Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht Conform: Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, StadsOntwikkeling afdeling Milieu & Duurzaamheid
Auteur Drs. A.M.M. (Wiet) Baggen
Projectnaam Luchtbeoordeling BP Cereol, Oog in Al
Rekenmodel CARII 9.0
Verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1
Datum 1 juni 2011
Meer informatie Adres Ravellaan 96, Postbus 8408, 3503 RK Utrecht Telefoon 030 – 286 42 83 E-Mail
[email protected] www.utrecht.nl/milieu
2-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 4.1 4.2 5
Inleiding ........................................................................................................... 4 Aanleiding ........................................................................................................ 4 Doel luchtkwaliteitsbeoordeling.......................................................................... 5 Plangebied en -omschrijving .............................................................................. 5 Leeswijzer......................................................................................................... 5 Wetgeving ......................................................................................................... 6 Wet luchtkwaliteit .............................................................................................. 6 Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) ......................... 7 Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 ............................................................ 8 Toepasbaarheidsbeginsel en Blootstellingscriterium............................................. 9 Besluit gevoelige bestemmingen ......................................................................... 9 Beschouwde stoffen ........................................................................................... 9 Onderzoeksopzet ............................................................................................ 10 NSL-toets/In betekenende mate-toets .............................................................. 10 Uitgevoerde luchtberekeningen ........................................................................ 10 Verkeersgegevens............................................................................................ 11 Overige invoergegevens ................................................................................... 12 Resultaten....................................................................................................... 13 Inleiding ......................................................................................................... 13 Bespreking resultaten ...................................................................................... 13 Conclusies ...................................................................................................... 14
Bijlagen Bijlage 1: Invoergegevens CARII Bijlage 2: Resultaten Bijlage 3: Directe bijdrage NO2 en NOx snelwegen
3-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
1 1.1
Inleiding Aanleiding
Bijna 100 jaar was de Stichtsche Oliën- en Lijnkoekenfabriek (SOL) in velerlei opzichten dominant aanwezig in het zuidwestelijk stadsdeel van Utrecht, Oog in Al. Eind 2001 is de fabriek, die vanaf 1990 Cereol heette, uitgekocht door de gemeente. De fabriek is medio 2002 gesloten. Ten westen van dit complex lag het distributiebedrijf van postbedrijf TNT en een kantoorgebouw van KPN. TNT en KPN hebben medio 2005 haar activiteiten ter plaatse beëindigd. Vervolgens is het complex gesloopt. Op 26 april 2005 is een stedenbouwkundig plan (SP) en beeldkwaliteitplan voor het gebied vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Dit SP is in 2006 vertaald in een bestemmingsplan. Voordat dit bestemmingsplan kon worden vastgesteld heeft een brand het monument op het Cereol-terrein ernstig beschadigd. Hierdoor en door de recente economische terugslag is een nieuwe planvorming voor het gebied opgestart. De –aangepaste - herontwikkeling van bovengenoemde gronden wordt gefaseerd uitgevoerd. Voor de eerste fase bestaande uit het realiseren van 36 eengezinswoningen aan de westzijde van het gebied, ten noorden van de bestaande Mozartlaan is inmiddels een bestemmingsplan vastgesteld (d.d. 21 april 2011). Voor de tweede fase bestaande uit het realiseren van 15 stadswoningen, 75 appartementen en een Multifunctionele Accommodatie (MFA) is een stedenbouwkundig plan opgesteld. De beoogde ontwikkeling van de 2e fase past niet binnen de vigerende bestemmingsregelingen. Om de ontwikkeling van het plangebied juridisch-planologisch mogelijk te maken, is een nieuw “Bestemmingsplan Cereol, Oog in Al” opgesteld. Ten behoeve van het Bestemmingsplan Cereol Mozartlaan is in december 2010 een luchtbeoordeling opgesteld, waarin rekening houdende met de ontwikkelingen in de 2e fase is getoetst of voldaan wordt aan het gestelde in de Wet milieubeheer. In het rapport wordt geconcludeerd dat op de ontsluitingswegen voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer, zodat er géén belemmeringen waren voor vaststelling van het Bestemmingsplan Cereol Mozartlaan uit het oogpunt van luchtkwaliteit. De plannen voor de 2e fase zijn gewijzigd, waarbij er minder woningen worden gerealiseerd, dan oorspronkelijk voorzien, zodat de verwachting is dat ook voor het onderhavige bestemmingsplan zal worden voldaan aan de grenswaarden.
Figuur 1.1 Omgeving plangebied Cereol aan de Everard Meijsterlaan
4-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Deze rapportage zoomt in op de effecten op de luchtkwaliteit als gevolg van de ontwikkelingen in het bestemmingsplangebied Overste den Oudenlaan.
