Bent u al gewend aan een student? Kennismaking met het hoger onderwijs voor familie en vrienden.
Woord vooraf
Studeren doe je niet alleen
Verder studeren is een grote stap, zowel voor de student als voor zijn of haar directe omgeving. Die stap brengt de student op weg naar de toekomst, naar zelfstandigheid en volwassenheid. Kiezen tussen de vele studiemogelijkheden in het hoger onderwijs, ook tussen de universiteit of de hogeschool, is een hele uitdaging. Er rijzen heel veel vragen, er zijn vele aspecten die onbekend zijn. Maar jullie staan er niet alleen voor. Voor de student, en voor zijn of haar omgeving, hebben we deze gids gemaakt. We nemen jullie mee op verkenning door het landschap van het hoger onderwijs. Jullie vinden hier algemene informatie over studeren aan een hogeschool of universiteit, van het moment van de studiekeuze tot aan het behalen van een bachelor- of masterdiploma. Inhoudelijke aspecten over de opleidingen vinden jullie hier niet; hiervoor verwijzen we naar de opleidingskaarten. Wél bevat deze gids heel veel praktische informatie en een antwoord op vele vragen die bij de student, of bij zijn of haar omgeving, kunnen rijzen. We gaan dieper in op thema’s zoals studiekost, studiekeuze, studielast en studieondersteuning in het algemeen. Ten slotte is er uiteraard specifieke informatie opgenomen over de Vrije Universiteit Brussel: de Universiteit in de hoofdstad van Vlaanderen, van België en van Europa, waar studenten kwaliteitsvol onderwijs krijgen, op twee veilige, gezellige, groene campussen. Ook hier hebben we, per thema, de antwoorden ingelast over veel gestelde vragen. Wensen jullie over een bepaald onderwerp meer info, raadpleeg dan de nuttige links en referenties die jullie in de brochure kunnen terug vinden of contacteer dan ons Infopunt Studenten: tel. +32 (0)2/629 20 10,
[email protected], www.vub.ac.be. En weet nu al dat jullie op de Vrije Universiteit Brussel welkom zijn. Prof. dr. Hélène Casman Vicerector Studentenbeleid
Inhoud Woord vooraf - Studeren doe je niet alleen 1. Structuur van het hoger onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Over de Bachelor-Masterstructuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nieuw: het leerkrediet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vragen en antwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2. Rol van de ouders en de gezinsleden in het studiekeuzeproces. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stapsgewijs op zoek. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aan de Vrije Universiteit Brussel: eerste hulp bij de studiekeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vragen en antwoorden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 2 2 4
5 5
4. Hoger onderwijs: de weg naar meer onafhankelijkheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meer zelfstandig leven en studeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . Studielast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Begeleiding aan de Vrije Universiteit Brussel. . . . . . Vragen en antwoorden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5. Waarvoor staat de Vrije Universiteit Brussel?.. . . . . . . . . . .
14 14 14 15 17 18
6. Aftelkalender. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Contactgegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
6 7
3. Het financiële plaatje: wat kost studeren?. . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Inkomsten voor studenten.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Uitgaven .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Financiële ondersteuning aan de Vrije Universiteit Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Algemene informatie, sociale begeleiding, financiële ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Op kot?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Openbaar vervoer en mobiliteit. . . . . . . . . . . . . . . . . 10. Cursusmateriaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10. Vragen en antwoorden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
01
1. Structuur van het hoger onderwijs Over de Bachelor-Masterstructuur De laatste jaren is er heel wat veranderd in het hoger onderwijs. Termen als graduaat, licentiaat, hoger onderwijs van het korte of het lange type, hoger onderwijs van een cyclus of van twee cycli… behoren allemaal tot het verleden. In de plaats daarvan zijn de bachelors, de masters, de bachelor na bachelors (banaba’s) en de master na masters (manama’s) gekomen. Met een diploma secundair onderwijs op zak kunnen jongeren meteen starten met een bacheloropleiding. Het studieprogramma van een bachelor telt 180 studiepunten, wat bij een probleemloos voltijds parcours gelijkstaat met drie jaar en succesvol afgerond wordt met een bachelordiploma. Er zijn twee soorten bachelors: een professionele en een academische bachelor. Een professionele bacheloropleiding wordt georganiseerd aan een hogeschool, is sterk op de praktijk gericht en leidt rechtstreeks naar de arbeidsmarkt. Na een academische bacheloropleiding is het de bedoeling om verder te studeren en een masterdiploma te behalen. Dat kan aan de universiteit of hogeschool. Deze opleiding heeft een meer theoretische inslag. Na een een succesvolle afronding van een academische bacheloropleiding volgt de masteropleiding. Een master sluit dus onmiddellijk aan op een academische bachelor en telt 60 tot 240 studiepunten, afhankelijk van de studierichting. De masteropleiding Geneeskunde staat bijvoorbeeld voor 240 studiepunten. In jaren uitgedrukt, naargelang de studierichting, duurt een masteropleiding voltijds dus een tot vier jaar, maar de meeste nemen twee jaar voltijds in beslag. Tijdens de masteropleiding wordt ook gewerkt aan een masterproef, het vroegere eindwerk of de thesis.
02
Wat betekenen nu die studiepunten? Omdat het hoger onderwijs flexibeler georganiseerd wordt, wordt een opleiding niet meer in studiejaren ingedeeld, maar in studiepunten. Die studiepunten verwijzen naar het aantal geschatte uren die nodig zijn voor de studieactiviteit: les volgen, studeren, projectwerk, onderzoek in de bibliotheek… Een bacheloropleiding telt 180 studiepunten. Een studiepunt staat gelijk met 25 à 30 uur studieactiviteit. Dus hoe hoger het aantal studiepunten, hoe omvangrijker de cursus. Een programma van bijvoorbeeld 60 studiepunten geeft 1.500 à 1.800 uren studieactiviteit. Delen we dit door het aantal weken in een academiejaar, dan komen we per week aan 38 tot 46 uur studieactiviteit. Studeren is dus een voltijdse job. Die studiepunten zijn ook van belang voor de kinderbijslag, de studietoelagen en het leerkrediet.
