Beschouwing luchtkwaliteit en milieuzonering. Woningbouw Weteringshoek te Rossum. projectnummer RM090178

Beschouwing luchtkwaliteit en milieuzonering Woningbouw Weteringshoek te Rossum projectnummer RM090178

Opdrachtgever:

Grekas

Versienummer:

12.0

Datum:

19 november 2013 ing. D.C. Blokland

Auteur: Controle:

drs. E.J. Scheer

Paraaf:

bk geluid&trillingen Pieter Zeemanweg 61 3316 GZ Dordrecht T 078 630 65 55 F 078 630 65 65 [email protected] www.bkgeluidentrillingen.nl BK Bouw & Milieuadvies B.V. ABN AMRO banknr. 5868.40.729 K.v.K. nr. 24459961

bk geluid&trillingen pagina 1 van 16

Inhoudsopgave

pagina

1 2

Inleiding ......................................................................................................................................... 2 Lucht .............................................................................................................................................. 3 2.1 Inleiding ................................................................................................................................. 3 2.2 Wet milieubeheer ................................................................................................................. 3 2.3 Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)................................. 3 2.4 Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) ............................ 4 2.5 Het besluit gevoelige bestemmingen ................................................................................ 4 2.6 Toetsing .................................................................................................................................. 4 2.7 Conclusie en aanbevelingen .............................................................................................. 5 3 Bedrijven en milieuzonering ......................................................................................................... 7 3.1 Handreiking Bedrijven en milieuzonering ........................................................................... 7 3.2 Vigerend bestemmingsplan Rossum en Hurwenen .......................................................... 8 3.3 Richtafstanden voor omliggende bedrijven. .................................................................. 10 3.4 Akoestisch onderzoek Hogeweg 26, Weteringshoek 26A en 28 ................................... 14 3.5 Conclusie ............................................................................................................................. 16

Weteringshoek te Rossum Beschouwing luchtkwaliteit en milieuzonering | RM090178 | 19 november 2013


1

Inleiding

In opdracht van Grekas heeft BK Groep een beschouwing luchtkwaliteit en milieuzonering uitgevoerd ten behoeve van het woningbouwproject op de locatie Weteringshoek te Rossum. Aanleiding Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van opstellen van een nieuw bestemmingsplan ten behoeve van de realisatie van woningbouw aan de Weteringshoek te Rossum. Een toelichting vormt naast de verbeelding en de regels een noodzakelijke component van een bestemmingsplan. In de voorliggende rapportage worden de aspecten luchtkwaliteit en milieuzonering van de toelichting behandeld. In de beschouwing luchtkwaliteit wordt de invloed van planontwikkeling op de luchtkwaliteit getoetst aan het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Besluit NIBM) en de bijbehorende ministeriële Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteisen) (Regeling NIBM). In de beschouwing milieuzonering wordt de invloed van de planontwikkeling op de omliggende bedrijven getoetst aan de richtafstanden die zijn op genomen in “Bedrijven en milieuzonering”uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (editie 2009). De VNG-publicatie legt niet vast wat wel en niet is toegestaan. De richtlijnafstanden die in de publicatie zijn opgenomen worden in den lande wel alom gerespecteerd en in acht genomen. Doel In dit onderzoek wordt de invloed van de planontwikkeling op de luchtkwaliteit en de omliggende bedrijven in beeld gebracht. Diepgang onderzoek De bijdrage van verslechtering van de luchtkwaliteit ter hoogte van het projectgebied wordt getoetst aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (bijlage 2 bij hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Staatsblad 2007, 414) die op 15 november 2007 van kracht zijn geworden. Bij de toetsing is rekening gehouden met de ministeriële regeling Beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Staatscourant 2007, 220), het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Besluit NIBM) en de bijbehorende ministeriële Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteiteisen) (Regeling NIBM), die tegelijkertijd met de wijzing van paragraaf 5.2 van de Wet milieubeheer van kracht zijn geworden. Voor de beschouwing van de milieuzonering is getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Waar nodig is ingezoomd op bedrijven die mogelijk van invloed kunnen zijn op de voorgenomen planontwikkeling. Dit is in eerste instantie gedaan aan de hand van een door gemeente Maasdriel aangeleverd overzicht van de, in de omgeving van het projectgebied, gesitueerde bedrijven. Indien deze lijst geen helderheid verschaft op de vraag of het bedrijf al dan niet van invloed is op de realisatie van woningen aan de Weteringshoek heeft bedrijfsspecifiek onderzoek plaatsgevonden.



2 2.1

Lucht Inleiding

Voor dit milieuaspect is een beschouwing opgenomen waarbij het initiatief getoetst wordt aan de vigerende wet- en regelgeving. Tevens is in het kader van goede ruimtelijke ordening de achtergrondconcentraties van fijnstof en stikstofdioxide inzichtelijk gemaakt om te bezien of de luchtkwaliteit ter plaatse geschikt is voor wonen.

2.2

Wet milieubeheer

Hoofdstuk 5 Wet milieubeheer behandelt de milieukwaliteitseisen. In titel 5.2 van dat hoofdstuk zijn de luchtkwaliteitseisen beschreven. Ten aanzien van de kwaliteit van de buitenlucht gelden uitsluitend titel 5.2, bijlage 2 en op titel 5.2 berustende bepalingen (artikel 5.6. lid1 Wet milieubeheer). Conform artikel 5.16 dienen bestuursorganen bij onder andere besluiten op het gebied van ruimtelijke ordening aannemelijk te maken, dat dergelijke besluiten: Niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 opgenomen grenswaarde voor luchtkwaliteit; Al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leiden; 'Niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging; Betrekking hebben op een project dat is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Met andere woorden luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als aan één van de bovengenoemde vier criteria wordt voldaan.

2.3

Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)

Conform het ’Besluit niet in betekenende mate bijdragen’ draagt een besluit m.b.t. een project niet in betekenende mate bij indien aannemelijk is gemaakt dat, als gevolg van het besluit, de toename van de concentraties in de buitenlucht van zowel zwevende deeltjes (PM10) als stikstofdioxide niet de 3% grens overschrijd. Bij ministeriële regeling kunnen categorieën van gevallen worden aangewezen waarbij een besluit, aangaande een project, in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt. De aanwijzing kan onder meer betrekking hebben op een besluit met betrekking tot één of meer daarbij genoemde categorieën van: Inrichtingen; Infrastructuur; Kantoorlocaties; Woningbouwlocaties.



2.4

Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)

In de regeling zijn categoriale gevallen opgenomen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen aan verslechtering van de Luchtkwaliteit. Deze categorieën hebben betrekking op Inrichtingen, kantoor en woningbouwlocaties, infrastructuur en activiteiten of handelingen. Voor woningbouwprojecten is de regeling van toepassing in de volgende gevallen: Woningbouw Aangewezen worden woningbouwlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 3000 woningen omvat. Kantoor Aangewezen worden kantoorlocaties, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, een omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 200.000 m2 omvat.

2.5

Het besluit gevoelige bestemmingen

Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Dit besluit is van toepassing op gebouwen die geheel of gedeeltelijk bestemd of in gebruik zijn: ten behoeve van basisonderwijs, voortgezet onderwijs, kinderopvang, overig onderwijs aan minderjarigen of als verzorgingstehuis, verpleegtehuis of bejaardentehuis. Indien dergelijke gebouwen binnen 300 meter van rijks- en 50 meter van provinciale wegen worden gepland, dient een luchtkwaliteits-onderzoek aan te tonen dat binnen deze zones de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof niet worden, of dreigen te worden overschreden. Wanneer dit wel zo is mag het aantal ter plaatse verblijvende personen door een besluit aangaande een gevoelige bestemming niet toenemen. Het projectgebied is op meer 4,5 kilometer van de dichtstbijzijnderijksweg (A2) gelegen. De dichtstbijzijnde provinciale weg (N322) is op meer dan 500 meter van het projectgebied gesitueerd. Het besluit gevoelige bestemmingen is niet van toepassing op dit project en zal verder in deze analyse buiten beschouwing worden gelaten.

2.6

Toetsing

De functie wonen is een categoriaal geval die in het ‘Besluit niet in betekenden mate bijdragen’ en de bij behorende regeling is opgenomen. Het initiatief kan dan ook worden getoetst aan dit besluit. Voor een woningbouwlocatie is in bijlage 3a.2 van de ‘Regeling niet in betekenden mate bijdragen’ opgenomen dat indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan drieduizend woningen omvat, het project als niet in betekende mate wordt beschouwd.



