BIJLAGE
BESCHERMD STADSGEZICHT BEHOREND BIJ DE PLANREGELS VAN HET BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4
Afdeling Ruimtelijkeke Ontwikkeling (Monumentenzorg & PJZ)
docs 3411752 1
2
Inhoudsopgave 1 | INLEIDING a | aanleiding b | huidige karakter c | nadere typering te beschermen waarden
2 | CULTUURHISTORISCHE WAARDEN a | stedenbouwkundige waarden openbaar gebied en tuinen vormen een geheel verschil in verkeerswegen en lanen kavelindeling zichtlijnen b | groenstructuur wegen op stadsniveau en op wijkniveau profielen hagen en groene erfafscheidingen groengebieden, plantsoenen en groenstructuren monumentale bomen water c | straatinrichting straatverlichting straatmeubilair bestrating parkeren verkeersborden verkeersremmende maatregelen
3| BIJLAGE Instrumentarium voor voorstellen hoofdstuk 2
3
1
INLEIDING
a | Aanleiding In het kader van het Monumenten Inventarisatie Project is het Bergkwartier aangewezen als een gebied van bijzondere waarde. Vervolgens is in het vervolgonderzoek tijdens het Monumenten Selectie Project vastgesteld dat het Bergkwartier voor de status van beschermd stadsgezicht in aanmerking komt. In de afgelopen jaren is de ontstaansgeschiedenis van het Bergkwartier onderzocht en zijn de cultuurhistorische waarden in kaart gebracht. Gelijktijdig met het opstellen van het bestemmingsplan, waarin met deze waarden rekening is gehouden, is de aanwijzing van het stadsgezicht in procedure gebracht. Het Bergkwartier is in juli 2008 officieel door de minister als door het rijk beschermd stadsgezicht aangewezen. Het Bergkwartier is namelijk een goed voorbeeld van een omstreeks 1900 in ontwikkeling gebracht villapark. De hierbij betrokken tuinarchitecten ontwierpen een landschapspark met de kenmerken van de ‘gemengde stijl’. De panden zijn als objecten in de landschappelijke aanleg gesitueerd. De samenhang tussen groenstructuur, lanenpatroon en bebouwing is het belangrijkste kernmerk. Het plan biedt de kaders om deze waarden te beschermen. In de hoofdstukken 2.1 en 2.2 van het bestemmingsplan De Berg 2003 is de historisch-ruimtelijke ontwikkeling van het Bergkwartier beschreven. In hoofdstuk 2.3 zijn als historische elementen met name de archeologische waarden opgesomd. In hoofdstuk 3.2 is het Bergkwartier nader geanalyseerd en zijn de verschillende deelgebieden getypeerd. In artikel 4 lid 2.b.2. van de Voorschriften van het bestemmingsplan Berg 2003 worden de te beschermen waarden van het stadsgezicht globaal getypeerd. In deze bijlage, behorende bij de planregels van het bestemmingsplan Berg Vondelplein 4, worden de stedenbouwkundige en landschappelijke waarden in detail benoemd. Hierbij wordt ingegaan op de aspecten: stedenbouwkundige waarden, groenstructuur en straatinrichting. In hoofdstuk 3 ‘bijlage instrumentarium voor voorstellen hoofdstuk 2’ bevindt zich een algemeen overzicht van middelen om genoemde waarden te waarborgen en/of zo mogelijk te herstellen.
b | Huidig ruimtelijk karakter Vondelplein Lineaire Assen | Het villapark is door de tuinarchitecten vormgegeven in de zogenoemde ‘gemengde stijl’. Hierin worden de landschappelijke kenmerken van de Engelse landschapsstijl met geometrische vormen gecombineerd. Het gebogen lanenpatroon is dan ook rond sterk lineaire assen aangelegd. Het Vondelplein vormt een vijfsprong waarbij een rotonde de lineaire assen van Vondellaan (met in het verlengde van de Van Campenstraat) met de Pieter Bothlaan, Marnixlaan en Kapelweg verbindt. Deze rotonde is beeldbepalend voor het stratenknooppunt Vondelplein. Beeldbepalend zijn de ‘groene’ particuliere tuinen van de huizen rond het Vondelplein. Uitzondering is het benzinestation op de hoek van Campenstraat en Kapelweg. Dit object ligt buiten de begrenzing van het stadsgezicht.
c | Nadere typering te beschermen waarden De waardevolle hoofdkenmerken van het Bergkwartier worden gevormd door de aanleg van het villapark in de laat negentiende-eeuwse gemengde landschapsstijl; de homogeniteit in bouwstijl, maat en schaal van de twintigste-eeuwse villabebouwing en de variatie in de groenstructuur. De volgende aspecten zijn typerend: 1 | De landschappelijke aanleg in laat negentiende-eeuwse gemengde landschapsstijl, eerst naar ontwerp van tuinarchitect H.F. Hartogh Heys van Zouteveen en vervolgens naar uitwerkingen van de tuinarchitecten Smits & Schulz uit Naarden, waarvan de hoofdopzet bestaat uit lineaire assen, haaks op de hoogtelijnen (Utrechtseweg, Prins Frederiklaan, Koningin Wilhelminalaan en Emmalaan) met daaromheen een groot aantal gebogen lanen, die de hoogtelijnen volgen. 4
2 | Bijzonder kenmerkend voor de ontwerpuitgangspunten van het villapark Bergkwartier is het feit, dat het openbaar gebied samen met de particuliere tuinen in feite één grote landschappelijke ruimte vormt, waarin de gebouwen als objecten zijn geplaatst, die goed zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. 3 | Het straatprofiel, bestaande uit een rijbaan met aan weerszijden voetpaden, afgedekt met asfalt en split. De laanbomen zijn hierbij in beeldbepalende grasstroken geplaatst. 4 | Een hechte samenhang tussen de openbare groenstructuren, de boombeplantingen, de borders en de gazons van de privétuinen. 5 | De ensemblewaarde van de villabebouwing met de omringende tuinen, aan de openbare weg soms nog voorzien van het oorspronkelijke ijzeren hekwerk.
