Beroepscompetentieprofiel Autospuiter (versie juni 2004) Algemene informatie Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Ontwikkeld door Brondocumenten
VOC VOC Sleutelkwalificaties in de carrosseriebranche (1998). Opleidingscompetentieprofiel autospuiter (2000). Handboek functie-indeling voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (2003). Toetstermen autospuiter (versie 2002). Eindtermen autospuiter (versie 2002). Onderzoek technologie en arbeidsmarkt FOCWA Schadeherstel 2002-2003.
Legitimering beroepscompetentieprofiel - op formatvereisten door: - op inhoud door: Mogelijke functiebenamingen Autospuiter Voorbewerker/spuiter Loopbaanmogelijkheden De autospuiter heeft mogelijkheden om door te groeien naar de functie eerste autospuiter en vervolgens naar leidinggevende c.q. managementfuncties in de autoschadebranche. Dit betreft bijvoorbeeld functies als chef spuiterij, chef werkplaats, schademanager, bedrijfsleider etc.
1
Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden
Rol en verantwoordelijkheden
Complexiteit
De autospuiter is werkzaam in een bedrijf (of afdeling van een bedrijf) dat zich bezighoudt met de schadereparatie van personenauto’s en/of bedrijfsauto’s. Ook is de autospuiter werkzaam in de spuitafdeling van een carrosseriebouwbedrijf of in een bedrijfsvoertuigenspuiterij. De autospuiter brengt alle soorten laksystemen aan op carrosserieën van automobielen en andere voertuigen. Afhankelijk van de bedrijfsomvang en de organisatie van de werkzaamheden, wordt de autospuiter eveneens ingezet in het voorbewerkingstraject en verricht hij eenvoudige werkzaamheden op het gebied van de (dé)montage van onderdelen. De autospuiter brengt voorts kitten en beschermingsmaterialen aan. De autospuiter is verantwoordelijk voor het onderhoud, de controle en het juiste gebruik van technische voorzieningen, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor aflevering controleert de autospuiter het voertuig aan de hand van een checklist en de werkorder. De autospuiter brengt een aanzienlijk deel van de arbeidstijd door in de voorbewerkingsruimte. Af en toe begeeft hij zich in de verfmengruimte en in de spuitcabine. Gelet op de stoffen waarmee wordt gewerkt (schadelijk voor omgeving en gezondheid) is naleving van veiligheids- en milieuvoorschriften van essentieel belang. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is bij een groot deel van de werkzaamheden noodzakelijk. Voorts wordt een urenverantwoording bijgehouden. De autospuiter ontvangt opdrachten van zijn direct leidinggevende, werkt grotendeels zelfstandig en is verantwoordelijk voor: - een correcte uitvoering van het spuitwerk; - de naleving van kwaliteit- arbo- en milieuvoorschriften; - het onderhouden en schoonhouden van de werkplek en van de gebruikte apparatuur en gereedschap. Een goede afstemming met de leiding over kwaliteitseisen en planning is van belang. Afstemmingsoverleg vindt ook plaats met de plaatwerkerij c.q. met de carrosseriebouwafdeling. De autospuiter heeft te maken met alle technische aspecten van het lakspuiten. De werkzaamheden kunnen per object verschillen in relatie tot kwaliteit en prijsstelling. Een deel van de werkzaamheden is routinematig van aard, maar er dienen zich ook meer complexe zaken aan zoals het vaststellen van de bewerkingsmethode en problemen die moeten worden opgelost. Werkzaamheden als lakmengen en spuiten, met diverse applicatietechnieken, vergen voorts extra concentratie en accuratesse.