In dit geval zal het aantal nieuwbouwwoningen ruim onder de grens van vijftienhonderd nieuwe woningen van de ‘Regeling niet in betekenden mate bijdragen’ blijven. Hierdoor draagt de realisatie van woningen aan de Weteringshoek te Rossum niet in betekenende mate bij aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Woningen worden conform het Besluit gevoelige bestemmingen niet gezien als gevoelige bestemmingen. Dit besluit is dan ook niet van toepassing op het woningbouwproject aan de Weteringshoek. In het kader van goede ruimtelijke ordening dient tevens de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging ter plaatse van de projectlocatie inzichtelijk te zijn. De concentraties uit de digitale monitoringstool, behorende bij het NSL, geven een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van de projectlocatie (figuur 1). Figuur 1: overzicht luchtkwaliteit nabij projectgebied (uitsnede kaart NSL geraadpleegd op 2 mei 2013).

Uit de monitoringstool blijkt dat de concentraties stikstofdioxide en fijnstof ter hoogte van de projectlocatie, nabij de provinciale weg N322, respectievelijk 24,2 μg/m3 en 26,6 μg/m3 bedragen. Dit zijn indicatieve waarden voor de projectlocatie daar er geen rekenpunten op wegen direct grenzend aan het projectgebied voorhanden zijn. De verwachting is echter dat de concentraties stikstofdioxide en fijnstof ter plaatse van de projectlocatie niet heel veel zullen afwijken, en eerder beter dan slechter zijn dan de rekenpunten nabij de N322.

2.7

Conclusie en aanbevelingen

In opdracht van Grekas heeft BK Groep een beschouwing luchtkwaliteit uitgevoerd ten behoeve van het woningbouwproject op de locatie Weteringshoek te Rossum. Dit onderzoek maakt inzichtelijk wat de invloed is van de planontwikkeling op de luchtkwaliteit. De resultaten



zijn getoetst aan het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Besluit NIBM) en de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer (bijlage 2 bij hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Staatsblad. 2007, 414) die op 15 november 2007 van kracht zijn geworden. Het voorgenomen woningbouwproject valt onder de definitie van categoriale projecten die in de Regeling niet in betekenende mate zijn opgenomen. Hiermee voldoet het project aan de 3% norm voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10). In het kader van goede ruimtelijjke ordening is tevens gekeken naar de huidige concentratie van de bepalende luchtkwaliteit parameters: fijnstof en stikstofdioxide. De huidige concentraties van deze stoffen liggen ruim onder de grenswaarden van 40,0 μg/m3 Omdat voor zowel fijnstof als stikstofdioxide de bijdrage als gevolg van het project ‘niet in betekenende mate’ is, is dit op grond van de luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer geen belemmering voor het verdere verloop van de bestemmingsplanprocedure.



3

Bedrijven en milieuzonering

3.1

Handreiking Bedrijven en milieuzonering

Om ervoor te zorgen dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden en dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen is de handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgesteld. Hierdoor wordt in een vroeg stadium bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden met de belangen van bedrijven en woningen. Zo wordt zoveel mogelijk voorkomen dat woningen hinder en gevaar ondervinden van bedrijven en dat bedrijven in hun milieugebruiksruimte worden beperkt door de komst van nieuwe woningen. Milieuzonering is een hulpmiddel bij ruimtelijke planvorming. Het is een instrument dat helpt bij het afwegen en verantwoorden van keuzes aangaande nieuwe woningbouw- en bedrijvenlocaties. Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie. Het gaat hierbij om de milieuaspecten: geluid, geur, stof en gevaar, waarbij de belasting afneemt naarmate de afstand tot de bron toeneemt. In de handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) zijn richtafstanden opgenomen voor een scala aan milieubelastende activiteiten, opslagen en installaties. Hierbij worden richtafstanden gegeven per milieutechnisch aspect (geur, stof, geluid en gevaar), waarbij de grootste afstand bepalend is voor de indeling in een milieucategorie (tabel 1). tabel 2: richtafstanden per milieucategorie Richtafstanden in meters per omgevingstype Rustige woonwijk 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000 1.500

Milieucategorie

Gemengd gebied 0 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000

1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6

De richtafstanden zijn afgestemd op het omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied. Zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat kan de richtafstand met één stap worden verlaagd indien sprake is van een omgevingstype gemengd gebied. In een gemengd gebied is sprake van een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen bijvoorbeeld winkels, horeca en kleine bedrijven voor. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Voor het woningbouwproject ‘Weteringshoek worden de richtafstanden aangehouden, welke gelden voor het omgevingstype ‘rustige woonwijk’ en ‘rustig buitengebied’. De richtaf-



standen die gehanteerd worden voor activiteiten ten opzichte van een rustige woonwijk zijn terug te vinden in bijlage 1 lijst 1 van de Handreiking Bedrijven en milieuzonering.

3.2

Vigerend bestemmingsplan Rossum en Hurwenen

Het projectgebied maakt onderdeel uit van het vigerende bestemmingsplan ‘Rossum’ en Hurwenen (figuur 2) dat op 27 januari 2011 door de gemeenteraad van Maasdriel is vastgesteld.

Figuur 2: verbeelding bestemmingsplan Rossum en Hurwenen (uitsnede bestemmingsplankaart in rood de globale ligging van het projectgebied weergegeven).

Het bestemmingsplan is leidend wat betreft bestemmingen en bijbehorende regels. Het bestemmingsplan geeft aan waar bedrijven en woningen zich mogen vestigen. Tevens wordt in de regels aangegeven welke categorie bedrijven zich waar mogen vestigen. Het vigerende bestemmingsplan dient dan ook als uitgangpunt voor het milieuaspect bedrijven en milieuzonering.



Zuidoost In de nabijheid van het woningbouwproject(zuid-oost) ‘Weteringshoek Rossum’ is het bedrijventerrein Weteringshoek gelegen. Het vigerende bestemmingsplan ’Rossum en Hurwenen’ geeft in artikel 8.1.1 de toegestane bedrijfsactiviteiten op het bedrijventerrein aan. Binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ zijn uitsluitend bestaande bedrijfsactiviteiten, bedrijfswoningen alsmede categorie 1 en 2 bedrijven als genoemd in de Bijlage regels, dan wel bedrijven die daarmee wat betreft aard, uitstraling en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn. Dit houdt in dat de richtafstand van het bedrijventerrein tot omgevingstype ‘rustige woonwijk en rustig buitengebied’ voor de toekomstige bedrijven in eerste instantie minimaal 30 meter bedraagt. Daar het projectgebied op meer dan 30 meter (circa 32 meter) van het bedrijventerrein Weteringshoek is gesitueerd zou dit betekenen dat de nieuw te realiseren woningen niet binnen de richtafstanden van de bedrijven op het bedrijventerrein Weteringshoek zijn gelegen. Echter artikel 8.1.1 van het bestemmingsplan staat ook bestaande bedrijfsactiviteiten toe die ten tijde van het de bestemmingsplanvaststelling werden uitgeoefend. Een nader onderzoek dient uit wijzen of de bestaande bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende richtafstanden reiken tot het nieuw te realiseren woningbouwproject ‘Weteringshoek Rossum’. In het bestemmingsplan zijn flexibiliteitsbepalingen opgenomen waarmee afwijken van het bestemmingsplan mogelijk is. Zo is binnen bepaalde grenzen mogelijk om te bouwen buiten het bouwvlak en bedrijven van een hogere categorie te vestigen. Vestiging van bedrijven tot en met categorie 2 is mogelijk binnen het bestemmingsplan. In afwijking hiervan is categorie 3 mogelijk onder voorwaarden. Nieuwe bedrijven van een categorie hoger dan 2 zullen echter aan moeten tonen dat de milieubelasting past binnen categorie 2. Nieuwe bedrijven die zich willen vestigen dienen derhalve rekening te houden met een maximale contour van 30 meter. Omdat in het verleden bedrijven van een hogere categorie zich konden vestigen wordt in het onderstaande nader ingegaan op de bestaande situatie. Noordoost Ten oosten van het projectgebied zijn de gronden bestemd voor ‘wonen’ en ‘Dienstverlening’. De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: bestaande, ter plaatse reeds gevestigde vormen van dienstverlening, zoals adviesbureaus, banken, detacheringsbureaus en kapsalons; een cateringsbedrijf met cursuslokaal voor het geven van maximaal 4 cursusavonden per maand, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kookstudio'; een kinderdagverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', wonen, alsmede voor daarmee naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders qua aard, omvang en effecten op de omgeving vergelijkbare voorzieningen, een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen. De bestemming ’Dienstverlening’ grenst direct aan het projectgebied waardoor een nader onderzoek dient uit te wijzen of de bestaande bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende richtafstanden reiken tot het nieuw te realiseren woningbouwproject ‘Weteringshoek Rossum’. Noordwest Ten noorden van het projectgebied zijn de gronden bestemd als ‘Bedrijf’ en ‘agrarisch’ De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: bedrijven in categorie 1 of 2 als genoemd in de Staat van Inrichtingen in Bijlage 2 Staat van Inrichtingen;



