Beschrijving opleiding Sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum te Eindhoven-Veldhoven
Voor meer informatie over SportMáx: www.sportmax.mmc.nl Veldhoven 17-9-2012
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Beschrijving modules opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum (jntegraal onderdeel van deze beschrijving zijn de werkroosters (in excel)
Conform het opleidingsplan van het NIOS is de stage indeling van de opleiding sportgeneeskunde weergegeven in het schema hieronder.
Module (opleidingsonderdeel)
Duur
Opleidingsinstelling
Opleider
Cardiologie
9 maanden
MMC Veldhoven
Dr. J. Hoogsteen
Pulmonologie
3 maanden
MMC Veldhoven
Drs. G. Jonker
Orthopedie
12 maanden
MMC Veldhoven Eindhoven
Drs W.A. den Boer
Sportgeneeskunde-1
9 maanden
MMC Veldhoven
Dr G.Schep en/of Drs A. van Essen
Huisartsgeneeskunde
3 maanden
Gezondheidscentrum Heikant Veldhoven
Drs. D. Daamen
Wetenschappelijk Onderzoek
3 maanden
MMC Veldhoven
Dr. G. Schep en/of Dr. A.. Hoogeveen
Sportgeneeskunde-2
9 maanden
MMC Veldhoven
Dr G. Schep en/of Drs A. van Essen
Competenties In het algemeen geldt voor alle modules dat voor wat betreft de complexiteit van de beroepsuitoefening de AIOS in eerste instantie in alle meest voorkomende taken en werkzaamheden ingewerkt wordt zodat de belangrijkste basiscompetenties aangeleerd worden. Indien de AIOS de basiscompetenties voldoende beheerst, wordt stapsgewijs overgegaan op toenemend zelfstandig werken. Daarnaast wordt bij voldoende beheersing van basisvaardigheden gestart met aanbieden van meer specialistische vaardigheden en wordt de AIOS op andere gebieden ingeroosterd vanuit de basismodules en wordt dit ook nog doorgetrokken naar de sportgeneeskunde. Hierbij komt een uitgebreid aantal kritische beroepsactiviteiten aan de orde (bijlage 1), die de AIOS afhankelijk van het opleidingsniveau op Miller 1, 2 of 3 niveau (bijlage 2) dient te beheersen. Voorafgaand aan een module wordt het te behalen niveau afgesproken, aan het eind van een module wordt in ieder geval niveau 3 gehaald.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Voortgang AIOS Om de voortgang van de AIOS te bewaken, wordt gebruik gemaakt van het door het NIOS ontwikkelde portfolio. In dit portfolio zijn onder andere reflectieverslagen opgenomen over de eigen prestaties en documenten ten behoeve van toetsing en beoordeling. De sportarts heeft samen met de hoofdopleider de verantwoordelijkheid om dit portfolio bij te houden. Conform dit portfolio worden alle voortgangsgesprekken, referaten en beoordelingsmomenten ingeroosterd voor een belangrijk deel al bij aanvang van de module. Met het portfolio als uitgangspunt wordt in een voortgangs- of eindgesprek met de AIOS de groei in verschillende competenties besproken en getoetst.
Na 3
maanden, 6 maanden en 1 jaar worden voortgangsgesprekken en eindgesprekken van de betreffende modules gehouden. Bij deze gesprekken is naast de betreffende deelopleider van de module ook de hoofdopleider aanwezig. Er is bij voortgangsgesprekken en eindgesprekken ook extra aandacht voor de evaluatie van de invulling van de module om een optimale invulling ervan te borgen voor volgende AIOS. Om de valkuil van te informele en onduidelijke afspraken te voorkomen is bij de voortgangsgesprekken en de eindgesprekken (met AIOS, deelopleider en hoofdopleider) altijd ook een vast agenda punt ‘de opleiding meer in het algemeen’ en de afspraken en procedures die zo nodig verder geoptimaliseerd moeten worden en/of andere knelpunten of verbeterpunten. Aan het einde van de stage vindt opnieuw een formele evaluatie plaats in de vorm van een beoordelingsgesprek. Deze cyclus is in iedere module identiek, op deze manier wordt de competentiegroei van de AIOS gevolgd. Doelen De leerdoelen van een module zijn gespecificeerd per module terug te vinden in het portfolio. De leerdoelen van de AIOS worden aan het begin van de module formeel met de AIOS besproken en worden afgestemd in de start en voortgangsgesprekken met de hoofdopleider en de deelopleider zo nodig wordt aan de hand hiervan bijgesteld in werkrooster en/of begeleiding.
