o n t a c t
C a p t o n o m i s c h
H t i c h t i n g
S d e v a n i j d s c h r i f t
T
haptonomisc
HC o n t a c t Nr. 5 - 22 e jaargang - maart 2011
Bestaat de haptonomische representatietonus? Het lichaam geboeid Verslag cursus Raakbaarheid Haptonomisch Contact d’Aumeriestraat 49, 2586 XM Den Haag • www.haptonomischcontact.nl
Inhoud Nr. 1 - 22 e jaargang - maart 2011
Redactioneel
Pagina 5
Mia van Luttervelt
In Memoriam: Adriaan Westerhof 1933-2010
Bestaat de haptonomische representatietonus?
Pagina 8
Emeritus Prof Dr. Han C.G. Kemper
Uit de praktijk De kracht van de haptonomie
een verhaal vanuit twee perspectieven
Evelyn Wannet en Els Wárlám
Pagina 15
Achtergrond
Haptonomische begeleiding bij veranderingsprocessen
Pagina 19
Peggy Bijlsma-van der Put
“Bevestigend Samenleven”
Pagina 23
Olga Hasenbos
Kunst en Haptonomie
Het lichaam geboeid
Anneke Kempkes-Verweij
Pagina 25
Voor u bijgewoond
Pagina 29
Congres Nieuw Leven Det Materman Verslag cursus Raakbaarheid Erik te Loo Verslag nascholing Chronischevermoeid heidssyndroom(CVS) Carla Vreeman
Pagina 33 Pagina 36
Voor u gelezen
Compassie, Karen Armstrong
Pagina 39
Mia van Luttervelt
Kenniscentrum
Burn-out
Pagina 43
Els Plooij
Agenda
2 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Pagina 7
Wilja Westerhof en Wietske Lepinass
Pagina 45
3 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Redactioneel Mia van Luttervelt C O L O F O N Uitgave Stichting Haptonomisch Contact KvK Utrecht 30181509 ISSN 0929-7723 www.haptonomischcontact.nl Voorzitter Stichting Paulien Pinksterboer, tel.0251-210707
[email protected] Redactie
[email protected] Wim Laumans, (035) 6561690 Mia van Luttervelt (070) 3500019
[email protected] Det Materman, (0313) 654449 Eindredactie: Petra Steffens Redactieadres d’Aumeriestraat 49 2586 XM Den Haag Abonnementen en advertenties Van der Veer Media Tel. 035 5254558 Fax 035 5254652
[email protected] Mob. 06 53610773 Uitgever Wim van der Veer, Blaricum Prijs Euro 29,50 per jrg. voor 4 nrs. Kopijsluiting Juni-nummer 2011, 15 april 2011 September nummer 2011, 15 juli 2011 December-nummer 2011, 15 oktober 2011 Kopij Haptonomisch Contact verschijnt vier keer per jaar. Aan haptonomie gerelateerde artikelen, meningen, praktijkervaringen, informatie en nieuws kunt u sturen naar het redactieadres; indien mogelijk graag per e-mail. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit tijdschrift berust bij de redactie. Zij behoudt zich het recht voor om in overleg met betrokkene kopij in te korten of niet te plaatsen. De auteur blijft eindverantwoordelijk voor de inhoud van zijn/haar geschrift. Losse nummers verkrijgbaar na overmaking van € 9 op bankrekeningnr. 97.13.66.497 t.n.v. Van der Veer Media, Blaricum. (Studenten)kortingen zijn onder bepaalde voorwaarden mogelijk. © Alle rechten voorbehouden. Overname van artikelen alleen na schriftelijke toestemming. Bij plaatsing na toestemming van de redactie dient Haptonomisch Contact te allen tijde als bron vermeld te worden. Webdesign en onderhoud
[email protected] Dit blad wordt gedrukt op 130 grams Biotop chloorvrij papier.
4 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Van harte welkom in dit eerste nummer van 2011! In mijn eerste Redactioneel stel ik me graag aan u voor. Mijn naam is Erik te Loo (1960). Ik werk sinds 1980 in verschillende functies op het gebied van Personeel en Organisatie. In 2006 startte ik met de opleiding Haptotherapie aan het ITH. Voor mij was dit een heel logische stap: ik raakte geboeid door ontwikkelingsprocessen van mensen. Toen ik in een training tegen vliegangst op het spoor werd gezet van het beleven van mijn gevoelens, was de relatie naar haptonomie snel gelegd. Onlangs heb ik mijn opleiding Haptotherapie aan het ITH afgerond. In 2010 heb ik mij aangemeld voor de redactie van Haptonomisch Contact, omdat ik graag schrijf én wil bijdragen aan het breder positioneren van haptonomie in de samenleving. Daarom ben ik blij dat Peggy Bijlsma in dit nummer schrijft over Haptonomische begeleiding bij veranderingsprocessen. De toegezegde bewerking en publicatie van het artikel van wijlen Kiek Zeydner is om persoonlijke redenen van zijn vrouw voor onbepaalde datum uitgesteld. Alweer is een van de eerste haptotherapeuten ons ontvallen: Adriaan Westerhof uit Aalsmeer. Een In Memoriam door zijn dochter Wilja Westerhof en door Wietske Lepinasse vindt u op de volgende bladzijde. Het hoofdartikel van dit nummer is zonder twijfel van Han Kemper: Bestaat de haptonomische representatietonus?, van een interessant commentaar voorzien door Mia van Luttervelt. Anneke Kempkes beschrijft in de rubriek Haptonomie en Kunst twee kunstwerken in het licht van het geboeide lichaam. Natuurlijk zijn er diverse verslagen: over het symposium bij de presentatie van het boek ‘Nieuw Leven’, de cursus ‘Raakbaarheid als fundament van de haptonomie’ en de nascholing
5 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
‘Chronischevermoeidheidssyndroom’. Olga Hasenbos was in oktober 2010 in Deurne bij de onthulling van het monument ter nagedachtenis aan Anna Terruwe en schreef daar een boeiend verslag over. De boekbespreking van de hand van Mia van Luttervelt gaat over het boek Compassie van Karen Armstrong en is mede door het inspelen op de actualiteit zeer bijzonder. Ook dit keer ontbreekt de bijdrage van het Kenniscentrum voor Haptonomie niet, met daarin o.a. een aankondiging over de ontwikkeling, door de VVH, van een richtlijn voor de begeleiding van cliënten met een burn-out.
In Memoriam: Adriaan Westerhof 1933-2010 Wilja Westerhof en Wietske Lepinasse Op 15 oktober 2010 is Adriaan Westerhof overleden, thuis te Aalsmeer. Hij was een van de eerste haptotherapeuten in Nederland, gevormd in de 70-er jaren door Frans Veldman. Hij zette dit werk in Aalsmeer en omgeving stevig op de kaart. Vele avonden kwamen mede-haptonomie-studenten bij ons thuis eten, drinken en leren. Het was een levendige geschiedenis! Voor hem was haptotherapie als thuiskomen, hij had het helemaal in zich, in zijn handen en in zijn hart. Als fysiotherapeut en manueel therapeut had hij dezelfde warme aanraking waarmee hij later zwangere vrouwen en anderen haptotherapeutisch begeleidde. In zijn praktijk heeft hij vele mensen geraakt in hun ‘zijn’, geholpen naar een meer belevend ‘heel-zijn’. Hij was een lichtend voorbeeld van een vitaal en empatisch mens. Hij gaf ook veel voorlichting in de regio aan een ieder die er maar over wilde horen; GGZ, RIAGG, huisartsen, medewerkers, studenten en aan mij, als aankomend fysio en haptotherapeute. Helaas was Adriaan de laatste 10 jaar van zijn leven ziek, hij kon de laatste anderhalf jaar niet meer spreken. Tot het laatst toe bleef hij echter zijn belangstelling voor de haptonomie behouden. Hij heeft het boek Levenslust en Levenskunst nog voorgelezen gekregen. Hij blijft in het hart van velen voortbestaan, hij heeft verschil gemaakt in de levens van velen. In dankbaarheid gedenk ik hem, dochter Wilja Westerhof. ___________________________________________________________________ Denkend aan Adri, zie ik vele studenten moeizaam door zware leerstof gaan. Zij absorbeerden als sponzen dat wat aangeboden werd, maar ’s avonds en ‘s nachts, (we huurden zomerhuisjes tijdens de leerblokken) knepen ze alles er weer uit om het vervolgens heel kritisch te bekijken. Dan bleef er, als we het overweldigende van het nieuwe te boven waren, vaak veel minder over. Echter dat wat essentieel was, heeft levens verrijkt en veranderd. Adri was daar de prof in. Hij was als een boom met wortels diep in de aarde en een kruin tot in het licht. Je kon (of wilde) niet om hem heen. Nooit pleasend, altijd behoedzaam en eerlijk. Adri zweefde niet, voor hem geen vleugeltjes. Nu misschien, maar toen niet. Wat hebben we ontzettend plezier gehad en veel gelachen! Na vele jaren, de studie-eindstreep gepasseerd. Geen diploma maar een akte, want, zei Frans Veldman: ‘Nu komt het pas’. Nu is die meet wel definitief. Grote warme man, adieu. Wietske Lepinasse.
6 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
7 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Bestaat de haptonomische representatietonus? Emeritu s P ro f D r. Ha n C . G . Ke mp e r 1. INLEIDING In 2007 verscheen onder de titel “Levenslust en Levenskunst- zin, inhoud en betekenisverlening aan het persoonlijke leven binnen de menselijke samenleving” van Frans Veldman. Vanuit de Academie voor Haptonomie in Doorn kreeg ik in 2009 het verzoek om een hoofdstuk over de spiertonus te bespreken. Hoofdstuk 18 heeft als titel: “De haptonomische representatietonus”. Daarin wil de auteur de factoren verduidelijken die een overheersende rol spelen bij de regulering van de representatietonus, die bepalend is voor de happerceptievermogens (blz. 391). De auteur (FV) behandelt daarin de anatomie en fysiologie van de dwarsgestreepte skeletspieren en de neuromusculaire regulatie van de skeletspieren vanuit het brein en het ruggenmerg. De literatuur waarnaar hij verwijst is overigens zeer gedateerd. De auteur probeert vanuit twee stellingen een brug te leggen vanuit de neuro musculaire regulatie van de spiertonus naar een haptonomische representatie tonus. In het hoofdstuk worden twee stellingen geponeerd: 1. Regulering van de representatietonus is bepalend voor de happerceptietonus. 2. Gemoedsgesteldheid komt duidelijker tot uiting in adem- dan in hartritme. In dit artikel doe ik, als inspanningsfysioloog, een poging om na te gaan of de eerste stelling, over de haptonomische representatietonus bestaat.
2. WAT IS REPRESENTATIETONUS? Eerst moeten we er achter zien te komen wat bedoeld wordt met representatietonus: Volgens de auteur is representatietonus “de integrale vitale existentiële tonus, die zowel de spiertonus, de spanning van de pezen, ligamenten en gewrichtskapsel omvat evenals de psychotonus” (blz.392). Representatietonus is volgens haptotherapeuten de spiertonus waarmee iemand zich tegenwoordig of aanwezig stelt en tot uiting brengt hoe hij zich voelt Veldman onderscheidt vier spiertonusvarianten: (1) de basale spiertonus (expectatus), (2) de waakzame, voorbereidende vigilante spiertonus (attentus), (3) naar buitengerichte extensie spiertonus (obtentus), (4) de harmonisch uitgebalanceerde spiertonus (reciprotonus of eutonus). 8 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Deze tonusvarianten kunnen door haptotherapeuten worden waargenomen (= perceptie) en vertellen hoe de cliënt zich voelt. Dit is wat Veldman bedoelt met happerceptietonus. Als inspanningsfysioloog ken ik slechts één spiertonus, d.w.z. de spanning in de skelet- of dwarsgestreepte spiervezel, welke het gevolg is van externe krachten en van de mate van stimulatie vanuit het centrale zenuwstelsel. Deze spiertonus kan op verschillende manieren worden gemoduleerd door zowel mechanische als neurogene factoren. Mechanische factoren zijn factoren waarbij aan de uiteinden van de spier kracht wordt uitgeoefend en de spier verlengen en neurogene factoren betreffen stimulatie vanuit het brein en het ruggenmerg door motorische zenuwvezels.