Nieuw: het leerkrediet Sinds het academiejaar 2008-2009 geldt het systeem van het leerkrediet. Bij de start in het hoger onderwijs krijgt elke student een ‘rugzak’ gevuld met 140 studiepunten. Bij een inschrijving voor een opleiding (of voor bepaalde opleidingsonderdelen) haalt de student dus het vereiste aantal studiepunten uit die rugzak. Na afloop van elk academiejaar krijgt men de ingezette studiepunten terug voor die opleidingsonderdelen waarvoor men geslaagd is. Men verliest de studiepunten van de opleidingsonderdelen waarvoor men niet geslaagd blijkt. De eerste 60 studiepunten die men ‘terugverdient’, krijgt men dubbel terug. Dit geldt dus ook als dit gespreid is over meerdere jaren,
wanneer men bijvoorbeeld niet voor alle vakken geslaagd was in het eerste jaar. Wanneer men deze vakken het jaar daarop opnieuw doet, kan men na slagen ook deze punten nog dubbel terug verdienen. Na het behalen van het masterdiploma worden sowieso 140 studiepunten afgetrokken van het leerkrediet. Maar heeft een student een foutloos parcours doorlopen, dan heeft hij nog 60 studiepunten over, die hij/zij dan kan inzetten om bijvoorbeeld een tweede master te behalen. Bij een verkeerde studiekeuze of een tegenslag is er niet meteen reden tot paniek. Het voorbeeld hieronder toont aan dat er wel een beetje reserve zit in die rugzak. Maar als men al zijn/haar studiepunten al heeft opgebruikt en nog
niet aan het einde van zijn/haar opleiding zit, dan kan de instelling waar men studeert of wil studeren een verhoogd studiegeld vragen of, in het slechtste geval, de inschrijving weigeren. Dat laatste is echter niet mogelijk als de student nog geen initieel masterdiploma behaald heeft en dat alsnog wil doen, ook al is het leerkrediet opgebruikt. Het leerkredietsysteem past in het nieuwe financieringsbeleid van het hoger onderwijs, waarbij de nadruk vooral gelegd wordt op het belang van een juiste studiekeuze en een gedegen studiebegeleiding. Zo wordt het echt wel belangrijk om een doordachte studiekeuze te maken. ‘Zomaar’ iets proberen, leidt immers tot het risico dat het leerkrediet ‘verkwist’ wordt.
Voorbeeld van een modelstudent: student x volgt de bacheloropleiding Biologie en slaagt voor alle onderdelen. Start leerkrediet
Ingezette studiepunten
Verworven studiepunten
Leerkrediet
2009-2010 Bachelor Biologie
140
60
60
140-60+(60x2) =200
2010-2011 Bachelor Biologie
200
60
60
200-60+60=200
2011-2012 Bachelor Biologie
200
60
60
200-60+60=200
Voorbeeld van een student met een slechte start: student y volgt de bacheloropleiding Rechten, maar verwerft niet meteen de ingezette studiepunten. Start leerkrediet
Ingezette studiepunten
Verworven studiepunten
Leerkrediet
2009-2010 Bachelor Rechten
140
60
20
140-60+(20x2) =120
2010-2011 Bachelor Rechten
120
60
50
120-60+ (40x2)+10=150
2011-2012 Bachelor Rechten
150
60
60
150-60+60=150
2012-2013 Bachelor Rechten
150
50
50
150-50+50=150
i
nfo
Meer informatie over het studieaanbod in het hoger onderwijs en het leerkrediet vindt u op: www.hogeronderwijsregister.be www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/index.php www.studentenportaal.be
03
V
ragen en antwoorden
Onze dochter is ingeschreven voor een hogeschoolopleiding. Zijn haar kansen op een universitair diploma dan verkeken? Helemaal niet! Heeft zij een professionele bachelor behaald, dan kan zij nog altijd beginnen aan een universitaire opleiding. Studenten die binnen ongeveer hetzelfde studiedomein blijven, kunnen toegelaten worden tot een verkort programma om een academisch bachelordiploma te behalen en nadien door te stromen naar een master. Zij kunnen ook toegelaten worden tot een schakelprogramma om zo de toegang te verdienen tot een masteropleiding. Wil zij na haar professionele bachelor een academische master behalen, dan moet zij ervan uitgaan dat zij een of meer jaren langer over haar studie zal doen dan een student die rechtstreeks met een academische bachelor start. Bijvoorbeeld: Een student heeft een professionele bachelor Maatschappelijk Werk behaald en wil de master Criminologische Wetenschappen volgen. Dat kan via een schakelprogramma. Maar wil een student die een professionele bachelor Chemie behaald heeft, de masteropleiding Psychologie volgen, dan komt hij/zij niet in aanmerking voor een schakelprogramma, omdat het om twee totaal verschillende opleidingen gaat. In dat geval zal hij/zij moeten starten met de bacheloropleiding Psychologie. Kan men na het behalen van een diploma nog verder studeren? Binnen de professionele bachelors kan men zich nog inschrijven voor een ‘bachelor na bachelor’ of ‘banaba’. Dit is een voortgezette of specialisatieopleiding die men na een professionele bachelor kan volgen. Na een academische master kan men zich inschrijven voor een ‘master na master’ of ‘manama’. Bijvoorbeeld: Een student wil zich specialiseren in Sociaal Recht. Na een masteropleiding in de Rechten kan hij/zij de master na master Sociaal Recht volgen. Kan men ook een extra bachelor- of masteropleiding volgen? Wil men na het behalen van het einddiploma gaan werken, maar tegelijk ook verder studeren, dan zijn er meerdere mogelijkheden om werken en studeren te combineren. Sommige opleidingen worden bijvoorbeeld ook ’s avonds en/ of in het weekend ingericht. Of men kan deeltijds studeren, zodat de studiebelasting lager ligt. 04
Bij de inschrijving moet men aangeven volgens welk contract men de opleiding wil volgen. Wat betekenen die contracten? Aan de universiteit kan men zich inschrijven met verschillende contracten: • diplomacontract • creditcontract • examencontract met het oog op het verwerven van een diploma • examencontract met het oog op het verwerven van credits. Kiest men voor het diplomacontract, dan is het einddoel het behalen van een diploma of graad voor de opleiding waarvoor men zich inschrijft. Bij een creditcontract kan men zelf een pakket van opleidingsonderdelen samenstellen, waarvoor men dan credits verwerft. Een credit verwerft men bij het behalen van minstens 10/20 voor een opleidingsonderdeel. Hiermee behaalt men geen diploma, maar een creditbewijs per opleidingsonderdeel. De inschrijving met een examencontract voor het verwerven van een diploma of van credits volgt dezelfde principes als bij respectievelijk het diploma- of creditcontract. Het grote verschil is dat men met een examencontract via zelfstudie studeert en dus geen colleges mag volgen, geen begeleiding krijgt, geen gebruik kan maken van het digitale leerplatform en dus enkel kan deelnemen aan de examens. Daaruit volgt dat men de opleidingsonderdelen die aanwezigheid in de colleges vereisen (zoals praktijkoefeningen) niet onder examencontract kan volgen. Bij de inschrijving wordt verwezen naar de Onderwijs-, Examen- en Inschrijvingsreglementen. Wat houden die reglementen in? Het Onderwijsreglement slaat op het onderwijsgebeuren en bevat regels over de programmaopbouw, de inschrijving, de taalregeling… Het Examenreglement gaat in op de rechten en plichten van de student en de examinator tijdens de examens. Naast het Centrale Examenreglement, dat geldt voor de hele universiteit, heeft elke faculteit ook een Aanvullend Examenreglement, waarin meer specifieke regels beschreven staan. Het Inschrijvingsreglement omvat onder andere de regelgeving omtrent inschrijving; toelatingsvoorwaarden en de voorwaarden inzake taalkennis. Het is raadzaam om deze beide reglementen goed te lezen, zodat de student in elke situatie weet wat zijn/haar rechten en plichten zijn.
2. Rol van de ouders en de gezinsleden in het studiekeuzeproces Een opleiding kiezen is geen eenvoudige opgave. Voor een aantal studenten blijft de vraag wat ze later willen worden of wat ze willen studeren, lange tijd onbeantwoord. Welke factoren zijn bepalend in het studiekeuzeproces en welke rol kunnen ouders, familieleden en partners daarin spelen?
