft van wat u voorstelt niet
doorgaat. Er zijn nu eenmaal conflicterende belangen en visies.”)
Tevens is aangegeven dat de concept-structuurvisie eerst aan bewoners zou worden voorgelegd voordat de gemeente er mee verder zou gaan. -
inhoud: waar gaat het over?
Van te voren zijn geen kaders met betrekking tot de inhoud van de plannen
vastgesteld (“Alles zou moeten kunnen: het nadenken over de toekomst
moest zoveel mogelijk onbelast gebeuren.”). In eerste instantie wilde B&W
wel kaders stellen, maar daar werd door de regisseur expres geen aandacht aan besteed.
5
3) Hoe zet je communicatie effectief in? -
inspelen op specifieke doelgroepen
Er is bewust aansluiting gezocht bij verschillende groepen bewoners en ondernemers. Daarbij is aangesloten bij de leefwereld van de mensen Zo is bijvoorbeeld uitgegaan van de informele buuurtjesindeling van de bewoners die elk een eigen sfeer hadden (dus niet de formele indeling van de gemeente). Elk buurtje en ieder segment (bewoners, ondernemers, kunstenaar) werd op eigen wijze benaderd. Ook kinderen en migranten vormden een aparte doelgroep (zie ook bij middelen). -
bereikbaarheid
De personen die bij de uitvoering van het participatieproces betrokken waren, waren te allen tijde beschikbaar en bereidwillig om iedereen te woord te staan. Tevens is een bezoekerscentrum ingericht waar iedereen te allen tijde kon binnenlopen. -
terugkoppeling
Voorafgaand aan het proces is met de pers gesproken en aangegeven dat de uitvoerders van het participatietraject het heel belangrijk vonden dat de pers het proces zou volgen. Er was wekelijks een halve pagina in de locale krant die alles rondom de participatie beschreef. Daarnaast werden ook regelmatig nieuwsbrieven verstuurd met de ontwikkeling van de plannen. Deze werden gestuurd naar oud-bewoners en andere geïnteresseerden. Het concept structuurplan werd middels grote bijeenkomsten (operatie boemerang) in een tent aan de bewoners gepresenteerd en daar werd gestemd over het plan.
6
Niet alle ideeën konden worden waargemaakt. De gemeente heeft hierover verantwoording afgelegd bij de bewoners over de gemaakte keuzes in de structuurvisie.
-
beloning, waardering, zichtbaarheid
Het project van de kinderen (zie pagina 5) heeft landelijk veel aandacht van de pers gekregen (het journaal). Deelnemers zagen dat (delen van) hun ideeën/wensen in de structuurvisie zijn opgenomen. De uiteindelijke beloning terugkeer in een herbouwde wijk die is ingericht conform de wensen van de nieuwe bewoners moet nog plaatsvinden.
4)
Wat zijn effectieve activiteiten/methoden en hoe zet je die in?
-
Diversiteit
De combinatie van alle verschillende ingezette middelen die bovendien doelgroepgericht waren heeft bijgedragen aan het succes (denk aan: allerlei soorten kleinschalige bijeenkomsten zoals thuisbezoeken bij Turkse vrouwen, workshops voor kunstenaars, gesprekken met ondernemers, ideeënrally voor jongeren, website, internetpagina, chatsessies met de stedenbouwkundige, ideeënbus, grootschalige bijeenkomsten, kinderen die met behulp van lego een nieuwe stad ontwerpen, fototechnieken, etc.) -
sociale kant
In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat er gekozen is voor een visuele insteek, een niet-vergaderachtige sfeer, geen glossy-materiaal. Zo voelden ook de niet-vergadertijgers zich prettig. Bij onder andere de bijeenkomsten werd bewust gezorgd voor een informele, gezellige sfeer (kleine groepjes, door elkaar praten/lopen).
7
Verder is aangesloten bij de taal van de bevolking (“We hebben het heel basic
gehouden, geen gelikte verhalen.”)
-
voorbeelden van succesvolle activiteiten
Zoals gezegd zijn er zeer veel middelen ingezet en activiteiten georganiseerd. Hier wordt een deel besproken. In eerste instantie is met sleutelfiguren (circa 40 oud-bewoners en ondernemers) gesproken. Enerzijds om te checken of de stappen en onderwerpen die gekozen waren voor het participatieproces aansloten bij de beleving van de mensen (draagvlak), anderzijds om uitdrukkelijk te putten uit locale kennis en ervaring. Daarnaast diende deze groep sleutelfiguren
continu als klankbord/sparringpartner (“Doen wij het als uitvoerders van het
participatieproces goed of niet, en wat moeten we veranderen.”)
