VMDLV
8e
jaargang
-
Bericht van de voorzitter Beste leden van de VMDLV. Op 19 maart jl. werd door de aanwezige leden van de VMDLV, tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV), unaniem ingestemd met de opheffing van de VMDLV en voor de aansluiting bij V&VN, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland. Ook de leden van de SEVA stemden in grote meerderheid voor deze aansluiting. Samen vormen we vanaf nu de afdeling V&VN MaagDarmLever (MDL). Het was een feestelijke gebeurtenis en een belangrijke stap in de historie van onze beroepsgroep. Met de aansluiting bij V&VN gaan we deel uit maken van Nederlands grootste beroepsorganisatie voor zorgprofessionals. Bij V&VN hebben niet alleen verpleegkundigen en verzorgenden, maar vanaf nu ook de endoscopieassistenten een plaats. Bij V&VN vormen wij als afdeling, samen met 36.000 andere verpleegkundigen en verzorgenden, hét huis van de zorgprofessionals in Nederland. Het feit dat we binnen V&VN rechtstreeks kunnen samenwerken met 41 andere specialistische afdelingen zal ons in de toekomst grote voordelen bieden. Ook de contacten en de invloed die V&VN heeft in Den Haag, bij de minister en bij de zorgverzekeraars biedt ons vele mogelijkheden. De besturen van de voormalige Sectie Endoscopie Verpleegkundigen en Assistenten en de Vereniging voor Maag, Darm en Lever Verpleegkundigen hebben in 2009 met overtuiging alle stappen gezet die nodig waren om onderdeel te vormen van V&VN en zal in de komende periode de afdeling V&VN Maagdarmlever als autonome afdeling inhoudelijk neer gaan zetten. Er wordt een huishoudelijk reglement en een activiteitenplan geschreven. In oktober zal de eerste ALV georganiseerd worden en
zal er een nieuw bestuur gekozen worden. Ook krijgen wij een eigen deskundigheidsgebied in het Kwaliteitsregister Verpleegkundigen en Verzorgenden. Nog niet alle leden van de VMDLV hebben zich als lid van onze nieuwe afdeling aangemeld. Ik roep alle verpleegkundigen op dit alsnog te doen. Je kunt tot 1 juli 2010 profiteren voor onze voordelige aanbieding. De kosten voor het lidmaatschap van V&VN, inclusief de mogelijkheid om je in te schrijven in het Kwaliteitsregister V&V bedragen voor dit jaar € 46,50. Het afdelingslidmaatschap van 25 euro heb je immers in 2010 al betaald. Voor 2011 bedraagt het lidmaatschap van V&VN € 62,50, Voor de leden die zich voor 1 juli 2010 als lid van de afdeling V&VN MDL inschrijven is het afdelingslidmaatschap voor 2011 gratis! Een lidmaatschap draagt ertoe bij dat je als verpleegkundige, verzorgende en assistent steeds op de hoogte blijft van de meest recente ontwikkelingen (d.m.v. tijdschriften, (internationale) nieuwsbrieven en congresbezoek) en over de stand van zaken m.b.t. professionalisering van je eigen beroep. Ik hoop jullie binnenkort als lid van V&VN MDL te kunnen begroeten. << Met vriendelijke groet, Willibrord Goverde, voorzitter VMDLV
juni
2010
-
nr
20
Peristeen Anaal Irrigatie Set
De Peristeen Anaal Irrigatie Set van Coloplast wordt steeds vaker ingezet bij het rectaal spoelen van de patiënten met o.a. obstipatieproblemen. De juiste begeleiding vanuit het ziekenhuis, thuiszorg en medisch speciaalzaak is hierbij erg belangrijk. Om bij te dragen aan het succes van het rectaal spoelen biedt Medisch Speciaalzaak MediReva de patiënt en de voorschrijver een extra service m.b.t. het gebruik van de Peristeen Anaal Irrigatie Set. Zo is er voor de patiënt een gebruiksinstructie ontwikkeld als naslagwerk bij het spoelen. Voor de voorschrijver is een folder ontwikkeld met de titel; “Verpleegkundige werkwijze rectaal spoelen m.b.v. de Peristeen Anaal Irrigatie Set”. In deze folder staat beschreven welke service en werkwijze onze regioverpleegkundigen kunnen bieden bij inzet van dit product. Wilt u geïnformeerd worden over de service en werkwijze van MediReva bij het rectaal spoelen m.b.v. de Peristeen Anaal Irrigatie Set, bel dan Jeroen Geers, Regiomanager Continentie-en retentiezorg Medireva 06-51790410
Redactioneel Het is zover! De SEVA en de VMDLV zijn nu echt samen, en vormen de afdeling V&VN-MDL. In juni hebben wij beide een deadline voor het nieuwsbulletin echter een gezamenlijk bulletin bleek op deze termijn nog niet haalbaar. Dit jaar zullen wij daarom doorgaan met ons ‘eigen’ digitale bulletin voor de oud-VMDLV leden. De SEVA laat zijn bulletin nog drukken, dit bulletin zal hierin worden opgenomen. Wil je het SEVA bulletin nalezen dan kan dat via de website http://www.nvge-seva.nl/ In deze overgangsperiode zal het bestuur hard aan de slag gaan voor een gezamenlijk logo, website en natuurlijk een nieuwsbulletin voor ons allen. Verder organiseren wij gezamenlijk een najaarssymposium en proberen voor die tijd de accreditatie voor verpleegkundigen rond te krijgen. Ten slotte moeten onze documenten worden samengevoegd en in een V&VN jasje worden gegoten. Denk aan het financieel jaarplan, kwalteitsbeleidsplan, huishoudelijk reglement enzovoorts. Er is dus werk aan de winkel, maar we zijn vol vertrouwen dat we in 2011 echt een geheel vormen, en dit ook aan de buitenwereld zichtbaar kunnen maken met de mooie nieuwe website. Wanda Kuin, secretaris VMDLV
N I E U W S B U L L E T I N
20 20
VERENIGING MAAG DARM LEVER VERPLEEGKUNDIGEN
MDL zorg in Nederland
MDL zorg in Nederland: fasten your seatbelts!