2
Typerende beroepshouding
Trends / Innovaties Marktontwikkelingen
Wetgeving / overheidsregulering
Technologische ontwikkelingen Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Internationale ontwikkelingen
De autospuiter heeft een goede kennis van de materialen en gereedschappen waarmee wordt gewerkt. Kleur-, materiaal- en systeemgevoel is essentieel. Voorts kan de autospuiter grotendeels zelfstandig werken, planmatig denken en werken en heeft hij een flexibele instelling. Dit laatste enerzijds vanwege zich plotseling aandienende wijzigingen in de planning van het werk en/of problemen, maar ook vanwege de toepassing van nieuwe technieken en materialen. De autospuiter kan goed omgaan met werkdruk, beschikt over communicatieve vaardigheden en is bereid tot overleg en samenwerking met de direct leidinggevende en met collega’s. De autospuiter is kwaliteitsbewust en servicegericht. Voor bedrijven in de carrosseriebranche wordt het bezit van een certificaat op het gebied van kwaliteitszorg steeds meer opportuun. Dit vanwege de eisen die door grote marktpartijen als verzekerings- en leasemaatschappijen en afnemers van carrosserieën (transportbedrijven, autobusondernemingen) aan contractpartners worden gesteld. De autospuiter krijgt in toenemende mate te maken met regels en voorschriften op het gebied van arbo en milieu. Relevante maatregelen in dit verband zijn: - het bijhouden van een oplosmiddelenboekhouding; - het gescheiden afvoeren van afval; - de vervangingsregeling voor vluchtige organische stoffen; - verplichting tot het hebben van het milieucertificaat. - Het uitvoeren van een risicoinventarisatie en –evaluatie, specifiek gericht op gevaarlijke stoffen. De toepassing van oplosmiddelarme producten en producten op waterbasis, nieuwe spuittechnieken, reparatie van kunststoffen en UV-hardende procédés Onder druk staande prijzen vragen van de autospuiter efficiency en snelheid. Regelgeving m.b.t. het terugdringen van VOS-emissies. Gelijkschakelen van schadeherstelopleidingen binnen Europa.
3
Kerntaken van het beroep 1 Bewerkt ondergronden voor. 2 Lakt carrosserieën af. Kerntaak 1 Bewerkt ondergronden voor. Proces De autospuiter bewerkt (onderdelen van) het te spuiten object zodanig voor dat deze schoon en vetvrij worden. Schuurt (nat of droog, met de hand of machinaal), plamuurt de ondergronden en plakt de niet te spuiten delen af. De autospuiter maakt grondmaterialen aan en brengt deze met behulp van divers applicatiegereedschap aan op het object. Zonodig neemt de autospuiter eenvoudige (dé)montagewerkzaamheden voor zijn rekening. Voorts brengt de autospuiter kitten en beschermingsmaterialen aan, nadat hij de daartoe benodigde materialen - in de juiste hoeveelheden - verwerkingsklaar heeft gemaakt. Dit met inachtneming van arbo- en milieuvoorschriften. Rol / De autospuiter is verantwoordelijk voor een deskundige en Verantwoordelijkheden correcte uitvoering van de aan hem opgedragen voorbewerkingstaken. De autospuiter werkt op aanwijzing van de direct leidinggevende. Complexiteit Afwisselend past de autospuiter in het voorbewerkingstraject verschillende technieken toe, die op zich routinematig van aard zijn. Als bepaalde werkzaamheden (schuren, aanbrengen grondlaag) niet nauwkeurig en met extra concentratie worden uitgevoerd, is de kans op fouten reëel. Betrokkenen Leiding van de werkplaats, voorbewerkers, eerste autospuiters eerste carrosserietechnici, autoschadeherstellers, etc. (Hulp)middelen De voor deze handeling geëigende arbeidsmiddelen, (hulp)materialen en documentatiemateriaal. Kwaliteit van het proces Het werk wordt adequaat, efficiënt en kostenbewust uitgevoerd en resultaat conform de gestelde eisen, met inachtneming van de arbo- en milieuvoorschriften. De autospuiter beoordeelt de kwaliteit van het eigen werk. Het werk in het voorbewerkingstraject is mede bepalend voor de kwaliteit van het eindresultaat. Als in het voorbewerkingstraject fouten worden gemaakt heeft dit gevolgen voor het eindresultaat. Keuzes en dilemma’s De autospuiter kiest de juiste materialen en werkmethode. Voorts weegt de autospuiter af in hoeverre hij problemen zelf oplost dan wel de eerste autospuiter en/of de bedrijfsleiding inschakelt.
