Beste ouders, In dit informatieboekje voor groep 3 en 4 staan voor u enkele belangrijke zaken, zoals ons lesrooster, informatie over de vakken die worden gegeven en enkele huishoudelijke mededelingen. Het is een boekje met veel informatie over het dagelijkse gebeuren in deze groepen. Mocht u vragen hebben, dan kunt u altijd bij ons terecht. Ook mag u altijd vóór of na schooltijd in de klas komen om iets te bekijken, te vragen of te bespreken.
Met vriendelijke groet, juf Annette, juf Kimberley
Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave Dalton Lesroosters Vakspecifiek groep 3 Vakspecifiek groep 4 Gymrooster 2014-2015 Zorg Verjaardag vieren Tafelkaart Thuis oefenen met technisch lezen
Dalton CBS De Wingerd is sinds november 2012 een ‘officiële’ Daltonschool Hieronder staan samengevat de speerpunten van het Daltononderwijs. Daltononderwijs is een onderwijsvorm waarbij niet de inhoud van de leerstof verandert (aantal vakken en hoeveelheid leerstof blijven hetzelfde), maar de wijze waarop de leerstof wordt aangeboden. Naast het bijbrengen van kennis en vaardigheden komen ook zaken als opvoeding, begeleiding naar volwassenheid en voorbereiding op de maatschappij duidelijker aan de orde. Bij dit alles gaat het Daltononderwijs uit van zes principes: 1. Verantwoordelijkheid 2. Zelfstandigheid 3. Samenwerken 4. Effectiviteit en doelmatigheid 5. Reflectie 6. Borging Een zeer belangrijk hulpmiddel om dit alles te bereiken is “de taak”. Hieronder bespreken wij de eerste 3 principes, aangezien de andere nog vrij nieuw zijn en het team nog bezig is om deze goed te beschrijven en in te passen in ons onderwijs. Verantwoordelijkheid Een van de kenmerken van een Daltonschool is het verantwoordelijkheidsprincipe. Voor het kind is het leren hanteren ervan een proces dat langzaam verloopt. De school zal in een geleidelijk proces het kind vertrouwd moeten maken met dat principe en daaraan inhoud moeten geven. De spelende kleuter en de 12-jarige zullen ieder op hun eigen manier in verschillende mate die verantwoordelijkheid ervaren. Zij hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontplooien. Dit alles binnen bepaalde grenzen en afspraken. Alle kinderen
zullen in dit proces naar verantwoordelijkheid op een individuele manier worden begeleid. Het principe verantwoordelijkheid krijgt zo voor het kind inhoud en zal uitgroeien tot een verantwoordelijkheidsgevoel voor het eigen functioneren. Ook wordt het kind geleerd verantwoordelijk te zijn in: de keuze van de volgorde waarin het zijn opdrachten wil afwerken, het raadplegen van hulpbronnen, het halen van materialen, hulp vragen aan medeleerlingen of aan de leerkracht, de besteding en verdeling van zijn tijd. De verantwoordelijkheid stimuleren we ook door kinderen kritisch te laten kijken naar hun eigen gedrag en door de kinderen eerst zoveel mogelijk eerst zelf het gemaakte werk na te laten kijken. De kinderen zijn niet alleen medeverantwoordelijk voor de te beheersen leerstof, maar dragen ook verantwoordelijkheid voor de gebruikte materialen, het op orde houden van lokaal, school en speelplaats en het rekening houden met elkaar. Verantwoordelijkheid is geen gegeven, maar iets dat geleerd moet worden. De leerkracht moet dan ook mogelijkheden bieden waarin de kinderen leren verantwoordelijkheden te dragen. Zelfstandigheid Op een Daltonschool ligt een groot accent op de zelfstandigheid. Zelfstandigheid houdt in zelfwerkzaamheid, het eerst zelf naar oplossingen proberen te zoeken, al dan niet met behulp van hulpbronnen of hulp van een leerkracht of andere leerlingen. Kinderen willen graag actief, zelfontdekkend bezig zijn. Op een Daltonschool krijgen de kinderen hiervoor de ruimte. Na een korte klassikale of individuele instructie door de leerkracht gaan de leerlingen direct aan het werk om de aangeboden stof te verwerken. Hierdoor worden de kinderen direct zelf aan het denken gezet. Dit actief probleemoplossend leren levert betere begripsvorming en denkstructuren op bij de kinderen. Hierdoor wordt de effectieve leertijd beter gebruikt.