Tevens worden
afspraken gemaakt over de persoonlijke leerdoelen en verbeterpunten. Halverwege de modules worden de leerdoelen en de persoonlijke leerdoelen en verbeterpunten in het voortgangsgesprek besproken. Hierbij geeft zowel de arts-assistent als ook de supervisor van te voren aan of deze doelstellingen behaald (lijken te gaan) worden en zo niet, waarom niet. Ook wordt tijdens deze bespreking een pad afgesproken om deze doelen alsnog te halen of, indien alle doelen gehaald zijn, worden nieuwe doelstellingen geformuleerd en vastgelegd. Op individueel niveau worden nog niet behaalde of nog openstaande leerdoelen meegenomen naar de volgende modulen. Toetsing In bijlage 3 zijn de competenties met bijbehorende toetsvormen weergegeven, in bijlage 4 is de toetsmatrix voor iedere module weergegeven.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module cardiologie De module cardiologie de eerste module in periode 1, en heeft de duur van 9 maanden. De deelopleider van de module cardiologie is Dr. J. Hoogsteen. Cardiologie is evenals Tilburg erkend als ‘moduleopleiding voor 1 jaar’ in het opleidingscluster met Catharina ziekenhuis als hoofdopleiding. Algemeen De samenwerking en afstemming tussen de sportgeneeskunde en de cardiologie is ver doorontwikkeld. Hartrevalidatie en inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyse worden in belangrijke mate gedaan en geregisseerd door de sportartsen en vallen dan ook binnen Máxima binnen de sportgeneeskundige modules. Landelijk gezien valt o.a. hartrevalidatie vaak binnen de cardiologie module en komt het niet of slechts beperkt terug in de sportgeneeskundige modules. Binnen de cardiologiemodule zijn voor de AIOS onder andere sportcardiologie poli-spreekuren extra relevant. Het accent ligt in begin op het aanleren van de basis cardiologische kennis, inclusief zaalwerk, SEH en diensten (maximaal zes maanden). Naar het einde toe (minimaal drie maanden) wordt er steeds meer verwacht dat de kennis ook toegepast wordt in werkzaamheden met een evident raakvlak met de sportgeneeskunde (als voorbeeld voor module cardiologie; goede eerste opvang acute patiënt; beoordelen ECG’s van sporters en patiënten, betrokkenheid en toenemend zelfstandigheid onder supervisie bij sportcardiologie poli etc).
De module cardiologie bestaat uit activiteiten op de Eerste Hart Hulp, CCU, verpleegafdeling en de polikliniek. Hierbij maakt de sportarts in opleiding kennis met de acute opvang van cardiale patiënten en de eerste aanvang van de hartrevalidatie. Daarnaast draait de AIOS tot maximaal de eerste zes maanden mee met de avondspreekuren, en weekenddag diensten voor zowel de cardiologie als de pulmonologie. Hierdoor wordt hij nog beter en breder geschoold in de acute opvang hetgeen wij een belangrijk leerpunt voor een sportarts vinden. Cardiologie bij sporters vereist specifieke kennis. Het aanbod aan sportcardiologische patiënten is in MMC erg groot. Sportcardiologie is binnen MMC een werkveld dat met name uitgevoerd wordt binnen sportcardiologische poli’s van Dr. Hoogsteen en Dr. Kemps. Hierbij wordt de cardiologische kennis uitgediept richting diagnostiek en behandeling van sporters, waardoor tijdens de module sportgeneeskunde de AIOS hiermee ook beter op de hoogte van de logistiek en werkwijze m.b.t. sporters bij wie cardiologische problematiek aanwezig is en is hij beter in staat om goede vervolgafspraken te maken bij de sportcardioloog en te zien hoe het verdere beleid en diagnostiek is bij (complexere) sportcardiologische patiënten. Doelstelling module cardiologie Doelstelling van de module is dat de AIOS competenties krijgt om zelf (gesuperviseerd) acute cardiologie en
standaard cardiologische zorg te leveren. Daarnaast moet hij verwijsindicaties en
hartrevalidatie goed gaan beheersen. Dit wordt in de latere modules sportgeneeskunde nog verder uitgebouwd.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Begeleiding De sportarts in opleiding werkt onder supervisie van de cardioloog die verantwoordelijk is voor de kliniek. Hierbij wordt elke nieuwe patiënt op Eerste Hart Hulp / Spoedeisende hulp overlegd. De cardioloog loopt dagelijks visite mee op de CCU en minimaal twee maal per week op de vervolgafdeling. Sportcardiologie poli vindt plaats in drie dagdelen per week, patiënten worden direct besproken met dr J. Hoogsteen en/of dr. H. Kemps en uitwerking en verdieping wordt door de AOIS verricht door bv literatuur en richtlijnen onderzoek. Onderwijs module cardiologie 1. Dagelijkse overdracht 2. Visite 3. Patiënten worden nabesproken bij de sportcardiologie poli ( drie dagdelen per week) 4. Overleg met supervisor en consulenten van andere specialismen 5. Multidisciplinaire besprekingen 6. Literatuurbespreking assistenten: Elke dinsdagmiddag wordt er een artikel besproken onder begeleiding van een cardioloog. 7. Cardiologie / pulmonologie onderwijs: Elke donderdagmiddag wordt er tussen de middag onderwijs gegeven aan de cardiologie, pulmonologie, interne assistenten en sportartsen in opleiding. Hierbij wordt er telkens een ander cardiologie of pulmonologie onderwerp besproken. 8. Patiëntenbespreking: Elke donderdagmiddag worden moeilijke patiënten besproken eventueel in aanwezigheid van een cardio-chirurg uit het Catharina Ziekenhuis Eindhoven. 9. Refereeravonden: Een maal per 4 weken vindt er een refereeravond cardiologie plaats waarbij alle cardiologie assistenten in tourbeurt een onderwerp bespreken. De sportarts in opleiding participeert. 10. Groot hartrevalidatieoverleg: Een maal per 6 weken vindt er groot hartrevalidatieoverleg plaats waarbij multidisciplinair complexere hartrevalidatie patiënten besproken worden. De AIOS zal dit met name bijwonen tijdens de sportgeneeskundige modules 11. Groot spiro-ergometrie overleg: Vanaf 2009 is dit verandert in meer thematisch groot spiroergometrie overleg 2 tot 4 maal per jaar. Hier worden moeilijke casussen geclusterd en gepresenteerd en besproken aan de hand van de literatuur. Naast opleiding is achterliggend doel ook thematisch verdere harmonisatie en optimalisatie van protocolontwikkeling in medisch handelen. Dit blijkt toch niet optimaal te werken. Hoe inspanningsdiagnostiek ingebed kan worden/blijven in onze zorgprocessen is i.v.m. toekomstige veranderingen in zorgfinanciering nog niet duidelijk. Het voornemen is om in 2012 na verhuizing op nieuwe locatie die gedeeld wordt met cardiologen frequenter overleg te realiseren waarbij ook sportcardiologische patiënten kunnen passeren conform voor 2007 en de AIOS wordt dan zowel tijdens cardiologie/long als sportmodule hierbij betrokken. 12. Module overstijgend onderwijs: zie onderwijsmomenten module sportgeneeskunde 1 en 2
