Beroepscompetentieprofiel Sloper
Vastgesteld: 3 december 2009 KBB: Fundeon Sociale Partners
Sloper
1
Inhoudsopgave 1. Typering beroep................................................................................................................................ 3 2. Loopbaanperspectief ....................................................................................................................... 4 3. Trends en innovaties ........................................................................................................................ 5 4. Algemene informatie ........................................................................................................................ 9 5. Overzicht van het beroepscompetentieprofiel ............................................................................ 11 6. Beschrijving van de kerntaken en werkprocessen ..................................................................... 12 7. Uitwerking van de kerntaken en werkprocessen ........................................................................ 13 7.1 Proces-competentie-matrix Kerntaak 1 ...................................................................................... 13 7.1.1 Detaillering proces-competentie-matrix Kerntaak 1 ................................................................. 14 8. Legitimering beroepscompetentieprofiel
: .................................................................. 18
Sloper
2
1. Typering beroep De sloper is werkzaam in de sloopbranche. In de sloopbranche zijn verschillende soorten sloopbedrijven actief. Er is een klein aantal grote sloopbedrijven, het merendeel bestaat echter uit middelgrote en kleine bedrijven. De meeste bedrijven richten zich op een breed scala van werkzaamheden binnen de sloopbranche. Dit kunnen zijn: totaalsloop, renovatiesloop, asbestsanering en bodemsanering. Een enkel bedrijf doet ook aan ‘industriële reiniging’. De sloop kan ook worden opgedeeld in civiele sloop (gebouwen, bruggen en dergelijke) en industriële sloop (petrochemie). Het werkgebied van het sloopbedrijf kan variëren van regionaal tot landelijk en soms internationaal. Binnen de bedrijven is een tweedeling te zien in renovatiesloop en totaalsloop. Het zijn vaak twee verschillende disciplines. Bij renovatiesloop werkt de handsloper, terwijl bij totaalsloop een machinist het sloopwerk met behulp van een machine uitvoert. Hij wordt hier vaak bijgestaan door een opruimer, sloper, of voorman. Veel bedrijven voeren beide disciplines uit. De meeste sloopbedrijven doen aan asbestsanering en bieden daarnaast vaak ook nog andere diensten aan. De sloper voert dus vaak ook asbestsaneringen en aanvullende werkzaamheden zoals grondwerk, bodemsanering, specialistische reiniging e.d. uit. Het slopen kan (delen van) gebouwen, infrastructurele werken (bruggen, viaducten e.d.) of installaties betreffen. Voor de kleinere bedrijven is het soms lastig om alle ontwikkelingen bij te houden, waardoor je ziet dat men zich meer gaat specialiseren op bepaalde diensten (alleen totaalsloop) of bepaalde zaken niet (meer) doet (bv. asbestsanering). Hierdoor wordt het takenpakket van de sloper eenzijdiger. De personele bezetting van de bedrijven is verschillend. In de grotere bedrijven heeft de sloper veelal te maken met de volgende collega’s: chauffeur, monteur, voorman, uitvoerder, machinist, projectleider, bedrijfsleider en directeur. In de kleinere bedrijven komen minder verschillende functies voor en de functies die er zijn, worden veelal door één en dezelfde persoon uitgevoerd. De sloper heeft daardoor met minder personen te maken. De slopers komen met verschillende achtergronden het sloopbedrijf binnen (vaak vmbo niveau, met of zonder diploma) en worden binnen de bedrijven opgeleid tot sloper. Bij een aantal (vaak wat grotere bedrijven) is hiervoor een gericht opleidingstraject, dat bestaat uit ervaring op doen in de praktijk en ondersteuning door middel van opleiding en cursussen. De sloper kan handmatig slopen waarbij hij gebruik maakt van handgereedschappen (al dan niet elektrisch of pneumatisch of gebruik makend van een snijbrander). Hij kan ook machinaal slopen waarbij hij gebruik maakt van kleine machines. Het gebruik van grote machines gebeurt vaak door een machinist, waarbij de sloper dan assisteert. Indien de sloper ook asbestsaneringen verricht heeft hij hiervoor een aparte opleiding Deskundig Asbest Verwijderaar (DAV) voor gevolgd. Dit is een verplichte opleiding van uit de branche en de overheid. Belangrijke werkzaamheden die een sloper verricht zijn onder andere: Het strippen van gebouwen, het verwijderen van staalconstructies door snijbranden, het verwijderen van asbest, opruimen, spijkervrij maken van voorwerpen, het hakken van sparingen, het verrichten van grondwerk en het scheiden van afval in de darvoor bestemde containers. De sloper voert zijn werkzaamheden zowel binnen als buiten uit. Hij wordt vaak aangestuurd door een meewerkend voorman of uitvoerder. De sloper dient voor zichzelf en zijn omgeving veilig te werken. Hij schermt de omgeving af en Sloper
3
maakt gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Hij is verantwoordelijk voor het onderhouden van materieel en gereedschap. De sloper kan op het werk aangesproken worden door derden, onder anderen arbeidsinspectie, opdrachtgever, buurtbewoners, verkeersdeelnemers. Hij staat hen dan netjes te woord.