SPIERVEZELS Wanneer de spiervezel niet in staat wordt gesteld om zich te verkorten (zoals bij een isometrische spiercontractie) neemt de spierspanning of spiertonus toe naarmate de stimulatie toeneemt en af als de stimulatie vermindert. De tonus verandert bij een isometrische (of statische) spiercontractie omdat de contractiele elementen in de spier verkorten, terwijl de spier zijn lengte behoudt. Wanneer de spier wel kan verkorten (miometrische spiercontractie) of zelfs verlengd wordt (pliometrische spiercontractie) vinden ook tonusveranderingen plaats. Skelet- of dwarsgestreepte spiervezel Biomechanisch gezien kan een spiervezel beschouwd worden als een (a) contractiel element, (b) een elastisch element parallel aan het contractiele element en (c) een elastisch element in serie aan het contractiele element. Het contractiele element wordt gevormd door de myofibrillen in de sarcomeren van de spiervezel, welke door het in elkaar schuiven van de actine en myosine eiwitten in het sarcomeer kunnen verkorten. Hiermee worden de serie-elastische elementen gerekt en de parallel elastische elementen verkort. Tezamen levert dit in de spiervezel een tonus of spierspanning op. Skeletspieren werken in motorische eenheden. De spiervezels in de skeletspier worden geïnnerveerd in groepen van spiervezels, die motorische eenheden (Engels: motor units) worden genoemd. Elke eenheid wordt geïnnerveerd door één motorische voorhoorncel (in het ruggenmerg) (zie figuur 1). Spieren met kleine motorische eenheden (m.e.) kunnen fijnere bewegingen maken dan spieren met grote m.e.’s. 9 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Figuur 1: Motorische innervatie van de skeletspier Skeletspieren hebben spierspoelen Elke spiervezel bezit sensoren die informatie geven over de lengteverandering van de spiervezel. Deze mechano- of propriosensoren liggen in zgn. spierspoeltjes binnen de spier en die geven via efferente zenuwvezels deze lengte-informatie door aan het ruggenmerg. Spierspoelen hebben zelf ook spiervezels Het bijzondere van de spierspoel is dat zij ook zelf beschikken over spiervezeltjes (zgn. intrafusale spiervezels) aan weerszijden van de spierspoel. Deze kunnen de mechanosensoren in de spierspoel verlengen of verkorten, zonder dat de spiervezel waar zij zich bevinden van lengte verandert. De anatomie en fysiologie van een spierspoel is schematisch weergegeven in figuur 2. Figuur 2: Schema van de anatomie en fysiologie van de spierspoel
DE NEUROMUSCULAIRE REGULATIE VAN DE SKELETSPIEREN De spiervezels worden aangestuurd via alfa-motorische voorhoorncellen (a-MVH cellen), welke bij stimulatie de spiervezels verkorten en/of aanspannen. De monosynaptische reflex is de meest simpele vorm: als de spiervezel wordt uitgerekt (door een tik met de hamer onder de knieschijf) rekt de spierspoel uit en via een efferente zenuw worden via de achterhoorn van het ruggenmerg de alfa-motorische voorhoorncellen gestimuleerd en dit brengt via efferente stimulatie de spiervezel tot contractie. (zie figuur 3).
Peessensoren De peessensoren zijn via pezen verbonden aan delen van het skelet; deze pezen, die aan het uiteinde van de spieren liggen, hebben zelf ook mechanosensoren. Deze mechanosensoren werken hetzelfde als de spierpoelsensoren: zij registreren lengte-veranderingen in de pees. Wanneer de spier contraheert wordt de pees aan weerszijden verlengd en daardoor gestimuleerd. Via afferente vezels worden de a-MVH cellen echter geremd of geïnhibeerd en gaan de spiervezels weer relaxeren of ontspannen. Deze peessensoren vormen een beschermingsmechanisme voor te sterke spiercontracties en de daarmee gepaard gaande sterke peesuitrekking. Deze peessensoren zijn evenals ook andere sensoren temperatuur gevoelig: bij abrupte lichaamsbeweging zonder warming-up (zoals een sprintje trekken vanuit rust), reageren ze minder en kunnen spier- en peesbeschadigingen optreden. Gewrichtssensoren In het gewrichtskapsel zitten ook mechanosensoren. Deze gewrichtssensoren geven efferente informatie over de stand van het gewricht en de veranderingen van de gewrichtshoek. Deze efferente informatie wordt via opstijgende banen aan het brein doorgegeven. Daardoor worden wij ons bewust van verandering in onze lichaamshouding en de stand van onze gewrichten. In het donker bijvoorbeeld, zijn we ons bewust van deze stand van onze gewrichten en kunnen we op gevoel de sleutel in het slot van de deur steken. In figuur 4 zijn de neuromusculaire reflexen van alle drie soorten mechanosensoren (de spierspoelsensor, de peessensor en de gewrichtssensor) schematisch weergegeven. Figuur 4: De reflexen van de drie mechanosensoren: spierspoel, pees en gewrichtssensoren
Figuur 3: De spierspoel reflex 3. DE HAPPERCEPTIEVERMOGENS Bij bewuste bewegingen (buigen of strekken van een gewricht) komen vanuit het brein impulsen naar de a-MVH cellen om de spieren te laten contraheren of te verslappen. Een buiging of strekking van een gewricht kan alleen tot stand komen als de antagonistische spieren tegelijkertijd zich laten verlengen. Dit betekent dat bij stimulatie van a-MVH cellen van flexoren, tegelijk inhibitie van a-MVH cellen van de extensoren van het gewricht optreedt. Maar er zijn nog meer mechanosensoren rond onze spieren. Behalve de propriosensoren binnen de spiervezel (de spierspoeltjes) liggen er ook mechanosensoren buiten de spieren: aan het uiteinde in de pezen en in de gewrichten. 10 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Veldman beschrijft in hoofdstuk 18 de neuromusculaire anatomie en fysiologie met eigen tekeningen in overeenstemming met de huidige kennis (Wilmore et al., 2009). Hij gaat zelfs nog meer in detail over de spierspoel (met onderscheid in kernkettingen kernzakvezels) dan ik hier heb uiteengezet. Maar deze details lijken me niet van belang voor het begrijpen van de zgn. happerceptie tonus. Deze kennis verklaart hoe spiertonus ontstaat, maar niet hoe deze spiertonus kan worden ervaren door de persoon zelf en/of door de haptotherapeut.
11 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Kan men uit het voorgaande komen tot de vier spiertonus varianten zoals die beschreven zijn door Veldman? De tonus expectatus is de spiertonus die het gevolg is van de neuromusculaire reflexen, die het gevolg zijn van de toestand van alle mechanosensoren in en rond de spiergroep. De spierspoel sensoren verklaren het kunnen het bewegen van agonisten en antagonisten door reciproque stimulatie en inhibitie. Door gamma innervatie op de intrafusale spiervezels kan die tonus expectatus worden vergroot of verminderd. Daarmee kan een voorspanning bewust of onbewust worden beïnvloed. Dit kan het geval zijn (1) bij sporters wanneer zij bewust een voorspanning willen bewerkstelligen bij aanvang van een beweging (start van een sprint) en (2) bij psychische “spanning”, waarbij een mentale toestand in het brein gamma innervatie veroorzaakt en daardoor een hogere tonus van spiergroepen veroorzaakt. In het eerste geval kan ik de term tonus expectatus begrijpen, maar in het tweede geval niet. Voor de twee andere varianten van spiertonus (obtentus en reciprotonus) zie ik geen aanleiding om die te onderscheiden. Mijns inziens vormen ze een onderdeel van de eerste twee tonus varianten en zijn ze bedoeld om het vermogen tot contact maken met de buitenwereld (happerceptie) weer te geven.
NOTEN
CONCLUSIE
In zijn artikel geeft emeritus prof. Dr. Han C.G. Kemper, als inspanningsfysioloog, een heldere en interessante samenvatting van een aantal factoren rond de humane spiertonus.
De mechanosensoren in de spieren vormen een onderdeel van ons spiergevoel. Zij registreren lengte en tonus van onze spieren en informeren ons daarmee over onze spierspanning. Maar behalve mechanosensoren zijn ook de vele tast, pijn en temperatuur sensoren aan de buitenzijde van ons bewegingsapparaat (in de huid en in de spier) van belang voor het bewegingsgevoel. Immers haptonomie gaat over tastzin en gevoel. Wanneer een haptotherapeut een cliënt aanraakt, geeft de reactie van de cliënt informatie aan de haptotherapeut. De verandering in spiertonus is daar slechts een onderdeel van. Al deze sensoren bewerkstelligen zowel de bewuste als onbewuste informatie over ons bewegingsapparaat. Daarmee vormen zij een complex zintuigelijk apparaat, dat van belang is voor het deels bewuste, deels onbewuste bewegings- en houdingsgevoel. De in het hoofdstuk gedetailleerde anatomische en fysiologische kennis over de spieren is mijns inziens weinig ter zake doende kennis, die samen met de meest zelf verzonnen termen met Latijnse en Griekse namen, een quasi wetenschappelijke saus toevoegt aan de tekst over de haptonomische representatietonus.
12 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Veldman F. Levenslust en Levenskunst, zin, inhoud en betekenisverlening aan het persoonlijk leven binnen de menselijke samenleving. Haptonomie wetenschap van de affectiviteit. Van der Veer Media, Blaricum, 2007. ISBN 978-90-79166-02-2. Wilmore JM, Costill DL, Kenney WL. Inspannings- en sportfysiologie. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, 2009. ISBN 978 90 352 3103 0 Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een voordracht in het kader van nascholing op de Academie voor Haptonomie in Doorn. De auteur is werkzaam op het EMGO+ Instituut van het VU Medisch Centrum te Amsterdam e-mail adres:
[email protected] Commentaar op ‘Bestaat de haptonomische representatietonus? Drs. Mia van Luttervelt, fysio-/haptotherapeut/filosofisch onderzoeker van de haptonomie
Op zijn conclusie is echter het een en ander aan te merken: • Er wordt geen antwoord gegeven of de representatietonus wel of niet bestaat. Dat kan ook niet, want dat werd, voor zover mij bekend, (nog) niet door anderen dan Frans Veldman onderzocht. Wat (nog) niet wetenschappelijk onderzocht en aantoonbaar is, houdt niet in dat het niet bestaat. Het is de wetenschapper die stelt dat het niet-aantoonbare niet bestaat. • Datgene waar Frans Veldman naar op zoek was, namelijk de invloed van contacten ontmoetingsreacties op de spierspanning, wordt totaal over het hoofd gezien. Helaas bespreekt het artikel dus niet datgene waar het Frans Veldman bij de representatietonus om te doen was: ‘de psychotonus (psychisch-vitale expansietensie) die de exponent is van de libido vitalis – het gevoelsleven van de mens’ (p.392). Kemper is inspanningsfysioloog; hij houdt zich o.a. bezig met meetbare veranderingen in spierspanning bij inspanning. Veldman, levenswetenschapper, was o.a. geïnteresseerd in waarneembare/ observeerbare spierspanningveranderingen bij contact- en ontmoetingsfenomenen, zoals die waarneembaar zijn bij mens en dier. Fight, flight, freezing zijn de bekende voorbeelden van noodtoestanden. De representatietonus, met haar modi 13 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
en modaliteiten, gaat over varianten in spierspanning bij veiliger en gelukkiger toestanden in het bestaan: fasen in een actieve, open, ontspannen, belastbare, veerkrachtige, affectieve ontmoetingstonus (anders dan de passieve, eenzame ontspanning van stomdronken in een heet bad liggen). Veldman meende iets gevonden te hebben in de zgn.’gammalus’ van de hersenen naar de intrafusale spiertjes in de spierspoel (p.396). Hij meent zelfs het zgn.”gamma-systeem te mogen kwalificeren als een ‘derde zenuwstelsel’, naast het willekeurige zenuwstelsel en het biologische, autonome zenuwstelsel. Het gammainnervatiesysteem heeft zijn plaats in het thalamo-limbisch systeem – waarbinnen zich het emotionele circuit bevindt – en oefent een cybernetische-regulerende functie uit tussen de twee andere zenuwstelsels.” “ Al heeft de neurofysiologie de afgelopen decennia belangrijke vooruitgangen geboekt, zij is er nog niet in geslaagd alle geheimen van de daaraan inherente talrijke functies en complexe activiteiten te ontraadselen, vooral wat betreft de affectiefrepresenterende actueringen van de mens. De invloeden van het gevoelsleven op de neuromusculaire spoelen lijken mij echter onbetwistbaar. Bij het haptonomisch affectief-bevestigende contact blijkt dit onmiskenbaar uit de specifieke modaliteiten van de representatietonus (met inbegrip van de spiertonus), die op volledig controleerbare wijze onthullen dat er sprake is van ontische belevingen.”… “Met geneesmiddelen als diazepam wordt langs deze weg al invloed uitgeoefend op de psychisch-existentiële tonus, waardoor de functies van de spier-spoelen worden beïnvloed en daarmee vanzelfsprekend ook de spiertonus.” Als inspanningsfysioloog, iemand die zich o.a. bezighoudt met meetbare veranderingen in spierspanning bij inspanning, is Kempers misschien ook niet de juiste wetenschapper om een oordeel te vellen over de representatietonus. Wellicht weten anderen meer en/of is het mogelijk om op andere wijzen onderzoek te doen naar de representatietonus, de spiertonus en spanningspatronen in diverse contact- en ontmoetingssituaties, anders dan bij inspanning of de noodtoestanden van fight, flight en freezing. Wie neemt de handschoen op?