2
CULTUURHISTORISCHE WAARDEN
a| STEDENBOUWKUNDIGE WAARDEN openbaar gebied en tuinen vormen één geheel | De eerste stedenbouwkundige aanzet voor het villapark Bergkwartier is omstreeks 1900 opgesteld door de tuinarchitecten Hartogh Heys van Zouteveen uit Amersfoort en Smits en Schulz uit Naarden. Deze ontwerpers hadden een villapark voor ogen, waarin het openbaar gebied en de particuliere tuinen één landschapspark vormen, waarin de woonhuizen als objecten zijn gelegen. De lanen, zowel de verkeerswegen als de woonstraten, werden op landschappelijke wijze vormgegeven. Dit werd bereikt door het aanbrengen van grasstroken tussen trottoirs en rijbaan. Hierin werden bomen van de eerste grootte geplaatst, waardoor deze lanen een herkenbare structuur in het park kregen. Hagen, hekken en muurtjes, die de bebouwing goed zichtbaar lieten vanaf de openbare weg, vormden de begrenzing van het particulier eigendom. Omdat de tuinen en het openbaar gebied ruimtelijk één geheel vormden, versterkt ook de beplanting op de particuliere percelen het landschappelijk karakter van het villapark. De landschapsarchitecten maakten ook ontwerpen voor de tuininrichting. Door het aanbrengen van zichtlijnen tussen de beplanting door hadden de villabewoners niet alleen uitzicht op de omgeving, maar bleven de gebouwen ook zichtbaar vanaf de openbare weg. -
-
voor de ruimtelijke kwaliteit is het van groot belang dat de panden goed zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Hoge hagen, wintergroene bomen en dichte groene- en bouwkundige erfafscheidingen die de panden visueel afschermen van het openbaar gebied verminderen de stedenbouwkundige kwaliteit van het stadsgezicht. stimuleren dat de zichtlijnen op particulier terrein worden hersteld, waardoor de stedenbouwkundige kwaliteit van het villapark sterk toeneemt.
hiërarchie in verkeerswegen en lanen | Binnen het villapark werd door de tuinarchitecten verschil gemaakt tussen de doorgaande lanen, die als verkeerswegen moeten worden beschouwd, en de woonstraten. De doorgaande wegen (Emmalaan, Koningin Wilhelminalaan, Prins Frederiklaan, Utrechtseweg) kregen een lineaire betekenis en werden haaks op de hoogtelijnen geplaatst. Ook de Vondel- en Huygenslaan, die minder als doorgaande wegen kunnen worden beschouwd, zijn haaks op de hoogtelijnen ontworpen. De lanen, waaraan de woningen waren gelegen, volgden daarentegen de hoogtelijnen en kregen een gebogen verloop. Dit ontwerpuitgangspunt is kenmerkend voor de ‘gemengde stijl’ binnen de Engelse Landschapsstijl. -
-
lanenpatroon met zijn karakteristieke profiel handhaven en versterken. onderscheid tussen lineaire assen en woonstraten handhaven en versterken; de rijbanen van de lineaire assen kunnen in gebakken klinkers worden uitgevoerd, terwijl de rijbanen van de woonstraten uit asfalt bestaan. voorstellen voor nieuwe wegen (in de uitwerkingsgebieden) worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie. nieuwe inrichtingsvoorstellen worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie.
kavelindeling | In de eerste ontwikkelingsfase (deelgebied 1) werden de veelal dubbele villa’s op tamelijk kleine kavels geplaatst. Door de eenheid in bouwtype en de uniforme situering op de kavel heeft dit, in samenhang met een gelijkwaardige architectonische vormgeving, tot een grote ensemble waarde geleid. Tussen de objecten nam het groen een belangrijke plaats in. In de Bergservituten, direct 5
opgesteld bij de eerste exploitatie van het gebied, werd dan ook een minimale maat tussen de bouwblokken vastgelegd, vooral om het landschappelijk karakter van het park te waarborgen. De overige deelgebieden, die in de volgende ontwikkelingsfasen tot standgekomen zijn, worden door een grotere kavelgrootte gekenmerkt. De enkele woonhuizen staan hierbij centraal op de kavel, de dubbele woonhuizen zijn zodanig op de kavel gepositioneerd, dat de bouwmassa’s, voortgaand op de uitgangspunten van de Bergservituten, optimaal door het groen zijn omgeven. In het Bergkwartier komen bouwblokjes van drie tot vijf woningen slechts in enkele gevallen voor. Ook hier is het groen rond de woning een belangrijke beelddrager. De middenstandswoningen van architect A.H. van Wamelen, waarin een groot aantal woningen onder één kap zijn ondergebracht is de enige uitzondering binnen dit gebied. De romantische architectuur van de Amsterdamse School met invloeden van het Engelse landhuis heeft ertoe bijgedragen dat dit bouwtype zich ook op een voorbeeldige wijze in het landschap heeft ingevoegd. De toepassing van hoge rieten kappen op de hoek heeft hiertoe zeker bijgedragen. In de jaren vijftig is een aantal grote woningcomplexen gerealiseerd. De gebruikelijke kavelgrootte werd losgelaten, waardoor grote bouwblokken konden worden gerealiseerd. Maar doordat het stedenbouwkundig plan ook nu is verweven met een herkenbare groenstructuur, hebben ook deze complexen zich op goede wijze in het Bergkwartier ingepast. -
Bestaande kavelindeling handhaven. Het splitsen van kavels, waarvoor op de plankaart geen bouwmogelijkheid is opgenomen, is niet toegestaan. rooilijnen handhaven. Bij nieuwbouw in of achter voorgevelrooilijn bouwen. In principe voor- en zijgevels vrijhouden van aanbouwsels. Aan achterzijde van het hoofdgebouw kunnen uitbreidingen plaatsvinden, mits terugliggend gesitueerd binnen de doorgetrokken lijnen van de hoofdmassa van de zijgevel. In de strook gelegen tussen de verlengde zijgevels van de hoofdmassa en de erfgrens zijn achter de achtergevellijn bijgebouwen, schuurtjes, garages e.d. toegestaan, bestaande uit één bouwlaag met kap. Er bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van een vrijstellingsbevoegdheid, waarbij door de gemeentelijke monumentencommissie zowel de gevolgen voor de ruimtelijke situatie als de consequenties voor de architectonische verschijningsvorm worden getoetst. Bij een positief advies kan een uitbouw aan de woning worden gerealiseerd tot maximaal twee meter achter de voorgevel. Op deze wijze blijft het voor het stadsgezicht beeldbepalende groen rond de panden zoveel mogelijk vanaf de openbare weg zichtbaar.