bestaande bedrijven in categorie 3 als genoemd in de Staat van Inrichtingen in Bijlage 2 Staat van Inrichtingen of daarmee vergelijkbaar, dat wil zeggen welke aanwezig zijn op het moment van het van kracht worden van dit plan; watergangen, waterretentie, waterzuivering en -infiltratie; ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', wonen; een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en parkeervoorzieningen. Detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij bedrijven, echter uitsluitend in producten die ter plaatse worden vervaardigd, be- of verwerkt. Tevens is ondersteunende horeca in de vorm van het tegen betaling schenken van alcoholvrije dranken toegestaan als ondersteunende activiteit bij ambachtelijke bedrijven. De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: agrarisch grondgebruik; het behouden van de open groenstructuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - openheid'; watergangen, waterretentie, waterzuivering en -infiltratie. Voor het aanleggen van nieuwe boomgaarden is een omgevingsvergunning vereist. De afstand van de inrichtingsgrens van de bestemming ‘Bedrijf’ tot de grens van het projectgebied bedraagt 10 meter. Bestaande bedrijven tot en met categorie 3 zijn hier toegestaan. Dergelijke bedrijven kunnen een invloedgebied van maximaal 100 meter (categorie 3.2 inrichtingen) hebben. De afstand van de inrichtingsgrens van de bestemming ‘agrarisch’ tot de grens van het projectgebied bedraagt 20 meter. Agrarische bedrijven kunnen een groter invloedgebied hebben dan 20 meter. Nader onderzoek voor zowel de bestemming ‘Bedrijf’ als de bestemming ‘Agrarisch’ dient uit te wijzen of de bestaande bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende richtafstanden reiken tot het nieuw te realiseren woningbouwproject ‘Weteringshoek Rossum’. Zuidwest Ten westen van het projectgebied zijn de gronden bestemd als ‘agrarisch’. Nader onderzoek dient uit te wijzen of de bestaande bedrijfsactiviteiten en de daarbij horende richtafstanden reiken tot het nieuw te realiseren woningbouwproject ‘Weteringshoek Rossum’.

3.3

Richtafstanden voor omliggende bedrijven.

In deze paragraaf worden de richtafstanden van de omliggende bedrijven in kaart gebracht, waarbij een onderverdeling naar ligging ten opzichte van het projectgebied zal plaatvinden. Hierbij wordt aangesloten bij de onderverdeling zoals die in de vorige paragraaf is aangehouden. Zuidoost In deze richting zijn de bedrijven die behoren tot het bedrijventerrein Weteringshoek gelegen (figuur 3). De dichtstbijzijnde bedrijven aan de Weteringshoek zijn op meer dan 30 meter (circa 32 meter)van het projectgebied gelegen. Categorie 1en 2 bedrijven met respectievelijk een richtafstand van 10 en 30 meter reiken niet tot aan het projectgebied en hoeven dan ook niet nader beschouwd te worden. Aan de hand van het bestemmingsplan en de kadas-



trale kaart zijn de bij de Omgevingsdienst Rivierenland de bedrijfsgegevens opgevraagd van de aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein Weteringshoek.

Figuur 3: ligging bedrijven Weteringshoek t.o.v. projectlocatie (uitsnede kadata internet).

J.A. Doorn

van

Leonie’s Hairfashion

Brandt en Fernhout b.v.

Rome Electronisch Adv.

Juvama

Thema stand en bouwservice Dijkink BV

Handelsonderneming Keetels

J.A.H. Kollenburg

Van de volgende bedrijven aan de Weteringshoek 26a, 26, 28, 19, 21, 23a, 23b, 25 en 27 en de Julianaweg 5, 6 en 9 zijn de beschikbare bedrijfsgegevens opgevraagd. Van de Weteringshoek 19 en 27 en de Julianaweg 6 is bij de Omgevingsdienst Rivierenland niet bekend dat hier een inrichting gehuisvest is. Het kan betekenen dat deze bedrijven zich niet hoeven te melden in het kader van het Activiteitenbesluit. Bedrijven die zich niet hoeven te melden zijn type A bedrijven die geen of weinig milieuhinder (milieucategorie 1) veroorzaken. In dit onderzoek wordt ervan uitgegaan dat op deze percelen geen inrichtingen aanwezig zijn. Indien alsnog blijkt dat op deze percelen aanwezig zijn dienen ze zich te melden en te voldoen aan het vigerende bestemmingsplan. In dit plan zijn hooguit milieucategorie 2 (geen categorie 3) bedrijven toegestaan binnen het bedrijventerrein weteringshoek. De richtafstand van dergelijke bedrijven bedraagt maximaal 30 meter en reikt daarmee niet tot aan het projectgebied, waardoor ze niet van invloed zullen zijn op het projectgebied. Aan de Weteringshoek 21, 23a en 25 zijn respectievelijk: Rome Electronisch Adv. en Inst gevestigd SBI-code 52 , milieucategorie 1 , Leonie's Hairfashion SBI-code 9302, milieucategorie 1 en Handelsonderneming Keetels B.V. SBI-code 503, milieucategorie 2 gehuisvest. Deze inrichtingen hebben een maximale richtafstand van 10 of 30 meter. De bedrijven aan de Weteringshoek zijn minimaal op circa 32 meter afstand van het projectgebied gelegen.



Aan de Weteringshoek 23b is Thema Stand - en Bouwservice BV SBI-code ? (onbekend bij omgevingsdienst) gelegen. Uit de naam zou je kunnen afleiden dat het hier waarschijnlijk om een aannemersbedrijf gaat. Een dergelijk bedrijf met SBI-code 45 behoort maximaal tot milieucategorie 3.1, met een maximale richtafstand van 50 meter. Het bedrijf is echter op circa 125 meter van het projectgebied gesitueerd, waardoor het niet van invloed is op het projectgebied. Aan Julianaweg 9 is onderneming Brandt en Fernhout b.v. SBI-code 45.A, maximale milieucategorie 3.1, met een maximale richtafstand van 50 meter gehuisvest. De kortste afstand vanaf de terreingrens naar het projectgebied bedraagt circa 65 meter. De invloed van het bedrijf reikt niet tot aan het projectgebied. Tevens zijn tussen de inrichting en het projectgebied, woningen gelegen die dus dichter bij deze inrichting zijn gesitueerd waar het bedrijf al rekening mee dient te houden. Volgens de gegevens van de omgevingsdienst is aan de Julianaweg 5 J.A.H. Kollenburg gelegen met een onbekende SBI-code. Ook op internet is niet te achterhalen wat voor type bedrijf dit is. Het bedrijf is op circa 145 meter van het projectgebied verwijderd waardoor een bedrijf van milieucategorie 4.1 of hoger van invloed zou kunnen zijn op het projectgebied. Tussen deze inrichting en het projectgebied zijn woningen gelegen waarmee het bedrijf al rekening dient te houden. Aan de Weteringshoek 26, 26a en 28 zijn respectievelijk: J.A. van Doorn SBI-code 45.2, milieucategorie 3.1; Juvama SBI-code 28, milieucategorie 3.2 en Dijkink BV SBI-code 2852.1, milieucategorie 3.2 gevestigd. De richtafstanden van deze bedrijven bedragen 50 (3.1) en 100 meter.(3.2) en reiken tot aan het projectgebied. De maximale richtafstand van deze bedrijven betreft het aspect geluid. Nader geluidonderzoek dient aan te tonen of de invloedgebieden van deze bedrijven daadwerkelijk tot aan het projectgebied zijn gesitueerd. Een dergelijk onderzoek bestaat uit het in kaart brengen van de bedrijfsactiviteiten en het uitvoeren van geluidmetingen aan apparatuur van de inrichtingen. Op basis van deze onderzoeken kunnen eventueel de richtafstanden worden teruggebracht. Noordoost Ten noordoosten van het projectgebied aan de Weteringshoek 22-24 is dienstverlening toegestaan. Op dit adres bij de milieudienst niets bekend. Op internet is bekend dat op Weteringshoek 24 Brands Financieel Adviesbureau is gehuisvest. Dit is een type A bedrijf conform het activiteitenbesluit dat zich niet hoeft te melden. Dit is dan ook de reden dat het bedrijf bij de milieudienst onbekend is en hooguit tot een milieucategorie 1 bedrijf behoort met een maximale richtafstand van 10 meter. De woningen worden echter op meer dan 10 meter van dit bedrijf gesitueerd. Nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Noordwest De gemeente Maasdriel heeft het bestemmingsplan “Buitengebied, binnendijks deel” partieel herzien om een bestaand niet-agrarisch bedrijf te kunnen verplaatsen naar een onbebouwde locatie aan de Hogeweg 26 te Rossum. Het bedrijf oefent huis-aan-huis verkopen van agfproducten uit en teelt in beperkte mate tuinbouwproducten. Op het perceel is een enkele woning opgericht van circa 600m3 met een bedrijfsruimte van ca. 100m2 (informatie uit het partiële herziende bestemmingsplan). Het bedrijf is bij de omgevingsdienst onbekend, maar conform de handreiking bedrijven en milieuzonering behoort een dergelijk bedrijf hooguit tot milieucategorie 2. De maximale richtafstand die hierbij past bedraagt 30 meter voor het milieuaspect geluid. Voor de overige milieuaspecten bedraagt de richtafstand 10 meter. In het bestemmingsplan zal rekening worden gehouden met een richtafstand van 30 meter vanaf de inrichtingsgrens van het bedrijf tot aan de dichtstbij-