1.2 Doel luchtkwaliteitsbeoordeling Het primaire doel van deze luchtbeoordeling is inzicht te geven in hoeverre luchtkwaliteitseisen een belemmering kunnen zijn voor de ruimtelijke ontwikkelingen die met het onderhavige bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Tevens geeft de luchtkwaliteitsbeoordeling inzicht in de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in de komende jaren. Het rapport dient ter onderbouwing inzake het aspect luchtkwaliteit bij de relevante ruimtelijke besluiten. Beschouwing van de luchtkwaliteit bij ruimtelijke planvorming is eveneens van belang in het kader van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Hierbij moet mede worden afgewogen of het realiseren van voorgenomen ontwikkeling op een bepaalde locatie aanvaardbaar is gelet op de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging (afweging gezondheidsbelang). Hierbij kan ondermeer gedacht worden aan de ontwikkeling van maatschappelijke bestemmingen die specifiek bedoeld zijn voor groepen die extra gevoelig zijn voor luchtverontreiniging (zie ook hoofdstuk 2.5).
1.3 Plangebied en -omschrijving Het plangebied ligt aan de westzijde van Utrecht in de wijk Oog en Al. Het plangebied wordt aan de zuidzijde begrensd door (het verlengde van) de Everard Meijsterlaan, aan de westzijde begrensd door de Verlengde Mozartlaan, aan de noordzijde door het Merwedekanaal en aan de oostzijde door Park Oog in Al. De plangrenzen zijn afgestemd op de plangrenzen van het eerder vastgestelde bestemmingsplan Oog in Al en het bestemmingsplan Cereol, Mozartlaan.
Figuur 1.2 Plangebied bestemmingsplan Cereol , Oog in Al
1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op het wettelijke kader, waarna in hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de voor de berekeningen gebruikte onderzoeksopzet en invoergegevens. In hoofdstuk 4 worden de rekenresultaten gepresenteerd en besproken. Tenslotte sluit hoofdstuk 5 af met de conclusie. De bijlagen geven gedetailleerd inzicht in de invoergegevens en rekenresultaten.
5-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
2
Wetgeving
Dit hoofdstuk licht de regelgeving rond luchtkwaliteit toe. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), die op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) in werking is getreden (ook wel genoemd de "Wet luchtkwaliteit"). De Wet luchtkwaliteit (Wlk) stelt de verplichting om de invloed van het plan op de luchtkwaliteit te beoordelen. In de Wet op de ruimtelijke ordening is vastgelegd dat bestemmingsplannen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden opgesteld. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij ruimtelijke planvorming uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied en het voorkomen van situaties die vanuit het oogpunt van gezondheidsrisico's onwenselijk zijn.
2.1 Wet luchtkwaliteit De Nederlandse wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit in de buitenlucht, is opgenomen in de Wet luchtkwaliteit (Wlk) middels de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) (Stb 414, 2007). Deze wet is op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) in werking getreden. Deze wet is de Nederlandse implementatie van de EU-richtlijn voor luchtkwaliteit. Onder de Wlk vallen onder andere de volgende AMvB’s en Ministeriele Regelingen: • Besluit niet in betekenende mate bijdragen (StB 440, 2007); • Regeling niet in betekenende mate bijdragen (SC 218, 2007); • Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (SC 220, 2007) alsmede de Wijziging Regeling beoordeling luchtkwaliteit (voor het laatst gewijzigd op 10 augustus 2009 • Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007 (SC 218, 2007); • Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) staat een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarbij luchtkwaliteitseisen een directe rol spelen. Het gaat in ieder geval om ruimtelijke besluiten, zoals bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen milieu, die direct gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben en daardoor kunnen bijdragen aan overschrijding van een grenswaarde. Op grond van artikel 5.16 Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit uitoefenen, indien aannemelijk is gemaakt dat: a) b1) b2)
c)
d)
de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 van de Wet milieubeheer een grenswaarde is opgenomen (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit past binnen, is genoemd in of is in elk geval niet in strijd met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).
