Be s te m mi ng s p l an B a r g e r m e e r , G r on d - e n Mi lie use rvi c e E m me n
ON TW E R P
Be s te m mi ng s p l an B a r g e r m e e r , G r on d - e n Mi lie use rvi c e E m me n
ON TW E R P
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels en bijlagen Verbeelding
12 oktober 2010 Projectnummer 095.00.03.38.00
O v e r z i c h t s k a a r t
De ligging van het plangebied op bedrijventerrein Bargermeer in Emmen, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
095.00.03.38.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
2
Inleiding
9
1.1
Aanleiding tot nieuw bestemmingsplan
9
1.2
Ligging plangebied
9
1.3
Huidige planologische regelingen
1.4
Opzet bestemmingsplan
1.5
Indeling toelichting
10
1.6
Overzicht verricht onderzoek
10
Beleid Inleiding
11
2.2
Provinciaal beleid
11
2.2.1
11
2.4
4
5
11
2.1
2.3
3
9 10
Ruimtelijk beleid
Gemeentelijk beleid
13
2.3.1
Verkeersbeleid
15
2.3.2
Welstandsbeleid
15
Conclusie
15
Onderzoeken
17
3.1
Archeologie en monumenten
17
3.1.1
Archeologie
17
3.1.2
Conclusie
18
3.2
Industrielawaai
18
3.3
Wegverkeerslawaai
19
3.4
Luchtkwaliteit
19
3.5
Waterparagraaf
23
3.6
Bodem
24
3.7
Ecologie
28
3.8
Fysieke veiligheid
30
3.8.1
Inrichtingen
30
3.8.2
Vervoer van gevaarlijke stoffen
31
3.8.3
Buisleidingen
31
3.8.4
Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
32
3.8.5
Conclusie
33
Stedenbouw-kundige structuur
35
4.1
35
Ontstaansgeschiedenis
Beschrijving ontwikkeling
39
5.1
Inleiding
39
5.2
Beschrijving van de huidige situatie
39
5.3
Beschrijving van de nieuwe situatie
40
095.00.03.38.00.toe
6
Juridische toelichting op het bestemmingsplan
43
6.1
Algemeen
43
6.2
Toelichting op de verbeelding
43
6.3
Toelichting op de regels
44
6.3.1
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
46
6.3.2
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
47
6.3.3
Hoofdstuk 3 Algemene regels
47
6.3.4
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
48
6.4 7
8
Handhaving
Maatschappelijke betrokkenheid
49 51
7.1
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro en zienswijzen
51
7.2
Zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan
51
Economische uitvoerbaarheid
Bijlagen 1. Wateradvies 2. Luchtkwaliteit
095.00.03.38.00.toe
53
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding tot nieuw bestemmingsplan Bij de gemeente Emmen is op 26 juni 2008 een principeverzoek van Grond- en Milieuservice BV te Emmen binnengekomen, voor het vestigen van een recyclingbedrijf aan de Willem Schoutenstraat in Emmen. De gemeente is bereid onder voorwaarden medewerking aan het plan te verlenen.
1.2
Ligging plangebied De locatie van het toekomstige recyclingbedrijf ligt aan de Willem Schoutenstraat. Aan deze weg komt de hoofdontsluiting van het bedrijf. De locatie grenst verder aan de Olivier van Noortstraat, de Oosterwijk-Westzijde en de Willem Barentszstraat, hiervan gescheiden door een belendend perceel.
1.3
Huidige planologische regelingen Voor het gebied van het bedrijventerrein Bargermeer is door de Raad op 30 januari 1997 vastgesteld het bestemmingsplan Emmen, Industrie- en bedrijventerrein Bargermeer. Dit bestemmingsplan is op 30 januari 1997 door de gemeente Emmen vastgesteld en op 9 september 1997 door Gedeputeerde Staten van Drenthe (gedeeltelijk) goedgekeurd. Het bestemmingsplan is daarna in werking getreden. In dit bestemmingsplan hebben de gronden waarop de locatie ligt de bestemming Bedrijfsdoeleinden categorie B en Bg. Het uitoefenen van een (open) recyclingbedrijf is binnen deze bestemmingen niet toegestaan. Voor het bedrijventerrein Bargermeer is in het kader van het Plan van Aanpak actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen gemeente Emmen, een herziening van het vigerende bestemmingsplan in voorbereiding. Actualisatie is ook aan de orde ook in het kader van het BAHCO-project (Bargermeer herstructureren en collectief ondernemen). Er is gekozen voor het opstellen van het voorliggende postzegelbestemmingsplan omdat de voorbereiding van actualisatie een langere looptijd vergt dan eerst voorzien.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
9
1.4
Opzet bestemmingsplan Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Op de bestemmingsverbeelding worden de percelen in het gebied aangegeven met een bestemming dan wel een aanduiding. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied geregeld. Tot slot wordt in de plantoelichting een verantwoording gegeven van de in het plan gemaakte keuzes.
1.5
Indeling toelichting In deze toelichting wordt in hoofdstuk 2 het beleidskader geschetst en vindt er een toetsing plaats aan het ruimtelijk beleid. In hoofdstuk 3 vindt er een toetsing plaats aan de relevante milieuaspecten. In hoofdstuk 4 komt de stedenbouwkundige ontwikkeling van bedrijventerrein Bargermeer aan de orde. Hoofdstuk 5 geeft een beschrijving van het project. Een toelichting op de regels wordt gegeven in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 komt de maatschappelijke betrokkenheid aan bod en in hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid. Het verslag van het gevoerde overleg is in hoofdstuk 9 opgenomen.
1.6
Overzicht verricht onderzoek Ter voorbereiding van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Bargermeer zijn diverse onderzoeken verricht. In deze paragraaf worden ze kort benoemd. De conclusies uit de onderzoeken zijn verwerkt in de toelichting. Het betreft de volgende onderzoeken: -
Actualisatie onderzoek bovengrond Willem Schoutenstraat en omgeving
-
Berekening geluidsbelasting op de omgeving vanwege de te realiseren
te Emmen, Tebodin, rapportnummer 3415001 d.d. 9 mei 2006; inrichting Grond- en Milieuservice Emmen BV, WNP raadgevende ingenieurs uit Groningen, rapportnummer 6091157.N01 d.d. 18 augustus 2009; -
Advies Natuurwaarden Bargermeer, BügelHajema Adviseurs, rapportnummer 095.00.03.38.01.
10
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
2
B e l e i d
2.1
Inleiding Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet de gemeente rekening houden met het rijksbeleid, het beleid van de provincie Drenthe, het regionale beleid en het opgestelde eigen beleid. Gezien de aard en omvang van het bestemmingsplan, wordt alleen het provinciale en het gemeentelijke beleid van belang geacht. Het rijksbeleid is gezien de schaal van de beoogde ontwikkeling niet relevant en is daarom niet in deze paragraaf opgenomen. Op het voorliggende bestemmingsplan is geen specifiek rijksbeleid of regionaal beleid van toepassing.
2.2
Provinciaal beleid 2 . 2 . 1
Ruimtelijk beleid
Sturing op grondslagen Het Provinciaal Omgevingsplan (POP II), vastgesteld door de Provinciale Staten van Drenthe op 7 juli 2004, introduceert de 'sturing op grondslagen' als kaderstellend uitgangspunt in het provinciaal beleid en de beoordeling van gemeentelijke plannen door de provincie. In totaal benoemt men zes grondslagen, deze zijn: -
De waterstromen: bij de functietoekenning, de inrichting, het beheer en het gebruik van de fysieke omgeving wordt uitgegaan van de eigenschappen en potenties van het watersysteem;
-
De Drentse samenleving: doelstelling is het meer centraal stellen van de mens en zijn behoeften in het provinciaal omgevingsbeleid;
-
De fysieke infrastructuur: de huidige infrastructuur is de basis voor de komende decennia. Daarbij is de voorkeursvolgorde: benutten en versterken van de bestaande infrastructuur, selectief gebruiken infrastructuur en pas dan aanleg van nieuwe infrastructuur;
-
De landschappelijke kwaliteit: bij de invulling van zowel groene als rode stedelijke) functies speelt de landschappelijke kwaliteit een sturende rol;
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
11
-
Een zuinig ruimtegebruik: Drenthe is planologisch volledig bestemd, wel is er behoefte aan nieuwe functies; dat vraagt om een zuinig gebruik van ruimte, ook wat betreft het handhaven van de bestaande ruimtelijke kwaliteit;
-
Een duurzame energiehuishouding; ook hier wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd: eerst energie besparen, dan energie betrekken uit duurzame bronnen en als dat niet voldoende is om de energiebehoefte te dekken, het efficiënt inzetten van fossiele brandstoffen.
Bebouwd gebied In het POP II staat de voorgestane kernenstructuur centraal. Hierbij worden de in Drenthe gelegen dorpen en steden verdeeld in vier typen kernen. Emmen is in het POP II aangemerkt als streekcentrum. In de functiekaart van het POP II staat aangegeven waar wel rode contouren rondom (delen van) streekcentra gelegen zijn en waar niet. De provincie geeft aan niet voor de gemeenten de richting van de uitbreiding aan te willen geven, maar met de contourlijnen wel te bepalen welke gebieden van bebouwing gevrijwaard dienen te blijven. Het Provinciaal Omgevingsplan II (POP II) is op 7 juli 2004 door Provinciale Staten van Drenthe vastgesteld. Een nieuw omgevingsbeleid voor Drenthe is in voorbereiding. Het bedrijventerrein Bargermeer wordt op de functiekaart behorende bij het POP II aangewezen als een regionaal bedrijventerrein. Deel C van het POP II omvat de (provinciaal) gewenste ontwikkeling voor de functies en de gebieden in Drenthe. Hoofdstuk C.8 gaat in op de provinciale beleidsvisie ten aanzien van ‘werken’. Een onderdeel hiervan is het beleid ten aanzien van bedrijventerreinen (hoofdstuk C.8.2.). Hoofdstuk C.8.4 bevat een provinciaal beoordelingskader milieu voor bedrijfsmatig verrichte activiteiten. ONTWERP
De provincie Drenthe is bezig met een nieuwe omgevingsvisie. In de versie van
OMGEVINGSVISIE 2009
december 2009 wordt over het onderwerp 'werken' hierover onder meer het volgende vermeld. De provincie Drenthe wil de ontwikkeling van een dynamische, vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie stimuleren. Daarbij richt de provincie zich op voldoende en diverse vestigingsmogelijkheden voor kennisintensieve maakindustrie en het midden- en kleinbedrijf. Het vestigingsklimaat wordt beïnvloed door factoren op zowel nationaal, provinciaal als lokaal niveau. Op provinciaal niveau spelen vooral de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden, regionale bereikbaarheid en het scheppen van voorwaarden voor kennisontwikkeling en innovatie.
ONTWIKKELING VAN EEN
Om werk- en werkgelegenheid te behouden en te creëren, streeft de provincie
DUURZAME EN DYNAMI-
naar een regionaal evenwichtige, duurzame economische groei. De provincie
SCHE REGIONALE ECONOMIE
zet in op de overgang naar dynamische kennis- en netwerkeconomie en op het versterken van de economische structuur. Dit wil de provincie bereiken via
12
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
versterking van de economische structuur. De provincie wil de (inter)nationale en regionale concurrentiekracht versterken door: -
grensoverschrijdende en interregionale samenwerking;
-
inzet op kennisontwikkeling, innovatie en ontwikkeling van clusters en speerpuntsectoren;
-
het concentreren van economische activiteiten in stedelijke netwerken;
-
het versterken van de sociaal-economische vitaliteit van de plattelandseconomie.
