Bestemmingsplan Houten Centrum
Nota Zienswijzen (gewijzigd)
Bestemmingsplan Houten Centrum
Nota Zienswijzen (gewijzigd)
Houten Behoort bij raadsbesluit dd. 26 september 2006
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
2
INHOUD 1
Inleiding
4
2
Zienswijzen
5
1.
VastNed Management BV namens VastNed Retail NV en Onderdoor BV, Postbus 4444, 3006 AK Rotterdam
5
2.
VastNed Management BV en Altera Vastgoed N.V. namens Het Rond Houten B.V., Postbus 4444, 3006 AK Rotterdam
7
3.
bbn adviseurs, Postbus 94, 3990 DB Houten
9
4.
Cofra Amsterdam BV namens Administratiekantoor Fondsen Unie BV, Postbus 7908, 1008 AC Amsterdam
10
5.
ProRail Infraprojecten, Postbus 2038, 3500 GA Utrecht
11
6.
Mw. L. Nieboer, Kamillehof 32, 3991 GZ Houten
11
7.
Fam. N. Padding, Stationserf 27, 3991 KX Houten
12
8.
Dhr. J. Szyszka, Stationserf 6, 3991 KZ Houten
13
9.
Milieu Werkgroep Houten, Schuilhoeve 26, 3992 ND Houten
14
10.
O.b.s. De Regenboog, mede namens de Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Houten, De Slinger 3, 3995 DE Houten
14
11.
De Waal Beheer o.g. Utrecht b.v., Mississippidreef 95, 3565 CE Utrecht
16
12.
Brevis Holding b.v., Postbus 71828, 1008 EA Amsterdam
16
3
Verslag hoorzitting 17 mei 2006
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
18
3
1
Inleiding
In het kader van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft het ontwerpbestemmingsplan Houten Centrum vanaf donderdag 9 maart 2006 voor zes weken ter inzage gelegen (tot en met 19 april 2006). Bovendien is op 23 maart 2006 een inloopavond gehouden waarop belangstellenden een nadere toelichting op hun perceel konden krijgen. Tijdens de genoemde termijn van terinzagelegging was het voor een ieder mogelijk om schriftelijk of mondeling een zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan in te dienen. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht geldt een bezwaar- of beroepsschrift als tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. In totaal zijn er in deze periode 12 personen/instanties die tijdig een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan hebben aangedragen. Diegenen die een zienswijze hebben ingediend, is de mogelijkheid geboden om op woensdag 17 mei 2006, middels hoorzitting, de door hen ingediende zienswijze ten overstaan van de verantwoordelijke wethouder mondeling toe te lichten. Van deze hoorzitting is een verslag opgesteld. Deze nota bevat de gemeentelijke beantwoording van de (schriftelijke) zienswijzen, die in het kader van het ontwerpbestemmingsplan zijn binnengekomen. Het verslag van de hoorzitting maakt tevens onderdeel uit van de nota. In de nota is met behulp van een kolommenstructuur de zienswijze samengevat, waarna in de naastgelegen kolom de bijbehorende reactie van het gemeentebestuur wordt gegeven. De eerste rij en kolom worden gebruikt om de instelling of persoon die de zienswijze heeft ingediend te vermelden en om de zienswijze te voorzien van een nummering. Wanneer zienswijzen dezelfde strekking hebben wordt volstaan met een verwijzing naar een nummering waar de reactie van het gemeentebestuur terug te lezen is.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
4
Nr. 1
1.1
1.2
Zienswijze VastNed Management BV namens VastNed Retail NV en Onderdoor BV Postbus 4444 3006 AK Rotterdam Reclamant is van mening dat met de bestemming “Uit te werken Centrumdoeleinden - 2 (UC2)” het huidige gebruik en de huidige bebouwing van het pand Onderdoor 3-13 (beter bekend onder de naam ‘de Spoorhaag’) worden wegbestemd. Gelet op het feit dat er nog geen voornemens zijn om binnen de planperiode van 10 jaar veranderingen aan te brengen is reclamant van mening dat het bestaande legale gebruik en de bestaande legale bebouwing als zodanig moeten worden bestemd.
Reclamant merkt op dat de economische haalbaarheid voor de herstructurering van het gebied rond de Spoorhaag nog zeer onduidelijk is en instandhouding van het huidige gebouw met een uitbreiding zoals op de
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
Reactie gemeente Gedateerd 19-04-06 Ingekomen 19-04-06 Ontvankelijk Er is gebleken dat het pand ‘de Spoorhaag’ per 1 mei 2006 is overgegaan in de handen van Vastned Retail N.V. Zoals de reclamant terecht veronderstelt komen het bestaande gebouw en gebruik onder het overgangsrecht te vallen. Dit houdt in dat de overgangsrechtelijke bepalingen van kracht worden, wat weer betekent dat de bestaande bouwwerken en de gebruiksvormen mogen blijven bestaan. Daarbij wordt opgemerkt dat het huidige gebruik past binnen de uit te werken bestemming. Op grond van de uitwerking wordt de mogelijkheid geboden om het betreffende gebruik en de bebouwing op de betreffende gronden te verruimen. Daarmee hoopt de gemeente voldoende stimulans te bieden om binnen de periode van 10 jaar tot herontwikkeling van dit deel van het centrumgebied aan het Onderdoor te komen. De bestemming dient eerst te worden uitgewerkt voor er mag worden gebouwd. De gemeente wil dit doen in samenwerking met private partijen, waaronder eventueel huidige eigenaren in het gebied. Aan de oostzijde van de Spoorhaag heeft de gemeente de ambitie om een goede verbinding/looproute tussen het noordelijk en (toekomstig) zuidelijk deel van het winkelcentrum tot stand te brengen. Naar aanleiding van de zienswijze en de hoorzitting is wel besloten de eerder aangegeven strook van 5 m met de bestemming verblijfsdoeleinden te laten vervallen. In plaats hiervan is de strook ten behoeve van een goede verbinding/looproute ondergebracht in de opgerekte) uit te werken bestemming (UC2), zodat bij initiatieven integraal uitwerking gegeven kan worden aan bebouwing en openbare ruimte. In de uitwerkingsregels bij deze bestemming is een doorgang van ten minste 5 meter vastgelegd. Daarnaast is de toelichting, in zoverre deze te eenzijdig sprak over sloop van het bestaande gebouw, hierop aangepast. (pag. 32/33 in de toelichting van het bestemmingsplan) De door reclamant gevraagd ruimte wordt geboden door de uit te werken bestemming, zeker na aanpassing zoals beschreven bij het vorige punt. 5
plankaart vermeld tot de mogelijkheden behoort. In die variant is een verbreding van de doorsteek van de Vershof realistischer aan de zijde van de Vershof zelf. Het bestemmingsplan moet aan beide varianten (nieuwbouw of uitbreiding bestaande bebouwing) ruimte bieden.
1.3
De op de plankaart aangeduide ‘toegang tot het perron’ is niet mogelijk zolang de Spoorhaag gehandhaafd blijft.
1.4
Het achterterrein van het pand Onderdoor 3-13 is ingericht als bevoorradingshof en parkeergelegenheid (eigen terrein). Dit terrein dient in elke variant goed bereikbaar te blijven.
1.5
Het is de reclamant onduidelijk of spoorverdubbeling en geluidscherm invloed hebben op het bestaande pand aan ‘de Spoorhaag’ en of dit als zodanig gehandhaafd kan blijven. Indien de spoorverdubbeling extra overlast of geluidshinder voor het pand oplevert wordt ook hiertegen bezwaar gemaakt.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
Gemeente is wel van mening dat het alleen mogelijk is om een overtuigende verbinding tussen het noordelijk en zuidelijk winkelcentrum tot stand te brengen door ontwikkeling van de Spoorgaard met de bestemming UC2. Het betrekken van de Vershofzijde ten behoeve van de onderdoorgang is in haar ogen niet realistisch (qua haalbaarheid). Bovendien is deze variant in de ontwerpfase van het bestemmingsplan niet aan de orde geweest in het overleg met belanghebbenden. De perrontoegangen komen alleen in beeld indien er, in het kader van een wijziging van de functie van het station Houten, zij-perrons zouden worden gerealiseerd. Dit is een optie voor de toekomst, maar vooralsnog zit deze variant niet in de plannen van ProRail. Mocht uiteindelijk toch gekozen worden voor deze variant, dan moeten deze (voor alle publiek toegankelijke) opgangen mogelijk worden. Om die reden is de reservering voor de opgangen opgenomen in het bestemmingsplan. De exacte situering van de toegangen staat echter nog niet vast. Mocht blijken dat er perrontoegangen op de aangeduide plekken moeten komen en eigendommen van VastNed blijken nodig ten behoeve van de realisering, dan zal te zijner tijd tot afspraken gekomen moeten worden. De aanduidingen ‘toegang tot het perron’ geven overigens slechts bij benadering de plaats van de mogelijke perrontoegangen aan. De exacte locaties zijn nog niet bekend. In de voorschiften is om die reden ook aangegeven dat de toegangen ‘ter hoogte van’ de aanduidingen komen en niet ‘ter plekke van’. Wordt kennis van genomen. Valt buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan. Komt aan de orde bij verdere uitwerking van plannen. De gemeente heeft als doel de bereikbaarheid en verkeersafwikkeling in het hele centrum zo optimaal mogelijk te houden tijdens en na realisatie van de plannen voor het centrum. De spoorverdubbeling zal plaatsvinden in combinatie met handhaving van het huidige gebouw. Uiteraard zal de directe omgeving van het gebouw hierdoor wijzigen. Van belang is dat de hoge geluidsschermen (6,5 meter) langs de toekomstige buitenste sporen worden gerealiseerd tot voorbij het kantoorgedeelte van het gebouw Spoorgaard, waardoor de geluidsbelasting aanzienlijk zal afnemen. Naar de aspecten geluid, trillingen en veiligheid zijn door ProRail en gemeente onderzoeken verricht, waarvan de conclusies in het 6
2
2.1
2.1A
2.1B
VastNed Management BV en Altera Vastgoed N.V. namens Het Rond Houten B.V. Postbus 4444 3006 AK Rotterdam Reclamant verwijst naar zijn reacties op het voorontwerp, deze moeten tevens als zienswijze beschouwd worden. De inspraakreacties zijn onder 2.1A t/m 2.1F opgenomen
bestemmingsplan zijn opgenomen. De gevolgen in termen van overlast en hinder zijn binnen de kaders van de WRO geen belemmering gebleken voor de gekozen bestemmingstoedeling, resp. kunnen door maatregelen voldoende worden beheerst. Indien er vanwege de spoorverdubbeling aanpassingen aan het gebouw noodzakelijk zijn of reclamant zich nader op de hoogte wil stellen van eventuele gevolgen, is ProRail hiervoor de aanspreekbare partij. Gedateerd 19-04-06 Ingekomen 20-04-06 Ontvankelijk
