Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie voor vluchtelingen Noodopvanglocatie voor vluchtelingen Ede adres kazernelaan 2, panden 85 en 86 gemeente Ede
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie Het rechtspersoonlijkheid bezittend Centraal Orgaan opvang asielzoekers, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ingesteld bij Wet (Centraal Orgaan opvang asielzoekers, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 mei 2010, Stb. 2010, 203, besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding, Stb. 2010, 886), gevestigd en kantoorhoudende Sir Winston Churchilllaan 366a, 2285 SJ Rijswijk (Postbus 3002, 2280 ME Rijswijk), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer dr. mr. G.J.C.M. (Gerard) Bakker,voorzitter van het bestuur, hierna te noemen: het COA; en de gemeente Ede , op grond van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Ede van 12 oktober 2015 (registratienummer 37820), te dezen ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer C. van der Knaap, hierna te noemen: de gemeente Ede;
in aanmerking nemende dat: • de gemeente Ede bereid is mee te werken aan de opvang van vluchtelingen; • de gemeente Ede bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2015 op verzoek van het COA heeft ingestemd met de vestiging van een noodopvanglocatie, hierna te noemen: noodopvanglocatie vluchtelingen; • deze noodopvanglocatie zal dienen ten behoeve van de centrale tijdelijke noodopvang van vluchtelingen; • het COA en de gemeente Ede een optimaal functioneren van de noodopvanglocatie in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen; • het Faciliteitenbesluit opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing is zijn alsmede eventuele toekomstige wijzigingen van en aanvullingen op dat besluit;
verklaren te zijn overeengekomen: Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. Vreemdeling: een persoon die in de noodopvanglocatie van het COA wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers 1 ; b. Capaciteitsplaatsen: opvangplaatsen in een noodopvanglocatie; c. Noodopvanglocatie: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het COA aan vreemdelingen noodopvang wordt geboden; d. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede.
Hoofdstuk II De noodopvanglocatie Artikel 2 1. Het college stemt in met het gebruik van de noodopvanglocatie in de zin van artikel 1 aanhef en onder b. van deze overeenkomst op het Kazerneterrein Maurits Zuid in de panden 85 en 86 in de gemeente Ede door het COA. 2. Het COA is verantwoordelijk voor het realiseren van de opvanglocatie. De noodopvanglocatie zal onder verantwoordelijkheid van het COA gebruikt worden ten behoeve van de tijdelijke noodopvang van vreemdelingen. Dit in afwachting van plaatsing van deze vreemdelingen in reguliere Opvangcentra, zijnde Proces opvanglocaties of Asielzoekerscentra. De vreemdeling doorloopt daarin zijn of haar asielprocedure. Artikel 3 van de Wet Centraal orgaan opvang asielzoekers luidt als volgt: 1. Het COA is belast met: a. de materiële en immateriële opvang van asielzoekers; b. het plaatsen van asielzoekers in een opvangvoorziening; [...] e. door Onze Minister aan het COA op te dragen andere taken die samenhangen met de opvang van asielzoekers. 2. Onze minister kan het COA taken als bedoeld in het eerste lid opdragen met betrekking tot andere categorieën vreemdelingen. 3. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot verstrekkingen aan asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 3 1. Het COA draagt zorg voor de plaatsing, opvang en begeleiding van de vreemdelingen in de noodopvanglocatie. 2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van de noodopvanglocatie in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen. Het COA zal in het bezit zijn van de daartoe benodigde vergunningen. 3. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en instellingen in de noodopvanglocatie hun taken te laten uitvoeren. Artikel 4. 1. In de noodopvanglocatie zullen maximaal 370 vreemdelingen gelijktijdig worden opgevangen, tot uiterlijk 1 juli 2016. 2. Het COA verstrekt maandelijks of zoveel vaker als de gemeente Ede gewenst acht aan de gemeente Ede een opgave van het aantal vreemdelingen, dat in de daaraan voorafgaande maand in de noodopvanglocatie is opgevangen. Hoofdstuk III De organisatie in de noodopvanglocatie Artikel 5 1. Het COA zal iedere in de noodopvanglocatie verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. 2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel. Artikel 6 1. De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in de noodopvanglocatie en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet. 2. De verantwoordelijkheid voor het eerste- en tweedelijns zorgaanbod heeft het COA contractueel belegd bij de zorgverzekeraar die de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA) uitvoert2 2 . 3. De screening en registratie van de vreemdelingen op gezondheidsaspecten zoals bedoeld in het eerste lid gebeurt door het COA in de aanmeldcentra, zoveel mogelijk voorafgaand aan de plaatsing in de noodopvanglocatie. Voor zover screening en registratie niet vooraf hebben plaatsgevonden, verzorgt het COA deze alsnog op de locatie van de noodopvanglocatie. Pas nadat de screening heeft plaatsgevonden mogen de vreemdelingen het terrein van de noodopvanglocatie verlaten. 4. Het COA maakt tijdig voor de aankomst van de eerste vluchteling in de noodopvanglocatie afspraken over de concretisering van de publieke gezondheidszorg asielzoekers en RZA op de noodopvanglocatie met de betreffende uitvoerders, GGD,en zorgverzekeraar / uitvoerders reguliere zorg voor asielzoekers. Het COA borgt dat partijen hun verantwoordelijkheden op gezondheidsgebied kunnen waarmaken.