De provincie streeft naar concentratie van bedrijvigheid in de Drentse steden,
CONCENTRATIE VAN
als schakels binnen de stedelijke netwerken. Op deze wijze profiteren bedrij-
BEDRIJVIGHEID IN DE
ven van elkaars nabijheid (agglomeratie- en netwerkeffecten). Daarnaast leidt
STEDEN
concentratie ook tot minder druk op het landelijke gebied. Voor nieuwe en bestaande werklocaties streeft de provincie naar kwaliteit die
REGIONALE AFSTEMMING
past bij het gewenste ruimtelijk-economisch profiel van de werklocatie. Om te
WERKLOCATIES EN INZET
voorzien in de ruimtevraag zet de provincie in op het herstructureren van be-
OP HERSTRUCTURERING
staande terreinen en regionale afstemming van het aanbod aan nieuwe werklocaties. Voor bedrijven die milieuhinder veroorzaken, wordt een apart vestigingsbeleid gevoerd. De provincie verwacht van gemeenten dat bij het inrichten van bedrijventer-
VESTIGING VAN MILIEU-
reinen de VNG-systematiek 'Bedrijven en Milieuzonering' wordt toegepast. De
HINDERLIJKE BEDRIJVEN
vestiging van milieuhinderlijke bedrijven vraagt om een zorgvuldige ruimtelijke inpassing. In de optiek van de provincie moeten bedrijven die vallen in de milieucategorieën 4, 5 en 6 van de VNG-systematiek zich vestigen op de daartoe geschikte regionale bedrijventerreinen. Op dit moment is er voor deze bedrijven fysieke en milieuhygiënische ruimte op het Bargermeer in Emmen, het Europark en Leeuwerikenveld II in Coevorden, het Tweesporenland/MERAterrein in Wijster en Oevers D in Meppel. Vestiging buiten deze terreinen sluit de provincie uit. Daarnaast wil de provincie met gemeenten en andere relevante partners af-
KWALITEIT EN
spraken over de kwaliteit en duurzaamheid van werklocaties. Dit past bij het
DUURZAAMHEID
streven naar ruimtelijke kwaliteit.
2.3
Gemeentelijk beleid Structuurvisie
gemeente
Emmen
2020,
veelzijdigheid
troef Het ruimtelijk beleid van de gemeente Emmen is vastgelegd in de Structuurvisie gemeente Emmen 2020 en in bestemmingsplannen. De structuurvisie is de ruimtelijke vertaling van de gemeentelijke ambities en doelen. De structuurvi-
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
13
sie met het bijbehorende uitvoeringsprogramma is samen met het bijbehorende uitvoeringsprogramma op 24 september 2009 door de Raad vastgesteld. De structuurvisie vormt het ruimtelijk raamwerk waarin de afstemming tussen de functies, de gebieden en de plannen plaatsvindt. De belangrijkste uitgangspunten en ontwikkelingprincipes voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen bestaan uit 'kwaliteit voor kwantiteit' en 'keuze voor een duurzame inrichting van de ruimte'. De ontwerpstructuurvisie 2020 schetst de ruimtelijke structuur aan de hand van een aantal hoofdthema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Elementen uit de structuurvisie die van toepassing zijn op het plangebied zijn: Om de economische diversificatie te bereiken, is een aantal impulsen in de ruimtelijke economie noodzakelijk. Ruimtelijk gezien betekent dit in hoofdlijnen dat de bestaande bedrijventerreinen (deels) worden geherstructureerd en uitbreidingen worden gerealiseerd. Veiligheid In de structuurvisie is opgenomen dat Bevi-inrichtingen zich uitsluitend mogen vestigen op de industrieterreinen Bargermeer, A37 en Vierslagen. Buiten deze gebieden mag geen nieuwvestiging van Bevi-inrichtingen plaatsvinden, met uitzondering van lpg-tankstations; deze vormen een uitzondering in die zin dat hiervoor per locatie een beoordeling zal worden gemaakt in het kader van de daarvoor te voeren planologische procedure conform het Bevi. In hoofdstuk 3 wordt in de paragraaf fysieke veiligheid nader ingegaan op dit beleid (indien van toepassing). In 2008 is het bestemmingsplan Partiële Herziening Emmen, Industrie- en bedrijventerrein Bargermeer (externe veiligheid) tot stand gekomen. Dit bestemmingsplan regelt enkele noodzakelijke aspecten met betrekking tot externe veiligheid. Door deze partiële herziening is bereikt dat de veiligheid van het bestemmingsplangebied wordt gewaarborgd en in overeenstemming is gebracht met het landelijke Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Met deze partiële herziening is het oorspronkelijke bestemmingsplan voor Bargermeer aangepast. Uit de bedrijvenlijst behorend bij het bestemmingsplan zijn uit oogpunt van externe veiligheid kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, waaronder sociaal-culturele instellingen als clubhuizen, studio's, muziek en balletscholen, et cetera en overige dienstverlenende bedrijven als begrafenisondernemingen en uitvaartcentra, geschrapt. Tevens zijn van de bedrijvenlijst enkele risicovolle bedrijven, waarvan het gemeentebestuur van mening was dat deze niet mogen worden toegelaten op het bedrijventerrein Bargermeer, geschrapt. Het gaat hier bijvoorbeeld om vuurwerkbedrijven en kerncentrales. Aan het bestaande artikel 14 van het bestemmingsplan (overgangsbepalingen) is een nieuw artikel
14
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
14a toegevoegd, luidende ‘Overgangsbepalingen ‘Partiële Herziening Emmen, Industrie- en Bedrijventerrein Bargermeer (externe veiligheid)’’. Deze aanvulling is opgenomen in artikel VIII van deze partiële herziening. Bij de voorschriften van de partiële herziening zijn twee bijlagen opgenomen: -
Bijlage 1: (Gecorrigeerde) Staat van Bedrijfsactiviteiten Partiële Herziening Emmen, Industrie- en bedrijventerrein Bargermeer (externe veiligheid);
-
Bijlage 2: Lijst met specifieke bestemmingen risicovolle inrichtingen Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Een herziening van het bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Bargermeer is, in het kader van het Plan van Aanpak actualiseren en digitaliseren bestemmingsplannen gemeente Emmen, in voorbereiding. 2 . 3 . 1
Verkeersbeleid
Op dit moment is de gemeente Emmen bezig met het opstellen van nieuw parkeerbeleid. Speerpunt van het verkeersbeleid was en blijft het parkeren op eigen terrein. Hieraan dient het initiatief te voldoen. 2 . 3 . 2
Welstandsbeleid
In de welstandsnota staat dat werk- en recreatiegebieden, met uitzondering van de zichtlocaties, zijn vrijgesteld van welstandstoezicht. Het gehele bedrijventerrein Bargermeer is als zodanig aangeduid. Wel is het van belang dat er een respecterend of vernieuwend welstandsbeleid wordt gevoerd ten aanzien van de bebouwing langs de randen en bebouwing gelegen aan belangrijke ontsluitingswegen, ofwel de zogenaamde zichtlocaties. Diversiteit, zakelijkheid en hoogwaardige uitstraling zijn kenmerkende aspecten van deze gebieden. Het overige gebied, ofwel het ‘binnenterrein’ (niet gelegen aan de randen en/of langs belangrijke ontsluitingswegen) is een welstandsvrij gebied. Dit is van toepassing op het plangebied. In het kader van het BAHCO-project is een Beeldkwaliteitplan Bargermeer opgesteld. Dit beeldkwaliteitplan is vastgesteld op 29 april 2010 en is toegevoegd aan de Welstandsnota.
2.4
Conclusie Het rijksbeleid werkt nauwelijks rechtstreeks door in het plangebied. Hierdoor is het bestemmingsplan in directe zin niet in strijd met het rijksbeleid. Het rijksbeleid werkt indirect door via het provinciaal beleid. Het provinciaal beleid vormt op zijn beurt weer de input voor het gemeentelijk beleid. Voor het
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
15
voorliggende bestemmingsplan kan worden geconcludeerd dat dit passend is in het provinciale beleid. Het vestigen van een open recyclingbedrijf op een groot bedrijventerrein is in overeenstemming met het provinciaal en gemeentelijk beleid. Het bevordert het concentreren van bedrijven op regionale bedrijventerreinen, met voordelen op het gebied van ruimtegebruik, milieubeheer, het profiteren van elkaars nabijheid en het ontzien van het landelijk gebied.
16
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
3
O n d e r z o e k e n
3.1
Archeologie en monumenten 3 . 1 . 1
Archeologie
Per 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd ter uitvoering van het verdrag van Malta. Het verdrag vraagt om bescherming van het archeologisch bodemarchief tegen bodemverstoringen als gevolg van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De Monumentenwet verplicht gemeenten om bij het opstellen van nieuwe planologische regelingen rekening te houden met de te verwachten en de aanwezige archeologische waarden. Behoud van die waarden is het uitgangspunt. De provincie Drenthe heeft een aanvullend archeologiebeleid opgesteld. Op grond van inhoudelijke overwegingen en expert judgement hanteert de provincie Drenthe een vrijstellingsmogelijkheid tot 500 m2 waarvoor geen onderzoek dient te worden uitgevoerd, onder de voorwaarde dat: -
het gaat om het totaal aan te verstoren bodemoppervlak binnen een plangebied of bouwblok van een samenhangend project dat niet opgedeeld kan worden in deeluitwerkingen;
-
de vrijstelling geldt voor gebieden met een lage (alleen beekdalen), middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde, zoals aangegeven op de IKAW, tenzij binnen een afstand van 50 m een AMK-terrein aanwezig is;
-
de vrijstelling niet geldt voor bekende vindplaatsen die op de AMK van Drenthe staat aangegeven; uitzondering hierop zijn de historische kernen die op de AMK staan aangegeven als 'terrein van hoge archeologische waarde'. Voor deze terreinen is een vrijstelling van 70 m² mogelijk.
Een archeologisch onderzoek is niet vereist als het gaat om herbouw van een bouwwerk met dezelfde maatvoering als het oorspronkelijke bouwwerk, dat wil zeggen, dat de funderingen dezelfde horizontale en verticale afmetingen hebben of wanneer werkzaamheden vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd. Indien de provinciale ontheffingsbevoegdheid niet van toepassing is op de voorgenomen bodemverstoring moet door de veroorzaker een inventariserend archeologisch veldonderzoek worden uitgevoerd. Dit onderzoek kan aangeven of het gebied vrij is van archeologie of dat er waarden zijn waarmee rekening dient te worden gehouden. Totdat de gemeente Emmen zelf een onderbouwd archeologiebeleid heeft vastgesteld, is het provinciaal beleid van toepassing en verwoord in de regels.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
17
Archeologische monumenten Binnen het plangebied liggen geen archeologische monumenten. Archeologische verwachtingswaarde Op basis van de IKAW/AMK en de archeologische waardenkaart van Emmen (Steekproef, 2005) geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. De bovenste laag van het grootste deel van de locatie, met een dikte van circa 2 m, is uitgegraven en afgevoerd. Archeologisch onderzoek is hierdoor niet zinvol. 3 . 1 . 2
Conclusie
Omdat de grond op de locatie is verwijderd of geroerd, is een archeologisch onderzoek niet aan de orde.
