Buitenplaats bood niet iedere bewoner voorspoedig verblijf
Berbice bant doem Zoals zoveel buitenplaatsen heeft Berbice, begonnen als boerderij. in de loop van zijn geschiedenis roemruchte en bijzondere bewoners gekend, misschien wel meer dan gemiddeld. Net als de kolonie waarnaar het huis is vernoemd, bleek de buitenplaats in Voorschoten niet aan iedere bewoner een voorspoedig verblijf te bieden.
Tekst: Fred Vogelzang
HET PARKBOS VAN BUITENPLAATS BERBICE IN VOORSCHOTEN IS ALS EEN GROEN EILAND IN EEN VERSTEDELIJKTE OMGEVING (FOTO ROEL VAN NOREL).
MONUMENTAAL NR.6 2014 |
27
HET PARKBOS IN DE HERFST MET DE HOUTEN BOOGBRUG OVER DE SLINGERVIJVER (FOTO ROEL VAN NOREL).
DE BOOGBRUG WEERSPIEGELT ZICH AL EEUWEN IN HET WATER VAN DE DOOR JOHAN ZOCHER SR. AANGELEGDE SLINGERENDE BEEK (FOTO ELS LÖHR).
28 | MONUMENTAAL NR.6 2014
BERBICE IN HET VOORJAAR GEZIEN VANAF DE STRAATZIJDE VOOR DE RESTAURATIE (FOTO ROEL VAN NOREL).
Het huidige Guyana, de westelijke buur van Suriname, was in de 17e en 18e eeuw een Nederlandse kolonie waar een flink aantal suiker-, koffie-, tabaks- en katoenplantages lag. Het klimaat was er ongezond en de uitdrukking ‘naar de berbiesjes gaan’ betekende dan ook niet veel goeds. Toch wisten sommige Europeanen er fortuin te maken. Catharina Kip, dochter van een planter, trouwde op jonge leeftijd maar werd al snel weduwe. Haar zaken werden vanaf toen afgehandeld door de iets oudere Hendrik Staal en al gaan zaken voor het meisje, EEN VAN DE TUINBEELDEN DIE IN 2011 ZIJN AANGESCHAFT VOOR DE GERENOVEERDE ROZENTUIN (FOTO ROEL VAN NOREL).
Hendrik wist beide handig te combineren en een huwelijk volgde. Catharina echter gedijde niet in het ongunstige klimaat van Zuid-Amerika. Reden waarom het gezin begin 19e eeuw naar Nederland trok. Daar kocht Hendrik van de Leidenaar Johan Pompe van Meerdervoort de buitenplaats Allemansgeest met twee boerderijen. De romantische herinnering aan de tropen was misschien de reden dat de nieuwe bewoners hun buitenplaats omdoopten in Berbice. Veel geluk heeft ze dat niet gebracht.
Dood Binnen een jaar overleed Hendrik en al hertrouwde Catharina opnieuw, ook dat huwelijk werd snel door de dood verstoord. Ze besloot het lot niet langer te tarten en MONUMENTAAL NR.6 2014 |
29
EEN RIJ BEUKEN LANGS DE VAARSLOOT, DIE IN 1664 IS AANGELEGD ALS VERBINDING NAAR DE VLIET (FOTO ROEL VAN NOREL).
DE DIENSTWONING, GEZIEN VANAF DE LEIDSEWEG, KWAM IN 1893 TOT STAND (FOTO ROEL VAN NOREL).
30 | MONUMENTAAL NR.6 2014
verhuisde. De buitenplaats werd verhuurd. De nieuwe bewoner was Johannes Goldberg, maar ook hem bracht Berbice geen geluk. Deze gewezen patriot, die als minister tijdens de Bataafse Republiek en lid van de Raad van State onder het Koninkrijk een glanzende carrière achter de rug had, leek eveneens het noodlot aan te trekken. Toen koning Willem I hem baron maakte, steeg deze nieuwe waardigheid hem naar het hoofd. Hij deed het voorkomen of Berbice zijn eigendom was en toen hij zijn huishoudster trouwde, vertelde hij wie het maar horen wilde dat ze uit een deftige familie afkomstig was. De schone schijn werd ruw doorbroken toen de rampzalige financiën van Goldberg voor de hele buitenwereld zichtbaar werden, omdat hij zijn persoonlijke bibliotheek moest verkopen om zich de schuldeisers van het lijf te houden. Emotioneel greep hem dat duchtig aan, want tijdens de veiling overleed de gewezen staatsraad……op Berbice. Als hij had geweten dat deze buitenplaats al veel eerder ongeluk leek aan te trekken, had hij zich waarschijnlijk twee keer bedacht.