Met andere woorden, luchtkwaliteitseisen spelen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van een dergelijke bevoegdheid, als tenminste aan één van de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan. Toepasbaarheid De luchtkwaliteitseisen zijn niet van toepassing in onderstaande situaties: a. locaties die zich bevinden in gebieden waartoe leden van het publiek geen toegang hebben en waar geen vaste bewoning is; b. terreinen waarop een of meer inrichtingen zijn gelegen “waarop de arbo-wetgeving van toepassing is”; c. de rijbaan van wegen en de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang tot de middenberm hebben. 6-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Op 1 augustus 2009 zijn de Implementatiewet alsmede het Derogatiebesluit in werking getreden. Tevens is op deze datum het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van kracht geworden. NSL Het NSL is een samenwerkingsprogramma tussen rijk, provincies en gemeenten, dat erop is gericht om in gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden) de luchtkwaliteit te verbeteren. Het NSL bevat daartoe een omvangrijk maatregelenpakket, met zowel landelijke, regionale als gemeentelijke maatregelen. Op deze maatregelen rust een uitvoeringsplicht. Het NSL heeft een looptijd van 5 jaar (tot augustus 2014). De monitoring van het NSL vindt plaats met behulp van de 'Monitoringstool'. Met de 'Monitoringstool' wordt de voortgang van het NSL bewaakt. Jaarlijks wordt een monitoringsrapportage opgesteld. Als hieruit blijkt dat een maatregel minder effect heeft of een project juist meer luchtverontreiniging oplevert, vereist de systematiek van het NSL dat er extra maatregelen worden genomen. Grenswaarden In de bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn grenswaarden opgenomen voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (fijn stof), lood, koolmonoxide en benzeen. Nederland heeft van de Europese Commissie uitstel (derogatie) gekregen van de termijnen waarbinnen aan de grenswaarden moet worden voldaan. Het NSL heeft ter onderbouwing gediend van de derogatie. Vanaf 11 juni 2011 moet aan de norm voor fijn stof (PM10) worden voldaan en op 1 januari 2015 aan de norm voor stikstofdioxide (NO2). De grenswaarden voor stikstofdioxide ((jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) zijn met ingang van 1 augustus 2009 veranderd. Deze (tijdelijk verhoogde) grenswaarden zijn weergegeven in tabel 2.1. Tabel 2.1: Normen (Wet milieubeheer) voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) Stof
Toetsing van
Grenswaarde
Stikstofdioxide (NO2)
jaargemiddelde concentratie
60 µg/m³
1-08-2009
40 µg/m³
1-1-2015
uurgemiddelde concentratie
Fijn stof (PM10)1)
jaargemiddelde concentratie
24-uurgemiddelde concentratie
1)
Geldig vanaf
max. 18 keer per kalenderjaar meer dan 300 µg/m³
1-08-2009
max. 18 keer per kalenderjaar meer dan 200 µg/m³
1-1-2015
48 µg/m³
1-08-2009
40 µg/m³
11-06-2011
max. 35 keer per kalenderjaar meer dan 75 µg/m³
1-08-2009
max. 35 keer per kalenderjaar meer dan 50 µg/m³
11-6-2011
Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
2.2 Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de Regeling NIBM zijn uitvoeringsregels vastgelegd met betrekking tot het begrip 'niet in betekenende mate bijdragen' (NIBM). Een project of plan is NIBM als de toename van de concentraties door het project niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor zwevende deeltjes (PM10) of stikstofdioxide (NO2). In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Als een project niet is opgenomen in de Regeling NIBM, dan moet op andere wijze aannemelijk worden gemaakt dat het project NIBM bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van verkeers- of luchtberekeningen. 7-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Daarbij moet rekening worden gehouden met de anticumulatiebepaling (artikel 5 Besluit NIBM). Dit betekent dat nibm-locaties (kantoren, woningen, inrichtingen etc.) die gebruikmaken van dezelfde ontsluitingsinfrastructuur en die in elkaars nabijheid zijn gelegen dienen te worden beschouwd als één locatie. Als criterium voor nabijheid wordt een afstand gehanteerd van 1.000 meter vanaf de grens van de betreffende locatie of inrichting. Locaties of inrichtingen mogen buiten beschouwing blijven, voor zover de toename van de concentraties ter plaatse niet meer bedraagt dan 0,1 g/m3.
2.3 Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 zijn regels vastgelegd voor de wijze van uitvoering van luchtkwaliteitonderzoeken. In de regeling zijn het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit, de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 en de regeling Ozon geïntegreerd. De regeling bevat bepalingen over de plaats waar bij wegen of inrichtingen gerekend dient te worden. Eén van de belangrijkste punten in de regeling zijn de vastgelegde meetafstanden voor NO2 en PM10. Bij het berekenen van de luchtkwaliteit langs wegen worden de concentraties stikstofdioxide en fijn stof bepaald op maximaal 10 meter van de wegrand. Als de rooilijn van bebouwing dichter bij de weg staat dan deze afstand dient de afstand vanaf de wegrand tot de rooilijn aangehouden te worden (zie figuur 2.1). wegrand
wegas
wegrand
rekenpunt
• Afstand tussen wegas en wegrand
Afstand tussen wegrand en rekenpunt voor PM10 en NO2 = maximaal 10 meter (of korter indien afstand tussen gevel en wegrand < 10 meter)
Figuur 2.1. Te hanteren afstanden voor NO2 en PM10. Tevens is in de regeling vastgelegd met welke rekenmethode gerekend dient te worden. Voor dit luchtkwaliteitonderzoek is gebruik gemaakt van standaardrekenmethode 1. Bij toepassing van deze methode voldoet de beschouwde situatie aan de volgende voorwaarden: • • • •
de weg ligt in een stedelijke omgeving; de maximale rekenafstand is de afstand tot de bebouwing, met een maximum van 30 meter ten opzichte van de weg-as; er is niet of nauwelijks sprake van een hoogteverschil tussen de wegen en de omgeving; langs de weg bevinden zich geen afschermende constructies.