Gemeente wijst erop dat haar standpunt in veel gevallen ongewijzigd is gebleven. Waar nodig is de reactie onder 2.1A t/m 2.1F aangevuld. Het standpunt ten aanzien van de ontsluitingsstructuur voor autoverkeer is inmiddels vastgelegd in een raadsbesluit waarmee de zgn. knip wordt ingevoerd. Gevreesd wordt voor de barrièrewerking van de geplande waterpartij aan het Alle bruggen passen in logische fiets-, loop- en winkelroutes. Op de Onderdoor. De geplande bruggen moeten voldoende breed zijn en brug voor De Spil is ruimte gemaakt voor een loopzone van aansluiten op commerciële looproutes zodat de aansluiting op het bestaande (inmiddels) 6,5 meter breed, een fietspad van 3,5 meter breed en een winkelcentrum en het nieuw geplande winkelcentrum optimaal is. De brug loopstrook van 2 meter breed. Dit sluit aan op de breedte van de nabij de hoofdingang de Spil moet aanzienlijk worden verbreed in oostelijke aansluitende routes. richting om een goede en veilige aansluiting te krijgen op het Rond. Dit geldt De brug over de watergang tussen de entree van de AH en de ook voor de brug voor de ingang van het bestaande winkelcentrum aan het doorgang tussen de Vershof en het gebouw Spoorhaag is even breed Onderdoor en in het verlengde liggen van de winkelpassage/entree als de toekomstige breedte van genoemde doorgang: 5 meter. Door binnen de bestemming Verblijfsdoeleinden de aanduiding ‘brug’ (Vastned, 16 juni 2005). over het water ter hoogte van de Spoorhaag recht te trekken wordt de plankaart hierop aangepast. Met deze breedten zal naar de mening van de gemeente geen sprake zijn van barrièrewerking. Door het aanleggen van de Noordelijke en Zuidelijke tunnel verbetert de De indeling in verkeersdoeleinden en verblijfsdoeleinden is gebaseerd doorbloeding van het winkelcentrum. Na realisatie zouden de Slinger, het op de laatst genomen besluiten van de gemeenteraad inzake de Kant en de Randhoeve toegankelijk zijn voor autoverkeer. Ter plaatse is verkeersstructuur in het centrum (september 2005). Deze leiden tot echter verblijfsgebied aangegeven. Dat zou gewijzigd moeten worden in een (in de toekomst) volledige knip tussen het noordelijk en zuidelijk verkeersdoeleinden. De Noordertunnel sluit door de verplaatsing niet meer gedeelte van het centrum. De gemeente is van mening dat door dit aan op de parkeergarage boven de C1000. Hierdoor is de bereikbaarheid besluit wordt voorzien in een essentiële voorwaarde om tot een vanuit Houten-Zuid verminderd (Vastned, 16 juni 2005). aantrekkelijk verblijfsmilieu en dito winkelcentrum te komen. Daarbij komt dat de knip een onmisbare bijdrage levert aan het bereiken van een aanvaardbare luchtkwaliteit in het centrum. Zonder de knip zou
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
7
het bestemmingsplan op het punt van luchtkwaliteit niet aan de geldende regelgeving voldoen en zou derhalve de ontwikkeling van het centrum onzeker zijn geworden. Door de geplande verkeersmaatregelen treedt geen verslechtering op van de luchtkwaliteit en wordt voldaan aan het Besluit luchtkwaliteit. De nieuwe ligging van de noordelijke onderdoorgang is voortgekomen uit de gewijzigde inpassing van de spoorverbreding in het centrum. Bij de uitwerking van het kwadrant waarin ook de C1000 zich bevindt (bestemming UC2) zal voor autoverkeer een goede verbinding tussen de noordelijke doorgang en de parkeergarage tot stand gebracht moeten worden. Het realiseren van de verbinding tussen de noordelijke onderdoorgang en de parkeergarage is als uitwerkingsregel toegevoegd binnen de bestemming UC2. Het besluit over ‘de Knip’ betekent dat de parkeergarage aan de Spoorhaag straks vanaf de Noordelijke Rondweg bereikbaar zal zijn, zowel aan de oostzijde als vanaf de westzijde van de spoorbaan. Binnen de uitwerkingsregels is het mogelijk om rooilijnen aan te passen en is onder meer toevoeging van detailhandel mogelijk. Alvorens over te gaan tot het aanpassen van bestaande rooilijnen zal er een (ontwerp van) uitwerkingsplan moeten zijn opgesteld, zie art. 6.5 van de voorschriften. Zie ook beantwoording van de ingediende zienswijze, 2.2
2.1C
Een optimale bereikbaarheid van de parkeergarage zal gegarandeerd moeten worden (Vastned, 16 juni 2005).
2.1D
Er bestaat behoefte aan een trekker aan het einde van de Spoorhaag nabij het Achterom. Mede als gevolg hiervan zal de zichtlijn vanuit de Spoorhaag richting Achterom geoptimaliseerd moeten worden. Daarom zullen bestaande en geplande rooilijnen en bestemmingen aangepast moeten worden. Voor plandeel A dienen ook andere mogelijkheden, zoals het verbreden van de doorgang tussen Spoorhaag en Vershof en het gelijk trekken van de rooilijn van de huidige vestiging van de orthodontist met de rooilijn van de Vershof, onderzocht te worden. De zichtbaarheid van de C1000 moet daarbij acceptabel blijven. Voor Plandeel B is uitbreiding aan de achterzijde van de C1000 gewenst. Ook de zichtlijn vanuit de kruising Spoorhaag/De Raat naar het einde Spoorhaag/Achterom moet worden verbeterd. De rooilijn van de panden Spoorhaag 136 t/m 142 zal iets naar voren moeten worden gebracht. De rooilijn bij het tegenoverliggende blok zal hiertoe iets moeten worden teruggelegd. De voorkeur gaat uit naar een parallelle winkelstraat i.p.v. een pleintje. Op de begane grond en aansluitend naast de Scapino op de 1e verdieping zou winkeluitbreiding mogelijk moeten zijn. Het laden en lossen voor bestaande winkels en nieuwe winkels moet worden Bij de verdere planuitwerking zal hiermee rekening worden gehouden. gegarandeerd. Dit kan door o.m. het handhaven van (een deel) van de parallelle (expeditie)straat parallel aan het spoor (bg-niveau). De
2.1E
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
8
2.1F
2.2
3
3.1
bereikbaarheid van de parkeergarage boven de C1000 voor Houten-Noord moet logisch, goed bereikbaar en toegankelijk blijven. De optie om deze parkeergarage op de verdieping uit te breiden en de toegang richting Achterom te verplaatsen moet mogelijk zijn in het bestemmingsplan. Tevens moet een verruiming van UC2-/19 planuitwerking tot aan het Achterom mogelijk zijn.
De uitbreiding van de parkeergarage op de verdieping is mogelijk binnen het bestemmingsplan. N.a.v. het antwoord op blz. 15 van de inspraaknota wordt tevens opgemerkt dat het plan waar in dat antwoord op wordt gewezen niet is ingediend. Reclamant kan zich niet vinden in de visie van de gemeente over de In de ingediende zienswijze gaat reclamant nogmaals in op de optimalisering van de noord- (C1000) Zuid-(Albert-Heijn)verbinding. gewenste verbetering van de verbinding tussen het noordelijk en Tevens wil reclamant in de toekomst de ruimte van de orthodontist aan de zuidelijk deel van het winkelcentrum. De wenselijkheid daarvan staat Spoorhaag 7 deels uitbouwen, dit is niet mogelijk op basis van het niet ter discussie, maar wij zien in de gevraagde extra bebouwing in de ontwerpbestemmingsplan. hoek tussen Spoorhaag en Vershof juist een verslechtering van deze Derhalve is reclamant het oneens met de aanduiding ‘wijzigingsbevoegdheid verbinding, vanwege een verder verlies van overzichtelijkheid en naar verblijfsdoeleinden’ op het blok Vershof/Orthodontist en de bestemming oriëntatie. Er zij op gewezen dat in zijn reactie namens Vastned Retail Centrumdoeleinden 2 – C2, zoals deze op de plankaart zijn weergegeven. N.V., Vastned Management B.V. aandringt op verbreding van de doorsteek aan de zijde van de Vershof. De gemeente blijft bij het uitgangspunt van het Masterplan, namelijk dat het vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is de bestaande inspringende hoek zodanig op te heffen dat een verruiming in de onbebouwde ruimte ontstaat. bbn adviseurs Gedateerd 19-04-06 Postbus 94 Ingekomen 19-04-06 3990 DB Houten Ontvankelijk Reclamant vraagt de gemeente af te zien van de verhoging van het Zoals al bij het voorontwerp bestemmingsplan geantwoord, vormt de spoortracé met 1,80 meter, zie voorontwerpreactie. verhoging van de spoorbaan met 1,80 meter (ter plaatse van het Onderdoor) een essentieel onderdeel om een hogere ruimtelijke kwaliteit in het centrum te bereiken. De spoorverhoging leidt niet alleen tot meer doorzicht en minder hoogteverschillen in het Onderdoor, maar ook tot extra te gebruiken ruimte aan weerszijden van het Onderdoor, onder de sporen. Door in deze ruimte gebruiksfuncties onder te brengen wordt voorkomen dat de spoorbaan op dichte, gesloten wanden komt te rusten. Aan de zuidzijde is het mogelijk geworden het fietstransferium te realiseren voor het stallen van minimaal 2200 fietsen. Zonder fietstransferium zouden deze fietsen in de openbare ruimte gestald moeten worden, of ten koste van andere functies in een gebouwde voorziening. De spoorverhoging geeft kortom een enorme impuls aan verbetering van het openbaar gebied in het centrum Bij de vaststelling van de Structuurvisie Houten Centrum heeft de
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
9
3.2
3.3
3.4
3.5
4
4.1 4.2
4.3
gemeenteraad al in 2001 besloten tot de spoorverhoging. Met het vaststellen van het Masterplan Houten Centrum in 2003 is nog eens bevestigd dat de spoorverhoging een centraal onderdeel is van de voorwaarden voor de gewenste centrumuitbreiding en –vernieuwing. De recente aanpassing van de spoorplannen, met twee spoorviaducten over de volle lengte van het station, betekent dat nu maximaal gebruik gemaakt kan worden van de voordelen van de spoorophoging. Reclamant stelt dat transparantie van het geluidsscherm aan de westzijde Aan de westzijde is een scherm voorzien van 4 meter hoog, op een van groot belang is voor de werksituatie in het pand en pleit derhalve voor talud. Wat betreft de vormgeving is gekozen voor een dichte begroeide een transparante constructie, met als voorwaarde dat dit niet leidt tot een strook van 2 meter hoog, met daarboven een transparante (glas)strook verhoging van het spoorweglawaai. van nog eens 2 meter. Reclamant wil weten of de weerkaatsing van het geluid door het Alhoewel dit punt geen directe relatie heeft met de regelingen in geluidscherm aan de westzijde, door het vervallen van het oostelijke scherm bestemmingsplan merken wij hierbij op dat de schermen enigszins zal leiden tot een toename van de geluidsoverlast. schuin geplaatst zullen worden (naar binnen hellend). Een belangrijke reden hiervoor is dat dit het opgevangen geluid terugkaatst ‘in de baan’. Reclamant verzoekt de verhoogde betonnen keerwand vriendelijk af te De uiterlijke vormgeving van keerwanden en geluidsschermen valt werken. buiten de reikwijdte van een bestemmingsplan, maar is wel onderwerp van overleg tussen gemeente en ProRail. Inmiddels is vastgelegd dat keerwanden met een hoogte van 1 meter of meer worden voorzien van roosters, die kunnen worden gecombineerd met beplanting, zodat een vriendelijk aanzicht ontstaat. Reclamant verzoekt de gemeente de verkeersafwikkeling zo te ontwerpen Wordt kennis van genomen. Opmerking valt buiten de reikwijdte van dat zijn pand zowel voor bezoekers als voor werknemers goed bereikbaar is het bestemmingsplan. In het kader van de uitvoering van de en blijft. centrumplannen wordt veel aandacht gegeven aan het zoveel mogelijk handhaven van de bereikbaarheid van bestaande functies in het gebied. Cofra Amsterdam BV namens Administratiekantoor Fondsen Unie BV Gedateerd 18-04-06 Postbus 7908 Ingekomen 19-04-06 1008 AC Amsterdam Ontvankelijk Reclamant is het niet eens met de verhoging van het spoortracé met 1,80 Zie antwoord bij 3.1 meter Reclamant stelt dat transparantie van het geluidsscherm van groot belang is. Zie antwoord bij 3.2 Een dichte constructie legt veel schaduw op zijn pand (de Molen 100), hetgeen een benauwd gevoel zal geven aan de gebruikers van het pand. Reclamant vreest dat de weerkaatsing van het geluid door het scherm aan Zie antwoord bij 3.3 de westzijde en het vervallen van het scherm aan de oostzijde zal leiden tot een toename van de geluidsoverlast.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
10
4.4
Reclamant wil gecompenseerd worden voor de 15 tot 20 parkeerplaatsen die tijdens de werkzaamheden voor de spoorverdubbeling niet gebruikt kunnen worden.