Allemansgeest Al in de 15e eeuw was sprake van een goed Allemansgeest. De naam lijkt te maken te hebben met een stuk land (geestgrond) voor algemeen gebruik maar kan ook een relatie hebben met de eigennaam Allemansz. Al in 1400 namelijk is sprake van een grondeigenaar van die naam in Voorschoten. Hoe dan ook, de boerderij Allemansgeest viel ten prooi aan de strijd tegen de Spanjaarden, toen in 1572 Leidse burgers het gebouw in brand staken om te voorkomen dat de optrekkende vijand de plek zou gebruiken als uitvalsbasis tegen de stad. Tevens werden de omliggende landerijen geïnundeerd. Economisch was de grond dan niet veel meer waard, een uitgelezen gelegenheid voor een slimme koopman als de Amsterdammer Dirck Jansz de Graeff, om de zaak voor een habbekrats op te kopen. In de loop van de jaren kocht hij nog meer grond aan en tegenover Allemansgeest bouwde hij
CAREL BEGEER MAAKTE VAN HET BUITENHUIS OPNIEUW EEN FABRIKANTENVILLA (FOTO HUISARCHIEF BERBICE, CIRCA 1953).
daar een luxe buitenplaats. Het water waar Allemansgeest bij lag, de Vliet, werd een doorgaande trekschuitroute en dat trok nog meer rijke stedelingen naar het gebied om daar de zomers door te brengen. Ook Allemansgeest profiteerde daarvan. Er leek echter een vloek op het huis te rusten. De Amsterdamse koopman Jacob van Eijs, die de hofstede in 1735 kocht, moest al snel constateren dat zijn nieuwe onderkomen nogal wat zaken vertoonde, die makelaars ‘verborgen gebreken’ noemen. Hij koos er uiteindelijk voor een geheel nieuw luxueus buitenhuis te laten neerzetten. Dat vermocht het ongeluk niet weg te nemen: het nieuwe Allemansgeest was nauwelijks opgeleverd, of Jacob gaf de geest.
Het huis De creatie van Jacob werd in 1785 aangepast en we hebben een goede beschrijving van Allemansgeest na deze verbouwing. Het was een tweebeukig, langgerekt huis, waarbij beide beuken door een gang werden gescheiden. RUDOLPHA BEGEER HEEFT ZICH ALS EEN LEEUWIN INGEZET VOOR HET VOORTBESTAAN VAN DE BUITENPLAATS (FOTO HUISARCHIEF BERBICE, 1995).
DE NAAM VAN DE BUITENPLAATS OP HET HOOFDGESTELD IN HET MIDDEN VAN DE VOORGEVEL. SITUATIE VOOR DE RESTAURATIE (FOTO ROEL VAN NOREL).
Gasten betraden het huis via een representatieve hal met een versierd stucplafond in Lodewijk XVI-stijl, zoals toen gebruikelijk was. Die ingangspartij bevond zich in een uitspringend deel dat met een koepel was bekroond. Via de hal betrad men een salon, die was uitgerust met een erker en waarvan de wanden met beschilderd behang waren versierd. Een aantal grote ruimten in de directe omgeving diende voor het ontvangen van gasten en voor feesten en partijen. De dienstvertrekken en de keuken lagen aan de zuidzijde, terwijl het personeel op zolder sliep. Tijdens de aanpassingen van 1785 werd ook een uurwerk op zolder geplaatst met een wijzerplaat van meer dan een meter doorsnede. Allemansgeest werd in die tijd vooral gebruikt als zomerhuis en bood zijn bewoners frisse lucht en een aangenaam verblijf in de natuur, een heel contrast met de stad, die bij warm weer behoorlijk kon stinken. De bewoners waren vooral afkomstig uit Leiden. Toen Berbice in 1801 opnieuw in de verkoop kwam, was het dan ook een MONUMENTAAL NR.6 2014 |
31
RENTMEESTERSK ANTOOR
Witte Rentmeesters, thuis in het landelijk gebied
Bemiddeling bij aan- en verkoop landelijk vastgoed Advies herbestemming en rendementsverbetering monumenten Landgoederenbeheer en Taxaties
Maagdenburgstraat 20 a 7421 ZC DEVENTER Postbus 2038 7420 AA DEVENTER tel. 0570-63 44 55 fax 0570-62 51 28
[email protected] www.paulhardonk.nl
Rentmeesterskantoor Witte B.V. Burgemeester Vrijlandweg 6 6997 AC Hoog-Keppel Telefoon 0314 - 38 21 21
[email protected] www.WitteRentmeesters.nl
WIT14096 adv 90x133mm Monumentaal.indd 1
Uw partner in renovatie en restauratie.
