EKONOMIKA Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 65ste jaargang • mei - juni - juli - augustus 2009
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1
rubriek
berichten
DEcAAN Luc SELS “WE StAAN Op EEN KANtELMOMENt.” p. 4
eric Van Zele (Barco) “leiderschap in tijden van crisis.” p. 22
Hans Maertens (roularta) “Mediasector is compleet ‘in change’.” p. 23
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Bert De GraeVe (Bekaert) “corporate Governance herdefiniëren.” p. 6
1
DOC_LOYE_ADV_EKONOMIKA
13-12-2007
11:49
Pagina 1
Business law • • • • •
• • • •
Automotive Banking & finance Commercial law Corporate law and M&A Employment law, compensation & benefits and pensions EU, competition & regulatory IP, ICT and media law Life sciences Real estate
A relationship to build on Your choice in the Benelux Loyens & Loeff is a leading, independent full service law firm offering integrated legal and tax advice. An international law firm, Loyens & Loeff counts more than 700 lawyers, tax advisors and civil law notaries in its offices throughout the Benelux and the world's major financial centres. In Belgium, Loyens & Loeff counts more than 120 lawyers in Antwerp and Brussels. Loyens & Loeff offers a broad range of legal and tax services, mainly to corporate clients, in areas such as corporate law and M&A, tax law, commercial law, banking & finance law, real estate, employment law, employee benefits, intellectual property law, European law, competition law and dispute resolution. Loyens & Loeff differs from both local and international law firms in that it is able to combine these disciplines as equally important components.
Tax law • General tax • Indirect tax • Private client
• BRUS SEL S
w w w. l o y e n sl oe ff. c om
• ANT W ER P
Woluwe Atrium, Neerveldstraat 101-103
Green Plaza A, Generaal Lemanstraat 27
B-1200 Brussels
B-2018 Antwerp
T +32 2 743 43 43, F +32 2 743 43 10
T +32 3 226 50 06, F +32 3 213 07 18
AMSTERDAM • ANTWERP • ARNHEM • ARUBA • BRUSSELS • CURACAO • DUBAI • EINDHOVEN • FRANKFURT GENEVA • LONDON • LUXEMBOURG • NEW YORK • PARIS • ROTTERDAM • SINGAPORE • TOKYO • ZURICH
eDitoriaal
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
pOSItIEf DENKEN!
2
[ Fa QUIX ]
Dit is voor vele bedrijven en organisaties niet het beste jaar uit hun geschiedenis, en dat is dan vaak nog een ‘understatement’. De crisis, weet je wel. Maar al is het niet gemakkelijk vandaag, toch is er geen reden tot moedeloosheid, zeker niet tot paniek. Wel integendeel. De huidige problemen moeten ons uitdagen, ons prikkelen. We hebben niet voor niets onze academische vorming aan de beste universiteit van het land gekregen. En dus moeten wij daar iets mee doen. De Leuvense economist wordt immers gekenmerkt door een unieke combinatie van ijzersterke analyse en academische synthese. Dat moet ons in staat stellen van creatieve oplossingen te vinden, zelfs voor de murenhoge problemen waarmee wij vandaag geconfronteerd worden.
Heel belangrijk is dat wij positief blijven denken. Het is immers dat voluntarisme dat ons uit deze crisis zal helpen. Misschien zal de euforie van de overdrijving van het recente verleden er niet meer zo nadrukkelijk bij zijn, maar met meer realisme zal duurzaamheid meer dan ooit aan de orde zijn. De toekomst zal hoe dan ook mooi zijn, maar anders. En de toekomst, die maken we zelf. ‘Always look on the bright side of life!’
Fa QUIX Hoofdredacteur
WoorD VaN De VoorZitter
WELKOM AAN DE NIEuWE EcONOMIStEN! Elk jaar in juli verwelkomen wij een nieuwe generatie economisten die aan onze faculteit afstuderen. Als alumnivereniging van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen richten wij ons tot alle afgestudeerden die een band willen behouden met de universiteit en met hun jaargenoten. Ekonomika Alumni organiseert meer dan 100 activiteiten per jaar, verspreid over het hele land en nu ook internationaal. Via Permanente Vormingsinitiatieven wordt niet alleen de band met de faculteit levendig gehouden, maar ontstaat er [ Freddy Nurski ] ook een vruchtbare wisselwerking tussen academici en praktijkmensen. Lid zijn van uw alumnivereniging geeft u daarenboven toegang tot een actief netwerk van meer dan 3.000 leden die op een ongedwongen en een toegankelijke manier met mekaar omgaan.
Ekonomika Alumni blijft inspelen op de vragen en noden van haar leden: elk jaar is de Senaat een uitgelezen moment om een kleine 100 actieve bestuursleden samen te brengen rond een aantal actuele thema’s. Dit jaar werd er aandacht besteed aan de verdere diversificatie van het activiteitenaanbod, alsook de hele communicatiestrategie errond. De nieuwe decaan van de faculteit, Luc Sels, gaf een duidelijk overzicht van de laatste evoluties op het vlak van onderwijsaanbod en de complexiteit van de nieuwe realiteit van de Associatie K.U.Leuven. Deze nieuwe situatie zal duidelijk een impact hebben op de studenten, maar ook op de afgestudeerden van de Faculteit EB. Ook over de laatste evoluties daaromtrent zullen wij u blijven informeren. In dit nummer van Ekonomika Berichten brengen we u alvast een interview met decaan Luc Sels. Op zaterdag 24 oktober houden we onze jaarlijkse Alumnidag in Leuven. Ook dit jaar brouwen we een gepast en goed onderbouwd programma voor u. Noteer de datum van deze niet te missen afspraak alvast in uw agenda.
Freddy NURSKI Voorzitter
iNHouD
4 6 12 20 23
Het is nogal wat met die financiële en economische crisis. Eindelijk was iedereen overtuigd van het belang van corporate governance in onze ondernemingen, en nu wordt dit plots allemaal weer in vraag gesteld. Maar op een verantwoorde manier, zo bleek op de Deloitte Chair on Governance, vakkundig geleid door niemand minder dan professor HERMAN DAEMS. Studenten die werken. Men kan zich de vraag stellen of dit het gevolg is van de crisis? Toch niet. Het blijft een teken van ondernemerschap bij onze Leuvense economiestudenten. Initiatieven zoals AcADEMIcS fOR cOMpANIES (AFC Leuven) en het afleveren van marktrapporten voor bedrijven, getuigen van het dynamisme dat leeft bij onze studenten. Ekonomika Internationaal trok eind april op ‘inleefreis’ naar de Verenigde Arabische Emiraten, in de spirit van Living Stone Gateway. Onze voorzitter fREDDY NuRSKI, die de woestijn (en omgeving) als zijn broekzak kent, was hun ervaren gids in deze explosieve regio. Over ervaren gids gesproken, Ekonomika Alumni organiseerde op 29 april een bezoek aan het Europees Parlement waar het werd toegesproken door JEAN-Luc DEHAENE. Dat we niets of niemand mogen onderschatten, waarschuwde hij: “Jullie Europa niet, en ik Verhofstadt niet, wees maar gerust”. De mediasector is compleet ‘in change’ en het leek alsof HANS MAERtENS van Roularta Media Group ons op een roetschbaan doorheen de snelle veranderingen in het medialandschap wilde loodsen… We werden er warempel tuureluut van. Maar dan bracht RIK VAN cAuWELAERt (Knack Magazine) deze sneltrein tot bedaren.
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
9
Onze Faculteit FEB verandert zowat aan de snelheid van het licht. Gelukkig dat er snelle jongens zijn zoals de decaan Luc SELS die dat hoge tempo meester kunnen blijven. Lees als de bliksem zijn gedachten!
3
faculteit
DEcAAN Luc SELS:
“ONzE fAcuLtEIt zIt Op EEN KANtELMOMENt” “Er staat heel wat te gebeuren in onze Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB). Wij moeten de discussie aangaan over de optimale schaalgrootte, over de positie van de te academiseren hogeschoolopleidingen ten opzichte van de huidige faculteit, en over de beheersing van de kosten. We zijn inderdaad aangekomen op een kantelmoment voor onze faculteit”, aldus Decaan Luc Sels.
[ Luc Sels en Jules Ackermans ]
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
[ Luc Sels, Rik Van Peteghem (CEO Deloitte) en prof. Hilde Laga (Rechtsfaculteit) ]
4
Met uw aantreden als nieuwe decaan werd ook het bestuur van de faculteit aangepast. Hoe ziet het er nu uit? Luc Sels: “Ik word bijgestaan door drie vice-decanen: de vice-decaan Onderzoek is Patrick Van Cayseele, de vice-decaan Onderwijs is Monique Snoeck, en de vice-dean International Affairs is Piet Sercu. De twee departementen EW en TEW zijn enkele jaren geleden omgevormd tot vijf onderzoekseenheden. De coördinatoren van deze vijf onderzoekseenheden spelen eveneens een belangrijke rol in het bestuur van de faculteit. Vandaag zijn dat Stef Proost voor het Centrum voor Economische Studiën (CES), René Belderbos voor Bedrijfseconomie, Strategie en Innovatie (MSI), Siegfried Dewitte voor Marketing en Organisatie (MO), Martina Vandebroek voor Kwantitatieve Beleidsmethoden en Beleidsinformatica (KBI) en Staf Van Herck voor Accountancy, Finance en Insurance (AFI). Deze onderzoekseenheden zijn best geplaatst om te bepalen hoe hoogstaand onderzoek in hun vakgebied ontwikkeld kan worden. Ze zijn daarom op het vlak van onderzoeksbeleid sterk geresponsabiliseerd.” Onze Faculteit FEB is de jongste jaren sterk gegroeid. Kan u enkele cijfers geven? Luc Sels: “Voor het academiejaar 2008-2009 tellen we 4.034 studenten. Belangrijk is dat er daarvan 691 generatiestudenten zijn. Dat zijn studenten die voor de eerste maal inschrijven aan de universiteit. Met die cijfers is FEB de derde grootste faculteit geworden. De faculteit tekent overigens ook heel wat groei op in de eenjarige opleidingen die zich richten op de zij-instroom van studenten die een bachelor of master behaald hebben in een andere discipline. Zo tellen we 228 studenten in de master in het management die studenten met andere diploma’s (bv. informatici, psychologen, industrieel en burgerlijk ingenieurs) een stoomcursus bedrijfswetenschappen geeft en ook voorbereidt op de master in TEW. Ook de master in beleidseconomie, die voorbereidt op de master in EW, is met 46 studenten behoorlijk succesvol. Verder valt op dat we stap voor stap internationaler worden. Wij tellen op dit ogenblik 438 buitenlandse studenten (+12,6% t.o.v. 2007-2008). Gezien we vanaf 2009-2010 zowel de master in TEW als de master in EW ook in het Engels aanbieden, zal die trend nog versterken.”