Verslag NVMDL symposium 27 mei 2010, Aviodrome, Lelystad “Gelukkig hebben we op dit moment weinig last van de aswolk. Des te meer hebben we last van turbulentie
hoe veel meer patiënten komen er met specifieke MDL vragen en hoeveel vragen komen er daar weer omheen
we doen goed ons best en proberen kwaliteit te leveren en zo min mogelijk brokken te maken. We spreken richtlijnen af en proberen zoveel mogelijk dingen concreet te maken
Nu ook nog het vertalen naar het ziekenhuis en het ontwikkelen van zorgpaden” Zo start Willem Molenaar (MDL arts) het eerste symposium door de NVMDL, met het thema ‘Kwaliteit en Veiligheid’. Na een hartelijk ontvangst, door een m annelijke stewardess (!) is de collegezaal volledig vol gestroomd met MDL artsen, internisten, (MDL)verpleegkundigen, doktersassistentes en leidinggevenden. Richtlijnen oesophagale refluxziekten De eerste spreker is prof. Dr. André smout, MDL – arts uit Amsterdam. Hij bespreekt de richtlijnen bij oesophagale refluxziekten. Hij bespreekt de richtlijnen die er zijn omtrent diagnostiek, maar ook de behandeling met PPI‘s (omeprazol, pantoprazol, lansoprazol, rabeprazol, esomeprazol). Voor alsnog is een endoscopische behandeling alleen nog maar
mogelijk in onderzoeksverband. Zo geeft hij aan dat een slokdarmdrukmeting goed is om PH te lokaliseren en om een misleidende patiënt eruit te vissen. De manometrie is belangrijk om vóór een PH meting te doen, om bewegingsstoornissen te diagnosticeren, dan wordt sneller gedacht aan achalasie. Er zijn in principe geen aanbevelingen voor een maagontledigingsonderzoek, dit is ook niet meer standaard. Er wordt ook een vraag gesteld of er ook aandacht besteed moet worden aan de helicobacter pylorie bij een chronisch PPI gebruik? De richtlijn laat dit in het midden in verband met verschillende meningen. Richtlijn beschrijft in ieder geval niet dat je eerst op zoek moet naar de helicobacter pylori en deze eerst uitgeroeid moet worden voordat er wordt gestart met een PPI. Richtlijnen sedatie De volgende spreker is prof. Dr. Paul Fockens, MDL arts uit Amsterdam. Hij heeft zijn presentatie als titel meegegeven: ‘Slapen zonder zorgen: richtlijn sedatie’. Paul beschrijft allereerst de historie van het geven van een sedatie. Zodra iemand maar wat wakker leek te worden gaf je gewoon nog wat extra. In 1995 is de conclusie van de in Gut studie: lager doseren en beter bewaken! In 2001 is door de genootschap MDL de richtlijn opgepakt , deze was al eerder door de anesthesie opgemaakt. Wat van belang is is dat de sedatie intraveneus wordt toegediend, er moet altijd puls oxymetrie zijn
en monitoring tijdens en na de procedure (inclusief transport). De nieuwe CBO richtlijnen zijn opgesteld naar aanleiding van een incident bij een 2 jarig meisje die is overleden aan sedatie. Nu zijn er richtlijnen ontwikkeld, met daarbij ook een implementatieplan. De MDL artsen is de grootste groep artsen die gebruik maken van procedurele sedatie. De verwachting is dat de richtlijnen vanaf 1 januari 2011 van kracht zijn, inclusief het implementatieplan. De NVMDL hebben samenwerking met de anesthesist over deze richtlijnen en het implementatieplan. De richtlijn sedatie is terug te vinden op de website van de NVMDL. Wat willen we met sedatie??? • Anxiolyse • Retograde amnesie (geen herinneringen aan het onderzoek) • Pijnstilling • Bewusteloos • Verslapping Uiteindelijk zijn de doelen vooral een betere acceptatie van de patiënt, betere werkomstandigheden voor de onderzoeker/ behandelaar en uiteindelijk een betere kwaliteit van zorg. De opties omtrent sedatie zijn: • Geen sedatie (bij sigmoïdscopie, eventueel colonoscopie) • Milde sedatie • Diepe sedatie • Algehele anesthesie. Lees verder op pagina 3
MDL zorg in Nederland / Alvleeskliervereniging Vervolg van pagina 2 Belangrijk is om uw patiënt te kennen, zorg ervoor dat u op de hoogte bent van de specifieke anamnese, de ASA classificatie en het lichamelijk onderzoek/ laboratoriumuitslagen. Daarnaast blijft het ook van belang om op de hoogte te zijn van de teamcompetenties, zelf ook jaarlijks de BLS/ reanimatietraining te volgen. Als advies wordt dan ook meegegeven om per ziekenhuis specifieke protocollen te ontwikkelen met wat wenselijk is en wat noodzakelijk is. Daarbij wordt het advies gegeven om een sedatiecommissie in te stellen. De endoscopist is verantwoordelijk! Een punt is om bij een scopie één medewerker aanwezig te laten zijn voor de monitoring voor de pols, saturatie en bloeddruk. Een ECG is niet nodig bij ASA 1 of 2 classificatie. Eventueel een vaste anesthesiemedewerker (SAM) is vooral belangrijk bij ASA classificatie 3 of 4. Scopie onder propofol is iets waar een apart training voor nodig is. Propofol is kort werkend en geeft een verhoogd risico op een ademstilstand. In ziekenhuizen kan een pre-sedatiescreening worden opgezet, laat patiënten standaard een formulier invullen. Consequenties voor de richtlijn sedatie zijn: • Nadenken over sedatie • Overleggen over sedatie • Stel een sedatiecommissie in (inclusief anesthesie) • Harmoniseer de pre-sedatie screening • Zorg voor diepe sedatie bij complexe procedures waar u niet direct kan stoppen (bijv. ERCP) • Uiteindelijk gaat het werkplezier omhoog! Richtlijn bloedingen tractus digestivus Dr. Van der Hulst (MDL arts) uit Haarlem geeft uitleg over de richtlijnen omtrent de diagnostiek en behandeling van een tractus digestivus bloeding. De prestatie indicatoren die vanuit deze richtlijn zijn ontstaan gaan over de 24 uur bereikbaarheidsdiensten van MDL artsen om bloedingen op te vangen, de ernstige klinische bloedingen moeten binnen 24 uur gescopieerd worden, er moeten werkafspraken met de radiologie gemaakt zijn over radiologische interventie in het eigen ziekenhuis en er moet een time out procedure zijn. Zorgpad Dimitri Heinen, MDL arts uit Alkmaar vervolgt het ochtendprogramma om meer informatie te geven over het zorgpad PDS. De informatie die hij verstrekt gaat vooral over de indeling en het doel van een zorgpad. In een zorgpad wordt het volgende beschreven en bepaald: • Doelen • Handelingen + evidence • Patiënten route • Verwachting patiente • ’30 stappenplan’, beschrijf wie wat doet, leg overdrachtsmomenten vast en deel een voortgangsdocument ook met patiënten en familie, dit bevorderd de informatievoorziening. Meten is weten, hoe doe je het nu, hoe kan het beter? Dimitri laat de plan-do-check-act cyclus zien. Veilige endoscopie, wat vinden we zelf? Vincent de Jonge, onderzoek EMC, Rotterdam is de eerste spreker van het middagprogramma. Hij is samen met collega‘s een onderzoek bezig in verschillende ziekenhuizen regio Rotterdam. Kwaliteit op een scopieafdeling is belangrijk, denk maar eens aan een onjuiste indicatie, patiënt komt in gevaar tijdens een ingreep door bijvoorbeeld antistollinggebruik.