Stapsgewijs op zoek Bij het kiezen van een hogeschool- of universiteitsopleiding doorlopen jongeren een heel proces. Een eerste stap zetten ze al in het secundair onderwijs. Elke student heeft immers een schoolcarrière achter de rug, waarin een bepaalde studierichting werd gekozen. Daaruit valt al veel informatie te rapen, want waarom werd juist die richting gekozen? Op deze vraag zijn er uiteenlopende antwoorden mogelijk. Sommigen maken een studiekeuze omdat ze sterk geïnteresseerd zijn in die ene richting. Anderen hebben misschien wat negatieve ervaringen achter de rug en kiezen een richting omdat ze niet goed zijn in andere zaken of omdat ze een B-attest behaalden voor een bepaald vak. In de zoektocht naar een goede studiekeuze zijn de volgende stappen heel belangrijk. Houd rekening met de persoonlijkheid van de jongere.
Belangrijke vragen die jongeren zich moeten stellen, zijn: “Wie ben ik?”, “Wat kan ik?”, “Wat wil ik?”. Bij het maken van een studiekeuze staan ze dus beter eerst even stil bij zichzelf. Wat zijn hun kwaliteiten, beperkingen? Wat vinden ze interessant? Hoe waren de schoolresultaten? Waar zijn ze goed en minder goed in? Zijn ze bereid om hun vrije tijd met studeren te vullen? Hebben ze voldoende voorkennis? Zijn ze goed in talen of in wiskunde? Een overzicht van het opleidingsaanbod is cruciaal. Welke opleidingen bestaan er en wat houden ze precies in? Wat is het verschil tussen een hogeschool- en een universitaire opleiding? Wat zijn de beroepsuitwegen? Welke opties biedt een bepaalde opleiding? Is voorkennis vereist? Voor de toekomstige student is het belangrijk om een zo duidelijk mogelijk zicht te krijgen op het volledige aanbod van opleidingen. Ook hier geldt de stelregel: “Onbekend maakt onbemind”.
i
nfo
Een overzicht van het studieaanbod in het hoger onderwijs vindt u op de volgende websites: www.hogeronderwijsregister.be www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/index. php
05
Aan de Vrije Universiteit Brussel: eerste hulp bij de studiekeuze Verwerf inzicht in de factoren die de studiekeuze kunnen beïnvloeden. Hoewel een studiekeuze heel persoonlijk is, spelen ook invloeden van buitenaf een rol. Er wordt vaak rekening gehouden met de meningen van ouders, familieleden, vrienden, klasgenoten en leerkrachten. Ook de actualiteit kan een rol spelen, zoals de huidige aandacht voor het milieu. De media hebben een aanzienlijke invloed en populaire tv-programma’s blijken te leiden tot meer inschrijvingen in bepaalde studierichtingen. Een aantal studenten in de Criminologische Wetenschappen heeft hun inspiratie bijvoorbeeld ook gehaald bij programma’s zoals de Amerikaanse politieserie CSI. Het is belangrijk dat de jongere er zicht op krijgt door wie of wat hij/zij zich laat beïnvloeden om vervolgens kritisch met die informatie om te gaan. Als men zich kritisch informeert blijkt bijvoorbeeld dat het beeld van CSI niet strookt met de realiteit. Ga samen actief op zoek en neem er de tijd voor. Ga naar infodagen, praat met afgestudeerden, docenten en studenten, bekijk de websites van de hogescholen en universiteiten, surf ook eens naar de website van de VDAB… Men hoeft niet aan de zijlijn te blijven toekijken wat de jongere gaat doen. Integendeel, praat over op kot gaan, de studiebegeleiding, de jobmogelijkheden... en denk mee na over een realistische en haalbare studiekeuze. De mening van anderen kan ondersteunend zijn en nieuwe ideeën opleveren. Moedig de jongere aan om zelf actie te ondernemen en zich goed te informeren. Uiteindelijke moet hij/zij kritisch omgaan met alle informatie en zelf tot een keuze komen die bij hem/haar past en waar hij/zij zich goed bij voelt.
i
nfo
Raadpleeg de aftelkalender (p.19) voor de initiatieven aan de Vrije Universiteit Brussel. Meer info over jobmogelijkheden en beroepsuitwegen vindt u hier: www.vdab.be www.vacature.com www.actiris.be
06
De Vrije Universiteit Brussel organiseert voor vijfde- en zesdejaars van het secundair onderwijs een aantal activiteiten rond studiekeuze. Dat kan gaan over heel ruime thema’s, zoals de workshops waarbij studenten kennismaken met bepaalde onderwerpen, tot heel specifieke sessies, zoals een brugcursus Wiskunde om een beter zicht te krijgen op de vereiste voorkennis voor die opleiding.
i
nfo
Raadpleeg de aftelkalender (p.19) voor de initiatieven aan de Vrije Universiteit Brussel.
De Kieswijzer, een handig werkboek over studiekeuze samengesteld door de Dienst Studieadvies-Diversiteit van de Vrije Universiteit Brussel, bevat een aantal denk- en doe-activiteiten om de studenten bewust te maken van het belang van een actief studiekeuzeproces. Daarnaast is ook informatie opgenomen over studeren en werken. De Kieswijzer is gratis te verkrijgen bij de Dienst Studieadvies-Diversiteit.
i
nfo
Is het hele proces doorlopen maar zijn er nog twijfels of vragen? De Dienst Studieadvies-Diversiteit van de Vrije Universiteit Brussel helpt u graag verder.
V
ragen en antwoorden
“Kies eerst iets moeilijks, je kunt later nog zakken.” Is dat een goed uitgangspunt? Elke opleiding heeft haar eigenheid, ongeacht of ze aan de universiteit of de hogeschool georganiseerd wordt. Geen enkele opleiding is ‘gemakkelijk’. Het heeft dus niet veel zin om op zoek te gaan naar gelijkaardige opleidingen aan hogescholen en universiteiten. Wel is het belangrijk dat men een realistische keuze maakt, waarbij men rekening houdt met de eigen interesses, kwaliteiten, sterke en zwakke punten en men moet 100 procent achter de keuze staan. De ene keuze sluit de andere ook niet uit. Na een professionele bachelor aan een hogeschool kan men nog altijd de stap naar een universitaire opleiding zetten, vaak zelfs met een verkorte studieduur. Moet de studiekeuze in het verlengde liggen van de studies secundair onderwijs? Goed informeren is hier de boodschap. Belangrijk is dat men nagaat of er enige voorkennis vereist is voor de richting die de jongere wil volgen. Wil men bijvoorbeeld Economie studeren, maar heeft men nog nooit economie gehad? Geen probleem. Bij de economische opleidingsonderdelen start men van de basis, maar een voldoende voorkennis van wiskunde is dan weer wel aangeraden.
3. Het financiële plaatje: wat kost studeren? Bij het overwegen van universitaire studies speelt het financiële plaatje een belangrijke rol. Jongeren, hun ouders en familieleden, afkomstig uit alle lagen van de bevolking, stellen zich dan ook vaak de vraag of en hoe die opleiding betaald kan worden. Via studiefinanciering en andere bijdragen kan een opleiding aan de universiteit of hogeschool betaalbaar blijven. De totale kostprijs van een hogere studie hangt af van meerdere factoren: studierichting, levensstijl, de inkomsten van het gezin, al of niet op kot gaan, verplaatsingen… Het is dan ook heel moeilijk om exact te voorspellen hoeveel hogere studies zullen kosten.