fAcuLtEIt
De hogere instroom via generatiestudenten betekent dat de K.U.Leuven sterk staat op de “studentenmarkt”? Luc Sels: “We kunnen inderdaad vaststellen dat we in nagenoeg alle provincies een belangrijk marktaandeel behouden. Enkel in Oost-Vlaanderen is het marktaandeel erg klein. In de overige provincies heeft K.U.Leuven bij de generatiestudenten marktaandelen die variëren van 27,4% in WestVlaanderen (met een groeiende Campus Kortrijk), over 36,2% in Antwerpen en 57,5% in VlaamsBrabant, tot 61,3% in Limburg. We zitten dus zeker niet ‘in het defensief’.” Wat zijn uw belangrijkste actiepunten als nieuwe decaan? Luc Sels: “Als we naar onderwijs kijken, dan is een eerste actiepunt ongetwijfeld de verdere internationalisering. We mikken daarbij op een versterking van ons Engelstalig aanbod, met o.a. de Master of Business Economics, de Master of Economics en de Master of Financial Economics. Maar we willen ook werk maken van een versterking van onze uitwisselingscontracten, vooral in de Verenigde Staten, Canada en Zuid-Oost Azië. In het kader van die uitwisselingscontracten werken we ook aan een drie weken durende Summer School. Een tweede belangrijk thema is de druk om naar tweejarige masteropleidingen te evolueren in EW en TEW. Deze opleidingen zouden daarmee op vijf jaar komen. Voorlopig geven wij in FEB de voorkeur aan eenjarige masteropleidingen, in combinatie met tweejarige Research Masters. Maar de druk van de andere universiteiten om toch naar een veralgemening van tweejarige masters te gaan is groot. Daar moeten dus op korte termijn serieuze knopen worden doorgehakt. Een derde topic is het stimuleren van het ondernemerschap. Wij wensen dat onze afgestudeerden zeer sterk staan in het bedrijfsleven, maar ook specifiek in het ondernemerschap. We hebben hier al heel wat initiatieven ontwikkeld, bijvoorbeeld in de vorm van bedrijfsprojecten, de opstart van een eerste junior enterprise met Academics for Companies en de Business to University (B2U) events, die we samen met Ekonomika gelanceerd hebben. Maar we werken momenteel een actieplan uit om de aandacht voor ondernemerschap en
faculteit small business management ook in het hele curriculum te versterken.” Een belangrijk deel van de reputatie van de faculteit is het economisch onderzoek. Hoe goed doet onze faculteit het op dat vlak? Luc Sels: “We zijn nog lang niet het ‘Harvard aan de Dijle’, maar onze onderzoeksprestaties mogen in Europees perspectief toch als zeer sterk gezien worden. We hebben uitstekende outputscores en slagen er elk jaar beter in om in de internationale top journals te publiceren. In 2008 hebben we ook niet minder dan 36 doctoraten afgeleverd. Met Licos (Centre for Institutions and Economic Performance) hebben we een facultair onderzoekscentrum dat onder meer geniet van de Leuvense excellentiefinanciering. Wat men overigens niet uit het oog mag verliezen, is dat FEB op haar piekmomenten ongeveer 360 mensen tewerkstelt. Dat geeft mooi aan hoeveel onderzoekers op projecten aangetrokken worden. Ik denk overigens ook dat er in onze faculteit een goed evenwicht bestaat tussen fundamenteel en meer beleidsgericht onderzoek. Wat dat laatste betreft spelen we een erg belangrijke rol met het Steunpunt Werk, het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen en het Steunpunt O&O-indicatoren (recent hervormd tot ECOOM of Expertisecentrum O&O Monitoring), maar ook met Vives (Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving). Ik hoor wel eens dat onze visibiliteit in de media wat gedaald is, maar dat geldt zeker niet voor onze dagelijkse impact op het economisch beleid.”
Wat is het verschil tussen beide opties? Luc Sels: “Stel dat we opteren voor een geïntegreer-
En wat bedoelt u dan met een geassocieerde faculteit? Luc Sels: “Dat betekent dat we zouden werken met twee entiteiten: onze huidige Faculteit FEB met campi in Leuven en Kortrijk die de opleidingen EW, TEW en HIR(b) inricht en de verantwoordelijkheid neemt voor de doctoraatsopleiding, en een geassocieerde Faculteit Handelswetenschappen (FH) met campi in Brussel (HUB) en Antwerpen (Lessius). In dit model zijn er niet één maar twee decanen, is er verregaande bestuurskundige en financiële autonomie. We zouden een losse coördinatie hebben op het vlak van onderwijs, maar wel een sterke samenwerking op het vlak van onderzoek. Ik denk dat dat model een grotere bestuurbaarheid zal tonen en ook meer garanties biedt voor behoud en versterking van de internationale positie van FEB. Minpunten zijn natuurlijk de mogelijke rem op de academisering van de hogeschoolopleidingen en een risico op directe concurrentie tussen de opleidingen. Maar dat zijn punten die met behulp van een transparante beheersstructuur opgelost moeten kunnen worden. Dit is een van de grote discussies die we op dit kantelmoment moeten voeren.”
[ Luc Sels (midden) ]
[ Op de Ekonomika Senaatsvergadering: Luc Sels, Jeffry Steemans, Guido Doucet ]
fAcultEIt
Hoe is uw contact en verhouding met Ekonomikastudenten? Luc Sels: “Uitstekend. Ik heb in dit eerste jaar kunnen rekenen op een uitstekend praesidium. De samenwerking met het net aangetreden 80ste is al even veelbelovend. Ik moet ook melden dat ik niet alleen met Ekonomika-studenten, maar ook met Ekonomika Alumni een schitterende samenwerking vaststel in een win-winrelatie. We zijn er ons beiden van bewust dat we elkaar kunnen versterken, zowel de alumni de faculteit als de faculteit de alumni. In elk geval: op mijn loyale medewerking en steun kan Ekonomika Alumni zeker en vast rekenen.”
Fa QUIX
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Met Bologna is er heel veel veranderd in het landschap van het hoger onderwijs. Wat zijn de concrete gevolgen daarvan voor onze faculteit? Luc Sels: “Het uitgangspunt is natuurlijk de invoering van de BAMA-structuur (Bachelor/Master). We evolueren stilaan naar een binaire structuur, waarbij enkel nog het onderscheid wordt gemaakt tussen professionele opleidingen (de vroegere korte type-opleidingen) en academische opleidingen (de universitaire opleidingen en de academische opleidingen van de hogescholen). Het is onze opdracht om de hogeschoolopleidingen te ondersteunen in hun academiseringsproces. Dat moet onder meer voor handelswetenschappen geklaard zijn tegen 2013. Het is overigens de bedoeling dat de te academiseren hogeschoolopleidingen van de associatie K.U.Leuven op termijn ook daadwerkelijk integreren in de universiteit. Dat brengt natuurlijk heel wat uitdagingen en vragen met zich mee, zo onder meer of die opleidingen in afzonderlijke geassocieerde faculteiten zullen terechtkomen, dan wel echt in de FEB zullen integreren.”
de faculteit, dan zou dat op termijn betekenen dat die faculteit vier campi heeft: Leuven, Kortrijk, HUB-Brussel, Lessius-Antwerpen. Eén decaan zou aan het hoofd staan van het geheel, daarin bijgestaan door locale campusbesturen met een verregaande autonomie op het vlak van onderwijs. Die transformatie zou een verdubbeling van de staf en de studentenaantallen betekenen. We zouden veruit de grootste faculteit worden. De pluspunten van een geïntegreerde faculteit zijn dat we meer gewicht krijgen, regionaal sterker verankerd zouden zijn en meer kunnen coördineren tussen de opleidingen in het studiegebied economie en bedrijfswetenschappen. Maar er zijn ook grote risico’s aan verbonden. De organisatie wordt erg complex, met veel overleg en onderhandeling. Bovendien hebben we nog weinig zicht op de financiële implicaties en op het globale niveau van het academisch onderzoek. Sommigen vrezen ook voor een soort ‘verhogescholisering’.”
5
DelOitte cHaiR
DElOIttE chAIr ON GOvErNANcE
KAN cOrpOrAtE GOvErNANcE wErKEN? De huidige financiële crisis heeft het zogenaamde ‘goed bestuur’ en de creatie van ‘ondernemerswaarde’ als nooit tevoren op de agenda geplaatst. De Deloitte Chair on Governance heeft daarover op 7 mei jl. een debatavond georganiseerd in Leuven met een keure van sprekers. Dé grote vraag was: hoe kunnen we streven naar meer langetermijnvisie en beter bestuur in het bedrijfsleven? Het debat werd gemodereerd door Prof. Dr. Herman Daems, buitengewoon hoogleraar K.U.Leuven en voorzitter van de raad van bestuur van GIMV en BARCO, en tevens kersvers voorzitter van de Fortis Bank. Een van de topsprekers, Bert De Graeve, CEO Bekaert, stelde meteen een pertinente vraag: “In het belangrijke debat over Corporate Governance valt er één hiaat te betreuren, en dat is de vraag rond deugdelijk bestuur bij de aandeelhouders. Wat is hun houding tegenover het bedrijf? Hebben zij soms geen onrealistische verwachtingen? En is dat in een aantal bedrijven niet de oorzaak van de huidige crisis? Men zegt wel dat ‘hebzucht’ van het management de drijfveer is. Maar dat geldt evenzeer voor de kleine aandeelhouder die altijd maar méér en méér rendement wilde. Wanneer aandeelhouders op korte termijn denken, hoe kun je dan als CEO een langetermijnstrategie realiseren? Dat geldt ook voor de institutionele beleggers en tot mijn spijt heb ik moeten vaststellen dat ook zij vaak op korte termijn redeneren.”
te boeken op het vlak van productie, investeringen en innovatie. “Onder de dwingelandij van kwartaalresultaten is dat onmogelijk”, aldus De Graeve.
DElOIttE chAIr
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
Bert De Graeve meldde tevens dat het succes van staaldraadproducent Bekaert voor een groot deel gebaseerd is op de aanwezigheid van een stabiele aandeelhouder (minderheid van 39 %). Dat geeft ruimte voor een langetermijnstrategie, en die is nodig om vooruitgang
6
‘Executive’ bestuurders? Op de vraag of ‘executive’ bestuurders nodig zijn, antwoordde Bert De Graeve negatief. Bestuurders moeten vooral de aandeelhouders weerspiegelen. “En ik weet het. Het is een delicaat evenwicht. Enerzijds mogen aandeelhouders geen bange spaarders/boekhouders zijn, maar anderzijds ook geen gokkers. Zij moeten verantwoordelijke personen en organisaties zijn die investeren in risico, met als doel op duurzame wijze toegevoegde waarde te creeren in de onderneming, en als gevolg daarvan creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn.” Axel Miller, voormalig CEO Dexia, trad in het hele debat een beetje op als advocaat van de duivel. Hij vulde Bert De Graeve in zijn betoog aan: “Had GM vijf jaar geleden beslist om minder te produceren i.p.v. méér, met minder winst tevreden was geweest, had geïnvesteerd in minder benzineverslindende auto’s, dan was het vandaag wellicht niet in de huidige moeilijkheden geraakt. Was het geen deugdelijk bestuur geweest om op korte termijn met minder tevreden geweest te zijn? Wetende wat er nu met GM gebeurd is, is dat meer dan een pertinente vraag.”
Transparantie
[ (vlnr) Axel Miller, Minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne, professor Herman Daems (GIMV) ]
Gilles Samyn, CEO NPM, ging wat dieper in op de risicohouding van de bestuurders. Gilles Samyn: “Als je in 2005 geen 20 % rendement op het eigen vermogen haalde, was je geen goede CEO en dreigde je te worden ontslagen. Ik heb altijd gezegd: ‘Een CEO die erin slaagt om op lange termijn een gemiddelde van 8 % return on equity te bereiken, is een goede CEO!’ Dat brengt natuurlijk de vraag naar het gedrag van bestuurders op het vlak van risico.
DelOitte cHaiR Samyn: “Ondernemen is risico nemen. Dus moet men als bestuurder hoe dan ook risicobewust zijn. Maar hoe wordt men dat? Uit mijn ervaring kan men dat alleen maar met gezond verstand en competentie bereiken.” En heeft men daartoe externe bestuurders nodig? Samyn is niet overtuigd. “Het belangrijkste is transparantie. Alle elementen die een invloed op het bedrijf kunnen uitoefenen, moeten open en transparant kunnen worden uitgewisseld op de raad van bestuur. Een bestuurder is een bestuurder, extern of niet heeft geen belang. Wat telt is, betrokken zijn. Een bestuurder moet zich zien als een goede vriend van de onderneming. En een vriend zegt niet altijd ‘ja’, maar is argeloos en openhartig, en ook competent. Een bestuurder moet mee de risico’s van de onderneming helpen sturen en bijdragen tot de (technische) waardeschepping voor de aandeelhouders. Dat behelst drie grote taken: controle van de prestaties van de onderneming, met focus op lange termijn. Ten tweede: advisering van de CEO en zijn strategie. Ten derde: een maximale openheid en uitwisseling van informatie. Een raad van bestuur mag geen amalgaam van individuele personen zijn, maar moet een sterke ploeg vormen.”
