BENEDICTUS DE SPINOZA
STAATKUNDIG VERTOOG
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
BENEDICTi1S DE SPINO A.
STAATK \ DIG VE
OOG
OF
VE HANDELING WAA IN WO D AANGE OOND, HOE EEN MAA CHAPPIJ WAA EEN VO EGEE OOWEL AL EEN GEMEENCHAP WAA DE EGEE ING AAN EENIGE DE AAN IENLIJK E B GE I OEVE O WD, MOE WO DEN INGE ICH OM ALLE DWINGELANDIJ E VOO KOMEN EN ONGE OO DE GE EN V IJHEID AAN ALLE B E WAA BO GEN .
it het Latijn DOO
W . MEIJE
.
AMSTERDAM . - S . L . VAN LOOY . 1901 .
STAATKUNDIG VERTOOG .
IN L El D IN
Do
.
taatkunde laat zich gevoegelijk in drie soorten
verdeelen . De eerste is die welke in de behoeften van het oogenblik moot voorzien, en to rade moot gaan met voorbijgaande volksmeeningen en tijdsomstandigheden . 't Is de handigheid om tusschen de meest verschillende belangen overeenkomst tot stand to brengen ; of wel het middel to vinden om met good geluk uit den doolhof der meeningen en de listig gesponnen netten der tegenpartij to geraken .
en ziet haar da-
gelijks toepassen in de wetgevende lichamen van onzen tijd en in de raadkamers der mogendheden .
ij is meer
kunst dan wetenschap ; meer slimheid en geslepenheid dan wijsheid. Vervolgens die welke de zoogenaamde staatkundige partijen to zamen bindt .
ij beeldt zich in van begin-
$elen uit to gaan, doch vergenoegt zich meestal (enkele loffelijke uitzonderingen niet to na gesproken) met min of meer samenhangende leuzen .
ij vertegenwoordigt
de heerschende denkbeelden van het tijdvak waarin men leeft, en van het land waarin zij worden verkondigd . ij staat hooger dan de eerste en kan onder leiding van mannen van beteekenis zelfs bij geringe
VI
INLEIDIN .
gestalsterkte hater aanhangers grooten invloed uitoefenen . En eindelijk die welke de grondslagen en grondvormen, de ware, echte en hechte beginselen der menschelijke samenleving onderzoekt, uitgaande van een of andere algemeene wereld- of levensbeschouwing . De laatste mag alleen de wijsgeerige worden genoemd ; de beide eerste soorten achten veelal alle wijsgeerig overleg noodeloos en nutteloos, of zijn daarvan, wat ook niet zelden voorkomt, volslagen onbewust . Nu zijn onder hen die op wijsgeerige wijze naar de beste staatsinrichting hebben gezocht, wederom drie richtingen op to merken . Er zijn er die zich de menschelijke natuur waarvan immers alle staatkunde moet uitgaan, geheel anders voorstellen dan die zich heden ten dage vertoont, zich inbeelden dat die weleer wat zij noemen volmaakt is geweest, en zich in elk geval een toekomststaat droomen uit dergelijke volmaakte wezens to zamen gesteld . lato, de Christelijke kerk, orus, enno, ousseau en olstoi hebben ons daarvan schitterende proeven geleverd . Dweepers als zij zijn, zijn hunne ontwerpen meestal volslagen onbruikbaar. Daartegenover staan anderen, zooals lobbes en achiavelli, die den mensch onverbeterlijk achten en geen vreedzame samenleving mogelijk dan door volkomene vrijheidsberooving . eweld en list zjjn dan ook volgens hen de eenige middelen om onophoudelijken twist en tweedracht tusschen de menschen, den eeuwigen oorlogstoestand, to doen ophouden en den vrede to handhaven .
INLEIDIN .
VII
pinoza daarentegen die niet buiten maar in al wat is, het volmaakte erkent (per realitatem et perfectionem idem intelligo), nam den mensch zooals hij was, met al zijn deugden, dat zijn : krachten en vermogens, maar ook met al zijn hartstochten, dat zijn : zwakheden en als men wil gebreken . 1) ij verguisde hem niet tot de dieren als de jammerboden (pessimisten) van onzen tijd, maar verheerlijkte hem evenmin boven de engelen als de oudste Christenen en de Wederdoopers . ijn streven was alleen 's menschen card goed to begrijpen, om met, die onontbeerlijke kennis toegerust, hun samenleving to regelen . oofdzakelijk was het hem daarbij to doen om wat wij thans, de rondwet van den taat noemen ; over de bijzondere wetten had hij zich voorgenomen in een laatste hoofdstuk to handelen . taatsregeling en taatsrecht waren het hoofddoel van zijn onderzoek.
De mensch is een gezellig wezen . Behoefte aan slaap, ziekte en ouderdom leeren hem het nut inzien van vereeniging met zijn natuurgenooten en daarom sluit hij zich uiteraard gaarne bij zijnsgelijken aan . enschen, die met onverklaarbare voorliefde hem gedurig op een lijn stellen met de beesten, noemen hem daarom bij voorkeur een kuddedier ( ov a7EA ov) . och
1 ) ebrek moet hier namelijk opgevat worden, zooals het behoort ; to weten in ontkennenden zin als tekortkoming, en niet, zooals gewoonlijk onder den invloed der Christelijke levensbeschonwing geschiedt, in stelligen zin als zonde .
V Ili
INLEIDIN .
is doze benanling verkeerd daar elke menschelijke gemeenschap zich soortelijk van alle dierlijke samenleving onderscheidt door opzettelijke, naar omstandigheden zich wijzigende en vermeerdering van welzijn beoogende ordeningen . ot eerste nu wat menschen die samenleven door de rede wordt geleerd is dat er gezag moet zijn . Nulla societas subsistere potest absque imperio et vi, zegt pinoza . en ziet in dat de enkeling wil hij uit den barbaarschen natuurstaat geraken, afstand moet doen van hot recht dat hij als natuurwezen kan laten golden op alles wat hem omringt en hij krijgen kan ; of zooals de Engelschman het noemt : the simple plan to take what is in your power and to keep it if you can . en begint to begrijpen dat zal or ooit van vrede en rust, van ontwikkeling en beschaving sprake zijn, aan ieder het zijne inoet worden gegund en toegewezen . Daarnlede is het rechtsbegrip geboren en zoodra de meerderheid dit erkent, wordt aan een opperhoofd of aan een raad van vroede mannen de handhaving van dit recht opgedragen en de macht daartoe verleend. oo zien wij nit den eenvoudigen natuurmensch den staatsburger ( ov ^roAiriyov) ontstaan. Niet van nature echter, ~pvo'ei, zooals Aristoteles zegt, maar door redelijk en gemeen overleg . omines civiles non nascuntur sed fiunt, zegt pinoza . In den kinderlijk-eenvoudigen natuurstaat grissen ze elkander alles af, in den daarop volgenden beschavingstoestand brengt Demeter, de alles regelende, haar wetten . onge menschen die het raderwerk der maatschappij nog niet kennen, losbandigen die er nooit het ware inzicht van krijgen, be-
INLEIDIN
.
I%
krompen geesten die zich niet buiten of boven hun eigen kring kunnen verheffen, - personen die men ten eeuwigen dage in elke maatschappij zal aantreffen, - meenen dat het mogelijk is op zich zelf to staan, of ookwelmetanderen to kunnen samenleven zonder eenig erkend gezag of overheid . Dezulken verkeeren nog in den Natuurtoestand 1) of den tatus Naturae daar ze zich liever door hun lusten laten leiden dan door de ede, en verkiezen dus den toestand der kuddedieren boven then van den taat . ngebondenheid (anarchie) is hun leuze, hun levensdoel . un beweren is altijd dat een maatschappij zeer wel inogelijk is zonder taatsgezag. Voor pinoza daarentegen waren maatschappij ( ocietas) en taat (Civitas) woorden van bijna gelijke beteekenis . Een menschenmaatschappij zonder gezag was voor help ondenkbaar . In de Ethiek (IV : 35) leert hij dat de mensch bezwaarlijk in afzondering leven kan en daarom in zekeren zin wel als een animal sociale beschouwd kan worden, maar in het odgeleerdtaatkundig Vertoog st. V verkondigt hij als een algemeen erkende waarheid dat de menschelijke samenleving niet mogelijk is zonder een met kracht gehandhaafde ordening (absque imperio et vi), en in st . III van ons Vertoog betoogt hij dat alleen daar, waar dergelijk gezag wordt erkend, van burgerlijke samen1 ) ooveel mogelijk moet het woord ,Natuurstaat" vermeden worden, daar dit onnadenkenden verleidt tot de voorstelling alsof er een taat van onontwikkelden mogelijk was, iets wat zich zelf tegenspreekt. Wie in den natuurtoestand blijven wil verwerpt elk taatsgezag en omgekeerd .
x
INLEIDIN .
leving, of taatsgemeenschap sprake kan zijn . Imperii status dicitur civilis . In onzen tijd tracht men noodlottigerwijze de begrippen van maatschappij en staat van elkander los to maken, met het eerste to dweepen en het laatste to verwerpen . egenover de taathuishoudkunde stelt men de uishoudkunde der aatschappij 1 ) (sociale economie) tegenover de taatswetten, de wetten der aatschappij enz . oolang echter nog, als rof. L . tein zegt, (die ociale rage b1z . 539) to vergeefs wordt uitgezien, ,,nach einer befriedigenden abschliessenden Definition der esellschaft" komt het ons hoogst bedenkelijk voor daarvoor het wel omschreven en deugdelijk begrip der tatus civilis prijs to geven . eker is bet dat ditt onbepaalde van het begrip aatschappij reeds voor ontelbaren een bron van geestelijke ellende is geworden, en hen herhaaldelijk tot de vreeselijkste misdaden heeft geleid . Voor hen die dit inzien, is dan ook nog voor ons geslacht de vraag naar de beste taatsinrichting een vraag van het hoogste gewicht, wat ook onze hedendaagsche Anabaptisten, ennonieten, olstoianen Anarchisten en natuurwijsgeeren daartegen mogen aanvoeren . In den natuurstaat (ubi omnia omnium sunt), hangt ieders ]even en bezit geheel of van zijn eigen kracht en behendigheid, tegevolge waarvan ieder in voortdurende onrust en vreeze verkeert . Eerst waar
1 ) ie r . . W . reub . De ontwikkeling der taathnishoudkunde tot ociale Economie 1896 .
INLEIDIN .
%I
men er toe gekomen is aan een raad van vroede mannen of aan een opperhoofd do taak op to dragen voor de veiligheid der gemeenschap to zorgen en uit to wijzen wat recht is, d . i . wat dozen of genera in 't bijzonder toebehoort, - en tevens aan doze overheid demachtheeft toegekend en verleend om dat recht to handhaven ; want recht en macht zijn onafseheidelijk - kan er van rust en veiligheid sprake zijn : het eerste en hoofddoel van elken taat (vitae securitas) . Van een taat zonder gezag kon pinoza zich geen voorstelling maken . Bij die overgave van ieders persoonlijke rechtsmacht aan een of andere overheid dreigt evenwel een gevaar : het gevaar van volkomen verlies der persoonlijke vrijheid . en wil geregeerd worden naar de eischen van rede en recht maar daarom nog niet geheel overgegeven zijn aan de willekeur van een enkeling of van enkele regeeringspersonen . ok- zjjn or vrijheden die elk zich ten alien tjjde voorbehoudt . oodoende is hot doelwit dat elke taatsregeling in het oog moot houden, tweeerlei : namelijk, Vrede en Vryheid . Beide moeten in den taat verzekerd zijn . In hot afgetrokkene wordt dit doel het beste bereikt door de Volksregeering (Democratic) . In haar blijft ieder in zekeren zin zijn eigen meester, is ieder regeerder en geregeerde tegelijk, is niemand onderdaan en stelt ieder zichzelf de wet, al heeft hij zich ook to onderwerpen aan den wil der meerderheid, daar immers bij het uitvaardigen van elke wet, ook zijn stem is gehoord en mede uit zijn naam recht wordt gesproken . De oorspronkelijke rechten op vrijheid en gelijkheid tusschen de enkelingen worden daarbij wel gewijzigd maar
XII
INLEIDIN .
niet ten eenemnale vernietigd . pinoza zegt 1 ) dat deze egeeringsvorm de absolute is, omdat in dien vorm het natuurrecht ongeschonden bewaard wordt, aangezien niemand daar volkomen van zijn rechten afstand doet (jus naturale sartum tectum conservatur .) Daar de regeering bovendien door alien wordt uitgeoefend, is hare macht uiteraard onbeperkt, wat eigenlijk de hoofddeugd en het wezen van elke regeering is, en eindelijk heeft men de meeste zekerheid dat alien belang zullen stellen in het belang van den taat of het algemeen welzijn ( espublica), wanneer ze zelf daarin hun eigen belangen kunnen voorstaan en behartigen . De geschiedenis leert echter dat al deze voordeelen zich niet altijd in de toepassing verwezenlijken en dat de Volksregeering (Democratie) zeer licht ontaardt in een heerschappij van 't gemeen, de vreeselijkste die men zich denken kan . Waar dus, hetzij door overlevering of om andere redenen een der beide andere regeeringsvormen, Aristocratie of onarchic, Veelhoofdige of Eenhoofdige regeering bestaat en in de zeden van hun yolk is opgenomen, doet men zeer wel die to behouden . Want wat baat het, zegt onze wijsgeer, een koning (en daarmede bedoelt hij arel I) to verjagen en er een anderen met een anderen naam (Cromwell namelijk als rotector) voor in de plaats to stellen? . a . w . is een yolk aan de Alleenheerschappij gewend, dan wint het niets bij verandering van dien regeeringsvorm . Die regeeringsvorm is bijzaak ; onder elk der drie ')
In den 50sten Brief.
INLEIDIN .
VIII
bekende gedaanten kan een op hechte grondslagen gevestigde regeering gedacht worden . chrijvers hoofddoel met dit Vertoog is dan ook ( oofdst . VIII § 31) geen ander dan de beste inrichting van elk der drie bekende staatsvormen afzonderlijk to beschrijven ; rekening houdende in de eerste plaats met, de natuur van den mensch voor wien zij bestemd zijn, een natuur die wel altijd dezelfde zal zijn geweest, is, en blijven zal I) ; en in de tweede plaats lettende op het doel waarnaar elke staatsinrichting moot streven d . w . z . de rust en veiligheid van 's menschen bestaan, en de vrijheid om zich, zooveel en zoover a ls . de menschelijke natuur zulks gedoogt, to ontwikkelen . ewrochten der dichtende verbeelding omtrent een zoogenaamd volmaakten toestand der maatschappij hetzij in het verleden, enesis en ousseau, of in de toekomst, lato, ohannes den heoloog en olstoi, zijn hier dus. uitgesloten . Deze zijn alleen in topia, dus nergens en nimmer to verwezenlijken . Vatten wij thans in korte trekken to zamen wat pinoza heeft geleerd . itgaande van het beginsel dat elk mensch zijn eigen belang moot zoeken en van het feit dat er voor den mensch aan de eene zijde geen geduchter vijand, aan de andere geen nuttiger bondge noot is dan zijn natuurgenoot, stelde hij in zijn Levens1 ) Daar pinoza namelijk nog niet wist dat een mensch eigen-lijk nit een weekdier was ontstaan, kon hij ook niet aannemen dat het mogelijk was dat menschen ooit bovenrnenschelijke eigenschappen zouden verkrijgen . Deze denkbeelden bleven voor Darwin en Nietsehe bewaard .
xIV
INLEIDIN .
leer vast, dat bet dus voor ons van bet hoogste belang was met onze medemenschen in vrede en eendracht to leven, en dat deze eendracht niet beter kon gewaarborgd worden dan wanneer ieder afstand deed van zijn recht om zich zelf to verweeren en dit overdroeg aan •e en overheid aan wie daartoe met aller instemming de vereischte macht moest worden verleend . Dienvolgens moet men dan ook voor zijn vaderland alles overhebben . utuma pietas erga patriam, leert pinoza in bet od geleerd. taatkundig Vertoog . Aan de overheid moet nu worden overgelaten to bepalen, wat als recht, wat als onrecht zal geld en (Eth . IV . 37 : pm .) Inaar in de rondwet van elk ijk moet worden vastgesteld, hoe de taat moet worden geregeld en wat tot de bevoegdheid der verheid behoort, m . a . w . hoe een regeering 7noet worden ingericht opdat alle dwingelandy (tyranny) hetzij van den koning (despotisme) hetzij van de egenten (oligarchie) [hetzij van bet grauw (ochlocratie) ] voorkome worde en de rust en vrijheid der burgerij ongeschonden bewaard bl jve
)
etgeen hier in loopend schrift is afgedrukt is door pinoza aan bet hoofd van zijn Vertoog gesteld en aarbij wordt staat als omschrijving onder den titel tot onze bevreemding geen melding gemaakt van de Volksregeering die wij tusschen [ ] er bij plaatsten terwijl deze toch blijkens den brief aan arig elles over de Indeeling van dit Vertoog geschreven mede door den schrijver zou behandeld worden en voor een klein gedeelte ook behandeld is et is alsof pinoza ) it pschrift staat in de orspronkelijke itgaaf niet al leen onder den titel maar ook boven het eerste oofdstuk
INL I IN
xv
voorzien heeft dat hij dit werk niet ten einde zou brengen Wat gereed gekomen was omschreef hij in bet oofd dat op het eerste blad staat het overi ge ontrukte ons de onverbiddelijke dood Intnsschen waren reeds vroeger in het vijfde zestiende negentiende en odgeleerd taatkundig twintigste oofdst van het Vertoog de hoofdlijnen der ware Volksregeering door den denker aangegeven zoodat wie beide Vertoogen grondig met elkander vergelijkt zich zeer goed een denkbeeld zal kunnen vormen van pinoza s staat kundig stelsel in zijn geheel en de toepassing daarvan op alle denkbare vereenigingen (societates) tot stand gebracht met het doel om eendraehtiglijk elkanders welzijn to bevorderen en naar hooger ontwikkeling to streven kortom elkander in alle levensomstandigheden ter zijde to staan (civitates) wel to onderscheiden van zooveel andere bonden alleen gesticht om een bijzonder doel to bereiken om zaken to doen om kunst en we tenschap to beoefenen om elkander tegen aanvallen van buitenlandsche vijanden to verdedigen enz enz zooals daar zijn de ilden de oyal ociety de anse de riple lliantie en de nameloos vele onden van onzen tijd oven alle deze troont de Volksbond of de taat zoowel wat de uitgebreidheid van zjjn doel en strekking als wat de hechtheid en de kracht zijuer in richting betreft it den aard der zaak staat bij het odgeleerd taat kundig Vertoog de vrijheid op den voorgrond I) het ) pinoza zegt zelfs in het wintigste oofdst dat het eind doel van den taat de vrijheid is en vergelijke oofdst en oofdst biz 2 en van mi}n vertaling
xVI
INL I IN
doel waarmede dat vertoog geschreven word en ver gete echter niet dat aldaar de vrijheid van denken en deze wordt alleen bedoeld juist uit then hoofde wordt aanbevolen omdat zij nooit gevaar kan opleveren voor de rust en de veiligheid van den taat veeleer een der hoofdvereischten voor rust en veiligheid kan worden genoemd ) ust en veiligheid zijn daarentegen het natuurlijk uitganspunt van t taatkundig Vertoog 2) en dit heeft dolph enzel ) aanleiding gegeven tot de bewering dat pinoza wellicht ten gevolge van de beroeringen die in 2 onze epubliek hebben geteisterd op het laatst zijns levens meer behoudend is geworden to meer omdat hij in ons Vertoog ook de ristocratie r mits good ingericht als een volmaakten staatsvorm er kende en daarin een soort van „religion civile ge handhaafd wilde zien die volgens bovengenoemden schrijver met de vrijheid van denken in het ( odgeleerd taatkundig Vertoog gepredikt onvereenigbaar zou zijn Indien hot pinoza vergund ware geweest de Volks regeering evenals de beide andere in hare betrekkelijke waarde to schetsen dan voorzeker zou het gebleken zijn dat deze niet minder clan de beide andere onder de noodige waarborgen geschikt to waken was voor het groote doel in het pschrift van ons Vertoog omschreven als het ongestoord bezit van vrede en vrijheid In bijzonderheden dit to betoogen zou ons ) ie het pschrift van het odgeleerd taatkundig Vertoog 2 ) ie oofdst V § 2 ) Wandlungen in der taatslehre pinoza s tuttgart
INL I IN
XVII
hier to ver voeren dat pinoza er evenwel niet aan dacht de Volksregeering minder dan die der egenten to achten blijkt reeds nit een enkele opmerking in het begin van oofdst XI waarin zoo juist en snedig de grondfout wordt blootgelegd die elke egentenregee ring aankleeft In een ristocratie zegt pinoza worden de regeerders gekozen het zijn de uitverkorenen Indien nu die regeerders werkelijk altijd de besten of aristoi in het ewind kozen dan zou de ristocratie inderdand de beste regeeringsvorm zijn maar het is nu eenmaal zoo met de menschen gesteld dat zij eenmaal aan het bewind niet de besten maar wel de rijksten en hun vrienden en bloedverwanten in de regeering kiezen en met het oog hierop is er geen enkele reden om niet de Volksregeering boven de egentenheerschappij to stellen zooals in oofdst XI duidelijk wordt aange toond Wat eindelijk de inrichting van iederen taat in het bijzonder betreft hierbij ging pinoza van het beginsel nit dat de handhaving en juiste toepassing der wetten niet beter to verzekeren was dan door die of hankelijk to waken van de meest voorkomende driften der men schen eerzucht namelijk en hebzucht pinoza meent dat in elken taat eon groot aantal bewindvoerders onmisbaar vereischte is en aangezien nu de groote meerderheid der menschen zich alleen door hun driften en begeerten leiden laat meende hij bij de inrichting zjjner taatsregeling bovenal op de kracht van ge noemde drijfveeren to moeten steunen omdat bij zulk een groot aantal regeerders op een handelen naar redelijk inzicht onmogelijk to rekenen viel II
xVIII
INL I IN
ok hier werd hij wederom geleid door zijn bewon derenswaardige gave om de dingen op to vatten zooals zij zijn die hij aan zijn wiskundigen denktrant to danken had en de kracht uitmaakt van al zijn wijs geerige beschouwingen
ot zoover over de algemeene strekking van dit Vertoog ot zij ons vergund hierbij nog enkele letterkundige en geschiedkundige opmerkingen to voegen Van geen der Nagelate Werken van pinoza kan bet tijdstip der vervaardiging nauwkeuriger worden be paald dan van het onderhavige In de Voorrede zeggen de itgevers dat hij het op het laatst zijns levens heeft ondernomen en de schrijver zelf spreekt in dit work van zijn thica als van een voltooid geschrift dus moot het na ugustus begonnen zijn toen pinoza gereed stood die thica nit to geven Vermoedelijk moeten wij aan arig elles de ver dienste toekennen den schrijver tot de samenstelling er van bewogen to hebben In eptember 4 schreef deze aan zijn vriend den wijsgeer een brief over de taatkunde van obbes en in een brief die over ons zonder adres of dagteekening zegt Vertoog handelt ) pinoza dat hij op dat tijdstip ( ) reeds tot de behande ling der lleenheerschappij genaderd was in zeker taatkundig Vertoog dat hij op aanraden van den vriend aan wien hij schreef had aangevangen e voor ) Wij hebberi then aan het einde van onze Inleiding afge drukt
INL I IN
onderstelling werp in
I
ligt voor de hand dat 4 aangeroerd
elles het onder
niet heeft losgelaten
pinoza zich na voleinding zijner
en
thica daardoor op
gewekt gevoelde ook het staatkundig vraagstuk op zijne wijze
d i
zelfstandig en grondig to behandelen
onthield zich daarbij late Werken
ij
zeggen de uitgevers der Nage
van het aanhalen van meeningen van
andere schrijvers maar gaf eenvoudig en duidelijk zijn eigen meening ten beste
it heeft sommigen in den
waan gebracht dat hem de denkbeelden van andere schrijvers onbekend waren dat hij zoo men zegt wel veel gedacht maar niet veel gelezen had eer
weet men nu nit den door den
Intusschen
ervaas van
voor het eerst in druk gegeven en door
ooyen
rof
reu
denthal in bijzonderheden nauwkeurig omschreven lijst zijner boekerij dat werken van ristoteles obbes acchiavelli ove orus lapmayer van den ugo rotius en andere voorname Latijnsche schrijvers daarin voorhanden waren en hem dus ieder oogenblik ten dienste stonden terwijl nit verschillende plaatsen der onderhavige verhandeling blijkt dat hij bovendien nog over een schat van andere bronnen beschikte rende tot de
paansche en
behoo
ebreeuwsche letteren
e geheele opzet van dit work doet vermoeden dat do schrijver daarbij
ristoteles tot voorbeeld genomen
heeft terwijl enkele bijzonderheden van uitvoering (b v de wijze van stemmen) ons herhaaldelijk doen denken aan de
olitycke Weeghschaal van de la
ourt
waar die stemming zelfs in plaat is weergegeven ij de beschrijving der beste hem
rragon voor oogen
lleenheerschappij stond
meer in bet bijzonder het
us
xx
INL I IN
publicum van ntonio erez zooals rof Landons mede deelt op b z 4 van het eerste deel der tweede aagsche uitgave van pinoza s werken ( oofdst VII van ons Vertoog) ij de behandeling der Veelhoo fdige regeering met eene regeerende hoofdstad als middenpunt dacht hij hoofdzakelijk aan Venetie en bij de egentenregeering bestaande uit vele verbonden steden waren de taten van olland uit den aard der zaak het voorbeeld waaraan hij zijne denkbeelden toetste ok hem was o is (stall) evenals den ouden het oerbeeld van den taat de staatkundige kiem of eenheid zooals ook het woord burger ook nog bij ons de herinnering bewaard aan den stedeling die onder de hoede van den burgt woonde In de stad ontwikkelt zich dan ook inderdaad het eerst een geregelde samenleving en nog altijd heet bij ons de staatkunde de politiek of stadsregeerkunst al behoort ook in onzen tijd de beperking van een taats wezen binnen de grenzen eener stad nagenoeg tot het verledene ivis civitas status civilis moeten dus door ons vertaald worden door taatsburger taat en taats regeling In den nieuwen tijd heeft de taat de tad vervangen In de zeventiende eeuw had het woord tatus taat de beteekenis van tatus of toestand naturalis was Natuurtoestand tatus civilis rechts toestand of taatsinrichting men sprak van den staat der genade den staat der zonde enz enz och keeren wij tot ons onderwerp terug Wij hebben boven aangetoond welke voorbeelden uit de geschiede nis pinoza bij zijn ontwerp eener en en Veelhoofdige regeering ten dienste stonden n
INL
I
IN
I
Ware hij in de gelegenheid geweest zijn plan eener rolksregeering nit to werken dan had hij ongetwijfeld de oorspronkelijke inrichting van den Israelitischen taat tot richtsnoer genomen zooals duidelijk blijkt uit bet de en de oofdst van bet odgeleerd taat kundig Vertoog Wel verre dus van zuiver bespiegelend to werk to gaan blijkt ons dat hem de taatsinrichting van parta ome thene enua Venetie urkije rankrjjk en ngeland nauwkeurig bekend waren en hij zich ten doel bad gesteld zich naar de ervaring daar mede opgedaan to regelen ij zegt dit met zoovele woorden in den aanhef van ons Vertoog In de verdeeling der oofdstukken zooals die in den brief aan elles zijn aangegeven ziet men den gang van zijn betoog ) e vertaling van lazemaker is op vele plaatsen gnduidelijk en op verre na niet zoo nauwkeurig als die der overige werken et moeielijkst voor den vertaler zijn de vak of kunstwoorden die herhaaldelijk in dit Vertoog voorko men pinoza heeft ze uit de Latijnsche taal of uit bet Qrieksch ontleend maar daar deze uitdrukkingen bier met recht stadhuiswoorden to noemen ook na den val van ome in elke staatsinrichting steeds dienst bleven doen zijn ze telkens weer voor andere ambten en betrekkingen en beginselen gebezigd en is de ver warring daardoor grenzenloos geworden ) elf gaf pinoza geen pschriften aan zijn oofdstukken W ij hebben die er bijgevoegd tot gemak van den lezer ok bbebben we een enkele rnaal de woorden onderstreept en enkele anteekeningen onder de bladzijden geschreven
x II
INL I IN
oo noemt men zich thans b v democraat en is desniettemin een oprecht aanhanger van de monarchie terwijl een ander democraat wil zijn maar vreest voor volkssouvereiniteit ) en patricier vroeger altijd een regeeringspersoon is in onzen tijd een man van be schaafde vormen geworden et woord epubliek ge durende eeuwen begrepen als het emeenebest of de aken van taat wordt thans alleen gebezigd voor die staatsinrichtingen die geen eenhoofdig gezag erken nen enz enz eze spraakverwarring steeds en dagelijks toene mende sinds men uit de hoogte op de uden is gaan neerzien is voor velen onzer staatkundigen een onder zeesche klip waarop vele hunner redeneeringen telkens weer stranden ewenscht is het dus om voor a es wat met de inrichting van den taat verband houdt ollandsche woorden to kiezen to meer daar onze taal thans rijk genoeg is om aan then eisch to beantwoor den aarom hebben we getracht alle vreemde woorden to vermijden maar zijn nu ook verplicht van de voor naa mste welke wij er voor in de plaats stelden reken schap to geven erst het algemeen gebruik kan woorden eiken of munten zooals ome zei zoolang dit niet bestaat moet ieder die zelf woorden kiest zich daarover verantwoorden et oordeel der ge ook gebruikt voor volks ) et woord democratie wordt N gezindheid en nu en dan voor het minvermogende deel der burgerij evenals men door aristocratie de aristoi of aanzienlijken pleegt aan to duiden!! en zou even goed den koning de mo narchie kunnen noemen
INL I IN
III
meest I) moet uitmaken of de woorden die gekozen worden doeltreffend zijn en in den smaak vallen er zake dus In t algemeen zij opgemerkt dat wij bij het kiezen onzer uitdrukkingen zelden op de ge schiedkundige maar meest op de letterlijke beteekenis acht sloegen Xatura beteekent bij pinoza het l maar ook wel wat wij natuur noemen en soms ook het wezen of den aard der dingen us beteekent a heerschappij of rechtsgebied b aan spraak op t een of ander In t eervoud meest rechts instellingen of wetten es publica is vertaald door emeenebest lgemeen welzijn of aken van taat niet door epubliek omdat de publieke zaak de res publica of het algemeen be lang niets to maken heeft met de vraag of de behar tiging daarvan aan een aan meerderen of aan alien is toevertrouwd e ud ollanders spraken van de ussiae alliae enz en thans espublica Venetiae spreekt men nog van een republiek der letteren zonder daarbij in t minst aan een overheid to denken onarchie is vertaald door lleenheerschappij omdat daaronder niet alleen een koningrijk maar ook een keizerrijk en residentschap als van Napoleon III een riesterrijk of een eizerlijk riesterrijk to verstaan is ristocratie is vertaald door egentenheerschappij of egentenregeering Volgens pinoza is een ristocratic een regeering waar zij die regeeren door de regeerenden worden verkozen ij noemt ze atriciers ) Niet de openbare meening want wat openbaar is is nog niet altijd algemeen en omgekeerd
XXIV
INL I IN
eze atricii werden voorondersteld de ap~o zot to zijn ook wel selecti genoemd lazemaker noemt ze eurraden of itverkorenen nze vaderen noemden ze eeren rooten egee rings of verheidspersonen Vroedschappen Vroede Vaderen anzienlijken ud urgers (de eigl vertaling van atricii) en egenten egenten is de letterlijke vertaling van lato s apxovrrcc dat overigens dit woord rgenten de beste vertaling is van pinoza s atricii blijkt nit bet taat kundig Vertoog VIII en X In de emocratie van pinoza hangt bet recht om mede to regeeren iet of van de keuze der regenten maar van wetten en bepalingen die voor ieder burger gelden b v dat men in bet land geboren is dat men een zekeren leeftijd bereikt heeft dat men een bepaalde som in de belastingen betaalt enz al to maal cigen schappen die hoewel zeer grillig verdeeld niet of hangen van de gunst of willekeur eener bestaande overheid en min of meer van bet toeval afhankelijk zijn it recht om mede to regeeren bestaat niet als bij ons alleen in bet kiezen van regeeringspersonen maar in het medestemmen in den Volksraad en bet bekleeden van ambten Niet bet lgemeen iesrecht maar het lgemeen temrocht is bet hoofdkenmerk der democratic zooals dat vroeger to thene en to ome in onzen tijd in witserland nog in zwang is In de cerste tijden der epubliek werden volgens ooft ook nog de chut terijen geraadpleegd in zaken van gewicht in vele ansesteden hadden de ilden belangrijken invloed op de regeering
INL
I
IN
V
l spoedig echter geraakte doze den volksinvloed begunstigende regeling in onbruik en van dat tijdstip of aan moesten de burgers maar prijzen wat de eeren verkozen to wijzen on zoo is hot gebleven tot op den huidigen dag aar nu in elke emocratic de bepaling dat men tot hot yolk zelf moot behooren om urgerschapsreehten to kunnen doen golden op den voorgrond staat terwijl itlanders daarvan zijn uitgesloten en hovendien aan het Volk do regeering is toevertrouwd kan emocratic wel niet beter dan door Volksregeering worden ver taald e afwijkingen of ziekteverschijnselen der drie voor naamste regeeringsvormen noemden wij dwingelandij familieregeering of heerschappij van t gemeen ictator heet een ijks of Lahdvoogd omdat en hem slechts tijdelijk de oppermacht wordt opgedragen ooals to ome in tijden van nood en bij ons geregeld in Ned ost Indie lke voogdij is een onbeperkte maar tevens tijdelijke plaatsvervangende macht onsul word oudtijds altijd door burgemeester vertaald it fraaie wooed heeft thans evenwel een bepaalde en wel plaatselijke beteekenis en daarom moot er helaas een antler voor worden gezocht taatshoofd ezag hebber ewindvoerder ijksbestierder kan daarvoor in do plaats treden Imperium is gebied gezag orde regeering een woord van algemeene beteekenis Imperator is een bevelhebber van hot leger men kan zoo noemen elk die gezag voerder is ivitas is de staat de burgerij of de gemeente
XXVI
INL I IN
amilia is een bijzonder moeielijk to vertalen woord_ Volgens Nizolius pinoza s Lexicon kan familia bloed verwantschap geestverwantschap of krijgskameraad schap beteekenen een huisgezin een school of een krijgsbende lazemaker en du rat de ransche Vertaler van ons Vertoog spreken van geslacht of famille ns is bet voorgekomen dat familia bier en daar door volksafdeeling wijk of groep moet weerge geven worden Wij gronden deze meening op de na volgende overwegingen In VI wordt elke familia afgedeeld in cohorten en legioenen In VI worden alle burgers door de overheid in familien afgedeeld die afzonderlijke namen krijgen In VI komt af meet nit elke familie deeling ook beter to pas In VI wordt een rechtsgeleerde gekozen worden In XI gesproken van alle cives uniuscujusque familiae en VI 2 van een hiliarcha cujusdam familiae en rijk van familien is ook veel to weinig voor als familie door geslacht moet ver een koningrijk taald worden uigens noemt in een zijner verzen nit de edificia de rovincien gentes pinoza kan de tammen Israels de ttica of de comitia curiata van ome ~u~ac van voor oogen gehad hebben et waarschijnlijkst is echter bier aan een legerafdeeling to denken met staatkun dige beteekenis zooals eertijds de chutterij der teden in onze epubliek (zie Wagenaar mst ) en had ven dels van verschillende kleuren I) ulk een cendel telde een vierhonderd man et woord familia zou dan met onze kiesdistricten t) et dorp Wijehen is nog in otten afgedeeld
INL I IN
XXV II
overeenkomen of wijken waarin iedere stad verdeeld is yndici waren to
thene de mannen die moesten
toezien dat de wetten waarop de zouden zeggen de
taat rustte wij
rondwet steeds geeerbiedigd werd
lazemaker noemt ze
wetverdedigers
zou het beste woord voor ons zijn
Wethouder indien dit niet
wederom door het plaatselijke bewind was in beslag genomen
aad van
tate schijnt ons de beste vertaling
om de beteekenis die dit woord thans voor ons heeft e
ranschen hebben dit woord verlaagd en gebrui
ken het tegenwoordig alleen voor een samenspanning tot het behartigen van geldelijke belangen allerminst van rechts oncilium ijks
waarbij
of wetsverdediging sprake is
upremum is de roote Vergadering de of Volksraad In onze epubliek waren
Land
het hunne
oog
mogenden
ooge
ogenden aad
in
olland
unne
del
zou eigl de beste vertaling
zijn indien deze uitdrukking niet bij ons een uitsluitend rechterlijke beteekenis had verkregen enatus eigenlijk
aad der
misschien het beste
aad van
ewind blijkt
it
uygens
dat men in
aden
enatus
olland wat de voor de Voor
edificia (zie
omenta
itvoerend esultoria)
ecommitteerde
noemde
ij waren voor de taten van aad van tate toenmaals moest wezen
epubliek to weten het
alleen bij het
pinoza s geest
itvoering of
pinoza s tijd de
enatus kozen wij
noemden wij nog
uden in
itvoerend Lichaam
egeeringsraad
en enator
aadsheer al is dit woord ook tegenwoordig of in gebruik
In
uitschland is het
raadslid en concilium bij ons en bij de
uitsehers thans
XXVIII
INL I IN
aad en ath (eigl consilium) geheeten is letterlijk een vergadering een bijeenkomst door de kerk coetus of synode door ooze nieuwsbladen een meeting en door ondernemers van nijverheidstentoonstellingen con gressen genoemd ollandsche et eerztgenoemde woorden wordt het ook door ugo de root vertaald Waar men echter iet maar bij enkele gelegenheden maar veelvuldig en regelmatig to zamen komt is aad een betere vertaling dan ijeenkomst e krjjgsnamen heb ik op goed geluk gekozen In IX volgen tribuni duces signiferi elkander op die door lazemaker met kolonellen hopmannen en vaan drigs vertaald worden Voor alle rangen hebben wij die onder aurits en tevin de beste krijgsschool hadden van uropa ook uitmuntende woorden aan to wijzen en generaal is een veldheer of opperbevelhebber een admiraal is eon zeevoogd een capitein is eon overste of hopman eon soldaat of militair is een krijgsdienaar of krijgsman een invalide of emeritus is een oud gediende terwijl ons voorts nog de woorden vaandrig ritmeester enz voor andere rangen ton dienste stain erwijl vroeger de ranschen aan ons hun woorden op dit gebied ontleenden gaat het thins om gekeerd Lansknechten ruiters dijken masten en bol werken komen alle voor in de ransche taal het woord boulevard wordt thans zelfs weer door ons overgenomen och at ons zwijgen over al die dingen waarin een groot yolk als het onze zoo erbarmelijk klein kan zijn en eindigen met een algemeene beschouwing van ons Vertoog
INL I IN
XxIX
Wij zien den Wijsgeer ook hier wederom op het hooge standpunt staan van waar hij s menschen kennis in het uivere enken den godsdienst in het odge leerd taatkundig Vertoog en de wereld en het leven in zijn thica had bezien ijn klare wetenschap en helder inzicht berustte op het geloof en de schouwing van het eeuwige ijn den onveranderlijken bestaans grond der dingen die zich wel op duizendvoudige wijzen (infinitis modis) openbaart maar desalniet temin altijd zichzelf gelijk blijft p dit standpunt is alleen wetenschap mogelijk et het eeuwige Worden is niets aan to vangen het leidt slechts tot moedeloosheid en ellende ok hier uitgaande van het onvergankelijke wezen van den mensch trachtte pinoza vaste grondslagen to leggen voor de verschillende staatsgebouwen die door en voor menschen kunnen worden opgericht en wist zich met vermijding van alle eenzijdigheid daarbij to vrijwaren zoowel voor de overdreven verwachtingen van een koningrijk der hemelen op aarde als voor de droefgeestige beschouwingen van een obbes en acchiavel oo is het hem gelukt denkbeelden hierin neer to leggen die de dingen doen kennen in hun eeuwig karakter of zooals hij zelf het uitdrukt „der dingen nootsakelijkheid betreffen ulke denkbeelden kunnen ten alien tijde dus ook nu nog de grootste diensten bewijzen aan het menschelijk geslacht W
I
STAATKUNDIG VERTOOG .