Er is een bord/poster gemaakt met de stappen van het participatieproces. Dit bord is tijdens allerlei bijeenkomsten gebruikt gedurende het proces gebruik. Er is een startbijeenkomst georganiseerd in het Museum in Enschede waar de stedenbouwkundige aan een breder publiek werd geïntroduceerd. Belangrijk was dat de architect geen oplossingen aandroeg, maar duidelijk aangaf dat hij samen met de bewoners stapsgewijs tot een oplossing/plan zou komen. Een open aanbod voor ideeën waar alle mensen in de stad op konden reageren: individueel, op hun eigen moment, 24 uur per dag. Middels websites, ideeënbus, vragenformulier. Op deze manier zijn bijna 300 ideeën gegenereerd. Koffiegesprekken: uitvoerders van het participatieproces komen langs bij bewoners (ongeveer 5 tegelijk) op een dag en tijdstip dat het hen schikt om over hun ideeën/wensen te praten. De migranten zijn benaderd via hun informele leiders (vaak actieve vrouwen), die weer voor mobilisatie in de eigen kring hebben gezorgd.
8
Turkse/Marokkaanse vrouwen werden thuis bezocht (dus in een voor hen vertrouwde en veilige omgeving) en om hun mening/ideeën gevraagd. Kinderen zijn bewust betrokken bij het proces om hen te laten nadenken over de toekomst van de wijk. Er zijn grote vrachtwagens met lego naar de scholen gebracht en daarmee hebben ze een wijk kunnen bouwen. De kinderen hebben tekeningen gemaakt over hun wijk, wat ze allemaal belangrijk vinden. Dit project is begeleid door studenten en vrijwilligers. Kinderen hebben via internet vragen kunnen stellen aan de architect, aan de gemeente (chatsessies). Dat was spannend omdat alleen de kinderen de codes hadden om via internet vragen te stellen Alle kinderen zijn volwaardig architect geworden en hebben een diploma
uitgereikt gekregen van Pi de Bruin. (“De kinderen waren even de architect
van de stad zij waren de toekomstbouwers. De kinderen maakten onorthodoxe tekeningen, maquettes. De pers kwam erbij, er was veel publiciteit de kinderen maakten dingen los en wekten veel sympathie.). Via
de kinderen dachten ook de ouders na over de stad.
Er is een tiental grote bijeenkomsten georganiseerd op buurtniveau met bewoners in het Rijksmuseum, bewust gekozen voor een locatie zo dicht mogelijk bij de oude wijk. Mensen zijn aan kleine tafeltjes bij elkaar gezet met foto’s en een grote maquette zoals de wijk geweest was (“Die werkte
ontroerend om nog eens te beleven hoe de wijk was geweest.”). Er werd een
sfeer gecreëerd waar het gezellig was, dat iedereen door elkaar praatte en
door elkaar liep. Aan elke tafel zat een gemeenteraadlid die de rol speelde
van tafeldame/heer (“Ze moesten er gewoon gezellig bij zijn en zorgen dat er
koffie was. En zich er vooral niet inhoudelijk mee bemoeien.”). Ook de
stedenbouwkundige was bij de bijeenkomsten aanwezig. Op briefjes werden de ideeën verzameld, totaal duizenden opvattingen/ideeën. Nieuwsbrieven die regelmatig verstuurd werden over de ontwikkelingen van de plannen.
5.
Lessen
9
⇒
Plannenmakers dienen rekening te houden met het feit dat het van belang is om stil te staan bij de gevoelens van bewoners van een wijk. Mensen moeten eerst afscheid nemen van hun wijk voordat zij kunnen gaan nadenken over de inrichting ven een nieuwe wijk (“Probeer niet
meteen het nieuwe te verkopen en mensen te overtuigen van het goede. Maar werk echt samen met de bewoners.”)
⇒
Het is van belang om voorafgaand aan het participatieproces een goede omgevingsanalyse te maken wie wel en niet bij het participatietraject betrokken moet worden.
⇒
De politiek en de gemeenteambtenaren moeten goed luisteren naar de wensen van bewoners (serieus nemen) en ook bereid zijn om besluiten terug te draaien ten gunste van het plan dat door bewoners is opgesteld. Het initiatief moet vanuit de burgers komen en niet worden overgenomen door de politiek of de ambtenaren of andere officiële instellingen.
⇒
Door in de aanloop van het participatietraject (vóór de grootschalige participatiebijeenkomst) te beginnen met kleine visites, projecten en workshops is een positief klimaat gecreëerd om mee te denken.
⇒
Kom altijd afspraken en beloften na.
⇒
Mirgranten moeten niet schriftelijk benaderd worden ook al is dit in hun eigen taal. Persoonlijk via de informele netwerken is de beste benadering.
6.
Waar wordt succes aan afgemeten?
⇒
e hoge participatiegraad, zowel bij de autochtone bevolking als bij de migranten. Ook jongeren (doorgaans moeilijk te bereiken) hebben veelvuldig geparticipeerd.
⇒
De reacties van de bewoners op het conceptstructuurplan waren gunstig, 97% van de bewoners heeft het plan goedgekeurd: het plan heeft een breed draagvlak.
⇒
Het uiteindelijk structuurplan is volgens de stedenbouwkundige veel beter geworden door de inbreng van de bevolking, dan wanneer dit alleen door professionals zou zijn ontwikkeld (“Het is een totaal
onorthodox stedenbouwkundig product en daar ben ik erg trots op.”)
10
⇒
De gemeente heeft echt geluisterd naar de bevolking en het uiteindelijke structuurplan integraal gehonoreerd.
Door:
Terra Nova Partners in Onderzoek Oktober 2003
11