4
Kerntaak 2 Lakt carrosserieën af en herstelt kleine lakschades. Proces De autospuiter kiest de juiste werkmethode en legt de benodigde materialen en arbeidsmiddelen klaar voor gebruik. Dit volgens aanwijzingen die zijn gericht op de aan te brengen laksystemen. De autospuiter maakt de te gebruiken materialen voor de verschillende soorten laksystemen (één- of meerlaags) aan, dit in de juiste hoeveelheden, en mengt en controleert deze materialen aan de hand van receptuur en kleurstalen. Wanneer nodig stelt hij de gemaakte kleur bij naar de kleur van het te spuiten object. Vervolgens brengt de autospuiter de lak aan op het object (in meerdere lagen) m.b.v. diverse applicatietechnieken. De autospuiter tipt kleine lakbeschadigingen bij en herstelt kleine lakfouten doormiddel van poetsen. Tenslotte maakt de autospuiter het herstelde voertuig afleveringsklaar; hij voert eventueel een controle uit aan de hand van een checklist en de werkorder. De autospuiter voert het afval op de voorgeschreven wijze af en onderhoudt en reinigt de spuitapparatuur en de werkplek (verfmengruimte en spuitcabine). Rol / De autospuiter is verantwoordelijk voor een deskundige en Verantwoordelijkheden correcte uitvoering van de aan hem opgedragen taken op het gebied van het aflakken en het herstellen van kleine lakschades. De autospuiter werkt op aanwijzing van de direct leidinggevende. Complexiteit De autospuiter past diverse applicatietechnieken toe. Routine speelt hierbij een grote rol, maar bepaalde werkzaamheden (aanmaken van de lak, spuiten) vereisen extra concentratie en accuratesse. Dit ter voorkoming van spuit- en applicatiefouten). Ook het controleren van het eindresultaat vergt extra aandacht en accuratesse. Betrokkenen Leiding van de werkplaats, voorbewerkers, eerste autospuiters, eerste carrosserietechnici, autoschadeherstellers. (Hulp)middelen De voor deze handeling geëigende arbeidsmiddelen, (hulp)materialen en documentatiemateriaal. Kwaliteit van het proces Het werk wordt adequaat, efficiënt en kostenbewust uitgevoerd en resultaat conform de gestelde eisen, met inachtneming van de arbo- en milieuvoorschriften. De autospuiter beoordeelt de kwaliteit van het eigen werk. Het eindresultaat moet overeenkomen met hetgeen door de klant wordt verlangd. Keuzes en dilemma’s De autospuiter kiest het goede laksysteem en de juiste materialen en applicatietechniek. Ingeval van voorkomende problemen weegt de autospuiter af in hoeverre hij deze problemen zelf oplost dan wel de eerste autospuiter en/of de bedrijfsleiding inschakelt.
5
Kernopgaven KERNOPGAVE 1 De autospuiter staat voor de opgave om de juiste technieken toe te passen. Ingeval van voorkomende problemen weegt de autospuiter af in hoeverre hij deze problemen zelf oplost dan wel de eerste autospuiter en/of de bedrijfsleiding inschakelt. KERNOPGAVE 2 De autospuiter staat voor de opgave de relevante wet- en regelgeving op het gebied van arbo en milieu te kennen en na te leven. Dit gelet op de stoffen waarmee wordt gewerkt. Naleving van deze regels, ook al vergt dat extra tijd en lijken de regels op het eerste gezicht strijdig met het bedrijfsbelang, is van belang ter voorkoming van gezondheidsschade en schade aan het milieu. KERNOPGAVE 3 De autospuiter staat voor de opgave adequaat in te spelen op technologische ontwikkelingen, zoals de vervanging van oplosmiddelrijke door oplosmiddelarme c.q. watergedragen producten. Dit verlangt van de autospuiter een flexibele instelling en de bereidheid om zich voortdurend bij te scholen. KERNOPGAVE 4 De autospuiter staat voor de opgave overleg te plegen met anderen binnen het bedrijf (bedrijfsleiding, collega’s) ten behoeve van een vlot verloop van de werkzaamheden.
