Beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek MBO Beleidsrapport
drs I.E.M. de Vries drs E.D. Boorsma Amsterdam, januari 2004
158/januari 2004 ISBN: 90-805693-3-X Nurcode: 840 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020 - 6373623 Fax: 020 - 6362645
[email protected] www.dijk12.nl
Voorwoord Voor u ligt de beleidsrapportage van het onderzoek ‘Ontwikkeling Beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek MBO’. Het onderzoek is in de periode april-oktober 2003 uitgevoerd in opdracht van de sociale partners in de sector Elektrotechniek, vertegenwoordigd in de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro (Stichting A+O) en het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de elektrotechnische bedrijfstak (OFE). Doel van het onderzoek was de ontwikkeling van beroepscompetentieprofielen voor het MBO Elektrotechniek. De sociale partners willen hiermee richting en invulling geven aan de kwalificatiestructuur elektrotechniek van het middelbaar beroepsonderwijs. De beroepscompetentieprofielen die op basis van het onderzoek zijn ontwikkeld, zijn op 31 oktober 2003 door de sociale partners overgedragen aan Kenteq. De voorliggende rapportage geeft een nadere verantwoording van het uitgevoerde onderzoek dat ten grondslag ligt aan de ontwikkelde beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek. Er wordt ingegaan op de uitgangspunten van de sociale partners ten aanzien van de beroepscompetentieprofielen Elektrotechniek en er wordt een toelichting gegeven op de uitvoering en resultaten van het onderzoek. Ten behoeve van de ontwikkeling van de beroepscompetentieprofielen was een Adviesraad ingesteld. In deze adviesraad hadden zitting: Mw. A. Arensen Vereniging FME-CWM, voorzitter Dhr. H. Horlings Stichting A+O, secretaris Dhr. B. Jacques Siemens Dhr. A. van Kralingen Getronics Dhr. P. Schuur HBO-raad Dhr. P. Smulders OFE Installatie Dhr. A.J.J. Verbaken Bedrijfstakgroep elektrotechniek / ICT Dhr. J. Verhoeven FNV Bondgenoten Mw. M. Verweij GTI Dhr. N.C. Welboren Unica / COB-E Dhr. B. Wissink Kenteq De onderzoekers willen de leden van de adviesraad en de bedrijven die hebben meegewerkt aan het onderzoek hartelijk bedanken voor hun inzet en medewerking. Het onderzoek is uitgevoerd door Eliane Boorsma, Sander van Duijn, Boukje Detmar en Irene de Vries. Irene de Vries verzorgde tevens de projectleiding.
Frans Heere Directeur DIJK12 Beleidsonderzoek Amsterdam, januari 2004
Inhoudsopgave Pagina Voorwoord
1
Inleiding 1.1 1.2
2
3
4
Uitgangspunten BCP’s Elektrotechniek Leeswijzer
9 9 12
Verantwoording onderzoek
15
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
15 15 16 17 18 18
Algemeen Hypothetisch kader kernberoepen Deskresearch Interviews bij bedrijven Afstemming HBO Beschrijving beroepscompetentieprofielen
Algemene resultaten onderzoek
19
3.1 3.2 3.3 3.4
19 23 26 26
Ontwikkelingen in de sector elektrotechniek Structuur kernberoepen elektrotechniek Niveau indicatie kernberoepen Aansluiting op het HBO
BCP’s Elektrotechniek
27
Kernberoep 1 Engineer Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Engineer Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
29 29 29 29 30 31 33 35 36 37 39
Kernberoep 2 Monteur Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Monteur Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
41 41 41 41 42 42 44 45 46 47 48
Pagina Kernberoep 3 Technicus Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Technicus Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
49 49 49 49 50 50 52 53 54 55 57
Kernberoep 4 Installatiemonteur Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Installatiemonteur Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
59 59 59 59 60 60 62 63 64 65 66
Kernberoep 5 Installatietechnicus Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Installatietechnicus Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
67 67 67 67 68 69 70 72 73 74 76
Kernberoep 6: Service Engineer Elektrotechniek 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Service Engineer Elektrotechniek 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
77 77 77 77 78 79 82 83 84 85 87
Pagina
5
Kernberoep 7 Servicemonteur Elektronica 1 Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2 Kerntaken van het beroep 3 Beroepscompetenties Servicemonteur Elektronica 4 Overzichtsschema beroepscompetenties
89 89 89 89 89 90 92 93 94 95 96
Competentieoverzicht MBO Elektrotechniek
97
1
Inleiding
De sociale partners in de sector Elektrotechniek willen de aansluiting tussen de beroepsuitoefening en de reguliere opleidingen en (bij)scholing voor het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) optimaliseren. Om hier invulling aan te geven, is besloten een onderzoek naar beroepscompetentieprofielen (BCP’s) voor het MBO Elektrotechniek te initiëren. Doel van het onderzoek was de ontwikkeling van beroepscompetentieprofielen elektrotechniek. De volgende vragen stonden hierbij centraal. • Welke kernberoepen zijn te identificeren in de elektrotechniek? • Binnen welke context en toepassingsgebied worden deze kernberoepen uitgevoerd? • Welke zijn de kerntaken van de kernberoepen? • Welke beroepscompetenties zijn nodig voor de beroepsuitoefening van de kernberoepen?
1.1
Uitgangspunten BCP’s Elektrotechniek MBO
Ten aanzien van de op te leveren BCP’s is door de sociale partners een aantal uitgangspunten neergelegd: • vormgeven in kernberoepen; • toekomstgericht; • aansluitend op algemeen gehanteerde terminologie nieuwe kwalificatiestructuur; • duurzaam en ruimte voor regionale dynamiek; • doorlopende leerweg: aansluiting op het HBO; • resultaten bruikbaar voor trajecten in het kader van het Erkennen van Verworven Competenties (EVC). In het nu volgende wordt een nadere toelichting gegeven op de door de sociale partners aangegeven uitgangspunten. Vormgeven in kernberoepen De sociale partners hebben aangeven de beroepscompetentieprofielen vorm te geven in kernberoepen. Hiermee beogen de sociale partners: • verbreding van opleidingen; • vermindering van het aantal kwalificaties. Deze aspecten moeten uitdrukking geven aan de noodzakelijke flexibiliteit van opleidingen en beroepen en de aansluiting van de kwalificaties op de vraag van de arbeidsmarkt en de beroepsuitoefening bij bedrijven. Verbreding van opleidingen Door middel van kernberoepen willen de sociale partners tegemoetkomen aan de vraag van het bedrijfsleven naar brede opleidingen, waardoor de afgestudeerden langdurig breed inzetbaar kunnen zijn binnen de bedrijven en de bedrijfstak. Een aantal ontwikkelingen in het bedrijfsleven vraagt ‘breed’ opleiden. De belangrijkste zijn onder meer de volgende. • De employability-gedachte (interne en externe doorstroming) gaat min of meer hand in hand met de noodzaak breed opgeleid te zijn.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
9
•
De snelle technologische veranderingen doen ‘veel en diep geleerd over een klein beetje’ zeer snel verouderen. De snelle ontwikkelingen noodzaken tevens tot ‘een leven lang leren’, waarbij een brede basis grote voordelen biedt. De veranderingen ten aanzien van de kwaliteitseisen in de markt en de uitvoering van het werk, waardoor de nadruk is verschoven naar ‘kan het probleem snel, effectief en efficiënt oplossen’. De technicus moet daartoe van meerdere vakgebieden op de hoogte zijn om machines, systemen en dergelijke, waarin tal van technologieën zijn geïntegreerd, snel te bezien. Arbeidsproductiviteitsstijging is nodig en de geconstateerde hogere arbeidsproductiviteit in Duitsland ten opzichte van de Angelsaksische landen wordt in verband gebracht met het Duitse systeem van breed opleiden.
• •
•
Vermindering van het aantal kwalificaties Door de beperking tot kernberoepen beogen de sociale partners het aantal profielen - en daarmee het aantal kwalificaties - voor de elektrotechniek te beperken. De versnipperde kwalificatiestructuur1 in de techniek wordt over het algemeen als één van de belangrijkste oorzaken van de terugval van het aantal leerlingen in de techniek gezien.2 Techniek staat gelijk aan smal opleiden en een eenzijdig carrièrepad met weinig mogelijkheden, zo is vaak het gevoel van ouders en leerlingen (fuikgedachte). In het algemeen wordt verwacht dat verbreding van de technische opleidingen het voor de leerlingen en ouders weer interessant kan maken voor techniek te kiezen. De kwalificatiestructuur elektrotechniek kent begin 2003 ruim veertig verschillende kwalificaties voor elektrotechniek/ICT. Deze kwalificaties kunnen zowel op BBL als BOL betrekking hebben en worden onderhouden door Kenteq. De keuze van opleiden tot kernberoepen, waarmee men als afgestudeerde ‘overal’ terecht kan, kan helpen de ‘fuikgedachte’ (die leerlingen soms hebben bij de keuze voor een technische opleiding) te bestrijden. De sociale partners willen afgestudeerden van de technische mboopleidingen goede perspectieven bieden, direct na het behalen van een diploma, maar ook ten aanzien van de diverse loopbaanmogelijkheden in een werkzaam leven. Toekomstgericht De BCP’s Elektrotechniek dienen allereerst de kwalificatiestructuur van het MBO. Om er zorg voor te dragen dat kwalificaties ook in de nabije toekomst zoveel mogelijk aansluiten op de beroepspraktijk zijn de sociale partners van mening dat de BCP’s niet alleen het heden moeten beschrijven, maar uitdrukkelijk ook gericht moeten zijn op de toekomst. De ervaring leert dat het enige tijd in beslag neemt alvorens de implementatie van vernieuwing in het onderwijs heeft plaatsgevonden en de eerste leerlingen binnen de nieuwe kwalificaties zijn opgeleid. Een en ander betekent dat de BCP’s dus minimaal 10 jaar geldigheid moeten hebben en daarmee dat de sociale partners en de bedrijven minimaal 10 jaar vooruit moeten kijken. Dit betekent dat in het onderzoek zoveel mogelijk naar de toekomst wordt gekeken en ontwikkelingen in kaart worden gebracht. Dit betekent tevens dat ontwikkelingen niet enkel beschreven moeten worden in de BCP’s, maar meegewogen moeten worden in de analyses. 1
In het studiejaar 1998-1999 telde het mbo 673 kwalificaties, waarvan 498 gericht op techniek. Driekwart van de kwalificaties was dus gericht op techniek. Tegelijkertijd is er al geruime tijd een daling van het aantal leerlingen in de techniek gaande, waardoor sommige kwalificaties door slechts enkele leerlingen worden gevolgd en ROC’s bepaalde kwalificaties niet meer aanbieden.
2
Zie o.m. de diverse documenten en onderzoeken vanuit Axis.
10
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Aansluitend op algemeen gehanteerde terminologie nieuwe kwalificatiestructuur Beroepscompetentieprofielen dienen allereerst de kwalificatiestructuur van het MBO. De eerste gebruiker van de BCP’s is Kenteq, het KBB (voorheen landelijk orgaan) voor onder meer de elektrotechniek. Kenteq onderschrijft het in Colo-verband ontwikkelde Format voor beroepscompetentieprofielen.1 Om Kenteq in staat te stellen snel en dynamisch te kunnen werken met de beroepscompetentieprofielen - en zodoende binnen afzienbare tijd de implementatie in het onderwijs te bewerkstellingen - hebben sociale partners aangegeven dit format grotendeels te volgen in de BCP’s Elektrotechniek. Onderstaand overzicht geeft een samenvatting van het Format. Overzicht 1
Samenvatting Format Beroepscompetentieprofielen2
Element
Inhoud
Algemene informatie
Functiebenamingen
Beroepsbeschrijving
Beschrijving beroep aan de hand van de volgende begrippen: • Context • Rol en verantwoordelijkheden • Complexiteit • Trends en innovaties • Loopbaanmogelijkheden
Kerntaken
Kerntaken geven een omschrijving van de essentie van het beroep in afgeronde delen.
Verrijking kerntaken
Ter ondersteuning van de identificatie van beroepscompetenties worden de kerntaken verrijkt beschreven. Per kerntaak wordt het volgende beschreven: • Proces • Rol en verantwoordelijkheden • Complexiteit • Betrokkenen • Hulpmiddelen • Kwaliteit van proces en resultaat • Keuzes en dilemma’s
Kernopgaven
In aanvulling op de kerntaken wordt een beschrijving gegeven van probleemsituaties, dilemma’s en kanssituaties die kenmerkend zijn voor de beroepsbeoefenaar.
Beroepscompetenties
Een beschrijving van de beroepscompetenties.
Succescriteria
Per beroepscompetentie worden succescriteria beschreven. Succescriteria zijn kwaliteitscriteria aan de hand waarvan de mate waarin een beroepsbeoefenaar de competentie heeft verworven, kan worden beoordeeld.
1
Format Beroepscompetentieprofiel, VICK-IV. Nieuwegein 2002/2003.
2
Format Beroepscompetentieprofiel, VICK-IV. Nieuwegein 2002/2003.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
11
Duurzaam en ruimte voor regionale dynamiek De beschrijvingen van de BCP’s dienen een duurzaam karakter te dragen. Dit betekent dat in de BCP’s zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat BCP’s tijdsgebonden details bevatten. Tevens achten de sociale partners het van belang dat de BCP’s ruimte geven aan scholen en bedrijven in de regio om nadere invulling te geven aan competenties. Om invulling te geven aan dit uitgangspunt hebben de sociale partners besloten de beschrijving van de BCP’s Elektrotechniek op een aantal punten af te laten wijken van het Format Beroepscompetentieprofielen. Het betreft de volgende elementen van dit Format: • Verrijking van kerntaken Kerntaken geven een omschrijving van de essentie van het beroep in afgeronde delen. Ter ondersteuning van de identificatie van beroepscompetenties geeft het Format aan dat de kerntaken verrijkt worden beschreven. De sociale partners hebben besloten dat, aangezien het uitschrijven van de verrijking van de kerntaken een hulpmiddel is, uit oogpunt van duurzaamheid en regionale dynamiek de uitgeschreven verrijking niet wordt opgenomen in de BCP’s Elektrotechniek. • Succescriteria Succescriteria zijn kwaliteitscriteria aan de hand waarvan de mate waarin een beroepsbeoefenaar de competentie heeft verworven, kan worden beoordeeld. Ten aanzien van deze succescriteria zijn de sociale partners in de elektrotechniek van mening dat het formuleren van succescriteria een risico vormt met betrekking tot de duurzaamheid van de BCP’s. Tevens zijn de sociale partners van mening dat de inhoud van de succescriteria niet landelijk, maar regionaal zou moeten worden bepaald. Dit bevordert de dynamiek van het systeem en de aansluiting van het beroepsonderwijs bij bedrijven. Doorlopende leerweg: aansluiting op het HBO De sociale partners achten de doorstroming in de beroepskolom van groot belang. In het onderzoek moest worden bezien of en hoe dit kon worden vormgegeven ten aanzien van het HBO. Resultaten bruikbaar voor trajecten in het kader van EVC De sociale partners vinden het van groot belang dat de BCP’s Elektrotechniek gebruikt kunnen worden als basis voor en ten behoeve van EVC-instrumenten en -procedures. De sociale partners hebben de voorkeur voor de ‘brede EVC-weg’ - de insteek van EVC waarbij gekeken wordt wat de beroepsbeoefenaar kan (selecting in) - boven de kwalificatiegerichte EVC-weg (selecting out). De weergave van BCP’s in kernberoepen en competenties sluit aan op deze behoefte.
1.2
Leeswijzer
De voorliggende rapportage is verder als volgt opgebouwd: • In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de verantwoording van het onderzoek. • Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van algemene resultaten van het onderzoek. Achtereenvolgens wordt ingegaan op ontwikkelingen in de sector elektrotechniek, de op basis van het onderzoek geïdentificeerde kernberoepen en de aansluiting op het HBO. • In hoofdstuk 4 worden de beroepscompetentieprofielen beschreven die zijn ontwikkeld voor de geïdentificeerde kernberoepen. • Hoofdstuk 5 geeft een overzichtsschema van alle ontwikkelde beroepscompetenties voor het MBO Elektrotechniek.
12
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Bij lezing van de beroepscompetentieprofielen in hoofdstuk 4 is het van belang met het volgende rekening te houden: • Onder ‘werkveld’ wordt verstaan de installaties waaraan wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld beveiligingsinstallaties, datanetwerken, telecommunicatie-installaties, et cetera. • Onder ‘vakgebied’ wordt het technisch inhoudelijke terrein verstaan dat aan de orde is binnen de werkvelden zoals bijvoorbeeld elektrotechniek, elektronica, besturingstechniek, et cetera. • Overal waar ‘hij’ staat geschreven, kan ook ‘zij’ worden gelezen.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
13
14
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
2
Verantwoording onderzoek
In dit hoofdstuk wordt een verantwoording gegeven van het onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van beroepscompetentieprofielen.
2.1
Algemeen
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode maart 2003 - oktober 2003. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van deskresearch en face-to-face interviews. Uitgaande van de centrale onderzoeksvragen en de uitgangspunten van de sociale partners ten aanzien van de op te leveren BCP’s (zie hoofdstuk 1) is het onderzoek opgedeeld in verschillende trajecten: • hypothetisch kader kernberoepen; • deskresearch; • interviews bij bedrijven; • afstemming HBO; • beschrijving BCP’s. In de nu volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de wijze waarop deze onderdelen in het onderzoek zijn ingevuld.
2.2
Hypothetisch kader kernberoepen
De sector elektrotechniek kenmerkt zich door een sterke diversiteit en heterogeniteit van functies, beroepen en toepassingsgebieden. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen gaande die kunnen leiden tot ontschotting en integratie en dus tot meer homogeniteit van traditioneel verschillende beroepen en vakgebieden. Eén van de centrale vragen van het onderzoek betrof de identificatie van kernberoepen binnen dit diverse en in beweging zijnde veld. In het onderzoek is hieraan invulling gegeven door uit te gaan van een hypothetisch model van de sector en functies in de elektrotechniek gebaseerd op overeenkomsten. Het model is opgesteld op basis van deskresearch en ervaringen van DIJK12. Het model is gebaseerd op de volgende hypothesen. De sector elektrotechniek is te clusteren in drie toepassingsgebieden. De werkzaamheden zijn te clusteren in acht werkgebieden. Elk werkgebied komt voor in elk van de drie toepassingsgebieden. Per werkgebied is sprake van één kernberoep. De kernberoepen zijn gelijk voor elk toepassinggebied.
• • • • •
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
15
Overzicht 2
Hypothetische kader kernberoepen elektrotechniek
Voorbeelden soorten bedrijven
Toepassingsgebied Werkgebieden
Energievoorziening Infrastructuur Nettenbouw Informatie en communicatiecentrales e.d. Installatiebedrijven Gebouwautomatisering ICT-installaties Beveiligingsinstallatie e.d. Machine/apparatenbouw Reparatiebedrijf Panelen/kastenbouw Consumentelektronica e.d.
Ontwerp Calculatie Installaties huis/kantoor/fabriek Werkvoorbereiding Fabricage Installatie Onderhoud/storingen Kwaliteitscontrole Maakindustrie Commercieel
Hypothetische kernberoepen
Ontwerper/tekenaar Calculator Werkvoorbereider Samenbouwer/monteur Installateur Onderhoud/servicemedewerker Kwaliteitscontroleur Commercieel medewerker
De acht hypothetische kernberoepen vormden de insteek van het onderzoek. In het onderzoek zijn deze hypothetische kernberoepen getoetst.
2.3
Deskresearch
Het onderzoek is vervolgens verder vormgegeven door een zo groot mogelijke benutting van reeds bestaande inzichten. Als startpunt voor het onderzoek zijn concept BCP’s opgesteld voor de acht hypothetische kernberoepen. Hiertoe is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van al elders ontwikkelde BCP’s, competenties en kerntaken. De ontwikkeling van de concept BCP’s is als volgt aangepakt. •
•
•
•
16
Inventarisatie kerntaken en competenties in reeds ontwikkeld materiaal. Het volgende relevante materiaal is gebruikt. Concept-beroepscompetentieprofielen elektrotechniek (opgesteld door de VEV). Competenties HBO-opleiding elektrotechniek (CHTNO). ICT-kwalificaties MBO (ECABO/VEV). ICT-competenties (Frameworks). Beroepscompetentieprofielen Metaal voor de kernberoepen Storing/onderhoud; Montage/samenbouw; Tekenen, Werkvoorbereiding en Kwaliteitscontrole. Functieprofielen aangeleverd door bedrijven uit de Adviesraad. Analyse bestaand materiaal. Bezien is welke relevante kerntaken en competenties voor de acht kernberoepen konden worden geïdentificeerd. Tevens leverde de analyse inzicht in blinde vlekken en relevante informatie die ontbrak voor de verschillende kernberoepen. De analyses zijn verwerkt in documenten per kernberoep waarin de geïdentificeerde kerntaken, competenties en aandachtspunten voor nader onderzoek zijn ondergebracht. Dit heeft globale concept-BCP’s per kernberoep opgeleverd. Hiernaast heeft meer algemeen deskresearch plaatsgevonden onder meer gericht op de trends en ontwikkelingen in de elektrotechniek.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
2.4
Interviews bij bedrijven
Ten behoeve van de verdere ontwikkeling en invulling van de BCP’s hebben interviews bij bedrijven in de sector elektrotechniek plaatsgevonden. De interviews hebben in twee rondes plaatsgevonden: • ontwikkelingsgerichte interviews gericht op ontwikkelingen in de sector en de gevolgen voor competenties bij een selectie van bedrijven; • beroepsgerichte interviews gericht op de inhoud van de beroepen bij een steekproef van bedrijven. Ontwikkelingsgerichte interviews Om invulling te geven aan de beoogde toekomstgerichtheid van de BCP’s heeft eerst een serie interviews bij bedrijven plaatsgevonden, gericht op ontwikkelingen binnen de sector elektrotechniek. Doel van deze interviews was inzicht krijgen in de aard van de ontwikkelingen en de specifieke competenties die verband houden met de ontwikkelingen, zodat deze competenties in de breedte getoetst konden worden. In totaal zijn 15 interviews afgenomen, gericht op het in kaart brengen van specifieke competenties die verband houden met het werken met of volgens drie innovatieve hoofdstromen binnen de elektrotechniek: mechatronica, domotica en Integraal Ontwerpen. De interviews zijn afgenomen bij bedrijven die in principe vooruitlopen op één van de drie hoofdstromen. De bedrijven zijn aangeleverd door A+O en OFE. Op basis van deze interviews zijn de specifieke competenties die verband houden met de ontwikkelingen geïdentificeerd en toegevoegd aan de checklisten voor de beroepsgerichte interviews. Beroepsgerichte interviews Vervolgens hebben beroepsgerichte interviews plaatsgevonden bij bedrijven. Doel van de interviews was inzicht te krijgen in: • de context en het toepassingsgebied waarbinnen de beroepen worden uitgevoerd; • de kerntaken en werkzaamheden binnen de beroepen; • de benodigde beroepscompetenties voor de beroepsuitoefening. De interviews hadden een open karakter en zijn afgenomen aan de hand van een checklist. De checklisten zijn ontwikkeld op basis van: • het deskresearch; • de concept-BCP’s; • de ontwikkelingsgerichte interviews. De checklisten waren toegespitst op de verschillende kernberoepen en zonodig gedifferentieerd naar aard van de bedrijven. In de beroepsgerichte interviews zijn bij totaal 89 bedrijven, verdeeld over de drie onderscheiden sectoren (infrastructuur, installatie en industrie), interviews afgenomen, gericht op alle acht onderscheiden hypothetische kernberoepen.1 De interviews zijn afgenomen met direct leidinggevenden van beroepsbeoefenaren.