zichtlijnen | De tuinarchitecten hebben bij het ontwerp van het villapark gebruik gemaakt van zichtassen. Op deze wijze werd de samenhang tussen bebouwing, groenstructuur en lanenpatroon versterkt. Binnen de zichtassen is een hiërarchie herkenbaar. Van klein naar groot: objectgerichte zichtassen, markante assen en lineaire assen. objectgerichte zichtlijnen | De samenhang tussen de bebouwing en het lanenverloop werd door de ontwerpers benadrukt door het toepassen van zichtlijnen, zowel op kleine als op grote schaal. Allereerst is het opvallend dat de panden, die op de hoeken van wegen zijn gelegen, vaak onder 45 graden zijn gesitueerd, waarbij de middenas in de architectuur wordt geaccentueerd door een topgevel, een schoorsteen of afwijkend materiaalgebruik. Deze kleinere zichtassen worden thans door te hoog opgaande hagen, struiken of bomen aan het zicht onttrokken. Het terugbrengen van dit markante kenmerk voor het Bergkwartier kan niet door het bestemmingsplan worden geregeld, maar is vooral een verantwoordelijkheid van de eigenaar/bewoner van het perceel. Door het geven van toegesneden voorlichting op dit punt kan de gemeente een verandering in de goede richting wel stimuleren. -
stimuleren van het terugbrengen van objectgerichte zichtlijnen, die op de cultuurhistorische waardenkaart staat aangegeven. Nader onderzoek zal een aantal verdwenen zichtlijnen wellicht naar voren brengen.
markante assen | Vervolgens is er in het Bergkwartier een aantal (semi)openbare panden aan te wijzen, die door een markante as duidelijk zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Ook zijn er voorbeelden, waarbij men vanaf het monument een panorama heeft over het omliggende gebied. Hierbij kan men gerangschikt naar bouwjaar denken aan: het complex van het voormalig Rijks Opvoedingsgesticht, het gebouw van de voormalige HBS, de watertoren, het Belgenmonument, het kloostercomplex van OLV ter Eem, het voormalig gymnasiumgebouw en het ziekenhuis De Lichtenberg. Deze zichtlijnen moeten door een hierop afgestemd groenbeheerplan worden behouden 6
c.q. teruggebracht. Bij herontwikkeling zijn zichtlijnen bepalend voor de positionering van nieuwe bebouwing. De op de Cultuurhistorische Waardenkaart aangebrachte pijlen zijn indicatief en dienen ter plaatse nader te worden gedefinieerd en uitgewerkt. Bij het spoorwegemplacement aan de noordzijde van het stadsgezicht is de overgang van de Berg naar het vlakke terrein wel het meest herkenbaar. Deze markante overgang is essentieel voor de waarneembaarheid van de Berg en dient visueel goed waarneembaar te zijn. Op dit moment is deze karakteristieke plek door een hoog opgaande onderbegroeiing onvoldoende vormgegeven. In het groenbeheerplan dienen op meerdere plaatsen uitzichten over het emplacement moeten worden vrijgemaakt, waarbij de oorspronkelijke, nog bestaande betonnen zitbanken een rol kunnen spelen. Bij de plaatsing van mogelijke geluidschermen dient met dit aspect (in situering en verschijningsvorm) sterk rekening te worden gehouden. -
markante assen, aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart, vrijhouden, versterken en terugbrengen. Bij plaatsing geluidschermen dient met dit aspect sterk rekening te worden gehouden. markante panorama’s, aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart, versterken en terugbrengen. nader onderzoek zal een aantal verdwenen markante assen en panorama’s wellicht naar voren brengen. Het terugbrengen van deze assen is uitgangspunt bij de planvorming.
lineaire assen | Tot slot bepalen de lineaire assen van de doorgaande wegen, Utrechtseweg, Prins Frederiklaan, Koningin Wilhelminalaan en Emmalaan, de structuur van het villapark, waaromheen de woonstraten zijn geplooid. Deze assen dienen in het stadsgezicht door een verzorgd profiel en de daarbij behoorde laanbeplanting te worden gemarkeerd. Ook hier kan door middel van het groenbeheerplan en door het verrichten van historisch onderzoek bij een volgende herprofilering een kwaliteitsverbetering worden bereikt. -
lineaire assen als dragers van het gebied markeren en versterken. zichtlijnen handhaven en versterken.