I van
de
pinoza aan een vriend over den opzet
en de indeeling van het
este Vriend !
taatkundig Vertoog
wen brief die mij zoo welkom was
ontving ik gisteren
Van harte dank ik u voor de
onvermoeide zorg welke gij voor mij draagt en zeker zou ik deze gelegenheid niet laten voorbijgaan indien ik niet met een ander werk bezig was dat ik van meer belting acht en dat u naar ik vertrouw nog beter zal bevallen op
kundig Vertoog aanraden
begonnen ben
es
Inleiding tot het werk zelf bet Natuurrecht het
taat
dat ik eenigen tijd geleden op uw
Vertoog zijn reeds gereed
heid
Ik ben namelijk
t oogenblik aan bet bewerken van zeker
het
bet
erste is een soort weede handelt over
erde over het recht der
Vierde over de
tot den werkkring der
oofdstukken van dit et
ver
taatsaangelegenheden die
verheid behooren
het V#fde
over het hoogste en einddoel van elke geordende samenleving een
bet
esde over de vraag op welke wijze
enhoofdige regeering moet worden ingericht om
niet in dwingelandij to ontaarden
hans behandel ik
het evende oofdstuk waarin ik achtereenvolgens hot nut van alle punten van het zesde betreffende de inrichting eener good geordende koninklijke regeering tracht uiteen to zetten aarna zal ik tot de egentenregeering en de Volks heerschappij overgaan en eindigen met de wetten en enkele andere vraagstukken van bijzonderen aard die met de staatkunde in verband staan n nu vaarwel enz
V
N I W
IN
W
N
N
V
W L IN
N
WIN
L N
V
N L
NI
I N
W
W
N IN
V
W N
N V I II I
N
V
I I
N
N
W
N I NLI
W I
VI
N
LL
N
LL N
I (INL
I
IN
)
e aandoeningen waaraan wij menschen ten prooi zijn worden door de Wijsgeeren beschouwd als gebrekeu waartoe de mensch door eigen schuld vervalt en die ze daarom dan ook plegen to bespotten to bejammeren to berispen of als zij zelven gaarne voor heiligen doorgaan to vervloeken n daarom meenen zij een gode welgevallig werk to doen en het toppunt van wijsheid bereikt to hebben wanneer zij de menschelijke natuur zooals die nergens to vinden is op allerlei wijzen ophemelen en s menschen aard zooals die inder daad is onophoudelijk met schimpredenen overladen kunnen daar ze zich de menschen niet voorstellen zooals zij zijn maar zooals zij wilden dat ze wares
I
~
I
ot gevolg daarvan is gewcest dat ze meestal in plants van eon levensleer spotdichten hebben geschreven en nooit eon staatsleer samenstelden die bruikbaar was maar altijd een leer die voor niets anders dan een hersenschim to houden was of alleen kon worden toe gepast in topia of in die befaamde gouden eeuw der dichters waar eon dergelijke leer zooals van zelf spreekt volstrekt overbodig was aarom wordt wat van alle wotenschappen gezegd wordt die in het leven worden toegepast hoofdzakelijk aan de taatkundc verweten dat namelijk haar leer zeer verschillend is van hare toepassing terwijl voor hot taatsbestuur niemand min der geschikt wordt geacht dan geleerden en wijsgeeren 2 taatslieden van heroep hebben daarentegen den naam dat zij de mensehen veeleer zoeken to bedriegen dan wel voor hun belangen waken en worden daarom niet zoozeer om hun wijsheid dan om hun geslepenheid gerocmd e ondervinding toch leerdo doze lieden dat or gezondigd zou worden zoolang er menschen zijn en als ze daarom do menschelijke hoosheid trachten to keer to gaan en dat wel door middel van allerlei kunstgrepen die do ondervinding hen op den langen duur heeft geleerd en meestal worden toegepast door menschen die zich nicer door vrecs dan door de redo laten leiden worden ze verdacht zich tegen den gods dienst to verzetten en wel voornamelijk door de odge leerden die meenen dat de overheid bij do behartiging der algemeene belangen dezelfde zedelijke voorschriften inoet volgen waaraan ieder gewoon burger gehonden is at echte taatslieden overigens veel beter over staats zaken geschreven hebben dan Wijsgeeren is boven alle
INL I IN
bedenking verheven want daar zij de ondervinding tot leermeesteres hadden given zij geen voorschriften die niet voor toepassing vatbaar waren Nu ben ik vast overtuigd dat de ervaring ons alle soorten van staatsregelingen die bedacht kunnen worden om de menschen in eendracht to doen leven met en benevens de middelen waardoor de menigte moet geleid of binnen zekere grenzen gehouden worden reeds heeft leeren kennen zoodat ik niet geloof dat wij iets zouden kunnen uitdenken dat met praktijk of ervaring in overeenstemming is of het is reeds be proefd en getoetst Want het is met de menschen aldus gesteld dat ze niet kunnen leven zonder eenig algemeen erkend recht at gemeene recht echter zoowel als het staatsbeheer is ingesteld en beoefend door zeer scherpzinnige hetzjj geslepene hetzij slimme menschen en daarom is het bijna niet denkbaar dat wij iets wat der gemeenschap ten nutte kan strekken zouden kunnen uitvinden wat niet reeds door de omstandigheden of het toevai was aan de hand gedaan en door menschen die zich op het algemeen belang toeleggen en daarbij hun eigen welzijn willen behartigen nog niet ontdekt was 4 oen ik dus mijn aandacht wijdde aan de taatkunde heb ik mij niet voorgesteld iets nieuws of ongehoords maar alleen dat wat met de praktijk het beste was overeen to brengen op duidelijke en over tuigende wijze aan to toonen of nit de natuur van den mensch zelf of to leiden en om nu datgeen wat met deze wetenschap in verband staat even onbevooroordeeld to onderzoeken als wij dat met wiskundige zaken gewoon zijn heb ik er Inij ijverig op toegelegd de
4
ti
I
daden der menschen niet to bespotten to beschreien of to verfoeien maar alleen ze to leeren verstaan zoodat ik dan ook allerlei menschelijke aandoeningen als daar zijn liefde haat toorn nijd eerzucht barmhar tigheid en zoovele andere gemoedsbewegingen niet als gebreken der menschelijke natuur maar als eigen schappen daarvan heb beschouwd die daartoe evenzoo behooren als hitte koude onweer donder en dergelijke tot den aard van den dampkring dingen die hoe onaangenaam ook toch onvermijdelijk zijn en be paalde oorzaken hebben door middel van welke wij hun acrd trachten to verstaan waarna hun ware be schouwing onze ziel alsdan niet minder verheugt dan de kennis van dingen welke onze zintuigen aangenaam aandoen § Want dit is zeker en de waarheid hiervan hebben wij in onze thica bewezen ) dat de menschen onvermijdelijk aan aandoeningen onderhevig zijn en dat hun aard medebrengt dat ze medelijden hebben met hen wien bet slecht gaat en hen wien bet goed gaat benijden dat ze eer tot wraak dan tot barmhar tigheid overhellen en dat bovendien elkeen verlangt dat alle anderen leven naar zijn zin goedkeuren wat door hem wordt goedgekeurd en afkeuren wat hij zelf afkeurenswaardig acht angezien zij nu allen echter tegelijk de eersten willen zijn is hiervan bet natuurlijk gevolg dat ze met elk ander in strijd geraken en zooveel in hun vermogen is
en
) ie th III en IV voorn IV 4 2 pm en IV anhangsel §
e
ev III
pm
INL I IN
elkander trachten to fnuiken waarbij hij die overwin naar is zich meer daarop verheft dat hij den ander hinder deed dan dat hij zichzelf heeft bevoordeeld ) n ofschoon alien vast overtuigd zijn dat de gods dienst daarentegen leert dat ieder zijn naasten als zich zelf moet beminnen dat wil zeggen dat ieder zijns naasten recht moet verdedigen alsof het zijn eigen was zoo is het ons toch gebleken dal deze overtui ging tegenover onze hartstochten weinig vermocht °) Wel doet zij zich gelden in de tire des doods als namelijk onze hartstochten door de ziekte overmeesterd zijn en de mensch verslagen ternederligt of in kerken waar de menschen niets met elkander hebben nit to staan maar op de markt of in regeeringskringen waar het juist hoog noodig zou zijn volstrekt niet ovendien hebben wij er nog op gewezen dat de rede wel veel vermocht om s menschen aandoeningen in toonl to houden en to leiden ) maar tevens gezien dat de weg then zij ons wijst bijzonder moeiliik is 4) dermate dat zij die meenen dat men de menigte of hen die in staatszaken elkanders tegenstanders zijn er toe zou kunnen brengen alleen volgens de voorschriften der ede to leven nog droomen van de gouden eeuw der dichters of aan sprookjes geloof slaan it alles in aanmerking genomen zal dan ook een rijk welks welzijn afhangt van de goede trouw van een of ander mensch en welks belangen niet goed ) 2)
th IV th IV th V 4
4)
th V
42
pm pm pt
L
kunnen behartigd worden tenzij de menschen die ze waarnemen to goeder trouw willen handelen volstrekt niet duurzaam zijn al het daarentegen stand houden dan moot de staatsregeling zoo worden ingericht dat zij die aan hot hoofd van zaken staan hetzij ze zich door de rede laten leiden of door hun hartstochten er nooit toe kunnen gebracht worden trouweloos of slecht to handelen Voor de veiligheid van een rijk is het onverschillig door welke overweging de menschen zich laten leiden tot een goed bewind van zaken mits de zaken slechts behoorlijk bestuurd worden want groot moedigheid of geestkracht is de deugd van den enkeling de deugd van een rijk echter bestaat alleen in de zeker heid van zijn bestaan indelijk zij nog opgemerkt dat alle menschen zonder onderscheid onbeschaafde zoowel als beschaaf de overal betrekkingen met elkander aanknoopen en eenigerlei staatsordening vestigen reden waarom de verklaring en de natuurlijke grondslagen van elke regeering niet in de voorschriften der ede moeten wor den gezocht maar afgeleid uit der menschen gemeen schappelijke geaardheid en gesteldheid hetgeen wij in het volgende oofdstuk zullen doen
( V
N
)
In ons odgeleerd taatkundig Vertoog hebben wij over bet Natuurrecht en het ( urger of ) ) taatsrecht gesproken =) terwijl wij in onze thiek hebben uiteen gezet wat zonde wat verdienste wat rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid ) is en ten slotte ook aantoonden waarin s mensehen vrijheid bestaat m nu echter de lezers van dit vertoog niet to noodzaken datgene wat bier vooral in t oog gehouden moet worden in andere boeken to zoeken ben ik van plan die zaken bier nog eens to behandelen en met bewijzen to staven Van elke in de natuur voorkomende zaak kan men zich een juist begrip vormen onverschillig of (lie zaak op dat oogenblik al dan niet bestaat [want uit de definitie van de dingen die in de natuur voorkomen is eveninin het begin als de duur van dat bestaan of to leidenj ) Want hun denkbeeldig wezen blijft onver anderd hetzelfde zoowel v r als nadat hun bestaan ) Letterlijk staat bier burgerrecht WijI bij ous echter ale urger stedeling in den taatsburger veranderd is moet ook hier als elders ivilis door taats vertaald worden l odgel taatk Vertoog st ) th IV pm 2 IV 4) eze zin wordt later herhaald en schijut this bier overbodig
If
eon aanvang neetnt oodat dus noch hot begin van hun bestaan noch de voortduring daarvan kan volgen uit hun wezen en ze do kracht die ze behoeven oin hun bestaan to beginnen ook noodig hebben om dat voort to zetten Waaruit volgt dat do kracht waardoor lles wat in de natuur is bestaat en dus ook werk zeant is geen andere wezen kan dan de eeuwige macht van od zelf Want geen andere macht tot de geschapene dingen behoorende zou in staat zijn zich zolf en dus evenmin wet in de natuur voorkomt to onder houden maar veeleer zelf de macht die zjj noodig had om geschapen to worden ook behoeven om in dat be staan to volharden it deze waarheid nu dat de macht waardoor § alle dingen in de natuur bestaan en werken niets anders is dan ods inacht ze lf valt licht of to leiden wat hot Natuurrecht is Want dewijl od rocht heeft op alles en ods recht niets anders is dan ods macht zelf voor zoover deze als volstrekt onbeperkt en vrij wordt beschouwd zoo volgt hieruit dat elk ding in de Natuur uiteraard zooveel recht heeft als bet kracht bezit om to bestaan en to werken aangezien de macht waardoor ieder ding in do natuur bestaat en gedreven wordt geen andere is dan odes eigen Inacht die door niets gebonden is § 4 nder bet natuurrecht versta ik dus niets anders dan de wetten en regels der natuur volgens welke alles geschiedt ik bedoel do macht der Natuur zelf n zoo zien we dus dat bet oorspronkelijk recht der geheele natuur en dientengevolge van ieder wezen op zich zelf zich evenver uitstrekt als zijn macht en dat
V
N
I[
derhalve alles wat de mensch doet overeenkonlstig den eiseh zijner natuur door hem gedaan wordt krachtens hot recht hem door de iiatuur geschonken en hem evenveel recht toekomt op alles vat in de natuur is als hij macht over haar kan uitoefenen Indien het nu met de menschelijke natuur zoo § gesteld was dat de menschen alleen volgens het voor schrift der redo leefden en naar niets anders streefden dan zou het natuurrecht voor zoover dit als der mensch heid in t bijzonder eigen wordt beschouwd enkel door de macht der edo bepaald worden och meestal laten zich de menschen veel meer door blinde lusten dan door de edo leiden en daarom is de bepaling van s menschen natuurlijk vermogen of recht niet in de ede to zoeken maar in allerlei lusten die hen dwingen tot handelen en waardoor zij zich in hun bestaan trachten to handhaven Wel is het niet to o tkennen dat die begeerten welke niet uit de ede ontstaan veeleer lijdingen zjin clan handelingen van den mensch maar daar wij bier over de macht of het recht (de kracht of rechtsmacht) der N atuur in t algemeen spreken mogen wij bier ook geen onderscheid maker tusschen begeerten die uit de ede en begeerten die door andere oorza ken in ons worden opgewekt aangezien zoowel doze als gene Natuurwerkingen zijn en beide ons Natuur kraehten openbaren waardoor de mensch er naar streeft om in zijn bestaan to volharden e mensch toch is hetzij hij wijs hetzij hij onwetend is een deel der \atuur en alles wat iemand tot handelen drijft moet als \ atuurkracht beschouwd worder voor zoover deze
II
zich immers in de natnur van dezen of genen mensch openbaart Want of een mensch zich bij zijn hande lingen door de ede of alleen door zijn lusten laat leideu zoo is toch alles wat hij doet overeenkomstig de wetten en de regels der N atuur dat is (volgens 4 van dit st ) volgens het recht hem eigen van nature e meeste menschen daarentegen gelooven dat de dwazen de orde der \natnur veeleer verstoren clan opvolgen en denken zich de menschen in de \aauur als een staat in den taat ij beweren namelijk dat de menschelijke ziel niet nit natuurlijke oorzaken out staat inaar onmiddellijk door od is geschapen en dat wel zoo onafhankelijk van alle andere dingen dat zij een onbeperkt vermogen heeft om zichzelf to bepalen en een goed gebruik van de ede te waken e er varing leert ons echter ontegenzeggelijk dat het evenmin in onze macht staat een gezonde ziel als een t r bovendien zoekt elk gezond lichaam to hebben ding zooveel het kan zijn eigen bestaan to handhaven en derhalve zouden alien indien zij de vrije keuze hadden om redelijk to leven of wel zich door blinde begeerten to laten leiden zonder eenigen twijfel de rede tot leids vrouw moeten kiezen en hun leven op verstandige wijze och is dit geenszins het geval want een inrichten ) e ver ieder laat zich medeslepen door zijn lusten geefs trachten de odgeleerden aan dit bezwaar to gemoet to komen door aan to nemen dat de oorzaak van deze onmacht in een gebrek van de menschelijke natuur of de zonde zou zijn to zoel en Want ook al ) Vergilius
el 2
V
N
had hot in de macht van den eersten mensch gelegen al dan niet to staan of to vallen hoe zou het dan mogelijk zijn dat hij gezond van zinnen zijnde en onbedorven van aard willens en wetens ten val was ge komen ierop antwoordt men dat hij door den drivel verleid is geworden aar wie was het dan die den duivel zelf verleidde Wie heeft bid ik u then duivel zelven den voortreffelijksten van alle denkende schepselen zoo waanzinnig gemaakt dat hij zich wilde verheffen boven (god oest hij dan niet als hij een reine ziel bezat zich zelven en geheel zijn bestaan zooveel in hem was trachten to behouden oe was het voorts mogelijk dat de eerste mensch zelf holder van geest en meester van zijn wil als hij was zich liet verleiden en zijn ziel in den vat liet lokken Want hadde hij de macht gehad zijn rede goed to gebruiken dan kon hij niet bedrogen worden aange zien hij dan immers noodwendig alle krachten die hij had zou ingespannen hebben om zich in zijn bestaan to handhaven en zijn ziel rein to houden e onderstelling nu is dat hij die macht bezat dus moest hij noodzakelijk zijn ziel rein houden en lion men hem ook niet bedriegen it zijn geschiedenis blijkt echter dat dit niet het geval is geweest en daarom moeten wij wel aannemen dat het niet in de macht stond van den eersten mensch om een good ge bruik van zijn rede to maken maar dat hij als wij aan hartstochten onderhevig was at nu de mensch evenals alle andere wezens zijn bestaan zooveel in hem is tracht to handhaven kan niemand ontkennen Want indien hij hierin van
_>
II
andere wezens verschilde zou dit hieruit moeten voort spruiten dat de mensch een vrijen wil had aar hoe vrijer wij ons den mensch denken des to meer zien wij ons verplicht aan to nemen dat hij genoodzaakt is zichzelf in stand to houden en zijn verstand to gebruiken hetgeen ieder wij gaarne zal toegeven die vrijheid niet met willekeur verwart Want vrijheid is een deugd of vol maaktheid derhalve kan datgeen wat den mensch als zwakheid moet worden aangerekend nooit als een nitvloeisel van zijn vrijen wil worden beschouwd en mensch dus vrij to noemen omdat hij ook niet kan bestaan en Wet van zijn rede gebruik maken gaat volstrekt niet aan men mag hem alleen zoo noemen voor zoover hij wel de macht heeft om to bestaan en to handelen volgens de wetten der Inenschelijke natuur oe meer vrijheid wij den mensch toekennen des to minder recht hebben wij om to zeggen dat hij van zijn rede ook geen gebruik zou kunnen waken en het kwade boven bet goede verkiezen evenals ook de od he id die volstrekt vrij bestaat denkt en handelt to wel to verstaan krachtens gelijkertijd genoodzaakt is om aldus to bestaan to den eisch zijner eigen natuur denken en to handelen Want zeker is het dat od met dezelfde vrijheid handelt als waarmede hij bestaat n evenals hij nu krachtens den aard van zijn wezen bestaat zoo handelt hij ook krachtens den aard van zijn wezen dat is volmaakt vrij Wij konien dus tot het besluit dat bet niet in de macht ligt van iederen mensch ten alien tijde van zijn rede gebruik to inaken en zich op dit toppunt van menschelijke vrijheid to handhaven dat ieder evenwel
V
N
altijd zooveel in zijn vermogen is zijn bestaan tracht to handhaven en dat (daar ieders recht zich zoover uitstrekt als zijn macht zich kan doen gelden) al wat cen ieder poogt of doet hij moge wijs zijn of be krompen volkomen geschiedt krachtens het recht hem van nature geschonken ieruit volgt dat het recht en de ordening der Natuur waaronder alle menschen ge boren worden en voor het grootste deel voortleven niets verbiedt dan wat niemand wenscht en wat niemand vermag en dat geen twist noch haat geen toorn noch listen kortom niets van al datgeen waartoe onze listen ons drijven daarmede in strijd is n hierover ver wondere men zich niet want de Natuur is niet gebonden aan de mensehelijke rede die niets anders dan het waarachtig belang en behoud van den mensch beoogt maar aan tallooze andere wetten die samenhangen met de eeuwige orde der dingen waarvan de mensch slechts een uiterst klein deeltje is lleen naar deze orde der dingen zijn alle wezens met noodwendigheid genoopt zich to schikken hun leven op bepaalde wijze to leiden en zich to gedragen Is er dus jets in de wereld dat ons bespottelijk ongerijmd of verkeerd voorkomt dan is dit daaraan toe to schrijven dat wij de dingen slechts ten deele kennen en grootendeels onbekend zijn met de inrich ting en den samenhang der Natuur in haar geheel en tevens wenschen dat alles zich naar den eisch onzer rede schikt alhoewel toch datgene wat onze rede ver keerd acht volstrekt niet verkeerd is uit het oogpunt van de wetten en de orde der geheele natuur maar alleen met het oog op de wetten van ons wezen
4 it bet bovenstaande volgt verder dat ieder zoo lang aan een ander rechtens onderworpen is als hij in diens macht is daarentegen geheel zijn eigen meester voorzoover hij alle geweld kan keeren en alle leed hem aangedaan naar zijn hart hens ingeeft wreken kan kortoin voorzoover hij geheel kan levee naar zijn cigen zin Nu heeft men iemand in zijn macht als men § hem geboeid heeft of alle wapens en middelen om zich to verdedigen of to ontsnappen ontnomen heeft of vrees heeft ingeboezeind of door weldaden zoodanig aan zich heeft verbonden dat hij liever zijn weldoener dan zich zelf ter wille is en liever naar diens zin dan naar zijn eigen zin wil ]even Wie nu een ander op de eerste of de tweede wijze in zijn macht heeft heeft slechts zijn lichaam niet zijn geest in bedwang op de derde en vierde wijze maakt men den ander naar ziel en lichaam van zich afhankelijk doch alleen zoolang oodra een van beide ophoudt vrees en hoop duren to bestaan herneemt de ander zijn vrijheid van handelen aar ook onze oordeelskracht kan onder de heerschappij van een ander geraken in zooveronze ziel door een ander kan worden bedrogen waaruit volgt dat onze ziel alleen in zoover zich zelve meester is als zij in staat is een goed gebruik van de rede to maken n daar nu verder de macht des menschen minder naar zijn lichaamskracht dan wel naar zijn geest kracht inoet worden afgemeten volgt hiernit dat zij het onafliankelijkst zijn die uitblinken in het gebrui ken van hun cede en zich door haar in hoofdzaak aarom poem ik dan ook een mensch laten leiden
V
N
cu
rr
volmaakt vrij voorzoover hij zich door de rede laat leiden omdat hij alsdan tot handelen wordt genoopt door redenen die geheel on al en enkel nit zijn eigen natuur kunnen worden begrepen al is het dan ook dat hij door deze met noodzakelijklieid tot handelen genoopt woodt Want de vrijheid heft de noodzakelijk heid eener handeling niet op maar onderstelt die veeleer zooals door ons in § van dit oofdstuk is aangetoond en aan iemand gegeven belofte waarbij § men alleen mondeling beloofd heeft dit of dat to zullen doen wat men ook rechtens had kunnen nalaten of omgekeerd blijft zoolang van kracht als hij die de belofte deed niet van gezindheid verandert Want die de macht heeft zijn woord to breken heeft inderdaad van zijn recht nog geen afstand gedaan maar niets anders dan woorden ten beste gegeven Indien dus zoo iemand volgens t Natuurrecht zijn eigen rechter zijnde terecht of ten onrechte (want dwalen is men schelijk) mocht hebben ingezien dat er van de ge geven belofte meer schade dan voordeel to verwachten is besluit hij nit eigen volmacht zijn woord to moeten breken en doet dat krachtens het recht hem van na ture geschonken ( ie § van dit oofdstuk) Indien twee menschen samenkomen en hun krachten vereenigen kunnen ze samen meer doen en zullen dus ook to zamen meer macht over de natuur kunnen uitoefenen dan beiden zoolang zij op zich zelf staan en hoe meer menschen aldus hun krachten vereenigen des to meer macht zullen ze alien to zamen kunnen uitoefenen
§ 4 Voorzoover de menschen zich door toorn nijd of andere booze driften laten medeslepen verwijderen zij zich van elkander en zijn zij elkaers tegenstanders tegenstanders die zij to meer moeten vreezen naarmate zij meer vermogen en slimmer en geslepener zijn dan alle overige dieren en daar nu de menschen zooals wij in § van bet vorige st zeiden voor het grooter deel van nature aan deze hartstochten onderhevig zijn zijn ze van nature elkanders vijanden Want mijn grootste vijand is hij voor wien ik het meeste to vreezen heb en voor wien ik het meest op mijn hoede moet zijn ewijl echter (zie § van dit st ) in den natuurstaat een ieder slechts zoolang zijn eigen meester is als hij kan zorgen niet door een ander to worden overheerscht en het aan een man alleen nooit gelukken zal alien van zich of to weren zoo volgt hieruit dat zoolang het natuurlijk menschenrecht bepaald wordt door de macht van ieder enkeling en ieder zijn eigen recht behoudt dit recht eigenlijk geen recht is en meer in de verbeelding dan in werkelijkheid bestoat aangezien men toch geen zekerheid heeft het to doen et is immers zeker dat een ieder zooveel min gelden der vermag en dus ook zooveel minder recht heeft als • hij meer reden heeft (voor anderen) bevreesd to zijn Voegt men nu nog flierbij dat de menschen zonder wederkeerig hulpbetoon al zeer bezwaarlijk in hun levens onderhoud kunnen voorzien en hun geest kunnen be schaven dan komen wij tot het besluit dat het recht dat het menschelijk geslacht van nature eigenis bijna niet anders denkbaar is dan daar waar menschen
V
N
gemeenschappelijke rechten hebben zoodat zij de gron den die zij bewonen en bebouwen to zamen kunnen verdedigen zich gezamenlijk kunnen versterken alle geweld weerstaan en naar een door alien goedgekeurd plan kunnen leven oe sneer personen nu zich op zoodanige wijze vereenigen des to nicer macht kunnen zij alien to zamen doen gelden (zie § van dit st ) en indien de scholastieken uit lien hootde namelijk omndat de menschen in den natuurstaat eigenlijk geen recht kunnen uitoefenen den mensch een „maatschap pelijk dier willen noemen dan lieb ik daartegen geen het minste bezwaar § och waar de menschen gemeenschapsrechten erkennen en alien als t ware door een geest worden bezield staat het vast (volgens § van dit st ) dat ieder van lien zooveel minder recht heeft als de anderen to zamen sterker zijn dan hij zoodat hij inder daad geen ander recht heeft op t geen in de natuur aanwezig is dan datgeen t welk het gemeene recht hem toestaat verigens is hij gehouden al wat hem met algemeen goedvinden wordt opgelegd to verrichten of kan daartoe met voile recht gedwongen worden (volgens § 4 van dit fist ) § it recht nu welks omvang bepaald wordt door de macht der menigte pleegt men regeering (Impe rium) to noemen et berust geheel en al in handen van hem aan wien met algemeen goedvinden de zorg voor liet algemeen belang ( espublica) is opgedragen zooals b v wetten vast to stellen to verklaren en of to schaffen steden to ommuren over vrede en oor log to beslissen enz 2
s
II
Is doze tank opgedragen aan een aad die nit hot geheele yolk wordt samengesteld dan beet de regeering een emocratic of Volksregeering bestaat die aad ech ter slechts uit enkele uitverkorenon of aanzienlijken dan heet zij een ristocratic of egentenheerschappij en berust eindelijk de zorg voor het gemeenebest en dus ook de regeering bij een man dan noemt men hair een lonarchie of lleenheorschappij it hetgeen wij in dit list hebben uiteen gezet is ons duidelijk geworden dat er in den natuur staat van zonde geen sprake is of als iemand zondigt dan zondigt hij tegen zichzelf en niet tegen anderen aangezien niemand krachtens het Natnurrecht gehouden is een ander ter wille to zijn tenzij hij dit wil en niets voor good of kwaad behoeft to houden dan hetgeen hij zelf vol gens eigen goeddunken good of kwaad wil noemen ter wijl hot Natuurrecht ons volstrekt niets anders verbiedt dan wat niemand doen kan (zie § en § van dit st ) onde echter is een daad die men rechtens niet doen kan Indien do menschen krachtens de wet der Natuur verplicht waren zich door do redo to laten leiden dan zouden zij alien ook noodwendig door de rode geleid worden Want do ordeningen der Natuur zijn ordeningen ods (§ 2 en van dit st ) welke od instelde krachtens dezelfde almacht waardoor hij ods zelf bestaat mitsdien onvermijdelijk volgen uit wezen (zie § van dit st ) en dientengevolge eeuwig en onschendbaar zijn Niettegenstaande de menschen zich dus hoofdzakelijk door hun lusten en niet door de rede laten leiden zoo brengen zij toch geen stoornis in de orde der Natuur maar gehoorzamen veeleer
V
daaraan een
N
en zoodoende blijkt dat
onvoorwaardelijk
bekrompen
en
geestelijk
zwak menseh even
min door het Natuurrecht gedwongen is zijn leven als een wijze in to richten
als een zieke verplicht is
e en gezond lichaam to hebben §
r is alzoo geen zonde denkbaar dan in een
geordende samenleving
waar namelijk krachtens het
recht dat in het geheele rijk geldt
bepaald wordt wat
goed en kwaad is en waar niemand (zie §
van dit st ) rechtvaardig handelen kan dan door to handelen
ingevolge van een gemeenschappelijk besluit of met algemeen goedvinden Want volgens hetgeen wij zeiden in de vorige §
is zonde wat volgens recht niet ge
is gehoor zaamheid daarentegen de onveranderlijke gezindheid schieden kan of wat rechtens verboden
om to doen wat rechtens goed is en krachtens besluit der gemeenschap geschieden moet § 2
Nu pleegt men echter ook zonde to noemen
wat in strijd met de voorschriften van het gezond verstand geschiedt en
gehoorzaamheid de standvastige gezind heid om zijn lusten naar den eisch der rede to be heerschen hetgeen ik volkomen zou goedkeuren indien s mensohen vrijheid in de onbeperkte zijner begeerten
heerschappij
en zijn dienstbaarheid in de heer
aar echter s menschen vrijheid to grooter is naarmate hij zich meer door de rede laat leiden en zijn lusten weet to beheerschen kun sehappij der rede bestond
nen wij niet dan zeer oneigenlijk een redelijk leven
