Beroepscompetentieprofiel Basismedewerker interieurtextiel
Beroepscompetentieprofiel Algemene informatie
datum: 21 juni 2010
Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven
Kenniscentrum Handel
Ontwikkeld door:
Kenniscentrum Handel, afdeling Educatieve Diensten & Projecten, in opdracht van de Vakraad MITT.
Brondocument(en)
Legitimering beroepscompetentieprofiel door:
versie: 1.0
1. Handboek Functiewaardering Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (2005). 2. Textielindustrie en (sociale) innovatie (december 2008) 3. Beroepscompetentieprofiel Medewerker vouwgordijnen (2003). 4. Beroepscompetentieprofiel Medewerker kniptafel gordijnenatelier (2003). 5. Beroepscompetentieprofiel Medewerker gordijnenatelier (2003). e 6. Beroepscompetentieprofiel 1 Medewerker gordijnenatelier (2003). Het beroepscompetentieprofiel is geaccordeerd in de bestuursvergadering van de Vakraad MITT, d.d. 29-06-2010.
Mogelijke functiebenamingen - Medewerker gordijnen III - Medewerker gordijnenatelier - Medewerker kniptafel gordijnenatelier - Medewerker vouwgordijnen Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden
De basismedewerker interieurtextiel werkt op een afdeling van een atelier waar bijvoorbeeld gordijnen, vitrages, dekbedden en (kussen) hoezen/accessoires gemaakt en/of verandert/aangepast worden. Aan de hand van de opdracht op een werkbon verricht de basismedewerker interieurtextiel gemiddeld twee van de drie vakhandelingen, namelijk ‘locken van kanten’, en/of ‘innaaien van gewichten’ en/of insteken van haken’. De te bewerken stof haalt hij op en nadat de vakhandelingen zijn uitgevoerd worden de te hergebruiken stoffen teruggebracht.
Rol en verantwoordelijkheden
De basismedewerker interieurtextiel heeft een uitvoerende functie, gericht op het maken en/of veranderen/aanpassen van stof met behulp van machines/apparatuur. Hij is verantwoordelijk voor het op een deskundige wijze uitvoeren van vakhandelingen aan stof. Hij werkt, weliswaar onder toezicht, zelfstandig bij (relatief) kortdurende vast omschreven opdrachten.
Complexiteit
De basismedewerker interieurtextiel past bij het uitvoeren van opdrachten standaardprocedures toe, zoals bij het ophalen van de juiste
stof, het bedienen/gebruiken van machines/apparatuur en het verrichten van de vakhandelingen. Bij het verrichten van de vakhandelingen aan de stof en bij het signaleren van mogelijke verbeteringen doet hij een beroep op zijn kennis van materialen en de werking van machines/ apparatuur. Typerende beroepshouding
Trends/innovaties Marktontwikkelingen
De basismedewerker interieurtextiel is vakkundig, alert op afwijkingen, in indirecte zin klant- en servicegericht, flexibel en kan zich een voorstelling maken van het beoogde resultaat. Hij heeft een professionele houding en kan problemen of dilemma’s signaleren en daarop passend reageren, zoals hulp inschakelen van/via de leidinggevende.
Vanaf 2004 daalt de werkgelegenheid in de gehele textielsector. Die daling is niet gelijk verdeeld over alle subsectoren, want de sector interieurtextiel groeit ten opzichte van de productie en veredeling van textiel. Bedrijven in de interieurtextiel produceren steeds minder bulk en meer rechtstreeks voor de klant om niet te veel voorraad over te houden en snel te kunnen inspelen op de wensen van de klant. Klantcontact en gevoel voor de marktontwikkelingen zijn zodoende nog belangrijker. De bedrijven maken veel nieuwe collecties en richten zich meer en meer op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Een aantal bedrijven in de interieurtextiel kiest ervoor om de productie van gordijnen in het buitenland te laten plaatsvinden. Andere bedrijven kiezen juist voor het zelf ontwerpen van interieurtextiel en de verkoop.
Wetgeving/ overheidsregulering
De basismedewerker interieurtextiel dient bijvoorbeeld bij het werken met machines/apparatuur rekening te houden met voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbo.
Technologische ontwikkelingen
In de textielsector worden nieuwe materialen ontwikkeld en gebruikt. Zo wordt er steeds meer technisch textiel gebruikt, bijvoorbeeld door antistatische draden in de stof te weven en stof met verhoogde brandwerendheid. Deze introductie van nieuwe vezels/stoffen geeft aanleiding tot nieuwe productontwikkelingen. Er is toenemende vraag naar kwalitatief hoogwaardige confectie en exclusieve producten. De productie van interieurtextiel wordt steeds meer geautomatiseerd. Daardoor versnelt de doorlooptijd van het interieurtextiel aanzienlijk en worden hogere kwaliteitseisen gehaald. De machines waarmee gewerkt wordt worden nauwkeuriger omgesteld.
Bedrijfsorganisatorische Ontwikkelingen
Kleinere gordijnenateliers worden overgenomen door grotere ateliers/ concurrenten. Hierdoor hebben kleinere ateliers de mogelijkheid om meer geautomatiseerd te kunnen werken.