1
Binnen het toepassingsgebied infrastructuur hebben relatief het minst aantal interviews plaatsgevonden (10). De belangrijkste reden daarvoor is dat binnen de infrastructuur, separaat van onderhavig onderzoek, een traject voor ontwikkeling van BCP’s is opgezet voor de organisaties Bolegbo-vok en WENb. Gezien de mogelijke overeenkomsten van deze specifiek op de infrastructuurgerichte BCP’s met de BCP’s die in onderhavig onderzoek zijn ontwikkeld is het van belang dat deze BCP’s worden afgestemd met de BCP’s die in onderhavig onderzoek zijn ontwikkeld.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
17
Ten behoeve van de interviews is een steekproef getrokken uit het bestand van leerbedrijven met elektrotechnische opleidingsplaatsen van Kenteq. Bij de steekproef van bedrijven is rekening gehouden met de bedrijfsomvang en het terrein waarop bedrijven werkzaam zijn. Hiermee is het gehele brede palet van bedrijven waar elektrotechnici werken, in het onderzoek betrokken.
2.5
Afstemming HBO
Op basis van deskresearch van documenten die het HBO heeft ontwikkeld, alsmede een gesprek met vertegenwoordiging van het cluster HBO-elektro, is nagegaan of bij de ontwikkeling van de beroepscompetenties voor het MBO rekening kon worden gehouden met de doorstroming MBO-HBO.
2.6
Beschrijving beroepscompetentieprofielen
Voortkomend uit de uitgangspunten die de sociale partners bij de op te leveren BCP’s hebben opgesteld, is een aantal onderdelen niet uitgewerkt in de BCP-beschrijvingen Elektrotechniek. Het betreft de onderdelen ‘Verrijking van kerntaken’ en de ‘Succescriteria’. Ten aanzien van de BCP-beschrijvingen Elektrotechniek kunnen nog de volgende opmerkingen worden gemaakt. Verrijking In de BCP’s is geen beschrijving van de verrijkte kerntaken opgenomen. Het verrijken van kerntaken is een hulpmiddel voor de identificatie van beroepscompetenties1. Bij het ontwikkelingsproces van de BCP’s Elektrotechniek is dit instrument uitsluitend daarvoor gebruikt. Beroepsbeschrijving Ten gevolge van het niet opnemen van de uitgeschreven verrijking van kerntaken is het onderdeel ‘beroepsbeschrijving’ meer uitgewerkt dan gebruikelijk is bij volgens het Format opgestelde BCP’s. De geïdentificeerde beroepscompetenties krijgen context door inzicht in de praktijk waarbinnen de competenties worden toegepast. Om Kenteq, ROC’s en bedrijven een goed beeld te geven van deze context is in de BCP’s Elektrotechniek de beroepsbeschrijving nader uitgewerkt, onder meer door toevoeging van een algemene procesbeschrijving, het uitwerken van ‘betrokkenen’ bij het werk en een uitgebreide beschrijving van typerende aspecten ten aanzien van de beroepshouding.
1
Zie: Format Beroepscompetentieprofiel, VICK-IV. Nieuwegein 2002
18
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
3
Algemene resultaten onderzoek
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de algemene resultaten van het onderzoek. In paragraaf 3.1 wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de sector elektrotechniek en de gevolgen daarvan voor de beroepscompetenties op mbo-niveau. Paragraaf 3.2 gaat in op de op basis van het onderzoek geïdentificeerde kernberoepen binnen de elektrotechniek. Het hoofdstuk sluit af met enkele opmerkingen ten aanzien van de mogelijkheden voor aansluiting tussen het MBO en HBO.
3.1
Ontwikkelingen in de sector elektrotechniek
Binnen de elektrotechniek doen zich diverse trends en ontwikkelingen voor die van invloed kunnen zijn op elektrotechniek in het algemeen en de aard en inhoud van de beroepen en de benodigde competenties in het bijzonder. Binnen de gehele set van ontwikkelingen in de elektrotechniek zijn drie innovatieve hoofdstromen te destilleren: • Integraal Ontwerpen; • mechatronica; • domotica. Integraal Ontwerpen is een multidisciplinaire benadering waarbij de integratie van alle disciplines bij en functies van een ontwerp centraal staan. Integraal Ontwerpen is vooral een denkwijze: bij het ontwerpen wordt gekeken naar andere vakgebieden en disciplines en wordt de gehele productie- en levenscyclus van het product in ogenschouw genomen: efficiënte productiewijze, maatwerk, onderhoud en hergebruik. De denkwijze stoelt op drie functies: modulariseren door middel van functieabstractie, kennis structureren en ontsluiten met behulp van ICT en toegevoegde waarde leveren. De denkwijze beoogt een antwoord te geven op de sterke behoefte aan maatwerk, de toenemende complexiteit van producten, kortere levenscyclus van producten en snellere productontwikkeling: Integraal Ontwerpen maakt flexibilisering op maat mogelijk. Mechatronica is de samentrekking van mechanisatie en elektronica. Mechatronica is daarmee een technologische benadering waarbij bewegingsprocessen en beheersingsprocessen gekoppeld worden. De bewegingsprocessen (hydrauliek, pneumatiek, elektromotorisch en calorisch) worden elektronisch beheerst (signaleren, controleren, commanderen en visualiseren) via netwerktechniek door middel van industriële informatica. Deze integratie van technologische disciplines: hydrauliek, pneumatiek, optiek, elektrotechniek, elektronica en ICT leidt tot nieuwe vormen van besturingen en aandrijvingen van producten en installaties. Domotica is de samentrekking van domus en robotica en staat voor woonhuisautomatisering. Domotica integreert verschillende toepassingen in één systeem, is een systeemintegrator. In de praktijk betekent dit dat alle elektronisch gestuurde apparaten en systemen binnen de woonomgeving gekoppeld worden. Domotica is de communicatie tussen de verschillende systemen in een woning zoals verlichting, verwarming, beveiliging, huishoudelijke elektrische toestellen e.d. Domotica is daarmee geen zelfstandig technisch vakgebied, het vormt de brug tussen wat de techniek kan en wat de klant wil.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
19
Samengevat kunnen de drie hoofdstromen als volgt worden getypeerd. Overzicht 3
Typering innovatieve hoofdstromen elektrotechniek
Hoofdstroom
Typering
Integraal Ontwerpen
Nieuwe productiebenadering waarbij de gehele productie- en levenscyclus van het product in ogenschouw wordt genomen
Mechatronica
Interdisciplinaire benadering van vraagstukken die leidt tot nieuwe technologische oplossingen
Domotica
Andere marktbenadering doordat technologische ontwikkelingen toepassing van gebouwbeheerssystemen in de woonomgeving mogelijk maken
Samenhang Uit het onderzoek blijkt dat de drie hoofdstromen niet los van elkaar staan: zij hangen met elkaar samen en beïnvloeden en versterken elkaar. Uit de interviews met bedrijven blijkt bijvoorbeeld dat alle bedrijven die vooruitlopen op de toepassing van mechatronica en domotica in meer of mindere mate gebruik maken van het concept van Integraal Ontwerpen. Tevens geven bedrijven die vooruitlopen op toepassing van Integraal Ontwerpen aan dat mechatronica in principe voorwaardenscheppend is om Integraal Ontwerpen volledig door te voeren. Kernwoorden Kernwoorden bij alledrie de hoofdstromen zijn interdisciplinariteit en ontschotting van traditioneel gescheiden vakgebieden in de breedste zin van het woord. Dus zowel zuiver technologisch alsook de combinatie van technologie, bedrijfskunde en commercie. De ontwikkelingen hebben dan ook gevolgen voor vrijwel alle dimensies van het bedrijf: zowel technologisch, de attitude van werknemers, de markt als de bedrijfsorganisatie e.d. Enkele vooruitlopende bedrijven voeren de ontschotting ook fysiek door in het bedrijf, door het weghalen van de muren tussen voorheen gescheiden afdelingen. Invloed innovatieve hoofdstromen ook zichtbaar bij niet vooruitlopende bedrijven Naast de interviews met vooruitlopende bedrijven is bij alle in het onderzoek geïnterviewde bedrijven gevraagd naar de verwachte ontwikkelingen in de komende jaren. Onderstaand overzicht geeft een samenvatting van de door bedrijven naar voren gebrachte ontwikkelingen.
20
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Overzicht 4
Inhoud ontwikkelingen in de sector elektrotechniek
Aard Ontwikkeling
Ontwikkeling
Technologisch
• • • • • • •
Markt
• • • • •
Bedrijfsorganisatorisch
•
•
•
• Wetgeving/regulering
• •
Internationaal
• •
De software ondersteuning bij engineering wordt steeds uitgebreider en geavanceerder. Door onder meer de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden producten, installaties en onderdelen steeds meer gekenmerkt door een eenvoudigere opbouw en minder componenten, bekabeling en bedrading (dematerialisatie). In producten en installaties is sprake van een toenemende integratie van de vakgebieden elektrotechniek, elektronica, ICT en werktuigbouwkunde (mechatronica). Elektronische onderdelen worden steeds kleiner (miniaturisatie), terwijl de functionaliteit ervan toeneemt. Er zijn dus steeds minder onderdelen nodig om dezelfde producten te vervaardigen Gebruik van ICT neemt toe bij de vervaardiging van producten en in de te vervaardigen producten zelf. Assemblagewerk kan hierdoor meer gestandaardiseerd en geautomatiseerd uitgevoerd worden. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen. Het gebruik van ICT neemt toe bij het verrichten van service en onderhoud: de werkzaamheden worden in toenemende mate ondersteund door computers. Een hieraan gerelateerde ontwikkeling is de zogenaamde ‘remote diagnostics’, waarbij storingsanalyses en aanpassingen van instellingen van machines en installaties op afstand via internetverbinding of telefoonlijn verricht worden. Klanten stellen steeds hogere eisen aan producten en installaties. Zij willen steeds vaker producten die exact zijn afgestemd op hun behoeften en tegelijkertijd dienen producten en installaties steeds sneller te worden opgeleverd. Er is voortdurende vernieuwing en wijziging in het aanbod van producten en installaties. Door een toenemende concurrentie van ‘lage lonen’ landen gaan bedrijven zich meer richten op het vervaardigen van meer geavanceerde producten en installaties. Door een toenemende vraag in met name de particuliere sector, nemen de werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheerssystemen in de woningbouw toe (domotica). De omruilsnelheid van consumentenelektronica zal verder gaan toenemen. Door een daling in de verkoopprijs van consumentenelektronica zullen reparaties in bepaalde productgroepen minder lonend worden. Bedrijven gaan in toenemende mate over op een werkwijze volgens de principes van Integraal Ontwerpen. Bij Integraal Ontwerpen wordt bij de ontwikkeling van een product nagedacht over alle fasen van de productie- en levenscyclus. Dit heeft onder meer tot gevolg dat het hele bedrijfsproces verandert, omdat de voorheen gescheiden afdelingen steeds meer samensmelten. Specialisatie van bedrijven naar aard van de werkzaamheden. Bedrijven gaan zich enerzijds specialiseren op het plaatsen en aansluiten van installaties op een breed scala van werkvelden en anderzijds op het operationeel maken en onderhouden van installaties op een breed scala van werkvelden. Bedrijven gaan in toenemende mate een totaalpakket aan diensten leveren aan opdrachtgevers. Installatiebedrijven verbreden daartoe de werkvelden waarop zij werkzaam zijn. Tevens bieden installatie- en productiebedrijven in toenemende mate service- en onderhoudscontracten aan. Door toename van ‘remote diagnostics’ zal service en onderhoud steeds meer vanuit huis of het eigen bedrijf plaatsvinden en minder op locatie. Normen en voorschriften vastgelegd in certificering en regelgeving, bijvoorbeeld in het kader van NEN, VCA en beveiliging wijzigen regelmatig. Beroepsbeoefenaren binnen de installatiesector moeten in toenemende mate gecertificeerd zijn om te kunnen werken binnen de verschillende werkvelden. Er is sprake van een toenemende concurrentie van bedrijven uit Oost-Europa: zij bieden steeds vaker dezelfde producten aan op de markt. Daarbij zijn deze producten goedkoper, omdat zij tegen lagere loonkosten worden geproduceerd. Ten gevolge van de standaardisatie kan de assemblage van onderdelen verder uitbesteed worden aan andere bedrijven en ‘lage lonen’ landen.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
21
Op basis van het onderzoek zijn zeven kernberoepen Elektrotechniek voor het middelbaar beroepsonderwijs ontwikkeld. Het betreft kernberoepen van zogenoemd vakvolwassen beroepsbeoefenaren. Consequenties ontwikkelingen voor beroepsbeoefenaren op MBO-niveau Bij de vooruitlopende bedrijven op de drie hoofdstromen is in de interviews ingegaan op de consequenties van de afzonderlijke ontwikkelingen voor de beroepsuitoefening van werknemers op MBO-niveau. Het ging daarbij om het in kaart brengen van die competenties die noodzakelijk zijn om te kunnen werken met of volgens Integraal Ontwerpen, domotica en mechatronica. Dit resulteerde in een overzicht van consequenties van het werken met of volgens Integraal Ontwerpen, mechatronica en domotica voor de beroepspraktijk op MBO-niveau. Bij nadere analyse bleken de in kaart gebrachte gevolgen elkaar vrijwel volledig te overlappen. Met andere woorden zowel Integraal Ontwerpen als mechatronica als domotica hebben op MBO-niveau overeenkomstige gevolgen voor de beroepspraktijk. De belangrijkste gevolgen voor de beroepspraktijk op MBO-niveau zijn de volgende. Samenwerken. Solitair werken kan niet meer ten gevolge van toenemende integratie en interactie binnen producten en het bedrijf. • Samenwerken met andere disciplines. Ontschotting tussen disciplines is noodzakelijk. • Klantgerichtheid. Klantgerichtheid is de drijvende kracht achter de ontwikkelingen: snel voldoen aan specifieke wensen van de klant. • Communiceren. Goede communicatie is een voorwaarde voor samenwerken en klantgerichtheid. • Registreren en administreren. Alle ervaringen van iedereen kunnen leiden tot betere efficiëntie en effectiviteit en moeten daarom toegankelijk zijn voor anderen in het bedrijf. • Leerbereidheid. Kunnen meegaan met nieuwe inzichten, producten en toepassingmogelijkheden. • Begrip van functies van systeemonderdelen. Dit begrip maakt snelle doorgronding van nieuwe producten/toepassingen/systemen mogelijk. • Inzicht in productiefasen. Alle medewerkers moeten het besef hebben dat zij schakels zijn van het systeem en dat daar interactie tussen is. • Kennis toepassingmogelijkheden ICT. ICT maakt de ontwikkelingen mogelijk, is voorwaardenscheppend. •
Toetsing consequenties innovatieve hoofdstromen De bij vooruitlopende bedrijven in kaart gebrachte consequenties van de ontwikkelingen voor de beroepspraktijk zijn vervolgens getoetst bij alle bedrijven die in het kader van dit onderzoek zijn geïnterviewd. Uit deze toetsing blijkt dat ook bedrijven die niet vooruitlopen op de ontwikkelingen deze aspecten van belang vinden in de beroepsuitoefening van werknemers op MBO-niveau. Geen specifieke ontwikkelingsgebonden competenties De consequentie van de geschetste onderzoeksresultaten is dat er in de BCP’s Elektrotechniek geen specifieke ontwikkelingsgebonden kernberoepen en beroepscompetenties zijn ontwikkeld. De aspecten die voorkomen uit het werken met of volgens Integraal Ontwerpen, domotica en mechatronica zijn in algemene zin verwerkt in de beroepscompetenties van de verschillende kernberoepen.
22
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
3.2
Structuur kernberoepen elektrotechniek
Op basis van het onderzoek zijn zeven kernberoepen Elektrotechniek voor het Middelbaar Beroepsonderwijs ontwikkeld. Het betreft kernberoepen van zogenoemd vakvolwassen beroepsbeoefenaren. Een kernberoep omvat een verzameling van beroepen die qua taken, werkzaamheden, verantwoordelijken en benodigde competenties grote overeenkomst hebben. Kernberoepen kenmerken zich door het volgende: • toekomstgericht; • duurzaam; • breed; • ruimte voor regionale dynamiek en invulling. Er zijn uitsluitend kernberoepen op MBO-niveau ontwikkeld. Dit betekent dat voor beroepen in de sector elektrotechniek waarin de beroepsuitoefening qua niveau duidelijk hoger (HBOniveau) óf lager (VMBO-niveau) ligt dan MBO-niveau geen kernberoepen zijn ontwikkeld. Voorbeelden van dit soort beroepen zijn: projectleiders, full-time leidinggevenden, assistenten. In het nu volgende overzicht wordt inzicht gegeven in de kernberoepen, de toepassingsgebieden waar zij voorkomen en hoe de kernberoepen zich verhouden tot de hypothetische kernberoepen die als insteek zijn gebruikt in het onderzoek (vergelijk Overzicht 2, paragraaf 2.2). Overzicht 5
Structuur kernberoepen MBO Elektrotechniek
Hypothetisch kernberoep
Kernberoep
Toepassingsgebied
Ontwerper/tekenaar Calculator Werkvoorbereider Samenbouwer/monteur
1. Engineer Elektrotechniek
• • •
Infrastructuur Installatie (huis/kantoor/fabriek) Maakindustrie
2. Monteur Elektrotechniek
•
Maakindustrie
3. Technicus Elektrotechniek
•
Maakindustrie
4. Installatiemonteur Elektrotechniek
• •
Infrastructuur Installatie (huis/kantoor/fabriek
5. Installatietechnicus Elektrotechniek
• •
Infrastructuur Installatie (huis/kantoor/fabriek)
6. Service Engineer Elektrotechniek
• • •
Infrastructuur Installatie (huis/kantoor/fabriek) Maakindustrie
7. Servicemonteur Electronica
• • •
Installatiebedrijven (huis) Maakindustrie Gespecialiseerde bedrijven
Kwaliteitscontroleur
Géén kernberoep
• •
Infrastructuur Installatie (huis/kantoor/fabriek) Maakindustrie
Commercieel medewerker (technisch)
Géén kernberoep
Installateur
Service en onderhoud
• • • •
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatie (huis/kantoor/fabriek) Maakindustrie Groothandel
23
Voor de beroepen Kwaliteitscontroleur en Commercieel medewerker zijn op basis van het onderzoek geen kernberoepen voor MBO Elektrotechniek ontwikkeld. De volgende redenen liggen hieraan ten grondslag. Kwaliteitscontroleur • De werkzaamheden op MBO-niveau maken deel uit van de kernberoepen 3,5 en 6. • Specialisten zijn werkzaam op HBO-niveau.
Commercieel technisch medewerker • • • • •
24
Binnen het toepassingsgebied infrastructuur is dit beroep niet aangetroffen. Binnen het toepassingsgebied installatie is dit een doorstroomactiviteit en vrijwel altijd in combinatie met engineering en/of directietaken. Binnen het toepassingsgebied industrie betreft dit een sterke doorstroomfunctie voor een MBO-er. Het niveau is te hoog om als kernberoep voor het MBO te worden aangemerkt. Binnen de groothandel ligt de nadruk in dit beroep meer op commercieel/administratief, de technische achtergrond is minder zwaarwegend. De basiscompetenties voor dit beroep (offertes maken, communiceren, klantgerichtheid e.d.) komen naar voren in andere kernberoepen.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Toelichting bij de kernberoepen Het volgende overzicht geeft een nadere typering van de ontwikkelde kernberoepen. Overzicht 6 Kernberoep
Typering kernberoepen Typering
1. Engineer Elek- • trotechniek
Argumentatie/ opmerkingen
Combinatie van tekenen, calculeren en werkvoorbereiding.