Uit onderzoek blijkt wel dat een jaartje studeren in het hoger onderwijs de kotstudent gemiddeld 3.500 à 4.500 euro kost. Als pendelstudent zou dat ongeveer 2.000 euro zijn. Maar deze kostprijs houdt alleen rekening met de directe studiekosten, zoals het studiegeld dat men betaalt bij de inschrijving, de huur van een kot, boeken en cursusmateriaal, excursies, vervoerskosten… Daarnaast zijn er ook leefkosten, zoals voeding en ontspanning en die verschillen natuurlijk van persoon tot persoon. Met de volgende informatie kunt u het studiebudget meer gericht berekenen.
07
Inkomsten voor studenten De belangrijkste inkomstenbron voor studenten is de (jaarlijkse) studietoelage van de Vlaamse Overheid (bedragen academiejaar 2010-2011). Om hiervoor in aanmerking te komen moet men wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo wordt er onder meer rekening gehouden met de nationaliteit, het gezinsinkomen of het eigen inkomen van de student en voor welke opleiding de student ingeschreven is. Een studietoelage bedraagt minimum 234,07 euro en maximum 2.174,15 euro voor een pendelstudent en 3.622,42 euro voor een kotstudent. Ligt het gezinsinkomen heel laag, dan heeft men misschien wel recht op een uitzonderlijke studietoelage tot 4.877,09 euro.
i
nfo
De Sociale Dienst van de hogeschool of universiteit waar men gaat studeren, kan meer informatie verschaffen over deze complexe materie. Surf ook eens naar de website www.studietoelagen.be.
Ook kinderbijslag is een belangrijke bijdrage in het studiebudget. Een student in het hoger onderwijs kan tot zijn 25ste aanspraak maken op kinderbijslag. Hij/zij heeft recht op kinderbijslag voor het volledige academiejaar als hij/zij ten laatste op 30 november van het academiejaar inschrijft (en ingeschreven blijft) voor minimum 27 studiepunten met een diploma-, credit- of examencontract. Meer en meer studenten nemen tijdens het weekend of in de zomermaanden een studentenjob om ook zelf een steentje bij te dragen in de studiekosten. Maar die studentenarbeid is aan strikte regels onderworpen en kan gevolgen hebben voor de studietoelage, kinderbijslag, sociale zekerheid en personenbelastingen. Informeer vooraf goed over de ‘do’s-and-don’ts’.
i
nfo
Meer info vindt u www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/jobdienst.html
08
Jongeren hebben het recht om een opleiding hoger onderwijs aan te vatten met de financiële steun van hun ouders, in verhouding tot hun financiële middelen, mits hun keuze in overeenstemming is met hun mogelijkheden en talenten. In een aantal omstandigheden kan een student dus aanspraak maken op alimentatiegelden vanwege de ouder(s).
Uitgaven Houd alvast rekening met de volgende uitgavenposten: • het studiegeld voor de inschrijving; • eventueel de huur van een kot; • vervoerskosten, afhankelijk van het feit of men pendelt of op kot gaat; • voeding; • handboeken, cursussen en fotokopieën; • computerkosten: apparatuur, inktpatronen, papier, internet, specifieke software…; • duurzame uitrusting: materiaal dat men specifiek voor die opleiding nodig heeft en dat langere tijd meegaat, zoals een rekenmachine, woordenboeken, naslagwerken, chronometer, speciale kledij…; • verbruiksmateriaal: notitieblokken, mappen, balpennen…; • eventuele stagekosten; • eventuele kosten voor studiereizen; • kosten voor de masterproef; • eventuele kosten voor buitenlandse studieverblijven. Bij de inschrijving aan de universiteit of hogeschool moet studiegeld betaald worden. De universiteiten hebben daar onderling afspraken over gemaakt, waardoor men overal hetzelfde bedrag zal betalen. De hogescholen wijken daar iets van af. Hoeveel het studiegeld bedraagt, hangt niet alleen af van het aantal studiepunten waarvoor men inschrijft, maar ook van het gezinsinkomen en het feit of men al dan niet een studietoelage krijgt: een beursstudent betaalt doorgaans 80 à 100 euro, een bijna-beursstudent rond de 333,6 euro en alle andere studenten maximum 567,8 euro voor een voltijds programma van 60 studiepunten (bedragen academiejaar 2009-2010).
Financiële ondersteuning aan de Vrije Universiteit Brussel De Vrije Universiteit Brussel heeft ook zelf een aantal initiatieven uitgewerkt die de studiekost haalbaar kunnen houden.
Algemene informatie, sociale begeleiding, financiële ondersteuning
i
andere studenten 4,75 tot 6,10 euro. Lekker en gezond eten hoeft tijdens de studententijd geen fortuin te kosten. Beschikt de student over een beperkt budget of heeft hij/ zij acute financiële problemen, dan kan de Sociale Dienst Studenten ook het remgeld voor medische kosten (minimum 50 euro per academiejaar voor consultatie en/of hospitalisatie) terugbetalen.
nfo
Ga eens langs bij de Sociale Dienst Studenten voor meer informatie over sociaal-financiële aangelegenheden. www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/ studiefinanciering.html
Op kot?
i
nfo
www.vub.ac/opkot
Veel studenten die recht hebben op een studietoelage van de Vlaamse Overheid, krijgen deze pas na enkele maanden uitbetaald. Omdat de meeste studiekosten zich voordoen bij de aanvang van het academiejaar, heeft men de mogelijkheid om hierop een voorschot te krijgen bij de Sociale Dienst Studenten. Studenten die het toch nog financieel moeilijk hebben om hun studiekosten te betalen, ongeacht of ze al of niet een studietoelage van de Vlaamse Overheid krijgen, kunnen een sociale toelage aanvragen. Elke aanvraag wordt discreet en individueel behandeld. Daarbij houdt men rekening met de sociaal-financiële situatie van het gezin en/of de student. Ook een renteloze studielening behoort tot de mogelijkheden, zowel voor korte als voor lange termijn. In het laatste geval betaalt de student deze lening terug na het beëindigen van de studies. Met een maaltijdkaart kunnen studenten tegen een verminderd tarief een volwaardige maaltijd krijgen in het studentenrestaurant van de Vrije Universiteit Brussel. Bezitters van een maaltijdkaart betalen 3,50 euro voor een maaltijd,
Jongeren die aan de Vrije Universiteit Brussel studeren, kunnen een kamer huren op een van de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. Voor een kamer in de stad zelf kan men terecht bij Quartier Latin-Student in Brussel, waarmee de Vrije Universiteit Brussel nauw samenwerkt. In totaal zijn er 5.600 kamers beschikbaar, in allerlei uitvoeringen en aan een gunstige prijs. De standaardhuurprijs voor een kamer op de campussen van de Vrije Universiteit Brussel bedraagt 269,20 euro per maand (bedragen academiejaar 2010-2011). Bij de Sociale Dienst Studenten kan men een huurtoelage aanvragen om de huurprijs te reduceren. Deze huurtoelage kan tot 100 euro per maand bedragen en geldt zowel voor een kamer van de Vrije Universiteit Brussel als voor een privékamer via Quartier Latin-Student in Brussel. Eerstegeneratiestudenten* en kotstudenten die een goede studievoortgang maken, krijgen prioritair een kamer toegewezen door de Dienst Huisvesting. * Eerstegeneratiestudenten zijn studenten die zich voor het eerst inschrijven aan een hogeronderwijsinstelling.