Samenwerken In de maatschappij is samenwerken, het werken in teamverband, belangrijk. In een Daltonschool krijgen de kinderen de gelegenheid elkaar te helpen bij spel en werk. Dit kan bijvoorbeeld zowel bij het spelen in de bouwhoek in de onderbouw, als bij het maken van een rekenopdracht in de bovenbouw zijn. Het samenwerken geldt voor het werken aan de taken en bij het groepswerk. Het samenwerken heeft een tweeledig doel: Het vergroten van het leereffect doordat leerlingen elkaar om hulp kunnen vragen bij het oplossen van een probleem, waarbij gekeken wordt naar een win-win situatie. Wat levert het voor beide leerlingen op? Het bevorderen van de sociale ontwikkeling doordat leerlingen bij het samenwerken rekening dienen te houden met anderen en leren iets voor elkaar over te hebben. Ook samenwerken moet worden geleerd. Zo betekent het hulp verlenen aan anderen niet dat er mag worden voorgezegd, maar dat de leerlingen elkaar op het goede spoor helpen. Verder dient het zo te zijn dat het elkaar vragen om hulp op een sociaal aanvaardbare wijze dient te gebeuren. Het principe samenwerken betekent dus onder andere dat leerlingen elkaar helpen door: het stellen van vragen aan andere leerlingen, het samen zoeken naar een oplossing voor een bepaald probleem, elkaar suggesties geven. We starten dan ook in de onderbouw al met het samenwerken in tweetallen; het maatjeswerk. In de loop van de schooltijd wordt dat verder uitgebouwd naar coöperatief leren. Een toets of proefwerk maakt iedereen uiteraard alleen. De taak De taak is een belangrijk middel om de drie principes van het Daltononderwijs te bereiken. De aan te bieden leerstof wordt verdeeld in taken. Dit kunnen zowel dagtaken als weektaken zijn; afhankelijk van de leerstof en de groep. Op de taakbrief staat de basistaak voor de vastgestelde periode (dag, week) vermeld. Een gemaakt/beheerst onderdeel wordt door de kinderen afgekleurd met de dagkleur,
waardoor de leerkracht een snel en duidelijk overzicht heeft van de vorderingen van alle leerlingen in de groep. De voordelen van Daltononderwijs De kinderen krijgen ruimte om in eigen tempo te werken. De kinderen kunnen meer tijd besteden aan vakken waarin ze minder goed zijn en minder tijd aan vakken waarin ze goed zijn. Dit doen we d.m.v. het aanbieden van plustaken en verrijkingsstof De weektaak geeft de leerkracht tijd (en ruimte) om leerlingen te helpen aan de instructietafel. (Hoog)begaafde kinderen gaan dieper op de stof in. Kinderen leren plannen en hun werk in te delen, hetgeen in het voortgezet onderwijs goed van pas komt. Kinderen leren samenwerken, waardoor er meer respect voor elkaar ontstaat, er rekening met elkaar wordt gehouden en zo komen tot betere leerresultaten. Kinderen leren waar mogelijk verantwoordelijk te zijn voor hun werk, materiaal en voor elkaar.
Lesrooster groep 3/4 Schooljaar 2014-2015 Maandag 8.30
Leescircuit
lekker lezen/leescircuit
9.00
Dag opening
Dagopening
9.15
Veilig leren lezen instructie
Bloon : dictee woorden overschrijven
9.30
Vll Taaktijd
Taal instructie
10.00
pauze
pauze
10.30
Stil lezen / verlengde instructie
stillezen/ verlengde instructie
10.45
Rekenen instructie
rekenen: automatiseren
11.00
Rekenen taaktijd
Rekenen instructie
11.30
Extra instructie
Rekenen taaktijd
12.00
pauze
pauze
13.15
Keuzewerk
Keuze werk
14.30
gym
gym
8.30
Tutor lezen
tutorlezen
8.45
dagopening
dagopening
9.00
Veilig leren lezen instructie
Taaktijd
9.30
Vll taaktijd
Taal instructie
10.00
pauze
pauze
10.30
Stil lezen
Stillezen
10.45
Rekenen instructie
rekenen: automatiseren
11.15
Rekenen taaktijd
Rekenen instructie /taaktijd
12.00
pauze
pauze
13.15
verkeer
verkeer
13.45
Kansrijke taal
Kansrijke taal
14.15
crea
crea
8.30
lezen
lezen
8.45
dagopening
dagopening
9.00
Veilig leren lezen instructie
Taaktijd
9.15
VLL taaktijd
Taal instructie
9.50
eten en drinken
eten en drinken
Dinsdag
Woensdag
10.00
Gym
Gym
11.15
rekenen
rekenen
12.00
Boekjeskring
Boekbespreking
8.30
Tutor lezen
Tutorlezen
8.45
dagopening
dagopening
9.00
Veilig leren lezen instr.
