Besluit Openbaar vertouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertouwelijk] Ons kenmerk:
OPTA/TN/2005/202885 (openbare versie van OPTA/TN/2005/202606)
Zaaknummer:
T05201028
Datum:
13 september 2005
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste en achtste lid, van de Telecommunicatiewet, juncto artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie tot goedkeuring van het tariefvoorstel van Koninklijke KPN N.V. voor een wijziging van het eindgebruikerstarief voor de 118 abonnee-informatiedienst.
1.
Samenvatting
Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) gevraagd goedkeuring te verlenen aan het door haar voorgestelde tarief voor de 118 abonnee-informatiedienst van € 1,10 per gesprek (inclusief BTW). KPN is voornemens het voorgestelde tarief op 1 oktober 2005 te introduceren. Op 19 mei 2004 is de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking getreden, hetgeen tot een wijziging van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) heeft geleid. De overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste en achtste lid, van de Tw stellen het college in staat ook onder de Tw tariefwijzigingen voor vaste openbare telefoondiensten op grond van de artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het Boht) te beoordelen op kostenoriëntatie. Het college heeft het tariefvoorstel op grond van artikel 36 van het Boht op kostenoriëntatie beoordeeld, zoals neergelegd in artikel 35, eerste lid, van het Boht. Het college is van oordeel dat het voorstel in overeenstemming is met het vereiste van kostenoriëntatie en keurt het voorstel derhalve goed.
2.
Verloop van de procedure
Op 17 augustus 2005 heeft KPN het tariefvoorstel, met kenmerk 2005-U-00211-RvB, aan het college ter beoordeling voorgelegd. Bij brief van 31 augustus 2005, met kenmerk OPTA/EGM/2005/202480, heeft het college KPN aanvullende vragen gesteld. KPN heeft deze vragen bij brief van 7 september 2005, met kenmerk 05/039 pricing, beantwoord.
3.
Tariefvoorstel KPN
Om de kwaliteit van de 118 abonnee-informatiedienst te verhogen, heeft KPN besloten om niet langer meer gebruik te maken van het zogenaamde ‘store and forward’ proces met behulp van een computer. Met de nieuwe opzet van de dienst is KPN voornemens de uitvoering van de dienst persoonlijker te maken. In de nieuwe opzet spreekt de consument direct met een medewerker in plaats van met het
Besluit Openbaar geautomatiseerde ‘voice response’ systeem. Daarnaast gaat de mogelijkheid tot het doorverbinden van gesprekken (call completion) standaard onderdeel uitmaken van de 118 abonnee-informatiedienst en wordt niet meer separaat als handeling in rekening gebracht. Uit het oogpunt van transparantie wordt door KPN gekozen voor een ongedifferentieerd eindgebruikerstarief. Door de toegenomen persoonlijke interactie stijgen de kosten voor de afhandeling van de 118 abonnee-informatiedienst. KPN is derhalve voornemens het eindgebruikerstarief gelijk te stellen aan € 1,10 per gesprek (inclusief BTW). Indien een gesprek wordt doorverbonden, gelden de standaard gesprekstarieven die van toepassing zijn bij de abonnementsvorm van de abonnee. KPN geeft aan dat de extra kosten van het doorverbinden marginaal zijn ten opzichte van de overige kosten van de dienst (<[bedrijfsvertrouwelijk]%). De wijzing van de opzet en tarifering van de 118 dienstverlening wordt ook doorgevoerd in het wholesale aanbod van KPN (KPN PSTN Standard National Directory Enquiry Connect Service), behalve de mogelijkheid tot doorschakelen. KPN biedt de mogelijkheid tot doorschakelen wel aan als maatwerkoplossing, zoals dat nu ook reeds het geval is. Het wholesale tarief voor de 118 abonneeinformatiedienst wordt € 0,887 per gesprek (exclusief BTW). KPN is voornemens het nieuwe eindgebruikerstarief op 1 oktober 2005 te laten ingaan. KPN is tevens voornemens het nieuwe wholesale tarief op die datum te laten ingaan. Na goedkeuring door het college zal KPN het nieuwe eindgebruikerstarief publiceren in de Staatscourant.
