Bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013
2
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Toelichting bij het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (plannummer: NL.IMRO.0202.766-0302)
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Situering en begrenzing plangebied Aanleiding en doel Opzet bestemmingsplan Vigerende (geldende) plannen
7 7 7 8 9
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Beschrijving bestaande situatie Inleiding Historische ontwikkeling Ruimtelijke structuur Functionele structuur Verkeer en parkeren Cultuurhistorische waarden en archeologie Groenstructuur en ecologie Water
11 11 11 12 14 17 17 18 19
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5 3.6.6 3.6.7 3.6.8 3.6.9
Wettelijk- en beleidskader Inleiding Ruimtelijk beleid Rijks-, Provinciaal- en regionaal beleid Gemeentelijk beleid Woonbeleid Welstandsbeleid Verkeersbeleid Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid Milieu- en omgevingsbeleid Geluid Lucht Hinder Externe veiligheid Groen en ecologie Water Bodem Cultuurhistorie en archeologie Duurzaam bouwen
21 21 21 21 21 22 24 25 25 25 26 26 26 27 28 28 28 29 30 31 32
3.7
Sport-, recreatie- en spelen beleid
33
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
3
3.8
3.9 3.10
Economisch beleid Evenementen Wijkeconomie Kantoren Detailhandel Toerisme en vrije tijd Horeca Hotels Coffeeshopbeleid Prostitutiebeleid
33 33 34 35 35 35 35 36 36 36
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.3.1 4.2.3.2 4.2.3.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.3.8.1 4.3.8.2 4.4
Milieu- en omgevingsaspecten Inleiding Beschermd stadsgezicht Procedure Gevolgen aanwijzing beschermd stadsgezicht Beschrijving en vertaling in het bestemmingsplan Ruimtelijke typering Cultuurhistorische waarden Instructies Milieu- en omgevingsaspecten Geluid Luchtkwaliteit Hinder Externe veiligheid Groen en ecologie Water Bodem Cultuurhistorie en archeologie Archeologie Cultuurhistorie Kabels, leidingen en straalpaden
37
Hoofdstuk 5
Beheer en ontwikkelingen
49
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4 6.4.5 6.4.6 6.4.7
Planbeschrijving en -verantwoording Inleiding Uitgangspunten Opzet van de regels Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotbepalingen Verantwoording van de regels Afzonderlijke bestemmingen Bedrijf Centrum - 1 Centrum - 2 Gemengd Groen Horeca
53 53 53 55 55 56 56 56 57 57 57 58 58 58 59 59
3.8.1 3.8.2 3.8.3 3.8.4 3.8.5 3.8.6 3.8.7
4
37 37 38 38 38
42 42 42 43 43 44 45 46 47
48
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
6.4.8 6.4.9 6.4.10 6.4.11 6.4.12 6.4.13 6.4.14
6.6 6.7
Kantoor Maatschappelijk Tuin Verkeer Water Wonen Dubbelbestemmingen Overige verantwoording van de regels Algemeen Modernisering en nieuwe wetgeving Vrijstelling, ontheffingen en afwijkingen Handhaving Exploitatie
59 60 60 63 64 64 67 68 68 69 69 70 70
Hoofdstuk 7 7.1 7.2 7.3
Procedure Vooroverleg Terinzagelegging (ontwerp-bestemmingsplan) Vaststelling en verdere procedure
71 71 71 72
6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3
Bijlagen Bijlage 1 Lijst van beschermde monumenten Bijlage 2 Toelichting Rijksdienst Cultureel Erfgoed bij besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o.
73 73 82
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
5
Afbeelding 1. Ligging plangebied
6
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Situering en begrenzing plangebied
Het plangebied ligt in Arnhem-Noord ten noorden van de spoorlijn Arnhem Zutphen / Zevenaar en wordt begrensd door Zijpendaalseweg, Sonsbeekweg, Apeldoornseweg, Sonsbeeksingel, Sweerts de Landasstraat, Bouriciusstraat, Amsterdamseweg, Bakenbergseweg en de Izaak Evertslaan. De exacte begrenzing is op de plankaart en afbeelding 1 'ligging plangebied' weergegeven. De percelen van de panden aan de oostzijde van de Apeldoornseweg, aan de zuidzijde van de Sweerts de Landasstraat en aan de zuidzijde van de Bouriciusstraat, die vallen binnen het gebied dat het Rijk heeft aangewezen als Rijks beschermd stadsgezicht, is ook in het plangebied opgenomen. De Burgemeesterswijk en de Transvaalbuurt zijn voornamelijk woongebieden. De kenmerken van deze woongebieden zijn een gunstige ligging ten opzichte van het centrum, een groen karakter en de aanwezigheid van karakteristieke pleintjes, binnentuinen en monumentale panden. De stedenbouwkundige structuur van de woongebieden is typerend in de vorm van gebogen (Burgemeesterskwartier) en strakke (Transvaal) lijnen.
1.2
Aanleiding en doel
De aanleiding om de bestemmingsplannen voor dit gebied te herzien is tweeërlei. Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) moeten bestemmingsplannen eens in de tien jaar worden herzien. Vanaf medio 2013 staat er een sanctie (niet kunnen innen van leges) op het niet herzien van oude plannen. De bestaande bestemmingsplannen ("Burgemeesterswijk" en "Transvaalbuurt") dateren van 1984. Dus veel ouder dan 10 jaar. Voldoende aanleiding dus om deze plannen te herzien. Een extra aanleiding om de plannen te herzien is de aanwijzing tot Rijksbeschermd Stadsgezicht voor het grootste deel van het plangebied. Bij de aanwijzing door het Rijk is de eis gesteld dat er een bestemmingsplan wordt gemaakt, dat de cultuurhistorische waarden - zoals beschreven door het Rijk - beschermt. Er is al eerder gestart met een bestemmingsplan voor de Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. In 2005 heeft er een ontwerp ter inzage gelegen. Dat heeft de eindstreep niet gehaald omdat er een discussie speelde over de herinrichting van de Apeldoornseweg ten behoeve van de verbetering van de verkeerssituatie. Daarbij zou het wegprofiel veranderd worden in strijd met de beschrijving van het Rijk. De middenberm met dubbele bomenrij van de “Avenue Royale” zou verdwijnen en het ontwerp maakte de weg vrij voor een inrichting van de Apeldoornseweg als laan met twee enkele rijen bomen aan de kant van de huizen. Dit leidde tot een breed protest van bewoners en organisaties. Nu duidelijk is dat de voorgestelde herinrichting van de baan is en het bestemmingsplan, ook voor wat betreft de Apeldoornseweg, de Rijksbeschrijving kan volgen is het mogelijk dit bestemmingsplan verder te brengen. Hierbij is een punt van aandacht dat verdwenen hekken en geparkeerde auto's in voortuinen het stadsgezicht aantasten volgens de Rijksbeschrijving. In paragraaf 6.4.10 wordt ingegaan op de keuze om ongewenste parkeersituaties te beëindigen, de weg naar herstel van het beeld in te slaan en de manier waarop dat gebeurt. Het doel van dit bestemmingsplan is om burgers en instellingen met een actueel bestemmingsplan inzicht te geven welke gebruiks- en bouwmogelijkheden er zijn binnen de eisen die gesteld worden aan een Rijksbeschermd stadsgezicht. Het belangrijkste doel is echter om dit unieke stukje Arnhem te behouden voor de huidige en komende generaties.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
7
Afbeelding 3. Overzicht geldende bestemmingsplannen Nr.
8
Naam bestemmingsplan
10 334 369 416 441 528
Verordening 1428 Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan
Sint Marten Transvaalbuurt Burgemeesterswijk Artilleriepark Artilleriepark 1995
Datum vaststelling / goedkeuring 05-08-1940/ 17-12-1940 06-11-1978/ 18-01-1980 08-10-1984/ 22-04-1985 08-10-1984/ 17-10-1985 13-03-1985/ 10-07-1985 01-03-1999/ 12-10-1999
552 586 608 630 650 708
Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan Bestemmingsplan
Diaconessenpark Arnhem Centraal Artilleriepark 1998 Sonsbeekkwartier-Vogelwijk(2001) Klarendal-Sint Marten Sonsbeekkwartier-Vogelwijk
28-02-1994/ 04-10-1994 04-12-1995/ 25-06-1996 06-05-1996/ 28-11-1996 02-10-2000/ 01-05-2001 16-01-2003/ 26-06-2003 25-02-2008/ 18-07-2008
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
1.3
Opzet bestemmingsplan
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en regels. Het gaat vergezeld van een toelichting. Op de kaart zijn de bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. Deze bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten. Dit plan is conform de Wro vormgegeven volgens de SVBP (Standaard voor vergelijkbare Bestemmingsplannen). Het SVBP geeft voorschriften over inrichting van de kaart (kleuren en tekens) en de opbouw van de regels. Diverse facetbelangen zijn door andere regelgeving gewaarborgd, bijvoorbeeld de Wabo, de Wet milieubeheer, de Huisvestingswet en de Monumentenwet. Het is niet nodig dat het bestemmingsplan dezelfde waarborgen nogmaals schept. Afhankelijk waar dit wenselijk en mogelijk is zijn bestemmingen en afmetingen ruim gekozen zodat meerdere invullingen mogelijk zijn die planologisch aanvaardbaar zijn. In het gebied dat tot beschermd stadsgezicht is aangewezen zijn de bebouwingsgrenzen juist strak gelegd om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Daarbij is ook gekozen voor een gedetailleerde wijze van bestemmen om de cultuurhistorische waarden te beschermen. Dit betekent onder andere het opnemen van een aparte bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" in het bestemmingsplan. Het gebied dat tot beschermd stadsgezicht is aangewezen is bijna het hele plangebied. De delen die er buiten vallen zijn het noordwestelijk deel, dat voornamelijk wordt gevormd door het voormalige Diaconessenziekenhuisterrein en het terrein van het voormalige Artilleriepark. De cultuurhistorische waarden van de stadsgezichten die bescherming krijgen zijn aangegeven op een cultuurhistorische waardenkaart. Deze kaart is als bijlage 2 opgenomen bij de regels. Bouwplannen gelegen in een beschermd stadsgezicht worden naast de plankaart tevens aan deze cultuurhistorische waardenkaart getoetst. Meer informatie over het beschermd stadsgezicht en de te beschermen waarden is terug te lezen in hoofdstuk 2.6 en 4.2 van de plantoelichting.
Afbeelding 2. Voorbeeld van parkeren in de voortuin (hoek Cronjéstraat - De la Reijstraat)
1.4
Vigerende (geldende) plannen
Het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" is een algehele herziening van de geldende plannen, voor zover van toepassing op dit plangebied. Afbeelding 3 'overzicht vigerende plannen' geeft weer welke bestemmingsplannen en verordeningen (deels) komen te vervallen. De daarop van toepassing zijnde partiële herzieningen vervallen ook. Bij elk plan is de datum van vaststelling en goedkeuring weergegeven.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
9
Afbeelding 4. uitsnede stadsplattegrond 1900 vogelvlucht
10
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 2 2.1
Beschrijving bestaande situatie
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van het plangebied gegeven. Omdat het een bestemmingsplan voor een bestaande wijk is, zal voornamelijk worden ingaan op de huidige ruimtelijke structuur. Het doel van dit bestemmingsplan is het aanreiken van een kader waaraan ontwikkelingen in de wijk kunnen worden getoetst. Uitgangspunt hierbij is dat de huidige ruimtelijke kwaliteiten worden gewaarborgd en zo mogelijk versterkt.
2.2
Historische ontwikkeling
Burgemeesterswijk Het gebied van de Burgemeesterswijk behoorde vroeger tot de bezittingen van de familie Van Heeckeren van Enghuizen (Sonsbeek), maar werd omstreeks 1885 verkocht aan Thomas Etty. De familie Etty, van Engelse afkomst, had het nodige kapitaal vergaard in Indië. Etty trachtte zijn kapitaal uit te breiden door zijn bezit in afzonderlijke percelen te verkopen. Daarbij werd gedacht aan een villapark. Etty liet een plan van aanleg maken, dat in 1886 werd goedgekeurd door de gemeenteraad. De gemeenteraad stelde echter wel enkele eisen aan het plan. Deze hadden betrekking op de verharding van de wegen en de aanleg van goten en riolering. Voorts werden de rooilijnen voor bebouwing, gemeten vanaf de scheiding tussen percelen en wegen, vastgesteld op 7 meter voor de Amsterdamseweg, op 5 meter voor de Zijpendaalseweg en 4 meter voor de overige wegen. Een belangrijke bepaling was de verplichting om de percelen van de wegen te scheiden door middel van hekken. Ook aan de zijkanten moesten de percelen, minstens tot aan de rooilijn door ijzeren hekwerk worden afgesloten. Daarnaast werden de binnengebieden tussen de complexen, waar mogelijk, groen gehouden. Bomen werden zoveel mogelijk gehandhaafd. Nu nog zijn er in de binnengebieden bomen van de periode voor het ontstaan van de wijk te vinden. Tot 1900 zijn verspreid over het gebied vrijstaande villa's gebouwd. Het duurde echter tot omstreeks 1900 voordat de bouw in de wijk echt op gang kwam. De uitgifte van bouwterreinen verliep in eerste instantie moeizaam, wat voornamelijk te maken had met het feit dat de aanleg van de riolering op zich liet wachten. In deze periode betrof het merendeel van de bebouwing niet de oorspronkelijk gedachte vrijstaande villa's maar aaneengesloten blokken herenhuizen. Na 1910 is de Burgemeesterswijk verder naar het westen tot aan de Izaak Evertslaan uitgebreid. In dit gedeelte werden over het algemeen weer opnieuw vrijstaande herenhuizen op veel ruimere kavels gebouwd. De bebouwingsperiode van deze kavels liep van 1910 tot 1930. Ook werd in dit gebied het Diaconessenziekenhuis gerealiseerd. Na het sluiten van het Diaconessenziekenhuis in het midden van de jaren negentig is op deze plaats een nieuwe buurt, Sonswijck genaamd, ontwikkeld. Naast Sonswijck ligt het Artilleriepark. De naam heeft het te danken aan het feit dat dit gebied altijd als artillerieopslag heeft gefungeerd voor de Gele Rijders en daarna van de Nederlandse krijgsmacht. Omdat er gedurende lange tijd geen wapens en artillerie meer werden opgeslagen kon het Artilleriepark zich als groengebied ontwikkelen met een zekere gebruiksfunctie voor de buurt. Daarna kreeg het een woonfunctie. De realisering van het woningbouwproject “Het Artilleriepark” is in medio 2002 afgerond. Transvaalbuurt De Transvaalbuurt ontstond op basis van een plan van 1899. Ook dit gebied heeft behoord tot de eigendommen van Van Heeckeren van Enghuizen, maar is in 1898 verkocht aan de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Landgoed Sonsbeek te Arnhem. De wijk werd in de periode 1900-1910 gebouwd op basis van een strak stratenplan. Twee belangrijke elementen in de wijk waren het Bothaplein en de St. Jansbeek. De St. Jansbeek vormt een visuele verbinding tussen wijk en park en was een belangrijk element in de ruimtelijke structuur van wijk. Het gedeelte vanaf de Sonsbeekweg tot de Paul Krugerstraat is in de jaren 60 echter overkluisd ten behoeve van extra verkeersinfrastructuur. Hierdoor is een deel van de karakteristieke elementen verdwenen. In het kader van het project “Buiten gewoon Beter” is weer een open beekloop gerealiseerd. De opzet van de wijk was oorspronkelijk bedoeld voor fraaie vrijstaande panden. Op deze manier trachtte men repatrianten uit Nederlands-Indië aan zich te binden. De uitgifte van percelen verliep echter langzamer dan men had verwacht. Lange tijd bleven veel percelen onbebouwd. Deze zijn later opgevuld met aaneengesloten rijen herenhuizen. bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
11
Plaatsing van het plangebied in de stedenbouwkundige geschiedenis. Zowel de Transvaalbuurt als de Burgemeesterswijk bevatten duidelijk herkenbare elementen uit hun tijd. Met de verstedelijking van Nederland aan het eind van de 19e eeuw begon de trek van het platteland naar de stad ten gevolge van de handel, dienstverlening en industrie. In de stad werden woningcomplexen gebouwd die onderdak boden aan de arbeiders. Tegelijkertijd werden er echter voor de welgestelden villawijken gebouwd, veelal op particulier initiatief. Zo ook in de Transvaalbuurt en de Burgemeesterswijk. Hiertoe werden ontwerpen gemaakt met een hoge graad van detaillering. Deze gedetailleerdheid was kenmerkend voor een benadering die de boventoon voerde in de stedenbouwkundige praktijk vanaf het einde van de 19e eeuw: de stadsbouwkunst. Het uitgangspunt van deze benadering was dat er een esthetisch stadsbeeld diende te worden nagestreefd. Hiertoe omvatte het stedenbouwkundige ontwerp samenhangende ruimtelijke composities van straten, pleinen en plantsoenen. De voornaamste bouwsteen voor deze composities was de architectuur en dan vooral de woningbouw. De gesloten gevelwanden van de bebouwing bepaalden de vorm van de omhulde stedelijke ruimte. Er bestonden twee vormen van deze stadsbouwkunst de formele en de informele stijl. De Burgemeesterswijk is een voorbeeld met elementen van de informele stijl, een villawijk waarin vaak landschappelijke middelen werden toegepast volgens de principes van de Engelse landschapsstijl. Dit leverde schilderachtige wijken op met slingerende wegen. De Transvaalbuurt sluit meer aan bij de formele stijl uit die tijd met rechte stratenpatronen en een geometrische plattegrond.
2.3
Ruimtelijke structuur
Het plangebied ligt dichtbij het station, het stadscentrum en het Sonsbeekpark. Het plangebied ligt als woongebied tussen belangrijke groengebieden. Daarnaast heeft het gebied een karakteristieke uitstraling die bepaald wordt door de bomenstructuur langs de wegen en op de binnenterreinen, groene pleintjes en een afwisseling van aaneengesloten rijen herenhuizen en vrijstaande villa's.
Afbeelding 5. Sweerts de Landasstraat Zijpendaalseweg 1919 (afb. 83 uit Arnhem zo was het)
12
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Burgemeesterswijk De ruimtelijke hoofdstructuur van de Burgemeesterswijk wordt gevormd door de hoofdas, Sweerts de Landasstraat en van Lawick van Pabststraat, waarop korte zijstraten uitkomen. Deze dwarsstraten zijn licht gebogen. Waar de hoofdstraten en de dwarsstraten elkaar ontmoeten liggen de pleinvormige ruimtes ingericht als plantsoen. Deze pleintjes bepalen samen met de privé-voortuinen het groenstedelijk karakter van de wijk. Dit wordt nog geaccentueerd door het reliëf van de ondergrond en laanbeplanting. Het plangebied is, op het terrein van de vroegere Diaconessenziekenhuis en Artilleriepark na, ontworpen als woongebied. De bebouwingsstructuur is te onderscheiden in drie verschillende delen: - Wandbebouwing in de vorm van monumentale herenhuizen, arbeiderswoningen of dicht op elkaar staande vrijstaande villa's in stedelijke context. Voor het overgrote gedeelte wordt de Burgemeesterswijk gekenmerkt door het aaneengesloten karakter van de straatwanden met afrondende hoeken en dicht op elkaar staande herenhuizen. De meeste bebouwing is twee tot drie bouwlagen hoog met gevels en daken die op uitlopende manier zijn vormgegeven, serres, erkers, hoektorentjes, relatief smal en met overwegend verticale gevelbinding. De voortuinen zijn oorspronkelijk door middel van smeedijzeren hekwerk duidelijk afgeschermd van de openbare ruimte. Op het voormalige Diaconessenziekenhuis-terrein is er sprake van bebouwing in eigentijdse architectuur. - Open bebouwing in de vorm van vrijstaande villa's in het groen. Het noordelijk deel van de Burgemeesterswijk bestaat uit vrijstaande villa's en karakteristieke tweeonder-één-kap woningen op ruime kavels. De woningen hebben ruime voortuinen met overwegend groene erfafscheidingen. Langs de Bakenbergseweg is er sprake van landelijke lintbebouwing met veelal vrijstaande boerderijachtige bebouwing. - Grootschalige gestapelde nieuwbouw uitgevoerd tussen 1960 en 2000. In het plangebied zijn twee grootschalige kantorengebouwen aanwezig die in de zestiger en zeventiger jaren zijn gerealiseerd. Het gaat hier om de kantoorgebouwen op de Pels Rijckenstraat en de Van Pallandtstraat. Deze gebouwen staan qua vorm en schaal in groot contrast ten opzichte van de omgeving. Het kantoorgebouw aan de Van Palandtstraat is inmiddels optisch verbeterd waardoor een meer uit individuele, verticale onderdelen bestaand gebouw is ontstaan. Hierna zijn er in de afgelopen jaren gestapelde woningen gerealiseerd. Deze projecten staan op het voormalige Diaconessenterrein en het Artilleriepark. De woningen vallen op door hun eigentijdse vormgeving, architectuur en stedenbouwkundige opzet (geen straatwand-vorming meer). In het plangebied is een groene corridor aanwezig. Deze functioneert als ecologische verbinding tussen het groengebied Het Dorp-Heijenoord en het Park Sonsbeek. Corridors zijn groenstroken of groenrijke zones die door de bebouwing lopen en groengebieden met elkaar verbinden. Het beleid is er op gericht om het groene karakter van de corridor te vergroten. In 2005 is het boek "Burgemeesterswijk bewonderd" van de hand van Crone en Jekel uitgekomen waarin alle panden zijn gedocumenteerd. Transvaalbuurt Uitgangspunt van de ruimtelijke hoofdstructuur van de Transvaalbuurt is de Paul Krugerstraat als as binnen de wijk. De Paul Krugerstraat is een in oostelijke richting steil oplopende straat. Op deze weg komen meerdere kleinere straten uit. Deze straten zijn recht. Bij de aansluitingen op de Paul Krugerstraat zijn driehoekige plantsoenen gelegen. De structuur van de wijk is formeler dan de Burgemeesterswijk. De Tranvaalbuurt heeft een bebouwingsstructuur met als kenmerk aaneengesloten of zeer dicht op elkaar aansluitende woonhuizen en voortuinen die met een hekwerk zijn afgeschermd.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
13
Afbeelding 6. Bothaplein ca 1920 - 1929 (afb. 80 uit Arnhem zo was het)
2.4
Functionele structuur
Burgemeesterswijk Wonen Het plangebied is oorspronkelijk opgezet als woongebied. Nu kenmerkt het plangebied zich door zijn gemêleerde samenstelling. De Burgemeesterswijk kent een aantal kamerverhuurbedrijven. Sociale huurwoningen komen in deze wijk niet voor. Daarnaast zijn er in de Burgemeesterswijk wel verschillende kantoor- en maatschappelijke voorzieningenfuncties. Veel panden, die oorspronkelijk een woonfunctie hadden, zijn getransformeerd tot panden met een werkfunctie. Hierdoor is het gebied van een monofunctionele woonwijk getransformeerd tot een multifunctioneel gebied waar verschillende functies in elkaars nabijheid gevestigd zijn. De laatste 10 jaar is een duidelijke verschuiving van bedrijven/kantoren naar wonen te zien.
14
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Afbeelding 7. Woonpanden met kantoor- en maatschappelijke voorzieningenfuncties langs de Zijpendaalsweg Het wonen heeft in dit gebied echter altijd de boventoon gevoerd en blijft ook in de toekomst de belangrijkste functie. Grootschalige uitbreiding van andere functies binnen dit woongebied is niet toegestaan. Kantoren In de Sweerts De Landasstraat en Bouriciusstraat is door de nabijheid van Arnhem-Centraal een relatief groot aantal panden met een kantoorfunctie aanwezig. Wonen blijft de dominante functie. Nu het doorgaande verkeer uit deze straten is verplaatst naar de Amsterdamseweg is de oorspronkelijke sfeer in deze straten terug gekomen. Deze situatie geldt ook voor de Zijpendaalseweg waar naast panden met een kantoorfunctie langs deze weg de woonfunctie in deze panden steeds meer zijn intrede heeft gedaan. Daarnaast is de functie van deze weg als verkeersader beperkter geworden. Op grond van de functie als verkeersader waren van oudsher kantoorfuncties aan deze weg toegestaan. De Amsterdamseweg heeft een typisch stedelijk karakter. Aaneengesloten bouwblokken afgewisseld met vrijstaande villa's. Ook zijn er in latere tijden grote kantorencomplexen aan weerszijden van deze weg ontwikkeld. De Amsterdamseweg is een verkeersader en zijn stedelijke functies op een grotere schaal aan deze weg toegestaan. Dit mag echter niet ten koste gaan van de uitstraling enerzijds en de verkeersfunctie voor de stad anderzijds. Grote uitbreiding van kantoorlocaties en centrumfuncties in dit gebied wordt daarom niet wenselijk geacht. De wijk heeft voorlopig te maken met twee grootschalige kantoorcomplexen op de Pels Rijckenstraat en de Van Pallandtstraat. Mochten deze complexen in de toekomst verdwijnen en als hiervoor plannen tot een andere invulling bestaan die beter passen in de wijk dan zal hieraan medewerking kunnen worden verleend. Eventuele vestiging van grootschalige complexen in de wijk is niet gewenst en deze wordt in het bestemmingsplan dan ook niet mogelijk gemaakt.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
15
Centrumgebied Binnen het gebied bevinden zich verspreid over de Burgemeesterswijk verschillende vormen van publiekgerichte centrumfuncties, waarbij detailhandel de boventoon voert. Op de kruising Burgemeester Weertsstraat, Van Lawick van Pabststraat is een concentratie van detailhandelactiviteiten. Hier vindt een mix van wonen en werken plaats, waarbij werken voornamelijk op de begane grond en het wonen op de verdieping plaatsvindt. Een beperkte uitbreiding van het werken op de begane grond van een pand in dit gebied behoort tot de mogelijkheden, mits dit het karakter van dit gebied niet aantast. Ten aanzien van winkelvoorzieningen wordt een concentratiebeleid gevoerd. Dit betekent dat detailhandel buiten de in het bestemmingsplan aangegeven locaties niet tot de mogelijkheden behoort. Buiten deze concentratiegebieden is uitbreiding van detailhandel niet toegestaan. Transvaalbuurt Wonen De Transvaalbuurt is oorspronkelijk opgezet als woongebied. Nu kenmerkt deze buurt zich door zijn gemêleerde samenstelling van functies. Er is een aantal kamerverhuurbedrijven actief binnen het plangebied en er ontbreken sociale huurwoningen. Daarnaast zijn er in de Transvaalbuurt in ruime mate verschillende kantoor- en maatschappelijke voorzieningenfuncties terug te vinden op plaatsen die vroeger bewoond werden. Het (uitgegroeide) beroep aan huis komt veelvuldig voor. Hierdoor is het gebied van een monotone woonfunctie getransformeerd tot een multifunctioneel gebied waar verschillende functies in elkaars nabijheid gevestigd zijn. Het wonen is in de loop der jaren echter in de verdrukking gekomen. Hierdoor is de parkeerdruk toegenomen. Toch wordt wonen in dit gebied ook in de toekomst als de belangrijkste functie gezien en wordt er gestreefd naar uitbreiding hiervan. Uitbreiding van andere functies binnen dit woongebied is dan ook niet toegestaan. Kantoren Langs de Apeldoornseweg zijn relatief veel kantoorpanden aanwezig. Een uitbreiding van kantoorfuncties is niet gewenst mede omdat deze ook de uitstraling van deze weg verder zal aantasten. Aan beide zijden is de Apeldoornseweg opgenomen in het beschermd stadsgezicht. Daarom is niet alleen bij woningen maar ook bij kantoren (uitbreiding van) parkeren niet toegestaan. Met name in de Cronjéstraat en de Apeldoornseweg tast het parkeren de voortuinzone aan of wordt deze zone hierdoor bedreigd. De Zijpendaalseweg valt buiten het deelgebied Transvaalbuurt, maar heeft wel invloed op de bestemming van de aanpalende panden die wel binnen dit gebied vallen. Vanwege de nabijheid van Arnhem-Centraal kent de wand langs de Zijpendaalseweg een kantoorbestemming om zodoende de huidige functies te kunnen continueren. Sonsbeeksingel/ Spoorzone De spoorverbreding langs de Sonsbeeksingel is gerealiseerd. Aanvankelijk was een deel van de spoorzone opgenomen binnen de grenzen van het vorige ontwerp-bestemmingsplan 'Burgemeersterswijk - Transvaalbuurt'uit 2005. Dit deel is nu opgenomen in het bestemmingsplan "Arnhem Centraal 2011", dat een herziening betreft van het bestemmingsplan "Arnhem Centraal" uit 1995. Daarom is de grens van dit nieuwe bestemmingsplan hierop aangepast.
16
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
2.5
Verkeer en parkeren
Verkeer Het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan kent de volgende verkeersaders: Amsterdamseweg; Apeldoornseweg; Sonsbeekweg; Zijpendaalseweg. De drie eerstgenoemde wegen zijn gebiedsontsluitingswegen, ook wel hoofdwegen, waar een maximale snelheid geldt van 50 km/u. Op deze wegen staat het doorstromen van verkeer als onderdeel van het Arnhems hoofdwegennet voorop. Laatstgenoemde weg, de Zijpendaalseweg, is eveneens een verkeersader, maar met minder prioriteit voor de verkeersdoorstroming, waarbij meer mogelijkheden zijn voor snelheidsremmende maatregelen en oversteekvoorzieningen. De wegen binnen het plangebied zijn typische woonstraten die onderdeel zijn van zogenaamde verblijfsgebieden of 30 km/u-zones. Parkeren Er is een parkeer(vergunningen)systeem in beide wijken ingevoerd. De huidige tendens is te komen tot een vraagvolgend beleid, waarbij de vorm varieert van vergunningen, blauwe zone tot betaald parkeren en voor het noordwestelijke deel van Burgemeesterswijk gratis parkeren. Het parkeersysteem wordt periodiek geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Voor beide wijken geldt als uitgangspunt dat het parkeren voor bewoners en werkers in het gebied zelf bruikbaar moet zijn waarbij parkeren door bezoekers van en werkers in de binnenstad wordt ontmoedigd.
2.6
Cultuurhistorische waarden en archeologie
In het plangebied is sprake van een waardevol historisch stadsbeeld, dat grote samenhang vertoont tussen de historisch ruimtelijke structuren, karakteristieke historische bebouwing en de groenelementen. Dit samenspel van onroerende zaken vormt een geheel, dat van algemeen belang is voor de gemeente Arnhem en het Rijk door zijn schoonheid, cultuurhistorische waarde en het markante eigen karakter. Om die reden bezitten de Burgemeesterwijk en Transvaalbuurt samen met de parken de status als aangewezen Rijksbeschermd stadsgezicht (zie ook de toelichting in paragraaf 4.2 en de beschrijving in bijlage 2). Van belang voor dit waardevol historisch stadsbeeld zijn: een in gave staat verkerend oorspronkelijk eind 19e-eeuws stratenpatroon. Voorts de aanwezigheid van de oude structuur binnen de grote bouwblokken in de vorm van de groene binnengebieden met oude bomen, de verkavelingstructuur, de rooilijnen etc. Deze eind 19eeeuwse parcellering is vooral traceerbaar aan de hand van de vele herenhuizen en vrijstaande historische villa's. de situering en de aard van deze bebouwing in relatie tot deze bovengenoemde structuren. In de verschillende delen van dit gebied wijst de aard van de historische bebouwing naar functionele en/of sociale betekenis van dit gebied, zoals het onderscheid tussen aaneengesloten wanden van arbeidershuizen, herenhuizen, twee-onder-één-kap herenhuizen en vrijstaande villa's. de karakteristieke, veelal zeer waardevolle en beschermingswaardige bebouwing van verschillende typen, stijlen en ouderdom. waardevolle groenelementen en groenstructuren zoals de lanenstructuur, de groene plantsoentjes op de kruising tussen de Lawick van Pabstraat en de zijstraten, groene binnengebieden met historische bomen en de voortuinen door karakteristiek hekwerk omgeven. de brugdelen (uit 1908) gelegen tussen de rijstroken van de De La Reijstraat over de St. Jansbeek. Deze brugdelen met leuningen en hekwerk van smeedijzer waarop lantaarns staan hebben architectuurhistorische waarde. Het is een fraai voorbeeld van Art Nouveau-stijl, van belang wegens de esthetische kwaliteiten en gaafheid. Mede vanwege de ensemblewaarde in relatie met de omringende bebouwing hebben de brugdelen zeldzaamheidswaarde. De brugdelen en haar omgeving verdienen ten behoeve van behoud van de beeldkwaliteit een bijzondere bescherming bij ontwikkelingen in het plangebied.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
17
Afbeelding 8. Een deel van brug uit 1908 bij De La Reijstraat over de St. Jansbeek Archeologie. Het plangebied ligt op de flank van de stuwwal. Deze is in de voorlaatste IJstijd ontstaan, toen landijs vanuit Scandinavië tot in Nederland grond opstuwde. Na het smelten van het landijs bleven hoefijzervormige lobben over. De hoogste punten van de stuwwal waren in de pre- en protohistorie in het algemeen minder of niet aantrekkelijk voor bewoning. De flanken daarentegen wel. Dit vanwege de biodiversiteit (gradiëntzones) en aanwezigheid van beken. Met name de zones nabij de beken hebben een hoge archeologische verwachtingskans. Daarbuiten is de kans op archeologie minder groot, maar kunnen resten niet uitgesloten worden. Ook buiten de beekdalen worden in Arnhem op de flank van de stuwwal vondsten gedaan; ook zijn op diverse plaatsen grafheuvels aanwezig, opgeworpen in de periode circa 3000-1000 v. Chr. Ruim 1500 meter ten noordwesten van het plangebied ligt een dergelijke heuvel.