ge
hoorzaamheid
noemen en zonde wat eigenlijk zwakte van geest en geen vrije handeling van den mensch tegenover zich zelven is
en met het oog waarop de
2
II
mensch eer een slaaf clan een vrij man genoemd kan worden ( ie § en van dit st ) 2 aar evenwel de rede ons voorschrijft plicht matig to handelen en zachtzinnig en vriendelijk gezind to zijn lietgeen alleen mogelijk is onder een geregeld bewind en het bovendien ondenkbaar is dat een yolk als t ware door een geest wordt bezield zooals in elken taat vereischte is tenzij het wetten heeft die op redelijke grondslagen rusten zoo is het volstrekt niet onbegrijpelijk dat de menschen die gewoon zijn in een taat to leven ook dat zonde noemen wat tegen bet voorschrift der rede geschiedt nademaal de wetten van elken staat die goed is ingericht moeten zijn geregeld naar de eischen der rede ( ie § van dit st ) verigens is de reden waarom ik in § van dit st zeide dat de mensch in den Natuurstaat als hj zondigt tegen zichzelf zondigt to vinden in st 4 § 4 en waar wordt aangetoond in welken zin men zeggen kan dat hij die regeert en de macht heeft om zijn natuurrecht uit to oefenen toch ook aan wetten gebonden is en zondigen kan 22 ok wat den godsdienst betreft is het zeker dat een mensch des to vrijer is en t meest zichzelf voldoet naarmate hij od meer bemint en met een oprecht gemoed vereert och als wij niet denken aan de orde der natuur die ons onbekend is maar alleen aan de voorschriften der rede voor zoover zij den godsdienst betreffen en daarbij opmerken dat die ons door od geopenbaard worden op een wijze alsof hij zelf spreekt tot ons
V
N
2
gemoed of wel den profeten in den vorm van wetter zijn geopenbaard I) kunnen wij menschelijkerwijze sprekende 2) zeggen dat de mensch die od van ganscher harte liefheeft hem dient en daarentegen zondigt als hij zich door blinde begeerten laat leiden Intusschen moeten wij indachtig blijven dat wij ons in ods macht bevinden als het leem in de hand van den pottebakker die uit dezelfde stoffe vaten maakt ter eere en ter oneere en dat dus de mensch wel de geboden ods kan overtreden zooals die in onzen geest of then der profeten als wetten gegrift werden maar nooit iets kan doen tegen het eeuwig besluit van od dat aan de geheele natuur is voorgeschreven en het geheele natuurverband betreft § 2 venals nu zonde en gehoorzaamheid strikt genomen alleen in den taat denkbaar zijn is dit ook het geval met rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid Want in de Natuur is niets dat men met meer recht aan den een dan aan den ander zou mogen toekennen alles behoort aan alien voor zoover zij althans de macht heb ben zich in het bezit er van to handhaven In den taat echter waar door het gemeene echt wordt uitgemaakt wat van dezen en van genen is wordt hij rechtvaardig ) genoemd die den vasten wil heeft om ieder het zijne to gunnen onrechtvaardig daarentegen een ieder die ) ie over deze tweeerlei openbaring het odgeleerd taat kundig Vertoog 2) ie aulus rief aan de om ) eze eigenaardige ud estamentische beteekenis van het voord rechtvaardig is bij ons bijna verloren gegaan In onzen tijd kennen wij deze eigenschap bijkans alleen den rechter toe
22
II
zich tracht toe to eigenen wat van een ander is 24 at overigens lo f en blaana aandoeningen zijn van blijdschap en droefheid gepaard aan de ge dachte aan menschelijke maclit of onmacht als oor zaak ) hebben wij in onze thiek uiteengezet )
eze om schrijving is beter dan die van
th III 2
pm_
(V N
V
I
)
veral waar een regeering ) is spreekt men van een &aatsregeling z) al wat tot zulk een regeering be hoort wordt taat genoemd en alle zaken van taat to zamen die opgedragen zijn aan het bestuur van hem die met de regeering belast is de algemeene belangen o f het e meene est taatsburgers noemen wij de menschen voor zoover zij volgens het taatsreeht alle voorrechten van den taat genieten nderdanen voor zoover zij verplicht zijn de taatsinstellingen en taatswetten to gehoorza men at er ten slotte drie soorten van taatsregeling zijn en wel de alhoofdige de veelhoofdige en de een hoofdige hebben wij reeds in § van het vorige hoofdstuk gezegd Voor ik nu over ieder in bijzonder heden ga spreken zal ik eerst behandelen wat tot de taatsregeling in t algemeen behoort en hierbij komt het allereerst in aanmerking het opperste gezag in den taat of wel het recht der overheid 2 it § van t vorig st blijkt dat het recht ) ie de root e ure umm ostest circa sacra pag 2 over Imperium e tatus Imperii of ivilis staat tegenover de tatus Naturae waarover in t vorige st gehandeld is 2 ) en zie in de Inl de pm over tad en taat
2l_
I
III
van de regeering of der hooge overheid iets anders is clan het natuurrecht zelf nu echter niet door de macht van iederen enkeling maar van eon menigte menschen die als t ware door een geese geleid wordt bepaald d w z dat evenals ieder in den natuurstaat zooveel recht heeft als hij kan doen golden dit hier van bet lichaam en de ziel van den geheelen taat geldt In dier voege dat ieder burger of onderdaan zooveel minder recht heeft als de taat hem in macht overtreft (zie § van het vorig st ) en dat derhalve geen burger rechtens jets doet of bezit dan wat hij tegenover de taatswet kan verantwoorden ent nu do taat aan een of under pet soon het recht toe en dus ook de macht (want anders heeft men hem volgens § 2 vau t vorig st niets dan woorden gegeven) om naar zijn eigen zin to ]even dan doet do emeenschap daarmede van zeif afstand van haar eigen recht en hrengt dit over op hem wien zij eon dergelijke macht heeft geschonken eeft zij aan twee of meer personen zulk eon macht geschonken dat ze namelijk ieder naar bun zin niogen ]even dan heeft zij daarmede verdeeldheid in do regecringgebracht en geeft men ton laatste aan elken burger doze macht dan vernietigt daarmede de taat zichzelf en houdt op tunt to zijn waardoor alles tot den natuurstaat terug keert al hetwelk nit het voorafgaande ten duidelijkste ieruit volgt dat het ten eeneninale ondenkhaar blijkt is dat het ooit van staatswege ieder burger vergund zou worden naar eigen willekeur to leven en derhalve hondt bet natuurreeht 2caarb# ieder zijn eigen rechter is in de (staats)burgerlijke samenleving nit den aard
V N
V
I
zaak op to bestaan et opzet zeg ik van staats wege want gaan wij de zaak nauwkeurig na dan lu udt hot r_attnirrecht van iederecn in het staatsver band niet op to bestaan leder mensch toch handelt zoowel in den natuurstaat als in den burgerstaat volgens do wetten zijner natuur en zorgt voor zijn eigen belang In beide toestanden bedoel ik laat de mensch zich door hoop of vrees bewegen om het een of ander to doen of to laten doch het voornaamste ver schil tusschen beide is dat in den burgerstaat alien voor hetzelfde vreezen alien in hetzelfde vertrouwen stellen en alien dezelfde levenswijze volgen zonder dat daardoor nochtans ieders reeht oni to oordeelen wordt opgeheven Want vie zich voorgenomen heeft alle bevelen van den taat op to volgen hetzij uit vrees voor diens overmacht hetzijj nit liefde voor een rustig leven zorgt inderdaad geheel naar zijn eigen zin voor eigen veiligheid en voordeel 4 venmin laat hot zich dcnken dat hot ieder staatsburger vrij zou staan de besluiten of rechten van den taat uit to leggen Want stond dit ieder vrij dan zou hij daardoor zijn eigen rechter zijn naardien het een ieder zeer gemakkelijk zou vallen zijn eigen daden onder een schijn van recht to verontschuldlgen of good to praten en zoodoende naar eigen zin zijn leven in to richten t geen volgens do vorige § on zinnig is W ij zien dus dat ieder staatsburger niet zijn eigen § meester is maar a f hankelijk van den taat welks bevelen hij zonder onderscheid moet opvolgen en dat hij geenerlei recht heeft om uit to maken wat billijk of (lei
2
III
onbillijk wat plichtinatig en wat gewetenloos ) is voorts dat daar het staatslichaaiu als t ware door een geest bezield moet worden en dientengevolge de taatswil als alley wil nioet worden erkend al wat de taat voor rechtvaardig en goed houdt moet worden geacht door elk goedgekeurd to zijn oodat clan ook elk onderdaan al meent hij ook dat de taatswetten onbillijk zijn niettemin verplicht is die nauwgezet op to volgen len zou hiertegen in kunnen brengen of bet niet tegen de regels der rede is zich geheel en al aan bet oordeel van een ander to onderwerpen en of dan niet elke staatsregeling met de rede in strijd zou zijn Waaruit zou volgen dat elke burgerlijke rechtsorde onredelijk zou wezen en alleen zou kunnen worden ingesteld door menschen zonder verstand doch geenszins door hen die zich door de rede laten leiden ewijl echter de rede ons niets gebiedt dat tegennatuurlijk is kan ons gezond verstand ons niet aanraden een elk zijn eigen meester to laten zoolang de menschen nog aan gemoedsbewegingen ten prooi zijn (zie § van het vorige st ) en dat wil (volgens § ) zooveel zeggen als dat de rede het boven st staande voor onmogelijk houdt aarbij komt 2) dat de rede ons boven alles vermaant om rust en vrede to zoeken die niet kunnen worden verkregen tenzij de algemeen geldende taatsbesluiten ongeschonden be waard worden en daarom zal de mensch hoe meer hij zijn rede laat heerschen d w z hoe vrijer hij is ) pium et impium ) ie anteekening
odgel
taatk Vertoog
V N
(V
I
2
(zie § van t voorgaande st ) des to getrouwer de rechten van taat eerbiedigen en de bevelen volgen ierbij komt van de overheid wiens onderdaan hij is nog dat de staatsregeling natuurlijk is ingesteld om de vrees die alien bezielde weg to neunen en de ge meenschappelijke ellende to leer to gaan en dus in hoofdzaak hetzelfde beoogt wat ieder die zijn verstand gebruikt ook in den natuurstaat hoewel to vergeefs van het vorig st ) zou trachten to bereiken (zie § oodat ook al moet een mensch die zich door de rede laat leiden wel eens op staatsbevel iets doen dat volgens zijn inzicht met de rede in strijd is zulk een nadeel rijkelijk wordt opgewogen door al hetgeen hem nit diezelfde staatsinrichting ten goede komt en van de wetten onzer rede is immers om van twee kwaden het minste to kiezen en dus kunnen wij gerustelijk beweren dat niemand ooit iets doet tegen het voor schrift der rede voor zoover hij doet wat de staat head oplegt to doen hetgeen ieder ons nog veeleer zal toe geven als wij zullen hebben ulteengezet hoever de macht van den taat en dientengevolge zijn bevoegdheid zich uitstrekt § In de eerste plaats komt hierb j in aanmerking dat evenals in den Natuurstaat (volgens § van t voor gaande st ) de mensch die door de rede wordt geleid het meest vermag en het meest zijn eigen meester is zoo ook die taat het machtigst zal zijn en onafhankelijk tegenover anderen die op de rede is gevest en met redo wordt beheerd Want bet gezag van een staat wordt be paald door de macht van een yolk dat als t ware door een geest bezield is eze eensgezindheid is echter volstrekt
2
III
ondenkbaar tenzij de taat in hoofdzaak juist datgene beoogt «°at door de zuivere rede allen menschen als nuttig wordt voorgehouden en tweede merken wij op dat de onderdanen fi slechts tot zoover aan den taat onderworpen en niet hun eigen meester zijn als zij diens overmacht en straf bepalingen vreezen of wel de staatsburgerlijke rechts orde op prijs stellen (zie § van het vorig ftst ) aaruit volgt dat alles waartoe iemand noch door beloften noch door dreigingen to brengen is niet behoort tot de bevoegdheid van den taat oo kan b v niemand afstand doen van zijn recht tot oordeelen oor welke beloften of bedreigingen zou men er toch iemand toe kunnen brengen to gelooven dat het geheel iet grooter was dan zijn deelen of dat od niet bestond of to meenen dat een of ander lichaam dat hij als begrensd voor zijn oogen aanschouwt het oneindige wezen zou zijn ) of in t algemeen iets aan to nemen in strijd met hetgeen hij meent of denkt e n verder door welke beloften of bedreigingen zou men een mensch kunnen bewegen to beminnen ot doze dien hij haat of dien hij liefheeft to haten soort van zaken behoort bovendien alles waarvan de menschelijke natuur zoozeer afkeerig is dat zij het voor erger houdt dan eenig ander kwaad zooals dat iemand tegen zichzelf getuigt zichzelf pijnigt zijn ouders ombrengt den dood niet zou tracliten to ontgaan en dergelijke meer waartoe niemand door beloften of bedreigingen to brengen is n als iemand )
ier doelt pinoza blijkbaar op de llostie der
atholieke kerk
V N
V
I
desniettegenstaande zou willen beweren dat de staat het recht of de macht zou hebben zoo lets to bevelen dan zouden we daaraan geen anderen zin kunnen hechten dan wanneer iemand zeide dat een mensch het recht had waanzinnig to zijn en als een gek zich to gedragen Want wat zon het anders dan onzin zijn zulk een gebod waartoe men niemand kan verplichten et dit alles bedoel ik echter uitsluitend wat onmo gelijk tot de staatsbevoegdheid kan behooren en waarvan de menschelijke natuur in t algemeen een afkeer heeft Want dat een dwaas of gek door geen beloften of bedreigingen bewogen kan worden de wetten op to volgen en dat hier of daar iemand uit godsdienstige overwegingen de ijkswetten de ergste aller rampen acht ) daardoor worden de taatswetten niet van kracht beroofd aangezien de meeste burgers er zich wel door laten binden Voorts zijn alien die alle hoop en vrees hebben afgeschud weder geheel eigenmachtig (zie § van het vorig st ) en der halve volgens § 4 van het voorgaande st vijanden van taat die men met voile recht mag opsluiten § indelijk valt in de derde plaats op to merken dat iets to minder tot de staatsbevoegdheid behoort naarmate meerderen zich daaraan ergeren Want regel is het dat menschen van nature samenspannen zoowel als zij gezamenlijk ergens voor vreezen als wanneer zij een gemeenschappelijk leed willen wreken en daar nu het recht van den taat bepaald wordt door de vereenigde macht van het yolk is hot boven alle ) ooals de
ennonieten de krijgswet
III
bedenking dat do macht van den taat en zijn rechtsbe voegdheid in dezelf(le mate ondermijnd wordt als hij zelf aanleiding geeft dat ulcer menschen samenspannen Want ook de taat heeft zich voor t een en ander in acht to nemen en evenals ieder burger op zich zelf of de mensch in den natuurstaat is ook de taat to minder onafhan kelijk naarmate hij meer reden heeft tot vreezen iermede besluiten wij onze opmerkingen over de rechtsbevoegdheid der hooge verheid over de nder danen och voor wij nu overgaan tot het bespreken van hun recht tegenover andere rijken meenen wij eerst nog een bezwaar to moeten oplossen dat men gemeenlijk betreflende den godsdienst in t midden brengt § Immers men zou ons kunnen tegenwerpen of dan bet staatsverband en de gehoorzaamheid der onderdanen zooals die volgens ons betoog in den taat onontbeerlijk is de verplichting ) niet opheft die ons noopt ode to dienen eschouwen wij de zaak echter van naderbij dan zullen wij bevinden dat daarin in t minst geen bezwaar is gelegen nze ziel toch is als zij de rede volgt niet afhankelijk van do overheid maar zelfstandig (zie § I t van het voorgaande st ) o ware kennis en liefde ods kan dus nooit aan iemands gezag onderworpen zijn evenmin als de liefde tot den naaste (volgens § van dit st ) en bedenken wij bovendien dat de beste beoefening der naastenliefde bestaat in al wat men doet om vrede to bewaren en eendracht to bevorderen dan zullen wij er toch wel van overtuigd zijn dat elk ten voile zijn )
religio
V N
V
I
plicht heeft gedaan die e en ieder zooveel hulp verleent als overeen to brengen is met de eischen van hot rjtaatswezen d i censgezindheid en rust Wat den uiterlijken eeredienst betreft zoo is mijn vaste over tuiging dat die tot do ware kennis van od en de liefde die daarvan hot noodwendig gevolg is niets toe of afdoet en dat daaraan dan ook niet zooveel waarde moot gehecht worden dat men ter wille daarvan de algemeene vrede en rust in de waagschaal zou behooren to stellen ovendien is het zeker dat ik van nature dat is (volgens § van het vorig st ) krachtens oddelijk bevel niet tot beschermer an den godsdienst ben aangewezen daar ik niet zooals weleer de leerlingen van hristus de macht bezit om onreine geesten nit to werpen en wonderen to doen welke macht inuners zoo onmisbaar is om den godsdienst to verspreiden in streken waar hij verboden is dat zonder doze niet alleen alle moeite vergeefs is maar bovendien do grootste moeielijkheden ontstaan waarvan do noodlottigste bewijzen in alle eeuwen to vinden zijn en ieder is dus in staat waar hij zich ook bevindt od in waarheid to eeren en voor zijn eigef welz n to zorgen wat de plicht van elk gewoon ourger is laar de zorg om den godsdienst to verspreiden moet aan od of aan de hooge verheid worden overgelaten die alleen voor hot algemeen welz#n to zorgen heeft och laat ons tot het onderwerp terugkeeren Na het recht der overheid over de burgers en de plicht der onderdanen to hebben niteengezet rest ons nog de vraag welk recht eerstgenoemde tegenover andere
2
wat thins uit bet reeds ge zegde gemakkelijk is of to leiden Want aangezien (volgens § 2 van dit st ) het recht der verheid niets anders dan natuurrecht is volgt hieruit dat twee rijken tot elkander staan als twee menschen in den \ atuurstaat behalve dat de taat kan zorgen dat hij niet door anderen wordt overvallen wat een mensch in den natuurstaat niet mogelijk is daar deze immers dagelijks door den slaap dikwert door ziekte of neerslachtigheid en eindelijk door den ouderdom overmand wordt en bovendien nog wan allerlei ander ongerief bloot staat waartegen een taat zijn voorzorgen kan nemen 2 lke staat is dus in zooverre onafhankelijk als hij voor ziehzelf kan zorgen en waken dat hij door een ander niet onderworpen wordt (§ en van het vorige st ) daarentegen is hij (§ en van het vorig st ) in zoover van een ander afhankelijk als hij de macht van then anderen taat vreest of daar door verhinderd wordt ten uitvoer to brengen wat hij zich voorgenomen heeft of eindelijk diens hulp noodig heeft om zich in stand to houden of nit to breiden_ et valt immers geenszins to betwijfelen dat twee staten (lie elkander onderling hulp willen verleenen beide to zamen nicer vermogen en dus to zamen meer invloed kun nen uitoefenen dan een van beide alleen (§ vorig st ) § it alles laat zich nog beter begrijpen indien wij bedenken dat twee staten van nature vijanden zijn de menschen toch zijn (§ 4 vorig st ) in den natuur staat elkanders vijanden die zich dus een Natuurrecht buiten den taat voorbehouden blijven onze vijanden r °yken kan doer gelden
V N
V
I
Indien dus de eene taat den anderen den oorlog wil aandoen en alle middelen wil aangrijpen om then aan zich to onderwerpen heeft hij het recht dit to be proeven aangezien er oin oorlog to voeren niets noodig is dan om then to willen m echter bepalingen to maken omtrent den vrede gaat niet aan zonder mede werking van een anderen staat Waaruit volgt dat elke staat op zichzelf het recht van oorlog heeft maar dat de bevoegdheid om vrede to houden niet van een Inaar minstens van twee staten afhangt die daarom ook verbondenen genoemd worden 4 it verbond blijft zoolang van kracht als de reden die daarvoor bestaat namelijk vrees voor schade of hoop op winst bestaat oudt bij een van beide staten die hoop of die vrees op dan herneemt die zijn recht (volgens § van het vorig hoofdstuk) en wordt de band waardoor de staten onderling vereenigd waren van zelf ontbonden zoodat dan ook iedere staat het volste recht heeft een verbond op to zeggen wanneer hij wil en bet niet aangaat hem to verwijten dat hij met list en bedrog omgaat omdat hij zijn woord breekt zoo dra hij geen reden meer heeft iets to vreezen of to ver wachten daar beide contractanten hetzelfde voorbehoud hadden gemaakt dat namelijk degeen die het eerst buiten gevaar was vrij zou zijn en van die vrjjheid naar eigen zin gebruik zou maken en bovendien omdat niemand zich voor de toekomst verbindt dan in de veronderstelling dat de omstandigheden hetzelfde blijven Veranderen deze dan verandert ook de geheele verhouding en daarom behoudt ieder der vereenigde staten zich het recht voor voor zijn eigenbelang to
4
III
zorgen en tracht ieder zooveel hij kan buiten gevaar to geraken en dus alleen van zich zelf afhankelijk to zijn en to verhinderen dat een andere staat to sterk worde Indien dus eon staat klaagt dat hij bedrogen is mag hij niet den verbonden staat van ontrouw maar alleen zichzelf van dwaasheid heschuldigen als heb bende zijn eigen belang toevertrouwd aan een ander die doen kan wat hij verkiest en wien bet welzijn van zijn eigen rijk boven alles gnat § an de staten die to zamen een verdrag hebben gesloten komt (gezamenlijk) hot recht toe de moeilijk heden die over de voorwaarden of bepalingen van zulk een verdrag waartoe zij zich onderling verbonden heb ben kunnen worden opgeworpen uit den weg to rui men aangezien de beslissing over bet verdrag niet van eon staat maar van beide partijen afhangt (zie rt ) Indien zij zelven het daarover niet eens kunnen wor den keeren zij van zelf tot den staat van oorlog terug § oe meer taten to zamen een verbond slui ten to minder geducht wordt elk van hen voor de overigen of des to minder macht heeft ieder van hen om oorlog to beginnen terwijl hij to meer gebon den is om do gestelde bepalingen na to leven dat wil van dit oofdst ) zeggen in diezelfde mate is hij (§ minder onafhankelijk en meer verplicht zich to schik ken naar den wil der verhondenen § ierdoor wordt overigens ook volstrekt niet to kort gedaan aan de goede trouw die zoowel het gezond verstand als de godsdienst ons leeren in acht to nemen want nosh de ede noch de chrift eischen van ons dat wij in elk geval ons woord gestand doon
V N
V
eb ik b v iemand beloofd
I
een geldsom die hij mij in
t geheim to bewaren gaf onder mij to houden
dan
ben ik van mijne belofte ontslagen zoodra ik vernomen heb of meen to weten dat hetgeen hij mij gaf gestolen goed is
en beter doe ik in dat geval als ik mijn best
doe het aan den eigenaar terug to geven
oo is ook
een regeering die een ander beloofd heeft iets to zul len doen wat door verloop van tijd of bij nader inzien gebleken is of schijnt to blijken nadeelig to zijn voor bet algemeen belang harer onderdanen wel degelijk verplicht haar woord niet gestand to doen aar alzoo de chrift alleen in t algemeen leert dat men zijn woord moet houden
en de bijzondere gevallen die
uitgezonderd moeten worden aan ieders oordeel over laat leert zij niets wat met hetgeen wij zooeven aan toonden in strijd is §
och om nu in t vervolg niet meer zoo dik
wijls den draad van ons betoog to moeten afbreken en bedenkingen van then aard in het vervolg to voor komen
wil ik eraan herinneren
onveranderlijken aanleg van
dat ik alles uit den
s menschen natuur hoe
verschillend die overigens ook zijn moge heb afgeleid en wel uit het algemeene streven van alle menschen om hun bestaan to handhaven
een streven dat alien
menschen onkundigen zoowel als verstandigen is aan geboren zoodat onverschillig aan welke menschen wij denken hetzij zij door hunne hartstochten of wel door hun ede geleid worden de zaak onveranderd dezelfde blijft daar bet bewijs als gezegd is algemeen geldig is
IV ( V
N V N
In t vorige
§
)
oofdstuk hebben wij het recht
dat aan de overheid toekomt en bepaald wordt door haar macht uitvoerig beschreven
ot bestond naar wij zagen
hoofdzakelijk hierin dat het namelijk to beschouwen was als de geest van het
ijk
zich moeten laten leiden de
waardoor alle burgers in dier voege
dat de
verheid alleen het recht heeft om to beslissen
wat good wat kwaad wat recht wat onrecht is m a w wat ieder voor zich en alien to zamen hebben to doen of to laten
aaruit volgde zooals wij zagen dat haar alleen
het recht toekwam om wetten to maken en die wan neer daarover verschil ontstaat
in elk bijzonder geval
uit to leggen en to beslissen of in eon gegeven geval tegen of overeenkomstig het recht is gehandeld (zie §
4
van t vorig
oofdst ) voorts het recht om oorlog
to voeren of vredesvoorwaarden vast to stellen en aan te bieden of als ze worden aangeboden ze aan to nemen (§
2 en § 2
vorig
oofdst )
aar dit alles nu zoowel als de middelen die ver
eischt worden om een en ander ten uitvoer to brengen din gen zijn die op t belang van t
ijk in zijn geheel d i het
algemeen belang betrekking hebben zoo volgt hieruit dat het
emeene
est geheel afhankelijk is van het beleid
V
N V N
dergenen die het oppergezag in handen hebben ok volgt hieruit dat alleen de overheid het recht heeft over leders daden to oordeelen iedereen wegens zijn daden ter verantwoording to roepen misdadigers straf op to leggen en rechtsgeschillen tusschen burgers to beslech ten of wel rechtsgeleerden aan to stellen om deze zaken in haar naam behartigen Voorts alle maatregelen to nemen en beschikkingen to treffen die noodig zijn tot bet voeren van oorlog en het sluiten van vrede b v steden to stichten en to bevestigen krijgslieden to huren krijgsambten uit to deelen en to bevelen wat zij gedaan wil hebben om vrede to sluiten gezanten nit to zenden en in gehoor to ontvangen en eindelijk voor dit alles de noodige gelden in to vorderen § n daar het dus uitsluitend tot de bevoegdheid der overheid behoort de algemeene belangen to behar tigen en landsdienaren (ministers) to then einde aan to stellen zoo volgt dat elk onderdaan die op eigen gezag zonder voorkennis van den volksraad eenige zaak van algemeen belang heeft ondernomen een aanslag op de regeering doet al meende hij ook dat wat hij zich voornam to doen voor den taat van het hoogste be lang zou zijn § 4 ikwerf echter wordt de vraag gesteld of ook de overheid niet aan wetten gebonden is en of zij dus ook niet zondigen kan aar echter de woorden wet en zonde niet alleen op de rechten van den taat doch ook op de algemeene regelen der Natuur en vooral der ede plegen toegepast to worden mogen wij niet in volstrekten zin beweren dat een taat aan geen wetten gebonden is of niet zondigen kan
V
Want indien de taat aan geenerlei wetten of regels zonder welke de staat geen staat zou zijn gebonden ware dan zouden wij de taat niet als een werkelijk be staand ding maar als een hersenschim moeten beschou wen e taat b v handelt verkeerd wanneer hij doet of duldt wat de oorzaak kan zijn van zijn eigen onder gang In dit geval kunnen wij zeggen dat hij zondigt in denzelfden zin waarin wijsgeeren of geneesheeren soms zeggen dat de Natuur verkeerd doet p deze wijze kunnen wij ook beweren dat de taat zondigt wanneer hij iets doet dat met de ede in strijd is lke staat toch is dan juist het krachtigst wanneer hij op gezag van de ede handelt (zie § van het vorige oofdst ) voorzoover hij dus tegen de ede handelt doet hij zichzelf of breuk of zondigt hij en zal dit nog duidelijker inzien indien men bewerende dat ieder met een zaak die in zijn macht is kan handelen zooals hij wil daarbij in aanmerking neemt dat deze macht niet alleen van het vermogen van den doender maar ook van de geschiktheid van den lijder afhanke lijk is Immers als ik b v beweer dat ik het recht heb met deze tafel to doen wat ik wil dan bedoel ik toch waarlijk niet dat ik het recht heb die tafel gras to doen eten oo is t ook met de menschen l beweren wij ook dat deze niet hun eigen meester maar taatshoorigen zijn dan bedoelen wij daarmede niet dat de menschen hun menschelijke natuur moeten af leggen en een geheel anderen aard aannemen zoodat de taat het recht zou hebben to maken dat de men schen vlogen of dat zij wat even onmogelijk is met eerbied zouden beschouwen wat bespottelijk of af
V
N V N
schuwelijk is maar veeleer dat er zekere omstandigheden zijn aan to wijzen die als ze voorhanden zijn onvermijde lijk eerbied en ontzag der onderdanen voor den staat ten gevolge hebben terwijl bij haar ontstentenis alle ontzag en eerbied en daarmede de geheele staat verdwijnt e staat moet dus oni to blijven bestaan zorgen dat de redenen voor die vrees en dat ontzagin wezen blijven anders houdt hij op staat to zijn Want voor hen of voor hem die bet bewind voert is bet even onmogelijk dronken of naakt met lichtekooien over straat to loopen als tooneel n eigen wetten in bet openhaar speler op to treden z to schenden of to bespotten en daarbij tegelijk de majesteit van bet gezag to bewaren als het onmogelijk is om tegelijk to zijn en niet to zijn venzoo doet bet vermoorden en plunderen van onderdanen bet schaken van meisjes en dergelijke dingen eerbied in verontwaardiging overgaan en dus de maatschappelijke orde in een staat van oorlog verkeeren oo zien wij in welken zin men zeggen kan dat de staat aan wetten gebonden is en zondigen kan Indien wij echter onder wet verstaan bet recht dat door bet taatsrecht zelf kan worden gehandhaafd en onder zonde hetgeen de wetten van den taat verbieden to doen m a w indien deze woorden in hun eigenlijken zin worden opgevat dan hebben wij geenszins bet recht to beweren dat de taat aan wetten gebonden is of zondigen kan Want alle regels en redenen van eerbied en ontzag die door den staat in zijn eigen belang moeten worden in acht genomen behooren niet tot bet taats maar tot bet N atuurrecht aangezien zjj volgens de vorige paragraaf niet door taatsgezag maar alleen door