b | GROENSTRUCTUUR
Er zijn verschillende schaalniveaus met daarbij behorende kenmerken van het groen te onderscheiden, die samen de identiteit van het Bergkwartier vormen. De openbare weg vormt een belangrijk onderdeel van het villapark Bergkwartier. Door het aanbrengen van bomen van de eerste grootte, geplaatst in grasstroken, is het landschappelijk karakter van het villapark benadrukt. Langs de lanen zijn voetpaden aangebracht, die van een grijze splitlaag zijn voorzien. Tuinen en openbaar gebied vormen één grote ruimte. Op stadsniveau en in een iets mindere mate op wijkniveau geeft het groen het robuuste en parkachtige karakter van de wijk. Wil men dit beeld in de toekomst bewaren en versterken dan zijn grote bomen, bomen van de eerste grootte, onontbeerlijk. Hieronder worden bomen verstaan van 15 meter en groter. Ook het buurtniveau (de woonstraten) en de particuliere tuinen dragen bij aan het groene karakter van de wijk. Hier komen bomen voor van de eerste, tweede en derde grootte. Dus van 6 meter tot 25 meter hoog. De groenvoorziening van de wegen, behorende tot de hoofdinfrastructuur, worden gekenmerkt door een breed profiel met een forse boombeplanting. De wegen behorende tot de hoofdinfrastructuur kan men onderverdelen naar mate van belangrijkheid. | Wegen op stadsniveau en wijkniveau | Stadsniveau: Barchman Wuytierslaan Daam Fockemalaan Utrechtseweg Leusderweg Vondellaan en van Campenstraat Emmalaan en Wilhelminalaan De laanbeplanting bestaat uit inlandse eik of beuk. 7
Wijkniveau: Prins Frederiklaan Abraham Kuyperlaan Hugo de Grootlaan Kapelweg Pieter Bothlaan De laanbeplanting langs deze wegen bestaat uit bomen van de eerste grootte, behalve beuk en inlandse eik. Zowel langs wegen op stadsniveau als die op wijkniveau wordt het zg. tunneleffect nagestreefd. De kronen van de bomen, aan weerszijden van de weg, dienen elkaar in volwassen stadium te raken. De plantafstand ligt tussen de 8 en 10 meter. De overige straten hebben een straatprofiel van minimaal 10 meter en maximaal 14 meter. De indeling is veelal symmetrisch (voetpad-rijloper-voetpad). Soms zijn er tussen voetpad en rijloper smalle groenstroken aanwezig, waarin de bomen staan. De straatbeplanting langs deze straten bestaat uit bomen van de eerste, tweede of derde grootte. Dat betekent dat de bomen minimaal 6 meter en maximaal 15 meter groot moeten kunnen worden. Hier is het tunneleffect niet wenselijk. Bomen staan hier veelal in driehoeksverband. De plantafstand ligt tussen de 10 en 20 meter. profielen | Het Bergkwartier wordt naast het markante lanenpatroon en de hoogwaardige architectonische verschijningsvorm van de panden ook bepaald door de grasstroken tussen rijbaan en trottoir, waarin veelal de laanbomen zijn geplaatst. Deze in verhouding kleinschalige groenelementen vormen daarmee de dragers van het landschappelijk karakter van het villapark. Op de cultuurhistorische waardenkaart zijn deze elementen dan ook aangegeven. Op plekken waarvan thans bekend is dat de grasstroken oorspronkelijk het laanbeeld bepaalden zijn deze eveneens op deze kaart aangegeven. In het gebied zijn verschillende profielen te onderscheiden. variant a | Het meest voorkomende profiel in het Bergkwartier bezit een symmetrische indeling: het wegdek van donkerrode klinkers of asfalt wordt aan beide zijden geflankeerd door een smalle grasstrook, waarin de laanbomen zijn geplaatst. Bij uitritten wordt de grasstrook onderbroken. Aan de buitenzijde van de grasstrook is het asfalttrottoir gelegen, dat door een deklaag van split is voorzien. Het voetpad tenslotte wordt geflankeerd door de erfafscheiding. Komt voor op stads-, wijk- en buurtniveau, bijvoorbeeld: Koningin Wilhelminalaan, Pieter Bothlaan en de Anna Pauwlonalaan. variant b | Bij variant b wordt de rijbaan van donkerrode klinkers geflankeerd door trottoirs, waarin de grasstroken ontbreken. Veelal zijn deze groenelementen opgeofferd voor het parkeren van auto’s. Hierbij is een waardevol onderdeel van het stadsgezicht verloren gegaan, bijvoorbeeld: Utrechtseweg, Vondellaan, en de Paulus Buyslaan variant c | Ook komt een asymmetrische indeling voor met name langs bosrijke terreinen. Hier wordt de rijbaan slechts aan een zijde geflankeerd door een trottoir, met of zonder berm tussen rijbaan en voetpad, waarin de bomen staan, bijvoorbeeld: Hugo de Grootlaan, Abraham Kuyperlaan en Mr. Th. Heemskerklaan. -
-
bestaande profielen met grasstroken handhaven en versterken. bij lanen zonder grasstroken nagaan of deze in het verleden aanwezig waren. Bij herprofilering is terugbrengen van dit beeldbepalende aspect uitgangspunt, waardoor het landschappelijk beeld van het stadsgezicht wordt hersteld. voor wijzigingen in het straatprofiel moet een aanlegvergunning worden aangevraagd, waarbij de gemeentelijke monumentencommissie het college over het voorgestelde plan adviseert. grasstroken en laanbomen, bijzonder kenmerkend voor Bergkwartier, handhaven; alleen bij inritten zijn onderbrekingen toegestaan die in asfalt met split dienen te worden uitgevoerd; trottoirs van grijs split, passen bij het karakter van het Bergkwartier, handhaven; op plaatsen waar grasstroken of plantsoenen zijn verdwenen deze voor het Bergkwartier kenmerkende elementen terugbrengen.
hagen en groene erfscheidingen | Tuinen en openbaar gebied vormen één ruimte, waarin de objecten zijn gesitueerd. Het groene karakter van de tuin is daarom van essentieel belang voor het landschappelijk karakter van het villapark Bergkwartier. 8
Hagen en groene erfscheidingen een maximum hoogte van 1.50 m. Dan zijn de woningen zichtbaar vanaf de weg, waarbij de privacy in voldoende mate gewaarborgd blijft. Hagen en erfafscheidingen zouden maximaal een hoogte van 1.50 m mogen hebben, waardoor de daarachter gelegen woningen als objecten in het landschappark vanaf de openbare weg zichtbaar blijven. Op deze wijze is ook de privacy in voldoende mate gewaarborgd. -
-
-
Verharding van de tuin is slechts op kleine schaal toegestaan. Slechts 1/3 van de tuin mag verhard zijn tbv. paden, terrassen, parkeerplaatsen en inritten. Onder verharding wordt verstaan: betonverharding, asfalt, graskeien en tegels, klinkers, grind en halfverharding. tuinen en openbaar gebied vormen één grote ruimte, waarin de objecten een plaats hebben gekregen. Daarom zijn bij erfafscheidingen aan de openbare weg de volgende maten van toepassing: hagen maximaal 1,50 meter, hekwerken maximaal 1,00 meter en muurtjes maximaal 1,00 m. erfafscheidingen en toegangshekken aan de openbare weg mogen niet gesloten zijn van karakter, d.w.z. geen schuttingdelen, of visueel gesloten toegangshekken. omdat tuinen en openbaar gebied één grote ruimte vormen mogen inritten niet verdiept worden aangelegd op een wijze waardoor een ‘open gat’ aan de openbare ruimte ontstaat. Teruggelegen inritten, geïntegreerd in de tuinaanleg, en visueel afgeschermd vanaf de openbare weg zijn na een positief oordeel van de monumentencommissie onder voorwaarden mogelijk.
