Betere bereikbaarheid van modaliteit naar mobiliteit -uitwerking OV-visie, fase 1 (2020)-
Inhoudsopgave
•
Algemene toelichting vastnet, flexnet en stadsnet
•
Voorbeelden slim, kleinschalig vervoer in flexnet (pilots)
•
Algemene toelichting knooppunten en benodigde infrastructuur
•
Per regio/concessie: –
Reizigersprofiel (obv Klantenbarometer 2015)
–
Korte beschrijving essentie toekomstig netwerk
–
2 lijnennet kaarten (overdag en ‘s avonds/zondag)
–
Overzicht lijnen/corridors
–
Cases reisbeschrijving
–
Knooppunten en benodigde infrastructuur
Vastnet, stadsnet en flexnet worden langzaam zichtbaar
In 2020 lopen de concessie Veluwe en Achterhoek/Rivierenland af. De laatste kan worden verlengd. Op dat moment ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor een volgende fase van uitwerking van de OV visie. We hebben samen met de
regionale partners de mogelijkheden voor een vast- , flex- en stadsnet verkend. Op een kaart zijn de belangrijkste bestemmingen binnen en buiten de regio aangegeven. Van hieruit zijn vervoersnetten geschetst tot 2020. Dit wordt het model voor het jaarlijks versterken van de dienstregelingen in december en voor de nieuwe concessies na 2020. Stabiel, snel en betrouwbaar vastnet De trein verbindt de belangrijke bestemmingen binnen en buiten de regio. De bus vult dit aan als verbinding tussen de steden en belangrijke economische kerngebieden in de regio. Samen vormen zij de basis van het vastnet. Daar waar bus en trein concurreren worden parallelle busverbindingen opgeheven. Deze zijn voor de reizigers overbodig. In de Achterhoek en Rivierenland worden de bus en trein nog meer op elkaar aangesloten tot één samenhangend vervoersysteem. De frequenties worden verhoogd op bus-en treinlijnen waar in de spits dagelijks heel veel forenzen en studenten/scholieren reizen. Zo ontstaan meer reismogelijkheden. Op een aantal plaatsen zijn rechtstreekse verbindingen naar schoollocaties en/of is de dienstregeling aangepast aan schooltijden. Waar mogelijk verkorten we voor grote groepen reizigers de reistijd
sterk door een snellere route te rijden. Dit kan door een betere overstap tussen bus en trein te regelen, haltes over te slaan of bepaalde wijken niet meer aan te doen. Deze wijken of kernen kunnen dan indien nodig een andere vorm van vervoer
krijgen. Bijvoorbeeld oproepbaar vervoer. Soms is de fiets naar een opstappunt ook een goed alternatief. Zeker in de stad. De “openingstijden” van het vastnet -de tijden en dagen dat het vastnet rijdt- worden afgestemd op het gebruik. Niet iedere dag van de week is er evenveel of even vaak een trein of bus nodig.
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet
Het flexnet is het vervoersnet waarbij diverse kleinschalige vervoersconcepten worden aangeboden in regio’s of plaatsen en op tijden waarop maar weinig mensen afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Bijvoorbeeld in het buitengebied, in kleine
steden of stedelijke wijken, of na negen uur ‘s avonds of in het weekend. Dit kan een vorm van vraagafhankelijk openbaar vervoer zijn. De Nachtvlinder in Zutphen heeft laten zien dat deze vorm van openbaar vervoer goed aansluit bij wat de reiziger van vandaag nodig heeft. De flexibele inzet van klein materieel en de dubbele frequentie leidde tot 20% meer reizigers op deze lijn. Doordat de bus alleen naar haltes reed waar ook daadwerkelijk iemand opgehaald wilde worden, ontstond een korte route. De Nachtvlinder sluit precies aan op de dienst van de trein. Rijdt deze 1 keer per half uur, dan de Nachtvlinder ook. Deelauto’s, fietssystemen en andere particuliere en/of private initiatieven vallen ook onder het flexnet. In pilots doen we nu al veel ervaring op met het aanbieden en gebruik van dergelijk vervoersmiddelen.
Een stadsnet in steden waar het autogebruik niet wenselijk is De bereikbaarheid van stedelijke netwerken is belangrijk voor de economische kracht van de stad. De twee Gelderse steden Arnhem en Nijmegen kennen een eigen complexiteit en dynamiek. Het stadsnet moet flexibel zijn, de kracht van de stad
versterken en bijdragen aan een schone leefomgeving. We werken dit verder uit met onze partners in relatie met de MIRT uitvoeringsagenda en de gebiedsopgave. In Apeldoorn sluiten we aan bij de actualisatie van het mobiliteitsbeleid. Samen met
Ede gaan we het bestaande stadsnet verder optimaliseren. In Harderwijk en Zutphen speelt de fiets een belangrijk rol, aangevuld met een kleinschalig, vraagafhankelijk stadsnet,
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet
Pilots gebeuren op drie fronten: •
Door de openbaar vervoerbedrijven die buslijnen omzetten in alternatieven, als Nachtvinder, Kolibrie, servicebussen;
•
Door gemeenten en regio’s om het doelgroepenvervoer efficiënter te maken of de reizigers voor een ander vervoermiddel te laten kiezen (regiecentrales, fiets voor leerlingen, openbaar vervoeradvies voor Wmo geïndiceerden);
•
Door de provincie, samen met de regio’s, om ervaring op te doen met alternatieven voor buslijnen die mogelijk komen te vervallen. De provincie heeft hier middelen voor beschikbaar gesteld (6 ton vorig jaar, 3 ton dit en volgend jaar). Er is opdracht gegeven voor 13 pilots, waarvan er inmiddels 7 in uitvoering zijn.