4
IV
orlogsrecht to handhaven zijn en de taat op een andere wijze daaraan gebonden is dan de mensch in den Natuurstaat die wil hij onafhankelijk blijven en niet tegen zich zelf zijn moot toezien dat hij zich zelf niet den dood berokkent welk beleid cchter geens zins als een dwang maar als een vrijheid der mensche lijke natuur to beschouwen is e taatsrechten hangen echter alleen of van een besluit van den taat en deze heeft daarbij met niets anders dan met zijn cigen belang namelijk om vrij to blijven to rade to gaan en niets voor goed of kwaad to houden dan wat z i good of kwaad voor hem zelf is n daarom heeft hij niet alleen het recht zich to verdedigen wetter nit to vaardigen en hun toepassing to verklaren maar ook die of to schaffen en den boosdoener wie hij ook zij krachtens zjjne machtsvolkomenheid vergiffenis to scheuken Verbonden of wetten waarbij eon yolk zijn rechten aan een vergadering of aan een man op draagt nioeten zonder eenigen twijfel overtreden wor den wanneer het algemeen belang eischt ze to schenden aar hot oordeel daarover of het namelijk van alge meen belang is die to schenden of niet kan niet door eon of ander gewoon burger maar alleen door hem die het bewind voert rechtens worden uitgesproken ( ie § oofdstuk) en dus blijft volgens van dit taatsrecht alleen hij die regeert ook do verklaar der dier wetten ovendien kan ook geen gewoon bur ger zich met recht op die wetten beroepen en daarom zijn zij ook eigenlijk niet van kracht tegenover hem die de regeering in handen heeft Indien ze echter van
V
N V N
4
lien aard zijn dat zij niet kunnen worden geschonden zonder tevens den grondslag van den taat to ondertnij nen dat is zonder tegelijk het algemeen ontzag van de meerderheid der burgerij in verontwaardiging to doen overgaan wordt door hun schennis de staat van zelf ontbonden en houdt de overeenkomst op to bestaan zoodat deze dus alleen door orlogsrecht of geweld niet met een beroep op het echt to handhaven is t) oo zien wij dus dat hij die het bewind voert om geen andere reden verplicht is de voorwaarden van dit contract to eerbiedigen dan die waarom de mensch in den natuurstaat wil hij zich zelf niet to kort doen verplicht is to zorgen dat hij zichzelf den dood niet berokkent zooals wij in de vorige § gezien hebben ) us is dan de verhouding der onderdanen tegenover de regee ring die van de taten underling ier is sprake van een verbond en daaraan heeft ousseau zijn gedachten ontleend Vert
V ( V
IN
I
IN )
§ In § van oofdst II toonden wij aan dat de mensch het meest zijn eigen meester is naarmate hij zich meer door de ede leiden laat en dat derhalve oofdst III) die taat bet machtigste is en het on (zie § afhankelijkst die op de ede is gegrond en daardoor bestuurd wordt aar nu de allerbeste levenswijze als men zijn best doen wil zich zoo goed mogelijk in stand to houden de zoodanige is die zich naar de voorschriften der ede richt volgt hieruit dat niets beter is dan dat wat eenig mensch of taat doet onafhankelijk van anderen Wij hebben namelijk volstrekt niet beweerd dat alles wat rechtens geschiedt daarom zoo goed is als het zijn kan en ander ding toch is het den grond wettig to bebouwen en iets anders hem goed to be bouwen zoo is er ook groot verschil tusschen de wettelijke wijze van zich to verdedigen zijn leven in stand to houden een oordeel nit to spreken enz en de beste wijze om dit alles to doen venzeer is er onderscheid tusschen het regeeren en het behartigen van het algemeen welzijn op wettige wijze en de regeering en zorg voor t emeenebest op de best mogelijke wijze aarom moeten wij nadat wij eerst over het recht van iederen taat in t algemeen gesproken
V
IN I
IN
4
hebben thans nagaan welke toestand voor elk ijk de meest gewenschte is § 2 oedanig nu de toestand van een of ander ijk is kan gemakkeljjk worden afgeleid uit het doel van alle staatsregeling dat niets anders is dan vrede en een rustig leven n deswegen is dat ijk het beste waar de menschen eendrachtig to zamen leven en welks gezag ongeschonden gehandhaafd wordt Want zeker is het dat oproeren oorlogen minachting of schennis der wetten niet zoozeer aan de boosheid der onder danen dan wel aan een verkeerde staatsinrichting zijn toe to schrijven Want de menschen worden niet als bur gers geboren maar daartoe gevormd en de den mensch aangeboren hartstochten zijn overal dezelfde Indien dus in den eenen taat meer snoodheid heerscht en meer misdaden begaan worden dan in den anderen staat het vast dat zulks daaruit voortkomt dat een dergelijke staat niet genoeg zorg heeft gedragen voor de eensgezindheid der burgers zijn rechtswezen niet verstandig genoeg heeft ingericht en dientengevolge ook geen onbeperkt gezag in den taat heeft weten to vestigen Want een staatsburgerlijke samenleving die niet alle aanleiding tot oproer heeft weten to voorkomen waar voortdurend strijd to duchten is en waar eindelijk aanhoudend de wetten worden geschonden verschilt niet veel van den natuurtoestand zelf waarin ieder naar zijn eigen zin leeft maar voortdurend in gevaar verkeert het levee to verliezen och evenzeer als de gebreken der onderdanen hun overdreven losbandigheid en weerspannigheid aan
44
V
den taat ten laste gelegd moeten worden moet aan den anderen kant hun deugdzaamheid hun standvastige getrouwheid aan de wet grootendeels toegeschreven worden aan de verdienste van den taat en de volkomen handhaving van het gezag zooals blijkt uit § oofdst II oo werd het bijv annibal terecht als een groote verdienste aangerekend dat er in zijn leger nooit eenig oproer was ontstaan ) § 4 Van een taat wiens onderdanen alleen door vrees verhinderd worden naar de wapenen to grijpen kan men beter zeggen dat hij zonder oorlog is dan dat er rust heerscht ust toch is geen ontstentenis van strijd maar een deugd die uit geestkracht ontstaat ehoorzaamheid immers is (§ oofdst II) de vaste wil om uit to voeren wat volgens het algemeen geldend besluit van den taat behoort gedaan to worden en taatsgemeenschap welks rust alleen of hangt van de lamlendigheid der onderdanen zoodat zij zich als een kudde vee laten leiden om zich nergens anders in to oefenen dan in onderdanigheid kan beter een vereen zaming dan een gemeenschap worden genoemd Wanneer wij derhalve beweren dat zulk een § ijk het beste is waar de menschen in eensgezindheid hun leven leiden dan bedoel ik daarmede een mensche lijk leven dat zich niet bepaalt tot een goeden bloeds omloop en dergelijke dingen die alle levende wezens gemeen hebben maar een leven dat zich hoofdzakelijk kenmerkt door redelijkheid door waarachtige geest kracht en geestelijk leven ) ie
eschiedenis van
ustinus 2 4
2
V
IN I
IN
4
en merke hierbij evenwel op dat ik onder een § regeering met zulk een doel ingericht een zoodanige op het oog heb die door een vrij yolk is ingesteld en niet door oorlogsgeweld een yolk is opgelegd en vrij yolk toch wordt meer door hoop dan door vrees een onderworpen daarentegen meer door vrees dan door hoop geleid want het eerste wil zijn leven genieten het tweede slechts den dood ontgaan het eerstgenoemde tracht voor zichzelf to leven het laatste is gedwongen zich naar den overwinnaar to schikken van waar men dan ook het laatste een slaafsch het andere een vrij yolk noemt et doel nu van elke heerschappij door oorlogsge weld verkregen is to heerschen en liever slaven to hebben dan onderdanen n alhoewel tussehen een rijk dat door een vrij yolk is gesticht en dat wat door den oorlog is verkregen geen wezenlijk verschil bestaat als wij letten op beider rechtstoestand in t algemeen zoo hebben beide toch zooals wij zooeven aantoonden zeer verschillende doeleinden en dus ook verschillende middelen noodig om ieder in tbizonderinstand teblijven § Van welke middelen nu een Vorst die alleen door heerschzncht gedreven wordt gebruik moet maken om zijn gezag to bevestigen en in stand to houden heeft achiavelli zeer scherpzinnig en uitvoerig aan getoond met welk doel echter is ons niet duidelijk gebleken Want had hij een goed doel op het oog wat men toch van een wijs man moet veronderstellen dan kan dit niet anders geweest zijn dan om aan to toonen hoe onverstandig velen zijn die een tiran nit den weg
4
II
V
trachten to ruimen terwijl zij de oorzaken die een Vorst tot een dwingeland maken niet kunnen weg nemen maar deze veeleer nog doen toenemen door den Vorst nog meer reden tot vrees to geven hetgeen het geval is als het Volk den Vorst ter dood heeft veroordeeld en zich op then vadermoord als op een goede daad verheft isschien heeft hij bovendien willen aantoonen hoezeer een vrij yolk er voor waken moet zijn hell uitsluitend aan een persoon toe to vertrouwen die als hij niet zoo dwaas is om to meenen dat hij het ieder naar den zin kan waken dagelijks voor aan slagen moet vreezen en zoodoende gedwongen is hoofdzakelijk voor zichzelf to zorgen en de volksvrij heden veeleer to belagen dan ze ter harte to nemen ot deze meening over genoemden hoogst beleidvollen schrijver hel ik des to eerder over aangezien hij ontegenzeggelijk een voorstander van de vrijheid was voor welks behoud hij dan ook zeer nuttige raadge vingen ten beste heeft gegeven
VI ( V
LL
N
I )
§ aar de menschen zooals wij zeiden meer door lain evoel dan door de ede geleid worden volgt daaruit dat een yolk niet tengevolge van redelijk overleg maar door een zekeren algemeenen en natuur lijken aandrang vereenigt en zich door een geest als t ware wil laten leiden hetzij (zooals in § oofdst III is opgemerkt) door gemeenschappelijke hoop of vrees of door de begeerte om eenig gemeenschappelijk leed to wreken gedreven aar nu de vrees voor eenzaamheid alien menschen is ingeschapen dewijl niemand in de eenzaamheid krachten heeft om zich to verdedigen en zich to verschaffen wat hij voor zijn levensonderhoud behoeft zoo volgt daaruit dat de menschen van nature naar taatsgemeenschap verlangen en dat het onmogelijk is dat de menschen then ooit geheel afschaffen § 2 et gevolg van partijtwisten en oproeren die dikwerf in de taten voorkomen is dus nooit dat de burgers den taat ontbinden (zooals in vereenigingen van anderen aard vaak voorkomt) maar alleen dat ze den worm daarvan veranderen indien de strijd althans niet met behoud van den ouden taatsvorm kan wor den bijgelegd aarom reken ik ook onder de midde len die vereischt worden om een ijk in stand to
4
v
houden die welke noodig zijn om denzelfden regee ringse orm zonder then eenige verandering van beteeke nis to doen ondergaan onveranderd to behouden § Indien het nu met s menschen natuur zoo gelegen was dat zij alien het meest verlangden naar hetgeen voor hen het beste was dan was het geen kunst hen tot eendracht en goede trouw to bewegen daar het echter duidelijk blijkt dat het geheel anders geschapen staat met de menschelijke natuur is men wel genoodzaakt de regeering zoo in to richten dat alien zoowel die regeeren als die geregeerd worden doen wat in t algemeen belang is of ze willen of niet d i zoo dat alien uit eigen beweging hetzij door dwang hetzij door innerlijken aandrang genoodzaakt zijn zich als redelijke wezens to gedragen en dit geschiedt indien men de rijkszaken zoo inricht dat niets wat het algemeen belang betreft volkomen aan de goede trouw van een enkel man wordt overgelaten Want niemand is zoo wakker of hij slaapt wel eens en niemand heeft ooit zulk een krachtig en onkreuk baar gemoed gehad of het is wel eens en juist wan neer men t meest behoefte aan geestkracht had aan t wankel bn gebracht en medegesleept geworden Is het dan ook inderdaad geen dwaasheid van een ander to eischen wat niemand ooit van zichzelf zou kunnen verkrijgen namelijk meer voor een ander dan voor zichzelf to zorgen niet hebzuchtig niet afgunstig niet eerzuchtig enz to zijn en dat vooral als men dage lijks aan de grootste verzoekingen tot die hartstochten is blootgesteld § 4 iertegenover staat echter dat de ervaring
V
LL
N
I
4
schijnt to leeren dat bet in bet belang van vrede en rust is alle gezag aan ben man op to dragen een rijk immers is zoolang zonder eenige noemenswaardige verandering in stand gebleven als dat der urken ter wijl daarentegen geen staten korter van duur waren dan de yolks of emocratische regeeringen geene ook waar zooveel oproeren voorkwamen ls men echter slavernij barbaarschheid en afzondering van alle be schaving vrede wil noemen dan bestaat er voor den mensch niets ellendiger dan de vrede et is niet tegen to spreken dat er tusschen ouders en kinderen meerdere en bitterder oneenigheden plegen voor to komen dan tusschen heeren en knechten en toch zou bet niet in t belang van de huishouding zjjn bet ouderlijk recht in een heerlijk recht to veranderen en kinderen als ot is dus we] voor de slavernij slaven to beschouwen maar niet voor den vrede bevorderlijk alle macht aan een mensch op to dragen want vrede bestaat zooals wij reeds zagen niet in ontstentenis van twist maar in eendracht en eensgezindheid Inderdaad zij die bet mogelijk achten dat een enkel mensch bet hoogste taatsgezag alleen in handen houdt bedriegen zich ten eenenmale Want zooals door ons in oofdstuk II is aangetoond wordt de omvang van iemands recht alleen bepaald door zijn macht e macht van een mensch is echter bij lange na niet in staat zulk eels last to dragen n zoo komt bet dat hij die door bet yolk tot koning is verkozen weldra weer voor zichzelf estuurders zoekt of aadslieden of vrien den aan wien hij zijn eigen en aller belang toever trouwt zoodat elk rijk dat voor volstrekt eenhoofdig 4
VI
gehouden wordt inderdaad en in werkelijkheid niets dan een veelhoofdige regeering is wel niet openlijk maar in t geheini en daaroin juist zeer verkeerd ierbij komt dat een koning als hij nog kind ziek of zwak van ouderdom is koning is bij do genade van anderen en de opperniacht eigenlijk berust in han den van hen die de rijkszaken besturen of in s konings naaste oingeving verkeeren om nog niet eens to spreken van hot geval waarin de oning aan wellust verslaafd alles dikwerf regelt naar de grillen van eon of ander vrouwelijke of mannelijke w ellusteling l k had wel eens gehoord zegt rsines dat in zie eertijds vrou wen hadden geregeerd maar dat eon gesnedene regeert is iets nieuws voor inij ( urtius ook I Iloofdst ) ti ovendien staat bet vast dat een taat altijd nicer gevaar to duchten heeft van den karat zijner burgers dan van dien zijner vijanden want brave it heeft tengevolge dat hij anenschen zijn zeldzaam a an wien men het voile taatsgezag heeft toevertrouwd altijd zijn medeburgers nog meer dan zijn vijanden zal vreezen en dientengevolge op eigen behoud bedacht niet voor bet welziIn van zijn onderdanen zal trachten to waken maar hen veeleer zal belagen dezulken vooral die wegens hun schranderheid beroemd zijn of door hun rijkdonl overwegenden invloed hebben aarbij bedenke men dat oningen zelfs hun § zonen veeleer vreezen dan lief hebben en tat wel to meer naar mate zij ervarener zijn in de kunsten van vrede en oorlog en om hun verdiensten hooger sta an aange etgeen tengevolge heeft schreven bij de ingezetenen dat ze or zich op toeleggen hun zulk een opvoeding
V
LL
N
I
ierin to geven dat alle reden tot vrees verdwijnt staan de hovelingen den koning ijverig ter zijde en zullen zich beijveren om to zorgen dat zij in s konings opvolger een onbeschaafd mensch krijgen then zij met list naar hun zin kunnen leiden oning des to it dit alles volgt dat een § minder zelfstandig en de toestand der onderdanen des to ongelukkiger is hoe onbeperkter de oppermacht in den taat aan hem is opgedragen zoodat het om een eenhoofdig bewind behoorlijke duurzaamheid to verze keren van het hoogste belang is stevige grondslagen to leggen waarop het zal worden gevestigd van welke grondslagen de veiligheid van den alleenheer scher zoowel als de rust der bevolking moet afhangen in dier voege dat de Vorst to meer gezag heeft naar mate hij ijveriger waakt voor het welzijn des yolks Welke nu doze grondslagen van den eenhoofdigen re geeringvorm zijn zal ik eerst kortelijk uiteenzetten terwijl ik ze daarna naar volgorde behandelen zal § erst moot men een of meer steden stichten en met muren voorzien waarvan alle burgers onver schillig of zij binnen de muren of ter wille van den landbouw daarbuiten wonen dezelfde staatsburgerlijke rechten moeten bezitten onder die voorwaarde echter dat elke stad een zeker aantal burgers moot aanwbzen tot haar eigen verdediging en die van het land Wie dat niet kan bijbrengen komt in een geheel anderen toestand en moet als afhankelijk worden beschouwd I) t) Vermoedelijk als de in
eneraliteitslanden
of de stad
trecht
2
VI
§ e krijgsmacht moet alleen nit burgers worden samengesteld en dat wel zonder iemand daarvan vrij to stellen ) erhalve moeten alien verplicht worden zich wapenen aan to schaffen en niemand als burger worden ingeschreven dan nadat hij zich het hanteeren der wapenen heeft eigen gemaakt en beloofd heeft zich op zekere tijden van het jaar daarin to oefenen Nadat alsdan de soldaten van elke volksafdeeling (familia) in vendels (cohorten) en legerscharen (legioenen) zijn ver deeld moet men geen hoofdman kiezen dan die den vestingbouw kent 2 ) oplieden en legerhoofden (kolonels in den tijd van de Witt Vert ) moeten voorts voor hun leven gekozen worden maar wie de geheele krijgsmacht van een volksafdeeling ) in den oorlog aanvoert moet slechts voor een jaar tot then rang verheven worden en evenmin in het opperbevel worden bestendigd als later daartoe weer verkiesbaar zijn ulke mannen moeten gekozen worden nit de aadslieden des onings (waar
) In de epubliek der Vereenigde Nederlanden wares de ennonieten hier en daar vrijgesteld op voorwaarde dat ze eenige schavergoeding betaalden e volksgeest kwam echter vaak hiertegen in verzet 2) et kwam in pinoza s tijd hoofdzakelijk op de verdediging van steden aan et hoofd van een vendel heette in de Witts tijd hoofdman e krijgsmacht van den taat bestond nit de schutterij der steden in het veld gebruikte men huurlingen of soldaten ) familia kan ook zijn = ens en daarmede bedoelt uijgens de rovincien en zoo hier kunnen denken aan den tadhouder ale legerhoofd van een provincie
V
LL
I
over in art en vlgg wordt gesproken) of uit hen die dat amht vroeger hebben waargenomen § lle stedelingen en landbouwers (de in en opgezetenen) dat zijn dus alle urgers moeten in f deelingen ( istricten) verdeeld worden die door een of anderen naam en een of ander kriigsteeken van elkander onderscheiden moeten worden ) en alien die in een dezer afdeelingen geboren worden moeten als burgers worden aangenomen en hun namen op de rol hunner afdeeling worden ingeschreven zoodra ze den leeftijd hebben bereikt dat ze de wapenen kunnen dragen en beseffen kunnen wat hun plicht is met uitzondering evenwel van alien die eerloos zijn wegens een of ander misdrijf door hen begaan van hen die stow of krankzinnig zijn of dienstbaar zijn en door een of andere ondergeschikte betrekking in hun levensonderhoud voorzien § 2 lle akkers zoowel als de grond en zoomogelijk ook de huizen moeten (gemeengoed) staatseigendom zijn namelijk van hem die regeert en door dezen voor een jaarlijkschen huurprijs aan de burgers d i aan stede lingen en landbouwers verhuurd worden overigens moeten in vredestijd alien van alle opbrengsten en belastingen vrijgesteld zijn en gedeelte van boven gemelde huuropbrengst wordt voor de weermiddelen van den taat een ander gedeelte voor het huffs des onings bestemd Want al is hot vrede toch moet men de steden altijd versterken alsof het ten oorlog ) In de steden had men roode witte blanwe en oranje Ven dels near wijken (familiae) afgedeeld
4
VI
ging en bovendien oorlogsschepen en oorlogstuig in gereedheid houden § Is er nu nit een of andere Volksafdeeling (of stam) een oning gekozen dan moet niemand als van adel worden aangemerkt dan die van koninklijken bloede is eze personen moeten to then einde door koninklijke onderscheidingsteekenen van hun eigen en alle overige afdeelingen onderscheiden worden § 4 dellijke bloedverwanten des konings van het mannelijk geslacht die den regeerenden vorst in den derden of vierden graad van bloedverwantschap be staan moet men verbieden to trouwen en hebben zij kinderen verwekt dan moeten die voor onwettig ge houden worden en ongeschikt om eenig eereambt to bekleeden ook mogen ze niet als erfgenamen hunner vaders worden erkend maar moeten dezer goederen weer aan den koning vervallen § Voorts moeten s onings aadslieden die het naast aan den troon staan en in rang op hem volgen talrijk zijn en alleen nit de burgers worden gekozen zoodat nit elke volksafdeeling drie of vier of vijf (als er niet meer dan zeshonderd zulke afdeelingen zijn) to zamen een lid van dezen aad zullen niet voor het leven maar voor of 4 of uitmaken jaar zoodat ieder jaar het derde vierde of vjjfde ge deelte van hen op nieuw verkozen moet worden ij deze verkiezing zal men er evenwel vooral op moeten letten dat uit iedere afdeeling minstens een rechtsge leerd afgevaardigde gekozen worde ) )
In de
epubliek der Vereenigde Nederlanden kwamen ook
V
LL
V
IL
eze verkiezing moet door den oning zelven § + p den hepaalden tijd van het jaar vast geschieden gesteld ter verkiezing van nieuwe aadsleden moet iedere Volksafdeeling de namen van al haar burgers die bun vijftigste jaar bereikt hebben en als aan spraak hebbenden op dit ambt op behoorlijke wijze zijn voorgedragen aan den oning overhandigen waaruit de oning dan naar eigen verkiezing een keuze moot doen terwijl in het jaar waarin een reehtsgeleerde in een der afdeelingen ( istricten) door een ander vervangen moet worden alleen namen van rechtsgeleerden aan den oning inoeten worden inge leverd ij die dit raadsheerlijke ambt gedurende den bepaalden tijd hebben waargenomen mogen na afloop daartoe niet terstond weder henoemd worden noch binnen vijf jaar of ]anger op de lijst der personen worden gebracht die daarvoor in aanmerking komen e reden waarom bet noodig is ieder jaar uit elke afdeeling een to kiezen is om to zorgen dat de aad niet ira eens uit geheel onervaren nieuwelingen clan weer (alleen) nit ingewijden en zaakkundigen zou zijn samengesteld wat noodzakelijk bet geval zou zijn als alien tegelijk aftraden en nieuwen hen vervingen Indien echter ieder jaar nit elke afdeeling een wordt gekozen dan zal nooit meer dan een vijfde of vierde of hoogstens een derde deel van den aad uit nieuwelingen bestaan ocht sours de oning daarin door andere bezigheden van de verschillende steden ettelijke fgevaardigden waarbij meestal ook een ensionaris of echtsgeleerde was die het woord deed
VI
verhinderd of om eenige andere reden gedurende langeren tijd zich met deze verkiezing niet kunnen bezig houden dan moeten do aadslieden zelven voorloopig nieuwe leden verkiezen totdat de oning zelf ande ren kiest of hen die de aad koos hevestigt e voornaamste plicht van dozen aud moot zijn do grondwet ) van bet ijk to handhaven en raad to schaffen betreffende de aanhangige zaken opdat de oning wete wat er in hot belang van hot emeene best moot worden besloten en wel in dier voege dat het den oning niet vrijstaat iets omtrent eon of andere aangelegenheid to bepalen dan na to voren do meening van dozen aad to hebben ingewonnen Indien de aad evenwel zooals meestal gebeuren zal niet tot over eenstemming mocht kunnen komen maar in zijn boezem verschil van meening blijft hestaan zelfs nadat men twee of driemaal de zaak ter sprake heeft gebracht dan moot doze niet langer worden uitgesteld maar moeten do afwijkende meeningen den oning worden voorgelegd zooals wij in art 2 van dit lloofdst nader zullen aantoonen § ovendieu zij bet do tank van dozen aad s onings verordeningen of besluiten ter openbare kennis to brengen uit to voeren hetgeen ten algemeenen nutte (in empublicam) besloten is en als s onings stad houders zorg to dragon voor hot geheele ijksbeheer § Niemand heeft toegang tot den oning dan it rondwet beteekent bij pinoza zooveel als taatsrege ling die in vroegere tijden zelden geschreven maar streng ge cerbiedigd werd
V
LL
N
I
door middel van dezen aad terwijl ook aan dezen alle bede of verzoekschriften moeten worden ingeleverd die men den oning mocht willen aanbieden elfs zullen de ezanten van vreemde ogendheden geen vergunning kunnen krijgen tot een onderhoud met den oning dan door tusschenkomst van dezen aad terwijl de brieven die uit den vreemde aan den oning gezonden worden hem door dezen aad moeten worden ter hand gesteld kortom terwijl de oning to beschouwen is als de ziel van den taat is deze aad gelijk aan de uitwendige zintuigen van die ziel of het lichaam van den taat waardoor de ziel den toestand van den taat waarneemt en door middel waarvan de ziel alles doet wat zij meent dat voor haar het best is o zorg om s konings zonen op te voeden § 2 moet mede aan dezen aad worden opgelegd evenzeer als de voogdij indien de oning komt to sterven ter wijl zijn opvolger nog een kind of een knaap is ) p dat echter de aad intusschen niet zonder oning zij moet uit de edelen van den taat de oudste worden gekozen om s onings plaats in to nemen totdat de wet tige opvolger den ouderdom bereikt heeft waarop hij den last van het bewind op zich kan nemen erechtigden ( andidati) tot dezen aad zijn zij § 2 die het bestuur den grondslag en den toestand van het ijk welks onderdanen zij zijn kennen wie echter de ) Willem III was eerst door zijn moeder opgevoed aar later wist an de Witt het door to drijven dat deze taak haar nit de handen genomen en hem toevertrouwd werd om Willem III to maken tot kind van taat
VI
plaats van een rechts geleerde wil bekleeden moet be halve het bewind en den toestand van den taat wiens onderdaan hij is ook die van andere staten kennen waarmede men in betrekking staat Niemand kan echter op de lijst der voor tee stellen leden gebracht worden dan die zijn e jaar heeft bereikt zonder voor eenig misdrijf to gevonnisd zijn 22 In dezen aad mag omtrent ijkszaken geen besluit genomen worden dan bij aanwezigheid van alle leden en indien iemand wegens ziekte of oin andere redenen niet tegenwoordig kan zijn moet hij een ander uit dezelfde afdeeling die of vroeger hetzelfde ambt bekleed heeft of voorkomt op de lijst der to kiezen leden in zijn plaats zenden n indien hij ook dit niet heeft gedaan en de aad wegens zijne afwezigheid de overweging van een of andere zaak tot een volgenden dag heeft moeten uitstellen moet hij met een duchtige it alles geldt echter alleen geldboete gestraft worden wanneer er sprake is van iets dat het geheele ijk betreft b v over vrede en oorlog of het afschaffen of invoeren van een of andere wet over den koophandel enz Is er daarentegen sprake van iets dat slechts de e en of andere stad betreft van smeekschriften enz dan is het voldoende dat de grootste helft van den aad aanwezig zij pdat onder de afdeelingen in alles gelijkheid 2 heersche en een waste orde van zitten voorstellen en spreken worde bewaard moet elks beurt worden in acht genomen zoodat de een na den ander in de zit tingen de voorzittersstoel bekleedt en zij die in deze zitting de eerste in de volgende de laatste is aar
V
LL
N
I
van hen die tot denzelfden kring ( istrict) behooren moet hij de eerste zijn die bet eerste gekozen is § 24 eze raad moet minstens viermaal in bet jaar worden opgeroepen om van de lands dienaars ( inistri) rekenschap to eischen van bet ijksbeheer om den stand van zaken to leeren kennen en to zien of er soms nog bet een of ander to bepalen valt Intusschen is bet duidelijk dat zulk een groot aantal burgers on mogelijk voortdurend de algemeene belangen kan behartigen en dewijl deze ondertusschen niettemin moeten worden waargenomen moeten uit dezen aad vijftig of meer personen gekozen worden die als de Vergadering ontbonden is hare plaats vervangen en dagelijks moeten vergaderen in een zaal nabij bet of teneinde dage jks zorg to dragen voor de schatkist de steden de versterkingen de opvoeding van den zoon des onings i e w voor al hetgeen aan den grooten aad is opgedragen en boven is opgesomd terwijl zij bovendien nog kunnen beraadslagen over nieuwe zaken waaromtrent nog geene besluiten genomen zijn 2 Is de aad vergaderd dan moeten voor er iets ter tafel gebracht wordt of of meer echts geleerden uit de fdeelingen welke in die zitting vooraan zitten naar den oning gaan om hem de smeekschriften of brieven die zij mochten hebben ont vangen over to leggen hem den staat van zaken kenbaar to maken en eindelijk van hemzelf to ver nemen wat hij in zijnen aad ter tafel wenscht gebracht to zien Na dit to hebben vernomen gaan zij naar de Vergadering terug en opent hij die volgens de beurt voorzitter is de beraadslagingen over die zaak Wordt
VI