Sloper
4
2. Loopbaanperspectief
Binnen de slopersbranche is geen reguliere instroom van personeel in combinatie met structurele scholing. Er bestaat op dit moment binnen het mbo geen opleiding tot ‘sloper’. De branche werkt nagenoeg geheel met zij-instroom. De zij-instromers hebben een diverse vooropleiding/achtergrond. De zij-instromers leren op dit moment het vak door meelopen en eigen initiatief tonen. De sloper kan binnen het sloopbedrijf na bewezen competenties doorgroeien naar machinist, chauffeur, voorman, uitvoerder en projectleider.
Sloper
5
3. Trends en innovaties
Hieronder worden enkele, voor het in dit beroepscompetentieprofiel beschreven beroep relevante ontwikkelingen beschreven. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de beroepspraktijkvorming, ontwikkelingen in wetgeving en overheidsregulering en ontwikkelingen in de beroepsuitoefening zelf (b.v. technologische veranderingen of marktontwikkelingen in de sector). Arbeidsmarkt
De sloopbranche maakt deel uit van de bouw- en infrasector. Daarom wordt hieronder eerst een beeld geschetst van de bouw- en infrasector. BOUW- EN INFRASECTOR Omzet bouw- en infrasector 2008-2014 De bouw- en infrasector kenden in 2008 een omzet van om en nabij € 58 miljard. In 2007 lag dat ongeveer een miljard lager. In 2009 en 2010 neemt de bouwproductie naar verwachting af met respectievelijk 5,5 en 9,0 procent. In 2011 daalt de bouwproductie met 0,5 procent nog licht verder. Pas in 2012 zal de bouwproductie weer gaan herstellen. Met een gemiddelde productiegroei van 3 procent in de jaren 2011-2014 blijft de totale bouwproductie aan het eind van deze periode nog onder het niveau van 2008. Werkgelegenheid bouw- en infrasector 2008-2014 In de bouw- en infrasector zijn 57.675 bedrijven actief, waarvan 30.560 eenmanszaken. Het aantal bedrijven met meer dan 50 werknemers is nog geen 800. Bedrijven naar grootteklasse 1 januari 2006 Totaal
Kleinbedrijf Eenmans zaak 35.560
Middenbedrijf
2 tot 10 10 tot 50 50 tot 100 16.715
4.625
455
Grootbedrijf 100 >
Totaal
320
57.675
Bron: CBS/Fundeon
Aantal werknemers ultimo 2008 Burgerlijke- en Utiliteitsbouw (B&U) Gespecialiseerde aannemerij Infra Totaal
105.089 38.503 23.570 167.162
Bron: EIB/Fundeon
Bouwproductie Het EIB verwacht dat de bouwproductie in de bouw- en infrasector de komende twee jaar met 15 procent zal dalen, wat overeenkomt met een productieverlies van bijna € 9 miljard. De werkgelegenheid zal daarbij met 10 procent afnemen. Vanaf 2012 zullen de productie en werkgelegenheid in de bouw zich herstellen. Pas vanaf 2014 zullen de bouwproductie en de werkgelegenheid zich naar verwachting weer op het niveau van 2008 bevinden. Sloper
6
Productie, arbeidsproductiviteit en werkgelegenheid, 2008-2014
Bron: EIB De cijfers over de bouwproductie in de bouw en infrasector zijn de gemiddelde waarden voor alle branches samen. De ene branche zal betere/slechtere cijfers laten zien dan de andere branche.