WEpod De Provincie Gelderland voert in de FoodValley regio een pilot uit met twee zelfrijdende voertuigen (zonder stuur en
pedalen) tussen station Ede/Wageningen en Wageningen University & Research centre (WUR) en op de WUR campus. De voertuigen zogenaamde WEpods hebben in eerste instantie een hospitality functie voor (buitenlandse)
bezoekers van de WUR. De provincie Gelderland laat met deze pilot zien dat er serieus werk wordt gemaakt van haar ambities voor nieuwe, flexibele, duurzame en sociale mobiliteit.
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet - Welke pilots zijn er nu al?-
16-5-2016
6
Kolibrie
Openbaar vervoer op aanvraag op bestaande buslijnen op de Veluwe op momenten dat er op deze buslijnen weinig/minimale vervoersbehoefte is. (veelal ‘s avonds (ma t/m za na 19.00 uur) en/of op zon- & feestdagen ; minder dan 7 reizigers per uur). Het vervoer wordt uitgevoerd met kleine voertuigen volgens dienstregeling (route en tijden) en
uitsluitend na reservering bij regiecentrale Syntus.
Breng Flex
• • • • • • •
Breng Flex laat zich á la minute sturen naar gelang de vraag van de klant. Je boekt via een app of telefoon. Een bericht vlak voordat een voertuig arriveert op de halte. Je stapt in en betaalt via de app, met pinpas of OV-chipkaart (keuze nog maken) en je wordt snel en comfortabel gebracht naar jouw bestemming (van halte naar halte). Bijdragen aan de duurzaamheid door inzet van elektrische voertuigen; Je houdt daarbij inzicht in jouw reishistorie. Bijdragen aan de duurzaamheid door inzet van elektrische voertuigen.
(Nacht) vlinder
7
Knooppunten en benodigde infrastructuur nadere detaillering en uitwerking vindt plaats in de ontwikkelteams Voor het realiseren van de OV-visie zijn goed functionerende knooppunten van openbaar vervoer van groot belang. Ruwweg kunnen de knooppunten in twee typen worden ingedeeld:
Knooppunten waar wordt overgestapt van bus op trein of van bus op bus. Een voorbeeld hiervan is station Kesteren waar reizigers comfortabel moeten kunnen overstappen van de trein uit Tiel op de bus naar Wageningen (en vice versa). Primair is het hierbij van belang dat de aansluitingen goed zijn: dat is een exploitatief element van goed functionerende knooppunten en primair een verantwoordelijkheid van de vervoerder. Daarnaast dient het knooppunt goed ingericht te zijn om de overstap ook zo comfortabel mogelijk te kunnen realiseren. Overdekte wachtruimte, korte loopafstanden, (sociale) veiligheid (bijvoorbeeld door goede verlichting) en duidelijke reisinformatie zijn hierbij de belangrijkste zaken waar bij een knooppunt aandacht aan geschonken moet worden. Knooppunten tussen vastnet en flexnet. Dit zijn knooppunten waar aansluiting wordt gegeven op een reguliere buslijn vanuit de individuele woning. Het knooppunt moet ingericht zijn op een comfortabele overstap op het reguliere openbaar vervoer, ongeacht de vorm van voor- en natransport. Het betreft hier doorgaans een centrumhalte in een relatief kleine kern waar een overstap kan plaatsvinden op –bijvoorbeeld- één van de volgende wijzen: • Van eigen fiets of deelfiets op reguliere bus: de halte moet voorzien zijn van voldoende (overdekte) fietsenstallingen, een abri om overdekt te kunnen wachten en adequate reisinformatie; • Van eigen of deelauto op reguliere bus: de halte moet voorzien zijn van voldoende parkeermogelijkheden, een abri om overdekt te kunnen wachten en adequate reisinformatie; • Van kleine bus (Nachtvlinder, Kolibrie of een ander lokaal systeem): de halte moet voorzien zijn van voldoende perrons, een abri om overdekt te kunnen wachten en adequate reisinformatie.
Een eerste inventarisatie leert dat er ten aanzien van de knooppunten geen grote cq onoverkomelijke knelpunten te verwachten zijn voor het implementeren van de OV-visie. Het enige knooppunt dat een belangrijke rol speelt in de nieuwe vervoersysteem dat nog moet worden gerealiseerd is ‘Assinkbos’ op de route tussen Enschede en Doetinchem (N18/N315). In overleg met alle betrokken partijen (provincie, Rijkswaterstaat als wegbeheerder, de gemeente en de vervoerder) moet het proces voor realisatie van dit knooppunt worden opgestart.