2.7
Groenstructuur en ecologie
Burgemeesterswijk De bomenstructuur, de groene pleintjes en de voortuinen geven de buurt een enigszins groen karakter. De binnenruimte van de woonblokken zijn belangrijke groengebieden en deze zijn in eigendom van particulieren en aanpalende woningen. De meeste middenstroken zijn bestemd als groen. Het aanwezige groen in het binnengebied is naast een structuurvormend element ook van cultuurhistorische en ecologische waarde. In deze groengebieden staan vaak nog forse bomen, hetgeen kenmerkend is voor dit gebied. De forse bomen nabij de Diaconessenpark en Artilleriepark en in de binnengebieden van de woonblokken werken als een belangrijk ecologische verbinding tussen Sonsbeek en Mariëndaal (corridor).
18
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Transvaalbuurt De Transvaalbuurt wordt gekenmerkt door een wigvormig stratenpatroon met verschillende groene markante plekken. De doorzetting van de St. Jansbeek begeleid door groene taluds en bomen is hierin de belangrijkste. Het naar bovenhalen van het overkluisde gedeelte van de St. Jansbeek aan de De la Reijstraat vormt een belangrijk element in het herstellen van de groen- en waterstructuur. Daarnaast zijn de markante plekken in de vorm van groene pleintjes met gras en bomen langs de Paul Krugerstraat belangrijke structuurvormende elementen. De binnenruimten van de woonblokken zijn merendeels in bezit van particulieren. Alleen voor de bouwblokken grenzend aan de Sonsbeekweg en Paul Krugerstraat is het binnenterrein bestemd als groen, omdat hierin een aantal oude markante bomen staat.
2.8
Water
Burgemeesterswijk Het plangebied van de Burgemeesterswijk is gelegen op de westelijke helling van de Jansbeek en kent een groot hoogteverschil; namelijk van 20 meter boven N.A.P. in het zuidoosten tot 59 meter boven N.A.P. in het noordwesten. In dit gedeelte van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het grondwater in het plangebied bevindt zich op een diep niveau. Van circa 30 meter diepte in de noordwestelijke deel van het plangebied tot circa 10 meter in de zuidelijke punt van de wijk. Dit betekent dat het gebied als kansrijk wordt bestempeld in relatie tot mogelijkheden tot infiltratie van regenwater in de bodem. Wel moet rekening gehouden worden met het voorkomen van leemschotten, waardoor plaatselijk sterk afwijkende grondwaterstanden kunnen voorkomen. In het park Sonsbeek zijn deze leemschotten inderdaad aangetroffen. Het beschadigen van deze leemschotten kan lokaal tot zeer grote gevolgen leiden in de grondwaterhuishouding. Het gebied maakt geen deel uit van een grondwater-beschermingsgebied Transvaalbuurt De Transvaalbuurt is gesitueerd op de voet van de oostelijke helling aan het eind van het dal van de Jansbeek. Het hoogteverschil in deze wijk is kleiner dan in de Burgemeesterswijk; van 30 meter boven N.A.P. naar 18 meter boven N.A.P. Het grondwaterpeil in deze wijk varieert van circa 15 meter diepte ter hoogte van de kruising Sonsbeekweg / Apeldoornseweg tot circa 3 à 4 meter nabij de onderdoorgang van de Jansbeek onder het spoortalud. De bodemopbouw is verder gelijk aan de Burgemeesterswijk, ook hier kan de grondwaterspiegel sterk afwijken als gevolg van leemschotten. Met name in de lagere delen van de wijk zal hierom eventuele mogelijkheid voor infiltratie van regenwater kritisch moeten worden beoordeeld aan de hand van een geohydrologisch onderzoek. Door deze wijk stroomt in de De La Reijstraat de Jansbeek. Een deel van dit traject was overkluist, maar is in 2003 weer bovengronds gebracht. Bij de Sonsbeeksingel vervolgt de beek haar weg in een beekriool onder het spoortalud door richting de singels en uiteindelijk de Rijn. Het oppervlaktewater is in beheer bij waterschap Rijn en IJssel. Zowel de Burgemeesterswijk als de Transvaalbuurt zijn gemengd gerioleerd en als zodanig onderdeel van het hoofdbemalingsgebied Rijngemaal. Uitzonderingen op bovengenoemd rioleringstelsel zijn de nieuwbouwlocaties Sonswijck en Artilleriepark aan de Izaäk Evertslaan. Deze twee locaties hebben alleen een vuilwaterstelsel. Het regenwater dat op deze twee locaties valt, wordt op het eigen terrein geïnfiltreerd. Het Rijngemaal naast de John Frostbrug, verpompt het water naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie in Duiven.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
19
20
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 3 3.1
Wettelijk- en beleidskader
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifieke voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit bestemmingsplan afgewogen en doorvertaald op de kaart en in de regels.
3.2
Ruimtelijk beleid
3.2.1 Rijks-, Provinciaal- en regionaal beleid Het nationaal ruimtelijk beleid is verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012). De SVIR schetst het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid van het rijk in het perspectief van 2028 en 2040. De SVIR markeert een trendbreuk waarbij sterk wordt ingezet op decentralisatie van het ruimtelijk beleid naar provincies en gemeenten. In de nationale ruimtelijke hoofdstructuur maakt Arnhem deel uit van één van de negen 'stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren'; expliciet wordt 'Health Valley' in en rond Arnhem-Nijmegen genoemd en 'mode en design' in Arnhem als onderdeel van de aanwezige topsector ' Creatieve industrie'. Een 'aantrekkelijk vestigingsklimaat in en een goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren' wordt in de SVIR gemarkeerd als een nationaal belang. Het rijk neemt een 'ladder voor duurzame verstedelijking' op in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro): a. eerst bezien of en hoe groot de feitelijke ruimtelijke vraag is; b. dan bezien of bestaand stedelijk gebied of bestaande bebouwing kan worden hergebruikt; c. als nieuwbouw echt nodig is, dan een optimale (multimodale) bereikbaarheid garanderen. Het Rijk kan op grond van de Monumentenwet 1988 (hoofdstuk IV art. 35 e.v.) beschermde stads- en dorpsgezichten aanwijzen of zo'n aanwijzing weer intrekken. In hoofdstuk 4.2. wordt aangegeven dat een aanwijzingsprocedure wordt gevolgd en daar wordt nader op dit onderwerp ingegaan. Het ruimtelijk beleid van de provincie is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio”. Bij de herziening van de Wro is het streekplan opgewaardeerd tot provinciale structuurvisie. In de "Wro-agenda" is neergelegd met welke (nieuwe) instrumenten het geformuleerde beleid wordt vormgegeven. In de provinciale verordening is deze structuurvisie doorvertaald naar concrete aanwijzingen waar bestemmingsplannen aan moeten voldoen. De provincie werkt aan een nieuwe provinciale structuurvisie. Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 'Werken aan een aantrekkelijke en concurrerende stadsregio in Noordwest Europa' vormt het richtinggevend kader voor beleid en uitvoering van het regionaal beleid van de stadsregio op het gebied van ruimte, mobiliteit, economie en wonen. 3.2.2 Gemeentelijk beleid Gemeentelijke structuurvisie Het gebruik van de ruimte in een stad verandert voortdurend. De gemeentelijke structuurvisie is een belangrijk kader voor het beoordelen en entameren van ruimtelijke initiatieven en plannen in de stad. De gemeenteraad heeft de nieuwe structuurvisie Arnhem 2020, doorkijk 2040 in het december 2012 vastgesteld. De structuurvisie benoemt de belangrijkste principes voor het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief van de stad en geeft een uitwerking van dit perspectief zowel naar een aantal thema's als naar gebieden in de stad, de zogenaamde 'koersgebieden'. Het gebied Het Dorp maakt geen onderdeel uit van deze koersgebieden. Ook agendeert de Structuurvisie drie op te stellen structuurvisie-uitwerkingen: Stad aan de rivier, Wijkvernieuwing in Zuid, Duurzame energie. Het plangebied van het bestemmingsplan maakt deel uit van een ruimtelijk milieu, getypeerd als: "Verspreide bebouwing in het groen", zoals aan het eind van deze paragraaf weergegeven. Daarnaast werkt de structuurvisie het ontwikkelingsperspectief uit naar de beleidsthema's cultuurhistorie, groen-blauw raamwerk, mobiliteit, energie, hitte, milieu, wonen, economie, ondergrond, hoogbouw
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
21
De Burgemeesterswijk en de Transvaalbuurt behoren tot de categorie "stadsbeeld bepalende woonwijken". Voorop staat het behoud van dit karakter van deze wijken. De Burgemeesterswijk en de Transvaalbuurt worden bovendien gezien als buurten die stedenbouwkundig en architectonisch een hoogwaardige kwaliteit hebben. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dienen de van oorsprong aanwezige cultuurhistorische waarden dan ook uitgangspunt te zijn.
3.3
Woonbeleid
Woonvisie 2015 In de Woonvisie Gemeente Arnhem 2015 (vastgesteld in 2004) is de basis gelegd voor het gemeentelijk te voeren woonbeleid. In deze Woonvisie staat het motto 'Arnhem aantrekkelijke woonstad in balans' centraal. Bij het opstellen van de Arnhemse Woonvisie is rekening gehouden met wet- en regelgeving en de beleidskaders van andere overheden zoals Brussel, het Rijk, de provincie en de Stadsregio. Met instrumenten als het Woningbouwkompas (WK), de Gebiedsgerichte uitwerking van de 24 wijken en een uitvoeringsgericht woonprogramma (de woonagenda) stuurt de gemeente op een gedifferentieerde woningvoorraad in de stad en op o.a. de (fysiek en sociale) samenstelling en kwaliteit van de woningvoorraad en de woon en leefomgeving in wijken. De hoofddoelen van de Woonvisie zijn: 1. het bouwen van voldoende nieuwe woningen, daarbij wordt niet alleen gestuurd op aantallen, maar gaat het vooral om de kwaliteit, toekomstwaarde en duurzaamheid van de nieuwe woningen. 2. het vergroten van de keuzevrijheid en zeggenschap van bewoners bij hun woning en woonomgeving 3. het bevorderen van de doorstroming en het doorbreken en verbeteren van de eenzijdige grote goedkope woningvoorraad door te bouwen waar in de woningvoorraad vraag en een tekort aan is. 4. het vraaggericht toevoegen van woningen met een gevarieerde mix aan woningtypen in verschillende prijsklassen waarbij naast het toevoegen van betaalbare koop, het accent ligt op toevoegen van woningen in de daarop aansluitende prijscategorieen middelduur en duur. 5. het bevorderen van het eigen woningbezit in de stad om zo in 2015 meer evenwicht te bereiken in de eigendomsverhouding van huurwoningen en koopwoningen. 6. het stimuleren van allerlei vormen van particulier opdrachtgeverschap of vormen van collectieve samenbouw voor mensen met een grote of kleine beurs, specifieke behoeften (creatieven, zelfstandig ondernemers, idealisten, senioren of mensen met een functiebeperking), die op deze manier hun woonwensen kunnen realiseren. Het Arnhemse woonbeleid speelt hiermee in op de behoefte en wensen van alle woonconsumenten en draagt bij aan meer diversiteit in de bevolkingsamenstelling en de kenmerken die verschillende wijken en buurten bezitten. Wonen, welzijn en zorg Er ligt op het gebied van wonen, welzijn en zorg een stevige fysieke opgave. Dit betekent dat er in woonwijken voor bijzondere doelgroepen en met name voor mensen in kwetsbare posities meer geschikt en passend kleinschaliger aanbod aan levensloopbestendige woningen, woonvormen of andere bijzondere woonconcepten, gerealiseerd en gefaciliteerd moet worden, eventueel aangevuld met (thuis)zorg, begeleiding, ondersteuning, toezicht of andere vormen van dienstverlening en welzijnsvoorzieningen in de directe of nabije woonomgeving. Onder de noemer bijzondere woonvormen vallen veel en uiteenlopende manieren van wonen. Hierin staat wonen centraal. Bijzondere woonvormen zijn er voor ouderen, lichamelijk gehandicapten, psychisch gehandicapten, verstandelijk gehandicapten, dak- en thuislozen, (ex) verslaafden, exgedetineerden, et cetera. Al deze genoemde groepen mensen wonen, al dan niet in zekere mate zelfstandig. Soms in een groep met 24 uursbegeleiding, soms onder de noemer beschermd of begeleid wonen, soms met minder begeleiding, soms met begeleiding op afstand.
22
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Dit alles heeft te maken met de aard van doelgroep, mensen met een ernstige psychiatrische handicap zullen bijvoorbeeld gebaat zijn met wonen onder 24-uursbegeleiding. Mensen met zware lichamelijke handicaps hebben 24-uurs zorg nodig. Maar er zijn ook mensen die met minder begeleiding toekunnen, bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke beperking. Er is dus een variatie in de mate van zelfstandigheid en de mate van begeleiding. In de Arnhemse bestemmingsplannen is geregeld dat binnen de woonbestemming ook bijzondere woonvormen zijn toegestaan. In februari 2008 is het bestemmingsplan 'Aan- en bijgebouwen, wonen en (mantel)zorg' door de gemeenteraad vastgesteld. Dit was een paraplubestemmingsplan dat in bijna alle gemeentelijke bestemmingsplannen begeleid wonen (onder voorwaarden) binnen de woonbestemming toe liet. Het doel was om duidelijkheid te geven over welke functies van wonen en zorg binnen de woonbestemming vallen en welke onder 'maatschappelijk'. Dit bestemmingsplan regelt nu expliciet dat binnen de bestemming 'wonen' ook begeleid wonen zoals bijzondere woonvormen (inclusief 24 uurs begeleiding) zijn toegestaan. Belangrijke overweging om dit toe te staan had te maken met de opgave (extramuralisatie) om in iedere woonwijk woonvoorzieningen voor bijzondere doelgroepen te realiseren. Om ervoor te zorgen dat deze bijzondere woonvormen en opvangvoorzieningen zo goed als mogelijk worden verdeeld (verspreid) over de stad is in het vestigingsbeleid de spreiding van deze woonvormen en voorzieningen geregeld. Voor een nadere onderbouwing wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Aan- en bijgebouwen, wonen en (mantel)zorg'. Het woonbeleid meer in het bijzonder voor de wijk Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. Kamerverhuur Het beleid ten aanzien van kamerverhuur staat het kamersgewijs verschaffen van woonverblijf aan maximaal vier personen per (zelfstandige) woning toe, zonder dat daarvoor een melding nodig is. De intensiteit van de bewoning en de mate van overlast bij een dergelijk gebruik zijn immers vergelijkbaar met die van een huishouden bestaande uit vier personen. Voor vijf of meer verschillende personen, die niet tot één huishouden zijn terug te voeren, is wel een melding nodig. In gebieden waar zich veel kamerverhuurbedrijven bevinden kan het noodzakelijk zijn om een maximum vast te leggen aan het aantal kamerverhuurbedrijven dan wel het aantal vergunningen te bevriezen of terug te dringen om de leefbaarheid in een gebied of wijk te waarborgen. In de wijk Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt is het niet noodzakelijk om zo'n maximum aantal vast te leggen. Hier speelt het probleem met teveel kamerverhuurbedrijven niet en gezien het aantal aanvragen de laatste jaren is ook niet de verwachting dat er een probleem ontstaat. Woningsplitsing. Naast de kamerverhuur speelt nog het beleid met betrekking tot het splitsen van woningen. Woningsplitsing en de problemen die daarbij kunnen optreden zijn in diverse wijken (zoals het Spijkerkwartier) aan de orde. Daar zijn (te)veel panden opgedeeld in meerdere zelfstandige wooneenheden. Er zijn twee mogelijkheden om splitsen te reguleren. Dat kan door de splitsingverordening, die voor o.a. Spijkerkwartier geldt, ook voor de wijk Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt van toepassing te verklaren. Een andere mogelijkheid is om in het bestemmingsplan een regeling op te nemen. Omdat de geldende bestemmingsplannen voor de wijk splitsing wel mogelijk maakt zou dit een beperking van de bestaande planologische mogelijkheden oftewel gebruiksrechten tot gevolg hebben. Daarom moeten er dwingende redenen zijn om zo'n regeling in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. De gemeente is van mening dat zo'n regeling, althans op dit moment, niet nodig is. Hiervoor zijn de volgende argumenten: Er is geen aanleiding om de bestaande gebruiksrechten te beperken. De praktijk wijst namelijk uit dat er geen tendens is om veel woningen te splitsen ondanks dat dit juridisch al jaren mogelijk is. Ook geldt dat er in de afgelopen drie jaar nauwelijks kamerverhuurbedrijven in deze wijken zijn bijgekomen. De opbouw van de woningvoorraad in deze wijken is dan ook anders dan bijvoorbeeld in het Spijkerkwartier, St. Marten en het centrum. Daar was wél voldoende aanleiding om de beleidsregels woningsplitsing toe te passen. Door woningsplitsingen en kamerverhuurbedrijven nam de voorraad (te) kleine woningen in deze wijken enorm toe. De leefbaarheid stond onder druk en het beschikbaar houden van deze wijken voor gezinsbewoning kwam in het gedrang. Daarentegen is in de Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt sprake van een grote voorraad ruime eengezinswoningen. Er zijn geen feitelijke aanwijzingen die er op duiden dat de woningvoorraad zich in een ongewenste richting ontwikkelt. Het inzetten van maatregelen in deze wijken is daarom niet nodig. Bovendien is er nog sprake van belangenafweging. De noodzaak van de maatregel moet worden afgezet tegenover het belang van de eigenaar van de woning. Het reguleren van woningsplitsing bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
23
zal namelijk een vergaande inbreuk op het eigendomsrecht van de betreffende eigenaar betekenen. Het belang van de maatregel zou nog kunnen zijn dat met het reguleren van de woningsplitsing ook grip kan worden gehouden op het parkeren in de omgeving. Echter uit een onlangs gehouden parkeeronderzoek blijkt dat er in de Burgemeesterswijk nog meer dan voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Vanuit dit oogpunt is het dan ook geen reden om woningsplitsing tegen te gaan of te reguleren. Daar komt bij dat indien voor het splitsen een omgevingsvergunning voor de (ver)bouw van een woning noodzakelijk is dat er dan aan parkeernormen moet worden voldaan. En het niet kunnen voldoen hieraan is een grond om de omgevingsvergunning te kunnen weigeren.
Er is dus geen aanleiding om splitsen van woningen op dit moment te reguleren. De gemeente Arnhem zal de ontwikkelingen in het plangebied wel blijven volgen. Indien er in de loop van de jaren veranderingen optreden in de woningvoorraad of in de parkeersituatie, zal opnieuw worden afgewogen of splitsen gereguleerd moet worden. Beschermd stadsgezicht Ook in gebieden die door hun karakteristieke bebouwing cq. leefomgeving zijn aangewezen als beschermde stads- of dorpsgezichten kunnen zich transformatiebehoeften voordoen met name als de kwaliteit en de gebruikswaarde van de gebouwen niet meer aansluit of niet meer doeltreffend voldoet aan de vraag en behoefte van de gebruikers. Vanuit monumentenzorg zal hier met respect voor het aanwezige historische erfgoed op geanticipeerd worden met een integrale beleid- en belangenafweging. Op basis van het principe van “wikken en wegen”, zal dan een zorgvuldige keuze gemaakt worden tussen het behoud en de instandhouding van de materie of het behoud van betekenis.
Afbeelding 9. Welstandsniveaus uit het nieuwe in voorbereiding zijnde welstandsbeleid
3.4 24
Welstandsbeleid bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Arnhem kiest er in haar welstandsnota (2012) voor variatie waar het kan, bescherming waar het moet. Er wordt getoetst op welstand in gebieden waar dat nodig is om een bepaalde samenhang in de omgeving te borgen. Er is een indeling gemaakt in drie welstandsniveaus die van elkaar verschillen de mate waarin getoetst wordt op welstandscriteria: 'zware toets', 'lichte toets', of 'géén toets'. De toetscriteria zijn opgesteld voor meest voorkomende bouwwerken. Voor alle andere bouwwerken gebruiken we de algemene welstandscriteria (zie Welstandsnota 2012). Hierin staat in algemene bewoordingen beschreven waaraan een bouwwerk moet voldoen. Voor omvangrijkere, planmatige ontwikkelingen gelden de criteria niet. Voor deze opgaven worden speciale uitgangspunten en criteria voor ruimtelijke en architectonische kwaliteit opgesteld, in bijvoorbeeld een masterplan of een beeldkwaliteitplan. Wanneer het om een gemeentelijk- of rijksmonument gaat dan gelden de standaard criteria niet maar gaat het altijd om maatwerk. Op de welstandskaart is te zien dat voor het overgrote deel van het plangebied, dat ook overeenkomt met het gebied beschermd stadsgezicht, de zware welstandstoets geldt. Alleen voor het noord westelijk deel van het plangebied geldt een lichte welstandstoets. Gebied met lichte welstandtoets In gebieden die zich kenmerken door samenhang in het straatbeeld – bijvoorbeeld door een eenheid in dakvormen, architectuur of materiaalgebruik – blijven we erop toezien dat dit eigen karakter bewaard blijft. Welstandsregels voor dit niveau zijn beperkt en gaan alleen over het gevelbeeld en de daken die vanaf de straat zichtbaar zijn. Voor de achterkanten van gebouwen gelden geen regels, die zijn dus welstandsvrij. De regels zijn bedoeld om de kenmerken van het gevelbeeld in relatie tot het openbaar gebied op hoofdlijnen in stand te houden. Gebied met zware welstandstoets Voor gebieden met een bijzondere kwaliteit blijven strengere regels voor de welstand gelden. De regels zijn bedoeld om de bijzondere en karakteristieke kenmerken te behouden. Ze gelden voor alle gevels die zichtbaar zijn vanaf het openbaar gebied.
3.5
Verkeersbeleid
3.5.1 Rijksbeleid De Nota Mobiliteit geeft de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid voor de komende decennia. Centraal staat dat mobiliteit een noodzakelijke voorwaarde is voor economische en sociale ontwikkeling. 3.5.2 Provinciaal en regionaal beleid De provincie Gelderland heeft haar verkeersbeleid verwoord in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan-2 (2004). In het PVVP-2 geeft de provincie Gelderland aan hoe zij steden, bedrijventerreinen en voorzieningen bereikbaar wil houden op een veilige manier met zo min mogelijk schadelijke gevolgen voor de leefomgeving. De provincie Gelderland kiest voor een duurzame mobiliteit, waarbij het verkeers- en vervoerssysteem een sterke economie ondersteunt, welvaart versterkt en de sociale integratie stimuleert. Om dat te bereiken kiest Gelderland voor de volgende aanpak: voorkomen, beter benutten, bouwen en beprijzen. De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft haar mobiliteitsbeleid voor de periode tot 2020 verwoord in de Regionale Nota Mobiliteit (2006). Op regionaal niveau is de Regionale Nota Mobiliteit een uitwerking van het Regionaal Plan en een doorvertaling van de Nota Mobiliteit. Met de Regionale Nota Mobiliteit kiest de Stadsregio Arnhem Nijmegen nadrukkelijk voor interne, regionale bereikbaarheid gericht op twee beleidskeuzes: het bundelen van vervoersstromen en het optimaliseren van ketenmobiliteit.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
25
3.5.3 Gemeentelijk beleid De gemeente Arnhem heeft haar actuele verkeersbeleid verwoord in het Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan Arnhem 2000-2010 (SVVP). De essentie ervan is het terugdringen van de verkeersonveiligheid en het geleiden van de mobiliteit. Daarbij geldt het principe van vrijheid van keuze voor de mobilist, die de gemeente probeert te beïnvloeden door “verleidelijke” alternatieven aan te bieden. Voor het onderdeel parkeren gelden beleidsregels voor toepassing van de bouwverordening. Voor het bestemmingsplan is de uitwerking van het SVVP in het Categoriseringsplan Arnhem 2000 richtinggevend. Volgens het categoriseringsplan wordt de verkeersruimte in Arnhem duurzaam veilig (her-)ingericht. Arnhem kent twee typen wegen: de verblijfsgebieden en de verkeersaders. Deze laatste zijn de hoofd- en ontsluitingswegen en vormen het Arnhemse hoofdwegennet voor het autoverkeer. Deze wegen kennen een maximum snelheid van 50 km/uur of hoger. Alle andere wegen vallen onder de categorie verblijfsgebieden. Deze wegen en straten krijgen het karakter van de 30 km/uur-zone. Ze hebben een verblijfsfunctie en ontsluiten percelen. Veelal zijn het woonstraten. Voor het parkeren gelden Arnhemse parkeernormen. Deze zijn opgenomen in de "Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003".
3.6
Milieu- en omgevingsbeleid
Integrale Milieuvisie 2008-2011 In de Integrale Milieuvisie 2008-2011 is aangegeven hoe het milieubeleid een positieve bijdrage kan leveren aan maatschappelijke thema's als gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Uitgangspunten zijn duurzame ontwikkeling en een optimale leefomgevingskwaliteit van de stad. Op 26 mei 2008 heeft de gemeenteraad Hoofdstuk 3 "Gebiedsgerichte aanpak" van de Integrale Milieuvisie 2008-2011 vastgesteld. De gebiedsgerichte aanpak vormt de kern van de integrale milieuvisie en is een uitwerking van de zonering van milieukwaliteiten die in het Structuurplan Arnhem 2010 zijn opgenomen. Hiermee differentiëren we milieuambities naar verschillende gebieden. Niet overal in de stad streven we immers dezelfde milieuambities na: in een dynamisch centrum accepteren we bijvoorbeeld meer geluid dan in een woonwijk. Wel wordt rekening gehouden met grenswaarden en streefwaarden. Grenswaarden mogen niet worden overschreden. Van streefwaarden kan worden afgeweken als daar - op een hoger schaalniveau- aantoonbare milieuwinst tegenover staat en zolang er geen concentratiegebieden ontstaan waar de milieubelasting zich ophoopt. Door expliciet te maken welke milieukwaliteiten we in het betreffende gebied willen handhaven of realiseren, wordt ook duidelijk of een eventuele toekomstige ontwikkeling wel of niet past in het betreffende gebied. Gebiedstype Stadswijk Uit de verschillende gebiedstypes, die op grond van de gebiedsgerichte aanpak mogelijk zijn, is op het onderhavige bestemmingsplangebied het gebiedstype "Stadswijk" van toepassing. De na te streven milieukwaliteit in dit gebiedstype is goed en de toegestane milieubelasting overwegend laag. Er wordt in het algemeen voldaan aan de streefwaarden. In dit hoofdstuk wordt per beleidsthema het beleidskader voor de beleidsinzet gegeven. Prioritering van de beleidsinzet bij toekomstige ontwikkelingen vindt plaats aan de hand van de methode beschreven in de Integrale Milieuvisie, deel 1 hoofdstuk 3. 3.6.1 Geluid Wet geluidhinder De Wet geluidhinder heeft tot doel de mens te beschermen tegen geluidhinder. Dit is in de wet uitgewerkt in een normenstelsel voor de toelaatbare geluidbelasting in de woonomgeving. Alleen planologisch nieuwe situaties worden getoetst aan de wet. Naast woningen zijn er nog een aantal geluidgevoelige objecten aangewezen zoals scholen en zorginstellingen. In de Wet geluidhinder staan regels voor weg- en railverkeerslawaai en voor gezoneerde industrieterreinen. De wet werkt verder met zones: dit zijn aandachtsgebieden rond geluidbronnen waarbinnen regels en normen gelden om de negatieve gevolgen van geluidhinder te beperken. Bij (planologische) wijzigingen moet er akoestisch onderzoek plaatsvinden naar de gevolgen. 26
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
De Wet geluidhinder kent een normenstelsel met een voorkeurswaarde en grenswaarden. Als de geluidbelasting beneden de voorkeurswaarde blijft dan zijn er vanuit de wet geen belemmeringen voor nieuwe geluidgevoelige situaties. Bij een geluidbelasting tussen de voorkeurswaarde en de grenswaarde moet er een gemotiveerd besluit genomen worden om nieuwe geluidgevoelige ontwikkelingen mogelijk te maken (hogere grenswaarde). Voor het verlenen van een hogere grenswaarde is de nota “uitvoeringsbeleid hogere grenswaarde” van de gemeente Arnhem van toepassing. Beleidsplan Geluid In augustus 2008 is het geactualiseerde beleidsplan Geluid door de raad vastgesteld. Het beleidsplan Geluid heeft tot doel geluidsnormen voor nieuwe situaties af te stemmen op de aard en de functie van een gebied. Hierdoor kan beter rekening gehouden worden met ontwikkelingen en verwachting van de gebruikers van een gebied. In het centrum en dichtbij goed openbaar vervoer wil de gemeente Arnhem veel functies mogelijk maken. De beleidslijnen hiervoor zijn opgenomen in het Structuurplan Arnhem 2010. Als gebieden intensiever gebruikt worden neemt de kans op geluidhinder ook toe. Andere gebieden zoals de parken worden juist gewaardeerd om hun relatieve rust. Deze uitgangspunten hebben geleid tot een gebiedsgerichte invulling van geluidskwaliteiten binnen Arnhem. Naar mate de geluidbelasting hoger is neemt het belang van een zorgvuldige invulling van de totale leefomgevingskwaliteit toe. 3.6.2 Lucht Wet Luchtkwaliteit 2007 De Europese richtlijnen zijn geïmplementeerd in de nieuwe Wet Luchtkwaliteit. Het doel van de Wet Luchtkwaliteit 2007 is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. De wet is primair gericht op het voorkomen van negatieve effecten op de gezondheid van de mens. Daarnaast zijn er voor de stoffen zwaveldioxide en stikstofoxiden ook normen opgenomen ter bescherming van ecosystemen. Voor het toetsen van ruimtelijke plannen zijn de volgende grenswaarden het meest relevant: PM10 (fijnstof) - de jaargemiddelde concentratie van 40 µg PM10/m3 mag met ingang van 1 januari 2005 niet worden overschreden; - de 24 uursgemiddelde concentratie van 50 µg PM10/m3 mag met ingang van 1 januari 2005 niet vaker dan 35 keer per jaar worden overschreden; NO2 (stikstofdioxide) - de jaargemiddelde concentratie van 40 µg NO2/m3 mag met ingang van 1 januari 2010 niet worden overschreden; - de uurgemiddelde concentratie van 200 µg NO2/m3 mag met ingang van 1 januari 2010 niet vaker dan 18 keer per jaar worden overschreden. Voor de overige stoffen worden in Nederland geen overschrijdingen gerapporteerd. Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet Luchtkwaliteit van kracht geworden. De nieuwe wet is nodig omdat de aanleg van een groot aantal bouwprojecten en bestemmingsplannen stilgelegd zijn door uitspraken van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De grenswaarden zijn ongewijzigd gebleven, maar de nieuwe wet geeft net als het voorgaande BLK2005 (Besluit Luchtkwaliteit) meer armslag om ruimtelijke plannen die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit uit te voeren. Hierbij wordt tevens de term “in betekenende mate (IBM)” geïntroduceerd. Dit wil zeggen dat projecten met een bepaalde mate van verslechtering toch doorgang kunnen vinden. De grens ligt bij een toename van maximaal 3%. Deze 3% is gekoppeld aan de IBM projecten opgenomen in het Nationale Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL). De NSL is 1augustus 2009 van kracht geworden. Beleidsnota Lucht en Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit Het Arnhemse beleid op gebied van luchtkwaliteit is vastgelegd in de Beleidsnota Lucht uit 2005. Deze nota is erop gericht nieuwe overschrijdingen van de normen uit het toenmalige Besluit Luchtkwaliteit 2005 te voorkomen en bestaande of dreigende overschrijdingen voor 2010 op te lossen. Daarnaast richt de Beleidsnota Lucht zich op het beperken van overlast door geurhinder. Voor wat betreft het halen van de normen uit het BLK2005 en de onlangs van kracht geworden Wet Luchtkwaliteit is de beleidsnota vertaald naar maatregelen in het Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit 2005-2010 van februari 2006.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
27
3.6.3 Hinder In het kader van bedrijven en milieuzonering dienen de effecten van inrichtingen op hun omgeving (gevoelige bestemmingen, waaronder eventueel nieuw te ontwikkelen woningen) in beeld gebracht te worden. Voorbeelden van hinder zijn geluid, geur, stof of gevaar. VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering 2009 In de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering 2009' is een lijst van inrichtingen opgenomen waarbij de inrichtingen op grond van de hinder die zij veroorzaken, zijn opgedeeld in 6 categorieën. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat een inrichting uit categorie 1 relatief weinig hinder veroorzaakt en een inrichting uit categorie 6 bijzonder veel hinder veroorzaakt. Geurhinder van industriële bedrijven Op 13 december 2010 is het beleidsplan geur vastgesteld. Dit beleidsplan gaat in op geur afkomstig van industriële bedrijven waarvoor de gemeente Arnhem het bevoegde gezag is. Milieubeleid kan een positieve bijdrage leveren aan maatschappelijke thema's als gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Geur is een milieuaspect dat een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid. Het geurbeleid van de gemeente Arnhem sluit, voor zover dat mogelijk is, aan op het geurbeleid van de provincie Gelderland. Het doel van het geurbeleid is dat inwoners van Arnhem nu en in de toekomst niet worden blootgesteld aan geuroverlast door industriële bedrijven. 3.6.4 Externe veiligheid Met externe veiligheid wordt bedoeld de kans op overlijden van mensen buiten de grenzen van een bedrijf of transportmedium, als rechtstreeks gevolg van een ongeval met (gevaarlijke) stoffen binnen de grenzen van het bedrijf dan wel het transportmedium. In de externe veiligheid worden twee risicobegrippen gehanteerd het PR (Plaatsgebonden Risico) en het GR (Groepsrisico). Landelijk beleid Voor bedrijven is op 28 oktober 2004 het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In het Bevi worden milieukwaliteitseisen (artikel 5.1 van de Wet milieubeheer) vastgelegd die in de ruimtelijke planvorming moeten doorwerken. In het Bevi wordt een onderscheid gemaakt in kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. De 10-6 PR contour geldt ten opzichte van kwetsbare objecten als grenswaarde en ten opzichte van beperkt kwetsbare objecten als richtwaarde. Het beoordelingskader voor het groepsrisico is een oriënterende waarde. Voor de routes (weg, water, spoor en ondergrondse leidingen) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, komt in 2012 een AMvB transport. In deze AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) worden ook milieukwaliteitseisen vastgelegd die in de ruimtelijke planvorming moeten doorwerken. Gemeentelijk beleid Op 21 november 2005 is het beleidsplan Externe Veiligheid 2005-2008 vastgesteld dat op 14 februari 2009 met 2 jaar is verlengd. Dit beleidsplan beschrijft de mate van gewenste externe veiligheid in Arnhem. Uitgangspunt hierbij zijn de landelijke normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In een groot gedeelte van de stad streven we naar het niet doen toenemen van de risico's. Op sommige plekken in de stad, op bedrijventerreinen voor zware industrie en de volgens het structuurplan stedelijke zone accepteren we een hoger risico dan op andere plaatsen. Wel moet daar extra aandacht zijn voor de beschikbare mogelijkheden voor rampenbestrijding, de zelfredzaamheid van mensen en de hulpverlening. Om het bereikte gebiedsgerichte externe veiligheidsniveau vast te houden, en omdat er na 2010 vanuit het Rijk niet veel nieuwe wet- en regelgeving te verwachten is, heeft gemeenteraad op 14 februari 2011 besloten om het beleidsplan met nog eens 4 jaar te verlengen. Wel zijn de punten “risico's in stadswijken” en “objecten in de directe omgeving van risicovolle activiteiten” in het plan verhelderd en duidelijker omschreven. 3.6.5 Groen en ecologie Flora- en Faunawet 2002 De opdrachtgever / initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de naleving van de Flora- en Faunawet. De wet gaat uit van het “nee-tenzij” principe, waarbij de mogelijkheid wordt geboden bepaalde ingrepen toe te staan middels ontheffing of vrijstelling. Daarnaast kent de wet een zorgplichtbepaling voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving.