3.2
Industrielawaai Bedrijventerrein Bargermeer is een gezoneerd bedrijventerrein. Dit houdt in dat moet worden onderzocht of de activiteiten van het toekomstige bedrijf niet leiden tot problemen voor omwonenden of tot beperkingen van de activiteiten van op het terrein gevestigde bedrijven. Daartoe is een (voorlopig) akoestisch onderzoek verricht door WNP raadgevende ingenieurs uit Groningen (rapportnummer 6091157.N01 d.d. 18 augustus 2009). De gemeente heeft hierop gereageerd met een memo d.d. 30 september 2009. Hierin staat dat er nog een definitief akoestisch onderzoek zal worden verricht. In dit onderzoek zal moeten worden aangegeven op welke plaats de puinbreker en de houtshredder zullen worden gesitueerd. Ook zal moeten blijken welke afscherming noodzakelijk is om aan de normen te kunnen voldoen. Ook de exacte positie van de afscherming zal moeten worden aangegeven. Aan de zuidzijde van de locatie zal een geluidswal worden gerealiseerd. De hoogte van de geluidswal bedraagt 7 m. Door het toepassen van deze afscherming en het kiezen van een goede locatie van de houtshredder en de puinbreker kan dan ruimschoots worden voldaan aan de beschikbare geluidsruimte. Deze gebieden zijn in de verbeelding aangegeven. Aan de piekwaarde van 70 dB(A) in de dagperiode wordt ook zonder realisatie van de afscherming ruimschoots voldaan. Er wordt een milieuvergunning aangevraagd bij de provincie. In verband met de geluidsproductie zullen de houtshredder en de puinbreker niet gelijktijdig in bedrijf zijn.
18
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
3.3
Wegverkeerslawaai In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones,
WET GELUIDHINDER
met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en die wegen die zijn gelegen binnen een als ‘woonerf’ aangeduid gebied. Op de wegen rondom de locatie geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. Binnen de bebouwde kom bedraagt de zonebreedte voor tweestrookswegen
ZONEBREEDTE
200 m die, gerekend vanuit de as van de weg, aan weerszijden van de weg in acht moet worden genomen. Op de locatie wordt geen geluidsgevoelige bebouwing gerealiseerd. Een akoes-
CONCLUSIE
tisch onderzoek wat betreft wegverkeerslawaai is daarom niet aan de orde en levert geen bezwaren op voor de geplande ontwikkeling.
3.4
Luchtkwaliteit Sinds mei 2008 is er een nieuwe EU-richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Deze nieuwe richtlijn vervangt de huidige EU-richtlijnen betreffende de luchtkwaliteit (behalve de 4e dochterrichtlijn). Ten opzichte van de vorige regelgeving zijn onder andere de volgende zaken gewijzigd: -
die locaties waarop de regelgeving van toepassing is;
-
de definitie van natuurlijke bronnen;
-
mogelijkheden tot uitstel.
De Nederlandse regelgeving voor de luchtkwaliteit is aan deze nieuwe richtlijn aangepast. Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en locaties waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben. Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer
NSL/NIBM
in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
19
De ministerraad heeft op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd. BESTEMMINGSPLAN
Het plan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van ongeveer 2,7 ha bedrijventerrein in de vorm van een inrichting voor het recyclen van afvalstoffen. Op grond van de verwachte hoeveelheid aan te leveren afvalstoffen worden 160 vrachtauto's per dag verwacht, hetgeen neerkomt op een ritproductie van 320 vrachtautoritten per dag. Uitgaande van vijf werknemers wordt het aantal personenautoritten geraamd op tien ritten per dag. Het totale aantal ritten wordt derhalve geraamd op 330 ritten per etmaal.
NIBM-TOOL
Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil de nibm-tool 12 mei 2010 ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.
Worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Extra verkeer als gevolg van het plan Extra voertuigen (weekdaggemiddelde)
320
Aandeel vrachtverkeer 3 NO2 in µg/m
96,0% 4,64
3
0,55
Maximale bijdrage extra verkeer
PM10 in µg/m Grens voor "Niet In Betekenende Mate" in µg/m
3
1,2
Conclusie De bijdrage van het extra verkeer is mogelijk in betekenende mate; nader onderzoek noodzakelijk nibm-tool 12-05-2010
Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) zou kunnen overschrijden. Het project kan derhalve niet worden beschouwd als een nibm-project. Een nader onderzoek naar de luchtkwaliteit is noodzakelijk.
20
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
In de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007 worden de (nauwkeurigheids)
REGELING BEOORDELING
eisen ten aanzien van metingen van de luchtverontreinigende stoffen nader
LUCHTKWALITEIT 2007
uitgewerkt. Onder andere is in deze regeling de hoeveelheid fijn stof van natuurlijke oorsprong opgenomen welke mag worden afgetrokken van de gemeten of berekende fijn stofconcentraties in de lucht. Dit wordt in de praktijk ook wel de 'zeezout-aftrek' genoemd. Voor de gemeente Emmen betekent dit dat de jaargemiddelde concentratie van PM10 mag worden verminderd met 4 µg/m3. Het aantal overschrijdingsdagen mag worden verminderd met zes. De meest relevante luchtkwaliteitseisen voor ruimtelijke plannen betreffen
RELEVANTE LUCHT-
stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De grenswaarden voor stikstofdioxide
KWALITEITSEISEN
(NO2) en fijn stof (PM10) uit de wet zijn opgenomen in de navolgende tabel. Tabel 2. Grenswaarden luchtconcentraties NO2 en PM10 Luchtconcentratie
Norm
NO2 jaargemiddelde concentratie
40 µg/m3
uurgemiddelde concentratie
200 µg/m3 maximaal 18 maal per jaar
PM10 jaargemiddelde concentratie 24-uursgemiddelde concentratie
40 µg/m3 50 µg/m3 maximaal 35 maal per jaar
Getoetst dient te worden aan de norm voor NO2 per 1 januari 2015. Vanaf die datum moet blijvend aan de norm van NO2 worden voldaan. Per 21 juni 2011 moet aan de grenswaarden voor fijn stof worden voldaan. Gewerkt is met het CAR II-rekenmodel versie 9.0, van mei 2010. De immissie-
BEREKENINGEN
concentraties op leefniveau zijn bepaald door de verspreiding van verkeersemissies met dit model te berekenen. Het model berekent de bijdrage van het verkeer aan de luchtverontreiniging ten opzichte van de achtergrondconcentraties. Deze achtergrondconcentraties zijn gebaseerd op het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM. Het RIVM heeft aan de hand van deze meetwaarden de achtergrondconcentraties voor heel Nederland bepaald. Voor de toetsing aan de normen (grenswaarden) uit de Wet milieubeheer wordt de bijdrage van het verkeer bij de achtergrondconcentratie opgeteld om de totale hoeveelheid luchtverontreinigende stoffen te bepalen. Deze totale hoeveelheid luchtverontreiniging wordt getoetst aan de norm. Op de hiernavolgende kaart is het waarneempunt aangegeven. Eerder is reeds geconstateerd dat het plan ongeveer 330 ritten genereert. Bij de bepaling zijn naast de genoemde verkeersintensiteiten de volgende uitgangspunten aangehouden: -
als weerconditie is de meerjarige meteorologie genomen;
-
het aantal parkeerbewegingen per 100 m is gesteld op 10;
-
als snelheidstype is 'stadsverkeer' aangehouden;
-
als wegtype is 3a (weerszijden bebouwing) aangehouden;
-
als bomenfactor is 1.0 aangehouden.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
21
RESULTATEN
In de navolgende tabel is de luchtkwaliteit weergegeven van de betreffende locaties (locatie 1 op vorenstaande kaart). In deze tabel is de berekende jaargemiddelde concentratie uitgedrukt in µg/m3. Bij de uurgemiddelde en 24uursgemiddelde concentratie is de overschrijding daarvan in uren respectievelijk dagen per jaar weergegeven. De berekeningen zijn opgenomen in de bijlagen.
Luchtconcentratie
Norm
20111) 20112) 20151) 20152) 20201) 20202)
Willem Schoutenstraat NO2 Jaargem. concentr.
40 µg/m3
NO2 Uurgem. concentr.
200 µg/m3 max. 18 maal/jr
PM10 Jaargem. concentr. PM10 24-uursgem. conc.
40 µg/m3 50 µg/m3 max. 35 maal/jr
1)
exclusief bedrijf
2)
inclusief bedrijf
CONCLUSIES
14.4
16.5
0
0
17.0 3
17.1 3
13.0 14.7 0
10.2
0
0
16.4 16.6 2 2
15.4 1
11.2 µg/m3 0 uren 15.5 µg/m3 1 dagen
Voor stikstofdioxide blijkt uit de scenarioberekeningen dat in 2011, 2015 en 2020 de grenswaarden of plan- en alarmdrempels voor de jaargemiddelde concentratie en de uurgemiddelde concentratie niet worden overschreden. Voor fijn stof blijkt uit de scenarioberekeningen dat in 2011, 2015 en 2020 de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentratie en de 24-uursgemiddelde concentratie niet worden overschreden. De normen, zoals die in de Wet milieubeheer zijn weergegeven, worden niet overschreden. Dit betekent dat er vanuit deze wet ook geen belemmeringen aan de uitvoering van het bestemmingsplan worden opgelegd.
22
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
3.5
Waterparagraaf Op grond van artikel 3.1.6 uit het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is de weerslag van het overleg tussen de gemeente, de initiatiefnemer en het waterschap. Het bestemmingsplangebied ligt in het beheersgebied van Waterschap Velt en 2
Vecht. Het bruto-oppervlak van het plangebied bedraagt circa 40.000 m .
WATERBEHEERPLAN VELT EN VECHT
De visie en de doelstellingen van het waterschap op de waterhuishouding zijn verwoord in het Waterbeheerplan 2010-2015 van het Waterschap Velt en Vecht. Het voorliggende bestemmingsplan betreft een wijziging op het bedrijventerrein Bargermeer aan de Willem Schoutenstraat te Emmen. Het gaat hierbij om een perceel waar al de bestemming Bedrijven op ligt. Op dit perceel gaat een open recyclingbedrijf zich vestigen. Op 4 december 2009 heeft de gemeente Emmen bij Waterschap Velt en Vecht een verzoek om een wateradvies ingediend. Daarbij is onder meer aangegeven dat: -
het verharde oppervlak toe neemt met meer dan 1.500 m2;
-
het hemelwater van de nieuw aan te brengen gebouwen, bouwwerken en/of verharding wordt afgevoerd van het perceel door lozing op een waterpartij, watergang of op de riolering.
Het waterschap heeft op 14 januari 2010 per e-mail gereageerd. Dit emailbericht is toegevoegd aan de bijlagen. In het verleden zijn voor het bestemmingsplan Bedrijventerrein Bargermeer afspraken gemaakt tussen de gemeente Emmen en het Waterschap Velt en Vecht over hoe met de toename van verharding op het terrein moet worden omgegaan. Het waterschap heeft aangegeven dat compenserende maatregelen voor de toename van de verharding voor dit plan niet nodig zijn. Een ander belangrijke criterium is de waterkwaliteit. Verontreinigde stoffen hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Emissies van verontreinigingen naar grond- en oppervlaktewater moeten worden voorkomen. Concreet betekent dit dat er maatregelen moeten worden genomen om verontreinigingen terug te dringen. Hiervoor vindt overleg plaats in het kader van de WVO-vergunning tussen de initiatiefnemer en het waterschap.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
23
Hemelwater van daken mag wel rechtstreeks op het oppervlaktewater worden geloosd. Wel is hierbij wellicht de Keur van het waterschap van toepassing. Om vervuiling te voorkomen, is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende (bouw)materialen. WATERTOETS
Op 21 juli 2010 heeft het Waterschap Velt en Vecht in het kader van het vooroverleg per e-mail gereageerd op het aangepaste bestemmingsplan en aangegeven geen bezwaren te hebben. Dit e-mailbericht is opgenomen in de Nota van beantwoording. Deze nota is toegevoegd aan de bijlagen.