Achterhoek Reizigersprofiel uit Klantenbarometer 2015
Toelichting Achterhoek Hoewel de Achterhoek intern enkele belangrijke bestemmingspunten kent, reist het gros van de reizigers voor werk of studie dagelijks naar buiten de regio. Voor deze reizigers is belangrijk dat zij snel, betrouwbaar en frequent naar hun bestemming kunnen reizen. Een hoge kwaliteit van openbaar vervoer op onderstaande corridors is belangrijk om te voorkomen dat deze inwoners de regio verlaten.
Toelichting Achterhoek
De treinverbindingen zijn voor de Achterhoek de slagader van het openbaar vervoer. Het aantakken van buslijnen op spoorlijnen worden nog verder doorgevoerd (visgraatfilosofie). Bijna elk station van de spoorlijnen is daarmee een
knooppunt, dat betekent goede aansluitingen en overstap voorzieningen voor reizigers die verder willen reizen. Voor de treinverbindingen zijn de volgende zaken van belang:
•
Naast de rechtstreekse treinverbinding tussen Doetinchem, Zevenaar en Arnhem, wordt Dieren een nieuw knooppunt. Tussen Doetinchem en Dieren komt een rechtstreekse busverbinding (is nu nog met overstap in Doesburg) met een goede aansluiting op de treinen. Reizigers hebben op deze wijze een keuze om naar Arnhem en Nijmegen te rijden. Reizigers kunnen overstappen in Dieren in plaats van in Arnhem en dat levert reistijd en meer zitplaatsgarantie op;
•
In de spits blijft er tussen Doetinchem, Doesburg en Velp/Arnhem een busverbinding in stand. Deze busverbinding is met name in de spits aanvullend op de treinverbindingen omdat de bus een aantal belangrijke onderwijsinstellingen ROC/HAN) rechtstreeks aandoet;
•
Vanwege de overbodige parallelliteit vervalt de busverbinding tussen Winterswijk en Groenlo. Deze reis wordt gemaakt per trein en bus via Lievelde. In de dunbevolkte regio ten noordoosten van Winterswijk gaan kleinschalige
maatwerkoplossingen de mobiliteit verzorgen; •
In de spitsperiode rijdt er tussen Terborg en Doetinchem een lijn aanvullend aan de trein die vanuit de kernen door het
centrum van Doetinchem rijdt en daarmee onderwijsinstellingen rechtstreeks bedient, dit ter ontlasting van de drukke treinverbinding tussen Terborg en Doetinchem.
Toelichting Achterhoek
De verbinding tussen Enschede en Doetinchem wordt eveneens als een slagader van het OV in de Achterhoek gezien. De lijn maakt twee belangrijke bestemmingen vanuit de regio goed bereikbaar (Doetinchem en Enschede). Er zijn vrijwel geen
reizigers die de gehele route reizen. De verbinding heeft een aantal knooppunten waarmee een verbinding wordt geboden op andere treinverbindingen (Doetinchem, Enschede en Lievelde) en andere busverbindingen (Groenlo, Haaksbergen, Assinkweg, Eibergen). De verbinding is daarmee ook geoptimaliseerde versie van het ‘visgraatmodel’ dat ooit in de Achterhoek is geïntroduceerd. Omdat de verbinding vooral in de spits veel reizigers naar de eindpunten brengt (niet alleen het station maar ook een aantal onderwijslocaties) en in de dalperiode aanzienlijk minder, wordt er voor gekozen om in de dalperiode station Varsseveld als eindpunt te beschouwen. Met een naadloze overstap op de trein is alsnog een snelle rit naar Doetinchem mogelijk. Voordeel hierbij is dat reizigers die verder reizen al in Varsseveld overstappen en daarmee een grotere kans op een zitplaats. Daarnaast is de verbinding ook in de dal betrouwbaar omdat congestie in Doetinchem wordt vermeden. De gehele verbinding heeft een dusdanig hoge vraag naar OV dat Arriva deze verbinding ziet als een ‘tram op
rubber’ waarbij op termijn met bussen met aanhanger wordt gereden. De frequentie wordt verhoogd om goed in te spelen op de stijgende vraag.
Snel, stabiel en betrouwbaar vastnet –spits-
•
Lijn 23
Doetinchem – Zelhem (ieder kwartier ipv halfuur)
•
Lijn 25
Ulft – Doetinchem (ieder kwartier)
•
Lijn 28
Doetinchem – Doesburg (ieder kwartier ipv halfuur)
•
Lijn 56
Lochem – Deventer via A1
•
Lijn 74
Doetinchem-Lichtenvoorde- Groenlo-Eibergen-Assinkbos- Haaksbergen-Enschede: (Bus met aanhanger en Assinkbos extra knooppunt)
• Scholierenlijn Giesbeek – Doesburg – Doetinchem Snel stabiel en betrouwbaar vastnet –ma t/m vr overdag en zaterdag • Lijn 22 Dinxperlo – Terborg • Lijn 23 Doetinchem – Ruurlo- Borculo
• Lijn 24 ‘s Heerenberg – Doetinchem • Lijn 28 Gendringen – Ulft - Doetinchem – Doesburg • Lijn 51 Doetinchem – Hengelo – Vorden • Lijn 56 Borculo-Lochem-Laren –Deventer • Lijn 72 Varsseveld- Lievelde-Groenlo-Eibergen-Haaksbergen-Enschede
• Lijn 81 Zutphen - Deventer • Lijn 80 Vorden - Zutphen • Lijn 82 Doetinchem – Steenderen - Zutphen • Diverse pilots Mobiel Gedeeld, Dorpsauto, Noaberbus
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet (nachtvlinder)
- ‘s avonds en op zondag • Doetinchem Stad • Doetinchem – Zelhem • Doetinchem –’s Heerenberg • Doetinchem - Ruurlo
• Zutphen Stad • Zutphen –Steenderen • Zutphen - Laren
Knooppunten en infrastructuur Achterhoek eerste inventarisatie nader uit te werken in het ontwikkelteam
•
Het nieuw aan te leggen knooppunt ‘Assinkbos’ op de route Doetinchem – Enschede N18/N315) speelt een belangrijke rol in de verdere invoering van het vastnet bus waarbij overbodige parallelliteit wordt opgeheven. In overleg met alle betrokken partijen (provincie, Rijkswaterstaat als wegbeheerder, de gemeente en de vervoerder) wordt het proces voor realisatie van dit knooppunt opgestart.