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum
Module pulmonologie De module pulmonologie de tweede module in periode 1, en heeft de duur van 3 maanden. De deelopleider van de module pulmonologie is Drs. G. Jonker. Pulmonologie is erkend als ‘module’ voor de opleiding inwendige geneeskunde binnen Máxima Medisch Centrum. Algemeen Van oudsher bestond er al ‘een longmodule’ in de cardiologie module, omdat de longgeneeskunde en cardiologie ‘een gezamenlijke assistentenpool’ hadden en ook gezamenlijk diensten deden; waarbij diverse AIOS’s al 3 maanden op de longafdeling module liepen. Landelijk gezien was hier geen sluitende regelgeving over en soms liep die planning ook anders en was de longperiode korter (langer was niet toegestaan). In 2010 zijn de randvoorwaarden voor de longmodule vanuit het concilium meer geconcretiseerd en minder vrijblijvend. De AIOS in de overgangsperiode (mevr. M. Beelen) heeft door ongelukkige samenloop van planning vakantie/onderbemensing een te korte longmodule gehad. Dit wordt nu in 2012 gerepareerd door binnen de modules sportgeneeskunde extra aandacht aan longgeneeskunde te geven en de longgeneeskunde is als openstaand leerpunt meegenomen in het afrondende eindgesprek. Dit wordt geëffectueerd met ‘inspanningsdiagnostiek ‘bij pulmonale patiënten en met ‘longrevalidatieproject’ waarbij fysiologische monitoring geëvalueerd en ontwikkeld wordt (COPD-watch project met looptijd juni 2011 januari 2013). De module volgens nieuwe format is nu afgestemd met de nieuwe deelopleider longgeneeskunde. De eerste AIOS was in 2011 ingepland in deze module. Door ziekten is deze module in feite alleen op therapeutische werkbasis voor een deel volbracht. Hij zal herpland worden wat betekent dat de betreffende AIOS in 2014 de module pulmonologie gaat doen. De volgende instroom zou normalerwijs 2012 zijn. Door uitstel opleidingsstart van betreffende AIOS wordt dit waarschijnlijk 2013. Binnen MMC is de samenwerking en afstemming met cardiologie en longziekten in vergelijking met andere opleidingsklinieken veel verder door ontwikkeld en wordt ook samengewerkt in de diensten. Opleidingstechnisch is dit een groot voordeel omdat bij complexe patiënten met zowel pulmonale als cardiale problematiek de AIOS vanuit beide vakgebieden dezelfde patiënt leert te onderzoeken en te behandelen. Vooral via de gezamenlijke diensten is dit gewaarborgd. Hartrevalidatie en inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyse worden in belangrijke mate gedaan en geregisseerd door de sportartsen en vallen dan binnen de sportgeneeskundige modules wardoor een goede koppeling gemaakt is tussen basismodules en vervolgmodules. Daarnaast draait de sportarts in opleiding mee met de avond-, en weekenddiensten voor zowel de pulmonologie als de cardiologie. Hierdoor wordt hij nog beter en breder geschoold in de acute opvang hetgeen wij een belangrijk leerpunt voor een sportarts vinden.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum De afstemming van longgeneeskunde en sportgeneeskunde is in de setting van het Máxima goed georganiseerd op de werkvloer door met name: inspanningsdiagnostiek, analyse/beleid van patiënten met inspanningsasthma, projecten op het gebied van revalidatie/training (= in 2012 COPD-watch en tot 2009 promotie onderzoek longrevalidatie dhr. van de Wetering) en analyse van sportduikers met pulmonale problemen Doelstelling module pulmonologie Belangrijkste doelstelling van de module is dat de AIOS voldoende kennis en vaardigheden opdoet om in zijn hoedanigheid als sportarts mensen met een pulmonologische aandoening (met name inspanningsastma en COPD) te herkennen en te kunnen behandelen dan wel adequaat te kunnen verwijzen. Dit wordt in de latere modules sportgeneeskunde nog verder uitgebouwd waarbij met name dieper ingegaan wordt op inspanningsdiagnostiek en training en ook op bv. pulmonologische problematiek bij duikers en dopingreglementering bij (top)sporters met pulmonale problemen. Begeleiding De sportarts in opleiding werkt onder supervisie van de longarts die verantwoordelijk is voor de betreffende patiënt. De sportarts in opleiding kan dagelijks vragen kwijt aan de betreffende longarts. Eenmaal per week is er grote visite waarbij het beleid van alle patiënten uitvoerig besproken wordt met alle longartsen erbij. De polipatiënten worden met een van de longartsen besproken. Onderwijs module pulmonologie 1. Dagelijkse overdracht 2. Grote wekelijkse visite 3. Longpoli patiënten worden nabesproken met de longarts 4. Overleg met supervisor en consulenten van andere specialismen 5. Multidisciplinaire besprekingen 6. Literatuurbespreking assistenten: Elke dinsdagmiddag wordt er een artikel besproken onder begeleiding van een cardioloog. 7. Pulmonologie / cardiologie onderwijs: Elke donderdagmiddag wordt er tussen de middag onderwijs gegeven aan de pulmonologie, cardiologie, interne assistenten en sportartsen in opleiding. Hierbij wordt er telkens een ander pulmonologie of cardiologie onderwerp besproken. 8. Refereeravonden: Een maal per 4 weken vindt er een refereeravond cardiologie plaats waarbij alle assistenten in tourbeurt een onderwerp bespreken. De sportarts in opleiding participeert hierin ook. 9. module overstijgend onderwijs: zie onderwijsmomenten module sportgeneeskunde 1 en 2
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module orthopedie De module orthopedie is de derde module in periode 1, en heeft de duur van 12 maanden. De deelopleider van de module orthopedie is Drs. W.A. den Boer. De orthopedie is erkend als hoofdopleiding in het opleidingscluster vanuit Maastricht. Ook de opleiding tot eerste hulp arts is volledig erkend. Algemeen Vanwege de toenemende samenwerking sportgeneeskunde/orthopedie/chirurgie/traumatologie komt er steeds meer mogelijkheid van interactie met deze basisvakken en sportgeneeskunde. De sportarts kan zowel tijdens de orthopedie module alsook later bij de sportgeneeskundige module ingepland worden bij het gecombineerde sportorthopedische spreekuur en/of bij de follow up van sportletsels op de traumatologie. De module orthopedie bestaat uit activiteiten op de poli orthopedie, op de eerste hulp, op de follow-up poli traumatologie en op de operatiekamer. Hierbij ziet de sportarts in opleiding algehele orthopedie en acute en chronische sportletsels. Op de operatiekamer assisteert de sportarts in opleiding onder andere bij voorste kruisbandoperaties en arthroscopieën. Op de Spoedeisende hulp voert de AIOS activiteiten uit onder supervisie van zowel de chirurgie als orthopedie. De avond-, nacht en weekenddiensten zijn ook voor de orthopedie en chirurgie.