doze of gene zaak door sommigen van bizonder gewicht geacht dan moet men er niet terstond over stemmen maar haar zoolang uitstellen als de drang der zaak zelve toelaat ls dan de aad tot op then bepaalden tijd is uiteen gegaan kunnen de afgevaardigden van ieder district afzonderlijk daarover spreken en mocht de zaak hun van groot gewicht schijnen anderen die het zelfde ambt bekleed hebben of aangewezen aadsleden zijn daarover raadplegen mochten zij bet binnen den bepaalden tijd niet eens kunnen worden dan stemt die fdeeling niet mede want iedere fdeeling kan maar een stem uitbrengen Is dit niet bet geval dan draagt de echtsgeleerde van die fdeeling in behoor lijken vorm bet gevoelen dat door haar bet beste ge keurd is in den aad zelf voor en evenzoo de anderen en mocht na bet hooren der gronden voor verschillende meeningen aangevoerd bet der meerderheid goeddun ken de zaak nog eens to overwegen dan worde de Ver gadering weer tot op een bepaald tijdstip ontbonden en dan zal iedere fdeeling verklaren wat nu zijn onveran derlijke meening is ls dan ten slotte in voltallige aadszitting de stemmen geteld zijn dan wordt elk gevoelen dat geen honderd stemmen op zijn minst voor zich verkregen heeft van onwaarde verklaard e overige uitspraken moeten aan den oning voor gelegd worden door alle echtsgeleerden die de zitting hebben bijgewoond om daaruit na de redenen der ver schillende partijen gehoord to hebben to kiezen welke hij wil e echtsgeleerden gaan inmiddels been en keeren weder naar de Vergadering terug waar alien den oning op een door hem bepaalden tijd afwachten om to hooren
V
LL
N
I
aan welke der hem voorgelegde meeningen hij meent de voorkeur to moeten geven en wat hij zelf oordeelt dat gedaan moet worden § 2 m voor de rechtsbedeeling to zorgen moet er een anderen aad alleen uit rechtsgeleerden gevormd worden wiens taak het is twisten to besleehten en misdadigers to straffen met dien verstande echter dat alle gewezen vonnissen door hen die in de plaats van den grooten aad optreden moeten worden goed gekeurd ten einde toe to zien of ze met in achtne ming van alle gebruikelijke rechtsvormen zjjn gewezen en zonder eenige partijdigheid n indien soms de partij die het onderspit dolf mocht kunnen aantoonen dat een der rechters door eenig geschenk van zijn tegenstander was omgekocht ) of wel een meer gewone reden tot gunstbetoon jegens dien tegenstander of tot haat jegens den veroordeelde zelf had gehad of wel dat de gewone rechtsorde niet was in acht genomen dan moet zulk een geding weer van nieuws worden aange vangen it alles nu zou waarsehijnlijk moeilijk in toepassing kunnen worden gebracht door lieden die als er sprake van misdaad is den beschuldigde niet zoo zeer door bewijsredenen als wel door de pijnbank tot bekente nis plegen to brengen aar ik denk hier aan geen andere orde van rechtspleging dan aan zulk eene die het beste past voor een volmaakte staatsinrichting 2) § 2 ovenbedoelde rechters moeten in grooten en onevenen getale zijn b v of op zijn minst ) Wat in onze epubliek niet zelden voorkwam ) Waardoor de pijnbank als middel tot overtuiging veroor deeld wordt lasemaker mist de beide laatste zinnen
2
VI
terwijl er uit iedere fdeeling slechts een mag gekozen worden niet voor bet leven maar zoo dat ook van hen iaarlijks een gedeelte aftreedt en evenzooveel anderen weer gekozen worden die nit andere fdeelingen moeten zijn en alien den leeftijd van veertig jaar bereikt moeten hebben In dezen aad mag geen vonnis worden uit § 2 gesproken dan in tegenwoordigheid van alle rechters ocht iemand wegens ziekte of andere redenen ge durende langeren tijd de Vergadering niet kunnen bijwonen dan moet er zoolang een ander benoemd worden om zijn plaats to vervullen Wordt er gestemd dan moet ieder zijn gevoelen niet met luider stem uitspreken maar dit door steentjes kenbaar maken 2 et inkomen van dezen aad en van de plaats vervangers ) van den vorigen moet bestaan eerstens uit de goederen 2) van hen die door den aad zelf ter dood veroordeeld zijn en voorts ook van hen die tot een of andere boete verwezen worden ovendien ontvangen zij van iedere uitspraak over geschillen tusschen burgers een zeker gedeelte van de som waar over bet geding loopt van hem die de zaak heeft ver loren en dit komt mede aan beiden aden ten goede nder genoemde aden staan in elke stad § lj e plaatsvervangers zijn zij die de dagelijksche zaken waarnemen ie § 24 ) ier moet bona in den tekst worden ingevuld zooals de ollandsche Vertaler zeer goed heeft ingezien en ook overeen komt met ud ollandsch gebruik
V
LL
N
I
weer andere wier leden evenmin voor hun levee moeten worden benoemd maar waarvan jaarlijks een gedeelte gekozen wordt en wel alleen uit die familien die in de stad zelf wonen it behoeft hier echter niet verder to worden uiteengezet
In vredestijd moet aan bet krijgsvolk geen soldij worden uitgekeerd in oorlogstijd slechts een dagelijksche tegemoetkoming aan hen die door dagwerk in hun onderhoud moeten voorzien aarentegen moeten de bevelhebbers en de overige aanvoerders van den troep (officiarii) geen ander voordeel van den krijg to ver wachten hebben dan den buit op den vijand veroverd 2 Indien een vreemdeling de dochter van een burger heeft gehuwd moeten zijn kinderen als burgers beschouwd worden en ingeschreven worden op de lijst van de fdeeling waartoe de moeder behoort an hen echter die hoezeer uit vreemde ouders toch in bet rijk zelf zijn geboren en opgevoed moet bet recht gegeven worden voor een bepaalde som bet burgerrecht to koopen van de chouten ) van een of andere fdeeling om dan op de lijst van die fdeeling to worden gebracht n al mochter_ ook de chouten uit winzucht een of anderen vreemdeling beneden den vastgestelden prijs o nder de burgers opnemen dan worden daardoor toch de belangen van bet jjk niet geschaad integendeel er moeten allerlei middelen worden bedacht om bet ) aar ik de familie vergelijk met het mbacht zoo heb ik hier het woord hiliarch met chout vertaald en ziet dat „familie hier meer dan bloedverwantschap omvat
4
VI
getal der burgers to vermeerderen en een grooten toe vloed van menschen to verkrijgen Wie echter niet op de lijst der burgers voorkomt moet billgkerwijze althans in oorlogstijd zijn vrijstelling door werken of eenigerlei geldelijke opbrengst vergoeden ezanten die in vredestijd naar andere taten gezonden moeten worden om verbonden to sluiten of to bevestigen moeten alien uit den del gekozen worden terwijl de door hen to maken onkosten nit de schatkist van den taat moeten worden bestreden en niet nit de gelden van het uis des onings ie aan het hof verkeeren en tot het hofgezin § 4 behooren en door den koning nit eigen middelen be zoldigd worden moeten van elk taatsambt of betrek king worden uitgesloten et voordacht zeg ik „die door den oning uit eigen middelen bezoldigd worden om de soldaten van zijn lijfwacht daarvan uit to zonderen Want geen anderen dan de burgers der hofstad zelven moeten op het of voor de poorten van het paleis als lijfwacht voor den oning dienst doen orlog moet alleen gevoerd worden om rust to verkrijgen zoodat alle strijd moet ophouden zoodra de oorlog geeindigd is ijn er dus in den oorlog steden veroverd en is de vjjand overwonnen dan moeten er zulke vredesvoorwaarden gemaakt worden dat men de veroverde steden niet behoeft to bezetten e then einde moet men den vijand bij het vredesverdrag de gelegenheid geven die steden terug to koopen of wel indien men hierdoor in gevaar zou blijven verkeeren in den rug to worden aangevallen ze volkomen verwoesten
V N
LL
N
I
en de inwoners naar andere plaatsen doen verhuizen § e koning mag een vreemdelinge ten huwe lijk nemen ) maar alleen iemand van zijn bloedverwanten of medeburgeressen huwen en wel onder die voor waarde dat als hij een hurgeres trouwt de naaste bloedverwanten zijner echtgenoote geen taatsambt mogen waarnemen et ijk moet ondeelbaar zijn Indien dus de oning meerdere kinderen heeft dan is de eerstgeborene van hen rechtens troonopvolger en moet nooit toestaan dat zij bet rijk onder elkaar verdeelen nosh ook dat bet onverdeeld aan alien to zamen of aan enkelen hunner worde toevertrouwd en allerminst dat een deel van bet rijk als huwelijksgift aan een dochter worde afgestaan Want in geen geval moet men dulden dat dochters bij erfopvolging op den troon komen § Indien de koning zonder mannelijk oir ge storven is moet hij die hens bet naast in den bloede bestaat als erfgenaani van den troon optreden tenzij deze bijgeval een vreemdelinge tot vronw heeft waar van hij zich niet wil laten scheiden st Wat de urgers betreft zoo blijkt nit § III dat elk hunner verplicht is s onings besluiten of bevelen door den Volksraad ter openbare kennis ge bracht (zie over dezen eisch § en van dit st ) hoe onzinnig hij die moge achten to gehoorzamen of anders door bet gerecht daartoe gedwongen moet worden ) e noodlottige invloed der ngelsche huwelijken onzer tadhouders Willem II en Willem III waren vermoedelijk voor pinoza een der redenen van deze uitsluiting
fi
xo4urnsru
VI
)it nu zijn de grondslagen waarop een enhoofdig ewind moot worden gevestigd om duurzaam in stand to kunnen blijven zoo ils wij in hot volgende oofdstuk nader hewijzen zullen § 4 Wet eindeltjk den godsdienst betreft zoo moet or nooit eenige kerk op stadskosten gebouwd worden noch eenigerlei verordeningen gegeven worden hetref fende gezindheden tenzij deze van oproerigen card zijn en de grondslagen van de taatsgemeenschap trachten to ondermijnen earom late men aan hen wien ver gund wordt in t openbaar godsdienstoefening to houden over ore zoo t hun lust op eigen kosten ( on kerk to bouwen terwijl de koning een afzonderlijke kapel in zijn paleis kan bekomen oin daarin den godsdienst then hij is toegedaan to doer houden
VII (N
LI
IN
V N
VI )
Na deze korte opsomming van de grondslagen eener
lleenheerschappij ben ik nu van plan de gronden
daarvoor in geregelde volgorde uit
een to zetten
llereerst valt to then opzichte op to merken dat het in het minst niet met de ervaring in strijd is
sommige
wetten zoo onwrikbaar vast to stellen dat ze zelfs oning niet kunnen worden afgeschaft Want door den de
erzen plachten hun koningen als
oden to ver
ceren en toch hadden de koningen zelfs niet de macht de eenmaal vastgestelde wetten to herroepen zooals blijkt nit het ik weet
de
st van
aniel
I)
terwijl voor zoover
nergens een koning verkozen wordt zonder
dat men hem althans eenige voorwaarden stelt hetgeen dan ook inderdaad noch met de
ede noch met de
volstrekte gehoorzaamheid die men den koning ver schuldigd is in strijd is Want de grondwet des
ijks moet worden beschouwd
als een onveranderlijk besluit van den
oning in dier
voege dat zijn dienaren hem geenszins ongehoorzaam zijn indien zij weigeren hem to gehoorzamen wanner hij iets gebiedt dat met de grondwet des rijks onver )
ier moet gelezen worden
VII
eenigbaar is it blijkt ons ten duidelijkste uit het voor beeld van lysses ) iens reisgezellen immers volgden slechts zijn bevelen toen zij hem van den mast waar aan hij gebonden was niet wilden losmaken niettegen staande hij door t gezang der irenen medegesleept hun zulks onder geweldige dreigementen gebood en men prijst hem om zijne bezadigdheid dewijl hij later zijne reisgezellen dankte omdat zij hem gehoorzaamd hadden in den eerst door hem bedoelden zin it voor beeld van lysses plegen koningen ook hun rechters ter navolging aan to prijzen om namelijk gerechtigheid uit to oefenen zonder aanzien des persoons zelfs niet then des konings indien deze bij voorkomende gelegenheid iets mocht bevelen dat naar hunne overtuiging met de gevestigde rechtsorde in strijd was Want oningen zijn geen oden maar menschen die zich dikwerf door irenengezang laten verleiden Indien derhalve alles afhing van de willekeur van een enkel persoon dan zou men zich op niets kunnen verlaten n daarom moet dan ook elk eenhoofdig gezag om stand to kunnen houden zoo worden ingericht dat wi l alles geschiedt Qp s onings gezag m a w dat alle recht de uit drukkelijke wil des onings zij maar niet dat al wat ie hierover § d e oning wil recht zij en van het vorige oofdstuk § 2 Verder is op to merken dat bij het samenstellen van elke staatsregeling (grondwet) vooral rekening gehouden moet worden met de menschelijke gemoeds et is niet genoeg aan to toonen wat aandoeningen om
dyss
2
vlgg
N
LI
IN
V N
[
VI
er gedaan moet worden ma a r vooral hoe men het moet aanleggen opdat de menschen hetzij zij zich door hun gevoel of door de ede laten leiden steeds recht en wet boven alles bljjven handhaven Want als de Volksrechten of de burgerlijke vrijheid alleen steunt op de zwakke hulp der wetter dan zullen de burgers niet alleen geen zekerheid hebben die vrijheid to behouden zooals wij in § van het vorig hoofdstuk aantoonden maar zullen zij er slechts to grooter ellende door ondervinden Want zeker is het dat geen toestand ellendiger is dan die van een voortreffelijken staat die in verval begint to komen tenzij hij bij den eersten stoot of door een staatsgreep ineenstort en ten onder words gebracht wat echter hoogst onwaarschijnlijk is et ware voor de onderdanen van zulk een staat veel beter geweest al hunne rechten onbeperkt aan een man toe to vertrouwen dan onzekere of ijdele en dus onbetrouwbare privilegieen to bedingen en zoodoende hun nageslacht den weg to banen tot de afschuwelijkste slavernij Indien ik echter zal hebben aangetoond dat de grondslagen van een koningrijk zooals ik die in het vorig oofdstuk heb opgesomd standhoudend zijn en niet omver to werpen zonder dat de meerderheid van het weerbare yolk daartegen zich verzet en dat van die inrichting voor den oning zoowel als voor zijn yolk vrede en rust het gevolg zijn en als ik die bovendien zal hebben afgeleid nit de algemeene eigenschappen der inensehelijke natuur dan zal niemand er aan twijfelen dat bedoelde grondslagen de beste en de ware zijn zooals blijkt uit § oofdst III en § en van t vorige
VII
oofdst at nu de door Inij genoemde grondslagen aan deze eischen voldoen zal ik zoo kort mogelijk aantoonen at het de plicht is van hem bij wien het gezag berust altijd op de hoogte to zijn van s ijks toestand en gesteldheid voor aller welzijn to zorgen en to bewerkstelligen al wat in t belang is van de meerderheid zijner onderdanen zal wel niemand ont kennen och daar een enkeling niet alles kan nagaan niet altijd met zijn ziel er bij kan zijn en zich dwingen kan tot ernstig nadenken aangezien hij dikwerf ook door ziekte ouderdom of andere redenen verhinderd wordt zich aan de openbare zaak to wijden is het noodzake lijk dat een Vorst raadslieden hebbe die den staat van zaken kennen den Vorst van raad dienen en dikwijls lleen op deze wijze is het mo zijn plaats vervangen gelijk dat een ijk of taat altijd in een en denzelfden geest geleid wordt 4 ewijl het echter met de menschelijke natuur zoo gesteld is dat ieder zijn bijzonder belang met den meesten ijver zoekt to behartigen en die wetten het billijkst acht die hem het meest geschikt schijnen om zijn belangen to dienen en to bevorderen inaar zich het belang van zijn naaste slechts in zoo verre aantrekt als hij meent daardoor tegelijkertijd zijn eigenbelang to dienen zoo volgt daaruit dat het noodzakelijk is manners in den aad to kiezen wier bijzonder belang en voordeel met het gemeen welzijn en de rust van alien nauw samenhangt et is dus duidelijk dat indien men uit elke soort of klasse van burgers eenige per
N
) LI
IN
V N
()
VI
sunen in den aad kiest wat in dezen aad de meeste stemmen heeft verkregen voor bet grootste deel der onderdaneli nuttig zal zijn n al hoewel nu een and uit zulk een groot aantal burgers samengesteld rlnvermijdelijk ook velen zal tellen die bijzonder weinig ontwikkeld zijn zoo mag men toch gerust aannemen dat ieder in zaken die hij langen tijd met grooten ijver heeft waargenomen slim en geslepen genoeg is Indien men derlialve niemand verkiest die niet tot zijn e jaar zijn zaken met eere gedreven heeft dan zullen alien bekwaam genoeg zijn om raad to geven in zaken die hun eigen belangen raken vooral indien men bun in zaken van eenigzins grooter belang eenigen tijd tot overweging gust aarbjj bedenke men dat het er verre vaudaan is dat er in een nit weinige leden samengestelden aad gees onkundigen zouden zijn Veeleer bestaat meestal bet grootste deel van zulk een aad nit dergelijke menschen tangezien een ieder bet daarin er op toelegt nledeleden to krijgen van weinig beteekenis die geheel aan zjne lippen hangen wat in groote Vergaderingen niet voorkomt ovendien is bet zeker dat ieder liever regeert dan geregeerd wordt Immers niemand staat uit eigen beweging zijn gezag aan een ander af zooals alustius in zijn eerste rede tot aesar zegt ) Ilet is dan ook ) pinoza bedoelt bier den brief over de staatsinrichting dien men vroeger aan alastius toeschreef zie bldz van de editie die in bij acke to Leiden uitkwam ( anteekening van rof Land)
2
VII
duidelijk dat een yolk uit eigen beweging de egeering nooit aan enkele mannen of aan een persoon zou op dragen indien zij hot met elkaar cens konden worden en niet steeds tengevolge der twisten die nicest altijd in groote Vergaderingen ontstaan met elkaar in strijd geraakten ) oodoende draagt bet yolk nit eigen be weging aan den Vorst alleen dat op waartoe bet zelf volstrekt niet in staat is u de beslechting van ge schillen en de spoed in hot handelen Want wat men ook dikwijls ziet gebeuren dat een Vorst gekozen wordt ter wille van een oorlog en wel omdat een boning met veel meer geluk kan oorlogvoe ron is eigenlijk een dwaasheid aangezien men dan oarn gelukkiger in den krijg to zijn in vredestijd slaaf wil wezen aangenomen dat or vrede denkbaar is in een rijk waar het oppergezag alleen terwilie van den krijg aan een persoon is opgedragen welke derhalve zijn talenten en alles wat men van hens verwacht hot best in den oorlog kan toonen juist bet tegendeel van de Volksregeering waarvan dit bet eigenaardige is dat do goede eigenschappen daarvan veel meer in vrede dan in oorlog uitkomen uch om welke reden ook de Vorst verkozen worde alleen kan hij zooals wij reeds zeiden nict alles weten wat bet belang des rijks vereischt hiertoe is bet zooals we in do vorige § zagen volstrekt noodig dat hjj veel burgers tot aadslieden hebbe en daar wij ons geenszins kunnen voorstellen dat over een of andere aanhangige zaak iets belangrijks to zeggen zou zijn ) moet bier niet iret of irent gelezen worden Vert
N
LI
IN
V N
vI
wat aan een zoo grout aantal menschen zou kunnen untsnappen zoo volgt dat men in s yolks belang geen andere besluiten zou kunnen hedenken dan de uitspraken welke nit naani van dezen aad aan den oning worden voorgelegd n daar nu bet volkswelzijn de hoogste wet is d i het hoogste wat tot s onings bevoegd heid behoort volgt hieruit dat de oning wel het recht heeft con van de meeningen van den aad uit to kiezen maar niet iets tegen den zin van den geheelen aad vast to stellen of to besluiten ie § 2 van het voor gaande oofdstuk lloesten echter alle gevoelens die in den aad werden uitgesproken den oning worden voorgelegd dan zou bet kunnen gebeuren dat de oning de kleine steden die minder stemmen hebben voortdurend begunstigde Want al wordt ook bij de instelling van den aad bepaald dat de verschilfende meeningen zonder aan wijzing van de voorstemmers den oning worden voorgelegd zoo kan men toch nooit geheel en al voor komen dat daarvan iets uitlekt en dus moet men noodwendig bepalen dat elke meening die niet op zijn minst honderd stemmen op zich kan vereenigen van geener waarde wordt beschouwd welke bepaling door de grootere steden met kracht en geweld moet worden gehandhaafd \u zou ik indien ik mij niet op beknoptheid toelegde hier nog veel meer voordeelen van dezen aad kunnen aantoonen thans echter zal ik er slechts een aanvoeren die mij van het hoogste gewicht schijnt to zijn n dit is dat er geen sterker prikkel tot deugd kan bestaan dan de algemeen gekoesterde hoop om
4
VII
dezen hoogsten eerepost to bekleeden Want door eer zucht worden alle menschen meer dan door iets anders gedreven zooals wij in onze thica ruim schoots hebben bewezen ) at voorts de Ineerderheid van dezen aad nooit oorlogszuchtig maar steeds vredelievend gezind zal zijn is buiten twijfel Want behalve dat de leden altijd bevreesd zullen zijn door den oorlog zoowel hun goe deren als hun vrijheid to verliezen komt nog hierbij dat er voor den oorlog buitengewone uitgaven noodig zijn waarin zij moeten voorzien en tevens dat hun kinderen en verwanten nu met de zorg voor lain zaken belast in stede daarvan in tijden van oorlog gedwongen zijn zich toe to leggen op de hanteering der wapenen en nit to trekken in het veld waarvan zij niets mede naar huis kunnen brengen dan verwondingen waar men niets voor krijgt Want aan de krijgsmacht moet zooals wij in § van het vorig oofdst zeiden geen soldij worden uitgekeerd en deze moet zooals nit § van hetzelfde hoofdstuk blijkt alleen uit burgers met uitsluiting van alle vreemdelingen worden samenge steld § er bevordering van vrede en eendracht komt hierbij nog iets van groot aanbelang dat niemand namelijk vaste goederen mag bezitten ( ie § 2 van t vorig oofdst ) aardoor loopen alien bij een oorlog bijna evenveel gevaar llen drijven immers handel om winst to maken of leenen elkander onderling geld tenminste indien men zooals eertijds bij de theners )
th Ill 2
ef 44 IV
N
LI
IN
V
N
VI
een wet heeft geinaakt waarbij aan ieder verboden wordt geld op rente to geven aan anderen dan aan zijn medeburgers derhalve zullen ze altijd zaken moeten doen die met elkaar nauw samenhangen of althans van dezelfde oinstandigheden afhankelijk zjjn om zich to kunnen ontwikkelen en daarom zal de meerderheid van dezen aad over de algemeene belangen en de kunsten van den vrede meestal eenstemmig denken want ieder verdedigt zooals wij in § 4 van dit oofdst_ reeds zeiden het belang van zijn naaste in zooverre als hij daardoor tevens zijn eigenbelang meent te ver zekeren at het overigens niemand ooit zal invallen dezen aad door geschenken om to koopen is boven alien twijfel verheven Want indien men al uit zulk een groot aantal menschen den een of ander moist over to haien dan was men daarmede nog niets verder ge komen omdat zooals wij zeiden elk gevoelen dab geen stemmen op zijn minst op zich vereenigen kan van geener waarde is § at bovendien de leden van dezen aad zoodra hij eenmaal is ingesteld niet tot een geringer aantal kunnen worden teruggebracht zal ons duidelijk worden indien wij slechts onze aandacht gevestigd houden op de algemeen menschelijke gemoedsaandoe ningen oven alles worden de menschen immers door eerzucht gedreven en niemand is er die een gezond leven leidt of hij hoopt tot in hoogen ouderdom zijn leven to behouden Letten wij dus op het getal van hen die inderdaad hun vijftigste of zestigste jaar hebben bereikt en brengen wij daarbij in rekening het groot
VII
aantal aadsleden die jaarlijks gekozen worden dan zullen wij inzien dat er onder hen die de wapenen dragen niemand is die niet veel hoop kan koesteren eenmaal tot deze waardigheid to zullen opklimmen zoodoende zullen alien zooveel in hun vermogen is elke inbreuk op de rechten van dezen aad verhinderen Want men moet bedenken dat alle omkooperij gemak kelijk to voorkomen is als zij maar niet langzaam aan kan insluipen en daar het nu meer voor de hand ligt en minder ijverzucht zal wekken als men nit elke bevolkingsgroep dan nit enkele een kleiner getal aads lieden kiest of wel de een of ander geheel en al uitsluit zoo zal (§ vorig oofdst ) ) het getal aadsleden niet beperkt kunnen worden zonder het met een derde vierde of vijfde deel to gelijk to verminderen een ver andering die waarlijk zeer belangrijk is en dus ook buitengewoon afwijkend van den gewonen loop van zaken ovendien heeft men ook niet van uitstel of verzuinl in het kiezen van nieuwe leden to vreezen will hierin door den aad zelf wordt voorzien (zie § vorig oofdst ) oning nu zal hetzij nit vrees voor het e § yolk of om de meerderheid der gewapende burgerij aan zich to verbinden of wel gedreven door de edele gezindheid om voor het algemeen belang to zorgen altijd de meening huldigen die de meeste stemmen verkregen v d oofdst ) die welke heeft d w z (volgens § in bet belang is van het grootste deel van het rijk of ~) ) e oude uitgaaf heeft § 4 z) f is bier beter dan en zooals in den tekst staat
N
LI
IN
V N
II
VI
de afwijkende meeningen die hem worden voorgelegd zoo mogelijk met elkaar trachten overeen to brengen om alien to gelieven waartoe hij al zijn kracht in het werk zal stellen en om alle partijen zoowel in vredes als in oorlogstijd to doen gevoelen wat ze aan hem hebben n zoo zal hij naarmate hij meer met het algemeene volkswelzijn to rade gaat het onbeperkst gezag voeren en het onafhankelijkst gebieden 2 Want alleen kan de koning immers nooit alle burgers vrees inboezemen zijn macht berust veeleer zooals wjj zeiden op het aantal zijner manschappen en vooral op hun cooed en hun trouw welke trouw onder menschen altijd zoolang stand zal houden als een of ander gemeenschappelijk belang hetzij van eerlijken hetzij van oneerlijken aard hen aan elkander bindt Niet zelden ziet men dan ook dat koningen hun benden veeleer aanhitsen tot losbandigheid dan in bedwang houden veeleer hun gebreken dan hun deugden ver schoonen en veelal om aanzienlijke mannen to kunnen onderlrukken lediggangers en verdorven lieden op zoeken onderscheiden met geld of gunsten bijstaan hun de hand drukken kushanden toewerpen en uit heerschzucht allerlei laagheden begaan Wil men dus dat de burgers door den oning boven alle anderen worden ontzien en dezen voor zoover de staatsregeling of de billijkheid dat toelaat onaf hankelijk blijven dan is het volstrekt noodzakelijk dat het leger alleen uit burgers zij samengesteld en dezen zelf deel uitmaken van den aad terwijl laatstgenoemden daarentegen geheel en al afhankelijk worden en den grond leggen tot een onaf= gebroken oorlogstoestand zoodra ze dulden dat er hulp
VII
troepen gehuurd worden wier bestaan de oorlog is en wier grootste kracht in twist en tweedracht gelegen is § at de oninklijke aadslieden niet voor het leven moeten worden gekozen maar voor 4 of ten hoogste jaren blijkt zoowel nit § van dit oofdst als nit hetgeen wij in § van ditzelfde oofdst heb ben gezegd Want indien ze voor het leven werden gekozen zoude in de eerste plaats het grootste deel der burgers bijna geen hoop kunnen voeden then eere post ooit to bekleeden waaruit een zeer groote onge lijkheid onder de burgers en dientengevolge afgunst voortdurende ontevredenheid en eindelijk oproer zou voortvloeien al hetwelk heerschzuchtige koningen geens zins onwelkom zou wezen maar bovendien zouden de aadslieden zich dan allerlei ongepaste dingen veroor loven aangezien ze dan volstrekt niet nicer voor hun opvolgers bevreesd behoefden to zijn en dat wel zonder daarin door den oning in het minst to worden be lemmerd Want hoemeer zij bij hun medeburgers gehaat zijn des to nicer zullen zij zich hechten aan den koning en des to nicer geneigd hem to vleien a zelfs schijnt mij een tijdperk van jaar nog to veel dewijl het nog niet zoo geheel onmogelijk is in zulk een tijdsverloop een tamelijk groot deel van den aad (hoe groot die ook zij) door geschenken of gunstbewijzen om to koopen en zal dus veel voorzichtiger doen indion jaarlijks twee afgevaardigden nit iedere groep aftreden en even zooveel lien opvolgen (als er tenminste nit elke groep raadsleden gekozen worden) behalve in dat jaar waarin de rechtsgeleerde van een district aftreedt en er in zijn plaats een nieuwe gekozen wordt
N
LI
IN
V N
VI
een koning kan bovendien ergens meer veil ig 4 heid verwachten dan die in zulk een taat als bier bedoeld is regeert Want behalve dat hjj wien zijn sol daten geen goed hart meer toedragen terstond verloren is dreigt koningen altijd nog een zeer groot gevaar van de zijde van hen die hun naaste verwanten zijn oe minder de aadslieden dus in aantal en hoe grooter in macht zij derhalve zijn des to grooter gevaar bestaat er voor den koning dat deze bet gezag aan een ander opdragen r was dan ook niets dat avid zooveel angst inboezemde dan dat zijn eigen raadsman chitophel zich bij de partij van bsolom had aangesloten ierbij komt dat als alle gezag aan een man zonder eenige beperking is opgedragen dit veel gemakkelijker van den een op den ander overgaat ens toch hebben twee vendrigs bet gewaagd om bet gezag over bet omeinsche rijk van den een op den ander over to brengen en bet is hun gelukt ( acitus esch oek I oofdst 2 ) m nu nog to zwijgen van allerlei kunst grepen en listige streken waardoor hovelingen er voor moeten waken dat ze niet aan den nijd ten offer vallen omdat ze hoog boven andren uitsteken terwijl het aan niemand die geschiedenis leest onbekend kan zijn dat trouw en toewijding den ovelingen meestal nood lottig is geweest zoodat ze dan ook als zij voor zich zelf willen zorgen veeleer geslepen dan trouw moeten zijn Indien echter de aadslieden zoo groot in aantal zijn dat zij onmogelijk alien tot een en dezelfde mis daad kunnen worden verleid indien zij alien onderling gelijk in rang zijn en niet langer dan vier jaren zit ting hebben behoeft de oning hen in geen enkel
o
VII
