Beschermen, versterken en vooruitzien. De Veiligheidsbranche in ontwikkeling.
Beleidsplan 2014-2017
De Nederlandse Veiligheidsbranche oktober 2013
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
1
1. Inleiding 1.1. Introductie De Nederlandse Veiligheidsbranche is de branchevereniging voor beveiligingsbedrijven, onderzoeksbureaus en geld- en waardetransport. De Vereniging heeft haar doelstellingen voor de jaren 2014-2017 vastgelegd in dit beleidsplan. Het beleidsplan vormt de basis voor jaarlijks op te stellen activiteitenplannen en begrotingen van de Nederlandse Veiligheidsbranche. In dit beleidsplan wordt allereerst een aantal relevante marktontwikkelingen geschetst aan de hand van de uitkomsten van de jaarlijkse branchescan. Hierbij wordt stil gestaan bij de verwachte situatie komende jaren. Vervolgens worden in dit beleidsplan zeven strategische speerpunten benoemd waar de Nederlandse Veiligheidsbranche zich de komende jaren op zal richten. Deze speerpunten zijn: 1. De markt 2. 'Level playing field' 3. Kwaliteit en keurmerken 4. Kennis en innovatie 5. De vereniging 6. Versterken organisatiekracht MKB 7. Sectie doelstellingen Het beleidsplan 2011-2013 stond in het teken van de Veiligheidsbranche als ketenpartner in veiligheid. Die inzet heeft er toe geleid dat medewerkers van bedrijven steeds vaker als partner in veiligheid opereren. Op semi-openbare terreinen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansgebieden; op evenementenen horecalocaties; en ook als door gemeenten ingehuurde toezichthouders of buitengewoon opsporingsambtenaren in de openbare ruimte. Dit heeft in de afgelopen periode geresulteerd in nieuwe initiatieven zoals de pilot POB aanpak horizontale fraude (in samenwerking met politie en OM onder auspiciën van het ministerie van VenJ) die heeft gelopen in 2012-2013; de verruiming van de inhuurmogelijkheden voor gemeenten van private buitengewoon opsporingsambtenaren naar geheel domein ! (openbare ruimte), aangekondigd in de brief van minister Opstelten van 1 juli 2013; en in dezelfde brief de aankondiging dat er een landelijk kader voor informatie-uitwisseling komt tussen politie en beveiligingsmedewerkers waarbij de “lessons learned” van de lopende projecten “Oog en Oor” in de Rotterdamse Haven en 24/7 in Twente worden meegenomen. Onze rol als ketenpartner blijft onverminderd belangrijk voor de veiligheid in Nederland. De huidige economische ontwikkelingen nopen tot accent-verschuivingen. Het beleidsplan 2014-2017 heeft daarom de titel meegekregen: 'Beschermen, versterken en vooruitzien. De Veiligheidsbranche in ontwikkeling.'. De Veiligheidsbranche wordt geconfronteerd met een aantal belangrijke ontwikkelingen in de markt en de branchevereniging heeft een rol bij het inspelen hierop. Deze rol bestaat uit: het opkomen voor de belangen van haar leden, het versterken van de waardevolle initiatieven die er zijn en het benoemen en duiden van de voornaamste bedreigingen én kansen in de toekomst. In de volgende hoofdstukken wordt invulling gegeven aan deze drie rollen. Eerst worden de marktontwikkelingen beschreven. Vervolgens wordt aan de hand van zeven strategische speerpunten aangegeven, hoe de Nederlandse Veiligheidsbranche op deze ontwikkelingen wil reageren.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
2
2. De markt 2.1. Inleiding De Nederlandse economie verkeert in een langdurige crisis. Hoewel er voorzichtige tekenen van herstel zijn, is de crisis nog niet voorbij. Sterker nog: ondernemingen die het moeten hebben van afnemers in de Nederlandse markt, zullen ook de komende jaren worden geconfronteerd met de moeilijke economische omstandigheden. Voor ondernemingen in de veiligheidsbranche zijn de economische vooruitzichten voor de komende jaren somber, al zijn daarop in de branche ook de nodige uitzonderingen. Meer faillissementen, fusies en overnames zijn te verwachten. Een ontwikkeling die de branche zorgen baart, maar die we ook het hoofd moeten bieden. De vereniging zal daarop veerkrachtig moeten inspelen om vol vertrouwen de toekomst tegemoet te treden.