SLOOPBRANCHE Er zijn in Nederland ongeveer 300 à 400 bedrijven met als hoofdactiviteit sloop. Bij de Kamer van Koophandel zijn ongeveer 3.000 à 4.000 bedrijven ingeschreven die sloopwerk als nevenactiviteit bedrijven. De branche maakt nu al jaren achtereen een grote groei door. Ook de crisis zal deze trend niet keren, zij het dat het tijdelijk wat minder gaat. Van de sloopbedrijven valt 30 tot 40 procent onder de Bouw CAO. De overige bedrijven zijn vaak aangesloten bij de cao voor de landbouw (LEO) of de transportsector (TLN). Aantal werknemers sloop 1e kwartalen 2006, 2007, 2008 en 2009 Cordares medewerkers
2006-1 2007-1 2008-1 2009-1
Beroepcode Beroep
Aantal Aantal Aantal Aantal 2007 2008 2009
%
%
%
360 Sloper II
451
479
496
470
6,2
3,5
-5,2
361 Sloper I
735
709
683
731
-3,5
-3,7
7
3
3
2
7
0,3
-0,7
2,3
365 Assistent springmeester
1
366 Spingmeester II 367 Springmeester I Eindtotaal
1.189
2
4
3
1.193
1.185
1.212
Bron EIB
Dit zijn de slopers bij bedrijven werkzaam onder de bouw CAO en afdragen aan Cordares. De percentuele groei/krimp is in het rechtse deel van de tabel aangegeven. Binnen de sloopbranche werken circa 7.500 personen. Deze personen werken voor het merendeel in bedrijven met een grootte van 10 tot 50 werknemers. Het grootste bedrijf heeft 100 man in dienst en heeft een omzet van 30 miljoen euro. In het eerste kwartaal van 2009 zijn in de sloopbranche 1201 slopers werkzaam die vallen onder de bouw-CAO. Het aantal allochtone slopers is ongeveer twee tot vijf procent van het totale aantal slopers. Het aandeel slopers dat zich als zzp’ers op de markt begeeft, wordt geschat rond de tien procent en is vooral de laatste vijf jaar gegroeid. Tot de ingehuurde krachten behoren veel Turken en Marokkanen en Sloper
7
de laatste jaren ook Polen en Hongaren. De jaarlijkse vervangingsbehoefte van het aantal slopers wordt geschat op 500 tot 1000 personen. Deze vervangingsbehoefte heeft te maken met enerzijds de groei die de sector doormaakt en anderzijds de forse uitstroom van oudere werknemers vanwege de zwaarte van het beroep. Bronnen:
Wetgeving en regelgeving
-
-
-
Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening
-
-
-
Sloper
Veras CAO Bouw www.veiligslopen.nl EIB De wetgeving over asbestverwijdering wordt steeds aangepast. Om asbest te mogen verwijderen dient een sloper in het bezit te zijn van een certificaat Deskundig Asbest Verwijderaar (DAV). Daarnaast dient het bedrijf iemand in dienst te hebben die in het bezit is van het certificaat Deskundig Toezichthouder Asbestsanering (DTA). Indien de sloper “DTA-er” of “DAV-er” is, zal hij van de veranderende wetgeving steeds op de hoogte dienen te blijven zodat hij de juiste regels toe kan passen. De wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid en milieu verandert voortdurend. De sloper zal daarom meer en betere persoonlijke beschermingsmiddelen moeten dragen. Ook machines, apparatuur en de werkwijze zullen hierdoor aangepast moeten worden. De sloper zal deze machines, apparatuur veilig en verantwoord moeten kunnen bedienen. Ook zal hij met nieuwe procedures om moeten gaan. Certificering wordt steeds belangrijker. Steeds meer opdrachtgevers willen alleen nog maar met gecertificeerde bedrijven gaan werken. Hierbij zijn de volgende certificaten steeds meer van belang: ISO 9001 (eisen die aan het kwaliteitssysteem van een organisatie worden gesteld en aan hoe de organisatie dit communiceert naar de buitenwereld), ISO 14.000 (brengt op schematische wijze in kaart wat het beleid van de organisatie is op het gebied van milieu), SIKB 7000 (Beoordelingsrichtlijn uitvoering bodemsanering), BRL SVMS-007 (De Beoordelingsrichtlijn Veilig en Milieukundig Slopen), VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers), SC 