3.6
Bodem HISTORISCH
Uit eerdere bodemonderzoeken op de locatie in 1997 en 2002 blijkt dat de
BODEMGEBRUIK
locatie een agrarische functie heeft gehad. Op het terrein zijn geen ophogingen of gedempte sloten aanwezig. Voordat er een bouwvergunning kan worden afgegeven voor gebouwen waarin mensen verblijven, moet er een bodemonderzoek worden uitgevoerd conform NEN 5740, inclusief vooronderzoek. Op een deel van de locatie is bodemonderzoek verricht door Tebodin, Actualisatie onderzoek bovengrond Willem Schoutenstraat en omgeving te Emmen, op het andere deel van het terrein heeft MUG in 2007 een bodemonderzoek uitgevoerd. Van het onderzoek van Tebodin, Actualisatie onderzoek bovengrond Willem Schoutenstraat en omgeving te Emmen, rapportnummer 3415001 d.d. 9 mei 2006 hebben de deelgebieden IV, V en VI betrekking op het plangebied. De conclusies van dit onderzoek zijn in de volgende alinea's weergegeven. Op dit moment is van de rest van het plangebied de bovenste laag met een dikte van circa 2,0 m uitgegraven en verwijderd.
ONDERZOEK TEBODIN
“In opdracht van de gemeente Emmen heeft Tebodin een actualisatie onderzoek van de bovengrond uitgevoerd ter plaatse van zes kavels gelegen aan de Willem Schoutenstraat en omgeving te Emmen.” Aanleiding tot het actualiserend onderzoek vormt de voorgenomen verkoop van de percelen. In 1997 en 2002 zijn op en nabij de onderzoekslocaties bodemonderzoeken uitgevoerd. De geldigheid van deze onderzoeken is verlopen. Het bodemonderzoek vormt onderdeel van de grondtransactie met als doel inzicht te verschaffen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bovengrond.
24
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
De door Tebodin onderzochte deelgebieden I tot en met VI. Deelgebieden IV, V en VI maken deel uit van het plangebied
De onderzoeksstrategie voor de bovengrond is afgeleid van de Nederlandse Norm NEN 5740, waarbij de standaardopzet voor een grootschalig onverdachte locatie is gevolgd. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 20 april 2005. Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op het maaiveld en in de bovengrond geen waarnemingen gedaan, die aanleiding geven tot het vermoeden van bodemverontreiniging. In de zes mengmonsters van de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan EOX aangetoond in gehalten lussen 0,3 en 0,98 mg/kg d.s. en overschrijden daarmee de streefwaarden. In de mengmonsters van de kavels I en II zijn daarnaast licht verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood en PAK boven de streefwaarden aangetoond. In het mengmonster van kavel IV is een licht verhoogd gehalte aan koper boven de streefwaarde aangetoond. In onderhavig onderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bovengrond geactualiseerd. De vastgestelde bodemkwaliteit van de bovengrond vormt onzes inziens, geen belemmering voor de voorgenomen verkoop van de kavels. Bij eventuele afvoer van grond van de onderzoekslocatie dient rekening te worden gehouden met het Bouwstoffenbesluit. De beoordeling van de hergebruiksmogelijkheden van de grond vindt, conform het Bouwstoffenbesluit, plaats door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan bij hergebruik aanvullende eisen stellen."
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
25
De locatie is inmiddels grotendeels in gebruik genomen. De bovenste laag met een dikte van circa 2 m is uitgegraven en verwijderd. De delen van het plangebied waar het bedrijf niet werkzaam is, krijgen de bestemming Groen. Hier wordt de geluidswal aangelegd. Het onderzoek van MUG, Actualiserend onderzoek op industrieterrein Bargermeer te Emmen, rapportnummer 3-972-70-01 d.d. 12 juli 2007, heeft betrekking op het noordwestelijke deel van het plangebied. De samenvatting, conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek zijn in de volgende alinea's weergegeven. ONDERZOEK MUG INGENIEURSBUREAU
“In opdracht van gemeente Emmen heeft MUG Ingenieursbureau een actualiserend onderzoek uitgevoerd op industrieterrein Bargermeer te Emmen. Aanleiding tot het onderzoek zijn de voorgenomen bouwwerkzaamheden. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de grand en het grondwater op de onderzoekslocatie. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 14 ha en staat kadastraal bekend als gemeente Emmen, sectie F, nummer14352.
Het door MUG onderzochte deelgebied
De directe omgeving van de locatie is in gebruik als industrieterrein. Op het onderzochte perceel wordt nieuwbouw gerealiseerd ten behoeve van uitbreiding van het industrieterrein. Het terrein is niet verhard. De onderzoekslocatie is opgedeeld in twee deellocaties: de voormalige boerderij en het overige terrein.
26
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
Overig terrein Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn in totaal 53 handboringen (1 t/m 53) verricht tot ten minste 50 cm-mv. Bij de boringen is de grond beoordeeld op zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. In de bovengrond (0-50 cm-mv) is plaatselijk een lichte hoeveelheid (<10%) aan rood baksteenpuin aangetroffen. Op basis van de analyseresultaten kan worden geconcludeerd dat de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is met PAK 10 VROM, koper, kwik en EOX. De hypothese ‘het overige terrein is onverdacht’ dient, gezien de aangetroffen gehalten in de grond, te worden verworpen. Voormalige boerderij Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn in totaal vijf handboringen (100 t/m 104) verricht tot ten minste 200 cm-mv. Eén boring (100) is doorgezet tot 350 cm-mv en afgewerkt met een peilbuis. Om het grondwater te kunnen bemonsteren (filterstelling 250-350 cm-mv). Bij de boringen is de grond beoordeeld op zintuiglijk waarneembare verontreinigingen. Ter plaatse van de boringen 100, 101 en 102 is in de bovengrond (070 cm-mv) plaatselijk een lichte hoeveelheid (<10%) rood baksteenpuin aangetroffen. Op basis van de analyseresultaten kan worden geconcludeerd dat in cle bovengrond geen verhoogde gehalten zijn aangetroffen. In de ondergrond is een licht verhoogd gehalte aan minerale olie en EOX aangetroffen. Het grondwater is licht verontreinigd met chroom en zink. De hypothese ‘de voormalige boerderij is verdacht verontreinigd te zijn met parameters van het NEN-pakket grond’ dient, gezien de aangetroffen gehalten en concentraties in de grond en het grondwater, te worden aangenomen. Algemeen De licht verhoogde gehalten in de grond zijn vermoedelijk te relateren aan de aanwezigheid van puindeeltjes op de onderzoekslocatie. De gemeten gehalten en concentraties zijn van dien aard dat volgens de Wet bodembescherming geen nader bodemonderzoek noodzakelijk is. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de bodem van de onderzoekslocatie, formeel gezien, niet als multifunctioneel mag worden beschouwd. De gemeten gehalten en concentraties in de grond zijn echter van dien aard dat er geen gebruiksbeperkingen gelden voor de bodem. De locatie is geschikt voor het toekomstige gebruik (bedrijventerrein). Bij eventueel grondverzet en/of transport van de grond vanaf de onderzoekslocatie dient men er rekening mee te houden dat de grond niet zonder
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
27
meer mag worden afgevoerd. Eventuele afvoer van de grond dient vooraf te worden gemeld bij gemeente Emmen.” CONCLUSIE
De conclusie van beide onderzoeken is dat nader onderzoek niet nodig is.
3.7
Ecologie Op de locatie is een onderzoek naar de natuurwaarden uitgevoerd (Advies Natuurwaarden
Bargermeer,
BügelHajema
Adviseurs,
rapportnummer
095.00.03.38.01). De conclusies zijn hierna weergegeven. Conclusie Gebiedsbescherming Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur liggen op voldoende afstand van het plangebied en zijn hiervan gescheiden door bebouwing en infrastructuur. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten te verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig. De activiteit is op het punt van de gebiedsbescherming van de Ecologische Hoofdstructuur niet in strijd met het POP II Drenthe (2004) en Herziening 7 december 2007. Op beide punten is het aan het bevoegd gezag, het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, om deze visie te bevestigen. Soortenbescherming Ten aanzien van de soortenbescherming zijn vijf aspecten (van belang in de verdere procedure) in acht genomen:
NADERE INVENTARISATIE
-
nadere inventarisatie;
-
niet bedreigde waarden;
-
bescherming vogels;
-
vrijgestelde soorten;
-
ontheffingen.
Van alle soorten is een voldoende beeld verkregen op basis van het veldbezoek en de overige gegevens. Nader onderzoek is niet nodig.
NIET BEDREIGDE WAARDEN
Van de volgende soortengroepen worden geen verbodsbepalingen overtreden in het plangebied:
28
-
vaatplanten;
-
vleermuizen;
-
reptielen;
-
vissen;
-
dagvlinders;
-
libellen;
-
overige ongewervelde soorten.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
Alle vogelsoorten (uitgezonderd exoten) zijn beschermd. Er zijn in of in de
BESCHERMING VOGELS
omgeving van het plangebied geen permanent bewoonde nesten of belangrijke rust- of foerageergebieden van vogels aanwezig. Mogelijk broeden er enkele vrij algemeen voorkomende soorten in en rond het plangebied. Daarom kan men er in dit plangebied van uitgaan dat geen verbodsbepalingen worden overtreden als buiten het broedseizoen wordt gewerkt of als de werkzaamheden voor het broedseizoen worden begonnen en continu voortduren. Als de werkzaamheden voor het broedseizoen worden gestart en continu voortduren, zullen broedvogels een rustiger broedplaats (op enige afstand) zoeken en niet door de werkzaamheden worden gestoord. Indien wordt gekozen voor de tweede optie moeten de houtsingels ruim voor aanvang van het broedseizoen worden verwijderd. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen van ongeveer 15 maart tot 15 juli duurt. In het plangebied is voor geen enkele soort de goede staat van instandhouding in het geding. In het plangebied komen enkele beschermde soorten voor in de groepen amfi-
VRIJGESTELDE SOORTEN
bieën en zoogdieren die worden verstoord door de werkzaamheden. Deze staan in tabel C. Voor deze soorten geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling voor de artikelen 9 tot en met 12 van de Flora- en faunawet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor verstoring van deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. De verboden in de artikelen 9, 10 en 11 gelden niet voor mol, bosmuis en veldmuis. Tabel C. Soorten in het plangebied waarvoor een vrijstelling geldt Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
Gewone bosspitsmuis
Sorex araneus
Huisspitsmuis
Crocidura russula
Konijn
Oryctolagus cuniculus
Rosse woelmuis
Clethrionomys glareolus
Bastaardkikker
Rana klepton esculenta
Bruine kikker
Rana temporaria
Gewone pad
Bufo bufo
Kleine watersalamander
Triturus vulgaris
Uit het onderzoek blijkt dat voor de uitvoering van de plannen geen ontheffin-
ONTHEFFINGEN
gen in het kader van de Flora- en faunawet nodig zijn."
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
29
3.8
Fysieke veiligheid 3 . 8 . 1
Inrichtingen INLEIDING
In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Dit besluit geeft grenswaarden voor nieuwe en bestaande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd. Daarnaast gaat het Bevi in op het groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval in een inrichting. Op 13 februari 2009 is het gewijzigde Bevi in werking getreden. Deze wijzigingen betreffen een uitbreiding van de lijst met (beperkt) kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen. Ook is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in het Bevi doorgevoerd. In het kader van het voornemen tot de actualisatie van bestemmingsplannen in de gemeente Emmen (ondermeer de bedrijventerreinen Bargermeer en A37 Masterplan Bahco) is een externe veiligheidsrapport opgesteld waar wordt ingegaan op de aanwezige risicobronnen (Oranjewoud: Onderzoeksproject externe veiligheid Industrieterrein Bargermeer in Emmen en Herstructureringsprogramma Bahco; juni 2008). De resultaten uit dit rapport die betrekking hebben op het voorliggende planvoornemen, de oprichting van een inrichting van Grond- en Milieuservice Emmen, zijn in het navolgende verwoord.