In de orthopedie module en binnen de eerste hulp is de combinatie van SEH met follow-up van met name de sportpatiënten via een goed gesuperviseerde trauma poli relevant. Na eerste hulp ook follow-up via trauma poli en daarop voortbouwend in sportgeneeskundige modules ook meer praktische begeleiding van sporters buiten de ziekenhuisomgeving als ook combinatie themapoli’s voor peesproblematiek en sport orthopedische problemen. Een stimulans kan bijvoorbeeld ook gezamenlijke onderzoeksprojecten zijn waarbij WESP-stagiaires ingezet worden (2012 onderwerp peesletsels). Doelstelling module orthopedie Belangrijkste doelstelling van de module is dat de AIOS competenties krijgt om zelf (gesuperviseerd) acute orthopedie en
standaard orthopedische zorg te leveren. Dit wordt in de latere module
sportgeneeskunde nog verder uitgebouwd onder andere via gemeenschappelijke spreekuren, speciale
themapoli’s
(peesproblematiek)
sportgeneeskunde/traumatologie.
en
beoogde
verder
gaande
samenwerking
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Begeleiding De sportarts in opleiding werkt onder supervisie van de orthopeed. De sportarts in opleiding bespreekt alle polipatiënten met de orthopeed waarmee spreekuur gedraaid wordt. De assisterende werkzaamheden op de operatiekamer gebeuren allemaal onder supervisie van de orthopeed die de operatie uitvoert. De werkzaamheden op de spoedeisende hulp worden verricht onder supervisie van een ouderejaars chirurg / orthopeed in opleiding / SEH arts. Op de traumapoli is supervisie van een staflid en met name (dhr. H. Hendriks, orthopeed, vervangend deelopleider) Onderwijs module orthopedie 1.
Dagelijkse overdracht: Aan het eind van elke dag worden de moeilijke patiënten van de dag besproken en de operatiepatiënten van de volgende dag doorgenomen.
2.
Traumatologie bespreking: Elke
maandagmiddag
is
er
een
traumatologie
bespreking
waarbij
de
operatieve
traumapatiënten van de week worden besproken en andere moeilijke traumapatiënten. 3.
Refereeravonden: Vier maal per jaar vindt er een refereeravond plaats waarbij alle orthopedie assistenten en orthopeden een artikel voorbereiden dat besproken wordt. De sportarts in opleiding participeert hierin ook.
4.
Orthopedisch onderwijs: Een maal per maand wordt er onderwijs gegeven door een van de orthopeden over een telkens wisselend orthopedisch onderwerp.
5.
PA bespreking: PA bespreking enkele malen per jaar orthopedisch onderwerp.
6.
Röntgen bespreking maandelijks
7.