28-03-14 13:48
Piet Jonker Abcoude b.v. • Rijksstraatweg 23 • 1396 JC Baambrugge (gem. Abcoude) • Telefoon: +31 (0)294 29 37 77 • e-mail:
[email protected] www.pietjonker.nl • Di. t/m za. 10.00 - 17.00 uur • Maandag gesloten
32 | MONUMENTAAL NR.6 2014
luijtgaarden.nl
inwoner van die stad, Johan Pompe van Meerdervoort, die het huis kocht. Johan was groot liefhebber van tuinieren en daarin stak hij veel tijd en geld. De politieke omstandigheden maakten een einde aan zijn rustige renteniersbestaan. Als een van de weinigen die de Franse taal machtig was, werd hij onder Lodewijk Napoleon tot maire, burgemeester, van Voorschoten benoemd. Johan hield kantoor op zijn buitenplaats. Of het aan de plek lag of aan
se families korte of langere tijd op Berbice, maar de bloeiperiode voor buitenplaatsen, of in ieder geval Berbice, leek ten einde en niemand bleef lang. Slechts een handjevol Voorschotense buitens ontsnapte aan de slopershamer. Dat Berbice er daar een van was, ligt aan de laatste particuliere bewoonster, Ruut Begeer. In 1857 was de zilverfabriek van Johannes van Kempen uit Utrecht op zoek naar een nieuwe locatie. Het centrum van de
lag de oplossing voor de hand. Het buitenhuis werd opnieuw een fabrikantenvilla. Na hem vestigde zich zijn oudste dochter, Rudolpha, op Berbice. Al kampte ook zij met ongeluk – zo maakte een ski-ongeval een eind aan haar wintersportdromen – Berbice stal haar hart en ze heeft zich als een leeuwin ingezet voor het voortbestaan van de buitenplaats. Daarmee lijkt ze de vloek te hebben opgeheven. Na haar dood heeft een door haar opgerichte stichting
DE GROTE OF BLAUWE KAMER OP DE BEGANE GROND (FOTO ROEL VAN NOREL).
de drukte van het burgervaderbestaan, Johan en zijn vrouw gingen kwakkelen met hun gezondheid en besloten terug te keren naar Leiden. Van Meerdervoort had zijn nieuwe woning aldaar nog niet betrokken of hij werd getroffen door een hersenbloeding, die hem grotendeels verlamd achterliet. Had de vloek van Berbice opnieuw toegeslagen? Als eigenaar werd hij opgevolgd door Hendrik Staal en Catharina Kip.
Fabriek en villa Na het echtpaar Staal-Kip verbleven diver-
Domstad bood geen uitbreidingsmogelijkheden en Van Kempen liet zijn oog vallen op Berbice. Naast het huis werd een fabriek neergezet en het oude buitenhuis ging als woonhuis voor Van Kempen en zijn familie fungeren. De acht kinderen van Van Kempen groeiden hier op en de jongste zoon, ook Johan geheten, nam in 1882 de leiding van de fabriek over. Toen Johan zich uit de zaak terugtrok, werd Berbice door de toenmalige directeur Carel Begeer als showroom ingericht, compleet met meubels uit zijn eigen inboedel. Toen Begeer dichter bij zijn bedrijf wilde wonen,
de strijd voor Berbice voortgezet en lijkt deze bijzondere plek voor de toekomst voorlopig veiliggesteld. Fred Vogelzang, auteur van dit artikel, is werkzaam bij de Nederlandse Kastelenstichting. Alle afgedrukte foto’s zijn afkomstig uit Begeerlijk Berbice, de buitenplaats en haar bewoners, Carla Scheffer, Els Fischer (eindred.), ISBN 978-94-91229-22-0. Het boek is verkrijgbaar via www.oudgroenenleefbaarvoorschoten.nl
MONUMENTAAL NR.6 2014 |
33