2.2. Branchecijfers De Nederlandse Veiligheidsbranche laat sinds 2001 een jaarlijkse branchescan uitvoeren. Het doel van de branchescan is het geven van een betrouwbare schatting van de kengetallen van de beveiligingsbranche over het betreffende kalenderjaar.1 In deze pagraaf geven we enkele kengetallen uit de branchescan over 2012 weer. De omzet voor de particuliere beveiliging is in 2012 voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald. In 2011 betrof deze daling 2,2% en in 2012 is de omzet met 7,0% gedaald naar 1,35 miljard euro. Hiermee is de omzet in twee jaar tijd met circa 8,9% gedaald. Onderstaande figuur toont de omzetontwikkeling in de beveiligingsbranche voor de periode 2002 tot 2012.
Omzet particuliere beveiligingsbranche (miljoenen euro's) 2012
€ 1.800 € 1.700
€ 1.600 € 1.500
€ 1.450
€ 1.480
€ 1.440
€ 1.449
€ 1.400
€ 1.348
€ 1.300
€ 1.200 € 1.100
€ 1.290
€ 1.300
2006
2007
€ 1.160
€ 1.070
€ 1.080
€ 1.090
2002
2003
2004
€ 1.000 € 900
€ 800 2005
Basis: Organisaties binnen de particuliere beveiliging Bron: Keala Research | Mei 2013
2008
2009
2010
2011
2012
Kalenderjaar
1 Keala Research, Ontwikkelingen in de beveiligingsbranche, 2013.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
3
De daling in de omzet voor de particuliere beveiliging is tevens zichtbaar in de daling van de werkgelegenheid de afgelopen twee jaar. De onderstaande figuur toont de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de particuliere beveiligingsbranche sinds 2002. In 2012 waren er in totaal 29.390 personen werkzaam in de particuliere beveiligingsbranche. Hiermee is de afgelopen twee jaar het aantal werkzame personen in de particuliere beveiligingsbranche met 2.153 personen gedaald. De werkgelegenheid binnen de Veiligheidsbranche is in 2012 met 6,8% afgenomen ten opzichte van het niveau van 2010.
40.000
Werkgelegenheid beveiligingsbranche naar herkomst en inhoud van de werkzaamheden (absolute aantallen) 2012
35.000 30.000
27.961
27.995
2006 27.961
2007 27.995
30.782
30.936
31.543
2008 30.782
2009 30.936
2010 31.543
31.364 29.390
25.718
25.085
24.900
25.770
2002 * 25.718
2003 25.085
2004 24.900
2005 25.770
2.318
1.650
1.174
1.376
2.520
5.849
1.423
1.419
1.380
1.740
25.718
22.767
23.250
24.596
26.586
25.475
24.933
29.513
30.124
29.984
27.650
25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 Totaal
Externe inhuur Directen
Basis: Organisaties binnen de particuliere beveiliging Bron: Keala Research | Mei 2013 * Indeling naar functiegroep onbekend
2011 31.364
2012 29.390
Kalenderjaar
2.3. Ontwikkelingen in de markt De daling van de omzet en de afname van de werkgelegenheid zijn naar het oordeel van de Nederlandse Veiligheidsbranche vooral te verklaren vanuit een aantal ontwikkelingen in de markt. In deze paragraaf worden deze ontwikkelingen beschreven waarna wordt ingaan op de verwachtingen voor de komende jaren. Het merendeel van de genoemde omzetdaling en afname van werkgelegenheid vindt zijn oorzaak in de economische crisis. Veel bedrijven en overheden moeten door de crisis bezuinigen en kijken daarbij vooral naar ingehuurde diensten, waaronder de beveiliging. Hierdoor is de al hoge prijsdruk verder toegenomen en worden beveiligingsbedrijven steeds vaker gedwongen om dezelfde dienstverlening te leveren voor een lagere prijs. Hiernaast doen veel overheden en bedrijven hun best om eigen medewerkers te behouden. Echter, omdat er minder werk is, lijken deze overheden en organisaties op zoek te zijn naar andere werkzaamheden voor hun (boventallige) medewerkers. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de inbestedingsplannen van het Rijk. Het Rijk is voornemens om beveiligingstaken grotendeels binnen de rijksdienst zelf uit te voeren. Hiermee wil het Rijk invulling geven aan de wens van het kabinet om weer lage loonschalen binnen de overheid in te voeren. Bij beveiliging wordt de inbesteding daarnaast gebruikt om boventallig gevangenispersoneel binnen het Rijk naar ander werk te begeleiden. Dit voornemen leidt in potentie tot een fors banenverlies in veiligheidsbranche, oplopend in de jaren tot 2017 minimaal tot ca. 600 beveiligers, en daarmee tot een