[(vlnr) Bert De Graeve (Bekaert), Bernard Thuysbaert (Deminor) en Gilles Samyn (NPM) ]
raad van bestuur controle uitoefent op het management namens de eigenaars, in het belang van de onderneming. Dat is altijd gericht op de lange termijn. De discussie tussen shareholders en stakeholders is een valse discussie. Op lange termijn hebben ze allemaal dezelfde doelstelling: het belang van de onderneming.” Heeft de overheid een rol te spelen in het verbeteren van de corporate governance? De minister ziet vier niveaus: “De overheid kan natuurlijk via verontwaardiging over wanpraktijken de publieke opinie bespelen, en zorgen voor een bewustmaking van de problemen. Ten tweede kan de overheid natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven door goed bestuur in overheidsbedrijven, zoals Belgacom. Een element daarvan is bv. de opzegtermijnen van de topmanagers beperken tot een maximum van 12 maanden. Ten derde kan de overheid aandringen op efficiënte vormen van zelfregulering. Er is een code Daems, alhoewel deze volgens Herman Daems niet zo mag worden genoemd, die als voorbeeld moet gelden. Ten slotte is er de mogelijkheid om wetgevend op te treden. Hoewel dat niet in eerste instantie moet gebeuren, kan het wel noodzakelijk zijn. In dat laatste past het initiatief om voor beursgenoteerde bedrijven de verloning van de CEO plus topmanagement plus bestuurders bekend te maken.” Minister Van Quickenborne sprak ook over een recent initiatief van de Europese Commissie die op dit vlak toch sterk reglementerend wil optreden: onterecht uitgekeerde bonussen terugvorderbaar maken, de verplichting om minstens een deel van de opties aan te houden tot het einde van het dienstverband van de personeelsleden die de opties ontvangen hebben, en een minimumduur van de optieplannen van drie jaar.
DElOIttE chAIr
Minderheidsaandeelhouders
Overheid Minister van Ondernemen Vincent Van Quickenborne gaf zijn definitie van corporate governance: “Een belangrijk element is dat de
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Bernard Thuysbaert (Deminor) stelde de vraag naar de plaats van de minderheidsaandeelhouders. Thuysbaert: “De minderheidsaandeelhouders zijn vaak ook de dupe geworden van het kortetermijndenken. Sommige kortetermijnbeleggers hebben maximale rendementen verdiend, zonder controle en zonder governance. Hedge funds in Londen konden op een bepaald moment woekerwinsten verdienen door te speculeren tegen de grootste banken. Dat heeft niets meer te maken met de creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn.” Ook de remuneratie van de CEO’s werd veel te veel op de kortetermijnresultaten van de financiële markten geaxeerd. “Dat geeft verkeerde signalen aan de CEO’s. We zijn verkeerd met onze toekomst bezig”, aldus Bernard Thuysbaert namens Deminor. Axel Miller stelde daarop voor om in het loonbeleid een maximale loonspanning te voorzien, bv. van 1 tot 20 als maximale loonspanning tussen de laagste lonen en deze van de CEO in een bedrijf.
7
DelOitte cHaiR heeft. Dit gebeurt vandaag nog steeds per lidstaat. “Eigenlijk is Europa ook op dat vlak teleurstellend”, aldus Van Quickenborne.
Deskundig en betrokken
[ (vlnr) Chris de Wulf (Picanol), Nancy Huyghebaert, Piet Sercu, Luc Sels, Marleen Willekens (Faculteit FEB), en Filip Abraham (vice-rector K.U.Leuven) ]
[ (vlnr) Axel Miller, Ann Gaeremynck, Luc Van Nevel (Picanol) en professor Herman Daems (GIMV) ]
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
Ethiek
8
Maar, alle reglementering ten spijt, besloot de Minister met het volgende citaat: “There is no substitute for ethics” (Carly Fiorina, ex-CEO van HP). “We mogen nooit vergeten dat topmensen, zowel in de privésector als bij de overheid, ethisch verantwoord moeten handelen.” Over de rol van de overheid vulde Bernard Thuysbaert (Deminor) de Minister aan met de volgende bedenking: “De overheid moet ook zorgen voor de bescherming van het spaarwezen. Daarom moet de overheid vermijden dat beursgenoteerde bedrijven de speelbal worden van kortetermijnspeculanten. Dat vraagt toch ook om governance, maar dan wel uitgaande van de overheid.” De Minister kon daar in komen, maar stelde wel dat Europa geen eengemaakte financiële regelgeving noch toezicht
De voorzitter van deze Deloitte Chair on Governance, Prof. Herman Daems, vatte de belangrijkste bevindingen als volgt samen: “Op één jaar tijd is er heel veel veranderd. Heiligmakende zaken van vroeger komen nu fundamenteel ter discussie te staan. Zeker inzake corporate governance is dat het geval. Zo moeten we minder spreken over ‘onafhankelijke bestuurders’, maar veel meer over ‘deskundige bestuurders’. Het is belangrijker dat de bestuurders kennis hebben van het bedrijf en de sector waarin het bedrijf opereert, dan dat zij onafhankelijk zijn. Een tweede discussie is onafhankelijkheid versus betrokkenheid. Misschien moeten we meer terug naar het ‘old boys’ network’ en lokale mensen terug in de raden van bestuur brengen. Want zij zijn betrokken bij de onderneming. Uit de discussie van de deskundigen blijkt dat betrokkenheid een belangrijke voorwaarde is om een goede bestuurder te zijn.” “Wij moeten ook minder in ‘structuren’ denken. Het is niet omdat men de corporate governance in een structuur heeft gegoten, dat men een goed bestuur krijgt. Een goed bestuur hangt uiteindelijk af van de personen die dat bestuur uitmaken. Bijgevolg is er ook een code nodig voor een goede bestuurder”, zei Daems nog. Daems stelde ook vast dat in de samenleving, zowel bij pers, analisten en de publieke opinie, er te weinig kennis is over hoe ondernemingen echt werken. “Daar moet meer worden over gecommuniceerd naar de pers en ook naar de aandeelhouders.” Tot slot is er de rol van de aandeelhouders zelf. Daar waar vroeger het bestaan van een referentieaandeelhouder als een minpunt werd ervaren, is dat vandaag duidelijk een pluspunt. “Want het is gebleken dat referentieaandeelhouders de ondernemingen door dik en dun verdedigen”, aldus Herman Daems.
DElOIttE chAIr
Ann GAEREMYNCK Nancy HUYGHEBAERT Fa QUIX
acaDemics fOR cOmpaNies
Afc lEuvEN:
rOOSKlEurIGE tOEKOMSt vOOr ONDErNEMENDE StuDENtEN Op 30 april vierde AFC Leuven – voluit Academics For Companies vzw – haar tweejarig bestaan door op het slotevent de partners, klanten en studenten in de bloemetjes te zetten.
AFC, gestart in het academiejaar 2007-2008, richt zich op de student die tijdens zijn studie meer wil dan de vele theoretische kennis uit de lessen. Met bedrijfsprojecten en workshops als inhoudelijke pijlers gecombineerd met een enthousiast bestuur en een professionele aanpak heeft AFC de juiste mix gevonden om een meerwaarde te zijn voor de ondernemende student, getuige de enorme groei van het ledenaantal. Bij de afsluiting van het tweede werkingsjaar bleken ook de academische en de bedrijfswereld zeer tevreden.
AFC en de FEB
Niemand is beter geplaatst om voor de klanten te getuigen dan Liesbet Conings. Als innovatieadviseur bij het Innovatiecentrum Vlaams-Brabant bezorgde zij AFC maar liefst vier projecten. Ook zij geeft aan dat de bedrijven zeer tevreden zijn over zowel de samenwerking als de afgeleverde kwaliteit van AFC. Natuurlijk is er steeds ruimte voor verbetering en de bestuursploeg van het derde werkingsjaar kijkt er dan ook naar uit om met mevrouw Conings de voorbije projecten te analyseren en zo de kwaliteit en efficiëntie naar de toekomst toe nog te verhogen. Het is belangrijk te benadrukken dat AFC volledig onafhankelijk door studenten bestuurd wordt. Zo is het enerzijds gemakkelijker om de noden van de leden af te toetsen en verhoogt het anderzijds de betrokkenheid en interactie tussen leden en bestuur. Contacten tussen partners, bestuur en leden staat dan ook hoog op de agenda en door regelmatig events te organiseren en na elke workshop een receptie aan te bieden probeert AFC dat zo goed mogelijk te ondersteunen.
Toekomst
[ Het bestuur van AFC Leuven 2008-2009 ]
[ Fa Quix, Liesbet Conings, Inge Keymolen, Véronique Willems en Kris Van Broeck ]
AcADEMIcS fOr cOMpANIES
UNIZO als partner
Daarna deed Véronique Willems, KMO account manager bij Unizo, haar relaas. Doordat AFC een vzw is en met studenten werkt, biedt zij kwalitatief advies aan een lage prijs. Véronique vertelt dat dit de drempel voor veel kmo’s verlaagt om toch het nodige advies in te winnen en dat Unizo met plezier allerhande projecten van studenten om contacten met de bedrijven te leggen en ervaring op te doen, ondersteunt.
Met het door een verrukkelijk walking dinner begeleid slotevent komt er een einde aan een schitterend en succesvol tweede levensjaar van AFC vzw. De nieuwe ploeg voor academiejaar 2009-2010 heeft reeds enkele staaltjes laten zien van hun gedrevenheid, plannen en ambitie. Er mag dus geen twijfel over bestaan dat, voortbouwend op het prachtige reeds geleverde werk, AFC de toekomst zeer rooskleurig tegemoet kan zien.
Righard BRUYNS
[email protected] of www.afcleuven.be
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Van de prominente aanwezigen kwam prof. dr. Luc Sels, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB), zijn ervaringen kort toelichten. De decaan prees AFC als voorbeeld voor de jonge, creatieve, innovatieve geesten aan zijn faculteit en kon enkel toejuichen dat studenten, naast academische kennis, ook praktijkervaring met bedrijven kunnen opdoen door aan projecten deel te nemen. In één adem haalde de decaan ook enkele aandachtspunten aan. Hoe kan de samenwerking met de faculteit verbeteren? Komt er een uitbreiding naar andere faculteiten en zo ja, onder welke vorm? Ten slotte zijn grootste zorg: kan de dynamiek en het enthousiasme van een opstartend project doorgetrokken worden nu AFC naar een jongvolwassen onderneming evolueert? Aan het nieuwe bestuur om de handschoen op te nemen en de decaan te overtuigen!
Grote klantentevredenheid
9
acaDemics fOR cOmpaNies
A chAllENGING DAY At lONDON buSINESS SchOOl Leuven train station, 4 a.m., a group of men and women in suits drinking strong coffee. A bracing start to what turned out to be a great learning experience during the 24-hour Clean Tech Challenge at London Business School (LBS). As the competition was not due to kick off until 5 p.m., we took the underground to the heart of London for a couple of hours’ sightseeing. After a classic tour taking in Westminster Abbey, the Houses of Parliament and Trafalgar Square - and having just missed the changing of the guard at Buckingham Palace - we ended up in Soho for lunch in a nice little restaurant. Then it was time for our teams to prepare themselves mentally and come face to face with their fellow Challenge participants during the introductory lectures at
LBS. Venture capitalist Mark Preston, “McKinsey boy” James Twining and entrepreneur Andrew Loynes filled us in on their views about the potential of new businesses in Clean Technology. And this is what the competition is all about: giving bright young students the opportunity to develop their clean technology ideas into a real business model. Students with a technical background are therefore matched with those with more economic expertise to form multidisciplinary teams.
AcADEMIcS fOr cOMpANIES GEÏNtErESSEErD IN Afc? Wilt u een nieuw product op de markt brengen en weet u nog niet goed of het wel zal aanslaan of heeft u te maken met dalende inkomsten ziet u niet direct de oorzaken en de oplossingen? AFC lost het voor u op aan een democratische prijs.
Hoe gaan wij te werk? 1. U komt naar ons met een projectvoorstel, het contact verloopt via onze projectcoördinatoren. Voor het werkingsjaar 2009-2010 zijn dit: Michiel Smeuninx
[email protected] 0478- 63 82 68
en
Righard Bruyns
[email protected] 0472-81 78 18
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
2. Onze projectcoördinatoren doen u een voorstel van aanpak en een financieel voorstel.
10
3. De projectcoördinatoren stellen een team samen, onder leiding van een projectmanager. Dat team zal verantwoordelijk zijn voor het oplossen van het project. Het aantal teamleden varieert tussen 3 en 6 personen, afhankelijk van de omvang van het project. 4. Vanaf nu verloopt de communicatie vooral met de projectmanager. Het is heel belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen de projectmanager en het bedrijf. AFC is ook continu op zoek naar partners. Als partner van AFC geef je af en toe een workshop en/of geef je onze organisatie een financieel steuntje. Geïnteresseerd? Neem dan contact op met onze pr-manager: Michiel Van Hooreweder
[email protected] 0472-483876
Voor andere informatie kan u altijd terecht op onze website www.afcleuven.be
Three teams from Leuven
K.U.Leuven was represented by three enthusiastic teams comprising business, civil, industrial and bio-engineers, supported by K.U.Leuven Research and Development (LRD) and Academics for Companies (AFC). No tea, but again very strong coffee was needed the next morning to wake up our teams after a hard night’s work in the rooms specially set aside for us at LBS. With a clear and fresh mind, the competitors took the feedback provided by several mentors specialising in different fields such as law, chemistry, accounting, finance, etc. and incorporated it into their presentation. After this last bit of fine-tuning, we all had lunch before the start of the most exciting part of the challenge: the pitch. During the teams’ presentations, a panel of judges critically evaluated the full potential of the ideas.