•
Structureel probleem in de Achterhoek is een tekort aan fietsenstallingen bij veel halten. Ook hier geldt dat de noodzakelijke aanpassingen aan halten onderdeel moet uitmaken van de concrete invullingen van de flexnetprojecten.
•
Een apart onderdeel bij de infrastructuur op knooppunten is de geleidelijk geplande instroom van bussen met aanhangers. Een aantal halten waar deze combinatie gebruik van zal maken is te krap om te kunnen halteren. De invoering van de bus met aanhanger wordt echter gezien als een op zich zelf staand project waarbij aanpassingen aan de halten onderdeel is van de implementatie. Alle mogelijke knelpunten zijn echter al geïnventariseerd: het is aan het ontwikkelteam om in overleg te bepalen welke halten dan aangepast moeten worden. Op het moment dat duidelijk is wanneer de bus met aanhanger gaat rijden dient dit in het ontwikkelteam opgepakt te worden.
•
Het binnenkomen van Doetinchem levert structureel rijtijdverlies op. Lokale doorstromingsmaatregelen dienen door het regionale ontwikkelteam te worden opgepakt.
Rivierenland Reizigersprofiel uit Klantenbarometer 2015
Toelichting Rivierenland
Rivierenland is qua reisgedrag in te delen in twee bijna onafhankelijke gebieden: de Betuwe en het
Land van Maas en Waal. Er is maar één noord-zuidverbinding: de PWA-brug. Dagelijks reist een belangrijk deel van de forenzen, studenten en scholieren naar bestemmingen buiten Rivierland, namelijk in Arnhem, Nijmegen, Den Bosch, Utrecht, Rhenen, Wageningen en Ede. Voor de reizigers is de trein in de Betuwe de belangrijkste verbinding, aangevuld met de snelle busverbinding door het Land van Maas en Waal en een busverbinding richting Rhenen en Wageningen. Rhenen is een overstappunt voor de trein naar Veenendaal (onderwijs) en verder naar Utrecht. Vanuit de kernen Ochten en Kesteren is de reistijd via Rhenen naar Utrecht korter of vrijwel gelijk aan die van via
Tiel naar Utrecht. De regiotrein sluit in Arnhem en Tiel aan op het landelijk netwerk, waardoor ook verder weg gelegen bestemmingen (Nijmegen, Den Bosch en Utrecht) goed bereikbaar zijn. Met een
goede overstap in Elst is reizen met de trein van Tiel naar Nijmegen sneller dan via een rechtstreekse bus (via PWA burg en Druten). De huidige busverbinding Tiel – Geldermalsen rijdt parallel aan de trein en blijft om die reden alleen tijdens drukke spitsuren rijden.
Toelichting Rivierenland De belangrijkste busverbinding in Rivierenland is die tussen Den Bosch en Druten (lijn 165). Op de gehele verbinding Den Bosch – Druten is nu al sprake van een capaciteitsprobleem. Op de lijn is dan ook een verhoging van de frequentie voorzien evenals een doorkoppeling in Druten richting Nijmegen. Dat scheelt voor de helft van de reizigers een overstap (in Druten stapt ongeveer de helft uit; de andere helft stapt over richting Nijmegen). De busverbinding vanuit Tiel sluit op het knooppunt PWA-brug aan op deze verbinding. In Rossum is er een overstap op de bus naar Zaltbommel-Andel om ook een goede verbinding te geven met de trein vanuit Zaltbommel. De verbinding Tiel Wageningen is voor forenzen en studenten in de regio van groot belang. De reistijd kan substantieel worden verbeterd door een goede aansluiting van de trein op bus in Kesteren. In de
nieuwe uitwerking reist Ochten via Kesteren naar Tiel. Alternatieve reismogelijkheden ter vervanging van de parallelle busverbinding worden nader onderzocht.
Waar nu nog het eindpunt van de lijn in Nieuwegein ligt, wordt de lijn ingekort tot Vianen busstation. Vanaf dit busstation zijn er legio mogelijkheden om de belangrijke bestemmingen in en rond Utrecht te bereiken.
In Rivierenland wordt veel gebruik gemaakt van specifieke scholierenlijnen. In Culemborg en Zaltbommel is een aantal onderwijsinstellingen gevestigd dat een groot herkomstgebied heeft. In overleg met de scholen wordt onderzocht of er meer maatwerk mogelijk is door de dienstregeling aan te passen aan de schooltijden.