Hoe denken we over kwaliteit? Hoe goed doen we het nu? Wat vinden onze patiënten van onze zorg? Een nieuw kwaliteitssysteem komt in Nederland om de hoek kijken. Het Global Rating Scale (GRS) wordt op dit moment vooral in Engeland gebruikt. Het kijkt naar de klinische kwaliteit en de kwaliteit van patiëntenervaringen. Aan de hand van levels worden er systemen in beeld gebracht. Ieder level wordt weer onderstreept met stellingen en deze worden ook weer gebruikt voor de accreditatie. De complicatieregistratie is hierin ook van belang. Concluderend kan gezegd worden dat de kwaliteit van de endoscopieafdeling op hoog niveau lijkt te zijn in Nederland. Aandachtspunten zijn de patiënteninformatie, zowel voor- als achteraf, wachttijden/ wachtruimtes, darmvoorbereiding en verslaglegging.
voor dat er een bepaald incident gebeurd? Hoe kan dit incident een volgende keer voorkomen worden? Welke acties moeten daarvoor ondernomen worden? Belangrijk is om ook in deze onderdelen de plan-docheck-act cyclus mee te nemen en een belangrijke rol te geven. Het bespreken van incidenten en meldingen met de hele groep, multidisciplinair (!) is daarvoor ook erg belangrijk, het samen een sfeer creëren van melden en leren van elkaars fouten. Benno Baksteen is de slotspreker, hij is jarenlang piloot geweest en verteld over zijn ervaringen met kwaliteit en veiligheid. Het is belangrijk om als en team te werken en elkaars gelijken te zijn en zo gemakkelijk elkaar aan te spreken. Leer van elkaars fouten en wees bereidt om ook te leren van je eigen fouten!
De volgende onderdelen in de middag zijn in handen van Kaat van der Haar (beleidsmedewerker HKZ) en Benno Baksteen. In deze tijdsperiode wordt gekeken naar hoe kwaliteit gemeten wordt en hoe richtlijnen tot stand komen. Aan de hand van het Zwitserse kaasmodel wordt gekeken naar hoe je een situatie kan uitdiepen. Welke factoren zorgden er nu
Om 17 uur wordt de dag afgesloten met een dankwoord en een borrel… Een symposium waar veel belangstelling voor was, zeker voor herhaling vatbaar…. Dordrecht, 31 mei 2010 Thea Korpershoek Teamleider afdeling MDL/ MDL verpleegkundige Albert Schweitzer ziekenhuis
Alvleeskliervereniging
Geachte VMDLV-leden, Graag ga ik in op de uitnodiging om ter gelegenheid van de nauwere samenwerking tussen de VMDLV en de Alvleeskliervereniging beknopte informatie te verschaffen. De Alvleeskliervereniging is een patiëntenvereniging die sinds 1997 bestaat en opkomt voor de belangen van mensen met een aandoening aan hun alvleesklier. Onze vereniging heeft op dit moment ruim 700 leden. Wij worden ondersteund door een Medische Raad van Advies, waarin gerenommeerde medici met pancreas expertise zitting hebben en waarop wij kunnen terugvallen bij gecompliceerde vraagstukken. De Alvleeskliervereniging is een actieve vereniging, die op dit moment 23 vrijwilligers (allen ervaringsdeskundigen) telt en die zich op verschillende manieren worden ingezet : Telefonische Hulp- en informatielijn Ons belangrijkste medium in ons lotgenotencontact is de Telefonische Hulp- en Informatielijn. Zeven vrijwilligers draaien o.l.v. een coördinator bij toerbeurt een week dienst bij de hulplijn. Patiënten en/of hun familieleden bellen het telefoonnummer 0900 – 25 85 337 en kunnen 24/7 een boodschap achterlaten op het antwoord apparaat. De vrijwilliger die dienst heeft belt zo spoedig mogelijk terug en probeert dan samen met de medepatiënt of diens familie een oplossing te zoeken voor het probleem waarvoor men staat. Vaak blijkt ook een luisterend oor al voldoende. Jaarlijks voert ons hulplijnteam ruim 600 gesprekken.