And the winners are... After careful deliberation, one Belgian team (Hydrogen Production from Renewable Biomass) and one British team (GreenLease) were pronounced the winners. They took home a cash prize of £5,000 (€5,811) equally divided between them. Inge KEYMOLEN Righard BRUYNS
For more information about the Challenge, check out the website at www.cleantechnologychallenge.com
maRketiNG & stRateGie
StuDENtEN ADvANcED MArKEt rESEArch lEvErEN MArKtONDErzOEK vOOr AutOMOtIvE tOElEvErANcIEr In september 2008 lanceerde de vakgroep Marketing & Strategie, samen met prof. Siegfried Dewitte, een pilootproject om studenten via Ekonomika Alumni te laten werken op een marktonderzoek voor WABCO. Begin 2008 had NYSE WABCO, wereldwijd producent van veiligheidssystemen en remsystemen voor zware vrachtwagens, trailers en high-end personenwagens, een aantal producten gelanceerd voor de Europese aftermarket, waarvan een deel gebaseerd op bestaande technologie, en een tweede deel gebaseerd op een revolutionaire nieuwe technologie.
De studenten werd gevraagd een onderzoek te doen naar twee vragen: 1. hoe het marktaandeel in de ‘bestaande technologie’ vergroten? 2. hoe de positionering van de ‘nieuwe technologie’ te verbeteren? De studenten werden opgesplitst in verschillende werkgroepen, gebruikten het cursusmateriaal om hun onderzoek voor te bereiden en trokken de markt in met een diverse onderzoekstechnieken om tot hun antwoorden te komen: interviews, telefonische enquêtes, online enquêtes en bedrijfsbezoeken: wat is de merkbekendheid, de merkherkenning, welke persoon beslist welk merk wordt aangekocht, wat zijn de belangrijkste beslissingscriteria om merken te vergelijken en te beslissen welk merk wordt aangekocht, en hoe wordt het merk dan ervaren na de aankoop?
met gerichte marketing een antwoord geven op de verschillende verwachtingen van die segmenten?
Oproep Na deze succesvolle eerste samenwerking, wil de Ekonomika Alumni vakgroep Marketing & Strategie samen met de universiteit een oproep doen naar Belgische en internationale bedrijven voor het verder uitbouwen van dit initiatief: een groep studenten de theoretische marketing- en strategiemodellen laten toepassen, onder leiding van een prof die het vak doceert, en in nauw contact met de verantwoordelijke product- of projectmanager in het deelnemende bedrijf. Met het stijgend aantal internationale studenten aan de universiteit is het ook een interessante toegangspoort voor internationale onderzoeken.
MArKEtING & StrAtEGIE Jeffry STEEMANS
Resultaat Het resultaat van de analyse was een presentatie van inzichten en aanbevelingen: wat zijn de belangrijkste personen in het beslissingsproces voor de aankoop van de bestaande technologie, en op basis van welke criteria doen ze hun aankoop, wat zijn marktsegmenten die de voordelen van de nieuwe technologie wel of niet zouden appreciëren, en hoe kan WABCO
Indien u geïnteresseerd bent om via de vakgroep in contact te komen met proffen, kan u Jeffry Steemans contacteren via
[email protected]. De lijst met professoren in de faculteit Economie en hun vakgebied is beschikbaar op www.econ.kuleuven.be.
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Tijdens het onderzoek werden een aantal conference calls opgezet, waarbij de studenten en de productmanagers de positionering bespraken, en gerichte vragen en opmerkingen gesteld werden die leidden tot bijkomende inzichten.
11
iNteRNatiONaal
EKONOMIKA INtErNAtIONAAl NAAr DE vErENIGDE ArAbISchE EMIrAtEN
GrOEIEN DE bOMEN tOt AAN DE hEMEl?
Een klein gezelschap reisde van 26 april tot 3 mei 2009 naar Abu Dhabi en Dubai. Het was een echte reis in de spirit van Living Stone Gateways: een groep die naar mekaar toe groeit, een bestemming die interpelleert, ontmoetingen met ondernemende mensen die nazinderen. Eerst de groep: actief, geïnteresseerd inspirerend, geestig, amusant, Bourgondisch. ‘Living Stone Gateways bieden een omgeving waar deelnemers vrienden worden, verbonden in een groter netwerk. Ze vormen een veilige haven om te dromen over een betere wereld en om er deze dromen met anderen te delen’: deze stelling concretiseert zich dag na dag. Het is een inhoudelijke en prettige beleving. Je kan er maar van dromen. De Emiraten zelf dan. De realiteit schiet mijn verbeelding voorbij, onverwacht, zelfs na de beeldrijke introductie door prof. Yvan Verbakel. Als een fabel en toch realiteit, weliswaar met een supersonisch nepgehalte. Maar ook authentiek. Achter de skyline in de kleine straten zitten Arabieren zoals voorheen nog steeds te wachten. Zeker impressionante architectuur, alleen al de luister van de Sheik Zayed bin Sultan Nayan moskee is een reden om Abu Dhabi te bezoeken. Dit alles overgoten met de intensiteit van hun zonnelicht dat niet alleen zee en zand onbeschrijfelijk mooi maakt.
vraag of dat kan blijven duren? Bij een eerste kennismaking zegt men van niet. Maar doorheen de ontmoetingen met lokale ondernemers met wortels in vier continenten groeit de twijfel, dag na dag. De Emiraten (lees Abu Dhabi) beschikken over enorme financiële middelen en blijven dankzij hun olievoorraad meer middelen genereren. Zij zijn dynamische spelers die door de duik van de aandelenkoersen in het Westen relatief goedkoop strategische economische posities kunnen uitbouwen met hun staatsfondsen. Saudi-Arabië, Koeweit (ook China) zitten op dezelfde golflengte - ‘what’s in a word’. Welke invloed krijgen zij hiermee op ons leven? Wat moet onze bijdrage zijn tot dit soort maatschappij? Willen wij zo leven?
INtErNAtIONAAl [ Freddy Nurski, Lieve Forier, Marc De Kegel, Jan-Francies Verhestraeten, Luc Dusart, Bob Elsen ]
Zelfde ‘golf ’lengte Nu wij steeds beter weten dat bubbels niet alleen uit champagneflessen komen, rijst de
Een meer dan boeiende confrontatie, zie de bijdrage van twee deelnemers. De quote in de titel van het stuk van Marc De Kegel is van deelneemster Lieve Forier, ik kan het niet beter bedenken. Jan-Francies Verhestraeten ging mee als student. Een bredere kijk op de wereld is voor jonge mensen een noodzakelijke evidentie. Dit initiatief van de Faculteit en Ekonomika vraagt om navolging. Dit najaar brengt Living Stone lokale Gateway-partners uit Abu Dhabi, Beijing en Johannesburg naar België.
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
Bob ELSEN
12
iNteRNatiONaal
vErENIGDE ArAbISchE EMIrAtEN
DE zwArtE pArEl vAN hEt MIDDEN-OOStEN Op het eerste gezicht lijken de VAE een land van contrasten. Een explosie van uiterst luxueus vastgoed tegen een achtergrond van een introverte islam. Gepersonaliseerde luxewagens en vrouwen van kop tot teen gesluierd. Een artificiële omgeving in superlatieven in een woestijnlandschap. Ik vertrok naar de VAE met de bedoeling een antwoord te krijgen op enkele cruciale vragen over de fundamenten van haar samenleving en in de hoop meer zicht te krijgen op het schrille contrast van westerse idealen in een vrome moslimwereld. Dit verslag is een beknopte beschrijving van mijn indrukken. De ontdekking van olie in de regio speelt een eerste belangrijke factor in de ontwikkeling van VAE. Olie leidt echter niet alleen tot geld en macht op wereldniveau, maar doet ook op nationaal niveau verscheidene zaken verwezenlijken. Abu Dhabi bezit in dat opzicht de grootste olievoorraad van de zeven emiraten en verzorgt 85% van de totale olieproductie van het land. Bijgevolg beschikt het over het grootste kapitaal. Op die manier lijkt het, mijns inziens, de overige emiraten een soort van financiële ruggengraat te bieden. Dubai bleek door de financiële recessie namelijk zo goed als failliet te zijn zonder demping van de schuldenput door Abu Dhabi. Dit verwijst naar een mogelijke financiële band tussen de zeven emiraten.
Contrasten [ Freddy Nurski weet niet in welke taal hij zijn menu moet bestellen, maar op zijn honger is hij niet blijven zitten ]
20% locals, 80% expats
INtErNAtIONAAl Opmerkelijk vond ik verder ook hoe relaties en familiebanden de maatschappij funderen. De macht is voorbehouden voor vooraanstaande families en huwelijken leiden tot concentratie van de macht in een kleine groep van familiaal gerelateerden. De zonen van de sjeik zetelen daardoor vrijwel automatisch in de regering en krijgen topposities in grote bedrijven. Dat betekent ook dat de grote rijkdom in handen is van een kleine groep personen. Dat leidt tot een bevolking die slechts voor 20% bestaat uit locals en voor 80% uit expats en geeft een hiërarchische samenleving waarbij emirati de top bekleden. Het wekt de indruk van een meerklassensysteem en leidt tot isolatie van de verschillende bevolkingsgroepen. Anderzijds wordt wel een samenleving gecreëerd die erg multicultureel is en die leidt tot wederzijds respect onder expats. Zoals onze Bulgaarse gids het verwoordde: “We all work together, we don’t have time to fight about ideologies and religion.”
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Bovendien zien we tussen de staten onderling, ondanks hun gelijkaardige geopolitieke situatie, ook sterke contrasten. Geschiedenis en bron van inkomsten blijken in zekere mate de openheid ten opzichte van en omgang met de buitenwereld te bepalen. Dubai is het commerciële centrum van de VAE en is dat ook altijd geweest. Het is tolerant tegenover andere godsdiensten. Dubais olievoorraad zal uitgeput zijn over 15 jaar, waardoor buitenlandse investeringen in vastgoed en toerisme een welkome alternatieve bron van inkomsten zijn. Sharjah daarentegen is de culturele hoofdstad van het Midden-Oosten en is veel meer gesloten. De islam is hier nadrukkelijk aanwezig. Abu Dhabi daarentegen is veeleer een gemiddelde van de eerste twee: het is het financiële centrum waarbij olie de grootste bron van inkomsten vormt. Het slinken van de olievoorraden tekent echter duidelijk de toekomstvisie voor de emiraten, waardoor ook in Abu Dhabi grootse bouwprojecten op papier worden gezet. De superlatieven en belastingvrije voorwaarden lijken een geschikte manier om de buitenwereld aan te trekken.
13
RubRiek iNteRNatiONaal Rol van de vrouw
Een toekomst, jazeker!
De rol van de vrouw is sterk geëvolueerd en lijkt zelfs crucialer dan ooit. Waar vrouwen volgens Arabische normen op het eerste gezicht vaak een minderwaardige rol blijken te hebben of veeleer op de achtergrond vertoeven, blijken ze hier meer en meer mee het uiterlijk van de VAE te bepalen ten opzichte van de buitenwereld. Vrouwen hebben hier vaak gestudeerd, bekommeren zich eerder om sociale projecten en komen geleidelijk aan meer op de voorgrond. Dat leidt ook tot meer gematigdheid en openheid ten opzichte van andere culturen. Er is wel degelijk interesse in de buitenwereld. Daarom lijkt het nuttig de rol van de vrouw van minderwaardig te herformuleren naar alternatief. Man en vrouw zijn misschien niet helemaal substituut, zoals dat in westerse normen vaak wordt nagestreefd, volgens Arabische normen zijn ze veeleer complementair.