Module overstijgend onderwijs: zie onderwijsmomenten module sportgeneeskunde 1 en 2
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module sportgeneeskunde 1 De eerste module sportgeneeskunde is de eerste module in periode 2, en heeft de duur van 9 maanden. De opleiers/deelopleiders van de eerste module sportgeneeskunde zijn Dr. G. Schep en/of Drs. A. van Essen. Algemeen e
Binnen de 1 module sportgeneeskunde wordt de sportarts de basis van de sportgeneeskunde aangeleerd
en
kunnen
tevens
specifieke
(sport)cardiologische
/
(sport)orthopedische
/
(sport)pulmonologische klinische vaardigheden aangeleerd / getoetst worden. In deze fase is er sprake van intensievere en meer gestructureerde begeleiding en supervisie en wordt de sportarts indien hij bewijst voldoende vaardigheden te bezitten steeds zelfstandiger aan het werk gezet. Doelstelling module sportgeneeskunde module 1 Belangrijkste doelstelling van deze module is dat de AIOS eigen polispreekuren draait waarbij blessurepatiënten, hartrevalidatiepatiënten en sporters met inspanninggebonden klachten gezien worden. Daarnaast doet de sportarts in opleiding spiro-ergometrie onderzoek bij patiënten en keuringen. Begeleiding Door het totaal van 3,5 fte staflid is over het algemeen meestal lijfelijke supervisie aanwezig, en in ieder geval altijd bereikbaar. Poli’s worden zodanig gepland dat er goede speelruimte voor supervisie en overleg is. Tijdens de eerste module sportgeneeskunde wordt na de inwerkperiode met 1-1 bergeleiding vervolgens elke nieuwe patiënt gesuperviseerd door de brieven te controleren. Tijdens de poli kan de sportarts in opleiding ook altijd vragen om medebeoordeling van een patiënt aangezien er altijd minstens een sportarts aanwezig is. Bij de spiro-ergometrie onderzoeken is in de eerste maanden een sportarts aanwezig om de sportarts in opleiding het onderzoek eigen te maken. Daarna worden alle rapporten van de onderzoeken nabesproken met de sportarts in opleiding. Bij de keuringen is er lijfelijke supervisie in de eerste 2 maanden. Daarna verricht de sportarts in opleiding de keuringen zelfstandig en kan er ook supervisie op afstand plaats vinden. Verwijzingen en afkeuringen gebeuren in overleg. In de begeleiding is er in de supervisie bij toenemende competentie navenant een afbouw van: - Volledige supervisie en meelopen/inleren werkmethodes - Supervisie en 1-1 begeleiding (gezamenlijk poli doen) en alle patiënten bespreken - Supervisie met controle van brieven en op initiatief van AIOS - Supervisie met overleg van AIOS en steeksproefsgewijs controleren van brieven etc. Qua taken zijn er diverse graden van complexiteit waar mee rekening gehouden wordt bij de inzet van de AIOS en waarbij supervisie ook afgestemd wordt. in grote lijnen is dit van minder complex naar meer complex als volgt:
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum - Spreekuur inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyse (=weliswaar complex; maar AIOS heeft cursus gehad en werkwijze en beoordeling is sterk geprotocolleerd met ict ondersteuning en supervisie/besrpeking achteraf is goed mogelijk) - Sportkeuring - Poli sportblessures en poli hartrevalidatie - Multidisciplinaire poli bv traumatologie en/of peesproblematiek Onderwijs module sportgeneeskunde 1. Sportmedisch onderwijs: Gestructureerd sportmedisch onderwijs circa 1x/3 weken op dinsdagmiddag 17-18 waarbij afwisselend de sportartsen en sportartsen in opleiding een bepaald onderwerp bespreken wat voor de hele staf inclusief AIOS relevant is. Dit gebeurt aan de hand van het bijgevoegde rooster. De sportartsen in opleiding worden betrokken. 2. ICT: Intercollegiale toetsing: De derde en vierde jaars sportartsen in opleiding worden vrij geroosterd voor het volgen van ICT’s in de regio ZO Brabant / Limburg. 3. Strategisch afdeling overleg: De AIOS wordt waar relevant ook meebetrokken in strategisch afdelingsoverleg periodiek op dinsdag na patiënten bespreking om CAN-med competenties samenwerken en organisatie verder te ontwikkelen. Vooral bij de module sportgeneeskunde. 4. Refereeravonden sportgeneeskunde: 2-4 maal per jaar wordt er een refereeravond gehouden met stafleden en AIOS’s waarbij verschillende onderwerpen worden besproken aan de hand van artikelen. Hierbij worden soms ook de aanverwante specialisten (orthopedie / chirurgie) uitgenodigd om mee te discussiëren over het onderwerp. Hierbij worden de sportartsen in opleiding uit de klinische jaren ook uitgenodigd. Deze refereeravonden worden ook tevoren ingeroosterd meestal ook op dinsdagavond. AIOS’s worden hierbij actief ingezet om naast stafleden
of
externen
mee
te
refereren.
Als
onderwerpen
worden
met
name
‘ontwikkelgebieden’ gekozen waarbij per avond ook beslist wordt in welke samenstelling (met stafleden en eventuele externen) we dit organiseren. Naast opleiding is achterliggend doel ook
thematisch
verdere
harmonisatie
en
optimalisatie
van
protocolontwikkeling
in
sportmedisch handelen te bewerkstelligen. 5. Overleg netwerk sportfysiotherapie: Er is 3-4 x per jaar overleg met het netwerk sportfysiotherapie waarbij naast inhoudelijke onderwerpen ook onderwerpen belangrijk voor CAN-Med competenties: samenwerking, communicatie en organisatie aanbod komen. Ook tijdens module sportgeneeskunde. 6. Afdelingsoverleg sportgeneeskunde: Binnen het afdelingsoverleg worden ook met name strategische en organisatorische zaken besproken die
vooral CAN-Med competenties
samenwerken en organisatie betreffen. Dergelijk overleg vind circa 1 x per 6 weken plaats. Dit met name tijdens module sportgeneeskunde. 7. Congressen
/
symposia:
structureel
zijn
er
congressen
en
symposia
vanuit
de
sportgeneeskundige afdeling die ook ingezet worden binnen de opleiding (bv cursus medische
aspecten
duursport,
symposium
over
inspanningsdiagnostiek,
surmenage letsels, symposium marathon, symposium wielrennen etc).