Website : www.alvleeskliervereniging.nl Na de hulplijn, is onze website een belangrijk medium in ons lotgenotencontact, maar ook voor andere geïnteresseerden, zoals verpleegkundigen. Op de site staat veel basisinformatie over de verschillende facetten van alvleesklieraandoeningen. Daarnaast bevat de website een forum waarop lotgenoten met elkaar in discussie kunnen of vragen kunnen stellen. Pancreas gerelateerde documentatie Patiënten of hun familieleden, maar ook verpleegkundigen en/of medisch studenten die op zoek zijn naar specifieke informatie omtrent pacreasaandoeningen, een behandeling aan het pancreas, medicijngebruik of voedingsadviezen, kunnen informatie opvragen vanuit ons documentatiecentrum. Een verzoek daartoe via de Telefonische- Hulp en informatielijn is voldoende om de actuele informatie per post/e-mail thuisgestuurd te krijgen.
Promotieteam Ons promotieteam is actief op (gezondheids-) beurzen en verzorgt ook presentaties in ziekenhuizen ten behoeve van MDL-verpleegkundigen. Doel van de vereniging met het promotieteam is om via kennisoverdracht, ondersteund door brochures de naamsbekendheid en de toegevoegde waarde van de vereniging te bevorderen. Samenwerking VMDLV-AVKV Een samenwerking met de VMDLV heeft voor de Alvleeskliervereniging meerwaarde, omdat VMDLV-leden als actief zijn in de eerste lijnszorg op MDL-afdelingen. Het is van groot belang dat VMDLV-leden van het bestaan van de Alvleeskliervereniqinq afweten. We kunnen hen met onze specifieke kennis van de pancreasproblematiek terzijde staan en kunnen hen een kennisvoorsprong geven op anderen. Dat levert voor hen meerwaarde op voor in hun contacten met AP- en CP-patiënten, dan wel patiënten bij wie alvleesklierkanker is geconstateerd. Wij hopen daarom ook op een vruchtbare samenwerking met de VMDLV. J.H. ( Joop ) Rutten, vrijwilligerscoördinator Alvleeskliervereniging,
Ledenbijeenkomst V&VN
VERENIGING MAAG DARM LEVER VERPLEEGKUNDIGEN
VMDLV
Ledenbijeenkomst V&VN 27 mei 2010 bij de uitgesproken mening van artsen. Vaak zitten er ook 5 artsen ten opzichte van 1 verpleegkundige. Conclusie is dat als er 1 verpleegkundige wordt uitgenodigd, zij eigenlijk met een aantal collega’s moet komen ‘gatecrashen’. De richtlijnen moeten praktisch zijn, en goed gepromoot worden. De V&VN wil hier een bijdrage aan leveren. De regieraad voor de kwaliteit van zorg is een landelijk instituut dat bezig is met de prioritering van onderwerpen, financiering (programmering) en coördinatie van multidisciplinaire richtlijnontwikkeling. Er is nu een ‘richtlijn voor richtlijnen’ waarin vaste procedures staan omschreven voor de bemensing van werkgroepen, het leveren van commentaar en voor de autorisatie van richtlijnen. Verpleegkundigen en verzorgenden die deelnemen aan richtlijnwerkgroepen dienen hiervoor scholing te ontvangen.
Verslag van de Ledenbijeenkomst V&VN 27 mei 2010 door Wanda Kuin, bestuurslid afdeling V&VN - MDL. De inleiding werd gedaan door Atie Schipaanboord, directeur van de V&VN. Er wordt binnen de vereniging gezocht naar een nieuwe focus. Er lopen heel veel projecten, kleiner en groter. Er zijn ook veel kansen in verband met de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Zo staan we voor de grootste bezuinigingen ooit in de zorg, en wordt er een krappe arbeidsmarkt verwacht in de komende jaren. Ook wordt ernaar gezocht hoe de V&VN meer een vereniging kan worden. Qua cultuur lijkt het toch nog wat op een federatie, de afdelingen en platforms hebben alle een sterke eigen identiteit. Vervolgens hield Bas Vogel, adjunct-directeur V&VN een presentatie over het project: ‘verpleegkundigen en verzorgenden 2020, focus naar de toekomst’. Voor de hele verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep worden nieuwe profielen, deelprofielen en deskundigheidsgebieden (via kwaliteitsregister) ontwikkeld. Het oude profiel stamt uit 1999. Er zijn sindsdien veel veranderingen geweest qua niveaus, taakherschikking en dergelijke. De zorgvraag, maatschappij en gezondheidszorg veranderen voortdurend. Loopbaanperspectief is een belangrijk item binnen onze beroepsgroep. Voor dit project wordt input verwacht vanuit de leden met behulp van rondetafel bijeenkomsten, contact met achterban. Er worden digitale middelen voor ontwikkeld zoals een forum. Ook zullen er korte case studies gedaan en focusgroepen worden opgericht. Bij dezen doe ik een oproep aan de leden van de afdeling V&VN – MDL om vast na te denken of je hierin een rol wilt spelen. Plan is om in 2010 de discussie te voeren en in 2011 tot afronding te komen van het project. Vragen vanuit de zaal: Verzorgenden voelen zich binnen de V&VN minder gezien. Er wordt een pleidooi gehouden voor een afvaardiging van de verzorgenden in de stuurgroep van dit project.