Concentraties van zwevende deeltjes (PM10) die zich van nature in de lucht bevinden en niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens kunnen in het onderzoek buiten beschouwing worden gelaten. Per gemeente is een aftrek voor het jaargemiddelde concentratie fijn stof gegeven. Voor de gemeente Utrecht bedraagt deze correctie 5 g/m3. Voor het aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde grenswaarde fijn stof is bepaald dat deze in heel Nederland met 6 dagen verminderd mag worden. De meest recente wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is van 10 augustus 2009. Belangrijkste wijziging daarbij is de wijze van berekening van de luchtkwaliteit bij gescheiden rijbanen. 8-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
Dit onderzoek is uitgevoerd met inachtneming van alle wijzigingen in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.
2.4 Toepasbaarheidsbeginsel en Blootstellingscriterium Op 19 december 2008 is de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 gewijzigd. Met deze wijziging werd een aantal nieuwe elementen geïntroduceerd. Het gaat dan om het toepasbaarheidbeginsel (zie paragraaf 2.1; inmiddels in de Wm opgenomen) en het blootstellingcriterium (relatie tussen de duur van de blootstelling en de te toetsen norm). Het blootstellingcriterium is vastgelegd in artikel 22, lid 1 onder a: “waaraan de bevolking kan worden blootgesteld gedurende een periode die in vergelijking met de middelingstijd van de betreffende luchtkwaliteiteis significant is”. Met andere woorden: jaargemiddelde grenswaarde toetsen bij langdurige blootstelling, uurgemiddelde grenswaarde toetsen bij kortstondige blootstelling.
2.5 Besluit gevoelige bestemmingen Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Dit Besluit is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer. Het Besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name kinderen, ouderen en zieken. Het Besluit beoogt de realisering van gevoelige bestemmingen in de nabijheid van drukke provinciale en rijkswegen tegen te gaan, als op de locatie in kwestie sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden voor luchtkwaliteit voor fijn stof of stikstofdioxide. Voor een rijksweg speelt een onderzoekszone van 300 meter en voor provinciale wegen 50 meter, vanaf de rand van de weg. Binnen deze zone moet worden onderzocht of sprake is van een (dreigende) overschrijding van de normen voor luchtkwaliteit. Kort samengevat geldt dat, indien sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden in een onderzoekszone, een gevoelige bestemming ofwel niet gerealiseerd mag worden (bij nieuwbouw) ofwel niet mag worden uitgebreid (bij bestaande bouw). In het onderhavige bestemmingsplan worden gevoelige bestemmingen (schoollokalen, BSO) mogelijk gemaakt, zodat het Besluit gevoelige bestemmingen hier van toepassing is. De gevoelige bestemmingen bevinden zich echter ruimschoots buiten de bovengenoemde onderzoekszones.
2.6 Beschouwde stoffen Uit metingen en berekeningen van het LML1 en PBL2 (o.a. de Grootschalige Concentraties Nederland) en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit blijkt dat in Nederland alleen nog lokaal sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarde voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Voor de concentraties van de overige luchtverontreinigende stoffen geldt dat deze reeds geruime tijd en overal in Nederland op een niveau liggen dat algemeen als aanvaardbaar wordt beschouwd. Fijn stof en NO2 zijn daarmee de meest relevante stoffen in het kader van de beoordeling van de gevolgen voor de luchtkwaliteit. In onderhavig onderzoek wordt de gedetailleerde analyse van de luchtkwaliteit derhalve beperkt tot de voor luchtkwaliteit maatgevende stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Voor fijn stof zijn zowel de jaargemiddelde concentraties bepaald als het aantal dagen per jaar dat de concentraties fijn stof hoger zijn dan 50 g/m3. Voor stikstofdioxide zijn de jaargemiddelde concentraties bepaald. Overschrijdingen van de uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide vinden in Utrecht niet plaats.
1 2
LML: ‘Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit’, www.lml.rivm.nl PBL: ‘Planbureau voor de leefomgeving’ www.pbl.nl 9-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
3
Onderzoeksopzet
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet voor de luchtkwaliteitsbeoordeling uitgewerkt.
3.1 NSLNSL-toets/In betekenen betekenende ende matemate-toets Allereerst wordt bekeken of het project is opgenomen in het NSL en als dit het geval is vindt tevens een check plaats of het in het NSL opgenomen programma (aantal woningen, aantal m2 b.v.o.) nog overeenstemt met de in het Bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen. Als het project is opgenomen in het NSL hoeft het project niet meer afzonderlijk beoordeeld te worden op de afzonderlijke effecten op de luchtkwaliteit. Als het project niet is opgenomen in het NSL wordt getoetst of de ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in dit bestemmingsplan vallen onder de vrijstellingen, zoals opgenomen in de bijlagen bij de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (= Regeling Nibm). Het project Cereol is niet opgenomen in het NSL en valt ook niet onder de vrijstellingen in de bijlagen van de Regeling Nibm, zodat en luchtkwaliteitsbeoordeling is uitgevoerd, waarbij is gekeken of voldaan wordt aan één van de voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 5.16 Wm lid 1 a t/m c.