zijnde gevel van de woningen binnen het projectgebied bedraagt 30 meter. Dit betekent dat geluid naar verwachting geen belemmering kan vormen voor de realisatie van de nieuwbouwwoningen. Volledigheidshalve is nader akoestisch onderzoek uitgevoerd ten einde aan te tonen dat de woningen die op 30 meter afstand van de inrichtingsgrens van het bedrijf aan de Hogeweg 26 worden gerealiseerd, geen hinder van de bedrijfsactiviteiten ondervinden. Tevens liggen aan de Noordwest kant nog enkele percelen van agrarische bedrijven die van invloed kunnen zijn op het projectgebied. Het gaat hierbij om de bedrijven die gesitueerd zijn aan de H.C. de Jonghweg. De milieucategorie van deze bedrijven bedraagt conform de omgevingsdienst maximaal 3.1. De maximale richtafstand van dergelijke bedrijven bedraagt 50 meter. De percelen van deze inrichtingen zijn echter op meer dan 200 meter van het projectgebied gesitueerd. De bedrijven aan de H.C. de Jonghweg vormen hierdoor geen belemmering voor de realisatie van het project. De percelen die direct aan de noordkant van de Hogeweg grenzen behoren niet toe aan de bovengenoemde bedrijven aan de H.C. de Jonghweg maar zijn in handen van een particulier. De gronden zouden een belemmering kunnen vormen indien op deze gronden fruitteelt plaats gaat vinden (nieuwe situatie). In het vigerende bestemmingsplan is echter opgenomen dat het verboden is op de gronden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders (productie)boomgaarden en zachtfruitopstanden, anders dan ter vervanging van bestaande boomgaarden aan te leggen. Met andere woorden indien men op deze gronden fruitteelt wilt toepassen dient eerst een vergunningprocedure doorlopen te worden. Hierbij dient met het gebruik van pesticiden rekening te worden gehouden en wel met een spuitzone van 50 meter vanaf de grens van de boomgaard (indien deze op de plankaart anders is dan de perceelsgrens) waarbinnen geen gevoelige objecten mogen zijn gelegen. Binnen een straal van 50 meter van deze percelen zijn reeds woningen (woningen aan de Hogeweg 26, 67, 69, 71 en 87) aanwezig waarmee een dergelijk bedrijf rekening dient te houden. De aanvraag voor een omgevingsvergunning zal voor het bedrijven van fruitteelt hiermee rekening worden gehouden. Dit zal betekenen dat fruitteelt niet binnen 50 meter van deze woningen en daarmee tevens op 50 meter afstand of meer van de nieuw te realiseren woningen mag plaatsvinden. Hiermee vormen de percelen direct ten noorden van de Hogeweg geen belemmering voor de realisatie van woningen binnen het project. Voor deze nieuwe situatie zal bij realisatie van een boomgaard ook de spuitzone van 50 meter vanaf de perceelsgrens gelden zoals hieronder beschreven ‘Zuidwest’. Vanuit de bestaande boomgaard ten noorden van de Hogeweg wordt in het bestemmingsplan rekening gehouden met een spuitzone van 50 meter.

Zuidwest Aan de Hogeweg 87 zijn fruitbomen gesitueerd (bestaande situatie). Uit literatuur en uitspraken van de Raad van State blijkt dat, om te voorkomen dat omwonenden van tuinbouwbedrijven blootgesteld worden aan gewasbeschermingsmiddelen, vanaf de perceelsgrens van het tuinbouwbedrijf een afstand van tenminste 50 meter moet worden aangehouden: de zogenaamde spuitzone. Ervan uitgaande dat bij dit bedrijf de producten worden bespoten met gewasbeschermingsmiddelen, kunnen op een strook van 50 meter vanuit de perceelsgrens geen gevoelige objecten worden gerealiseerd. Om de beschermingszone van 50 meter ten opzichte van de nieuwbouwwoningen te kunnen realiseren is door de opdrachtgever een stuk perceel van de boomgaard aangekocht. Dit perceel maakt thans al onderdeel uit van omschreven projectgebied. De dichtstbijzijnde nieuwbouwwoningen worden hierdoor op circa 50 meter afstand van de fruitbomen gerealiseerd.



Aan de Burgemeester van Randwijck 74, 76, 80 en 82A zijn volgens informatie van de omgevingsdienst bedrijven gelegen. Het betreffen bedrijven uit de milieucategorie 2 (nr 76 en 80) en 3.2 (nr 74 en 82A) met respectievelijk een maximale richtafstand van 30 en 100 meter. De inrichtingsgrenzen van deze bedrijven zijn echter op grotere afstanden van het projectgebied gelegen dan desbetreffende richtafstanden.

3.4

Akoestisch onderzoek Hogeweg 26, Weteringshoek 26, 26A en 28

Het onderzoek heeft betrekking op vier bedrijven, gelegen aan Weteringshoek 26, 26A en 28 en één bedrijf gelegen aan de Hogeweg 26 te Rossum (zie ook figuur 4). Het projectlocatie is binnen de hindercontour voor geluid volgens de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering van deze bedrijven gelegen. Figuur 4: ligging bedrijven waarvoor een akoestisch onderzoek is uitgevoerd

Van Diejen Hogeweg 26 Juvama Weteringshoek 26a

J.A. van Doorn Weteringshoek 26

Dijkink Weteringshoek 28

Het onderzoek vindt plaats in het kader van Wet ruimtelijk ordening. Doel van het onderzoek is geluidemissie van de inrichtingen te bepalen en geluidimmissie ter plaatse van nieuw te bouwen woningen te toetsen aan van toepassing zijnde geluideisen. Ten behoeve van het onderzoek zijn geluidberekeningen verricht conform de eisen uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI-II) op basis van door de bedrijven aangegeven uitgangspunten. De optredende geluidniveaus in de omgeving van de inrichting zijn bepaald door middel van een overdrachtsberekening volgens de specialistische methode uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (Geomilieu 2.13).



Uit het onderzoek blijkt dat de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van J. Dijkink (Weteringshoek 28) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van J. Dijkink worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 77 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Uit het onderzoek blijkt verder dat ten gevolge van de afblaas van de spuiterij van John van Doorn (Weteringshoek 26) ter plaatse van de plangrens een overschrijding optreedt van de eisen voor langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het Activiteitenbesluit en de VNG publicatie. De afblaas en aanzuigopening zal worden voorzien van een eenvoudig aan te brengen demper of worden gericht van de woningen af. Uit het onderzoek blijkt dat in de huidige situatie ter plaatse van de bestaande bedrijfswoningen van derden aan de Weteringshoek de eisen uit het Activiteitenbesluit (voor woningen op een bedrijfsterrein) worden overschreden. Om ter plaatse van deze bestaande woningen te voldoen aan de eisen zullen maatregelen getroffen moeten worden. Na het treffen van maatregelen waarmee ter plaatse van de bestaande woningen wordt voldaan aan de eisen is het mogelijk om woningen te realiseren op kortere afstand (38 meter) dan 50 meter volgens de VNG publicatie. De gemeente kan met betrekking tot de bestaande woningen handhavend optreden. Aan de eisen voor maximale geluidniveaus uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Op basis van het karakter van de bron en de omgeving zal geen hinder optreden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 50 meter kan met beperkte maatregelen kan een een afstand van 38 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Juvama B.V. aan de Weteringshoek 26a betreft een bedrijf dat valt onder categorie 3 van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’. Voor de vestiging is in opdracht van de inrichting een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de inrichting geen grotere hindercontour heeft dan een categorie 2 bedrijf. De hindercontour bedraagt hiermee 30 meter. Omdat het bouwplan op een grotere afstand dan 30 meter wordt gerealiseerd kan worden gesteld dat ten gevolge van Juvama geen hinder op zal treden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 30 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van Van Diejen (Hogeweg 26) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van Van Diejen worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. De in de VNG aanbevolen richtafstand van 30 meter waarmee in het bestemmingsplan rekening wordt gehouden, is voldoende voor de bedrijfsvoering voor het ter plaatse toe staan van een categorie 2 bedrijf. Daarbij wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie.



