Berekening van de belasting Gewoon stelsel van aanslag Afzonderlijke aanslagen
Berekening van de belasting
HOOFDSTUK III : BEREKENING VAN DE BELASTING
Art. 215-219bis Afdeling I : Gewoon stelsel van aanslag Onderafd. I : Belastingtarief Art. 215-216 Onderafd. II : ... Art. 217 Onderafd. III : Vermeerdering ingeval er geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan Art. 218
Afdeling II : Afzonderlijke aanslagen
1
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215) Artikel 215
Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33 pct.
Wanneer het belastbare inkomen niet meer dan 322.500 EUR bedraagt, wordt de belasting evenwel als volgt vastgesteld :
1° op de schijf van 0 tot 25.000 EUR : 24,25%; 2° op de schijf van 25.000 EUR tot 90.000 EUR : 31%;
3° op de schijf van 90.000 EUR tot 322.500 EUR : 34,5 %
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215 1°)
Het tweede lid is niet van toepassing :
1° op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 pct., hetzij van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden.
2
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215 1°) In aanmerking komen
de waarde van de aandelen en het bedrag van het gestorte kapitaal, de reserves en de meerwaarden
op de dag waarop de vennootschap die de aandelen bezit haar jaarrekening heeft opgesteld.
Om te bepalen of de grens van 50 pct. overschreden is,
worden de aandelen, die ten minste 75 pct. vertegenwoordigen van het gestorte kapitaal van de vennootschap die de aandelen heeft uitgegeven, niet in aanmerking genomen ;
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215)
Het tweede lid is niet van toepassing :
2° op vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen
voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen en die geen door de Nationale raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn ;
3
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215)
Het tweede lid is niet van toepassing :
3° op vennootschappen waarvan
de dividenduitkering hoger is dan 13 pct. van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk ;
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215)
Het tweede lid is niet van toepassing :
4° op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan 30.000 EUR;
4
Gewoon stelsel van aanslag (Art. 215)
Het tweede lid is niet van toepassing :
5° op vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als vermeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra ;
6° ... ;
Belastingtarief (Art. 216 1°) Artikel 216
Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt :
1° 21,5 % voor de Belgische dienst voor bedrijfsleven en landbouw ;
1°bis 16,5 %. voor wat de belastbare bedragen betreft bij een in de artikelen 210, § 1, 5°, en 211, § 1, derde lid, vermelde verrichting ;
2° 5 %
5
Belastingtarief (Art. 216 2°) Artikel 216 Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt :
2° 5 % :
a) voor de plaatselijke handelsvennootschappen en de gewestelijke of beroepsverenigingen van die vennootschappen, die tot uitvoering van het statuut van de NV Beroepskrediet krediet voor ambachtsoutillage mogen verstrekken ;
Belastingtarief (Art. 216)
2° 5 %. :
b) voor vennootschappen voor huisvesting
zijnde de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société wallonne du Logement, de Société wallonne du Crédit social, de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse Landmaatschappij en de door hen erkende maatschappijen, de coöperatieve vennootschappen "Woningfonds van de Bond der kroostrijke gezinnen van België", "Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen", "Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie" en "Woningfonds van de gezinnen van het Brusselse Gewest", zomede door het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals Gewest erkende vennootschappen, die uitsluitend tot doel hebben leningen toe te staan voor het bouwen, het aankopen of het inrichten van sociale woningen, kleine landeigendommen of daarmede gelijkgestelde woningen, of voor de uitrusting daarvan met geschikt meubilair.
6
Vermeerdering (Art. 218 §1) Artikel 218 § 1. De belasting berekend overeenkomstig de artikelen 215 tot 217 wordt eventueel vermeerderd zoals vermeld in de artikelen 157 tot 168, ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan.
In afwijking van de artikelen 160 en 165, vinden de beperking van de vermeerdering tot 90 pct. en de verhoging van de berekeningsgrondslag tot 106 pct. van de Rijksbelasting evenwel geen toepassing.
Vermeerdering (Art. 218 §2) Artikel 218
§ 2.
Geen vermeerdering is verschuldigd op de overeenkomstig artikel 215, tweede lid , berekende belasting, die betrekking heeft op de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting van de vennootschap.
7
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219) Artikel 219 Een afzonderlijke aanslag wordt gevestigd op kosten vermeld in artikel 57 , die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave
alsmede op de verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van het vermogen van de vennootschap worden teruggevonden.
Die aanslag is gelijk aan 300 pct. van die kosten.
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219) Artikel 219
Als verdoken meerwinsten worden niet aangemerkt, de reserves als bedoeld in artikel 24, eerste lid, 2° tot 4°.
Deze aanslag is niet van toepassing indien de belastingplichtige aantoont dat het bedrag van de kosten, vermeld in artikel 57, begrepen is in een door de genieter overeenkomstig artikel 305 ingediende aangifte.
8
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §1) Artikel 219bis § 1. Ten name van de kredietverenigingen en van de maatschappijen voor onderlinge borgstelling die lid zijn van het net van het beroepskrediet en van de kredietkassen erkend door de N.V. Landbouwkrediet,
wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij
het uitgesloten worden of de ontslagname uit dat net, of bij de intrekking of de afstand van die erkenning.
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §1) Artikel 219bis
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk
tijdens hetwelk deze vereniging, maatschappij of kas wordt uitgesloten of ontslag neemt uit het net van het beroepskrediet, of
tijdens hetwelk de erkenning wordt ingetrokken of afstand wordt gedaan van de erkenning
9
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §1) Artikel 219bis
Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste reserves zoals die bestonden op het einde van de belastbare periode verbonden aan het aanslagjaar 1993.
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §2) Artikel 219bis
§ 2. Ten name van
de vennootschappen als vermeld in artikel 216, 2°, a en van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2°, b, erkend hetzij door
de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Société régionale wallonne du logement, de Brusselse gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of de Vlaamse Landmaatschappij, hetzij door het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waals Gewest, wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd bij het uitgesloten worden of de ontslagname uit het net van het beroepskrediet, of bij de intrekking of de afstand van die erkenning.
10
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §2) Artikel 219bis
Die aanslag wordt gevestigd voor het belastbaar tijdperk
tijdens hetwelk de vennootschap of vereniging wordt uitgesloten of ontslag neemt uit het net van het beroepskrediet of
tijdens hetwelk de erkenning van de vennootschap wordt ingetrokken of afstand wordt gedaan van de erkenning.
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §2) Artikel 219bis
Die aanslag is gelijk aan 34 % van het totaal bedrag van de belaste reserves bij het begin van het belastbaar tijdperk.
11
Afzonderlijke aanslagen (Art. 219 bis §3) Artikel 219bis
§ 3. Ten name van de vennootschappen als bedoeld in artikel 216, 2° wordt een afzonderlijke aanslag gevestigd op de dividenduitkering.
Die aanslag is gelijk aan 34 % van die dividenduitkering.
Links FOD Financiën - Administratie van de
ondernemings- en inkomensfiscaliteit
http://fiscus.fgov.be
www.fisconet.be www.staatsblad.be
12
Questions and Answers
Einde
13