Opfrissen GPLV herinneringen Beste leden Omnia Cernens en vooral ook de dames, Het bestuur heeft mij nadrukkelijk gevraagd mijn toespraak wat aan te passen omdat ook onze partners aanwezig zijn. Op mij vraag hebben wij dan zoveel te verbergen heb ik geen antwoord gekregen. Ik ga dus maar gewoon op de oude voet verder. Leden met een kwaad geweten kunnen nu nog de zaal verlaten. Vorig jaar beloofde ik jullie nog nadere toelichting van door ons in de GPLV gebruikte woorden en afkortingen. Dat is wat moeilijker geworden omdat een groot aantal de Nieuwe Dikke van Dale niet meer gehaald hebben maar er zijn er nog genoeg. Om te beginnen natuurlijk de afkorting GPLV. Groep Lichte Vliegtuigen en dat was precies de goede naam voor dit groepsgebeuren . Aan het hoofd stond niet een Generaal of Kolonel maar een echte Groepsleider ,hij moest met soms heftige Mantra’s de zaak bij elkaar houden. Hij zetelde op een terp op de Veluwe, genaamd de “ Kop van Deelen “. Veel hoger kon je in de Nederlandse Krijgsmacht niet stijgen . Je kon ook diep vallen. Een voordeel van dit hoge punt was dat de communicatie met het verderop gelegen Soesterberg met rooksignalen plaats kon vinden. Als het zicht wat slechter werd kon men voor de communicatie terugvallen op de Piper Cubs die dan met de beruchte berichtenkokers de berichtgeving verzorgden. De Groepsleider werd ondersteund door een staf. De Dikke van Dale geeft aan voor staf:
- Stok tot steun bij het gaan - -steun of stut ,vb hij is mijn stut - -steun van een bisschop - -toverstokje - -geheel van leidende medewerkers, Alhoewel de eerste 4 genoemde wel degelijk dringend nodig waren ,lijkt mij de laatste verklaring toch de beste onder vermelding dat leidende medewerkers dan wel met een lange ij geschreven dient te worden. Bij de Staf hoorde ook Wing Ops , een soort zorgkantoor dat helicopters weggaf aan de hardst roepende zorgvrager. Opvallend was dat personeel daar geplaatst vaak in meer dan modale auto’s rondreed ,het woord helicoptergraaiers bestond nog niet. Ook het O & M Squadron op Soesterberg maakte deel uit van de GPLV. Later veranderde men de naam van dit Sqn in “Log Squadron”. Eigenlijk dekte dat veel beter de lading. De mannen in dat Sqn wisten maar al te goed hoeveel macht zij hadden ,dat kwam ook tot uiting in hun woordgebruik. Wat je vaak daar hoorde: -Het is in bestelling -Het staat op nalevering -Of gewoon :Kom volgende week nog eens terug Ze hadden ook heel goede dingen zoals het bergingsteam met de Low Loader en vooral ook de toolcribs die standaard met een ei-bakinstallatie werden uitgerust. Het ergste was eigenlijk de terreur van de zgn. Stempelbevoegden. Na een voorzorgslanding of ander technisch akkefietje mocht je pas weer weg na een “Release”,een soort van “God save the Queen “ decision. Ja en dan de herinneringen aan oefeningen ,veel en vaak gingen of moesten wij de KL ondersteunen in de breedste zin van het woord.
Wij gingen echt vaak op pad soms wel meer dan 30 weken per jaar ,vooral onze echtgenotes weten dat nog wel . Het thuisfront had het zwaar te verduren terwijl wij, laten we eerlijk zijn ,eigenlijk best graag op pad gingen. Vooral de terugkomst was steeds weer een feest ,er waren wel vaak typische naverschijnselen van zo’n oefening waar te nemen. Het viel direkt op dat manlief na zo’n oefening continu en veel meer appelen at. Het waren zoals wij nu achteraf weten de afkickverschijnselen van het verhoogde Apfelkorn gebruik. Een tweede ding dat jullie opgevallen moet zijn was het feit dat je bij de warme maaltijd geen spruitjes of Broccoli op tafel moest zetten ,de associatie met groene klonten was dan nog te heftig. Ja dan komen wij gelijk bij zo’n woord dat ook niet meer in de van Dale staat “Groene Klont” Het is ontstaan nadat bij de invoering van de helicopters regelmatig Landmachtmilitairen als passagier meegingen vliegen. Vooral na het beoefenen van allerlei manoeuvres oefenautorotaties en andere werden zij vaak een soort van niet lekker. Hun gelaatskleur werd groen en dat samen met hun groene pak maakte een grote hoop groen ,het woord groene klont was al snel geboren. Het was eigenlijk geen scheldwoord ,wij konden over het algemeen goed door één deur . Binnen de squadrons hadden wij een groene verzorgingsvlucht met veel dienstplichtigen ,dat waren nog eens leuke tijden! Nog even terugkomend op al die oefeningen. Het comfort was echt zeer beperkt. De COA zou dat voor de opvang nu absoluut niet geaccepteeerd hebben. -Wij sliepen in tenten ,privacy nul -Vaak onverwarmd ook in de winter
-Met wat geluk kon je ’s morgens in een soort trog met koud water je tanden poetsen -1x per week douchen met 20 tegelijk in een soort wasstraat van de Landmacht met onder en boven was. Wie heeft de grootste werd vaak gehoord. -Te pas en te onpas werd je in het tentenkamp opgeschrikt door zware ontploffingen van het 3 vaten afwassysteem. -Dixies kwamen pas na 1988 ,wij moesten over een lat in het gat van de latrine mikken ,dat ging niet altijd helemaal goed ,ik bespaar u de blaartrekkende details. Vaak liep je ook nog een forse steek van een horzel op, meestal in je linker bil. Waarschijnlijk waren deze beesten daarop getraind en afkomstig van de andere kant van het IJzeren Gordijn. Buiten de oefeningen ging het vooral om het produceren van vlieguren. Er waren uren zat destijds . Op Dinsdag vlogen wij linksom rond het Ijselmeer en op Donderdag rechtsom. Op vrijdag regelmatig mosselen halen of andere bevo aktiviteiten. Een van de grootste gevaren die je tegen kon komen was een gastvlieger en in Duitsland laagvliegende Buccaneers en andere jets .Onvoorstelbaar wat er toen min of meer allemaal legaal kon. Wij maakten veel uren en dat was thuis ‘s avonds goed te merken. Wij hadden niet veel meer te vertellen en zittend voor de TV zakten wij vaak weg (Net als nu wel eens voorkomt).Als het programma afgelopen was maakten wij voor het opstaan bijna automatisch de “handrem aan” beweging . Door al dat gedoe kregen onze vrouwen ons alléén nog voor seks in de benen.