Snel, stabiel en betrouwbaar vastnet –spits•
trein
Elst – Tiel (tot ca 15.00 ieder halfuur)
•
Lijn 40
Den Bosch – Rossum - Druten – Nijmegen (tussen Den Bosch en Druten extra ritten) -> Ex lijn 165
•
Lijn 41
Ammerzoden – Hedel - Den Bosch
•
Lijn 42
Tiel - Druten
•
Lijn 43
Tiel - Wadenoyen – Geldermalsen (extra ritten)
•
Lijn 44
Tiel - Lienden- Kesteren/Wageningen
•
Lijn 45
Tiel – Ochten – Kesteren - Wageningen (WUR)
•
Lijn 46
Tiel – Buren - Culemborg - Vianen
•
Lijn 47
Geldermalsen – Haaften - Gorinchem
•
Lijn 49
Kerkdriel - Rossum – Zaltbommel - Andel
Snel stabiel en betrouwbaar vastnet –ma t/m vr overdag en zaterdag •
trein
Elst – Tiel (tot ca 15.00 ieder halfuur)
•
Lijn 40
Den Bosch – Rossum - Druten – Nijmegen (tussen Den Bosch en Druten extra ritten) -> ex lijn 165
•
Lijn 41
Ammerzoden – Hedel - Den Bosch
•
Lijn 42
Tiel - Druten
•
Lijn 44
Tiel – Lienden- Kesteren/Wageningen
•
Lijn 45
Tiel – Ochten – Kesteren - Wageningen (WUR)
•
Lijn 46
Tiel – Buren - Culemborg - Vianen
•
Lijn 47
Geldermalsen – Haaften - Gorinchem
•
Lijn 49
Kerkdriel - Rossum – Zaltbommel - Andel
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet (nachtvlinder)
- ‘s avonds en op zondag -
• Rossum – Zaltbommel – Andel • Tiel – Druten • Tiel – Buren - Culemborg
Knooppunten en infrastructuur Rivierenland eerste inventarisatie nader uit te werken in het ontwikkelteam
Voor Rivierenland zijn er geen knelpunten voor het realiseren van overstappen tussen bus-trein of bus-bus. De overstappen die in de visie zijn gewenst, zijn nu al mogelijk. Qua inrichting is er een aantal aandachtspunten die vooral te maken hebben met de capaciteit van fietsenstallingen en (sociale) veiligheid. Dit geldt specifiek voor de halte PWA-burg. Deze halte krijgt een belangrijke functie voor reizigers die vanuit Tiel niet met de trein maar met de bus richting Nijmegen willen reizen. Nieuwe halten voor lijn 44 langs de provinciale weg. Voor deze lijn wordt een lijnstrekking voorzien waarbij langs de provinciale weg halten aangelegd moeten worden, waarbij reizigers op een comfortabele manier van de kern naar de halte kunnen komen, inclusief een veilige stalling voor de fiets. Het gaat hierbij specifiek om: Aalst, Lienden, Ommeren en Ingen.
Voor de verbinding tussen Tiel en Culemborg geldt hetzelfde voor de kern Beusichem. Op termijn wordt voorzien dat de route gestrekt wordt en niet meer via Beusichem rijdt. Er is nu een halte (van een voormalige spitsdienst) maar die biedt geen comfort en geen voorzieningen. Voor het gebied ten zuiden van de Van Heemstraweg tussen Dreumel en Druten zijn in de OV-visie nieuwe flexnetprojecten voorzien, die een koppeling hebben met de buslijn tussen Den Bosch en Druten/Nijmegen. De halten langs deze lijn zijn onlangs aangepast, maar qua fietsenstallingen zijn deze in capaciteit nu al beperkt. Afhankelijk van de concrete invulling van de bediening van het gebied, zal een beperkt aantal halten aangepast moeten worden. Een concrete inventarisatie maakt deel uit van de implementatie van de ‘pilots’ cq projecten in het kader van de basismobiliteit en het verder uitwerken van de flexnetprojecten.
Veluwe (Food Valley – Noord- Veluwe – Stedendriehoek) Reizigersprofiel uit Klantenbarometer 2015
Toelichting Veluwe De trein zorgt voor verbindingen naar de belangrijkste bestemmingen buiten de Veluwe namelijk Amersfoort, Arnhem, Deventer, Utrecht, Veenendaal, Zutphen en Zwolle. Vanaf Amersfoort is de Randstad goed bereikbaar. Zwolle is van belang voor de verbinding met Noord-Nederland en Arnhem fungeert als overstappunt voor de verbinding met Zuid-Nederland en de Achterhoek. In aanvulling op deze stedelijke gebieden rijden er twee regiotreinen door het gebied, namelijk de Valleilijn (Ede- Barneveld – Hoevelaken- Amersfoort) en de verbinding Zutphen – Apeldoorn. Doordat de treinen in de richting naar Zwolle in de ochtendspits overvol zitten is het noodzakelijk aanvullende maar deels ook parallelle busverbindingen in stand te houden. Het gaat dan met name om de buslijn Elburg – Zwolle en Putten – Harderwijk. Door de hoge vervoersvraag op de Valleilijn wordt er op
deze lijn geïnvesteerd in kwaliteit en capaciteit. De spoorlijnen liggen aan de randen van de Veluwe; in het (rurale) middengebied rijden een aantal belangrijke busverbindingen.