Ten slotte heb ik tijdens de reis vaak tegen mezelf gezegd dat we op het ideale moment de VAE bezochten, vermits we de evolutie duidelijk konden waarnemen. Veel bouwwerven lagen weliswaar stil door de crisis, en nieuwe projecten worden uitgesteld. Maar mede daardoor hebben we een indruk kunnen krijgen van welke visie de VAE hebben en welk beeld ze naar de toekomst willen uitwerken. Bovendien hebben we ook duidelijk de contrasten kunnen voelen, die mij overigens na afloop van de reis al beter in elkaar lijken te passen. Desondanks denk ik dat ik moet terugkomen op mijn besluit van dat ideale moment. De VAE evolueren aan een zodanig snel tempo dat elke periode wellicht goed moet zijn om erheen te gaan. Er zal namelijk altijd wel iets zijn dat de buitenwereld zal verbazen.
INtErNAtIONAAl
Jan-Francies VERHESTRAETEN
Abu DhAbI, DubAI, ShArjAh
A tAlE Of 1001 IMprESSIONS… AND A lOt Of quEStIONS! During the week of 26 April – 3 May 2009, my wife and I had the opportunity to visit Abu Dhabi, Dubai and Sharjah, three of the seven emirates of the United Arab Emirates (UAE).
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
[ Marc De Kegel en Bob Elsen ]
14
We joined three other people on an intercultural exchange trip “to become more familiar with the Arab world, especially with the UAE and Islam”. A full week of travels with impressions, discussions with business people, academics, locals, expats from the US and Jordan, and reflections amongst ourselves, gave us a better idea of what this part of the world has to offer. We visited souks and malls, museums and shops, restaurants and buildings, the beach and the port, we drove through the desert in 4WD vehicles, walked several miles along the Corniche in Abu Dhabi, stayed at hotels and resorts… In short, we tried to get a view of the wonder, the black pearl of the Middle East.
from… From oil of course, especially in Abu Dhabi where oil reserves are still plentiful (enough for the next 125 years), and from finance, construction, tourism and trade in Dubai, which has only 15 years of oil reserves left. The crisis has hit this part of the world too, more so in Dubai then elsewhere, because of the nature of the cash inflow of course. In any case the speed with which the countless buildings are constructed is mind-boggling. All thanks to the army of Indian, Filipino, Pakistani and Chinese workers, who are housed in pitiful conditions, but do not seem to be bothered by their temporary situation although there have been strikes recently when they were not paid on time.
Money
Really the biggest
The fact is that everything you see makes you wonder where the money keeps on coming
In the US you hear a lot about “the biggest”, “the best”, “the tallest”, “the most impressive”,
iNteRNatiONaal
[ In de woestijn blijkt de GPS van voorzitter Freddy Nurski niet te werken: hij is echt het noorden kwijt, en dat in het zuiden! ]
etc. Here it is even worse. It is about the very tallest (830 metre-high building in Dubai – the Burj Dubai), the richest (the Abu Dhabi mosque, the Dubai Burj al Arab or sail-shaped building housing a seven-star hotel), the weirdest (ski slopes in the desert), the most daring (the world-shaped and palm-shaped islands for only the most affluent). Yet at the same time, you realise that only 20% of the population are Emirati, the rest being expats and temporary workers. The locals are spoiled by a regime of no taxes, free education, free infrastructure and free health care. The problem is that the future of your own people has to be secured; if not, your society will eventually die out as a result of in-breeding.
beautiful girl sitting in a bar, seducing you to go to bed with her. Once in the room she goes to the bathroom, undresses, puts away her wig, wipes off her make-up and turns into an ugly old woman that you have to spend the night with against your will!” With apologies to the ladies, this really does describe the duality of the country rather well.
INtErNAtIONAAl
Summing up all these impressions is not easy - although we tried, believe me. Here are just a few attempts: It is a fata morgana, a mirage that can actually be touched It is a rollercoaster of unreal experiences It is a kaleidoscope of dual impressions It is a zoo of exotic, grand, amazing structures and cultures It is an artificial world that temporarily captures you Better still is the way one Emirati expressed how he sees his own home: “UAE is like a
Notwithstanding these impressions and initial conclusions, the trip was definitely worthwhile, if only to trigger our interest in learning more and to put things we read in the western world in a broader perspective supplemented with a little more background. Marc DE KEGEL
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
UAE is like a beautiful girl...
When you visit Sharjah, which borders on Dubai, you enter a completely different world with much stricter rules than in the open Dubai world. And when even an Emirati advises you to set up your business outside UAE, namely in Jordan from where you can conduct your dealings with UAE, you begin to understand that there is something peculiar about this country. Although we only had a week’s visit, it is obvious that you should not be too quick to judge. Further research would be advisable.
15
iNteRNatiONaal
EEN EcONOMISt bEzOEKt SAGAlASSOS Sagalassos, een begrip aan onze Alma Mater, maar voor vele alumni toch nog steeds een exotische naam zonder betekenis. Zeer ten onrechte. Ik had het geluk in april 2009 de alumnireis van Science@Leuven naar Sagalassos (en Antalya) te mogen meemaken. En ja, economisten, er is ook leven aan de K.U.Leuven buiten het ons vertrouwde Ekonomika, zeer boeiende en intense leven!
Sagalassos was een belangrijke stad uit de oudheid (Hellenistisch, dan Romeins en later Byzantijns) in Zuidwest-Turkije. De uitgestrekte site ligt tegen een bergwand van het Taurusgebergte, op 1600 meter hoogte, op 100 km vanuit Antalya. In 1986 ging, mede onder leiding van professor Marc Waelkens (K.U.Leuven), het archeologisch onderzoek van start. Sinds 1990 werkt er onder zijn leiding een multidisciplinair onderzoeksteam van de K.U.Leuven in een volledig Belgisch opgravingsproject. Ik heb begrepen dat die samenwerking tussen diverse wetenschappen, zoals archeologie, geologie, cartografie, geomorfologie, antropologie, etnologie, archeozoölogie, architectuur,... voor de betrokken wetenschappen een toegevoegde waarde kan betekenen. Zo kunnen geologen bijvoorbeeld aan de hand van archeologische aanwijzingen en schadepatronen aan gebouwen (verschoven muursegmenten, breuklijnen in vloeren, ingezakte sluitstenen) heel wat leren over oude aardbevingen.
Zoals geoloog professor Manuel Sintubin het verwoordt: “Archeologische sites worden seismoscopen, die antieke aardbevingen hebben geregistreerd.” De laatste jaren werken meer dan 80 onderzoekers mee aan het project. Ter plaatse verwerven een honderdtal gezinnen een inkomen als werkkrachten op de site; in een streek met een hoge werkloosheidsgraad is dat uiterst welkom.
INtErNAtIONAAl
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
[ De pracht van de historische site Sagalassos ]
16
Alexander de Grote
Onder de Pax Romana groeide de stad uit tot het belangrijkste economische centrum van de streek. Voor een deel was dat te danken aan de pottenbakkersindustrie die hoogwaardige fijne tafelwaar exporteerde over het Middellandse Zeebekken. In de eerste drie eeuwen na Christus werden vele monumentale gebouwen opgetrokken. Zo zijn de thermen alleen al door hun oppervlakte nog steeds indrukwekkend (4.800 m² en oorspronkelijk drie verdie-
iNteRNatiONaal pingen hoog). Tijdens de vijfde en zesde eeuw had het Christendom grote impact, wat uit de bouw van kerken en een kathedraal blijkt. Het verval in de zesde en zevende eeuw werd wellicht ingeluid door zware aardbevingen en een pestepidemie. De overlevenden van de aardbeving in 650 trokken weg en vestigden zich in de vallei en op de nabijgelegen Alexanderheuvel, de afgeplatte heuvel waar Alexander de Grote in 333 voor Christus de plaatselijke militie van Sagalassos versloeg.
1000 jaar verstopt Na de rampen van de zevende eeuw verdween Sagalassos voor meer dan 1000 jaar uit de geschiedenisboeken. De stad kon haar geheimen bewaren omdat ze zo hoog en haast ontoegankelijk op de bergflank ligt en tevens door de snelle overdekking door metershoog erosiemateriaal. Grote delen van gebouwen duiken op wanneer het materiaal verwijderd wordt. Veel merkwaardig intact gebleven beelden en voorwerpen uit Sagalassos zijn te bewonderen in het museum van Burdur.
Een van de doelstellingen van het Sagalassosproject is de restauratie van sommige constructies, hoofdzakelijk met de oorspronkelijke bouwblokken (anastylose genoemd). Indrukwekkend – in elk geval voor een leek zoals ondergetekende – is zonder twijfel de grote pronkfontein, gebouwd onder Marcus Aurelius (161-180), die 28 meter lang was en bestond uit een rijk versierde tabernakelfaçade met afwisselend boogvormige nissen in de achterwand en vooruitspringende tabernakels. Men gebruikte steensoorten met verschillende kleuren voor wandplaten, zuilen en tabernakels.
Als je in de streek rond Antalya op vakantie bent, probeer dan zeker Sagalassos te bezoeken. Laat vanuit het hooggelegen theater je ogen dwalen over de iets lagergelegen ruïnestad en bedenk hoe ze moet hebben geschitterd in het zonlicht met haar tempels, thermen, bouleuterion (raadzaal), monumenten. Zie hoe ze pronkt met haar villa’s, haar pleinen en agora’s met hun zuilen en machtige beelden, hoe het koele overvloedige water van haar pronkfonteinen in vele kleuren sprankelt als een echo van de zorgvuldig gepolijste kleurige steensoorten. De trotse stad die op haar munten graveerde ‘Vriend en bondgenoot van de Romeinen’, van op haar hoogte neerkijkend over uitgestrekte dalen. Beeld je even in hoe eenvoudige lieden uit de vallei, wanneer ze op bedevaart kwamen – want Sagalassos was een bedevaartsoord waar de goden en vergoddelijkte keizers werden aanbeden – overweldigd werden door wat ze zagen. Zie hoe ze na een lange tocht over het slingerende bergpad, bedeesd de monumentale trappen beklimmen bij het binnenkomen van de stad, onder de poort door lopen die uitgeeft op het laagst gelegen marktplein. Daar treft hen een eerste pronkfontein. En aan hun rechterzijde schittert een immens groot en drie verdiepingen hoog gebouw: de thermen. Daar kunnen ze straks als pelgrims zuivering en verfrissing vinden. Hoger en verder ontwaren ze de tempels, monumenten, de grote pronkfontein, alles veelal bekleed met marmeren wandplaten die verblindend schitterden als de zon zelf. Mocht je nog steeds menen dat archeologen zich vooral onledig houden met het dagenlang afborstelen van allerlei ‘pottekes’, dan heb ik een uitsmijter voor economen. Professor Patrick Degryse (geo-archeoloog en bij het project betrokken): “Een belangrijk aspect van het archeologisch onderzoek bestaat in het achterhalen van het economisch netwerk waarin een bepaalde gemeenschap gesitueerd was. In het geval van Sagalassos is heel wat onderzoek verricht naar de bronnen van inkomsten van de stad en haar burgers, naar de handelscontacten die ze onderhielden en hoe dergelijke patronen evolueerden door de tijd.” Karel SAENEN
www.sagalassos.be
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Sagalassos ligt op een actieve normaalbreuk en werd in de loop van haar geschiedenis meermaals door een aardbeving getroffen. Nogmaals Manuel Sintubin: “Van bij de eerste steenlegging was de stad gedoemd tot haar ondergang.” Toeval? “Waarschijnlijk niet. Vele antieke steden in Zuidwest-Turkije zijn gebouwd op actieve normaalbreuken en hebben hetzelfde noodlot ondergaan. De actieve normaalbreuken in het Egeïsche zeegebied geven immers aanleiding tot een typisch seismisch landschap: langgerekte bergketens met steile bergwanden waarlangs een reeks hoge terrassen voorkomen. De terrassen vormen blijkbaar een uitgelezen plaats voor het stichten van een nederzetting: hoog boven de vallei en langs één zijde beschermd door een indrukwekkende bergwand.”
Vakantie in Antalya
17
aNtweRpeN
pENSIOENStrAtEGIE: AllEEN OptIMAAl INDIEN Op MAAt Niet alle GPS’sen zijn van dezelfde performantie. Sommigen zetten je écht voor de deur af, bij andere types mag je al blij zijn dat het de straat herkent, en zet je dan bij nummer 1 af. Dat overkwam mij op 14 mei jl. toen ik afspraak had met Ekonomika Antwerpen in de gebouwen van Nateus Verzekeringen in Zwijndrecht. Had ik de website goed gelezen, dan had ik wellicht de kleine boodschap “rij niet op uw GPS” gelezen. Maar niet dus.