groengebieden, plantsoenen en groenstructuren | De groenstructuur is misschien wel het meest bepalend voor het aanzicht van het Bergkwartier. Hierin zijn, geordend van groot naar klein, de volgende onderdelen te onderscheiden: groengebieden, plantsoenen, binnenterreinen, particuliere tuinen en monumentale bomen groengebieden | Het villapark kent drie relatief uitgestrekte groenstructuren t.w. de terreinen van Klein Zwitserland, het Belgenmonument en het gebied bij de Bergkerk. Deze structuren vormen de rustpunten van het park, waarbij het genieten van de omgeving bij het ontwerp voorop stond. Voor deze gebieden zijn dan ook in het verleden door landschapsarchitecten, zoals Louis van der Swaelmen, inrichtingsplannen gemaakt. Vaak maakte men hierbij gebruik van de natuurlijke gesteldheid van het gebied (hoogteverschillen de natuurlijke begroeiing etc.). -
Door het zorgvuldig op deze specifieke kwaliteiten gerichte beheerplan worden de landschappelijke waarden in deze gebieden versterkt c.q. teruggebracht.
plantsoenen | In het Bergkwartier waren plantsoenen, naast de zo kenmerkende grasstroken, een belangrijk middel om de landschappelijke aanleg van het villapark te versterken. De inrichting van het Da Costaplein, de Vondellaan, Daam Fockemalaan, BW-laan en Prins Frederiklaan waren hierbij toonaangevend. In de loop der tijd zijn door de toenemende verkeersdruk veel van deze bepalende groenelementen verdwenen. Bij herinrichting van de lanen zal door een historisch onderzoek worden nagegaan of lanen van een middenplantsoen en grasstroken waren voorzien. -
Bij herinrichtingsplannen nagaan of de lanen een middenplantsoen en grasstroken bezaten. Zo ja, dan is het terugbrengen van deze beeldbepalende elementen uitgangspunt bij de planvorming. Het inrichtingsplan moet aan de monumentencommissie om advies worden voorgelegd.
bomen op particulier erf, herplantplicht | De beplanting op de particuliere percelen bepalen mede het landschappelijk karakter van het villapark. Voor alle te kappen bomen wordt een herplantplicht ingesteld. Voor de gemeentelijke bomen geldt dat men altijd met dezelfde grootte boom moet terugkomen, op dezelfde plek. Hoewel in de bomenverordening voor particulieren bij niet beeldbepalende bomen geen herplantplicht wordt verlangd, zou in het beschermd stadsgezicht bij particuliere bomen dezelfde eis gesteld moeten worden als bij gemeentelijke bomen, met dien verstande dat de plek niet dezelfde behoefd te zijn. - voor bomen op particulier terrein wordt herplantplicht verlangd. | Monumentale bomen | In de bij de Bomennota behorende lijst is een aantal bomen opgenomen, waarbij de standplaats van de boom is beschermd. Er mogen geen graaf -en bouwactiviteiten plaatsvinden binnen straal van vijf meter uit de kroonprojectie van de boom. Kapvergunningen worden alleen verleend als de boom
9
zodanig slecht is dat het een reëel gevaar oplevert voor de omgeving, maar altijd met een herplantplicht -
voor op grond van de Bomennota beschermde monumentale bomen geldt altijd een herplantplicht.
| Water | In de wijk kwamen een aantal betonnen vijvers voor, die het beeld van het villapark mede bepaalden. Dit gold onder andere voor het buiten het stadsgezicht gelegen Borneoplein en voor de locatie tegen over Vondellaan nr.6. Volgens overlevering moet er ook onder het grasperk aan het da Costaplein een betonnen vijver zitten. Het aanleggen van zwembaden op particulier terrein kan een grote inbreuk maken op het groene karakter van het stadsgezicht, niet alleen vanwege een afwijkend materiaal- en kleurgebruik, maar ook door de daarmee samenhangende wens van hoge, groene afscheidingen in de vorm van hagen. Deze elementen kunnen alleen worden toegestaan, indien de zwembaden onzichtbaar vanaf de openbare weg worden aangelegd, waarbij de noodzaak van hoge omheiningen (zowel gebouwd als in de vorm van hagen) niet aanwezig is. -
-
bij herprofilering of andere aanleiding nagaan of er in het verleden een betonnen vijver is aangelegd en met welke vorm en afmeting. Deze beeldbepalende elementen weer terugbrengen in het stadsbeeld. het aanleggen van zwembaden is slechts in zeer beperkte mate toegestaan.
c | STRAATINRICHTING De inrichting van het openbaar gebied is mede bepalend voor het aanzien van het Bergkwartier. Hierin zijn de volgende onderdelen van belang: straatverlichting, straatmeubilair, bestrating, parkeren, verkeersborden en verkeersremmende maatregelen. straatverlichting | In het villapark komt een groot aantal soorten straatverlichting voor. Aangezien het villapark wordt gekenmerkt door een grote samenhang tussen stedenbouw, groenstructuur en architectuur zou ook een eenheid binnen het straatmeubilair deze ruimtelijke samenhang kunnen versterken, waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen hoofd- en woonstraten. -
Bij vervanging van straatverlichting dient een armatuur te worden gekozen, dat door een zorgvuldige detaillering meer aansluit bij het karakter van het Bergkwartier. Nieuwe verlichtingsvoorstellen worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie.