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
4
omvangrijke desinvestering in beveiligingspersoneel. Daarnaast leidt deze operatie structureel tot meer kosten voor de overheid voor beveiliging (ca. € 11 miljoen per jaar, ruim 50% meer dan nu). De Nederlandse Veiligheidsbranche heeft grote zorgen bij deze ontwikkeling. Er is bovendien een trend zichtbaar waarbij overheden en bedrijven steeds minder vierkante meters kantoor- en bedrijfsruimten gebruiken. De opkomst van “tijd en locatie onafhankelijk werken” zoals 'Het nieuwe werken' en de ontwikkelingen op het gebied van ICT leiden tot een dalende behoefte aan receptieen beveiligingsdiensten. De technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben op weer een heel ander terrein, het betalingsverkeer, ook grote veranderingen gebracht. In de samenleving wordt steeds meer gebruik gemaakt van electronisch, digitaal, giraal betalen. Hoewel betaling met chartaal geld altijd zal blijven bestaan, omdat de praktijk dat vraagt alsook in noodsituaties, is het gebruik van chartaal geld de afgelopen decennia steeds verminderd. Dat leidt er toe dat er minder getransporteerd zal dienen te worden door de sector Geld- en Waardetransport. Tot slot ziet de Nederlandse Veiligheidsbranche vanuit de markt een groeiende vraag naar integrale (beveiligings)oplossingen. Oplossingen die een slimme mix zijn van mens en technologie zoals camerabewaking en detectie in combinatie met manbewaking en/of mobiele surveillance eventueel aangevuld met andere diensten zoals catering of facilitaire diensten. Hierdoor kunnen klanten op facilitair gebied zoveel mogelijk ontzorgd worden. De Nederlandse Veiligheidsbranche verwacht dat deze marktontwikkelingen de komende jaren zullen doorzetten waardoor de markt voor objectbeveiliging c.q. manbewaking verder zal afnemen. Niet valt uit te sluiten dat ook andere organisaties en (lagere) overheden activiteiten die voorheen uitbesteed waren weer zelf zullen uitvoeren. Daarnaast leidt de toenemende vraag naar integrale beveiligingsoplossingen tot een afname van de werkgelegenheid omdat er met minder fysieke beveiligingsuren meer effect wordt bereikt. Mede als gevolg van de moeilijke economische omstandigheden is een toename in het aantal faillissementen, overnames en fusies reeds zichtbaar binnen de sector. De Nederlandse Veiligheidsbranche ziet bovengenoemde ontwikkelingen echter ook als een kans en uitdaging om de behoefte aan innovatieve integrale veiligheidsoplossingen te sturen en te faciliteren. Nieuwe beveiligingsvraagstukken zoals digitale veiligheid of 'cyber security' vragen om een andere vorm van dienstverlening. Om (potentiële) opdrachtgevers optimaal te ondersteunen bij al hun beveiligingsvraagstukken is door de opkomst van 'cyber security' steeds meer behoefte aan specialistische kennis en ervaring. Ten aanzien van het beheersen van deze digitale risico's ligt het zwaartepunt meer op het benutten van kennis en expertise dan het inzetten van arbeidsuren. Deze ontwikkelingen overziend ontstaat bij de Nederlandse Veiligheidsbranche het beeld van een branchebrede beweging van een meer traditionele en arbeidsintensieve dienstverlening naar een meer kennis- en technologiegedreven sector. Een beweging waarbij groei niet meer één op één samenhangt met het aantal medewerkers of het aantal uren geleverde dienstverlening. Het gaat hier om een geleidelijk proces dat mogelijk nog vele jaren kan en zal duren maar het is tevens een ontwikkeling die waarschijnlijk een grote invloed zal hebben op de veiligheidsbranche. Het is daarom goed om hier vroegtijdig over na te denken zodat de veiligheidsbranche deze transitie op een goede manier kan maken. Tegen de achtergrond van bovengenoemde ontwikkelingen en de geschetste toekomstvisie zijn er zeven strategische speerpunten geformuleerd. Deze worden in het volgende hoofdstuk beschreven.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