09
Openbaar vervoer en mobiliteit
i
nfo
www.vub.ac.be/infoover/campussen/index.html www.qlb.be
Een student die Nederlandstalig hoger onderwijs in Brussel volgt en -25 jaar is, kan een goedkoop MIVBjaarabonnement aanvragen voor het Brusselse openbaar vervoer (tram, bus, metro, trein). Dit is een initiatief van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel in samenwerking met Quartier Latin-Student in Brussel. Zowel de campus Etterbeek als de medische campus Jette zijn gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer.
Cursusmateriaal
i
nfo
www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/cursusdienst. html
Bij de Dienst Uitgaven (cursusdienst) kunnen cursussen en handboeken verkregen worden tegen zeer voordelige prijzen. Ook bij de studentenverenigingen van de faculteiten kunnen studenten studiemateriaal aankopen tegen studentvriendelijke prijzen.
10
Marie behaalde vorig jaar haar diploma secundair onderwijs en wil Psychologie studeren aan de universiteit. Haar ouders zijn echter aan het scheiden en haar vader woont niet meer thuis. Marie is de oudste van drie kinderen en weet niet of ze haar studie zal kunnen betalen. Bij de Sociale Dienst Studenten verneemt ze dat ze geen recht heeft op een studietoelage van de Vlaamse Overheid. Ze komt wel in aanmerking voor een maaltijdkaart en een huurtoelage. Bovendien krijgt ze van de Sociale Dienst Studenten een renteloze studielening waarmee ze het begin van het academiejaar kan overbruggen. De kosten van haar studiemateriaal probeert Marie te beperken door tweedehandse boeken aan te schaffen en tijdens de vakantieperiodes bij te klussen als jobstudente. Na een jaar hoger onderwijs besluit Thomas dat hij de verkeerde studiekeuze heeft gemaakt. Hij gaat advies vragen bij de Dienst Studieadvies-Diversiteit en schrijft zich in voor een andere opleiding. Thomas is enig kind en fiscaal nog ten laste van zijn ouders. Zijn vader krijgt een invaliditeitsuitkering, zijn moeder werkt als bediende bij een bank. Net zoals vorig jaar maakt Thomas ook dit jaar nog aanspraak op een studietoelage van de Vlaamse Overheid. Omdat die niet alle studiekosten dekt, krijgt hij bij de Sociale Dienst Studenten een bijkomende sociale toelage. Samen met deze dienst maakt hij ook een budgetplanning, zodat hij beter kan inschatten welke studiekosten hij dit jaar nog zal moeten betalen. Jasper en Jelle zijn tweelingbroers. Na de infodag aan de universiteit wil Jasper zich inschrijven voor de opleiding Rechten, want hij wil net zoals zijn vader een gerechtelijk beroep uitoefenen. Jelle daarentegen zou liever Toegepaste Economische Wetenschappen studeren en later aan de slag gaan in het bedrijf van zijn moeder. Omdat ze allebei liever naar de campus pendelen, krijgen ze op hun achttiende verjaardag een wagen cadeau. Nadat ze bij hun faculteit vernomen hebben welke handboeken en cursusmateriaal ze moeten aanschaffen, gaan ze langs bij de Dienst Uitgaven, waar ze al het nodige aan studentvriendelijke prijzen kunnen kopen. Jasper vindt een gezonde geest in een gezond lichaam belangrijk en schaft zich ook een sportkaart aan bij de Sportdienst. Jelle is muziekliefhebber en speelt gitaar. Bij de Dienst Cultuur kan hij terecht om zijn hobby verder uit te oefenen. Lisa is 38 jaar en ging na het secundair onderwijs halftijds aan de slag bij een reisbureau. Ondertussen is ze gehuwd en moeder van twee kinderen. In haar sector is kennis van meerdere talen een must. Haar dagelijkse werk wakkerde haar nieuwsgierigheid naar de studie Taal- en Letterkunde aan. Na een gesprek met de Dienst Studieadvies-Diversiteit heeft ze zich ingeschreven voor de opleiding in avondonderwijs om de studie zo goed mogelijk te kunnen combineren met haar werk en gezinsleven. Bij de Sociale Dienst Studenten verneemt ze dat ze als werkstudente recht heeft op een studietoelage van de Vlaamse Overheid. Ze maakt ook gebruik van opleidingscheques om haar studie te bekostigen.
11
V
ragen en antwoorden
Op kot of pendelen? Een belangrijke vraag bij de stap naar het hoger onderwijs is of men al dan niet op kot gaat. Of op kot gaan beter is dan pendelen hangt van de persoonlijke situatie af. Woont men bijvoorbeeld verder van de campus, dan kan het pendelen heel tijdrovend worden. Een kotstudent kan zich gemakkelijker integreren. in een nieuwe sociale groep en draagt meer verantwoordelijkheid. Huurt men een kamer op de campus, dan kan men onmiddellijk gebruikmaken van alle faciliteiten van de hogeschool of universiteit. Verblijft men op een kamer buiten de campus, dan leert men sneller het culturele aanbod van de studentenstad kennen.
i
nfo
Behoudt een jobstudent nog de kinderbijslag? Een jobstudent mag de hele zomervakantie (juli, augustus, september) tussen twee academiejaren werken zonder uuren inkomensbeperking. Buiten die periode, dat is tijdens het academiejaar en in de laatste zomervakantie, mag men maximaal 240 uur per kwartaal (drie maanden) werken. Werkt men meer, dan verliest men de kinderbijslag. Let wel: deze regels gelden alleen op het vlak van kinderbijslag. Inzake belastingen zijn er andere voorwaarden van kracht (zie verder).
i
nfo
Jobdienst www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/jobdienst.html
www.vub.ac/huisvesting/index.php
Heeft een student een computer of laptop nodig? Een computer is onontbeerlijk in het hoger onderwijs. Veel communicatie tussen de universiteit en de student gebeurt via e-mail en internet. Docenten en assistenten maken bijvoorbeeld hun lessen- en examenroosters bekend via het Internet. Een computer is ook nodig om dingen op te zoeken, taken uit te werken en papers te schrijven. Houd bij de aanschaf van een computer vooral rekening met het gebruik. Een student Ingenieurswetenschappen zal een iets zwaarder model nodig hebben, met meer rekencapaciteit, dan een student die vooral tekstverwerking en Internet gebruikt. De ene opleiding vereist immers een meer krachtige computer dan de andere. De kostprijs van een (draagbare) computer schommelt vandaag tussen 500 en 1.500 euro. Aan de Vrije Universiteit Brussel kunnen de studenten in de computerlokalen, de bibliotheek en de Centra voor Studie en Begeleiding ook gratis gebruikmaken van computers met internetverbinding. De studentenkamers zijn ook voorzien van een internetaansluiting.
i
i
nfo
www.vub.ac/infovoor/toekomstigestudenten/jobdienst.html
nfo
Studenten van de Vrije Universiteit Brussel kunnen goedkope laptops en computers bestellen via de volgende online shops: www.vub.ac.be/aoc/ en www.academicshop.be/vub. 12
Wanneer blijven studenten fiscaal ten laste van hun ouders? Een student is fiscaal ten laste van zijn ouders als hij/zij op hun adres gedomicilieerd is en zijn/haar nettobestaansmiddelen een bepaalde grens niet overschrijden (bedragen 2010). Deze grens verschilt naargelang het gezin waar men deel van uitmaakt. Om ten laste te blijven als kind van een gehuwd koppel, mag een student niet meer verdienen dan 5.897,50 euro bruto belastbaar per jaar. Als kind van een alleenstaande ouder is dat maximaal 7.460 euro en als gehandicapt kind van een alleenstaande ouder maximaal 8.835 euro. Het bruto belastbare loon is het brutoloon waarvan de RSZ wordt afgetrokken. Opgelet: krijgt men als student meer dan 2.830 euro per jaar alimentatiegelden, dan wordt 80% daarvan samengevoegd met de netto belastbare bestaansmiddelen.