5
ProRail Infraprojecten Postbus 2038 3500 GA Utrecht Reclamant is van mening dat een gebouw op de kop van de Randhoeve met gebruiksmogelijkheden boven het spoor, zoals mogelijk wordt gemaakt middels de wijzigingsbevoegdheid in artikel 17 lid 4, uit overwegingen van externe veiligheid niet gewenst is. ProRail mist de afweging in het plan over de bijzondere risicomerites van een dergelijke overbouwing en verzoekt de gemeente dit onderdeel uit het ontwerpbestemmingsplan te schrappen
5.1
6
6.1
Mevrouw L. Nieboer Kamillehof 32 3991 GZ Houten Locatie de Regenboog zou niet mogen worden aangeduid als ‘Centrum’
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
Indien het gaat om het (tijdelijk) vervallen van parkeerplaatsen op eigen terrein is dit een zaak tussen eigenaar en initiatiefnemer (ProRail). Voor gebruik of uitbreiding van openbare parkeergelegenheid tijdens werkzaamheden dient toestemming bij de gemeente te worden gevraagd. Gedateerd 18-04-06 Ingekomen 19-04-06 Ontvankelijk Bedoelde wijzingsbevoegdheid is gericht op het mogelijk maken van een gebouw boven de spoorbaan (‘overkluizing’) waarin functies uit de uit te werken bestemming Centrumdoeleinden 2 kunnen worden ondergebracht. In het kader van de voorbereiding van onderhavig bestemmingsplan heeft de gemeente een risicoanalyse laten uitvoeren naar de externe veiligheid van de toekomstige situatie in het centrum, met name in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorbaan (DHV, december 2004). Geconcludeerd is dat de externe veiligheid geen beperking oplevert voor de gewenste ontwikkelingen in het centrumgebied. De geprojecteerde overkluizing is in de beoordeling expliciet betrokken, in de vorm van een beschouwing die het verschil aangeeft tussen een overkluizing met kantoren op 10 meter boven het spoor en een kantoorgebouw op 10 meter afstand van het spoor. Voor overbouwingen zijn geen rekenmodellen beschikbaar, maar de (kwalitatieve) risicoanalyse heeft geen aanleiding gegeven om de gewenste ontwikkeling niet op te nemen in het bestemmingsplan. Bij benutting van deze bouwmogelijkheid zal extra gelet moeten worden op bouwconstructieve en veiligheidseisen. De wijzigingsprocedure biedt nog de mogelijkheid tot een nadere afweging van standpunten en inpassing van eisen, eventueel in het licht van nieuwe gegevens. Gedateerd 17-04-06 Ingekomen 18-04-06 Ontvankelijk Het opnemen van de locatie van de Regenboog als verdichtingslocatie past in het beleid om in het centrum tot intensiever en meer gemengd gebruik van de ruimte te komen. De uitvoering van het Masterplan, i.c. de ontwikkelingen aan De Slinger en rond het station maken duidelijk dat deze locatie straks gesitueerd is aan een belangrijk nieuw ‘brandpunt’ van centrumactiviteiten en gezien de huidige lage 11
6.2
Door de geplande voorzieningen zal de verkeersintensiteit op de Slinger toenemen en zal de verkeersveiligheid (met name voor fietsende schoolkinderen) afnemen. Dit is niet wenselijk.
6.3
De toegestane hoogte in het bestemmingsplan leidt tot een sociaal onveilig gebied langs het doorgaande fietspad de Slinger.
6.4
In het bestemmingsplan is geen bufferzone opgenomen achter de woningen (oneven nummers) aan de Kamillehof. Hiermee wordt het leef/woongenot aangetast.
7
Familie N. Padding Stationserf 27 3991 KX Houten Reclamanten maken bezwaar tegen de hoogte tot maximaal 18 meter van het appartementencomplex op de locatie Stationserf. De hoogte past niet bij de hoogte in de wijk de Erven, waar de woningen niet hoger zijn dan ca. 7 meter.
7.1
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
bebouwingsdichtheid kan de locatie een bijdrage gaan leveren aan verdere versterking van het centrum. In de uit te werken bestemming wonen en gemengde doeleinden (art. 12) zijn daarom centrumgerelateerde doeleinden mogelijk gemaakt. Na uitvoering van de verkeersknip tussen het noordelijk en zuidelijk deel van het centrum betreft het hier geen doorgaande route meer voor autoverkeer. Van de Zuidtunnel zal dan alleen verkeer gebruik maken met herkomst/bestemming in het kwadrant Slinger. Het bestemmingsverkeer (incl. per etmaal 250 à 300 bussen in relatie tot het busstation) zal slechts met lage snelheden gebruik maken van Zuidtunnel en Slinger, waarbij het fietsverkeer hiervan volledig gescheiden zal worden. Er wordt bovendien veel aandacht geschonken aan veilige fietsoversteken. Een belangrijke reden van de opgenomen bebouwingsmogelijkheden is dat de toevoeging van woningen direct aan het busplein leidt tot meer sociale controle en een meer beschutte omgeving. De huidige situatie op de locatie van de school betekent in de avond- en nachtelijke uren juist een gebrek aan sociale controle. Van de voorgenomen inrichting van de openbare ruimte mag ook een belangrijke verbetering van de sociale veiligheid worden verwacht. Het beeld dat de route vanaf Weerwolfseind/Het Kant donker en onbewoond zou zijn is niet juist; achter het gemeentehuis, aan het Kant en aan het Onderdoor bevinden zich al appartementengebouwen. Woningen op de Regenbooglocatie zouden een belangrijke verdere bijdrage aan het veiligheidsgevoel geven. In de zone achter de woningen van de Kamillehof is de bouwhoogte bewust beperkt tot max. 7 meter, waarbij wordt gedacht aan 2-laagse patiowoningen. De inpassing in relatie tot de achterzijde van de woningen aan de Kamillehof zal aan de orde komen bij een toekomstig uitwerkingsplan, welke een openbare procedure moet doorlopen. De afscherming tussen bestaande en nieuwe woningen zal daarbij een belangrijk aandachtspunt zijn. Gedateerd 15-04-06 Ingekomen 18-04-06 Ontvankelijk De proefverkaveling heeft ter inzage gelegen. De reacties zijn beantwoord. De verkaveling inclusief de inspraaknota is in de gemeenteraad van december 2005 vastgesteld. Die vastgestelde proefverkaveling is opgenomen in het bestemmingsplan Houten 12
7.2
Reclamanten maken tevens bezwaar tegen de aanleg en met name tegen de situering van de parkeerplaatsen. Reclamant vraagt om bij het plannen van de gebouwen en het situeren van parkeerplaatsen het groen zoveel mogelijk te ontzien en de bestaande bomenrij vrij van parkeerde auto’s te houden.