opzicht to duchten dan wanneer hij zou willen pogen hun de vrijheid to ontnemen waardoor hij alle burgers to gelijk tegen zich in het harnas zou jagen I) oo zegt dan ook ntonio erez 2) zeer terecht de uit oefening van een onbeperkt gezag is voor den Vorst hoogst gevaarlijk voor de onderdanen in hooge mate grie vend en strijdig met alle goddelijke en menschelijke instel lingen zooals door tallooze voorbeelden to bewijzen is ehalve de bovengenoemde hebben we in het vorig oofdst nog andere grondbeginselen aangegeven die den oning een groote gerustheid voor zijn gezag en den burgers voldoende waarborgen geven voor het behoud van vrijheid en vrede waarover wij achtereen volgens zullen spreken Voor alles toch heb ik datgene willen behandelen wat betrekking had op het voornaani ste egeeringslichaam en dus van het grootste gewicht is thans zal ik ook de overige punten nagaan in de volgorde waarin ik ze heb vermeld at de burgerij machtiger en dientengevolge zelfstandiger is naarmate zij grooter en beter versterkte steden heeft lijdt geen twijfel hoe veiliger toch de plaats is waarin zij wonen des to beter kunnen zij hun vrijheid beschernien des to minder behoeven zij voor buitenlandsche of binnenlandsche vijanden bevreesd to zijn terwijl het mede vaststaat dat menschen meer zorg dragen voor hun veiligheid naarmate zij grootere teden echter die de hulp van rijkdommen bezitten een andere stad noodig hebben voor hun bestaan hebben ) pinoza doelt hier op Willem II 2 ) us publicum nt erezii mst z vlgg roni ngen 44 erde eel b
lie ooft Ned
ist
N
LI
IN
V N
VI
daarmede geen gelijke rechten maar zijn in zooverre af hankelijk van die andere als zij haar hulp behoeven Want dat ieders rechtsbevoegdheid geheel en al bepaald wordt door zijn macht hebben wij in oofdst 2 aangetoond § m deze zelfde reden nu opdat namelijk de burgerij onafhankelijk blijve en haar vrijheid onverlet moet het leger alleen uit burgers bestaan zt nder iemand daarvan uit to zonderen Immers een gewapend man is meer zijn eigen meester dan een ongewapende (zie § 2 van dit oofdst ) en zoodra de burgers hun wapenen aan een anderhebben overgegeven en hem de bezetting der stadsmuren hebben toevertrouwd heb ben zij al hun reebten aan een ander afgestaan en ver laten zich geheel op diens goede trouw Niet minder aanbevelingswaardig is dit uit het oog punt der algemeen menschelijke hebzucht waardoor de meesten zich immers hoofdzakelijk laten leiden Want hulptroepen kunnen niet dan ten koste van veel geld gehuurd worden en de burgers zijn bijna niet in staat de lasten to dragen die vereischt worden om een nietsdoende krijgsmacht op de been to houden at overigens niemand tot oofd van het geheele leger of een afdeeling daarvan moet benoemd worden I) dan in den uitersten nood en hoogstens voor een jaar weten alien die de geschiedenis zoowel de gewijde als de on gewijde gelezen hebben it ligt overigens ook geheel in de rede Want men stelt immers de kracht van het ijk geheel en al in handen van hem wien men den tijd ) ok hier blijkt weer dat familia een groote Volksafdeeling is als men deze plaats beschouwd in verband met oofdst VI §
2
VII
geeft grooten krijgsroem to behalen en zijn naam boven then des onings to verheffen of zich de trouw van het leger to verzekeren door voorkomenheid vrijgevig heid en allerlei andere kunstgrepen aan legerhoofden eigen en waardoor zij anderen aan zich zoeken to onderwerpen en zichzelf tot heersehers op to werpen indelijk heb ik nog tot meerdere zekerheid van het geheele ijk hierbij gevoegd dat deze veldoversten gekozen moeten worden nit s onings aadslieden of nit hen die dit ambt vroeger hebben bekleed d w z nit menschen welke zulk eon leeftjjd hebben bereikt waarop ze meestal aan het bestaande en zekere boven het nieuwe en gewaagde den voorkeur geven § at de burgers onderling in groepen (families) moesten verdeeld worden en nit ieder daarvan een gelijk aantal aadslieden gekozen moest worden heb ik gezegd opdat de grootere steden naar gelang van de talsterkte hunner burgers Ineer raadslieden zouden hebben en zooals billijk is ook meer stemmen zouden kunnen uitbrengen Want de invloed op de egeering en dus ook het recht daarop moet of hankelijk zijn van het getal der burgers en ik geloof niet dater een beter middel is to bedenken om deze verhouding onder de burgers to bewaren daar zij alien van nature er op gesteld zijn elk bij zijn eigen geslacht to worden gerekend en naar zijn afkomst van anderen to worden onderscheiden § Voorts kan men in den natuurstaat niets minder voor zich alleen behouden en tot zijn eigendom maken dan den grond en alles wat in die mate aan den grond gebonden is dat het nergens kan worden
N
LI
IN
V N
VI
weggeborgen of willekeurig kan worden verplaatst aarom is de grond en al wat daaraan op boven gemelde wijze gebonden is meer dan iets anders ge meengoed der burgerij d i van alien die met vereende krachten dien grond willen verdedigen ) of van hem wien alien de macht gaven om dien grond voor hen to kunnen verdedigen iensvolgens moet de grond en wat daarop staat even zooveel waarde hebben voor de burgers als het onontbeerlijk voor hen is dat zij ergens een vaste woonplaats moeten hebben om hun gemeen schappelijke rechten en vrijheden to verdedigen Welke belangen hierin buitendien nog voor den taat zijn gele gen hebben wij overigens reeds in § van dit oofdstuk a angetoond § 2 m zooveel mogelijk de gelijkheid tusschen alle burgers to bevorderen wat in elken taat van het hoogste belang is moet niemand van adel geacht worden dan die van den oning afstamt Indien het echter aan alle afstammelingen des onings veroorloofd was to huwen of kinderen to verwekken dan zouden ze na verloop van tijd in grooten getale toenemen en den oning zoowel als de burgerij niet alleen tot last zijn maar ook voortdurend vrees inboezemen daar menschen die overvloed van tijd hebben meestal booze plannen smeden it nu heeft tengevolge dat oningen veeltijds terwille hunner delen er toe komen om oorlog to voeren wijl oningen die veel delen in hun om ) eze zin is niet zeer duidelijk in den tekst ooals ik hem heb opgevat zou pinoza ook in de Volksregeering gemeenschap van vaste goederen verlangen
4
VII
geving hebben meer rust en vrede hebben in tijden van oorlog dan van vree it alles laat ik als genoeg zaam bekend verder rusten evenals datgeen wat ik in § 2 van het vorig oofdstuk heb opgemerkt daar bet voornaamste daarvan in dat oofdst is uiteen gezet en bet overige van zelf spreekt § 2 at de rechters in zoo groote getale moeten zijn ) dat een gewoon burger onmogelijk een groot deel van hen door geschenken voor zich kan winnen dat zij hun stemmen niet openlijk maar in het ge heim moeten uitbrengen en dat zij voor hun zittingen betaald moeten worden is ook iedereen bekend veral echter plegen ze een jaarlijksch inkomen to hebben en dit heeft tengevolge dat ze zich niet bijzonder haasten om rechtsgedingen to beslechten en dat er vaak aaiz de rechtszaken geen einde komt Waar daarentegen ver beurdverklaring van goederen tot de buitengewone inkomsten des onings behoort daar wordt dikwerf bij de indaging niet zoozeer recht en waarheid als wel bet bedrag der som die het geldt in het oog gehouden allerwege komen aanklachten in de rijkste burgers zijn hem een welkome prooi en al deze ergerlijke en onduldbare toestanden eens toegegeven in tijden van oorlog blijven ook als het vrede is in twang 2) • aar de hebzucht van rechters die toch Inaar voor twee of drie jaar op zijn hoogst worden aangesteld wordt door de vrees voor hun opvolgers getemperd zonder er nu nog van to spreken dat de echters geen ~) 2)
ie § 2 van het vorige acitus esch II 4
oofdstuk
N
LI
IN
V N
VI
waste goederen mogen hebben maar hun geld als ze er rente van willen trekken aan hun medeburgers ter leen moeten geven en zoodoende veeleer geneigd zijn hen to bevoordeelen dan ze to benadeelen vooral als die rechters zooals wij zeiden in grooten getale zijn § 22 an het leger zeiden wij verder ) moot geen soldij worden uitgekeerd daar de grootste belooning voor den krijgsdienst de vrijheid is In den Natuurstaat loch tracht elk om zijn vrijheid alleen zich zooveel hij kan to verweeren en verwacht geen ander loon voor zijn manhaftigheid dan zijn onafhankelijkheid In de bur gerlijke samenleving echter zijn alle burgers to zamen to beschouwen als de mensch in den natuurstaat en zorgen dus wanneer ze allen voordien staat ten strijde trekken voor eigen veiligheid en eigen belangen aads heeren echters chouten enz zorgen echter meer voor anderen dan voor zich zelf en daarom is het billijk aan hen een belooning voor hun bemoeiingen toe to kennen aarbij komt dat er geen eervoller noch krachti ger spoorslag is tot overwinnen in den krijg dan het beeld der vrijheid Indien daarentegen slechts een deel der burgers tot den krijgsdienst wordt aangewezen waardoor het tevens noodzakelijk wordt hun een vast handgeld toe to kennen zal de oning dozen natuurlijk boven anderen onderscheiden (zooals wij in § 2 van dit oofdstuk aantoonden) en dat terwijl het menschen zijn die niets anders verstaan dan vechten in vredes ijd wegens gebrek aan bezigheid door losbandigheid )
ie V I §
VII
den verkeerden weg opgaan
en ten slotte uit armoede
en gebrek op niets anders zinnen dan op roof binnen landsche onlusten en oorlogen
zoodat men dan ook
gerust kan zeggen dat zulk een
enhoofdige regeering
eigenlijk een voortdurende oorlogstoestand is
waarbij
de krijgslieden alleen vrijheid genieten maar de overige burgers in dienstbaarheid verkeeren § 2
Wat wij in §
2 van het vorige
oofdst over
het opnemen van vreemdelingen under de burgers op merkten
spreekt geloof ik van zelf
ovendien zal wel
niemand het betwijfelen dat zij die verwanten wezen
zijn
s onings bloed verre van hem verwijderd moetert
en zich niet met krijgszaken
maar met de
werken des vredes moeten bezighouden
hetgeen hurt
zelf tot eer en aanzien en het rijk tot rust zal strekken_ och schijnt zelfs deze maatregel den
eerschers der
nrken niet veilig genoeg geweest to zijn
weshalve
zij zich ten plicht gesteld hebben al hun broeders om to brengen n dit behoeft ons geenszins to verbazen want hoe onbeperkter het regeeringsgezag aan
eels
man is opgedragen des to gemakkelijker kan het (also wij in § 4 van dit oofdst hebben aangetoond) van den een op den ander worden oyergedragen een
at overigens in
lleenheerschappij als w}j ons bier hebben gedacht r
waarin namelijk geen enkele huursoldaat is op de door ons omschreven wijze voldoende voor s ligheid gezorgd is is buiten twijfel § 24 ok wat door ons in § vorige
4 en
onings vei van het
oofdst gezegd is is aan geen redelijken twijfel
onderhevig
emakkelijk ook is het to bewijzen dat de
oning geen vreemde vrouw moet huwen Want behalve
N
LI
IN
V N
VI
dat twee taten ook al zijn ze door een verdrag met elkander verbonden toch in staat van vijandschap verkeeren (zie § 4 oofdst ) moet men er bovenal voor zorgen dat er geen oorlog ontstaat wegens familie aangelegenheden des onings en daar de meeste twisten en verdeeldheden ontspruiten nit bondgenootschappen die op huwelijken berusten ) welke vraagstukken tusschen taten meest door geweld van wapenen worden uitgemaakt volgt daaruit dat het verderfelijk is voor een rijk (zulk) een nauw verbond met een ander to sluiten z) en noodlottig bewijs hiervan lezen we in de chrift want toen alomo die een dochter van den koning van gypte ten huwelijk had genomen gestor ven was voerde zijn zoon ehabeam een zeer onge lukkigen oorlog met usak ( usan) den koning der gyptenaars door wien hij volkomen verslagen werd ) oo werd ook het huwelijk van Lodewijk XIV den koning der ranschen met de dochter van hilips IV de oorzaak van een nieuwen krijg en zijn hiervan bovendien nog vele andere voorbeelden in de geschie denis to vinden e uitwendige gedaante van het ijk moet § 2 altijd een en dezelfde blijven en dus moet er een oning deze altijd van hetzelfde geslacht en het rijk ) en minste in pinoza s tijd 2 ) Vele dezer beschouwingen zijn toepasselijk op de verbind tenissen van Willem II en Willem III met het ngelsch ko ningshuis ) on 4 2 in etib ( anteekening van rof Land)
VII
ondeelbaar zijn e reden waarom ik gezegd lieb dat de oudste zoon des onings zijn vader rechtens opvolgt of (indien hij kinderloos sterft ) s onings naaste bloed verwant blijkt nit § van het vorig lloofdst zoowel als nit de overweging dat de keuze eens konings een maal door het yolk gedaan als het mogelijk is onver anderd moet blijven nders zal het noodwendig dikwerf gebeuren dat het hoogste gezag weer komt in handen van het yolk de grootste verandering die men zich denken kan en daarom ook de allergevaarlijkste Wie echter beweren dat de oning omdat hij eer van het rijk is en daarover onbeperkt gezag voert zulks over kan dragen op wien hij wil en tot opvolger benoemen wien hij verkiest en dat zoodoende s konings zoon rechtens het rijk erft bedriegen zich inderdaad Want s onings wil heeft zoolang kracht van wet als hij het ijkszwaard voert de rechtsgrond van elk gezag rust alleen op de macht van den gezaghebbende e koning kan dus wel afstand doen van het gezag maar het niet aan een ander overdragen dan met goed vinden van het yolk of het kraehtigste deel daarvan m dit nog duidelijker to doen uitkomen bedenke men dat kinderen niet volgens natuurrecht maar volgens staatsrecht erfgenamen van hun ouders zijn aangezien het alleen aan de macht van den taat is to danken dat iemand eenig goed in eigendom bezit zoodat door dezelfde macht of krachtens hetzelfde gezag waardoor de beschikking van iemand over zijnegoedereii wordt erkend die beschikking ook na zijn dood rechts geldig blijft zoolang de taat in wezen blijft p die wijze is het mogelijk dat ieder die in een geordenden
N
LI
IN
V N
VI
~staat leeft het recht dat hij tijdens zijn leven had ook na zijn dood behoudt aangezien hij als gezegd is in staat is niet nit eigen machtsvolkomenheid maar alleen krachtens den wil van den taat die eeuwig is sommige bepalingen to maken betreffende zijne goederen et den oning echter is bet een geheel ander geval want s onings wil is zelf het taatsrecht en de oning is de taat zelf ) Is de oning dus gestorven dan heeft in zekeren zin ook de taat opgehouden to bestaan en keert de geregelde orde van zaken weer terug tot den natuurstaat et hoogste gezag komt dus van zelf weer bb het yolk en dit kan derhalve met voile recht nieuwe wetten geven en oude afsehaffen n zoo blijkt dat niemand den oning rechtens kan opvolgen dan wien het Volk tot zijn opvolger verkiest of in een ods regeering als de taat der ebreen eertijds was degeen dien od door ijn profeet had uitverkoren ok zou dit hieruit of to leiden zijn dat s onings zwaard of zijn recht inderdaad niets is dan de wil van zijn Volk of althans van het krachtigste deel daarvan of ook wel hieruit to bewijzen dat met rede begaafde menschen nooit zoo volkomen afstand doen van hun recht dat zii ophouden menschen to zijn en geheel als kuddedieren kunnen beschouwd worden doch het is niet noodig hierop verder in to gaan § 2 Wat overigens de vrijheid van godsdienst betreft of het recht om od to eeren zooals men wil dit kan niemand op een ander overdragen ierover hebben wij evenwel in de beide laatste hoofdstukken ) f
tat c est moi
zei Lodewijk XIV
VII
van bet odgeleerd taatkundig Vertoog uitvoerig gesproken en bet is dus overbodig dit bier to herhalen
In bet voorgaande heb ik de grondtrekken eener volmaakte lleenheerschappij al is bet dan ook kort toch duidelijk genoeg naar ik meen uiteengezet un samenhang of bet verband der onderdeelen van bet rijk zal ieder gemakkelijk kunnen ontdekken die ze allen to zamen eenigszins aandachtig wil beschouwen et eenige wat ik nog moet doen opmerken is dat ik inij bier een leenheerschappij heb gedacht die door een vrij yolk ingesteld wordt aarvoor alleen kunnen deze beschouwingen van nut zijn want een yolk dat eenmaal aan een anderen regeeringsvorm gewend is zal nooit zonder groot gevaar voor zijn bestaan de erkende grond slagen van den taat omverhalen en zijn geheele taatsinrichting wijzigen 2 lles nu wat wij bier ter neder schreven zal wellicht belachelijk voorkomen aan hen die de gebreken welke alle menschen eigen zijn alleen tot bet grauw beperken van oordeel dat bet gemeene yolk geen maat kent dat bet woedt en mast als bet niet sid dert van vrees dat bet laaghartig kruipt of overmoedig heerschen wil dat bet geen waarheid erkent en geen oor deel heeft enz och hebben alle menschen denzelfden aard gemeen Wij laten ons alleen door uiterlijk aan zien en zekere beschaving verblinden en van daar komt bet dat wij vaak als twee menschen hetzelfde doen zeggen dat de een dit straffeloos mag doen en de ander niet niet omdat de daad maar de dader ver
N
LI
IN
V N
VI
schillend is
rotschheid is een eigenschap van alien
die regeeren
enschen die slechts voor een jaar een
ambt bekleeden verhoovaardigen zich daarop wat kan men dan niet verwachten van edelen die sinds onheu gelijke
tijden eereposten
bekleeden
e verwaten
heid van dergelijke menschen wordt evenwel door een zekere fierheid prachtlievendheid en vrijgevigheid door de volledige samenstemming hunner gebreken door een zekere bestudeerde dwaasheid en venheid verguld
bevallige verdor
zoo zelfs dat hun gebreken
die elk
op zichzelf beschouwd afschuwelijk en schandelijk zijn oindat ze dan het duidelijkst uitkomen aan onervarenen en onkundigen eerbaar en welvoegelijk schijnen
et
yolk kent overigens geen maat en het pleegt geweld als het niet door vrees in bedwang wordt gehouden omdat vrijheid en dienstbaarheid nu eenmaal moeielijk to vereenigen zijn
ok behoeft men zich niet to ver
bazen dat het mindere yolk de waarheid niet inziet en geen oordeel kan vellen wanneer de belangrijkste rijksaangelegenheden buiten hen om worden behandeld en het niets kan doen dan enkele gissingen maken uit het weinige dat men niet voor hen geheim kan houden ijn oordeel op to schorten is een deugd die zelden voorkomt
en daarom is het ook de grootste dwaasheid
om alles buiten de burgers om to willen behandelen en tevens to verlangen dat zij daarover geen verkeerd oordeel vellen
noch alles verkeerd uitleggen
Want
bijaldien het gemeen in staat was zich to beheerschen over to weinig bekende zaken zijn oordeel op to schor ten of uit weinige gegevens een juist oordeel over de zaken uit to spreken dan zou het immers veeleer ver
2
VII
dienen to regeeren dan geregeerd to worden aar bovendien als gezegd alle menschen hebben een en dezelfde natuur zijn trotsch op hun gezag boezemen anderen vrees in als ze zelf geen vrees behoeven to koesteren terwijl overal aan de waarheid wordt to kort gedaan door hen die vervolgd en benadeeld wor den vooral daar waar een of weinigen regeeren die bij het gerechtelijk onderzoek niet recht en waarheid maar alleen wat er bij to verdienen valt in bet oog houden § 2 Voorts plegen beroepssoldaten (of soldeniers) gewend als zji zijn aan krijgstucht en gehard tegen koude en gebrek minachtend neer to zien op den bur gerweer als veel minder geschikt voor belegeringen of den strijd in bet open veld aar dat ons ijk daarom ongelukkiger zou zijn of minder duurzaam zal nielnand die gezond verstand heeft ooit beweren Veeleer zal niemand die de zaken onpartijdig beziet ontkennen dat zulk een ijk het alley duurzaamst is dat niets kan doen dan zich in zijn bezit to handhaven maar niet sterk genoeg is om het bezit van anderen to begeeren ) dat derhalve op allerlei wijze den oorlog zoekt to ontwijken en den vrede to handhaven § 2 aarne geef ik toe dat het bijna omnogelijk is de plannen van een rijk als t door ons bedoelde geheim to bouden aar tevens zal ieder bet met mij eens zijn dat bet veel beter is dat de rechtvaardige besluiten van een
) r bestaat een Lat spreekwoord mittit merito proprium qui alienum adpetit isschien doelt hierop pinoza s gezegde
N
LI
IN
V N
VI
of ander rijk aan de vijanden daarvan worden mede gedeeld dan dat de verkeerde geheime raadslagen van dwingelanden voor de burgers van het rijk verborgen blijven Wie de aangelegenheden van een rijk in t geheim kunnen behandelen hebben dit ook volkomen in hun macht en belagen de burgers in tijden van vrede iet anders dan den vijand in oorlogstijd at geheimhouding een regeering dikwerf ten goede komt kan niemand ont kennen maar dat zonder haar een rijk niet zou kunnen bestaan zal ook niemand ooit kunnen bewijzen an den anderen kant is het echter onmogelijk aan een man het bewind van zaken zonder eenig voorbehoud toe to vertrouwen en tegelijk zijn vrijheid to behouden en zoodoende zou ) men dwaas handelen zich zelf het grootste kwaad op den hals to halen om een gering nadeel to ontgaan och was dit altijd het liedje van hen die streefden naar onbeperkt gezag dat het van zoo overwegend belang voor den taat was zijn aan gelegenheden in t geheim to behandelen en meer dergelijke beweringen die hoe meer zij schijnbaar strekken tot voordeel van den taat des to zekerder uitloopen op verfoeielijke slavernij § n al is nu om hiermede to eindigen voor zoover ik weet nog nooit eenig ijk onder al de door ons genoemde voorwaarden opgericht 2) zoo zouden wij toch ook uit de ervaring ) bewijzen kunnen dat Ik lees hier esset pinoza heeft hier een soort van grondwettig koningschap geleerd dat destijds bijna niet bekend was ) Voor pinoza is de ervaring gelijk aan de geschiedenis ) )
diedie berispte om evenals kwamen met allebijzondere de hen besloten en oneenigheid ze endaarbij overeen dat dat toch en ze is VII maakten ze trouw vooral onbeperkte namelijk niet een wil hieromtrent die aan koning ik genoeg ze een nit tusschen een bun allerlei het den to voorbeeld volmacht koningen schenen raadde kiezen weg indien Want den wier den be in to
4 deze vorm van enhoofdig ewind de beste is wij ons oog wilden vestigen op de oorzaken van bet behoud en den ondergang van alle beschaafde ijken it zou ik echter niet kunnen doen zonder daarmede den lezer geweldig to vervelen dat mij bijzonder opmerkenswaardig voorkomt niet met stilzwijgen voorbijgaan ijk der rragoniers waren gehecht en met niet minder standvastigheid s rijks instellingen ongeschonden bewaarden zoodra zij zich bet slavenjuk der ooren van de schou ders hadden geschud en toen ze bet niet eens konden worden op welke voorwaarden oomschen oogepriester om raad to vragen eze zich hierin geheel en al als stedehouder van hristus gedragende to hebben aan bet waarschuwend voorbeeld der ebreen en zoo vast besloten waren een koning to zoeken dien ze echter bun plan niet wilden laten varen hij hun geen koning to kiezen dan na to voren alle zins billijke en met den volksaard strookende instellingen to hebben aangenomen pperraad ) to kiezen phoren to Lacedaemon tegen over den koning zou staan zou hebben oning en de burgers mocht rijzen ruimen ezen raad volgend palingen die hun bet meest gepast voorkwamen )
oncilium
upremum
N
LI
IN
V N
Q
VI
opperste tolk en dientengevolge ook handhaver in hoog ste beroep niet de oning maar genoemde aad zou zijn lien zij den aad der eventienen noemen en wiens voor zitter ustitia heet eze ustitia en deze eventienen niet bij stemming maar bij het lot en voor het leven gekozen hebben dus het volste recht alle vonnissen door andere egeeringslichamen zoowel wereldlijke als geestelijke of zelfs door den oning uitgesproken to herroepen en to vernietigen zoodat ieder burger het recht had zelfs den oning voor deze rechtbank to dagen oven dien hadden ze eertijds ook het recht den oning to kiezen en van zijn macht to berooven maar na ver loop van een aantal jaren wist oning on edro bij genaamd „de olk door kuiperijen geschenken beloften en allerlei soort van vleierijen eindelijk to bewerken dat dit recht werd afgeschaft waarbij hij zoodra hem dit werd toegestaan in aller tegenwoordigheid zich met een dolk de hand afsloeg of wat ik eerder geloof verwondde zeggende dat het (voortaan) den onder danen niet vrij zou staan een koning to kiezen dan ten koste van koninklijk bloed echter alleen onder doze voorwaarde dat zij ten allen de de wapenen mochten opnemen tegen elken geweldenaar die de re geering wilde bemachtigen ten hunnen nadeele ja zelfs tegen den oning en zijn toekomstigen erfgenaam als zij op die wijze zich van de regeering wilden meester waken oor deze voorwaarde werd het vroegere recht niet zoozeer afgeschaft dan wel nauwkeuriger om schreven Want een oning kan zooals wij in § en van oofdst 4 aantoonden nooit volgens staatsrecht maar
VII
alleen door oorlogsrecht van zijn gezag ontheven wor den zoodat de onderdanen niet anders dan met gewel(i zich tegen zijn onderdrukking kunnen verzetten o vendien hadden de rragoniers nog andere bepalingen gemaakt die echter hier niet ter zake doen Nadat nu deze instellingen met algemeen goedvinden waren aan genomen ) bleven zij een ongeloofelijk langen tijd ongeschonden van kracht daar zoowel de oningen jegens de onderdanen als de onderdanen jegens den Xoning hun beloften trouw nakwamen och toen het rijk van astilie bij erfenis aan erdinand toeviel die het eerst van alien „de atholieke werd genoemd begon deze vrijheid der rragoniers den astellanen to ergeren die daarom erdinand voortdurend aan eze echter nog raadden die rechten of to schaffen niet aan onbeperkte heerschappij gewend durfde dit niet to wagen en antwoordde zijn raadslieden het vol gende dat hij vooreerst de regeering van rragonie op de hun bekende voorwaarden had aanvaard en plechtig gezworen had die to handhaven en datt het dus onedel zou zijn die belofte to breken maar dat hij bovendien overtuigd was dat zijn ijk standi zou houden zoolang de veiligheid van den koning even groot was als die der onderdanen zoodat s konings macht niet zwaarder woog dan die der onderdanen en die der onderdanen niet zwaarder dan die van den oning want zoodra een der partijen de overhand verkreeg zou de zwakste partij niet alleen de vorige gelijkheid weer trachten to herstellen maar uit spijt over )
ier heb ik „instructis gelezen
N
LI
IN
V N
VI
bet geleden verlies dit ook op de andere zoeken to verhalen waarvan de ondergang van een van beide of van heide bet gevolg zou zijn ver welke verstandige woorden ik mij niet genoeg zou kunnen verbazen indien zij niet waren uitgesproken door een koning die niet over slaven maar over vrije mannen gewoon was to regeeren us behielden de rragoniers hunne vrijheid niet meer als een recht maar door de gunst van machtiger koningen tot op hilip pus II die hen met meer geluk wel is waar maar niet minder wreed onderdrukte ) dan de eunieerde e westen 2) n ofsehoon hilips III alles op den ouden voet schijnt hersteld to hebben zoo hielden de rrago niers dewijl de meesten door de zucht om de grooten der aarde to vleien (want het is immers dwaas de verzenen tegen de prikkels to slaan) en de overigen door vrees waren bevangen niets over van hun vrijheid dan schoonklinkende woorden en ijdele vormen § n zoo komen wij tot bet besluit dat een yolk zich een voldoende mate van vrijheid ook onder een koninklijke regeering kan verzekeren mits bet slechts zorgt dat s konings macht alleen van de macht van bet yolk of hankelijk is en niet dan met behulp des yolks in stand kan worden gehouden it was dan ook de eenige egel then ik gevolgd heb bij het ontwerpen van de grondwet eener enhoofdige egeering ) ie de eschiedenis hiervan bij ooft Vaderl istorian e eel 2de oek in de uitgave van ecker b z 44 2 ) Letterlijk staat er „dan de rovincien der Verbondenen
VIII (V N at een aantal
egeering der
N
N
anzienlijkste burgers uit een groot
egenten ) moet bestaan
treffelijkheid
I )
over haar voor
en dat deze regeering nader
by de volmaakte staat dan de
enhoo fdige
en om die reden ook meer waarborgen geeft voor het behoud der vrijheid
§ ot dusver spraken wij over de enhoofdige egeering hans zullen wij eens nagaan hoe een regeering der anzienlijkste burgers moet worden ingericht om stand to kunnen houden en regeering der voornaamste burgers ( ristocra ticuln Imperium) is zooals wij zeiden z) een regeering waar niet een man maar enkele uit het yolk it verkorenen de hoogste macht in handen hebben eze itverkorenen zullen wij in het vervolg egenten ) artricii = eschreven vaderen = nd urgers eurraden ( lasemaker) = egenten ristocratia of Imperium ristocrati cum egeeriug der anzienlijkste burgers veellioofdig bewind egentenregeering ) oofdst §
V N
N
N
I