4.
Juridisch kader
Op 19 mei 2004 is de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking getreden, hetgeen tot een nieuwe Tw heeft geleid. De bevoegdheid van het college om de door KPN voorgestelde wijziging van de eindgebruikerstarieven te beoordelen berust op de overgangsrechtelijke bepalingen in hoofdstuk 19 van de Tw. Uit artikel 19.5, eerste lid, van de Tw volgt dat aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken of vaste openbare telefoondiensten die op het tijdstip van inwerkingtreding van de eerdergenoemde Wet implementatie Europees regelgevingskader door het college aangewezen zijn op grond van de artikelen 6.4, eerste lid, zoals die luidden voor de inwerkingtreding van de wet, de daaraan verbonden verplichtingen behouden tot de inwerkingtreding van de besluiten, bedoeld in artikel 19.4, eerste lid, Tw. Hiermee worden de besluiten bedoeld waarin, op basis van de uitkomsten van de marktevaluatie, zal worden besloten tot handhaving, wijziging of intrekking van de bestaande aanmerkelijke marktmacht (hierna: AMM) verplichtingen. Als “aan de aanwijzing verbonden verplichtingen” als bedoeld in artikel 19.5, eerste lid, Tw gelden onder meer de in artikel 7.1 juncto 7.4, tweede lid onder a Tw (oud), genoemde regels met betrekking tot de tarieven voor telefonie. Deze regels zijn uitgewerkt in artikel 35 en artikel 36 van het Boht. Alhoewel het Boht per 19 mei 2004 is ingetrokken bij het Besluit universele dienstverlening en
2
Besluit Openbaar eindgebruikersbelangen1 (hierna: het Bude), blijkt uit het achtste lid van artikel 19.5 Tw dat het college tot 24 maanden na de inwerkingtreding van de Tw, de taken en bevoegdheden behoudt, zoals deze voor de inwerkingtreding van die wet in verband met de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid van artikel 19.5 aan het college bij of krachtens de hoofdstukken 6 en 7 Tw (oud) zijn opgedragen. Artikel 9.1, eerste lid, van de Tw bepaalt dat er bepaalde diensten zijn, waaronder een abonneeinformatiedienst, die voor eenieder beschikbaar moeten zijn tegen een betaalbare prijs en met een bepaalde kwaliteit. Het tweede en vierde lid van dit artikel bepalen dat hiervoor bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de prijs en het kwaliteitsniveau. Indien er geen regels zijn gesteld - bij algemene maatregel van bestuur - met betrekking tot de hoogte van een “betaalbare prijs” voor deze dienst, dient het college de door KPN voorgestelde tariefwijziging te toetsen conform artikel 36 van het Boht aan het vereiste van kostenoriëntatie, zoals neergelegd in artikel 35 van het Boht. Volgens artikel 35, eerste lid van het Boht, dient een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid van de Tw, door het college is aangewezen, kostengeoriënteerde tarieven vast te stellen voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.
5.
Overwegingen
Overwegingen ten aanzien van bevoegdheid KPN is krachtens artikel 6.4, eerste lid, van de Tw (oud) aangewezen als aanbieder met AMM voor het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.2 Door deze aanwijzing zijn de vereisten van het Boht op KPN van toepassing. Daarnaast heeft KPN, conform artikel 9.2 van de Tw, opdracht gekregen om de universele dienst aan te bieden. KPN is derhalve verplicht om een abonneeinformatiedienst aan te bieden. Voor deze universele dienst is geen algemene maatregel van bestuur opgesteld over de hoogte van de prijs en over het vereiste kwaliteitsniveau van de dienst. Derhalve dient het college het voorstel met betrekking tot de voorgenomen tariefwijziging te beoordelen conform artikel 36, eerste lid, van het Boht. Overwegingen ten aanzien van de mate van kostenoriëntatie De tariefstructuur, die KPN ten grondslag heeft liggen aan het tariefvoorstel, is gebaseerd op een retentiemodel. Hierbij handelt KPN het 118 verkeer af via het vaste openbare telefoonnetwerk, waarnaar KPN de terminating dienst KPN PSTN Standard National Directory Enquiry Connect Service
1
Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.