Internationale Ontwikkelingen
De productie van gordijnen en vitrages worden door een aantal bedrijven verplaatst naar het buitenland om de kosten laag te houden. Andere bedrijven die zich meer op nichemarkten bevinden, maken de gordijnen en vitrages in Nederland om deze specialistische producten sneller aan de klant aan te kunnen bieden.
Loopbaanmogelijkheden
De basismedewerker interieurtextiel kan doorgroeien naar allround
medewerker interieurtextiel en specialist interieurtextiel.
Overzicht van het kwalificatiedossier
Een kwalificatiedossier kan één of meerdere uitstromen bevatten. Met behulp van onderstaande matrix wordt, door te markeren welke kerntaken en werkprocessen de verschillende uitstromen gemeen hebben, duidelijk gemaakt waar de verwantschap tussen de verschillende uitstromen zich bevindt en waar uitstromen van elkaar verschillen. Indien een dossier slechts 1 uitstroom bevat, wordt in deze matrix alleen het overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen die bij deze uitstroom horen. Uitstroom Werkproces
1. Voert vakhandelingen aan interieurtextiel uit. 1.1 Bereidt het uitvoeren van de vakhandelingen voor. 1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit. 1.3 Rondt de werkopdracht af.
Basismedewerker interieurtextiel
Kerntaak
X X X
Beschrijving van de kerntaak Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan interieurtextiel uit. Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan interieurtextiel uit. Beschrijving kerntaak: De basismedewerker interieurtextiel leest op de werkbon welke opdracht moet worden uitgevoerd. Hij besluit, mede op basis van werkinstructies, in welke volgorde en met behulp van welke machines/apparatuur hij de vakhandelingen aan het interieurtextiel gaat verrichten. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden/ verantwoordelijkheden voert hij afstellings- en onderhoudswerkzaamheden aan machines/ apparatuur uit.
Werkprocessen bij kerntaak 1
1.1 Bereidt het uitvoeren van de vakhandelingen voor.
Voorafgaand aan het gebruik van machines/apparatuur voert de basismedewerker interieurtextiel een standaardcontrole uit op de werking en de veiligheid van machines/ apparatuur. Bij het zich voordoen van een afwijking en/of een probleem informeert hij de leidinggevende of een ervaren collega. De basismedewerker interieurtextiel voert gemiddeld twee van de maximaal drie uit te voeren vakhandelingen aan te bewerken interieurtextiel uit. Hij ‘lockt kanten’, en/of ‘naait gewichten in’ en/of ‘steekt haken in’. Hierbij houdt hij rekening met de materiaalkenmerken en de verwerkingseisen. Hij stelt, in overleg met de leidinggevende, de machine/apparatuur in. Daarna bedient hij de machine/apparatuur en voert de vakhandelingen aan het interieurtextiel uit. Een eventuele storing aan de machine/apparatuur of een afwijking/probleem aan het interieurtextiel meldt hij aan de leidinggevende of een ervaren collega.
1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit.
Na het uitvoeren van de opdracht vervoert de basismedewerker interieurtextiel het interieurtextiel naar de daarvoor bestemde plaats en ruimt de werkplek op. Hij verwijdert reststof aan de machine/ apparatuur en beoordeelt of de stof hergebruikt kan worden. Tot slot meldt hij, bijvoorbeeld in een volgsysteem, dat de vakhandelingen verricht zijn.
1.3 Rondt de werkopdracht af.
Toelichting: Vakhandelingen aan interieurtextiel kan de basismedewerker interieurtextiel verrich-
ten aan gordijnen, vitrages, dekbedden en (kussen)hoezen/accessoires. De stof om de vakhandelingen op toe te passen worden door een collega, bijvoorbeeld een allround medewerker interieurtextiel, geknipt/gesneden. Tijdens een standaardcontrole op interieurtextiel let de basismedewerker interieurtextiel onder andere op kleur(nummer), weefstructuur, weeffouten, vleug en dessin. Materiaalkenmerken hebben bijvoorbeeld betrekking op kleur(nummers), vleug, dessin, rek, draadrichting. Het instellen van een machine/apparatuur heeft bijvoorbeeld betrekking op maatvoering van het materiaal.
Totaal overzicht proces-competentie-matrices
In de proces-competentie-matrix wordt aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van een kerntaak. De kruisjes in de tabellen zijn wit op zwart gemarkeerd indien deze bij alle uitstromen van toepassing zijn.
Proces-competentie-matrix Voert vakhandelingen aan interieurtextiel uit.
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y Beslissen en activiteiten initiëren
Aansturen
Begeleiden
Aandacht en begrip tonen
Samenwerken en overleggen
Ethisch en integer handelen
Relaties bouwen en netwerken
Overtuigen en beïnvloeden
Presenteren
Formuleren en rapporteren
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Analyseren
Creëren en innoveren
Leren
Plannen en organiseren
Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
Kwaliteit leveren
Instructies en procedures opvolgen
Omgaan met verandering en aanpassen
Met druk en tegenslag omgaan
Gedrevenheid en ambitie tonen
Ondernemend en commercieel handelen
Bedrijfsmatig handelen
X X
X X
X X X X X
Onderzoeken
A
Werkprocessen 1.1 Bereidt het uitvoeren van vakhandelingen voor. 1.2 Voert de vakhandelingen van de werkopdracht uit. 1.3 Rondt de werkopdracht af.
Competenties Kerntaak 1 Voert vakhandelingen aan interieurtextiel uit.