ONDERZOEK
Uit het onderzoek blijkt dat de dichtstbijzijnde risicovolle inrichting op circa 300 m ten noordoosten van het plangebied ligt. Het betreft een gasontzwavelingsinstallatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Deze inrichting valt onder de Mijnbouwwet. De inrichting heeft een plaatsgebonden risicocontour (10-6) van 270 m (Risicoregister gevaarlijke stoffen) en een invloedsgebied (groepsrisico) van maximaal 300 m. Het plangebied valt hiermee buiten de invloedssfeer van de inrichting. Overige risicovolle inrichtingen zijn in de directe omgeving van het plangebied niet aanwezig. Uit de milieu-aanvraag blijkt dat er aan de veiligheidsvoorwaarden ter voorkoming brand wordt voldaan.
30
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
3 . 8 . 2
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Het thema vervoer van gevaarlijke stoffen kan worden onderverdeeld in we-
INLEIDING
gen, spoor en water. In 2001 en 2003 zijn voor deze onderwerpen risicoatlassen opgesteld, waarin staat vermeld of langs de route een plaatsgebonden risico en/of een groepsrisico aanwezig zijn. Tevens zijn voor wegen in 20062007 nieuwe verkeerstellingen verricht. Het Rijk is op dit moment bezig met het opstellen van een nieuwe wetgeving rond transportroutes; het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Deze wetgeving gaat de huidige Circulaire Risiconormering Vervoer van Gevaarlijke Stoffen vervangen en treedt naar verwachting in de zomer van 2010 in werking. Op circa 825 m ten noordoosten van het plangebied ligt de provinciale weg
ONDERZOEK
N862. Deze weg maakt deel uit van de routering gevaarlijke stoffen van de gemeente Emmen. De plaatsgebonden risicocontour (10-6) van deze weg, ligt op de weg zelf waardoor geen belemmeringen voor de directe omgeving aanwezig zijn. Indien ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien binnen 200 m van de weg is het relevant om te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor het groepsrisico (uitgangspunt nieuwe wetgeving; groepsrisicoberekening slechts bij nieuwe ontwikkelingen binnen 200 m van de weg). De nieuwe ontwikkeling valt ruim buiten deze afstand, waardoor geen belemmeringen optreden. Overige wegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, de A37 en de Rondweg, liggen op een zodanig grote afstand dat het plangebied buiten de invloedssfeer van deze wegen ligt. 3 . 8 . 3
Buisleidingen
Aardgastransportleidingen zijn voor het plangebied relevant vanwege de regel-
INLEIDING
geving op het gebied van externe veiligheid. Deze regels zijn vastgelegd in de Circulaire Zonering langs hogedrukaardgastransportleidingen (1984). De circulaire onderscheidt toetsings- en bebouwingsafstanden. Momenteel is het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bezig met het vernieuwen van het externe veiligheidsbeleid rondom aardgasleidingen (het Besluit externe veiligheid buisleidingen, Bevb). Deze nieuwe wetgeving en de bijbehorende nieuwe afstanden (voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico) zijn nog niet definitief vastgesteld. Op circa 100 m ten westen van het plangebied ligt een aardgastransportleiding
ONDERZOEK
van de Gasunie (N-522-62-KR-004). Deze leiding heeft een druk van 40 Bar en een diameter van 8 inch. Aan weerszijden van de leiding wordt een zone van
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
31
5 m gehanteerd waarbinnen geen bebouwing mag worden opgericht (nieuwe wetgeving). Het invloedsgebied van het groepsrisico bedraagt 95 m en de leiding heeft geen plaatsgebonden risicocontour (10-6). Omdat formeel gezien de Circulaire uit 1984 nog vigerend is, is ook de toetsingsafstand beschouwd. Deze bedraagt 20 m. Het plangebied valt buiten deze afstanden, waardoor geen belemmeringen optreden ten aanzien van het planvoornemen. 3 . 8 . 4
Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
Op 11 augustus 2010 heeft de brandweer Emmen een reactie gegeven op het bestemmingsplan (zie bijlage 'Nota van beantwoording'). Naar aanleiding van die reactie is deze paragraaf opgenomen. Zodra plannen worden ontwikkeld, dient de brandweer in een vroeg stadium bij de plannen te worden betrokken om op basis van het beoogde veiligheidsniveau een advies te kunnen uitbrengen. De ‘Handreiking toetsing Ruimtelijke Ontwikkelingen bestemmingsplannen, eisen met betrekking tot veiligheid’ opgesteld door brandweer Emmen is hierbij een hulpmiddel dat bij het toetsen van nieuwe ruimtelijke plannen dient te worden gehanteerd. Voor de inrichting van het gebied zijn de volgende zaken van belang: 1.
Bluswatervoorziening dient in principe zo te worden geregeld dat binnen 40 m van de toegang van een object een toereikende openbare bluswatervoorziening met in principe een capaciteit van 60 m³/h aanwezig is.
2.
Op grond van de Brandweerwet 1985 is de regionale brandweer, in geval van calamiteit, verantwoordelijk voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking door middel van het Waarschuwings- en alarmeringssysteem. Als gevolg van deze taak zijn binnen de gemeente sirenes geplaatst op een zodanige wijze dat een optimale dekking is gerealiseerd binnen de gemeente. Er kan worden gesteld dat het plangebied buiten de dekking van het WAS-stelsel is gelegen. Gezien de ontwikkelingen ten aanzien van het WAS stelsel adviseert de Brandweer Emmen ter afstemming contact op te nemen met de AOV’er van de gemeente Emmen.
3.
Het is belangrijk dat in geval van calamiteiten hulpverleningsdienst direct ter plaatse kunnen komen en zonder beperkingen hulp kunnen verlenen. Om die reden dienen alle objecten in het plangebied via twee onafhankelijke wegen bereikbaar te zijn voor de hulpverleningsdiensten. Het gebied voldoet aan deze vereisten.
4.
Op 18 maart 2008 heeft het college het basisbrandweerzorgniveau vastgesteld. Besloten is dat een eerste brandweereenheid in 80% van de gevallen binnen 15 minuten na alarmering op het hulpverleningsadres aanwezig dient te zijn. In de uitwerking van het collegebesluit is tevens aangegeven dat indien bij toekomstige situaties de landelijk geldende normtijden worden overschreden, er in overleg met de brandweer dient
32
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
te worden besproken welke compenserende maatregelen dienen te worden getroffen. Gezien de ligging van het plangebied is de verwachting dat binnen 15 minuten het eerste uitrukvoertuig ter plaatse zal zijn. Indien het plan wordt gewijzigd, dient contact met de brandweer Emmen te worden opgenomen. 3 . 8 . 5
Conclusie
Het onderdeel externe veiligheid levert geen belemmeringen op ten aanzien van het planvoornemen.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
33
4
S t e d e n b o u w k u n d i g e
s t r u c t u u r
4.1
Ontstaansgeschiedenis Bedrijventerrein Bargermeer is een van de grootste bedrijventerreinen van Noord-Nederland en een van de belangrijkste economische dragers van de gemeente Emmen. Het is in de jaren zestig van de vorige eeuw in ontwikkeling genomen. Het bedrijventerrein bevat een sterke menging van bedrijfsfuncties (zware, middelzware en lichte industrie, ambachtelijke bedrijvigheid, grootschalige handel en dienstverlenende bedrijven). Het terrein ligt op korte afstand van het centrum van Emmen en de woonwijken Angelslo en Bargeres. De oppervlakte van het bedrijventerrein Bargermeer bedraagt 646 ha. Er is ruimte voor nagenoeg alle soorten bedrijvigheid. Het bedrijventerrein bestaat uit Bargermeer-Noord en Bargermeer-Zuid, van elkaar gescheiden door de N931, de Rondweg. Er zijn circa 400 bedrijven gevestigd. Het terrein kent een groot aantal middelgrote en kleine bedrijven uit de sectoren industrie, transport en distributie en diensten. Naast deze bedrijven is er een aantal grotere bedrijven gehuisvest, zoals Honeywell, Draka, AAF, DSM, Teijin Twaron en Colbond. In totaal zijn er circa 12.000 mensen werkzaam op het bedrijventerrein Bargermeer. Bargermeer-Noord ligt tussen het Oranjekanaal, de Dordsestraat en de Rond-
BARGERMEER-NOORD
weg. Het terrein biedt plaats aan een groot aantal zeer uiteenlopende bedrijven, zowel in omvang als in activiteiten. Het terrein is geschikt voor bedrijven tot en met milieucategorie 6. Bargermeer-Noord heeft nagenoeg geen plaats meer voor nieuwe bedrijven.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
35
De ligging van bedrijventerrein Bargermeer, met daarop aangegeven de locatie van het plangebied (rode stip)
BARGERMEER-ZUID
Bedrijventerrein Bargermeer-Zuid is een veelzijdig terrein. Met zijn ligging tussen de Rondweg, de weg Emmen-Klazienaveen (N862) en vlakbij de A37 is de bereikbaarheid goed. De centrale verkeersader over het terrein is de Phileas Foggstraat, waar zowel het autoverkeer als fietsers een veilige route hebben. Bargermeer-Zuid kent nauwelijks beperkingen waar het gaat om het vestigen van soort en formaat van bedrijven. De bedrijven die er zijn gevestigd, variëren van een leverancier van papieren bekertjes via de modernste fabriek van isolatieglas in Europa tot een omvangrijke installatie voor het zuiveren van aardgas. Op Bargermeer-Zuid zijn nog enkele kavels beschikbaar.
36
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
Het bedrijventerrein voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd voor een
DUURZAME
modern bedrijventerrein. Om tot een duurzame herstructurering te komen, is
HERSTRUCTURERING
in 2002, in samenwerking met de gemeente en provincie, het masterplan Bahco (Bargermeer Herstructureren en Collectief Ondernemen) opgesteld. Dit masterplan is de basis voor de fysieke aanpassingen van de infrastructuur. Het programma heeft een doorlooptijd tot 2020 en is gesplitst in korte termijn (2003-2006), middellange termijn (2006-2010) en lange termijn (2011-2020). Bahco is een samenwerking tussen de gemeente Emmen en het gevestigde bedrijfsleven. Verder zijn de provincie Drenthe en het Rijk bij Bargermeer betrokken. Gewerkt wordt aan projecten die de verbetering van de infrastructuur, duurzaamheid en de ruimtelijke kwaliteit ten doel hebben. De komende jaren wordt in de verbetering van bedrijventerrein Bargermeer 12 miljoen euro geïnvesteerd. De Emmer politiek heeft hiermee op 15 januari 2010 ingestemd. Op het bedrijventerrein Bargermeer is een actief parkmanagement opgepakt
PARKMANAGEMENT
door de Vereniging Parkmanagement Bargermeer (VPB). Deze vereniging telt ruim 100 leden. De locatie van het toekomstige recyclingbedrijf Grond- en Milieuservice Em-
LIGGING VAN HET
men ligt aan de Willem Schoutenstraat.