8
De heer J. Szyszka Stationserf 6 3991 KZ Houten Reclamanten maken bezwaar tegen de hoogte tot maximaal 18 meter van het appartementencomplex op de locatie Stationserf. Reclamant maakt tevens bezwaar tegen de aanleg en met name tegen de situering van de parkeerplaatsen. Reclamant vraagt om bij het situeren van
8.1 8.2
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
Centrum. Destijds is op soortgelijke bezwaren reeds het volgende antwoord gegeven: Op 8 november jl. heeft de raad besloten door te gaan met de gebiedsontwikkeling waaronder de realisatie van 36 (zorg)woningen. Dat aantal is als uitgangspunt gehanteerd. Bij de vormgeving van het appartementencomplex is rekening gehouden met een acceptabele afstand tot de bestaande bebouwing en de grootst mogelijke afstand tussen het hoogste deel van het complex en de bestaande bebouwing. Vandaar dat is gekozen voor een piramidevorm. Het appartementencomplex is op het hoogste punt ongeveer 18 meter hoog. De gebouwen in de directe omgeving gelegen aan het spoor en de Koppeling (zoals het Maetisgebouw) zijn kantoorpanden met een grotere verdiepingshoogte. Die gebouwen zijn met vier bouwlagen gemiddeld 16 meter hoog. Bij aanpassing van de verkaveling is één travee, een kolom appartementen van de noordelijke vleugel gehaald. Daarmee zijn er 3 appartementen verdwenen en komt het totale aantal op 33. Om enigszins tegemoet te komen aan de wens van omwonenden het appartementencomplex te verkleinen is er niet voor gekozen deze drie appartementen op een andere manier in het gebouw terug te brengen, b.v. boven op de noordelijke vleugel. De gangbare norm van 1,4 parkeerplaats per woning is toegepast. Het aantal benodigde parkeerplaatsen komt op 46 ten behoeve van het appartementencomplex en 7 ten behoeve van het Oude stationsgebouw. Bij de situering is, mede op verzoek van omwonenden ook gekeken naar de afstand tot de aanwezige bomen. Gezien het beoogde gebruik van het appartementencomplex (12 tot 14 woningen worden gebruikt als woning voor mensen met een verstandelijke beperking) zullen niet alle parkeerplaatsen direct worden aangelegd. Een aantal (7 stuks) zijn aangewezen als ‘reserveplekken’ die in de toekomst indien nodig kunnen worden aangelegd. Gedateerd 12-04-06 Ingekomen 13-04-06 Ontvankelijk Zie antwoord bij 7.1 Zie antwoord bij 7.2
13
9
9.1
9.2
10
10.1
10.1A
parkeerplaatsen het groen zoveel mogelijk te ontzien en de bestaande bomenrij vrij van parkeerde auto’s te houden. Milieu Werkgroep Houten (secretaris) Schuilhoeve 26 3992 ND Houten Reclamant is zeer content met de overbrugging van de Rondweg langs het spoor, zodat in de toekomst een directe aansluiting voor fietsers en wandelaars naar bos Nieuw Wulven kan ontstaan. De MHW pleit ervoor om in de projectbegrotingen voor het centrumplan voldoende middelen vrij te maken voor het realiseren van deze verbinding.
Gedateerd 12-04-06 Ingekomen 18-04-06 Ontvankelijk De extra verbreding van het spoorviaduct over de Rondweg Noord wordt gebruikt ter realisering van de fietsenoversteek richting Nieuw Wulven en is opgenomen in de plannen voor de spoorverbreding. De kosten worden deels door Prorail en deels door de gemeente betaald. Voor de aanleg van de aansluiting aan de noordzijde is de gemeente afhankelijk van de medewerking van andere overheidsdiensten, zoals de Dienst Landelijk Gebied (landinrichtingsgebied). Inmiddels is over de aansluitingen zowel ten noorden als ten zuiden van de Rondweg Noord overlegd tussen gemeente, provincie en de landinrichtingscommissie. Naar verwachting zal de samenwerking leiden tot financiering en realisatie van de gehele verbinding. Reclamant verzoekt de gemeente de voorgestelde maatregelen voor o.a. het Wordt kennis van genomen. De voorgenomen maatregelen maken peilbeheer in het centrum tevens op te nemen in het Waterplan dat de inderdaad deel uit van het Waterplan dat de gemeente in gemeente Houten (i.s.m. het waterschap) aan het opstellen is. samenwerking met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden opstelt. Naar verwachting wordt het uitvoeringsprogramma van het e Waterplan in het 4 kwartaal van 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. O.b.s. De Regenboog, mede namens de Bestuurscommissie Openbaar Gedateerd 17-04-06 Onderwijs Houten Ingekomen 25-04-06 De Slinger 3 Ontvankelijk 3995 DE Houten Reclamant geeft aan dat alle punten aangevoerd bij de inspraakreactie op Gemeente wijst erop dat haar standpunt in veel gevallen ongewijzigd het voorontwerpbestemmingsplan tevens als zienswijze aangemerkt dienen is gebleven (huidige reactie is identiek aan reactie op inspraak). te worden. Waar nodig is de reactie onder 10.1A t/m 10.1C aangevuld. Hierbij wordt opgemerkt dat de raad bij vaststelling van het plan de De inspraakreacties zijn onder 10.1A t/m 10.1C opgenomen. zienswijzen onder 10.1A en 10.2 gegrond heeft verklaard. De zienswijzen betreffen het verzoek tot het expliciet opnemen van de school binnen de uit te werken bestemming Wonen en gemengde doeleinden. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast. Men is ontevreden dat locatie De Regenboog niet genoemd wordt in het De locatie van basisschool De Regenboog biedt kansen voor de voorontwerp van het bestemmingsplan. De toezegging van de gemeente dat ontwikkeling van stedelijke functies in een hogere dichtheid, met name ook voor het toevoegen van extra woningen in het centrum. Het De Regenboog gehandhaafd zal blijven op de huidige locatie wordt niet bestemmingsplan biedt de planologische mogelijkheid om een uitdrukkelijk genoemd. De mogelijkheid om het huidige gebouw in te wisselen voor een nieuwe school, daar staan zij positief tegenover. ontwikkeling op locatie De Regenboog te doen plaatsvinden.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
14
10.1B
Toename van de nabijgelegen bebouwing en het verkeer baart zorgen.
10.1C
Bestemmingen “verblijfsdoeleinden en verkeersdoeleinden” op het huidige schoolplein ziet men graag gewijzigd in “Uit te werken wonen en gemengde doeleinden” Reclamant vraagt opnieuw de bestemming onderwijsdoeleinden expliciet op te nemen voor de locatie ‘de Regenboog’. Volgens de Regenboog is dit ook reëel gezien gedane toezeggingen en de beoogde plantermijn van 10 jaar. Reclamant is er niet van overtuigd dat er een aanvaardbare situatie ontstaat ten aanzien van luchtkwaliteit en fijn stof. Er is met name twijfel over het schoner(luchtkwaliteit) en stiller (geluid) worden van de bussen in de nabije toekomst. De vrees is dat het busstation voor overlast gaat zorgen
10.2
10.3
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
Bij vaststelling heeft de raad de zienswijze op dit punt gegrond verklaar. Derhalve is het verzoek tot het expliciet opnemen van de onderwijsfunctie binnen de uit te werken bestemming ingewilligd en is het bestemmingsplan hierop aangepast. Daardoor wordt de mogelijkheid tot het onderbrengen van een onderwijsfunctie bij nieuwe ontwikkelingen op deze locatie expliciet op de plankaart en in de voorschriften genoemd. Zolang er geen sprake is van (een initiatief tot) ontwikkeling, past de huidige school in de huidige vorm binnen de uit te werken bestemming en kan deze gewoon doorfunctioneren. Zolang er geen concrete plannen zijn is het de intentie van het gemeentebestuur om school De Regenboog te laten voortbestaan op de huidige locatie. Gegeven het feit dat er (nog) geen uitgewerkt plan is voor de locatie noch een ontwikkelende partij, is nu niet aan te geven wanneer de locatie in ontwikkeling kan komen. Er zal inderdaad door nieuwe functies en de realisatie van de zuidtunnel toename van verkeer zijn, waaronder busverkeer. Anderzijds zal dit uitsluitend bestemmingsverkeer zijn voor het zuidwest kwadrant van het centrumgebied, omdat er een verkeersknip zal worden uitgevoerd tussen zuidelijk en noordelijk deel van het centrum, waardoor een deel van het huidige verkeer zal verdwijnen. Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met een verantwoorde afwikkeling van het verkeer, met specifieke aandacht voor de veiligheid van het langzaam verkeer. Was bij ontwerpplan reeds aangepast n.a.v. de inspraak. Opmerking komt daarmee te vervallen. Zie de gemeentelijke reactie onder punt 10.1 em 10.1A
Wordt kennis van genomen. Er is onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in het Centrum van Houten, waarbij de op stapel staande ontwikkelingen zijn doorgerekend (Onderzoek luchtkwaliteit Houten Centrum, 19 december 2005). Conclusie uit dat rapport is dat de luchtkwaliteit in het centrum niet zal verslechteren door de nu voorliggende plannen. Het stiller worden van de bussen is een ontwikkeling in het openbaar vervoer, die sterk wordt gestimuleerd door de vervoersautoriteiten en vervoerders in Nederland. De gemeente twijfelt niet aan het te 15
10.4
11
11.1
Reclamant geeft aan dat de gedacht voor een groenzone tussen school en verkeersbestemming, middels een groenbestemming in het bestemmingsplan gewaarborgd moet worden, mede in verband met veiligheid van de kinderen. De Waal Beheer o.g. Utrecht b.v. Mississippidreef 95 3565 CE Utrecht Reclamant maakt bezwaar tegen het integrale plan. Reclamant vindt dat de aantrekkelijkheid van zijn kantoorlocatie als goede plek voor een kantoorgebruiker wordt aangetast door het opofferen van de ontsluiting en groenvoorziening van het gebouw. Het voorstel voor dubbelgebruik van de parkeerplaatsen geeft operationele problemen, de groenstrook aan de voorzijde van het pand wordt vrijwel vernietigd.
11.2
Reclamant is het niet een met het voorstel om de parkeerplaatsen door de week aan te bieden aan kantoorgebruikers en ‘s avond en in het weekend openbaar te houden. Dit leidt tot operationele problemen.
12
Brevis Holding b.v. Postbus 71828 1008 EA Amsterdam Reclamant is van mening dat de herinrichting, zoals weergegeven in het ontwerpbestemmingsplan, nadelig is voor het gebruik, de uitstraling en de waarde van het pand aan De Molen 89-93. De bezwaren in dat kader zijn in een eerder stadium reeds kenbaar gemaakt.
12.1
verwachten effect hiervan. Aangezien de school qua locatie in het centrum ligt, is enige overlast van verkeer dan wel busverkeer niet uit te sluiten. Maar deze overlast is niet zodanig dat hiervoor maatregelen moeten worden getroffen of de plannen aangepast zouden moeten worden Veel aandacht wordt besteed aan een zorgvuldige inrichting van het gebied. Binnen de bestemming Verkeersdoeleinden is tevens ruimte voor groenvoorzieningen. Er zal bij de inrichting gestreefd worden naar een veilige en aantrekkelijke situatie. Bovendien staat er een hek rond het schoolplein. Gedateerd 22-03-06 Ingekomen 23-03-06 Ontvankelijk Het betreffende kantoorpand komt onmiskenbaar in een dichter bebouwde, meer stedelijke omgeving te liggen. De kwaliteitsverbetering die hier mee gepaard gaat zal ook een positief effect hebben op de kantoorfunctie. Versmalling van de (openbare) groenstrook aan de voorzijde van het gebouw is het gevolg van de ontwikkelingen rond de Stellingmolen, waarbij ook in de openbare ruimte een meer stadse setting zal gaan ontstaan. De wens tot dubbelgebruik van aanwezige parkeerfaciliteiten komt voort uit toenemende schaarste aan parkeerruimte. In het kader van de ontwikkeling van parkeerbeleid zal dit zo vormgegeven worden dat bestaande kantoorfuncties geen problemen ondervinden bij het verkrijgen en beheren van voldoende parkeermogelijkheden. Dit punt is overigens niet relevant voor de bestemmingsregeling en zal aan de orde kunnen worden gesteld bij de uitwerking van de parkeerbalans in een parkeerregulering, incl. operationele maatregelen. Gedateerd 18-04-06 Ingekomen 19-04-06 Ontvankelijk Wordt kennis van genomen. De gemeente is een andere mening toegedaan.