symposium
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module Huisartsgeneeskunde De module huisartsgeneeskunde is de tweede module in periode 2, en heeft de duur van 3 maanden. De supervisor van de module cardiologie is Drs. D. Daamen. Huisartsgeneeskunde is een erkende opleiding met 2 huisarts opleiders waaronder Drs. D. Daamen. Algemeen In 2009-2010 heeft de module huisartsgeneeskunde geen invulling gehad, omdat er geen AIOS waren ingepland. In 2012 zal de huisartsmodule voor het eerst gedaan worden op ‘gezondheidscentrum Heikant met deelopleider drs. D. Daamen. Binnen het gezondheidscentrum is ervaring met opleiden, er is samenwerking op diverse terreinen met SportMáx zodat naast het opdoen van kennis en vaardigheden omtrent huisartsgeneeskundige zaken de AIOS ook op een opleidingsplek zit waarbij meer aandacht is voor de CAN-med competenties Samenwerking en organisatie. De aanpassing van module adres wordt dan ook gezien als een belangrijke verbetering voor de opleiding. Doelstelling module huisartsgeneeskunde De huisartsgeneeskunde module heeft als primair doel de AIOS voldoende kennis en praktijkervaring te geven in de ‘eerstelijns gezondheidszorg’ om de problematiek die hij tegen kan komen bij de invulling van de medische begeleiding adequaat op te lossen. Daarnaast is ook belangrijk dat hij ‘leert in de schoenen van de huisarts’ te staan en zicht heeft hoe hij binnen een zorgketen als sportarts optimaal kan functioneren.
Begeleiding De AIOS draait een eigen spreekuur onder supervisie van de huisarts, waarbij de gehele huisartsgeneeskunde
aanbod
kan
komen.
Hierbij
ziet
de
AIOS
patiënten
in
diverse
leeftijdscategorieën en met allerlei ziektebeelden. Het gezondheidscentrum heeft ook een uitstekende fysiotherapie afdeling met ook sportfysiotherapie en trainingscentrum. SportMáx werkt hiermee intensief samen. De AIOS krijgt daarom binnen deze module ook gelegenheid om in deze ‘de transmurale samenwerking’ ervaring op te doen. Onderwijs 1. De AIOS volgt het onderwijs wat ook aan de HAIO aangeboden wordt (indien roostertechnisch mogelijk). Het belangrijkste accent is echter op de directe supervisie en terugkoppeling zie boven. 2. Module overstijgend onderwijs: zie onderwijsmomenten module sportgeneeskunde 1 en 2
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module Wetenschappelijk onderzoek De module wetenschappelijk onderzoek is de derde module in periode 2, en heeft de duur van 3 maanden. De supervisor van de module zijn Dr. G. Schep en/of Dr. A. Hoogeveen. Er is goede samenwerking met de nabijgelegen TUE (o.a. afdeling klinische fysica o.l.v. prof. dr. Ir. P.F.F. Wijn) en met. Universiteit Maastricht en Universiteit Utrecht voor gezamenlijke projecten en/of onderzoek met meer diepgang of continuïteit. Daarnaast is er ook ruimte voor kleinere praktisch gerichte projecten en hiervoor is o.a. een epidemiologe / wetenschap ondersteuning aanwezig in Máxima zelf. Algemeen Met betrekking tot de module wetenschappelijk onderzoek zijn er verschillende langlopende onderzoekslijnen waarin de AIOS (onder supervisie van dr. Schep en/of dr. Hoogeveen) kan participeren te weten: 1. Inspanningsdiagnostiek (staat centraal bij de meeste projecten) 2. Reconditionering bij chronisch zieken (hartfalen, na chemotherapie, COPD) 3. Vaatproblematiek bij duursporters. 4. Compartimentsyndromen Hierbij is samenwerking gezocht en gevonden bij de Universiteit Maastricht en de Universiteit Utrecht en is dankbaar gebruik gemaakt van de ondersteuning van met name de afdeling klinische fysica. Echter ook andere terreinen kunnen zich goed lenen voor een wetenschappelijke module mits het maar voldoende raakvlak heeft met de activiteiten van de afdeling zodat ook een acceptabel niveau gehaald kan worden en begeleiding en infrastructuur aanwezig is.
De sportgeneeskunde verzorgt de praktijkopleiding voor bewegingswetenschappers in opleiding (module van een half jaar) en de wetenschappelijke module voor co-assistenten (module van 4 maanden). Sinds 2002 hebben stagiaires verschillende modules gelopen waarbij zij vooral ingezet worden om de groeiende activiteiten ten aanzien van zorginnovatie en wetenschappelijk onderzoek te kunnen blijven uitbreiden De module wetenschappelijk onderzoek kan heel divers ingevuld worden afhankelijk van de ambitie van de AIOS en de onderzoeken die lopen en/of die opgestart worden. Er wordt naar gestreefd om goed aan te sluiten bij de interesse en expertise van de AIOS; binnen randvoorwaarden van de afdeling en idealiter daarom ook passend binnen projecten/zorg waar we als afdeling actief mee bezig zijn. Onderzoek vergt vaak aanloopfase met o.a. vaak ook METC aanvraag, vervolgens experimenten en e
vervolgens verslaglegging. Daarom is het van belang al in het 2 opleidingsjaar de onderzoeksplannen te maken, eventuele aanvragen te doen en een planning te maken. Binnen de opleiding gaan we hiermee flexibel om. Verwacht wordt dat de AIOS (met supervisie van een staflid en de epidemioloog van het ziekenhuis) het nivo heeft om binnen de wetenschapsmodule ook in staat te zijn om een wetenschaps-co-assistent en/of beweegwetenschapper te begeleiden.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Doelstelling module wetenschap Belangrijkste doelstelling van de module is dat de AIOS competenties krijgt om zelf (gesuperviseerd) op zijn werkpraktijk gericht onderzoek te kunnen doen en ook in staat is om kritisch onderzoek op zijn (praktijk) waarde te kunnen beoordelen en inpassen in zijn werk. Binnen de wetenschapsmodule wordt de AIOS ook geleerd om stagiaires te begeleiden onder/met supervisie van een staflid die ‘vanuit Máxima’ hoofdverantwoordelijk is voor het project. Als meetbaar product is een vereiste om minimaal een publicatie in een blad van nivo geneeskunde en sport te realiseren. Begeleiding De sportarts in opleiding werkt onder supervisie van een staflid (met name hoofdopleider soms i.s.m. ander staflid afhankelijk van het onderwerp) en de epidemioloog van het ziekenhuis) het nivo heeft om binnen de wetenschapsmodule ook in staat te zijn om een wetenschaps-co-assistent en/of bewegingswetenschapper te begeleiden. De begeleiding/beoordeling is gestructureerd middels de speciaal door NIOS ontwikkelde score formulieren. Onderwijs Binnen Máxima is onder andere een SPSS cursus, een cursus evidence based medicine en de jaarlijkse wetenschapsavond. De AIOS wordt gestimuleerd om hier aan deel te nemen gedurende de 4 jaar van zijn opleiding.