Toeslagen Belastingdienst
Berekening zorgtoeslag 2013
ib 998 - ib*7pl
Berekening zorgtoeslag 2013 De zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering. Of en hoeveel zorgtoeslag uw klant krijgt, hangt af van: • de standaardpremie • de normpremie • het gezamenlijke toetsingsinkomen van uw klant en van de eventuele toeslagpartner • het gezamenlijke vermogen van uw klant en van de eventuele toeslagpartner
Berekening Uw klant heeft recht op zorgtoeslag als de standaardpremie hoger is dan de normpremie. U berekent de zorgtoeslag van uw klant in 5 stappen. Daarbij is stap 4 de situatie als uw klant in Nederland woont en stap 5 als hij in het buitenland woont. Let op! Heeft uw klant of de eventuele toeslagpartner vermogen, zoals spaargeld en beleggingen? Als het (gezamenlijke) vermogen op 1 januari 2013 hoger is dan de vrijstellingsgrens, is er voor het hele jaar geen recht op zorgtoeslag. In de tabel staat hoeveel vermogen uw klant mag hebben om zorgtoeslag te krijgen. Situatie Vermogen per persoon Uw klant is jonger dan de AOW-leeftijd
€ 21.139
Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is niet meer dan € 14.302
€ 49.123
Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 14.302 € 35.131 maar niet meer dan € 19.895 Uw klant heeft de AOW-leeftijd en zijn inkomen is meer dan € 19.895
€ 21.139
Naast het bedrag van ‘Vermogen per persoon’ geldt nog een vrijstellingsbedrag van € 80.000. Dit vrijstellingsbedrag geldt voor: • een alleenstaande • een aanvrager met partner Het vrijstellingsbedrag van € 80.000 geldt dus niet per persoon! Let op! Heeft uw klant de AOW-leeftijd en doet hij aangifte inkomstenbelasting? Ga dan uit van het inkomen vóór aftrek van de persoonsgebonden aftrek. In de aangifte heet dit ‘Inkomsten uit werk en woning’. Maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal tellen mee als vermogen. Buitenlands vermogen ook.
Stap 1 De standaardpremie is voor 2013 vastgesteld op € 1.478. Bij een aanvrager met een toeslagpartner wordt tweemaal de standaardpremie genomen (€ 2.956).
Stap 2 Bereken het gezamenlijke toetsingsinkomen. Toetsingsinkomen aanvrager (klant) € Toetsingsinkomen toeslagpartner + € Gezamenlijk toetsingsinkomen €
Uw klant heeft geen recht op zorgtoeslag als het toetsingsinkomen hoger is dan: – € 30.939 (aanvrager zonder toeslagpartner) – € 42.438 (aanvrager met toeslagpartner) Let op! Woont uw klant buiten Nederland? Dan is het wereldinkomen het toetsingsinkomen.
Stap 3 De normpremie wordt berekend met het drempelinkomen en het gezamenlijke toetsingsinkomen. Het drempelinkomen is voor 2013 vastgesteld op € 19.043. Voor een aanvrager zonder toeslagpartner: Normpremie = 2,195% x drempelinkomen + 8,713% (toetsingsinkomen - drempelinkomen) Voor een aanvrager met toeslagpartner: Normpremie = 4,695% x drempelinkomen + 8,713% (gezamenlijk toetsingsinkomen - drempelinkomen) Let op! Leidt het tweede deel van de formule tot een negatief bedrag? Reken dan met 0. De maximale zorgtoeslag wordt uitgekeerd bij een toetsingsinkomen op of onder het drempelinkomen. In 2013 is dat voor een aanvrager zonder toeslagpartner € 1.060 en voor een aanvrager met toeslagpartner € 2.062.
Stap 4 Bereken de zorgtoeslag voor uw klant die in Nederland woont. Woont uw klant in het buitenland? Ga dan verder met stap 5. Voor een aanvrager zonder toeslagpartner: € 1.478 Standaardpremie € Normpremie - € Zorgtoeslag Voor een aanvrager met toeslagpartner: € 2.956 Standaardpremie € Normpremie - € Zorgtoeslag Is de aanvrager of toeslagpartner geen verzekerde voor de Wet op de zorgtoeslag? Dan is er recht op 50% van de berekende zorgtoeslag.