Reclamant vraagt de gemeente in overleg te treden over de inrichting Voor de inrichting van het omliggende gebied (herinrichting openbare rondom het pand aan De Molen 89-93 en over de definitieve invulling van de uimte) is overleg geweest met de eigenaar van het pand aan De Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
16
parkeerplaatsen. Hij gaat er van uit dat de mogelijkheid bestaat tot gedeeltelijke bebouwing van de parkeerplaats bij het gebouw.
Molen 89-93 om tot een zo goed mogelijke oplossing voor alle belangen te komen. De verdere invulling van het parkeren zal aan de orde komen bij de uitwerking van parkeerregulering in het centrumgebied. Het bestemmingsplan biedt overigens niet de mogelijkheid tot gedeeltelijke bebouwing van de parkeerplaats, zoals gevraagd door reclamant.
Reclamant geeft tenslotte expliciet aan dat de brief niet hoeft te worden aangemerkt als bezwaar tegen het ontwerpbestemmingsplan. Wel sluit hij niet uit dat hij mogelijk een beroep zal doen op het recht op planschade.
Alvorens gebruik gemaakt kan worden van ‘het recht op planschade’ dient het bestreden besluit onherroepelijk te zijn. Vooralsnog is dit niet het geval en kan nog geen beroep gedaan worden op planschade. Pas na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan kan hiertoe een verzoek bij de gemeenteraad worden gedaan.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
17
3
Hoorzitting
Betreft: Bestemmingsplan Houten Centrum Datum: 17 mei 2006 Tijd + plaats: 13.00-14.30 uur; Gemeentehuis Het Kant 2 kamer 2.29 (kamer wethouder) 19.00-20.45 uur; Gemeentehuis Het Kant 3 kamer 0.10 Aanwezig namens de gemeente: De heer W.M. de Jong, wethouder Centrumontwikkeling, gemeente Houten De heer D. van Steinvoorn, gemeentelijk projectleider Centrum en spoorverdubbeling De heer R. de Goede, medewerker bestemmingsplannen gemeente Houten (notulist) Reclamanten die van de hoorzitting gebruik hebben gemaakt: 13.30-13.45 uur Dhr. Szyszka 14.00-14.15 uur Dhr. Hartog namens VastNed Management BV 14.15-14.30 uur Dhr. Hartog van VastNed Management BV en dhr. Hogenes van Alterra, beide namens Winkelcentrum Het Rond CV 19.00-19.30 uur Dhr. Vuijk namens bbn adviseurs 19.30-20.00 uur Mw. Nieboer en dhr. Leenstra (juridisch adviseur) 20.00-20.15 uur Dhr. en mw. Padding 20.15-20.45 uur Mw. de Ridder en dhr. Hogewoud namens het BOOH/de Regenboog
Welkom door wethouder de Jong De heer de Jong opent elk gesprek en heet de reclamant(en) welkom. De wethouder licht toe dat de hoorzitting is bedoeld als mondelinge toelichting op de (schriftelijk) ingediende zienswijze. Van de hoorzitting wordt verslag opgesteld. Het verslag van de hoorzitting maakt deel uit de nota Zienswijzen, waarin de gemeente (formeel) reageert op de ingebrachte zienswijzen. De nota Zienswijzen wordt tegelijkertijd met de vaststelling van het bestemmingsplan aan de gemeenteraad voorgelegd. Volgens de huidige planning wordt het bestemmingsplan vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 26 september 2006. Afsluiting door wethouder de Jong De wethouder bedankt aan het einde van elk gesprek de aanwezige(n) voor de mondelinge toelichting. Reclamanten krijgen het verslag van de hoorzitting (en de beantwoording van de zienswijzen), na vrijgave door het college, toegestuurd. Dit zal zijn alvorens het bestemmingsplan en de nota Zienswijzen worden behandeld in de commissie Ruimte van 7 september 2006 en de gemeenteraad van 26 september 2006. Bij die vergaderingen bestaat de mogelijkheid om in te spreken. 13.30-13.45 uur dhr. Szyszka (en partner) Dhr. Szyszka heeft een zienswijze ingediend ten aanzien van de beoogde ontwikkelingen op de locatie Stationserf. Om de zienswijze nader toe te lichten heeft reclamant een aantal foto’s meegenomen, zodat voor een ieder duidelijk is hoe de huidige (onbebouwde) situatie van de beoogde locatie in zijn omgeving eruit ziet. Zijn partner is tevens aanwezig op de hoorzitting, maar omdat dhr. Szyszka de indiener van de zienswijze is, wordt hij in dit verslag genoemd als degene die de reactie geeft. Dhr. Szyszka: Geeft aan dat de zienswijze zich op twee punten richt. Zijn eerste bezwaar richt zich tegen de beoogde hoogte tot 18 meter van het geplande appartementencomplex. Daarnaast is hij het oneens met de op de plankaart gekozen plek voor de situering van de parkeerplaatsen die nodig zijn ten behoeve van het appartementencomplex. Wat betreft het eerste punt (hoogte) verwijst reclamant naar de foto’s. Reclamant geeft aan dat, ten tijde dat hij zijn huis aan het Stationserf kocht, er nog niet direct sprake was van een dergelijke ontwikkeling op deze locatie. Wel heeft hij in de loop der tijd begrepen dat op deze locatie mogelijk gebouwd ging worden. Op zich verwachtte hij dat de locatie ooit bebouwd zou gaan worden, maar hij had zich zeer zeker een ander soort bebouwing voorgesteld. In ieder geval niet zo’n hoog gebouw als nu via het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
18
Hij merkt daarbij op dat de gekozen hoogte niet bij het uiterlijk van de wijk past. In de wijk staat immers alleen laagbouw (woningen 2 lagen met kap). In zijn ogen gaat ook de redenering, dat de bebouwing aansluit bij de bestaande bebouwing aan de overzijde van het spoor, een redenering die hij eerder van de gemeente heeft gehoord, niet op. Het appartementencomplex ligt volgens dhr. Szyszka op een te grote afstand van die gebouwen en tevens is de bebouwing aan de overzijde van het spoor nergens zo hoog. Dhr. Szyszka geeft nog aan dat hij een maximale hoogte van 12 meter al veel acceptabeler zou vinden (i.v.m. zijn uitzicht). Dit sluit volgens hem ook beter aan bij de omgeving. Dhr. de Jong: Geeft aan dat het appartementengebouw nodig is om de verplaatsing van het Oude Stationsgebouw te bekostigen. Bij het ontwerp is reeds één travee (buitenste aan de spoorzijde) geschrapt, waardoor het gebouw een kleinere omvang heeft gekregen. Dhr. De Jong geeft aan dat de genoemde hoogte van 18 meter alleen op de kop van het gebouw komt, het verste weg van de woonbebouwing aan het Stationserf. Het grootste gedeelte van het gebouw heeft een bebouwingshoogte tot 12 meter . Het ontwerp-bestemmingsplan bevat overigens de vertaling van een besluit van de gemeenteraad over de proefverkaveling. Bij dit besluit zijn de bezwaren tegen het bouwvolume al afgewogen, wat mede heeft geleid tot het inkorten van het gebouw aan de noordzijde. Anders dan de reclamant is de wethouder van mening dat een dergelijk gebouw wel in zijn omgeving past. Zowel ten aanzien van de bestaande bebouwing aan de overzijde van het spoor als de hogere gebouwen aan de (over)zijde(n) van de Koppeling past deze nieuwe ‘hoek’ in het bebouwingspatroon in deze zone. Tevens wijst de wethouder op andere hogere gebouwen die ook in de wijk zijn te vinden, zoals bijvoorbeeld de poortgebouwen bij de inprikker naar de Rondweg. Dhr. Szyszka: Blijft bij zijn standpunt dat hij het gebouw te hoog vindt in relatie tot de wijkopbouw en de woningen aan het Stationserf en dat door het verminderde uitzicht het woongenot van zijn woning daalt. Reclamant geeft vervolgens aan dat hij het niet eens is met de inrichting die gekozen is voor de parkeerplaatsen aan de voorzijde van het nieuwe appartementengebouw. Met de gekozen inrichting wordt de bestaande bomenrij onderbroken. De gemeente heeft volgens hem in een eerder stadium aangegeven deze bomenrij zo min mogelijk te schenden (in het kader van de verplaatsing van het Oude Stationsgebouw). De bomen worden wellicht niet gekapt, maar het laankarakter wordt door de situering van de parkeerplaatsen wel sterk aangetast. Het gaat hem met name om de meest oostelijk gesitueerde parkeerplaatsen. Hij pleit er voor om deze in noordelijke i.p.v. in zuidelijke richting te laten afbuigen, waardoor het aanzicht van de bomenrij wordt ‘gespaard’. Dhr. de Jong: Geeft aan dat de situering van de parkeerplaatsen reeds bij de (vastgestelde) proefverkaveling is bepaald. Aanvullend merkt dhr. de Goede op, dat de zeven meest oostelijk gelegen parkeerplaatsen, die met name het ‘laankarakter’ zullen gaan aantasten, vooralsnog zijn aangewezen als reserveparkeerplaatsen. Deze worden in eerste instantie niet gerealiseerd. Pas als in de toekomst in de omgeving een tekort dreigt te ontstaan, kunnen deze gerealiseerd worden. Wel zijn ze in het bestemmingsplan al mogelijk gemaakt. Dhr. Szyszka: Geeft aan dat het hem gaat om de bestemming en dat hij ook in het eerdere stadium al dit bezwaar (positionering parkeerplaatsen) heeft ingebracht, maar hierover niets meer gehoord heeft van de gemeente. Dhr. de Jong: 1 De gemeentelijke reactie op de destijds ingebrachte suggestie van dhr. Szyszka wordt nagegaan .