PLANGEBIED
De ligging van het plangebied. De beplanting en de bovengrond zijn inmiddels grotendeels verwijderd (bron: Bing Maps)
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
37
Zicht vanaf de Jacob Roggeveenstraat op de Willem Schoutenstraat met daarachter de locatie
Zicht op de locatie vanaf de hoek Olivier van Noortstraat - Oosterwijk Westzijde
Het
deel
van
de
locatie
met
een
bedrijfsbestemming,
vanuit
het
noordwesten
gezien
38
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
5
B e s c h r i j v i n g o n t w i k k e l i n g
5.1
Inleiding De inrichting Grond- en Milieuservice Emmen BV is ontstaan door samenwerking van de bedrijven Over Milieu, Fuhler en Grondbalans. Het nieuwe bedrijf heeft het voornemen zich te vestigen aan de Willem Schoutenstraat 20 op het bedrijventerrein Bargermeer-Zuid in Emmen. Bargermeer is een gezoneerd bedrijventerrein, hetgeen betekent dat er aan de geluidsproductie en afscherming van geluid extra aandacht moet worden besteed. Dit komt onder meer tot uiting in de situering van de installaties met de hoogste geluidsproductie op het terrein en het aanleggen van geluidswallen.
5.2
Beschrijving van de huidige situatie Het plangebied bestond voorheen uit twee delen, gescheiden door een schouwsloot. Deze watergang is gedempt en vervangen door een duiker. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 40.000 m2. Hiervan zal circa 27.000 m2 door het recyclingbedrijf in gebruik worden genomen. De overige 13.000 m2 zullen worden gebruikt voor het aanleggen van geluidswallen, groenvoorzieningen en water. Deze gronden zijn - in ieder geval grotendeels in het bezit van de gemeente Emmen. Voor de aanleg en het onderhoud van de geluidswallen zal mogelijk een bruikleenovereenkomst worden opgesteld. In deze overeenkomst zal worden vastgelegd dat de geluidswallen moeten worden aangelegd om te kunnen voldoen aan de eisen die voortkomen uit de vestiging op een gezoneerd bedrijventerrein. De beplanting, die op de luchtfoto nog zichtbaar is, is inmiddels grotendeels verwijderd. Op dit deel van het perceel is de toplaag met een dikte van circa 2 m afgegraven en verwijderd.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
39
5.3
Beschrijving van de nieuwe situatie BEDRIJFSACTIVITEITEN EN BEDRIJFSTIJDEN
Op de locatie zal een inrichting voor het recyclen van afvalstoffen worden gevestigd. Binnen de inrichting zullen de volgende activiteiten plaatsvinden: -
op- en overslag, verkleinen en composteren van groenafval en land- en tuinbouwafval;
-
opslag, sorteren en scheiden van schone grond en (licht) verontreinigde grond en baggerspecie en het reinigen van verontreinigde grond en baggerspecie;
-
op- en overslag en bewerken van riool- en kolkenslib en veegvuil;
-
op- en overslag en bewerken van bouw- en sloopafval en soortgelijk
-
op- en overslag en bewerken (breken) van puin en asfalt;
-
op- en overslag en bewerken van (verontreinigd) ballastgrind;
-
op- en overslag en bewerken van teerhoudend asfalt en overige teer-
bedrijfsafval;
houdende producten; -
op- en overslag en bewerken van asbest en asbesthoudende materialen;
-
opslag, sorteren en shredderen van A- en B-hout;
-
op- en overslag van C-hout;
-
op- en overslag en bewerken van rubberafval;
-
op- en overslag en bewerken van kunststoffen (inclusief folie) papier, karton, metalen, glas en isolatiemateriaal.
De aan- en afvoer van grondstoffen en afvalstoffen vindt plaats met vrachtwagens. De bedrijfstijden van de inrichting zijn maandag tot en met zaterdag van 07.00 tot 19.00 uur. INRICHTING VAN DE
In de nieuwe situatie wordt het hele perceel van het te realiseren recyclingbe-
LOCATIE
drijf verhard met asfalt. Aan de zuidwestkant wordt een aarden wal met een hoogte van 7 m aangelegd. Deze geluidswal ligt op grond van de gemeente en fungeert tevens als visuele afscherming. Aan de bedrijfszijde wordt de wal uitgevoerd als een verticale keerwand met een hoogte van 3,2 m, uitgevoerd in betonnen megablokken. De rest van het terrein krijgt een omheining in de vorm van een hekwerk met een hoogte van 3,5 m.
BEBOUWING
De bebouwing van het terrein zal bestaan uit een hoofdgebouw nabij de centrale poort aan de Willem Schoutenstraat met een oppervlakte van maximaal circa 1.000 m2. Het bouwvlak ter plaatse van het hoofdgebouw is bedoeld voor de functies kantoor, kantine, weegbrugvoorziening en dergelijke. Het bouwen van gesloten en open loodsen is op het gehele perceel toegestaan. Het terrein mag voor maximaal 30% worden bebouwd.
40
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
41
De rest van het terrein biedt plaats aan onder meer een weegbrug, een houtshredder, een puinbreker en opslag van te verwerken en verwerkt materiaal. De houtshredder en de puinbreker zullen op het zuidwestelijke deel van het terrein worden geplaatst. In verband met de geluidsproductie zullen de houtshredder en de puinbreker niet gelijktijdig in bedrijf zijn. Dit zal nader worden geregeld in de milieuvergunning. Gezien de omvang van het bedrijf is de provincie het bevoegde gezag voor het verstrekken van de milieuvergunning. In de milieuvergunning zal ook worden aangegeven of er behalve de twee geluidswallen verdere afscherming van de houtshredder en de puinbreker noodzakelijk is. ONTSLUITING
De hoofdontsluiting van het bedrijf vindt plaats aan de Willem Schoutenstraat met een afsluitbare poort. Aan de Oosterwijk Westzijde komt, vlak bij de Olivier van Noortstraat, een secundaire ontsluiting in de vorm van een noodweg met een breedte van 3 m, eveneens voorzien van een afsluitbare poort.
PARKEREN
Bij het bedrijfsgebouw is de parkeerplaats voor het personeel en de bezoekers gepland. Deze biedt plaats aan circa tien auto's. Er is voldoende ruimte om het aantal parkeerplaatsen uit te breiden, als dat in de toekomst nodig mocht blijken.
42
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
6
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
o p
h e t
b e s t e m m i n g s p l a n
6.1
Algemeen Het bestemmingsplan bestaat uit de plantoelichting, regels en verbeelding. De regels en de verbeelding vormen het juridisch bindende gedeelte van een bestemmingsplan. De regels en verbeelding zijn aan elkaar gerelateerd. Dit betekent dat de verbeelding en de regels altijd in samenhang moeten worden gebruikt. De plantoelichting is bedoeld om de verbeelding en de regels te verduidelijken en om gemaakte keuzen te verantwoorden aan de hand van ruimtelijk beleid. Met de indeling van het bestemmingsplan, zoals de naamgeving van de bestemmingen, opbouw van de regels en de weergave van op de verbeelding wordt aangesloten op de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008' van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
6.2
Toelichting op de verbeelding Voor de verbeelding wordt als ondergrond de basiskaart Emmen gehanteerd. Deze basiskaart bestaat uit de Grootschalige Basiskaart van Nederland met gemeentelijke aanvullingen in de vorm van extra meetgegevens. Met het oog op de volledigheid en nauwkeurigheid van de aanwezige bebouwing wordt de meest recente versie van de basiskaart Emmen gehanteerd. Hiervoor wordt maandelijks de basiskaart Emmen automatisch herzien. Echter, de ondergrond zal nooit een volledige weergave van de werkelijkheid zijn. De op de verbeelding aangegeven bebouwing moet dan ook als illustratief worden beschouwd. De BKE wordt naast de extra meetgegevens aangevuld met kadastrale gegevens van de Digitale Kadastrale Kaart. Alle gronden die binnen het plangebied vallen, hebben een bestemming en/of aanduiding gekregen op de verbeelding. Deze bestemmingen en aanduidingen hebben slechts juridische betekenis indien in de regels hieraan een betekenis wordt gegeven. De begrenzingen van de bestemmingen volgen zoveel mogelijk geografische, topografische en/of kadastrale grenzen. Daar waar dat niet mogelijk bleek, is gekozen voor een meer praktische benadering. De schaal van de
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
43
verbeelding kan met behulp van de computer door de gebruiker naar keuze worden ingesteld.
6.3
Toelichting op de regels De regels zijn een juridische vertaling van het planologisch/ruimtelijk beleid van de gemeente, de provincie en het Rijk. De regels zijn een juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en bebouwing, regels omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bebouwing. Bij het opstellen van de regels is geprobeerd om de regels zo beperkt mogelijk te houden door alleen te regelen wat nodig is. Voor elke bestemming is afzonderlijk een bestemmingsregel opgenomen. Af en toe kan het nodig zijn dat afwijking van de gestelde regels is gewenst. Om die reden zijn in het bestemmingsplan diverse flexibiliteitregelingen opgenomen: -
ontheffingen van de bouwregels;
-
ontheffing van de gebruiksregels;
-
nadere eisen.
Deze flexibiliteitbepalingen bieden de mogelijkheid om op specifieke situaties te kunnen inspelen. De uitvoering van de flexibiliteitregelingen ligt bij het college van burgemeester en wethouders. De ontheffingen maken afwijkingen van geringe aard mogelijk, waarbij de aan de grond toegekende bestemming gehandhaafd dient te blijven. Met de nadere eisen kunnen ondergeschikte zaken aan gebouwen worden aangepast. Het gaat hierbij om zaken, zoals het aanpassen van de vorm of de situering van een bouwwerk of de inrichting van een terrein. Met 'nadere eisen' kunnen geen ingrijpende veranderingen plaatsvinden in de bestemmingen. Bij toepassing van een ontheffing en/of nadere eisen wordt het beoordelingskader gehanteerd, zoals in de hiernavolgende tabel is weergegeven. Deze lijst geeft de afwegingscriteria aan die moeten worden mee gewogen bij de afweging of een ontheffing wordt verleend en/of het toepassen van de nadere eisen. Op deze wijze kunnen interpretatieproblemen worden vermeden en wordt aan gebruikers van de in het plangebied gelegen gronden zoveel mogelijk rechtszekerheid geboden.
44
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
Bij toepassing van een ontheffing en/ of nadere eis mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de volgende criteria: 1.
Woonsituatie:
Ten aanzien van de woonsituatie dient rekening gehouden te worden met het in stand houden en/ of garanderen van een goede woonsituatie, hierbij dient gelet te worden op: i.
de verkeersaantrekkende werking en de parkeerbehoefte;
ii. iii.
overlast door lawaai, stank en/of trillingen; de lichttoetreding/bezonning ten opzichte van (bebouwing op) aangrenzende gronden;
iv.
het uitzicht;
v.
de aanwezigheid van voldoende privacy.
2.
Straat- en bebouwingsbeeld:
In het belang van een verantwoorde, evenwichtige en samenhangende stedenbouwkundige en architectonische inpassing dient aandacht gegeven te worden aan: i. een goede verhouding tussen bouwmassa's en open ruimte, (landschappelijke inpassing); ii.
de verhouding tussen de hoogte breedte van gebouwen;
iii. iv.
gevelbeelden; de samenhang van de bouwvorm met nabij gelegen bebouwing;
v. vi.
de hoogtedifferentiatie; de situering van gebouwen op het perceel;
vii. de geleding van de gebouwen indien de oppervlakte meer dan 1.000 m² bedraagt. 3.
Culthuurhistorie
i.
cultuurhistorische waarden en archeologische waarden.
4.