28
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Eind januari 2005 is het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75) van kracht. Er zijn 3 beschermingscategorieën: tabel 1. algemeen beschermde soorten tabel 2. beschermde soorten tabel 3. streng beschermde soorten Groenplan Arnhem 2004 – 2007 / 2015 Op 28 juni 2004 is het groenplan 2004-2007/2015 vastgesteld. De gemeente Arnhem streeft ernaar om de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van het groen, door versterking en zonering, optimaal tot hun recht te laten komen, waarbij voldoende ruimte voor gebruikswens moet zijn. De ontwikkelingsinitiatieven en het beheer in en om de stad worden afgestemd op dat streefbeeld. De uitgangspunten uit het Groenplan dienen als randvoorwaarde voor herontwikkeling. Dit betekent dat het bestaande groen zoveel mogelijk behouden blijft, zo zuinig mogelijk wordt omgegaan met bestaande en potentiële kwaliteiten, op kansrijke plekken groen wordt aangeplant, en versnippering wordt voorkomen. Het oppervlakte groen en de bomen moeten dus eerst geïnventariseerd worden. In het bestemmingsplan is een groenbalans opgenomen, waarin is aangegeven hoe de groencompensatieregels zijn toegepast. Vanuit ecologisch perspectief vormen gebieds- en soortbescherming het basisdoel. Achterliggende ambitie is een versterking en verdere ontwikkeling tot een zo volledig mogelijk ecosysteem van kenmerkende Arnhemse natuur. Deze komt tot uitdrukking in de verscheidenheid aan planten en dieren in een samenhangend netwerk. Andere punten zijn: Alleen inzetten op natuur daar waar deze kansrijk is, waarbij cultuurlijk en natuurlijk beeld en gebruik op elkaar afgestemd zijn; Barrières van de stedelijke druk opheffen of zoneren. Er worden 5 samenhangende natuurdoeltypen geformuleerd: Natuurkernen, Natuurzones en stapstenen, Natuurlijke groenzones, Overig groen en De Stenen stad. Aan de natuurdoeltypen zijn doelsoorten gekoppeld. 3.6.6 Water Europees- en Rijksbeleid Het Rijksbeleid op het gebied van het waterbeheer is vastgelegd in het Nationaal Waterplan (NWP) 2009-2015. Deze is vanaf 22 december 2009 van kracht. Het plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de planperiode tot 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Daarnaast hebben Rijk, provincies, gemeente, waterschappen, en drinkwaterbedrijven afgesproken om gezamenlijk maatregelen te nemen voor een doelmatiger waterbeheer: het Bestuursakkoord Water (d.d. april 2011. De inzet ligt bij mooi, veilig, schoon, gezond en duurzaam beheer van watersysteem en waterketen. De kwaliteit moet omhoog tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. In de Nota Ruimte uit 2006 is water een belangrijk, structurerend principe voor bestemming, inrichting en gebruik van de ruimte. Om problemen met water te voorkomen moet, anticiperend op veranderingen in het klimaat, de ruimte zo worden ingericht dat water beter kan worden vastgehouden of geborgen. Dit anticiperen is ook terug te vinden in de Waterwet die op 22 december 2009 van kracht is geworden. In de Waterwet zijn ondermeer de gemeentelijke watertaken opgenomen: de zorgplicht voor het vasthouden en afvoeren van regenwater en de regierol van gemeenten bij de grondwaterzorgplicht.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
29
Provinciaal- en regionaal beleid Op provinciaal niveau is het waterbeheer vastgelegd in het Waterplan Gelderland 2010-2015. Het Waterplan gaat verder op de ingeslagen weg van het derde Waterhuishoudingsplan. Nieuw is de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water en de verplichtingen die voortvloeien uit de Waterwet. Een belangrijke aanpassing uit de Waterwet is dat de vergunningverlening voor het onttrekken van grondwater grotendeels is overgedragen aan de waterschappen. Slechts in drie gevallen is de provincie hiervoor nog aanspreekpunt: 1) onttrekkingen voor drinkwaterwinning; 2) onttrekkingen ten behoeve van bodemenergiesystemen zoals koude- en warmte opslag (KWO); 3) industriële onttrekkingen meer dan 150.000 m³ per jaar. De gemeenten in de Stadsregio Arnhem-Nijmegen (voorheen Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) hebben het Convenant Duurzaam Bouwen in het KAN (2000) opgesteld. Het 'pakket duurzaam bouwen' maakt hier onderdeel van uit. Voor water is het volgende streefbeeld opgesteld: natuurlijke waterhuishouding (vermindering verdroging) en schone water in de wijk, waardoor natuurontwikkeling mogelijk is. Gemeentelijk beleid en het beleid van het Waterschap Het stedelijk waterbeheer in Arnhem-Noord is overgedragen aan het Waterschap Rijn en IJssel waardoor de gemeente Arnhem rekening dient te houden met het vigerende beleid van het waterschap. Relevant beleid voor de gemeente Arnhem is het vastgestelde Waterbeheerplan (20102015) en de Keur en legger van het waterschap. Het waterbeleid van de gemeente Arnhem is vastgelegd in de volgende beleidsplannen: Gemeentelijk RioleringsPlan (2009-2013), vastgesteld op 26 mei 2008. Dit plan richt zich op een verbetering van de kwaliteit van het rioleringsstelsel, op de vermindering van de vuiluitworp naar het oppervlaktewater, de bodem en het grondwater, op het voorkomen van overlast en op het vasthouden van schoon hemelwater in stedelijk gebied; Waterplan Arnhem (2009-2015). Door de gemeente Arnhem en haar waterpartners is dit Tweede Waterplan Arnhem opgesteld. De gemeenteraad heeft op 19 oktober 2009 het waterplan vastgesteld. Op 26 februari 2010 hebben gemeente en de beide waterschappen de intentieovereenkomst ondertekend. Het waterplan is gebaseerd op 4 hoofddoelstellingen: Arnhem aantrekkelijke waterstad; Klimaatbestendig watersysteem en waterketen; Goede kwaliteit water en waterbodem; Bewustwording. Samenvatting Uitgangspunt in het huidige beleid van gemeente, waterschap en provincie is dat planontwikkeling moet aansluiten bij een duurzaam integraal waterbeheer. Dit betekent dat: negatieve verstoring van de grondwaterstanden en –stromingen niet toegestaan zijn om grondwateroverlast en/of verdroging op de locatie en het boven- en benedenstrooms gelegen gebied te voorkomen; maatregelen getroffen moeten worden ter voorkoming van (grond)watervervuiling. bij nieuwbouw het regenwater binnen het plangebied afgekoppeld moet worden van de riolering en worden verwerkt op eigen terrein; het verhard oppervlak zoveel mogelijk beperkt wordt; het gebruik van uitloogbare materialen niet is toegestaan. 3.6.7 Bodem Voor dit gebied zonder ontwikkelingen is getoetst of de kwaliteit van de bodem (inclusief grondwaterkwaliteit) de aanwezige bestemmingen/functies toelaat. Als toetskader wordt gebruik gemaakt van de volgende bodemregelgeving: Wet bodembescherming (Wbb, 1 januari 2006, gewijzigd 1 oktober 2008 en 1 april 2009), Beleidsnota bodem 2008, Gelderse wegwijzer in bodemland (Provincie Gelderland, gemeente Arnhem en gemeente Nijmegen, 27 november 2007), Beleidsnota 'Hergebruik van licht verontreinigde grond in Arnhem' (november 1999, met aanvullingen in 2001 en 2002).
30
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
3.6.8 Cultuurhistorie en archeologie Rijksbeleid Monumentenwet Cultuurhistorische objecten die zeldzaam of schaars zijn en die voor mensen in hoge mate het beeld van Nederland bepalen, worden aangewezen als monumenten. In de Monumentenwet 1988 is vastgelegd hoe monumenten van bouwkunst en archeologie en stads- en dorpsgezichten moeten worden beschermd. De Monumentenwet 1988 is het belangrijkste instrument voor de bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed in Nederland. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Cultuurhistorie moet op basis van de gewijzigde Bro (art 3.1.6 ) goed in bestemmingsplannen verankerd worden. Dit behelst niet alleen een beschrijving van de aanwezige en te verwachten cultuurhistorische waarden, maar ook een waardering ervan en een advies over toekomstige omgang ermee, gelet op de ruimtelijke opgave die in het bestemmingsplan aan de orde is. Aangegeven moet worden hoe met de cultuurhistorische waarden rekening is gehouden in het bestemmingsplan. Verdrag van Valletta en de Wet op de archeologische monumentenzorg De bescherming van het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ontwikkeling is het onderwerp van het Europese Verdrag van Valletta (Malta). In 1992 ondertekenden twintig Europese staten, waaronder Nederland, dit verdrag. De belangrijkste uitgangspunten van het verdrag zijn: archeologische waarden dienen zoveel mogelijk (in situ) in de bodem bewaard te blijven en beheermaatregelen dienen genomen te worden om dit te bewerkstelligen; vroeg in de ruimtelijke ordening dient al rekening gehouden te worden met archeologie; bodemverstoorders betalen het archeologisch (voor)onderzoek wanneer behoud in situ niet mogelijk is. In 2007 is het verdrag vertaald in de Monumentenwet 1988. Provinciaal beleid - Programma 'Gelderland Cultuurprovincie' In 2012 is het Programmaplan voor Cultuur en Erfgoed 2013-2016 vastgesteld. De visie die hieraan ten grondslag ligt, is dat cultuur en erfgoed een wezenlijke bijdrage leveren aan de Gelderse samenleving. Cultuur en erfgoed zijn bouwstenen voor een goede economische en maatschappelijke ontwikkeling en bepalen mede de identiteit van Gelderland. Bij erfgoed gaat het om het duurzaam benutten van monumenten, archeologie en landschap. Enkele thema's die in het programma aan de orde komen, zijn: het vergroten van de zichtbaarheid en beleefbaarheid van erfgoed; het bevorderen van kennis en vakmanschap; het stimuleren van herbestemming en het investeren in buitenplaatsen en militaire linies. Gemeentelijk beleid Erfgoednota 'Panorama Arnhem' In de Erfgoednota 'Panorama Arnhem' wordt het accent verschoven van 'behoud door bescherming' naar 'behoud door ontwikkeling'. We gaan er vanuit dat de cultuurhistorie zo op een vroeg moment een actieve rol gaat spelen in veranderingsprocessen en ontwerpkeuzen. Het stadsbeeld van Arnhem verandert in hoog tempo. Het erfgoedbeleid wil de cultuurhistorische factor een zichtbare en samenhangende rol geven in deze stedelijke ontwikkelingen. Cultuurhistorie wordt ingezet als ontwikkelingskans en niet als belemmering. Streven is om bij planontwikkelingen zo vroeg mogelijk onze kennis van de Arnhemse cultuurhistorie in te brengen. De kennis van het Arnhemse erfgoed moet goed toegankelijk zijn. Hiertoe worden nieuwe instrumenten ontwikkeld. De erfgoedkaart biedt een overzicht van alle cultuurhistorische elementen en structuren binnen de gemeente Arnhem. Daarnaast blijft het zichtbaar maken van de bouw- en ontwikkelgeschiedenis van onze stad uitgangspunt. De cultuurhistorische dimensie van de stad moet, waar mogelijk, worden versterkt en beleefbaar gemaakt. Om de doelstellingen van het erfgoedbeleid te realiseren zetten we een aantal strategieën in: Behouden door ontwikkelen; Behouden door beschermen; Adviseren, stimuleren en verleiden; Kennis verwerven en verspreiden.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
31
Archeologische verwachtingenkaart Archeologie is een integraal onderdeel van het erfgoedbeleid en als zodanig opgenomen in de erfgoednota. In de nota wordt voortgeborduurd op de uitgangspunten van het Verdrag van Malta. Behoud van archeologische waarden is het uitgangspunt en als dat niet mogelijk is, volgt veiligstelling door archeologisch onderzoek. Om permanente aandacht voor deze vorm van erfgoed te krijgen, is ingezet op constante voorlichting en educatie. Sinds 2008 beschikt de gemeente over een archeologische verwachtingenkaart voor heel Arnhem. De verwachtingenkaart geeft al in een vroeg stadium van planvorming globaal inzicht in de mate waarin archeologische resten in een gebied aangetroffen kunnen worden. Conform de Erfgoedverordening geldt dat archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden als grondroerende werkzaamheden: in archeologisch waardevolle gebieden (buiten monumenten) dieper dan 40 cm-maaiveld reiken en groter zijn dan 30 m2; in gebieden met een hoge archeologische verwachting dieper dan 40 cm-maaiveld reiken en groter zijn dan 200 m2; in gebieden met een middelhoge archeologische verwachting dieper dan 40 cm-maaiveld reiken en groter zijn dan 500 m2; in gebieden met een lage archeologische verwachting dieper dan 40 cm-maaiveld reiken en groter zijn dan 2000 m2. Voor archeologisch waardevolle gebieden zijnde beschermde gemeentelijke of rijksmonumenten, geldt maatwerk. Voor rijksmonumenten beslist de Minister van OC&W. Gebieden die reeds onderzocht zijn en/of zijn vrijgegeven, zijn vrijgesteld van onderzoek. Aan het archeologische beleid dat in de verordening is verankerd, ligt de archeologische maatregelenkaart als basis. Structuurvisie De Structuurvisie Arnhem (2011) biedt een strategisch kader voor ruimtelijke planning op stedelijk niveau voor de lange termijn. Uitgangspunt is het voortbouwen op de karakteristieken van de historisch gegroeide stad. In de cultuurhistorische hoofdstructuur zijn de ruimtelijke, historische elementen weergegeven, die essentieel zijn voor Arnhem als geheel. Per landschappelijke karakteristiek zijn de ambities weergegeven. Vervolgens is een selectie gemaakt van die cultuurhistorische belangen en structuren die kansen bieden bij nieuwe gebiedsontwikkelingen in de stad: de 'Cultuurhistorische Kansenkaart'. De rijkdom van de Arnhemse cultuurhistorie is kader en inspiratiebron bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. 3.6.9 Duurzaam bouwen De gemeenten in Stadsregio Arnhem-Nijmegen hebben het Convenant Duurzaam Bouwen in het KAN (2000) opgesteld waarin de partijen uniformiteit beogen in aanpak en toepassing van het duurzaam bouwen. Met dit convenant leggen de partijen de tussen hen gemaakte afspraken vast met betrekking tot het minimumkwaliteitsniveau van het duurzaam bouwen in het KAN. Het Pakket Duurzame Stedenbouw in het KAN maakt hier onderdeel van uit (tevens een uitwerking van het regionale structuurplan). Het pakket bestaat uit een opsomming van uitgangspunten die gehanteerd kunnen worden om woon- en werklocaties duurzaam te ontwikkelen en te beheren. De in het pakket genoemde uitgangspunten zijn zoveel mogelijk gehanteerd bij de opstelling van dit bestemmingsplan en zullen zoveel mogelijk worden gehanteerd bij de uitvoering. Aanvullend hierop is de Nota duurzaam bouwen (1998) van de gemeente Arnhem. Inbreiden in bestaand stedelijk gebied voorkomt uitbreiding in landschappelijk waardevolle buitengebieden. De gemeente wil daarom aan dit soort projecten voorrang en extra aandacht geven.
32
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
3.7
Sport-, recreatie- en spelen beleid
In 2005 is de Sportnota "Sport over de breedte" vastgesteld. Het sportbeleid concentreert zich rond vijf thema's: 1. Samenhang tussen bewegingsonderwijs, sportbuurtwerk en sportverenigingen met het doel meer mensen in beweging te krijgen; 2. Verbeteren van de kwaliteit van sportverenigingen, uitgaande van de cruciale rol van sterke sportverenigingen voor het sportaanbod in Arnhem; 3. Voldoende en kwalitatief goede sportaccommodaties: bestaande accommodaties aanpassen aan de huidige kwaliteitsnormen, goede spreiding van voorzieningen over de stad en nieuwe voorzieningen waar dat wenselijk is; 4. Topsport in de stad als het evenementen betreft; 5. Dienstverlening in de sport: ondersteuning van verenigingen, informatie en advies en belangenbehartiging. In 2009 is de "Nota Ruimte voor de Jeugd (Spelennota) 2010-2020" vastgesteld. In vervolg daarop worden uitvoeringsplannen per wijk gemaakt. In het plangebied liggen geen sportvoorzieningen. In de nabije omgeving buiten het plangebied zijn zij wel aanwezig. Ook grenzend aan het plangebied ligt het park Sonsbeek. Dit park vervult een belangrijke recreatieve functie voor de bewoners van de Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt.
3.8
Economisch beleid
De gemeente heeft haar economische visie en koers voor de middellange termijn vastgelegd in de Economische Agenda Arnhem 2015. De agenda stelt dat in de eerste plaats de basis op orde moet zijn. De gemeente wil daarom zorgen voor een gunstig ondernemingsklimaat door adequate dienstverlening te bieden en geschikte, goed bereikbare vestigingsplaatsen in een stimulerende economische omgeving. In de tweede plaats kunnen de sterke sectoren verder uitgebouwd. Het gaat dan om de verdere versterking als zesde kantorenstad van ons land, en het behalen van winst in de sectoren zorg & welzijn en toerisme & vrije tijd. Tot slot gaat de gemeente Arnhem extra werk maken van haar kansrijke economische clusters: energie- & milieutechnologie en mode & design. Dit zijn bedrijvensectoren, waarin Arnhem bijzonder is en die een sterke basis bieden om een regionale en nationale positie op te bouwen. De Economische Agenda levert een bijdrage aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van de stad en het tegengaan van de maatschappelijke tweedeling. De agenda bepaalt de gemeentelijke koers en is opgesteld na stadsgesprekken met ondernemers en onderwijs- en kennisinstellingen. De gemeente stimuleert de economische ontwikkeling en is regisseur van het samenspel tussen overheid, ondernemers, onderwijs en onderzoek. In de stadsgesprekken hebben de partners duidelijk gemaakt, wat zij gezamenlijk kunnen en willen doen om het ondernemingsklimaat te versterken. Arnhem heeft relatief gezien een groot aantal arbeidsplaatsen (rond de 100.000), dat voor een belangrijk deel (ongeveer 35.000) wordt vervuld door niet-Arnhemmers. Het aandeel Arnhemmers met een lage opleiding en met beperkte kansen op de arbeidsmarkt is groot. De aanpak uit de Economische Agenda levert naast banen voor hoog en middelbaar opgeleiden, vooral ook banen voor lager opgeleide inwoners op. 3.8.1 Evenementen In de nota Regels voor evenementen in Arnhem (maart 2010) zijn de randvoorwaarden vastgelegd waaronder evenementen in Arnhem kunnen plaatsvinden. Arnhem verwelkomt aantrekkelijke en goed georganiseerde evenementen en ondersteunt deze. Tegelijkertijd wil de gemeente voorkomen dat de evenementen onnodige overlast aan omwonenden of schade aan de natuur veroorzaken. Daarom zijn door het college regels vastgesteld en zijn terreinen – ook in de parken – aangewezen waar evenementen kunnen worden georganiseerd. Dit betekent niet dat er op andere locaties geen evenementen kunnen plaatsvinden, maar de randvoorwaarden waaronder zijn dan wel stringenter en worden per evenement via de evenementenvergunning geregeld.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
33
De evenementen vinden in de regel en ook bij voorkeur plaats op de volgende (aangewezen) evenemententerreinen: Sonsbeek-Ronde Weide; Sonsbeek-Grote Vijver (Boerderij); Sonsbeek-Tellegenlaan (Witte Villa); Zypendaal (gazon naast Kasteel); Sonsbeek, terrein plateau Steile Tuin;Sonsbeek, terrein tussen Bezoekerscentrum Sonsbeek en het Nederlands Watermuseum; Park Presikhaaf; Steenfabriek Meinerswijk; Steenfabriek Elden Gelet op het ontbreken van het permanente karakter zijn de evenementen en festivals niet als zodanige activiteiten in het bestemmingsplan bestemd. De activiteiten kunnen worden toegestaan door middel van het evenementenvergunningenstelsel. Bij de vergunningverlening zal worden getoetst aan de in bovengenoemde nota vastgelegde Regels voor Evenementen. Bij het houden van evenementen moet het type evenement per locatie worden beoordeeld naar draagkracht, geluidbelasting, aantal mensen, hinder en dergelijke. Ook wordt getoetst aan de onderlinge samenhang bij gelijktijdige aanwezigheid.
Afbeelding 10. Het Nederlands Watermuseum 3.8.2 Wijkeconomie Het stimuleren van 'werken in de wijk' oftewel wijkeconomie, zoals vastgelegd in de gelijknamige Nota Wijkeconomie (2001), blijft een belangrijk thema. De ontwikkeling van (kleinschalige) bedrijvigheid en werkgelegenheid levert een bijdrage aan de verbetering van de leefbaarheid en sociale samenhang in de wijk. In dit verband is het werken aan huis, binnen duidelijk beperkte kaders, toegestaan. Concreet betekent dit dat de gemeente actief blijft bij het stimuleren van woon-werkeenheden en het ontwikkelen van kleinschalige bedrijfsverzamelgebouwen in wijken, bedoeld voor bedrijven in de ambachtelijke bedrijvigheid en de persoonlijke, zakelijke en overige dienstverlening. In dat kader past ook het faciliteren van de bedrijvendynamiek als het gaat om startende bedrijvigheid en zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Tot slot richt wijkeconomie zich in samenhang met het detailhandelsbeleid eveneens op het behoud en de versterking van de winkel- en horecavoorzieningen in de wijken.
34
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
3.8.3 Kantoren In de Nota Herijking Kantorenbeleid Arnhem 2008 – 2020 staat het herstel van het evenwicht in de kantorenmarkt centraal. Hiertoe wordt ingezet op hergebruik van langdurig leegstaande kantorenpanden, alsmede het beperken en faseren van nieuwbouwplannen. Nieuw kantorenprogramma wordt beperkt tot een gelimiteerd aantal strategische locaties in de stad (onder andere Arnhem Centraal, Rijnboog, Arnhems Buiten en IJsseloord II). Ontwikkeling van kantoren buiten deze locaties is in principe ongewenst. Dit bestemmingsplan sluit hier zoveel mogelijk op aan. Voor de functie 'kantoren' wordt minder ruimte geboden gezien het aanzienlijke aanbod van leegstaande kantoorruimte en de ongeschiktheid van de wijken Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt als locatie voor concentratie van kantoren. Het bestemmingsplan blijft wel mogelijkheden bieden voor diverse andere (economische) functies. Dit past ook bij de huidige economische tijd, met een grotere diversiteit in functies en meer combinaties/uitwisseling van functies. 3.8.4 Detailhandel Met de nota Detailhandelsbeleid Arnhem: herijking 2008 is het beleid voor detailhandel geactualiseerd. Centraal in de nota staat hoe het beste op ontwikkelingen kan worden ingespeeld om Arnhem haar positie als belangrijk koopcentrum te laten behouden en hoe de positie kan worden versterkt. Tevens hoe een evenwichtig detailhandelsaanbod voor de consument in de binnenstad, de stadsdeelcentra, de buurt- en wijkcentra en op de perifere locaties kan worden behouden en opgebouwd. De beleidsuitgangspunten in het detailhandelsbeleid uit 2001 zijn niet gewijzigd. De belangrijkste aanbevelingen en actiepunten in de nota zijn: stimuleren van gebiedsprofielen voor de binnenstad; ontwikkelen van het Woonwinkelcentrum in Centrum Zuid; planologisch vastleggen van het themacentrum Wonen in Centrum Zuid; plannen voor Kronenburg begeleiden; uitbreiding van supermarkten in Arnhem Noord; stimuleren van de verplaatsing van detailhandel op bedrijventerreinen en solitaire locaties; stimuleren van de komst van gewenste detailhandel; onderzoek naar regionale en lokale koopstroomontwikkelingen; stimuleren en ontwikkelen van wijkeconomie. Het is van belang, zeker in economisch mindere tijden en met continu veranderend consumentengedrag, dat men blijft investeren in het up-to-date houden en waar nodig versterken van het bestaande winkelapparaat. Bovendien wordt het vestigen van ontbrekende en vernieuwende formules gestimuleerd. 3.8.5 Toerisme en vrije tijd In het stadsprogramma "Arnhem Aantrekkelijke Centrumstad" is de economische opgave "meer (toeristische) bezoekers en bestedingen" opgenomen. Toerisme en Vrije Tijd is in de Economische Agenda 2015 benoemd als sterk segment, dat we verder willen uitbouwen. Beleidsmatige afwegingen en het creëren van de juiste randvoorwaarden hiervoor vinden plaats binnen de verschillende reeds belegde deelterreinen zoals horecabeleid, hotelbeleid, cultuurbeleid, sportbeleid, evenementenbeleid, openluchtrecreatie, binnenstadsbeleid, toeristische marketing, citymarketing en erfgoedbeleid. Met uitzondering van 'openluchtrecreatie' gelden voor al deze deelterreinen vigerende beleidsplannen. Er is (nog) geen overkoepelend beleidsdocument 'Toerisme en Vrije Tijd'. Voor vormen van 'Leisure' die niet vallen onder de hiervoor genoemde terreinen – veelal commerciële functies als bioscopen, bowlingbanen, fitnesscentra en dergelijke – is geen vigerend beleidsdocument. Deze vallen in de bestemmingsplancategorie 'recreatie'. Er wordt gewerkt aan een actieplan 'toerisme en vrije tijd', waarin onder andere aandacht is voor de onderlinge verbindingen tussen de hiervoor genoemde beleidsterreinen, samenhangende doelstellingen én een samenhangend actieplan. 3.8.6 Horeca De horecanota Gastvrij Arnhem (2005) geeft de uitgangspunten aan voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling ten aanzien van horeca. Hoofdlijn van de nota is de randvoorwaardenscheppende en faciliterende rol van de gemeente, zodat een evenwichtig aanbod van horeca ontstaat. Horecaontwikkeling is afgestemd op de functie van het gebied. De ontwikkeling van de attractieve stad vraagt om horecaontwikkeling met name in de binnenstad en omgeving. In de detailhandelgebieden (Kronenburg, Presikhaaf) heeft horeca vooral een belangrijke ondersteunende bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
35
functie voor de detailhandel. Ook in de toeristische centra van de stad heeft de horeca een ondersteunende functie. In woonwijken heeft horeca een verzorgende functie. En langs de radialen heeft het een bovenwijkse of stedelijke functie. Het gemeentelijk beleid krijgt mede gestalte door vergunningverlening en handhaving. Dit gebeurt integraal; dat wil zeggen dat de verschillende beleidsterreinen op elkaar worden afgestemd (bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, voedsel- en brandveiligheid, milieu, gezondheid). Zo ontstaat duidelijkheid voor de horecaondernemers en andere belanghebbenden. Daarnaast wil de gemeente een goede gesprekspartner zijn voor ondernemers en ontwikkelingen stimuleren. 3.8.7 Hotels De Gemeenteraad heeft in 2008 ruimte geboden voor de ontwikkeling van één of meer hotels in de binnenstad (gebied binnenstad, inclusief de singels en het Coehoorngebied). De gemeente werkt mee aan het bouwvergunning- en planologisch traject voor een hotelontwikkeling. Als criterium is gesteld dat het moet gaan om hotels: in het hogere segment, die zowel de zakelijke als de toeristische markt bedienen; die door hun uitstraling zich onderscheiden en het imago van Arnhem als innovatieve en creatieve stad versterken (bijv. een designhotel); die de parkeerbehoefte in of nabij het pand oplossen. De marktruimte is bepalend voor de uitbreidingsruimte. Een hotelontwikkeling is ook mogelijk buiten de binnenstad. Bij deze ontwikkelingen wordt per geval bestuurlijk beoordeeld of de ontwikkeling een meerwaarde oplevert voor de toeristische ontwikkeling van Arnhem.