straatmeubilair | In het Bergkwartier komt een aantal verschillende zitbanken voor met bijhorende voorzieningen, zoals prullenbakken etc. Het verdient aanbeveling bij vervanging een nieuw model te kiezen dat voor het gehele gebied geldt. Historisch onderzoek is daarbij het vertrekpunt. Het meubilair moet in materiaalen kleurgebruik naar oordeel van de gemeentelijke monumentencommissie aansluiten bij de karakteristiek van het Bergkwartier. Een zorgvuldige detaillering is daarbij van groot belang. -
Bij vervanging van het straatmeubilair dient een uitvoering te worden gekozen, die door een zorgvuldige detaillering meer aansluit bij het karakter van het Bergkwartier. Nieuwe voorstellen worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie.
bestrating | In het Bergkwartier bestaan de rijbanen veelal uit asfalt of rood gebakken klinkers. Het asfalt van de trottoirs zijn veelal voorzien van een grijze splitlaag. Deze materialen zijn voor het gehele gebied toepasbaar. Het kleurgebruik is daarbij terughoudend en donker van toon. Betonstenen, 30x30 tegels en andere grootschalige materialen doen inbreuk op de landschappelijke waarde van het villapark. -
asfalt, rode klinkers en grijs split zijn de beelddragers van de bestrating in het villapark. Wijzigingen hierop dienen aan de monumentencommissie te worden voorgelegd.
10
-
onderscheid tussen lineaire assen en woonstraten handhaven en versterken; de rijbanen van de lineaire assen kunnen in gebakken klinkers worden uitgevoerd, terwijl de rijbanen van de woonstraten uit asfalt bestaan. sterke contrasten in kleurgebruik worden vermeden. Wijzigingen hierop dienen aan de monumentencommissie te worden voorgelegd. geen relatief grootschalige bestratingsmaterialen toepassen, zoals 30x30 tegels. bestaande 30x30 tegels bij gelegenheid vervangen.
parkeren | Het parkeren vindt in grote delen van het Bergkwartier evenwijdig aan de rijbaan plaats. Aparte parkeervakken zijn slechts in een beperkte mate aangegeven. Ook hierbij geldt dat het kleurgebruik terughoudend en donker is. Sterke contrasten dienen te worden vermeden. -
haaks en schuin op de weg parkeren is niet toegestaan. Bestaande situaties t.z.t. aanpassen. terughoudend kleurgebruik van parkeervakken.
verkeersborden | Omdat het Bergkwartier als villapark is ontworpen maken de verkeerskundige maatregelen vaak inbreuk op de landschappelijke uitgangspunten. Een veelheid aan borden en palen dient te worden voorkomen door deze tot het uiterste te beperken. -
aantal en omvang verkeersborden tot het uiterste beperken.
verkeersremmende maatregelen Het lanenprofiel is voor het karakter van het Bergkwartier van grote betekenis. Indien verkeersremmende maatregelen, zoals drempels, plateaus etc. noodzakelijk blijken dan zullen deze onderdelen het bestaande profiel zo min mogelijk moeten verstoren. In een enkel geval zal het terugbrengen van het middenplantsoen, zoals bij de Vondellaan waar van oudsher een prachtig plantsoen aanwezig was, een adequaat middel kunnen zijn. Maar in nieuwe situaties zullen deze elementen zorgvuldig moeten worden ingepast. Dit kan worden bereikt door een verantwoord materiaalgebruik, het in tact laten van het perspectief zoals dat door de lineaire stoepranden wordt bereikt. Het aantal verkeersborden zal tot het uiterste minimum beperkt moeten worden. Het voorstel tot het aanbrengen van deze voorzieningen moet aan de gemeentelijke monumentencommissie worden voorgelegd. -
Indien het aanbrengen van verkeersremmende maatregelen onvermijdelijk is, wordt het voorstel om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie; Uitvoering zal gebaseerd moeten zijn op een verantwoorde vormgeving in relatie tot een zorgvuldig materiaal- en kleurgebruik. Verkeersborden tot een uiterst minimum beperken.