5
3. Zeven strategische speerpunten 3.1. Speerpunt 1: De markt De veiligheidsbranche is traditioneel een arbeidsintensieve sector die een goede opstap biedt naar de arbeidsmarkt. Net als in andere arbeidsintensieve sectoren staan de marges de laatste jaren steeds meer onder druk. De toegevoegde waarde en groeipotentieel van de veiligheidsbranche zit minder in het aantal geleverde uren dienstverlening maar meer en meer in slimme beveiligingsoplossingen waarbij met minder arbeidsuren meer effect wordt bereikt. Hiernaast zijn er synergiekansen in de zoektocht naar effectievere en efficiëntere oplossingen voor uiteenlopende veiligheidsvraagstukken. Deze kansen zitten in: de combinatie van mens en techniek, de landelijke '24/7' beschikbaarheid van mens en materieel en de investering in kennis en innovatie. Doelstellingen 1. Met het oog op kennis van actuele ontwikkelingen in de markt het organiseren van minimaal één themasessie per jaar in samenwerking met andere brancheverenigingen en koepelorganisaties over mogelijke synergiekansen en dienstverlening. Dit naar analogie van de samenwerking met de Vereniging Van Evenementen-Makers, waarmee de sectie Evenementen- en Horecabeveiliging van de Nederlandse Veiligheidsbranche jaarlijks het Nationaal Evenementen Symposium organiseert. Hierbij valt te denken aan: de (ouderen)zorg, het openbaar vervoer, brandveiligheid, ambulancezorg, de koopvaardij, cyber security, de detailhandel, horeca, verzekeraars, transport en logistiek en de financiële sector. 2. In kaart brengen van netwerken waar bedrijven en (overheids)organisaties en de veiligheidsbranche elkaar zouden kunnen ontmoeten in het kader van veiligheidsvraagstukken en integrale
veiligheidsoplossingen.
3.2. Speerpunt 2: 'Level playing field' Een 'level playing field' biedt een eerlijke kans op groei voor alle ondernemingen binnen de veiligheidsbranche, of zij nu lid zijn van de branchevereniging of niet. Deze eerlijke kans vergt bijvoorbeeld dat er niet geconcurreerd wordt op (de minimale) arbeidsomstandigheden zoals de CAO. Maar ook dat iedereen die 'beveiligingswerkzaamheden' verricht zich aan dezelfde minimale kwaliteiteisen en wettelijke regels houdt, ook overheidsorganen. Hiernaast betekent een eerlijke kans ook dat de omvang van een organisatie niet op voorhand een uitsluitingsgrond mag zijn bij grote beveiligingscontracten. Doelstellingen. 1. Het doorontwikkelen van de werkwijze van het CAO controle-orgaan van het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging zodat de toezicht en handhaving van de CAO effectiever en efficiënter wordt (meer resultaat tegen dezelfde en mogelijk lagere kosten). Minder inputgericht (alle bedrijven worden eens per drie jaar gecontroleerd) maar meer op basis van een te ontwikkelen risicobenadering (de meest risicovolle bedrijven worden intensief gecontroleerd, bedrijven met geen of weinig risico’s minder). 2. Verbeteren van rapportage en verantwoording door het CAO-controle-orgaan aan de vereniging. En zorgen voor een adequate terugkoppeling van meldingen van lidbedrijven (via vereniging) aan de seinlijn van het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging naar de branche. 3. Werken aan een toekomstbestendige CAO PB, met aandacht voor langer doorwerken, ouderenbeleid in relatie tot “ontziemaatregelen” voor ouderen, ontwikkeling naar nieuwe competenties, wijzigingen in verband met sociaal akkoord betreffende sociale zekerheid (zoals nieuwe ontslagstelsel, WW en flexwet). 4. Werken aan een toekomstbestendige CAO EHB, rekening houdend met de kenmerken van deze tak van de branche, wijzigingen in verband met sociaal akkoord betreffende sociale zekerheid. Om een level playing field in deze tak van de branche te krijgen, wordt gestreefd naar een algemeen verbindend verklaring van de cao.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
6
5.