530 (Asbestverwijdering). De sloper zal dus meer en beter opgeleid moeten worden. Steeds meer machinaal slopen (vooral lichtere en geavanceerdere machines). Dat betekent dat er ook steeds meer machines en gereedschappen zullen komen die de sloper veilig en verantwoord zal moeten gaan bedienen. Hiervoor zal hij opgeleid moeten worden. Meer aandacht voor veiligheid. De sloper dient bij de sloopwerkzaamheden veel aandacht te hebben voor zijn eigen veiligheid, die van anderen en zijn omgeving. De bewustwording van veiligheid moet bij de sloper vergroot worden (mentaliteitsverandering). Dit betekent dat de sloper met andere machines, gereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen en procedures veilig en verantwoord moet leren werken. Het zou wenselijk zijn als elke sloper een BHV-diploma heeft om op die manier ook in kleine groepen adequaat op te kunnen treden. Het voorkomen van stofontwikkeling. Door gebruik te maken van bepaalde gereedschappen (B.V. bepaalde scharen of vernevelingsapparatuur) wordt stofontwikkeling tijdens het slopen zoveel mogelijk voorkomen. Dit betekent dat de sloper met andere
8
-
-
-
-
Sloper
machines, gereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen en procedures veilig en verantwoord moet leren werken. Ook hier geldt dat de houding ten opzichte van het voorkomen van stofontwikkeling bij de sloper moet verbeteren. Meer aandacht voor het milieu. Waardoor onder andere meer materialen verder gesorteerd worden. Dit betekent dat de sloper met andere machines, gereedschappen, persoonlijke beschermingsmiddelen en procedures veilig en verantwoord moet leren werken. Ook moet de sloper steeds meer materialen kunnen herkennen, om alert te kunnen reageren bij mogelijk schadelijke stoffen. Bij twijfel moet hij overleggen. Door de verdere eenwording van Europa worden er meer projecten in het buitenland uitgevoerd. Ook komen steeds meer buitenlandse werknemers bij Nederlandse bedrijven in dienst. Dit vraagt extra aandacht voor de communicatie van de sloper. Een aantal sloopbedrijven biedt een steeds breder aanbod van diensten aan. Daardoor wordt het takenpakket van de sloper breder en zal hij breder moeten worden opgeleid. Verbetering van de werkomstandigheden van de sloper door verdere professionalisering (onder andere een betere werkvoorbereiding) van de sloopbedrijven.
9
4. Algemene informatie
Mogelijke functiebenamingen Typerende beroepshouding
Rol en verantwoordelijkheden
Sloper Een goede sloper: - Is gericht op veilig werken van zichzelf en anderen. - Wil een fysieke inspanning leveren. - Wil in een team werken waarbij hij zijn werkzaamheden afstemt met collega’s. - Is gemotiveerd. De sloper heeft een uitvoerende rol. Hij voert handmatige en machinale sloopwerkzaamheden uit onder verantwoordelijkheid van een leidinggevende. Hij denkt mee in de aanpak van het werk en voert zijn werk zelfstandig of samen met zijn collega’s uit. Indien een machinist (met een grote sloopmachine) het sloopwerk verricht moet de sloper hem assisteren door de werkplek op te ruimen. Verder geeft de sloper de machinist aanwijzingen tijdens het sloopwerk. De sloper verwijdert ook vaak asbest en voert soms andere werkzaamheden uit op het gebied van bodemsanering, specialistische reiniging e.d. Indien er gewerkt wordt met ingehuurde krachten stuurt de sloper deze soms vaktechnisch aan. De sloper is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het door hem uitgevoerde werk. Hij is verantwoordelijk voor de bij zijn werkzaamheden behorende gereedschappen en materieel. De sloper is verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid en meldt onveilige situaties aan zijn leidinggevende. De werkzaamheden die hij uitvoert hebben een geringe mate van afbreukrisico.