• • • • •
2. Monteur Elek- • trotechniek •
Tekenen komt voor als apart beroep, echter uitsluitend in grote bedrijven en bij adviesbureaus. Tekenwerk neemt in kwantiteit af door CAD en Integraal Ontwerpen. Door veranderingen in tekenen steeds grotere nadruk op kennis van beschikbare onderdelen/componenten en werking daarvan. Werkvoorbereiding en calculeren komt vrijwel uitsluitend in combinatie voor. Ontwikkelen van nieuwe machines, installaties en bedrijfs-ICT-processen wordt niet aangetroffen op MBO-niveau.
Assemblage en montage van componenten en eenvoudige producten. Ondersteuning bij montage van complexe producten.
•
Eenduidig en sterk afgebakend kernberoep.
Montage van complexe producten. Kwaliteitscontrole en in bedrijf stellen.
•
Eenduidig en sterk afgebakend kernberoep.
4. Installatiemon- • teur Elektrotechniek
Aanleggen van installaties en bekabeling totdat het in werking kan worden gesteld.
•
Grote diversiteit in werkvelden binnen bedrijven. In de praktijk beheersen monteurs vaak meer dan één werkveld. Bedrijven streven daar ook naar. Specialisatie op grond van persoonlijke voorkeur en praktische overwegingen: men kan niet alles geheel beheersen.
5. Installatietech- • nicus Elektrotechniek •
Zwaartepunt op het gebruiksklaar maken van installaties. Tevens aanleggen van installaties. Kwaliteitscontrole en in bedrijf stellen
•
Grote diversiteit in werkvelden binnen bedrijven. In de praktijk beheersen monteurs vaak meer dan één werkveld. Bedrijven streven daar ook naar. Specialisatie op grond van persoonlijke voorkeur en praktische overwegingen: men kan niet alles geheel beheersen.
Storingsanalyse en verhelpen van • storingen in machines en installaties. Modificaties. • Periodiek onderhoud. Kwaliteitscontrole en in bedrijf stellen.
Sterke nadruk op analyse en inzicht in werking gehele product. Verschil tussen industrie en installatie uitsluitend door product waar service plaatsvindt. Benodigde competenties zijn identiek.
Reparatie van consumentelektronica • en groothuis-houdelijke apparatuur. • •
Apart kernberoep door sterk onderscheid met kernberoep 6 qua competenties. Betreft specialisten op elektronicagebied. Qua kwantiteit is het kernberoep van beperkte omvang.
3. Technicus Elektrotechniek
• •
6. Service Engineer Elektrotechniek
•
7. Servicemonteur Electronica
•
• • •
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
25
3.3
Niveau indicatie kernberoepen
Ten behoeve van de vertaling naar kwalificaties en opleidingen, kunnen de volgende indicaties worden gegeven ten aanzien van de niveaus van de zeven kernberoepen. Overzicht 7
Niveau indicatie kernberoepen
Kernberoep
Indicatie Formatniveau
1. Engineer Elektrotechniek
4
2. Monteur Elektrotechniek
2/3
3. Technicus Elektrotechniek
4
4. Installatiemonteur Elektrotechniek
2/3
5. Installatietechnicus Elektrotechniek
4
6. Service Engineer Elektrotechniek
4
7. Servicemonteur Elektronica
3.4
3/4
Aansluiting op het HBO
Binnen de huidige kwalificatiestructuur worden in verband met de doorstroming MBO-HBO op het MBO een module ‘Doorstroom HBO’ aangeboden. De module bevat met name wis- en natuurkunde. In de toekomstige competentiegerichte kwalificatiestructuur is naar verwachting geen ruimte meer voor dergelijke kennisgerichte modules. Tevens sluit deze situatie niet meer aan bij de geldende opvattingen omtrent doorlopende leerwegen. Dit zou betekenen dat de MBO beroepscompetenties zodanig moeten zijn samengesteld dat de uitstroom van het MBO rechtstreeks aansluit op het vereiste instroomniveau van het HBO. In het onderzoek is nagegaan op welke wijze daar invulling aan kon worden gegeven in de BCP’s Elektrotechniek voor het MBO. Ook binnen het HBO gaat men over op competentiegericht onderwijs. Binnen het technisch HBO zijn in het project Competent HTNO uitstroomcompetenties ontwikkeld voor afgestudeerde HBO ingenieurs. De uitstroomcompetenties zijn kaderscheppend en worden door individuele hogescholen nader ingevuld. Om te bezien in hoeverre de beroepscompetenties van het MBO Elektrotechniek aansluiten op het instroomniveau HBO, is bij het HBO geïnventariseerd in hoeverre er instroomcompetenties voor het HBO beschikbaar zijn. Uit het onderzoek blijkt dat het HBO geen landelijk uniforme instroomcompetenties hanteert. Individuele hogescholen bezien ieder voor zich op welke wijze MBO-ers instromen in het HBO. Tevens zijn er geen plannen om landelijk uniforme instroomcompetenties voor het HBO te ontwikkelen. De onderzoekers constateren dat ten gevolge van deze situatie in het HBO het, binnen de kaders van onderhavig onderzoek, niet mogelijk is gebleken de beroepscompetenties van MBO Elektrotechniek ten behoeve van de doorlopende leerweg nader af te stemmen op de beroepscompetenties van het HBO. Naar aanleiding hiervan is in samenspraak met de Adviesraad van onderhavig onderzoek besloten dat de sociale partners de aansluitingssystematiek met het HBO na afronding van het onderzoek in andere gremia op gaan pakken.
26
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
4
BCP’s Elektrotechniek
In het nu volgende worden de BCP’s gegeven van de zeven kernberoepen.1 Per BCP komt achtereenvolgens aan de orde. 1. Beroepsbeschrijving 1.1 Mogelijke functiebenamingen 1.2 Beroepscontext 1.3 Werkzaamheden 1.4 Nadere typering van het werk 1.5 Ontwikkelingen 1.6 Loopbaanmogelijkheden 2. Kerntaken van het beroep 3. Beroepscompetenties 4. Overzichtsschema beroepscompetenties Bij het lezen van de beroepscompetentieprofielen is het van belang met het volgende rekening te houden: • Onder ‘werkveld’ wordt verstaan de installaties waaraan wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld beveiligingsinstallaties, datanetwerken, telecommunicatie-installaties, et cetera. • Onder ‘vakgebied’ wordt het technisch inhoudelijke terrein verstaan dat aan de orde is binnen de werkvelden zoals bijvoorbeeld elektrotechniek, elektronica, besturingstechniek, et cetera. • Overal waar ‘hij’ staat geschreven, kan ook ‘zij’ worden gelezen.
1
De vormgeving van de BCP’s is voor dit rapport aangepast en wijkt enigszins af van het Colo-format. De inhoud van de BCP’s is echter identiek aan de BCP’s die op 31 oktober 2003 door de sociale partners zijn overgedragen aan Kenteq.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
27
28
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Kernberoep 1 1
Engineer Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Werkvoorbereider • Werkvoorbereider/calculator • Calculator • Technisch tekenaar • Elektrotechnisch tekenaar • Tekenaar/werkvoorbereider/calculator • Assistent-engineer • Engineer
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar is met name werkzaam bij kleine en (middel)grote elektrotechnische bedrijven in de industrie en de installatie. Het betreft productiebedrijven van machines en elektrotechnische onderdelen van machines en installaties en installatiebedrijven op alle uiteenlopende werkvelden binnen de elektrotechnische installatie. De beroepsbeoefenaar kan tevens werkzaam zijn bij technische adviesbureaus. De beroepsbeoefenaar verricht werkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding van de productie of de aanleg van een installatie. De werkzaamheden worden uitgevoerd met betrekking tot uiteenlopende producten en installaties. Voorbeelden van producten en installaties zijn: • besturingskasten; • meet- en regelapparatuur; • algemene elektrotechnische installaties; • gebouwbeheerssystemen (inbraak, brand, toegangscontrole); • datanetwerken; • telecominstallaties; • (openbare) verlichting; • verkeerssignalering. De werkzaamheden worden uitgevoerd op diverse vakgebieden: elektrotechniek, elektronica, besturingstechniek, meet- en regeltechniek en ICT. Het zwaartepunt van de werkzaamheden
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
29
varieert per beroepsbeoefenaar en is afhankelijk van factoren als aard en specialisatie van het bedrijf.
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het maken van een werkvoorbereiding, het tekenen van producten en installaties, het maken van calculaties en het ondersteunen bij het ontwerpen van nieuwe producten, bij het uitvoeren van het productie- en installatiewerk en bij het maken van offertes. Het zwaartepunt van de werkzaamheden en de combinatie van deze werkzaamheden varieert per bedrijf en is afhankelijk van de aard van het bedrijf (industrieel, installatie, technisch advies), de bedrijfsorganisatie en de omvang van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar verricht zijn werkzaamheden binnen en buiten het bedrijf wanneer de situatie vereist dat de plek van uitvoering van de opdracht in ogenschouw wordt genomen. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar verricht ondersteunende werkzaamheden in de ontwerpfase van de ontwikkeling van nieuwe producten. Het gaat hierbij om het participeren in intern (project)overleg over het ontwerp, het globaal uitwerken van (delen van) het ontwerp en het maken van concepttekeningen. Ten behoeve van offertes en de werkvoorbereiding van installaties maakt de beroepsbeoefenaar op basis van geïnventariseerde eisen van de klant en informatie over de plaatselijke situatie een schets van de aan te leggen installatie. De schets geeft de onderdelen en bekabeling van de installatie weer en een omschrijving van de specificaties van de installatie en de situatie op de locatie. Tevens maakt de beroepsbeoefenaar detailtekeningen van producten, productonderdelen en installaties op basis van het ontwerp en ontwerpspecificaties. Het betreft zowel het tekenen van nieuwe producten en installaties als het aanbrengen van wijzigingen in bestaande tekeningen. De tekeningen dienen als basis voor de uit te voeren montage- en installatiewerkzaamheden. De beroepsbeoefenaar bereidt het productie- en installatieproces voor. Hij bepaalt op basis van het ontwerp en - zonodig detailtekeningen - de materialen, onderdelen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het proces. De beroepsbeoefenaar draagt zorg voor de beschikbaarheid van de materialen, onderdelen en hulpmiddelen. Hij inventariseert of deze aanwezig zijn en plaatst zonodig bestellingen. De beroepsbeoefenaar instrueert de montage- en installatieafdeling en heeft een adviserende en ondersteunende rol bij het productie- en installatieproces. Hij beantwoordt vragen van de projectleider, opdrachtgever, installateurs/monteurs over de vertaling van de tekeningen naar de uitvoering. Zonodig ondersteunt hij bij het inregelen en afstellen van de besturing van het product en de installatie en de programmering van de PLC. De beroepsbeoefenaar zorgt voor optimalisering van de kwaliteit en de efficiëntie van het productie- en installatieproces. Hiertoe raadpleegt en analyseert hij gegevens van de uitvoering en andere relevante documentatie en overlegt hij met de montage- en installatieafdeling en leidinggevenden. Hij zorgt ervoor dat aanpassingen doorgevoerd worden in tekeningen en instructies. De beroepsbeoefenaar maakt voor- en nacalculaties. Het betreft het maken van berekeningen omtrent de inzet van materialen, onderdelen, menskracht en doorlooptijd van de productie en installatie. De berekeningen worden uitgevoerd in de offertefase, ten behoeve van de werkvoor-
30
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
bereiding van de productie en de installatie en na afloop van het productie- en installatieproces (nacalculatie). Op basis van een ontwerp en ontwerpspecificaties, maakt de beroepsbeoefenaar een voorcalculatie. De voorcalculatie houdt in dat de beroepsbeoefenaar een lijst van benodigde materialen en onderdelen opstelt en het aantal mensuren berekent. Aan de hand van het aantal mensuren en de materiaallijst berekent hij de kosten en de klantprijs en maakt een tijdsplanning. Nadat de opdracht is voltooid, berekent hij de daadwerkelijke gebruikte materialen, onderdelen, arbeidsuren en hulpmiddelen op basis van de door de productie, het magazijn en inkoop aangeleverde gegevens. Hij vergelijkt deze met de offerte en berekent het bedrijfsresultaat. De gegevens worden gebruikt ten behoeve van het opstellen van nadeclaraties, voorcalculaties van andere producten en het optimaliseren van de efficiëntie van het productie- en installatieproces. Ten behoeve van zijn werkzaamheden verzamelt de beroepsbeoefenaar relevante informatie bij de opdrachtgever en collega’s. Zonodig bezoekt hij de locatie waar een installatie aangelegd moet worden. Tijdens de uitoefening van de werkzaamheden overlegt de beroepsbeoefenaar regelmatig met de diverse afdelingen binnen het bedrijf. Het gaat daarbij zowel om het inwinnen van informatie als het geven van advies, instructies en toelichtingen met betrekking tot het productie- en installatieproces aan opdrachtgevers, monteur/installateurs, projectleiders en leidinggevenden. De beroepsbeoefenaar controleert het eigen werk en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. Hij archiveert gemaakte schetsen, calculaties, instructies en tekeningen zowel digitaal als op papier. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik van alle gangbare relevante hulpmiddelen, zoals onder meer een computer en softwareprogramma’s ten behoeve van calculeren, elektrotechnisch tekenen en tekstverwerken.
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eigen werk. Een projectleider/leidinggevende draagt de eindverantwoordelijkheid voor het project. Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Het inschatten van een opdracht qua tijd en materiaal. Elke opdracht is anders van aard en steeds opnieuw moet de beroepsbeoefenaar de benodigdheden voor de opdracht (mensuren en materialen) zo nauwkeurig mogelijk inschatten.
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
31
•
De balans tussen kwaliteit en kosten. Een opdracht moet niet alleen zo gepland worden dat de tijdsduur en materialen optimale kwaliteit garanderen, maar ook dat het geheel financieel zo voordelig mogelijk voor klant en bedrijf is. • Bijhouden technologische ontwikkelingen en productaanbod. De beroepsbeoefenaar moet goed op de hoogte zijn van het actuele aanbod op de markt en de specificaties van benodigde onderdelen van het product en de installatie. • Overzicht houden. De beroepsbeoefenaar heeft veel taken en moet dus goed het overzicht over zijn eigen werkzaamheden houden. Tegelijkertijd is het zijn taak om de werkzaamheden van anderen te plannen waardoor inzicht en overzicht van het uitvoeringsproces nodig is. Afbreukrisico’s liggen met name in het onjuist inschatten van benodigde materialen en mensuren, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en verkeerde interpretaties van wensen van opdrachtgevers en ontwerpen. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt in teamverband met collega’s en leidinggevende. Hij heeft contact binnen het bedrijf met leidinggevenden en de productie- en installatieafdeling. Hij heeft contact buiten het bedrijf met de opdrachtgever, leveranciers en onderaannemers. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Vanwege het maatwerk en het grote belang van een correcte voorcalculatie, planning en een afgerond tekeningenpakket is het essentieel dat de beroepsbeoefenaar nauwkeurig en zorgvuldig te werk gaat. • Procesmatig inzicht. De beroepsbeoefenaar moet inzicht hebben in het gehele werkproces om het werk te kunnen berekenen en te plannen. • Kostenbewustzijn. De beroepsbeoefenaar moet op de hoogte zijn van alle kosten die verbonden zijn aan de uitvoering en moet zich realiseren wanneer iets (te) duur of goedkoop wordt. • Klantgerichtheid. De beroepsbeoefenaar heeft contact met de opdrachtgever en moet deze op correcte wijze van advies kunnen dienen en/of informeren. Tevens moet hij het belang van de opdrachtgever in het oog houden bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar draagt zorg voor een juiste voorbereiding en opstart van het productie- en installatieproces. Fouten en onduidelijkheden in tekeningen en instructies kunnen leiden tot verkeerde aansturing en uitvoering van het proces en een kwalitatief onvoldoende resultaat. • Anticiperen. Bij het maken van voorcalculaties en de werkvoorbereiding moet de beroepsbeoefenaar vooruit denken en alle benodigdheden juist plannen en inschatten. Tevens moet hij hiervoor eventuele knelpunten van tevoren zien aankomen. • Signalerend en oplossend vermogen. Als tijdens de uitvoering blijkt dat de planning niet naar verwachting verloopt of dat de kosten hoger worden dan berekend, moet de beroepsbeoefenaar dit signaleren en oplossen. • Communicatieve en sociale vaardigheden. Onder meer ten behoeve van contact met opdrachtgevers en het instrueren en adviseren van collega’s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Verzamelen van informatie. Ten behoeve van de werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar efficiënt de noodzakelijke informatie verzamelen bij de opdrachtgever en collega’s en uit documentatie.
32
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
•
•
• •
•
• •
1.5
Interpreteren en analyseren van informatie. De beroepsbeoefenaar dient verzamelde informatie te analyseren en te vertalen naar zijn eigen werkzaamheden en de specificaties van het product/installatie. Overdracht van informatie. De calculaties, werkvoorbereiding en tekeningen moeten zodanig zijn opgesteld dat deze voor anderen inzichtelijk en begrijpelijk zijn. Tijdens en na afronding van de uitvoering van werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar richting alle betrokkenen noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden. Inzicht in het gehele bedrijfsproces. De beroepsbeoefenaar moet het gehele werkproces kennen om het werk te kunnen berekenen en plannen. Multidisciplinair denken. De beroepsbeoefenaar dient een generalistische instelling te hebben en te kunnen denken vanuit verschillende vakgebieden, om een totaaloverzicht te krijgen van de verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op het functioneren van producten en installaties. Samenwerken met andere disciplines. De beroepsbeoefenaar heeft bij zijn werkzaamheden te maken met collega’s en externen van andere disciplines. Om het totale werkproces optimaal te laten verlopen, is het van belang dat hij goed met hen kan samenwerken. Prioriteiten stellen. De beroepsbeoefenaar moet bij eventuele problemen tijdens de uitvoering kunnen afwegen welk probleem voorrang krijgt. Vertalen van veiligheidseisen en arbo-eisen. De beroepsbeoefenaar moet op de hoogte zijn van de diverse normen en voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden en machinerichtlijnen. Deze normen en voorschriften dienen op een juiste wijze verwerkt te worden in tekeningen en instructies.
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen Klanten stellen steeds hogere eisen stellen aan producten en installaties. Zij willen steeds vaker producten die exact zijn afgestemd op hun behoeften en tegelijkertijd dienen producten en installaties steeds sneller te worden opgeleverd. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat steeds hogere eisen worden gesteld aan de samenstelling van producten en installaties en dat bij de werkvoorbereiding nog sterker rekening gehouden moet worden met een efficiënte en snelle oplevering van producten en installaties. De markt kenmerkt zich door voortdurende vernieuwing en wijziging van producten en installaties. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen (onder meer domotica en mechatronica). Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij zich voortdurend op de hoogte moet blijven stellen van de genoemde ontwikkelingen en het marktaanbod.
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
33
Een andere ontwikkeling is dat bedrijven - door een toenemende concurrentie van ‘lage lonen’ landen - zich meer gaan richten op het vervaardigen van meer geavanceerde producten en installaties. Dit betekent dat de beroepsbeoefenaar nog sterker te maken krijgt met maatwerk en complexere producten en installaties. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering Normen en voorschriften vastgelegd in certificering en regelgeving, bijvoorbeeld in het kader van NEN, VCA en beveiliging wijzigen regelmatig. De beroepsbeoefenaar moet zijn werk volgens de meest recente normen en voorschriften uitvoeren en derhalve door middel van bijscholing en cursussen op de hoogte blijven van de laatste richtlijnen. Technologische ontwikkelingen De software ondersteuning bij het tekenen en calculeren wordt steeds uitgebreider. Zo wordt het tekenen steeds minder ‘ouderwets tekenwerk’, maar gaat het meer in de richting van een administratieve handeling; het zoeken van benodigde componenten voor een project uit een grote database. Het computerprogramma maakt van deze componenten een samengestelde tekening. Een gevolg hiervan is dat de beroepsbeoefenaar het tekenwerk in minder tijd kan doen en meer nadruk komt te liggen op het hebben van overzicht van beschikbare onderdelen en componenten. Producten en installaties veranderen voortdurend door diverse technologische ontwikkelingen. Door onder meer de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden producten en installaties gekenmerkt door een eenvoudigere opbouw uit minder componenten (dematerialisatie) en minder bekabeling. Hierdoor worden meer geïntegreerde toepassingen (zoals domotica) mogelijk. Tevens is er in producten en installaties sprake van een toenemende integratie van de vakgebieden elektrotechniek, elektronica, ICT en werktuigbouwkunde (mechatronica). Het gevolg hiervan is dat de beroepsbeoefenaar een meer generalistische instelling dient te hebben, omdat de interactie met andere vakdisciplines groter wordt. Tevens moet hij de ontwikkelingen goed bijhouden om de het product van het bedrijf te laten aansluiten op de meest actuele ontwikkelingen en mogelijkheden. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Bedrijven gaan in toenemende mate over op een werkwijze volgens de principes van Integraal Ontwerpen. Dit maakt het voor bedrijven mogelijk maatwerk te leveren aan opdrachtgevers binnen korte tijd door middel van standaardisatie van onderdelen. Tevens betekent Integraal Ontwerpen dat bij de ontwikkeling van een product wordt nagedacht over alle fasen van de levenscyclus van een product. Dit houdt in dat het hele bedrijfsproces verandert, omdat de voorheen gescheiden afdelingen steeds meer samensmelten. De beroepsbeoefenaar moet met deze nieuwe manier van werken bij de werkvoorbereiding rekening houden met en open staan voor een interdisciplinaire kijk op de uitwerking van ontwerpen en planning van het productie- en installatieproces. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
34
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing doorstromen naar de functie van: • Senior-engineer • Projectleider • Commercieel medewerker
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
35
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Schetst samen te stellen producten en installaties. 2. Tekent elektrotechnische producten en installaties. 3. Bereidt productie- en installatieproces voor. 4. Verricht calculaties.