Taaktijd (spelling)
9.30
Vll taaktijd
Taal, taaktijd
10.00
pauze
pauze
10.30
dictee
Dictee / spelling
10.45
Rekenen instructie
Rekenen automatiseren
11.00
Rekenen taaktijd
Rekenen instructie/taaktijd
11.30
schrijven
schrijven
13.15
school tv
school tv
13.30
VLL kopieerbladen
Goed gelezen
14.15
muziek
AMV
8.30
Leescircuit
Lekker lezen/ leescircuit
9.00
Dagopening
Dagopening
9.15
Veilig leren lezen instructie
Taaktijd
9.35
VLL taaktijd
10.00
pauze
pauze
10.30
Dictee
Dictee
10.45
rekenen instructie
rekenen: automatiseren
11.00
rekenen taaktijd
Rekenen instructie/taaktijd
11.30
11.30 schrijven / taakbrief evalueren
schrijven / taakbrief evalueren
Donderdag
Vrijdag
Vakspecifiek – groep 3 Rekenen We gebruiken de nieuwe methode “Pluspunt”. De kinderen leren de getalsymbolen herkennen en schrijven van 1 t/m 20, en leren werken met een getallenlijn, om zo de volgorde van de getallen te kennen. Voor het optellen en aftrekken van getallen oefenen we met getalsplitsingen en het samenvoegen van getallen. We maken daarbij veel gebruik van de zogenaamde “bussommen”.
Een stap verder leren ze de “pijlsommen”.
In groep 3 leren we werken met het “rekenrekje”. Dit rekje bestaat uit twee staven met elk 10 kralen (witte en rode). De kinderen leren op deze manier getalbeelden herkennen. Eind groep 3 kennen de kinderen de telrij t/m 30. We gebruiken ook rekenspelletjes, fiches, blokjes en ander materiaal. Op de computer gebruiken we het programma behorende bij “Pluspunt”.
Taal We werken met de methode “Veilig Leren Lezen”, 2e maanversie. Ongeveer om de dag leren we een nieuw woord aan, totdat we alle 38 woorden hebben gehad die bij de “Maan-roos-vis” versie aan bod komen.
Bij ieder nieuw woord zijn er verschillende activiteiten die aan bod komen, zoals: het Klikklak-boekje, het werkboek, het leesboek, de kaartjes uit de woordendoos, de spelletjes van de speelleessets , de letterdoos, de stempels en het computerprogramma. We werken veel met het digibord.
Schrijven
We zijn in 2006 met de schrijfmethode: “Novoskript”. Deze methode is ontwikkeld door Ton Baan, gespecialiseerd in motorische ontwikkelingen bij kinderen en Jos Bruschke, specialist op het gebied van schrijfdidactiek. Met de nieuwste inzichten op het gebied van motoriek en schrijven en de aanbevelingen van wetenschappelijk onderzoek hebben zij Novoskript ontwikkeld. Alle schrijf- en bewegingsopdrachten zijn door beide auteurs in de praktijk uitgebreid getest op o.a. functionaliteit, creativiteit en veelzijdigheid. Novoskript is bekend op de bijzondere balans tussen motorische activiteiten en schrijfoefeningen. Het motoriek gedeelte van Novoskript biedt heel veel verschillende bewegingsactiviteiten voor groep 1 t/m 8. Het schrijfgedeelte in de groep 3, 4 en 5 richt zich op het oefenen van letters en cijfers, verbindingen en hoofdletters. Voor de groepen 6, 7 en 8 is er een methode voor temposchrijven en worden drukletters aangeleerd.