Er zijn ook beroepsgroepen als praktijkondersteuners, doktersassistenten, ambulancechauffeurs en dergelijke, die dicht tegen ons aanliggen. Komen er aparte profielen voor MBO en HBO niveau? Dit ligt nog open, ligt aan de reacties van de leden. Pauline van der Kleijn vertelde het een en ander over de verkiezing van de ledenraad. De ledenraad beslist over de begroting, jaarplannen, en de grote lijnen van de vereniging. Bij oprichting van de V&VN is deze ledenraad gevuld met bestuursleden van de afdelingen en platforms. Nu is het tijd voor verkiezingen. Men zoekt leden die overstijgend kunnen kijken. Een reglement is ontwikkeld. Na de zomer kunnen alle leden van de V&VN zich kandidaat stellen. Er wordt 1 persoon per afdeling/platform gekozen, elke afdeling/platform vormt een aparte kieskring. Indien meer leden per afdeling zich verkiesbaar stellen is het zaak om campagne te voeren. Stemmen wordt mogelijk gemaakt via internet, dit zal in februari 2011 gebeuren. Indien je lid bent van meerdere afdelingen krijg je voor iedere afdeling/kieskring een stem. Leden die geen lid zijn van een afdeling vormen ook weer een eigen kieskring. In februari 2011 zal ook het lustrumcongres plaatsvinden. Vervolgens waren er twee workshoprondes waarbij men uit twee workshops kon kiezen. Als eerste volgde ik de workshop ‘De zin en onzin van richtlijnen’. De workshop werd geleid door Rianne Altena. Er werd gewerkt met stellingen waarop de aanwezigen konden reageren. Wat is precies de rol van richtlijnen binnen de verpleegkundige werkzaamheden? Zijn ze wel zo noodzakelijk? In de praktijk worden ze te weinig gebruikt. Het uitgangspunt van een richtlijn zou niet moeten zijn: ‘wie doet wat’ maar ‘wat is goed handelen’? Waarom komen de verpleegkundige uitgangspunten vaak zo slecht naar voren (denk aan de CBO richtlijnen). Vaak is er wel een afvaardiging vanuit de verpleegkundige beroepsgroep. In de praktijk blijken deze verpleegkundigen zich soms moeilijk overeind te kunnen houden
De laatste workshop die ik volgde was ‘Is je achterban al BIG-proof?’. Saskia Danen praatte ons bij over de laatste ontwikkelingen en de meest gestelde vragen. Aan bod kwamen: Herregistratie De werkervaringeis De scholingseis Gelijkstelling van werkzaamheden De aanvraagprocedure voor herregistratie Bewijsstukken Voorbehouden - en risicovolle handelingen Een goed artikel heeft om te lezen is ‘herregistreren, hoe gaat dat in zijn werk?’ van Rob van der Peet in het TvZ 2010 no. 4. Veel mensen denken dat ze zowel aan de werkervaringseis als aan de scholingseis moeten voldoen. Dat is niet zo. Ook wordt er vrij veel aan de beoordeling van de verpleegkundige zelf overgelaten. Als jij vindt dat je werkzaamheden binnen het werkgebied van de verpleegkundige vallen, laat je ze meetellen. Het is nog onduidelijk hoe een en ander zal worden gecontroleerd. Als je niet aan de werkervaringseis voldoen kun je een beroepinhoudelijke verpleegkundige cito toets doen. Deze toets neemt in totaal ruim 8 uur in beslag. Alle deelgebieden van het werk van de verpleegkundige komen aan bod, dus ook de kraamzorg, psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg. Indien je slaagt voor de toets krijg je meteen het herregistratie certificaat. Wie op een of meer deelkwalificaties onvoldoende scoort moet zich op dat gebied laten bijscholen. Je kunt ook van tevoren besluiten om de toets niet te doen omdat je bijna zeker weet dat je geen enkel deelgebied zult halen. Dan doorloop je het hele scholingsprogramma.
Verslag voorjaarssymposium VMDLV
Thema: Slokdarm- en maagproblematiek 19 maart 2010 Dit voorjaar kreeg het symposium een bijzonder tintje doordat er ook een belangrijke Algemene Ledenvergadering van de VMDLV plaatsvond: er werd gestemd over fusie met de SEVA om samen een afdeling MDL te gaan vormen binnen de V&VN. Het bestuur is zeer verheugd om te kunnen melden dat er unaniem is voor gestemd! Hieronder vind je een verslag van de sprekers ten aanzien van de maag- en slokdarmproblematiek. Professor Smout, maagdarmleverarts, sinds kort werkzaam in het AMC te Amsterdam beet de spits af met een zeer onderhoudende presentatie over motoriekstoornissen van de slokdarm en maag. In de presentatie werd veelvuldig gebruik gemaakt van afbeeldingen van röntgen contrastfoto’s en grafieken van drukgolven waardoor het verschil tussen de diverse afwijkingen duidelijk werd uitgelegd. We leerden dat er in het maagdarmkanaal meer zenuwen zijn te vinden dan in het gehele ruggenmerg.
De nervus vagus heeft een stimulerend effect op de secretie en de motoriek van de maag. De peristaltiek van de slokdarm is te meten met een speciale catheter waarmee de drukgolven in de verschillende delen van de slokdarm worden gemeten (manometrie). Bij Achalasie zijn de drukgolven een stuk kleiner en vindt er geen relaxatie van de onderste slokdarmsfincter plaats waardoor het voedsel niet/ slecht naar de maag kan zakken. Symptomen van achalasie zijn dysfagie, regurgitatie en retrosternale pijn. Bij slikfoto’s is een beeld van een ‘muizenstaart’ te zien, slechts een klein ‘staartje’ van het contrast vindt doorgang naar de maag. De retrosternale pijn kan soms lijken op Angina Pectoris. De behandeling berust meestal op pneumodilatatie van de onderste slokdarmsfincter. Meestal moet de behandeling nog een keer herhaald worden. Het effect hiervan houdt een aantal jaren aan en soms is weer een nieuwe behandeling nodig. Injectie met Botox kan tijdelijk helpen, wordt soms ter overbrugging gegeven. Ook een chirurgische behandeling is mogelijk, in een grote europese studie is geen verschil in effectiviteit gevonden in vergelijking met de pneumodilatatie. Ook bestaan er slokdarm spasmen. De eerste die we te zien krijgen is de zogenaamde kurkentrekker slokdarm. De patiënt komt vaak op de hartbewaking terecht met hevige retrosternale pijn. Er is sprake van simultane contracties, krachtig en lang van duur. De behandeling kan bestaan uit het geven van gladde spierrelaxantia, Botox injecties of een lange myotomie. Een andere vorm van slokdarm spasme is de notenkraker slokdarm. Hier is sprake van een normale peristaltiek maar met veel te hoge drukgolven. Deze vorm is alleen te herkennen met manometrie, en dus niet te ontdekken op röntgen contrastfoto’s. Soms is er sprake van een ineffectieve