36
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
3
Beroepscompetenties: Engineer Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
2.
op basis van eisen van de opdrachtgever schetsen te maken van de aan te leggen elektrotechnische installaties, zodat de samenstelling en werking hiervan zijn vastgelegd.
3.
te ondersteunen bij het ontwerpen van nieuwe elektrotechnische producten, zodat bijgedragen wordt aan een optimaal verloop van het ontwerpproces.
4.
op basis van een ontwerp en bijbehorende ontwerpspecificaties tekeningen van elektrotechnische producten en installaties te maken, zodanig dat de producten en installaties op basis hiervan vervaardigd kunnen worden.
5.
een planning te maken voor de uit te voeren werkzaamheden in een productie- en installatieproces, zodat duidelijk is hoeveel tijd en mensuren benodigd zijn en tevens de continuïteit van het proces gewaarborgd is.
6.
te bepalen welke materialen voor een uit te voeren productie- en installatieproces benodigd zijn ten behoeve van een optimale uitvoering van het productie- en installatieproces.
7.
berekeningen te maken ten behoeve van de uitvoering van een productie- en installatieproces, zodat duidelijk is hoeveel materialen, mensuren en hulpmiddelen voor dit proces benodigd zijn.
8.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
9.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
10.
te communiceren en samen te werken met collega's van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt.
11.
zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische producten en installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
12.
rekening te houden met voorschriften ten aanzien van arbo, veiligheid en milieu bij het voorbereiden van een productie- en installatieproces, zodat dit proces op verantwoorde wijze zal verlopen.
13.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
14.
de juiste afwegingen te maken ten aanzien van te maken kosten in een productie- en installatieproces, zodanig dat de werkzaamheden in dit proces optimaal kunnen worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten.
15.
zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen.
16.
relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren.
17.
tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren ten behoeve van een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden.
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
37
18.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
19.
de opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische producten en installaties worden geleverd die voldoen aan zowel de situatiespecifieke eisen als de wensen van de opdrachtgever.
20.
documenten te archiveren, zodat deze documenten voor alle betrokkenen beschikbaar en inzichtelijk zijn.
21.
op basis van zijn inzicht in productaanbod en -mogelijkheden en technische ontwikkelingen te bepalen op welke wijze elektrotechnische producten en installaties zo optimaal mogelijk kunnen worden samengesteld, zodat wordt voldaan aan de wensen van de opdrachtgever.
22.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
38
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
3
4
1.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
X
X
2.
Maken van schetsen
X
3.
Ondersteunen bij ontwerpen
X
4.
Maken van tekeningen
X
5.
Maken van planningen
X X
6.
Bepalen te gebruiken materialen
X
7.
Calculeren
X
X
17.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
X
X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 9.
Kwaliteitszorg
X
X
X
X
11.
Systeem- en functiedenken
X
X
X
X
12.
Arbo, veiligheid en milieu
X
X
X
X
14.
Kostenbewust werken
X
X
X
X
15.
Aanwenden signalerend en oplossend vermogen
X
X
X
X
18.
Administreren van gegevens
X
X
X
X
20.
Archiveren documenten
X
X
X
X
21.
Aanwenden inzicht in productaanbod, -mogelijkheden en technische ontwikkelingen
X
X
X
X
22.
Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 16.
Verzamelen van informatie
8.
Samenwerken
X
X
X
10.
Samenwerken met collega’s van andere disciplines
X
X
X
19.
Adviseren van de opdrachtgever
X
X
X
X
Ontwikkelings (ON) 13. *
Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
X
X
1 = Schetst samen te stellen producten en installaties. 2 = Tekent elektrotechnische producten en installaties. 3 = Bereidt productie- en installatieproces voor. 4 = Verricht calculaties.
Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
39
40
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Engineer Elektrotechniek
Kernberoep 2 1
Monteur Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Monteur • 2e Monteur • 3e Monteur • Assistent monteur • Hulp monteur • Assembleerder • Assemblage monteur
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar werkt met name bij - zowel kleine als (zeer) grote - elektrotechnische bedrijven in de industrie. De bedrijven vervaardigen allemaal elektrotechnische apparatuur. Zowel in de gehele branche als ook binnen de bedrijven intern is er echter sprake van zeer grote diversiteit en variëteit aan soorten producten. Dit varieert van elektronische onderdelen tot gehele elektrotechnische producten. Voorbeelden hiervan zijn: • printplaten; • besturingskasten; • schakelpanelen; • meet- en regelapparatuur, zoals bijvoorbeeld frequentieregelaars. De beroepsbeoefenaar werkt op de productieafdeling en maakt deel uit van het team dat de diverse producten van het bedrijf vervaardigt. Hij verricht werkzaamheden binnen de vakgebieden elektrotechniek, elektronica en ICT (hardware). Afhankelijk van het product dat wordt vervaardigd, kan de beroepsbeoefenaar in aanraking komen met de vakgebieden meet- en regeltechniek, besturingstechniek en werktuigbouwkunde.
Monteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
41
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden bestaan uit het vervaardigen van onderdelen voor zowel eenvoudige als complexe producten. Tevens bouwt hij - uit vervaardigde onderdelen - eenvoudige producten samen en/of assisteert hij bij het samenbouwen van complexere producten. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar varieert echter per bedrijf en is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het soort bedrijf waar hij werkzaam is, de bedrijfsomvang en het soort product dat wordt vervaardigd. De beroepsbeoefenaar verricht zijn werkzaamheden binnen het bedrijf. Tevens kan hij worden ingezet bij het plaatsen van het product op locatie. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar krijgt zijn opdracht en instructies van een leidinggevende of ervaren monteur. Hij leest informatie en tekeningen en stelt op basis hiervan vast op welke wijze het product of onderdeel vervaardigd dient te worden en welke componenten hiervoor nodig zijn. De beroepsbeoefenaar verzamelt de benodigde componenten, materialen en gereedschappen. Hij controleert de componenten en materialen. De beroepsbeoefenaar vervaardigt onderdelen door middel van het - in juiste volgorde - monteren van componenten. Tevens bouwt hij de vervaardigde onderdelen samen tot een product, verzorgt de bedrading en stelt het product zonodig in. Bij complexe producten wordt de bedrading aangebracht op aangeven van een leidinggevende of ervaren monteur. Tussentijds voert de beroepsbeoefenaar eenvoudige tests uit op de vervaardigde onderdelen, zodat zeker is dat deze optimaal functioneren. Tevens controleert hij de vervaardigde onderdelen, bedrading en eindproduct optisch op gemaakte verbindingen. Indien nodig plaatst de beroepsbeoefenaar, al dan niet op locatie, het samengestelde product en sluit het aan. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke gegevens. De beroepsbeoefenaar voert restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij zijn werk gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer handgereedschap, een soldeerbout en meet- en testgereedschap (bijvoorbeeld een universeelmeter).
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De eindverantwoordelijkheid ligt bij een projectleider of leidinggevende.
42
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Monteur Elektrotechniek
Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Maatwerk. De beroepsbeoefenaar vervaardigt veel verschillende onderdelen en producten. Hij moet bij elk te assembleren onderdeel of product oplettend zijn, omdat de assemblage hiervan anders kan zijn dan eerder door hem vervaardigde onderdelen en producten. • Tekeningen lezen. Op basis van de tekening of informatie stelt de beroepsbeoefenaar vast welke componenten nodig zijn en op welke wijze producten en onderdelen geassembleerd dienen te worden. • Hoeveelheid en afmeting van componenten. De beroepsbeoefenaar werkt met een grote hoeveelheid componenten, die vaak kwetsbaar en/of van geringe omvang zijn. Hij moet de juiste componenten op de juiste plaats in de juiste volgorde monteren en zorgen dat geen enkel component ontbreekt. Afbreukrisico’s liggen met name in het verkeerd interpreteren van tekeningen, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en het niet alert zijn op afwijkingen en knelpunten. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt in teamverband met collega’s en leidinggevende. Hij heeft contact binnen de afdeling. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Vanwege het maatwerk dat men produceert en de hoeveelheid en afmeting van de afzonderlijke componenten waarmee men werkt, zijn nauwkeurigheid en zorgvuldigheid van essentieel belang voor een goede uitoefening van het beroep. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar dient zich bewust te zijn van zijn medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het uiteindelijk op te leveren product en dient zijn werkzaamheden met dit besef uit te voeren. • Klantbewustzijn. In algemene zin is het van belang dat de beroepsbeoefenaar zich bewust is van zijn rol binnen het productieproces van het bedrijf en het uiteindelijke doel van de werkzaamheden: de opdrachtgever voorzien van een kwalitatief goed werkend product. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Interpreteren van informatie. Voor het op de juiste manier vervaardigen van onderdelen en producten is het essentieel dat de beroepsbeoefenaar instructies of tekeningen op de juiste wijze interpreteert. • Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet op heldere wijze kunnen communiceren met leidinggevende en collega’s over tijdens de werkzaamheden aangetroffen problemen en over de voortgang van het werk. Het rapporteren kan zowel mondeling als schriftelijk (bijvoorbeeld in de vorm van een e-mail) plaatsvinden. Er is echter een toename te constateren van het rapporteren in schriftelijke vorm, waarbij met name de computer steeds meer wordt gebruikt.
Monteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
43
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen Er is sprake van een toenemende concurrentie van bedrijven uit Oostbloklanden: zij bieden steeds vaker dezelfde producten aan op de markt. Daarbij zijn deze producten goedkoper, omdat zij tegen lagere loonkosten worden geproduceerd. Een mogelijk gevolg hiervan is dat Nederlandse bedrijven zich meer moeten gaan richten op meer geavanceerde producten. Een andere ontwikkeling is dat opdrachtgevers/klanten steeds hogere eisen stellen aan de producten. Zij willen steeds vaker producten die exact zijn afgestemd op hun eigen behoeften (maatwerk) en tegelijkertijd dienen producten steeds sneller te worden geleverd. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering N.v.t. Technologische ontwikkelingen De technologische vooruitgang in dit beroep is duidelijk waarneembaar. Elektronische onderdelen worden steeds kleiner, terwijl de functionaliteit ervan toeneemt. Er zijn dus steeds minder onderdelen nodig om dezelfde producten te vervaardigen, waardoor het werk van de beroepsbeoefenaar beperkter en eenvoudiger wordt. Tevens neemt het gebruik van ICT toe bij de vervaardiging van producten en in de te vervaardigen producten zelf. Dit heeft tot gevolg dat de beroepsbeoefenaar over meer ICT-kennis dient te beschikken. Een ander gevolg van de toename van het gebruik van ICT is dat het assembleerwerk meer wordt gestandaardiseerd en geautomatiseerd, waardoor het werk van de beroepsbeoefenaar eenvoudiger wordt. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Bedrijven gaan in toenemende mate over op een werkwijze volgens de principes van Integraal Ontwerpen. Dit maakt het voor bedrijven mogelijk maatwerk te leveren aan opdrachtgevers / klanten binnen korte tijd door middel van standaardisatie van onderdelen. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat onderdelen van producten steeds meer gestandaardiseerd worden. De montage van het product zal maatwerk blijven. Ten gevolge van de standaardisatie kan de assemblage van onderdelen verder uitbesteed worden aan andere bedrijven en ‘goedkope lonen’ landen. Tevens is verdere automatisering van de assemblage mogelijk. Door deze ontwikkelingen zal het assemblagewerk in omvang afnemen en is het op de langere termijn mogelijk dat dit kernberoep in betekenis zal afnemen. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
44
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Monteur Elektrotechniek
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing doorstromen tot de functie van: • 1e Monteur • (Meewerkend) leidinggevende
Monteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
45
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Vervaardigt elektrotechnische onderdelen. 2. Stelt eenvoudige elektrotechnische producten samen. 3. Controleert en meet het eigen werk. 4. Plaatst en sluit eenvoudige elektrotechnische producten aan.
46
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Monteur Elektrotechniek
3
Beroepscompetenties: Monteur Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
instructies en eenvoudige tekeningen te interpreteren en te vertalen naar zijn werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
elektrotechnische onderdelen te vervaardigen, zodanig dat deze gereed zijn voor samenbouw tot een product.
4.
eenvoudige elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat.
5.
eenvoudige elektrotechnische producten en onderdelen te voorzien van bedradingen, zodanig dat de producten en onderdelen gereed zijn voor aansluiting.
6.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
7.
te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende en collega's over de juiste informatie beschikken.
8.
het eigen werk te controleren, zodat zeker is dat verbindingen op juiste wijze zijn aangebracht.
9.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
10.
eenvoudige tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren.
11.
eenvoudige elektrotechnische producten te plaatsen en aan te sluiten, zodanig dat de producten onder spanning kunnen worden gezet.
12.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
13.
knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens zijn werkzaamheden te signaleren, zodat deze tijdig kunnen worden gecorrigeerd.
14.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
15.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
16.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
Monteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
47
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
1.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
2
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
3.
Vervaardigen van onderdelen
X
4.
Samenbouwen eenvoudige producten
5.
Bedraden van onderdelen en producten
X
X
X
X
8.
Controleren eigen werk
10.
Uitvoeren van eenvoudige tests
11.
Plaatsen en aansluiten
3
4
X X X X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 6.
Kwaliteitszorg
X
X
X
X
13.
Aanwenden signalerend vermogen
X
X
X
X
14.
Administreren van gegevens
X
X
X
15.
Veiligheid en milieu
X
X
X
X
16.
Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 7.
Rapporteren
X
X
9.
Samenwerken
X
X
X
X
X
Ontwikkelings (ON) 12.
Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
X
X
* 1 = Vervaardigt elektrotechnische onderdelen. 2 = Stelt eenvoudige elektrotechnische producten samen. 3 = Controleert en meet het eigen werk. 4 = Plaatst en sluit eenvoudige elektrotechnische producten aan.
48
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Monteur Elektrotechniek
Kernberoep 3 1
Technicus Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • 1e Monteur • Monteur • Samenbouwer • Paneelbouwer • Monteur-assemblage • Monteur/assembleerder
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar werkt met name bij - zowel kleine als (zeer) grote - elektrotechnische bedrijven in de industrie. De bedrijven vervaardigen allemaal elektrotechnische apparatuur. Zowel in de gehele branche als ook binnen de bedrijven intern is er echter sprake van zeer grote diversiteit en variëteit aan soorten producten. Dit varieert van elektronische onderdelen tot gehele elektrotechnische producten. Voorbeelden hiervan zijn: • printplaten; • besturingskasten; • schakelpanelen; • meet- en regelapparatuur, zoals bijvoorbeeld frequentieregelaars. De beroepsbeoefenaar werkt op de productieafdeling en maakt deel uit van het team dat de diverse producten van het bedrijf vervaardigt. Hij verricht werkzaamheden binnen de vakgebieden elektrotechniek, elektronica en ICT (hardware), meet- en regeltechniek, besturingstechniek en werktuigbouwkunde.
Technicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
49
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het vervaardigen van onderdelen voor zowel eenvoudige als complexe producten en het samenbouwen van deze producten uit de vervaardigde onderdelen. Tevens komt het voor dat hij minder ervaren monteurs begeleidt bij het samenbouwen en bedraden van complexe producten. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar varieert echter per bedrijf en is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het soort bedrijf waar hij werkzaam is, de bedrijfsomvang en het soort product dat wordt vervaardigd. De beroepsbeoefenaar verricht zijn werkzaamheden binnen het bedrijf. Tevens kan hij worden ingezet bij het plaatsen van het product op locatie. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar krijgt zijn opdracht en instructies van een leidinggevende. Hij leest informatie en tekeningen en bepaalt op basis hiervan op welke wijze het product of onderdeel vervaardigd dient te worden en welke componenten hiervoor nodig zijn. Tevens vertaalt hij de informatie naar de eisen waaraan het product dient te voldoen. De beroepsbeoefenaar verzamelt de benodigde componenten, materialen en gereedschappen. Hij controleert de componenten en materialen. De beroepsbeoefenaar vervaardigt onderdelen door middel van het - in juiste volgorde - monteren van componenten. Tevens bouwt hij de vervaardigde onderdelen samen tot een product. Hij bepaalt op welke wijze de bedrading moet worden aangelegd, legt de bedrading aan en stelt het product zonodig in. Hij controleert of vervaardigde onderdelen, bedrading en eindproduct op juiste wijze zijn samengesteld. Tevens voert hij tests uit op de vervaardigde onderdelen en het eindproduct, zodat zeker is dat deze optimaal functioneren. Indien nodig plaatst de beroepsbeoefenaar - al dan niet op locatie - het samengestelde product, sluit het aan en maakt het gebruiksklaar door middel van het inregelen en afstellen van de besturing, eventueel met behulp van een PLC. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijke gegevens. De beroepsbeoefenaar voert restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij zijn werk gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer handgereedschap, een soldeerbout, meet- en testgereedschap en (indien nodig) een computer.
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig. Daarnaast begeleidt hij de minder ervaren monteurs. De eindverantwoordelijkheid voor het opleveren van het eindproduct ligt bij de beroepsbeoefenaar, dan wel bij een projectleider of leidinggevende, afhankelijk van het soort product en de bedrijfsorganisatie.
50
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Technicus Elektrotechniek
Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Tekeningen lezen, analyseren en vertalen naar de uit te voeren werkzaamheden. • Maatwerk. De beroepsbeoefenaar vervaardigt veel verschillende onderdelen en producten. Hij moet bij elk te vervaardigen onderdeel of product oplettend zijn, omdat de samenstelling en werking hiervan kan variëren. • Overzicht houden. De producten die worden vervaardigd, zijn complex qua samenstelling en omvang. Het is derhalve van belang dat de beroepsbeoefenaar tijdens zijn werkzaamheden overzicht houdt. Afbreukrisico’s liggen met name in het verkeerd interpreteren van tekeningen, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en het niet alert zijn op afwijkingen en knelpunten. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt in teamverband met collega’s en leidinggevende. Hij heeft contact binnen de afdeling en buiten de afdeling, met bijvoorbeeld de afdeling werkvoorbereiding, tekenafdeling of installatiemonteurs. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Vanwege het maatwerk dat men produceert en de hoeveelheid en afmeting van de afzonderlijke componenten waarmee men werkt, zijn nauwkeurigheid en zorgvuldigheid van essentieel belang voor een goede uitoefening van het beroep. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar dient zich bewust te zijn van zijn medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het uiteindelijk op te leveren product en dient zijn werkzaamheden met dit besef uit te voeren. • Klantbewustzijn. In algemene zin is het van belang dat de beroepsbeoefenaar zich bewust is van zijn rol binnen het productieproces van het bedrijf en het uiteindelijke doel van de werkzaamheden: de opdrachtgever voorzien van een kwalitatief goed werkend product. • Signalerend en oplossend vermogen. De beroepsbeoefenaar moet alert zijn op fouten en afwijkingen in componenten, onderdelen en producten. In geval van fouten en afwijkingen dient hij deze te signaleren en vervolgens op te lossen. • Sociale en communicatieve vaardigheden. Dit is onder meer van belang bij het samenwerken met collega’s, begeleiden en aansturen van minder ervaren collega’s, overleg en het overdragen van informatie. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Interpreteren informatie. Voor het op juiste wijze vervaardigen van onderdelen en producten is het essentieel dat de beroepsbeoefenaar instructies en/of tekeningen op juiste wijze interpreteert. • Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet op heldere wijze kunnen communiceren met leidinggevende en collega’s over tijdens de werkzaamheden aangetroffen problemen en over de voortgang van het werk. Het rapporteren kan zowel mondeling als schriftelijk (bijvoorbeeld in de vorm van een e-mail) plaatsvinden. Er is echter een toename te constateren van het rapporteren in schriftelijke vorm, waarbij met name de computer steeds meer wordt gebruikt. • Samenwerken met andere disciplines. Doordat de werkzaamheden niet altijd uitsluitend elektrotechnisch van aard zijn, is het van belang dat de beroepsbeoefenaar kan samenwerken met collega’s van andere disciplines. Op deze wijze wordt stagnering van het productieproces voorkomen en ontstaat een goede verstandhouding tussen collega’s.
Technicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
51
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen Er is sprake van een toenemende concurrentie van bedrijven uit Oostbloklanden: zij bieden steeds vaker dezelfde producten aan op de markt. Daarbij zijn deze producten goedkoper, omdat zij tegen lagere loonkosten worden geproduceerd. Een mogelijk gevolg hiervan is dat Nederlandse bedrijven zich meer moeten gaan richten op meer geavanceerde producten. Een andere ontwikkeling is dat opdrachtgevers steeds hogere eisen stellen aan de producten. Zij willen steeds vaker producten die exact zijn afgestemd op hun eigen behoeften (maatwerk) en tegelijkertijd dienen producten steeds sneller te worden geleverd. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering N.v.t. Technologische ontwikkelingen De technologische vooruitgang in dit beroep is duidelijk waarneembaar. Elektronische onderdelen worden steeds kleiner, terwijl de functionaliteit ervan toeneemt. Er zijn dus steeds minder onderdelen nodig om dezelfde producten te vervaardigen, waardoor het werk van de beroepsbeoefenaar beperkter en eenvoudiger wordt. Tevens neemt het gebruik van ICT toe bij de vervaardiging van producten en in de te vervaardigen producten zelf. Dit heeft tot gevolg dat de beroepsbeoefenaar over meer ICT-kennis dient te beschikken. Een ander gevolg van de toename van het gebruik van ICT is dat het assembleerwerk meer wordt gestandaardiseerd en geautomatiseerd, waardoor dit gedeelte van het werk van de beroepsbeoefenaar eenvoudiger wordt. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Bedrijven gaan in toenemende mate over op een werkwijze volgens de principes van Integraal Ontwerpen. Dit maakt het voor bedrijven mogelijk maatwerk te leveren aan opdrachtgevers binnen korte tijd door middel van standaardisatie van onderdelen. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat onderdelen van producten steeds meer gestandaardiseerd worden. De montage van het product zal maatwerk blijven. Ten gevolge van de standaardisatie kan de assemblage van onderdelen verder uitbesteed worden aan andere bedrijven en ‘goedkope lonen’ landen. Tevens is verdere automatisering van de assemblage mogelijk. Het werk van de beroepsbeoefenaar zal door genoemde ontwikkelingen sterker gekenmerkt worden door de samenbouw van complexe producten en steeds minder door assemblage van onderdelen.