Artikel 7 1. Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente Ede, voor de noodopvanglocatie een calamiteitenplan vast waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties in staat te stellen adequaat te handelen. Het plan zal door het COA in de daartoe bestemde gevallen worden gehanteerd. Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg Artikel 8 1. Tot de vestiging van de noodopvanglocatie draagt de gemeente Ede de primaire verantwoordelijkheid voor de communicatie aan haar inwoners. Het COA kan de gemeente hierin ondersteunen, daar waar het zaken op de noodopvanglocatie betreft. Na de vestiging van de noodopvanglocatie in de gemeente draagt het COA, in overleg met de gemeente Ede, zorg voor de informatie aan de inwoners van de gemeente Ede over de noodopvanglocatie, de ontwikkelingen en over de te volgen procedures. Artikel 9
Voor wat betreft de inhoud van het zorgaanbod wordt verwezen naar www.rzasielzoekers.nl
1.
2. 3.
Het COA en de gemeente Ede verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van een ieder die verband houden met de aanwezigheid van de noodopvanglocatie in de gemeente. Op ambtelijk niveau zal er tenminste één keer week, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente Ede. Op bestuurlijk niveau zal er tenminste één keer per kwartaal, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente Ede.
Artikel 10 1. Het COA stelt uiterlijk bij de ingebruikname van de noodopvanglocatie een overlegcommissie in die tot doel heeft de relatie tussen de omwonenden en de noodopvanglocatie goed te laten verlopen. 2. In deze commissie hebben naast het lokale COA-management in ieder geval zitting vertegenwoordigers van de gemeente, van de politie, toezicht, van de door het COA aan te wijzen diensten die in de noodopvanglocatie werkzaam zijn en van de plaatselijke bevolking. De bemensing van de overlegcommissie wordt in overleg met de gemeente bepaald. 3. De overlegcommissie zal in de noodopvanglocatie bijeenkomen. De vergaderkosten zijn voor rekening van het COA. Het COA is belast met het voorzitterschap van deze commissie. 4. Het COA coördineert, in samenwerking met het Rode Kruis, burgerinitiatieven ten behoeve van de vreemdelingen die in de noodopvanglocatie verblijven. Het COA draagt er zorg voor dat het Rode Kruis hierin samenwerkt met lokale instellingen en partijen. Hoofdstuk V Financiële bepalingen Artikel 11 1. Het COA vergoedt aan de gemeente Ede de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van voorlichting en communicatie. De kosten met betrekking tot het Opvangcentrum en, op verzoek van de gemeente Ede, de subsidiëring van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten behoeve van de noodopvanglocatie worden eveneens door het COA vergoed aan de gemeente Ede. 2. Indien door vestiging van de noodopvanglocatie voor de gemeente Ede extra kosten ontstaan, voorziet het Faciliteitenbesluit Opvangcentra in de betaling hierin. In het Faciliteitenbesluit Opvangcentra is onder meer opgenomen dat gemeenten een bijdrage ontvangen voor de huisvestingskosten die gemaakt worden om kinderen basisonderwijs te bieden. De vergoeding hiervoor bedraagt € 18,15 per per persoon per maand. Worden er door de gemeente Ede in verband met de vestiging extra kosten gemaakt die het via het Faciliteitenbesluit Opvangcentra toegekende bedrag overschrijden, dan kan het COA, met inachtneming van artikel 8 van het Faciliteitenbesluit Opvangcentra, en onder goedkeuring van de Minister van Vreemdelingzaken en Integratie op verzoek van de gemeente Ede een hogere uitkering verstrekken. De hogere uitkering vindt plaats indien de extra kosten die de gemeente Ede maakt het toegekende bedrag in een zodanige mate overtreffen, dat het niet redelijk is die hogere kosten voor de gemeente Ede te laten. 3. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 5 van het Faciliteitenbesluit Opvangcentra vangt aan op de datum dat de noodopvanglocatie voor bewoning in gebruik wordt genomen. Hoofdstuk VI Overige bepalingen Artikel 12 1. 2. 3. 4.
Het vervoer van vreemdelingen van en naar de noodopvanglocatie wordt verzorgd door het COA. De eerste vreemdelingen arriveren niet dan nadat daarover overeenstemming bestaat met de gemeente Ede. Het door het COA te gebruiken gebied binnen de locatie Kazerneterreinen wordt door het COA afgebakend met hekwerken. De beveiliging op het terrein van de noodopvanglocatie en van de directe omgeving van het terrein wordt verzorgd door het COA.
Artikel 13 Het COA bevordert, dat de diensten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder zijn zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente Ede en de regio worden aangetrokken voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds in dienst van het COA. Werving van personeel zal geschieden in overleg met de gemeente Ede.
Hoofdstuk VII Duur van de overeenkomst Artikel 14 De overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 19 oktober 2015 tot ljuli 2016.
Hoofdstuk VIII Slotbepaling Artikel 15 In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt overleg plaats tussen de gemeente Ede en I COA.
Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Ede, d.d. 27 oktober 2015, nr. 38410 Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Rijswijk,
Voorzitter van het bestuur G.J.C.M. (Gerard) Bakker