op de voorgrond. Behandeling hiervan bestaat uit een anti-dumping dieet waarbij de patiënt weinig simpele koolhydraten mag eten, en bijvoorbeeld niet drinken bij het eten. Tweede spreker van de ochtend was Dr. Bergman, ook hij is werkzaam als maagdarmleverarts in het AMC, en vertelde ons over mogelijkheden voor het endoscopisch behandelen van het slokdarmcarcinoom. De prevalentie van het adenocarcinoom is sterk toegenomen. Het wordt beschouwd als de snelst groeiende kanker in de westerse wereld. De symptomen treden pas laat op waardoor slechts 50% operabel is. Van de patiënten die geopereerd worden overlijdt 5% kort na de operatie. 50% heeft last van complicaties en de vijfjaarsoverleving is minder dan 25%. Een zogenaamde Barret slokdarm is een belangrijke oorzaak van slokdarmkanker. slokdarmmotoriek. De drukgolven zijn dan te zwak waardoor er passageklachten zijn. Of de drukgolven beginnen wel bovenin de slokdarm, maar doven gaandeweg uit. Dit kan aangeboren zijn of ontstaan door bijvoorbeeld sclerodermie, refluxziekte of diabetes. De therapie bestaat uit dieetaanpassingen en pro-kinetica. De maag bestaat eigenlijk uit twee ‘organen’, de proximale en de distale maag. Deze gedragen zich motorisch gezien verschillend. In de proximale maag vinden langzame (tonische) relaxaties en contracties plaats, in de distale maag peristaltische contracties. Maagontledigingsonderzoek kan plaatsvinden door middel van scintigrafie waarbij de patiënt een radioactieve maaltijd te eten krijgt waarna de patiënt tussen twee camera’s ‘geperst’ wordt en gedurende een uur foto’s worden gemaakt. Een andere mogelijkheid is de C13 ademtest. Deze is niet intensief en niet radioactief maar het is geen ‘gouden standaard’. De patiënt krijgt een substraat met C13 isotopen toegediend. Aan de hand van het gemeten C13 in de uitademingslucht van de patiënt kan worden onderzocht wanneer de maagontlediging heeft plaatsgevonden. Oorzaken van een vertraagde maagontlediging kunnen medicamenteus zijn, door diabetes mellitus, idiopatisch of door een in het verleden uitgevoerde Vagotomie (dit wordt nu niet meer gedaan). Een functionele dyspepsie wordt gekenmerkt door dyspeptische klachten die chronisch of intermitterend optreden waarbij er geen organische pathologie aanwezig is. Ongeveer een derde van deze patiënten heeft een gestoorde maagmotoriek, De helft heeft een verhoogde gevoeligheid van prikkels in het maagdarmkanaal, bij 5 procent is er sprake van de helicobacter pylori die momenteel niet meer zo in de mode is. De behandeling van een vertraagde maagontlediging bestaat uit een dieet waarbij frequente kleine maaltijden worden genuttigd, en vetbeperkt omdat vet het traagst wordt verwerkt. Ook kunnen pro-kinetica worden gegeven zoals domperidon, metoclopramide of erythromycine. Deze laatste werkt tijdelijk en wekt een soort van ‘weeënstorm’ op in het maagdarmkanaal. Voorzichtigheid is geboden bij hartritmestoornissen (korte Q-T tijd). Soms wordt er gekozen om te voeden in de dunne darm, of wordt er een (sub)totale maagresectie gedaan. Nu kan er ook sprake zijn van een te snelle maagontlediging (dumping). Oorzaken hiervan kunnen liggen in een vagotomie of een distale maagresectie. Bij een vroege dumping zie je dat er in 1 keer veel vocht naar de dunne darm wordt getrokken waardoor de patiënt kan collaberen. Bij late dumping staan hypoglycaemie met bijbehorende symptomen
Het slijmvlies in deze slokdarm is wit verkleurd, dit hoort niet. In Nederland zijn ca. 10000 Barretpatienten. 12% van de patiënten met refluxklachten krijgt een Barretslokdarm. Endoscopische controles zijn dan belangrijk. Qua endoscopische technieken in de slokdarm spelen we in Nederland een voortrekkersrol. Er zijn technieken met filter en fluorescentie waarmee veel details kunnen worden waargenomen waardoor slokdarmkanker in een zeer vroeg stadium te ontdekken valt. Ook is microscopisch onderzoek van verdachte plekken mogelijk. Nederland is leider in internationaal onderzoek op dit gebied. Kleine defecten kunnen direct worden weggesneden. Het witte slijmvlies in de Barretslokdarm kan worden weggebrand. Vervolgens de Algemene ledenvergadering, geleid door onze voorzitter Willibrord Goverde. Op de agenda staan het jaarverslag 2009; dit heeft in het digitale nieuwsbulletin gestaan. Verder het financieel jaarverslag dat ter inzage ligt bij de stand. Vervolgens geeft Willibrord namens het bestuur het advies om te stemmen voor ontbinding van de VMDLV en fusie met de V&VN. Marian Kaljouw van de V&VN geeft een presentatie over de voordelen van deze fusie. Vervolgens wordt er gestemd en weten we meteen de uitslag. Met regelmaat zijn de leden geïnformeerd over de beoogde fusie met de V&VN. Het bestuur is al 1,5 jaar bezig met de voorbereidingen hiervoor. Waarom voor stemmen? MDL is een specialisme dat veel groei en ontwikkeling doormaakt. Er zijn steeds meer MDL gerelateerde zorgprofessionals bijvoorbeeld IBD verpleegkundige, leververpleegkundige, endoscopieverpleegkundigen, physician assistant. Er is veel versnippering, er zijn veel splintergroepjes. Samenwerking is belangrijk. De twee voorzitters van de SEVA en de VMDLV hebben de handen ineen geslagen en willen samen Lees verder op pagina 6