Aan de voorkeursgrenswaarde uit de Circulaire van 29 februari 1996 van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (MBG 96006131) "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" wordt ter plaatse van de nieuw te bouwen woningen voldaan. Uit oogpunt van de VNG publicatie vormt de geluidemissie ten gevolge van de bedrijven geen belemmering.

3.5

Conclusie

De nieuwbouwwoningen ter hoogte van Hogeweg 85 zijn gelegen in de nabijheid van verschillende bedrijven. Deze woningen mogen de bedrijfsvoering van deze bedrijven niet belemmeren door zich binnen de richtafstanden, die gelden voor verschillende milieuaspecten (zoals omschreven in de Handreiking Bedrijven en milieuzonering) van deze bedrijven, te vestigen. Zie figuur 5. Het nieuwbouwproject aan de Weteringshoek ter hoogte van de Hogeweg 85 is gelegen binnen de richtafstanden van een viertal bedrijven gesitueerd aan de Weteringshoek en Hogeweg. Het milieuaspect geluid is hierbij leidend. Het gaat hierbij om een fruithandel (Hogeweg 26), aannemer met timmerwerkplaats (Weteringshoek 26), metaaloppervlak behandelingsbedrijf (Weteringshoek 28) en een constructiewerkplaats (Weteringshoek 26a). Een akoestisch onderzoek (bijlage 1) heeft echter aangetoond dat een kleinere richtafstand gehanteerd kan worden ten aanzien van deze bedrijven zonder dat ze in hun bedrijfsvoering worden beperkt. Wel zal een voorziening in de vorm van een demper bij Van Doorn getroffen moeten worden. Het milieuaspect milieuzonering vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het nieuwbouwproject aan de Weteringshoek te Rossum.

Figuur 5. Te handteren richtafstanden.


Bijlage

1

Akoestisch onderzoek

Akoestisch onderzoek Bedrijven in omgeving Weteringshoek Rossum projectnummer 122285

Opdrachtgever:

Grekas B.V.

Versienummer:

9.0

Datum:

19 november 2013

Auteur:

ing. D.C. Blokland

Paraaf:

bk geluid&trillingen Pieter Zeemanweg 61 3316 GZ Dordrecht T 078 630 65 55 F 078 630 65 65 [email protected] www.bkgeluidentrillingen.nl BK Bouw & Milieuadvies B.V. ABN AMRO banknr. 5868.40.729 K.v.K. nr. 24459961


Inhoudsopgave 1 2

3

4

5 6 7

8

pagina

Samenvatting................................................................................................................................ 3 Inleiding ......................................................................................................................................... 5 2.1 Algemeen.............................................................................................................................. 5 2.2 Gegevens .............................................................................................................................. 5 Uitgangspunten ............................................................................................................................ 6 3.1 Situatie ................................................................................................................................... 6 3.2 John van Doorn Weteringshoek 26 ..................................................................................... 7 3.3 J. Dijkink Weteringshoek 28 .................................................................................................. 7 3.4 Juvama Weteringshoek 26a ................................................................................................ 8 3.5 Van Diejen Hogeweg 26 ...................................................................................................... 9 Normstelling ................................................................................................................................. 10 4.1 Geluidnormen uit het Paarse Boekje ................................................................................ 10 4.2 Geluidnormen Activiteitenbesluit ..................................................................................... 11 Geluidbronnen............................................................................................................................ 12 Berekeningen .............................................................................................................................. 13 Resultaten .................................................................................................................................... 14 7.1 John van Doorn .................................................................................................................. 14 7.2 J. Dijkink................................................................................................................................ 14 7.3 Van Diejen ........................................................................................................................... 15 Conclusies ................................................................................................................................... 16

Bijlagen 1 2 3 4 5

Berekening bedrijfsduurcorrecties en bronsterktes Invoergegevens rekenmodel Rekenresultaten Figuren Akoestisch onderzoek juvama

Bedrijven in omgeving Weteringshoek Rossum Akoestisch onderzoek | 122285 | 19 november 2013


1

Samenvatting

In opdracht van Grekas B.V. is door BK Geluid & Trillingen een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de realisatie van woningbouwproject Weteringshoek aan de Hogeweg te Rossum. Het onderzoek heeft betrekking op vier bedrijven, gelegen aan de Weteringshoek 26, 26a en 28 en Hogeweg 26 te Rossum. Het woningbouwplan is binnen de hindercontour voor geluid volgens de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering van deze bedrijven gelegen. Het onderzoek vindt plaats in het kader van de Wet ruimtelijk ordening. Doel van het onderzoek is om geluidemissie van de inrichtingen te bepalen en de geluidimmissie ter plaatse van nieuw te bouwen woningen te toetsen aan van toepassing zijnde geluideisen. Ten behoeve van het onderzoek zijn geluidberekeningen verricht conform de eisen uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI-II). De optredende geluidniveaus in de omgeving van de inrichting zijn bepaald door middel van een overdrachtsberekening volgens de specialistische methode uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (Geomilieu 2.13). Optredende geluidniveaus vanwege de inrichtingen zijn af te lezen uit de berekeningsresultaten zoals opgenomen in bijlage 3. Uit het onderzoek blijkt dat de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van J. Dijkink (Weteringshoek 28) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van J. Dijkink worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 77 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Uit het onderzoek blijkt verder dat ten gevolge van de afblaas van de spuiterij van John van Doorn (Weteringshoek 26) ter plaatse van de plangrens een overschrijding optreedt van de eisen voor langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het Activiteitenbesluit en de VNG publicatie. De afblaas en aanzuigopening zal worden voorzien van een eenvoudig aan te brengen demper of worden gericht van de woningen af. Uit het onderzoek blijkt dat in de huidige situatie ter plaatse van de bestaande bedrijfswoningen van derden aan de Weteringshoek de eisen uit het Activiteitenbesluit (voor woningen op een bedrijfsterrein) worden overschreden. Om ter plaatse van deze bestaande woningen te voldoen aan de eisen zullen maatregelen getroffen moeten worden. Na het treffen van maatregelen waarmee ter plaatse van de bestaande woningen wordt voldaan aan de eisen is het mogelijk om woningen te realiseren op kortere afstand (38 meter) dan 50 meter volgens de VNG publicatie. De gemeente kan met betrekking tot de bestaande woningen handhavend optreden. Aan de eisen voor maximale geluidniveaus uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Op basis van het karakter van de bron en de omgeving zal geen hinder optreden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 50 meter kan met beperkte maatregelen kan een een afstand van 38 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aan-



vaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Juvama B.V. aan de Weteringshoek 26a betreft een bedrijf dat valt onder categorie 3 van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’. Voor de vestiging is in opdracht van de inrichting een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de inrichting geen grotere hindercontour heeft dan een categorie 2 bedrijf. De hindercontour bedraagt hiermee 30 meter. Omdat het bouwplan op een grotere afstand dan 30 meter wordt gerealiseerd kan worden gesteld dat ten gevolge van Juvama geen hinder op zal treden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 30 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van Van Diejen (Hogeweg 26) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van Van Diejen worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. De in de VNG aanbevolen richtafstand van 30 meter waarmee in het bestemmingsplan rekening wordt gehouden, is voldoende voor de bedrijfsvoering voor het ter plaatse toe staan van een categorie 2 bedrijf. Daarbij wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Aan de voorkeursgrenswaarde uit de Circulaire van 29 februari 1996 van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (MBG 96006131) "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" wordt ter plaatse van de nieuw te bouwen woningen voldaan. Uit oogpunt van de VNG publicatie vormt de geluidemissie ten gevolge van de John van Doorn zonder voorzieningen een belemmering voor het realiseren van het bouwplan. De overige bedrijven vormen geen belemmering. In overleg met John van Doorn zal een oplossing gevonden moeten worden voor de installaties op het dak en in de gevel. Hierop zal een demper geplaatst moeten worden of de gemeente zal handhavend op moeten treden.



2 2.1

Inleiding Algemeen

In opdracht van Grekas B.V. is door BK Geluid & Trillingen een akoestisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de realisatie van woningbouwproject Weteringshoek aan de Hogeweg te Rossum. Het onderzoek heeft betrekking op vier bedrijven, gelegen aan de Weteringshoek 26, 26a en 28 en Hogeweg 26 te Rossum. Het woningbouwplan is binnen de hindercontour voor geluid volgens de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering van deze bedrijven gelegen. Het onderzoek vindt plaats in het kader van de Wet ruimtelijk ordening. Doel van het onderzoek is om geluidemissie van de inrichtingen te bepalen en de geluidimmissie ter plaatse van nieuw te bouwen woningen te toetsen aan van toepassing zijnde geluideisen. De geluidimmissie in de omgeving is door middel van een rekenmodel bepaald conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI-2, 1999).