1
Het is gebleken dat de vraag/opmerking van dhr. Szyszka in het kader van de inspraak bij de proefverkaveling abusievelijk niet beantwoord is. Derhalve wordt de vraag hier alsnog beantwoord: Het voorstel van dhr. Szyszka, namelijk een verlegging van een deel van het parkeerterrein in zuidoostelijke richting met de bedoeling de bomen op de hoek van het Stationserf en het fietspad te ontlasten wordt niet overgenomen.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
19
Dhr. Szyszka: Merkt tot slot op dat hij niet te spreken is over de manier waarop over dit project met de belanghebbende burgers is gecommuniceerd. In eerste instantie is slechts gevraagd (via een enquête) of omwonenden het Oude Stationsgebouw wilden behouden. Uiteraard wilden omwonenden dat best, aangezien het een markant pand betreft. Nu (achteraf) blijkt echter dat ten behoeve van dat behoud, de realisatie van een ander groot en hoog gebouw nodig is. Als omwonenden dit eerder hadden geweten, hadden zij destijds negatief gestaan tegenover de verplaatsing en het behoud van het Oude Stationsgebouw. Dhr. de Jong: Herinnert zich dat er een enquête is gehouden, maar weet nu niet exact meer hoe die enquête er destijds uitzag. Wel geeft hij aan dat er behalve de omwonenden nog meer Houtense partijen zijn geweest die het behoud van het oude stationsgebouw voorstonden (en de gemeente kijkt naar het algemene belang). Het is volgens hem vanaf het begin duidelijk geweest dat de verplaatsing bekostigd zou moeten worden door de realisatie van een ander gebouw. De gemeenteraad heeft het besluit over de verplaatsing van het stationsgebouw en de bijbehorende realisatie van het appartementsgebouw reeds in december 2005 genomen.
14.00-14. 15 uur - Dhr. Hartog namens Onderdoor BV, nu VastNed Management BV Dhr. Hartog merkt vooraf op dat ‘Onderdoor BV’ niet meer bestaat. VastNed Management BV treedt daardoor alleen op voor VastNed Retail N.V. Reclamant heeft een zienswijze ingediend die is gericht op de bestemming van het pand dat ook wel wordt aangeduid als ‘de Spoorgaard’. Dhr. de Jong: Merkt op dat gemeente enigszins verrast was door de ingediende zienswijze, aangezien in een eerder stadium (bij het voorontwerp) niet was gereageerd op dit punt. Dhr. Hartog: Geeft aan dat VastNed het pand pas zeer recent heeft aangekocht en derhalve nu pas in beeld is als belanghebbende partij. Het pand is aangekocht omdat VastNed goede ontwikkelingsmogelijkheden op de betreffende locatie ziet. De zienswijze is met name ingediend om te voorkomen dat die ontwikkelingsmogelijkheden gefrustreerd worden door het nieuwe bestemmingsplan. Op dit moment heeft VastNed namelijk nog geen uitgekristalliseerde plannen voor deze locatie. Aanvullend geeft dhr. Hartog aan dat in de toelichting bij het plan is aangegeven dat het bestaande pand ‘de Spoorgaard’ waarschijnlijk gesloopt zal worden, waarna nieuwbouw plaatsvindt. Dit is volgens hem nog steeds een optie voor VastNed, maar niet meer de meest reële. In plaats van sloop/nieuwbouw wordt vooral ook gedacht aan optimalisering van het bestaande pand, waarbij Allereerst merken wij op dat de inpassing van het parkeerterrein zoals nu voorgesteld geen schade zal toebrengen aan de aanwezige bomen. Daarnaast stuit de verlegging van het parkeerterrein nog op een aantal andere bezwaren: 1. In het huidige ontwerp een logische parkeerlus/ routing is gemaakt. Door de parkeerstraat aan te sluiten op de weg/fietsroute ten zuiden van het appartementen gebouw is deze logische routing er niet meer. 2. De zuidelijke ontsluiting van dit parkeerterrein komt bij een dergelijke aanpassing verder op het fietspad uit. De auto's moeten over het fietspad rijden om op de weg te komen. Dit is niet bevorderlijk voor de verkeersveiligheid, 3. In dit terrein zitten nogal wat hoogteverschillen van 2.66 m. tot 2.25 meter. De parkeerplaatsen zouden scheef moeten worden aangelegd. 4. Het parkeerterrein wordt zichtbaar vanaf de Rondweg. Dat is niet fraai. Bovendien zouden door deze verlegging slechts 2 van de 5 aanwezige bomen worden ontlast. Om toch tegemoet te komen aan de wensen van de bewoners is het een betere oplossing om de ontsluiting aan te leggen zoals gepland en de parkeerplaatsen (7 stuks) onder de bomen voorlopig (en misschien wel nooit) aan te leggen, omdat deze voor de beoogde bewoners van het appartementencomplex (mensen met een verstandelijke beperking) niet nodig zijn.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
20
situering van winkels op de begane grond mogelijk moet zijn. Omdat de plannen nog niet concreet zijn wil VastNed voorlopig het huidige gebruik geregeld zien. Dhr. Hartog wil graag in contact blijven met de gemeente, zeker op het moment dat er ontwikkelingen rondom deze locatie te melden zijn. Dhr. de Jong en dhr. van Steinvoorn: De huidige bebouwing en het huidige gebruik vallen ‘gewoon’ onder het overgangsrecht. Dit betekent dat het bestaande gebruik voortgezet kan worden in de huidige vorm. ‘Wegbestemmen’ is niet aan de orde, omdat het huidige gebruik binnen de uit te werken bestemming past. Bovendien geldt dat ook beide varianten waarover door VastNed wordt nagedacht, in principe binnen de uitwerkingsregels van het nieuwe bestemmingsplan passen. Het uitwerkingsplan hoeft echter pas te worden opgesteld op het moment dat er concrete plannen zijn. Tot die tijd kunnen eventuele kleine aanpassingen via een vrijstelling gerealiseerd worden. Als de toelichting op het bestemmingsplan te eenzijdig gericht is op 2 sloop, is een aanpassing op zijn plaats. Hier zal naar worden gekeken . De gemeente wil uiteraard graag in contact blijven over de voorgestane ontwikkelingen en hoort (het liefst zo spoedig mogelijk) welk plan VastNed voorstaat voor deze locatie. Op dat moment zou er aanleiding kunnen zijn voor de gemeente om een uitwerkingsplan te gaan opstellen. Dhr. Hartog: Wijst tot slot op de perrontoegangen die op de plankaart zijn aangeduid. Deze aanduidingen vallen binnen het pand ‘de Spoorgaard’. Hij vraagt zich af waar de opgangen precies komen en waarom ze op deze plekken zijn getekend. Dhr. van Steinvoorn: Geeft aan dat de perrontoegangen alleen in beeld komen indien er, in het kader van een wijziging van de functie van het station Houten, zij-perrons worden gerealiseerd. Dit is nog altijd een optie, maar vooralsnog zit deze variant niet in de plannen van ProRail. Mocht uiteindelijk toch gekozen worden voor deze variant, dan moeten deze (voor alle publiek toegankelijke) opgangen mogelijk worden. Om 3 die reden is de reservering voor de opgangen vast opgenomen in het bestemmingsplan . De exacte situering van de toegangen staat echter nog niet vast. Mocht blijken dat er perrontoegangen op de aangeduide plekken moeten komen en eigendommen van VastNed blijken nodig ten behoeve van de realisering, dan zal te zijner tijd tot afspraken gekomen moeten worden tussen de initiatiefnemende partij en VastNed.
14.15-14.30 uur Dhr. Hartog van VastNed Management B.V. en dhr. Hogenes van Alterra, beide voor Het Rond Houten B.V. VastNed Management B.V. heeft twee verschillende zienswijzen ingediend. Deze tweede zienswijze is samen met Alterra Vastgoed N.V. ingediend, waarvoor dhr. Hogenes deelneemt aan de hoorzitting. Dhr. Hartog en dhr. Hogenes: Zijn het niet eens met de wijzigingsbevoegdheid op de hoek waar momenteel de orthodontist gevestigd zit (dit is de hoek ter hoogte van de doorsteek bij de Vershof). Zij zijn het eens met de visie van de gemeente dat de doorsteek/passage op dit punt ‘ruimtelijk’ verbeterd moet worden. Zij zijn echter van mening dat dit niet moet gebeuren door het ‘omzetten’ van de hoek van de orthodontist van de bestemming Centrumdoeleinden naar de bestemming Verblijfsgebied. Zij snappen dat de gemeente met deze opgenomen wijzigingsbevoegdheid beoogd meer ruimte (plein) te creëren, zodat (in de ogen van de gemeente) de belevingswaarde van dit deel van het winkelgebied stijgt. In de ogen van dhr. Hartog en dhr. Hogenes wordt deze ruimtelijke kwaliteit juist verbeterd op het moment dat de bestaande ‘afgekante’ gevel op deze hoek wordt doorgetrokken naar een rechte hoek (meer ‘geleiding’), en dat een verbetering van de route naar het Onderdoor bijvoorbeeld wordt gezocht via de Vershof.
2
Toelichting op blz.32 is aangepast, de ‘sloop/nieuwbouw’-passage is vervangen door een passage over optimalisatie. 3
Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat om die reden in de voorschriften is opgenomen dat eventuele opgangen ‘ter hoogte van’ de aanduidingen komen en niet ‘ter plaatse van’.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
21
Dhr. de Jong: Is blij te horen dat reclamanten het met de gemeente eens zijn dat de passage op deze locatie verbeterd moet worden, hoewel gemeente en VastNed wel verschillen over de manier waarop. De gemeente denkt dat meer openheid zal leiden tot een betere passage, terwijl de reclamant heeft aangegeven dat meer ‘geleiding’ zal leiden tot een betere winkelpassage. Dhr. Hogenes en dhr. Hartog: Merken op dat het tweede onderdeel van de zienswijze zich richt op de “kop” van de Spoorhaag. Reclamant merkt op dat in het voorliggende bestemmingsplan de rooilijn langzaam af-/wegbuigt, waardoor het laatste deel van de winkels ‘uit het zicht’ ligt. Dit is in de bestaande situatie reeds het geval en volgens dhr. Hartog en dhr. Hogenes is dit geen wenselijke situatie. Zij verzoeken de gemeente de rooilijn rechtdoor te trekken. Enerzijds zal hierdoor meer m2 aan winkeloppervlak ontstaan, maar nog belangrijker vinden zij dat dit beter is voor het aanzicht en derhalve voor het vestigingsklimaat in deze (momenteel ‘dode’) hoek. Alle winkels liggen bij een doorgetrokken gevel in het zicht van de consument. Dhr. de Jong: Geeft aan dat de keuze voor deze rooilijn een keuze is geweest die reeds in het Masterplan is gemaakt. De rooilijn in het bestemmingsplan is rechtstreeks overgenomen uit het Masterplan. Dhr. Hogenes en dhr. Hartog: Merken tot slot nog op dat zij het idee hebben dat er mogelijkheden worden gecreëerd voor het oprichten van kiosken op het Rond. Dit is in hun ogen niet wenselijk. Dit dient een punt van aandacht te zijn voor de gemeente. Zij geven aan dat het zonder meer toestaan van kiosken op pleinen in andere gemeenten in Nederland niet heeft geleid tot een fraai winkelgebied. Hier moet in hun ogen dan ook zeer terughoudend mee worden omgegaan. Dhr. de Jong Geeft aan dat het de bedoeling is dat er alleen onder de bomen op het Rond enkele kiosken mogelijk worden. Een ongebreidelde groei van allerlei kiosken die zich permanent op het Rond vestigen is 4 volgens hem niet de bedoeling. De regeling wordt nagegaan in het bestemmingsplan .