52
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Technicus Elektrotechniek
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bijscholing en opscholing doorstromen tot de functie van: • Chef/projectleider • Tekenaar/engineer • Tester • Werkvoorbereider • Programmeur • Servicemonteur
Technicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
53
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Vervaardigt elektrotechnische onderdelen. 2. Stelt elektrotechnische producten samen. 3. Controleert en meet het eigen werk. 4. Plaatst en sluit elektrotechnische producten aan.
54
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Technicus Elektrotechniek
3
Beroepscompetenties Technicus Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
instructies en tekeningen te interpreteren en te vertalen naar de te verrichten werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
elektrotechnische onderdelen te vervaardigen, zodanig dat deze gereed zijn voor samenbouw tot een product.
4.
elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat.
5.
zijn technische inzicht aan te wenden om de wijze van bedraden te bepalen, zodat de bedrading volgens gestelde eisen kan worden aangelegd.
6.
elektrotechnische producten en onderdelen te voorzien van bedradingen, zodanig dat de producten en onderdelen gereed zijn voor aansluiting.
7.
onderdelen, bedrading en producten te controleren, zodat zeker is dat producten op de juiste wijze zijn samengesteld.
8.
tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen en producten, zodat zeker is dat deze optimaal functioneren.
9.
elektrotechnische producten te plaatsen en aan te sluiten, zodanig dat de producten onder spanning kunnen worden gezet.
10.
elektrotechnische producten in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
11.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
12.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
13.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
14.
minder ervaren collega's te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd.
15.
zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen.
16.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
17.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
18.
te communiceren en samen te werken met collega's van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt.
19.
te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende en collega's over de juiste informatie beschikken.
Technicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
55
20.
zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische producten aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
21.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
56
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Technicus Elektrotechniek
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
1.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
2.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
3.
Vervaardigen van onderdelen
X
4.
Samenbouwen van producten
5.
Bepalen van wijze van bedraden
3
4
X X
X
6.
Bedraden van onderdelen en producten
X
X
7.
Controleren
X
X
8.
Uitvoeren van tests
9.
Plaatsen en aansluiten
X
10.
Inregelen en afstellen
X
X X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 11.
Kwaliteitszorg
X
15.
Aanwenden signalerend en oplossend vermogen
X
16.
Administreren van gegevens
17.
Veiligheid en milieu
20. 21.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Systeem- en functiedenken
X
X
X
X
Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 12.
Samenwerken
X
X
14.
Begeleiden en aansturen collega’s
X
X
X
18.
Samenwerken met collega’s van andere disciplines
X
X
19.
Rapporteren
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
Ontwikkelings (ON) 13.
Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
* 1 = Vervaardigt elektrotechnische onderdelen. 2 = Stelt elektrotechnische producten samen. 3 = Controleert en meet het eigen werk. 4 = Plaatst en sluit elektrotechnische producten aan.
Technicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
57
58
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Technicus Elektrotechniek
Kernberoep 4 1
Installatiemonteur Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Monteur • Installateur • Hulpmonteur
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar is met name werkzaam bij grote, middelgrote en kleine elektrotechnische installatiebedrijven. De bedrijven verrichten werkzaamheden op alle uiteenlopende werkvelden binnen de elektrotechnische installatie, zoals onder meer: • algemene elektrotechnische installaties; • gebouwbeheerssystemen(inbraak, brand, toegangscontrole); • infrastructuur; • datanetwerken; • telecominstallaties; • (openbare) verlichting; • verkeerssignalering. Zowel in de gehele branche alsook binnen de bedrijven intern komen specialisaties naar werkvelden voor. Bedrijven verrichten hun werkzaamheden echter altijd op minimaal twee werkvelden. De bedrijven verzorgen zowel nieuwbouw van complete installaties als aanpassingen en uitbreidingen aan bestaande installaties. De bedrijven zijn over het algemeen werkzaam op meerdere marktsegmenten: woningen, utiliteit en industrie. De beroepsbeoefenaar werkt binnen alle marktsegmenten, maar met name binnen woningen en utiliteit. De beroepsbeoefenaar wordt aangetroffen op alle werkvelden binnen de elektrotechnische installatie. Het zwaartepunt van de werkvelden van de beroepsbeoefenaar varieert per bedrijf en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bedrijfsomvang en specialisatie van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar is over het algemeen echter altijd minimaal op twee werkvelden inzetbaar. De werkzaamheden worden uitgevoerd op de vakgebieden elektrotechniek en elektronica. Afhankelijk van het soort installatie waaraan wordt gewerkt, kan de beroepsbeoefenaar in aanraInstallatiemonteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
59
king komen met de vakgebieden besturingstechniek, meet- en regeltechniek, ICT en pompen/motoren.
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het installeren van zowel eenvoudige als complexe installaties en onderdelen daarvan. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar ligt bij het samenstellen en aanleggen van de installatie, zodanig dat deze na controle door een leidinggevende onder spanning kan worden gezet. De installatie wordt samengesteld uit aangeleverde onderdelen, waarbij de onderdelen zonodig worden geassembleerd (bijvoorbeeld montage van besturingskasten). De installatie wordt vervolgens geplaatst, bedraad, bekabeld en aangesloten. De werkzaamheden worden buiten het bedrijf, op locatie verricht. Daarnaast kunnen voormontage werkzaamheden op een werkplaats binnen het bedrijf worden uitgevoerd. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar krijgt instructie van zijn leidinggevende of projectleider en leest - indien nodig - informatie en eenvoudige tekeningen. Op basis hiervan stelt hij vast op welke wijze de installatie geïnstalleerd dient te worden en welke materialen en gereedschappen nodig zijn. Hij verzamelt de benodigde materialen en gereedschappen. De onderdelen van de installatie worden door hem uitgepakt, gecontroleerd en zonodig verder geassembleerd tot een functioneel onderdeel van de installatie. De beroepsbeoefenaar plaatst de onderdelen en brengt de bedrading en bekabeling aan op de door zijn leidinggevende aangegeven posities. De diverse onderdelen worden aangesloten op de bedrading en bekabeling en gecontroleerd op de juistheid van de verbinding. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. De beroepsbeoefenaar voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer (hand)gereedschap (schroevendraaier etc.), meetapparatuur, machines (boren etc.), hoogwerkers (indien nodig).
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig, onder begeleiding van een leidinggevende of ervaren monteur. De eindverantwoordelijkheid ligt bij een leidinggevende.
60
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatiemonteur Elektrotechniek
Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Instructies en tekeningen vertalen naar de uit te voeren werkzaamheden. • Maatwerk. De beroepsbeoefenaar installeert verschillende soorten installaties. Hij moet bij elk te installeren installatie oplettend zijn, omdat de te hanteren werkwijze steeds kan afwijken. • Aansluiten. Bij het aansluiten dient de beroepsbeoefenaar alert te zijn dat de juiste verbinding wordt gemaakt. Dit speelt met name bij het aansluiten van grootschalige en/of meer complex samengestelde installaties. • Controleren en meten. De gemaakte aansluitingen moeten nauwgezet gecontroleerd worden op correctheid van de verbinding. • Technologische ontwikkelingen. Hierdoor krijgt de beroepsbeoefenaar te maken met nieuwe en onbekende installaties en onderdelen. Afbreukrisico’s liggen met name in het verkeerd interpreteren van instructies en tekeningen, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en miscommunicatie met collega’s. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega’s en leidinggevenden en buiten het bedrijf met de klant/opdrachtgever en installateurs van andere disciplines. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Klantgerichtheid. De beroepsbeoefenaar moet de installatie plaatsen volgens de wensen van de opdrachtgever. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar installeert installaties en onderdelen, zodanig dat deze voldoen aan gestelde kwaliteitseisen en de wensen van de opdrachtgever. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Dit is essentieel bij nagenoeg alle werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. • Sociale en communicatieve vaardigheden. Ten behoeve van contact met de opdrachtgever en het samenwerken met collega’s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang. Tevens moet de beroepsbeoefenaar tijdens en na afronding van zijn werkzaamheden richting alle betrokkenen noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden. • Signalerend vermogen. De beroepsbeoefenaar moet alert zijn op fouten en afwijkingen tijdens de installatiewerkzaamheden. In geval van fouten en afwijkingen dient hij deze te melden aan zijn leidinggevende. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Interpreteren van informatie. Dit is van belang, omdat de beroepsbeoefenaar op basis van deze informatie zijn werkzaamheden vaststelt. • Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet zowel mondeling als schriftelijk op heldere wijze kunnen rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden, zowel binnen het bedrijf als buiten het bedrijf richting klanten/opdrachtgevers. • Samenwerken met andere disciplines. Goede samenwerking met collega’s en externen van andere disciplines is noodzakelijk zodat stagnering van het installatiewerk wordt voorkomen en een goede werksfeer ontstaat.
Installatiemonteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
61
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen De markt kenmerkt zich door voortdurende vernieuwing en wijziging van installaties en onderdelen. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen (bijvoorbeeld domotica), met name in de woningbouw en de particuliere markt. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij voortdurend op de hoogte moet blijven en zich zonodig moet bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in het werk. Tevens nemen - door een toenemende vraag in met name de particuliere sector - de werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheerssystemen in de woningbouw toe. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering Beroepsbeoefenaren moeten in toenemende mate gecertificeerd zijn om te kunnen werken binnen de verschillende werkvelden. Daarbij heeft hij regelmatig te maken met wijzigingen in certificering en regelgeving, zoals NEN, VCA en beveiliging. De beroepsbeoefenaar moet zijn werk volgens de meest recente normen en voorschriften uitvoeren en derhalve door middel van bijscholing en cursussen op de hoogte blijven van de laatste richtlijnen. Technologische ontwikkelingen Te installeren installaties en onderdelen veranderen voortdurend door diverse technologische ontwikkelingen. Door met name de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden installaties en onderdelen steeds meer gekenmerkt door een eenvoudigere montage en minder componenten, bekabeling en bedrading (dematerialisatie). Daarnaast worden hierdoor meer geïntegreerde toepassingen (zoals domotica) mogelijk. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat het monteren van installaties eenvoudiger wordt en de werkzaamheden minder omvangrijk worden. Tegelijkertijd krijgt hij door de toename van geïntegreerde toepassingen vaker te maken met diverse werkvelden. Tevens zal de beroepsbeoefenaar op de hoogte moeten blijven van de technologische ontwikkelingen en zich zonodig moeten bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in het werk. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Bedrijven verbreden de werkvelden waarop zij werkzaam zijn, omdat zij klanten een totaalpakket aan diensten willen leveren. Tevens is er sprake van specialisatie van bedrijven naar aard van de werkzaamheden. Bedrijven gaan zich enerzijds toeleggen op het plaatsen en aansluiten van installaties op een breed scala van werkvelden en anderzijds op het operationeel maken van installaties op een breed scala van werkvelden. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij vaker in situaties van onderaannemerschap komt te werken. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
62
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatiemonteur Elektrotechniek
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing in principe doorstromen naar de functie van: • Installatietechnicus • 1e Monteur
Installatiemonteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
63
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Stelt elektrotechnische producten samen. 2. Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. 3. Controleert en meet aansluitingen.
64
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatiemonteur Elektrotechniek
3
Beroepscompetenties Installatiemonteur Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
instructies en eenvoudige tekeningen te interpreteren en te vertalen naar zijn werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat.
4.
de bekabeling voor en bedrading van elektrotechnische installaties aan te leggen, zodanig dat deze gereed zijn voor aansluiting.
5.
onderdelen van elektrotechnische installaties te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen.
6.
elektrotechnische installaties te controleren en te meten, zodat de installaties voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet.
7.
eenvoudige tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren.
8.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
9.
knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens zijn werkzaamheden te signaleren, zodat deze tijdig kunnen worden gecorrigeerd.
10.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
11.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
12.
te communiceren en samen te werken met collega's van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt.
13.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
14.
te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende, collega's en opdrachtgever over de juiste informatie beschikken.
15.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
16.
de opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever.
17.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
Installatiemonteur Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
65
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
1.
Interpreteren van eenvoudige tekeningen en informatie
X
X
2.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
3.
Samenbouwen producten
X
4.
Aanleggen van bekabeling en bedrading
X
5.
Plaatsen en aansluiten
3
X X
6.
Controleren en meten
X
7.
Uitvoeren eenvoudige tests
X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 8.
Kwaliteitszorg
X
X
X
9.
Aanwenden signalerend vermogen
X
X
X
11. Administreren van gegevens
X
X
X
13. Veiligheid en milieu
X
X
X
17. Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 10. Samenwerken 12. Samenwerken met collega’s van andere disciplines
X
X
14. Rapporteren
X
X
16. Adviseren van de opdrachtgever
X
X
Ontwikkelings (ON) 15. Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
X
X
X
* 1 = Stelt elektrotechnische producten samen. 2 = Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. 3 = Controleert en meet aansluitingen.
66
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatiemonteur Elektrotechniek
Kernberoep 5
1
Installatietechnicus Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Monteur • 1e Monteur • Engineer • Installateur • Installatiemonteur • Monteur installatie
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar is met name werkzaam bij grote, middelgrote en kleine elektrotechnische installatiebedrijven. De bedrijven verrichten werkzaamheden op alle uiteenlopende werkvelden binnen de elektrotechnische installatie, zoals onder meer: • algemene elektrotechnische installaties; • gebouwbeheerssystemen (inbraak, brand, toegangscontrole); • infrastructuur; • datanetwerken; • telecominstallaties; • (openbare) verlichting; • verkeerssignalering. Zowel in de gehele branche alsook binnen de bedrijven intern komen specialisaties naar werkvelden voor. Bedrijven verrichten hun werkzaamheden echter altijd op minimaal twee werkvelden. De bedrijven verzorgen zowel nieuwbouw van complete installaties als aanpassingen en uitbreidingen van bestaande installaties. De bedrijven zijn over het algemeen werkzaam op meerdere marktsegmenten: woningen, utiliteit en industrie. De beroepsbeoefenaar wordt aangetroffen binnen de marktsegmenten utiliteit en industrie. Door de toename van gebouwbeheerssystemen (m.n. beveiliging) en domotica binnen woningen komt de beroepsbeoefenaar echter in toenemende mate voor binnen het marktsegment woningen.
Installatietechnicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
67
De beroepsbeoefenaar verricht werkzaamheden op alle werkvelden binnen de elektrotechnische installatie. Het zwaartepunt van de werkvelden van de beroepsbeoefenaar varieert per bedrijf en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bedrijfsomvang en specialisatie van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar beheerst over het algemeen echter altijd minimaal twee werkvelden. De werkzaamheden worden uitgevoerd op diverse vakgebieden: elektrotechniek, elektronica, besturingstechniek, meet- en regeltechniek, ICT en pompen/motoren. Ook hier varieert het zwaartepunt per beroepsbeoefenaar afhankelijk van het soort installatie waaraan wordt gewerkt.
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het installeren van zowel eenvoudige als complexe installaties en onderdelen daarvan en het gebruiksklaar maken van de installatie. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar ligt bij het gebruiksklaar maken van de installatie door middel van testen, in- en afregelen en zonodig programmeren van de besturing van de installatie. De installatie wordt samengesteld uit aangeleverde onderdelen. Bij het samenstellen van de installatie worden onderdelen zonodig geassembleerd (bijvoorbeeld montage van besturingskasten). De installatie wordt vervolgens geplaatst, bedraad, bekabeld en aangesloten. Afhankelijk van de omvang van het bedrijf en/of de bedrijfsorganisatie verricht de beroepsbeoefenaar deze werkzaamheden zelf of stuurt hij installatiemonteurs aan bij de uitvoering van deze werkzaamheden. Ook komt het voor dat bedrijven (delen) van deze werkzaamheden uitbesteden aan onderaannemers. De beroepsbeoefenaar wordt tevens ingezet bij service en onderhoud aan de door het bedrijf geïnstalleerde installaties. De werkzaamheden worden buiten het bedrijf, op locatie verricht. Daarnaast kunnen voormontage werkzaamheden op een werkplaats binnen het bedrijf worden uitgevoerd. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar krijgt instructie van zijn leidinggevende of projectleider. Hij leest informatie en tekeningen. Op basis van deze informatie stelt hij vast op welke wijze de installatie geïnstalleerd dient te worden en welke materialen en gereedschappen nodig zijn. Hij verzamelt de benodigde materialen en gereedschappen. Tevens verkent hij de locatie waar de installatie geïnstalleerd dient te worden en controleert daarop de aangeleverde tekeningen en schema’s. Indien de plaatselijke situatie aanpassingen in de tekeningen vraagt, communiceert hij deze aanpassingen met de engineer of projectleider/leidinggevende. De onderdelen van de installatie worden uitgepakt, gecontroleerd en zonodig verder geassembleerd tot een functioneel onderdeel van de installatie. De beroepsbeoefenaar stelt op basis van de tekeningen de plaats vast van de onderdelen van de installatie en de verbindingspunten van de bedrading en bekabeling. De onderdelen worden geplaatst en de bedrading en bekabeling aangebracht. De diverse onderdelen worden aangesloten op de bedrading en bekabeling en gecontroleerd op de juistheid van de verbinding. De beroepsbeoefenaar maakt de installatie gebruiksklaar door middel van het inregelen en afstellen van de besturing en zonodig het programmeren van de PLC. De beroepsbeoefenaar test de werking van de installatie en stelt de in- en afregeling en programmering bij totdat de installatie werkt volgens specificaties en de wensen van de opdrachtgever (gebruiker). De beroepsbeoefenaar kan tevens worden ingezet bij service en onderhoud aan de geïnstalleerde installatie. Deze werkzaamheden omvatten het bijregelen van de besturing van de installatie (modificaties), periodieke controle van de werking van de installatie en het verhelpen van storingen. In geval van storingen lokaliseert de beroepsbeoefenaar de storing en analyseert de oorzaak van de storing. Na reparatie maakt de beroepsbeoefenaar de installatie weer gebruiksklaar volgens specificaties en de wensen van de opdrachtgever (gebruiker).
68
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatietechnicus Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. De beroepsbeoefenaar voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer (hand)gereedschap (schroevendraaier etc.), test- en meetapparatuur, machines (boren etc.), hoogwerkers (indien nodig) en een computer/laptop (indien nodig).
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig. Daarnaast begeleidt hij minder ervaren monteurs of hulpmonteurs. De eindverantwoordelijkheid voor het opleveren van de installatie ligt bij de beroepsbeoefenaar, dan wel bij een projectleider of leidinggevende, afhankelijk van de complexiteit en certificeringseisen van de installatie. Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Tekeningen lezen, analyseren en vertalen naar de uit te voeren werkzaamheden. • Technologische ontwikkelingen. Hierdoor krijgt de beroepsbeoefenaar te maken met nieuwe en onbekende installaties en onderdelen en onverwachte situaties. • Maatwerk. De beroepsbeoefenaar installeert verschillende soorten installaties. Hij moet bij elk te installeren installatie oplettend zijn, omdat de werkwijze en vereisten aan de werking van de installatie steeds kan afwijken. • In en afregelen en programmeren. De beroepsbeoefenaar dient hierbij rekening te houden met veel verschillende factoren. Dit vereist systeemkennis, een goed inzicht in de functionele werking van de diverse onderdelen van de installatie en overzicht over de werking van de gehele installatie. • Testen. Bij complexe installaties dient een uitgebreid testprogramma te worden doorlopen dat nauwgezet gevolgd moet worden. Daarbij dient bij het testen rekening te worden gehouden met alle omstandigheden waaronder de installatie werkt. Wanneer de installatie operationeel is, kan onzorgvuldigheid bij het testen leiden tot storingen. • Afstemming tussen wensen van de opdrachtgever en technische mogelijkheden van installaties. Gebruikswensen kunnen niet overeenkomen met de technische mogelijkheden van installaties. De beroepsbeoefenaar moet een goede inschatting kunnen maken van de realisatie van de gebruikswensen op grond van zijn systeemkennis. Tevens dient hij met de opdrachtgever helder te communiceren indien gebruikswensen niet gerealiseerd kunnen worden. Afbreukrisico’s liggen met name in het verkeerd interpreteren van tekeningen en schema’s, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken en miscommunicatie met klanten en collega’s.
Installatietechnicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
69
Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt in een koppel of team. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega’s, leidinggevenden en diverse andere afdelingen, zoals bijvoorbeeld de werkvoorbereiding of de ontwerpafdeling en buiten het bedrijf met de opdrachtgever/klant, onderaannemers en installateurs van andere disciplines. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Klantgerichtheid. De installatie moet gebruiksklaar gemaakt worden volgens wensen van de opdrachtgever. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar installeert installaties, zodanig dat deze voldoen aan gestelde kwaliteitseisen en de wensen van de opdrachtgever. Specifiek bij het programmeren is het van belang dat de werking van de installatie wordt afgestemd op de wensen van de opdrachtgever. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Dit is essentieel bij nagenoeg alle werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. • Zelfstandigheid. Het is van belang dat de beroepsbeoefenaar zijn werkzaamheden zelfstandig, dus zonder begeleiding kan uitvoeren. • Sociale en communicatieve vaardigheden. Ten behoeve van het contact met opdrachtgevers, het begeleiden van collega’s en het samenwerken met collega’s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang. Tevens moet de beroepsbeoefenaar tijdens en na afronding van de werkzaamheden richting alle betrokkenen noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden. • Signalerend en oplossend vermogen. De beroepsbeoefenaar moet alert zijn op fouten en afwijkingen tijdens de installatiewerkzaamheden. In geval van fouten en afwijkingen dient hij deze op te lossen. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Interpreteren van informatie. Dit is essentieel, omdat de beroepsbeoefenaar op basis van deze informatie zijn werkzaamheden bepaalt. • Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet zowel mondeling als schriftelijk op heldere wijze kunnen rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden, zowel binnen het bedrijf als buiten het bedrijf richting opdrachtgevers. • Kennis toepassingsmogelijkheden en gebruiken ICT. De beroepsbeoefenaar heeft tijdens zijn werkzaamheden te maken met ICT-toepassingen in installaties. Tevens maakt hij bij zijn werkzaamheden, indien nodig, zelf gebruik van computers en het internet. Om zijn werkzaamheden optimaal te verrichten, dient hij kennis van dit vakgebied te hebben. • Samenwerken met andere disciplines. Goede samenwerking met collega’s en externen van andere disciplines is noodzakelijk, zodat stagnering van het installatiewerk wordt voorkomen en een goede werksfeer ontstaat.
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen;
70
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatietechnicus Elektrotechniek
•
internationale ontwikkelingen.
Marktontwikkelingen De markt kenmerkt zich door voortdurende vernieuwing en wijziging van installaties en onderdelen. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen (bijvoorbeeld domotica), met name in de woningbouw en de particuliere markt. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij voortdurend op de hoogte moet blijven en zich zonodig moet bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in het werk. Tevens nemen - door een toenemende vraag in met name de particuliere sector - de werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheerssystemen in de woningbouw toe. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering Beroepsbeoefenaren moeten in toenemende mate gecertificeerd zijn om te kunnen werken binnen de verschillende werkvelden. Daarbij heeft hij regelmatig te maken met wijzigingen in certificering en regelgeving, zoals NEN, VCA en beveiliging. De beroepsbeoefenaar moet zijn werk volgens de meest recente normen en voorschriften uitvoeren en derhalve door middel van bijscholing en cursussen op de hoogte blijven van de laatste richtlijnen. Technologische ontwikkelingen Te installeren installaties en onderdelen veranderen voortdurend door diverse technologische ontwikkelingen. Door met name de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden installaties en onderdelen steeds meer gekenmerkt door een eenvoudigere montage en minder componenten en bekabeling en bedrading (dematerialisatie). Daarnaast worden hierdoor meer geïntegreerde toepassingen (zoals domotica) mogelijk. Door bovengenoemde ontwikkelingen wordt het monteren van installaties eenvoudiger en de werkzaamheden minder omvangrijk. Voor de beroepsbeoefenaar betekent bovenstaande dat de nadruk in zijn werk minder komt te liggen op het monteren van installaties en onderdelen, maar meer komt te liggen op het inregelen en programmeren hiervan. Zijn werk wordt complexer, doordat hij meer werkt met computers en ICT, nieuwe (geïntegreerde) toepassingen en installaties met zwakstroom. Daarnaast is meer overzicht van installaties en onderdelen vereist. De beroepsbeoefenaar moet derhalve beschikken over meer kennis op het gebied van ICT, zwakstroom, bustechnologie en geïntegreerde toepassingen. Doordat de benodigde kennis van installaties steeds uitgebreider wordt, zullen beroepsbeoefenaren genoodzaakt zijn zich verder te specialiseren naar werkvelden. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Bedrijven verbreden de werkvelden waarop zij werkzaam zijn, omdat zij klanten een totaalpakket aan diensten willen leveren. Tevens is er sprake van specialisatie van bedrijven naar aard van de werkzaamheden. Bedrijven gaan zich toeleggen op enerzijds het plaatsen en aansluiten van installaties op een breed scala van werkvelden en anderzijds op operationeel maken van installaties op een breed scala van werkvelden. Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij vaker met onderaannemers te maken krijgt. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
Installatietechnicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
71
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing in principe doorstromen naar de functie van: • Chef monteur • Projectleider • Werkvoorbereider/tekenaar/engineer • Service en onderhoudsmonteur
72
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatietechnicus Elektrotechniek
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Stelt elektrotechnische producten samen. 2. Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. 3. Controleert en meet aansluitingen. 4. Maakt elektrotechnische installaties gebruiksklaar. 5. Verricht service en onderhoud aan elektrotechnische installaties.
Installatietechnicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
73
3
Beroepscompetenties Installatietechnicus
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
instructies en tekeningen te interpreteren en te vertalen naar de te verrichten werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
de juiste positionering voor te plaatsen onderdelen, bekabeling en bedrading vast te stellen, zodat de plaatsing van elektrotechnische installaties correct kan worden uitgevoerd.
4.
elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat.
5.
de bekabeling voor en bedrading van elektrotechnische installaties aan te leggen, zodanig dat deze gereed zijn voor aansluiting.
6.
onderdelen van elektrotechnische installaties te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen.
7.
elektrotechnische installaties te controleren en te meten, zodat de installaties voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet.
8.
de besturing van elektrotechnische installaties te programmeren, zodat de installaties gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
9.
elektrotechnische installaties in te regelen en af te stellen, zodat de installaties gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
10.
tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen en installaties, zodat zeker is dat deze onder alle omstandigheden optimaal functioneren.
11.
periodiek onderhoud aan elektrotechnische installaties te verrichten, zodat de installaties optimaal en storingsvrij blijven functioneren.
12.
storingen in elektrotechnische installaties te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen.
13.
storingen in elektrotechnische installaties te verhelpen, zodat de installaties storingsvrij en optimaal functioneren.
14.
modificaties aan te brengen in elektrotechnische installaties, zodat het functioneren van de installaties worden verbeterd dan wel aangepast.
15.
zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen.
16.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
17.
minder ervaren collega’s te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd.
18.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
19.
te communiceren en samen te werken met collega's van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt.
74
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatietechnicus Elektrotechniek
20.
zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
21.
te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende, collega’s en opdrachtgever over de juiste informatie beschikken.
22.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
23.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
24.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
25.
de opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever.
26.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
Installatietechnicus Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
75
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
3
4
5
1.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
X
2.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
X
3.
Vaststellen positie te plaatsen onderdelen, bekabeling en bedrading
X
X
4.
Samenbouwen producten
X
5.
Aanleggen van bekabeling en bedrading
X
X
6.
Plaatsen en aansluiten
7.
Controleren en meten
X
8.
Programmeren
X
9.
Inregelen en afstellen
X
X
10. Uitvoeren van tests
X
X
11. Verrichten van periodiek onderhoud
X X
12. Lokaliseren en analyseren van storingen
X
13. Verhelpen van storingen
X
14. Aanbrengen van modificaties
X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 15. Aanwenden signalerend en oplossend vermogen
X
X
X
X
X
16. Kwaliteitszorg
X
X
X
X
X
18. Veiligheid en milieu
X
X
X
X
X
20. Systeem- en functiedenken
X
X
X
X
X
24. Administreren van gegevens
X
X
X
X
X
26. Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
17. Begeleiden en aansturen collega’s
X
X
X
19. Samenwerken met collega’s van andere disciplines
X
X
21. Rapporteren
X
X
22. Samenwerken
X
X
Sociaal-communicatieve (SC)
25. Adviseren van de opdrachtgever
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Ontwikkelings (ON) 23. Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden *
76
X
X
X
1 = Stelt elektrotechnische producten samen. 2 = Plaatst en sluit elektrotechnische installaties aan. 3 = Controleert en meet aansluitingen. 4 = Maakt elektrotechnische installaties gebruiksklaar. 5 = Verricht service en onderhoud aan elektrotechnische installaties.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Installatietechnicus Elektrotechniek
Kernberoep 6 1
Service Engineer Elektrotechniek
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Service en onderhoudsmonteur • S&O-monteur • Servicemonteur • Field Engineer • Onderhoudsmonteur • Elektromonteur • Monteur
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar is met name werkzaam bij middelgrote en grote elektrotechnische bedrijven in de industrie en de installatie. Het betreft productiebedrijven van machines en elektrotechnische onderdelen van machines en installaties en installatiebedrijven op alle uiteenlopende werkvelden binnen de elektrotechnische installatie. Het zwaartepunt varieert per bedrijf en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bedrijfsomvang en specialisatie van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar is werkzaam op de service- en onderhoudsafdeling van het bedrijf. De beroepsbeoefenaar verricht service en onderhoud aan machines en installaties. De werkzaamheden worden uitgevoerd aan uiteenlopende machines en installaties. Voorbeelden van producten waaraan wordt gewerkt zijn: • productiemachines; • algemene elektrotechnische installaties; • gebouwbeheerssystemen (inbraak, brand, toegangscontrole); • datanetwerken; • telecominstallaties; • (openbare) verlichting; • verkeerssignalering. Het betreft service en onderhoud aan ofwel de machines en installaties binnen het eigen bedrijf ofwel geïnstalleerde machines en installaties op locatie. De werkzaamheden worden uitgevoerd op diverse vakgebieden: elektrotechniek, elektronica, besturingstechniek, meet- en regeltechniek, ICT, pompen/motoren en werktuigbouwkunde. Ook hier varieert het zwaartepunt per beService Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
77
roepsbeoefenaar, afhankelijk van het soort machine of installatie waaraan wordt gewerkt. De werkzaamheden worden uitsluitend overdag of ook ’s avonds verricht. Tevens komt het voor dat bedrijven een roulerende storingsdienst hebben, waarbij de dienstdoende beroepsbeoefenaar in geval van storingen 24 uur per dag oproepbaar is.
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het lokaliseren en analyseren van storingen, het verhelpen van storingen, het verrichten van periodiek onderhoud, het aanbrengen van modificaties en het weer gebruiksklaar maken van elektrotechnische machines en installaties. Het verhelpen van storingen door middel van reparatie of vervangen van onderdelen verricht de beroepsbeoefenaar of zelf of hij stuurt anderen aan voor de uitvoering van deze werkzaamheden. De beroepsbeoefenaar kan tevens worden ingezet voor het samenbouwen en/of installeren van (complexe) machines en installaties. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar varieert per bedrijf en is afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de bedrijfsorganisatie en het soort machines of installaties waaraan wordt gewerkt. De werkzaamheden worden zowel binnen als buiten het bedrijf, op locatie verricht. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar ontvangt een storingsmelding van een meldkamer/servicedesk of rechtstreeks van de klant. Afhankelijk van het soort machine of installatie en de aard van de storingsmelding analyseert hij de storing op afstand - per telefoon of computer -, dan wel gaat hij naar de locatie waar de betreffende machine of installatie zich bevindt. Ten behoeve van de storingsanalyse verzamelt de beroepsbeoefenaar de benodigde informatie. Hiertoe wint hij informatie in bij de gebruiker van de machine of installatie over de aard van de storing en raadpleegt hij zonodig een logboek en tekeningen. Hij lokaliseert de storing en analyseert de oorzaak van de storing. De beroepsbeoefenaar verhelpt de storing door middel van reparatie, het vervangen van onderdelen en het bijregelen van de machine of installatie. Indien hij de oorzaak van de storing niet direct volledig kan verhelpen, zorgt hij voor een tijdelijke oplossing van het probleem. De beroepsbeoefenaar plant het periodiek onderhoud van elektrotechnische machines en installaties en voert de onderhoudswerkzaamheden uit. Hij registreert de onderhoudsgegevens in een logboek. Ter aanpassing of verbetering van het functioneren van de machine of installatie brengt hij - al dan niet op verzoek van de opdrachtgever - modificaties aan. Na het verrichten van de werkzaamheden maakt de beroepsbeoefenaar de machine of installatie weer gebruiksklaar door middel van het opnieuw inregelen en afstellen van de besturing en zonodig programmeren van de PLC. De beroepsbeoefenaar test de werking van de machine of installatie en stelt de in -en afregeling en programmering bij totdat de machine of installatie weer werkt volgens specificaties en de wensen van de opdrachtgever. Ten behoeve van de werkzaamheden verricht de beroepsbeoefenaar zonodig demontage- en montagewerkzaamheden aan de machine of installatie, legt hij (nieuwe) bedrading aan en/of plaatst hij nieuwe onderdelen, sluit deze aan en controleert de aansluitingen. Indien de reparaties of aangebrachte modificaties leiden tot aanpassingen in de tekening past de beroepsbeoefenaar deze tekening aan of communiceert hij deze aanpassingen met de engineer of projectleider/leidinggevende. De beroepsbeoefenaar rapporteert over de uitgevoerde werkzaamheden en registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. Tevens draagt de beroepsbeoefenaar zorg voor de planning van de eigen werkzaamheden, het beheer van de voorraad aan materialen, onderdelen en gereedschappen en zorgt hij ervoor dat hij - ten behoeve van de werkzaamheden te allen tijde over de juiste materialen, gereedschappen en/of hulpmiddelen beschikt. De beroepsbeoefenaar voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. 78
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer (hand)gereedschap (schroevedraaier etc.), test- en meetapparatuur, machines (boren etc.), thermografische camera’s (indien nodig), hoogwerkers (indien nodig) en een computer/laptop (indien nodig).
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig. Daarnaast begeleidt hij minder ervaren monteurs. De eindverantwoordelijkheid voor het opleveren van de machines of installatie ligt over het algemeen bij de beroepsbeoefenaar. Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Het analyseren van storingen. Dit is complex, omdat een storing zeer veel oorzaken kan hebben en de beroepsbeoefenaar met diverse factoren rekening moet houden. Tevens werkt de beroepsbeoefenaar aan uiteenlopende machines en installaties, die elk een eigen aanpak vragen. Het analyseren van storingen wordt extra complex, wanneer een storing op het moment dat de beroepsbeoefenaar ter plekke is niet meer optreedt. • Procesmatig inzicht. De beroepsbeoefenaar verricht de werkzaamheden aan verschillende soorten machines en installaties. Het is van belang dat de beroepsbeoefenaar doorziet hoe het proces in elkaar zit en wat de samenhang is tussen de verschillende functies van onderdelen van machines en installaties. Tevens dient hij rekening te houden met de specifieke veiligheidsomstandigheden van elke situatie. • Technologische ontwikkelingen. Hierdoor krijgt de beroepsbeoefenaar te maken met nieuwe en onbekende machines, installaties en onderdelen en onverwachte situaties. • Tijdsdruk. De beroepsbeoefenaar heeft te maken met tijdsdruk bij zijn werkzaamheden, omdat storingen over het algemeen snel verholpen dienen te worden. Het is van belang dat hij - ondanks de tijdsdruk - nauwkeurig en zorgvuldig blijft werken en kwaliteit levert. • In- en afregelen en programmeren. De beroepsbeoefenaar dient hierbij rekening te houden met veel verschillende factoren. Dit vereist systeemkennis, een goed inzicht in de functionele werking van de diverse onderdelen van machines en installaties en overzicht van de werking van de machines en installaties als geheel. • Testen. Bij complexe machines en installaties dient een uitgebreid testprogramma te worden doorlopen dat nauwgezet gevolgd moet worden. Daarbij dient bij het testen rekening te worden gehouden met alle omstandigheden waaronder machines en installaties werken. Wanneer machines en installaties operationeel zijn, kan onzorgvuldigheid bij het testen leiden tot storingen. • Omgaan met veel verschillende opdrachtgevers. De beroepsbeoefenaar heeft in zijn werk - ofwel binnen het eigen bedrijf ofwel buiten het eigen bedrijf - met veel verschillende opdrachtgevers te maken. De omstandigheden waarbinnen de beroepsbeoefenaar moet opereren, kunnen per opdrachtgever variëren. Daarnaast vervult de beroepsbeoefenaar Service Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
79
een dienstverlenende rol naar de opdrachtgever. Goed luisteren naar en een goede communicatie met de opdrachtgever zijn dan ook essentieel voor een goede uitvoering van zijn werkzaamheden. • Afstemming tussen wensen van de opdrachtgever en technische mogelijkheden van machines en installaties. Gebruikswensen kunnen niet overeenkomen met de technische mogelijkheden van machines en installaties. De beroepsbeoefenaar moet een goede inschatting kunnen maken van de realisatie van de gebruikswensen op grond van zijn systeemkennis. Tevens dient hij met de opdrachtgever helder te communiceren indien gebruikswensen niet gerealiseerd kunnen worden. Afbreukrisico’s liggen met name in verkeerde storingsanalyses, onnauwkeurig en onzorgvuldig werken, onderschatting van problemen, onbekende of conflicterende software en niet goed of onvoldoende controleren, meten en testen. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt over het algemeen alleen. Hij heeft contact binnen het bedrijf met collega’s, leidinggevenden en diverse andere afdelingen, zoals bijvoorbeeld de tekenafdeling, productieafdeling en werkvoorbereiding. Tevens heeft ofwel binnen ofwel buiten het eigen bedrijf contact met opdrachtgevers en buiten het bedrijf met leveranciers. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Servicegerichtheid. De beroepsbeoefenaar dient zich dienstverlenend op te stellen naar diegene voor wie hij service en onderhoud verricht. Dit kunnen opdrachtgevers zijn binnen het eigen bedrijf, maar ook opdrachtgevers buiten het eigen bedrijf. In beide gevallen dient hij rekening te houden met de wensen de opdrachtgever, bijvoorbeeld bij het aanbrengen van modificaties, het gebruiksklaar maken van machines en installaties en het geven van adviezen over gebruik en onderhoud van machines en installaties. • Kostenbewustzijn. Voor alle betrokkenen is het van belang dat de kosten zo laag mogelijk zijn. De beroepsbeoefenaar dient bij zijn werkzaamheden derhalve rekening te houden met de (mogelijke) kosten die hiermee gemoeid zijn. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer de beroepsbeoefenaar een keuze moet maken tussen repareren of vervangen van een bestaand onderdeel. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar verricht service en onderhoud aan machines en installaties, zodanig dat dit voldoet aan gestelde kwaliteitseisen en de wensen van de opdrachtgever. Specifiek het aanbrengen van modificaties en het programmeren van machines en installaties worden afgestemd op de wensen van de opdrachtgever. • Flexibiliteit. Dit is van belang, omdat de beroepsbeoefenaar te maken heeft met steeds wisselende situaties, opdrachtgevers en (soms onbekende) machines en installaties. Ook is flexibiliteit van belang in het geval hij wisselende werktijden heeft (bijvoorbeeld ook ’s avonds en/of ’s nachts werken). • Leerbereidheid. In het beroep van de beroepsbeoefenaar is sprake van diverse (technologische) ontwikkelingen. De beroepsbeoefenaar dient derhalve bereid te zijn om vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren. • Initiatiefrijkheid. Dit is onder meer van belang wanneer de beroepsbeoefenaar voor onverwachte problemen kan komen te staan. Hij dient het initiatief te nemen om tot oplossing van deze problemen te komen, zodat de opdrachtgever het gevoel heeft dat problemen hem uit handen worden genomen. Ook is het van belang dat hij het initiatief neemt op het gebied van het verbeteren van het functioneren van machines en installaties. • Sociale en communicatieve vaardigheden. Onder meer ten behoeve van het contact met opdrachtgevers en het begeleiden, aansturen en adviseren van collega’s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang.
80
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
• •
•
•
Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Dit is essentieel bij nagenoeg alle werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Besluitvaardigheid. Dit is onder meer van belang, omdat de beroepsbeoefenaar zelfstandig werkt en zonder hulp beslissingen moet kunnen nemen. Daarnaast is besluitvaardigheid van belang door de aard van zijn werkzaamheden: om in het geval van storingen onveilige situaties en/of hoge kosten te voorkomen, moet snel worden besloten op welke wijze problemen (tijdelijk) kunnen worden opgelost. Creativiteit. Dit is onder meer van belang bij het aanbrengen van modificaties en het vinden van (tijdelijke) oplossingen voor problemen, wanneer bijvoorbeeld voor de handliggende oplossingen niet uitvoerbaar zijn. Signalerend en oplossend vermogen. Dit is inherent aan de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar in de vorm van de storingen die hij dient te analyseren en op te lossen. De beroepsbeoefenaar kan echter ook tijdens zijn werkzaamheden knelpunten tegenkomen, bijvoorbeeld wanneer hij een storing niet (direct) kan verhelpen, de wensen van de opdrachtgever niet uitvoerbaar zijn, etc.
Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Verzamelen van informatie. Ten behoeve van de werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar efficiënt de noodzakelijke informatie verzamelen bij gebruiker c.q. opdrachtgever, logboeken, tekeningen etc. • Interpreteren en analyseren van informatie. De beroepsbeoefenaar dient informatie te analyseren en te vertalen naar zijn werkzaamheden. Dit is met name van belang bij het lokaliseren en analyseren van storingen. • Overdracht van informatie. Tijdens en na afronding van de uitvoering van de werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar richting alle betrokkenen noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden. • Multidisciplinair denken. De beroepsbeoefenaar dient een generalistische instelling te hebben en te kunnen denken vanuit verschillende vakgebieden, om een totaaloverzicht te krijgen van de verschillende factoren die invloed hebben op machines en installaties. Dit is met name van belang bij het analyseren en verhelpen van storingen en het aanbrengen van modificaties. • Samenwerken met andere disciplines. De beroepsbeoefenaar heeft bij zijn werkzaamheden te maken met collega’s en externen van andere disciplines. Om het totale werkproces optimaal te laten verlopen, is het van belang dat hij goed met hen kan samenwerken. • Prioriteiten stellen. Dit is met name van belang in het geval van tijdsdruk, meerdere storingen tegelijkertijd en bij het oplossen van storingen. Hij zal hierbij moeten bepalen wat het meest belangrijk en/of urgent is, zodat hij op basis hiervan (de volgorde van) zijn werkzaamheden inricht. • Kennis toepassingsmogelijkheden en gebruiken ICT. De beroepsbeoefenaar heeft tijdens zijn werkzaamheden te maken met ICT-toepassingen in machines en installaties. Tevens maakt hij bij zijn werkzaamheden, indien nodig, zelf gebruik van computers en het internet. Om zijn werkzaamheden optimaal te verrichten, dient hij kennis van dit vakgebied te hebben. • Analyse risico’s. De beroepsbeoefenaar dient mogelijke risico’s die tijdens zijn werkzaamheden kunnen optreden te inventariseren en analyseren. Hierbij dient hij rekening te houden met diverse factoren. Op basis van de risicoanalyse neemt hij de nodige (veiligheids)maatregelen en/of verricht zijn werk op dusdanige wijze, dat deze risico’s worden voorkomen. • Rapporteren. De beroepsbeoefenaar moet zowel mondeling als schriftelijk op heldere wijze kunnen rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden, zowel binnen het bedrijf als buiten het bedrijf richting klanten en opdrachtgevers.
Service Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
81
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen De markt kenmerkt zich door voortdurende vernieuwing en wijziging van machines en installaties. Ten gevolge van de technologische ontwikkelingen en de toename van het gebruik van ICT wordt meer mogelijk op het gebied van geïntegreerde en gecombineerde toepassingen (onder meer domotica en mechatronica). Voor de beroepsbeoefenaar betekent dit dat hij zich voortdurend moet bijscholen om genoemde ontwikkelingen te kunnen volgen en toe te passen in zijn werk. Tevens nemen in de installatiebranche - door een toenemende vraag in met name de particuliere sector - de werkzaamheden op het gebied van gebouwbeheerssystemen in de woningbouw toe. Een andere ontwikkeling is dat bedrijven - door een toenemende concurrentie van ‘lage lonen’ landen - zich mogelijk meer gaan richten op het vervaardigen van meer geavanceerde machines en installaties. Dit betekent dat de beroepsbeoefenaar nog meer te maken krijgt met maatwerk en complexere machines en installaties. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering Beroepsbeoefenaren moeten in toenemende mate gecertificeerd zijn om te kunnen werken binnen de verschillende werkvelden. Daarbij heeft hij regelmatig te maken met wijzigingen in certificering en regelgeving, bijvoorbeeld in het kader van NEN, VCA en beveiliging. De beroepsbeoefenaar moet zijn werk volgens de meest recente normen en voorschriften uitvoeren en derhalve door middel van bijscholing en cursussen op de hoogte blijven van de laatste richtlijnen. Technologische ontwikkelingen Machines en installaties veranderen voortdurend door diverse technologische ontwikkelingen. Door onder meer de toename van het gebruik van ICT en bustechnologie worden machines en installaties gekenmerkt door een eenvoudigere opbouw uit minder componenten (dematerialisatie) en minder bekabeling. Hierdoor worden meer geïntegreerde toepassingen (zoals domotica) mogelijk. Tevens is er in machines en installaties sprake van een toenemende integratie van de vakgebieden elektrotechniek, elektronica, ICT en werktuigbouwkunde (mechatronica). Naast een toename van ICT in machines en installaties neemt tevens het gebruik van ICT toe bij het verrichten van service en onderhoud: de beroepsbeoefenaar werkt in toenemende mate met computers. Een hieraan relateerde ontwikkeling is de zogenaamde ‘remote diagnostics’, waarbij storingsanalyses en aanpassingen van instellingen van machines en installaties op afstand via internetverbinding of telefoonlijn verricht worden. Voor de beroepsbeoefenaar hebben bovenstaande ontwikkelingen onder meer tot gevolg dat het lokaliseren van storingen minder complex wordt: de machine of installatie geeft via een display al aan waar de storing zich bevindt. Zijn overige werkzaamheden worden echter complexer, doordat de achterliggende technologieën complexer zijn. Dit komt onder meer naar voren bij het analyseren van de oorzaak van een storing. Een ander gevolg is dat hij zijn werkzaamheden in toenemende mate op afstand - vanuit thuis of het eigen bedrijf - zal verrichten. De beroepsbeoefenaar moet derhalve beschikken over meer kennis op het gebied van ICT, zwakstroom, bustechnologie, geïntegreerde toepassingen, het internet en uiteenlopende vakgebieden. Doordat de
82
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
benodigde kennis van machines en installaties steeds uitgebreider wordt, zullen beroepsbeoefenaren genoodzaakt zijn zich verder te specialiseren naar werkvelden. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Door ontwikkelingen, zoals ‘remote diagnostics’ zal de beroepsbeoefenaar steeds meer vanuit thuis of het eigen bedrijf werken en minder op locatie. Dit betekent onder meer dat hij minder direct contact met opdrachtgevers en andere betrokkenen zal hebben. Tevens zal hij in kortere tijd meer storingen kunnen verhelpen. Een andere ontwikkeling is dat bedrijven steeds meer een totaalpakket aan diensten willen leveren aan opdrachtgevers. Eén van die diensten is het aanbieden van service- en onderhoudscontracten. Hierdoor zullen de service- en onderhoudswerkzaamheden binnen bedrijven toenemen, waardoor op de langere termijn mogelijk meer servicetechnici nodig zijn. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
1.6
Loopbaanmogelijkheden
De beroepsbeoefenaar kan op basis van ervaring, bij- en opscholing in principe doorstromen naar de functie van: • Senior servicetechnicus; • Projectleider/coördinator; • Werkvoorbereider; • Systeemontwerper; • Engineer; • Inspecteur.
Service Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
83
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Analyseert en lokaliseert storingen in elektrotechnische machines en installaties. 2. Verhelpt storingen in elektrotechnische machines en installaties. 3. Verricht onderhoud en modificaties aan elektrotechnische machines en installaties. 4. Controleert en meet elektrotechnische machines en installaties. 5. Maakt elektrotechnische machines en installaties gebruiksklaar.
84
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
3
Beroepscompetenties Service Engineer Elektrotechniek
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren ten behoeve van een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden.
4.
storingen in elektrotechnische machines en installaties te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen.
5.
storingen in elektrotechnische machines en installaties te verhelpen, zodat deze storingsvrij en optimaal functioneren.
6.
periodiek onderhoud aan elektrotechnische machines en installaties te verrichten, zodat deze optimaal en storingsvrij blijven functioneren.
7.
de- en montage werkzaamheden uit te voeren ten behoeve van het onderhoud of reparatie van elektrotechnische machines en installaties.
8.
modificaties aan te brengen in elektrotechnische machines en installaties, zodat het functioneren van de machines en installaties wordt verbeterd dan wel aangepast.
9.
onderdelen van elektrotechnische machines en installaties te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen.
10.
elektrotechnische machines en installaties te controleren en te meten, zodat deze voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet.
11.
de besturing van elektrotechnische machines en installaties te programmeren, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
12.
elektrotechnische machines en installaties in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
13.
tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, machines en installaties, zodat zeker is dat deze onder alle omstandigheden optimaal functioneren
14.
te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende, collega's en opdrachtgever over de juiste informatie beschikken.
15.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
16.
zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische machines en installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
17.
minder ervaren collega's te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd.
18.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
Service Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
85
19.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
20.
zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen.
21.
te communiceren en samen te werken met collega's van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt.
22.
de juiste afwegingen te maken bij zijn werkzaamheden ten aanzien van te maken kosten, zodanig dat de werkzaamheden optimaal worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten.
23.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
24.
de opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische machines en installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever.
25.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
26.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
86
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
3
2.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
X
3.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
X
4.
Lokaliseren en analyseren van storingen
X
5.
Verhelpen van storingen
6.
Verrichten periodiek onderhoud
7.
Verrichten de- en montagewerkzaamheden
8.
Aanbrengen modificaties
9.
Plaatsen en aansluiten
10.
Controleren en meten
11.
Programmeren
12.
Inregelen en afstellen
13.
Uitvoeren van tests
4
5
X X X
X
X
X
X X
X
X X X X
X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 15.
Administreren van gegevens
X
X
X
X
X
16.
Systeem- en functiedenken
X
X
X
X
X
19.
Kwaliteitszorg
X
X
X
X
X
20.
Aanwenden signalerend en oplossend vermogen
X
X
X
X
X
22.
Kostenbewust werken
X
X
X
X
X
23.
Veiligheid en milieu
X
X
X
X
X
25.
Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 1.
Verzamelen van informatie
X
X
X
14.
Rapporteren
X
X
X
X
17.
Begeleiden en aansturen collega’s
X
X
X
X
21.
Samenwerken met collega’s van andere disciplines
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
24.
Adviseren van de opdrachtgever
26.
Samenwerken
X X
X
X
Ontwikkelings (ON) 18. *
Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
1 = Analyseert en lokaliseert storingen in elektrotechnische machines en installaties. 2 = Verhelpt storingen in elektrotechnische machines en installaties. 3 = Verricht onderhoud en modificaties aan elektrotechnische machines en installaties. 4 = Controleert en meet elektrotechnische machines en installaties. 5 = Maakt elektrotechnische machines en installaties gebruiksklaar.
Service Engineer Elektrotechniek
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
87
88
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Service engineer Elektrotechniek
Kernberoep 7 1
Servicemonteur Elektronica
Beroepsbeschrijving
In deze beroepsbeschrijving komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde. • Mogelijke functiebenamingen. • Beroepscontext. • Werkzaamheden. • Nadere typering van het werk. • Ontwikkelingen. • Loopbaanmogelijkheden.
1.1
Mogelijke functiebenamingen
Voor deze beroepsbeoefenaar worden in de praktijk onder meer de volgende functiebenamingen gebruikt. • Monteur consumentenelektronica • Servicemonteur elektronica • Monteur • Technicus • Specialist
1.2
Beroepscontext
De beroepsbeoefenaar werkt met name bij reparatiebedrijven, winkels en productiebedrijven van consumentenelektronica en kantoormachines. Het betreft zowel kleine als (middel)grote bedrijven. De beroepsbeoefenaar is werkzaam op de reparatieafdeling of werkplaats van het bedrijf. De beroepsbeoefenaren repareren elektronische gebruiksgoederen voor particulieren en kantoren. De werkzaamheden worden uitgevoerd aan de volgende productgroepen: • consumentenelektronica, zoals audio, video, tv’s, camera’s e.d.; • groothuishoudelijke apparatuur, zoals koelkasten, was- en afwasmachines; • kantoormachines, zoals kopieermachines en faxen; • hardware van losgekoppelde computers en computerrandapparatuur. De werkzaamheden worden uitgevoerd op de vakgebieden elektrotechniek, elektronica, ICT en fijnmechanica. Het zwaartepunt van de werkzaamheden ligt op het vakgebied elektronica.
1.3
Werkzaamheden
De werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar bestaan uit het lokaliseren en analyseren van storingen, het repareren van het product en het weer gebruiksklaar maken van de producten. Afhankelijk van de productgroep waaraan wordt gewerkt, worden de werkzaamheden binnen het bedrijf of op locatie bij de opdrachtgever uitgevoerd. De reparatie van consumentenelektro-
Servicemonteur Elektronica
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
89
nica wordt altijd binnen het bedrijf uitgevoerd. De werkzaamheden aan de productgroep groothuishoudelijke apparatuur worden altijd op locatie uitgevoerd. Procesbeschrijving De beroepsbeoefenaar ontvangt het product met een omschrijving van de storing of een storingsmelding. Hij lokaliseert de storing en analyseert de oorzaak van de storing. Ten behoeve van de storingsanalyse verzamelt de beroepsbeoefenaar de benodigde informatie. Hiertoe wint hij zonodig informatie in bij de gebruiker van het product over de aard van de storing en raadpleegt hij productdocumentatie. De beroepsbeoefenaar verhelpt de storing door middel van reparatie van het defecte onderdeel of vervanging daarvan. Na het verhelpen van de storing maakt de beroepsbeoefenaar het product weer gebruiksklaar en herstelt de basisinstellingen van het product. De beroepsbeoefenaar controleert en test of het gerepareerde product weer werkt volgens de producteisen. Ten behoeve van de werkzaamheden verricht de beroepsbeoefenaar eenvoudige demontage- en montagewerkzaamheden. De beroepsbeoefenaar registreert en administreert de voor de bedrijfsvoering noodzakelijk gegevens. De beroepsbeoefenaar voert verpakkings- en restmaterialen af op een milieuverantwoorde wijze. Tevens zorgt de beroepsbeoefenaar ervoor dat hij - ten behoeve van de werkzaamheden - over de juiste materialen, gereedschappen en hulpmiddelen beschikt. Hulpmiddelen De beroepsbeoefenaar maakt bij de uitvoering van zijn werk gebruik van alle gangbare relevante gereedschappen en hulpmiddelen, zoals onder meer fijnmechanisch handgereedschap, een soldeerbout, beeld- of audiogeneratoren, meet- en test gereedschap, een computer en speciaal gereedschap ter bewerking van kleine elektronische componenten, zoals een microscoop en een infrarood soldeerbout.
1.4
Nadere typering van het werk
In deze paragraaf wordt ingegaan op een nadere typering van het werk van de beroepsbeoefenaar. De volgende onderdelen komen hierbij achtereenvolgens aan bod: • rol en verantwoordelijkheden; • complexiteit; • betrokkenen; • typerende beroepshouding. Rol en verantwoordelijkheden De beroepsbeoefenaar werkt zelfstandig. De eindverantwoordelijkheid van het opleveren van het product ligt bij de beroepsbeoefenaar. Complexiteit De complexiteit in de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar wordt met name bepaald door de volgende factoren. • Het analyseren van storingen. Voor een juiste storingsanalyse moet de beroepsbeoefenaar overzicht houden over en rekening houden met het totale spectrum aan factoren dat van invloed is op het ontstaan van de storing. • Samenstelling van de producten. De producten waaraan gewerkt wordt, bevatten zeer verfijnde techniek en zijn opgebouwd uit een grote hoeveelheid onderdelen van zeer ge-
90
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Servicemonteur Elektronica
ringe omvang. De beroepsbeoefenaar moet hierbinnen het overzicht houden en zeer alert zijn op mogelijke schade aan onderdelen tijdens de reparatiewerkzaamheden. • Technologische ontwikkelingen. De toegepaste technologie in elektronica ontwikkelt zich in een hoog tempo. De beroepsbeoefenaar moet continu op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in zijn werkveld. • De afweging of een product gerepareerd kan worden. De beroepsbeoefenaar moet op basis van de storingsanalyse een afweging maken of het vanuit kostenoogpunt van de opdrachtgever zinvol is om de reparatie te verrichten. Afbreukrisico’s liggen met name in het onjuist interpreteren van informatie, het overschrijden van de gegeven tijd voor de reparatie en het niet juist verhelpen van het defect. Een ander afbreukrisico is het maken van onjuiste afwegingen tussen de geschatte reparatiekosten en de kosten voor complete vervanging van het defecte apparaat. Betrokkenen De beroepsbeoefenaar werkt over het algemeen alleen. Hij heeft contact binnen de afdeling met collega’s en leidinggevenden. Hij heeft contact buiten het bedrijf met opdrachtgevers. Typerende beroepshouding In het werk van de beroepsbeoefenaar zijn met name de volgende houdingsaspecten van belang. • Klantgerichtheid. In algemene zin is het van belang dat de beroepsbeoefenaar zich bewust is van zijn taak en het uiteindelijk doel van de werkzaamheden: de klant voorzien van goed werkend product. In het geval dat de beroepsbeoefenaar op locatie werkt, dient hij zich servicegericht op te stellen naar de opdrachtgever/klant. • Kwaliteitsbewustzijn. De beroepsbeoefenaar dient zich bewust te zijn van zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het gerepareerde product en dient zijn werkzaamheden met dit besef uit te voeren. • Nauwkeurigheid en zorgvuldigheid. Vanwege de hoeveelheid en zeer geringe omvang van de verschillende onderdelen waarmee de beroepsbeoefenaar werkt, zijn nauwkeurigheid en zorgvuldigheid van essentieel belang voor een goede uitoefening van de werkzaamheden. • Besluitvaardigheid. De beroepsbeoefenaar moet afwegingen maken in zake geschatte reparatietijd en de geschatte kosten daarvan. Als de reparatie zoveel tijd in beslag neemt dat de reparatiekosten hoger uitvallen dan de kosten voor vervanging van het product of onderdeel, moet de beroepsbeoefenaar dit tijdig signaleren, zodat onnodig werk geminimaliseerd wordt. • Kostenbewustzijn. Om de hierboven genoemde afwegingen te kunnen maken, moet de beroepsbeoefenaar de kosten van bepaalde artikelen, onderdelen en arbeidsuren kennen. • Sociale en communicatieve vaardigheden. Ten behoeve van het contact met opdrachtgevers en het overleg met collega’s zijn sociale en communicatieve vaardigheden van belang. Daarnaast zijn met name de volgende vaktechnische aspecten van belang. • Interpreteren en analyseren van informatie. Voor een juiste storingsanalyse is het van belang dat de beroepsbeoefenaar de beschikbare informatie en de tests die de beroepsbeoefenaar zelf uitvoert op een juiste wijze interpreteert. • Zelf informatie verzamelen. Ten behoeve van de werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar efficiënt de noodzakelijke informatie verzamelen bij de gebruiker c.q. opdrachtgever en uit productdocumentatie. • Overdracht van informatie. Tijdens en na afronding van de uitvoering van werkzaamheden moet de beroepsbeoefenaar richting opdrachtgevers en collega’s noodzakelijke informatie overdragen en dit op een heldere wijze verwoorden.
Servicemonteur Elektronica
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
91
•
Signalerend en oplossend vermogen. Dit is inherent aan de werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar in de vorm van de storingen die hij dient te analyseren en op te lossen. De beroepsbeoefenaar moet echter ook tijdens zijn werkzaamheden alert zijn op afwijkingen in het product, zoals slijtage, die niet direct verband houden met de storing en deze indien mogelijk oplossen.
1.5
Ontwikkelingen
Hieronder wordt ingegaan op ontwikkelingen waarmee de beroepsbeoefenaar in zijn werk te maken heeft en/of in de toekomst gaat krijgen. Achtereenvolgens worden de volgende ontwikkelingen behandeld: • marktontwikkelingen; • ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering; • technologische ontwikkelingen; • bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen; • internationale ontwikkelingen. Marktontwikkelingen De verwachting is dat de omruilsnelheid van elektronicaproducten zal gaan toenemen. Tevens zullen reparaties door een daling van de verkoopprijs voor bepaalde productgroepen minder lonend worden. Ten gevolge daarvan zal het reparatiewerk in omvang gaan afnemen en zich sterker gaan richten op de duurdere en hoogwaardige productgroepen. Ontwikkelingen op het gebied van wetgeving/overheidsregulering Om de technologische ontwikkelingen bij te houden kan de beroepsbeoefenaar gebruik maken van door leveranciers aangeboden producttrainingen, die naast kennis ook een vorm van certificering opleveren. Technologische ontwikkelingen Binnen de elektronicaproducten is sprake van twee belangrijke ontwikkelingen: • miniaturisatie van onderdelen; • toenemende toepassing van ICT binnen de producten. Ten gevolge van deze ontwikkelingen wordt de kwaliteit van de producten verhoogd. De verwachting is dat het reparatiewerk hierdoor in omvang zal afnemen. Daarnaast hebben de ontwikkelingen tot gevolg dat de producten complexer worden qua samenstelling. Als gevolg hiervan is er meer specialistische kennis van de producten vereist. Tevens zal ICT kennis in toenemende mate van belang worden voor de beroepsbeoefenaar. Een aan ICT gerelateerde ontwikkeling is het zogenaamde “remote diagnostics” waarbij storingsanalyses en aanpassingen van instellingen van producten op afstand via internetverbinding of telefoonlijn verricht worden. Deze ontwikkeling is met name aanwezig bij de productgroep kantoormachines. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen N.v.t. Internationale ontwikkelingen N.v.t.
92
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Servicemonteur Elektronica
1.6
Loopbaanmogelijkheden
Het repareren van elektronicaproducten is specialistisch werk, waardoor de doorstroommogelijkheden beperkt zijn. Men kan, op basis van ervaring, specialist worden op een bepaalde productgeroep (bijvoorbeeld digitale camera’s). Bij de grotere bedrijven is er de mogelijkheid tot doorstroming naar andere functies, zoals administratief, commercieel of leidinggevend.
Servicemonteur Elektronica
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
93
2
Kerntaken van het beroep
Een kerntaak is als volgt te omschrijven. • Een kerntaak is een afgerond deel van bepaalde werkzaamheden met een eigen doel. • Uitvoering van een kerntaak is uitwisselbaar: iemand anders moet kunnen instappen en de kerntaak uitvoeren; • Elke kerntaak kent een resultaat. Kerntaken van de beroepsbeoefenaar De kerntaken van de beroepsbeoefenaar zijn de volgende. 1. Analyseert en lokaliseert storingen in elektronische producten. 2. Verhelpt storingen in elektronische producten. 3. Controleert en meet elektronische producten. 4. Maakt elektronische producten gebruiksklaar.