3.9
Coffeeshopbeleid
De nota Arnhems Coffeeshopbeleid (2009) geeft als hoofddoelstelling: het terugdringen van overlast c.q. het beperken van de inbreuk op het woon- en leefklimaat door softdrugshandel. Er is beleid geformuleerd om de handhaving te intensiveren. Tevens is aangegeven met welk instrumentarium dit wordt gedaan en door wie dit wordt uitgevoerd. Uitvoering van dit beleid waarborgt ook in dit plangebied beheersing van de problematiek. Er is geen aparte bestemmingscategorie voor de coffeeshops gecreëerd. In het plangebied zijn geen coffeeshops aanwezig of toegestaan op grond van het coffeeshopbeleid (er is geen ruimte voor het afgeven van exploitatievergunningen).
3.10
Prostitutiebeleid
In de nota 'Van Rood naar Groen Arnhemse Prostitutie op weg naar normalisatie (2000)' is het Arnhems prostitutiebeleid vervat. De opheffing van het wettelijke bordeelverbod per 1 oktober 2000 was aanleiding voor het opstellen van dit beleid. Dit beleid is nog steeds van kracht. Ten aanzien van de raamprostitutie, overige seksinrichtingen en de tippelprostitutie voert het gemeentebestuur van Arnhem een actief vestigingsbeleid. Het actief vestigingsbeleid bestaat uit de volgende elementen: concentratie van de raamprostitutie op één plek; het aan een maximum binden van het aantal ramen en werkplekken; het aan een maximum binden van het aantal overige seksinrichtingen op 8 in heel Arnhem, waarbij – overgangsrechtelijke situaties uitgezonderd - in elke wijk ( CBS- wijkindeling) maximaal 1 seksinrichting gevestigd mag zijn, ook worden hierbij beperkingen toegepast; concentratie van de tippelprostitutie. Het gemeentebestuur bepaalt hiermee zélf de locatie waar deze vormen van prostitutie zich mogen manifesteren alsmede de omvang ervan en voorkomt hiermee dat de prostitutie zich ongecontroleerd over de stad uitspreidt. De gemeente wil hiermee voorkomen dat bepaalde vormen van prostitutie overlast voor de omgeving veroorzaken. Deze overlast zou kunnen ontstaan doordat er een concentratie van bijvoorbeeld privé-huizen in een bepaalde wijk ontstaat ( eerder zagen we immers dat vooral oudere wijken in Arnhem erg aantrekkelijk lijken te zijn voor de vestiging van seksinrichtingen) of doordat de prostitutiefunctie conflicteert met bepaalde andere functies. In het plangebied (Transvaalbuurt) is één seksinrichting aanwezig. Omdat binnen zo'n telgebied niet meer dan één inrichting (via vrijstelling en vergunning) is toegestaan zal, zolang de inrichting niet verdwijnt, een eventuele nieuwe vergunningaanvraag niet gehonoreerd worden.
36
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 4 4.1
Milieu- en omgevingsaspecten
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de beperkingen gegeven die van belang kunnen zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied. De op de kaart aangegeven contouren en straalpaden kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van bepaalde locaties. Het is echter ook mogelijk dat oplossingen worden gevonden door ter plaatse maatregelen te treffen of randvoorwaarden op te nemen in milieuvergunningen. De contouren hebben dus met name een signalerende functie voor eventuele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
4.2
Beschermd stadsgezicht
Een groot deel van het gebied Burgemeesterwijk en de hele Transvaalbuurt wordt door het Rijk aangewezen als beschermd stadsgezicht op grond van de Monumentenwet 1988. De begrenzing van dit gebied is op afbeelding 11 weergegeven.
Afbeelding 11. Aan te wijzen Rijks beschermd stadsgezicht Nadere informatie over het beschermd stadsgezicht is terug te vinden in de toelichting die is opgesteld bij de voorbereiding van het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o. Dit stadsgezicht omvat het Sonsbeekpark en de deelgebieden Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. De bij het stadsgezicht behorende toelichting is als separate bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd (bijlage 2). Een eerste basis voor deze toelichting is een redengevende beschrijving die was opgenomen in een rapport van het Gelders Genootschap. Dat rapport dateert van januari 1998. In verband met een nieuwe aanvraag die nodig is om het gebied aangewezen te krijgen als beschermd stadsgezicht (zie ook 4.2.1) is in overleg met en in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (hierna RCE) een nieuwe toelichting (versie 28 juni 2013) opgesteld. Deze houdt grotendeels een actualisatie in van de toelichting die in 2005 is opgesteld. De toelichting uit 2005 die als bijlage 2 van de toelichting van het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen is inmiddels door de nieuwe toelichting vervangen.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
37
4.2.1 Procedure Al in december 1998 heeft de raad besloten dat een groot deel van het gebied Burgemeesterswijk, het hele gebied Transvaalbuurt en de parken Sonsbeek als één van de zeven gebieden in aanmerking kwam om door het Rijk te worden aangewezen als beschermd stadsgezicht. Dat dit tot op heden niet is gevolgd door een concreet verzoek tot aanwijzing kwam door de eerder geschetste problematiek rond de bestemming van de middenberm van de Apeldoornseweg die speelde in 2005. Het behoud van de middenberm was voorwaarde om voor de aanwijzing in aanmerking te kunnen komen. Er is nu duidelijkheid over deze middenberm. Daarom is besloten om de procedure tot aanwijzing te vervolgen. De aanwijzing betekent dat dit de gemeenteraad verplicht tot het vaststellen van een beschermend bestemmingsplan. Indien echter voor het gebied al een bestemmingsplan van kracht is danwel al in procedure is gebracht voordat de aanwijzing een feit is dan kan de RCE bepalen dat dit plan ook als beschermend plan kan worden aangemerkt. Naar aanleiding van het vooroverleg dat met de RCE over het plan is gevoerd (zie hoofdstuk 7 procedure) heeft de RCE al aangegeven het bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013 als voldoende beschermend te zien. Eerder heeft de RCE deze uitspraak ook al gedaan ten aanzien van het bestemmingsplan dat al geldt voor het andere deel van het aan te wijzen gebied (voor de parken Sonsbeek Zijpendaal Gulden bodem 2010). Op 13 november 2013 is door het Rijk het aanwijzingsbesluit genomen om Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt te benoemen als Rijksbeschermd Stadsgezicht. Dit besluit is uiteindelijk eerder genomen dan de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. Dit betekent dat voor een korte periode, die ligt tussen dit aanwijzingsbesluit en de vaststelling van het bestemmingsplan er sprake was van een aanhoudingsplicht voor aanvragen voor een omgevingsvergunning. 4.2.2 Gevolgen aanwijzing beschermd stadsgezicht Nu het gebied door de RCE als beschermd stadsgezicht is aangewezen betekent dit dat in dit gebied zo min mogelijk aantastingen plaats mogen vinden. Behoud van het aanwezige historische karakter is uitgangspunt. De cultuurhistorische waarde mag niet vernietigd of anderszins onherkenbaar gemaakt worden. Waardevolle objecten en complexen binnen deze gebieden dienen beschermd en duurzaam beheerd te worden. Daarnaast bevinden zich in het te beschermen gebied (historische) objecten en complexen, die geen kwalificatie hebben gekregen. Sloop en vervangende nieuwbouw zijn bij deze laatste categorie mogelijk, maar hieraan zullen in het kader van de bescherming duidelijk omschreven voorwaarden verbonden worden. 4.2.3 Beschrijving en vertaling in het bestemmingsplan Hieronder wordt in hoofdlijnen een beschrijving van de als beschermd stadsgezicht aangewezen gronden gegeven en de bedoelingen hiervan voor het bestemmingsplan. Uitgangspunt daarbij is de toelichting, die is opgesteld bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o., en de redengevende beschrijving beschermd stadsgezicht Sonsbeek, Zijpendaal, de Gulden Bodem, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. De beschrijving is neergelegd in een ruimtelijke typering (zie onder 4.2.3.1) en aangegeven in de cultuurhistorische waarden (zie onder 4.2.3.2) die aan de gronden zijn toegekend. De bedoeling is dat de typering en de waarden op een wijze worden gehandhaafd en versterkt zoals in de instructies (zie onder 4.2.3.3) zijn beschreven. De bedoeling is als volgt naar het bestemmingsplan toe vertaald: - opname van de bestemming "waarde-cultuurhistorie". Zoals in paragraaf 1.3 al is aangegeven is ter bescherming van de cultuurhistorische waarden een aparte bestemming "waarde-cultuurhistorie" opgenomen. Dit betekent dat op de plankaart door de "grens beschermd stadsgezicht" begrensde gronden, naast de daaraan in de regels (artikel 21) en op de plankaart gegeven bestemmingen, mede zijn bestemd voor de instandhouding van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden. - opname van een cultuurhistorische waardenkaart. Daarnaast zijn de te beschermen waarden op een cultuurhistorische waardenkaart aangegeven. Bouwplannen gelegen in het beschermd stadsgezicht worden naast de plankaart ook aan deze cultuurhistorische waardenkaart getoetst. De cultuurhistorische waardenkaart is als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan gevoegd. - opname van een bestemming tuin met toegevoegd (voor specifieke gevallen) een tijdelijk parkeergebruik waaraan een uitsterfregeling is verbonden. 38
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Waar sprake is van een strijdig parkeergebruik in de voortuinen is in de regels toegevoegd dat dit parkeergebruik tijdelijk is toegestaan. Dit tijdelijk gebruik is voorts verbonden aan een uitsterfregeling. Via dit middel worden enerzijds bestaande rechten gerespecteerd, anderzijds kan hierdoor op termijn het strijdig parkeergebruik in de voortuin beëindigd worden. 4.2.3.1 Ruimtelijke typering Het beschermd stadsgezicht van het gebied Burgemeesterwijk/ Transvaalbuurt is opgebouwd uit verschillende historische elementen. Deze elementen hebben betrekking op de structuur van het ruimtelijke beeld en op de verschijningsvormen ruimtelijk structureel en ruimtelijk visueel. Tot de ruimtelijk structurele elementen van het stadsgezicht horen: het natuurlijk bodemreliëf; de ruimtelijke hoofdstructuur van het gebied; het verkavelingpatroon en grote groene binnengebieden; het gebruik van de bouwblokken; de schaal van de bouwblokken; de visuele en functionele relatie van het gebied met de directe omgeving en afronding naar buiten toe. Tot de ruimtelijk visuele elementen van het stadsgezicht behoren: het karakter van de bebouwing bepaald door het type (functionele aanduiding), de breedte en de diepte, de opbouw van de verdiepingen en de bekapping, gevelindeling en materiaalgebruik; de aard en de indeling van de openbare ruimte; overgang openbaar/ privé door middel van karakteristieke erfafscheidingen; de aard en de indeling van de prive-openbare ruimte, waaronder de binnenterreinen; het groen van de voortuinen alsmede de beplanting, de hekken, de aard en de inrichting van het aangrenzende landschap; de monumentale en waardevolle bomen in het gebied. 4.2.3.2 Cultuurhistorische waarden Tot de cultuurhistorische waarden die voor bescherming op basis van het beschermd stadsgezicht in aanmerking komen behoort in de eerste plaats: a) Het totale karakter van het gebied. Daarbij gaat het om de bescherming van een groot aaneengesloten, reliëfrijk, park- en bosachtig gebied met daaromheen woonwijken met villa's en herenhuizen. Verder is de samenhang tussen het parkgebied en omringende bebouwing beschermenswaardig. Deze samenhang ontstaat vooral dankzij de zichtrelaties die bestaan tussen park en bebouwing, de profielen van de wegen die het parkgebied direct omringen en een aantal plaatsen waar de straten in de omringende wijken zich wijd naar het park openen. Daarnaast komen de volgende cultuurhistorische waarden in aanmerking om beschermd te worden. Voor een nadere typering van deze waarden wordt verwezen naar de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o. b) Apeldoornseweg, Sonsbeekweg en Zijpendaalseweg. Voor de cultuurhistorische waarde zijn met betrekking tot deze wegen de hoofdkenmerken van de profielen in aanmerking genomen, inclusief soort en wijze van beplanting. De aan deze wegen grenzende voortuinen dienen zoveel mogelijk overeenkomstig het oorspronkelijke concept door ijzeren hekwerken van deze wegen gescheiden te blijven, evenals in de rest van de wijk. Meer in het bijzonder is het voor de Apeldoornseweg vooral van belang dat de middenberm mét een dubbele rij bomen gehandhaafd blijft. Vanaf de Sonsbeekweg moet het vrije zicht over de Grote Weide van het Sonsbeekpark in stand worden gehouden. De Zijpendaalseweg dient haar gevarieerde karakter te behouden. Verder is het van belang dat de bestaande bebouwingskarakteristiek in stand blijft.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
39
c) Burgemeesterswijk. Van grote cultuurhistorische waarde in deze wijk zijn: de stedenbouwkundige opzet met afgeronde bouwblokken, min of meer driehoekige (groene) pleinen en enkele wijde straatopeningen naar de Zijpendaalseweg en het Sonsbeekpark;
Afbeelding 12. Voorbeeld van een driehoekig plein: Burgemeestersplein
het type bebouwing: dicht op- en aaneengebouwde herenhuizen van twee tot drie bouwlagen in het zuidelijke deel en vrijstaande villa's op ruimere kavels in het noordelijke deel; in het zuidelijke deel: de wijze van erfafscheiding naar de straat en de voortuinen van de belendende percelen (ijzeren hekwerken);
Afbeelding 13. Voorbeeld van de gietijzeren erfafscheidingen in de Burgemeesterswijk in het zuidelijke deel: het groene en open karakter van de voortuinen; de groene gebieden in het midden van de bouwblokken. d) Transvaalbuurt. Van grote cultuurhistorische waarde in deze wijk zijn: 40
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
het stratenpatroon; de St. Jansbeek met bruggen en beplanting, mede als een (visuele) verbinding met het Sonsbeekpark;
Afbeelding 14. Uitzicht vanaf De la Reijstraat over de Sint Jansbeek richting Park Sonsbeek
het type bebouwing: voornamelijk dicht op- en aaneengebouwde herenhuizen van twee tot drie bouwlagen; de wijze van erfafscheiding naar de straat en de voortuinen van de belendende percelen (ijzeren hekwerken); het groene en open karakter van de voortuinen.
Afbeelding 15. Voorbeeld van de gietijzeren erfafscheidingen in de Transvaalbuurt 4.2.3.3 Instructies
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
41
Met als uitgangspunt bovengenoemde ruimtelijke typering, de beschreven cultuurhistorische waarden is het beleid gericht op het handhaven en versterken van de cultuurhistorische waarden, de ruimtelijk waardevolle bebouwingspatronen en op het behoud van karakteristieke bebouwing. Daartoe gelden de volgende instructies waar in artikel 21.2 van de regels naar wordt verwezen: bouwinitiatieven en aanleg van werken in het openbaar gebied moeten passen in en bijdragen aan de karakteristieken van het beschermd stadsgezicht zoals beschreven in de toelichting en de redengevende beschrijving beschermd stadsgezicht Sonsbeek, Zijpendaal, de Gulden Bodem, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt; bij bouwinitiatieven is handhaving van de bestaande bouw- en kapvorm uitgangspunt; behalve met dit bestemmingsplan zal ook door middel van het welstandstoezicht een goede beeldkwaliteit worden nagestreefd. Waar het betreft de bebouwing en het bebouwingsbeeld worden extra eisen gesteld aan de situering, vormgeving, materiaal gebruik en kleurstelling. voor zover bij de toetsing aan dit bestemmingsplan met deze eisen geen rekening gehouden kan worden, zal door welstandsbeoordeling gestreefd worden naar de naleving van deze eisen. Dit geldt ook voor het aanbrengen of weghalen van karakteristiek hekwerk en voor het aanbrengen van uithangborden, reclame-uitingen, gevelborden en rolluiken (omvang en uitstraling); bij de beoordeling van bouwplannen zal in acht worden genomen dat geen evenredige afbreuk wordt gedaan aan de bij ruimtelijke typering genoemde ruimtelijk structurele- en ruimtelijk visuele elementen. Deze laatste instructie geldt alleen voor bouwplannen ten aanzien waarvan burgemeesters en wethouders nadere eisen kunnen stellen en voor bouwplannen die slechts kunnen worden toegestaan nadat door burgemeesters en wethouders een omgevingsvergunning is verleend.
4.3
Milieu- en omgevingsaspecten
In dit hoofdstuk worden per beleidsthema de milieu- en omgevingsaspecten van de bestaande bestemmingen in het bestemmingsplan 'Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013' beschreven. De milieu- en omgevingsaspecten van deze bestemmingen zijn geactualiseerd naar de huidige maatstaven, kennis en inzichten. Ook worden de milieu- en omgevingsaspecten van veranderingen in het plangebied (ruimtelijk of juridisch) in de achterliggende periode beschreven. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. 4.3.1 Geluid Omdat geen nieuwbouw van geluidgevoelige bestemmingen in dit bestemmingsplan wordt gerealiseerd leggen de Wet geluidhinder en het "Arnhemse beleidsplan geluid" geen belemmeringen op voor het vaststellen van het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt". Mocht wel sprake zijn van nieuwbouw van geluidgevoelige bestemmingen dan zal nader onderzoek worden verricht en geldt eventueel de noodzaak van ontheffingprocedures in het kader van de Wet Geluidhinder. 4.3.2 Luchtkwaliteit Het gebied staat volgens de monitoringstool niet bekend als een luchtkwaliteitknelpunt. Er vinden geen (planologische) wijzigingen plaats waardoor luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Bij nieuwe planologische ontwikkelingen mag geen verslechtering van de luchtkwaliteit plaats vinden maar daar is bij dit gebied (nog) geen sprake van. Voor ultra fijnstof, dat schadelijk is voor de gezondheid, is wetgeving nog in de maak. Heel Arnhem wordt gemonitoord door modellen en metingen. Prioritering ligt bij knelpunten. Dit gebied valt hier niet onder. Mocht dat in de toekomst wel zo zijn zal ook hier alle aandacht naar uitgaan om een gezonde luchtkwaliteit te waarborgen.
42
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
4.3.3 Hinder Het plangebied Burgemeesterswijk-Transvaalbuurt wordt in het kader van de VNG brochure bedrijven en milieuzonering 2009 gezien als een gemengd gebied (omgevingstype). Dit betekent een matige tot sterke functiemenging. Direct naast wonen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Het gaat hierbij om activiteiten die op basis van bovengenoemde VNG brochure milieucategorie 1 en 2 bedrijven zijn. Dit betekent dat er ten opzichte van woningen rekening moet worden gehouden met een richtafstand van 10 meter. Bij ontwikkelingen binnen deze richtafstand kan er gemotiveerd van deze afstand worden afgeweken. 4.3.4 Externe veiligheid Het bestemmingsplan ligt binnen het invloedsgebied van het spoortraject waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. In verband met dit transport zijn er voor dit gebied op verschillende momenten externe veiligheidsberekeningen uitgevoerd. Daarnaast wordt er een Basisnet spoor opgezet, waarbij de verschillende spoortrajecten in Nederland een risicoplafond krijgen. Omdat hier sprake is van een beheersbestemmingsplan is het transport gevaarlijke stoffen over het spoortraject niet in het externe veiligheidsonderzoek betrokken. Er vinden namelijk geen ontwikkelingen plaats. Bovendien geldt dat, omdat het plangebied tegen het spoor ligt waarover dit transport plaatsvindt, er geen 10-6 PR contour geldt die op de plankaart opgenomen zou moeten worden. Ook in het kader van het groepsrisico spelen er geen ontwikkelingen binnen het invloedsgebied (200 meter) van het spoor. Dit betekent dat er ook geen wijziging van het groepsrisico is en daarom ook geen verantwoording van het groepsrisico hoeft plaats te vinden. Een andere externe veiligheidsfactor, ook buiten het plangebied gelegen, is een handelsonderneming met groothandel in jacht-, sport- en schietsportartikelen waarbij er opslag van klein kaliber munitie (ADR 1.4S) plaatsvindt. Deze opslag is verdeeld over een drietal opslagruimtes. Iedere opslagruimte is voorzien van een sprinklerinstallatie. Op 2 mei 2006 is er voor deze firma een milieuvergunning verleend. Tegen deze milieuvergunning zijn omwonenden in beroep gegaan bij de Raad van State onder ander op het aspect risico's voor de omgeving. De uitspraak was op 9 mei 2007 en het beroep van omwonenden is ongegrond verklaard. Daarbij is aangegeven dat de opslag van (kleinkaliber)munitie met klasse 1.4S bij een eventuele brand geen gevaar oplevert voor de omgeving. Dit betekent dan dat er geen rekening met een veiligheidszone behoeft te worden gehouden. Nieuw Sleutel Project Arnhem Centraal en uitvoeringsovereenkomst (2005) In 2003 is er in het kader van het Nieuw Sleutel Project (NSP) Arnhem Centraal een onderzoek naar externe veiligheid uitgevoerd. Uit dit onderzoek volgt dat er geen 10-6 PR contour is. De oriënterende waarde voor het groeprisico wordt met een factor 5 overschreden. Om ervoor te zorgen dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet meer wordt overschreden zijn er op basis van allerlei bronmaatregelen aanvullende berekeningen uitgevoerd. Hierbij zijn onder andere de transporthoeveelheden verlaagd. De transporthoeveelheden waarbij de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet meer wordt overschreden zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst (2005) voor Arnhem Centraal. Op basis van het NSP Arnhem Centraal mag de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet worden overschreden en geen bebouwing aanwezig zijn, binnen de 10-6 PR contour. Basisnet Spoor (2012) In 2006 is de nota Vervoer gevaarlijke stoffen aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze nota vormt de agenda voor een toekomst waarin vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is binnen kaders van veiligheid, milieu en leefomgeving. Hoofdpunt uit de nota is dat het transport van gevaarlijke stoffen, waaronder het spoor, de komende jaren met tientallen procenten zal stijgen en dat gevaarlijke stoffen vervoerd worden over vaste routes door middel van het Basisnet. Met dit Basisnet ligt de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en de veiligheidszones voor de ruimtelijke ordening vast. Het Basisnet spoor is sinds juli 2010 gereed maar nog niet in werking getreden. Als het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) definitief is (2012) zal het Basisnet in werking treden. Door dit Basisnet geldt er voor ieder spoortraject een risicoplafond. Het uitgangspunt voor het Basisnet in Arnhem zijn de NSP afspraken. Voor Arnhem geldt dat er geen bebouwing binnen de 10-6 PR mag ontstaan en dat daarnaast de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet mag worden overschreden. Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
43
Het gaat hier om een beheerbestemmingsplan. Binnen het plangebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien waardoor het groepsrisico zal toe en/of afnemen. Dit betekent dat er geen verantwoording van het groepsrisico zal plaatsvinden. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende voorwaarden gesteld: er is geen 10-6 PR contour binnen het plangebied; er vindt geen verantwoording van het groepsrisico plaats omdat er binnen het plangebied geen ontwikkelingen zijn voorzien waardoor het groepsrisico zal toe- of afnemen. 4.3.5 Groen en ecologie Waardevolle bomen Het gaat daarbij om waardevolle bomen die, vanwege de waarden en kenmerken die zij bezitten, als zodanig zijn aan te merken. De waardevolle bomen zijn globaal onder te verdelen in monumentale bomen en markante bomen. In dit bestemmingsplan gaat het om twee bomen gelegen achter Bouriciusstraat 9 (witte paardenkastanje) en Bouriciustraat 15 (Noorse esdoorn). Deze bomen zijn waardevol en daarnaast ook aan te merken monumentaal om de boom zelf en niet om de plek waar ze staan. De bomen zijn op de plankaart en de cultuurhistorische waardenkaart aangeduid.
Afbeelding 16. Kastanjebomen achter de Bouriciusstraat De aanduiding is overeenkomstig een kadastrale kaart waarop de bomen precies op de plek zijn ingemeten. In de regels is de bescherming van deze bomen geregeld door de opname van een beschermingszone. Deze zone is direct van invloed op mogelijke bouwtitels van de onderliggende bestemmingen. Ook in het aangrenzende bestemmingsplan “Arnhem Centraal 2011” is de bescherming van de bomen (eveneens door opname van een beschermingszone) geregeld. In de begrippenlijst (artikel 1 van de regels) is een definitie van een beschermingszone opgenomen. Naast deze twee waardevolle (en tevens als monumentaal aan te merken) bomen zijn nog een aantal andere waardevolle bomen in het bestemmingsplan opgenomen. Dit zijn de bomen die door de raad zijn aangewezen als markante boom en als zodanig ook in het bestemmingsplan beschermd moeten worden via opname van een beschermingszone op de plankaart en via extra bepalingen in de regels. Natuurwaarden Veel vogels (appelvink, boomklever, glanskop, zwarte mees), enkele amfibieën (gewone pad) en zoogdieren (o.a. egel, eekhoorn en vleermuizen) maken gebruik van de gebouwen, de groene (binnen-) tuinen en de groenstructuur. Rosse vleermuizen die in park Sonsbeek verblijven gebruiken de Van Pallandtstraat – Frombergstraat als vliegroute van en naar de uiterwaarden om te foerageren. De beek aan De La Reystraat is onderdeel van park Sonsbeek en is daarmee een groene drager van de stad. De gewone pad komt hier voor (overwintert in de tuinen) en in de oever broedt de knobbelzwaan. De gebouwen vormen verblijven voor vleermuizen (spouwmuur of daklijsten) en vogels (huismus, gierzwaluw). Aan de Sonsbeekweg broeden in verschillende woningen onder de dakrand ieder jaar 44
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
vele huiszwaluwen. Tuinen met bloeiende planten vormen leefgebieden voor diverse insecten (bijen, hommels en vlinders). De groene gebieden binnen de groene dragers hebben de bestemming park of bos. Andere gebieden met een maatschappelijke, woon of recreatieve functie hebben een dubbelbestemming met behoud van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden. Beschrijving ontwikkelingen Toekomstige ontwikkelingen zullen getoetst worden aan het beleid en de geldende wet- en regelgeving. Afhankelijk van het effect van de ingreep of activiteit, kan hieraan een natuurwaardenonderzoek en een groenbalans ten grondslag liggen. 4.3.6 Water Oppervlaktewater De Burgemeesterswijk is gelegen op de westelijke helling van het dal van de Sint Jansbeek. In dit gedeelte van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. De Transvaalbuurt is gesitueerd op de voet van de oostelijke helling aan het eind van het dal van de Sint Jansbeek. Door deze wijk stroomt in de De La Reystraat, gedeeltelijk als open water en gedeeltelijk overkluist, de Sint Jansbeek. Grondwater Het plangebied van de Burgemeesterswijk, kent een groot hoogteverschil; namelijk van 59 m. + N.A.P. in het noordwesten tot 20 meter boven N.A.P. in het zuidoosten. Het hoogteverschil van de Transvaalbuurt is kleiner; van 34 meter boven N.A.P. in het noordoosten tot 19 meter boven N.A.P. in het zuiden. Het grondwater stroomt globaal van Noord naar Zuid van circa 15 meter boven N.A.P. tot circa 11 meter boven N.A.P. Omdat het plangebied ligt op de rand van de stuwwal, komt er in de zandige bodem leem voor. Leem is moeilijk tot niet doordringbaar is voor water. Door deze leemlagen is het mogelijk om de Sint Jansbeek te voeden met grondwater. Om de aanvoer van water naar de beek te behouden, zijn geen werkzaamheden toegestaan die de leemlagen beschadigen. Dit wordt beschermd door de beekbeschermingszone met een aanlegvergunningstelsel.
Afbeelding 17. Attentiekaart water Afvalwatersysteem Van oudsher is er in het plangebied een gemengd rioolstelsel aangelegd. Dit houdt in dat hemelwater en afvalwater gezamenlijk door één buis wordt getransporteerd. Tegenwoordig is het grootste deel van de Burgemeesterswijk gescheiden gerioleerd. Door middel van horizontale infiltratiebuizen wordt het apart ingezamelde hemelwater, in de bodem geïnfiltreerd. In de Zijpendaalseweg ligt een hemelwaterriool. Via een lamellenfilter aan de zuidwestkant van park Sonsbeek, wordt het water op de Sint Jansbeek geloosd. In de Transvaalbuurt is alleen De La Reijstraat gescheiden gerioleerd. Dit doormiddel van een hemelwaterriool die net als de Zijpendaalseweg, via een lamellenfilter loost op de Sint Jansbeek.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
45
Overleg gemeente en waterbeheerders Opmerkingen van waterschap Rijn en IJssel zijn in deze paragraaf verwerkt. Conclusie. In het bestemmingsplan is aandacht besteed voor de op de waterattentiekaart (zie afbeelding 17) aangegeven voorzieningen. Deze zullen niet beperkt worden in hun functioneren. Een groot deel van plangebied valt onder de beschermingszone van de Sint-Jansbeek. Dit betekent dat leemlagen in deze zone niet doorbroken zullen worden. Om het gebied als zodanig te beschermen is in de regels (artikel 22) een omgevingsvergunningstelsel opgenomen. De beschermingszone van de Sint-Jansbeek is aangegeven op de plankaart en aan deze zone is de bestemming “Waarde - Geomorfologie" gegeven. 4.3.7 Bodem Beschrijving bodemkwaliteit in het plangebied Voor het bestemmingsplan is als eerste met behulp van het bodeminformatiesysteem van de gemeente Arnhem een inventarisatie uitgevoerd naar de bekende (mogelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging in het betreffende plangebied. Uit de inventarisatie is gebleken dat in het bestemmingsplangebied de volgende (mogelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging aanwezig zijn: Adres
BISnr.
Amsterdamseweg 38 e.o. 0032
Van Lawick van Pabststraat Bakenbergseweg 20-22
Aangetoond of potentieel geval Aangetoond
4219
Aangetoond
0626
Aangetoond
Omschrijving VOCl-verontreiniging (oplosmiddelen). Sanering is zo goed als afgerond. Monitoring loopt nog. In de ondergrond en het grondwater blijft een sterke restverontreiniging met VOCl achter. PAK-verontreiniging onder de verharding van de openbare weg Ophooglaag met zware metalen en PAK. Verontreiniging is niet volledig afgeperkt.
De bodemsanering van de VOCl-verontreiniging tpv 'Amsterdamseweg 38 e.o.' (BISnr 0032) loopt. Het betreft een verontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl) in grond en grondwater. De verontreiniging wordt 15 jaar gemonitord. Nazorg Amsterdamseweg Arnhem BV is verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering. Ten behoeve van de systemen zijn putten, leidingen, peilbuizen en verzamelpunten aanwezig die intact moeten blijven. Ter plaatse van de Lawick van Pabststraat is ter plaatse van de openbare weg, onder de verharding, een verontreiniging met PAK aangetoond. Ter plaatse van de Bakenbergseweg 20-22 is een ophooglaag met sterk verhoogde concentraties zware metalen en PAK aanwezig die niet volledig is afgeperkt. Beide verontreinigingen zijn in een bijlage weergegeven. Ter plaatse van de Transvaalbuurt zijn geen gevallen van ernstige bodemverontreiniging bekend. Op basis van de zoneringskaart (zone 2) zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK te verwachten in de Burgemeesterwijk en Transvaalbuurt. Conclusie. Vanuit het aspect bodem zijn er geen beperkingen gesteld voor het bestemmingsplan. De geïnventariseerde en getoetste bodemgegevens geven voldoende inzicht in de bodemkwaliteit van het plangebied. Ter plaatse van de Burgemeesterswijk is een geval van ernstige bodemverontreiniging aanwezig: de Amsterdamseweg 38 e.o. Ter plaatse van de Transvaalbuurt zijn geen gevallen van ernstige bodemverontreiniging aanwezig. De kwaliteit van de bodem (inclusief grondwater) vormt geen gevaar voor de volksgezondheid bij de aanwezige bestemmingen/functies in het beheerbestemmingsplangebied, mits er voldaan wordt aan intact blijven van de systemen van de bodemsanering van de Amsterdamseweg 38 e.o., zoals putten, leidingen, peilbuizen en verzamelpunten. 46
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
4.3.8
Cultuurhistorie en archeologie
4.3.8.1 Archeologie Het plangebied heeft 3 verschillende archeologische verwachtingskansen te weten archeologisch waardevol gebied; hoge archeologische verwachting en middelhoge archeologische verwachting. Dit betekent dat conform de Erfgoedverordening in deze zone archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd bij bodemingrepen >500 m 2 en die daarbij ook dieper dan 40 cm reiken. Dit is vertaald naar de archeologische verwachtingenkaart (zie hieronder) en in de regels (volgens de modelregels voor archeologie in bestemmingsplannen).