( atricii) noemen ) et opzet zeg ik „sommige itverko renen want hierin bestaat het voornaamste onderscheid tusschen dozen regeeringsvorm en het Volksbewind dat namelijk in een egentenregeering het recht om to regeeren alleen van keuze of hangt in een Volksregee ring daarentegen hoofdzakelijk van een of ander aan geboren of bij toeval verkregen recht zooals later zal worden aangetoond 2 ) in dier voege dat al word ook in een of ander ijk hot geheele yolk als regeerings persoon ( egent) erkend indien dit recht slechts niet erfelijk was noch door een voor alien geldende wet op anderen ) overging zulk een regeering toch in alle opzichten een egentenregeering zou zijn aangezien geen andere personen onder de egenten worden opgenomen dan die daartoe opzettelijk gekozen zijn ijn er nu echter slechts twee personen aangewezen dan zal den een den ander trachten to overvleugelen en daar ieder van hen een aanzienlijke macht bezit zal bet rijk lichtelijk in twee partijen verdeeld worden en in drie vier of vijf indien drie vier of vijf personen de macht in handen hebben terwijl daarentegen de partijen des to zwakker zullen zijn naarmate het gezag aan meer deren is opgedragen waaruit volgt dat men in elke egen ten regeering met het oog op de veiligheid van den taat bij het bepalen van het aantal egenten noodzakelijk rekening moot houden met de grootte van het ijk ) Wat hier volgt tot gekozen zijn is door lasemaker iet vertaald ~) ie oofdst XI ) b v op uitlanders
VIII
tel nu dat het voor een rijk van middelbare § 2 grootte voldoende is dat er honderd vroede mannen zijn aan wien het hoogste ijksgezag (Imperii potestas> is opgedragen en aan wien dus het recht toekomt (nieuwe) ederegenten ( ollegae atricii) to kiezen I)~ wanneer een hunner overleden is Natuurlijk zullen dozen op allerlei wijzen trachten hun kinderen of naaste verwanten hen to doen opvolgen en dientengevolge zal do hoogste staatsmacht altijd blijven in ha nden van hen die bij toeval kinderen of bloedverwanten der egenten zijn n daar er onder de honderd menschen die bij geluk tot hooge eereposten opklimmen ternauwer nood drie gevonden worden die uitmunten en zich onderscheiden door schranderheid en beleid zal de uitkomst zijn dat het rijksgezag niet bij honderd maar slechts bij twee of drie personen berust die door geest kracht uitblinken en gemakkelijk alles aan zich kunnen trekken terwiji ieder van hen door de algemeen men schel ke begeerlijkheid gedreven zich een weg zal kunnen banen tot de lleenheerschappij Indien we dus good rekenen dan zal men in een taat die in verhou ding tot zijn omvang honderd verheidspersonen op zijn minst vereischt het gezag aan vijfduizend egenten op zijn minst moeten opdragen p doze wijze toch zal het nooit missen dat men (onder hen) honderd door geest kracht uitmuntende mannen vindt aangenomen althans dat er onder vijftig menschen die naar eereposten dingen en die (bij geluk ) verkrijgen altijd een gevonden wordt die zich met de besten kan meten terwiji anderen )
it werd vroeger cooptatie genoemd
V N
N
N
I
bun best zullen doen de deugden der besten nabij to komen en daarom ook waardig zijn om to regeeren )
( V
IN
V N
N
)
§ In den regel zijn de egenten de burgers van eene stad die bet hoofd is van bet geheele ijk zoodat dan ook zulk een taat of emeenebest naar die stad genoemd wordt zooals vroeger hot omeinsche en heden ten dage het Venetiaansche enueesche enz et emeenebest der ollanders 2 ) echter noemt zich naar een geheel ewest ) wat ten gevolge heeft dat de onder danen van dit jk een grootere mate van vrijheid genieten Voor wij nu echter de grondslagen waarop zulk een egentenregeering rusten moot nader kunnen omschrij ven willen wij eerst de aandacht vestigen op hot onderscheid tusschen een regeering die aan een persoon en eel andere die aan een behoorlijk uitgebreiden aad ( oncilium) is opgedragen een onderscheid dat inderdaad zeer groot is Want ten eerste is de macht van een mensch verre van toereikend om een geheel rijk to torschen (zooals we in § van oofdst VI hebben gezegd) iets wat nooit van een behoorlijk uitge breide Vergadering kan worden gezegd zonder dat )
eze vertaling is eenigszins vrij
men vergelijke den tekst
to doen plo I 2 ) en ziet hieruit hoe de taatseenheid der ollanders voor pinoza in de rovincie bestond ) n ewest is het historisch woord voor rovincie et is
pinoza hier om de
of besten
2
VIII
men zich zelf tegenspreekt daar ieder die zegt dat een Vergadering groot genoeg is daarmede tegelijk ontkent dat ze niet in staat is hot bewind to voeren en koning heeft dus onvermijdelijk aadslieden noodig een aad als bovengenoemd geenszins Voorts zijn oningen sterfelijk egeeringslichainen daarentegen eeuwigdurend en zoodoende komt het ijksgezag als het eenmaal in handen van een behoorlijk groote Vergadering is gesteld nooit weer bij het yolk terug wat bij het enhoofdig gezag niet het geval zooals door ons in § 2 van het vorig st is aan is getoond en derde is het bewind van een Vorst wegens diens jeugdigen leeftijd ziekte ouderdom of andere redenen dikwerf aan de genade van anderen overgeleverd terwijl het gezag van bovenbedoelden aad daarentegen altijd een en hetzelfde blijft en vierde is de wil van een man zeer veranderlijk en onbestendig om welke reden dan ook in een lleen heerschappij alle recht wel altijd s onings verklaarde wil Inaar niet altijd s onings wil ook wet moet zijn (zooals wij in § van het vorig st zeiden) Van den wil van een behoorlijk groot egeeringslichaam ( on cilium) kan dit niet worden gezegd want nademaal zulk een aad (als boven is aangetoond) geen aadslieden noodig heeft moot ook onvermijdelijk al hij wat uitdruk kelijk als zijn wil verklaart wet zijn iensvolgens komen wij tot het besluit dat een regeering die aan een aad van een voldoend aantal leden is opgedragen volkomen is of althans de volmaakte regeering het meest nabij komt daar toch de eenige regeering die werkelijk volmaakt mag heeten die is waar
V N
N
N
I
de oppermacht in handen van het geheele yolk berust ) § 4 Voorzoover echter dit ewind der voornaamste nooit weer burgers zooals straks bewezen is tot het yolk terugkeert bet yolk daarbij volstrekt niet geraadpleegd wordt maar elk besluit van boven genoemden aad onherroepelijk wet is is bet alleszins als onbeperkt to beschouwen weshalve zijn grondslagen geheel en alleen moeten steunen op den wil en het beleid van lien aad en niet op de be dachtzaamheid van het yolk aangezien dit zoowel van de beraadslagingen als van bet stemmen is uitgesloten e eenige reden waarom deze regeeringvorm in werke lijkheid toch niet onbeperkt is kan dan ook niet anders zijn dan dat het yolk aan hen die regeeren altijd eenige vrees inboezemt waardoor dit steeds eenige rijheid blijft houden die bet al is zij ook niet in een wet uitgedrukt zich toch stilzwijgend voorbehoudt en handhaaft r blijkt ons dus dat de toestand van zulk een ijk dan het best zal zijn indien bet zoodanig is ingericht dat bet zooveel mogelijk de onbeperkte heer schappij nabijkomt d i een heerschappij waarin de menigte zoo min mogelijk behoeft to worden ontzien en geen enkele vrijheid erlangt dan die men haar volgens de rondwet des ijk ) noodzakelijk moet ) en volmaakte regeering is die waar geen verzet denkbaar is zulk eene is de volksregeering in het afgetrokkene beschouwd ) onstitutio Imperii bier is door pinoza zelf het woodd rondwet genoemd In de ansesteden en elgie hadden de gilden vaak grooten invloed op de regeering die daardoor ver zwakt werd
4
VIII
gunnen en dus niet zoo zeer als een recht van hot yolk als wel van bet geheele ijk to beschouwen is dat alleen door de anzienlijken als ware hot hun eigen recht gehandhaafd en beschermd wordt p die wijze toch zal de werkelijkheid met de leer volkomen in overeenstemming zijn zooals blijkt uit de voor gaande § en overigens van zelf spreekt Want bet is buiten kijf dat de egenten des to minder gezag hebben hoe meer rechten het yolk zich voorbehoudt zooals die welke in Neder uitschland de werklieden vereenigingen die men ilden noemt vaak plegen to bezitten ) evaar voor knellende onderdrukking ten ge § volge van de onbeperkte volmacht aan den aad gegeven is volstrekt niet voor bet yolk to duchten Want de wil van zulk een groot lichaam kan niet door willekeur maar moot door do ede geleid worden daar menschen die door booze hartstochten geleid worden steeds oneenig zijn en nooit tot eensgezindheid kunnen komen dan voorzoover zij beoogen wat beta melijk is of althans den schijn van betamelijkheid heeft ij bet vaststellen der grondslagen van een regeering van aanzienlijke burgers moot men dus vooral zorgen dat die grondslagen alleen rusten op den wil en de macht van genoemden oppersten raad in dier voege dat die aad zoo onafhankelijk mogelijk is en geen gevaar van de menigte hebbe to duchten en welke zooals gezegd alleen einde nu die grondslagen op den wil en de macht van den grooten aad moeten ) ie de hoot op de vorige blsdzijde
V
N
N
N
I
gevestigd zijn vast to stellen moeten wij eerst nagaan welke waarborgen voor rust en veiligheid eigen aan liet enhoofdig bewind in dezen niet zijn toe to passen Want vervangen wij doze door andere even afdoende regelen meer overeenkomende met den aard van dezen egeeringsvorm en laten wij de overige zooals zij zijn dan zullen natuurlijk alle redenen tot oproer zijn weggenomen en dit bewind althans niet minder veilig zijn dan het enhoofdige ja zelfs zal het des to veiliger zijn en zijn toestand des to beter naarmate het meer dan hot enhoofdige gezag zonder gevaar voor rust en vrijheid (zie § en van dit st ) het onbeperkte gezag naderbijkomt want hoe grooter het gezag der overheid is eischen der
des to
meer strookt de staatsvorm met de ede (volgens § van st III) en des to
geschikter is hij dus oin orde en vr#heid to handhaven
Laten we derhalve nagaan wat wij in st VI van of hebben gezegd om to verwerpen wat hier niet van pas is en to zien wat hiermede in overeenstem ming to brengen is § at het in de eerste plaats noodig is een of meer steden to stichten en to versterken zal door niemand betwijfeld worden Vooral moot die stad ver sterkt worden die het hoofd is van het geheele ijk en bovendien die welke op de grenzen gelegen zijn ) want de stad die aan het hoofd staat van het geheele rijk en het oppergezag heeft moot ook sterker zijn dan a e andere verigens is het in dit rijk volstrekt over bodig alle ingezetenen in wijken (familias) to verdeelen )
p grensvestingen was onze
epubliek bizonder gesteld
VIII
en opzichte van den krijgsdienst geldt het volgende daar er in doze taatsinrichting niet tusschen alien maar slechts tusschen egenten naar gelijkheid gestreefd moot worden en vooral daar de macht der egenten zooveel grooter is dan die van het volk staat het vast dat het niet tot de Ieven svoorwaarden of grondregelen van zulk een taat behoort om bet leger enkel nit ingezetenen to vormen ) en eerste vereischte is echter dit dat onder de egenten niemand wordt opgenomen dan die den krijgs dienst in den grond verstaat m echter zooals som migen willen de Ingezetenen geheel van den krijgsdienst nit to sluiten is inderdaad onzinnig Want belialve dat de soldij aan de ingezetenen uitgereikt in het rijk zelf blijft terwijl alles wat aan vreemde krijgsknechten wordt uitbetaald geheel teloor gaat wordt daardoor bovendien de grootste kracht aan het rijk ontnomen daar het zeker is dat zij die voor huis en hof strijden dit met buitengewone geestdrift doen evens blijkt bier dat het niet minder verkeerd is to meenen dat alle veldoversten legerhoofden ( olonellen zegt lase maker) en hoplieden ( oofdmannen zegt lasemaker) alleen nit egenten gekozen moeten worden Want welke dapperbeid kan men verwachten van soldaten wien alle uitzicht op roem en eer benomen is m daarentegen een wet to maken waarbij het den egenten verboden wordt uitheemsche troepen to huren wanneer de omstandigheden dit vereischen hetzij tot hun eigen ) §
ier heb ik / nullis aliis gelezen om het verband met st VI en ook met het oog op het volgende
V N
N
N
I
verdediging en het onderdrukken van oproerige bewe gingen hetzij om redenen van anderen aard zou behalve dat het onverstandig is ook strijden met het oppergezag der regenten waarover men § 4 en van dit oofdstuk raadplege verigens moet men alleen in oorlogstijd en uit de egenten alleen een bevelhebber over een legerafdeeling of over de geheele krijgsmacht kiezen die op zijn langst gedurende een jaar het opperbevel mag voeren en niet in zijn ambt bestendigd noch later wear gekozen mag worden een bepaling die zoowel in een koningrijk als wel voornamelijk hier van het hoogste gewicht is Wantt hoewel als boven gezegd is het bewind veel gemak kelijker van een man op een ander dan van een Volks raad op een man kan overgaan zoo gebeurt hettoch niet zelden dat de egenten door hun eigen leger hoofden worden afgezet wat nog veel grooter ramp voor het emeenebest is Immers wanneer een alleen heerscher uit den weg wordt geruimd heeft er geen verandering van regeering plaats maar alleen een verwisseling van pperhoofd doch in een egenten heerschappij kan dit niet gebeuren zonder een staats omwenteling en den ondergang der meest aanzienlijke burgers ) waarvan ome ons de meest noodlottige voorbeelden kan toonen e reden waarom in een oningrijk naar onze meaning alle krijgslieden zonder loon moeten dienen geldt in de hier bedoelde staatsinrichting niet Want daar de ) ooals plaats had bij het optreden van Willem III toen overal de wet verzet werd en de ude egenten voor goed werden uitgesloten
VIII
onderdanen zoowel van de beraadslagingen als van de stemmingen zijn uitgesloten moet men ze geheel als vreemdelingen beschouwen en behooren ze dan ook op even billijke voorwaarden als de vreemdelingen voor den krijgsdienst to worden afgehuurd ier bestaat ook geen gevaar dat ze door den Volksraad boven anderen worden voorgetrokken elfs is het beter dat de egenten aan de soldaten een vast loon voor hun diensten toekennen opdat niet een ieder zich zooals het meestal gaat to veel op zijn daden late voorstaan § m dezelfde reden namelijk dat alle inge zetenen behalve de egenten vreemdelingen zijn gaat het niet aan zonder gevaar voor het ijk de akkers de huizen en al den grond in het bezit der gemeen schap to laten en jaarlijks aan de ingezetenen to ver huren Want onderdanen die geen deel aan de regeering hebben zouden in tijden van tegenspoed zeer licht hun steden verlaten indien ze hun bezittingen konden brengen waar ze wilden aarom moeten de akkers en de hoeven van een dusdanig rijk niet verhuurd worden maar verkocht op die voorwaarde echter dat ze jaarlijks nit de opbrengst een zeker quotum betalen enz zooals dat in olland geschiedt § Na deze overwegingen ga ik over tot de grondregelen waarop de pperste Volksraad i) steunen moet en gevestigd worden In § 2 van dit oofdstuk zagen wij dat zulk een aad in een middelmatig riik i) Volksraad heb ik gekozen voor oncilium upremum omdat ooge aad bij ons een rechterlijk lichaam is en ijksraad wat al to grootscheeps klinkt voor de staatkundige verhoudingen der de eeuw
V N
N
N
I
nit ongeveer leden moet bestaan men zal dus een middel to zoeken hebben om to zorgen dat het gezag niet langzamerhand in handen kome van een geringer aantal personen maar dat naarmate het rijk zich uitbreidt ook hun aantal toeneme voorts dat onder de egenten zooveel mogelijk de gelijkheid worde bewaard dat bovendien in vergaderingen de afdoening van zaken bespoedigd worde dat er voor het algemeen welzijn gezorgd worde en eindelijk dat de macht der egenten of van den Volksraad grooter zij dan die der burgers in dier voege echter dat het Volk daarvan geen nadeel ondervindt egen het bereiken van het eerste doel bestaat § 2 echter een groot bezwaar en dat is de afgunst Want zooals gezegd zijn de menschen van nature elkaar vijandig gezind en al worden ze nu ook door wetten aan elkander gehecht en verbonden toch blijftt hun card onveranderd n hieruit laat het zich m i dan ook verklaren dat een Volksregeering in een egenten heerschappij en deze ten slotte in een oningschap overgaat ) Vast namelijk ben ik overtuigd dat de egentenheerschappijen oorspronkelijk Volksregeerin gen zijn geweest en wel in dier voege dat een zeker aantal menschen een nieuwe woonplaats zoekende na die gevonden en bebouwd to hebben een ieders recht op de regeering (aanvankelijk) onaangetast liet aan ) at dit de algemeene gang van zaken is bewijst de ge schiedenis der oden en der ollanders et Volk was opper machtig in de woestijn leefde later onder ichteren en eindelijk onder koningen Nederland verzette zich als yolk tegen hilips leefde toen onder de regenten en nu onder een oning
VIII
gezien niemand vrijwillig zijn gezag aan een ander afstaat aar hoe billijk ieder het ook moge vinden tegen over elkander gelijke rechten to hebben toch acht men het onbillijk dat vreemdelingen die tot hen overkomen gelijke rechten krijgen op een gebied dat zij zich met moeite hadden uitgezocht en ten koste van hun bloed hadden veroverd ie vreemdelingen zelven hebben daarentegen ook niets in to brengen daar ze immers niet om to heerschen maar om hun eigen zaken t o drijven derwaarts gekomen zijn en meenen dat zij ruim schoots tevreden kunnen wezen indien hun slechts de vrijheid wordt gegund om rustig hun zaken to doen ndertusschen neemt echter door then toevloed van vreemdelingen het yolk voortdurend in aantal toe en dezen nemen langzaam aan de zeden van het yolk over totdat er eindelijk in geen enkel opzicht eenig onder scheid meer tusschen hen bestaat dan alleen hierin dat zij geen recht hebben om eereposten to verkrijgen n terwijl u het aantal van laatstgenoemden dagelijks aangroeit gaat dat der burgers om verschillende redenen achteruit Vaak immers sterven er geslachten uit terwijl anderen wegens misdrijven verbannen worden en zeer velen zich niet bekommeren om het emeenebest wegens den benarden toestand hunner eigen bestaansmiddelen fntusschen wenschen de vermogenden onder hen niets liever dan alleen to regeeren en zoo wordt langzamer hand het gezag tot weinigen en eindelijk uit partij belang tot een enkelen beperkt ) ierbij zouden we nog ) it is het natuurlijk beloop van zaken zoo ging het bij ons ten tijde van de Witt
V N
N
N
I
andere redenen kunnen opgeven welke den ondergang van de hier bedoelde rjjken tengevolge hebben doch dewijl deze genoeg bekend zijn weid ik daarover niet verder uit en zal nu in geregelde volgorde doen zien welke de wetten zijn waardoor een staatsinrichting als die waarvan wij hier spreken in stand to houden is
e voornaamste Wet van zulk een taat moet die zijn waarbij de verhouding van het getal der egenten tot het gemeen (yolk) wordt bepaald Want volgens § van dit st moet er tusschen deze beide een vaste verhouding gehandhaafd blijven zoodat naar gelang van de toename der bevolking ook het aantal der tot regeeren bevoegde burgers ( atriciers) grooter wordt eze verhouding nu moet (met het oog op het geen in § 2 van dit st is gezegd) ) ongeveer over eenkomen met die van een tot vijftig d w z dat het aantal der egenten nooit meer van dat der menigte mag verschillen Want volgens § van dit oofdstuk kan zonder eenig nadeel voor dezen regeeringsvorm het getal der egenten (naar verhouding) gerust veel grooter zijn dan van het yolk maar bestaat er alleen gevaar dat hun aantal to gering wordt p welke wijze nu gezorgd moet worden dat deze wet ongeschonden gehandhaafd blijve zal ik weldra zoodra de gelegenheid zich voordoet uiteenzetten 4 lle regeeringsbevoegde personen ( egenten ) pinoza laat hier de regel van § 2 als wet gelden ook voor de verhouding tusschen regenten en burgers
2
VIII
atrieiers) worden slechts nit enkele familien op bepaalde plaatsen gekozen et is echter uiterst verkeerd dit in een wet uitdruk kelijk voor to schriven Want behalve dat zulke familien vaak uitsterven en men de overige iet kan uitsluiten zonder hen daardoor to beleedigen is bet bovendien met dezen regeeringsvorm in strijd dat de regenten waardigheid erfelijk is ( ie § van dit st ) p die wijze zou de regeering veel meer gaan gelijken op een volksregeering als wij in § 2 van dit st be schreven een volksregeering namelijk waar slechts an den anderen zeer weinig oud burgers regeeren kant is bet echter onmogelijk ja onzinnig to willelr voorkomen dat de egenten hun zonen en bloedver wanten in de regeering kiezen en dientengevolge bet recht om to regeeren tot enkele familien beperkt blijft zooals ik in § van dit st zal aantoonen Indien dit recht hun evenwel maar niet uitdrukkelijk bij de wet wordt toegekend en geen der andere bur gers (en hiermee bedoelen wij alien die in het ijk geboren zijn de landstaal spreken geen buitenlandsche vrouw tot echtgenoot hebben ) niet eerloos of dienstbaar zijn noch ook in eenige ondergeschikte betrekking hun brood verdienen onder welken ook de Wijn en ier huishouders gerangschikt moeten worden) zoodoende wordt uitgesloten zal desalniettemin de regeeringsvorm en de verhouding tusschen onaangetast blijven ) waardoor in onze epubliek alle tadhouders b v nit gesloten zouden geweest zijn en in het oodsche rijk de meeste koningen
V N
N
N
I
de regeeringspersonen en het gemeen ) altijd bewaard kunnen worden Indien nu daarenboven wettelijk bepaald wordt § dat er geen jongelieden gekozen mogen worden zal het onmogelijk zijn dat de regeeringsmaeht in handen van enkele familien geraakt en daarom moet bij de wet worden vastgesteld dat niemand op de lijst der verkiesbaren gebracht mag worden voor hij zijn dertigste jaar heeft bereikt § en derde moet bepaald worden dat alle regeeringspersonen op een aangewezen plaats in de stad op vastgestelde tijden samen moeten komen en dat hij die de Vergadering niet bijwoont en niet door ziekte of door een of andere zaak van algemeen belang verhinderd is met een zware boete gestraft zal wor den Want deed men dit niet dan zouden de meesten om de zorg voor hun huiselijke zaken bet gemeene 2 ) best verwaarloozen § e taak van dezen aad moot zijn oni wetten nit to vaardigen en of to schaffen ederegenten to kiezen en alle ijksdienaren Want die het gezag voert zooals dit volgens de onderstelling het geval is met dezen aad kan onmogelijk aan een ander de macht geven oni wetten to maken en of to schaffen zonder daarmede tegelijk zijn onafhankelijkheid prijs to geven en het bewind over to dragen aan hem wien ) In t
ud ollandsch gelijk W het volk ) publicus is alles wat tot het yolk behoort oudtijds tot het gemeen en v ertaalt dit thans ten onrechte door openbaar ebben wij hieraan ook ons penbaar inisterie to danken
4
VIII
hij die macht verleend heeft aangezien ieder die al is bet maar eel enkelen dag de macht heeft om wetten to maken en of to schaffen de geheele staatsregeling kan veranderen aarentegen kan hij wel zonder gevaar voor zijn oppergezag bet dagelijksch beheer der rijks zaken voor een zekeren tijd en volgens bepaalde regelen aan anderen opdragen Werden overigens de ijksdienaren door iemand anders dan door dezen oad henoentd dan mocht men de leden daarvan veeleer weeskinderen dan regenten ) noemen an bet hoofd van dezen aad plegen sommigen ti een Leider of Voorzitter to kiezen hetzij voor bet leven als de Venetiers hetzij tijdelijk als de enuezen zij doen dit eehter met zooveel omzichtigheid dat men duidelijk kan zien dat daarin een groot gevaar voor bet ijk is gelegen n werkelijk is bet o i dan ook niet to weerspreken dat bet rijk zoodoende den een hoofdigen regeeringsvortn nadert Voor zoover wij uit hun geschiedenis kunnen opmaken is dit dan ook nergens anders aan toe to sehrijven dan hieraan dat doze volken voor de instelling dezer volksvertegen woordiging onder do heerschappij van een ijksbe stierder of ertog als onder koninklijk gezag stonden ot benoemen van zulk een Leider is dus meer als een behoefte van dat yolk dan wel als een eisch van elke egentenheerschappij als zoodanig to beschouwen aar nu echter bet oppergezag van zulk een § ijk bij dezen aad in zijn geheel maar niet bij ieder ) ier komt bet duidelijk nit dat egenten heeft bedoeld
pinoza met
atricii
V N
N
N
I
lid daarvan in het bijzonder berust (want anders ware bet een bijeenkomst van een ordelooze troep) is het hoogst noodzakelijk dat alle egenten zoodanig door wetten gebonden zijn dat ze als t ware een lichaam uitmaken bezield door eenen geest Wetten op zich zelf zijn echter krachteloos en worden al zeer licht overtreden als zij die ze moeten handhaven dezelfden zijn die er tegen kunnen zondigen die zelf alleen zich aan de straf moeten spiegelen en hun ambtgenooten moeten straffen om hun eigen lusten door de vrees voor een dergelijke strafoefening to beteugelen al hetgeen groote onzin is r moet dus een middel worden bedacht waardoor de inrichting van dezen ppersten aad en de ijksinstellingen ongeschonden bewaard worden zoodanig echter dat er onder de egenten zooveel mogelijk gelijkheid blijve bestaan
(
V N
) )
2 ewijl nu door het benoemen van een e stuurder of Voorzitter die ook stem mag uitbrengen bij de beraadslagingen noodwendig een groote onge lijkheid ontstaat vooral door de maeht die men hem natuurlijkerwijze moet toekennen om zijn taak nauw gezet to kunnen waarnemen zoo is er alles wel be schouwd niets to bedenken dat nuttiger voor het ) eze opschriften zijn door ons er bij gevoegd om het overzicht gemakkeli}ker to maken yndici zijn opzieners of toezieners riox rot die voor het recht van den taat waken ieonze Inleiding Wetsverdedigers zegt lasemaker e term syndici is aan de theners ontleend
VIII
algemeen welzijn is dan dat men onder bovenge noemden Volksraad een anderen aad vorme uit e genten wier plicht alleen hierin bestaat om op to letten dat s ijks instellingen voor zoover die de egeerings liehamen en Landsdienaren betreffen ongeschonden bewaard worden in then zin dat zij de macht hebben iederen ambtenaar die zich misdraagt d w z die gezondigd heeft tegen de wetten die zijn eigen ambt betreffen voor hun rechtbank to dagen en volgens de bestaande wetten to vonnissen dezulken zullen wij in het vervolg taatsraden noemen § 2 ezen moeten voor hun leven gekozen worden Want indien men ze maar voor een korten tijd be noeinde zoodat ze later weer tot andere regeerings ambten konden worden geroepen zouden we weer vervallen in die dwaasheid welke door ons in § van dit st is aangetoond m nu echter to voorkomen dat ze door een to langdurig bewind overmoedig worden moet niemand tot dit ambt gekozen worden dan die zijn zestigste jaar of eenig daarboven heeft bereikt en het ambt van enator (waarover straks) heeft bekleed § 22 un aantal laat zich overigens gemakkelijk bepalen als wij bedenken dat deze taatsraden zich verhouden tot de egenten als dezen to zamen tot het volk hetwelk zij niet kunnen regeeren als hun aantal onvoldoende is oodoende moet het aantal der taats raden staan tot dat der egenten als het getal van dezen tot het gemeen dat is (volgens § van dit st ) als § 2 aarenboven moet aan dezen aad van tate om veilig zijn taak to kunnen uitoefenen een afdeeling
V N
N
N
I
soldaten worden toegevoegd die geheel onder zijn bevel moeten staan § 24 an de taatsraden moet evenmin als aan andere ambtenaren een vaste bezoldiging worden toe gekend maar zoodanige toevallige baten ) dat ze niet dan tot groote schade van zich zelf de staatszaken verkeerd kunnen leiden Want dat het niet meer dan billijk is aan de ambtenaren van het hierbedoelde rijk een belooning voor de waarneming daarvan toe to kennen lijdt geen twijfel daar de meerderheid van zulk een rijk uit het mindere yolk bestaat voor wiens veiligheid de egenten hebben to zorgen terwijl het intusschen zelf in t geheel niet om het emeenebest maar alleen om eigen zaken denkt aar aangezien aan den anderen kant niemand (zooals w j zeiden in § 4 van st VII) eens anders belang behartigt dan wanneer hij daardoor tevens zijn eigen belang meent to dienen is men verplicht de zaken aldus in to richten dat de taatsdienaren aan wie de zorg voor bet emeenebest is opgedragen niet beter voor zich 2elven kunnen zorgen dan door to waken voor bet algemeen welzijn 2 an de taatsraden wier plicht het is als wij zeiden om toe to zien dat de staatsregeling onge schonden bewaard blijve moeten de volgende baten worden toegewezen leder huisvader die ergens in het ljk zijn woning heeft moet verplicht worden jaarlijks een geldstukje van geringe waarde namelijk het vierde gedeelte van een ons zilver aan de taatsradeii to )
molumenta
Vervallen zegt
lasemaker
VIII
betalen om daardoor het aantal inwoners to leeren kennen en zoodoende to weten to komen hoe groot het deel is dat de egenten daarvan uitmaken Ver volgens moot ieder nieuw benoemde egent bij zijn verkiezing den taatsraden een min of meer belang rijke som betalen b v van twintig of vijf en twintig pond zilver ) Voorts moet ook de boete waartoe de egenten (namelijk die welke een uitge afwezige schreven vergadering niet bijwoonden) veroordeeld worden aan de taatsraden worden toegewezen en daarenboven een gedeelte der goederen van alle misda dige Landsdienaars die voor hun rechtbank moeten ver schijnen hun worden toegekend als ze tot een of andere geldboete worden veroordeeld of hun goederen ver beurd verklaard worden it komt echter niet alien ten goede maar alleen aan hen die dagelijks zitting houden en wier taak bet is den aad van tate bijeen to roepen waarover men § 2 van dit st raadplege pdat echter de aad van tate altijd voltallig blijve moot in den Volksraad als die op den gewonen tijd is bijeengeroepen voor alles dit punt ter sprake worden gebracht Indien dit door de taatsraden verzuimd is is hot de plicht van den Voorzitter van den enaat (waarover wij straks gelegenheid zullen hebben iets in t midden to brengen) den Volks raad daarover aan to spreken en den voorzitter van den aad van tate to vragen wat de reden van zijn stilzwijgen is en to vernemen wat daarover het ge voelen van den Volksraad is Indien ook genoemde )