2.2

Gegevens

Ten behoeve van het onderzoek is gebruikgemaakt van navolgende gegevens van het bedrijf: 1. Bedrijfsgegevens zoals besproken met de heer J. Dijkink van J. Dijkink B.V., de heer J. van Doorn van John van Doorn timmer- en restauratiebedrijf B.V. en de heer Van Diejen van Van Diejen Groente en Fruit. 2. Rapport 20100661-01 Akoestische beschouwing JUVAMA B.V. Weteringshoek 26a Rossum d.d. 24 maart 2012 opgesteld door Cauberg-Huygen (bijlage 5) 3. Gemeente Maasdriel Partiële Herziening ong. te Rossum 23 oktober 2007. 4. Situatieoverzicht conform de aangeleverde tekeningen en een bezoek ter plaatse. 5. Beschikbare gegevens van de bedrijven in het gemeentelijk archief. 6. Correspondentie met de gemeente Maasdriel. 7. Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai HMRI-1999. 8. Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening van 21 oktober 1998, MBG-98065226. 9. Activiteitenbesluit.



3 3.1

Uitgangspunten Situatie

In afbeelding 1 is de locatie van het nieuwbouwplan aan de Hogeweg te Rossum, gelegen in gemeente Maasdriel, opgenomen. afbeelding 1. Situatie bouwplan

Het bouwplan zal worden gerealiseerd binnen de hindercontour van geluid voor een viertal bedrijven: John van Doorn timmer- en restauratiebedrijf B.V. aan Weteringshoek 26 betreft een timmerwerkplaats met opslag faciliteiten (richtafstand volgens VNG 50 meter bouwplan op 38 meter); J. Dijkink B.V. aan Weteringshoek 28 betreft een metaalbewerkingsbedrijf (fijnmechanica) (richtafstand volgens VNG 100 meter bouwplan op 77 meter); Juvama B.V. aan de Weteringshoek 26a betreft een metaalbewerkingsbedrijf (RVS maatwerk) (richtafstand volgens VNG 100 meter bouwplan op 30 meter); Van Diejen Groente en Fruit aan de Hogeweg 26 betreft huis-aan-huis verkopen van agfproducten en teelt in beperkte mate van tuinbouwproducten (richtafstand volgens VNG 30 meter bouwplan op 30 meter). Bedrijf is evenwel beschouwd in verband met eventuele uitbreidingsmogelijkheden. De dichtstbij gelegen woningen van derden zijn in de huidige situatie gelegen aan de Weteringshoek en Hogeweg. In het onderstaande is uitgegaan van de representatieve bedrijfssituaties welke zijn besproken met de eigenaren van de verschillende bedrijven. Daarbij is uitgegaan van een situatie met eventuele uitbreidingen en intensiveringen van de activiteiten. Dit betreft dus niet de vergunde of gemelde situaties. De zittende bedrijven zijn representatief



voor de categorie van bedrijven die zich op de kavels kunnen vestigen. Op basis hiervan kan worden gesteld dat is uitgegaan van een representatieve invulling van de maximaal planologische mogelijkheden. Daarbij wordt opgemerkt dat indien de zittende bedrijven vertrekken niet in alle gevallen een vergelijkbaar bedrijf gevestigd kan worden omdat de categorie van bedrijven is aangepast in het bestemmingsplan.

3.2

John van Doorn Weteringshoek 26

De aard van de inrichting is houtbewerking. De activiteiten die ondermeer van belang zijn voor de geluidemissie van de inrichting zijn: 1. aankomst en vertrek van voertuigen; 2. overslagactiviteiten; 3. inpandige werkzaamheden; 4. installaties. De in aanmerking genomen werkzaamheden kunnen als representatief worden aangemerkt (meer dan twaalf maal per jaar). De activiteiten binnen de inrichting vinden plaats van 7.00 tot 17.30 uur. Regelmatig wordt overgewerkt tot 22.00 uur. Op zaterdag vinden activiteiten plaats van 7.00 tot 12.00 uur. In het onderzoek wordt uitgegaan van werkzaamheden van 7.00 tot 22.00 uur. Afzuiging van de spuitcabine kan in afwijking hiervan gedurende 24 uur in bedrijf zijn. Daarnaast kunnen buiten genoemde tijden nog voertuigbewegingen plaatsvinden. In tabel 1 is het aantal voertuigbewegingen opgenomen. Eén voertuig geeft twee bewegingen; aankomst en vertrek. tabel 1: Overzicht van het aantal voertuigbewegingen. Perioden

Dag Avond Nacht

Verkeersbewegingen

07.00 - 19.00 uur 19.00 – 23.00 uur 23.00 - 07.00 uur

Vrachtwagens

Personenwagens / bestelwagen

6 ---

20 6 4

Inpandig vindt allerhande houtbewerking plaats. Hiervoor staan in de werkplaats verschillende machines opgesteld. Achter de werkplaats bevindt zich een magazijn. Hierin worden geen relevante geluidniveaus geproduceerd. In bijlage 1 is een overzicht van machines en bedrijfstijden opgenomen. In het onderzoek wordt uitgegaan van een zomersituatie waarbij de deur geopend is. De houtmot wordt ter plaatse van de machines afgezogen. Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt de lucht na filtering in de hal uitgeblazen of naar buiten geblazen. In het onderzoek wordt uitgegaan van een zomersituatie waarbij de lucht naar buiten wordt geblazen. De container voor de houtmot staat opgesteld op het buitenterrein. Op het buitenterrein vindt open overslag van materialen plaats. Gedurende 1,5 uur in de dagperiode is hiervoor een heftruck in bedrijf.

3.3

J. Dijkink Weteringshoek 28

De aard van de inrichting is metaalbewerking. Daarnaast vindt machinehandel op de locatie plaats. Activiteiten die ondermeer van belang zijn voor de geluidemissie van de inrichting zijn:



1. 2. 3.

aankomst en vertrek van voertuigen; inpandige werkzaamheden; installaties.

Door het bedrijf is reeds een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van de bedrijfshal. Hoewel dit nog niet is vergund, is in het onderzoek hier al wel rekening mee gehouden. Activiteiten als het open overslaan van producten dat in de huidige situatie buiten plaatsvindt, zal in de toekomst binnen plaatsvinden. In de uitbreiding zal hiervoor een bovenloopkraan worden gerealiseerd. De in aanmerking genomen werkzaamheden kunnen als representatief worden aangemerkt (meer dan twaalf maal per jaar). De activiteiten binnen de inrichting vinden plaats van 7.30 tot 17.00 uur. Buiten deze tijden kunnen voertuigbewegingen plaatsvinden en machines in bedrijf zijn. Voor het inwerking zijn van machines vindt afzuiging van dampen ook continu plaats. In tabel 2 is het aantal voertuigbewegingen opgenomen. Eén voertuig geeft twee bewegingen; aankomst en vertrek. tabel 2: Overzicht van het aantal voertuigbewegingen. Perioden

Dag Avond Nacht

Verkeersbewegingen

07.00 - 19.00 uur 19.00 – 23.00 uur 23.00 - 07.00 uur

Vrachtwagens

Personenwagens / bestelwagen

6 1 1

26 ---

Inpandig vindt allerhande metaalbewerking plaats. Hiervoor staan in de werkplaats verschillende machines opgesteld. Hierbij wordt opgemerkt dat het fijn-mechanica betreft en geen bewerking van grote constructies. In het onderzoek wordt er vanuit gegaan dat in de uitbreiding eenzelfde geluidniveau zal optreden als in de huidige hal. In het onderzoek wordt uitgegaan van een zomersituatie waarbij de overheaddeur geopend is. De werkzaamheden voor de machinehandel bestaan uit aan- en afvoer. Daarnaast kan grootschalige revisie plaatsvinden. Dit bestaat uit demontage, vervanging van onderdelen, deze worden ter plaatse geproduceerd, en montage. Op het buitenterrein worden voertuigen geparkeerd. Daarnaast wordt beperkt een elektrische heftruck ingezet. Door de lage bronsterkte en de korte bedrijfstijd is dit niet relevant.