Complexiteit
Wettelijke beroepsvereisten
Sloper
De sloper legt verantwoording af aan zijn leidinggevende. De sloper voert voornamelijk routinematige sloopwerkzaamheden uit waarvoor standaardwerkwijzen gelden. Hij voert zijn werk naar eigen inzicht uit. De werkzaamheden betreffen eenvoudige tot meer complexere sloopwerkzaamheden. Het verwijderen van al dan niet constructieve elementen verhogen de complexiteit van de werkzaamheden. Hiervoor is enige bouwkundige kennis van belang. De locatie, de beschikbare ruimte en de naaste omgeving kunnen de complexiteit van de uit te voeren werkzaamheden verhogen. Om zijn werk uit te kunnen voeren, heeft de sloper algemene basiskennis van en basisvaardigheden voor uitoefening van het beroep nodig. Voor een deel van zijn werkzaamheden (asbestverwijdering) heeft de sloper specialistische kennis van en specialistische vaardigheden voor uitoefening van het beroep nodig. De sloper heeft beperkte communicatieve vaardigheden nodig. Hij moet eenvoudige werkformulieren kunnen invullen. Hij moet mondeling taalvaardig genoeg zijn om situaties uit te leggen en eenvoudige gesprekken te kunnen voeren. nee ja. In geval dat de sloper asbest verwijdert, is hij 10
wettelijk verplicht het certificaat DAV (Deskundig Asbest Verwijderaar) in bezit te hebben. Eventueel kan de sloper ook een DTA’er zijn (Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering). Hiervoor is ook een certificaat nodig. Branche vereisten
Brondocumenten
Sloper
nee ja. VVA1 indien het bedrijf wil voldoen aan VCA certificaat.
Het rapport “Beroepenverkenning Sloper” van 28 november 2008, uitgevoerd door M. van Gennip van ‘JNB Partner in Leren en Ontwikkelen’.
11
5. Overzicht van het beroepscompetentieprofiel
In deze matrix wordt het overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen behorend bij dit beroepscompetentieprofiel. Sloper Kerntaak 1. Slopen van (delen van) gebouwen en objecten.
Werkproces
1 2 3 4
Sloper
Het werk voorbereiden. Het werk handmatig slopen. Het werk machinaal slopen. Het opruimen van de werkplek.
12
6. Beschrijving van de kerntaken en werkprocessen
Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten. De sloper ontvangt van zijn leidinggevende de juiste informatie en instructies over het uit te voeren sloopwerk. Indien nodig nemen ze de situatie op en bepalen in overleg de aanpak van het werk. De sloper schermt waar nodig het werkterrein en werkomgeving af. Hij treft de benodigde veiligheid- en gezondheidsvoorzieningen voor zichzelf en zijn omgeving.
Werkprocessen bij kerntaak 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Het werk voorbereiden. Het werk handmatig slopen. Het werk machinaal slopen. Het opruimen van de werkplek.
Hij verzamelt het benodigde handgereedschap. De sloper kiest het juiste handgereedschap (elektrisch en niet elektrisch, pneumatisch, snijbrander) en stelt het in. De sloper sloopt het werk handmatig op een systematisch en veilige wijze. Hij stelt waar nodig zijn aanpak en keuze van het gereedschap bij. Bij onvoorziene omstandigheden overlegt hij met zijn leidinggevende. De sloper treft de nodige voorzieningen op de locatie voor het verplaatsen van het sloopmaterieel. Hij verzamelt het sloopmaterieel en maakt het gebruiksklaar. De sloper sloopt het werk machinaal op een systematische en veilige wijze. Hij stelt waar nodig zijn aanpak en keuze van de uitrusting bij. Bij onvoorziene omstandigheden overlegt hij met zijn leidinggevende. De sloper bepaalt in overleg de volgorde en de wijze van opruimen. Hij verzamelt het gereedschap, het juiste materieel en de juiste hulpmiddelen. De sloper sorteert de materialen naar de vereiste deelstromen waarna hij de afkomende materialen afvoert en opslaat. Hij maakt het materieel en gereedschap schoon en ruimt het op. Hij zorgt voor het klein dagelijks onderhoud van zijn gereedschappen en materieel.