2
Bij besluit van 15 november 2000 met kenmerk OPTA/EGM/2000/202722.
3
Besluit Openbaar (hierna: 118 terminating dienst) inkoopt. Voor het routeren van het verkeer tot aan de 118 terrminating dienst, alsmede ten behoeve van het doorverbinden van gesprekken, houdt KPN een retentie in. KPN hanteert daarbij een retentie van € 0,037 per gesprek (exclusief BTW). Het verschil tussen het eindgebruikerstarief en de retentie wordt uitgekeerd als terminating afdracht aan de 118 service provider. De opbouw van het eindgebruikerstarief is dan ook als volgt: eindgebruikerstarief (€ 0,924) = retentie (€ 0,037) + 118 terminating afdracht (€ 0,887). Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW. KPN heeft de hoogte van de 118 retentie onderbouwd aan de hand van een ondergrenstoets (squeezetoets) met een retail opslag van 23%. De kosten van de retentie bestaan uit de kosten van het netwerkbeslag voor het informatiegedeelte (de verbinding tussen de beller en het 118 platform in Rotterdam gedurende het informatiedeel van het gesprek), vermeerderd met de kosten van het extra netwerkbeslag van doorverbonden gesprekken. Uit de squeezetoets blijkt dat de hoogte van de 118 retentie niet leidt tot prijssqueeze. Er is sprake van een squeezemarge (of squeeze ROS) van [bedrijfsvertrouwelijk]%. Op grond van de huidige doorschakeldienst blijkt [bedrijfsvertrouwelijk]% van de gesprekken te worden doorverbonden. KPN heeft het 118 retentietarief ‘robuust’ gemaakt voor een mogelijke toename van dit percentage. Bij een stijging van dit percentage tot [bedrijfsvertrouwelijk]% blijft worden voldaan aan de squeezetoets. Ten aanzien van de door KPN ingekochte 118 terminating dienst merkt het college nog op dat deze wholesale dienst (KPN PSTN Standard National Directory Enquiry Connect Service) voor concurrenten van KPN tegen dezelfde tarieven en voorwaarden beschikbaar is. Diverse marktpartijen leveren op dit moment overigens met KPN concurrerende diensten tegen vergelijkbare of hogere tarieven dan het door KPN voorgestelde eindgebruikerstarief per 1 oktober 2005.
6.
Dictum
Het college besluit op grond van bovenstaande overwegingen en de overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste lid, van de Tw, dat artikel 35 en 36 van het Boht van toepassing verklaart op het tariefvoorstel, goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde tariefwijziging van de door KPN aangeboden 118 abonnee-informatiedienst.
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college, Sectorleider Telefonie
drs. K. Noorlag
4
Besluit Openbaar
Bezwaar Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA. Het postadres is: College van de OPTA, t.a.v. Sector Telefonie, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.
Het college wijst u op de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht de indiener van een bezwaarschrift biedt, om in dat geschrift het college te verzoeken de bezwaarschriftenfase over te slaan. Indien het college uw verzoek inwilligt, zal uw bezwaarschrift worden doorgezonden naar de rechtbank en daar als beroepschrift worden behandeld. De procedure kan daardoor worden verkort. Indien het college uw verzoek niet inwilligt, staat tegen deze beslissing geen beroep open en zal uw bezwaarschrift door het college worden behandeld.
5