Verkeersveiligheid
Ter waarborging van verkeersveiligheid dient rekening gehouden te worden met: i. verkeersaantrekkende werking, toename van de verkeersintensiteit en de parkeerbehoefte; ii. iii.
overlast door lawaai, stank en/of trillingen; benodigde uitzichthoeken van wegen;
iv.
de aansluiting van in- en uitritten op de openbare weg;
v. vi.
de gevolgen voor het zicht op de openbare weg en of fiets- en voetpaden; de aanwezigheid van voldoende laad- en losruimte.
5.
Sociale veiligheid
Ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet-sociaal controleerbaar is dient rekening gehouden te worden: i.
de mogelijkheden voor de verbetering van toezicht op en de overzichtelijkheid en toe-
gankelijkheid van een sociaal onveilige plek; ii. de mate waarin het toezicht op en de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van een openbare ruimte 6.
wordt ingeperkt.
Brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding
Ten aanzien van de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding dient rekening gehouden te worden met de volgende aspecten: i. ii.
aanwezigheid van kwetsbare objecten; de aanwezigheid en routering van vluchtwegen;
iii.
de bereikbaarheid van de bouwwerken;
iv.
de beschikbaarheid en bereikbaarheid van adequate blusmiddelen.
7.
Milieusituatie:
Ter waarborging en ter voorkoming van een milieukundig ongewenste situatie als gevolg van een ruimtelijke ingreep dient rekening gehouden te worden met: i. de mate van hinder voor de omliggende functies; ii. iii.
de gevolgen voor de externe veiligheid; de gevolgen van de aanwezigheid van gevoelige functies voor de hinderlijke functies;
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
45
iv. v.
de gevolgen voor flora en fauna in relatie met de omgeving; de gevolgen voor de bodemkwaliteit;
vi.
de gevolgen voor de (grond)waterkwaliteit;
vii. de situering van gebouwen ten opzichte van het water. 8.
Gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen
Ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken is het niet toegestaan op enig terrein zodanig te bouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, waarvan de toestand op dat moment overeenkomt met het plan, een situatie zou ontstaan die niet meer overeenkomt met het plan of waardoor een reeds bestaande afwijking van het plan zou worden vergroot. Beoordelingscriteria ontheffingen
In diverse bestemmingsplanregels van dit bestemmingsplan wordt verwezen naar een Staat van bedrijven. Hierin zijn de toegestane vormen van bedrijvigheid in het plangebied opgenomen. Deze Staat van bedrijven is ontleend aan de 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, 2009. De planregels van dit bestemmingsplan zijn opgedeeld in vier hoofdstukken: -
Hoofdstuk 1. Inleidende regels;
-
Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels;
-
Hoofdstuk 3. Algemene regels;
-
Hoofdstuk 4. Overgangs - en slotregels.
De inhoud van de verschillende hoofdstukken wordt als volgt toegelicht. 6 . 3 . 1
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
In hoofdstuk 1 worden enkele in de planregels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten. Begrippen De begripsbepalingen in artikel 1 zijn noodzakelijk bij de interpretatie van de regels. In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. De begrippen die hierin zijn opgenomen, zijn terug te vinden in de bestemmingsregels. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover geen begrippen zijn gedefinieerd, wordt aangesloten bij het normale spraakgebruik. Behalve de eerste twee begrippen zijn deze omschrijvingen alfabetisch gerangschikt. Zij zijn zoveel mogelijk gebaseerd op vaste jurisprudentie. In de loop der tijd hebben de meeste begrippen zich ontwikkeld tot een standaard, waarvan ook in dit bestemmingsplan gebruik is gemaakt. Waar nodig zijn begrippen toegevoegd, weggelaten of anderszins aangepast, afgestemd op de lokale situatie.
46
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
Wijze van meten De regels over de wijze van meten zijn in artikel 2 opgenomen. Dit artikel geeft aan hoe de hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, moeten worden gemeten. 6 . 3 . 2
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In hoofdstuk 2 van de regels worden de op de verbeelding aangegeven bestemmingen omschreven en wordt toegelicht op welke wijze de gronden en opstallen mogen worden gebruikt. Bedrijf - Recycling De bestemming Bedrijf - Recycling is toegekend aan de Grond- en Milieuservice in Bargermeer. Binnen deze bestemming is het niet mogelijk om te wonen. Voor de bestemming geldt dat de hoofdbebouwing dient te worden opgericht binnen de in de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Verder is in de verbeelding een maximum bebouwingspercentage opgenomen voor alle gebouwen, loodsen en overkappingen op het bouwperceel. Er zijn specifieke aanduidingen opgenomen voor de shredder en de puinbreker, deze mogen alleen ter plaatse van die aanduidingen worden opgericht. In de bestemming is een ontheffing van de bouwregels voor het hoofdgebouw opgenomen om het bestemmingsplan flexibeler te maken. Het hoofdgebouw mag bij ontheffing gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, indien wordt voldaan aan de in de regels gestelde voorwaarden. Groen De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de in het plangebied voorkomende groen(voorzieningen) met daarbij behorende kunstwerken van artistieke aard, fiets- en voetpaden, toegangswegen, in- en uitritten, water, nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Wel is het mogelijk om andere bouwwerken, zoals kunstwerken, erf- en terreinafscheidingen en nutsvoorzieningen te bouwen. 6 . 3 . 3
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Hoofdstuk 3 bevat regels die van toepassing zijn op meerdere bestemmingen, zodat het uit praktische overwegingen de voorkeur verdient deze in afzonderlijke artikelen onder te brengen. Anti-dubbeltelbepaling Met dit artikel wordt voorkomen dat meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt. Dit is bijvoorbeeld mogelijk als (onderdelen van) bouwpercelen van eigenaars in maatvoering verschillen en wisselen. Door verwerving van een extra (bouw)perceel of een gedeelte daarvan, kunnen de gronden niet
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
47
meegenomen worden met de berekening van de bouwmogelijkheden van het nieuwe perceel als de nieuw verworven gronden reeds meegenomen zijn bij de berekening van een eerdere bouwvergunning. Het is dus niet toegestaan gronden twee keer in te zetten om een bouwvergunning te verkrijgen. Algemene gebruiksregels De strafbepaling en de gebruiksbepalingen zijn niet langer in het plan opgenomen, aangezien dit in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (artikel 7.10) is geregeld. Bij de formulering van de algemene gebruiksregels is derhalve niet opgenomen dat het verboden is de gronden in strijd met de bestemmingsomschrijving te gebruiken, maar zijn expliciete functies uitgesloten. Algemene aanduidingsregels Onder de algemene aanduidingsregels is de gebiedsaanduiding 'geluidszone industrie' opgenomen. Binnen deze zone geldt dat een op grond van de bestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, slechts mag worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringplichtige inrichtingen van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde. Algemene ontheffingsregels De ontheffingsregels zijn regels waardoor aan de bestemmingsregels de nodige extra flexibiliteit wordt meegegeven. Het college van burgemeester en wethouders kan bijvoorbeeld een ontheffing verlenen voor de in het plan aangegeven maten tot ten hoogste 10%. De ontheffingen mogen alleen worden gebruikt indien niet op grond van een andere bepaling in deze regels ontheffing kan worden verleend. Dit betekent dat niet twee keer ontheffing kan worden verleend van eenzelfde bepalingen of dat bepalingen die extra bouwmogelijkheden geven niet cumulatief mogen worden gebruikt. 6 . 3 . 4
Hoofdstuk 4 Overgangs-
en slotregels
In hoofdstuk 4 van de regels zijn twee artikelen opgenomen, het overgangsrecht ten aanzien van gebruik en bebouwing en de slotregel waarin de citeertitel van het bestemmingsplan wordt aangehaald. Overgangsrecht In dit artikel is het overgangsecht ten aanzien van legaal bestaand gebruik en legale bestaande bouwwerken opgenomen die afwijken van de (nieuwe) bestemming. Het overgangsrecht beschermt de gevestigde belangen of rechten bij een nieuwe, van de bestaande situatie afwijkende regeling. Dit betekent dat bestaand gebruik en bestaande bouwwerken in strijd met het nieuwe bestemmingsplan, maar reeds aanwezig ten tijde van de voorgaande plannen, onder voorwaarden, mogen worden voortgezet, met als doel het uiteindelijk
48
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
beëindigen van de afwijkende situatie. Voorheen illegale bebouwing en illegaal gebruik worden met het overgangsrecht niet gelegaliseerd. Slotregel In de slotregel van het bestemmingsplan wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald. In dit geval kunnen de regels van het bestemmingsplan aangehaald worden als 'Regels van het bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen'.
6.4
Handhaving De verantwoordelijkheid voor controle en handhaving van het bestemmingsplan ligt bij de gemeente. De basis voor een werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een grondige inventarisatie van de feitelijke situatie (grondgebruik en bebouwing) van het plangebied tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan en een goede registratie van verleende vergunningen en ontheffingen. Bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan heeft een nauwgezette inventarisatie plaatsgevonden van de feitelijke situatie. De bestaande ruimtelijke situatie is in dit bestemmingsplan opnieuw vastgelegd. Daarnaast heeft bestaand beleid zijn doorwerking in de regels gekregen. Hierdoor is het juridische kader van het bestemmingsplan eigentijdser, beter toepasbaar en goed naleefbaar geworden. Van de gemeente mag worden verwacht dat wordt opgetreden als de planregels van het bestemmingsplan niet worden nageleefd. Bestemmingsplannen zijn immers bindend voor overheid en burger ter bescherming van een goede ruimtelijke kwaliteit en een veilige leefomgeving. De gemeente Emmen heeft een handhavingsbeleid ontwikkeld, waarin wordt aangegeven hoe de handhaving van het bestemmingsplan wordt opgepakt. Met het handhavingsbeleid wordt aangesloten op het programma van de landelijke Stuurgroep Handhaven op Niveau met betrekking tot het programmatisch handhaven. Dit betekent dat niet tegen alle illegale situaties wordt opgetreden, maar tegen zaken met een uitstralend effect. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een prioriteitenlijst vastgesteld door het college, dat de mate van prioriteit tot handhavend optreden aangeeft. Ongeacht de wijze waarop handhaving van het bestemmingsplan vorm krijgt, geldt voor de gemeente als eerste handhavingprioriteit de aanpak van calamiteiten met een levensbedreigend karakter, waarbij men moet denken aan instortings- en brandgevaar en asbestvervuiling. De opzet van het programmatisch aanpakken is dat niet alle illegale situaties worden opgepakt, maar wel een werkbaar aantal zaken, dat een uitstralend effect zal hebben. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een prioriteitenlijst dat de mate van prioriteit tot
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
49
handhavend optreden aangeeft. Nieuw vastgestelde bestemmingsplannen lenen zich bij uitstek voor een projectmatige aanpak.
50
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
7
M a a t s c h a p p e l i j k e b e t r o k k e n h e i d
7.1
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro en zienswijzen In het kader van het overleg is het voorontwerpbestemmingsplan naar diverse instanties verzonden. De reacties zijn opgenomen in de Nota van beantwoording. Deze Nota van beantwoording maakt integraal deel uit van het voorliggende bestemmingsplan en is toegevoegd aan de bijlagen.