Afbeelding 18. Archeologische waardenkaart
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
47
4.3.8.2 Cultuurhistorie Het grootste gedeelte van het bestemmingsplangebied bestaat uit het gebied dat wordt aangewezen als Rijks beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o. In paragraaf 4.2 is beschreven welke waarden in aanmerking komen om op basis van dit beschermd stadsgezicht beschermd te worden. Voor deze waarden wordt naar dit hoofdstuk verwezen. Voor een nadere typering van de cultuurhistorische waarden wordt verwezen naar de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o. De Burgemeesterswijk en de Transvaalbuurt zijn van bijzonder belang vanwege de hoge (stedenbouwkundige en architectonische) kwaliteit van de wijken en de sterke samenhang tussen het open parkgebied en de omringende bebouwing. De in paragraaf 4.2 genoemde cultuurhistorische waarden worden beschermd via dit bestemmingsplan dat het Rijk als beschermend bestemmingsplan zal moeten aanmerken. Daarnaast zijn de cultuurhistorische waarden vertaald in een cultuurhistorische waardenkaart die als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan is gevoegd. In de cultuurhistorische waardenkaart zijn naast de cultuurhistorische waarden tevens gemeentelijke en Rijksmonumenten opgenomen (bij aanduidingen). De monumenten staan ook vermeld op een lijst die als bijlage 1 (separaat) bij de toelichting is gevoegd.
4.4
Kabels, leidingen en straalpaden
In het plangebied liggen geen kabels en leidingen. Ook lopen er over het plangebied geen straalpaden die beperkingen aan de bouwhoogte zouden kunnen stellen.
48
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 5
Beheer en ontwikkelingen
Beschermd stadsgezicht Dit bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om de gebieden zo te beheren dat de monumentale aspecten van het (toekomstig) stadsgezicht behouden blijven. Daarbij is van belang dat de wijken als woonwijk zijn ontworpen. Waar dat mogelijk is wordt terugkeer naar die oorspronkelijke functie bevorderd. Daarom is zoveel mogelijk gekozen voor de woonbestemming. Terugkeer naar deze functie speelt met name bij panden waar deze woonfunctie naast een andere functie (kantoor, maatschappelijk, detailhandel) deels aanwezig is en deze panden in verband met deze functie in het nu nog geldende bestemmingsplan als wonen zijn bestemd. Voor deze panden is in de ontwerpfase van het bestemmingsplan gekozen voor een woonbestemming met een overeenkomstige aanduiding op de plankaart waarmee de betreffende functie (kantoor, maatschappelijk, detailhandel) ook positief bestemd is. Er wordt ook rekening mee gehouden dat in deze tijd van crisis veel kantoren hun activiteiten beëindigen. De oorspronkelijke woonfunctie kan dan terugkeren. In de vaststellingsfase is nu alsnog gekozen om de toegestane functies toch meer af te stemmen op de mogelijkheden die in de geldende bestemmingsplannen zijn geboden. Zie hierover meer hoofdstuk 6.2 (uitgangspunten). Bij de eerstkomende algehele herziening van het bestemmingsplan zal alsnog gekozen kunnen worden voor een volledige woonbestemming wanneer de betreffende functies in de panden niet meer worden uitgeoefend dan wel van de mogelijkheden om de betreffende efuncties te kunnen uitoefenen nog steeds geen gebruik is gemaakt. Parkeren Parkerende auto's verstoren het beeld. Met name het weghalen van hekken van voortuinen, het verharden en parkeren vormen een ernstige aantasting. Dit wordt op termijn zoveel mogelijk beëindigd (zie ook paragraaf 6.4.10). Dit betekent, dat de auto's die nu in de voortuinen parkeren op termijn elders een plek moeten vinden.
Afbeelding 10. Parkeren in de voortuin aan De la Reijstraat Parkeerregime Burgemeesterswijk Op 19 december 2011 heeft de raad het parkeerreguleringsplan voor de Burgemeesterswijk vastgesteld. Het doel daarvan is het weren van wijkvreemde langparkeerders. Hierdoor komt er voor bewoners en werkers in de wijk parkeerruimte vrij. Bereikbaarheid en leefbaarheid nemen toe. Voor parkeren bestaan er vier deelgebieden in de Burgemeesterswijk: bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
49
1. Het zuidelijk deel: Sweerts de Landasstraat (tot aan het Burgemeestersplein), Bouriciusstraat en Brantsenstraat. Dit zuidelijk deel kent betaald-parkeerplaatsen. Vergunninghouders kunnen hierop met hun vergunning parkeren. De betaald-parkeerduur loopt van maandag tot en met zaterdag van 09.0023.00 uur en op koopzondag. Er is een bezoekersregeling. 2. Het middendeel: Pels Rijckenstraat, Burgemeestersplein, Van Lawick van Pabststraat (tot aan de Burgemeester Weertsstraat), Van Pallandtstraat en Burgemeester Weertsstraat. In dit middendeel zijn vergunninghoudersplaatsen waarop bezoekers met een parkeerschijf maximaal twee uur kunnen parkeren. De gereguleerde parkeerduur loopt van maandag tot en met zaterdag van 09.00-23.00 uur. 3. Het noordelijk deel: alle straten ten noorden van de Burgemeester Weertsstraat. In deze straten is geen parkeerregulering met uitzondering van enkele betaald-parkeerplaatsen nabij de Albert Heijn in de Van Lawick van Pabststraat. 4. Amsterdamseweg en Zijpendaalseweg. De parkeerplaatsen aan de Amsterdamseweg (tussen Zijpseplein en Brouwerijweg) en Zijpendaalseweg (tussen Sonsbeekweg en Röellstraat) zijn betaald-parkeerplaatsen waarop vergunninghouders kunnen parkeren. Ook hier geldt de betaald-parkeerduur van maandag tot en met zaterdag van 09.00-23.00 uur. In september 2013 is er een parkeeronderzoek uitgevoerd in de Burgemeesterswijk en een deel van Heijenoord (zie bijlage C bij het zienswijzenrapport). Dit onderzoek is uitgevoerd vanwege de invoering van het nieuwe parkeerregime in deze wijken. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige parkeersituatie in de wijk. De conclusie van dit onderzoek is dat de hoogste parkeerbezetting in het totale onderzoeksgebied 69% bedraagt en op het rustigste moment 59%. De bezetting in alleen de wijk Burgemeesterswijk kent ongeveer dezelfde bezettingsgraad. Dat betekent dat er in principe voldoende beschikbare parkeerplaatsen in de wijk zijn (in woongebieden wordt een parkeerdruk van circa 90% als acceptabel ervaren). Er is wel sprake van een groot verschil in bezetting per straat. Er zijn straten met een bezetting van gemiddeld minder dan 30% en ook met een gemiddelde bezetting rond de 90%. Voor de straten met een hoge bezetting geldt dat er binnen een acceptabele loopafstand echter voldoende beschikbare parkeercapaciteit aanwezig is. Parkeerregime Transvaalbuurt In de Transvaalbuurt (wijk begrensd door de Apeldoornseweg, het spoor, het Zijpseplein en de Sonsbeekweg) zijn betaald-parkeerplaatsen, vergunninghoudersplaatsen en vrije plaatsen. Vanaf 1 november 2013 is het parkeerregime gewijzigd. De vrije parkeerplaatsen zijn betaaldparkeerplaatsen geworden. Op verzoek van de bewoners blijven de vergunninghoudersplaatsen wel bestaan. Ook de bijzondere parkeerplaatsen voor artsen, elektrische auto's en dergelijke blijven gehandhaafd. Vergunninghouders mogen zowel op de betaald-parkeerplaatsen als op de verguninghoudersplaatsen staan. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Dit bestemmingsplan biedt het kader om het plangebied te kunnen beheren. Het maakt duidelijk waar welke functies zijn toegestaan en wat de bouwmogelijkheden zijn. In het algemeen geldt dat bestemmingen en afmetingen zo ruim worden gekozen dat meerdere invullingen, die planologisch aanvaardbaar zijn, mogelijk zijn. Vanaf 1 oktober 2010, bij de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zijn veel bouwwerken vergunningsvrij geworden. Met name bouwwerken op het achtererfgebied. Dit betekent dat ze normaliter in afwijking van dit bestemmingsplan gebouwd kunnen worden. Het nieuwe vergunningvrij bouwen is evenwel niet van toepassing in, aan, op of bij een beschermd monument en in een beschermd stadsgezicht dat is aangewezen door het Rijk. Dit maakt het extra van belang dat het geldende bestemmingsplan voor de Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt wordt herzien en dat het plan nu inmiddels door het Rijk als een beschermend bestemmingsplan is aangemerkt. Reconstructie Apeldoornseweg/aanpassing middenberm Verwezen wordt naar hetgeen hierover al is beschreven in hoofdstuk 1.2 van de toelichting. De actuele stand van zaken is nu dat met de vaststelling van de Meerjarenplanbegroting 2013-2016 het project Reconstructie Apeldoornseweg (herinrichting gedeelte Sonsbeeksingel - Sonsbeekweg) uitgesteld is. Uitvoering van dit project is niet aan de orde vóór 2017. Gelet op deze termijn wordt het huidige proces om een herinrichtingsvariant vast te laten stellen niet voortgezet. Wel blijft het opdracht voor de gemeente om deze herinrichting binnen de bestemmingsplanperiode te realiseren. 50
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Reconstructie Zijpendaalseweg Enkele jaren geleden zijn de reconstructieplannen voor de Zijpendaalsweg afgerond. Deze plannen konden op basis van de vorige planologische situatie worden gerealiseerd. De nieuwe situatie is opnieuw opgenomen binnen de verkeersbestemmingen (voor het grootste deel) van het bestemmingsplan "Sonsbeek Zijpendaal Gulden Bodem 2011" en (voor een klein deel) van het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk-Transvaalbuurt 2013". Reconstructie Amsterdamsweg Er bestaan eveneens plannen om de Amsterdamsweg her in te richten. Omdat de Amsterdamseweg een hoofdverkeersader is valt het niet onder het project Buitengewoon Beter. Het moment van de uitvoering is afhankelijk van financiële middelen en prioritering binnen het Gemeentelijk Riolerings Plan. Het project wordt bij voorkeur integraal opgepakt, waarbij tegelijkertijd met de riolering het wegdek worden vervangen. Hierover wordt overlegd met aanwonenden, gebruikers en de wijkvereniging. (Nog geen) bouwmogelijkheden aan de Paul Krugerstraat in dit bestemmingsplan In het midden van de Paul Krugerstraat (Transvaalwijk) is aan de westzijde een onderbreking in de bebouwingswand. Een deel van deze ruimte is in gebruik genomen als parkeerterrein. Stedenbouwkundig gezien is het gewenst dat de wand gesloten wordt. Daarvoor bestaan geen concrete plannen. Daarom is ervoor gekozen om in dit bestemmingsplan de bestemming “wonen/onbebouwbare zone" en "tuin” te geven aan deze gronden. Mochten er initiatieven komen voor het bouwen van een of twee woningen dan zal bekeken worden of het plan stedenbouwkundig past en of ook aan andere (b.v. milieu)randvoorwaarden wordt voldaan. Als dat het geval is dan zal daarvoor een herziening van dit bestemmingsplan worden gemaakt.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
51
52
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 6 6.1
Planbeschrijving en -verantwoording
Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de bestaande situatie, het relevante beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. De informatie uit deze hoofdstukken is gebruikt om keuzes te maken bij het opstellen van het bestemmingsplan: de verbeelding (plankaart) en de regels. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de opzet van dit bestemmingsplan. Daarnaast worden de gemaakte keuzes op de verbeelding en in de regels verantwoord. Dat betekent dat er wordt aangegeven waarom bepaalde bestemmingen zijn gekozen en waarom bepaalde bebouwing acceptabel is.
6.2
Uitgangspunten
Inleiding Voor een groot deel van de Burgemeesterswijk geldt het bestemmingsplan 'Burgemeesterswijk' en voor de Transvaalbuurt geldt het bestemmingsplan 'Transvaalbuurt' (beide plannen zijn in 1985 door de Provincie goedgekeurd). In deze bestemmingsplannen is gekozen om de toegestane functies gedetailleerd (per pand) vast te leggen. De woningen werden als 'Wonen' bestemd en panden met een andere functies zoals een kantoor werden als 'Kantoor' bestemd. Sinds de inwerkingtreding van deze bestemmingsplannen hebben diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. Deze ontwikkelingen zijn grotendeels juridisch geregeld met een partiële herziening van het geldende bestemmingsplan, een nieuw bestemmingsplan of met een vrijstelling/ontheffing van het geldende bestemmingsplan. In dit nieuwe bestemmingsplan worden deze inmiddels gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden zoveel mogelijk meegenomen. In de afgelopen bijna 30 jaar zijn er ook situaties ontstaan of is er bebouwing gerealiseerd die niet past binnen het geldende bestemmingsplan. Van deze situaties of bebouwing is bekeken of dit in dit bestemmingsplan gelegaliseerd kan worden. In paragraaf 1.4 is aangegeven welke bestemmingsplannen waar geldend zijn. Zoals hierboven aangegeven geldt voor het grootste deel van de Burgemeesterswijk het bestemmingsplan 'Burgemeesterswijk' en voor de Transvaalbuurt het bestemmingsplan 'Transvaalbuurt'. Uitgangspunten geldende bestemmingsplannen De volgende keuzes liggen ten grondslag aan de geldende bestemmingsplannen: In het geldende bestemmingsplan is per pand het bestaande gebruik mogelijk gemaakt. Dat betekent dat aan de bestaande woonpanden de woonbestemming is toegekend en aan de bestaande kantoorpanden is de bestemming kantoren (inclusief sociaal-culturele-, sociaalmedische- en onderwijsvoorzieningen) toegekend. Het bestemmingsplan introduceert het instrument wijzigingsgevoegdheid als sturingsmechanisme. Wijzigingbevoegdheid In de geldende bestemmingsplannen zijn twee wijzigingsbevoegdheden opgenomen. 1. De eerste wijzigingsbevoegdheid is van toepassing voor de woonbestemming. De woonbestemming mag worden gewijzigd in de bestemming 'kantoor' onder de volgende voorwaarden: - het totale aantal percelen en/of bouwwerken metde bestemming kantoor mag nimmer meer bedragen dan 89; - de beperking van het aantal parkeerplaatsen op de bestemming 'erf' (aan de achterzijde van een pand) niet meer van kracht is; 2. De tweede wijzigingsbevoegdheid is van toepassing op de kantoorbestemming. De kantoorbestemming kan worden gewijzigd in de bestemming 'Woondoeleinden' mits: - de grenswaarde van het op de gevel invallend geluid niet meer mag bedragen dan is vemeld in het besluit van Gedeputeerde Staten (besluit vaststelling hogere grenswaarden). Het doel van de wijzigingsbevoegdheid is om: de bestaande woonpanden gelegen langs de in- en uitvalswegen van de stad te kunnen omzetten naar kantoren en sociaal-culturele-, sociaal-medische- en onderwijsvoorzieningen; de bestaande kantoorpanden in de binnengebieden te kunnen omzetten naar wonen.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
53
Het streven was door sturing waar de mogelijkheid zich voordeed: de stedelijke functies zoveel mogelijk te concentreren langs de in- en uitvalswegen van de stad; de stedelijke functies die voorkomen in de binnengebieden aldaar te kunnen beëindigen en hiermee de woonfuncties zoveel mogelijk te stimuleren in de binnengebieden. De in- en uitvalswegen van de stad waar de stedelijke functies geconcentreerd moesten worden waren (anno 1984): Sweerts de Landasstraat/Bouriciusstraat , Amsterdamseweg, Apeldoornseweg en Zijpendaalseweg (uitsluitend de omgeving Zijpse poort). Bestemmingen In de onderstaande tabel worden de bestemmingen die voorkomen in de bestemmingsplannen 'Burgemeesterswijk' en 'Transvaalbuurt' weergegeven waarbij is aangegeven welke functies zijn toegestaan en of en hoe bebouwing is toegestaan. Bestemming Wonen
Woongebouw
Winkel
Kantoor
Toegestane functies. Bestemd voor: Wonen met uitzondering van kamerverhuurbedrijven. Met aanduiding tevens bestemd voor: - kamerverhuurbedrijf; - winkel; - hotel, café en/of restaurant; - sociaal-culturele voorzieningen; - bedrijf woningen die door middel van een gemeenschappelijke toegang en trap met de openbare straat zijn verbonden. het gebruik ten behoeve van een winkel* (geen groothandel) met de boven de begane grond gelegen bouwlagen uitsluitend voor woondoeleinden. het gebruik ten behoeve van kantoren, sociaal-medische en sociaal-culturele voorzieningen, onderwijsvoorzieningen en de uitoefening van vrije beroepen, zulks met uitzondering van sauna's en sportscholen. De boven de begane grond gelegen bouwlagen mogen ook worden gebruikt voor woondoeleinden.
Bebouwingsmogelijkheden Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. Het maximum aantal bouwlagen is vastgelegd.
Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. Het maximum aantal bouwlagen is vastgelegd. Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. Het maximum aantal bouwlagen is vastgelegd.
Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. Het maximum aantal bouwlagen is vastgelegd.
Met aanduiding tevens bestemd voor: - winkel; - kamerverhuurbedrijf; bedrijf; Kantoorgebouw het gebruik als kantoren. Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. De maximumbouwhoogte (en eventueel bebouwingspercentage) is vastgelegd. Bijzondere bebouwing het gebruik ten behoeve van Bebouwing is toegestaan binnen de bijvoorbeeld een kerk, een bebouwingsgrens. school, een wijk-, verenigings- De maximumbouwhoogte (en eventueel en openbaar gebouw, een bebouwingspercentage) is vastgelegd. 54
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Bedrijven
atelier en sociaal-culturele voorzieningen. het gebruik ten behoeve van een bedrijf
Bebouwing is toegestaan binnen de bebouwingsgrens. De maximumbouwhoogte (en eventueel bebouwingspercentage) is vastgelegd.
* definitie van winkel: het in hoofdzaak overdag (een sauna ook 's avonds) kennelijk ter plaatse te koop aanbieden en/of verhandelen van goederen en diensten (met uitzondering van horecadoeleinden), inclusief de daaraan ten dienste staande magazijnen en werkruimten. Uitgangspunt bestemmingsplan 'Burgemeesterswijk – Transvaalbuurt 2013' Bij de opzet van het nieuwe bestemmingsplan is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 1. De mogelijkheden die het geldende bestemmingsplan biedt worden, zowel qua gebruik als qua bebouwing,zoveel mogelijk gerespecteerd. 2. Voor de binnengebieden geldt, net zoals in het geldende bestemmingsplan, het wonen als de primaire functie. Dat betekent dat het merendeel van de bebouwing is bestemd als wonen. Met een functieaanduiding is weergegeven welke functie(s) naast wonen toegestaan is/zijn. Ook voor de stedelijke functies in deze binnengebieden zijn de gebruiksmogelijkheden gehandhaafd door middel van een woonbestemming met een functieaanduiding 'kantoor' of 'maatschappelijk' toegestaan. Met als wijziging/kanttekening ten opzichte van het geldende bestemmingsplan dat de functieaanduiding in een aantal gevallen gericht is op het feitelijk gebruik van of alleen kantoor of alleen maatschappelijke functies die in de panden wordt uitgeoefend. 3. Langs de (in anno 1984 genoemde) in- en uitvalswegen blijven de stedelijke functies gehandhaafd door middel van de bestemming 'Gemengd 1'. Het gaat dan uitsluitend om panden langs de Apeldoornseweg, Zijpendaalseweg ter hoogte van de Zijpse Poort en Amsterdamseweg. De bestemming 'Gemengd 1' komt niet voor bij de panden langs de Sweerts de Landasstraat / Bouriciusstraat omdat deze straten nu deel uitmaken van het binnengebied van de Burgemeesterswijk. Deze straten hebben hun functie als uitvalsweg (als vroegere eenrichtingsweg richting Amsterdamseweg) verloren en zijn nu volledige woonstraten geworden.
6.3
Opzet van de regels
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De Standaard voor vergelijkbare bestemmingsplannen is verplicht. De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen maakt het mogelijk bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid. Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en bijbehorende plankaart waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Deze plankaart kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De plankaart en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken: 1. Inleidende regels (begripsbepalingen en wijze van meten); 2. Bestemmingsregels; 3. Algemene regels (o.a. afwijkingen); 4. Overgangs- en slotregels. 6.3.1 Inleidende regels Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en bevatten: 1. Artikel 1 Begrippen In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen, voor een eenduidige interpretatie van deze begrippen. 2. Artikel 2 Wijze van meten Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
55
Op de plankaart zijn bouwhoogten en soms bebouwingspercentages aangegeven. Als er geen percentages zijn aangegeven, mag het hele bouwvlak worden bebouwd. De aangegeven bouwhoogte wordt gemeten vanaf peil tot het hoogste punt (exclusief elementen zoals een schoorsteen, liftopbouw en dergelijke). Uitgangspunt is dat alleen gebouwd mag worden binnen de bouwgrenzen. 6.3.2 Bestemmingsregels Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de verschillende bestemmingen die voorkomen in het plangebied. Voor ieder gebied op de plankaart is de bestemming aangegeven. Deze bestemmingen zijn in de regels onderverdeeld in o.a.: 1. Bestemmingsomschrijving: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan (wonen, bedrijvigheid etc.); 2. Bouwregels: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, bebouwingspercentage etc.); 3. Afwijken van de gebruiks- en bouwregels: onder welke voorwaarde mag afgeweken worden van de aangegeven bestemmingen en bouwregels; 4. Verboden gebruik: welke vormen van gebruik zijn uitgesloten. In paragraaf 6.4 worden de verschillende bestemmingen toegelicht en wordt ook per bestemming aangegeven waarom voor bepaalde gronden voor deze is gekozen. Daarnaast wordt, indien gekozen wordt af te wijken van de bestemming uit het geldende bestemmingsplan, aangeven waarom daarvoor is gekozen. 6.3.3 Algemene regels Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit: 1. Artikel 24 Anti-dubbeltelregel Deze regel bepaalt dat er niet twee keer voor eenzelfde locatie een bouwplan kan worden ingediend 2. Artikel 25 Algemene bouwregels Hierin zijn de algemene bouwregels opgenomen zoals de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak en de uitleg van het bebouwingspercentage. 3. Artikel 26 Algemene gebruiksregels In dit artikel zijn de algemene bouwregels opgenomen. Hierin is aangegeven welke functies in ieder geval in strijd zijn met het bestemmingsplan. 4. Artikel 27 Algemene aanduidingsregels De waardevolle bomen die zijn gelegen binnen het plangebied zijn apart bestemd (zie paragraaf 4.3.5). 5. Artikel 28 Algemene afwijkingsregels In dit artikel worden de voorwaarden beschreven waaronder kan worden afgeweken van een bestemmingsregel. Deze afwijkingen kunnen worden toegepast op alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De afwijkingen die uitsluitend gelden voor een bepaalde bestemming zijn in het betreffende artikel van die bestemming opgenomen. 6.3.4 Overgangs- en slotbepalingen In hoofdstuk 4 staan de overgangs- en slotbepalingen. In de overgangsbepalingen is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan.
56
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
6.4
Verantwoording van de regels
In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij worden de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels behandeld. 6.4.1 Afzonderlijke bestemmingen In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Er kan worden gekozen om bepaalde bestemmingen in één subparagraaf te behandelen zoals "Bedrijf" en "Bedrijf - Nutsvoorziening" en de Verkeersbestemmingen. Per bestemming wordt ingegaan op welke gronden zo bestemd zijn en wat de bestemming inhoudt. Verder of er sprake is van aanduidingen of andere bijzonderheden. Ook wordt de bestemming vergeleken met het vigerende bestemmingsplan zowel qua functie als qua bebouwing. 6.4.2 Bedrijf In dit bestemmingsplan zijn twee bedrijfsbestemmingen opgenomen: Bedrijf (artikel 3) en Bedrijf Nutsvoorziening (artikel 4). De laatste is een specificatie van de algemene bedrijfsbestemming. Bedrijf Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn bedrijven toegestaan die in een bedrijvenlijst worden genoemd. Deze lijst is als bijlage 1 bij de regels opgenomen. Bedrijven op deze lijst zijn ingedeeld in categorieën op basis van de hinder die zij kunnen veroorzaken. Bedrijven die niet op de lijst voorkomen maar kunnen aantonen dat zij een vergelijkbare hinder (of minder) veroorzaken kunnen eveneens door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning (voor het afwijken van de regels) worden toegestaan. De volgende bedrijven vallen onder een andere bestemming en zijn daarom zondermeer binnen de bestemming "Bedrijf” niet toegestaan: detailhandel, horeca-activiteiten, agrarische bedrijven, recreatiebedrijven, kantoren en seksinrichtingen. Vergelijking geldende bestemmingsplan Eén bedrijf aan de Amsterdamseweg en enkele bedrijven aan de Sonsbeeksingel, die niet direct aan de openbare weg zijn gelegen, hebben de bestemming "Bedrijf" gekregen. Binnen deze bestemming zijn alleen bedrijven in categorie 1 en genoemd in de bedrijvenlijst (bijlage 1 van de regels) toegestaan. In het geldende bestemmingsplan zijn deze bedrijven ook als zodanig (handel en nijverheid) bestemd. Alleen is daarbij niet in de regels gesteld dat bedrijven binnen categorie 1 zijn toegestaan. Bedrijf - Nutsvoorziening Deze bestemming is bedoeld voor nutsbedrijven of soortgelijke instellingen. Dit zijn bedrijven, gericht op de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, de verzorging van telecommunicatie of de afvoer en verwerking van afvalstoffen. Er is gekozen om deze voorzieningen/bedrijven specifiek als nutsvoorziening te bestemmen. Een algemene bedrijfsbestemming maakt naast nutsvoorzieningen op deze locatie ook andere bestemmingen mogelijk zoals een autobedrijf en dat is hier niet wenselijk. Naast de nutsvoorzieningen/-bedrijven die expliciet zijn bestemd, zijn er nutsvoorzieningen van geringe omvang zoals transformatorstations en schakelhuisjes, die niet apart bestemd zijn. Voor dergelijke voorzieningen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bestemmingsregels. Vergelijking vigerend bestemmingsplan Een nutsvoorziening aan de Bakenbergseweg had voorheen een bedrijvenbestemming. Deze is nu overeenkomstig de feitelijke situatie als nutsvoorziening bestemd.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
57
6.4.3 Centrum - 1 De bestemming 'Centrum - 1' (artikel 5) is een verzamelingbestemming waarin stedelijke functies zoals detailhandel, horeca (met uitzondering van nachtclubs, discotheken en coffeeshops) maar ook wonen, praktijkruimten en publiekgerichte kantoren zijn toegestaan. Dit betekent dat deze functies onderling uitwisselbaar zijn. Dit zorgt voor flexibiliteit bij de invulling van de panden in en nabij een winkelconcentratiegebied. Zo kan een bakkerij worden vervangen door een kapper etc. De boven de begane gronden gelegen bouwlagen zijn uitsluitend bestemd voor wonen. De supermarkt Albert Heijn en de direct ten zuiden daarvan gelegen winkelpanden in het winkelconcentratiegebied in de Burgemeesterswijk hebben de bestemming "Centrum - 1"gekregen. Voor de overige winkelpanden in dit concentratiegebied is gekozen voor een woonbestemming met een functieaanduiding 'centrum' om de daar voorkomende winkelfuncties mogelijk te maken. Binnen deze functieaanduiding zijn op de begane grond nagenoeg dezelfde functies toegestaan als in de bestemming 'Centrum - 1'. Het verschil is alleen dat horeca binnen de bestemming wonen met functieaanduiding 'centrum' niet is toegestaan. Voor de argumentatie wordt verwezen naar hoofdstuk 5 eerste alinea (beschermd stadsgezicht). Vergelijking met het geldende bestemmingsplan Zoals aangegeven zijn de panden supermarkt Albert Heijn en de direct ten zuiden daarvan gelegen winkelpanden als zodanig bestemd. In het geldende bestemmingsplan zijn deze panden bestemd als "Winkel" of "Wonen, met winkel toegestaan". 6.4.4 Centrum - 2 De bestemming 'Centrum - 2' (artikel 6) is een verzamelingbestemming waarin stedelijke functies zoals detailhandel, wonen en praktijkruimten zijn toegestaan. Dit betekent dat deze functies onderling uitwisselbaar zijn. De bestemming is vergelijkbaar met 'Centrum - 1'. Het verschil is alleen dat horeca binnen de bestemming 'Centrum - 2' niet is toegestaan. De boven de begane gronden gelegen bouwlagen zijn uitsluitend bestemd voor wonen. De winkelpanden langs de Amsterdamsweg gelegen nabij het winkelconcentratiegebied en nabij het (buiten het plangebied gelegen) winkelconcentratiegebied ten zuiden van de Amsterdamseweg zijn bestemd als 'Centrum - 2'. Ook een bedrijfspand aan de Amsterdamsweg dat die in de loop der jaren de functie winkel heeft gekregen is nu als zodanig bestemd. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan waren de betreffende winkelpanden aan de Amsterdamseweg bestemd als "Winkel". Het voormalige bedrijfspand aan de Amsterdamseweg was overeenkomstig bestemd als "Handel en nijverheid". 6.4.5 Gemengd Dit is een verzamelingbestemming waarin functies zoals maatschappelijke functies zoals gezondheidszorg en onderwijs en kantoren en wonen zijn toegestaan. Dit betekent dat deze functies onderling uitwisselbaar zijn. Dit zorgt voor flexibiliteit bij de invulling van deze bestemming. Kantoren zijn toegestaan omdat in het geldende bestemmingsplan ook al sprake is van deze functie. Enkele panden gelegen langs de in- en uitvalwegen van de stad zoals Amsterdamseweg, Apeldoornseweg en Zijpendaalseweg en nabij de Zypse poort die een volledige kantoor- danwel een maatschappelijke functie hebben zijn bestemd als 'Gemengd' (zie ook paragraaf 6.2). Met deze bestemming is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden die het geldende bestemmingsplan biedt. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan De panden gelegen langs de Zijpendaalseweg, Amsterdamseweg, Sonsbeeksingel en Apeldoornseweg, die in het geldende bestemmingsplan zijn bestemd als kantoor, zijn nu bestemd als "Gemengd".