Vakspecifiek – groep 4 Rekenen We gebruiken de nieuwe methode “Pluspunt”. De leerlingen werken in een werkboek en een toetsboek. In de eerste helft van groep 4 wordt een heel aantal zaken aangeleerd, o.a.: -
telrij opzeggen t/m 50
-
door- en terugtellen met sprongen van 2, 5, 10 en 20 vanaf een willekeurig punt op een papieren getallenlijn
-
hoeveelheden op een getallenlijn plaatsen, t/m 100
-
hoeveelheden t/m 100 schatten en vergelijken
-
- en + sommen t/m 10 met 1 meer of minder snel, uit het hoofd, uitrekenen
-
Handig optellen t/m 20
-
Optellen en aftrekken met hele tientallen (50+10, 60-20)
-
Omgaan met het begrip vermenigvuldigen
-
Dagen aflezen op een jaarkalender
-
Hele en halve uren aflezen op een analoge klok
-
Onder de €50 een bedrag samenstellen met munten en biljetten
-
Rechte en gebroken lijnstukken meten in centimeters
-
Grafieken aflezen van een staafdiagram En nog een hele lijst meer! Geïnteresseerden kunnen altijd even langskomen om in de handleiding de rest van deze lijst door te lezen…
Taal Onze taalmethode “Taal op Maat” gaat er vanuit dat taalgebruik 3 hoofdfuncties kent: Functie 1: met behulp van taal kunnen mensen met elkaar communiceren. Functie 2: met behulp van taal kunnen we greep krijgen op de wereld om ons heen. Functie 3: met behulp van taal kunnen we ook uiting geven aan onze (diepste) gevoelens en gedachten. De methode deelt daarom de lessen in 4 domeinen in: 1. spreken en luisteren 2. woordenschat 3. taalbeschouwing 4. stellen
De methode bevat een taalboek, waarbij tot januari een werkboek wordt gebruikt, daarna worden de opdrachten in een schrift gemaakt. Uit het taalboek maken we in principe elke dag een les. Na elk hoofdstuk (bestaande uit 2 thema’s) volgt een toets. Na elke toets volgen twee differentiatie lessen. Uw kind krijgt de gemaakte taaltoets mee naar huis, zodat u ook het resultaat van uw kind kunt bekijken. Daarnaast heeft de methode Taal op Maat een spellingwerkboek waaruit we 2 lessen per week maken. We maken 1 keer per week een dictee dat o.a. thuis geleerd wordt. Na elke eenheid van spelling volgt een controle dictee. Dit dictee staat niet in het dicteeboekje en hoeft dus ook niet van te voren worden geleerd.
Lezen groep 4 Lezen doen we op veel verschillende manieren. Zo is er het stillezen, technisch lezen en begrijpend lezen. Voor het stillezen hebben de kinderen allemaal een boek in het vak. Dit boek mogen ze zelf uit kiezen en is een boek op het eigen lees- niveau. Hierin mogen ze lezen als ze ‘s morgens en ‘s middags binnenkomen of wanneer ze klaar zijn met hun andere werk. Voor het technisch lezen werken we uit de methode: “Lekker lezen”. Deze methode gaat uit van het eigen AVI niveau van de kinderen, en sluit goed aan bij het Daltononderwijs, waar wij als school voor gekozen hebben. Ouderhulp is zeer wenselijk tijdens Lekker lezen, u kunt u hier voor opgeven bij de leerkracht. Er staat twee keer in de week tutorlezen op het lesrooster : dinsdag- en donderdagochtend om 8.30u. Kinderen met hogere AVI niveaus zijn de tutoren van kinderen met lagere AVI niveaus. We werken hiermee groepsdoorbrekend van groep 3 t/m 8. Bij begrijpend lezen gaat het erom, de naam zegt het al, dat kinderen strategieën leren om de teksten die ze lezen ook daadwerkelijk te begrijpen. De methode die we gebruiken heet “Goed Gelezen”.
Er wordt uitgegaan van 1 leerkrachtgebonden les per week en 1 les waarin de kinderen zelfstandig met een kaartenbak werken. Ze kunnen deze lessen ook zelf nakijken en registreren. Ook wordt de Cito-hulpmap gebruikt bij lessen begrijpend lezen, dit om de wennen aan de CITO manier van vragen stellen.
Schrijven: We werken in groep 4 ook met de methode “Novoskript” van Ton Baan, zie verder de informatie bij “Schrijven, groep 3” Nieuw is het schrijven in een reken- en taalschrift. Er gaat, zeker in het begin van het schooljaar, veel tijd zitten in het aanleren van ‘hoe te schrijven in een schriftje’. In groep 4 schrijven we het hele jaar nog met een potlood.