3.2 Uitg Uitgevoerde luchtberekeningen 3.1.1 Berekeningsjaren De berekeningen zijn verricht voor de jaren 2011, 2015 en 2020, waarbij de bestemmingsplansituatie is doorgerekend Het jaar 2015 is doorgerekend vanwege de inwerkingtreding van de definitieve grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide. Het jaar 2020 is doorgerekend als doorkijk naar de toekomst. 3.1.2 Berekeningsmethode De berekeningen t.b.v. de bepaling van de luchtkwaliteit zijn uitgevoerd met CARII, versie 9.0 (SRM1). Met dit model worden de concentraties schadelijke stoffen berekend uitgaande van drie componenten: de achtergrondconcentratie, de lokale bijdragen en de bijdrage van het onderhavige plan. 3.1.3 Verwerking invloed van snelwegen De achtergrondconcentraties die door het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) worden geleverd, zijn gebaseerd op een grofmazige invoer van bronnen (1 bij 1 kilometer en bevatten niet de specifieke bijdrage van snelwegen). Omdat Utrecht ingesloten ligt door een drietal snelwegen (A2, A12 en A27) en ook aan de noordkant door een zeer drukke weg (NRU; Noordelijke Ring Utrecht) is er regelmatig sprake van onderschatting van de concentraties in de directe omgeving van deze snelwegen. TNO heeft daarom in opdracht van de gemeente Utrecht de invloed van de snelwegen en de noordelijke ring bepaald met behulp van Pluim Snelweg. De resultaten zijn verwerkt in nieuwe achtergrondconcentraties inclusief bijdrage van de snelweg, alsmede in directe NO2- emissies en NOxemissies. (100 bij 100 meter). Hierdoor is een gedetailleerdere (afstandsafhankelijke) directe NO2- en NOx-emissie-berekening verkregen, waarin de bijdrage van het snelwegverkeer is meegenomen. TNO heeft deze berekeningen uitgevoerd voor de jaren 2010 (met en zonder Landtunnel ter hoogte van Leidsche Rijn op de A2), 2015 en 2020. Op basis van deze herberekende emissies zijn de berekeningen inzake de luchtkwaliteit uitgevoerd. Deze werkwijze is door de Afdeling bestuursrechtspraak (zie uitspraak van 4 juni 2008, nr. 200703489/1) niet als onjuist beoordeeld. In bijlage 4 zijn de herberekende directe NO2- emissies en NOx-emissies voor de jaren 2010 [zonder in gebruik zijnde landtunnel en (fictief) met in gebruik zijnde landtunnel], 2015 en 2020 opgenomen. Voor het jaar 2011 zijn de herberekende directe NO2- emissies en NOx-emissies bepaald door interpolatie tussen de jaren 2010 (met landtunnel) en 2015 en zijn vervolgens op basis van de verhouding tussen de jaren 2010 en 2011 de herberekende emissies bepaald voor het jaar 2011 (zonder landtunnel). In bijlage 4 zijn de herberekende emissies voor de onderzoeksjaren 2011, 2015 en 2020 opgenomen.
10-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
3.3 Verkeersgegevens Verkeersgegevens Deze paragraaf behandelt de verkeersaantrekkende werking van de in het bestemmingsplan Cereol, Oog in Al mogelijk gemaakte ontwikkelingen. Daarnaast wordt een onderbouwing gegeven van de gebruikte verkeersintensiteiten. De gebruikte verkeersgegevens zijn opgenomen in bijlage 1. 3.2.1 Verkeersaantrekkende werking Door de afdeling Verkeer & Vervoer is berekend wat de verkeersaantrekkende werking is van het geactualiseerde ruimtelijke programma, hetgeen in onderstaande tabel 3.1 is opgenomen. Tabel 3.1 Verkeersaantrekkende werking ruimtelijke ontwikkelingen als gevolg van bestemmingsplannen Cereol en Cereol, Mozartlaan. Aantallen/ metrages in m 2 b.v.o. of v.v.o.
Ritcoëfficiënt
Werkdag (mvt/etmaal)
Verhouding WeekWeek /werkdag
Weekdag (mvt/etmaal) vt/etmaal) (m
Eensgezins-woningen, Mozartlaan Appartementen
36
6.1 rit/woning
220
0,9
198
75
4.3 rit/woning
323
0,9
290
Stadswoningen
15
6.1 rit/woning
92
0,9
82
770
8.7 rit/100 m2 b.v.o. 9,2 rit/100 m2 b.v.o. 5.0 rit/100 m2 b.v.o. 81 rit/100 m2 v.v.o.