58
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
6.4.6 Groen In het plangebied is veel groen aanwezig en dat is bestemd als 'Groen' (artikel 8). In het Groenplan (zie paragraaf 3.6.5) is voor de groenvoorzieningen een onderscheid gemaakt tussen structureel groen en snippergroen. De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als 'Groen'. Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de waterlopen en waterpartijen mogelijk in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren zijn niet toegestaan. Bij snippergroen is afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging. De bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" (die overigens geldt naast binnen het gebied beschermd stadsgezicht voorkomende bestemmingen) zorgt voor een extra bescherming van het groen dat van cultuurhistorische waarde is. Bij deze dubbelbestemming hoort een cultuurhistorische waardenkaart. Ook is in de regels bij deze bestemming een omgevingsvergunningsstelsel opgenomen. Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen en verlichting met een maximumbouwhoogte van 4 meter. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan is het groen ook als groen bestemd. Dit is een vergelijkbare bestemming die dus niet wordt veranderd. 6.4.7 Horeca De bestemming 'Horeca' (artikel 9) is bedoeld voor de horeca-activiteiten zoals snackbar, afhaalhoreca en restaurant. Het betreft de categorieën A t/m E die genoemd zijn in de begripsbepalingen in artikel 1.1. van de regels. In tegenstelling tot de bestemming “Centrum - 1" (waar onder andere horeca-activiteiten categorieën A, B en C worden genoemd) en naast de specifieke functieaanduidingen op de plankaart bij de bestemming 'Wonen' is binnen deze horecabestemming alleen categorie E toegestaan. Dit zijn horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions. Parkeervoorzieningen zijn hier met name in de regels genoemd als binnen deze bestemming toegestaan. Parkeergelegenheid moet zoveel mogelijk binnen deze bestemming gerealiseerd worden. Parkeren in de zone tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens en de openbare weg is niet toegestaan. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan Het pand aan de Cronjéstraat hoek De La Reijstraat is als zodanig bestemd. In het geldende bestemmingsplan is het pand bestemd als wonen, met hotel, café, restaurant toegestaan. Hiermee wordt de bestaande functie van het pand opnieuw als zodanig bestemd. 6.4.8 Kantoor De bestemming 'Kantoor' (artikel 10) is bedoeld voor administratieve en dienstverlenende functies, niet voor functies waarbij productiewerkzaamheden worden verricht. Gekozen is voor deze bestemming omdat andere functies dan kantoor (b.v. maatschappelijke doeleinden) in het pand waaraan deze bestemming is gegeven niet wenselijk worden geacht. Een kantoorgebouw aan de Van Pallandtstraat, Amsterdamseweg en een kantoorgebouw aan de Pels Rijckenstraat zijn bestemd als 'Kantoor'. Deze panden behouden hiermee uitsluitend deze functie. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan zijn genoemde panden eveneens bestemd als kantoor(gebouw). De bestemming wordt dus niet veranderd.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
59
6.4.9 Maatschappelijk De bestemming 'Maatschappelijk' (artikel 11) is bedoeld voor functies ten behoeve van onderwijs, gezondheids- en welzijnszorg, levensbeschouwelijke organisaties en politieke-, belangen- en ideële. Voorbeelden hiervan zijn scholen, ziekenhuizen en kerken. Dienstwoningen die horen bij de bestemming, zoals bijvoorbeeld een conciërgewoning of pastorie, zijn toegestaan. Aan de hoofdfunctie is ondergeschikte horeca (kantine) eveneens toegestaan. Het hanteren van deze brede bestemming 'Maatschappelijk' geldt overigens voor alle Arnhemse bestemmingsplannen. Binnen het plangebied is alleen de kerk aan de G.A. van Nispenstraat hoek Izaak Evertslaan bestemd als maatschappelijk. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan is dit pand bestemd als bijzondere bebouwing. Dit is een vergelijkbare bestemming die dus niet wordt veranderd. 6.4.10 Tuin De bestemming 'Tuin' (artikel 12) is bedoeld voor de voortuinen langs de karakteristieke straten die evenals de groenstroken bepalend zijn voor het groene karakter van de wijk. In dit plangebied zijn het bijna alle groenstroken die zijn opgenomen op de cultuurhistorische waardenkaart en waarvoor de (dubbel)bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" van toepassing is. Alleen voor de panden Sonsbeeksingel 2 t/m 13 waar sprake is van de nog functionerende bedrijven met werkelijke toegangen tot (achterliggende) bedrijfsruimten en waar de voortuinzone nadrukkelijk wordt gebruikt voor laden, lossen en binnenrijden van de bedrijfsruimten, is een uitzondering gemaakt. Ook de binnengebieden binnen de bouwblokken vooral gelegen in de wijk Burgemeesterswijk hebben de bestemming 'Tuin' gekregen. Daarnaast is voor deze binnengebieden ook de (dubbel)bestemming 'Waarde - Landschap' opgenomen. Deze bestemming zorgt voor een extra bescherming van het groen in deze binnengebieden dat vooral van ecologische waarde is. Daartoe zijn bij deze bestemming bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast de bestemmingsbepaling Tuin gelden. Behoudens situaties waarbij het parkeren plaatsvindt achter een denkbeeldig getrokken voorgevelrooilijn (voor definitie zie artikel 1.21 van de regels) is het parkeren binnen deze bestemming niet toegestaan. Verder zijn in enkele specifieke situaties (hieronder bij 1 en 2 beschreven) de voortuinen mede bestemd voor een tijdelijke parkeerplaats met dien verstande dat het gebruik van de gronden als tijdelijke parkeerplaats vervallen wanneer gedurende een termijn van 6 maanden van de parkeerplaats geen gebruik meer is gemaakt. Ten aanzien van deze situaties, waar binnen de bestemming "Tuin" wordt geparkeerd, is het bestemmingsplan, met het oog op de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht, er op gericht om, waar dit mogelijk is, aan die situatie op termijn een einde te maken. Bij de aanpak is een onderscheid gemaakt tussen de volgende situaties. 1. parkeersituaties die al, voordat het geldende bestemmingsplan in 1984 van kracht werd (verordening 1428) waren toegelaten en in het geldende bestemmingsplan (1984) niet als zodanig bestemd zijn. Er is niet voor gekozen om deze situaties positief te bestemmen. Daar is ook geen rechtsgrond voor aanwezig. In het geldende bestemmingsplan is namelijk geen overgangsrecht voor bestaand gebruik opgenomen. De situaties zijn zodoende vergelijkbaar met de situaties die hieronder punt 2 zijn genoemd. Deze feitelijke gedoogsituaties hebben (evenals de situaties genoemd onder punt 2) de bestemming 'Tuin' behouden of gekregen. Daarbij is een parkeergebruik vallende onder de bepalingen van een uitsterfregeling toegestaan. 2. parkeersituaties die in het nu geldende bestemmingsplan (1984) niet als zodanig zijn bestemd en pas na 1984 zijn ontstaan.
60
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hier is duidelijk sprake van gedoogsituaties. Veelal zijn hier inritvergunningen verleend danwel is de situatie anderszins langdurig gedoogd (bij recent strijdig gebruik zal immers alnog actief opgetreden worden). Ook bij deze gedoogsituaties is er voor gekozen om de bestemming 'Tuin' op de bewuste percelen te behouden. En ook daarbij is tevens een tijdelijk parkeergebruik vallende onder de bepalingen van een uitsterfregeling, toegestaan. Voor enkele parkeersituaties aan de Zijpendaalseweg (zie foto hieronder) geldt echter dat door een andere inrichting van de openbare weg het parkeren op deze percelen in feite niet meer tot de mogelijkheden behoort (of zou moeten behoren). Om die reden zijn deze parkeersituaties van de uitsterfregeling uitgezonderd en valt het dus buiten het toe te stane tijdelijk gebruik.
Afbeelding 18. Parkeren in de voortuin aan de Zijpendaalseweg 3. parkeersituaties die zijn ontstaan nadat dit planologisch mogelijk is gemaakt omdat hiervoor een vrijstelling is verleend. Slechts tweemaal is zo'n vrijstelling verleend. De parkeersituatie is ter plaatse (percelen Zijpendaalseweg 91 en Amsterdamseweg 124) als zodanig bestemd. 4. parkeersituaties in garages of op het erf achter (de voorgevel van) het gebouw. De auto's bereiken de garage of het achtererf via de voortuin. In de regels is vastgelegd dat dat gebruik van de voortuin alleen als zodanig is toegestaan. Om te bepalen dat het parkeren in de voortuin achter de voorgevel van het gebouw wel is toegestaan is in de regels (artikel 1) een definitie gegeven van de voorgevelrooilijn. Het is een denkbeeldige lijn die bepaalt waar het parkeren niet (vóór deze denkbeeldige lijn) en waar deze wel (achter deze denkbeeldige lijn) is toegestaan. In beide situaties, dus zowel voor als achter de voorgevelrooilijn, geldt de bestemming 'Tuin'. Daar waar door deze denkbeeldige lijn bepaald wordt waar het parkeren in de voortuin niet is toegestaan betekent dit voor de voortuinen, die in verband met de bereikbaarheid van de garage of het parkeren op het achtererf, een inritfunctie hebben en daardoor vaak anders ingericht zijn, het volgende.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
61
Voor deze voortuinen geldt dat, ondanks dat zij een andere functie hebben dan voortuin, hierop geen auto's geparkeerd mogen worden. Ook in het nu nog geldende bestemmingsplan zou dit binnen de bestemming tuin niet zijn toegestaan. In verband met het zo min mogelijk aantasten van het beschermd stadsgezicht geldt daarom een handhaving van dit verbod. Een (gedeeltelijk) verharde voortuin zonder een hierop geparkeerde auto verdient altijd nog de voorkeur boven een verharde voortuin waarop wel wordt geparkeerd. Alleen in situaties waar in het geheel geen sprake meer is van een voortuin maar van een bestaande oprit naar een achter de voorgevelrooilijn gelegen garage is het parkeren op deze oprit toegestaan. De situaties die zijn genoemd onder 1 en 2, daar is geen sprake van een achtererf of garage die via de voortuin bereikt moet worden. Daar is sprake van zuiver parkeren in de voortuin en alleen daar is dan ook sprake van toepassing van een uitsterfregeling. Het zijn dan ook alleen die situaties die zijn geïnventariseerd en gedocumenteerd. De percelen waar het om gaat zijn hieronder op twee inventarisatiekaarten (Burgmeesterswijk en Transvaalbuurt) met gele kleur aangegeven. In grijs is indicatief aangegeven waar het parkeren in de voortuin plaatsvindt. De percelen zijn ook op een lijst opgenomen en als bijlage 3 van de regels gevoegd. Omdat bij deze percelen de bestemming tuin behouden blijft zijn de percelen niet op de plankaart terug te vinden. In het zienswijzenrapport dat als bijlage B hoort bij het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt gereageerd op de zienswijzen die zijn ingediend tegen het ontwerpbestemmingsplan 'Burgemeesterswijk-Transvaalbuurt 2013' en die betrekking hebben op het parkeren in de voortuin. In deze beantwoording wordt nader onderbouwd waarom deze regeling wordt ingevoerd.
Afbeelding 19. Percelen waar de uitsterfregeling zal worden toegepast.
62
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Afbeelding 20. percelen waar de uitsterfregeling zal worden toegepast. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan De voortuinen zijn in het geldende bestemmingsplan ook bestemd als 'Tuin' en hierin mocht ook niet worden geparkeerd. De bestemming "Tuin" wordt uitgebreid met de hierboven genoemde uitsterfregeling. Verder is nieuw dat in artikel 1.21 van de regels een begripsomschrijving is opgenomen van een voorgevelrooilijn. Voor de (denkbeeldige) voorgevelrooilijn (en in hoeksituaties ook de zijgevelrooilijn) mag niet geparkeerd worden. In het geldende bestemmingsplan is geen sprake van een beschermd stadsgezicht zodat in verband hiermee ook geen (dubbel)bestemming is opgenomen. Nieuw is dus ook dat voor zover sprake is van een ligging binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht, tevens de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie" van toepassing is. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast de bestemmingsbepaling tuin gelden. De binnengebieden zijn in het geldende bestemmingsplan bestemd als "Groenvoorziening". Nu is voor deze binnengebieden de bestemming 'Tuin' met de (dubbel)bestemming "Waarde - Landschap" opgenomen. 6.4.11 Verkeer De bestemming verkeer is opgedeeld in een twee 'sub-bestemmingen' te weten: 1. Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 13); 2. Verkeer - Wegverkeer (artikel 14); Hieronder wordt ingegaan op deze twee sub-bestemmingen. De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voeten fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Het zijn gebieden met een verblijfsfunctie (30km/uur) waar de verkeersfunctie ondergeschikt is. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd. De bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' is bedoeld voor wegen die een doorgaand karakter hebben. Meestal zijn dit wegen waar maximaal 50km/uur gereden mag worden. Onder andere wegen, voeten fietspanden, parkeerplaatsen, bushaltes met wachtruimten, trottoirs en groenaanleg zijn mogelijk in deze bestemming. Voor zover sprake is van een ligging binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht is tevens de bestemming "Waarde - cultuurhistorie" van toepassing. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast deze bestemmingsbepaling gelden. bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
63
Vergelijking met het geldende bestemmingsplan De betreffende gronden zijn in het geldende bestemmingsplan ook al als zodanig bestemd. 6.4.12 Water In de wijk Transvaalbuurt ligt een watergang: de Sint Jansbeek. Deze is specifiek als 'Water' (artikel 15) bestemd. Dit ter onderscheid en verduidelijking: ter bescherming van deze beek, waar andere bestemmingen gelden, is de dubbelbestemming 'Leiding - Water' op de plankaart opgenomen. Ter bescherming van de ondergrondse watertoevoer voor deze beek is de dubbelbestemming 'Waarde Geomorfologie' op de plankaart opgenomen. Omdat sprake is van een ligging binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht is tevens de bestemming "waarde - cultuurhistorie" van toepassing. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast deze bestemmingsbepaling gelden. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan De Sint Jansbeek valt in het geldende bestemmingsplan binnen de bestemming openbaar groen. De beek wordt nu specifieker als zodanig bestemd. 6.4.13 Wonen Functie Alle woningen in het plangebied zijn bestemd als 'Wonen' (artikel 16). Binnen deze bestemming passen verscheidene woonvormen zoals gezinsbewoning, bejaardenhuizen, kamerbewoning, serviceflats, etc. Er is geen onderscheid gemaakt tussen vrijstaande-, halfvrijstaande-, aaneengesloten- en gestapelde woningen. Bijzondere woonvormen, niet specifiek gericht op therapeutische behandeling, passen indien wordt voldaan aan een aantal criteria ook binnen deze bestemming (zie ook paragraaf 3.3). Hiervoor moet wel een binnenplanse afwijking worden verleend. In de bestemming "Wonen" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld gevangenissen en asielzoekerscentra niet inbegrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een specifieke vorm van de woonbestemming opgenomen. Binnen de bestemming wonen zijn garageboxen op de plankaart met "ga" aangeduid. Naast het stallen van auto's is een beperkte opslag toegestaan, mits gerelateerd aan de woonfunctie. Wonen in garageboxen is niet toegestaan evenmin als bijvoorbeeld detailhandel, prostitutie en bedrijfsmatige activiteiten. Beroepsmatige activiteiten. Binnen de bestemming 'Wonen' zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken). Functieaanduidingen. Door middel van functieaanduidingen worden enkele functies binnen de bestemming 'Wonen' tevens als zodanig bestemd. De aanduidingen gelden alleen voor de op de plankaart aangegeven plek. De volgende functies worden op de plankaart aangeduid: Bedrijf, categorie 1 (b-1) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens bedrijven in categorie 1 van de bedrijvenlijst toe te staan. Zie voor de omschrijving artikel 3 van de regels. Het gebruik is alleen op de begane grond toegestaan.
64
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Centrum (c) Deze is bedoeld voor de winkelpanden die voorkomen nabij het winkelconcentratiegebied bij de supermarkt Albert Heijn. De omschrijving is ook nagenoeg gelijk aan de bestemming Centrum 1 die aan dit winkelconcentratiegebied is toegekend alleen met dit verschil dat binnen de functieaanduiding centrum geen horeca is toegestaan. Wat wel onder deze bestemming valt is evenals bij Centrum 1 een verzameling van stedelijke functies. Naast wonen zijn detailhandel, dienstverlening, praktijkruimten en publiekgerichte kantoren toegestaan. Deze functies zijn alleen toegestaan op de begane grond. Detailhandel (dh) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens detailhandel toe te staan. Zie voor de omschrijving de begripsbepaling in artikel 1.1. van de regels. Het gebruik is op alleen op de begane grond toegestaan en geldt voor een pand aan de Apeldoornseweg Garage (ga) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" uitsluitend het gebruik van autostalling of opslag van goederen ten dienste van wonen toe te staan. Horeca – A (h=A) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens horeca - A toe te staan. Zie voor de omschrijving de begripsbepaling in artikel 1.1. van de regels. Het gebruik is alleen toegestaan voor de begane-grondlaag Horeca - B (h=B) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens horeca - B toe te staan. Zie voor de omschrijving de begripsbepaling in artikel 1.1. van de regels. Het gebruik is alleen toegestaan voor de begane-grondlaag Horeca - C (h=C) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens horeca - C toe te staan. Zie voor de omschrijving de begripsbepaling in artikel 1.1. van de regels. Het gebruik is op alle lagen toegestaan. Wel geldt de beperking dat het oppervlak van de ruimten waar de geluidsproductie plaatsvindt ten hoogste 155 m2 mag bedragen. Horeca - E (h=E) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens horeca - E toe te staan. Zie voor de omschrijving de begripsbepaling in artikel 1.1. van de regels. Het gebruik is alleen toegestaan voor de begane-grondlaag. Kantoor (k) De woonbestemming met de functieaanduiding 'kantoor' is gegeven aan panden waarin op dit moment ook feitelijk dit kantoorgebruik wordt uitgeoefend. Deze panden waren in het geldende bestemmingsplan ook als kantoor bestemd. In het geldende bestemmingsplan waren naast kantoor ook een aantal maatschappelijke functies toegestaan. Het gaat om functies die zich goed verdragen met een woonomgeving zoals gezondheidszorg, onderwijs en organisaties/verenigingen en hobbyclubs. De functieaanduiding 'kantoor' maakt naast kantoren ook deze functies mogelijk. Gelet op de doelstelling om het kantoorgebruik zoveel mogelijk te ontmoedigen en rekening houdende met het feitelijk kantoorgebuik in deze panden is er met deze functieaanduiding voor gekozen om de woonbestemming te behouden en de kantoorfunctie niet onmogelijk te maken. Maatschappelijk (m) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens "maatschappelijk" toe te staan. Het gebruik "maatschappelijk" is op alle lagen toegestaan. Hiervoor is alleen gekozen waar nu deze functie aanwezig is, wijziging naar wonen is zonder meer mogelijk.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
65
De woonbestemming met de functieaanduiding 'maatschappelijk' is gegeven aan de panden waarin op dit moment ook feitelijk maatschappelijke functies wordt uitgeoefend. Deze panden waren in het geldende bestemmingsplan grotendeels bestemd als 'Kantoor' waarbinnen beperkte maatschappelijke functies waren toegestaan. De functieaanduiding 'maatschappelijk' wordt hierop aangepast zodanig dat niet alle maatschappelijke functies zijn toegestaan maar uitsluitend gezondheidszorg, onderwijs en organisaties/verenigingen en hobbyclubs. Vanwege het kantorenbeleid is er niet voor gekozen om naast deze functies de mogelijkheid van nieuwe kantoorvestigingen te bieden. Opslag (op) Deze is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" en alleen op de begane grondlaag uitsluitend het gebruik als entree-, opslag, bergings- of technische ruimte en naar aard daarmee gelijk te stellen ruimten ten behoeve van het wonen op de vier hoger gelegen bouwlagen toe te staan. Parkeerterrein (p) Deze functieaanduiding is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens parkeren toe te staan. Deze aanduiding geldt voor een bestaande parkeersituatie achter het perceel Zijpendaalseweg 91 die enkele jaren geleden via oude wetgeving (een vrijstelling op grond van artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening) planologisch mogelijk is gemaakt. Deze bestaande situatie wordt nu met deze functieaanduiding opnieuw planologisch mogelijk gemaakt. Praktijkruimten (prr) Deze functieaanduiding is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens maatschappelijk toe te staan waarbij het alleen gaat om praktijkruimten. Daarbij geldt dat dit gebruik slechts in één van de bouwlagen mag wordt uitgeoefend. Specifieke vorm van kantoor- 1 (sk-1) Deze is eveneens bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens kantoor toe te staan. Het specifieke is hierin gelegen dat het kantoorgebruik slechts op één van de bouwlagen is toegestaan. De functieaanduiding is bedoeld voor de panden waar sprake is van een feitelijk kantoorgebruik dat slechts in één van de bouwlagen wordt uitgeoefend. Voor deze panden gold voorheen in het geldende bestemmingsplan alleen een woonbestemming. Gelet op de doelstelling om het kantoorgebruik zoveel mogelijk te ontmoedigen en rekening houdende met het feitelijk kantoorgebruik in één laag is met er deze functieaanduiding voor gekozen om dit gebruik in deze panden te legaliseren. Specifieke vorm van maatschappelijk - 1 (sm-1) Deze functieaanduiding is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens maatschappelijk toe te staan waarbij dit gebruik slecht geldt voor maximaal twee bouwlagen. De functieaanduiding is toegekend aan het pand Sonsbeeksingel 25-1 t/m 31. Specifieke vorm van maatschappelijk - 2 (sm-2) Deze functieaanduiding is bedoeld om binnen de bestemming "wonen" tevens maatschappelijk toe te staan waarbij dit gebruik - naast de maatschappelijke functies van gezondheidszorg, onderwijs en organisaties/verenigingen en hobbyclubs - ook geldt voor kinderdagverblijven. Ook geldt dat het gebruik van kinderdagverblijf slechts in één van de bouwlagen mag worden uitgeoefend. Bebouwingsmogelijkheden Binnen de bestemming 'wonen' zijn twee zones te onderscheiden: het bouwvlak en de onbebouwbare zone. Het bouwvlak omvat de eigenlijke woning met, daar waar mogelijk en gewenst, uitbreidingsmogelijkheden. Dit gehele vlak mag worden bebouwd in de aangegeven bouwhoogte, mits aan andere vereisten (bijvoorbeeld welstand) is voldaan. Voor een deel van het bouwvlak geldt een bouwaanduiding 'bijgebouwen'. De gronden met deze aanduiding zijn bedoeld voor garages, schuren en beperkte uitbreidingen aan het woonhuis, zoals serres. De maximale bouwhoogte van de bijgebouwen is 3 meter, exclusief kap. De maximale bouwhoogte voor uitbreidingen aan het woonhuis is gelijk aan de hoogte van de beganegrondbouwlaag. De onbebouwbare zone is bedoeld voor tuinen, buurtgroen, speelplekken, woonstraten, trottoirs en parkeerplaatsen ten behoeve van de woonfunctie.
66
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
6.4.14 Dubbelbestemmingen De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkelbestemmingen en daar iets over zeggen. In dit bestemmingsplan zijn de volgende dubbelbestemmingen opgenomen: Leiding - Water; Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied); Waarde - Archeologie (hoge verwachting); Waarde - Archeologie (middelhoge verwachting); Waarde - Cultuurhistorie; Waarde - Geomorfologie; Waarde - Landschap. Hieronder worden deze bestemmingen kort toegelicht. Leiding - Water Deze dubbelbestemming (artikel 17) geldt voor de Sint Jansbeek die door de Transvaalbuurt stroomt. Deze beek is voor het grootste deel opgenomen in de bestemming 'Groen'. Om de beek ook te beschermen op de delen waar de beek door een andere bestemming stroomt, is de bestemming 'Leiding - Water' opgenomen. Deze bestemming bestemt de gronden waar de beek ondergronds stroomt primair tot watergang. De bovenliggende bestemmingen zijn hieraan ondergeschikt. Om de watergang te beschermen is het Keur van het waterschap van toepassing. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan is deze bestemming niet opgenomen en worden de ondergrondse watergang ook niet op een andere wijze beschermd. Waarde - archeologie Hiervoor zijn de volgende dubbelbestemmingen opgenomen: Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied) (artikel 18); Waarde - Archeologie (hoge verwachting) (artikel 19); en Waarde Archeologie (middelhoge verwachting) (artikel 20). Deze drie dubbelbestemmingen gelden voor de gebieden waarvoor bovengenoemde verschillende archeologische verwachtingskansen geldt. De artikelen bevatten een aantal naast de andere bestemmingsbepalingen geldende beschermende bouwregels en nadere eisen. De zones waarbinnen sprake is van bovengenoemde archeologische verwachtingskansen zijn op de plankaart nader aangeduid. Daarnaast is in de regels geregeld dat ter plaatse van de op de plankaart aangegeven zone een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden alleen mag worden afgegeven wanneer blijkt dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd. Daartoe geldt een onderzoeksplicht. De uitkomst van dit onderzoek is dat, voordat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt afgegeven, het inzichtelijk moet zijn dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd. Omdat sprake is van een ligging binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht is tevens de bestemming "waarde - cultuurhistorie" van toepassing. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast deze bestemmingsbepaling gelden. Waarde - Cultuurhistorie Deze dubbelbestemming (artikel 21) geldt voor het door het Rijk aan te wijzen Rijksbeschermde stadsgezicht voor het gebied. Voorts bevat dit artikel een aantal beschermende bouwregels en nadere eisen die naast de andere bestemmingsbepalingen gelden. Van groot belang bij deze dubbelbestemming is de cultuurhistorische waardenkaart die onderdeel uitmaakt van de regels. Op deze kaart is aangegeven welke waarden beschermenswaardig zijn. Aanvragen om omgevingsvergunning en plannen voor herinrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied worden zorgvuldig getoetst aan deze kaart. Waarde - Geomorfologie Ter bescherming van de ondergrondse watertoevoer voor de Sint Jansbeek is deze dubbelbestemming (artikel 22) opgenomen. Voor werkzaamheden die dieper dan 2,5 meter de grond in gaan, is een omgevingsvergunning benodigd. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan alleen verleend worden indien door middel van een geohydrologisch onderzoek is aangetoond dat geen leemlagen worden beschadigd. bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
67
Omdat sprake is van een ligging binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht is tevens de bestemming "waarde - cultuurhistorie" van toepassing. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast deze bestemmingsbepaling gelden. In het geldende bestemmingsplan is deze bestemming niet opgenomen en wordt de ondergrondse watertoevoer ook niet op een andere wijze beschermd. Waarde - Landschap Deze dubbelbestemming (artikel 23) geldt voor het aanwezige groen in de binnengebieden tussen de bebouwingsblokken die voornamelijk in de wijk Burgemeesterswijk voorkomen en op twee plekken in de Transvaalbuurt. Vergeleken met de pleintjes, die vanwege hun structuurvormend element vooral van cultuurhistorische waarde zijn en daarom door de bestemming waarde - cultuurhistorie al voldoende beschermd zijn, zijn deze binnengebieden vooral van ecologische waarde. In de binnengebieden staan veel oude bomen, die kenmerkend zijn voor de woonomgeving. De binnengebieden vallen weliswaar binnen het door het Rijk aangewezen Rijks beschermd stadsgezicht maar vanuit de cultuurhistorie vindt er geen bescherming van het groen plaats. De gebieden worden ook niet specifiek genoemd in de toelichting bij het beschermd stadsgezicht en worden ook niet op de cultuurhistorische waardenkaart vermeld. Vanuit ecologische optiek is bescherming van het groen in de binnengebieden wel degelijk geboden. Daarom is voor het groen in de binnengebieden naast de bestemming 'Tuin' de dubbelbestemming 'Waarde - Landschap' opgenomen. Het artikel bevat een aantal beschermende regels die naast de andere bestemmingsbepalingen gelden. Voor het aanwezige groen is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen. Vergelijking met het geldende bestemmingsplan In het geldende bestemmingsplan zijn de binnengebieden bestemd als groenvoorziening. Ook bij deze bestemming is in de voorschriften een aanlegvergunning opgenomen ter bescherming van het aanwezige groen.
6.5
Overige verantwoording van de regels
6.5.1 Algemeen Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt. Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid. Het geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht en veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen. Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht. Dit bestemmingsplan heeft voor het overgrote deel een conserverend karakter. De bestaande bebouwing en functies worden conform het huidige legale gebruik en volume bestemd. Gaf het geldende bestemmingsplan ruimere mogelijkheden dan er gerealiseerd zijn en is realisatie stedenbouwkundig en planologisch nog aanvaardbaar, dan wordt volgens die ruimere mogelijkheden bestemd.
68
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
In enkele gevallen vinden er wijzigingen plaats in de bestaande planologische situatie. Deze wijzigingen hebben over het algemeen een beheersmatig karakter of zijn doorgevoerd om binnen de bestaande ruimtelijke en functionele structuur meer flexibiliteit te bewerkstelligen. Daarnaast kunnen wijzigingen voortkomen als gevolg van legalisering van bestaand gebruik, mits dit planologisch wenselijk is. 6.5.2 Modernisering en nieuwe wetgeving In 2008 is een landelijke standaard voor bestemmingsplannen ingevoerd. De vigerende bestemmingsplannen die worden herzien met dit bestemmingsplan zijn vóór 2008 opgesteld en in werking getreden. Hierdoor kan het voorkomen dat in dit bestemmingsplan noodzakelijkerwijs aanpassingen of wijzigingen zijn doorgevoerd ten opzichte van de huidige plannen. Deze wijzigingen hebben niet zozeer betrekking op de juridische (gebruiks- en bouw)mogelijkheden maar meer op de naamgeving en verbeelding van de bestemmingen. Naast de wijzigingen vanuit de standaardisering is in de loop der jaren ook de methodiek van bestemmen binnen de gemeente Arnhem op kleine onderdelen gewijzigd. Daarnaast is er ook nieuwe wet- en regelgeving vooral met betrekking tot milieu- en omgevingsaspecten die moeten worden verwerkt in bestemmingsplannen. Dit heeft geleid tot de volgende wijzigingen ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen: Beschermd stadsgezicht In paragraaf 4.2 wordt uitgebreid ingegaan op het beschermd stadsgezicht. In het geldende bestemmingsplan was nog geen sprake van een beschermd stadsgezicht zodat in verband hiermee ook geen (dubbel)bestemming was opgenomen. Omdat nu wel sprake is van een ligging binnen een Rijks beschermd stadsgezicht is nu wel een (dubbel)bestemming opgenomen: de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'. Bij deze bestemming zijn bouwregels en nadere eisen opgenomen die naast de bestemmingsbepaling gelden Archeologische waarden Binnen de gemeente Arnhem is nieuw beleid op het gebied van archeologie vastgesteld (zie paragraaf 3.6.8). Het beleid houdt o.a. in dat voor het gehele grondgebied in kaart is gebracht wat de archeologische verwachting is. Voor een groot deel van het plangebied is vanwege de historie (zie paragraaf 4.3.8.1) de kans op archeologische vondsten hoog. Deze gebieden zijn op de plankaart aangegeven. Voor deze gebieden is voor grote bodemingrepen een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden noodzakelijk. De feitelijke consequentie is dat bij grotere bodemingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is. Dit was niet geregeld in de vigerende bestemmingsplannen. A-watergangen In dit bestemmingsplannen hebben alle watergangen met een functie voor de waterhuishouding van de wijk (A-watergangen) een bestemming 'Water'. Dit is een uitdrukkelijk verzoek van het Waterschap om op deze manier de aanwezige watergangen goed te beschermen. In de vigerende bestemmingsplannen vielen deze watergangen vaak nog binnen de bestemming 'Openbaar groen'. Waterleiding De watergangen in het plangebied die aan het oppervlak liggen zij bestemd als 'Water'. Deze watergangen zijn van belang voor de waterhuishouding. In het plangebied ligt ook een watergang ondergronds en deze is ook van belang voor de waterhuishouding. Het gaat om ondergronds gelegen Sint Jansbeek ter hoogte van De la Reijstraat in de Transvaalbuurt. Door deze watergang te bestemmen als 'Leiding - Water' wordt deze watergang ook bovengronds beschermd. 6.5.3 Vrijstelling, ontheffingen en afwijkingen Sinds de inwerkingtreding van de geldende bestemmingsplannen in 'Burgemeesterswijk' en 'Transvaalbuurt' zijn er in afwijking van deze bestemmingsplannen nog diverse ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er zijn altijd juridische mogelijkheden geweest om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan. De afgelopen jaren is de naamgeving hiervan met nieuwe wetgeving gewijzigd van vrijstelling (in de oude Wet Ruimtelijke Ordening-WRO), ontheffing (in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening-Wro) en afwijking (in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht-Wabo).