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Module Sportgeneeskunde 2 De tweede module sportgeneeskunde is de enige module in periode 3, en heeft de duur van 9 maanden. De supervisor van de module zijn Dr. G. Schep en / of Drs. A. van Essen. Algemeen In de tweede module sportgeneeskunde wordt het accent verschoven naar sneller en doelmatiger werken in de routinematige sportgeneeskundige activiteiten (sportgeneeskunde 1); en naar de meer complexe werkgebieden: -poli inspanningsdiagnostiek diagnostisch centrum
Doel zelfstandig verrichten
-poli oncologische revalidatie
Doel zelfstandig verrichten
-poli/keuring aangepast sporten
Doel kennis nemen met
-poli met echodiagnostiek
Doel kennis nemen .. zelfstandig verrichten
-compartimentsdrukmeting
Doel kennis nemen .. zelfstandig verrichten
-analyse vaatprobleem bij wielrenner
Doel kennis nemen
-gemeenschappelijke poli’s met orthopedie
Doel zelfstandig verrichten
Met betrekking tot sportmedische begeleiding van een vereniging of team wordt aangehaakt op interesse van de AIOS en beschikbare behoefte waarbij met name ook gestreefd wordt naar een match met een continuïteit van idealiter 2 jaar (=gedurende beide sportgeneeskundige modules). De AIOS en ook de andere sportartsen verzamelen complexe patiënten voor de wekelijkse bespreking waarbij gezamenlijk beleid bepaald wordt dan wel van elkaar en van de casuïstiek geleerd wordt. Met name in de tweede module is het verwachtingsnivo dat de AIOS vaker problemen oplost/brengt met passende literatuur. Doelstelling module sportgeneeskunde 2 De tweede periode sportgeneeskunde biedt de mogelijkheid om afhankelijk van de ambities en vaardigheden van de AIOS op bepaalde aspecten van de sportgeneeskunde verdiepend aandacht te geven
in
de
opleiding
(bv
inspanningsdiagnostiek,
biomechanica,
chronisch
zieken,
(top)sportbegeleiding). Begeleiding Er is altijd minstens een sportarts aanwezig of goed bereikbaar zodat vragen altijd gesteld kunnen worden. In het begin wordt de sportarts 1 op 1 ingewerkt op de poli en geïntroduceerd in werkwijze en protocollen. Vervolgens ziet hij zelfstandig patiënten die ruim gepland zijn waarbij er bij alle patiënten nabespreking is. Geleidelijk aan wordt dit afgebouwd naar meer zelfstandig werken waarbij hulp van opleider/staflid gevraagd moet worden door de AIOS. Met betrekking tot het spiro-ergometrie onderzoek wordt in de eerste maanden gewerkt onder directe supervisie van een van de sportartsen. Daarna voert de AIOS de testen zelf uit en worden deze allemaal besproken aan de hand van de rapportages. De keuringen gebeuren in de eerste periode onder lijfelijke supervisie van een van de sportartsen. Daarna voert de sportarts in opleiding de keuringen zelf uit maar is er altijd supervisie op afstand. Afkeuringen en verwijzingen worden altijd overlegd.
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Onderwijsmomenten 1) Sportmedisch onderwijs: Gestructureerd sportmedisch onderwijs circa 1x/3 weken op dinsdagmiddag 17-18 waarbij afwisselend de sportartsen en sportartsen in opleiding een bepaald onderwerp bespreken wat voor de hele staf inclusief AIOS relevant is. Dit gebeurt aan de hand van het bijgevoegde rooster. De sportartsen in opleiding uit de klinische jaren worden hierbij ook betrokken. 2) ICT: Intercollegiale toetsing 3) De derde en vierde jaars sportartsen in opleiding worden vrij geroosterd voor het volgen van ICT’s in de regio ZO Brabant / Limburg. 4)
strategisch afdeling overleg
5) De AIOS wordt waar relevant ook meebetrokken in strategisch afdelingsoverleg periodiek op dinsdag na patiënten bespreking om CAN-med competenties samenwerken en organisatie verder te ontwikkelen. Dit is met name tijdens module sportgeneeskunde. 6) Refereeravonden sportgeneeskunde 7) 2-4 maal per jaar wordt er een refereeravond gehouden met stafleden en AIOS’s waarbij verschillende onderwerpen worden besproken aan de hand van artikelen. Hierbij worden soms ook de aanverwante specialisten (orthopedie / chirurgie) uitgenodigd om mee te discussiëren over het onderwerp. Hierbij worden de sportartsen in opleiding uit de klinische jaren ook uitgenodigd. Deze refereeravonden worden ook tevoren ingeroosterd meestal ook op dinsdagavond. AIOS’s worden hierbij actief ingezet om naast stafleden of externen mee te refereren. Als onderwerpen worden met name ‘ontwikkelgebieden’ gekozen waarbij per avond ook beslist wordt in welke samenstelling (met stafleden en eventuele externen) we dit organiseren. Naast opleiding is achterliggend doel ook thematisch verdere harmonisatie en optimalisatie van protocolontwikkeling in sportmedisch handelen te bewerkstelligen. 8) Overleg netwerk sportfysiotherapie 9) Er is circa 3-4 x per jaar overleg met het netwerk sportfysiotherapie waarbij naast inhoudelijke onderwerpen ook onderwerpen belangrijk voor CAN-Med competenties: samenwerking, communicatie en organisatie aanbod komen vooral vanwege multidisciplinaire samenwerking en afstemming. Ook dit met name tijdens module sportgeneeskunde. 10) Afdelingsoverleg sportgeneeskunde 11) Binnen het afdelingsoverleg worden ook met name strategische en organisatorische zaken besproken die
vooral CAN-Med competenties samenwerken en organisatie betreffen.