14 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Uit de praktijk De kracht van de verbeelding – De steen als metafoor voor de pijn Els Wárlám en Evelyn Wennet Een verslag van een behandeling vanuit twee perspectieven: cliënt (Evelyn) en haptotherapeut( Els). De kracht van haptonomie, Evelyn Wannet Notitie 8 januari 2009 “Alles doet pijn. Iemand raakt mijn rug aan en al mijn spieren verstrakken. Raak me niet aan … Raak me niet aan! Mijn lijf gilt het uit, maar niemand hoort het. Diep in mij huilt een klein meisje: wees alsjeblieft voorzichtig met me.” Ik ben Evelyn; een jonge moeder van twee prachtige meiden en gelukkig getrouwd met een fantastische man. Toen ik in januari 2009 werd doorverwezen door de huisarts was ik mentaal en fysiek op. Mijn lijf deed iedere minuut van de dag pijn en simpele activiteiten zoals een halfuurtje autorijden, was opvouwen, een kaartje schrijven of mijn jongste dochter van 1 jaar optillen lukte niet meer. Ik wist niet meer waar ik moest beginnen om mijn situatie te verbeteren. Mijn vraag aan Els was simpel: ‘Help me’. We zijn aan de slag gegaan. Zoekend. Een vast onderdeel tijdens de therapeutische sessies was het werken ‘op de bank’. Ik moest daar vreselijk aan wennen. Ik ben het niet gewend om aangeraakt te worden en ik ben het niet gewend om deze aanraking te voelen. Om te voelen of ik het prettig vind of niet. Of om te voelen waar mijn grenzen liggen. Laat staan om daarover te communiceren. Bovendien zag ik er het nut niet zo van in. Als ik de kamer uitliep, was ik er soms nog beroerder aan toe dan als ik naar binnen liep. Hoe kon dat nu de bedoeling zijn? Toch is het gelukt om langzaam een kleine verandering op gang te brengen. Het is moeilijk om precies onder woorden te brengen hoe dat werkt. Het is ook mijn rationele kant die dat het liefste wil. Het enige dat ik bijvoorbeeld wel weet is dat ik op een gegeven moment merkte dat ik beter kon ontspannen als ik lag en delen van mijn lichaam tot rust konden komen. Ik heb geleerd hoe dat voelt: ontspannen. Daarnaast hebben we gewerkt met diverse vormen die voor mij in het bijzonder een 15 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
appel deden op mijn verbeeldingskracht. Bijvoorbeeld het verbeelden van mijn pijn in de vorm van verschillende stenen. Ik koos de grootste, meest lelijke en grove steen die op tafel lag. Dit was mijn pijn. Onoverkomelijk. Els pakte op dat moment, ik geloof, een stuk of 6 kleinere stenen en vroeg me of mijn pijn er misschien ook zo uit kon zien? Een eenvoudige oefening op het eerste gezicht. En toch heeft het mijn perspectief met betrekking tot mijn denken over pijn radicaal veranderd. Het keerpunt in de behandeling was voor mij een sessie waarin ik Els heb durven vertellen over mijn verleden. Voor deze sessie stond ik met één been in de behandeling en met het andere been probeerde ik terug te krabbelen. Het was altijd moeilijk om een afspraak te maken, ik kwam niet altijd op de afspraken of verzette de afspraak weer. Het was mijn manier van uitproberen, denk ik achteraf. Het klinkt natuurlijk vreselijk berekend, maar het is zo moeilijk om iemand anders, een therapeut, te vertrouwen als het om zoveel pijn gaat. Fysieke pijn en geestelijke pijn. Vertrouwen is dan toch het sleutelwoord om met elkaar verder te komen tijdens een behandeling. En vertrouwen is er voor mij in ieder geval niet zomaar. Niet natuurlijk. Dat moet worden opgebouwd en bijna worden bewezen. Uiteindelijk heb ik me er wel aan kunnen overgeven en dit betekende ook een enorme sprong in de therapie. Ik heb ruimte gemaakt voor mezelf om het proces echt aan te gaan. Ik ben een tijdje halve dagen gaan werken, heb oppas geregeld om tijd voor mezelf te vinden, ben dagelijks gaan mediteren en deed kleine opdrachtjes door de week. Bijvoorbeeld: met blote voeten buiten door het gras lopen en de aarde voelen. Op het einde van de dag op een papiertje schrijven wat ging er goed en wat vind ik moeilijk. Een paar momenten op de dag stilstaan en mezelf vragen wat voel ik nu? Hoeveel pijn voel ik nu? En zo komen we in de zomer van 2010 aan het einde van deze behandeling. Van deze intensieve zoektocht met elkaar. Hoe weet je nu dat het einde in zicht is? Het gekke is dat ik het niet weet, maar dat ik het voel. Beter kan ik het niet op papier zetten. Els, bedankt. Notitie 28 september 2010 “Ik ben er. Els raakt mijn rug aan en mijn spieren ontspannen. Ik voel me trots. Ik heb een lange weg afgelegd. Zoekend naar een manier, een weg, een opening om te leven. Vertrouwend op Els. Vertrouwend op ‘het’ en vaak verscheurd door twijfel en pijn. Mijn weg is niet ten einde, maar ik kan alleen verder. Ik heb mezelf (terug) gevonden.’’ Van december 2008 tot september 2010 heb ik, Els Wárlám, met Evelyn mogen werken. Dit heeft mij veel geleerd en gebracht. Met onderstaand verhaal geef ik een kort verslag van deze periode, waarin voor Evelyn wezenlijke veranderingen hebben plaats gevonden. 16 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Evelyn komt voor de eerste keer bij mij op 4 december 2008. Zij is dan 33 jaar, getrouwd en heeft 2 dochtertjes. Haar klacht is: “ Ik heb al 10 jaar pijn in mijn armen en mijn nek.” Haar hulpvraag is open en simpel: “Help me”. Het komt erop neer dat ze niets meer kan doen zonder pijn, zoals autorijden, werken op de computer, huishoudelijk werk. Ze is boos dat ze die pijn heeft en ze stopt het in een la Haar lichaam wil ze niet voelen en grenzen……..In haar optiek zijn grenzen zo wie zo om over heen te gaan. Ze is gewend aan de vluchtroute van hardwerken en niet voelen. Daarnaast is Evelyn niet gewend om hulp te vragen . Na de intake begon ik met positiebepaling, vroeg waar ze wilde gaan zitten en daar raakte ze erg van in de war. Bij de 2de sessie nodigde ik haar uit op de bank te gaan liggen. Ik raakte haar aan over de kleding heen, onderzocht waar aanraking mogelijk was. Evelyn zei dat ze zich meer geest dan lichaam voelde. Zij voelde ook het verdriet achter de pijn tijdens de aanraking. Op dat moment ging ik daar niet verder op in, we moesten kleine stapjes nemen. Maart 2009 Het huiswerk dat ik had opgegeven: meer rust, tijd en ruimte voor zichzelf te nemen had ze ter harte genomen. Gaat meer om haar lichaam geven, gaat ‘iets’ voelen in haar buik, is ontspannen na de aanraking. (Voor mijn gevoel kom ik niet door haar afweer heen, ik mag haar aanraken, maar laat zij zich ’raken?) April 2009 Ik werk met een opstelling met poppetjes (opstelling in de verbeelding). Opgesteld: Evelyn en haar pijn, als een grote ruwe steen. Zij kon er niet naar kijken, wilde de steen wegduwen onder de tafel. Daarna legde ik een paar kleinere steentjes neer en ze kon er één van tot zich nemen. Stopte een steentje in het poppetje dat zij voorstelde en hield het bij zich. De keren daarna mocht ik dichter bij haar komen, maar ze ging ook meer ‘pijn’ voelen en werd zeer onrustig, wilde weg, verlamde daardoor, kon niet meer voelen. Naderhand spraken wij erover. Het ‘niet meer voelen’ was haar bekend en het ‘er niet meer willen zijn’. De emotionele pijn was erger dan de fysieke pijn. Doordat de fysieke pijn minder werd kwam ze bij haar echte pijn. Deze sessie zou later een keerpunt blijken in de behandeling. Evelyn gaat zelf hard aan het werk, neemt vervolgens meer vrije dagen op, schakelt hulptroepen in bij de oppas voor de kinderen, kon eerder geen hulp vragen.
17 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
September 2009, een jaar later. De vakantieperiode is anders doorstaan, ze gaat het verschil in soorten pijn voelen en ‘af en toe’ is er geen pijn. Oktober 2009: Zes dagen zonder pijn, een doorbraak. Dan komt de euforie. Ze gaat in haar oude patroon verder, vér over haar grens, want dat geeft een kick. Maar nu zetten de veranderingen door. Essentiële verandering bij Evelyn: Zij wíl nu geen pijn meer voelen, voelt dat zachtheid haar goed doet. Er is verwondering dat de pijn weggaat als ze het toelaat. De veranderingen bij haar zetten door. Er komen kwetsbare stukjes tevoorschijn, ze durft ze te laten zien en ze met mij te delen. Evelyn voelt zich steeds steviger worden. Ik mag haar hoofd nu aanraken. Opvallend voor Evelyn was dat de beginpijn uit haar voelend geheugen was verdwenen . Ze heeft steeds langere periodes géén pijn. Zij kan nu van de aanraking genieten en neemt haar lichaamssignalen serieus. De laatste keer: Wij wisselden uit wat wij samen aan de sessies beleefd hadden. We spraken af om haar verhaal te vertellen in Haptonomisch Contact. Als afscheid kreeg ik drie mooie stenen van haar. Els Wárlám ,
[email protected]
1 contact
jaargang
Haptonomische begeleiding bij veranderingsprocessen Peggy Bijlsma-van der Put ‘Een leven lang leren’ is een term die iedereen wel kent. Mensen willen van nature meestal graag leren en zo niet dan moeten ze wel, omdat het leven zelf altijd lessen in petto heeft. Leren staat gelijk aan veranderen. Als iemand iets leert, verandert er iets in zijn situatie en als er iets is veranderd in die mens, dan heeft die logischerwijs iets geleerd. Goedschiks of kwaadschiks leren gaat bij mensen vanzelf, maar met haptonomische begeleiding kunnen processen van leren en veranderen positief ondersteund worden om zo het geleerde bewuster te ervaren. In de haptonomie is het begrip ‘aanwezig zijn’ van groot belang. Hier zijn raakvlakken met het moderne begrip mindfulness; een methodiek waarbij mensen leren om, zich bewust van alle zintuigen, handelingen uit te voeren en in het moment ‘aanwezig te zijn’. Haptonomie gaat hierin verder door het bestuderen en omschrijven van het menselijke gevoelsleven en alles wat er speelt in relaties tussen mensen. Door haptonomische begeleiding kunnen mensen leren om hun ervaringen gevoelsmatig te beleven en zich bewust worden van de gevoelens die in een intermenselijk contact worden opgeroepen. Ze kunnen inzicht verwerven in de processen die zich afspelen bij de menselijke interactie en communicatie. Mensen kunnen vervolgens makkelijker de invloeden van tijd, ruimte, plaats, situatie en de kwaliteit van het intermenselijke contact leren schatten. Iedereen heeft in aanleg alle bovengenoemde mogelijkheden in zich, maar mensen leren (kwaadschiks) al vanaf hun kindertijd veel vaardigheden af. Dit komt onder andere door culturele conditionering in families en sociale systemen; ‘alleen doen wat hoort, anders krijg je praatjes achter je rug om’. Maar ook het Nederlandse schoolsysteem werkt nog steeds mee aan het stimuleren van verstandelijk leren volgens omschreven richtlijnen en methodieken. Jongeren krijgen dus al vroeg de boodschap eerst na te denken voor je iets doet en gaan strategisch hun gedrag bepalen om op die manier met zo min mogelijk weerstanden te voldoen aan de door de buitenwereld (ouders, docenten) gestelde eisen. Ze gaan ‘zich gedragen’. Leerprocessen worden op bovenstaande manier gereduceerd tot een puur cognitief proces. Als je je gedraagt, wordt er in je hersenen een kopie van een gevoel gevormd. Die gevoelens zijn niet hetzelfde als gevoelens die uit een echte lichaamstoestand voortkomen. Damasio beschrijft dat een dergelijk proces via de ‘als-of-lus’ loopt.
is hier bedoeld als ‘voeling hebben met’.