Helaas werd dat soms ook niet veel omdat je die dag al een hoogtepunt had meegemaakt in de vorm van een near miss of een maar net goed aflopende oefenautorotatie. Het resulteerde ook in bed soms tot een typisch verkeersbrigadier gedrag , Klaar Over. Onze vrouwen zijn ook vaak ’s nachts wakker geschrokken als wij uit een derde remslaap omhoog schoten onder het roepen van “ De rode pit brand” en met wijd open ogen dan haar de vraag stelden “Hoe ver is het nog”. Gelukkig begrepen zij ons vaak ,maar niet altijd ! Gelukkig waren wij over het algemeen vrij gezond ,er werd nogal relaxed gewerkt wat wel eens tot fouten leidde. De meest voorkomende fouten: -Starten met de inlaathoezen erop -Poging om rotor te koppelen met de rotorem er nog op, ruikt heel apart! -Een running landing maken met een Bölkow terwijl je denkt nog in een Alouette te zitten -een waarnemer laten sturen -plassen in een lekke kotszak -Vergeten de barrekening te betalen Bijna iedereen kende elkaar binnen de GPLV ,dat blijkt nu vandaag ook hier weer ,je herkent alle gezichten soms weet je de naam even niet. Er waren vroeger eigenlijk maar weinig bijnamen. Ik herinner me er slechts één ,”Tingeling” Sommigen waren bekend met hun voornaam anderen weer met hun achternaam. Ik geef U hierbij wat voorbeelden: Ome Gerrit , Henkie ,Dogger ,Guus, Ted , Ubeda, Eelo, Piet, Tjep, Kareltje, Daan, Zuurbier, Ypie, Boets. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Zoals beloofd hier dan ook nog wat uitleg bij gebruikte afkortingen en typische woorden. Zo is daar de afkorting RON ,Remain Over Night. Zeer populair bij vliegers en TD ers,hoe verder hoe beter. Bij terugkeer stond de afkorting voor Return onder Narcose. Soms lagen de TD ers achterin zo te snurken dat het onmogelijk was de communictie met de verkeersleiding te verstaan. EZB bijna niemand weet wat deze afkorting inhield. Het was een verbindings auto eigenlijk zonder verbindingen,het werkte nl zelden,. Het voertuig mocht alleen mee als hij veel olie verbruikte ,het produceerde dan zoveel rook dat vliegers vooral bij radiostilte altijd de sqn locatie terug konden vinden. Spijkstaal . Een soort gepantserde slak waarmee heli’s versleept werden. Zelfs zonder begrenzer kon hij maar 3km per uur. Hospik Dit woord kan nu absoluut niet meer ,veel te vrouwonvriendelijk. Nieuw woord is in ontwikkeling gaat in de richting van mantelzorger. De meest populaire woorden waren wel NONEX en IJskast. Nonex gaf ons vaak een vrijbrief om allerlei zgn “non airpower” opdrachten uit te voeren zoals bevoorradingsvluchten naar een PX of Commissary. Bij IJskast werd het bivakkeren vaak wat comfortabeler. Douchen ,stappen ,drank en Dominees rondvliegen was dan aan de orde. De ultieme kick kreeg je dan als je toch nog een opdracht moest uitvoeren en bij aankomst bij de opdrachtgever vlug
net als bij een bus het bordje “Geen Dienst” voor de ruit zette. Dit heeft regelmatig tot dienstopdrachten geleid. Ook het gebruik van wachtwoorden was toen al een ramp. Je vergat het net zo makkelijk als nu met de pincode van de betaalkaart van je vrouw. Toen werden vaak samenstellingen van onlogische woorden gebruikt in een soort vraag en antwoord spel. Bijvoorbeeld: Op de vraag “Is het al boterham” moest je antwoorden “Hagelslag”. Erger nog op de vraag “Jägermeister” moest je antwoorden “Ausverkauft” Beste Mensen tijden veranderen en wij moeten meegaan. We kunnen niet meer voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Het kwartje kan niet meer vallen. Toch zijn wij rijk met al die mooie en gekke herinneringen en voorvallen. Maar ook herinneringen aan uitzendingen en zinvolle opdrachten geven ons een gevoel van tevredenheid en trots. Blijf het verleden koesteren, vertel erover, relativeer en sta open voor zoals het nu gaat. Wij waren erbij. Pluk de dagen Jan Verburg 28-10-2015