Toelichting Veluwe – Stedendriehoek De belangrijkste knooppunten van regio Stedendriehoek zijn: Dieren, Zutphen, Deventer en Apeldoorn. Het
noordelijke deel van de Veluwe is voor onderwijs en werk voor een belangrijk deel gericht op Zwolle. Er rijden diverse lijnen op deze corridor; er wordt in het ontwikkelteam gezocht naar optimalisatiemogelijkheden. In de spitperiode is de vraag naar vervoer tussen Apeldoorn en Zwolle dusdanig groot dat er een sneldienst gaat rijden over de A50.
Toelichting Veluwe – Food Valley
De belangrijkste knooppunten van regio Food Valley zijn: Nijkerk, Wittenberg (Garderen), Barneveld Noord, Otterlo, Wageningen, station Ede – Wageningen. Eén van de weinige belangrijke bestemmingen die niet per spoor bediend wordt is Wageningen. Juist vanwege de economische waarde van dit gebied voor zowel nationale als internationale bedrijven is de bereikbaarheid van deze kennis as van groot belang. Vanuit Arnhem en de Betuwe wordt een optimalisatieslag gemaakt in de bereikbaarheid van de WUR; er wordt geïnvesteerd in snelle verbindingen en hogere frequenties. De verbinding tussen Ede en Wageningen wordt ingevuld door de Valleilijn (bus). Dit deel van de Valleilijn rijdt via een snelle route de hele week en met name op werkdagen met een hoge frequentie. Aanvullend op de Valleilijn blijft er ook de hele week een
busverbinding in stand tussen Wageningen en Ede via Bennekom. De verbindingen Apeldoorn – Ede(lijn 108) en Apeldoorn Barneveld (lijn 102) vormen belangrijke dwarsverbindingen.
Toelichting Veluwe – Noord Veluwe De belangrijkste knooppunten van regio Noord-Veluwe zijn: Nunspeet, Harderwijk, Ermelo, Putten en Wittenberg
(Garderen). Omdat de reizigersvraag vanuit Elburg aanzienlijk is wordt er in het ontwikkelteam gekeken of er een verbinding kan komen tussen Elburg en station ’t Harde. Daarnaast blijft Elburg met de bus in verbinding staan met Zwolle vanwege een hoge (scholieren)vervoersvraag en ontoereikende capaciteit op het spoor. Zolang er onvoldoende capaciteit op het spoor wordt geboden blijft lijn 103 als parallelle busverbinding rijden.
Food Valley – Noord- Veluwe - Stedendriehoek
Snel, stabiel en betrouwbaar vastnet – alle dagen van de week- * •
Lijn 85
Ede – Veenendaal
•
84/88 en 86
Ede - Wageningen
•
Lijn 102
Apeldoorn - Barneveld
•
Lijn 108
Apeldoorn – Ede
•
Lijnen 11/200
Elburg – Zwolle
•
Lijn 148
Harderwijk – Lelystad
•
Lijn 43
Apeldoorn – Dieren/Arnhem
•
Lijn 91/231
Apeldoorn – Arnhem
•
Lijn 90/203
Apeldoorn – Zwolle (dorp)
*Lijn 103
`Nijkerk – Amersfoort (in overleg met provincie Utrecht)
Food Valley – Noord- Veluwe - Stedendriehoek
Snel stabiel en betrouwbaar vastnet –maandag t/m vrijdag-
•
Lijn 5
Ede – Veenendaal de Klomp
•
Lijn 102
Voorthuizen – Amersfoort
•
Lijn 105
Arnhem – Barneveld (ook op zaterdag)
•
Lijn 107
Ede – Wittenberg – Putten
•
Lijn 112
Nunspeet- Elspeet – Wittenberg
•
Lijn 205
Barneveld – Putten – Harderwijk (ook op zaterdag)
•
Lijn 103
Nunspeet- Harderwijk – Barneveld
•
Lijn 104
Harderwijk – Apeldoorn
•
Lijn 107
Ede- Wittenberg – Putten
•
Lijn 112
Nunspeet- Elspeet- Wittenberg
•
Lijn 205
Barneveld – Putten – Harderwijk
•
Lijn 109
Apeldoorn – Eerbeek
•
Lijn 201
Apeldoorn – Zwolle
•
Lijn 202/203
Apeldoorn – Zwolle (snel)
Food Valley – Noord Veluwe- Stedendriehoek
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet (Kolibrie) - ‘s avonds en in weekend-
•
Lijn 102
Voorthuizen – Amersfoort
•
Lijn 105
Arnhem – Barneveld (zaterdag vastnet)
•
Lijn 107
Ede – Wittenberg – Putten
•
Lijn 112
Nunspeet- Elspeet – Wittenberg
•
Lijn 205
Barneveld – Putten – Harderwijk (zaterdag vastnet)
•
Lijn 103
Nunspeet- Harderwijk – Barneveld
•
Lijn 104
Harderwijk – Apeldoorn
•
Lijn 107
Ede- Wittenberg – Putten
•
Lijn 112
Nunspeet- Elspeet- Wittenberg
•
Lijn 205
Barneveld – Putten – Harderwijk (niet op zaterdag)