18 - Haptonomisch Contact - 22e
Achtergrond
-
nummer
1-
maart
2010
19 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Je voelt je ‘als-of’ je lichaam in een emotionele staat verkeert, ‘als-of ’ je lichaam is geactiveerd. Je hersenen kunnen bepaalde trucs aanleren, waardoor ze je lichaam kunnen omzeilen om een tijdrovend proces van doorvoelen en reflectie te vermijden. Een andere manier van leren, die als meer goedschiks is te beschouwen, loopt via de ‘lichaamslus’. Wat er in je lichaam gebeurt, is elk moment nieuw. Je lichaam geeft een gevoel door aan de hersenen, omdat die een bevestiging nodig hebben van het feit dat je leeft. Daarom nemen je hersenen de ‘moeite’ zichzelf wakker en opmerkzaam te houden, zodat je dus gevoelsmatig én rationeel kunt leren. In de haptonomie noemen we dit ‘ontgrensde zijnswijze’: je bent aanwezig, alert en kunt (gevoelsmatige) ervaringen opdoen in de buitenwereld, je hebt een voorstelling bij je eigen lichaamswereld en een gevoel voor je eigen belevingswereld. Via het verstand kunnen vervolgens redelijke verbanden tussen die drie werelden worden gelegd. Als je ruimte voor reflectie (verdieping door aanwezigheid) maakt, wordt je gevoel via de lichaamslus met je verstand tot een totaalbeeld verbonden. Als mens ervaar je dan een ruimte, een heelheid in het zijn. Als al je gevoelens via de ‘als-of’ mechanismen zouden lopen heb je er geen idee meer van wat nieuw is in je lichaam. Je hersenen hebben het nodig dat je aan het lichaam denkt, ze hebben bijgewerkte informatie over de lichaamstoestanden nodig om het je mogelijk te maken te reflecteren, om vervolgens verstandelijk te kunnen redeneren en beslissingen te kunnen nemen.
zijn. Hierdoor kun je moeilijker in het moment voelen wat een situatie of gebeurtenis wérkelijk betekent. De ruimte kan dan ook nauwelijks benut worden om stil te staan bij gevoelens en emoties, om te reflecteren en van daaruit inzichten te verwerven om je op die manier verder te kunnen ontwikkelen.
Zowel in bedrijven als bij onderwijsinstituten kan haptonomische begeleiding medewerkers en leerlingen/studenten ondersteuning bieden bij veranderingsprocessen. Door veel docenten en leidinggevenden wordt de aandacht voor leren –ook in deze tijd nog- vooral gericht op hoe individuele leerlingen en medewerkers kennis en vaardigheden verwerven. Leren wordt langs vaste lijnen en vooropgezette structuren georganiseerd in trainingen en opleidingen en is in het bijzonder gericht op competentieontwikkeling. Dit zijn voor medewerkers en leerlingen zeer beperkende kaders. Vanuit dit oogpunt zijn mensen onder te brengen in afdelingen en groepen, die door middel van methodieken, protocollen en vaststaande werkwijzen zo optimaal mogelijk een primair proces uitvoeren. Hierbij wordt vanuit efficiëntie gedacht. De focus ligt op opleiden in plaats van op leren en ontwikkelen. Indien je jezelf gaat aanpassen aan begrenzende kaders op school of op het werk, betekent dit dat ‘je je gaat gedragen’ en via de ‘als-of lus’ gaat handelen. Dit komt voort uit de natuurlijke behoefte van mensen om bij de groep te horen: aardig gevonden worden, je conformeren, op zoek naar veiligheid en onzekerheid camoufleren. Mensen geven gevolg aan de verwachtingen en ongeschreven wetten van de (reactieve) groepsnormen en raken daardoor het zicht kwijt op hoe ze hun situatie zelf willen inrichten, hoe je jouw rol van medemens op authentieke wijze vorm wilt geven, hoe en van wie je wilt leren en daar vanuit je eigenheid verantwoordelijk voor kunnen
Het proces van leren en veranderen met bewuste gevoelens is dus anders dan het zonder gevoelens zou zijn. Gevoelens bieden een essentiële toegevoegde waarde bij processen van verstandelijk redeneren. Als gevoelens in de juiste context van tijd, ruimte, plaats en situatie worden doorvoeld, kunnen ze iets zeggen over wat goed of slecht voor jou is. Je weet door reflectie en doorvoelen dan ook wat de kwaliteit is van het intermenselijke contact. Wij mensen brengen namelijk onze ervaringen gevoelsmatig in categorieën onder en kunnen daar scenario’s uit destilleren voor het handelen in toekomstige situaties. Rationele processen verwijzen dan niet alleen meer naar expliciet logisch redeneren, maar maken een vertaalslag met handelingen en resultaten die ondersteunend zijn voor ontwikkeling- en levensprocessen.
20 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Wat beter aansluit bij het haptonomisch perspectief van de ontgrensde zijnswijze zijn recentere leertheorieën, waarbij leren wordt gezien als een proces van participeren in uiteenlopende menselijke activiteitensystemen. In deze visie op leren, spelen gemeenschappen (teams/klassen) en sociale interactie een belangrijke rol. Leren vindt altijd ergens plaats en is een integraal onderdeel van de praktijk van alledag (situated learning). Ruimte en tijd zijn zelf onderdeel van het creatieproces dat praktijk heet, omdat er voortdurend vernieuwingen zijn. Door mensen (weer) te leren om vanuit hun eigen haptonomische basis en uniciteit leerprocessen aan te gaan, kunnen ze bij veranderingsprocessen op school en werk los komen van de gebaande paden van het opleiden. Leren en ontwikkelen kunnen vanzelfsprekender onderdeel uitmaken van de dagelijkse praktijk, als mensen in staat worden gesteld om de ruimte van de ‘lichaamslus’ te benutten. Met haptonomische begeleiding kun je leren om vanuit je eigenheid ruimte in te nemen en je te verbinden met anderen door je authentieke gedrag en je eigen manier van communiceren te (mogen) laten zien. Je kunt je als mens hierdoor creatiever en vrijer voelen en minder geneigd zijn om je ‘te gedragen’.
Literatuur: Coenders, M. 2008, Leerarchitectuur, een exploratief onderzoek naar de relatie tussen ruimte en leren in werksituaties en het ontwerpen van leren dicht bij de praktijk. Delft: Eburon Damasio, A.R, 2000, De vergissing van Descartes, Gevoel, verstand en het menselijke brein. Uitgeverij Wereldbibliotheek Amsterdam.
21 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Damasio, A.R, 2001, Ik voel dus ik ben, hoe gevoel en lichaam ons bewustzijn vormen. Uitgeverij Wereldbibliotheek Amsterdam Kayzel, R. Veranderen met verstand en gevoel, een inleiding in de kunst van organisatieverandering, Bussum: Coutinho 2008 Veldman F. 1996, Haptonomie, wetenschap van de affectiviteit. Utrecht: Bijleveld Veldman F.R 2004, In contact zijn, authentieke haptonomie, een andere kijk op hulpverlenen. Assen: Koninklijke van Gorcum
[email protected] Onderwijskundig Pedagoog en Haptonoom, telefoon 06-49960490
“Bevestigend Samenleven” Olga Hasenbos
Op 30 oktober 2010 was ik in Deurne. Daar werd Anna Terruwe (1911-2004) gehuldigd, de vrouwelijke psychiater die zo belangrijk is geweest voor de ontwikkeling van de haptonomie. Er werd die dag een bronzen standbeeld onthuld ter nagedachtenis aan haar. Dit beeld, geschonken door de Anna Terruwestichting, kreeg als titel mee “Bevestigend Samenleven”. Met haar beroemde bevestigingsleer is zij niet alleen voor haar patiënten, maar ook voor de ontwikkeling van onze haptonomie van grote betekenis geweest. Anna stond voor de wederzijdse bevestiging tussen mensen en volken. Dit deed zij met alles wat ze in zich had. Vanuit haar huis in Deurne wijdde Anna al haar tijd en in zekere zin ook haar hele leven hier aan. Prof. Dr Bob Goudzwaard hield een warme, betrokken toespraak en verklaarde waarom juist dit standbeeld, een ontwerp van de Rotterdamse beeldhouwer Britt Wikstrom (
[email protected]), recht doet aan het werk van Anna Terruwe. Hieronder volgt een verkorte weergave van zijn toespraak. ”Bevestigen, wat is dat eigenlijk? Je kunt toch niet mensen aan elkaar bevestigen zoals je bijvoorbeeld met losse planken een deur in elkaar zet? Nee, natuurlijk niet! Maar wat is het dan wel? Nou, misschien kan hierbij het prachtige beeld van mevrouw Wikstrom, dat we zo dadelijk gaan onthullen ons een handje helpen. We zien twee mensen, die wat onwennig naast en deels ook achter elkaar staan. De persoon op de voorgrond heeft het allerminst gemakkelijk. Hij straalt weinig anders uit als pijn, 22 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
kwetsbaarheid, onzekerheid. Zijn lijden is hier zichtbaar gemaakt. De tweede figuur, de man op de achtergrond is niet iemand, die passief meelijdt of toekijkt, maar legt actief en tegelijkertijd ook zo behoedzaam een mantel over de schouder van die voorste verkilde man. En dat kennelijk onverwacht, zodat de eerste man verrast omziet. Nog belangrijker, nog fundamenteler is daarbij, dat die twee personen elkaar aankijken. Hun blik zegt daarbij meer dan woorden. Het is aan de ene kant een bevestigende blik die zegt: juist nu je je zo ongelukkig weet en buitengesloten voelt wil ik je laten weten er voor jou te willen zijn. Met dit tere gebaar wil ik onderstrepen dat je ook mij persoonlijk waardevol bent en dat ik je wil aanvaarden zoals je bent. En de blik terug zegt: ik had dit niet verwacht, maar er is iets dat mij doet vermoeden dat je het echt meent. Beide personen weten van de respectvolle weerhouding die in elke vorm van genegenheid of liefde nodig is. Niemand dringt zich hier aan de ander op. Maar wel schuilt in dit kunstwerk de stille oproep tot een wederzijdse aanvaarding van elkaars bestaan. Anna Terruwe noemde de wil om de ander te willen bevestigen het begin van de psychische menswording.En het is zoals de Joodse filosoof Martin Buber het eens schreef: elkáar reiken mensen het hemelse brood van de bevestiging aan… Anna Terruwe ontwikkelde op die grondslag hier in Deurne haar bevestigingsleer… Het aanvaarden van elkaar en het ons naar elkaar toewenden over alle verschillen heen, dat brengt dan toch aanzienlijk meer geluk?Anna Terruwe waarschuwde tegen de weg van de zelfbevestiging. Dat is de weg van het je boven anderen verheffen en anderen wegduwen om alsnog aan de trekken van je eigen bevestiging te komen…… Deze en andere woorden van prof dr. Bob Goudzwaard kwamen aan. Een ieder begreep waar het om draaide. Het moment was gekomen, dat we in optocht en in de regen naar het vanaf die dag zo te noemen Dr Anna Terruweplein wandelden om te zien hoe de “gratuite wederzijdse waardeonthulling” door de kunstenaar was vorm gegeven. Inderdaad indrukwekkend. Het kwam binnen…zelfs bij niets vermoedende voorbijgangers! Tot slot werd in het stadhuis het glas geheven nadat ik me eerst nog gelaafd had aan de woorden van Anna Terruwe, gegraveerd op een bronzen plaquette achter in de kerk op het stadhuisplein, woorden die haar grondgedachte zijn: “JIJ MAG ZIJN ZOALS JE BENT, OM TE WORDEN DIE JE BENT, MAAR NOG NIET KUNT ZIJN. EN JE MAG HET WORDEN OP JOUW WIJZE EN IN JOUW UUR.”