67
0,75
50
153
0,71
109
39
1,3
50
179
1,66
297
a. Woningen
b. MFA Bibliotheek School, inclusief BSO Cultuurhuis, het Wilde Westen Horeca
1665 770 275
C B3/B4 gemengd Blok B3, worst case horeca-bestemming
240
81 rit/100 m2 v.v.o.
194
1,66
323
Blok B4, worst case horeca-bestemming Totale VAW
80
81 rit/100 m2 v.v.o.
65
1,66
108
1.332
1.507
3.2.2 Verkeersgegevens Voor de berekening van de verkeersintensiteiten heeft de gemeente gebruik gemaakt van het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1, zoals dat door het college van B&W van de gemeente Utrecht op 1 juli 2010 is vastgesteld. Als basis voor het model VRU 2.0 UTR 2.1 heeft het door het Bestuur Regio Utrecht op 31 mei 2007 vastgestelde verkeersmodel VRU 2.0 2002-2020 gediend. In het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 is de Utrechtse situatie qua ruimtelijke ontwikkelingen (woningen, kantoren, bedrijven en voorzieningen) meer gedetailleerd en geactualiseerd opgenomen. Het basisjaar voor het autoverkeer is in de Utrechtse versie geactualiseerd naar het jaar 2006 en het vrachtverkeer is nader gedifferentieerd naar middelzware en zware voertuigen. Ten behoeve van milieuberekeningen zijn ook tussengelegen prognosejaren 2010 en 2015 gemodelleerd, op basis van de uitgangsjaren 2006 en 2020. Het verkeersmodel heeft vervolgens uit de inwonersaantallen en arbeidsplaatsen (aan de hand van reismotief, zoals woon-werk, studie, zakelijk, recreatief) het aantal autoritten berekend. In het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 zijn voor het jaar 2015 in het bestemmingsplangebied 222 woningen opgenomen, het oorspronkelijk beoogde aantal woningen. De verkeersaantrekkende werking van dit aantal woningen bedraagt 910 mvt/gemiddelde weekdag. Dit aantal is beduidend hoger dan de verkeersaantrekkende werking van het huidige aantal geplande woningen (36 woningen in fase 1 en 90 woningen/appartementen in fase 2). De extra verkeersaantrekkende werking van het MFA en de gemengde bestemmingen in blok B3/B4 bedraagt 936 (afgerond 940) mvt/gemiddelde weekdag). 11-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
3.2.3 Verkeersafwikkeling De extra verkeersaantrekkende werking van het MFA en B3/B4 is worst case toegevoegd aan de verkeersintensiteiten, zoals opgenomen in het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 voor de ontsluitingswegen Everard Meijsterlaan en Mozartlaan. Dit is een overschatting, enerzijds omdat het oorspronkelijk geplande aantal woningen hoger is dan het nu geplande aantal woningen en anderzijds omdat het verkeer zich over de twee ontsluitingswegen zal verdelen.
3.4 Overige invoergegevens De overige invoergegevens betreffen de input van het rekenmodel CAR. Het gaat om zaken als wegvaklengte, percentages vrachtverkeer, bebouwing, wegtype, snelheidstype, stagnatiefactor, bomenfactor, parkeerbewegingen e.d. Bijlage 1 geeft een toelichting op en inzicht in de gebruikte parameters.
12-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
4
Resultaten Resultaten
4.1 Inleiding In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Er zijn in dit onderzoek berekeningen uitgevoerd voor stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10), benzeen (C6H6), zwaveldioxide (SO2), koolmonoxide (CO) en benzo(a)pyreen (BaP). Voor het onderzoeksgebied geldt dat in geen van de onderzochte jaren een overschrijding van de normen voor de stoffen benzeen (C6H6), zwaveldioxide (SO2), koolmonoxide (CO) en benzo(a)pyreen (BaP) is geconstateerd. Evenmin is er sprake van overschrijdingen van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2. In bijlage 2 zijn de berekeningsresultaten opgenomen voor alle onderzochte wegvakken voor stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde concentratie) en fijn stof (PM10, jaar- en daggemiddelde concentratie). De resultaten voor fijn stof zijn inclusief zeezoutaftrek (5 µg/m³). In de tabellen 4.1 en 4.2 is een samenvatting opgenomen voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide en het aantal overschrijdingen van de 24-uursgemiddelde grenswaarde voor fijn stof (maximale waarden per wegvak). Tabel 4.1 Resultaten stikstofdioxide in g/m3 2011
2015
2020
Everard Meijsterlaan ten westen van Mozartlaan
37,6
34,7
28,4
Everard Meijsterlaan ten oosten van Mozartlaan
33,3
30,5
25,1
Mozartlaan
35,2
32,5
25,9
Tabel 4.2 Aantal overschrijdingen van 24-uursgemiddelde grenswaarde voor fijn stof (50 g/m3) 2011
2015
2020
Everard Meijsterlaan ten westen van Mozartlaan
14
11
7
Everard Meijsterlaan ten oosten van Mozartlaan
13
10
7
Mozartlaan
15
11
7
4.2 Bespreking resultaten In de onderzochte jaren zijn er voor stikstofdioxide en fijn stof geen overschrijdingen van de (toekomstige) grenswaarden uit de Wet milieubeheer.