Huiswerk groep 4 In groep 4 krijgen de kinderen voor de volgende “vakken” huiswerk mee. Dictee: Alle kinderen krijgen een dicteeboekje mee naar huis, hierin staan alle dicteewoorden die geleerd dienen te worden. De data van het afnamemoment staan erbij. Op maandag schrijven de kinderen het dictee over met het zogenaamde ‘Bloon-blad’, dit blad gaat maandag ook mee naar huis, zodat u thuis kunt zien met welke woorden uw kind eventueel nog moeite heeft. De kinderen oefenen het dictee ook op www.bloon.nl Alle kinderen krijgen binnenkort een gebruikersnaam en wachtwoord voor deze site, hiermee kunnen de dicteewoorden ook via internet (thuis) geoefend worden. Het woorddictee wordt op vrijdag afgenomen, na elke 3 weken is er een controledictee over de geleerde oefenstof. Dit controledictee kan niet van tevoren geleerd worden, het dient, zoals de naam al doet vermoeden, ter controle van de aangeboden spellingcategorieën. Rekenen: Ieder kind krijgt een tafelkaart mee naar huis. Het is erg gemakkelijk wanneer kinderen de tafels goed kennen. Ze maken dan minder fouten en zijn vaak eerder klaar met de sommen. In groep 4 leren we de tafels van 0 t/m 5 en de tafel van 10.
De leerlingen leren de tafels thuis, maar we oefenen natuurlijk ook regelmatig op school. In dit informatie boekje vindt u ook een tafelkaart.
Tip: Help uw kind met het huiswerk, door bijv. hem/ haar te overhoren. Het is altijd prettig voor een kind om te weten, dat hij/ zij het huiswerk kent. Mocht het een keer gebeuren dat door bepaalde omstandigheden het huiswerk niet gedaan kan worden, laat u het dan even weten, dan kunnen we er rekening mee houden.
Bijbelse geschiedenis: We werken met de methode “Kind op Maandag”. Een methode waarin de verhalen uit de bijbel en het woord van God centraal staan. De methode volgt het kerkelijk jaar en sluit tevens aan bij “Kind op Zondag” Ook leren we bijna elke week een lied, passend bij het verhaal of gebeurtenissen in de groep. Bij “Kind op Maandag” hoort een cd met liedjes, die te maken hebben met de verhalen uit deze methode. We zingen ook veel uit bijvoorbeeld “Zitten of opstaan” en “Kom aan boord”.
Kansrijke Taal Naast de ‘gewone’ methode Taal op Maat zijn er nog Kansrijke Taallessen. Deze creatieve lessen worden gebruikt als aanvulling op de methode en heeft een aantal speerpunten: 1. Een uitdagende taal/leesomgeving 2. Veel aandacht voor betekenisvolle inhouden 3. Gericht op zelfstandigheid 4. Kinderen werken altijd aan een product 5. Veel creativiteit en eigen inbreng 6. Versterking van de leesbeleving 7. Verbreding van de woordenschat
Enkele vormen van Kansrijke Taal zijn de wenskist, het gedichtenkrat, de interessante boekenhoek, de lekker lezen hoek en de maak-een-boek-hoek.
Biologie In de methodes ‘Veilig de wereld in “ komen allerlei onderwerpen aan de orde . Van insecten tot het maken van meel enz. Ook volgen we de afleveringen van “Huisje boompje beestje”. We behandelen de onderwerpen zoveel mogelijk in die periode van het jaar waar ze bij horen.
Verkeer We gebruiken de verkeerskrant van veilig verkeer Nederland : “Stap Vooruit”. De leerstof past bij de leeftijd en het leesniveau van kinderen uit groep 3 en 4. De aangeboden verkeerskennis en de situaties sluiten aan bij het gedrag van het kind als voetganger, passagier en fietser. “Stap Vooruit” verschijnt 8 keer per jaar en heeft een doorgaande lijn t/m groep 8.
Gymnastiek: Uit de methode: “Basislessen Bewegingsonderwijs” (spel en toestel), is een jaarrooster samengesteld. Alle groepen werken met dit jaarrooster. Dit heeft het voordeel, dat de groep die het eerst gymt op een dag alles in de basisopstelling klaarzet. De laatste groep ruimt alles weer op.
In dit boekje vindt u een ouderhulp-rooster voor de gymlessen. Mocht een datum niet schikken, wilt u dan onderling alstublieft ruilen?