3.4

Juvama Weteringshoek 26a

De aard van de inrichting is metaalbewerking. Het bedrijf valt onder categorie 3 van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’. Omdat de inrichting op het bedrijventerrein is gevestigd nadat het bestemmingsplan is vastgesteld waarin is opgenomen dat zich alleen bedrijven met een categorie 1 en 2 mogen vestigen is door de gemeente bij vestiging nader onderzoek geeist. In dit onderzoek moest worden aangetoond dat de inrichting hoewel vallend binnen categorie 3 geen grotere hinder contour heeft dan een categorie 2 bedrijf. In opdracht van Klarenbeek Beheer B.V. is door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V. een onderzoek verricht voor de inrichting aan de Weteringshoek 26a te Rossum (zie bijlage 5). De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in rapport 20100661-01 Akoestische beschou-



wing Juvama B.V, Weteringshoek 26a te Rossum d.d. 24 maart 2010. Sinds de vestiging en de rapportage zijn geen wijzigingen gemeld bij het bevoegd gezag. In het onderzoek is voor het kavel uitgegaan van maximaal categorie 2 met een richtafstand van 30 meter. Daarbij is op 30 meter van de grens van de inrichting getoetst aan 45 dB(A) voor langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus, 65 dB(A) voor maximale geluidniveaus en 50 dB(A) voor verkeersaantrekkende werking. Uit het onderzoek blijkt dat op 30 meter het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau maximaal 45 dB(A) bedraagt. Het maximale geluidniveau bedraagt op 30 meter ten hoogste 70 dB(A). Dit niveau wordt toelaatbaar en verantwoord geacht op de volgende gronden: treedt op ten gevolge van één vrachtwagen en is daarmee zeer beperkt in frequentie; voldoet aan de geluideisen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening; in het kader van het Activiteitenbesluit worden dergelijke niveaus niet getoetst; gezien de locatie waar meerdere bewegingen van vrachtwagens optreden. Het niveau ten gevolge van de indirecte hinder van en naar de inrichting bedraagt ten hoogste 40 dB(A). Destijds is geconcludeerd dat het bedrijf voldoet aan de eisen welke volgen uit de VNG publicatie voor bedrijven in categorie 2. Het bedrijf is daarmee toelaatbaar op het bedrijventerrein. Omdat het bouwplan op een grotere afstand dan 30 meter wordt gerealiseerd kan worden gesteld dat ten gevolge van Juvama geen hinder wordt verwacht. Om deze reden is het bedrijf in het onderhavig onderzoek niet nader beschouwd.

3.5

Van Diejen Hogeweg 26

Van Diejen aan de Hogeweg 26 is recent naar deze locatie verplaatst. Op de locatie is een bedrijfshal aanwezig welke in de nabije toekomst zal worden uitgebreid. De uitbreiding betreft alleen een uitbreiding van de faciliteit (opslag) en heeft geen gevolgen voor de geluidemissie naar de omgeving. De bedrijfshal wordt gebruikt voor opslag van groente en fruit en stalling van materieel. Voor het onderzoek zijn met name de voertuigbewegingen van belang. In het onderzoek wordt uitgegaan van twee vrachtwagenbewegingen (lichte vrachtwagen) tussen 7.00 en 19.00 uur en één na 19.00 uur. Daarnaast rijden in de dagperiode 2 lichte motorvoertuigen het terrein open af (4 bewegingen).



4

Normstelling

Voor de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen dient rekening gehouden te met de eisen welke volgen uit de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de VNG. In het onderstaande wordt ingegaan op de systematiek van deze publicatie. Daarnaast zijn volledigheidshalve de eisen opgenomen welke gelden voor de bedrijven ter plaatse van bestaande woningen.

4.1

Geluidnormen uit het Paarse Boekje

Op basis van de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG gelden tussen de bedrijven en de meest nabijgelegen gevels van de (geprojecteerde) woningen de afstanden zoals beschreven in paragraaf 3.1. Uit een inventarisatie blijkt dat de woningen binnen de richtafstanden volgens de VNG zijn gelegen. Het onderzoek is daarom uitgebreid met stap 2.Bedrijven en milieuzonering Het toetsingskader in het kader van de ruimtelijke inpassing van de woningen nabij het bedrijven voor geluid bestaat uit vier stappen waarbij per stap de geluidbelasting groter wordt en daarmee de onderzoeks- en motiveringsplicht. Stap 1: Indien de richtafstand voor het aspect geluid niet wordt overschreden, kan verdere toetsing voor het aspect geluid in beginsel achterwege blijven: inpassing is mogelijk. Stap 2: Indien stap 1 niet toereikend is, dan is inpassing mogelijk bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in een gebiedstype rustige woonwijk van maximaal: • 45 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau; • 65 dB(A) maximaal (piekgeluiden); • 50 dB(A) ten gevolge van verkeersaantrekkende werking. Stap 3: Indien stap 2 niet toereikend is, is inpassing mogelijk bij een geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen in gebiedstype rustige woonwijk van maximaal: • 50 dB(A) langtijdgemiddeld beoordelingsniveau; • 70 dB(A) maximaal (piekgeluiden); • 50 dB(A) ten gevolge van verkeersaantrekkende werking. Het bevoegd gezag dient echter te motiveren waarom het deze belasting in de concrete situatie mogelijk acht, waarbij tevens de cumulatie met eventueel reeds aanwezige geluidbelasting moet worden betrokken. Stap 4: Bij een hogere geluidbelasting dan aangegeven in stap 3 zal inpassing doorgaans niet mogelijk zijn. Indien het bevoegd gezag niettemin tot inpassing wil overgaan, dient het dit grondig te onderzoeken, onderbouwen, en motiveren waarbij tevens de cumulatie met eventueel reeds aanwezige geluibelasting moet worden betrokken. De bovenstaande richtwaarden met betrekking tot het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en de maximale piekgeluiden gelden voor de dagperiode (07.00 uur tot 19.00 uur). In de avondperiode (19.00 tot 23.00 uur) dienen de richtwaarden 5 dB lager te zijn en in de nachtperiode (23.00 uur tot 07.00 uur) dienen de richtwaarden 10 dB lager te zijn.



4.2

Geluidnormen Activiteitenbesluit

Alle de inrichtingen vallen onder de werking van het Activiteitenbesluit. Hoewel eerder vergunningen zijn verleend, zijn deze vervallen door het van toepassing worden van het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit zijn de onderstaande voor het onderzoek relevante normen opgenomen. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax), veroorzaakt door: de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen; de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten; geldt dat de niveaus op de, in tabel 3 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer mogen bedragen dan de in de tabel aangegeven waarden. tabel 3 normen

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

07.00–19.00 uur

19.00–23.00 uur

23.00–07.00 uur

50 dB(A)

45 dB(A)

40 dB(A)

35 dB(A)

30 dB(A)

25 dB(A)

70 dB(A)

65 dB(A)

60 dB(A)

55 dB(A)

50 dB(A)

45 dB(A)

In gevolge de circulaire van 29 februari 1996 van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (MBG 96006131) "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" dient de geluidbelasting vanwege het verkeer op de openbare weg ten gevolge van de inrichting die niet is gelegen op een gezoneerd terrein berekend te worden. Voor de vergunningverlening kan gebruikgemaakt worden van de bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) en de maximale grenswaarde van 65 dB(A) op de gevels van woningen of andere geluidgevoelige gebouwen.



5

Geluidbronnen

Geluidmetingen Ten behoeve van het onderzoek zijn geluidmetingen verricht. De metingen zijn, voor zover hierin voorzien is, verricht conform voorschriften zoals gesteld in de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai" (HRMI-II). Voor het onderzoek is onder meer gebruikgemaakt van een precisie integrerende Real Time Frequentie Analyzer (type 1, IEC651). Een overzicht van de gebruikte meetapparatuur is gegeven in tabel 4. tabel 4 : overzicht van de gehanteerde geluidmeetapparatuur Omschrijving

Fabrikaat

Type

Calibrator

SVANTEK

SV30A

Geluidanalyser

SVANTEK

SVAN958

Voorversterker + microfoon

SVANTEK

SV12L / SV22

In bijlage 1 zijn de resultaten van de geluidmetingen en de daaruit volgende berekeningen van de bronsterktes opgenomen. Vrachtverkeer Op de terreinen komen vrachtwagens van derden. Hierom is de bronsterkte voor het vrachtverkeer gebaseerd op het onderzoek van Adviesbureau Peutz & Associés B.V., rapportnummer RA 730-1, d.d. 14 juni 1999 in opdracht van Transport en Logistiek Nederland te Zoetermeer. In het onderzoek is op pagina 15 het volgende gesteld: Zware vrachtwagens, snelheden tot 20 km/u Voor zware vrachtwagens bedraagt het gemiddelde geluidvermogenniveau (LWR) circa 102 dB(A) bij snelheden van 10 à 20 km/u, zijnde de snelheden die voor de meeste bedrijfsterreinen representatief kunnen worden geacht (zie tevens figuur3). De gevonden spreiding is relatief groot: de standaardafwijking bedraagt 4 à 5 dB(A). Indien de chauffeurs worden geïnstrueerd rustig te rijden bedraagt het gemiddelde geluidvermogenniveau 96 à 99 dB(A) bij snelheden tot 20 km/uur (standaardafwijking 4 dB(A)). De reductie ten opzichte van het rijden zonder instructies bedraagt hiermee 3 à 6 dB(A) (zie tevens figuur 5). Op grond hiervan is uitgegaan van een bronsterkte van 102 dB(A). Overige bronnen De bronsterkte van het optrekken van voertuigen, dichtslaan van autoportieren en het afblazen van remlucht is gebaseerd op geluidmetingen die elders onder vergelijkbare omstandigheden zijn uitgevoerd. Een overzicht van de invoergegevens in het rekenmodel is opgenomen in bijlage 2.