Afweging gezondheidsbelang Gelet op de bescherming van kwetsbare groepen geeft de "GGD-richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid (RIVM rapport 609330008/2008)" aan om gevoelige bestemmingen (inclusief buitenverblijfruimten) bij voorkeur op een voldoende afstand van drukke wegen te situeren. Daarbij ontraadt de GGD in haar richtlijn om gevoelige bestemmingen te vestigen direct (in de eerstelijnsbebouwing) langs drukke (binnenstedelijke) wegen met een verkeersintensiteit van meer dan 10.000 motorvoertuigen per dag. Binnen het plangebied zijn dergelijke verkeersintensiteiten niet geprognosticeerd. Ook bevinden de gevoelige bestemmingen zich ruim buiten de onderzoekszones zoals vermeld in het Besluit gevoelige bestemmingen.
13-14
Beoordeling luchtkwaliteit bestemmingsplan Cereol, Oog in Al, Utrecht
5
Conclusies
Ten behoeve van het bestemmingsplan Cereol zijn luchtberekeningen uitgevoerd. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van circa 90 woningen en een MFA mogelijk. In de voormalige directiewoning en sluiswachterswoning (blok B3 en B4) wordt een gemengde bestemming mogelijk gemaakt. De luchtkwaliteit is beoordeeld op drie momenten (2011, 2015 en 2020) op de ontsluitingswegen waarover het bestemmingsverkeer voor het plangebied wordt afgewikkeld. Geconstateerd kan worden dat in alle onderzoeksjaren - nu reeds - voldaan wordt aan de toekomstige grenswaarden uit de Wet milieubeheer. In de beschouwde periode 2011-2020 verbetert de luchtkwaliteit, als gevolg van de verschoning van het wagenpark en generiek beleid. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit zijn er dan ook géén belemmeringen voor de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan. Eindconclusie In hoofdstuk 2.1 is aangegeven op welke gronden (genoemd in artikel 5.16 van de Wet milieubeheer) bestuursorganen hun bevoegdheden (die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit) kunnen uitoefenen. Op basis van de uitgevoerde berekeningen kan worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan Cereol niet leidt tot overschrijding van de grenswaarden. In dit kader wordt dan ook voldaan aan artikel 5.16, lid 1 onder a Wm. Gelet op het vorenstaande zijn er geen belemmeringen vanuit de Wet milieubeheer om het bestemmingsplan Cereol, Oog in Al vast te stellen.
14-14
Bijlagen
Bijlage 1
Invoergegevens CARII
Verkeersintensiteiten Er is voor de verkeersintensiteiten een onderverdeling gemaakt in lichte, middelzware en zware motorvoertuigen en tevens is het aantal bussen geïnventariseerd. De gehanteerde verkeersgegevens zijn gebaseerd op het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 Meteocondities Er is voor alle jaren gekozen voor meerjarige meteo. Dit is de gemiddelde meteoconditie over een periode van 10 jaar. Coördinaten De in bijlage 1 en 3 opgenomen X- en Y-coördinaten betreffen rijksdriehoekscoördinaten. Snelheidstypering A B C D
snelweg algemeen buitenweg algemeen normaal stadsverkeer stagnerend verkeer
E
stadsverkeer met minder congestie
gemiddelde rijsnelheid is 65 km/uur weg met snelheid van maximaal 60 km-uur redelijke mate van congestie, gemiddelde snelheid 15-30 km/uur stadsverkeer met grote mate van congestie (gemiddeld lager dan 15 km/uur) stadsverkeer met relatief groter aandeel 'free-flow' rijgedrag (gemiddeld 30-45 km/uur)
Wegtype 1 2 3a 3b 4
Open terrein Basistype, alle wegen anders dan type 1, 3a, 3b of 4 Beide zijden van de weg bebouwing, afstand wegas - gevel is kleiner dan 3 maal de hoogte van de bebouwing, maar groter dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing Beide zijden van de weg bebouwing, afstand wegas - gevel is kleiner dan 1,5 maal de hoogte van de bebouwing Eenzijdige bebouwing, weg met één zijde min of meer aaneengesloten bebouwing op een afstand van minder dan 3 maal de hoogte van de bebouwing
Bomenfactor 1,00 1,25 1,50
hier en daar bomen of in het geheel niet één of meer bomen met een onderlinge afstand van minder dan 15 meter de kronen raken elkaar en overspannen minstens een derde gedeelte van de straatbreedte
Toelichting Verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 Het huidige verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1 is in augustus 2010 vastgesteld door het College van B&W. Daarvoor was al op 20 april 2010 het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.0 vastgesteld. Kort na de vaststelling van het geactualiseerde verkeersmodel is het nieuwe college geïnstalleerd. In het collegeprogramma 2010-2014 is een belangrijke verkeerskundige wijziging opgenomen ten opzichte van het op 20 april 2010 vastgestelde verkeersmodel voor het prognosejaar 2020. Deze wijziging is majeur. De in het collegeprogramma opgenomen infrastructurele wijzigingen zijn verwerkt in een tussentijdse actualisatie van het prognosejaar 2020, dat is opgenomen in het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.1. De volgende (infrastructurele) wijzigingen zijn opgenomen: a) het verwijderen van de Spoorlaan; b) het verwijderen van de tunnel Josephlaan; c) inpassing van de Nouw2 als auto ontsluiting voor Utrecht-West; d) beter benutten van de uitvalsroute via Papendorp richting A12. Voor het verkeersmodel VRU 2.0 UTR 2.0(/2.1) is een document Toelichting en achtergronden opgesteld, waarin de totstandkoming en de uitgangspunten van het verkeersmodel worden toegelicht. Dit document kan vrijelijk worden ingezien, dan wel opgevraagd.
Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Bijlagen
aantal aantal fractie fractie snel- fractie
X-coördinaat Y-coördinaat
voer-
bus-
tuigen
sen
N
Nb
afstand
zwaar midden heids
stag-
weg- wegas boom
zwaar
type
natie
type
Fm
Vx
Fv
Tx
mvt/etm b/etm
S
Fb
in m
excl bus
2011 Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
134550
455550
5090
0
0,002 0,017
c
0,0
3a
11
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134550
455550
5090
0
0,002 0,017
c
0,0
3a
13
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
Mozartlaan, sL = west
134550
455450
4490
0
0,003 0,014
c
0,0
4
13
1,25
Mozartlaan, sR = oost
134550
455450
4490
0
0,003 0,014
c
0,0
4
14
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
134550
455550
4890
0
0,010 0,026
c
0,0
3a
11
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134550
455550
4890
0
0,010 0,026
c
0,0
3a
13
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
2015
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
Mozartlaan, sL = west
134550
455450
4680
0
0,011 0,027
c
0,0
4
13
1,25
Mozartlaan, sR = oost
134550
455450
4680
0
0,011 0,027
c
0,0
4
14
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
134550
455550
3530
0
0,004 0,024
c
0,0
3a
11
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134550
455550
3530
0
0,004 0,024
c
0,0
3a
13
1,25
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
2020
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
134650
455550
1000
0
0,001 0,001
c
0,0
4
14
1,5
Mozartlaan, sL = west
134550
455450
3280
0
0,004 0,022
c
0,0
4
13
1,25
Mozartlaan, sR = oost
134550
455450
3280
0
0,004 0,022
c
0,0
4
14
1,25
Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Bijlagen
Bijlage 2
Resultaten jaar-
jaar-
gemid.
gemid.
aantal
gemid.
jaarP98
aantal
conc.
conc
24u-gem
conc.
conc.
uur-gem
NO2
PM10
PM10
benzeen
CO
NO2
µg/m³
µg/m³
> 50 µg/m³
µg/m³
µg/m³
> 200 µg/m³
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
37,6
23,4
14
1,6
1054
0
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
37,3
23,3
14
1,5
1036
0
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
33,3
22,1
13
1,2
944
0
2011
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
33,3
22,1
13
1,2
944
0
Mozartlaan, sL = west
35,2
22,6
15
1,7
1059
0
Mozartlaan, sR = oost
35,0
22,6
14
1,6
1048
0
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
34,7
22,0
11
1,6
1031
0
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
34,4
22,0
11
1,5
1015
0
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
30,5
20,9
10
1,2
939
0
2015
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
30,5
20,9
10
1,2
939
0
Mozartlaan, sL = west
32,5
21,3
11
1,6
1046
0
Mozartlaan, sR = oost
32,4
21,3
11
1,6
1036
0
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sL = noordzijde
28,4
20,4
7
1,4
988
0
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan, sR = zuidzijde
28,3
20,4
7
1,3
978
0
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sL = noordzijde
25,1
19,4
7
1,2
936
0
2020
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan, sR = zuidzijde
25,1
19,4
7
1,2
936
0
Mozartlaan, sL = west
25,9
19,7
7
1,4
996
0
Mozartlaan, sR = oost
25,8
19,6
7
1,4
989
0
Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Bijlagen
Bijlage 3
Directe bijdrage NO 2 en NO x snelwegen X-coördinaat
Y-coördinaat
2011 no2 direct
2011
2015
nox
2015 no2 direct
2020
nox
2020 no2 direct
nox
Ev. Meijsterlaan, ten westen van Mozartlaan,
134450
455550
1,75
9,4
1,44
6,9
1
4,1
Ev. Meijsterlaan, ten oosten van Mozartlaan
134650
455550
1,66
8,9
1,39
6,7
0,96
4
Mozartlaan
134550
455450
1,78
9,6
1,49
7,6
1,09
4,2
Afdeling Milieu & Duurzaamheid