Toeslagen Belastingdienst
Berekening kindgebondenbudget 2013
ib 998 - ib*7pl
Kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Uw klant krijgt het kindgebonden budget naast de kinderbijslag. Of en hoeveel kindgebonden budget uw klant krijgt, hangt af van: • hoeveel kinderen uw klant heeft • het maximale toeslagbedrag dat hoort bij dat aantal kinderen • de leeftijd van de kinderen • het gezamenlijke toetsingsinkomen van de aanvrager en van de eventuele toeslagpartner • het gezamenlijke vermogen van uw klant en van de eventuele toeslagpartner • het woonland van de kinderen
Berekening U berekent het kindgebonden budget van uw klant in 7 stappen. Daarbij is stap 6 de situatie als het kind van uw klant in Nederland woont en stap 7 als het in het buitenland woont. Het kindgebonden budget wordt als volgt berekend: Het maximale toeslagbedrag voor het aantal kinderen Aantal kinderen 1 2 3 Meer dan 3 kinderen Verhoging per volgend kind
Maximaal toeslagbedrag € 1.017 € 1.553 € 1.736 € 1.842 € 106 (vanaf meer dan 3 kinderen)
Het maximale toeslagbedrag wordt vermeerderd met: – € 231 voor elk kind van 12 t/m 15 jaar – € 296 voor elk kind van 16 en 17 jaar Als het gezamenlijke toetsingsinkomen meer is dan € 26.147, wordt het maximale toeslagbedrag verminderd met 7,6% x (het gezamenlijke toetsingsinkomen - € 26.147). De getallen kunnen jaarlijks worden aangepast. We ronden de jaar- en maandbedragen rekenkundig af op hele euro’s. Let op! Heeft uw klant of de eventuele partner vermogen, zoals spaargeld en beleggingen? Als het (gezamenlijke) vermogen op 1 januari 2013 hoger is dan de vrijstellingsgrens, is er voor het hele jaar geen recht op kindgebonden budget.
In de tabel staat hoeveel vermogen uw klant mag hebben om kindgebonden budget te krijgen. Situatie Vermogen per persoon Uw klant is jonger dan de AOW-leeftijd € 21.139 Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is niet meer dan € 14.302 € 49.123 Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 14.302 maar € 35.131 niet meer dan € 19.895 Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 19.895 € 21.139
Naast het bedrag van ‘Vermogen per persoon’ geldt nog een vrijstellingsbedrag van € 80.000. Dit vrijstellingsbedrag geldt voor: • een alleenstaande • een aanvrager met partner Het vrijstellingsbedrag van € 80.000 geldt dus niet per persoon! Let op! Heeft uw klant de AOW-leeftijd en doet hij aangifte inkomstenbelasting? Ga dan uit van het inkomen vóór aftrek van de persoonsgebonden aftrek. In de aangifte heet dit ‘Inkomsten uit werk en woning’. Maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal tellen mee als vermogen. Buitenlands vermogen ook.
Stap 1 Hoeveel kinderen heeft uw klant? Kijk in de tabel welk maximaal bedrag bij het aantal kinderen hoort. Neem het maximale bedrag over voor de berekening bij stap 6.
Stap 2 Is het kind 12 t/m 15 jaar? Tel € 231 bij het maximale bedrag op, voor ieder kind dat 12 t/m 15 jaar is. Is het kind 16 of 17 jaar? Tel € 296 bij het maximale bedrag op, voor ieder kind dat 16 of 17 jaar is.
Stap 3 Bereken het gezamenlijke toetsingsinkomen. Toetsingsinkomen aanvrager (klant) € Toetsingsinkomen toeslagpartner + € Gezamenlijk toetsingsinkomen €
Stap 4 Gezamenlijk toetsingsinkomen - € 26.147 = A Let op! Als het gezamenlijke toetsingsinkomen lager is dan € 26.147 kunt u stap 5 overslaan. Uw klant ontvangt dan de maximale toeslag.