Verslag voorjaarssymposium VMDLV Vervolg van pagina 5 verder onder de V&VN vlag. Nu heeft iedere groep een eigen bestuur, er gaat veel tijd in zitten. Er zijn veel plannen maar er is te weinig menskracht. Als we onder 1 vlag verder gaan hebben we voldoende aan 1 bestuur. Het bestuur van de SEVA en de VMDLV gaat tot 8 oktober samen verder als interimbestuur. We moeten het huishoudelijk relement opstellen, accreditering voor symposia regelen, deskundigheidsgebieden benoemen. Petra Bol (SEVA) wordt als alles doorgaat de voorzitter van de nieuwe vereniging. Zij heeft een goede visie, weet waar ze naartoe wil. Willibrord blijft het eerst jaar ook achter de schermen aan voor advies. De secties die deel uit gaan maken van de afdeling MDL zijn: MDL verpleegkundigen, voedingsverpleegkundigen, Nurse practitioners physician assistants en verpleegkundig endoscopisten, endoscopieverpleegkundigen, leidinggevenden endoscopie en de endoscopieassistenten. Nellie Kolk heeft bij het vorige symposium verteld wat de V&VN voor de leden kan betekenen. Mw. Kaljouw vertelt over de ontstaansgeschiedenis van de V&VN en wat er tot nu toe bereikt is. Zo wordt de V&VN betrokken bij veel overlegsituaties van bijvoorbeeld de KNMG, de orde van ziekenhuizen, Ministerie van Volksgezondheid etc. De fusie die heeft plaatsgevonden met meer dan 30 verpleegkundige beroepsverenigingen is de grootste fusie geweest uit de Nederlandse geschiedenis. In 2010 krijgen we te maken met de grootste bezuinigingen ooit in de zorg, en tevens krapte op de arbeidsmarkt. De zorgprofessionals zijn ongelooflijk belangrijk, en nu aan zet. Aanwezigen stemmen unaniem voor ontbinding van de VMDLV. Vraag uit de zaal: wat als je als nurse practitioner lid bent van de V&VN afdeling nurse practitioners, moet je dan ook nog apart lidmaatschap betalen voor de afdeling MDL? Je mag zelf weten van hoeveel afdelingen je lid wordt. Je betaalt een basislidmaatschap aan de V&VN, en per afdeling verschilt het wat je moet betalen. Platforms zijn gratis. Wordt je lid van meerdere afdelingen, dan betaal je ook meerdere lidmaatschapsgelden. Het middagprogramma is gestart met een presentatie van Miranda Lassche, diëtist in het medisch centrum alkmaar. Zij vertelde ons meer over voeding bij radiotherapie van slokdarm en het hoofd-halsgebied. Indien er sprake is van een tumor in de mond, keel of slokdarm is eten niet vanzelfsprekend meer.
passeert snel waardoor het effect vaak gering is. Bij slikproblemen helpt het vaak om de consistentie van de voeding te veranderen. Indien er sprake is van verslikken geen dun vloeibare voeding, gebruik eventueel een verdikkingsmiddel. Bij kauwproblemen is soms gemalen voeding nodig. Denk bij een pijnlijke mond of keel ook aan een schimmelinfectie. Bij een droge mond zijn er tips zoals veel saus en jus gebruiken, veel boter/margarine op brood e.d. Soms kan kunstspeeksel (oral balance) een uitkomst zijn. Indien er ondanks alle tips toch sprake is van gewichtsverlies kunnen drinkvoeding, dieetpoeders, verdikkingsmiddelen of sondevoeding worden ingezet.
Lees verder op pagina 7
Interim bestuur V&VN afdeling Maag Darm Lever Petra Bol Voorzitter Endoscopieafdeling Meander Medisch Centrum Utrechtseweg 160 3818 ES Amersfoort Tel. 0334-222345 sein 7909 e-mail:
[email protected] W.Goverde Voorzitter tot 8 oktober 2010 UMC St. Radboud Afdeling Radiologie 6500 HB Nijmegen e-mail:
[email protected]
Monique Knops Bestuurslid Endoscopieverpleegkundige Atrium Heerlen Henri Dunant straat 5 6419 PC Heerlen e-mail:
[email protected] Simone Breg Bestuurslid Endoscopieverpleegkundige afdeling MDL Vrije Universiteit Medisch Centrum De Boelelaan 1117 1081 HZ Amsterdam e-mail:
[email protected]
Fred Stam Secretaris Endoscopieverpleegkundige afdeling MDL Vrije Universiteit Medisch Centrum De Boelelaan 1117 1081 HZ Amsterdam e-mail:
[email protected]
Ineke Caerteling Bestuurslid tot 8 oktober 2010 UMC St. Radboud Afdeling E20 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen e-mail:
[email protected]
Wanda Kuin Secretaris Medisch Centrum Alkmaar Afdeling diëtetiek, nummer 136 Wilhelminalaan 12 1815 JD Alkmaar e-mail:
[email protected]
Thea Kopershoek Bestuurslid Albert Schweitzer ziekenhuis, locatie Dordwijk MDL-verpleegkundige/ zorgcoördinator afd. D3 Postbus 444/ Albert Schweitzer plaats 25 3300 AK Dordrecht e-mail :
[email protected]
Marja Rolink Penningmeester Bethesda Ziekenhuis Dr G.H. Amshoffweg 7909 AA Hoogeveen e-mail:
[email protected]
Er ontstaan voedingsproblemen zoals slikproblemen, kauwproblemen, pijnlijke mond of keel, droge mond, hinderlijke slijmvorming en verminderd proeven of ruiken. Bij Brachytherapie blijken in de praktijk de problemen pas de laatste week van de behandeling te ontstaan, plus de twee weken erna. De patiënt denkt dat hij het ergste achter de rug heeft, dit kan een tegenvaller zijn. Oorzaken hiervan zijn het ontstaan van oedeem en oesophagitis. Soms wordt het gebruik van lidocaïne gel geadviseerd echter dit
Dhr. Rozema, als radiotherapeut-oncoloog verbonden aan het Dr. Verbeeten instituut vertelde ons meer over radiotherapie bij het slokdarmcarcinoom middels Brachytherapie. Wat is het verschil tussen gewone straling en ioniserende straling, en hoe worden röntgenstralen opgewekt? Zoals we al eerder hoorden is het oesophaguscarcinoom een moeilijk te behandelen ziekte met teleurstellende resultaten. Bij Brachytherapie wordt er relatief meer gezond weefsel gespaard. Een combinatie van radiotherapie en chemotherapie werkt beter dan radiotherapie alleen, maar er komen dan ook meer complicaties
Anouk Berger Penningmeester Medisch Spectrum Twente Afdeling G1, poli MDL Ariënsplein 1 7511 JX Enschede e-mail:
[email protected] Marianna Kooijman Bestuurslid Endoscopie assistente afdeling Endoscopie Kennemer Gasthuis Postbus 417 2000 AK Haarlem e-mail:
[email protected]
Secretariaat VMDLV p/a Medisch Centrum Alkmaar Afdeling 136 diëtetiek, t.a.v. Wanda Kuin Wilhelminalaan 12 1815 JD Alkmaar e-mail:
[email protected] Ledenadministratie NVGE Postbus 657 2003 RR Haarlem 023-5513016 fax: 023-5513087 e-mail:
[email protected]
Verslag voorjaarssymposium VMDLV en Screening dikkedarmkanker Vervolg van pagina 6
Patiënten en medisch specialisten: Invoering screening dikkedarmkanker kan niet wachten woensdag 03 maart 2010
voor. Brachytherapie bij het oesophaguscarcinoom is voornamelijk palliatief van opzet. Het doel is de passage te behouden of te verbeteren. Er komen ook complicaties voor zoals fisteling, retrosternale pijn en radiatieoesophagitis. Bij een vergelijkend onderzoek van de stent versus Brachytherapie werden bij Brachytherapie betere QOL scores gehaald en hield de verbetering van de passageklachten langer aan. Radiotherapie is dus te verkiezen boven de stent. Het is bovendien goedkoper dan chemotherapie en patiënten kunnen er ook door genezen. Echter er komt ook late morbiditeit voor zoals ulcera, stenose en fisteling. In de toekomst moet er meer aandacht komen voor de complicaties. Een follow-up en een aanspreekpunt voor de patiënt zijn erg belangrijk.