Dergelijk overleg vind circa 1 x per 6 weken plaats. Dit met name tijdens module sportgeneeskunde. 12) Congressen / symposia 13) Incidenteel en in het verleden ook meer structureel zijn er congressen en symposia vanuit de sportgeneeskundige afdeling die ook ingezet worden binnen de opleiding (bv cursus medische
aspecten
duursport,
symposium
over
inspanningsdiagnostiek,
surmenage letsels, symposium marathon, symposium wielrennen etc)
symposium
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Bijlage 1: Kritische beroepsactiviteiten afgezet tegen te behalen bekwaamheidsniveaus in de opleiding Bekwaamheidsniveau → Kritische beroepsactiviteiten ↓
Heeft kennis van 1
Consultaties (op het vlak van): - Bewegingsapparaat: acute en eenvoudige problematiek - Bewegingsapparaat: Chronische problematiek - Belasting in relatie tot belastbaarheid (Inspanningsfysiologie) - Diagnostiek Sportmedisch onderzoek Sportmedische begeleiding Bovenstaande taken over een traject van langere termijn voor meerdere individuen en / of groepen. -
Handelt onder strenge supervisie 2
Handelt met beperkte supervisie 3
Handelt zonder supervisie 4
5
P1
P1
P1 / P2
Eind P3
P3 _ Post
P1
P1
P1 / P2
Eind P3
P3 _ Post
P1
P1
P1 / P2
Eind P3
P3 _ Post
P1 P1
P1 / P2 P2
P1 / P2 P2 P3
Eind P3 Eind P3 Eind P3
P3 _ Post P3 _ Post P3_ Post
P1 (periode 1): modules Cardiologie, Pulmonologie en Orthopedie. P2 (periode 2): eerste module Sportgeneeskunde, modules Huisartsgeneeskunde en wetenschappelijk onderzoek. P3 (periode 3): tweede module Sportgeneeskunde, modules Huisartsgeneeskunde en wetenschappelijk onderzoek.
Bijlage 2: 5-puntsschaal analoog aan Miller piramide
1 2 3 4
Superviseert en onderwijst
Miller Knows Knows how Shows how Does
5-puntsschaal Heeft kennis van Handelt onder strenge supervisie Handelt met beperkte supervisie Handelt zonder supervisie Superviseert en onderwijst
1 2 3 4 5
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Bijlage 3: competenties in schema naar toetsvormen Medisch handelen
Communicatie
Samenwerken
Kennis en wetenschap
Maatschappelijk handelen
Organisatie
Professioneel gedrag
Opleidingsinrichting Praktijkopdracht Referaat ICT/casuistiekbespreking KKB Multi-source feedback
X X
X
X
X
XX
X
XX
XX
X
X
XX
XXX
XXX
X
XX
X
XXX
XX
Gesprekken Start-voortgangsgesprek Eindgesprek / geschikheidsbeoordeling
XX
XX
X
7 Professionaliteit
6 Organisatie
5 maatschappelijk handelen
4 kennis wetenschap
3 Samenwerken
Kerntaken * Consulten * Sportmed. Onderzoek * Medische Begeleiding
2 .Communicatie
Toetsvormen ( grijs= verplicht)
1. Medisch handelen
Module spportgeneesk. Module spportgeneesk
Fysiologie-onderwijs
Module wetenschap
Module huisartsgenesk.
Module orthopedie
Module cardio / Pulm
Formatief / Summatief
Opleiding sportgeneeskunde Máxima Medisch Centrum Bijlage 4: Toetsmatrix voor de alle modulen TOETSMATRIX SPORTGENEESKUNDE
OPLEIDINGSINSTITUUT (NIOS) formatief
x
x
formatief en summatief formatief en summatief formatief
(x)
(x)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Multi source feedback bij cursorisch onderwijs
x
x
(x)
(x)
Kennistoets
x
x
x
x
x
Landelijk cursorisch onderwijs
x
x
x
x
x
x
x
x1
x1
Opdrachten / presentaties bij cursorisch onderwijs Overige Opdrachten Reflectieverslagen
formatief formatief
x1
x1
x
xx xx
xx
x
x
xx
x
x
x xx
x
x
x
xx
OPLEIDINGS INRICHTING formatief formatief
25 4
4
0
1
formatief
Summatief (als basis van voortgangsen eindgesprekken )
1-5
1-5
4
4 8– 12 uur 12
1-2
12
12
3
812 uur 12
1
1
1
1-2
4
4
1
1
1
Praktijkopdracht Referaat
x
X
ICT / casuistiekbespreking
x
xx
xx
KKB o.a. anamnese / onderzoek / diagnose-stelling / behandelplan / brieven / sportmedisch onderzoek / medische begeleiding Multi source feedback; teams, samenwerking
xx
xxx
xxx
x
xxx
xx x
x x
xx
xx
GESPREKKEN 1
4
1
4
Start- en voortgangs 1 Eindgesprek / Geschikheidsbeoordeling
xx
xx
x