Uitbreiding van het toepassingsgebied van de Wet Particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (WPBR) naar (semi-)publieke organisaties en zogenoemde 're-integratie stichtingen' die tegen betaling toezicht en handhavingsdiensten aanbieden aan overheden.
3.3. Speerpunt 3: Kwaliteit en keurmerken De Nederlandse Veiligheidsbranche is van mening dat de kwaliteit en betrouwbaarheid van onze sector van essentieel belang is. De samenleving en opdrachtgevers moeten er op kunnen vertrouwen dat hun veiligheid of belangen optimaal beschermd worden. Zo is de Nederlandse Veiligheidsbranche van mening dat elke medewerker maar ook elke organisatie van onbesproken gedrag dient te zijn. Hiervoor heeft de branchevereniging een uitgebreid en robuust stelsel van keurmerken en onafhankelijke certificering geïntroduceerd. De branche heeft voor de diverse segmenten keurmerken gemaakt, die steeds worden onderhouden naar de ontwikkelingen die in dat segment spelen. Het gaat dan naast het keurmerk Beveiliging om het keurmerk EB, keurmerk HB, Keurmerk GWT en het keurmerk POB. Met de campagne; "Een keurmerk van de Veiligheidsbranche, Wel zo veilig!" wordt hier extra aandacht voor gevraagd. De campagne richt zich met name op mogelijke opdrachtgevers bij overheid en bedrijfsleven, die mogelijk het keurmerk nog niet kennen. Zij hebben baat bij het gebruik van het keurmerk in het uitschrijven van tenders, om deze bijvoorbeeld als verplichting neer te leggen in het bestek of de eisen van het keurmerk als zodanig op te nemen. De minister van Veiligheid en Justitie heeft in zijn brief van 1 juli 2013 aan de Tweede Kamer een beroep gedaan op de aanbestedende diensten van de rijksoverheid, de gemeenten en andere overheden om bij de gunning van beveiligingswerkzaamheden het al dan niet beschikken over een keurmerk mee te wegen, waarbij hij de keurmerken van de Nederlandse Veiligheidsbranche als concreet voorbeeld heeft genoemd.
Het feit dat het Keurmerk Beveiliging bestaat is onvoldoende garantie dat de kwaliteit van een bedrijf goed is. Daar past een betrouwbaar, onafhankelijk en transparant stelsel van handhaving bij, zoals in het keurmerkstelsel van de Nederlandse Veiligheidsbranche ook is voorzien. Jaarlijks vinden audits plaats door onafhankelijke certificeringsinstellingen en sinds 2012 worden keurmerkhouders zwaarder getoetst op een financiële soliditeit door een gespecialiseerd onafhankelijk bureau. Met speerpunt twee 'level playing field', ligt de nadruk op een gelijke kans voor iedereen. Dus dat iedereen die 'beveiligingswerkzaamheden' verricht aan dezelfde (minimale) kwaliteitseisen gehouden is, maar ook dat er niet wordt geconcurreerd op basis van (minimale) arbeidsomstandigheden. Onder speerpunt drie 'Kwaliteit en keurmerken' ligt de nadruk op het verhogen van de kwaliteit en de arbeidsomstandigheden van de gehele branche. Omdat de hele sector te maken heeft met een toenemende prijsdruk past de doelstelling ten aanzien van het 'Bidbook' en 'verantwoordelijk marktgedrag' beter onder dit speerpunt. Immers, elke organisatie binnen de veiligheidsbranche wordt geconfronteerd met de uitdaging om hoge kwaliteit en goede arbeidsomstandigheden te bieden tegen steeds lagere prijzen. Doelstellingen 1. Koppeling van de verbrede 'Code verantwoordelijk marktgedrag' aan het keurmerk en handhaving van de code in samenwerking met de nog op te richten permanente codecommissie die tevens de code beheert. 2. Het vergroten van de bekendheid van onder meer het keurmerk door het uitvoeren van de meerjaren campagne: "Een keurmerk van de Nederlandse Veiligheidsbranche. Wel zo veilig.". 