94
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Servicemonteur Elektronica
3
Beroepscompetenties Servicemonteur Elektronica
De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze: 1.
relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren.
2.
het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden.
3.
tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren ten behoeve van een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden.
4.
storingen in elektronische producten te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen.
5.
storingen in elektronische producten te verhelpen, zodat deze storingsvrij en optimaal functioneren.
6.
de- en montagewerkzaamheden uit te voeren ten behoeve van het verhelpen van storingen in elektronische producten.
7.
elektronische onderdelen te repareren, zodanig dat de onderdelen weer voldoen aan gestelde eisen van functionaliteit en optimaal functioneren.
8.
elektronische producten te controleren en te meten, zodat deze voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet.
9.
elektronische producten in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever.
10.
eenvoudige tests uit te voeren op elektronische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren.
11.
een administratie bij te houden ten aanzien van de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering.
12.
uitvoering te geven aan kwaliteitszorg door middel van een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt.
13.
de juiste afwegingen te maken bij zijn werkzaamheden ten aanzien van te maken kosten, zodanig dat de werkzaamheden optimaal worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten.
14.
de opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektronische producten optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever.
15.
zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen.
16.
veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd.
17.
samen te werken met collega's, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt.
18.
vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren.
19.
het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd.
Servicemonteur Elektronica
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
95
4
Overzichtsschema beroepscompetenties
In het volgende overzicht worden de beroepscompetenties van de beroepsbeoefenaar in trefwoorden weergegeven. Er zijn vier categorieën van beroepscompetenties waarnaar de competenties zijn ingedeeld, namelijk: • vakmatig-methodische competenties (VM); • bestuurlijk-organisatorische en strategische competenties (BOS); • sociaal-communicatieve competenties (SC); • ontwikkelingscompetenties (ON). Tevens is te zien bij welke kerntaken van de beroepsbeoefenaar de competenties aan de orde zijn. BEROEPSCOMPETENTIES
KERNTAAK*
Vakmatig-methodisch (VM)
1
2
2.
Voorbereiden van het eigen werk
X
X
3.
Interpreteren van tekeningen en informatie
X
X
4.
Lokaliseren en analyseren van storingen
X
5.
Verhelpen van storingen
X
6.
Verrichten de- en montagewerkzaamheden
X
7.
Uitvoeren van reparaties
8.
Controleren en meten
9.
Inregelen en afstellen
10.
Uitvoeren van eenvoudige tests
3
4
X X
X X X
X
Bestuurlijk-organisatorisch en strategisch (BOS) 11.
Administreren van gegevens
X
X
X
X
12.
Kwaliteitszorg
X
X
X
X
13.
Kostenbewust werken
X
X
X
X
15.
Aanwenden signalerend en oplossend vermogen
X
X
X
X
16.
Veiligheid en milieu
X
X
X
X
19.
Inzicht in bedrijfsproces
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Sociaal-communicatieve (SC) 1.
Verzamelen van informatie
14.
Adviseren van de opdrachtgever
17.
Samenwerken
X
Ontwikkelings (ON) 18.
Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
* 1 = Analyseert en lokaliseert storingen in elektronische producten. 2 = Verhelpt storingen in elektronische producten. 3 = Controleert en meet elektronische producten. 4 = Maakt elektronische producten gebruiksklaar.
96
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Servicemonteur Elektronica
5
Competentieoverzicht MBO Elektrotechniek
In hoofdstuk 4 zijn de BCP’s van de zeven kernberoepen weergegeven. In dit hoofdstuk wordt een totaaloverzicht gegeven van alle beroepscompetenties die voor de zeven kernberoepen ontwikkeld zijn. In het volgende overzicht worden alle beroepscompetenties van de zeven kernberoepen in de MBO Elektrotechniek weergegeven. In het overzicht is per kernberoep te zien welke competenties hier aan de orde zijn. De ontwikkelde beroepscompetenties zijn geclusterd in de categorieën. Er zijn 22 categorieën waarnaar de verschillende beroepscompetenties zijn ingedeeld, namelijk: 1. tekeningen maken; 2. werkvoorbereiding/calculatie; 3. omgaan met informatie; 4. voorbereiden van het eigen werk; 5. samenbouw; 6. storingen en reparatie; 7. onderhoud en modificaties; 8. plaatsen en aansluiten; 9. controleren, meten en testen; 10. in bedrijf stellen; 11. kwaliteitszorg; 12. omgaan met knelpunten, fouten en afwijkingen; 13. omgaan met gegevens t.a.v. verrichte werkzaamheden; 14. arbo, veiligheid en milieu; 15. systeem- en functiedenken; 16. inzicht in bedrijfsproces; 17. kostenbewust werken; 18. samenwerken; 19. begeleiden en aansturen collega’s; 20. samenwerken met collega’s van andere disciplines; 21. adviseren van de opdrachtgever; 22. vakkennis en ontwikkelingen bijhouden. Indien het overzicht met de 22 categorieën van beroepscompetenties wordt bezien, dan blijkt dat de diverse categorieën verschillen naar de mate waarin zij voorkomen bij de verschillende kernberoepen. Hieronder wordt hier verder op ingegaan. Er zijn negen categorieën van beroepscompetenties die bij alle zeven kernberoepen aan de orde zijn. Het betreft hier de categorieën 3, 4, 11, 12, 13, 14, 16, 18 en 22. • Hiervan zijn er vijf categorieën waarvan tévens de invulling - qua formulering van de competenties en/of het aantal competenties - voor alle zeven kernberoepen identiek is. Het betreft hier de volgende vijf categorieën van beroepscompetenties: 4. voorbereiden van het eigen werk; 11. kwaliteitszorg; 16. inzicht in bedrijfsproces; 18. samenwerken; 22. vakkennis en ontwikkelingen bijhouden.
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
97
•
De overige vier categorieën van beroepscompetenties zijn categorieën die bij alle zeven kernberoepen aan de orde zijn, maar waarvan de invulling - qua formulering van de competenties en/of het aantal competenties - wél per kernberoep varieert. De invulling van deze categorieën is dus afhankelijk van het soort kernberoep. Het betreft hier: 3. omgaan met informatie; 12. omgaan met knelpunten, fouten en afwijkingen; 13. omgaan met gegevens tav verrichte werkzaamheden; 14. arbo, veiligheid en milieu.
De overige dertien categorieën van beroepscompetenties komen niet bij alle kernberoepen voor en zijn beroepsspecifiek te noemen. De meest beroepsspecifiek en dus de minst voorkomende categorieën van beroepscompetenties zijn: 1. tekeningen maken (is bij 1 kernberoep aan de orde); 2. werkvoorbereiding (is bij 1 kernberoep aan de orde); 6. storingen en reparatie (is bij 3 kernberoepen aan de orde); 7. onderhoud en modificaties (is bij 3 kernberoepen aan de orde); 17. kostbewust werken (is bij 3 kernberoepen aan de orde); 19. begeleiden en aansturen van collega’s (is bij 3 kernberoepen aan de orde).
98
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
Overzicht beroepscompetenties elektrotechniek MBO • •
De volgorde van de BCP’s in de kolommen is gelijk gemaakt aan de volgorde in het rapport. In het overzicht wordt in de lege vakjes de volgende tekst opgenomen: Geen competenties in deze categorie.
Kenmerk Tekeningen maken
Engineer Elektrotechniek
•
•
•
Werkvoorbereiding/ calculatie
•
•
•
Monteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Technicus Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Installatiemonteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Installatietechnicus Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Service Engineer Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Servicemonteur Elektronica Geen competenties in deze categorie
Een planning te maken voor Geen competenties in deze de uit te voeren werkzaamhe- categorie den in een productie- en installatieproces, zodat duidelijk is hoeveel tijd en mensuren benodigd zijn en tevens de continuïteit van het proces gewaarborgd is
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
o.b.v. eisen van de opdrachtgever schetsen te maken van de aan te leggen elektrotechnische installaties, zodat de samenstelling en werking hiervan zijn vastgelegd Te ondersteunen bij het ontwerpen van nieuwe elektrotechnische producten, zodat bijgedragen wordt aan een optimaal verloop van het ontwerpproces o.b.v. een ontwerp en bijbehorende ontwerpspecificaties tekeningen van elektrotechnische producten en installaties te maken, zodanig dat de producten en installaties op basis hiervan vervaardigd kunnen worden
Te bepalen welke materialen voor een uit te voeren productie- en installatieproces benodigd zijn t.b.v. een optimale uitvoering van het productieen installatieproces Berekeningen te maken t.b.v. de uitvoering van een productie- en installatieproces, zodat duidelijk is hoeveel materialen, mensuren en hulpmiddelen voor dit proces benodigd zijn
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
99
Kenmerk Omgaan met informatie
Engineer Elektrotechniek
•
•
•
Voorbereiden van het eigen werk Samenbouw
•
Tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren t.b.v. een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden
Monteur Elektrotechniek
•
Relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren
Instructies en eenvoudige tekeningen te interpreteren en te vertalen naar zijn werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd
Technicus Elektrotechniek
•
•
Instructies en tekeningen te interpreteren en te vertalen naar de te verrichten werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze worden uitgevoerd
Installatiemonteur Elektrotechniek
•
Instructies en eenvoudige tekeningen te interpreteren en te vertalen naar zijn werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd
Installatietechnicus Elektrotechniek
•
•
Zijn technisch inzicht aan te wenden om de wijze van bedraden te bepalen, zodat de bedrading volgens gestelde eisen kan worden aangelegd
Instructies en tekeningen te interpreteren en te vertalen naar de te verrichten werkzaamheden, zodat deze werkzaamheden op de juiste wijze kunnen worden uitgevoerd
Service Engineer Elektrotechniek
•
•
De juiste positionering voor te plaatsen onderdelen, bekabeling en bedrading vast te stellen, zodat de plaatsing van elektrotechnische installaties correct kan worden uitgevoerd
Tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren t.b.v. een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden Relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren
Servicemonteur Elektronica
•
•
Tekeningen en andersoortige informatie te interpreteren en te analyseren t.b.v. een optimale uitvoering van zijn werkzaamheden Relevante informatie bij de juiste informatiebronnen te verzamelen, zodat hij voldoende informatie heeft om zijn werkzaamheden efficiënt en optimaal te kunnen uitvoeren
O.b.v. zijn inzicht in productaanbod en -mogelijkheden en technische ontwikkelingen te bepalen op welke wijze elektrotechnische producten en installaties zo optimaal mogelijk kunnen worden samengesteld, zodat wordt voldaan aan de wensen van de opdrachtgever
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden Geen competenties in deze categorie
• •
•
•
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden Elektrotechnische onderdelen te vervaardigen, zodanig dat deze gereed zijn voor samenbouw tot een product Eenvoudige elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat Eenvoudige elektrotechnische producten en onderdelen te voorzien van bedradingen, zodanig dat de producten en onderdelen gereed zijn voor aansluiting
• •
•
•
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden Elektrotechnische onderdelen te vervaardigen, zodanig dat deze gereed zijn voor samenbouw tot een product Elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat Elektrotechnische producten en onderdelen te voorzien van bedradingen, zodanig dat de producten en onderdelen gereed zijn voor aansluiting
• •
•
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden Elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat De bekabeling voor en bedrading van elektrotechnische installaties aan te leggen, zodanig dat deze gereed zijn voor aansluiting
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
• •
•
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden Elektrotechnische producten samen te bouwen uit onderdelen, zodanig dat een functioneel geheel ontstaat De bekabeling voor en bedrading van elektrotechnische installaties aan te leggen, zodanig dat deze gereed zijn voor aansluiting
• •
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden De- en montagewerkzaamheden uit te voeren t.b.v. het onderhoud of reparatie van elektrotechnische machines en installaties
• •
Het werk voor te bereiden voor een correcte uitvoering van zijn werkzaamheden De- en montagewerkzaamheden uit te voeren t.b.v. het verhelpen van storingen in de elektronische producten
100
Kenmerk Storingen en reparatie
Engineer Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Monteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Technicus Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Installatiemonteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Installatietechnicus Elektrotechniek
•
•
Onderhoud en modificaties
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
Geen competenties in deze categorie
•
•
Plaatsen en aansluiten
Geen competenties in deze categorie
•
Controleren, meten en testen
Geen competenties in deze categorie
•
•
Eenvoudige elektrotechnische producten te plaatsen en aan te sluiten, zodanig dat de producten onder spanning kunnen worden gezet Het eigen werk te controleren, zodat zeker is dat verbindingen op juiste wijze zijn aangebracht Eenvoudige tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren
•
•
•
Elektrotechnische producten te plaatsen en aan te sluiten, zodanig dat de producten onder spanning kunnen worden gezet Onderdelen, bedrading en producten te controleren, zodat zeker is dat producten op de juiste wijze zijn samengesteld Tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen en producten, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren
•
•
•
Onderdelen van elektrotechnische installaties te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen Elektrotechnische installaties te controleren en te meten, zodat de installaties voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet Eenvoudige tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
•
•
•
Storingen in elektrotechnische installaties te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen Storingen in elektrotechnische installaties te verhelpen, zodat de installaties storingsvrij en optimaal functioneren
Periodiek onderhoud aan elektrotechnische installaties te verrichten, zodat de installaties optimaal en storingsvrij blijven functioneren Modificaties aan te brengen in elektrotechnische installaties, zodat het functioneren van de installaties wordt verbeterd dan wel aangepast Onderdelen van elektrotechnische installaties te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen Elektrotechnische installaties te controleren en te meten, zodat de installaties voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet Tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen en installaties, zodat zeker is dat deze onder alle omstandigheden optimaal functioneren
Service Engineer Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
•
Storingen in elektrotechnische machines en installaties te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen Storingen in elektrotechnische machines en installaties te verhelpen, zodat deze storingsvrij en optimaal functioneren
Servicemonteur Elektronica
•
•
•
Storingen in elektronische producten te lokaliseren en te analyseren, zodat de oorzaak van de storing duidelijk is en kan worden verholpen Storingen in elektronische producten te verhelpen, zodat deze storingsvrij en optimaal functioneren
Elektronische onderdelen te repareren, zodanig dat de onderdelen weer voldoen aan gestelde eisen van functionaliteit en optimaal functioneren Geen competenties in deze Periodiek onderhoud aan elektrotechnische machines en categorie installaties te verrichten, zodat deze optimaal en storingsvrij blijven functioneren Modificaties aan te brengen in elektrotechnische machines en installaties, zodat het functioneren van de machines en installaties wordt verbeterd dan wel aangepast Onderdelen van elektrotechni- Geen competenties in deze sche machines en installaties categorie te plaatsen, aan te sluiten en de benodigde instellingen te verrichten, zodanig dat wordt voldaan aan gestelde eisen Elektrotechnische machines en installaties te controleren en te meten, zodat deze voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet Tests uit te voeren op elektrotechnische onderdelen, machines en installaties, zodat zeker is dat deze onder alle omstandigheden optimaal functioneren
•
•
Elektronische producten te controleren en te meten, zodat deze voldoen aan gestelde eisen en onder spanning kunnen worden gezet Eenvoudige tests uit te voeren op elektronische onderdelen, zodat zeker is dat de onderdelen optimaal functioneren
101
Kenmerk In bedrijf stellen
Engineer Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Monteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Technicus Elektrotechniek
•
Elektrotechnische producten in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever
Installatiemonteur Elektrotechniek Geen competenties in deze categorie
Installatietechnicus Elektrotechniek
•
•
Kwaliteitszorg
•
Omgaan met knelpunten, fouten en afwijkingen
•
Omgaan met gegevens t.a.v. verrichte werkzaamheden
•
•
Arbo, veiligheid en milieu
•
Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering Documenten te archiveren, zodat deze documenten voor alle betrokkenen beschikbaar en inzichtelijk zijn Rekening te houden met voorschriften t.a.v. arbo, veiligheid en milieu bij het voorbereiden van een productieen installatieproces, zodat dit proces op verantwoorde wijze zal verlopen
•
•
•
•
•
Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens zijn werkzaamheden te signaleren, zodat deze tijdig kunnen worden gecorrigeerd Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering Te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende en collega’s over de juiste informatie beschikken Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
•
•
•
•
•
Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering Te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende en collega’s over de juiste informatie beschikken Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
•
•
•
•
•
Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens zijn werkzaamheden te signaleren, zodat deze tijdig kunnen worden gecorrigeerd Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering Te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende en collega’s over de juiste informatie beschikken Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
•
•
•
•
•
Elektrotechnische installaties in te regelen en af te stellen, zodat de installaties gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever De besturing van elektrotechnische installaties te programmeren, zodat de installaties gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering Te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende, collega’s en opdrachtgever over de juiste informatie beschikken Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
Service Engineer Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
•
Elektrotechnische machines en installaties in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever
Servicemonteur Elektronica
•
Elektronische producten in te regelen en af te stellen, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever
De besturing van elektrotechnische machines en installaties te programmeren, zodat deze gebruiksklaar zijn volgens gestelde eisen van functionaliteit en wensen van de opdrachtgever Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering
•
•
•
Uitvoering te geven aan kwaliteitszorg d.m.v. een juiste werkhouding en goede kwaliteit van het af te leveren werk, zodat zowel aan de belangen van de opdrachtgever als die van het bedrijf tegemoet gekomen wordt Zijn signalerend en oplossend vermogen aan te wenden om knelpunten, fouten en afwijkingen tijdens de werkzaamheden tijdig te signaleren en op te lossen Een administratie bij te houden t.a.v. de verrichte werkzaamheden voor een goede bedrijfsvoering
Te rapporteren over de verrichte werkzaamheden, zodat leidinggevende, collega’s en opdrachtgever over de juiste informatie beschikken Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
•
Veilig en milieubewust te werken, zodat het werk verantwoord en volgens de geldende voorschriften wordt uitgevoerd
102
Kenmerk
Engineer Elektrotechniek
Systeem- en functiedenken
•
Inzicht in bedrijfsproces
•
Kostenbewust werken
•
Samenwerken
•
Begeleiden en aansturen collega’s
Monteur Elektrotechniek Geen competenties in deze Zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische categorie producten en installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden
•
Adviseren van de opdrachtgever
•
•
Installatiemonteur Elektrotechniek Geen competenties in deze Zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische categorie producten aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden
•
•
Zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden
•
•
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Geen competenties in deze categorie
Te communiceren en samen te Geen competenties in deze categorie werken met collega’s van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt De opdrachtgever van advie- Geen competenties in deze zen te voorzien, zodat elektro- categorie
•
•
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Minder ervaren collega’s te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd
•
Te communiceren en samen te werken met collega’s van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt Geen competenties in deze categorie
•
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Geen competenties in deze categorie
•
•
technische producten en installaties worden geleverd die voldoen aan zowel de situatiespecifieke eisen als de wensen van de opdrachtgever Vakkennis en ontwikkelingen bijhouden
Installatietechnicus Elektrotechniek
Het bedrijfsproces te doorzien • Het bedrijfsproces te doorzien • Het bedrijfsproces te doorzien • Het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binen zijn werkzaamheden binen zijn werkzaamheden binen zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te posinen het bedrijfsproces te posinen het bedrijfsproces te posinen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werktioneren, zodat zijn werktioneren, zodat zijn werktioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd zaamheden hierop afgestemd zaamheden hierop afgestemd zaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgeen optimaal worden uitgeen optimaal worden uitgeen optimaal worden uitgevoerd voerd voerd voerd G een competenties in deze G een competenties in deze G een competenties in deze G een competenties in deze De juiste afwegingen te categorie categorie categorie maken t.a.v. te maken kosten categorie in een productie- en installatieproces, zodanig dat de werkzaamheden in dit proces optimaal kunnen worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten Het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Geen competenties in deze categorie
Samenwerken met collega’s van andere disciplines
Technicus Elektrotechniek
Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
•
Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
•
Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
•
Te communiceren en samen te werken met collega’s van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt De opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
DIJK12 Beleidsonderzoek - januari 2004
•
•
•
•
•
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Minder ervaren collega’s te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd Te communiceren en samen te werken met collega’s van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt De opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
Service Engineer Elektrotechniek
•
•
•
•
•
•
•
•
Servicemonteur Elektronica Geen competenties in deze Zijn technisch inzicht en kennis van elektrotechnische categorie machines en installaties aan te wenden om de onderlinge interactie tussen de functies van onderdelen te doorzien en dit inzicht toe te passen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden Het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd De juiste afwegingen te maken bij zijn werkzaamheden t.a.v. te maken kosten, zodanig dat de werkzaamheden optimaal worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Minder ervaren collega’s te begeleiden en aan te sturen, zodat werkzaamheden correct worden uitgevoerd
•
•
Het bedrijfsproces te doorzien en zijn werkzaamheden binnen het bedrijfsproces te positioneren, zodat zijn werkzaamheden hierop afgestemd en optimaal worden uitgevoerd De juiste afwegingen te maken bij zijn werkzaamheden t.a.v. te maken kosten, zodanig dat de werkzaamheden optimaal worden uitgevoerd tegen de laagst mogelijke kosten
•
Samen te werken met collega’s, zodat een goede werksfeer ontstaat en er efficiënt wordt gewerkt Geen competenties in deze categorie
Te communiceren en samen te Geen competenties in deze categorie werken met collega’s van andere disciplines, zodat het totale werkproces optimaal verloopt De opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektrotechnische machines en installaties optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
•
•
De opdrachtgever van adviezen te voorzien, zodat elektronische producten optimaal en op een juiste wijze worden benut door de opdrachtgever
Vakkennis bij te houden en nieuwe ontwikkelingen in het beroep te volgen en toe te passen om voldoende deskundig te zijn en optimaal te presteren
103