Muziek: Groep 4 heeft op donderdagmiddag AMV1 van juf Ineke Kragt (ICO), groep 3 krijgt muziekles van juf Kimberley en is er extra aandacht m.b.t. lezen, rekenen e.d. De muzieklessen komen uit de methode “Muziek, moet je doen!” De methode gaat uit van drie aspecten: -
Klank ( klankeigenschappen, ordening van de klank)
-
Vorm ( vormprincipes en vormen, bijv. herhaling, refrein)
-
Betekenis en functie ( bijv. programmamuziek, stemming en sfeer)
Bij de methode horen cd’s. Op deze cd’s staan o.a. de te leren liedjes, spreekteksten en instrumentale fragmenten. In de methode “Moet je doen“ spelen de kinderen zelf op muziekinstrumenten. De volgende instrumenten zullen o.a. worden gebruikt: - maracas - klokkenspel - triangel - schellenraam - tamboerijn - handtrom - xylofoon
Computers In het lokaal van groep 3/4 hebben we 3 computers tot onze beschikking. We proberen dagelijks de computer bij onze lessen te gebruiken. We gebruiken de computers o.a. bij rekenen, taal en de oefeningen v.w.b. de woordenschat (m.b.v. het programma Ambrasoft) Op Internet wordt door de leerkracht zelf sites aangeleverd die de kinderen mogen bezoeken. Het digibord wordt ingezet bij diverse lessen.
Sociale Talenten Door middel van deze methode bereiden we de leerlingen voor op deelname aan de maatschappij en geven we ze inzicht in de sociale structuren van de maatschappij. Alleen dan kunnen ze later een goede positie in de maatschappij verwerven. In het alledaagse leven betekent dat: je verantwoordelijkheid nemen, betrokkenheid tonen enz. Enkele onderwerpen die in groep 3/4 behandeld worden, zijn: Jezelf presenteren, kritiek geven, vriendschap, een taak aanpakken, aanwijzingen opvolgen.
Gymrooster 2014-2015 Op maandagmiddag en woensdagochtend hebben de kinderen van groep 3/4 samen gymnastiekles in de MFA in het dorp. Op maandag van 14.15 uur-15.15 uur en op woensdag van 10.00 uur -11.00 uur. Op maandagmiddag mogen de kinderen na de gymles naar huis. Kleding: wit T-shirt, sportbroekje en stevige sportschoenen. Tijdens de lessen wordt uw hulp zeer op prijs gesteld. Wij zijn zo vrij geweest om via onderstaand rooster iedereen alvast in te delen Natuurlijk kunt u onderling ruilen als een bepaalde datum niet past. Alvast bedankt! maandag
ouder/verzorger
woensdag
ouder/verzorger
8 sept
Joris
De lessen t/m 3 dec op woensdag worden
15 sept
Jessy
verzorgd door stagiaires.
22 sept
Scharissa
29 sept
Suus
6 okt.
Valerie
herfstvakantie 20 okt.
Lisanne
27 okt.
Aileen
3 nov.
Esther
10 nov.
Florian
17 nov.
Daphne
24 nov.
Lucgabrie
1 dec.
Linde
8 dec.
Selina
10 dec
Cristian
15 dec.
Joah
17 dec
Cem
5 jan.
Daniel, Mikael
7 jan.
Lisanne
12 jan.
Joris
14 jan.
Aileen
19 jan.
Jessy
21 jan.
Esther
26 jan.
Scharissa
28 jan.
Linde
kerstvakantie
2 febr.
Suus
4 feb
Selina
9 febr.
Valerie
11 feb
Joah
16 feb
Florian
18 feb
Cristian
2 maart
Daphne
4 mrt.
Cem
9 maart
Lucgabrie
11 mrt.
Suus
16 maart
Joris
18 mrt.
Valerie
23 maart
Jessy
25 mrt.