3. Uitbreiding van het aantal keurmerkhouders met 10% per jaar. 4. Het vergroten van de keurmerkvoordelen. Dit kan op vele manieren, bijvoorbeeld door het keurmerk te verbinden aan de toegang tot publiek-private samenwerking met gemeenten en politie voor certificaathouders van het Keurmerk Beveiliging of door toegang tot informatie zoals NAW-gegevens uit Kamer van Koophandel of gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) voor houders van het Keurmerk Particuliere Onderzoeksbureaus. 5. Actualiseren van de in 2009 door de Nederlandse Veiligheidsbranche opgestelde Privacy Gedragscode die door het Ministerie van Veiligheid en Justitie algemeen verbindend is verklaard. 6. Het keurmerkgebouw door de Adviesraad Kwaliteitsbevordering laten evalueren en actualiseren.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
7
3.4. Speerpunt 4: Kennis en innovatie Vanuit de visie dat de veiligheidsbranche steeds meer veiligheid zal moeten leveren met minder uren personeelsinzet is het van belang om ook te investeren in kennis en innovatie. Dit vergt een verdergaande professionalisering van het vakgebied én van de medewerkers maar ook beter gebruik van specialistische kennis en investeringen in innovatie. De behoefte aan bij- maar vooral ook omscholing zal de komende jaren verder toenemen omdat er minder werk is in de zogenoemde 'manbewaking' en 'objectbeveiliging', alsook door ontwikkelingen naar meer integrale oplossingen. Hierdoor verandert ook de behoefte aan kennis en vaardigheden bij bestaande medewerkers. De Nederlandse Veiligheidsbranche ziet volop mogelijkheden voor nieuwe vormen van dienstverlening én dienstverlening voor opdrachtgevers in nieuwe markten. Hierbij spelen de ontwikkelingen op het gebied van digitale veiligheid en beveiliging en belangrijke rol. Bijvoorbeeld voor de mogelijkheden op het gebied van rechercheonderzoek naar digitale diefstal, opsporing van cybercriminelen en het ontwikkelen en toepassen van integrale ICT-security oplossingen. Om op dit terrein succesvol te kunnen zijn, zijn nieuwe concepten, kennis en activiteiten nodig. Het opbouwen van een kwalitatief goede kennispositie en netwerk zijn noodzakelijk om in deze nieuwe markt een geloofwaardige en betrouwbare speler te zijn. Juist omdat de vraagstukken in deze markt andere en meer complexe eisen aan de dienstverlening stelt. Daar wil de Nederlandse Veiligheidsbranche dan ook op inzetten. Doelstellingen 1. De onderwerpen betreffende evenementen- en horecabeveiliging zoals risico-analyse en veiligheidsplan, geld- en waardetransport zoals informatie werkzaamheden en eisen aan beveiliging van transport en panden, en particuliere onderzoeksbureaus en particuliere alarmcentrales opnemen in het Kenniscentrum. 2. Het invoeren van een permanente her- en bijscholing van beveiligers door de Stichting Opleiding Beveiligingsbranche (via op te richten brancheschool en/of via digitale V-learning-platform). 3. In samenwerking met de Stichting Opleiding Beveiligingsbranche laten verkennen van de mogelijkheden voor het omscholen van beveiligers in nieuwe, andere en meer specialistische vakgebieden zoals: cyber security, brandpreventie/bestrijding en veiligheidsmanagement c.q. Safety, Health, Environment and Quality (SHE-Q). 4. Het aandacht genereren voor innovatieve beveiligingsconcepten en -oplossingen die inspelen op veranderde marktbehoeften. Hierbij wordt onder meer gedacht aan integrale beveiligingsconcepten waar mens en technologie op een slimme manier worden gecombineerd. Maar ook nieuwe veiligheidsoplossingen die op innovatie manier gebruik maken van de unieke '24/7' landelijke beschikbaarheid van mens en materieel. Daarbij wordt actief aansluiting gezocht bij bestaande platforms en innovatie-stimulerende prijzen.