Food Valley – Noord Veluwe- Stedendriehoek
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet (Kolibrie)
- alle dagen van de week_
•
Lijn 87
Nijkerk, Barneveld, Ede
•
Lijn 103
Nijkerk, Putten
•
Lijn 15
Apeldoorn – Twello
•
Lijn 170
Twello – Epe
•
Lijn 171
Twello - Deventer
Food Valley Stadsdienst Ede
Lijn 6: Service bus tussen sociale voorzieningen, woonwijken en 2 stations Wordt vervangen door Kolibrie
Nood-Veluwe Harderwijk: fietsstad, aangevuld met openbaar vervoer
•
Ondanks investeringen in stadslijnen (toegankelijkheid haltes, snellere routes) is het reizigersaantal minimaal;
•
Alle woonwijken liggen op fietsafstand van bestemmingen als station, centrum, bedrijventerreinen, ziekenhuis, etc;
•
Daarom inzetten op Harderwijk als fietsstad: fietsvoorzieningen als flexnet
•
Spitsverbindingen richting station (lijn 1 & 2)
•
Lijn 3 opvangen door opgewaardeerde lijn 103 (betere haltes, fietsenstallingen en frequentie verhoging);
•
Kolibrie als flexnet buiten spits
Knooppunten en infrastructuur Veluwe eerste inventarisatie nader uit te werken in het ontwikkelteam
Voor de Veluwe is er op korte termijn geen probleem met knooppunten, al zijn er bij de verdere implementatie van de ov-visie wel twee nieuwe knooppunten in beeld die qua haalbaarheid en toekomstvastheid nog verder uitgewerkt moeten worden. Beide knooppunten zijn gesitueerd langs de A50. Het betreft een overstappunt ter hoogte van het viaduct A50- N786 tussen Eerbeek en Beekbergen. Realisatie van dit knooppunt maakt een overstap mogelijk van de reguliere verbinding Dieren-Apeldoorn op de snelle verbinding Arnhem-Apeldoorn-(Zwolle). Een vergelijkbaar knooppunt kan worden gerealiseerd op het viaduct van de A50 en de N345 (Apeldoorn-Zutphen). Lokale knooppunten die voor de Veluwe op korte termijn in elk geval aangepast meten worden om goed te kunnen functioneren als lokaal overstappunt (met voldoende fietsenstallingen, een goede wachtruimte en duidelijke reisinfo) zijn: Epe; Heerde centrum; Vaassen-zuid; Wittenberg; Nieuw Milligen; Otterlo. Afhankelijk van de concrete invulling van de ‘pilots’ n projecten uit basismobiliteit dienen deze knooppunten nog te worden aangevuld met parkeerplaatsen, oplaadpunten en overdekte fietsenstallingen. De Veluwe kent weinig knelpunten op de huidige routes van het openbaar vervoer. Het enige knelpunt dat is benoemd, is het binnenrijden van Arnhem via de Apeldoornseweg. Daar waar Syntus de afgelopen periode rijtijdwinst heeft geboekt door doorstromingsmaatregelen in Apeldoorn-Zuid is deze inmiddels alweer bijna verdampt door toenemende congestie in Arnhem. Een oplossing voor doorstromingsmaatregelen op dit wegvak is echter niet op korte termijn beschikbaar vanwege de beperkte ruimte
Stedelijke regio Arnhem - Nijmegen Reizigersprofiel uit Klantenbarometer 2015
Toelichting Stedelijke Regio Arnhem Nijmegen (SRAN)
De stedelijke regio kent met de grote steden Arnhem en Nijmegen twee belangrijke bestemmingspunten. Een groot deel van de reizigers reist dagelijks dan ook binnen de regio. Corridors als Wijchen-Nijmegen, Malden-Nijmegen en Zevenaar-Arnhem kennen grote vervoerspanning. Ook met plaatsen buiten de regio zijn zware vervoerrelaties: Onder meer met Utrecht, Wageningen, Apeldoorn, Den Bosch en Nordrhein-Westfalen (vooral Kleve). De stations van Arnhem en Nijmegen zijn belangrijke knooppunten van openbaar vervoer in de regio. Richting de Randstad en regio Foodvalley rijden rechtstreekse intercity’s. De intercityverbinding met Brabant en Overijssel (IJssellijn) wordt per december 2016 robuust gemaakt door versnelling tussen Arnhem en Nijmegen en extra stoptreinen op het drukke deel van de lijn tussen Wijchen en Zutphen. Naast het intercitynetwerk zorgen regionale treindiensten voor de verbinding tussen stedelijke regio en het achterland van Achterhoek en Rivierenland.