6
Nr. 1 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 2 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 3 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat
Voorbereiden werkzaamheden De autospuiter is in staat om de werkzaamheden op adequate wijze voor te bereiden, zodat een efficiënte voortgang van de werkzaamheden is gewaarborgd. Ontvangt de werkopdracht. Verzamelt alle relevante informatie. Stelt vast welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd. Stemt de inhoud van dit plan af met de leidinggevende. Bepaalt de werkmethode; stelt hierbij prioriteiten. Schat in hoe lang de werkzaamheden gaan duren. Houdt rekening met mogelijke knelpunten. Is zich bewust van kosten en prijzen. Communiceert op heldere wijze naar alle betrokkenen. Een werkplan dat een efficiënte voortgang van de werkzaamheden waarborgt. Voorbewerken ondergronden De autospuiter is in staat om ondergronden op adequate wijze te reinigen, te bewerken en te behandelen met behulp van verschillende technieken. Kiest de te gebruiken materialen en gereedschappen. Reinigt de verschillende soorten ondergronden. Ontvet de verschillende soorten ondergronden. Bewerkt verschillende ondergronden voor m.b.v. diverse technieken. (Dé)monteert op eenvoudige wijze te verwijderen en aan te brengen onderdelen. Schuurt ondergronden. Ondergronden die gereed zijn voor verdere behandeling. Plamuren en grondmaterialen De autospuiter is in staat om op adequate wijze plamuren en grondmaterialen aan te maken en aan te brengen. Plakt niet te behandelen delen van het object af. Verwijdert stof door middel van afblazen en afkleven. Maakt de juiste hoeveelheid plamuur aan en brengt deze aan op het object. Schuurt de plamuurlagen en omliggende omgeving. Kiest het juiste grondmateriaal, maakt dit aan in de juiste hoeveelheid en brengt dit aan op het object. Een volgens de aanwijzingen voorbewerkt object.
7
Nr. 4 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 5 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 6 Beroepscompetentie (VM)
Aflakystemen De autospuiter is in staat om op adequate wijze aflakken aan te maken en deze conform de gegeven aanwijzingen aan te brengen op het object. Plakt de niet te spuiten delen af. Kiest het juiste laksysteem. Maakt de lak aan volgens de receptuur, in de gewenste kleur en in de juiste hoeveelheden. Stelt de kleur van de lak zonodig bij. Brengt de lak, in meerdere lagen, aan op het object. Een volgens de aanwijzingen gespoten object. Kitten en beschermingmaterialen De autospuiter is in staat om op adequate wijze kitten en beschermingsmaterialen aan te brengen ter bescherming van carrosseriedelen. Selecteert de juiste materialen en arbeidsmiddelen. Maakt kitten en beschermingsmaterialen aan in de gewenste hoeveelheden. Brengt kitten en beschermingsmaterialen aan op carrosseriedelen. Correct aangebrachte kitten en beschermingsmaterialen. Afleveringsklaar maken De autospuiter is in staat om objecten op adequate wijze afleveringsklaar te maken, opdat deze conform de gemaakte afspraken kunnen worden afgeleverd aan de klant
Succescriteria
Resultaat
Maakt een herstelde auto klaar voor aflevering d.m.v. wassen, poetsen, stofzuigen etc. Verhelpt kleine lakbeschadigingen door bijtippen. Herstelt kleine lakfouten d.m.v. poetsen. Brengt plakbiezen en stickers aan. Controleert het object voor aflevering aan de hand van een checklist. Een object dat klaar is om te worden afgeleverd aan de klant.
8
Nr. 7 Beroepscompetentie (VM)
Arbo- en milieu De autospuiter is in staat om op adequate wijze arbo- en milieuregels toe te passen, ter voorkoming van schade aan de eigen gezondheid en aan de omgeving.