6

Berekeningen

Voor het berekenen van immissies in de omgeving van de inrichting is de specialistische methode II uit het voorschrift HMRI-99 toegepast. Deze methode gaat uit van de bronvermogens van de relevante geluidbronnen. Deze methode verdient in dit geval de voorkeur omdat de diverse bronnen afzonderlijk beschouwd worden waardoor de dominantie van de diverse bronnen op de immissiepunten in de omgeving bepaald kunnen worden, alsmede om eventuele geluidbeperkende maatregelen aan de bronnen of in het overdrachtsgebied te kunnen bepalen. De activiteiten op het terrein zijn gemodelleerd door middel van een aantal puntbronnen, lijnbronnen en mobiele bronnen. Een overzicht van de ingevoerde grootheden ter berekening van de bedrijfsduurcorrectie van de geluidbronnen, is gegeven in bijlage 1. Voor de bedrijfsduurcorrecties van de verkeersbewegingen wordt verwezen naar bijlage 2. Onderstaand twee 3D-weergaven van het rekenmodel.



7 7.1

Resultaten John van Doorn

Een overzicht van de berekende geluidniveaus (LAr,LT) is gegeven in de tabel 5. De berekenbladen zijn opgenomen in bijlage 3. tabel 5: langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus LAr,LT in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw Norm

Dag LAr,LT

Avond LAr,LT

Nacht LAr,LT

45 45

47 40

44 35

De overschrijdingen treden op ten gevolge van de installaties behorend bij de spuitcabine welke 24 uur per dag in bedrijf kan zijn. Door het toepassen van dempers kan het geluidniveau in de avondperiode worden gereduceerd tot 36 dB(A) en in de nachtperiode tot 27 dB(A). Hiermee wordt voldaan aan eisen de VNG publicatie. De berekende maximale geluidniveaus zijn opgenomen in tabel 6. De geluidniveaus worden bepaald door het afblazen van remlucht en handeling van materieel. tabel 6: maximale geluidniveaus LA,max in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw Norm

Dag LA,max

Avond LA,max

Nacht LA,max

70 65

57 60

57 55

De berekende geluidniveaus ten gevolge van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg zijn opgenomen in tabel 7. tabel 7: Indirecte hinder – equivalente geluidniveaus LAeq in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw

Dag LAr,LT 26

Avond LAr,LT 16

Nacht LAr,LT 12

Streefwaarde

50

45

40

7.2

J. Dijkink


Dag LAr,LT

Avond LAr,LT

Nacht LAr,LT

19 45

21 40

21 35

De berekende maximale geluidniveaus zijn opgenomen in tabel 9. De geluidniveaus worden bepaald door het afblazen van remlucht. tabel 9: maximale geluidniveaus LA,max in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw Norm

Dag LA,max

Avond LA,max

Nacht LA,max

50 65

34 60

34 55



De berekende geluidniveaus ten gevolge van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg zijn opgenomen in tabel 10. tabel 10: Indirecte hinder – equivalente geluidniveaus LAeq in dB(A) Immissiepunt

Dag LAr,LT

Avond LAr,LT

Nacht LAr,LT

Nieuwbouw

23

20

17

Streefwaarde

50

45

40

Hoewel vanuit de VNG voor J. Dijkink een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 77 meter waarop de woningen zijn geprojecteerd, worden gehanteerd omdat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Ter plaatse van de nieuwbouwlocatie zullen geen hogere niveaus optreden dan de niveaus welke volgen uit VNG publicatie.

7.3

Van Diejen


Dag LAr,LT

Avond LAr,LT

Nacht LAr,LT

22 45

25 40

-35

De berekende maximale geluidniveaus zijn opgenomen in tabel 12. De geluidniveaus worden bepaald door het afblazen van remlucht. tabel 12: maximale geluidniveaus LA,max in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw Norm

Dag LA,max

Avond LA,max

Nacht LA,max

63 65

58 60

-55

De berekende geluidniveaus ten gevolge van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg zijn opgenomen in tabel 13. tabel 13: Indirecte hinder – equivalente geluidniveaus LAeq in dB(A) Immissiepunt Nieuwbouw

Dag LAr,LT 29

Avond LAr,LT 30

Nacht LAr,LT --

Streefwaarde

50

45

40

Hoewel vanuit de VNG voor Van Diejen een aanbevolen richtafstand geldt van 30 meter kan een afstand van 23 meter waarop de woningen zijn geprojecteerd, worden gehanteerd omdat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Ter plaatse van de nieuwbouwlocatie zullen geen hogere niveaus optreden dan de niveaus welke volgen uit VNG publicatie.



8

Conclusies

Uit het onderzoek blijkt dat de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van J. Dijkink (Weteringshoek 28) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van J. Dijkink worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 77 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Uit het onderzoek blijkt verder dat ten gevolge van de afblaas van de spuiterij van John van Doorn (Weteringshoek 26) ter plaatse van de plangrens een overschrijding optreedt van de eisen voor langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus in het Activiteitenbesluit en de VNG publicatie. De afblaas en aanzuigopening zal worden voorzien van een eenvoudig aan te brengen demper of worden gericht van de woningen af. Uit het onderzoek blijkt dat in de huidige situatie ter plaatse van de bestaande bedrijfswoningen van derden aan de Weteringshoek de eisen uit het Activiteitenbesluit (voor woningen op een bedrijfsterrein) worden overschreden. Om ter plaatse van deze bestaande woningen te voldoen aan de eisen zullen maatregelen getroffen moeten worden. Na het treffen van maatregelen waarmee ter plaatse van de bestaande woningen wordt voldaan aan de eisen is het mogelijk om woningen te realiseren op kortere afstand (38 meter) dan 50 meter volgens de VNG publicatie. De gemeente kan met betrekking tot de bestaande woningen handhavend optreden. Aan de eisen voor maximale geluidniveaus uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Op basis van het karakter van de bron en de omgeving zal geen hinder optreden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 50 meter kan met beperkte maatregelen kan een een afstand van 38 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Juvama B.V. aan de Weteringshoek 26a betreft een bedrijf dat valt onder categorie 3 van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’. Voor de vestiging is in opdracht van de inrichting een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de inrichting geen grotere hindercontour heeft dan een categorie 2 bedrijf. De hindercontour bedraagt hiermee 30 meter. Omdat het bouwplan op een grotere afstand dan 30 meter wordt gerealiseerd kan worden gesteld dat ten gevolge van Juvama geen hinder op zal treden. Hoewel vanuit de VNG een aanbevolen richtafstand geldt van 100 meter kan een afstand van 30 meter worden gehanteerd. Hierbij kan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. De berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en maximale geluidniveaus ten gevolge van Van Diejen (Hogeweg 26) voldoen aan de waarden welke volgen uit de VNG publicatie. Ook aan de vigerende voorschriften met betrekking tot geluid wordt voldaan. De bestaande rechten van Van Diejen worden hiermee gerespecteerd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de uitgangspunten voor goede ruimtelijke ordening en daarmee geen hinder op zal treden voor toekomstige bewoners. De in de VNG aanbevolen richtafstand van 30 meter waarmee in het bestemmingsplan rekening wordt gehouden, is voldoende voor de bedrijfsvoering voor het ter plaatse toe staan van een categorie 2 bedrijf.



Daarbij wordt een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd ter plaatse van de woningnieuwbouwlocatie. Aan de voorkeursgrenswaarde uit de Circulaire van 29 februari 1996 van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (MBG 96006131) "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer" wordt ter plaatse van de nieuw te bouwen woningen voldaan. Uit oogpunt van de VNG publicatie vormt de geluidemissie ten gevolge van de John van Doorn zonder voorzieningen een belemmering voor het realiseren van het bouwplan. De overige bedrijven vormen geen belemmering. In overleg met John van Doorn zal een oplossing gevonden moeten worden voor de installaties op het dak en in de gevel. Hierop zal een demper geplaatst moeten worden of de gemeente zal handhavend op moeten treden.


Bijlage

1

Berekening bedrijfsduurcorrecties en bronsterktes

Bijlage

2

Invoergegevens rekenmodel

Bijlage

3

Rekenresultaten

Bijlage

4

Figuren

Bijlage

5

Akoestisch onderzoek juvama

Beschouwing luchtkwaliteit en milieuzonering. Woningbouw Weteringshoek te Rossum. projectnummer RM090178

Recommend Documents