Zijn ouders verplicht hun zoon of dochter te blijven onderhouden? Het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat ouders naar evenredigheid van hun middelen dienen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de opvoeding en de opleiding van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van de jongere. Dat betekent dat men als jongere het recht heeft om met de financiële steun van de ouders (in verhouding tot hun financiële middelen) een opleiding hoger onderwijs aan te vatten, mits deze keuze in overeenstemming is met de mogelijkheden en talenten van de jongere. Wanneer de studies een abnormale vertraging oplopen, neemt de ouderlijke plicht een einde, tenzij deze niet aan de student te wijten is. Bovendien zijn ouders niet verplicht, eens hun zoon of dochter een diploma in het hoger onderwijs heeft behaald, hem of haar voor een tweede opleiding te blijven onderhouden. Dat geldt enkel voor een diploma dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt.
i
nfo
www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/studiefinanciering.html www.centenvoorstudenten.be
Als een jongere alleen gaat wonen, krijgt hij/zij dan het statuut van zelfstandig student? Het statuut van zelfstandig student in het kader van de studietoelage van de Vlaamse Overheid is iets helemaal anders dan werken als zelfstandige. Om als ‘zelfstandig student’ erkend te worden, moet men voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo moet men zijn financiële onafhankelijkheid kunnen aantonen. Een apart domicilieadres is daarbij niet voldoende en ook geen voorwaarde. Werkt men als zelfstandige, dan werkt men niet onder het ‘gezag’ van een werkgever en valt men onder het RSZstelsel voor zelfstandigen.
i
nfo
www.studietoelagen.be www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/jobdienst.html
13
4. Hoger onderwijs: de weg naar meer onafhankelijkheid De overgang van het secundair naar het hoger onderwijs is een grote stap. Voor de ouders en familieleden is het weer een beetje loslaten, voor de student betekent het groeien naar meer zelfstandigheid en leren omgaan met verantwoordelijkheid. Ook het onderwijs zelf verloopt helemaal anders.
Meer zelfstandig leven en studeren Ouders komen niet meer te weten of hun zoon of dochter wel naar de lessen gaat. Dit is niet meteen iets om zich echt zorgen over te maken. Ze kunnen best wel eens afwezig blijven van bepaalde lessen. Aan de hogescholen is er wel nog iets meer controle dan aan de universiteit, en bij werkvormen zoals labo’s, praktische oefeningen en werkcolleges is de aanwezigheid van de studenten altijd vereist. Verder studeren betekent zoeken naar een andere manier van studeren. Ook op sociaal vlak moet men zijn plaats zoeken in een nieuwe groep en omgeving. Voor sommigen loopt dat niet altijd even vlot. Aan de universiteit komen de jongeren immers in grotere groepen terecht. De drempel om vragen te stellen wanneer men iets niet begrijpt, is daardoor vaak groter. Ouders hebben ook geen duidelijk zicht meer op de prestaties van hun zoon of dochter. Aan de universiteit of hogeschool krijgen de studenten geen rapport meer, en er worden ook geen oudercontacten georganiseerd. De resultaten van de examens komen op een puntenblad, maar dat wordt naar de student zelf gestuurd. Ook op financieel vlak moeten studenten hoger onderwijs hun ‘mannetje’ leren staan. Zo worden de facturen voor het studiegeld of de huur van een kot naar de student zelf gestuurd, en kotstudenten moeten ook hun budget leren beheren.
14
Studielast Hoe zwaar de gemiddelde studielast zal zijn en hoeveel uren per dag er gestudeerd zal moeten worden, is heel persoonlijk. Hoe een week ingevuld wordt met studeeractiviteiten, is dus moeilijk te voorspellen. Studeren in het hoger onderwijs vraagt sowieso al meer organisatie en planning. Aan de universiteit volgt het uurrooster meestal geen vast ritme. ’s Morgens begint men niet altijd op hetzelfde uur, men heeft springuren, soms heeft men een halve dag geen les, bepaalde weken wordt men overstelpt door het werk… Doordat de controle vermindert, moeten de studenten ook zelf de discipline hebben om te studeren. En bovendien moet de studiemethode vaak nog aangepast worden aan een andere manier van les geven, les volgen en aan de grotere hoeveelheden leerstof. Tijdens de blokperiode moet acht à tien uur per dag studeren voldoende zijn. Belangrijk is dat studenten een zekere regelmaat inbouwen. Plots nachten beginnen door te studeren of alle vrijetijdsactiviteiten bannen, heeft geen enkele zin.
Begeleiding aan de Vrije Universiteit Brussel Bepaalde colleges vinden plaats in een aula met heel veel studenten. Dat is voor veel jongeren zeker in het begin even wennen. Maar de praktische oefeningen, zoals oefeningensessies statistiek, worden altijd gegeven in kleine groepen. Zo kunnen de studenten gemakkelijker vragen stellen en meer uitleg krijgen over een bepaald probleem. Aan de Vrije Universiteit Brussel kunnen de studenten bij diverse diensten terecht voor begeleiding en ondersteuning op het vlak van studeren, zowel vakinhoudelijk als over de vakken heen. • In de Centra voor Studie en Begeleiding ligt de klemtoon op zelfstandig leren. De studenten kunnen er studeren, proefexamens maken, extra documentatie over de cursussen opzoeken. Dankzij het uitgebreide aanbod documentatiemateriaal kunnen ze zich helemaal voorbereiden op de examens. Met vragen en problemen kunnen ze hier ook zonder afspraak terecht bij professoren en assistenten. Er is een Centrum voor Studie en Begeleiding zowel op de campus Jette als op de campus Etterbeek. • Op beide campussen kunnen de studenten ook terecht bij het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) voor rechtshulp, scheidingsbemiddeling en hulp bij psychologische problemen. • De Dienst Studieadvies-Diversiteit staat klaar om studenten te helpen met hun vragen rond studiekeuze en studieaanpak. Deze dienst verzorgt ook faalangsttrainingen en individuele begeleiding voor studenten die in een moeilijke situatie zitten of terechtkomen (bijvoorbeeld een student met een handicap). De Studeerwijzer is een publicatie van de Dienst Studieadvies-Diversiteit die informatie bevat over hoe studenten beter, met meer plezier en succesvoller kunnen studeren in het hoger onderwijs. Deze publicatie is geschreven door een team van studentenpsychologen op basis van hun praktijkervaringen en expertise. De Studeerwijzer is eveneens te verkrijgen bij de Dienst Studieadvies via www.studeerwijzer.be. • Voor een bepaald opleidingsonderdeel bijlessen nodig? Bij de Jobdienst kunnen studenten een jobstudent vinden die bijlessen geeft of als repetitor optreedt. • Het spreekt voor zich dat docenten en assistenten ook kunnen helpen bij inhoudelijke vragen over een cursus.