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
69
6.6
Handhaving
Bestemmingsplannen zijn bindend voor overheid en burger. Enerzijds kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen (optreden tegen strijdig gebruik en/of bebouwing). Anderzijds vormt het bestemmingsplan ook het juridisch kader voor de burger waar deze uit af kan leiden wat zijn eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van zijn buren en directe omgeving. Het bestemmingsplan geeft immers de gewenste planologische situatie voor het betreffende gebied binnen de planperiode aan. In de nota “beleidsuitgangspunten handhaving bestemmingsplannen” zijn de volgende uitgangspunten opgenomen: stringent beleid: als uitgangspunt geldt dat in principe elke overtreding wordt aangepakt; géén stilzwijgend gedogen; gewenste maar illegale ontwikkelingen zo mogelijk vooraf maar in ieder geval zo snel mogelijk legaliseren; gedogen van illegale gevallen alleen in uitzonderlijke gevallen, bij voorkeur alleen tijdelijk en met redenen omkleed. Deze beleidsuitgangspunten zijn geëvalueerd in de nota "Handhavingsplan Fysieke Leefomgeving 2011-2014". De destijds geformuleerde uitgangspunten pretenderen dat alle overtredingen worden opgespoord en aangepakt. Deze ambitie blijkt met de beschikbare menskracht te ambitieus en daarom is in de nieuwe nota een prioriteitsstelling opgenomen waarin wordt aangegeven aan welke handhavingsonderwerpen op het gebied van bouwregelgeving en de gebouwde omgeving de komende periode met name aandacht wordt besteed. Dit houdt in dat het uitgangspunt dat in principe elke overtreding wordt aangepakt afhankelijk wordt van de prioriteitsstelling uit het Handhavingsplan. De prioriteitsstelling is ondermeer afhankelijk van het type overtreding en het type gebied (beschermd stadsgezicht, buitengebied, industrieterrein enz.) waar de overtreding wordt geconstateerd en zal op basis van politieke realiteit per looptijd van het Handhavingsplan worden geactualiseerd. De grondslag voor een goed werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een inventarisatie van het feitelijke gebruik en de bestaande bebouwing zo kort mogelijk voor respectievelijk het in ontwerp ter visie leggen van casu quo het in werking van een bestemmingsplan. Als vervolg op deze inventarisatie zullen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen en gevolgde afwijkingsprocedures worden geregistreerd. Handhavend optreden tegen overtredingen van bestemmingsplannen kan niet alleen plaatsvinden via publiekrechtelijke, maar ook via de strafrechtelijke weg. In de regels is daartoe de zogenaamde strafbepaling opgenomen, waarin overtredingen van de regels worden aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, aanhef en lid 2 van de Wet op de Economische Delicten. De bijbehorende strafmaat is hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 19.500). Bij ernstige overtredingen zal handhaving ook via de strafrechtelijke weg plaatsvinden. De opsporingsambtenaren van de gemeente of politie zullen in die gevallen proces-verbaal van de overtreding maken. Het (reguliere) bestuursrechtelijke traject zal gelijktijdig worden ingezet. Het parkeren in voortuinen is in het vorige bestemmingsplan al verboden. Ook toen al was aantasting van het stadsgezicht door het weghalen van de hekwerken en het parkeren van auto's de reden voor dit verbod. Het verbod is niet systematisch gehandhaafd en daardoor zijn er situaties ontstaan die niet van de ene op de andere dag kunnen worden teruggedraaid. Daarvoor is een uitsterfregeling in dit bestemmingsplan opgenomen. Voor nadere informatie hierover zie hoofdstuk 6.4.10 van de plantoelichting. De handhaving zal zich in de komende periode richten op recente situaties van voortuinparkeren. Deze zullen beëindigd worden. Daarnaast zal ten aanzien van de situaties waarvoor de uitsterfregeling van toepassing is verklaard gecheckt moeten worden of op een bepaald moment sprake is van een beeindiging van een parkeergebruik. Wanneer geconstateerd kan worden dat na 6 maanden dit nog steeds het geval is zal vervolgens verklaard worden dat het parkeergebruik, zoals dit voorheen gold, is komen te vervallen. Om de handhaving goed te laten verlopen is een intensieve voorlichting noodzakelijk. Hieraan zal in de periode na de vaststelling van het bestemmingsplan aandacht gegeven worden.
6.7
Exploitatie
Het bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" is beheermatig van aard. De uitvoering van het bestemmingsplan brengt geen kosten met zich mee. Een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid kan achterwege gelaten worden. 70
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 7 7.1
Procedure
Vooroverleg
Bewonersoverleg In 2005 heeft overleg met de bewoners plaatsgevonden naar aanleiding van een eerdere versie van het bestemmingsplan voor de Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt. Nadat er aanpassingen hebben plaatsgevonden naar aanleiding van inspraakreacties en zienswijzen is het plan niet verder in procedure gebracht. Aanvankelijk was ook de reconstructie van de Apeldoornseweg als een ontwikkeling in dit plan meegenomen. Nader beraad heeft ertoe geleid dat niet is meer ingezet op de uitvoering van de reconstructieplannen van de Apeldoornseweg zoals deze in dit plan waren opgenomen maar op de plannen die nu vorm hebben gekregen met behoud met de middenberm als uitgangspunt. Voor het overige is in dit concept-bestemmingsplan wel zoveel mogelijk rekening gehouden met het bestemmingsplan zoals dat in 2005 in procedure is gebracht. In het kader van het vooroverleg is het concept-bestemmingsplan in 2012 opnieuw besproken met de wijkplatforms Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt en is deze groeperingen het plan ter kennisneming toegestuurd. Publicatie voornemen ontwikkeling Dit is een beheerbestemmingsplan dat geen ontwikkelingen mogelijk maakt. Daarom is het in principe niet voorgeschreven om het voornemen op grond van artikel 1.3.1. Bro te publiceren. Toch is aanleiding gezien om tot publicatie over te gaan en de beweegredenen daarvan te vermelden, namelijk burgers en eventuele andere belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren over de ruimtelijke gevolgen die met name de aanwijzing van het beschermd stadsgezicht voor bouwtitels in het betreffende gebied voor hen met zich mee kunnen brengen. Artikel 3.1.1 Bro overleg In het kader van artikel 3.1.1 Bro is overleg gevoerd met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (hierna RCE), de provincie en het Waterschap. Daartoe is het concept-bestemmingsplan naar deze instanties ingezonden. Inzending naar het Waterschap is wettelijk verplicht. Inzending aan de RCE vond plaats in verband met de aanwijzing van het plangebied als Rijks beschermd stadsgezicht. Van belang is vroegtijdig van deze dienst te vernemen danwel een indicatie te verkrijgen of het bestemmingsplan waarvan de procedure vooruitloopt op die van de aanwijzing tot beschermd stadszicht straks in dat kader als een beschermend bestemmingsplan kan worden aangemerkt. De provincie is in het artikel 3.1.1.Bro betrokken omdat ingevolge de Monumentenwet het college van Gedeputeerde Staten van de provincie namens de gemeenteraad positief moet adviseren over de aanwijzing van het Rijks beschermde stadsgezicht. De RCE en de provincie hebben laten weten met het bestemmingsplan te kunnen instemmen. gereageerd. Van het waterschap is geen reactie ontvangen. De positieve reactie van de RCE heeft er toe geleid dat de Rijksdienst het gebied heeft aangewezen als Rijks beschermd stadsgezicht. Dit had tot gevolg dat er voor een korte periode een aanhoudingsplicht gold voor aanvragen voor een omgevingsvergunning omdat het aanwijzingsbesluit eerder is genomen dan de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. De aanhouding kon echter worden doorbroken bij een positief advies van de RCE over een aanvraag voor een omgevingsvergunning.
7.2
Terinzagelegging (ontwerp-bestemmingsplan)
Het ontwerp-bestemmingsplan "Burgemeesterswijk Transvaalbuurt 2013" heeft ingaande 28 februari 2013 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn in totaal 31 zienswijzen ontvangen. Twee zienswijzen zijn buiten de termijn ingediend en zijn buiten behandeling gelaten. Naar aanleiding van de zienswijzen is het voorstel om het bestemmingsplan gewijzigd vast te leggen. De wijzigingen zijn opgesomd in het dictum van het raadsbesluit. Verder hebben naar aanleiding van de zienswijzen en ook ambtshalve in de toelichting en de bijlagen behorende bij de toelichting aanpassingen plaatsgevonden. Bijlage 2 bij de toelichting (separate toelichting van de RCE) is zelfs geheel geactualiseerd en de oude versie is vervangen. De wijzigingen in de toelichting hebben geen gewijzigde vaststelling tot gevolg.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
71
7.3
Vaststelling en verdere procedure
De gemeenteraad heeft op 30 juni 2014 besloten om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. De raad heeft aan de wijzigingen die in het dictum al waren voorgesteld besloten om hieraan nog enkele wijzigingen toe te voegen. Daartoe is een amendement ter vergadering aangenomen dat als bijlage deel uitmaakt van het raadsbesluit. De wijzigingen die via het amendement zijn ingebracht hebben te maken met de keuze die de raad heeft willen maken om niet via de regeling van het persoonsgebonden overgangsrecht maar via een uitsterfregeling (de keuze voor een wat soepeler vorm van beëindiging van gebruik op de termijn) een einde te maken aan de strijdige parkeersituaties in de voortuinen. Verder is de toelichting op de relevante onderdelen in verband met de gewijzigde vaststelling aangepast. Naar aanleiding van de laatste wijzigingen via het aangenomen amendement geldt dit ook voor het raadsvoorstel en met name de bijlagen bij dit voorstel (het zienswijzenrapport en bijlage B bij dit rapport). Ook deze tekst is in overeenstemming gebracht met dit amendement. Na de vaststelling ligt het bestemmingsplan opnieuw 6 weken ter inzage. In deze periode hebben belanghebbenden de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook kunnen zij een verzoek om voorlopige voorziening (schorsing van het bestemmingsplan) indienen. Tijdens de ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan zijn meerdere beroepen ingediend. Op 8 juli 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) tussenuitspraak gedaan in het kader van de behandeling van de beroepen inzake het bestemmingsplan 'Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013'. De Afdeling heeft overwogen dat er aan het besluit van de gemeenteraad van 30 juni 2014 nog enkele kleine gebreken kleven en dat de gemeenteraad 20 weken de tijd krijgt deze gebreken te herstellen via de zogenaamde bestuurlijke lus. Hierbij heeft de Afdeling tevens bepaald dat de aanpassing niet in ontwerp ter inzage hoeft te worden gelegd, maar direct aan de gemeenteraad ter besluitvorming kan worden voorgelegd. De argumenten om de gebreken te herstellen worden genoemd in de tussenuitspraak van de Afdeling (zie bijlage bij het raadsvoorstel). Het voorstel is om het bestemmingsplan op de betreffende onderdelen aan te passen door het vaststellingsbesluit van 30 juni 2014 te herstellen. De gemeenteraad heeft dit op 28 september 2015 gedaan door het herstelde bestemmingsplan opnieuw vast te stellen.
72
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Bijlagen Bijlage 1
Lijst van beschermde monumenten
ADRES Apeldoornseweg 1 B Apeldoornseweg 11 Apeldoornseweg 13 Apeldoornseweg 15 Apeldoornseweg 18 Apeldoornseweg 19
STATUS Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument
SOORT herenhuis
BOUWJAAR 1900
herenhuis
1900
herenhuis
1900
herenhuis
1900
Gemeentelijk monument Rijksmonument
herenhuis
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument
herenhuis
1900
herenhuis
1900
helft van dubbele villa
1900
helft van dubbele villa
1900
herenhuis
1900
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument
helft van dubbele villa
1900
helft van dubbele villa
1900
helft van dubbele villa
1900
Gemeentelijk
herenhuis
hoekpand herenhuis
1905
herenhuis met hek
Apeldoornseweg 20 Apeldoornseweg 21
1895
herenhuis met hek
Apeldoornseweg 22 Apeldoornseweg 23 Apeldoornseweg 25 Apeldoornseweg 27 Apeldoornseweg 29 Apeldoornseweg 3
herenhuis met hek
Apeldoornseweg 32 Apeldoornseweg 33 Apeldoornseweg 35 Apeldoornseweg 37 Apeldoornseweg 38 Apeldoornseweg 39 Apeldoornseweg 40 Apeldoornseweg 41 Apeldoornseweg 42 B Apeldoornseweg 43 Apeldoornseweg 44 Apeldoornseweg 46 Apeldoornseweg 48 Apeldoornseweg 70
herenhuis helft van dubbele villa
1905
herenhuis helft van dubbele villa
1905
herenhuis herenhuis
1904
herenhuis herenhuis herenhuis met hek
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
73
Apeldoornseweg 72 Apeldoornseweg 86 Apeldoornseweg 49 Apeldoornseweg 5 Apeldoornseweg 51 Apeldoornseweg 53 Apeldoornseweg 55 Apeldoornseweg 57 Apeldoornseweg 59 Apeldoornseweg 63 1 Apeldoornseweg 63 2 Apeldoornseweg 63 3 Apeldoornseweg 65 1 Apeldoornseweg 65 2 Apeldoornseweg 65 3 Apeldoornseweg 7 Apeldoornseweg 9 Apeldoornseweg 9 A Bothaplein 1 Bothaplein 8 Bouriciusstraat 11 Bouriciusstraat 15 Bouriciusstraat 22 Bouriciusstraat 24 Bouriciusstraat 26 Bouriciusstraat 26 A Bouriciusstraat 9 Burgemeester Weertsstr 1 Burgemeester Weertsstr 35 Burgemeester Weertsstr 88 Burgemeestersplein 1 Burgemeestersplein 2 Burgemeestersplein 26 74
monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument
herenhuis
1904
woonhuis
1904
herenhuis herenhuis
1900
herenhuis
1904
herenhuis
1904
herenhuis
1904
herenhuis
1904
vrijstaande villa
1907
dubbel woonhuis
1900
dubbel woonhuis
1900
dubbel woonhuis
1900
dubbel woonhuis
1900
dubbel woonhuis
1900
dubbel woonhuis
1900
herenhuis
1900
herenhuis
1900
herenhuis
1900
herenhuis met hek herenhuis
1910 1905
dubbel herenhuis herenhuis
1914 1910
blok van beneden en bovenwoningen blok van beneden en bovenwoningen blok van beneden en bovenwoningen blok van beneden en bovenwoningen dubbel herenhuis dubbele villa
1930
vrijstaand pand
1910
winkels met bovenwoningen
1931
herenhuis herenhuis vrijstaande villa
1904 1904 1900
1930 1930 1930 1914 1905
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Burgemeestersplein 3 Burgemeestersplein 4 Burgemeestersplein 5 Burgemeestersplein 7 Cordesstraat 10 1 Cordesstraat 10 1 Cordesstraat 10 2 Cordesstraat 10 2 Cordesstraat 12 1 Cordesstraat 12 1 Cordesstraat 12 2 Cordesstraat 12 2 Cordesstraat 12 3 Cordesstraat 12 3 Cordesstraat 12 4 Cordesstraat 12 4 Cordesstraat 12 5 Cordesstraat 12 5 Cordesstraat 2 Cordesstraat 4 Cordesstraat 6 1 Cordesstraat 6 1 Cordesstraat 6 2 Cordesstraat 6 2 Cordesstraat 6 3 Cordesstraat 6 3 Cordesstraat 6 4 Cordesstraat 6 4 Cordesstraat 6 5 Cordesstraat 6 5 Cordesstraat 8 1 Cordesstraat 8 1
Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument
herenhuis helft van dubbele villa
1904 1903
helft van dubbele villa
1903
vrijstaande villa
1900
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
vrijstaande villa
1915
villa met keermuur en poorten hekposten
1915 1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
75
Cordesstraat 8 2 Cordesstraat 8 2 Cordesstraat 8 3 Cordesstraat 8 3 Cordesstraat 8 4 Cordesstraat 8 4 Cronjestraat 1 Cronjestraat 10 Cronjestraat 11 Cronjestraat 13 Cronjestraat 15 Cronjestraat 2 Cronjestraat 3 Cronjestraat 4 Cronjestraat 4 1 Cronjestraat 4 2 Cronjestraat 7 Cronjestraat 8 Cronjestraat 9 De la Reijstraat 10 De la Reijstraat 11 De la Reijstraat 12 De la Reijstraat 13 De la Reijstraat 14 De la Reijstraat 2 De la Reijstraat 4 De la Reijstraat 4 De la Reijstraat 5 De la Reijstraat 6 De la Reijstraat 6 De la Reijstraat 7 De la Reijstraat 8 De la Reijstraat 9 De la Reijstraat 9 G.A. van Nispenstraat 1 G.A. van Nispenstraat 139 G.A. van Nispenstraat 24 G.A. van Nispenstraat 3 Izaak Evertslaan 1 76
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
hekposten
1910
winkel met 2 bovenwoningen + 1904 hekw. herenhuis met hek 1910 herenhuis 1905 herenhuis
1905
herenhuis met hek voorm. kantoorwoning winkel met 2 bovenwoningen + hekw. winkelwoning met hekwerk winkelwoning met hekwerk winkelwoning met hekwerk herenhuis
1903 1910 1904
herenhuis
1910
herenhuis
1905
herenhuizen met hekken dubbel herenhuis met hek bedrijfspand met bovenwoningen dubbel herenhuis met hek bedrijfspand met bovenwoningen winkels met bovenwoningen
1905 1910 1923
winkels met bovenwoningen
1906
brugdelen linker pand van dubbel herenhuis brugdelen herenhuizen met hekken brugdelen herenhuizen met hekken brugdelen herenhuis met hek winkels met bovenwoningen
1908 1905
kerk
1959
rechter pand van dubbel herenhuis winkels met bovenwoningen
1927
vrijstaand landhuis
1928
1910 1910 1910 1905
1910 1923 1906
1908 1905 1908 1905 1908 1910 1931
1931
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Izaak Evertslaan 11 Jollesstraat 1 Jollesstraat 3 Jollesstraat 5 Jollesstraat 9 Nijhoffstraat 180 Paul Krugerstraat 1 Paul Krugerstraat 2 Paul Krugerstraat 28 Pels Rijckenstraat 12 Pels Rijckenstraat 14 Pels Rijckenstraat 16 Pels Rijckenstraat 18 Pels Rijckenstraat 6 Pels Rijckenstraat 8 Roellstraat 10 Roellstraat 11 Roellstraat 12 Roellstraat 13 Roellstraat 15 Roellstraat 2 Roellstraat 4 Roellstraat 8
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument
kerk
1959
vrijstaande villa
1912
landhuis
1917
vrijstaande villa
1927
linker pand van dubbel herenhuis herenhuis
1927
hoekpand
1904
vrijstaande villa
1907
herenhuis
1912
rechter pand van dubbel herenhuis herenhuis
1904
herenhuis
1904
herenhuis
1904
rechter helft van dubbel herenhuis linker pand van dubbel herenhuis vrijstaande villa
1895
vrijstaande villa
1920
vrijstaande villa
1919
linker helft van dubbele villa
1920
rechter helft van dubbele villa
1920
vrijstaande villa
1911
vrijstaande villa
1915
vrijstaande villa
1920
landhuis met garage
1920
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument
bedrijfspand met bovenwoningen bedrijfspand met bovenwoningen hoekpand
1923
herenhuis met hek
1910
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
1904
1895 1919
Roellstraat 9 Sonsbeeksingel 1 A Sonsbeeksingel 1 B Sonsbeeksingel 34 1 Sonsbeeksingel 34 2
1923
hoekpand
Sonsbeekweg 12 Sonsbeekweg 16 1 Sonsbeekweg 16 10
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
77
Sonsbeekweg 16 11 Sonsbeekweg 16 2 Sonsbeekweg 16 3 Sonsbeekweg 16 4 Sonsbeekweg 16 5 Sonsbeekweg 16 6 Sonsbeekweg 16 7 Sonsbeekweg 16 8 Sonsbeekweg 16 9 Sonsbeekweg 18 1 Sonsbeekweg 18 10 Sonsbeekweg 18 11 Sonsbeekweg 18 2 Sonsbeekweg 18 3 Sonsbeekweg 18 4 Sonsbeekweg 18 5 Sonsbeekweg 18 6 Sonsbeekweg 18 7 Sonsbeekweg 18 8 Sonsbeekweg 18 9 Sonsbeekweg 20 Sonsbeekweg 22 Sonsbeekweg 28 Sonsbeekweg 42 Sonsbeekweg 42 A1 Sonsbeekweg 42 A2 Sonsbeekweg 8 Steijnstraat 1 Steijnstraat 10 Steijnstraat 2 1 Steijnstraat 2 2 78
Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
helft van dubbel herenhuis
1906
vrijstaande villa
1906
herenhuis
1905
vrijstaande villa
1907
herenhuis
1950
herenhuis
1950
herenhuis
1950
vrijstaand herenhuis
1906
vrijstaande villa
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
herenhuis
1900
herenhuis
1900
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Gemeentelijk monument Gemeentelijk Steijnstraat 6 monument Gemeentelijk Steijnstraat 8 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 10 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 103 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 105 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 107 monument Sweerts de Landasstraat 109 Gemeentelijk 1 monument Sweerts de Landasstraat 109 Gemeentelijk 2 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 16 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 18 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 2 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 20 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 22 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 4 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 52 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 54 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 6 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 66 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 68 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 70 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 72 monument Gemeentelijk Sweerts de Landasstraat 8 monument Van Lawick van Pabststr 1 Rijksmonument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 20 monument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 22 monument Van Lawick van Pabststr 3 Rijksmonument Van Lawick van Pabststr 31 Rijksmonument Van Lawick van Pabststr 33 Rijksmonument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 39 monument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 49 monument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 51 monument Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 53 monument
helft van dubbel herenhuis
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
dubbel herenhuis
1906
herenhuis
1910
herenhuis
1910
herenhuis
1910
herenhuis
1910
herenhuis
1910
dubbel herenhuis
1905
dubbel herenhuis
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
dubbel herenhuis
1905
dubbel herenhuis
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
rechter helft van dubbel herenhuis linker pand van dubbel herenhuis herenhuis
1905
helft van dubbele villa
1910
helft van dubbele villa
1910
rechter helft van dubbele villa
1911
linker helft van dubbele villa
1911
dubbel herenhuis
1906
stadsvilla rechter helft van dubbel herenhuis linker pand van dubbel herenhuis stadsvilla vrijstaande villa vrijstaande villa herenhuis
1900 1905
linker pand van dubbel herenhuis linker pand van dubbel herenhuis rechter pand van dubbel herenhuis
1905
Steijnstraat 4
1905 1905
1905 1900 1916 1921 1905
1905 1905
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
79
Gemeentelijk Van Lawick van Pabststr 55 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 27 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 29 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 30 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 31 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 32 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 34 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 35 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 36 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 56 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 58 monument Gemeentelijk Van Pallandtstraat 60 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 10 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 10 A monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 101 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 15 1 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 15 2 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 17 monument Rijksmonument Zijpendaalseweg 2 Gemeentelijk Zijpendaalseweg 3 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 3 A monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 3 B monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 33 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 35 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 37 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 39 monument Rijksmonument Zijpendaalseweg 4 Gemeentelijk Zijpendaalseweg 41 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 5 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 51 monument Gemeentelijk Zijpendaalseweg 51 A monument 80
rechter pand van dubbel herenhuis linker pand van dubbel herenhuis herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
herenhuis
1905
woonhuis
1905
woonhuis
1905
vrijstaand landhuis
1911
herenhuis
1899
herenhuis
1899
herenhuis
1899
1905 1905
winkel met 2 bovenwoningen + 1904 hekwerk herenhuis 1938 herenhuis
1938
herenhuis
1938
woonhuis
1885
woonhuis
1885
woonhuis
1885
woonhuis
1885
winkel met 2 bovenwoningen + 1904 hekw. herenhuis 1905 woonhuis
1886
herenhuis
1905
helft van dubbel herenhuis
1905
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Zijpendaalseweg 6 Zijpendaalseweg 67 Zijpendaalseweg 69 Zijpendaalseweg 71 Zijpendaalseweg 73 Zijpendaalseweg 8 Zijpendaalseweg 85 Zijpendaalseweg 89 Zijpendaalseweg 93
Rijksmonument Gemeentelijk monument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument Rijksmonument Gemeentelijk monument
herenhuis met hek helft van dubbele villa
1904 1905
helft van dubbele villa
1905
herenhuis met hek woonhuis
1900 1896
herenhuis met hek vrijstaande villa
1904 1908
dubbel herenhuis dubbele villa
1905 1905
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
81
Bijlage 2 Toelichting Rijksdienst Cultureel Erfgoed bij besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht Sonsbeekpark e.o.
82
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Regels van het Bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013 (plannummer: NL.IMRO.0202.766-0302)
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
85 85 90
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23
Bestemmingsregels Bedrijf Bedrijf - Nutsvoorziening Centrum - 1 Centrum - 2 Gemengd Groen Horeca Kantoor Maatschappelijk Tuin Verkeer - Verblijfsgebied Verkeer - Wegverkeer Water Wonen Leiding - Water Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied) Waarde - Archeologie (hoge verwachting) Waarde - Archeologie (middelhoge verwachting) Waarde - Cultuurhistorie Waarde - Geomorfologie Waarde - Landschap
91 91 91 91 92 92 93 93 93 94 94 95 95 96 96 98 99 100 102 103 105 106
Hoofdstuk 3 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels
107 107 107 107 107 108
Hoofdstuk 4 Artikel 29 Artikel 30
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
109 109 109
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
111 Bedrijvenlijst 111 Cultuurhistorische waardenkaart 113 Percelen waarop de uitsterfregeling als bedoeld in artikel 12.4 van toepassing is 115
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
83
84
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013 van de gemeente Arnhem. 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0202.766-0302.gml met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.6 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. 1.7 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.8 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. 1.9 bouwgrens: de grens van een bouwvlak. 1.10 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.11 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel. 1.12 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.13 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.14 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.15 hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken. 1.16 bijgebouw: een gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.17 aan-, uitbouw: een bouwwerk verbonden met een hoofdgebouw dat bouwkundig ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw. 1.18 overige bouwwerken: bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
85
1.19 bouwlaag: een geheel van voor personen toegankelijke ruimten, waarbinnen de vloerhoogte niet meer dan 1,20 meter varieert, met uitsluiting van onderbouw en zolder of vliering c.q. kapruimte. 1.20 onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen. 1.21 voorgevelrooilijn een (denkbeeldig) doorgetrokken lijn waarop de voorgevels en - wanneer sprake is van hoeksituaties - ook de zijgevels van gebouwen zich bevinden. 1.22 peil: voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang; voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; voor een ander bouwwerk: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw. 1.23 bebouwingspercentage een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een bestemmingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd; 1.24 wonen voor de werking van dit bestemmingsplan wordt onder wonen in ieder geval begrepen: bijzondere woonvormen en bed and breakfast met ten hoogste vier slaapplaatsen; 1.25 bed and breakfast overnachtingsaccomodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf met het serveren van een ontbijt in een woning, gedreven door de bewoner van die woning. 1.26 bijzondere woonvorm een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding) en daar niet verblijven met het doel om therapeutisch behandeld te worden. 1.27 woning: een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één huishouding, een bijzondere woonvorm of een kamerverhuurbedrijf. 1.28 mantelzorg het op individuele basis, buiten organisatorisch verband, bieden van zorg aan personen die fysiek, psychisch of verstandelijk ernstig hulpbehoevend zijn. 1.29 afhankelijke woonruimte een bijgebouw behorend bij een woning op één bouwperceel, waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest 1.30 woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 1.31 standplaats: een kavel, waarop nutsvoorzieningen aanwezig zijn, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen. 1.32 straatmeubilair: onverminderd het bepaalde in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht wordt onder straatmeubilair voor de werking van dit bestemmingsplan mede verstaan: papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen; kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen. 1.33 bedrijfswoning / dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.
86
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
1.34 beroep aan huis: een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend. 1.35 bedrijf: een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid. 1.36 kantoor: een ruimte, of bij elkaar horende ruimten, die bestemd zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening. 1.37 administratief kantoor: een in beginsel niet voor het publiek openstaand kantoor. 1.38 publiekgericht kantoor een kantoor ten behoeve van technische, administratieve of persoonlijke dienstverlening, (hieronder niet begrepen detailhandel of horeca-activiteiten), met een publiekaantrekkend karakter, dan wel met een baliefunctie. 1.39 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf wordt hieronder niet begrepen. 1.40 productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.41 internetverkoop: detailhandel zonder showroom, waarvan de handel voornamelijk via internet en andere media loopt. 1.42 winkel: een ruimte of bij elkaar behorende ruimten, die bestemd zijn voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte of werkruimte. 1.43 dienstverlenend bedrijf een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak, al dan niet met een baliefunctie, zoals een uitzendbureau, reisbureau, kapsalon, snelfoto-ontwikkel- en kopieerservicebedrijf, videotheek en andere verhuurbedrijven, een autorijschool en dergelijke, met uitzondering van garagebedrijven. Detailhandel wordt hieronder niet begrepen 1.44 horecabedrijf: een bedrijf of instelling gericht op het verstrekken van logies, van maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodatie; detailhandel wordt hier niet onder begrepen. 1.45 horeca - a: horecabedrijven gericht op het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet alcoholische dranken zoals cafetaria's, snackbars, lunchrooms, broodjeszaken en daarmee vergelijkbare horecabedrijven. 1.46 horeca - b: horecabedrijven gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken, zoals restaurants, bistro's, grillrooms en daarmee vergelijkbare horecabedrijven. 1.47 horeca - c: horecabedrijven gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, niet zijnde discotheken en nachtclubs.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
87
1.48 horeca - d: horecabedrijven gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken, alsmede horecabedrijven gericht op het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor gebruik ter plaatse, ook tussen 02.00 en 0.6.00 uur, zoals nachtclubs. 1.49 horeca - e: horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels, pensions en bed en breakfast -bedrijven met meer dan vier slaapplaatsen. 1.50 nutsbedrijven: bedrijven die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op: a. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte; b. de verzorging van telecommunicatie; c. de afvoer en verwerking van afvalstoffen; 1.51 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 1.52 prostitué(e): degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 1.53 seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.54 raamprostitutie: een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins, vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden. 1.55 thuisprostitutie: vorm van prostitutie waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituté(e) en waarbij ook alleen door deze prostitué(e) op dit adres gewerkt wordt als prostitué(e). 1.56 werkplek: een plaats, waar één prostitué(e) zijn of haar werk verricht. 1.57 wijk: wijk, zoals gehanteerd wordt in de indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 1.58 vestigingsbeleid: het beleid neergelegd in de nota "van Rood naar Groen" (vastgesteld 26 juni 2000). 1.59 beschermd stadsgezicht groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang danwel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde. 1.60 cultuurhistorische waarde de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, de stedenbouwkundig structuur en/of de architectuur. 1.61 cultuurhistorische waardenkaart de kaart die is opgenomen als bijlage bij de regels waarop de cultuurhistorische waarden voor het gebied Burgemeesterswijk Transvaalbuurt zijn aangegeven.
88
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
1.62 archeologische waarde de waarde die wordt toegekend aan stoffelijke overblijfselen, producten van kunst en nijverheid uit het verleden. 1.63 beschermingszone de zone die wordt toegekend aan een waardevolle boom die als doel heeft de groeiplaats van de boom te beschermen door bepaalde werkzaamheden onder de kroonprojectie of in de wortelzone van een als zodanig gekwalificeerde boom aan een omgevingsvergunning te verbinden. 1.64 waardevolle bomen de bomen die, vanwege de waarden en kenmerken die zij bezitten, zijn aan te merken als een waardevolle boom. 1.65 gezondheidszorg geneeskundige verzorging en verpleging zoals ziekenhuizen; medische, tandheelkundige en paramedische praktijken en vergelijkbare functies; apotheken; verpleeg- en verzorgingshuizen. 1.66 welzijnszorg dag- en nachtvoorzieningen voor gehandicapten, psychiatrische patiënten, jongeren en maatschappelijke opvang met (therapeutische) behandeling inclusief overnachting; maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting: dienstverlening gericht op ouderen en gehandicapten, kinderopvang en buitenschoolse opvang, jeugdzorg, maatschappelijk werk en daarmee vegelijkbare functies. 1.67 onderwijs georganiseerde communicatie van niet-incidentele aard met als doel overdracht van kennis, vermeerdering van inzicht en/of aanleren van vaardigheden zoals primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs en educatie, tertiair onderwijs en overig onderwijs en bij onderwijs behorende sportvoorzieningen. 1.68 openbare dienstverlening openbaar bestuur en overheidsdiensten zoals een politiebureau, gemeentehuis, gerechtsgebouw, brandweerkazerne, bibliotheek en penitentiaire inrichting; uitvaartverzorging, crematoria en begraafplaatsen.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
89
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de bovenste goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.5 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
90
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn", met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen bedrijvenlijst; b. ondergeschikte horeca ten dienste van de onder a. genoemde bestemming, zoals een bedrijfskantine. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven maximumbouwhoogte en bouwlagen, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. 3.3 Specifieke gebruiksregels Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen een gebruik van het gebied buiten het bouwvlak ten behoeve van parkeerdoeleinden, voor zover het betreft het gebied tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens en de openbare weg zelf. 3.4 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van, dan wel wijziging of aanpassing van een bestaand bedrijf in een bedrijf (of een gedeelte daarvan), dat niet in de bedrijvenlijst voorkomt, voor zover het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijzeof bijzondere verschijningsvorm, geacht kan worden overeen te komen met bedrijven die wel in de bedrijvenlijst zijn genoemd.