Stap 5 7,6% van A = B
Stap 6 Maximaal toeslagbedrag (stap 1) + verhoging (stap 2) – B = het kindgebonden budget van uw klant
Stap 7 Woont het kind van uw klant buiten de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland en heeft uw klant recht op kinderbijslag voor dit kind? Dan past de SVB de woonlandfactor toe. Het kindgebonden budget wordt dan aangepast aan het kostenniveau van het land waarin het kind van uw klant woont. In de tabel staat per land hoeveel procent van het maximale bedrag uw klant kan krijgen. Tabel woonlandfactor Kindgebonden budget 2013
Land Woonlandfactor
Land Woonlandfactor
Afghanistan 50% Albanië 40% Algerije 60% Angola 80% Antigua en Barbuda 70% Argentinië 60% Armenië 50% Australië 100% Azerbeidzjan 60% Bahamas 70% Bahrein 70% Bangladesh 40% Barbados 60% Belarus 40% Belize 60% Benin 50% Bhutan 40% Boeroendi 40% Bolivia 50% Bosnië en Herzegovina 50% Botswana 60% Brazilië 100% Brunei Darussalam 60% Burkina Faso 40% Cambodja 40% Canada 100% Centraal Afrikaanse Republiek 60% Chili 80% China 60% Colombia 70% Comoren 70% Congo, Dem. Rep. 60% Congo, Rep. 70% Costa Rica 70% Cuba 60% Djibouti 50% Dominica 50% Dominicaanse Republiek 50% Ecuador 50% Egypte 40% El Salvador 50% Equatoriaal Guinea 70%
Eritrea 80% Ethiopië 30% Fiji 80% Filippijnen 50% Gabon 70% Gambia 30% Georgië 60% Ghana 80% Grenada 70% Guatemala 60% Guinea 40% Guinea-Bissau 50% Guyana 80% Haïti 60% Honduras 50% Hong Kong SAR, China 60% India 40% Indonesië 70% Irak 80% Iran 70% Israel 100% Ivoorkust 60% Jamaica 60% Japan 100% Jemen, Rep. 60% Jordanië 70% Kaapverdië 80% Kameroen 50% Katar 100% Kazakstan 80% Kenia 50% Kirgizië 40% Kiribati 70% Koeweit 100% Kosovo 60% Kroatië 70% Laos 50% Lesotho 60% Libanon 60% Liberia 50% Libië 50% Macau SAR, China 80%
Land Woonlandfactor
Land Woonlandfactor
Macedonië, FYR1 40% Madagascar 50% Malawi 40% Malediven 70% Maleisië 60% Mali 60% Marokko 60% Mauritanië 40% Mauritius 60% Mexico 60% Micronesië 80% Moldavië 60% Monaco 100% Mongolië 60% Montenegro 50% Mozambique 50% Namibië 70% Nepal 50% Nicaragua 40% Nieuw Zeeland2 100% Niger 50% Nigeria 50% Oeganda 40% Oekraïne 50% Oezbekistan 50% Oman 80% Pakistan 40% Palau 60% Panama 50% Papoea Nieuw Guinea 60% Paraguay 60% Peru 60% Russische Federatie 60% Rwanda 50% Samoa 70% Sao Tomé en Principe 70% Saoedi-Arabië 80% Senegal 50% Servië 50% Seychellen 40% Sierra Leone 40% Singapore 70%
Soedan 50% Solomon Eilanden 50% Somalië 50% Sri Lanka 50% St. Kitts en Nevis 80% St. Lucia 70% St. Vincent en de Grenadines 60% Suriname 100% Swaziland 60% Syrië 50% Tadzjkistan 40% Tanzania 40% Thailand 50% Timor-Leste 50% Togo 50% Tonga 80% Trinidad en Tobago 60% Tsjaad 50% Tunesië 40% Turkije 60% Turkmenistan 50% Uruguay 80% Vanuatu 70% Venezuela 80% Verenigde Arabische Emiraten 90% Verenigde Staten 90% Vietnam 40% Westelijke Jordaanoever en Gaza (Palestina) 50% Zambia 80% Zimbabwe 50% Zuid Afrika 70% Zuid-Korea 70% Koninkrijksgebieden Aruba 70% St Maarten 70% Curacao 70% Saba 70% St Eustatius 70% Bonaire 70%
1 Met betrekking tot Macedonië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag voor de wezenuitkering vooralsnog een woonlandfactor van 100%. 2 Met betrekking tot Nieuw-Zeeland geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
Rekenvoorbeelden Rekenvoorbeeld 1 Henk en Karin werken allebei. Zijn jaarinkomen is € 24.000, haar jaarinkomen is € 12.000. Ze hebben twee kinderen van 4 en 8 jaar. Hoeveel kindgebonden budget kunnen ze krijgen?
Stap 1 Ze hebben twee kinderen. Maximaal toeslagbedrag: € 1.553
Stap 2 De verhoging voor kinderen vanaf 12 jaar is niet van toepassing.
Stap 3 Toetsingsinkomen aanvrager € 12.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 24.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 36.000
Stap 4 € 36.000 - € 26.147 = € 9.853
Stap 5 7,6% van € 9.853 = € 748,83
Stap 6 Kindgebonden budget: € 1.553 - € 748,83 = € 804,17 (na afronding € 804). Per maand: € 67,01. Dit wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
Stap 7 Alleen als het kind van uw klant in het buitenland woont. Is hier niet van toepassing. Rekenvoorbeeld 2 Frank en Jozien werken allebei. Zijn jaarinkomen is € 16.000, haar jaarinkomen is € 27.000. Ze hebben twee kinderen. Het oudste kind is geboren op 25 december 1996, de jongste op 5 december 1999. Hoeveel kindgebonden budget kunnen ze krijgen?
Stap 1 Ze hebben twee kinderen. Maximaal toeslagbedrag: € 1.553
Stap 2 Verhoging voor kinderen vanaf 12 jaar: – Verhoging voor kind van 13 jaar: – Verhoging voor kind van 16 jaar:
€ 231 € 296 € 527
Stap 3 Toetsingsinkomen aanvrager € 27.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 16.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 43.000
Stap 4 € 43.000 - € 26.147 = € 16.853
Stap 5 7,6% van € 16.853 = € 1.280,83
Stap 6 Kindgebonden budget: € 1.553 + € 527 - € 1.280,83 = € 799,17 (na afronding € 799). Per maand: € 66,60. Dit wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
Stap 7 Alleen als het kind van uw klant in het buitenland woont. Is hier niet van toepassing.
Dit is een uitgave van Belastingdienst/Toeslagen januari 2013 tg081-1z31fd