23 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Kunst en haptonomie
Thuis gekomen maakte ik het volgende gedicht:
Anneke Kempkes-Verweij
Bevestigend samenleven
Het geboeide lichaam bevrijd. Zo luidde de uitgave van het Genootschap voor Fysiotherapie bij het 75 jarig bestaan in 1965 toen nog Genootschap voor Heilgymnastiek, Massage en Physiotechniek. Hierin wordt de geschiedenis beschreven van de ontwikkeling van een beroepsgroep, die aanvankelijk heilgymnastiek en massage en later fysiotherapie als therapie uitoefenden. Een paramedische beroepsgroep die, voor het door spasme en vergroeiingen en verkrommingen geboeide lichaam, een mogelijkheid tot losheid, rechtheid en kracht bood. Het normale bewegen werd op allerlei manieren en met behulp van verschillende technieken en hulpmiddelen zoveel mogelijk nagestreefd. Dit kon pas echt tot ontwikkeling komen nadat de “dwangbuis van de moraliserende, strenge overtuiging als omhulsel afgedaan werd en het keurslijf van de preutsheid uitgedaan.” De aandacht verschoof van “het is nu eenmaal zo, je hebt ermee te leren leven” naar wat zijn de mogelijkheden nog, wat kunnen we hier bewegingstechnisch voor uitdenken en hoe kunnen we dit ondersteunen. Deze inleiding brengt me bij de zieke mens en wel bij die zieke mens die door progressieve spastische of slappe verlammingen totaal niets meer kan bewegen en uiteindelijk zelfs soms niet meer kan praten. Dan zou je het kunnen noemen:
Zonder gebukt te gaan Gewicht ervaren van die ander En op dat ene moment Mogen zijn wat is… Door die ander durf gekregen Te geworden wie ik ben En in verwondering begrijpen Wat ontmoeten is… Olga Hasenbos, 26-11-10
Het bevrijde lichaam geboeid. Een paar maanden geleden zag ik een dergelijk persoon op de televisie. Hij was een internationale wetenschapper die ALS (amyotrofische lateraal sclerose) had en een veelheid van volzinnen in stukjes uitsprak. Hij sprak over de toekomst van de aarde en het milieu. Hij gebruikte hierbij steeds een korte teug lucht die uit een slang kwam welke weer verbonden was met een zuurstoffles die hij aan zijn elektrische rolstoel meevoerde. Het was adembenemend hem zo te zien, alleen zittend op een groot podium, hem op deze wijze te horen praten en daarbij de indrukwekkende en verstrekkende woorden die hij uitsprak tot je door te laten dringen. Er was geen enkele glossy of glitter, geen opsmuk, geen overdreven zorgaanbiedende mensen om hem heen. Hij was daar en had belangrijke woorden voor de toekomst, voor het milieu, deed alles uit het hoofd. Hij was niet zielig hoewel je besefte dat hij een ernstig ziek mens was, bleef je daar niet in hangen maar hij riep juist een luisterend oor op. Het was achteraf een beetje bijna een stem van een, profeet, een voorzegger, een voorspeller. Hij zat gevangen in zijn lichaam maar was enorm geestrijk. Het bleek zijn laatste optreden. Ik geloof dat hij daarna vrij snel is overleden. Wat is ziekte, ziek zijn. Je kunt als je een ziekte hebt ook je ziekte zijn. Je valt er dan mee samen. Het beïnvloedt je hele leven en je hele manier van zijn. Je praat nergens 24 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
25 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
anders meer over dan over dat wat met je ziekte te maken heeft. Wanneer je pijn hebt, hoe erg die pijn soms wel is, hoe naar je jezelf voelt, welke medicijnen je over de dag genomen inneemt, wanneer je weer naar de dokter of het ziekenhuis moet en hoe dat de vorige keer was. En zo kan het de hele dag doorgaan. Je bent dan je ziekte en ziet weinig andere dingen meer die bij het bestaan horen. En daarin neem je tevens je hele omgeving mee.
thuis veel ziekte, psychische aandoeningen en dood mee en had zelf melancholische buien. Hij schilderde zieke en gestorven mensen. Gebruikte soms heel donkere kleuren maar kon ook prachtige gele ondergaande zonnen schilderen en vrouwen met diep rode haren. Dit meisje lijkt de vrouw die naast haar bed zit in een diep gebogen houding, te troosten. Ze troost door haar houding en door haar blik. Het lijkt alsof ze de handen naar de vrouw ter vertroosting uitstrekt. Zij heeft het meeste licht in haar gezicht, haar haren zijn bruin tot rood. De vrouw is voornamelijk zwart en zwart grijs. De houding van het hoofd van het meisje is een beetje geneigd naar de vrouw. De vrouw duikt ineen met haar hoofd naar beneden. Doordat ze haar hand uitsteekt, maakt ze contact met het meisje. Ze zijn samen. Je kunt er in gedachten stil bij gaan zitten, gewoon aanwezig zijn zonder iets te doen of iets te zeggen. Dat gebeurt ook als je in alle rust naar het schilderij kijkt. Het schilderij laat je toe. Je kunt gewoon in “aanzijn”. Soms kan je iets van verbinding voelen zonder dat er directe woorden bij gebruikt zijn. Zou het dan zo zijn dat je ”twee zielen een gedachte” meemaakt?
Er zijn ook mensen die erg ziek zijn en toch nog weten dat er andere dingen bestaan dan hun eigen ziek zijn. Zo zei ik tegen een man die een ernstige verlammende ziekte had en die ik na lange tijd een bezoek bracht, ‘Wat jammer dat je zo ziek bent’. Zijn antwoord was, ‘Nee hoor, ik ben helemaal niet ziek, ik heb alleen een probleem.’ Hier werd ik stil van. Groots, zijn vitale intentionaliteit, het vermogen tot ontmoeten en jezelf kunnen zijn, is voelbaar aanwezig. Wat een eigenheid! Hij laat me toe in zijn zo totaal veranderde, kwetsbare leven. Hij bereikt hiermee dat we al direct samen zijn. Bij dit jezelf zijn en blijven terwijl je een ernstige aandoening hebt, een ziekte hebt, moet ik denken aan een schilderij van de Noor Edvard Munch (1863-1944). Munch is een schilder van niet alleen het mooie, het schone, dat kon hij ook, maar meer van de gemoedstoestanden. Hij maakte, op jonge leeftijd, het overlijden van zijn moeder mee toen hij vijf jaar was, bij het overlijden van zijn zusje was hij veertien jaar. Hij maakte
26 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
27 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Onlangs las ik een gedicht voor van Vasalis bij een ernstig zieke persoon. Deze begon daarna intens te huilen maar bleef me aankijken. Het werd een gedeelde ontroering. Er zat ook een afscheid in. Zonder woorden. Hij wist dat hij aan zijn ziekte dood zou gaan. Dit gedicht heb ik maandenlang in mijn hoofd gehad. Het is op muziek gezet door Tom Löwenthal. Nadat de man enkele weken later overleden was, zong ik het tijdens het zeilen op de grote en verre zee, tijdens lange wandeltochten en ’s nachts in bed als mijn gedachten nog niet slaapklaar waren. Eind vorig jaar was ik een portret aan het beeldhouwen in een steen van rood travertin, toen de steen ineens in tweeën brak. Aanvankelijk was ik verbouwereerd, wat nu. Is alles voor niets geweest? Na een tijdje liet de steen me iets anders zien. Er kwam licht doorheen. Ik heb het portret met veel genoegen toen afgemaakt. Hij hoort voor mij nu bij het gedicht van Vasalis.(www.gedichten.nl) In de oudste lagen van mijn ziel, Ik kan mij niet van U bevrijden, Waar hij van stenen is gemaakt, er bloeit niets in mijn steen dan Gij, Bloeit als een gaaf ontkleurd fossiel, de oude weelden zijn voorbij. De stenen bloem van uw gelaat. Maar niets kan mij meer van U scheiden.