11
3
BIJLAGE
instrumentarium voor voorstellen hoofdstuk 2
12
Instrumentarium voor voorstellen hoofdstuk 2
1
2
3 4
5 6 7 8 9
10
11 12 13 14 15
16 17 18
19 20 21 22 23
Bhp Bn Bp
= = =
Co Inf S W
= = = =
Beheerplan (groen en civiel) Bomennota Bestemmingsplan: zoals aanlegvergunning (a.v.), nadere eisen (n.e.), vrijstelling (ontheffing) onder voorwaarden (v.v.), randvoorwaarde bij uitwerking (r.u.) en handhaving (h.h.) Cultuurhistorisch onderzoek Informatie en voorlichting Subsidieverordening Welstandsbeoordeling / Monumentencommissie
4 a | STEDENBOUWKUNDIGE WAARDEN openbaar gebied en tuinen vormen één geheel voor de ruimtelijke kwaliteit is het van groot belang dat de panden goed zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Hoge hagen, wintergroene bomen en dichte groene- en bouwkundige erfafscheidingen die de panden visueel afschermen van het openbaar gebied verminderen de stedenbouwkundige kwaliteit van het stadsgezicht. stimuleren dat de zichtlijnen op particulier terrein worden hersteld, waardoor de stedenbouwkundige kwaliteit van het villapark sterk toeneemt. hiërarchie in verkeerswegen en lanen lanenpatroon met zijn karakteristieke profiel handhaven en versterken. onderscheid tussen lineaire assen en woonstraten handhaven en versterken; de rijbanen van de lineaire assen kunnen in gebakken klinkers worden uitgevoerd, terwijl de rijbanen van de woonstraten uit asfalt bestaan. voorstellen voor nieuwe wegen (in de uitwerkingsgebieden) worden om advies voorgelegd van de gemeentelijke monumentencommissie. nieuwe inrichtingsvoorstellen worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie. kavelindeling bestaande kavelindeling handhaven. Het splitsen van kavels, waarvoor op de plankaart geen bouwmogelijkheid is opgenomen, is niet toegestaan. rooilijnen handhaven. Bij nieuwbouw in of achter voorgevelrooilijn bouwen. in principe voor- en zijgevels vrijhouden van aanbouwsels. Aan achterzijde van het hoofdgebouw kunnen uitbreidingen plaatsvinden, mits terugliggend gesitueerd binnen de doorgetrokken lijnen van de hoofdmassa van de zijgevel. In de strook gelegen tussen de verlengde zijgevels van de hoofdmassa en de erfgrens zijn achter de achtergevellijn bijgebouwen, schuurtjes, garages e.d. toegestaan, bestaande uit één bouwlaag met kap. Er bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van een vrijstellingsbevoegdheid, waarbij door de gemeentelijke monumentencommissie zowel de gevolgen voor de ruimtelijke situatie als de consequenties voor de architectonische verschijningsvorm worden getoetst. Bij een positief advies kan een uitbouw aan de woning worden gerealiseerd tot maximaal twee meter achter de voorgevel. Op deze wijze blijft het voor het stadsgezicht beeldbepalende groen rond de panden zoveel mogelijk vanaf de openbare weg zichtbaar. zichtlijnen, objectgerichte zichtlijnen, markante assen, lineaire assen stimuleren van het terugbrengen van objectgerichte zichtlijnen, die op de cultuurhistorische waardenkaart staan aangegeven. Nader onderzoek zal een aantal verdwenen zichtlijnen wellicht naar voren brengen. Het terugbrengen van deze assen is zeer wenselijk. markante assen, aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart, vrijhouden, versterken of terugbrengen. Bij plaatsing van geluidsschermen dient met dit aspect sterk rekening te worden gehouden. markante panorama’s, aangegeven op de cultuurhistorische waardenkaart, versterken en terugbrengen. nader onderzoek zal een aantal verdwenen markante assen en panorama’s wellicht naar voren brengen. Het terugbrengen van deze assen is uitgangspunt bij de planvorming. lineaire assen als dragers van het gebied markeren en versterken. zichtlijnen handhaven en versterken. 4 b | GROENSTRUCTUUR profielen bestaande profielen met grasstroken handhaven en versterken. bij lanen zonder grasstroken nagaan of deze in het verleden aanwezig waren. Bij herprofilering zo mogelijk terugbrengen, waardoor het landschappelijk beeld van het stadsgezicht wordt hersteld. voor wijzigingen in het straatprofiel moet een aanlegvergunning worden aangevraagd, waarbij de gemeentelijke monumentencommissie het college over het voorgestelde plan adviseert. laanbomen grasstroken en laanbomen, bijzonder kenmerkend voor Bergkwartier, handhaven; alleen bij inritten zijn onderbrekingen toegestaan, die in asfalt met split dienen te worden uitgevoerd. trottoirs van grijs split, passen bij het karakter van het Bergkwartier, handhaven; op plaatsen waar grasstroken of plantsoenen zijn verdwenen deze voor het Bergkwartier kenmerkende elementen terugbrengen. bij lanen zonder grasstroken nagaan of deze in het verleden aanwezig waren. Bij herprofilering is terugbrengen van dit beeldbepalende aspect uitgangspunt, waardoor het landschappelijk beeld van het stadsgezicht wordt hersteld. 13
Bp + Inf
Bp + Inf
Bp (a.v.) Bp Bhp Bp (a.v.) Bp + W Bp Bp Bp (v.v. + n.e.)
W/ Inf Bhp / Inf / W Bhp / Inf Co / Bhp Inf Bp (r.u.) Bp (r.u.)
Bp (a.v.) Co / Bhp Bp (a.v.)
Bp (a.v.) Bp (a.v.) Bp / W Bp / Bhp Co / Bhp
24
25
26 27
28 29 30 31 32 33
34 35
36 37 38 39 40 41
42 43 44 45 46 47 48 49
50 51
52 53 54 55 56
57 58
hagen en erfafscheidingen verharding van de tuin is slechts op kleine schaal toegestaan. Slechts 1/3 van de tuin mag verhard zijn tbv. paden, terrassen, parkeerplaatsen en inritten. Onder verharding wordt verstaan: betonverharding, asfalt, graskeien en tegels, klinkers, grind en halfverharding. tuinen en openbaar gebied vormen één grote ruimte, waarin de objecten een plaats hebben gekregen. Daarom zijn bij erfafscheidingen aan de openbare weg de volgende maten van toepassing: hagen maximaal 1,50 meter, hekwerken maximaal 1,00 meter en muurtjes maximaal 1,00 m. erfafscheidingen en toegangshekken aan de openbare weg mogen niet gesloten zijn van karakter, d.w.z. geen schuttingdelen, of visueel gesloten toegangshekken. omdat tuinen en openbaar gebied één grote ruimte vormen mogen inritten niet verdiept worden aangelegd op een wijze waardoor een ‘open gat’ aan de openbare ruimte ontstaat. Teruggelegen inritten, geïntegreerd in de tuinaanleg, en visueel afgeschermd vanaf de openbare