[ Luc Vereycken ]
niveau’. Er moet dus bijgespekt worden, en dat kan dan via de collectieve of individuele verzekering, de bedrijfsleidersverzekering en aanvullende pensioenen voor zelfstandigen. Als extra pijler in de reeks van mogelijkheden zijn er het pensioensparen, langetermijnsparen en het belastingvrije contract.
ANtwErpEN
[ Mark Vandendijck ]
[ Hans D’Olieslager ]
Het elektronische wonder zette mij dus af aan het begin van de ‘Nieuwe Weg’ in het midden van de weiden, zo’n 200 meter van het imposante gebouw van Nateus verwijderd. Geen probleem zou je zeggen, had er geen autostrade tussen mijn positie en de bestemming gelegen. Doe daar nog enkele wegenwerken bij en je kunt begrijpen dat ik zo’n 40 minuten linkeroever heb afgezwalpt vooraleer ik – bij regen en ontij dan nog – op de bestemming aankwam. Dat ik dat op mijn leeftijd nog moest meemaken, dacht ik bij mezelf, en keek met nog meer interesse dan normaal uit naar het onderwerp van de avond: mijn pensioen! De vaststelling dat ik niet de laatste sukkelaar was die het Waasland ongewild intenser had verkend, én de daardoor ook matige opkomst van onze leden, deden de geleden miserie wat vergeten, en twee koffies later stond ik terug op scherp om te berichten van dit evenement.
Goede mix Maar welk systeem biedt ons nu het meeste voordeel? Zoals dikwijls is een combinatie van meerdere systemen aangewezen als je zowel rendement als veiligheid in acht neemt. Een belegging in tak 21 of 23, gecombineerd met vrij aanvullend pensioen kwam als een goede mix uit de bus. Maar zoals steeds is een individuele screening altijd aangewezen. Als tweede spreker kwam Mark Vandendijck aan het woord, van het advocatenkantoor Vandendijck en Partners, die ons verhaalde over de valkuilen in het systeem als je een deel van je carrière in het buitenland hebt gemaakt, en nu met pensioen wenst te gaan. Een moeilijke materie waarbij de EU nu streeft naar een regeling dat je belast zou worden in het land waar je je pensioen hebt opgebouwd.
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
ANtwErpEN
18
‘Niet-krepeerniveau’ Na een heel korte inleiding door Hans Verstraete, voorzitter van het directiecomité van Nateus, ondervoorzitter van Ethias én volbloed Ekonomika-adept, werd Luc Vereycken op ons los gelaten, ook Ekonomika-lid, die ons heel grondig en geanimeerd door de verschillende pensioenstelsels en –strategieën loodste. Met harde cijfers maakte hij ons diets dat we, wat ons ondertussen via de verkiezingsheisa al meermaals werd duidelijk gemaakt, bij de laagste pensioenen in de EG hebben (gemiddeld 874 €/maand), en we steeds langer leven. De pensioenen stagneren op het ‘niet-krepeer-
Bart Walraet, commercieel directeur van Nateus en ook Ekonomika-lid, én verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van de locatie en de receptie, sloot af met een kort en krachtig “aan tafel”, zodat we het slechte weer buiten en de navigatieperikelen snel konden vergeten, evenals ons kleine pensioentje. Eric DORPMANS
N
aNtweRpeN
lOGISch(tIEK) IN wOMMElGEM: EEN vErrASSING vAN fOrMAAt Op donderdagavond 28 mei was Ekonomika Antwerpen te gast bij de firma SMC Pneumatics in Wommelgem. SMC is wereldleider op het gebied van automatisatie en pneumatica. Hoewel het ganse verhaal rond logistiek voor een economist niet zo heel vreemd is, waren de meeste aanwezigen toch wel een beetje verrast om achter de gevel van een bureaugebouw langs de E313 een magazijn van meer dan 18.000 m² aan te treffen. Gastheer die avond was Carlo Gorissen, Area Sales Manager voor Vlaanderen. Samen met algemeen directeur Hugues Maes zorgden Carlo en zijn team voor een meer dan warme ontvangst van de deelnemers aan dit bezoek. Carlo startte met een inleiding over het bedrijf SMC Pneumatics. Het bedrijf kent zijn oorsprong in Japan, het beheer van het bedrijf is nog steeds in handen van zijn oprichter, Yoshiyuki Takada (84 jaar). In de wandelgangen gaat het verhaal dat zijn zoon van 57 nog niet ervaren genoeg bevonden wordt om zijn vader op te volgen. SMC is marktleider in industriële automatisering en sinds 1986 actief op de Belgische markt. In België (Wommelgem) bevindt zich ook het ECW (European Central Warehouse), wat meteen ook de reden van ons bezoek was. Vanuit het ECW wordt immers de volledige Europese markt bevoorraad. Een indrukwekkend staaltje logistiek!
sen te spijzen, had SMC een mobiele frituur geïnstalleerd, en gingen de frietjes met curryworst vlotjes van de hand. Een meer dan gesmaakt biertje vormde een perfecte afsluiter van deze bijzondere avond. We wensen dan ook het ganse bestuur van SMC te bedanken voor deze fantastische ontvangst!
ANtwErpEN
‘Lanchester strategy’ Na de inleiding gaf Hugues Maes een korte uiteenzetting over de salesstrategie van SMC, gebaseerd op de ‘Lanchester strategy’. Die strategie is gebaseerd op een oorlogsituatie en komt er eigenlijk op neer dat in oorlog, met gelijke middelen, het meer dan waarschijnlijk is dat het leger met de meeste manschappen de oorlog zal winnen. In de situatie van SMC vertaalt zich dat in het investeren in bekwaam (verkoops)personeel om zo marktaandeel te kunnen winnen.
Het einde van ons bezoek bracht ons bij de pas verbouwde woning waar het democentrum van SMC werd ondergebracht. Hier waren enkele knappe staaltjes van techniek te bewonderen. En om de hongerige magen ondertus-
EKONOMIKA
berichten
Driemaandelijks magazine van de Ekonomika Alumni Vereniging van Alumni van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven p.a. Natacha Meignen Naamsestraat 69 - 3000 Leuven Tel.: 016/32.66.90 -Fax. 016/32.66.89 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur: Fa Quix (
[email protected]) Kernredactie: Peter Cuypers, Maarten Dermul, Nancy Huyghebaert, Frank Vandenborre, Jürgen Vanhaverbeke en Edouard Verbeke. Fotografen: Jan Maryssael en Fa Quix Verantwoordelijke Uitgever: Freddy Nurski Pastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee Advertentiewerving: Decom Tel. 015/652.845 - Fax. 015/652.851 e-mail:
[email protected]
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Vervolgens begon de rondleiding door het ECW. Gastheer was Luc Wambeke, verantwoordelijke voor het ECW. En ook daar is de Japanse invloed niet ver weg, onder meer door de aanwezigheid van enkele Japanners, die de link met het moederbedrijf vormen. De grote voorraad (300 miljoen dollar) en de Japanse precisie (foutenmarge kleiner dan 0,4% bij manuele picking van bestellingen) was meer dan indrukwekkend.
Eric DORPMANS Hans D’OLIESLAGER
19
Vlaams-bRabaNt
jEAN-luc DEhAENE:
AllEEN EEN StErKEr EurOpA KAN MEESpElEN IN DE GlObAlISErING Op 29 april organiseerde Ekonomika Alumni een bezoek aan het Europees Parlement (EP) met als gelegenheidsspreker Jean-Luc Dehaene. Er was heel wat belangstelling voor dit initiatief dat uitging van Ekonomika Vlaams-Brabant en opengesteld werd voor alle Ekonomika-alumni.
Stemautomaten
De ontvangst in het grote Spinelli-gebouw aan het Luxemburgplein nam wat tijd in beslag: veiligheidsmaatregelen brengen ook hier mee dat je een metaaldetector dient te passeren zoals we gewoon zijn op luchthavens. Economisten combineren echter gemakkelijk het aangename met het nuttige, en de file leent zich natuurlijk tot dag zeggen aan de bekenden. Voor wie zijn ogen de kost gaf in de grote hal, was ook eensklaps Guy Verhofstadt zichtbaar die uit een lift glipte en in zijn gekende stijl op de uitgang afstevende. Wat bleek? Er had net een tv-opname plaatsgevonden van een politiek debat tussen Jean-Luc en Guy! In zijn speech zou Dehaene later op de avond zeggen: “Het had de allure van een boksmatch, de persmensen zien dat graag.” Toch wel een luxe voor een klein land als België, dat we twee dergelijke Europese zwaargewichten zagen strijden om een zitje in het Europees Parlement op 7 juni 2009.
vlAAMS brAbANt | EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
[ De twee medewerksters van Jean-Luc Dehaene ]
20
Als voorbereiding op de speech werden we door twee vlotte dames ontvangen, die zich voorstelden als persoonlijke medewerksters van resp. Jean-Luc Dehaene en Ivo Belet. Een Europees parlementslid krijgt namelijk een budget toegekend waarmee hij/zij tot maximaal twee eigen medewerk(st)ers kan aanstellen. Deze medewerksters hebben een goed zicht op het reilen en zeilen van het dagelijks parlementair gebeuren. Ze gidsten ons zonder problemen in het duister (jawel, de technicus die het licht bediende liet even op zich wachten) tot in het Europees halfrond, de ronde vergaderzaal voor de plenaire zittingen die in Brussel plaatsvinden. Want je weet het waarschijnlijk ook, het EP is gedragsrechtelijk verplicht van minimum 12 keer per jaar in Straatsburg te vergaderen. Dat brengt telkens een hele verhuis van dossierkisten en medewerkers op gang. In een normale parlementaire maand zijn er twee weken Commissiewerkzaamheden die per thema en tot in de technische details van de dossiers verlopen, de derde week wordt in beslag genomen door de fractievergaderingen (de CD&V maakt deel uit van de EVP-fractie) en is al de voorbereiding van de stemadviezen en amendementen van de plenaire zittingen in de vierde en laatste week van de maand. Tijdens de plenaire zittingen werken de parlementsleden bijna op ‘automatische piloot’: ze dienen ongeveer 700 stemmingen per dag uit te brengen, zodat de echte debattijd in de plenaire zittingen zeer beperkt is en minutieus getimed. De microfoon valt keurig uit op de laatste voorziene seconde van een tussenkomst, zodat tijdsoverschrijding vermeden wordt. De politieke discussie vindt dus in de feiten plaats in de parlementaire commissie- en fractiezittingen. Dat die in Brussel verlopen is een voordeel, de andere diensten van de Europese Commissie zitten hier nl. ook rond het Schumanplein.
Gastheer Dehaene Na een passage aan de vergaderzaal van de fractie, waar we de twee jongedames met vragen mochten bestoken die steeds zeer vlot beant-
Vlaams-bRabaNt woord werden, ging de rondleiding naar het restaurantgedeelte waar alles in gereedheid was voor een uitgebreide receptie. En daar was JeanLuc als onze gastheer op post! Keurig ingeleid door Peter Lamens stak Jean-Luc van wal in zijn gekende ‘recht voor de raap’-stijl. Jean-Luc gaat direct op de kern van zijn betoog af: juist nu is de keuze voor Europa belangrijker dan ooit. In onze geglobaliseerde wereld (en wat door de financiële en economische crisis nu ook zoals nooit tevoren door iedere burger aangevoeld wordt) is het meer dan ooit belangrijk dat de EU een blok vormt binnen het wereldgebeuren. Men mag niet in een egelstelling kruipen en terugplooien op het eigen nationale gelijk (Nee-stem van sommige landen aan het EU-verdrag). Neen, nu is het moment aangebroken waarbij nieuwe wereldwijde spelregels uitgewerkt worden, zie de historisch belangrijke samenkomst van de G20. We zien nieuwe landen doorstoten tot de groep die er toe doet om beslissingen te nemen: India, Rusland, China, enz. Daarom is het uiterst belangrijk een blok van 27 Europese landen (*) te smeden. Dehaene: “Meer dan vroeger, toen het bouwen van de interne markt en integratie de grote ambitie van Europa was, moeten we nu werken aan de rol van de EU in de geglobaliseerde nieuwe wereldorde, die zich op deze eigenste momenten aan het vormen is. Als EU-blok kunnen we dat mee helpen kneden!” Een goed voorbeeld is de wereldwijde klimaatconferentie, waar de EU als een toonaangevend blok naar voor getreden is. Het Amerika van Bush heeft daar niet gescoord – hopelijk verbetert dat snel met de koerswijziging die Obama toch wil inzetten –, Europa wel!
vlAAMS-brAbANt Leve de euro!