Sloper
13
7. Uitwerking van de kerntaken en werkprocessen 7.1 Proces-competentie-matrix Kerntaak 1
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y Analyseren
Creëren en innoveren
Leren
Plannen en organiseren
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
Kwaliteit leveren
Instructies en procedures opvolgen
Omgaan met verandering en aanpassen
Met druk en tegenslag omgaan
Gedrevenheid en ambitie tonen
Ondernemend en commercieel handelen
Bedrijfsmatig handelen
x
x
Materialen en middelen inzetten x
L Vakdeskundigheid toepassen
x
1.4
K Formuleren en rapporteren
x
J Presenteren
x
I Overtuigen en beïnvloeden
x
H Relaties bouwen en netwerken
x
G Ethisch en integer handelen
x
F Samenwerken en overleggen
x
E
Aandacht en begrip tonen
x
D Begeleiden
x
C Aansturen
1.2
B
Beslissen en activiteiten initiëren
x
A
Onderzoeken
O
x
1.3
14 Sloper
M N
Werkprocessen 1.1 Het werk voorbereiden
Het werk handmatig slopen Het werk machinaal slopen Het opruimen van de werkplek
Competenties Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten.
x
7.1.1 Detaillering proces-competentie-matrix Kerntaak 1 Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten. 1.1 werkproces: Het werk voorbereiden. Omschrijving: De sloper ontvangt van zijn leidinggevende de juiste informatie en instructies over het uit te voeren sloopwerk. Indien nodig nemen ze de situatie op en bepalen in overleg de aanpak van het werk. De sloper schermt waar nodig het werkterrein en werkomgeving af. Hij treft de benodigde veiligheid- en gezondheidsvoorzieningen voor zichzelf en zijn omgeving. Gewenst resultaat: Het is duidelijk voor alle partijen wat en hoe er gesloopt gaat worden. De nodige afschermingen en veiligheid- en gezondheidsvoorzieningen zijn aangebracht en gewaarborgd. Competentie Component(en) E - Afstemmen. Samenwerken - Anderen raadplegen en betrekken. K - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden. Vakdeskundigheid toepassen T - Instructies opvolgen. Instructies en - Werken conform voorgeschreven procedures. procedures opvolgen - Werken conform veiligheidsvoorschriften.
Sloper
15
Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten. 1.2 werkproces: Het werk handmatig slopen. Omschrijving: Hij verzamelt het benodigde handgereedschap. De sloper kiest het juiste handgereedschap (elektrisch en niet elektrisch, pneumatisch, snijbrander) en stelt het in. De sloper sloopt het werk handmatig op een systematisch en veilige wijze. Hij stelt waar nodig zijn aanpak en keuze van het gereedschap bij. Bij onvoorziene omstandigheden overlegt hij met zijn leidinggevende. Gewenst resultaat: Het handmatig sloopwerk is op een juiste, efficiënte en veilige wijze volgens afspraak uitgevoerd. Competentie Component(en) E - Afstemmen Samenwerken en - Anderen raadplegen en betrekken overleggen K - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Vakdeskundigheid - Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden toepassen - Vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen L - Geschikte materialen en middelen kiezen Materialen en - Materialen en middelen doeltreffend gebruiken middelen inzetten - Goed zorg dragen voor materialen en middelen T - Instructies opvolgen Instructies en - Werken conform veiligheidsvoorschriften procedures opvolgen - Werken conform voorgeschreven procedures
Sloper
16
Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten. 1.3 werkproces: Het werk machinaal slopen. Omschrijving: De sloper treft de nodige voorzieningen op de locatie voor het verplaatsen van het sloopmaterieel. Hij verzamelt het sloopmaterieel en maakt het gebruiksklaar. De sloper sloopt het werk machinaal op een systematische en veilige wijze. Hij stelt waar nodig zijn aanpak en keuze van de uitrusting bij. Bij onvoorziene omstandigheden overlegt hij met zijn leidinggevende. Gewenst resultaat: Het machinaal sloopwerk is op een juiste, efficiënte en veilige wijze volgens afspraak uitgevoerd. Competentie Component(en) E - Afstemmen Samenwerken en - Anderen raadplegen en betrekken overleggen K - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Vakdeskundigheid - Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden toepassen - Vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen L - Geschikte materialen en middelen kiezen Materialen en - Materialen en middelen doeltreffend gebruiken middelen inzetten - Goed zorg dragen voor materialen en middelen - Materialen en middelen doelmatig gebruiken T - Instructies opvolgen Instructies en - Werken conform veiligheidsvoorschriften procedures opvolgen - Werken conform voorgeschreven procedures
Sloper
17
Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten. 1.4 werkproces: Het opruimen van de werkplek. Omschrijving: De sloper bepaalt in overleg de volgorde en de wijze van opruimen. Hij verzamelt het gereedschap, het juiste materieel en de juiste hulpmiddelen. De sloper sorteert de materialen naar de vereiste deelstromen waarna hij de afkomende materialen afvoert en opslaat. Hij maakt het materieel en gereedschap schoon en ruimt deze op. Hij zorgt voor het klein dagelijks onderhoud van zijn gereedschappen en materieel. Gewenst resultaat: De werkplek is op een juiste en veilige wijze volgens afspraak opgeruimd. Competentie Component(en) E - Afstemmen Samenwerken en overleggen K - Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Vakdeskundigheid - Vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen toepassen L - Geschikte materialen en middelen kiezen Materialen en - Materialen en middelen doeltreffend gebruiken middelen inzetten - Goed zorg dragen voor materialen en middelen T - Instructies opvolgen Instructies en - Werken conform veiligheidsvoorschriften procedures opvolgen - Werken conform voorgeschreven procedures
Sloper
18
8. Legitimering beroepscompetentieprofiel 'Sloper'':
Het beroepscompetentieprofiel ‘Sloper’ is ontwikkeld door Fundeon in samenwerking met de branchevereniging Veras (Vereniging van Aannemers in de sloop), de Babex (Verbond van aannemers van sloopwerken) en de VS (Vereniging Sloopaannemers). Een stuurgroep heeft het proces van de ontwikkeling van het beroepscompetentieprofiel geleid. Vanaf de start van het onderzoek tot en met de oplevering van het beroepscompetentieprofiel. Door middel van een helikopterview hield de stuurgroep het hele proces in de gaten. In de stuurgroep hebben een medewerker van Fundeon en twee personen van de branche zitting. De branchemedewerkers zijn: • Dhr. Zalm namens de SVS. • Dhr. Zeilemaker namens de Babex (sinds 1 januari 2009 Veras). In opdracht van Fundeon heeft adviesbureau JNB in 2008 een onderzoek uitgevoerd bij een aantal sloopbedrijven om een beeld te krijgen van hoe de functie van de ‘sloper’ op dit moment binnen de sloopbedrijven wordt ingevuld. Er is een achttal bedrijven geïnterviewd, variërend van groot naar klein en verspreid over de verschillende regio’s van Nederland. De bezochte bedrijven zijn op voorspraak van de brancheverenigingen geselecteerd. De bezochte bedrijven en geïnterviewde personen zijn: • Pongers – Rijssen – dhr. Baan • Klaassen – Ewijk – dhr. Peeters • Beijer – Rhenen – dhr. Gaasenbeek • Struijk – Krimpen a/d Lek – dhr. Lievaart en dhr. Slooten • Van der Bel – Aartswoud – dhr. Deken • Beelen – Harderwijk – dhr. van der Belt • Stokkermans – Goirle – dhr. Stokkermans • De Vries – Wekerom – dhr. De Vries De stuurgroep heeft het definitieve onderzoeksrapport op 26 november 2008 vastgesteld. In opdracht van Fundeon heeft hetzelfde bureau dat het onderzoek heeft uitgevoerd, adviesbureau JNB, het beroepscompetentieprofiel geschreven. Het bureau heeft daarbij inhoudelijke ondersteuning gehad van een begeleidingscommissie waarin een drietal personen vanuit de branche zitting hadden. Deze drie personen uit de branche zijn: • Dhr. J. Patist – C.A. de Groot Groep B.V. – Alkmaar. • Dhr. M. van Golen – Transverko BV – Rijswijk. • Dhr. J Thelosen – Laarakkers B.V. – Sambeek. Op 3 november 2009 heeft de stuurgroep besloten het beroepscompetentieprofiel ter legitimering voor te leggen. Daarbij waren behalve de projectleider ‘Sloper’ (Fundeon), projectleider ‘Kwaliteitsbureau’ (Fundeon) en het stuurgroeplid vanuit Fundeon de volgende personen aanwezig: • Dhr. Zalm namens branchevereniging SVS (lid stuurgroep). • Dhr. Zeilemaker namens branchevereniging Veras (voortgekomen uit VS en Babex) (lid stuurgroep). • Dhr. J. Patist – C.A. de Groot Groep B.V. – Alkmaar (lid begeleidingscommissie). • Dhr. De heer Reinder Bier, projectleider Van Vliet, Sloopwerken • Dhr. De heer Ing. M.(Marc) P. Nieuwendijk, Sr Projectleider Beelen Sloopwerken BV • Mevr. M. Weidema namens het CNV • Dhr. A. Hol namens branchevereniging Veras (voortgekomen uit VS en Babex) Het aan de hand van de onderzoeksgegevens opgestelde beroepscompetentieprofiel ‘Sloper’ is in een bijeenkomst op 3 december 2009 met een vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers uit de branche besproken en vastgesteld. De commentaren uit deze legitimeringbijeenkomst zijn in het beroepscompetentieprofiel ‘Sloper’ verwerkt. Sloper
19
De deelnemers aan de legitimeringbijeenkomst van 3 december 2009 zijn: • Mevr. H. de Boer namens FNV Bouw • Dhr. G.K. Wildeman namens CNV hout en Bouw • Dhr. Gerrit van Kruistum, directeur De Hofstede b.v. • Dhr. Reinder Bier, projectleider Van Vliet, Sloopwerken • Dhr. Ing. M.(Marc) P. Nieuwendijk, Sr Projectleider Beelen Sloopwerken BV Verder waren de projectleider ‘Sloper’ (Fundeon) en de projectleider ‘Kwaliteitsbureau’ (Fundeon) bij de legitimeringsbijeenkomst aanwezig. Tijdens de legitimeringsbijeenkomst van 3 december 2009 kwam een aandachtspunt voor de toekomstige opleiding ‘sloper’ ter tafel. De renovatiesloop van een flatgebouw is totaal anders dan die van een pand uit 1700. Waar de sloper na het eerste appartement van het flatgebouw gesloopt te hebben de rest van de appartementen herhalend werk verricht, zijn de werkzaamheden in een het gebouw uit 1700 elke dag weer anders. Verder heeft de legitimeringscommissie beperkte taalvaardigheidseisen voor Nederlands toegevoegd aan de algemene informatie. Er is gesproken over het belang van Bedrijfshulpverlening (BHV), ook in die gevallen dat slopers in zulke kleine groepen werken dat BHV wettelijk niet verplicht is. Het belang van BHV is toegevoegd onder “ontwikkelingen in de beroepsuitoefening”. Men vond het te ver gaan om dit als branchevereiste op te nemen. Er zijn enkele redactionele wijzigingen afgesproken. De voorgestelde competenties zijn akkoord bevonden, maar op enkele punten is daarbij een extra component toegevoegd. Zie verder het verslag van de legitimeringsbijeenkomst (archiefnummer OT/4/212/rvl/2009/mni).
Één één
Sloper
20