Succescriteria
Resultaat Nr. 8 Beroepscompetentie (SC)
Resultaat Nr. 9 Beroepscompetentie (SC)
Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden. Gebruikt materialen, arbeidsmiddelen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze. Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties. Wijst collega’s op (het ontstaan van) onveilige situaties. Doet suggesties bij niet milieubewust handelen. Meldt onveilige situaties aan bij de verantwoordelijke persoon. Houdt de eigen werkplek schoon en op orde. Verzamelt afval en restmateriaal, sorteert dit en voert het conform de voorschriften af. Zo gezond en veilig mogelijke arbeidsomstandigheden en een minimaal milieubelastend proces. Klant- en servicegericht handelen. De autospuiter is in staat om op adequate wijze klant- en servicegericht te handelen opdat de werkzaamheden naar tevredenheid van de klant worden uitgevoerd. Voert de werkzaamheden uit die met de klant zijn afgesproken. Overlegt met de leidinggevende als de wensen van de klant niet mogelijk zijn. Reageert snel op vragen van collega’s. Voorkomt aanleidingen voor klachten zoveel mogelijk. Zorgt na afloop van de werkzaamheden voor een opgeruimde werkplek. Komt afspraken na. De klant is tevreden over de wijze waarop hij is behandeld en over de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Samenwerken De autospuiter is in staat om op adequate wijze te samen te werken met anderen in het bedrijf, ten behoeve van een efficiënt verloop van de werkzaamheden en een goede sfeer in het bedrijf.
Succescriteria
Resultaat
Neemt actief deel aan het werkoverleg. Maakt werkafspraken met collega’s en komt deze na. Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken. Vraagt collega’s om hulp en helpt collega’s als de situatie daarom vraagt. Aarzelt niet om zich in geval van twijfel tot de leiding te wenden. Geeft aan wanneer de werkdruk te hoog is. Beheerst de Nederlandse taal voldoende om veilig te kunnen werken en samenwerken. Gaat in goede harmonie om met collega en leidinggevende. Zorgt voor een duidelijke werkoverdracht naar collega’s. Stelt het gemeenschappelijk resultaat centraal. Functioneert efficiënt en effectief binnen een team.
9
Nr. 10 Beroepscompetentie (SC) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 11 Beroepscompetentie (ON) Succescriteria Proces
Resultaat Nr. 12 Beroepscompetentie (VM) Succescriteria Proces Resultaat
Communiceren tijdens de werkzaamheden De autospuiter is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren, opdat de werkzaamheden vlot verlopen. Hanteert correcte omgangsvormen. Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie. Luistert aandachtig, toont geduld en laat de gesprekspartner uitspreken. Houdt rekening met wat door anderen gezegd wordt. Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen. Vraagt zonodig door om de noodzakelijke informatie helder te krijgen. Brengt een boodschap kort en duidelijk over. Geeft na een ontvangen opdracht aan wat hij gaat doen. Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende Een vlot lopend werk werkproces met adequaat geïnformeerde betrokkenen. Beroepscompetenties ontwikkelen De autospuiter is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende zijn loopbaan te ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep. Neemt kennis van en staat open voor nieuwe werkmethoden en technieken. Leest vakliteratuur. Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en nog niet goed gaat. Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen. Bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij verder moet ondernemen. Onderneemt de afgesproken activiteiten. Doet verbetervoorstellen en/of voorstellen tot efficiëntere werkprocessen. Constante ontwikkeling van de eigen beroepscompetenties. Onderhoudswerkzaamheden De autospuiter is in staat om op adequate wijze de arbeidsmiddelen waarmee gewerkt wordt te onderhouden Onderhoudt (of organiseert het onderhoud van) arbeidsmiddelen volgens de onderhoudsinstructies. De arbeidsmiddelen werken optimaal.
10
Overzichtsschema beroepscompetenties en kerntaken Beroepscompetenties Kerntaak Kernopgave Vakmatig-methodisch (VM) 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 1 Voorbereiden werkzaamheden x x x x x 2 Voorbewerken ondergronden x x x x x 3 Plamuren en grondmaterialen x x x x x 4 Aflaksystemen x x x x x 5 Kitten en beschermingsmaterialen x x x x x 6 Afleveringsklaar maken x x x x x 7 Arbo en milieu x x x 12 Onderhoudswerkzaamheden x x x x x Bestuurlijk organisatorisch en strategisch (BOS)
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7
Sociaal communicatief (SC) 8 Klant- en servicegericht handelen 9 Samenwerken. 10 Communiceren tijdens werkzaamheden
1 x x x
Ontwikkeling (ON) 11 Beroepscompetenties ontwikkelen
1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 x x x
2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 x x x x x x x x x x
11