Voor u bijgewoond Symposium ‘Nieuw Leven – haptonomische zwangerschapsbegeleiding in breder perspectief’ Det Materman In de Academie voor Haptonomie te Doorn vond op woensdag 10 november 2010 een symposium plaats rondom de presentatie van het boek ‘Nieuw Leven’, een uitgave van de Haptonomische Bibliotheek. Het symposium werd georganiseerd door uitgever Wim van der Veer en de Academie voor Haptonomie, in de persoon van de zeer ervaren docente haptotherapie en zwangerschapsbegeleiding Roos Ferdinandus. Terwijl het buiten een winderige en regenachtige dag was en de Hollandse wegen vol files stonden, genoten binnen de deelnemers van voordrachten en workshops. Het boek werd geschreven onder redactie van Roos Ferdinandus en Els Plooij, samen met een achttal medeauteurs. Het boek gaat over de kennis die voorhanden is over haptonomische begeleiding voor, tijdens en na de menselijke geboorte. Dit was ook het onderwerp van het symposium. Prof. Dr. Han Kemper Prof. Dr. Han Kemper, emeritus hoogleraar gezondheidskunde aan de VU in Amsterdam opende het symposium en leidde met kundige hand en een kwinkslag de forumdiscussie aan het eind van de ochtend en de middag. Monica Pollmann, Introductie in haptonomische zwangerschapsbegeleiding Monica werkt als haptotherapeut en haptonomische zwangerschapsbegeleider, daarnaast geeft zij les aan de Academie voor Haptonomie in Doorn. Helder en met grote vaardigheid legt ze de eerste grondbeginselen van de haptonomie uit: Handelen vanuit het voelen. Het prenatale kind mag voelen dat het welkom is. Monica: ‘We mogen aanraken om in contact te komen’. Voor de geboorte ervaart het kind al wat lustvol is en wat niet. Hij kan er naar toe of er vanaf, kan er richting aan geven. De haptonomische zwangerschapsbegeleiding richt zich op dat vermogen. Voelt de ongeborene aandacht en veiligheid of is er kilte. Met dit voelen begint of stagneert de emotionele ontwikkeling van het ongeboren kind. ‘Vaders hoeven niets te doen, alleen maar aanraken en wachten, wachten is uitnodigend aanraken. Vaders moeten op een gelijkwaardige plek gezet worden en meevoelen wat er gaat gebeuren. De gevoelsverbinding stimuleren, een driemanschap creëren’, zegt Monica. ‘Het kind voelt alles, het deint mee op de gevoelens van de moeder, het kind wordt gemarineerd door de moeder’. Vaders kunnen ook helpen het kind goed in het midden te dragen. De aanstaande
28 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
29 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
vader vormt de schoot om de schoot van de moeder heen. Geboren worden is ruimtegebrek ervaren. Het is aan ons het kind zo weinig mogelijk in de weg te zitten. Monica besluit haar voordracht met haar suggestie het nieuwe boek bij kraamcentra neer te leggen. Arjon Lambeeks, Haptonomische zwangerschapsbegeleiding: nog te weinig in beeld in het ziekenhuis Arjon is werkzaam als gynaecoloog in het IJsselland ziekenhuis in Capelle aan de IJssel. Haar openingszin is waar ze mee zal eindigen: Haptonomie komt in haar ziekenhuis maar sporadisch aan de orde. Als arts en als aanstaande moeder was Arjon Lambeeks nieuwsgierig naar wat haptonomische zwangerschapsbegeleiding inhield. Ze wilde zelf ervaren of de haptonomische zwangerschapsbegeleiding wat toevoegt aan het krijgen van een kind. Wat haar opviel was de persoonlijke benadering, de partner raakt meer betrokken bij het kind en de aanstaande geboorte. Deze gaat nu niet sms- en of in een hoekje een boekje lezen. Na de geboorte viel het haar op dat haar kind bewegingen herkende bij aanraking van het ruggetje. ‘Het kind kruipt onder je handen en wordt rustig.’ Volgens de spreekster is bij begeleide ouders minder pijnstilling nodig en aanstaande ouderparen zijn rustiger in de ontsluitingsfase. In het laatste deel van de bevalling constateert ze weinig verschil tussen de al of niet begeleide ouderparen. Het zelf ervaren van haptonomische begeleiding in de zwangerschap heeft haar houding als arts veranderd. Ze zal een bevalling, zover als mogelijk, zijn eigen gang laten gaan. In het bekende puffen, ziet ze de barende soms van de pijn weggaan. Haptonomisch puffen met de concentratie gericht op het bekkenbodemgebied, zou volgens Arjon ontspannend werken. Arjon Lambeeks eindigt met de conclusie: ‘Haptomische begeleiding wordt in de praktijk nog weinig toegevoegd aan de begeleiding van zwangerschappen. De informatievoorziening is onvoldoende gestroomlijnd’. Ze zou graag een actiever beleid op foldergebied zien. Een beter contact tussen zwangerschapsbegeleiders en gynaecologen zal ook meer mensen over de streep kunnen trekken. Daniël van den Hove, Stress tijdens de zwangerschap; gevolgen voor het kind in het latere leven Daniël is onderzoeker en docent bij de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie aan de Universiteit van Maastricht. Met verve laat hij ons in zijn presentatie de resultaten zien van diverse onderzoeken naar de gevolgen van stress in de zwangerschap en wat de gevolgen kunnen zijn voor het nageslacht. Stressfactoren zijn oorlog, natuurrampen, relatieproblemen, overlijden van een naaste, stemmingsstoornis. 30 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Chronische stress werkt negatief op iemands gestel. Bij stress in verschillende stadia van de zwangerschap is er een relatie te leggen tot de mentale en motorische ontwikkeling van het kind. In Maastricht heeft men met knaagdierstudies onderzoek verricht naar de mechanismen die een rol spelen bij stress in de zwangerschap en de relatie tot mentale problemen bij de kinderen die geboren worden. Bij ratten tonen mannelijke nakomelingen meer stress en zijn minder gemotiveerd. Stress tijdens de zwangerschap leidt meer naar depressiegerelateerd gedrag en ook hier scoren de mannelijke nakomelingen hoger en hebben een hogere waarde van stresshormonen in hun bloed. Vrouwtjes lijken relatief beschermd. Bepaalde eiwitten in de hersenen zijn direct gerelateerd aan stress. Vrouwtjesratten hebben dezelfde concentratie aan signaalstoffen, maar lijken door een bepaald mechanisme beschermt. Samengevat: 1. Stress is een verhogend risico op psychiatrische stoornissen. 2. Voorzichtig zijn met bepaalde antidepressiva in de zwangerschap. 3. De mentale gesteldheid van zwangeren nauwlettend volgen. 4. Meer onderzoek nodig voor inzicht in deze mechanismen. Zijn conclusie: om problemen bij stress in de zwangerschap te voorkomen is haptotherapie, psychotherapie en/of medicatie aanbevelenswaardig. Maar over het effect van antidepressiva tijdens de zwangerschap is weinig bekend. In de afsluitende forumdiscussie kwamen actuele vragen aan de orde: over de hoge babysterfte in Nederland, de toename van de ruggenprik bij bevallingen en de stand van zaken wat betreft wetenschappelijk onderzoek. Tijdens het middaggedeelte bestond de mogelijkheid diverse workshops bij te wonen waar deskundigen hun ervaringen en kennis uitwisselden met de deelnemers: 1. Jan van den Broek, Inleiding in de haptonomie In zijn sessie liet Jan van den Broek in woord en aanraking aan een persoon, onbekend met de haptonomie, voelen en zichtbaar worden hoe haptonomische fenomenen werken. De verwondering op het gezicht te zien en de zichtbare verandering in de huid zien ontstaan, dit kunnen waarnemen blijft ontroeren. 2. Christel van der Kaaden, Prenataal: Haptonomische zwangerschapsbegeleiding Contact met het ongeboren kind, hechting, voorbereiding op ouderschap, de bevalling en de rol en plek van de vader hierbij. Niet bijgewoond, helaas geen verslag beschikbaar. 31 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
3. Jo Deben, Nataal: De haptonomisch begeleide geboorte in de verloskunde Jo Deben is een mannelijke ‘vroedvrouw’ en haptonomisch zwangerschapsbegeleider. Zijn drijfveer om met de haptonomie te beginnen was om het nog beter de doen voor de vrouw en de man en de geboorte van hun kindje. Geef ze liefde en gepaste toewijding. In België krijgt 70% van de vrouwen epiduraal anesthesie. Bij epiduraal anesthesie komen er minder hormonen vrij. Hij laat de partners de benen van de zwangere op een bepaalde manier boetseren. Door deze huidprikkels maakt de vrouw meer oxytocine en dit maakt haar meer ontspannen en tevreden. Het overlevingshormoon doet het kindje het eerste uur na de geboorte erg wakker zijn. Een kind dat aan de borst “geschroefd” wordt doet het moeilijker. Het eerste uur na de geboorte is EEN GOUDEN MOMENT. 4. Saskia Taat-Piena, Postnataal: Wat kan de haptonomische begeleiding de ouders en hun kind bieden na de geboorte? In een aansprekende videofilm toont Saskia Taat-Piena ons hoe een jong kind op een haptonomisch verantwoorde wijze gedragen moet worden. Ook als er een beperking bij één van de ouders is, toch samen een manier zoeken waarin ook dan volwaardig met het kind wordt omgegaan. Daarnaast besteedde ze aandacht aan hoe om te gaan met huilbaby’s. Bij veel huilen heeft de haptonomie een meerwaarde. Huilen is spanning kwijtraken. Boekpresentatie Nieuw Leven Ter afsluiting van deze afwisselende dag, terwijl de bladeren van een beuk even mijn aandacht trekken, want de zon licht de blaadjes op alsof oranje munten om de boom gevlochten lijken te zijn, neemt Wim van de Veer het woord. De uitgever complimenteert Roos Ferdinandus met de goede organisatie van deze dag en overhandigt haar en Els Plooij, de eerste exemplaren van het boek Nieuw Leven - haptonomische zwangerschapsbegeleiding in breder perspectief, (ISBN 978-9079166-04-6). Als medeauteurs hebben Silvia van Kammen en Wim Laumans, Sisca Booijink, Monique Duran, Truus Scharstuhl en Saskia Taat-Piena een aantal hoofdstukken geschreven. Het boek is tot stand gekomen in samenwerking met de Academie voor Haptonomie in Doorn en een uitgave van De Haptonomische Bibliotheek. De bezoekers van het symposium mogen tot slot allen een exemplaar van het boek mee naar huis nemen en zo wordt deze dag in een gezellige sfeer met een hapje en een drankje tevreden afgesloten.
32 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Cursus ‘Raakbaarheid als fundament van de haptonomie’. Erik te Loo
Kennismaking Mijn eerste kennismaking met de Drentse filosoof Jan Keij vond plaats in november 2009, op het jubileumcongres van Haptonomisch Contact. Hij boeide een volle zaal met zijn lezing over de betekenis van Emmanuel Levinas voor ons werk. Wat mij bijzonder trof in zijn betoog, was dat hij de essentie van de filosofie van Levinas wist te verbeelden in de beschrijving van een alledaags tafereel als het schillen van een peertje in aanwezigheid van iemand anders. Voor mij zat daarin een parallel met haptotherapie: mensen laten ervaren welke belangrijke rol hun patronen spelen in het leven van alledag. Geïnspireerd door dit betoog kocht ik het boek dat Jan Keij schreef over Levinas. Maar ik moet eerlijk bekennen dat het niet meeviel daar mijn weg in te vinden. Toen ik de aankondiging zag van de 2-daagse cursus Raakbaarheid als fundament van de haptonomie (vanuit de filosofie van Emmanuel Levinas), gegeven door Jan Keij en Wim Laumans, was dat voor mij een mooie aanleiding mijn kennismaking Jan Keij voort te zetten. Op een herfstige morgen in oktober 2010 reed ik daarom naar Ruinen, waar ik 6 mede-cursisten trof. De meesten afkomstig uit de wereld van haptonomie en/ of fysiotherapie, maar ook een deelnemer met een baan in de ICT. Ethische raakbaarheid De cursus begon met een verkenning van het mensbeeld dat aan de filosofie van Levinas ten grondslag ligt. Dat mensbeeld is natuurlijk geworteld in het leven van Levinas. Een leven dat op zijn minst bewogen genoemd mag worden: geboren in Litouwen uit Joodse ouders, opgegroeid in Litouwen en Oekraïne, gestudeerd in Straatsburg en Freiburg. In april 1940 als soldaat in het Franse leger krijgsgevangen gemaakt. Zijn uniform redde hem van het lot dat zijn familie, net als zoveel Joden in die tijd, trof: na de oorlog bleken alleen zijn echtgenote en hun dochter de concentratiekampen overleefd te hebben. Na de oorlog werkte Levinas in Frankrijk aan diverse scholen en universiteiten. Op 25 december 1995 is hij overleden op 89-jarige leeftijd. Levinas omschrijft het begin van zijn filosofie met de vraag ‘Waarom is er het kwaad en niet eerder het goede? Vanuit deze vraag vat Levinas het goede op in de betekenis van verantwoordelijkheid. Zorg kunnen hebben om de ander, iets voor de ander willen betekenen. Geformuleerd als gebod: schep voorwaarden voor geluk. Om die verantwoordelijkheid mogelijk te maken, ziet Levinas vijf noodzakelijke voorwaarden: onafhankelijkheid, afhankelijkheid, ethische raakbaarheid, denkvermogen en vruchtbaarheid. Met dit mensbeeld als uitgangspunt, hebben we gekeken naar de mens als 33 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