Daarna is het Q&A-tijd voor de aanwezigen, waar Jean-Luc uitgebreid de tijd voor neemt met op elke vraag een kort maar raak antwoord te lanceren. Ter afronding lichtte Peter Lamens nog even de keuze van cadeaus voor Jean-Luc toe: een T-shirt uit een campagne voor Jean-Luc van 25 jaar geleden (en vandaar een maatje te klein,
“De nieuwe wereldwijde spelregels worden uitgewerkt, zie de historisch belangrijke samenkomst van de G20. We zien nieuwe landen doorstoten tot de groep die er toe doet om beslissingen te nemen: India, Rusland, China, enz. Daarom is het uiterst belangrijk een blok van 27 Europese landen te smeden.” Jean-Luc Dehaene Vlaams-Brabant, rondde het bezoek verder af. Als goede economisten volgde dan nog het laatste glas en een leuke babbel aan de bar. (*) Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 januari 2007, met de toetreding van Bulgarije en Roemenië. Momenteel worden gesprekken gevoerd over uitbreiding met Kroatië, Macedonië en op langere termijn Turkije. Josette LEENDERS
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Voor de kiescampagne diende nogmaals onderstreept dat de EU niet veraf staat van de burger, denk aan de geweldige rol die de euromunt heeft gespeeld in de financiële crisis. “Als België dat had moeten overleven met de Belgische frank, dan hadden we nu in de rij gestaan van landen als IJsland, die in veel ernstigere mate dan België getroffen zijn.” En even plots als hij tot de kern van de zaak gegaan is, komt ook het slot van de speech: “Ik ga het niet te lang maken, weet dat ik dankbaar ben dat ik dit hier vandaag voor jullie kan toelichten.”
doch daar wordt blijkens recente weddenschappen aan gewerkt), en een cadeaucheque voor mevrouw Dehaene voor een wellness-centrum. Want, zeg nu zelf, wat kan je aan een man als Jean-Luc nog cadeau doen? Vandaar dat de vrouw achter de politicus in de bloementjes werd gezet. Guido Doucet, voorzitter van Ekonomika
21
bRussel
ErIc vAN zElE (bArcO): Er
IS GEEN AltErNAtIEf vOOr lEIDErSchAp
“Het is niet gemakkelijk om vandaag een bedrijf uit ‘business & industry’ te leiden. Maar het is toch mogelijk om successen te boeken. Daarbij bestaat er geen alternatief voor ‘leiderschap’, en dat moeten bedrijfsleiders nu dag na dag tonen”, aldus Eric Van Zele, kersverse CEO van Barco op een lunchcauserie van Ekonomika Brussel op 24 april jl.
‘Business leadership in turbulent times’ Hoe reageren bedrijven in tijden van crisis? Op vraag van onder meer de financiers werd Eric Van Zele in 2003 CEO van het bedrijf Pauwels transformatoren uit Mechelen. Tot dan had hij een brede bedrijfservaring in Belgische en buitenlandse ondernemingen (o. m. in de VS) en zetelde hij in meerdere beheerraden. Pauwels bouwde distributie- en stroomtransformatoren inclusief van grote omvang, en verkocht die wereldwijd. Het familiebedrijf geraakte in ernstige financiële moeilijkheden, met een schuldenberg groter dan de bedrijfswaarde.
[ Eric Van Zele ]
Een van de oorzaken was een reeks buitenlandse overnames met geleend geld. Op basis van een realistische analyse, gestuurd door ‘common sense’, en afspraken met de financiers en sociale partners werd het bedrijf, dat over een uitstekende technologie beschikte, terug recht getrokken. De afspraak was: met een jaar respijt van de banken en een sociaal akkoord terug winst maken en een overnemer vinden. Het werd Crompton Greaves uit India, een bedrijf dat eveneens transformatoren produceert, maar veel sterker stond in de producten en diensten errond, zodat het een ‘complementaire fusie’ werd.
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
bruSSEl
22
Vier jaar later was de waarde van het bedrijf Pauwels vertienvoudigd, was de tewerkstelling in Mechelen toegenomen en is het een wereldspeler in zijn branche, waarmee nu ook de grote concurrenten Alsthom, ABB en Siemens rekening houden.
Barco Sinds begin 2009 is Eric Van Zele, op vraag van de voorzitter van de raad van beheer, CEO geworden van Barco (Belgian American Radio Corporation), eveneens een Vlaams hoogtechnologisch bedrijf dat door de huidige mondiale crisis in moeilijk vaarwater verzeilde. Er is evenwel een wezenlijk verschil met Pauwels in 2003: Barco heeft geen schulden. Op basis van deze en andere ervaringen uit zijn rijke binnen- en buitenlandse bedrijfservaring trakteerde Eric Van Zele Ekonomika Brussel op
zijn zienswijze en te volgen strategieën voor de Vlaamse kmo’s. ‘Common sense’, ‘transparancy’ en ‘teamwork’ zijn daarin essentieel. Met een hoogstaande technologie, en met degelijke en gemotiveerde medewerkers die aan één zeel trekken, moet het lukken. Joris DECLERCK
Tips van Eric Van Zele Een greep uit de aanbevelingen: - zie de realiteit zoals ze is, niet zoals je ze wenst (‘common sense’); - durf zeggen waarover het gaat; zie de problemen en leg uit hoe ermee om te gaan (‘transparancy’); - speel open kaart en maak duidelijke afspraken met financiers en sociale partners (‘no surprises’); - hou er rekening mee dat de problemen zich veelal situeren bij de organisatie, de systemen en de strategie, niet zozeer bij de medewerkers; - doorbreek dogma’s, ingewortelde gewoontes; durf (“Yes we can”); - bedrijven hebben te veel werkkapitaal, in tijden van crisis is cash belangrijk (‘managing for cash’); - reorganiseer voor een betere klantenservice; laat commerciële directeurs bij klanten langsgaan (het is natuurlijk onmogelijk om ‘off shore’ vanuit een Vlaams hoofdkwartier klanten in verre continenten te bedienen); - gebruik je gezond verstand en maak gebruik van gepubliceerde informatie (o.m. op het net); het kan een goed alternatief voor consultants bieden. - kies zo nodig voor een ‘change of captain’, het kan een bedrijf terug op koers brengen (6 à 7 jaar is al een hele tijd voor een CEO); - leid de organisatie door een moeilijke periode, noodzakelijke en pijnlijke veranderingen gebeuren niet vanzelf (‘leadership’). - Vlaamse bedrijven beschikken veelal over uitstekende technologie, maar managen nogal “provinciaal”; - om vanuit een klein Europees land te overleven, moet een bedrijf internationaal durven te gaan; door proactief samen te gaan met bedrijven in opkomende landen (India, China), kan een bedrijf wereldleider worden (‘think global’).
bRussel
hANS MAErtENS (rOulArtA):
“DE MEDIASEctOr IS cOMplEEt ‘IN chANGE’” “Twee grote tendensen kenmerken vandaag de mediasector. Vooreerst is er de crossmediale ontwikkeling: kranten worden meer tijdschriften en tijdschriften meer kranten. Dus elk medium moet multimediaal zijn, met naast de geschreven ook de digitale communicatie. Ten tweede is er de tendens van interactiviteit. Lezers en kijkers zijn geen verre passieve toeschouwers meer. Wel integendeel, zij participeren actief aan het mediagebeuren. Meer nog, voor een deel máken zij vandaag het nieuws. Deze beide tendensen – het multimediale en het interactieve – zorgen ervoor dat de mediasector vandaag compleet ‘in change’ is”, aldus Hans Maertens, directeur Nederlandstalige magazines van Roularta Media Group op de lunchcauserie van Ekonomika Brussel bij Roularta in Zellik op 26 mei.
“Dat de mediasector vandaag volledig aan veranderingen onderhevig is, heeft niet alleen voordelen, maar ook nadelen”, aldus Hans Maertens. “Zo moeten alle media vandaag ook nicheproducten ontwikkelen, zoals digitale televisie, blogs, webfora,… We gaan naar een fragmentering van de markt waar nicheproducten op moeten inspelen. Ik spreek liever van nicheproducten dan van individualisering”, aldus Maertens. “Een ander neveneffect is de branchevervaging. Kranten worden meer magazines, zoals men zeker in het weekend kan zien. Anderzijds proberen magazines ook meer krant te worden. Knack en Trends bijvoorbeeld brengen elke dag nieuws via hun websites. Een derde neveneffect is dat opinie nieuws wordt en nieuws opinie. Het organiseren van een politiek
nees, het verkopen van wijn,…”
De tweede c staat voor content: inhoud en kwaliteit. Het blijft heel belangrijk om een blad met inhoud te brengen. Hoe mooi het ook mag uitgegeven zijn, als de inhoud niet beantwoordt aan wat de klant verwacht, dan zal het ook niet werken. De derde c staat voor covers. Covers zijn het uithangbord naar de buitenwereld van elk magazine of krant. Dit wordt steeds belangrijker. Klanten kiezen in functie van de cover die ze zien liggen. En aansluitend daarop de ‘covermounts’,
Hans Maertens, directeur Nederlandstalige magazines van Roularta Media Group
debat waar bepaalde duidelijke opinies worden geventileerd, kunnen op zich inderdaad weer tot nieuws leiden.”
De zeven c’s Toch pleit Hans Maertens ervoor dat wij moeten zoeken naar vaste waarden. “En die vaste waarden zijn er nog altijd. Ik zou ze willen
bruSSEl
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
samenvatten in zeven c’s. De eerste c staat voor concept. Elke krant of elk magazine, elk medium moet een duidelijk concept hebben. Wat soort blad wil ik maken? Voor wie maak ik het, voor welke doelgroep? Een dui- [ Hans Maertens en Michel De Bièvre (voorzitter Ekonomika Brussel) ] delijke profilering en positionering zijn noodzakelijk vooraleer een blad te starten. Want ook magazines kunnen mislukken. Zie bijvoorbeeld het blad ‘Jean-Marie’ “ Wij zien dat lezers en surfers naar gemeenschap van Jean-Marie Pfaff dat geen zoeken en dat dat zeer ver kan gaan: tot het samen- lang leven was. stellen van panels, het oprichten van webfora, het beschoren Voor wie was het organiseren en verkopen van reizen onder de abon- trouwens bestemd?”
23
bRussel RubRiek de vierde c. “Dat zijn de producten die bovenop een cover worden gestoken binnen de folie. Bijvoorbeeld het boek over Magritte dat Knack aanbiedt in de losse verkoop. Dat heeft een geweldig effect. Of cd’s zoals van ‘The Godfather’.” De vijfde c staat voor communicatie. De mediamarkt is een heel competitieve markt
“De typische West-Vlaamse noeste werkkracht is zonder twijfel een verklarende factor voor het succes van het bedrijf” Hans Maertens
geworden met een overaanbod in een niet echt groeiende markt. Dat betekent dat men moet werken aan zijn imago, met bv. directmailcampagnes, aanwezigheid op events, publiciteit,… De zesde c staat voor community. Hans Maertens zegt dat dit misschien een beetje geforceerd is, “maar uiteindelijk zien wij dat lezers en surfers naar gemeenschap zoeken. Een aantal gelijkgezinden vinden we bijvoorbeeld ook in de Knack Club voor de abonnees. Maar wij zien dat dat zeer ver kan gaan: tot het samenstellen van panels, het oprichten van webfora, het organiseren en verkopen van reizen onder de abonnees, het verkopen van wijn,…”
mediagroep geworden is, antwoordt Hans Maertens dat er belangrijke elementen aan de basis van liggen. Enerzijds is het bedrijf doordrongen van werkkracht. De typische West-Vlaamse noeste werkkracht is zonder twijfel een verklarende factor voor het succes van het bedrijf. Ten tweede is het een familiebedrijf. CEO Rik De Nolf is tegelijkertijd referentieaandeelhouder en is enorm betrokken bij zijn onderneming. Ten derde is er een groot voluntarisme. De CEO ziet nooit een probleem, alleen maar oplossingen. Bij Roularta is er geen crisis, maar alleen een opportuniteit voor ‘change’.