19.00-19.30 uur Dhr. Vuijk namens bbn adviseurs Dhr. Vuijk merkt vooraf op dat bbn reeds vanaf het eerste begin haar ongenoegen heeft geuit over de verhoging van het spoortracé en de gevolgen voor haar pand . De ingediende zienswijze is in grote lijnen dan ook een herhaling van die bezwaren. Dhr. Vuijk: Meldt dat zijn belangrijkste bezwaar de verhoging van de huidige keerwand van 100 cm met 180 cm naar een hoogte van 280 cm betreft. Door de verhoging krijgen de onderste verdiepingen van het kantoorpand een keerwand als uitzicht, dit is vanuit zijn belangen niet wenselijk. Dhr. de Jong: Geeft aan dat het spoor, in het kader van de centrumplannen en met het oog op de spoorverdubbeling, ter plaatse van het Onderdoor met 180 cm opgetild gaat worden. De plannen voor de spoorverdubbeling en het Masterplan voor het centrum zijn in een eerder stadium door de gemeenteraad vastgesteld en akkoord bevonden. Dhr. Vuijk: Heeft inmiddels vernomen dat het geluidscherm aan de zijde van bbn in het laatste ontwerp vervallen is. Hij vraagt zich af waarom dit nu plots mogelijk is geworden? Bovendien wil hij weten of de reflectie van het scherm aan de andere zijde geen extra geluidsoverlast voor zijn pand zal opleveren (is dit berekend?). Ook heeft ProRail in zijn richting aangegeven dat het scherm aan de andere zijde in een dichte (niet transparante) vorm wordt uitgevoerd waardoor een soort wand ontstaat. Dit is niet wenselijk met het oog op het uitzicht vanaf de onderste verdiepingen van zijn pand.
4
Kiosken worden in het bestemmingsplan geregeld via een vrijstellingsbevoegheid van B&W. Op deze manier kan de gemeente dit goed in de hand houden.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
22
Dhr. van Steinvoorn: Geeft aan dat de geluidschermen bij bbn inderdaad aan de kant van bbn zijn komen te vervallen. Dit is onder meer mogelijk geworden omdat er zogenaamde ‘raildempers’ toegepast gaan worden. De geluidsproductie door het spoor wordt zodanig gereduceerd, dat de schermen aan die zijde konden vervallen. Ook merkt dhr. van Steinvoorn op dat de geluidsreductiemaatregelen in eerste instantie waren bedoeld om de woningen aan de Stellingmolen te laten voldoen aan de wettelijke geluidsnormen. Woningen zijn namelijk geluidsgevoelige objecten in het kader van die wet, kantoorpanden worden daarin niet aangeduid als geluidsgevoelig object. Het geluidsscherm was onderdeel van de maatregelen die ProRail zou moeten nemen vanwege bestaande woningen in het gebied. Door de planontwikkeling ter plaatse van de Stellingmolen komen deze woningen echter te vervallen. De overblijvende woningen in de omgeving noodzaken niet tot een scherm ter plaatse van bbn, evenmin als de nieuwe woningen. Voorts geeft dhr. van Steinvoorn aan dat de geluidschermen niet geheel dicht worden uitgevoerd. De dichte uitvoering betreft slechts het onderste gedeelte van het scherm. Bovendien geeft hij aan dat over de geluidschermen een aparte informatieavond is geweest, waarbij dit soort vragen aan de orde zijn gekomen. Dhr. Vuijk: Geeft aan dat hij bij die avond is geweest, maar dacht dat het ontwerp van de schermen tussentijds is aangepast. Opnieuw merkt dhr. Vuijk op dat door de verhoging van het spoor de onderste verdiepingen van zijn pand tegen een keerwand gaan aankijken. Hij is benieuwd of (en zo ja: op welke manier) deze wand vriendelijk wordt afgewerkt? Dhr. van Steinvoorn: De wanden worden inderdaad ‘vriendelijk’ afgewerkt. Dit gebeurt waarschijnlijk door middel van het plaatsen van zogenaamde ‘vloerroosters’ tegen de wand. Tegen de roosters wordt begroeiing (groen) aangezet, zodat een ‘groene’ wand ontstaat. Dhr. Vuijk: Vraagt of de verkeersafwikkeling richting zijn pand nog zal verbeteren. Hij snapt dat deze vraag niet direct een relatie met het bestemmingsplan heeft, maar hij heeft die vraag al langer. In het verlengde van die vraag is hij benieuwd of de rotonde bij de Koppeling verdubbeld zou kunnen worden. Dit is volgens hem één van de redenen voor de file die, komende van de Rondweg, elke morgen op dit weggedeelte staat. Dhr. de Jong: Geeft aan dat de doorvoering van de Knip in het centrum juist ook zorgt voor een afname van het autoverkeer ten opzichte van de oorspronkelijke verkeersdruk in de richting van het pand van bbn. Dhr. de Jong geeft aan dat deze vragen inderdaad buiten het bereik van dit bestemmingsplan vallen. Dhr. de Jong geeft wel aan dat in zijn optiek de verkeersdruk op de Rondweg is afgenomen nu De Rede (de ontsluitingsweg langs bedrijventerrein de Meerpaal) is opengesteld. Dhr. Vuijk: Beaamt dit laatste. Dhr. Vuijk: Vertelt dat bbn een brief van Prorail heeft ontvangen, waarin ProRail aankondigt dat zij, ten behoeve van hun werkzaamheden, gebruik zullen maken van een gedeelte van de parkeerruimte bij het bbnpand. BBN wil graag op korte afstand compensatie voor het verlies aan parkeerruimte. Dhr de Jong: Geeft aan dat de betreffende werknemers van bbn gewoon gebruik kunnen maken van de parkeermogelijkheden op de Spil. Dit is in de ogen van de gemeente op en goed te lopen afstand van het pand, al is het uiteraard verder dan in de huidige situatie het geval is.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
23
Dhr. Vuijk: Vindt de afstand vanaf de Spil voor veel van zijn werknemers toch erg bezwaarlijk en verzoekt de gemeente te zoeken naar tijdelijke oplossingen dichterbij, zoals bijvoorbeeld het parkeren aan de voorzijde van het pand, een parkeervariant die nu niet is toegestaan. Dhr. van Steinvoorn: Vindt dat het in dit geval niet echt om een tijdelijke situatie gaat (namelijk 3 jaar). Bovendien is een inrichting met parkeren aan de voorzijde uit het oogpunt van verkeersveiligheid ongewenst, omdat een veilige voetgangersoversteek naar de Molenzoom dan niet kan worden gegarandeerd. Dhr. Vuijk denkt dat het mogelijk is om de al aanwezige inrit ook te gebruiken voor parkeerplaatsen aan de voorzijde van het gebouw, zodat er geen extra doorkruising van ander voetgangers- en fietsverkeer hoeft plaats te vinden. Dhr. van Steinvoorn geeft aan de parkeerwens van bbn (parkeren aan de voorzijde) nog wel even terug te willen koppelen binnen de gemeente. Hij communiceert na deze 5 interne afstemming met bbn over de uitkomst .
19.30-20.00 uur Mw. Nieboer en dhr. Leenstra (juridisch adviseur) Vooraf vraagt mw. Nieboer de wethouder om haar niet alleen aan te horen, maar haar ook echt te horen! Haar zienswijze richt zich op de (bouw)mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt op de locatie van de Regenboogschool. Dhr. Leenstra is ook een omwonende en treed op als adviseur van mw. Nieboer. Hij beweert dat hij zelf een zienswijze heeft ingediend. Deze zienswijze is echter niet door de gemeente ontvangen. Mw. Nieboer: Is het niet eens met de in de uit te werken bestemming ‘Wonen en Gemengde doeleinden’ aangeduide hoogte van 22 meter Langs de hele voorgevel van de Regenbooglocatie. Zij geeft aan dat deze hoogte alleen noodzakelijk is geweest om dat er geld verdiend moet worden op deze locatie. Een toekomstige hoogte van 22 meter maakt het volgens mw. Nieboer met name sociaal onveilig om in het gebied te verblijven (zij doelt op de route vanaf de Randhoeve en het Rond richting en langs de Regenboog), omdat de route dan wordt omringd door hoge gebouwen waar bovendien ’s avonds en in het weekend weinig mensen aanwezig zijn. De hoogbouw neemt veel van het ‘zicht’ weg. Dhr. de Jong: Geeft aan dat de gemeente op deze locatie voor de komende tien jaar ontwikkelingen mogelijk wil maken die binnen de uit te werken bestemming passen. Vooralsnog is er echter nog geen concreet plan. Hij is het niet eens met de stelling dat de ontwikkeling het gebied onveiliger zou maken. Al vanuit het Masterplan voor het centrum is gestreefd naar menging van functies op deze locatie (wonen boven de school), dit is doorgezet in het bestemmingsplan. Het toevoegen van woningen draagt juist bij aan de sociale controle. Hij geeft aan dat ook het Haltnahuis op de route ligt, en de appartementen naast de bibliotheek, dit zijn woonfuncties die al voor de nodige sociale controle zorgen. Mw. Nieboer: Vraagt of er ook aan parkeren is gedacht in het kader van de opgenomen uitwerkingsbevoegdheid op de Regenbooglocatie. Dhr. de Jong: Geeft aan dat de gemeente bij al zijn plannen rekent met parkeernormen waaraan voldaan moet worden. Ook als op deze locatie straks wellicht andere functies, waaronder mogelijk wonen, worden gerealiseerd, dient aan die normen te worden voldaan. Dhr. Leenstra: Vraagt zich af waarom de bovenste woningen (22 meter) de maximumgrenswaarde voor geluid overschrijden en of dit niet voldoende reden was om gewoon lager dan die 22 meter te blijven? 5
Uit interne afstemming is gebleken dat dergelijke verzoeken van andere eigenaren in een eerder stadium zijn afgewezen omdat parkeren aan de voorzijde een onwenselijke verkeerskundige situatie oplevert. Bij bbn is echter aan de voorzijde wat meer ruimte beschikbaar tussen gebouw en trottoir. Gegeven de beschikbare ruimte zou op de wijze zoals voorgesteld door de heer Vuijk voor 5 à 6 voertuigen kunnen worden voorzien in tijdelijke parkeerruimte aan de voorzijde. Bbn dient hierover nog wel in contact te treden met de gemeente. Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
24
Dhr. van Steinvoorn. Denkt dat dhr. Leenstra het verkeerd heeft begrepen als hij zegt dat het hier een overschrijding van de maximumwaarde qua geluidsbelasting betreft. Dhr. van Steinvoorn geeft aan dat het een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde betreft, waarvoor ontheffing is aangevraagd. Deze 6 ontheffing dient te zijn afgegeven alvorens het bestemmingsplan wordt vastgesteld . Mw. Nieboer: Vindt de ontwikkeling die mogelijk wordt gemaakt met dit bestemmingsplan op deze locatie niet passen. Zij vraagt zich af waarom de gemeente hier graag een dergelijke ontwikkeling met woningen wil? Dhr. de Jong: De raad heeft een motie aangenomen voor verdichting van ‘het wonen’ in het Centrum. De gemeente wil liever woningen in het bestaand stedelijk gebied dan in het buitengebied. Er is tevens behoorlijk wat vraag naar het beoogde type woningen op deze locatie. Dhr. de Jong geeft vervolgens aan dat de ontwikkeling van concrete plannen altijd rekening wordt gehouden met zaken als: bezonning, schaduwwerking en stedenbouw/architectuur. Hij herhaalt dat een woonfunctie op deze plek ook zal leiden tot een beter sociale veiligheid (tevens met het oog op het toekomstig busstation). Mw. Nieboer Vindt de aangegeven bebouwingshoogten aan de zijde van het spoor te hoog. Bovendien hoort de Regenbooglocatie volgens haar fysiek niet bij het Centrum en zou derhalve lager moeten zijn. Dhr. de Jong Geeft aan dat er zeker is gedacht aan een goede inpassing in de omliggende omgeving. Dit blijkt volgens hem ook uit de gekozen hoogten in het bestemmingsplan. De spoorzijde heeft een maximum van 22 meter, deze zijde sluit aan op o.a. het (hoge) Haltnahuis. Het achterliggende gedeelte heeft een maximale hoogte van 8 meter gekregen, deze zijde sluit aan op de achterliggende huizen (2 lagen met kap). Op deze manier wordt ‘getrapt’ aangesloten bij de omliggende bebouwing, waaronder de bebouwing aan de Kamillehof. Mw. Nieboer Verzoekt de groenstrook voor de school expliciet te bestemmen. Dhr. de Jong Geeft aan dat groendoeleinden ook binnen de bestemming Verkeersdoeleinden vallen en wijst daarbij op de voorschriften in het bestemmingsplan.