Lisanne
30 maart
Scharissa
1 april
Aileen
8 april
Esther
voorjaarsvakantie
tweede paasdag 13 april
Florian
15 april
Daphne
20 april
Linde
22 april
Lucgabrie
29 april
schoolfotograaf
schoolreisje
20 mei
Daniel, Mikael
tweede pinksterdag
27 mei
Cristian
Koningsdag meivakantie
1 juni
Selina
3 juni
Cem
8 juni
Joah
10 juni
Suus
15 juni
Joris
17 juni
Valerie
22 juni
Jessy
24 juni
Lisanne
29 juni
Scharissa
zomervakantie
ZORG Alle leerkrachten toetsen en observeren regelmatig de vorderingen van de leerlingen. Dit doen we met toetsen uit de methoden, maar ook met het CITO leerlingvolgsysteem (deze toetsen worden afgenomen in januari en juni). De uitkomsten, die worden bijgehouden in het leerlingendossier, van de CITO toetsen worden weergegeven in niveaus: Niveau I
: goed (boven gemiddeld)
Niveau II
: ruim voldoende (boven gemiddeld tot gemiddeld)
Niveau III
: voldoende (gemiddeld)
Niveau IV
: onvoldoende (onder gemiddeld)
Niveau V
: onvoldoende (ruim onder gemiddeld)
Een leerling kan tijdelijk individuele begeleiding of begeleiding in een kleine instructiegroep krijgen. De leerkracht stelt dan een handelingsplan of een groepsplan op eventueel in samenspraak met de MIB-er. In een handelingsplan of groepsplan staat omschreven wat de inhoud is van een extra maatregel, om een leerling te helpen. Zo’ n extra maatregel kan worden genomen naar aanleiding van: -
het CITO leerlingvolgsysteem: Alle leerlingen met een IV score op de CITO toetsen krijgen een individueel handelingsplan. Alle kinderen met een IV score worden opgenomen in een groepsplan.
-
leerprestaties in de klas (zowel naar boven als naar onder toe)
-
gedrag
De uitvoering zal zoveel mogelijk plaats vinden in de klas door de leerkracht zelf. Er wordt één op één gewerkt of in een klein groepje, aan de meest elementaire zaken van het onderwijs, zoals taalontwikkeling, voorbereidend lezen, voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, schrijven, spelling of de sociaal emotionele ontwikkeling.
Hebben de MIB-er en de leerkracht na de extra begeleiding meer hulp nodig, dan kunnen zij de leerling bespreken in de CLB (consultatieve leerling bespreking met een orthopedagoog van ons samenwerkingsverband). Handelingsplannen of groepsplannen worden altijd voorafgaand aan de uitvoering met de ouders/verzorgers besproken. U wordt hiervan tijdig op de hoogte gesteld middels een uitnodiging voor de kijk- en contactavond of u wordt tussentijds uitgenodigd door de leerkracht. Tijdens de kijk- en contactavond wordt er voor het bespreken van een handelingsplan extra tijd ingeroosterd. De individuele handelingsplannen dienen te worden ondertekend door de ouders/verzorgers. Groepsplannen hoeven niet ondertekend te worden. Ook wordt het plan vooraf met het kind besproken zodat het kind op de hoogte is van het doel en de inhoud. Elk plan wordt na afloop geëvalueerd en met ouders/verzorgers besproken. Hiervoor wordt u door de leerkracht uitgenodigd. N.a.v. een evaluatie kan besloten worden tot een vervolghandelingsplan. Dit vervolghandelingsplan wordt ook tijdens het evaluatiegesprek met ouders/verzorgers besproken. Tijdens de laatste kijk- en contactavond van het schooljaar worden de nieuwe handelingsplannen die aan de start van het nieuwe schooljaar worden uitgevoerd, met de ouders besproken.
Verjaardag vieren Als er een leerling jarig is, vieren we dat natuurlijk uitgebreid in de klas! We zingen voor de jarige, er mag getrakteerd worden en de jarige gaat met 2 hulpjes de klassen rond, van groep 1 t/m 4 en naar meester Klaas, juf Aletta, Fenès enz.
We zingen voor de ochtendpauze, daarna mag de jarige trakteren en de klassen rond gaan.