Internationalisering Roularta met als thuisbasis Roeselare is zich geografisch steeds verder gaan ontwikkelen. Nu zijn de twee grote thuismarkten België (niet alleen Vlaanderen, maar ook Wallonië) en Frankrijk (waar Roularta niet minder dan 39 magazines uitgeeft). Maar ook een aantal nieuwe producten werden gelanceerd in Duitsland, Nederland, Noorwegen, Slovenië, Kroatië,… Telkens kijkt Roularta naar wat succesvol is bij ons en wat ook daar op de lokale markt kan worden uitgegeven. Wij hoeven in het buitenland niet de grootste te worden, maar wel aanwezig te zijn met producten die succesvol zijn en dus ook rendabel”, aldus Hans Maertens.
bruSSEl
Fa QUIX
De laatste c staat voor coöperatie. Dat is een c die bestemd is voor de professionele markt. “De nieuwe media moeten potentiële adverteerders geïntegreerde oplossingen kunnen aanbieden die crossmediaal zijn (print/web/ tv/…). We moeten die aan elkaar kunnen binden, naar elkaar kunnen doorverwijzen.”
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
Recept voor succes
24
Op de vraag waarom Roularta zo’n succesvolle
DE 7 c’S vAN hEt uItGEvEN 1 2 3 4 5 6 7
concept: profiel content: inhoud en kwaliteit covers covermounts: bijlagen op de cover communicatie community: met de abonnees coöperatie: geïntegreerde benadering van adverteerders
www.roularta.be
bruSSel
RIK VAN cAuWELAERt (KNAcK): “BEtROuWBAARHEID VAN MEDIA IS ESSENtIEEL” Bekend mediagezicht is ongetwijfeld Rik Van Cauwelaert, hoofdredacteur van Knack Magazine. Als hoofdredacteur beseft hij meer dan wie ook dat de veranderingen in de mediasector ook voor hem dagdagelijks een uitdaging betekenen. “Het internet wordt meer en meer een concurrent. Maar vreemd genoeg minder van magazines en kranten, dan wel van televisie. De jongeren zitten vandaag vooral achter hun pc. En ze kunnen drie dingen tegelijk doen: chatten met hun vrienden, info downloaden voor hun huiswerk en tv-kijken. En tv-kijken doen ze dan nog via hun pc als het kan. De jongste en ook de komende generaties zullen minder tv-kijken, maar vooral interactief via pc en gsm hun vrije tijd benutten.” Voor Rik Van Cauwelaert is de print nog lang niet dood. Essentieel blijft evenwel de betrouwbaarheid van de media. We zien twee duidelijke groepen in de media ontstaan. Enerzijds is er de pers die gericht is op ‘amusement’, waar de inhoud minder belangrijk is dan de amusementswaarde. Anderzijds is er de pers gericht op goede en correcte informa-
tieverstrekking aan de lezers/kijkers. “Meer dan ooit is informatie macht. Correcte informatie is daarbij essentieel en daar willen wij zeker niet op toegeven. Voor Roularta blijft dit een sleutelelement voor de toekomst.”
BRuSSEL
Hij is er trouwens ook van overtuigd dat de media die op korte termijn willen scoren, riskeren hun geloofwaardigheid op het spel te zetten, bijvoorbeeld de overdreven aandacht voor het cocaïneverhaal van Tom Boonen in kwaliteitskranten. “Uiteindelijk zal zich dat op langere termijn tegen die media keren. Precies omwille van het geloofwaardigheidsprobleem. Informatie moet juist zijn, en geloofwaardig, anders haken de klanten uiteindelijk af.” Op de vraag of de newsrooms vandaag nog kunnen werken zoals vroeger, antwoordt Rik Van Cauwelaert dat zij inderdaad meer en meer met elkaar samenwerken, maar dat bij Roularta elk magazine toch een eigen team blijft hebben en dat de coördinatie ervoor zorgt dat sommi-
“Een sterke centrale leiding in gedecentraliseerde redacties is de sleutel van ons succes” Rik Van Cauwelaert, hoofdredacteur Knack
Fa QUIX
www.knack.be [ Rik Van Cauwelaert ]
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
ge items bijvoorbeeld worden doorgespeeld naar de website of televisie zoals Kanaal Z. “Een sterke centrale leiding in gedecentraliseerde redacties is de sleutel van ons succes”, aldus Rik Van Cauwelaert.
25
VlaaMS-brabaNt
EKONOMIKA NEtWERKt
HOE LINKEDIN Nu EcHt GEBRuIKEN? De weergoden waren ons niet gunstig gezind. Heel wat mensen, onder wie ikzelf, kwamen drijfnat aan. Een tiental geraakten niet eens ter plaatse. De regen viel dan ook met bakken uit de lucht en dan zijn de files altijd langer en duren ze ook langer. In een virtueel netwerk hadden we deze ‘aardse’ problemen niet gehad… Netwerkcoach Jan Vermeiren zorgde onmiddellijk voor de interactie met enkele vragen: Wie zit al op LinkedIn? Wie kent minimum 1 persoon? Wie zit naast die persoon? Niet verwonderlijk dat bijna iedereen naast een persoon zat die hij al kende. Elf seconden later was iedereen van plaats veranderd. En 2 minuten later kenden we elkaar al iets beter en wisten we minstens 1 persoonlijke interesse van elkaar.
VLAAMS BRABANt
Na weer een rondje vragen verduidelijkte Jan de 2 grootste problemen: - geen doel(en) hebben; - niet denken aan best geplaatste personen die kunnen helpen de doelen te bereiken. Daarna ging hij dieper in op enkele fundamentele principes:
V
‘Le van an de t’s de b au Co estseteur nn ller ec t! ’
HOE
NU
KEN ECHT GEBRUI
en Met Nieuwe
In Contact Kom
Klanten
den
Baan Vin Een Nieuwe
erhouden
Contacten Ond
eranciers of Nieuwe Lev
dekken
Ont Partnerships
ken rkers Aantrek
ewe
Nieuwe Med
ller Gedaan
| EKONOMIKA berichten | mei-juni-juli-augustus 2009
Je Werk Sne
26
- Netwerk Attitude: informatie delen op een reactieve en proactieve manier zonder daar onmiddellijk iets voor terug te verwachten. Het gaat over “geven en ontvangen” en niet “geven en nemen”. - De echte kracht van het netwerk zit in de tweede graad: je hoeft jezelf niet te verkopen. Je weet nooit wie iemand allemaal kent. LinkedIn laat het netwerk van je netwerk zien, samen met alle connecties die je met hen hebt.
Krijgen
en Jan Vermeir
Met behulp van de D.O.E.N-oefening (Doelen Opstellen en Effectief bereiken via je Netwerk) werd de kracht van LinkedIn geïllustreerd. De methode bestaat uit drie stappen: 1. een doel stellen 2. nagaan wie de mensen zijn die het best geplaatst zijn om ons te helpen dat doel te bereiken
Jans blog: www.janvermeiren.com Website bedrijf Jan: www.networking-coach.com Website boek: www.hoe-linkedin-nu-echt-gebruiken.com
3. Aantekeningen vergelijken en ideeën uitwisselen met andere mensen (optioneel). Het is belangrijk hierbij de eigen doelen S.M.A.R.T.E.R te maken: Specifiek, Meetbaar, Actiegericht, Realistisch, Tijdsgebonden, Ethisch, Registreerbaar. Ondertussen is een “discussie” gestart in de LinkedIn Ekonomika Alumni vzw-groep, met dank aan Stijn Van Schoonlandt. Niet alleen de deelnemers, maar alle leden van de groep kunnen hun doel(en) kenbaar maken. De groep kan je dan helpen om je doelen te verfijnen en eventueel tips geven om ze te realiseren. Een goede gelegenheid om lid te worden van de groep. We zijn ondertussen al met 1870! Ten slotte gaf Jan Vermeiren nog een aantal tips & tricks mee om nog meer te halen uit LinkedIn. Wie meer wil weten raden we aan de gratis light versie van het boek door te nemen en/of het boek ‘Hoe LinkedIn nu ECHT gebruiken’ te lezen. Guido DOUCET
SOcIAL NEtWORKING WEBSItES Naast LinkedIn zijn er uiteraard nog andere sociale netwerken. Wikipedia geeft een lijst van een 150-tal ‘social networking websites’. An De Jonghe (www.trendq.eu) verrichte onderzoek naar het fenomeen ‘online social networks’. Ze bundelde haar bevindingen in het boek: ‘Social networks around the world: how is Web 2.0 changing your life?’. Ze lijstte zo’n 1.000 sociale netwerken die op het internet voorhanden zijn op per continent, per land en vervolgens per categorie. Met Ning (www.ning.com) is het al mogelijk je eigen sociaal netwerk te creëren.
W V
WeSt-VlaaNDereN
EKONOMIKA WESt-VLAANDEREN Op DE WELLINGtON GOLf OOStENDE “Welkom op de laagdrempeligste, meest multiculturele, winderigste golfclub van het westelijk halfrond”, zo onthaalde Xavier Desimpel, eminent Ekonomika-alumnus en eigenaar van Wellington Golf (WGO), ons op zaterdag 6 juni.
Winderig was het inderdaad. Maar bij het golfen is de wind niet altijd een handicap (om het vakjargon te gebruiken…). Integendeel. Telkens je balletje een lichte afwijking naar links of rechts vertoont, kun je de wind de schuld geven! Wisten jullie overigens dat een golfer die een systematische afwijking naar rechts vertoont een ‘slicer’ is? En wie onbewust naar links afwijkt is dan weer een ‘hooker’!
WESt VLAANDEREN Met laagdrempelig bedoelde onze gastheer natuurlijk de zeer competitieve golftarieven op WGO.
Wat de multiculturaliteit van WGO betreft, deze bleek overvloedig uit de keuze van onze prof, een Schot, genaamd George. Over een van onze Belgische prinsessen (was het JoséphineCharlotte of Esmeralda, ik wil het kwijt zijn) wist hij: “She may be a princess, but with a grip like that, she’ll always be a hooker!”
[ De prof verklaart Christophe de mysteries van de ‘universal grip’. ]
We konden vaststellen dat de sportieve capaciteiten van ons West-Vlaams bestuur van sterk uiteenlopend niveau zijn: terwijl de ene Christophe (Vandecasteele) worstelde met de ‘universal grip’ op de putting green, ontpopte de andere Christophe (Popeliere) zich tot een waarachtig oertalent op de driving range.
In het schitterend gerestaureerde gebouw werd ons een buffet geserveerd om bij te watertanden. Netwerking alom aan de elegante tafels, waarna we, voldaan en uitgewaaid, van elkaar afscheid namen. Voor herhaling vatbaar en dank aan de organisatoren! Cil HAESENDONCK
www.wellingtongolf.be
WELLINGtON GOLf Op de 125 jaar oude hippodroom van Oostende is sinds 2004 een golfclub actief: Wellington Golf Oostende (WGO). Deze unieke groene long in het stadscentrum is het ganse jaar door toegankelijk voor het publiek. Met haar 9 holes championship course, haar grote driving range (25 overdekte afslagplaatsen) en de 2 grote oefengreens heeft WGO een erg aantrekkelijke oefeninfrastructuur. Het terrein biedt veel variatie, met interessante hellingen, en veel waterhindernissen...
mei-juni-juli-augustus 2009 | EKONOMIKA berichten |
Na afloop van onze esbattementen op de vijfentwintig overdekte afslagplaatsen, mochten we – uitgeput – genieten van een aperitief op de terrassen van het bijbehorende restaurant The Pigeon. Hier kwam Leopold II destijds met zijn adellijke vrienden naar de ‘Tir aux Pigeons’, een gerenommeerd internationaal tornooi. In die tijd schoot men nog op echte duiven, later is men op kleiduiven gaan schieten.
27
EKONOMIKA ALuMNIDAG 24 OKtOBER 2009 IN LEuVEN NIEt tE MISSEN! De jaarlijkse Ekonomika Alumnidag vindt traditioneel plaats in Leuven. Deze keer zal dit zijn op zaterdag 24 oktober 2009 en wij gaan voor de eerste keer de rechten inpalmen! Immers, de locatie voor deze gelegenheid is College De Valk, de thuisbasis van de rechtenstudenten.
PROGRAMMA 14u00:
‘MBA in one day’ met boeiende presentaties door ‘jongere’ en ‘oudere’ professoren
17u00:
Academische zitting en aansluitend de traditionele, druk bijgewoonde receptie
20u00:
Diner in de Salons Georges (5YG en alumni), gevolgd door de ‘One and only Casino Night’
Info:
[email protected] of website Ekonomika
22u30:
Dessertenbuffet + uitreiking ‘Casino Night Rewards’
23u00:
Start DJ voor de ‘eeuwigdurende party’