weg zijn na een positief oordeel van de monumentencommissie onder voorwaarden mogelijk. groengebieden, plantsoenen door het zorgvuldig op de specifieke kwaliteiten van de oorspronkelijke inrichtingsplannen gerichte beheerplan worden de landschappelijke waarden in deze gebieden versterkt c.q. teruggebracht. bij herinrichtingsplannen nagaan of de lanen een middenplantsoen en grasstroken bezaten. Zo ja, dan is terugbrengen van deze beeldbepalende elementen uitgangspunt bij de planvorming. het inrichtingsplan van wegen moet aan de monumentencommissie om advies worden voorgelegd. voor bomen op particulier terrein wordt herplantplicht verlangd. voor op grond van de Bomennota beschermde monumentale bomen geldt altijd een herplantplicht bij herprofilering of andere aanleiding nagaan of er in het verleden een betonnen vijver is aangelegd en met welke vorm en afmeting. Deze beeldbepalende elementen weer terugbrengen in het stadsbeeld 4 c | OBJECTEN nagaan of de geldende subsidieregelingen voor de beeldbepalende panden (***) kunnen worden opengesteld. de voor de cultuurhistorische waarden van het Bergkwartier minder ingrijpende verbouwingsplannen worden door de monumentencommissie aan de gemeentelijke welstandscommissie gedelegeerd 4 d | STRAATINRICHTING straatverlichting, straatmeubilair, bestrating, parkeren en verkeersborden bij vervanging van straatverlichting dient een armatuur te worden gekozen dat door een zorgvuldige detaillering meer aansluit bij het karakter van het Bergkwartier. voorstellen voor nieuwe straatverlichting worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie. bij vervanging van het straatmeubilair dient een uitvoering te worden gekozen die door een zorgvuldige detaillering meer aansluit bij het karakter van het Bergkwartier. nieuwe voorstellen worden om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie asfalt, rode klinkers en grijs split zijn de beelddragers van de bestrating in het villapark onderscheid tussen lineaire assen en woonstraten handhaven en versterken; de rijbanen van de lineaire assen kunnen in gebakken klinkers worden uitgevoerd, terwijl de rijbanen van de woonstraten uit asfalt bestaan. sterke contrasten in kleurgebruik worden vermeden. Wijzigingen hierop dienen aan de monumentencommissie te worden voorgelegd. geen relatief grootschalige bestratingsmaterialen toepassen, zoals 30x30 tegels bestaande 30x30 tegels bij gelegenheid vervangen. haaks en schuin op de weg parkeren is niet toegestaan. Bestaande gevallen t.z.t. aanpassen. terughoudend kleurgebruik van parkeervakken. verkeersborden tot het uiterste beperken. Indien het aanbrengen van verkeersremmende maatregelen onvermijdelijk is, wordt het voorstel om advies voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie; Uitvoering zal gebaseerd moeten zijn op een verantwoorde vormgeving in relatie tot een zorgvuldig materiaal- en kleurgebruik. Verkeersborden tot een uiterst minimum beperken. 5 a | NIEUWBOUW bouwplannen voor de in het bestemmingsplan opgenomen uitwerkingsgebieden worden om advies voorgelegd aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. de bijzondere cultuurhistorische waarden van het stadsgezicht Bergkwartier zal door de gemeentelijke monumentencommissie bij het beoordelen van (ver)bouwplannen als uitgangspunt worden genomen. De commissie zal zich hierbij laten leiden door de gebiedsbeschrijvingen, zoals opgenomen in hoofdstukken 2 en 3 van deze bijlage. Ook de uit de nieuwe Woningwet voortkomende Welstandsnota zal t.z.t. hierbij een rol van betekenis spelen. in de op de cultuurhistorische waardenkaart aangegeven ensembles is de keuze om nieuwe bebouwing zo onopvallend mogelijk in te voegen in de bestaande context van toepassing. de in het Pandenboek vermelde ‘toegelaten maximale goot- en nokhoogte’ is richtinggevend. rooilijnen handhaven. Bij nieuwbouw in of achter voorgevelrooilijn bouwen. bij nieuwbouw zal de monumentencommissie toetsen of het door de ontwerper gekozen uitgangspunt in voldoende mate in het plan herkenbaar is. In het Bergkwartier is hierbij sprake van een hoog ambitieniveau. bij calamiteiten binnen een ensemble wordt nieuwbouw nagestreefd die zich door bouwmassa, materiaalgebruik en detaillering zo onopvallend mogelijk voegt in het huidige laanbeeld. Percelen mogen niet samengevoegd en/of gesplitst worden. 5 b | UITBREIDINGSMOGELIJKHEDEN in principe geen uitbreidingen aan de voor- en zijgevels van de bouwmassa aanvragen voor vrijstellingsmogelijkheden worden voorgelegd aan de monumentencommissie. Bij de toetsing
14
Bp (h.h.)
Bp (h.h.) + Inf W Bp / W
Bp (a.v.) Bhp Co Bhp Bp / W Bn Bn Co
S W
W W W W W Bp / W W W W Bp / Bhp W W W W
Bp (r.u.) W
W Bp (h.h.) Bp W Bp / W
Bp (v.v.) Bp / W
59 60 61
62
63 64 65 66
zal de uit de nieuwe Woningwet voortkomende Welstandsnota hierbij t.z.t. een rol van betekenis spelen. uitbreidingen aan achterzijde toegestaan garages en schuren in gebied tussen panden mits maximaal één bouwlaag met kap. de voor de cultuurhistorische waarden van het Bergkwartier minder ingrijpende verbouwingsplannen worden door de monumentencommissie aan de gemeentelijke welstandscommissie gedelegeerd. 5 c | GEVELAANPASSINGEN bij aanpassing van de gevels moeten in principe die bouwmaterialen worden toegepast die bij het oorspronkelijke ontwerp passen. Voorstellen voor het bewust afwijken hiervan worden aan de gemeentelijke monumentencommissie voorgelegd. bij onderhoud aan woningen de bij het pand van oorsprong passende materialen gebruiken met een zorgvuldig op dit materiaal afgestemde detaillering en kleurgebruik (zie bouwjaar in objectenboek). het plaatsen van wezensvreemde elementen, zoals zonnepanelen, schotels en antennes e.d. zijn in het aangewezen stadsgezicht niet toegestaan als zij vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. nadere criteria zullen in de voor 2004 op te stellen “Nota Welstandscriteria” worden uitgewerkt de voor de cultuurhistorische waarden van het Bergkwartier minder ingrijpende verbouwingsplannen worden door de monumentencommissie aan de gemeentelijke welstandscommissie gedelegeerd
15
Bp Bp (h.h.) W
W
W Bp / W W W