Stap 5 Woont uw klant in het buitenland (verdragsgerechtigde) en heeft hij recht op het woonlandpakket? Dan wordt de standaardpremie vermenigvuldigd met de woonlandfactor. De volgende situaties zijn mogelijk: a. aanvrager zonder toeslagpartner: standaardpremie x woonlandfactor – normpremie = zorgtoeslag b. aanvrager met een toeslagpartner die verdragsgerechtigde is: 2x standaardpremie x woonlandfactor – normpremie = zorgtoeslag c. aanvrager met een toeslagpartner die geen verdragsgerechtigde en geen verzekerde is: (2x standaardpremie x woonlandfactor – normpremie) x 50% = zorgtoeslag d. aanvrager met een toeslagpartner die geen verdragsgerechtigde maar wel verzekerde is: (standaardpremie x woonlandfactor + standaardpremie) – normpremie = zorgtoeslag
Verdragslanden
Landen factor 2013
België 0,6760 Bosnië-Herzegovina 0,0592 Bulgarije 0,0419 Cyprus 0,1700 Denemarken 0,7118 Duitsland 0,7077 Estland 0,1553 Finland 0,5776 Frankrijk 0,7241 Griekenland 0,4253 Hongarije 0,1223 Ierland 1,0176 IJsland 0,7489 Italië 0,5386 Kaapverdië 0,0268 Kroatië 0,1831 Letland 0,1086 Liechtenstein 0,7295 Litouwen 0,1112 Luxemburg 0,7585 Macedonië 0,0445 Malta 0,2177 Marokko 0,0125 Montenegro 0,0778 Noorwegen 1,2666 Oostenrijk 0,6039 Polen 0,1089 Portugal 0,3180 Roemenië 0,0437 Servië 0,0713 Slovenië 0,2886 Slowakije 0,1915 Spanje 0,4043 Tsjechië 0,2392 Tunesië 0,0216 Turkije 0,0852 Verenigd Koninkrijk 0,6013 Zweden 0,6845 Zwitserland 0,5677
Rekenvoorbeelden Rekenvoorbeeld 1 Wouter is een alleenstaande man met een jaarinkomen van € 15.000.
Stap 1 Standaardpremie = € 1.478
Stap 2 Toetsingsinkomen aanvrager € Toetsingsinkomen toeslagpartner + Gezamenlijk toetsingsinkomen €
15.000 n.v.t. 15.000
Stap 3 Normpremie = 2,195% x € 19.043 + 8,173% (€ 15.000 - € 19.043) = € 417,99
Stap 4 Standaardpremie € 1.478,00 - € 417,99 Normpremie Zorgtoeslag € 1.060,01 per jaar (na afronding: € 1.060) Per maand: € 88,33. Dit wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
Rekenvoorbeeld 2 Henk en Til wonen samen. Zijn jaarinkomen is € 30.000. Haar jaarinkomen is € 12.500.
Stap 1 Standaardpremie: € 2.956
Stap 2 Toetsingsinkomen aanvrager € 30.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 12.500 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 42.500
Stap 3 Normpremie = 4,695% x € 19.043 + 8,713% (€ 42.500 - € 19.043) = € 2.937,88
Stap 4 Standaardpremie € 2.956,00 Normpremie - € 2.937,88 Zorgtoeslag € 18,12 per jaar (na afronding: € 18) Als het jaarbedrag lager is dan € 24, betalen we niet uit.
Rekenvoorbeeld 3 Herman (militair) en Marianne (secretaresse) zijn getrouwd. Zijn jaarinkomen is € 32.000. Haar jaarinkomen is € 10.000. Henk is geen verzekerde voor de Wet op de zorgtoeslag, want hij is militair. Hij kan daarom zelf geen zorgtoeslag aanvragen. Marianne moet de zorgtoeslag aanvragen en kan 50% van de berekende zorgtoeslag krijgen.
Stap 1 Standaardpremie: € 2.956
Stap 2 Toetsingsinkomen aanvrager € 10.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 32.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 42.000
Stap 3 Normpremie = 4,695% x € 19.043 + 8,713% (€ 42.000 – € 19.043) = € 2.894,31
Stap 4 Standaardpremie € 2.956,00 € 2.894,31 Normpremie - Zorgtoeslag € 61,69 x 50% € 30,85 per jaar (na afronding € 31) Jaarbedragen tussen de € 24 en € 60 betalen we in één keer uit. Rekenvoorbeeld 4 Jan en Catharina zijn getrouwd en wonen in Duitsland. Hij heeft een Nederlandse AOW-uitkering in Duitsland van € 9.000 per jaar. Haar Duitse jaarinkomen is € 11.000. Jan is aangemeld als rentetrekker bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Catharina is in Duitsland verzekerd voor zorgkosten. Daarom hebben ze recht op het woonlandpakket en wordt de standaardpremie vermenigvuldigd met de woonlandfactor. Omdat Catharina geen Nederlandse zorgverzekering heeft, wordt de zorgtoeslag vermenigvuldigd met 50%.
Stap 1 Standaardpremie: € 2.956 x 0,7077= € 2.091,96
Stap 2 Toetsingsinkomen aanvrager € 9.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner + € 11.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 20.000
Stap 3 Normpremie = 4,695% x € 19.043 + 8,713% (€ 20.000 - € 19.043) = € 977,45
Stap 4 Niet van toepassing (situatie buitenland)
Stap 5 Standaardpremie € 2.094,96 Normpremie - € 977,45 Zorgtoeslag € 1.117,51 x 50% € 558,76 per jaar (na afronding € 559)
Per maand: € 46,58. Dit wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s. De opgetelde maandbedragen zijn nooit meer dan het jaarbedrag.
Dit is een uitgave van Belastingdienst/Toeslagen maart 2013 tg082-1z32fd