Station Elst fungeert hierbij als poort vanuit Rivierenland. Hiertoe is nabij station Elst in 2016 een grootschalige P&R-voorziening gerealiseerd die er aan bijdraagt dat vanuit Elst de steden Arnhem als Nijmegen goed per OV bereikbaar zijn. Ook in de richting van Limburg wordt de treindienst
(Maaslijn) verbeterd. Medio 2017 start bovendien tussen Arnhem, Zevenaar, Emmerich en Düsseldorf een nieuwe treindienst. Onder de naam Rhein-Ruhr-Express biedt deze elk uur een internationale verbinding. Aansluitend op de treinverbindingen rijden vastnet-busdiensten vanuit de belangrijkste aanvoergebieden snel en rechtstreeks naar de belangrijkste bestemmingsgebieden in Arnhem en Nijmegen. Deze “vastnet-corridors” worden verder opgewaardeerd richting HOV. Er worden goede haltevoorzieningen gecreëerd, waardoor de halteafstand groter kan zijn. Naast de corridors op HOV-niveau rijdt binnen het vastnet ook een aantal lijnen die specifiek zijn toegesneden op het reisgedrag van grote stromen. Dit betreft scholieren, maar ook bijvoorbeeld werknemers van grote bedrijven. Daar waar het vastnet rechtstreeks en frequent verbindt, heeft het “aanvullende vastnet” een wat meer ontsluitende functie. Dit houdt in dat wel een frequente bediening is, maar dat routes, materieel, frequentie en bedieningsperiode afgestemd worden op de reizigersstromen.
Toelichting Stedelijke Regio Arnhem Nijmegen (SRAN)
Stedelijke OV-netwerken zijn belangrijk voor de economische kracht, de bereikbaarheid, leefbaarheid en sociale samenhang van een stad. Het stadsvervoer in Arnhem en Nijmegen vervult een cruciale functie in de stedelijke regio. De invulling van het netwerk hangt daarom nauw samen met het ruimtelijke ordeningsbeleid en het beleid op het gebied van mobiliteit. Dit is onder meer gericht op de concentratie van functies, het terugdringen van autogebruik en het stimuleren van de fiets, maar ook concreet op het doelgroepenvervoer. Er ligt een regionale opgave en taakstelling om mensen uit dit kleinschalige vervoer over te laten stappen op het reguliere OV. Het stadnet van de beide steden kent hierdoor een eigen dynamiek en fasering. Na de zomer worden deze stedelijke netwerken verder uitgewerkt en vindt besluitvorming plaats.
Stedelijke regio Arnhem - Nijmegen
Snel, stabiel en betrouwbaar vastnet – alle dagen van de week met HOV kwaliteit-
•
Lijn 5
Groesbeek- Nijmegen
•
51/352
Wageningen-Renkum-Oosterbeek/Arnhem
•
lijn 58
Nijmegen – Kleve (Emmerich)
•
Lijn 60
Arnhem - Zevenaar
•
12/85/89
Druten- Beuningen-Nijmegen
•
Lijn 83
Gennep – Mook - Nijmegen
•
Lijn 91/231
Arnhem - Apeldoorn
•
Lijn 99
Grave – Wijchen – Nijmegen
•
Lijn 300
Arnhem-Huissen-Bemmel-Nijmegen
•
Lijn 331
Arnhem - Nijmegen
Stedelijke regio Arnhem - Nijmegen
Snel, stabiel en betrouwbaar vastnet – alleen op werkdagen of in spits, aanvullend op HOV-
•
Lijn 14
Arnhem- Els – Nijmegen
•
Lijn 26/27
Arnhem – Doesburg- Doetinchem
•
Lijn 33
Arnhem- Huissen-Doornenbrug-Bemmel- Nijmegen
•
Lijn 36/53
Arnhem –Heteren
•
Lijn 43
Arnhem- Dieren –Apeldoorn
•
Lijn 82
Nijmegen- Nieuw-Milligen a/d Rijn
Stedelijke regio Arnhem - Nijmegen
Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet (Breng Flex)
•
Ooijpolder, met de dorpen Ooij en Leuth;
•
Rijnwaarden, met de dorpen Pannerden, Aert, Herwen, Lobith, Tolkamer en Spijk;
•
Zuid-Betuwe, met de dorpen, Oosterhout, Slijk-Ewijk, Valburg, Zetten, Herveld en Dodewaard;
•
Maas en Waal, met de dorpen Hernen, Bergharen en Batenburg;
•
Liemers, met de dorpen Loil, Angerlo, Giesbeek en Lathum.
Knooppunten en infrastructuur Stedelijke Regio Arnhem Nijmegen eerste inventarisatie nader uit te werken in het ontwikkelteam
Voor de stedelijke regio zijn er geen knelpunten voor het realiseren van overstappen tussen bus-trein of bus-bus. De overstappen die in de visie zijn gewenst, zijn nu al mogelijk. Qua inrichting is er een aantal aandachtspunten die vooral te maken hebben met de capaciteit van fietsenstallingen en (sociale) veiligheid. Geen knelpunten over noodzakelijke aanpassingen in kleine kernen bekend. Alle kernen waar een flexnetoplossing wordt gezien als vervanging voor regulier openbaar vervoer hebben nu al een centrale halte.
Voor de stedelijke regio Arnhem Nijmegen zijn een aantal maatregelen noodzakelijk voor het verder implementeren van de OV-visie: het gaat hierbij om een doorsteek in Aldenhof (Nijmegen) ten behoeve van een versnelling van de route van de sneldienst tussen Arnhem en Nijmegen en het realiseren van doorstromingsmaatregelen op de corridor Druten – Nijmegen en in Beek. In Heteren moet een centrale halte komen voor een reistijdverbetering op de corridor Heteren – Arnhem. In het ontwikkelteam moeten deze projecten verder uitgewerkt worden.