3.5. Speerpunt 5: De vereniging De leden van de Nederlandse Veiligheidsbranche vertegenwoordigen een significant deel van het totale veiligheidsapparaat in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat de sector in 2012 werkgelegenheid biedt aan 29.390 personen. Ter illustratie: de politie, brandweer, Marechaussee en Defensie bieden werkgelegenheid aan respectievelijk: 65.529, 30.348, 6.272 en 56.335 personen (Keala, 2013).2 De veiligheidsbranche is daarmee een belangrijke partner in veiligheid. De economische ontwikkelingen zijn echter ook bij de vereniging merkbaar. Mede als gevolg van fusies, overnames en faillissementen zien we het ledenaantal 2 In deze cijfers wordt de beveiliging tegen economische delicten niet meegenomen; dit betekent dat de personeelssterkte van de Douane en de FIOD/ECD niet meegeteld zijn. Ook hebben de onderzoekers geen rekening gehouden met de beveiliging tegen cybercriminaliteit.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
8
teruglopen. De omvang van de achterban van de Nederlandse Veiligheidsbranche is van invloed op de hoogte van de inkomsten en het vermogen van de vereniging om de belangen van haar leden optimaal te kunnen behartigen. De dienstverlening door de vereniging aan de leden is van essentieel belang evenals het in stand houden van relatienetwerken tussen de leden. De dienstverlening aan de leden zal de komende jaren verder worden geïntensiveerd en geprofessionaliseerd. Hoewel de maatschappelijke acceptatie van en goodwill voor inzet van de sector lijkt toe te nemen, leidt dit nog niet altijd tot grotere en tijdige betrokkenheid van de Nederlandse Veiligheidsbranche in besluitvormingsprocessen. Daarom zijn verdere inspanningen nodig om de maatschappelijke positie van de branchevereniging en haar leden verder te versterken. De belangenbehartiging van de vereniging is, naast de dienstverlening aan de leden, gericht op het in stand houden en verder verbeteren van het ondernemersklimaat. Hiertoe onderhoudt de vereniging nauwe contacten met de politiek en het openbaar bestuur voor knelpunten in wet- en regelgeving en samenwerking en informatie-uitwisseling in de veiligheidsketen. De vereniging onderhoudt ook nauwe contacten met VNO-NCW. VNO-NCW is een belangrijke speler in de Sociaal-Economische Raad (SER), het belangrijkste adviesorgaan op sociaal- en economisch gebied van de regering, en in de Stichting van de Arbeid, het gezamenlijk overlegorgaan van werkgeversorganisaties en vakbonden. Langs die weg worden zaken als administratieve lastenverzwaring voor ondernemers en het wegvallen van franchise op lage lonen door de invoering van het uniform loonbegrip aan de orde gesteld. In de onderstaande doelstellingen wordt aangegeven wat de vereniging zal doen om de dienstverlening aan haar leden en haar maatschappelijke positie te versterken. Doelstellingen 1. De Nederlandse Veiligheidsbranche zet in op een groei van het aantal leden met 5% per jaar. 2. Het Kenniscentrum periodiek op de onderdelen algemeen, particuliere beveiliging, evenementen- en horecabeveiliging, particuliere onderzoeksbureaus en particuliere alarmcentrales verder vullen met actuele kennis en good practices. 3. De vraagbaakfunctie van de vereniging verder professionaliseren als het gaat om verenigingsaangelegenheden zoals cao(helpdesk, meldpunt oneerlijke concurrentie, code verantwoordelijk marktgedrag, dienstverlening aan individuele leden zoals bijvoorbeeld bemiddeling met bijzondere wetten van politie bij lange pasuitgiftetermijnen, rechtspraak en jurisprudentie op de verschillende sectorterreinen. 4. De Nederlandse Veiligheidsbranche verkent de mogelijkheden voor strategische partnerschappen met andere brancheverenigingen en koepelorganisaties binnen het veiligheidsdomein die bijdragen aan de effectieve belangenbehartiging van haar leden. 5. De Nederlandse Veiligheidsbranche verkent de mogelijkheden voor strategische partnerschappen met andere brancheverenigingen en koepelorganisaties op actuele thema’s die bijdragen aan de effectieve belangenbehartiging van haar leden, zoals de huidige samenwerking met de brancheverenigingen voor schoonmaak OSB en contractcatering Veneca. 6. De Nederlandse Veiligheidsbranche investeert in het versterken en uitbouwen van bestaande relaties op nationaal niveau zoals: VNO-NCW, ministeries zoals Veiligheid en Justitie en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Openbaar Ministerie en Politie.