• Elke faculteit heeft ook een studietrajectbegeleider, die de studenten doorheen hun studietraject gidst. Dit is de geknipte persoon die informatie kan geven als men van het vooropgestelde studietraject gaat afwijken. Een student die bijvoorbeeld niet voor alle opleidingsonderdelen geslaagd is, kan samen met de studietrajectbegeleider bekijken welke opleidingsonderdelen van het volgende traject hij/zij al kan meenemen, of welke vrijstellingen of studieduurverkorting hij/zij kan krijgen. • Met klachten of vragen over de onderwijs- en examenregeling kunnen studenten terecht bij de facultaire ombudspersonen.
i
nfo
www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/ ombudspersonen.html
De Vrije Universiteit Brussel heeft een inclusief Examenen Onderwijsreglement. Dat betekent dat de reglementen flexibel genoeg zijn om iedereen gelijke kansen te geven om te leren en te leven aan de universiteit. De maatregelen die genomen worden, zoals afwijkingen, een specifieke regeling of bepaalde faciliteiten, moeten wel haalbaar, aanvaardbaar en verdedigbaar zijn. Studenten die zich in moeilijke situaties bevinden doordat ze bijvoorbeeld ook nog aan topsport doen, voltijds werken, ziek zijn, kinderen hebben, financiële moeilijkheden ondervinden of een andere culturele achtergrond hebben, kunnen gebruikmaken van deze maatregelen.
15
Kurt Van Dam behaalde in 2003 aan de Vrije Universiteit Brussel als eerste gehoorgestoorde in België het diploma van Burgerlijk Ingenieur: “Tot mijn zeventiende ging ik naar een speciale school voor gehoorgestoorden. De leraars daar hebben me aangemoedigd om verder te studeren. Zo werkte ik de laatste twee jaar van mijn humaniora af aan een gewone school, weliswaar na een passage via de middenjury.” Kurt koos uiteindelijk voor de Vrije Universiteit Brussel omdat men er heel positief omging met zijn handicap. De Dienst Handicap en Studie zorgt ervoor dat gehandicapte studenten met dezelfde kansen als gewone studenten een universitair diploma kunnen behalen. Kurt: “Alle proffen hebben me steeds op gelijke voet met de andere studenten behandeld. Dat waardeer ik enorm, want zo weet ik dat ik mijn diploma echt verdiend heb.” Triatlete Kathleen Smet studeerde Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie: “Aan de Vrije Universiteit Brussel kon ik genieten van een goede sport- en studiebegeleiding. Dankzij de Dienst Topsport en Studie kreeg ik de kans om verder te groeien als sporter en tegelijk een diploma te behalen. Dat laatste is niet onbelangrijk, want het einde van mijn sportieve carrière nadert en dankzij mijn diploma zal het toch gemakkelijker zijn om nadien werk te vinden.” Bart studeert eerste bachelor Politieke Wetenschappen. Als triatleet loopt zijn sportseizoen tot eind september. Bart koos ervoor om zich in te schrijven voor 40 studiepunten. Omdat het eerste semester voor hem op sportief vlak een rustige periode is, wenst hij in het eerste semester 25 studiepunten te behalen en de overige 15 studiepunten in het tweede semester. Op die manier kan Bart in het tweede semester voldoende tijd vrij maken voor zijn topsport en werkt hij tevens constructief aan zijn toekomst. Schermer Frederik Van Dormael werd al meer dan tien keer Belgisch kampioen, zowel individueel als met zijn team. Hij studeerde Lichamelijke Opvoeding aan de Vrije Universiteit Brussel en was er de eerste topsportstudent met een Bloso-contract. Daarin wordt bepaald dat hij zowel op sportief als op studievlak goed moet presteren. De Bloso-evaluatie kijkt daarbij op sportief vlak niet enkel naar het eindresultaat, maar ook naar de progressie. Topsportstudenten met een Bloso-contract krijgen voortaan ook 70% van een professioneel loon uitbetaald. Marijke is 44 en heeft twee kinderen in het secundair onderwijs. Ze werkt al een hele tijd als administratief coördinator bij een notaris, maar wil wel doorgroeien. Daarom volgt ze als werkstudent nu de opleiding Rechten. Om haar gezinsleven en werk optimaal te kunnen combineren met de studie, opteert ze ervoor om haar vakkenpakket te spreiden over een iets langere studieduur. Bovendien biedt het Betaald Educatief Verlof (BEV) haar meer ruimte om goed voorbereid aan de examens te beginnen.
i
nfo
Het volledige examen- en onderwijsreglement vindt u op www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/ examenreglement.html
16
V
ragen en antwoorden
Wanneer is een student geslaagd? Een student is geslaagd voor een opleidingsonderdeel (een ‘vak’) wanneer hij/zij 10/20 behaalt. Behaalt men voor elk opleidingsonderdeel dus minstens 10/20, dan is men geslaagd voor het jaarprogramma. Heeft men evenwel tekorten, dan gelden de volgende voorwaarden: bij de eerste 60 studiepunten (of het eerste jaar van de bachelor) moet men een gemiddelde behalen van 55% met maximum drie buispunten verdeeld over maximum twee opleidingsonderdelen en geen score lager dan 8/20. In het huidige semestersysteem wordt het jaarprogramma in twee semesters opgedeeld, met een extra examenperiode in januari. De meeste opleidingsonderdelen van het eerste semester worden afgerond voor de wintervakantie. Haalt men tijdens deze zittijd een onvoldoende, dan wordt dat opleidingsonderdeel meteen doorgeschoven naar de tweede zittijd. Wanneer stapt een student over naar een geïndividualiseerd traject? Is een student niet geslaagd, dan hoeft hij niet noodzakelijk ter plaatse te blijven trappelen. Hij kan dan een aantal opleidingsonderdelen ‘meenemen’ naar het volgende jaar. Dat betekent dat het mogelijk is om al een aantal opleidingsonderdelen uit het vervolgtraject te volgen, afhankelijk natuurlijk van de haalbaarheid en de vereisten op het vlak van voorkennis. Dit kan besproken worden met de studietrajectbegeleider van de faculteit. Je leest vaak dat men waakt over de studievoortgang. Wat betekent dat? Dat wil zeggen dat het jaarprogramma van een student beperkt kan worden of dat men zelfs kan weigeren om een student nog in te schrijven. Stel, een student begint aan de studie Rechten en volgt het modeltraject van 60 studiepunten. Na twee zittijden heeft hij/zij 20 studiepunten verworven. Hij/zij is dus voor 40 studiepunten niet geslaagd. Men kan dan een bindende maatregel opleggen aan de student, waardoor hij/zij zich in zijn ‘bisjaar’ enkel mag toeleggen op de resterende opleidingsonderdelen (40 studiepunten) en geen andere opleidingsonderdelen van het ‘hogere’ jaar mag meenemen.