neemt het aantal gevallen van maagcarcinoom af. De vijfjaarsoverleving van maagcarcinoom is ook beter dan bij slokdarmcarcinoom (65% versus 25% bij in opzet curatieve behandeling). De verbetering in diagnostiek en behandeling hebben hier wel de
Minister Klink van VWS wil het besluit tot screening van dikkedarmkanker met 1 jaar uitstellen vanwege financiële redenen èn om het tekort aan zorgprofessionals eerst op te lossen. Uitstel kost jaarlijks 1.400 sterfgevallen aan dikkedarmkanker en zorgt voor onnodig veel leed bij patiënten en hun naasten. Samen met patiëntenorganisaties en specialistenverenigingen heeft de Maag Lever Darm Stichting de Minister in een brief verzocht om de beslissing niet uit te stellen en over te gaan tot snelle invoering van een landelijk screeningsprogramma. In de brief aan de Tweede Kamer schrijft de Minister op zoek te zijn naar financiële dekking voor de screening. Het is jammer dat er uitsluitend wordt gekeken naar de kosten op de korte termijn. Invoering van het bevolkingsonderzoek zal immers op de lange termijn voorkomen dat nog hogere kosten zullen worden gemaakt, wanneer mensen moeten worden behandeld voor dikkedarmkanker.
Drs. Luijten, chirurg in het Maxima Medisch Centrum sloot de middag af met zijn voordracht over chirurgische interventies bij het slokdarm- en maagcarcinoom. Bij een slokdarmresectie wordt het zieke deel van de slokdarm verwijderd. De grote curvatuur van de maag wordt afgestapeld waardoor een soort van nieuwe slokdarm ontstaat, deze wordt op de het resterende deel aangesloten. Indien er al eerdere maagoperaties zijn geweest kan ook het colon transversum, en in uitzonderlijke gevallen een stukje dunne darm gebruikt worden. Terwijl het aantal gevallen van slokdarmcarcinoom toeneemt,
Sinds 2004 pleiten de betrokken organisaties al voor invoering van een landelijk bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. De Minister van VWS werd aangeraden zorg te dragen meer zorgprofessionals op te leiden die het bevolkingsonderzoek zouden kunnen uitvoeren . De Minister heeft toen aangegeven niet te willen investeren in het opleiden van maag-lever-darmartsen en -verpleegkundigen, zolang er (nog) geen besluit was genomen om het bevolkingsonderzoek daadwerkelijk in te voeren. Nu zegt de Minister niet met het bevolkingsonderzoek te kunnen starten, omdat er een capaciteitsprobleem is. Patiënten, medisch specialisten en gezondheidsfondsen betreuren het ten zeerste dat dit argument nu als één van de hoofdknelpunten wordt opgevoerd. vruchten afgeworpen. Maagoperaties kunnen tegenwoordig geheel laparoscopisch worden uitgevoerd. Bij een carcinoom distaal in de maag wordt het onderste deel van de maag verwijderd. Vervolgens wordt het bovenste deel van de maag op de dunne darm aangesloten middels een Roux en Y constructie. Verder zijn er de GE junctie carcinomen zoals bij de ontaardde Barrett slokdarm . De Barret patient heeft jaarlijks een risico van 0.5 % op het ontwikkelen van een maligniteit. Er kan sprake zijn van een carcinoom in het onderste slokdarmgedeelte of het bovenste maaggedeelte. In het eerste geval wordt gehandeld zoals bij slokdarmca met een buismaag. In het tweede geval wordt er een proximale maagresectie gedaan.
De dag werd afgesloten met een dronk op de fusie met de V&VN waarbij het mogelijk was om in te schrijven voor de nieuwe afdeling.
Dikkedarmkanker Dikkedarmkanker is een veelvoorkomende soort kanker. Jaarlijks wordt in Nederland bij bijna 12.000 mensen dikkedarmkanker vastgesteld. Het is bij mannen na prostaat- en longkanker en bij vrouwen na borstkanker de meest voorkomende kankersoort. Bij ongeveer de helft van de mensen wordt dikkedarmkanker pas ontdekt in een laat stadium. De brief is ondertekend door de Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen, de Nederlandse Vereniging voor Gastro-Enterologie, de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie, de Vereniging van Integrale Kankercentra, de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), de Nederlandse Stomavereniging, de Stichting Doorgang, KWF Kankerbestrijding en de Maag Lever Darm Stichting. Bron : Maag Lever Darm Stichting