20.00-20.15 uur dhr. en mw. Padding Zienswijze richt zich tegen de locatie nabij het Stationserf Dhr. en mw. Padding: Merken op dat hun zienswijze zich met name richt tegen de beoogde hoogte tot 18 meter die het bestemmingsplan toestaat voor het geplande appartementencomplex. Toen zij hun huis aan het Stationserf kochten was er nog niets bekend van hoogbouw op die plek. Vroeger is er volgens hen wel eens sprake geweest van de komst van een woning of iets dergelijks, maar niet van een ontwikkeling in deze omvang. Zij vinden het niet passend in een laagbouwwijk. Bovendien noemen zij de communicatie van het project met bewoners op zijn minst ‘zeer ongelukkig’. In eerste instantie is de bewoners gevraagd (via een enquête) of zij het Oude Stationsgebouw wilden behouden. Uiteraard wilden de meesten dat best, aangezien het een bijzonder pand betreft. Daarna
6
In dit kader is artikel 12 lid 3f aangevuld met een passage over de aangevraagde ontheffing van de voorkeursgrenswaarde voor 25 woningen. Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
25
werd pas over de keerzijde gecommuniceerd: ten behoeve van dat behoud is de realisatie van een groot appartementengebouw nodig. Dhr. de Jong Er is inderdaad al langer sprake van een ontwikkeling in deze hoek, maar tot korte tijd geleden was er nog nooit een concreet plan. Toen bleek dat het Oude Stationsgebouw zou moeten verdwijnen door de komst van de spoorverdubbeling ontstond in de gemeenschap van Houten een groot gevoel van verlies van cultureel erfgoed. De gemeente heeft zich er vervolgens hard voor gemaakt om het te behouden. Er is onderzocht in hoeverre het mogelijk was het oude karakteristieke stationsgebouw door verplaatsing te behouden. Uiteindelijke uitkomst van dat onderzoek is dit plan, waarbij ten behoeve van de verplaatsing van het Oude Stationsgebouw een woongebouw gerealiseerd diende te worden. Uit de exploitatieopzet blijkt dat het ontworpen appartementengebouw met 33 woningen het plan financieel haalbaar maakt. Gekozen is voor een opzet in deze vorm, met het hoogste punt het verst verwijderd van de woningen aan het Stationserf, zodat het uitzicht vanuit de omliggende woningen zo min mogelijk wordt belemmerd. Dhr. de Jong geeft aan dat de hoogte van 18 meter binnen andere woonwijken geen nieuw gegeven is en dat ook in deze wijk hogere gebouwen staan (bijvoorbeeld de poortgebouwen bij de inprikker naar de Rondweg). Bovendien is de zone langs de Koppeling aan te merken als een zone met hoogbouw. Dit gebouw sluit daar goed op aan. Wel geeft dhr. de Jong aan dat de gemeente er zich van bewust is dat de architectonische invulling belangrijk is voor de latere belevingswaarde van het gebouw. Hij noemt nog een aantal voorbeelden waar tevens gebouwen met deze hoogte voorkomen en netjes zijn ingepast (o.a. elders in Houten-Zuid). Dhr. de Jong geeft vervolgens aan dat hij reeds van een andere omwonende heeft gehoord dat het aan de communicatie met omwonenden heeft geschort. Dhr. de Jong meent dat het vanaf het begin duidelijk is geweest dat de verplaatsing bekostigd zou moeten worden door de realisatie van een ander gebouw en vindt het spijtig als dit in eerste instantie niet als zodanig bij de omwonenden is doorgedrongen. De gemeenteraad heeft het besluit over de verplaatsing van het stationsgebouw en de bijbehorende realisatie van het appartementsgebouw reeds eerder (in december 2005) genomen. Dhr. Padding: Vraagt tot slot naar de mogelijkheden voor het indienen van een planschadeverzoek. Dhr. de Jong Geeft aan dat tot 5 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan een verzoek om planschade kan worden ingediend.
20.15-20.45 uur - Mw. de Ridder en dhr. Hogewoud Dhr. de Jong excuseert zich voor het uitlopen van de voorgaande gesprekken en nodigt dhr. Hogewoud en mw. de Ridder uit voor hun toelichting op hun zienswijze. Zij voeren het woord namens de Regenboogschool. Mw. de Ridder: Is het oneens met het feit dat het bestemmingsplan niet exclusief aangeeft dat de school op deze locatie kan blijven zitten. Zij wil graag een korte toelichting over wat de gemeente zich tot doel heeft gesteld voor deze locatie. Dhr de Jong: Geeft aan dat er geen sprake is van wegbestemming van de school. In het bestemmingsplan wordt planologisch wel mogelijk gemaakt dat op de plek van ‘De Regenboog’ een gemengde functie kan ontstaan. Een school past tevens binnen de in die bestemming aangegeven doeleinden. Voorts geeft dhr. de Jong aan dat de uit te werken bestemming op deze locatie mede voortkomt uit een door de gemeenteraad aangenomen motie, welke inhoudt dat het college op zoek moet naar meer woningen in het centrum (verdichtingsopgave). Derhalve is dit een potentiële locatie, maar vooralsnog is er vanuit de markt geen concrete belangstelling voor een project op deze locatie. Er is nog geen initiatief genomen om tot een plan te komen. Om een mogelijke ontwikkeling goed in beeld te krijgen en te kunnen omzetten in een globale bestemming met uitwerkingsbevoegdheid is een volumestudie gedaan voor deze locatie. Hierbij is globaal naar hoogtes en volume gekeken, er is echter nog geen stedenbouwkundig en architectonisch
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
26
plan. Voorzien wordt een bebouwing met een goede stedenbouwkundige aansluiting op bestaande bebouwing (hoog aan de voorzijde en lager naar achteren, richting de woningen aan de Kamillehof). In het kader van de ontwikkeling van het centrum vindt de gemeente het bovendien belangrijk naast onderwijs en wonen ook andere centrumfuncties voor deze locatie in de toekomst niet uit te sluiten, vandaar de uit te werken bestemming ‘Wonen en gemengde doeleinden’ . Exclusiviteit zoals deze door dhr. Hogewoud en mw. de Ridder wordt gevraagd wordt derhalve niet gegeven. De mogelijkheid voor een schoolfunctie is gewoon in de planvoorschriften opgenomen en op dit moment is er geen concrete aanleiding om in de situatie van school de Regenboog iets te wijzigen. Wanneer er sprake is van een plan wordt uiteraard ook met de school gesproken. Mw. de Ridder: Heeft vernomen dat in de toekomstige situatie een busstation tegenover de school wordt gerealiseerd. Dit zal qua verkeer(sgeluid) en luchtkwaliteit leiden tot een verslechterde situatie. Dhr de Jong: Met betrekking tot geluid en luchtkwaliteit is de gemeente gebonden aan wettelijke normen. Deze mogen (en zullen derhalve) in de nieuwe situatie niet overschreden worden. Mw. de Ridder: Vraagt of het geluid van het spoor nog nadelig is voor de school. Dhr. van Steinvoorn: Geeft aan dat dit niet het geval zal zijn. De geluidssituatie op deze locatie zal wat betreft het spoorlawaai in de toekomst enkel verbeteren t.o.v. de huidige situatie. Dit komt door de geluidsmaatregelen die aan en langs het spoor worden getroffen. Mw. de Ridder Wijst erop dat de verkeersbestemming in het bestemmingsplan rechtstreeks aan het schoolplein grenst. Zij wenst dat de bestaande groenstrook, die de weg momenteel van het plein scheidt, ook als zodanig (groenbestemming) bestemd wordt. Dhr. de Jong: Geeft aan dat groendoeleinden ook binnen de bestemming verkeer kunnen worden gesitueerd. Er zijn geen plannen de groenstrook op te heffen. Mw. de Ridder: Pleit er toch voor om het als groenbestemming op te nemen, zodat voorkomen wordt dat het plein in de toekomst rechtstreeks aan de weg zal gaan grenzen. Mw. de Ridder: Vraagt of er al duidelijke plannen zijn m.b.t. het politiebureau? Dhr. de Jong: Zegt dat die er nog niet zijn. Mw. de Ridder: Verzoekt de wethouder met klem eventuele wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor de situatie van de school in een vroeg stadium kort te sluiten met (het bestuur van) ‘De Regenboog’. Dhr. de Jong: Zegt dat de gemeente bij eventuele ontwikkelingen streeft naar het zo goed mogelijk informeren van alle belanghebbenden.
Nota Zienswijzen(gewijzigd)
bestemmingsplan Houten Centrum
27