Wat als een student ziek wordt in de examenperiode? Als een student ziek wordt in de examenperiode of bij een andere vorm van overmacht moet hij/zij onmiddellijk, binnen de drie werkdagen, het secretariaat van zijn/haar faculteit op de hoogte brengen en de nodige documenten bezorgen. Is er binnen de examenperiode nog voldoende tijd, dan kan het examen verplaatst worden als dit organisatorisch mogelijk is. Is men een langere periode ziek, dan kan men een aanvraag indienen bij de Decaan om de opleidingsonderdelen in de volgende zittijd af te leggen.
17
5. Waarvoor staat de Vrije Universiteit Brussel? De Vrije Universiteit Brussel biedt hoogstaand academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en is nauw bij de maatschappij betrokken. De doelstelling is de vorming van kritische, zelfstandig denkende mensen in een open sfeer van vrij onderzoek, vrijheid, verdraagzaamheid en verscheidenheid. Waarom kiest iemand een opleiding aan de Vrije Universiteit Brussel? Uit een grootschalig onderzoek bij (toekomstige) eerstejaarsstudenten blijken de volgende drie kenmerken doorslaggevend voor de stap naar de Vrije Universiteit Brussel: de sfeer en kleinschaligheid, de kwaliteit van het onderwijs en de bereikbaarheid van de campussen. Sfeer en kleinschaligheid Uit het onderzoek blijkt dat de sfeer op de campus de belangrijkste reden is om voor de Vrije Universiteit Brussel te kiezen. Terecht, want er is inderdaad een heel lage drempel tussen studenten en docenten. Studenten kunnen met hun vragen makkelijk bij de docenten en assistenten terecht. In het KultuurKaffee delen ze zelfs de toog met hen. Het kleinschalige karakter van de universiteit draagt daar natuurlijk in belangrijke mate toe bij. Kleinere groepen betekent meer persoonlijk contact, waardoor de studenten meer het gevoel hebben dat ze erbij horen.
18
Kwalitatief onderwijs Wil men zeker zijn van de kwaliteit van het geboden onderwijs, dan is men aan de Vrije Universiteit Brussel aan het juiste adres. Alle opleidingen werden immers door een externe audit (de zogenaamde visitatierapporten, www.vlir. be) als kwaliteitsvol omschreven. Mooi meegenomen is dat men met zijn of haar diploma meteen ook betere jobperspectieven heeft. En de studenten zijn tevreden over het aangeboden onderwijs, zoals blijkt uit de evaluaties die ze jaarlijks opmaken over de onderwijskwaliteiten van hun docenten.
Bereikbaarheid De campussen van de Vrije Universiteit Brussel zijn gemakkelijk bereikbaar, zowel met het openbaar vervoer als met de wagen. Vanuit de drie grote Brusselse stations is het een kwartiertje tot aan het NMBS-station van Etterbeek, dat op enkele minuten wandelen ligt van Campus Etterbeek. Vanuit Aalst en Mechelen zijn er elk uur zelfs rechtstreekse verbindingen. In Jette brengt vooral de bus de studenten naar de campus, in afwachting van de nieuwe tramlijn, die in volle aanbouw is.
6. Aftelkalender Vijfdejaars secundair onderwijs
Zesdejaars secundair onderwijs
November Openlesweek en herfstkampen Januari - februari - maart Provinciaal worden er studie-informatiedagen (sid-ins) georganiseerd, waar alle Vlaamse hogescholen en universiteiten aanwezig zijn.
November Openlesweek en herfstkampen Januari - februari - maart Provinciaal worden er studie-informatiedagen (sid-ins) georganiseerd, waar alle Vlaamse hogescholen en universiteiten aanwezig zijn.
Academische kalender September Eerste semester
Aanvang colleges
Onthaalweek voor de eerste
bachelor Oktober November 1 november: deadline studieleningen lange termijn
Sociale Dienst Studenten
December 1 december: deadline beurzen Februari - maart - april Op de Vrije Universiteit Brussel zijn er voorbereidingsactiviteiten zoals de lentekampen en workshops tijdens de open lesweek.
Februari - april - september Infodagen van de Vrije Universiteit Brussel.
Februari - maart - april Openlesdagen op de Vrije Universiteit Brussel.
Februari - april - september Infodagen van de Vrije Universiteit Brussel
Eerste helft juli en tweede helft augustus Inschrijvingsperiode.
Sociale Dienst Studenten
Deadline voor het vastleggen van het studieprogramma
Wintervakantie (2 weken)
Januari
Blokweek (1 week)
Examens zittijd eerste semester
Februari
Tweede week: lesvrije week
Tweede semester
Maart April
Lentevakantie (2 weken)
Mei
Eind mei-begin juni: blokweken
Augustus - september Brugcursussen Geschiedenis, Kwantitatieve technieken, Chemie, Wiskunde voor Ingenieurswetenschappen, Wiskunde voor Wetenschappen, Fysica.
September • Deadline kotaanvraag en huurtoelage Vrije Universiteit Brussel. • Kennismakingsdagen Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen: Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. • Workshops Studievaardigheden en Academisch omgaan met taal. Start Academiejaar.
Juni
Examens zittijd tweede semester
30 juni: deadline aanvraag studietoelage Vlaamse Overheid
Juli
Zomervakantie (6 weken)
Augustus Examens tweede zittijd Het overzicht in deze tijdslijn is om de vijfde- en zesdejaars van het secundair onderwijs en de generatiestudenten een beeld te geven van de belangrijkste activiteiten in een academiejaar.
19
20
Contactgegevens Infopunt studenten Campus Etterbeek Gebouw D, lokaal D.1.02. [T] 02 629 20 10 [E]
[email protected] Openingsuren: van 09u00 tot 12u30 en van 13u30 tot 17u00 (lesvrije weken) van 09u00 tot 12u30 en van 13u30 tot 18u00 (lesweken) of na afspraak Sociale Dienst Studenten Campus Etterbeek Gebouw Y Pleinlaan 2 - 1050 Brussel [T] 02 629 23 15 [F] 02 629 39 77 [E]
[email protected] Open iedere werkdag van 13u30 tot 17u00 (of na afspraak) Campus Jette Gebouw Huisvesting Laarbeeklaan 103 - 1090 Brussel [T] 02 629 23 15 [F] 02 629 39 77 [E]
[email protected] Na afspraak Voor meer informatie: Kaart ‘Sociale dienstverlening voor studenten’ www.centenvoorstudenten.be www.vub.ac.be/infovoor/toekomstigestudenten/studiefinanciering.html www.studietoelagen.be
Campus Jette Gebouw Huisvesting Laarbeeklaan 103 - 1090 Brussel [T] 02 629 23 18 [F] 02 629 39 77 [E]
[email protected] Na afspraak
mdp 11-09/2.500 ex.
Dienst Studieadvies/Diversiteit Campus Etterbeek Gebouw Y Pleinlaan 2 - 1050 Brussel [T] 02 629 23 18 [F] 02 629 39 77 [E]
[email protected] Open iedere werkdag van 13u30 tot 17u00 (of na afspraak)