TAFELKAART
In groep 4 leren de kinderen ALLEEN de tafel van 0 t/m 5 en de tafel van 10 Willen ze alvast meer tafels oefenen, dan is dat uiteraard prima!! Het is misschien handig om de kaart op een duidelijk plekje op te hangen, en de tafels waarom het gaat te omcirkelen, o.i.d. Een mooi hulpmiddel om tafels te oefenen is de
“tafelrap” deze is te vinden via google:
Tafelrap Groep 5 - De Botteloef www.botteloef.nl/index.php?/video/video/tafelrap_groep_5
Thuis oefenen met technisch lezen – Tips van de website www.makkelijklezenplein.nl Veel ouders willen graag thuis oefenen met lezen met hun kind. Belangrijke uitgangspunten bij het extra oefenen van het lezen zijn: Spreek altijd met school af wat u thuis kunt doen, zodat er een goede afstemming is tussen het oefenen thuis en het oefenen op school. Oefen op een speelse wijze. Oefenen moet leuk blijven. Bemoedig het kind en benadruk wat goed gaat. Dwing of straf het kind niet als het geen zin heeft. Breng een bepaalde regelmaat in het oefenen. Oefen bijvoorbeeld op een vast moment van de dag, maar niet tijdens favoriete tv-programma’s. Stel bijvoorbeeld met het gezin in om voor het eten een kwartier een letter/woordspelletje te doen en maak het gezellig met een drankje. Sluit zoveel mogelijk aan bij de interesses van het kind en bij wat er op school gebeurt. Geef zelf het voorbeeld door ook eens een boek of krant te lezen in het bijzijn van het kind. Of door iets te vertellen over wat je gelezen hebt. Dagelijks een kwartier voorlezen - tot en met groep 8 - is de beste stimulans en voorkomt problemen bij begrijpend lezen.
Maak van alle onderstaande oefeningen een spelletje, het liefst met meer leden uit het gezin. Speel woordspelletjes. Gebruik hiervoor bijv. Scrabble, Boggle of een letterdoos. Lees samen een boek. Lees om de beurt een regel of meerdere regels. Bespreek samen met uw kind hoe u dit gaat doen. Probeer twee dezelfde boeken op de bibliotheek te vinden, zodat je allebei een eigen boek hebt. Maak samen rijmpjes. Hierbij kunnen bijvoorbeeld gekke rijmpjes of rijmen met niet bestaande woorden gemaakt worden.
Maak woordkettingen: iemand begint met een woord, de volgende bedenkt een woord dat met de laatste letter van het eerste woord begint, en zo verder. Hierbij kan ook gespeeld worden rond een thema, bijv. dieren. Woordrijtjes maken: laat het kind zoveel mogelijk woordjes bedenken of opschrijven die met een bepaalde letter beginnen of eindigen of die een bepaalde letter/klank bevatten. Dit kan heel goed in de auto: woorden maken van letters op nummerborden van auto’s. Wie het eerst een woord weet. Doe kruiswoordraadsels en rebussen met het kind. Deze zijn bij de speelgoedwinkel te koop. Deze hebben trouwens nog meer oefenboekjes met taalspelletjes. (Uitgeverij Deltas) Zelf veel voorlezen. Kies inhoudsrijke, spannende, leuke boeken. Een boek dat niet aanslaat bij het kind niet verder uitlezen, maar een ander boek kiezen. Lees begin van een spannend boek voor. Laat het kind zelf verder lezen, als het goed in het verhaal zit. Lees een stuk voor uit een aansprekend boek en laat het kind daarna hetzelfde stuk hardop lezen. Mag best moeilijker zijn dan het technisch AVI-niveau dat het kind beheerst. Lees het boek zo verder tot het kind alleen verder wil lezen Laat kinderen strips lezen. In aanmerking komen strips waarvan de letters lijken op geschreven letters, dus geen teksten in hoofdletters. Natuurlijk gaat hierbij wel de algemene regel op: als een kind gemotiveerd is, dan doet het meer moeite. Hoofdletters zullen dan minder een probleem zijn. Laat kinderen jeugdtijdschriften lezen. Tijdschriften bevatten korte overzichtelijke verhalen of artikeltjes. Een kind krijgt dan sneller de succeservaring: ik heb iets uitgelezen! Maak gebruik van de interesse of de hartstocht van het kind. Als een kind geïnteresseerd is in een bepaald onderwerp zal het meer moeite doen om er iets over te lezen. Interactief voorlezen. Vraag het kind bijvoorbeeld hoe het denkt dat het verhaal af zal lopen of het iets zou oplossen. Ook een stukje navertellen is stimulerend. Zie bijvoorbeeld de materialen van Boekenpret.
Laat het kind zelf stillezen op het niveau dat het aankan. Zoek naar boeken die aansluiten bij de interesse van het kind. Wissel stillezen af met luisteren naar een bandje of cd-rom (met het boek erbij, maar alleen als uw kind dat leuk vindt!). Probeer het kind te interesseren voor een serie. Het tweede deel uit de serie is makkelijker te lezen omdat de context bekend is. Het kind zal daardoor geneigd zijn de hele serie te lezen.