Artikel 4
Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Bedrijf - Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. nutsbedrijven of soortgelijke instellingen en nutsvoorzieningen; b. voorzieningen ten behoeve van het verkeer en straatmeubilair. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven maximumbouwhoogte, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
Artikel 5
Centrum - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Centrum - 1" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. wonen, zoals bedoeld in artikel 16; en uitsluitend op de begane grond voor: b. medische, tandheelkundige en paramedische praktijken; c. apotheken d. bedrijf, zoals bedoeld in artikel 3; e. detailhandel f. horeca in de categorieën A, B, C; g. dienstverlenend bedrijf h. publiekgericht kantoor
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
91
5.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen, voor zover binnen het bouwvlak gelegen, met inachtneming van de aangegeven maximum goot- en bouwhoogte en bouwlagen, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. b. Voorzover in een op deze bestemming van toepassing zijnd bouwvlak of onderdeel daarvan een bebouwingspercentage is opgenomen, is dit bebouwingspercentage van toepassing op elk in dit bouwvlak of onderdeel daarvan voorkomend bouwperceel. 5.3 Specifieke gebruiksregels a. Op deze gronden, voor zover binnen het bouwvlak gelegen, mogen maximaal 2 parkeerplaatsen per bouwperceel of bouwwerk worden gerealiseerd. b. Op deze gronden, voor zover buiten het bouwvlak gelegen, mogen maximaal 2 parkeerplaatsen per bouwperceel of bouwwerk worden gerealiseerd.
Artikel 6
Centrum - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Centrum - 2" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. wonen, zoals bedoeld in artikel 16; en uitsluitend op de begane grond voor: b. medische, tandheelkundige en paramedische praktijken; c. apotheken d. bedrijf, zoals bedoeld in artikel 3; e. detailhandel f. dienstverlenend bedrijf g. publiekgericht kantoor 6.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen, voor zover binnen het bouwvlak gelegen, met inachtneming van de aangegeven maximum goot- en bouwhoogte en bouwlagen, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, . b. Voorzover in een op deze bestemming van toepassing zijnd bouwvlak of onderdeel daarvan een bebouwingspercentage is opgenomen, is dit bebouwingspercentage van toepassing op elk in dit bouwvlak of onderdeel daarvan voorkomend bouwperceel. 6.3 Specifieke gebruiksregels a. Op deze gronden, voor zover gelegen binnen het bouwvlak en binnen het aan te wijzen beschermd stadsgezicht, zoals opgenomen op de bijlage bij artikel 21 van de regels, mogen maximaal 2 parkeerplaatsen per bouwperceel of bouwwerk worden gerealiseerd. b. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen een gebruik van het gebied buiten het bouwvlak ten behoeve van parkeerdoeleinden, voor zover het betreft het gebied tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens en de openbare weg zelf.
Artikel 7
Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. wonen zoals bedoeld in artikel 16; b. gezondheidszorg; c. onderwijs d. politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs; e. kantoren zoals bedoeld in artikel 10; f. en tevens voor een kinderdagverblijf ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-2. 92
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
7.2 Bouwregels a. Op deze gronden, voorzover binnen het bouwvlak gelegen, mogen, met inachtneming van de op de plankaart aangegeven maximum goot- en bouwhoogten en bouwlagen en voor zover aangegeven een bebouwingspercentage, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. b. Voorzover in een op deze bestemming van toepassing zijnd bouwvlak of onderdeel daarvan een bebouwingspercentage is opgenomen, is dit bebouwingspercentage van toepassing op elk in dit bouwvlak of onderdeel daarvan voorkomend bouwperceel. 7.3 Specifieke gebruiksregels a. Op deze gronden, voor zover binnen het bouwvlak en binnen het aan te wijzen beschermd stadsgezicht gelegen, mogen maximaal 2 parkeerplaatsen per bouwperceel of bouwwerk worden gerealiseerd'met uitzonder van de gronden ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein'. b. Op deze gronden, voor zover buiten het bouwvlak gelegen, mogen maximaal 2 parkeerplaatsen per bouwperceel of bouwwerk worden gerealiseerd.
Artikel 8
Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Groen" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding; c. fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen. 8.2 Bouwregels Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Artikel 9
Horeca
9.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. horeca - e: b. parkeervoorzieningen. 9.2 Bouwregels Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden, mogen met inachtneming van de aangegeven maximum goot- en bouwhoogte, bouwlagen en, voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend de in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
Artikel 10
Kantoor
10.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. kantoren; b. groenvoorzieningen; c. voorzieningen voor het verkeer en straatmeubilair.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
93
10.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen, met in achtneming van de aangegeven maximum bouwhoogte en bouwlagen, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. b. Op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gronden mag, ter plaatse van de bouwaanduiding ' onderdoorgang', op de begane grond tot een hoogte van minimaal 3 meter niet worden gebouwd, tenzij dit ondersteunende constructies betreft.
Artikel 11
Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn,met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. onderwijs en zaalsport; b. gezondheidszorg; c. welzijnszorg; d. levensbeschouwelijke functies; e. politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs; f. openbare dienstverlening: g. voorzieningen ten behoeve van het verkeer, groen- en speelvoorzieningen en straatmeubilair; h. functies vergelijkbaar met die genoemd onder a. tot en met e. van dit lid; i. dienstwoningen; en ondergeschikt voor: j. kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde bestemmingsomschrijvingen. 11.2 Bouwregels Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven maximumbouwhoogte, uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de inhoud van dienstwoningen maximaal 600 m 3 per woning mag bedragen. 11.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.1 ten behoeve van het buiten het bouwvlak bouwen, van kleine bouwwerken passend in de bestemming zoals fietsenstallingen, hekwerken en zitbanken met een maximumbouwhoogte van 3 meter.
Artikel 12
Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. groenvoorzieningen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen; b. oprit naar een achter de voorgevelrooilijn, gelegen garage of parkeergelegenheid; c. parkeerplaatsen, met in achtneming van het bepaalde in lid 12.4 en uitsluitend geldend voor de percelen die genoemd zijn in bijlage 3 van de regels; d. parkeervoorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein'. 12.2 Bouwregels a. op deze gronden mag niet worden gebouwd; b. in afwijking van het bepaalde in sub a. mag ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' een hekwerk worden opgericht met een maximumbouwhoogte van 2,50 meter. 12.3 Specifieke gebruiksregels Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen het gebruik van de in het eerste lid van dit artikel genoemde gronden ten behoeve van parkeerdoeleinden voor zover het betreft de gronden gelegen tussen de tussen de voorgevelrooilijn en de openbare weg en waarbij het niet betreft: 94
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
de gronden die wordt gebruikt als oprit naar een carport, garage of parkeergelegenheid en een parkeerplaats als bedoeld in lid 12.1 onder c en de gronden met een functieaanduiding 'parkeerterrein'.
12.4 Uitsterfregeling Het gebruik van de gronden als parkeerplaats, als bedoeld in lid 12.1 onder c. mag niet meer worden hervat indien dit gebruik gedurende een onafgebroken periode van ten minste zes maanden gestaakt is geweest en indien de voortuin zichtbaar niet meer geschikt is om te gebruiken als parkeerplaats.
Artikel 13
Verkeer - Verblijfsgebied
13.1 Bestemmingsomschrijving De als "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. (woon)straten, buurtwegen, pleinen en trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op bestemmingsverkeer en verblijfsfuncties; b. parkeervoorzieningen; c. groen- en watervoorzieningen; d. wandelgebieden en speelgelegenheden; e. terrassen; f. nutsvoorzieningen; g. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van direct aangrenzende bestemmingen. 13.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, trolleymasten, entrees tot parkeergarages en straatmeubilair mag ten hoogste 5 meter bedragen.
Artikel 14
Verkeer - Wegverkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Verkeer - Wegverkeer" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. wegen, fiets- en voetpaden, trottoirs met een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; b. groen- en watervoorzieningen; c. geluidwerende voorzieningen; d. parkeervoorzieningen. 14.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken zoals bruggen, viaducten, straatmeubilair en bouwwerken ter geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer worden gebouwd. b. De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals geluidwerende voorzieningen, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
95
Artikel 15
Water
15.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Water" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. waterlopen en waterpartijen; b. waterberging; c. bermen en beplanting; d. oevers; met daaraan ondergeschikt: e. groenvoorzieningen; f. nutsvoorzieningen; 15.2 Bouwregels Op de in lid 15.1 genoemde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en duikers.
Artikel 16
Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 18 tot en met 23, bestemd voor: a. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen; en daaraan ondergeschikt voor: b. groen- en speelvoorzieningen; c. verblijfsgebieden waaronder mede worden verstaan tuinen en parkeervoorzieningen.; d. en tevens voor: 1. bedrijf zoals bedoeld in artikel 3.1, uitsluitend voor de beganegrond-laag, ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf van categorie 1'; 2. detailhandel, publiekgericht kantoor, dienstverlenend bedrijf, bedrijf zoals bedoeld in artikel 3.1, medische, tandheelkundige en paramedische praktijken en apotheken ter plaatse van de functieaanduiding 'centrum'; 3. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'detailhandel'; 4. horeca - a:, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie a'; 5. horeca - b:, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie b'; 6. horeca - c:, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie c'; 7. horeca - e: ter plaatse van de functieaanduiding 'horeca van categorie e'; 8. kantoor, gezondheidszorg, onderwijs en politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs ter plaatse van de functieaanduiding 'kantoor'; 9. gezondheidszorg, onderwijs en politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs ter plaatse van de functieaanduiding 'maatschappelijk'; 10. opslag, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de functieaanduiding 'opslag'; 11. parkeren ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein'; 12. religie ter plaatse van de functieaanduiding 'religie'; 13. kantoor, gezondheidszorg, onderwijs en politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs, uitsluitend op maximaal één bouwlaag, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van kantoor - 1'; 14. maatschappelijk, uitsluitend voor de begane grond en eerste verdieping, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1'; 15. een kinderdagverblijf ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -2'; e. en uitsluitend voor een garage ter plaatse van de functieaanduiding 'garage'.
96
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
16.2 Bouwregels a. Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven maximumbouwhoogten, maximumgoothoogten, bebouwingspercentage en het bepaalde onder b, uitsluitend de in de gegeven bestemming passende hoofdbebouwing, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en andere binnen de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. b. Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden, ter plaatse van de aanduiding 'bg"' mogen: 1. aan- of uitbouwen aan de hoofdbebouwing en andere onderdelen van de hoofdbebouwing worden gebouwd met een maximumbouwhoogte gelijk aan de hoogte van de beganegrondbouwlaag van de hoofdbebouwing, vermeerderd met maximaal 30 centimeter ten behoeve van isolatie of afschot. 2. bijgebouwen worden gebouwd met een maximumbouwhoogte gelijk aan de goothoogte van het hoofdgebouw, waarbij de goothoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing. 3. overige bouwwerken, passend binnen de bestemming, met een maximumbouwhoogte van 3 meter worden gebouwd. waarbij de oppervlakte van het totaal van deze bebouwing per bouwperceel de in onderstaand schema opgenomen maten niet overschrijdt. oppervlakte gebied met de maximale oppervlakte bouwwerken aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel < 90 m2 50% van de oppervlakte van het gebied met de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel met een minimum van 20 m 2 90-150 m2 45 m2 2 150-300 m 55 m2 2 300-500 m 65 m2 2 500-1000 m 75 m2 c. Op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gronden mag, ter plaatse van de bouwaanduiding ' onderdoorgang', op de begane grond tot een hoogte van minimaal 3 meter niet worden gebouwd, tenzij dit ondersteunende constructies betreft. 16.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van: a. het bepaalde in artikel 16.2 onder a. wat betreft de aangegeven maximum goothoogten mits: 1. bouwinitiatieven passen in en bijdragen aan de karakteristieken van het beschermd stadsgezicht zoals beschreven in de toelichting en bijlage 2 van de toelichting: de redengevende beschrijving beschermd stadsgezicht Sonsbeek, Zijpendaal, de Gulden Bodem, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt; 2. met de bouwinitiatieven niet meer dan met een maximaal verschil van 4 meter ten opzichte van de op de plankaart aangegeven maximum bouwhoogte wordt afgeweken, waarbij dit uitsluitend mogelijk is voor maximaal 1/3 deel van de volledige gevelbreedte en mits het karakteristieke daklandschap niet wordt aangetast; b. het bepaalde in het in lid 16.2 onder b. opgenomen schema ten behoeve van een verhoging van de maximale grootte van bouwwerken voor percelen waarbij het bouwperceel groter is dan 1000 m 2 met maximaal 25 m2 mits: 1. dit vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet op bezwaren stuit en 2. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet worden geschaad. 16.4 Specifieke gebruiksregels a. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen een gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte; b. Het bepaalde in lid 16.4 onder a. is niet van toepassing op het gedeelte van een woning in gebruik ten behoeve van beroep aan huis, hieronder mede begrepen bed en breakfast en internetverkoop, door de bewoner, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse, noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan en mag het geen detailhandel, prostitutie of horeca betreffen.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
97
16.5 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26 onder a. van de regels ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte mits: 1. het gebruik als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies van een onafhankelijk deskundige wordt ingewonnen; 2. de afhankelijke woonruimte qua oppervlakte past in de voor deze bestemming geldende regeling voor bijgebouwen tot een maximum van 60 m 2; 3. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij rekening wordt gehouden met milieu-aspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid; 4. het bijgebouw, dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, is gelegen op maximaal 20 meter afstand van het hoofdgebouw (op hetzelfde bouwperceel); 5. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt; 6. het aantal gebruikers van afhankelijke woonruimte maximaal twee bedraagt; 7. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beëindigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist. Hiertoe controleren burgemeester en wethouders tweejaarlijks of nog aan de voorwaarden wordt voldaan, waaronder met een omgevingsvergunning van de regels is afgeweken.
Artikel 17
Leiding - Water
17.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Leiding - Water" aangewezen gronden en de gronden voor 1,5 meter ter weerszijden van deze bestemming zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het transport van water door een (beneden peil) gelegen hoofdtransportleiding (watergang). 17.2 Bouwregels Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2 meter ten behoeve van in lid 17.1 genoemde bestemming. 17.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere bestemming(en) mits: a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdtransportleiding; b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder. 17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden binnen een strook van 1,5 meter ter weerszijden van de as van de transportleiding zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm; c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm; d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen; e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm. 17.4.1 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht Het in dit lid vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond.
98
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
17.4.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 17.4 zijn slechts toelaatbaar, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen: a. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Artikel 18
Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied)
18.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied)" aangewezen gronden zijn naast de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op of in deze gronden voorkomende archeologische waarden. 18.2 Bouwregels a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 18.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of 2. een bouwwerk waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 50 m 2 bedraagt of 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst. 18.3 Afwijken van de bouwregels a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 18.2 sub a met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels. b. Afwijken als bedoeld in artikel 18.3 sub a. kan, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. c. Afwijken als bedoeld in artikel 18.3 sub a. kan voorts, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden, of van werkzaamheden 18.4.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied)' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage; b. het verlagen of verhogen van het waterpeil; c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
18.4.2 Toelaatbaarheid bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
99
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 18.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 18.4.3 Uitzonderingen Het verbod, als bedoeld in artikel 18.4.1 sub a, is niet van toepassing indien: a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 50 m2 of een omvang van 50 m 1; b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan; d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden; e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. 18.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied)' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) reeds aanwezige bouwwerken te slopen indien het oppervlak groter is dan 50 m 2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze liggen in een beschermd stadsgezicht. 18.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde- archeologie (archeologisch waardevol gebied)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat: a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.
Artikel 19
Waarde - Archeologie (hoge verwachting)
19.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waarde - Archeologie (hoge verwachting)" aangewezen gronden zijn naast de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden. 19.2 Bouwregels a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 19.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid; 2. een bouwwerk waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 200 m2 bedraagt; 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
100
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
19.3 Afwijken van de bouwregels a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 19.2 sub a met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels. b. Afwijken als bedoeld in artikel 19.3 sub a. kan, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. c. Afwijken als bedoeld in artikel 19.3 sub a. kan voorts, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden, of van werkzaamheden 19.4.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (hoge archeologische verwachtingskans)' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage; b. het verlagen of verhogen van het waterpeil; c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 19.4.2 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 19.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 19.4.3 Uitzonderingen Het verbod, als bedoeld in artikel 19.4.1 sub a, is niet van toepassing indien: a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 200 m2 of een omvang van 200 m1; b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan; d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden; e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. 19.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie (hoge archeologische verwachtingskans)' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) reeds aanwezige bouwwerken te slopen indien het oppervlak groter is dan 200 m 2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze liggen in een beschermd stadsgezicht.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
101
19.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (hoge archeologische verwachtingskans)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat: a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.
Artikel 20
Waarde - Archeologie (middelhoge verwachting)
20.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waarde - Archeologie (middelhoge verwachting)" aangewezen gronden zijn naast de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op of in deze gronden voorkomende archeologische waarden. 20.2 Bouwregels a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in artikel 20.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of 2. een bouwwerk waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 500 m 2 bedraagt of 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst. 20.3 Afwijken van de bouwregels a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 20.2 sub a met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels. b. Afwijken als bedoeld in artikel 20.3 sub a. kan, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. c. Afwijken als bedoeld in artikel 20.3 sub a. kan voorts, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden, of van werkzaamheden 20.4.1 Verboden werkzaamheden Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (middelhoge archeologische verwachtingskans)' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage; b. het verlagen of verhogen van het waterpeil; 102
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 20.4.2 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van artikel 20.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige. 20.4.3 Uitzonderingen Het verbod, als bedoeld in artikel 20.4.1 sub a, is niet van toepassing indien: a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 500 m2 of een omvang van 500 m1; b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan; d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden; e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. 20.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie (hoge archeologische verwachtingskans)' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) reeds aanwezige bouwwerken te slopen indien het oppervlak groter is dan 500 m 2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en deze liggen in een beschermd stadsgezicht. 20.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie (hoge archeologische verwachtingskans)' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat: a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.
Artikel 21
Waarde - Cultuurhistorie
21.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten, in het bijzonder het beschermd stadsgezicht, zoals dit nader is getypeerd in hoofdstuk 4.2.3van de plantoelichting en is vertaald naar en weergegeven op de bij dit artikel (bijlage 2) behorende cultuurhistorische waardenkaart. 21.2 Bouwregels Op de in lid 21.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van bouwwerken en het inrichten van de openbare ruimte, naast de daarvoor genoemde regels bij de andere bestemmingen, de volgende bepalingen: a. ter plaatse van de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven belangrijke zichtlijnen dienen deze zichtlijnen in tact te worden gelaten; b. ter plaatse van de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven groene pleinen mag niet worden gebouwd;
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
103
c.
ter plaatse van de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven tuinhekken moeten de bestaande tuinhekken behouden blijven dan wel indien mogelijk in hun oorspronkelijke toestand te worden hersteld en moeten nieuwe tuinhekken volgens de oorspronkelijke karakteristiek worden opgericht; d. bij strijdigheid tussen de bepalingen in dit lid en de bouwregels bij de overige bestemmingen hebben de bepalingen in dit lid voorrang. 21.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van het beschermd stadsgezicht nadere eisen stellen aan: a. de situering, afmeting en de dakvormen van hoofd en bijgebouwen; b. de situering en afmeting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals tuinhekken; c. de aanleg van werken; d. de situering van in- en uitritten, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen e. het materiaalgebruik van bebouwing, erfafscheiding en openbare ruimten. 21.4 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders zijn, gehoord de welstandscommissie, bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 22.2 van dit artikel indien de bouw of verbouw stedenbouwkundig of architectonische meerwaarde heeft. 21.5 Specifieke gebruiksregels a. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen: - gebruik van de gronden als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen; - gebruik van gronden voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden; - gebruik van de gronden voor het opslaan, lozen c.q. storten, als dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines. b. De hierboven in lid a genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voor zover deze onlosmakelijk zijn verbonden met werken of werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend. 21.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 21.6.1 Verboden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. Het verharden van voortuinen, voorzover deze op de cultuurhistorische waardenkaart als groene voortuin zijn aangeduid; b. Het verwijderen van boombeplanting voor zover deze behoort tot de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven als "laanbeplanting"; 21.6.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht De in lid 21.6 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden: a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn. 21.6.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.6.1 zijn slechts toegestaan indien door de uitvoering geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de volgende waarden: a. bestaande eenheid in beplanting van wegen; b. bestaande groene karakter van voortuinen; c. bestaande wegverharding in de vorm van klinkerbestrating.
104
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
d. door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarde of functie van de in dit lid bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Artikel 22
Waarde - Geomorfologie
22.1 Bestemmingsomschrijving De voor "Waarde - Geomorfologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en instandhouding van de aanwezige leemlagen en de afstroming van grondwater naar de beken. 22.2 Bouwregels Het is verboden gebouwen en andere bouwwerken te bouwen dieper dan 1,5 meter beneden maaiveld. 22.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.2 indien: met onderzoek kan worden aangetoond dat in de bodem geen leemlagen aanwezig zijn met een relevant waterremmende werking; is aangetoond dat door de werkzaamheden de waterremmende werking van de leemlagen niet geschaad zal worden; naar het oordeel van het bevoegd gezag andere belangen het belang van de bescherming van de leemlagen overstijgen. 22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Verboden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het afgraven van gronden; b. het wijzigen van de grondwaterstand door drainage, grondwateronttrekking of andere wijze; c. het verrichten van boringen dieper dan 1,5 m beneden het maaiveld. 22.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht De in lid 22.4.1 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden: a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. werken of werkzaamheden die op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning. 22.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.4.1mag alleen worden verleend indien: met onderzoek kan worden aangetoond dat in de bodem geen leemlagen aanwezig zijn met een relevant waterremmende werking; is aangetoond dat door de werkzaamheden de waterremmende werking van de leemlagen niet geschaad zal worden; naar het oordeel van het bevoegd gezag andere belangen het belang van de bescherming van de leemlagen overstijgen. 22.4.4 Voorschriften Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden gebonden.
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
105
Artikel 23
Waarde - Landschap
23.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Landschap aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden. 23.2 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke waarden. 23.3 Specifieke gebruiksregels Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen: a. het aanbrengen van recreatievoorzieningen, dan wel als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen; b. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden; c. het opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten,voer- of vaartuigen of machines. 23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen; b. het aanbrengen verharding. 23.4.1 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht De in lid 23.4 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden: a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn. 23.4.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 23.4 zijn slechts toelaatbaar, indien: a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
106
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 3 Artikel 24
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 25
Algemene bouwregels
25.1 Bouwen binnen bouwvlak a. Indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven mag, behoudens andersluidende bepalingen in deze regels, uitsluitend worden gebouwd binnen dit bouwvlak. b. Indien in een bestemmingsvlak geen bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd voor zover daartoe in de betreffende bestemmingsregel uitdrukkelijk mogelijkheden zijn opgenomen. 25.2 Bebouwingspercentage a. Indien in een bouwvlak geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag dit vlak geheel bebouwd worden. b. Indien binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak en een bebouwingspercentage zijn aangegeven is het bebouwingspercentage van toepassing op de gronden binnen het bouwvlak. c. Indien in een bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak slechts één bebouwingspercentage is aangegeven geldt dit percentage voor het gehele bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak. d. Indien in een bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak meerdere bebouwingspercentages zijn aangegeven, gelden deze percentages voor die delen van het bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak waarin ze zijn aangegeven.
Artikel 26
Algemene gebruiksregels
Onder gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte; b. het gebruik van de gronden ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen.
Artikel 27
Algemene aanduidingsregels
27.1 Waardevolle boom Ter plaatse van de aanduiding "wm'' (waardevolle boom) zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle bomen. 27.1.1 Bouwregel Ter plaatse van de aanduiding "wm'' (waardevolle boom) mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat: a. de afstand van bebouwing tot het hart van de als zodanig aangewezen boom tenminste de afstand moet zijn gelegen als de op de plankaart aangegeven cirkel; b. reeds bestaande bebouwing op moment van vaststelling mag worden gehandhaafd. 27.1.2 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 27.1.1 bepaalde ten behoeve van het verkleinen van de genoemde afstand tot ten minste 5 meter uit het hart van de boom, mits dit geen wezenlijke negatieve gevolgen heeft voor de boom. 27.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
107
a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; b. de aanleg van leidingen; c. het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden binnen 5 meter uit het hart van een monumentale boom. 27.1.4 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht De in lid 27.1.3 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden: a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen; b. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn. 27.1.5 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 27.1.3 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarde of functie van de in lid 27.1 bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Artikel 28
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van: 1. de in deze regels opgenomen bebouwingsregels, voor zover betreffende de maximum bouwhoogte, de maximumgoothoogte, het maximumoppervlak en de maximuminhoud, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in de regels vastgelegde maten; 2. de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak, zoals bedoeld in lid 25.1 mits: a. de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan twee meter, de bestemmingsgrens niet wordt overschreden en het de bouw betreft van erkers, luifels, balkons, keldergaten (koekoeken) of galerijen; b. het de bouw van volledig beneden peil gelegen bouwwerken betreft, mits: 1. een diepte van 6 meter niet wordt overschreden; 2. het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming; 3. geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt; 4. de bestemmingsgrens niet wordt overschreden; 3. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van: a. kunstobjecten en niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorstations, rioolgemalen, schakelhuisjes, telefooncellen voorzover met een inhoud groter dan 3 m3, en haltes van vervoersdiensten, alle met een inhoud van maximaal 75 m 3; b. sirenemasten met een hoogte van maximaal 18 meter; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van (tele)communicatie: 1. voorzover vrijstaand, met een hoogte van maximaal 20 meter; 2. voorzover op of aan een ander bouwwerk te plaatsen, met een hoogte van maximaal 8 meter boven de aangegeven maximumbouwhoogte; d. geluidwerende voorzieningen voor zover deze noodzakelijk zijn ingevolge de bepalingen van de Wet geluidhinder. 4. de in deze regels opgenomen bepalingen omtrent de maximum bouwhoogte voor het oprichten van hekwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras tot een maximum van 1 meter boven de maximaal toegestane bouwhoogte mits: a. dit passend is in het bebouwingsbeeld van de omringende bebouwing en b. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet onevenredig worden geschaad. 5. het bepaalde in artikel 26 voor de vestiging van maximaal één seksinrichting per wijk onder voorwaarde dat: a. het geen raamprostitutie betreft; b. de aanvraag past binnen de ruimtelijk relevante aspecten van het vestigingsbeleid prostitutie; c. het aantal seksinrichtingen, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, op het grondgebied van de gemeente Arnhem na het afwijken van de regels niet meer dan acht zal bedragen; d. er in de wijk nog geen seksinrichting is; e. de seksinrichting niet in een appartementengebouw wordt gevestigd; f. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast; g. er geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk ontstaat; h. de afstand tot de dichtstbijzijnde seksinrichting hemelsbreed tenminste 250 meter bedraagt; i. de inrichting niet meer dan acht werkplekken bevat. 108
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Hoofdstuk 4 Artikel 29 29.1
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
29.1.1 Overgangsbepaling Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- of omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 29.1.2 Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 29.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 29.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Het bepaalde in lid 29.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 29.2
Overgangsrecht gebruik
29.2.1 Overgangsbepaling Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 29.2.2 Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 29.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 29.2.3 Verbod hervatten strijdig gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 29.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 29.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Het bepaalde in lid 29.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 30
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan "BurgemeesterswijkTransvaalbuurt 2013".
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
109
110
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Bijlagen Bijlage 1 SBI
22 221 2223 223
Bedrijvenlijst
OMSCHRIJVING
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Grafische afwerking Reproduktiebedrijven opgenomen media
AFS CAT T
10 10 10
1 1 1
50 5020.4
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN Autobeklederijen
10
1
51 511
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren)
10
1
52 527
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
10
1
63 6322, 633 634
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
10 10 10
1 1 1
64 642
POST EN TELECOMMUNICATIE Telecommunicatiebedrijven
10
1
70 70
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed
10
1
72 72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
10
1
73 732
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
10
1
93
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.3 9302
Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
10 10
1 1
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
111
112
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Bijlage 2
Cultuurhistorische waardenkaart
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
113
114
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
Bijlage 3 Percelen waarop de uitsterfregeling als bedoeld in artikel 12.4 van toepassing is ADRES
KADASTRAAL PERCEEL.
1. Amsterdamseweg 100 2. Amsterdamseweg 102, 102A 3. Amsterdamseweg 106 4. Amsterdamseweg 108 A 5. Amsterdamseweg 110 6. Amsterdamseweg 124, 124A 7. Apeldoornseweg 19 8. Apeldoornseweg 23
M3504 M5356 M5232 M5232 M5232 M3496 N3069 N2925
9. Apeldoornseweg 25 10. Apeldoornseweg 27 11. Apeldoornseweg 31 12. Apeldoornseweg 33 13. Apeldoornseweg 35 14. Apeldoornseweg 37 15. Apeldoornseweg 39 16. Apeldoornseweg 43 17. Apeldoornseweg 45 18. Apeldoornseweg 47 19. Apeldoornseweg 49 20. Apeldoornseweg 51 21. Apeldoornseweg 53 22. Apeldoornseweg 61 23. Bothaplein 1
N2926 N2927 N2929 N2930 N3006 N3005 N3004 N3002 N3001 N3000 N2999 N2998 N2997 N2849 N3790
24. Bouriciusstraat 7 25. Bouriciusstraat 20 26. Brantsenstraat 26 27. Burgemeester Weertsstraat 69 28. Burgemeester Weertsstraat 142 29. Burgemeestersplein 6 30. Burgemeestersplein 7 31. Burgemeestersplein 10 32. Burgemeestersplein 19 33. Burgemeestersplein 20 34. Cronjestraat 2 35. Cronjestraat 10 36. De La Reijstraat 7 37. De La Reijstraat 9 38. De La Reijstraat 11 39. De La Reijstraat 12 40. De Wetstraat 1 41. Paul Krugerstraat 2
M1037 M1564 M1791 M 1307 M1235 M677 M508 M579 M552 M 553 N3799 N3832 N3789 N3779 N4109 N3827 N3684 M6038
42. Paul Krugerstraat 23 43. Paul Krugerstraat 28 44. Paul Krugerstraat 37 45. Pels Rijckenstraat 7 A, 7 B 46. Pels Rijckenstraat 13
N3605 N3543 N3601 M402 M509
47. Sonsbeeksingel 1 48. Sonsbeeksingel 1 A 49. Sonsbeeksingel 1 B
N3692 N3827 N3827
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)
115
50. Sonsbeeksingel 1 C
N5907
51. Sonsbeekweg 1
N3145
52. Sweerts de Landasstraat 32 53. Sweerts de Landasstraat 42 54. Sweerts de Landasstraat 59 (voorheen nr. 59A) 55. Sweerts de Landasstraat 61 A (voorheen nr. 59B) 56. Sweerts de Landasstraat 103 57. Van Lawick v. Pabststraat 3 58. Van Lawick v. Pabststraat 38 59. Van Lawick v. Pabststraat 87,89 60. Zijpendaalseweg 1, 1a 61. Zijpendaalseweg 19
M5414 M1393 M865
116
M933 M1515 M709 M1088 M1626 M982 M943
bestemmingsplan "Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013" (vastgestelde herstelde versie, 28 september 2015)