ROÈL uw partner in verzekeringen Haptotherapeuten Verzekeringspakket Financieel Adviesbureau ROÈL biedt voor haptotherapeuten de mogelijkheid verzekeringen te treffen met aantrekkelijke voordelen in de vorm van: - collectiviteitskorting - uitgebreide specifiek op beroep afgestemde dekking - persoonlijke advisering
PRAKTIJKPAKKET • Aansprakelijkheid beroep • • Rechtsbijstand beroep • PRIVÉ-PAKKET • Woonhuis • • Inboedel • Auto • • INKOMEN EN ZORGPAKKET • Pensioen • • Arbeidsongeschiktheid •
Extra kosten / bedrijfsschade Inventaris Aansprakelijkheid privé Rechtsbijstand privé Doorlopende reis Ziektekosten Ongevallen
Financieel Adviesbureau ROÈL Antwoordnummer 358 3740 VB BAARN telefoon 035 54 890 90 Fax 035 54 890 91
34 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
kwetsbaarheid/raakbaarheid en, een stap verder, de mens als ethische kwetsbaarheid/ raakbaarheid. Aan de hand van een fragment uit het boek De val van Albert Camus kwam die ethische raakbaarheid haarscherp naar voren. Geraakt worden betekent geroepen worden. Dat wil zeggen: een appél ervaren. Geraakt worden betekent een antwoord moeten geven. Geraakt worden betekent gericht worden op de ander. Geraakt worden is gevoeligheid voor de ander en je daardoor al verantwoordelijk voelen. Dat wil zeggen: een antwoord moeten geven. Waarbij dat antwoord overigens zowel een helpen als een niet-helpen kan zijn. Het vertrekpunt van Levinas is dus niet langer het ik, maar de relatie tussen mij en de ander. Schep voorwaarden voor geluk De tweede dag van deze cursus stond in het teken van het belang van de filosofie van Levinas voor de begeleidingsrelatie tussen therapeut en cliënt. Immers, aan helpen gaat een appél vooraf. En van een therapeut mag verwacht worden dat hij/zij hieraan een ‘denken met gevoel’ toevoegt. In dat denken met gevoel komen verschillende elementen naar voren: 1. Zorg voor mijzelf als therapeut. 2. Interpretatie van het appél. 3. Besef van de context van de hulpvrager en het besef van de ‘onhaalbare rechtvaardigheid’: wat goed is voor de cliënt kan desastreus zijn voor mensen uit de context van de hulpvrager. 4. Het besef dat beslissingen betwijfelbaar zijn, omdat de informatie per definitie beperkt is. 5. Ondersteuning door protocollen en vakinhoudelijke deskundigheid. Essentieel in die begeleidingsrelatie is verder dat de hulpverlener een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager. Zodat de kern van begeleiden omschreven kan worden als het scheppen van mogelijkheden om te komen tot zelfhulp. En daarmee ben ik terug bij het gebod van Levinas: schep voorwaarden voor geluk. Misschien is de kern van het werk van Levinas het best samen te vatten met het volgende Chinees gedicht: Als je gelukkig wilt zijn voor een uur, doe een dutje. Als je gelukkig wilt zijn voor een dag, ga vissen. Als je gelukkig wilt zijn voor een maand, ga trouwen. Als je gelukkig wilt zijn voor een jaar, erf een fortuin. Als je gelukkig wilt zijn voor heel je leven, help een ander. Deze cursus heeft mij in elk geval de moed gegeven het boek van Jan Keij alsnog te gaan lezen. Aan de opdracht die hij er voor mij in schreef zal het niet liggen: Lees, geniet, en…. kom jezelf tegen! 35 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Tweedaagse nascholing ‘Chronischevermoeidheidssyndroom’. Carla Vreeman
Deze nascholing werd gegeven in samenwerking met Brechje Overbeek van het CSR (Chronische Stress Reversal) Centrum. Brechje is psycholoog en hoofd opleidingen bij dit centrum. Zij geeft in deze nascholing uitleg en achtergronden over de begeleiding bij stress gerelateerde aandoeningen door het CSR-centrum. De CSR-methode is oorspronkelijk ontwikkeld door Sonja van Zweden. Het is een kenniscentrum dat o.m. coaches opleidt die mensen met een CSS (chronische stress syndroom) kunnen begeleiden. Programma: Dag 1: - verschillende soorten stressgerelateerde problematiek en de onderliggende fysiologie - effecten van chronische stress en de behandeling Dag 2: - casuïstiek en praktijkervaring - CSS en haptotherapie Chronisch Stress Syndroom(CSS) De rode draad is dat een CSS ontstaat door een neuro-hormonale ontregeling, als gevolg van een gecumuleerd hersteltekort. Ieder mens heeft de mogelijkheden om stress te kunnen hanteren. Pas als er onvoldoende herstel plaatsvindt, ontstaan er problemen. Indien er chronisch sprake is van stressprikkels en te weinig herstel ontstaat een CSS. Bij belasting of stress gaat het lichaam energie vrijmaken om te kunnen reageren, wat leidt tot de oeroude ‘fight or flight’ reactie. Bij acute nood moet je kunnen rennen of vechten. De nood bestaat tegenwoordig echter uit zaken als mentale stress of anticipatie op een stresssituatie of het volhouden en doorgaan. Hierdoor ontstaat een disbalans: veel adrenaline om te rennen maar je blijft zitten. Daarnaast wordt de stressfysiologie ingeschakeld wanneer je bij vermoeidheid toch volhoudt en doorgaat, dit omdat stressfysiologie voor de nodige energie zorgt. De stress van tegenwoordig is vaak niet levensbedreigend, hoewel het lichaam wel zo reageert. Het hersteltekort bouwt zich langzaam op (vergelijk overtraining bij sporters) en er ontstaat uitputting. Het effect is een neuro-hormonale ontregeling (met op den duur ook een falend herstelvermogen). Hieraan ten grondslag ligt meestal roofbouwgedrag (falend herstelgedrag). De neuro-hormonale ontregeling betreft o.a. de 36 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
hormoonspiegels van adrenaline en cortisol en het overheersen van het sympathische zenuwstelsel. Het immuunsysteem wordt door chronische stress onderdrukt. Ook de prefrontale cortex wordt beïnvloed, wat leidt tot afname van cognitieve vermogens: minder goed kunnen denken, minder goed beslissingen kunnen nemen. Vanwege deze invloed op de cortex zijn deze cliënten zeker in de eerste fase minder gebaat bij cognitieve therapieën of benaderingen. Een CSS valt in te delen in twee typen, die zich na elkaar ontwikkelen. Na een overdaad aan stresshormonen (type I) ontstaat door uitputting en ontregeling na verloop van tijd een onderproductie van deze hormonen (type II): • Type I: sympathische vorm: snelle hartslag, nervositeit, slaapproblemen, weinig eetlust, snel transpireren, verhoogde emotionaliteit, agressie. • Type II: parasympathische vorm: langzame hartslag, goede eetlust, goed en diep slapen (niet uitgerust wakker worden!), snel vermoeid, inspanningsintolerantie, bij inspanning snel hypoglycemisch, somberheid, onverschilligheid. Wanneer aan het optreden van een Chronischvermoeidheidssyndroom (CVS) een periode van chronische stress/hersteltekort vooraf is gegaan, is het CVS te beschouwen als een ‘Type II’. Bij herstel spelen meerdere factoren een rol. De belasting die voor de stressreactie zorgde moet zoveel mogelijk vermeden worden. Daarnaast moet gewerkt worden aan het herstellen van de balans van het autonome zenuwstelsel. Dat betekent afwisseling van rust en ontspanning, een juiste ademhaling, afwisseling, beweging, genieten. En ten tweede een gezonde lifestyle: dagindeling, lichaamsbeweging, buitenactiviteiten, voeding, sociaal netwerk. Wat betekent deze kennis voor onze haptotherapeutische begeleiding? Ook hier is de splitsing in twee types noodzakelijk. Bij type I is het belangrijk dat mensen weer leren ontspannen en meer in contact komen met hun lijf (en uit het hoofd). Hierbij speelt aanraking een grote rol. Hierdoor wordt de parasympaticus gestimuleerd en krijgen de mensen een gevoel van welbevinden. Je kunt ze bepalen bij het hier en nu. Als aanraken (nog) niet kan, zijn er diverse oefenvormen te bedenken op en naast de bank om hetzelfde doel te bereiken (denk daarbij aan wiebeltol, wiebelplank, zitten, staan naderen). Daarnaast niet te veel uitleggen, simpel en kort. Er is in deze fase sprake van hoge alertheid en een toegenomen emotionaliteit. De sterke emotionele reacties hebben dus ook een fysiologische oorzaak. Gevoelens dienen wel erkend en gehonoreerd te worden echter niet te zeer geëxploreerd in deze fase. 37 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Bij type II geef je direct al meer uitleg. Je geeft een kader om veiligheid en begrip te scheppen. Het is hierbij belangrijk de situatie zoals die is, te erkennen. Oefeningen / aanraken op de bank met als doel contact herstellen met lichaam, signalen leren herkennen en grenzen leren voelen. Bij deze groep is zelfregulatie (controle) belangrijk. Wanneer de uitputting ertoe geleid heeft dat de cliënt weinig meer onderneemt en elke inspanning vermijdt, moet hij of zij – binnen haalbare grenzen - geactiveerd worden. Zelf weer in beweging komen en vertrouwen terug krijgen in eigen mogelijkheden zijn hierbij belangrijk. Dag 2 Bij het bespreken van de casuïstiek op dag 2 werden de verschillende types verder uitgewerkt. Er was voldoende uitwisseling en inbreng vanuit ieders praktijkervaring. De evaluatie aan het einde leverde voldoende nieuwe inzichten op om mee verder te kunnen: - De eerste fase, waarin de cliënt weer contact gaat maken met zijn lichaam, duurt vaak langer dan verwacht. Het verder exploreren van gevoelens komt pas later. - Het is belangrijk bij type I om in de eerste fase niet te veel te praten (stress vermindert het cognitieve vermogen en praten is daardoor weer stressverhogend) - Aanraken en bewustwording in kleine stapjes. Soms is alleen liggen al een oefening. Liggen en “thuiskomen”. Present zijn als therapeut maar niet te veel een appèl doen op contact maken. - Het tempo van cliënt is bijna altijd lager dan het tempo van de therapeut! Onze ervaring van deze dag is heel positief. Kennis van de onderliggende fysiologie is bij de behandeling van deze cliëntengroep erg belangrijk. Het is voor cliënten erg prettig om te horen dat de symptomen die ze voelen erbij horen en dat het kan veranderen. Deze kennis kan ons helpen bij het maken van keuzes in de behandeling. Vitaliseren of ontspannen? Praten/uitleggen of meer naar de bank? Wat kan ik herkennen in deze mens en waar kan ik aansluiten. Daarnaast biedt de fysiologie ook veel verklaring voor wat we als haptotherapeuten doen, bijvoorbeeld de antistressrespons bij aanraking, de verandering die mensen ervaren wanneer ze in contact komen met hun lijf. Het kan ons helpen ons vak goed uitleggen naar andere hulpverleners en cliënten. Centra die mensen met chronischvermoeidheidssyndroom begeleiden: CSR- centrum: zie www.csrcentrum.nl LTC leefstijltraining in Dalfsen: zie www.leefstijl-trainingscentrum.nl
Literatuur • B. van Houdenhove: Herwin je veerkracht, Omgaan met chronische vermoeidheid en pijn. Lannoo 2009, ISBN 9789020986075. Een praktisch boek met veel tips voor de behandeling. • Stress, het lijf en het brein. Ziekten op de grens tussen psyche en soma. Lannoo 2007, ISBN 9789020973327. Voor degenen die meer willen weten over wetenschappelijk onderzoek naar chronische stress en de effecten op lijf en brein.