3.6. Speerpunt 6: Versterken organisatiekracht MKB Een groot deel van de leden van de Nederlandse Veiligheidsbranche is afkomstig uit de Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Deze MKB-bedrijven verlenen voor opdrachtgevers diensten op verschillende vlakken, waaronder evenementen- en horecabeveiliging, objectbeveiliging, mobiele surveillance en particulier rechercheonderzoek. Het behartigen van de belangen van het MKB hoort tot één van de kerntaken van de Nederlandse Veiligheidsbranche. De komende jaren zal de branchevereniging de dienstverlening aan MKBbedrijven intensiveren en vernieuwen. De CAO-helpdesk en het Meldpunt Oneerlijke concurrentie zijn voor veel MKB-lidbedrijven een bekend adres waar men goed geholpen wordt.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
9
Bedrijven in het MKB worden net als andere partijen in de markt belast met wettelijke verplichtingen en regeldruk. Deze regeldruk drukt echter relatief zwaar op kleinere ondernemingen omdat zij - in tegenstelling tot grote bedrijven - vaak niet beschikken over gespecialiseerde diensten op het gebied van: HR, financiën en juridische zaken. Om te voldoen aan wettelijke taken en verantwoordelijkheden op bovengenoemde gebieden, wordt veel van hen gevraagd. Deze wettelijke plichten eisen van deze bedrijven de nodige (schaarse) capaciteit; capaciteit die vervolgens niet meer op de 'core business' ingezet kan worden. De Nederlandse Veiligheidsbranche wil de MKB-leden helpen door het verminderden van administratieve lasten en regeldruk door het vereenvoudigen van organisatorische randvoorwaarden rond: HR, communicatie, financiën en juridische zaken. Hierdoor kunnen MKB bedrijven zich meer focussen op hun kernactiviteiten en groei. Doelstellingen 1. Het behouden en verbreden van de ondersteuning vanuit het MKB-loket rond organisatorische randvoorwaarden voor een succesvolle bedrijfsvoering. Hierbij gaat het onder meer om: de CAO helpdesk, de helpdesk aanbestedingen, het meldpunt oneerlijke concurrentie, modelcontracten, reken 'tools' met de jaarlijks veranderende lasten die van rijkswege op de branche afkomen, en checklists rond bijvoorbeeld Arbo vraagstukken en vergunningen. 2. Het vereenvoudigen en versnellen van de vergunningverlening- en toestemmingsprocedures. Bijvoorbeeld het komen tot landelijke afspraken over de afgiftetermijn van legitimatiepassen.
3.7. Speerpunt 7: Sectie doelstellingen De Nederlandse Veiligheidsbranche vindt het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan de specifieke uitdagingen en ambities van verschillende disciplines binnen de branche. Daarom zijn de verschillende secties van de Nederlandse Veiligheidsbranche geraadpleegd bij de totstandkoming van dit beleidsplan. In deze consultatie hebben alle secties hun eigen strategische doelstellingen kunnen inbrengen. Vanuit de Nederlandse Veiligheidsbranche zullen zij hier de komende periode aandacht aan besteden. Doelstellingen 1. De sectie evenementen- en horecabeveiliging (EHB) zet zich blijvend in voor de professionalisering van het vakgebied. Hierbij wordt onder meer gedacht aan de oprichting van een kenniscentrum voor evenementen- en horecabeveiliging en een passend opleidingsaanbod. De sectie behoudt de komende jaren een eigen CAO EHB waarin de arbeidsvoorwaarden van EHB-medewerkers worden geregeld. Om deze CAO toe te kunnen passen, dienen bedrijven lid te zijn van de sectie EHB. Tevens zal de sectie zich inzetten om meer helderheid te krijgen over de toelaatbaarheid van het gebruik van handboeien. 2. De sectie Geld- en Waardetransport (GWT) streeft naar een strakke koppeling tussen het keurmerk GWT en het verkrijgen van een GWT-vergunning. Hiernaast zet de sectie zich in voor de ontwikkeling van (minimale) kwaliteitseisen ten aanzien van de gebouwen die gebruikt worden bij het geld- en waardetransport. 3. De sectie Particuliere Alarmcentrales (PAC) onderzoekt de mogelijkheden voor de versterking van de keten van alarmering en samenwerking met de nationale politie. 4. De sectie Particuliere Onderzoeksbureaus (POB) verkent de mogelijkheden voor het opzetten van een register voor erkende particuliere onderzoekers inclusief een permanente her- en bijscholing en toetsing. Tevens streeft de sectie naar een strakke koppeling tussen het keurmerk POB en het verkrijgen van een POB-vergunning. De sectie is verder één van de initiatiefnemers van de pilot aanpak horizontale fraude die de komende periode een vervolg krijgt onder auspiciën van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Beleidsplan 2014-2017van de Nederlandse Veiligheidsbranche, versie oktober 2013
10