7.2
Zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan P.m.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
51
8
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
De kosten die zijn gemoeid met de realisering van het plan komen ten laste van de initiatiefnemer. Per 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Met de
EXPLOITATIEPLAN
inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening rust op de gemeente de verplichting tot het verhalen van kosten bij grondexploitatie via een exploitatieplan, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd. De toepassing voor het afdwingbare kostenverhaal richt zich op bouwplannen. De definitie van wat onder een bouwplan wordt verstaan, is opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Uit dit artikel blijkt dat onder een bouwplan wordt verstaan de bouw van hoofdgebouwen van een oppervlak van 1.000 m2 of meer. Bij het voorliggende bestemmingsplan is sprake van dergelijk bouwplan. De te verhalen kosten worden limitatief opgesomd in artikelen in de lijst met kostensoorten (artikel 6.2.4 Bro). Voor het voorliggende bestemmingsplan maakt de gemeente alleen kosten voor het opstellen en begeleiden van het bestemmingsplan. De noodzakelijke onderzoeken zoals de natuurtoets en dergelijke komen voor rekening van de aanvrager. Voor het opstellen van een bestemmingsplan brengt de gemeente overeenkomstig de door de raad vastgestelde Legesverordening de werkelijke kosten in rekening. De kosten van het maken van het voorliggende bestemmingsplan worden in dit geval in zijn geheel gedekt door de legesinkomsten. Door het voldoen van de legesbijdrage is kostenverhaal in dit geval dus anderszins verzekerd. Er hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
095.00.03.38.00.toe - Bestemmingsplan Bargermeer, Grond- en Milieuservice Emmen 12 oktober 2010
53
B i j l a g e n 1.
Wateradvies
2.
Luchtkwaliteit
3.
Nota van beantwoording
Bijlage 1 - Wateradvies
Van: watertoets watertoets [mailto:
[email protected]] Verzonden: donderdag 14 januari 2010 10:58 Aan: Martijn Tiggelaar CC: Marcel Siemonsma;
[email protected] Onderwerp: Wateradvies open recyclingbedrijf Willem Schoutenstraat teEmmen, Dossiercode: EMM-EMM-09-0225
Geachte heer Tiggelaar, Op 4 december 2009 heeft waterschap Velt en Vecht uw verzoek om een wateradvies ontvangen. Het betreft een bestemmingsplan wijziging op het bedrijventerrein Bargermeer aan de Willem Schoutenstraat te Emmen. Het gaat hierbij om een perceel waar al de bestemming bedrijven op ligt. Op dit perceel gaat een open recyclingbedrijf zich vestigen. Uit uw informatie blijkt dat: het verharde oppervlak toeneemt met meer dan 1500 m2; het hemelwater van de nieuw aan te brengen gebouwen, bouwwerkenen/of verharding afgevoerd wordt van het perceel door lozing op een waterpartij, watergang of op de riolering. Compenserende maatregelen door de toename verharding zijn voor dit plan niet nodig. In het verleden zijn voor het bestemmingsplan bedrijventerrein Bargermeer hierover afspraken gemaakt tussen de gemeente Emmen en waterschap Velt en Vecht. Een belangrijk criterium is de waterkwaliteit. Verontreinigde stoffen hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Emissies van verontreinigingen naar grond- en oppervlaktewater moeten voorkomen worden. Concreet betekent dit dat er maatregelen genomen moeten worden om verontreinigingen terug te dringen. Hiervoor is op dit moment in kader van de WVO vergunning overleg tussen de initiatiefnemer (dhr. Van Venetiën) en het waterschap (dhr. Van de Werf). Hemelwater van daken mag wel rechtstreeks op het oppervlaktewater, om vervuiling te voorkomen is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende (bouw-)materialen. Wel is hierbij wellicht de Keur van het waterschap van toepassing. Wanneer voornoemde opmerkingen in het plan worden meegenomen heeft waterschap Velt en Vecht geen bezwaar. Hoogachtend, Lammert Lasker, Medewerker watertoets Waterschap Velt en Vecht Postbus 330 7740 AH Coevorden
Bijlage 2 – Luchtkwaliteit
Willem Schoutenstraat 20 (excl. bedr.)
Willem Schoutenstraat 20 (incl. bedr.)
emmen
259621 530386
1200
Intensiteit
Plaats emmen
X(m) Y(m) (mvt/etm) 259621 530386 840
1200
naam
259621 530386
Straat
Willem Schoutenstraat 20 (incl. bedr.)
2020
Willem Schoutenstraat 20 (excl. bedr.)
emmen
Intensiteit
Plaats emmen
X(m) Y(m) (mvt/etm) 259621 530386 840
1200
naam
259621 530386
Straat
Willem Schoutenstraat 20 (incl. bedr.)
2015
Willem Schoutenstraat 20 (excl. bedr.)
naam
emmen
Intensiteit
X(m) Y(m) (mvt/etm) 259621 530386 840
Straat
Plaats emmen
2011
0,56
0,75
licht
Fractie
0,56
0,75
licht
Fractie
0,56
0,75
licht
Fractie
0,24
0,15
middel
Fractie
0,24
0,15
middel
Fractie
0,24
0,15
middel
Fractie
0,2
0,1
zwaar
Fractie
0,2
0,1
zwaar
Fractie
0,2
0,1
zwaar
Fractie
0
0
autob.
Fractie
0
0
autob.
Fractie
0
0
autob.
Fractie
10
10
beweg.
Parkeer
10
10
beweg.
Parkeer
10
10
beweg.
Parkeer
Normaal stadsverkeer
Normaal stadsverkeer
type
Snelheids
Normaal stadsverkeer
Normaal stadsverkeer
type
Snelheids
Normaal stadsverkeer
Normaal stadsverkeer
type
Snelheids
Weg
Beide zijden van ...
Beide zijden van ...
type
Weg
Beide zijden van ...
Beide zijden van ...
type
Weg
Beide zijden van ...
Beide zijden van ...
type
1
1
factor
Bomen
1
1
factor
Bomen
1
1
factor
Bomen
Afstand
10
10
tot wegas
Afstand
10
10
tot wegas
Afstand
10
10
tot wegas
Fractie
0
0
stagnatie
Fractie
0
0
stagnatie
Fractie
0
0
stagnatie
Invoergegevens luchtkwaliteit
Uitvoergegevens luchtkwaliteit 2011 en 2015
rekenaar, vrij. 9.0 Grond- en Milieuservice Emmen bv 2011 Meerjarige meteorologie 6 dagen 4 µg/m3
0 0
17 17,1
20,8 20,8
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) plandrempel
PM10 (µg/m3)
0 0
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) grenswaarde
12,6 12,6
Jm achtergrond
14,4 16,5
PM10 (µg/m3)
530386 530386
Jaargemiddelde
259621 259621
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) plandrempel
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
Y
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) grenswaarde
emmen emmen
X
Jm achtergrond
Straatnaam
Jaargemiddelde
Plaats
NO2 (µg/m3)
1 1 1 1 NO2 (µg/m3)
Resultaten 2011 Rapportage no2pm10 Naam Versie Stratenbestand Jaartal Meteorologische conditie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Schalingsfactor emissiefactoren Personeneauto's Middelzwaar verkeer Zwaar verkeer Autobussen
3 3
0 0
NO2 (µg/m3)
Jm bijdrage RijksNO2 wegen (µg/m3)
Jm bijdrage Rijks- fNO2 wegen (µg/m3)
NO2 (µg/m3)
O3 (µg/m3)
O3 (µg/m3)
O3 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
Jm achtergrond GCN
Jm bijdrage Schiphol
Jm achtergrond Sanerings-tool
Jm achtergrond GCN
Jm bijdrage Schiphol
Jm achtergrond Sanerings-tool
Jm achtergrond GCN
Jm bijdrage Rijkswegen
259621 259621
530386 530386
12,5 12,5
12,6 12,6
0,3 0,3
0,1 0,1
0 0
48,7 48,7
48,7 48,7
0 0
20,8 20,8
20,8 20,8
0 0
NO2 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
Y
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) plandrempel
PM10 (µg/m3)
X
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) grenswaarde
Jaargemiddelde
Jm achtergrond
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) grenswaarde
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) plandrempel
Resultaten 2015 Rapportage no2pm10 Naam Versie Stratenbestand Jaartal Meteorologische conditie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Schalingsfactor emissiefactoren Personeneauto's Middelzwaar verkeer Zwaar verkeer Autobussen
Y
Jm achtergrond
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
NO2 (µg/m3) emmen emmen
X
Jm achtergrond Sanerings-tool
Straatnaam
NO2 (µg/m3)
Plaats
Achtergrondgegevens
Jaargemiddelde
Achtergrondgegevens NO2
259621 259621
530386 530386
13 14,7
11,5 11,5
0 0
0 0
16,4 16,6
20,3 20,3
2 2
0 0
rekenaar, vrij. 9.0 Grond- en Milieuservice Emmen bv 2015 Meerjarige meteorologie 6 dagen 4 µg/m3 1 1 1 1
Plaats
Straatnaam
emmen emmen
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
O3 (µg/m3)
O3 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
Jm bijdrage Schiphol
Jm achtergrond Sanerings-tool
Jm achtergrond GCN
Jm bijdrage Rijkswegen
0,1 0,1
Jm achtergrond GCN
0,2 0,2
O3 (µg/m3)
11,5 11,5
Jm achtergrond Sanerings-tool
11,4 11,4
NO2 (µg/m3)
530386 530386
Jm bijdrage Schiphol
259621 259621
Jm bijdrage Rijks- fNO2 wegen (µg/m3)
Y
Jm bijdrage RijksNO2 wegen (µg/m3)
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
NO2 (µg/m3)
emmen emmen
X
Jm achtergrond GCN
Straatnaam
NO2 (µg/m3) Plaats
Achtergrondgegevens
Jm achtergrond Sanerings-tool
Achtergrondgegevens NO2
0 0
49,5 49,5
49,4 49,4
0 0
20,3 20,3
20,3 20,3
0 0
Uitvoergegevens luchtkwaliteit 2020 rekenaar, vrij. 9.0 Grond- en Milieuservice Emmen bv 2020 Meerjarige meteorologie 6 dagen 4 µg/m3
0 0
15,4 15,5
19,3 19,3
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) plandrempel
PM10 (µg/m3)
0 0
# Overschrijdingen PM10 (µg/m3) grenswaarde
9,3 9,3
Jm achtergrond
10,2 11,2
PM10 (µg/m3)
530386 530386
Jaargemiddelde
259621 259621
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) plandrempel
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
Y
NO2 # Overschrijdingen (µg/m3) grenswaarde
emmen emmen
X
Jm achtergrond
Straatnaam
Jaargemiddelde
Plaats
NO2 (µg/m3)
1 1 1 1 NO2 (µg/m3)
Resultaten 2020 Rapportage no2pm10 Naam Versie Stratenbestand Jaartal Meteorologische conditie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Resultaten inclusief zeezoutcorrectie Schalingsfactor emissiefactoren Personeneauto's Middelzwaar verkeer Zwaar verkeer Autobussen
1 1
0 0
O3 (µg/m3)
O3 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
PM10 (µg/m3)
Jm bijdrage Schiphol
Jm achtergrond Sanerings-tool
Jm achtergrond GCN
Jm bijdrage Rijkswegen
0,1 0,1
Jm achtergrond GCN
0,1 0,1
O3 (µg/m3)
9,3 9,3
Jm achtergrond Sanerings-tool
9,3 9,3
NO2 (µg/m3)
530386 530386
Jm bijdrage Schiphol
259621 259621
Jm bijdrage Rijks- fNO2 wegen (µg/m3)
Y
Jm bijdrage RijksNO2 wegen (µg/m3)
Willem Schoutenstraat 20 (excl. uitbr.) Willem Schoutenstraat 20 (incl. uitbr.)
NO2 (µg/m3)
emmen emmen
X
Jm achtergrond GCN
Straatnaam
NO2 (µg/m3) Plaats
Achtergrondgegevens
Jm achtergrond Sanerings-tool
Achtergrondgegevens NO2
0 0
50,9 50,9
50,9 50,9
0 0
19,3 19,3
19,3 19,3
0 0
Bijlage 3. Nota van beantwoording