Voor u gelezen Mia van Luttervelt
Compassie, Karen Armstrong, uitg.Bezige Bij, Amsterdam 2011, geb. 240 pp., € 19,90, ISBN 978-90-234-5973-6, originele titel: Twelve steps to a compassionate life. Dit is een wonderlijk en bewonderenswaardig boek dat ik iedereen aanraad te lezen. “Karen Armstrong, een van de origineelste en meest aansprekende schrijfsters op het terrein van religie, richt zich in haar nieuwe boek op de praktijk: de lezer leren hoe deze in twaalf stappen kan helpen de wereld (en zichzelf) medemenselijker te maken. Armstrong ziet meer compassie als een noodzaak om waardig te kunnen leven in onze huidige gepolariseerde wereld, die tegelijkertijd door nieuwe media zo nauw verbonden is.”, aldus uitgeverij De Bezige Bij. Compassie kwam tot stand nadat Armstrong in 2008 een van de drie TED-prijzen had gewonnen. Deze prijzen worden uitgereikt door een particuliere non-profit organisatie op de jaarlijkse 4-daagse TEDconferentie (Technology, Entertainment, Design, sinds 1984), aan ‘grote Denkers en Doeners’, zie Wikipedia. De prijswinnaars ontvangen 100.000 dollar en mogen een wens doen voor een betere wereld, waarbij TED zich zal inzetten om die te verwezenlijken. Met het prijzengeld nam Armstrong het initiatief tot de inmiddels wereldwijd ondersteunde Charter for Compassion, zie www.charterforcompassion.org. Dit handvest is gebaseerd op de Gulden Regel van alle religieuze en spirituele tradities: ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ (besproken in HC 20104). Het boek Compassie is hier een uitvloeisel van. Het is een wonderlijk boek, omdat het in de stijl van het Amerikaanse twaalfstappen programma van de Alcoholics Anonymous (de AA), probeert te verwezenlijken dat
38 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
39 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
mensen leren zich overal en jegens iedereen met wat meer compassie voor elkaar te gaan gedragen. Elke stap zal voortbouwen op de leefregels die zijn geoefend en de gewoonten die zijn aangeleerd in de voorgaande stappen. Het gaat niet om de snelle transformatie, zoals we die zien in de populaire make-overprogramma’s op de televisie. Het gaat om een langzame heroriëntatie en transformatie, onopvallend en met kleine stapjes. Het is een bewonderenswaardig boek en moedig initiatief, omdat het in een Council of Conscience (raad voor moreel bewustzijn) een groep vooraanstaande personen uit zes geloofstradities (Jodendom, christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme en confucianisme) heeft weten te verenigen. Compassie als richtsnoer uitdragen en verwerkelijken is daarbij het doel. Het handvest is opgesteld door religieuze leiders uit de hele wereld. Armstrong spreekt in dit boek ook over raakbaarheid, doorvoelend vermogen (empathie) en affectief contact. Zoals u weet zijn dit kernbegrippen in de haptonomie, vandaar dat dit boek hier besproken wordt. Het voorwoord van Compassie behelst een ‘Wens voor een betere wereld’. Het doet een appel op en biedt een methode tot samenwerken aan vrede en gerechtigheid, over de kloof tussen de religies heen. Daarna volgen ‘de twaalf stappen naar compassie’: 1. Meer weten over compassie 2. Kijk naar uw wereld 3. Compassie voor uzelf 4. Empathie 5. Mindfulness 6. Actie 7. Besef van onze beperkte kennis 8. Hoe moeten we met elkaar praten? 9. Zorg voor iedereen 10. Kennis 11. Inzicht 12. Heb uw vijanden lief Het boek beschrijft op een nooit eerder gedane wijze zeer compact de geschiedenis van zes geloofstradities en brengt de Oud-Griekse filosofie en de moderne neurowetenschap samen in een mondiale promotie van compassie. Tijdens het zgn. axiale tijdperk, zo’n 2500 jaar geleden, ontwikkelden zich het hindoeïsme en boeddhisme in India, het confucianisme en taoïsme in China, het monotheïsme in het Midden-Oosten, en het filosofisch rationalisme in Griekenland. Deze inzichten zijn nooit meer overtroffen. 40 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
De Arische volken van India bevonden zich in de voorhoede van spirituele en psychologische veranderingen en ontwikkelden een zeer verfijnd inzicht in het functioneren van de menselijke geest. Al heel vroeg werd het ideaal van ahimsa (geweldloosheid) omarmd. Een leerling moest bijvoorbeeld twaalf jaar bij zijn goeroe in de leer; daarbij moest hij afzien van strijd en seks, het huis van zijn leermeester schoonmaken en zijn vuur verzorgen. Ook de Boeddha vastte tot hij helemaal uitgemergeld was, terwijl hij nog steeds werd geplaagd door hebzucht, lust, afgunst en haat. Hierna ontdekte hij de zogenaamde Weg van het Midden met compassie, vreugde en dankbaarheid. Hij sprak over ‘vier onmetelijke krachten van liefde’: maitri (liefdevolle betrokkenheid), karuna (compassie), mudita (meevoelende vreugde) en upeksha (gelijkmoedigheid). In het mahayana-boeddhisme is de held de bodhisattva die op de drempel van de verlichting staat, maar in plaats van te verdwijnen in de gelukzaligheid van het nirwana besluit terug te keren naar de lijdende wereld. De Chinezen ontwikkelden ‘riten van wederkerigheid’ (shu) en de deugd van inschikkelijkheid (rang). ‘Kinderen die op handen gedragen worden, weten allen hoe zij hun ouders moeten liefhebben.’, schreef de Chinese filosoof Mencius. ‘Hij die een vijand tot vriend maakt, is machtig’, vonden de Joodse rabbijnen. Jezus wordt gepresenteerd als een man van geweldloosheid. De mensen die tot het Koninkrijk Gods worden toegelaten, waar rijk en arm naast elkaar aan dezelfde tafel zouden zitten, waren degenen die de naastenliefde beoefenden, de hongerigen te eten gaven en op bezoek gingen bij zieken en gevangenen. Het allesbepalende beeld van het christendom is dat van een gekruisigde man in doodsnood, een symbool van de wreedheid die mensen elkaar sinds mensenheugenis hebben aangedaan, maar ook een moeilijk te begrijpen pijn die de wereld bevrijdt. De openbaringen van Mohammed, gebundeld in de Koran, waren gericht op de omstandigheden in Mekka en gaven uiting aan een ethos van compassie als tegenwicht tegen het agressieve kapitalisme. Mohammed vroeg zijn volgelingen om een existentiële ‘overgave’ (islam) van hun hele wezen aan Allah, de erbarmer en de barmhartige, die ‘tekenen’ van zijn menslievendheid aan de mensen had gegeven met al de wonderen van de geschapen wereld. Een muslim was een man of vrouw die deze overgave van zijn of haar ego had volbracht. Het is een diep leerzaam boek en onmogelijk in een paar bladzijden samen te vatten. Armstrong schrijft tot slot dat we ons moeten realiseren dat de poging om een barmhartig mens te worden een project voor het leven is, waarin we dagelijks wel een keer falen, en vaak een worsteling die tot onze dood zal voortduren. Ze laat zien dat compassie wel degelijk mogelijk is en dat sommigen een ‘heroïsch niveau van empathie, vergevingsgezindheid en ‘zorg voor iedereen’ hebben bereikt’. Iemand die onpartijdig is, eerlijk, kalm en vriendelijk, biedt inderdaad een toevlucht. Ik wens u 41 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Van het Kenniscentrum
zulke mensen toe, en compassie…de jonge wetenschap van de haptonomie staat nog in de kinderschoenen, en probeert zich buiten de dubbelzinnige invloed van religies te ontwikkelen. Zij moet nog leren haar afkomst niet te loochenen en nieuwe vormen te vinden voor oude wijsheid. ‘Onderzoek alle dingen en behoudt het goede…’ In de NRC weekendbijlage d.d.5-2-2011 stond een recensie van het boek Compassie door Beatrijs Ritsema. De slotzin wil ik u niet onthouden: “De wereld wordt er niet beter van als mensen zich ondergeschikt maken aan andermans belangen. Bij kwaadaardige intenties is principiële compassie zelfs contraproductief. Compassie is een zweverig, prekerig en irrelevant boek.” Mijn commentaar op deze uitspraak van Beatrijs Ritsema: “Ieder mens heeft de vrijheid te bepalen in hoeverre hij of zij in een bepaalde situatie kan en wil ‘aanblijven’ (in haptonomische zin), in het besef dat dit sociale uitsluiting of zelfs de dood tot gevolg kan hebben.” Symbool van ‘aanblijven’ is voor mij het beeld van De Dokwerker in Amsterdam. Wat hier bedoeld wordt is iets anders dan ‘zich ondergeschikt maken aan andermans belangen’. Een mens heeft vaak geen keuze in wat hem of haar overkomt, wel in de wijze waarop hij/zij daar mee omgaat. Compassie en geweldloze communicatie zijn een moeilijk te verwerkelijken leerweg met lastige grenzen, zoals wij in het dagelijkse leven, de politiek en ook in haptonomische kring dagelijks ervaren. Vaak kiezen wij de gemakkelijkste weg…
www.kenniscentrumhaptonomie.nl
Els Plooij Burn-out De Vereniging van Haptotherapeuten (VVH) heeft een eerste stap gezet in het ontwikkelen van handvatten voor haptotherapie, een handvat per problematiek. Een belangrijke en prijzenswaardige ontwikkeling die houvast zal gaan geven aan haptotherapeuten en aan hun cliënten. Ook zorgverzekeraars vinden het belangrijk dat een beroepsgroep richtlijnen/handvatten ontwikkelt waarin ze de ‘state of the art’ van het vak (wat naar ons beste weten en kunnen op dit moment de beste behandeling is) bij deze problematiek neerlegt en periodiek blijft bijstellen. Handvatten zijn bedoeld als houvast, niet als handboeien. Als dat nodig is kan er in individuele gevallen -beargumenteerd - van afgeweken worden. Voor wie eens wil kijken hoe dergelijke richtlijnen/handvatten er in de geestelijke gezondheidszorg uitzien: zie www.ggzrichtlijnen.nl. Als eerste heeft de VVH gekozen voor het ontwikkelen van een handvat voor de haptotherapeutische begeleiding bij burn-out problematiek. Er is gestart met het verzamelen van casuïstiek van haptotherapeuten. Later zullen ook specifieke deskundigen (docenten van de haptotherapie opleidingen, burn-out specialisten in andere disciplines) bij het ontwikkelen van het handvat worden betrokken. Een ontwikkeling die het Kenniscentrum Haptonomie zeer toejuicht. Binnen de GGZ is er nog geen richtlijn voor burn-out problematiek. Burn-out is op dit moment ook geen bestaande DSM diagnose. Des te belangrijker dat er een handvat komt! De Academie voor Haptonomie zet de komende tijd in op de doorgaande ontwikkeling van theorie en vaardigheden voor de praktijk van de haptonomie. Het afgelopen jaar heeft de Academie een nascholing voor haptotherapeuten ontwikkeld en gegeven over chronische stress, in samenwerking met externe deskundigen van het CSR centrum (chronische stress reversal). Burn-out is een chronische stressreactie bij uitstek. Het Instituut voor Toegepaste Haptonomie (ITH) gaf al eerder een nascholing over deze problematiek.
42 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
43 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
Het gelijk op lopen van de ontwikkeling bij de VVH en bij de Academie en het ITH is hoopgevend. Als kennis vanuit de beroepsvereniging en de opleidingen bij het ontwikkelen van handvatten bij elkaar wordt gevoegd, en daar tevens deskundigen van andere disciplines bij worden betrokken, kunnen we bruikbare handvatten tegemoet zien. Zowel voor het haptotherapeutisch handelen als voor samenwerken en doorverwijzen. Bij burn-out is een multidisciplinaire aanpak van groot belang. Opgebrand zijn kan zo totaal zijn, dat noch de huisarts, de ARBO-arts, de fysiotherapeut, de psycholoog of de haptotherapeut (en zo kan ik nog wat disciplines noemen) voldoende aanbod heeft. Misschien is het een idee om ervaringsdeskundigen te betrekken bij de ontwikkeling van de handvatten, zoals het Trimbos instituut ook bepleit.
Agenda Cinquième Congres Internationale d’Haptonomie 19-20 maart 2011 Palais des Congres, Versailles, Frankrijk. Conferentie ‘Dat gaat je niet in de koude kleren zitten…’ Georganiseerd door het Zeeuwse collectief voor haptonomie Donderdag 12 mei 2011 Locatie: Bibliotheek Middelburg, 13.00-17.00 uur. Aanmelden via
[email protected] of 0118-651102 Wie wil hiervan het verslag schrijven voor publicatie in HC 2011-3 (sept.)? Agenda Academie voor Haptonomie te Doorn o Bijscholing Adem, stem en contact – 13 en 14 april o Open Ochtend – 16 april en 18 juni o Het Therapeutisch proces – 26 en 27 april o Nascholing Trauma – 11 en 12 mei o Bijscholing Het vieren van je vrouw zijn – 20 en 21 juni o Pré module Haptonomische Zwangerschap Begeleiding (HZB): Ruimte maken voor een nieuw begin – 9 mei, 10 mei, 20 juni en 21 juni 2011 Nieuw: Archief toegankelijk in www.haptonomischcontact.nl Voor abonnees van Haptonomisch Contact is de website uitgebreid met een archief. De inloggegevens zijn bij de uitgever, Van der Veer Media, op te vragen (vanderveer.
[email protected] of
[email protected]). Zie ook het colofon. In het archief zijn de digitaal beschikbare nummers van Haptonomisch Contact opgenomen, met uitzondering van de laatste vier. Wij werken aan een uitbreiding van de Haptonomische Bibliotheek.
44 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010
45 - Haptonomisch Contact - 22e
jaargang
-
nummer
1-
maart
2010