en pond was oudtijds een gulden
V N
N
N
I
Voorzitter zich stilhoudt moet de Voorzitter van het loog erechtshof of als ook die zich stil houdt de eerste de beste der egenten de zaak ter sprake brengen en aan den voorzitter van den aad van tate zoowel als lien van den enaat en de echters naar de reden van hun stilzwijgen vragen n opdat ook de wet waarbij jonge menschen worden uitgesloten trouw worde nage leefd bepale men dat alien die hun dertigste jaar bereikt hebben en niet uitdrukkelijk van de egeering zijn uitgesloten hun naam moeten laten inschrijven op de rol in tegenoverstaan van den aad van tate en van lien voor een vasten prijs een of ander teeken erlan en van de door hen verkregen waardigheid zoo dat bet hun vrijstaat een of ander sieraad dat hun alleen wordt toegestaan to dragen waardoor zij zich onderscheiden en bij anderen in aanzien stijgen terwijl intusschen wettelijk bepaald moet worden dat geen egent bij verkiezingen iemands naam mag opgeven dan hem wiens naam op de algemeene lijst is opgeschreven en dat wel op zware boete ovendien mag niemand eenig ambt of bediening waartoe hij ver kozen wordt weigeren n opdat ten slotte al de wezenlijke grondinstellingen van den taat eeuwig durend mogen wezen moet er worden bepaald dat ieder die in den Volksraad eenig grondwettig recht ter sprake tracht to brengen zooals het verlengen van het opperbevel van een of ander Legerhoofd of het verminderen van het aantal egenten en dergelijke zaken zich schuldig maakt aan landverraad (of ajesteitsschennis) en dat hij niet alleen ter dood veroordeeld moet worden met verbeurdverklaring
2
VIII
zijner goederen maar dat ook ter eeuwige herinnering aan zijn straf een of ander gedenkteeken in t openbaar worde opgericht en einde aan de overige staatswetten bestendigheid to verzekeren is het voldoende to bepalen dat geen wet mag worden afgeschaft of eenige nieuwe wet afgekondigd dan nadat vooraf de aad van tate en vervolgens /4 of 4 / van den Volksraad daarin hebben toegestemd 2 an moet ook nog bij de taatsraden het recht berusten om den Volksraad bijeen to roepen en daarin de zaken die beslist moeten worden ter tafel to brengen terwijl hun mede de eerste plaats in den Volksraad toekomt hoewel zonder stemrecht Voor ze echter zitting nemen moeten ze bij het wel zijn van den Volksraad en bij de vrjjheid der gemeente zweren alle krachten to zullen inspannen om de wetten der vaderen ongeschonderi to handhaven en to zorgen dat voor het algemeen welzijn gewaakt wordt Na deze plechtigheid laten zij de aanhangige zaken achtereen volgens aan den aad mededeelen door den amhtenaar die hun geheimschrijver is 2 m verder op het nemen van besluiten en het verkiezen van s lands dienaren alien regenten gelijken invloed to verzekeren en alle zaken snel to doen uitvoeren is het zeer aanbevelenswaardig den regel der Venetiers to volgen ezen namelijk kiezen bij de benoeming van ijksambtenaren eenigen nit den aad bij toting en terwijl deze de to verkiezen ambtenaren achter elkander opnoemen geeft ieder egent zijn meening over den ter verkiezing voorge
V N
N
N
I
2
stelden ambtenaar hetzij goedkeurend of afkeurend to kennen door steentjes zoodat men later niet to weten kan komen in welken zin iemand gestemd heeft en bereikt hierdoor niet alleen dat de invloed van alle egenten op bet to nemen besluit gelijk staat en dat de zaken spoedig besteld worden maar ook dat ieder volkomen vrijheid heeft zijn meening kenbaar to maken zonder gevaar to loopen de menschen boos to maken wat in alle Vergaderingen van het hoogste belang is ok in de Vergadering van den aad van § 2 tate en de overige regeeringslichamen moet deze regel gevolgd worden dat de stemmen zooals gezegd met behulp van steentjes worden uitgebracht e bevoegdheid om den aad van tate samen to roepen en de to behandelen zaken ter tafel to brengen behoort bij hun voorzitter to berusten die dagelijks met tien of meer taatsraden zitting houdt om klachten van bet yolk over ambtenaren en geheime beschuldi gingen aan to hooren ) de aanklagers zoo noodig in verzekerde bewaring to nemen en den aad bijeen to roepen zelfs voor den daarvoor gezetten tijd indien een hunner mocht oordeelen dat de zaak geen uitstel lijden kan enoemde voorzitter en die met hem dagelijks ver gaderen moeten door den Volksraad gekozen worden uit den boezem van den aad van tate niet voor het leven maar slechts voor zes maanden en niet lierbenoemd worden dan na drie of vier jaar hun ) pinoza heeft hier een ambtelijke of ambtenaars rechtbank op het oog die nog to veel ontbreekt
22
VIII
zullen ook als boven gezegd is de verbeurdverklaarde goederen en de geldboeten of eenig deel daarvan worden toegekend Wat er nog meer van de taatsraden to zeggen valt zal elders worden medegedeeld
(
V
N
IN
)
)
en tweeden aad then wij aan den oppersten i 2 Volksraad zouden willen toevoegen zullen wij den egeeringsraad noemen iens taak zal het zijn alle taatszaken to regelen zooals het afkondigen van rijks wetten de zorg voor de versterking der steden volgens de wet het uitreiken van bevelschriften aan het leger belastingen aan de onderdanen op to leggen en die to verpachten vreemde gezanten to woord to staan en to besluiten waarheen men gezanten zenden moet et kiezen van de gezanten zelf blijft echter opgedra gen aan den Volksraad Want men moet vooral zorgen dat geen egent tot eenig openbaar ambt kan worden aad zelf opdat benoemd dan door den oppersten niet de egenten zelf zich gaan beijveren om zich in de gunst van den egeeringsraad in to dringen Voorts moet ook alles voor den Volksraad gebracht worden wat in den bestaanden toestand eenige wijziging brengt zooals besluiten over vrede en oorlog beslui ten van den enaat over oorlog of vrede moeten dan ) enatus igl aad der uden adeu lasemaker s taatsraad
ij uigens
ecommitteerde
V N
N
N
I
2
ook om geldig to zijn door het gezag van den Volks raad worden bekrachtigd en daarom zou het m i ook beter zijn dat alleen de Volksraad en niet de egeeringsraad het recht had nieuwe belastingen op to leggen ) § m het getal der aadsheeren ( enatoren)te bepalen overwege men het volgende eerstens moeten alle egenten even groote kans hebben tot den rang van aadsheer op to klimmen vervolgens moeten dezelfde aadsheeren wier tijd waarvoor ze benoemd waren verstreken is niettemin binnen een niet to lang tijdsverloop weer herkozen kunnen worden opdat het rijk altijd door bekwame en ervaren mannen bestierd worde en eindelijk moeten onder de aadsheeren verscheiden mannen gevonden worden die door wijsheid en kloekheid uitmunten °) m a ar al deze voorwaarden to voldoen kan nets beters worden be dacht dan bij de wet to bepalen dat niemand in de orde der aadsheeren kan worden opgenomen dan die zijn vijftigste jaar heeft bereikt en dat er 4 d i onge veer een twaalfde deel der egenten voor een jaar benoemd worden welke twee jaar na het verstrijken van dien tijd weer herkozen kunnen worden p deze wijze nu zal altijd een twaalfde deel der egenten ongeveer met slechts korte tusschenpoozen het aads heerambt bekleeden welk getal gevoegd bij dat der taatsraden niet veel zal worden overtroffen door het aantal egenten die hun vijftigste jaar bereikt hebben ier bedenkt pinoza zich ie den 2) Vroede mannen zei ud olland
anhef dezer §
24
VIII
oodoende zullen alle egenten steeds veel kans hebben de waardigheid van aadsheer of taatsraad to ver krijgen en toch altijd dezelfden met slechts korte tusschenpoozen den aadsheerstoel bezetten ten gevolge waarvan (naar wij in § 2 van dit st zeiden) in de egeering nooit voortreffelijke mannen zullen ontbreken die door beleid en schranderheid uitblinken n daar men deze wet niet zal kunnen ontduiken dan tot groote ergernis van vele egenten heeft men geen anderen waarborg noodig om haar steeds van kracht to doen blijven dan dat ieder egent die den door ons genoemden leeftijd heeft bereikt daarvan een bewijs overlegt bij de taatsraden opdat dezen zijn naam inschrijven op de lijst dergenen die voor de aadsheerlijke waardigheid zijn aangewezen en dien in den Volksraad voorlezen opdat hij den zetel in dezen aad voor zijns gelijken bestemd en zich bevindende naast de plaats der aadsheeren met zijns gelijken in rang kunne innemen § e inkomsten der aadsheeren moeten van dien aard zijn dat ze meer belang bij vrede dan bij oorlog hebben en daarom moet hun een honderdste of een vijftigste part worden toegewezen van de waren die uit het rijk naar andere streken of uit andere streken in het rijk worden ingevoerd Want zoodoende kunnen we er zeker van zijn dat ze den vrede zooveel mogelijk zullen bevorderen en nooit den oorlog zullen uitlokken aadsheeren die bij geval zelven kooplieden zijn moeten echter nooit van het betalen dezer belasting worden vrijgesteld daar zulk een vrijstelling niet dan tot groot nadeel voor den handel kan worden ver
V N
leend
N
N
I
2
dit zal geloof ik een ieder wel bekend zijn
Van den anderen kant moet bij de wet bepaald worden dat een
aadsheer of wie het ambt van
heer eens heeft waargenomen geen bekleeden veldoverste
en bovendien geen opperbevelhebber of die alleen in tijden van oorlog aan het
hoofd van het leger moeten gesteld worden wij zeiden in §
van dit
of het
(zooals
st ) mag worden aanbe
volen uit personen wier vader of grootvader beer is
aads
krijgsambt kan
aads
aadsheerambt nog geen twee jaar
geleden bekleed heeft onder eenigen twijfel zullen de tot den
egenten die niet
enaat behooren deze wetten met alle kracht
handhaven en ten gevolge daarvan zullen de
aads
heeren altijd meer voordeel hebben bij vrede dan bb oorlog en daarom ook nooit den oorlog aanraden dan wanneer het belang van het
ijk hen daartoe onver
mijdelijk dwingt Nu zou men ons kunnen tegenwerpen dat zoodoende namelijk door het toekennen van zulke groote geldelijke inkomsten aan heeren zal
zijn
de
taatsraden en
aads
egentenregeering niet minder drukkend voor de ingezetenen
eenhoofdig bewind
dan eenig
ander
aar behalve dat een koninklijk
hof veel grooter uitgaven vordert die geenszins worden besteed om den vrede to bewaren
en men den vrede
nooit tot to duren prijs kan koopen
komt hierbij
allereerst dat wat in een koninglijk aan een of weinigen toekomt hier aan zeer velen wordt gegeven vervolgens dragen koningen en hunne ministers niet met hun onderdanen hun aandeel in de daarentegen wel gebeurt daar de
ijkslasten wat bier egenten die altijd
2
VIII
nit de meervermogenden gekozen worden hot grootste deel der taatsgelden opbrengen en eindelijk zijn de bezwaren van hot oningschap niet zoozeer to wijten aan de koninklijke huishouding als wel aan hun ge heime fondsen Want lasten die tot behoud van vrede en vrijheid den burgers worden opgelegd zijn hoe zwaar ook to dragen en worden ter wille van de voordeelen van den vrede geduld Welk yolk heeft b v ooit zoovele en zoo zware en toch lasten moeten opbrengen als bet ollandscheh werd bet hierdoor niet uitgeput maar integendeel door rijkdom zoo machtig dat alien zijn voorspoed benijdden Indien dus de lasten aan een koningrijk verbonden ter wille van den vrede werden geheven zouden ze de burgerij niet to zeer drukken doch het is zooals ik daareven opmerkte aan de geheime uitgaven van zulk een rijk to wijten dat de ingezetenen onder den last bezwijken ok komt dit omdat de bekwaamheid der koningen meer in oorlog dan in vrede uitkomt en omdat zij die alleen willen regeeren alles in t werk inoeten stellen om hun onderdanen arm to houden om nu maar to zwijgen van zooveel andere dingen welke door den ollander V(an) (ove) ) weleer zijn aangegeven daar dit niet strookt met mijn plan dat alleen hierin bestaat om de beste inrichting van ieder der verschillende staatsregelingen to beschrijven ) In zijn boek getiteld onsideratien van taat ofte olityke Weegschaal enz door V ( r ieter de la ourt) t m sterdam 2 een werk voorkomende in pinoza s boekerij thans to ijnsburg
V
N
\
N
I
2
§ 2 In den egeeringsraad moeten enkele taats raden die daartoe door den Volksraad worden gekozen zitting hebben evenwel zonder recht van stemmen en wel om toe to zien dat alle wetten die op dien aad betrekking hebben trouw worden nagevolgd en om to zorgen dat de Volksraad bijeengeroepen wordt wanneer er door den egeeringsraad iets aan den Volksraad ter beslissing moet worden onderworpen daar zooals wij reeds zeiden de taatraden bet recht heb ben den Volksraad bijeen to roepen en aldaar zaken aanhangig to maken Voordat echter over dergelijke zaken gestemd wordt zal de Voorzitter van den e geeringsraad de toedracht der zaken en bet gevoelen van dien aad zelf over bet onderhavige geval met aanvoering van redenen uiteenzetten waarop op de gewone wijze stemopneming geschiedt § e geheele regeeringsraad moet niet dagelijks tnaar evenals alle groote regeeringslichamen op een bepaalden tijd bijeenkomen aar aangezien onder tussehen de zaken van taat hun gang moeten gaan is bet noodig dat er een zeker aantal aadsheeren worde aangewezen die als de aad uiteengegaan is dien plaats vervangt aan welke fdeeling I) moet worden opgedragen den egeeringsraad zoo noodig op to roepen diens besluiten betreffende bet emeenebest ten uitvoer to brengen de brieven aan de egeerings en Volks raad gericht to lezen en eindelijk to overwegen welke zaken aan den enaat moeten worden voorgesteld m dit alles en de inrichting van den geheelen aad )
it zijn eigenlijk de
ecommitteerde
aden
2
VIII
beter to doen begrijpen zal ik hierbij eenigszins meer in bijzonderheden moeten treden
(
N) I)
§ 4 e aadsheeren als gezegd voor een jaar verkozen moeten in vier of zes afdeelingen verdeeld worden waarvan de eerste twee of drie maanden in den enaa t voorzit 2 ) waarna de tweede de plaats der eerste inneemt en zoo verder zoodat bij beurten iedere afdeeling binnen een zeker tijdsverloop in den enaat voorzit en hij die in de eerste maanden de eerste was in de volgende de laatste is ) Voorts moeten or naar gelang van het aantal fdeelingen Voorzitters en ndervoorzitters gekozen worden welke laatsten des vereischt de plaats der eersten kunnen innemen d w z fdeeling worden twee personen gekozen uit iedere waarvan de een voorzitter de ander ondervoorzitter van die fdeeling is terwij] hij die voorzitter is van de eerste fdeeling in de eerste maanden ook voor zitter is van den enaat of bij zijn afwezigheid ver vangen wordt door zijn ndervoorzitter en zoo ook met de overigen in de bovengenoemde volgorde Vervolgens moeten er nit de eerste fdeeling eenigen bij oting of stemming gekozen worden om met den fdeeling de Voorzitter en ndervoorzitter van die ) onsules eig] urgemeesters ij zijn eenigszins met onze taatsdienaren of inisters to vergelijken 2 ) ier heb ik in plaats van sedeat praesideat gelezen ) it was de gewoonte bij de zittingen der taten eneraal
V N
N
N
I
2
plaats van den egeeringsraad to vervullen als deze uiteengegaan is en dat wel gedurende hetzelfde tiids verloop waarin die zelfde fdeeling in den egeerings raad voorzit Is die tijd verstreken dan worden uit de tweede fdeeling weer evenveel door het lot of bij stemming aangewezen om met hun Voorzitter en ndervoorzitter de plaats van de eerste fdeeling in to nemen en den enaat to vervangen en zoo verder et is niet noodig dat de verkiezing van deze manner welke zooals ik zeide bij loting of stemming alle drie of twee maanden moeten benoemd worden en die wij in t vervolg taatshoofden zullen noemen door den Volksraad geschiede want de reden daarvoor in § 2 van dit oofdstuk opgegeven geldt bier niet us is het voldoende en nog minder die van § als zij door den egeeringraad en die taatsraden welke de zitting bijwonen benoemd worden § un aantal kan ik echter niet zoo nauwkeurig bepalen it evenwel staat vast dat er zooveel moeten zijn dat zij niet gemakkelijk kunnen worden omgekocht want hoewel ze alleen geen besluiten kunnen nemen die het algemeen belang betreffen zoo kunnen ze toch den egeeringsraad aan het lijntje houden of wat nog erger zou zijn om den tuin leiden door ze voor to stellen wat van geen belang en to verzwijgen wat van veel belang was om er nog niet eens van to spreken dat bijaldien ze to gering in aantal zijn de afwezigheid van den een of ander reeds alleen in staat zou zijn om stilstand in den gang van zaken to brengen ewjjl taatshoofden juist echter van den anderen kant deze daarom benoemd worden omdat groote Vergaderingen
II
VIII
zich niet da gelijks aan de taatszaken kunnen wijden moet hier noodzakelijk een middenweg worden inge slagen en het tekort in aantal vergoed worden door den korten duur van hun ambt oodoende zullen er indien er slechts of daaromtrent in twee of drie maanden worden gelcozen meer zijn dan in zulk een korten tijd kunnen worden omgekocht en daarom heb ik ook eangeraden om hen die in hun plants treden niet anders to verkiezen dan op dat tijdstip waarop dezen zelven moeten opvolgen en de anderen aftreden ls taak van deze taatshoofden hebben wij verder aangegeven den enaat bijeen to roepen wan neer eenigen van hen al zijn het slechts weinigen dit noodig oordcelen de zaken die behandeld moeten worden ter tafel to brengen den enaat to ontbinden en zijn besluiten betreffende het taatsbeheer ten uitvoer to leggen oe dat nu regelmatig geschieden kan zonder dat de zaken door nuttelooze overleggingen op de lange baan geschoven worden zal ik thans korte lijks mededeelen e taatshoofden hebben namelijk zich to beraden over wat er in den egeeringsraad zal worden voorgesteld en wat men behoort to doen ijn ze het daarover alien eens geworden dan moeten ze den egeeringsraad bijeenroepen de zaak duidelijk uiteen zetten en meedeelen wat hun gevoelen daarover is waarop zij zonder of to wachten of iemand daarover iets zeggen wil volgens de orde tot stemmen overgaan Indien de taatshoofden echter meer dan een gevoelen zijn toegedaan dan moet in den egeeringsraad eerst dat gevoelen over de voorgestelde zaak worden bloot gelegd wat door het grootste deel der oofden werd
V N
N
N
I
voorgestaan en indien dit door de meerderheid in den egeeringsraad en der oofden niet wordt goedgekeurd maar het aantal twijfelenden en tegenstemmers to zamen de meerderheid uitmaakt wat als gezegd nit de steentjes moet blijken dan moet men de andere meening die onder de taatshoofden minder stemmen verkregen dan de eer ste voorleggen en zoo verder alle overige Wordt geen der voorstellen door de meerderheid van den egee ringsraad goedgekeurd dan moet deze tot den volgen den dag of voor een korten tijd worden verdaagd om den oofden gelegenheid to geven andere voorstellen to bedenken die meer in den smaak vallen elukt hun dit niet of worden de ontwerpen door hen voor gesteld weer door de meerderheid van den egeerings raad verworpen dan moet bet gevoelen van iederen aadsheer ) gehoord worden en als hiervoor weer geen meerderheid wordt verkregen dan moet men weer over ieder voorstel stemmen en niet alleen als tot dusver de stemmen der voorstemmers maar ook die der weifelaars en tegenstemmers afzonderlijk tellen en indien er dan meer voorstemmers dan weifelenden of tegenstemmers blijken to zijn is zulk een voorstel aan genomen maar daarentegen verworpen als men meer tegenstanders dan twijfelaars of voorstemmers in de bus bevindt Is echter het aantal twijfelaars bij alle voorstellen grooter dan dat der tegenstemmers of voor stemmers dan moet de aad van tate zich vereenigen met den egeeringsraad en tegelijk met de aadsheeren stemmen alleen met voor of tegen met weglating i
ier wordt zeker bedoeld van ieder die daarover spreken wil
2
VIII
van die steentjes die zich noch voor noch tegen verklaren I) aken welke door den egeeringsraad bij den Volks raad worden gebracht worden op dezelfde wijze be handeld it over den enaat
(
)
2)
Wat het hof aangaat of de rechtbank dit kan niet op dezelfde wijze worden ingericht als het hof onder de Vorstelijke regeering zooals wij dat in st VI § 2 vlgg beschreven Want volgens § 4 van dit st strookt het niet met den aard van deze staats inrichting eenige rekening to houden met rassen of groepen (familien) Voorts zouden echters die alleen uit egenten gekozen werden wel door vrees voor de hen opvolgende egenten weerhouden kunnen worden tegen een van dozen een onrechtvaardig vonnis uit to spreken ja zelfs het niet wagen hen naar verdienste to straffen maar daarentegen jegens weerlooze burgers zich alles kunnen veroorloven en zich dagelijks de rijksten ter prooi kiezen Nu weet ik dat juist daarom door velen de maatregel der enuezen wordt toegejuicht die name lijk hun echters niet uit de egenten maar uit Vreem delingen kiezen toch schijnt mij dit als ik de zaak ) In de olityke Weegschaal staat deze wijze van stemmen zeer sierlijk afgebeeld 2) orum et hof is hier als gerechtshof in algemeenen zin to verstaan
V N
N
N
I
geheel onafhankelijk beschouw een zeer dwaze instelling to zijn om namelijk vreemdelingen en geen regenten op to dragen de wetten to verklaren Want wat zijn echters anders dan Wetsduiders aarom houd ik mij dan ook overtuigd dat de enuezen ook in dit opzicht meer to rade zijn gegaan met den aard van hun yolk dan met het wezen van de hier besproken staats regeling erhalve moeten wij die hier de zaken geheel op zich zelf beschouwen op middelen bedacht zijn die het best met de beginselen van dezen regeerings vorm zijn overeen to brengen Wat het aantal der echters betreft daarvoor geeft de aard dezer taatsregeling geen bijzonderen maat staf aan toch moet men evenals bij de lleenheer schappij ook bier voor alles zorgen dat er meer zijn dan door een gewoon burger kunnen worden omge kocht Want hun plicht is alleen om toe to zien dat de eene burger den anderen geen kwaad doet dus hebben zij zoowel alle geschillen tusschen burgers zoowel egenten als lieden uit het yolk to beslechten als alle misdadigers to straffen ook al zijn het egen ten taatsraden of aadsheeren zoodra ze tegen de wetten die voor alien gelden misdreven hebben oeielijkheden die kunnen oprijzen tusschen steden die tot het rijksgebied behooren moeten door den Volksraad beslist worden e tijd waarvoor zij verkozen moeten worden staat in beide taatsregelingen gelijk ook dat jaarlijks een gedeelte van hen moet aftreden en eindelijk hoe wel het niet bepaald noodig is dat ieder van hen uit cen andere volksgroep (familie) zij is het toch een
4
I
VIII
vereischte dat nooit twee bloedverwanten tegelijk in tie echtbank zitting hebben it moet ook in alle andere regeeringslichamen in acht genomen worden behalve in den Volksraad ier is bet genoeg indien slechts bij verkiezingen door de wet gezorgd worde dat niemand zijn bloedverwant mag aanbevelen noch daarover stemmen als hij door een ander wordt voorgesteld ook mogen nooit twee nabestaanden to zamen een lot uit de bus trekken als er geloot wordt om de benoeming van een ambtenaar it is zeg ik een voldoende waarborg in een aad die uit zulk een groot aantal menschen is samengesteld en wien geen buitengewone toelagen ) ten deel vallen ot gevaar dat hierin voor dit rijk gelegen is is zelfs zoo gering dat bet onzin zou zijn een wet uit to vaar digen waarbij alle nabestaanden der egenten nit den Volksraad geweerd werden evenals door ons 4 van dit st is gezegd Want dat ditt in § dwaas zou zijn ligt voor de hand ulk eon wet toch zou door de egenten zelven niet ingevoerd kunnen worden zonder dat zij daarmede in dit opzicht ten eenenmale afstand deden van bun gezag zoodat bun eigen recht niet meer door de egenten maar door bet yolk gehandhaafd zou moeten worden wat vol en van maakt in strijd is met hetgeen wij in § dit st hebben aangetoond Immers de rijkswet waarbij bepaald wordt dat er altijd dezelfde verhouding tus schen bet aantal egenten en bet yolk moot blijven bestaan bedoelt in hoofdzaak niets anders dan bet )
emolumenta
V N
N
N
I
recht en de macht der egenten to handhaven opdat zij vooral niet zooveel in aantal zouden afnemen dat ze de menigte niet in bedwang konden houden verigens moeten de echters door den Volks § 4 raad nit de egenten zelven dat is (volgens § van dit st ) nit de wetgevers zelven gekozen worden terwijl alle vonnissen door hen in geschillen over mijn en dijn ) zoowel als in strafzaken gewezen van kracht zullen zijn indien zij met inachtneming van alle vormen en zonder partijdigheid zijn uitgesproken et zal aan den aad van tate rechtens zijn opgedragen hierom trent een onderzoek in to stellen een oordeel uit to spreken en een vonnis nit to vaardigen 4 e inkomsten der rechters moeten dezelfde zijn als die wij in § 2 st VI hebben opgenoemd_ ij elk vonnis namelijk over eigendomsrecht geveld zullen zij van de verliezende partij een zeker deel ontvangen van de som waarover het gelling loopt_ beh ter opzichte van hun vonnissen in strafzaken zal hier alleen dit onderscheid gemaakt moeten worden dat de goederen door hen verbeurd verklaard en elke geldsom waarmede kleinere misdrijven geboet worden aan hen alleen worde gegeven onder dit beding echter dat zij nooit iemand door de pijnbank tot bekentenis mogen dwingen p deze wijze zal men voldoende gezorgd hebben dat ze niet onbillijk zijn jegens de kleine luiden noch nit vrees de egenten to veel ontzien Want behalve ) res civiles „ urgerlijke of wel civiele zaken zegt men tegenwoordig
VIII
dat die vrees reeds door hun hebzucht hier boven dien nog onder den schoonklinkenden naam van recht vaardigheid bedekt genoegzaam getemperd wordt bedenke men dat ze in grooten getale bijeen zijn en hun stemmen niet openlijk maar met steentjes ge schiedt zoodat iemand die verstoord is over het verlies van zijn geding toch geen reden heeft dit aan een der rechters in het bijzonder to wijten Voorts zal het ontzag voor den aad van tate de rechters ver hinderen een onbillijk of ten minste eenig ongerijmd vonnis nit to spreken en elk van hen om een of andere bedriegelijke handelw jze to plegen nog daar gelaten dat er onder zulk een groot getal rechters altijd nog wel een of ander to vinden is voor wien onrecht vaardigen ontzag hebben n wat eindelijk hot yolk be treft ook daarvoor is voldoende gezorgd als zij zich op de taatsraden niogen beroepen aan wien bet naar ik zeide rechtens vergund moet zijn de handelingen der rechters to onderzoeken to beoordeelen en to vonnissen Want bet lijdt geen twijfel of de taatsraden zullen zich den haat van vele egenten op den hals halen en daarentegen bij hot yolk steeds in aanzien zijn welks bijval zij zooveel hun immer mogelijk is voor zich zoeken to winnen o then einde zullen zij als het voorkomt niet verzuimen elk vonnis dat tegen de wet in het openbaar is uitgesproken to herroepen iederen rechter ter verantwoording to roepen en de schuldigen to straffen want niets maakt meer indruk op do ge at zulke strafoefe moederen der menigte dan dit ningen slechts zelden kunnen voorkomen is geen bezwaar maar veeleer eon groot voordeel Want als
V N
N
N
I
bet waar is dat elke taat (of stad) verkeerd is inge richt waar dagelijks strafoefeningen aan boosdoeners worden voltrokken (zooals wij in § 2 st V zagen) dan moeten voorzeker al zulke vonnissen waarvan buitengewoon gewag wordt gemaakt tot de zeldzaam heden blijven behooren
( V
V N
N L N
)I)
42 ie naar andere steden of gewesten als tad houders 2 ) worden gezonden moeten nit den kring der aadsheeren gekozen worden dewijl het hun plicht is to zorgen voor de versterkingen der steden de schat kist het leger enz ie echter naar meer verwijderde streken worden afgevaardigd kunnen de aadsverga deringen niet bijwonen en daarom moeten alleen zij nit den egeeringsraad gekozen worden die gezonden wor den naar steden die in het vaderland gelegen zijn doch zij die men naar meer verwijderde streken wil zenden moeten worden gekozen nit hen wier leeftijd niet veel ) van den aadsheerlijken rang verschilt och geloof ik niet dat hierdoor voldoende voor de rust van het ijk gezorgd zou zijn zoolang men na Inelijk aan de omringende steden alle recht van stemmen volkomen onthield tenzij ze alle zoo machteloos mochten zijn dat men er volstrekt geen rekening mede behoeft to houden wat niet wel denkbaar is ies is het noodig ) niet ~) )
den Lande is een ud ollandsche uitdrukking voor wat de hoofdstad is roconsules ier heb ik „multum ingelascht
VIII
aan de omringende teden burgerschapsreehten to geven en uit elkeen 2 of 4 (want dit getal hangt of van de grootte der stad) nitgekozen burgers onder de egenten op to nemen uit hen weer 4 of jaarlijks to kiezen or zitting to nemen in de egeering en een voor zijn leven tot taatsraad to benoemen en zou dan hen die in de egeering zitting namen met den taatsraad als stadhouders kunnen zenden naar de stad waaruit zij gekozen waren 4 ok de echters die in elke stad moeten aan gesteld worden moeten nit de regenten dier stall gekozen worden Ik acht bet echter niet noodig hier uitvoerig bij stil to staan wijl bet niet behoort tot de grondwet der hier behandelde staatsinrichting ( V
I
I V
)
)
44 l de geheimschrijvers der verschillende e geeringslichamen moeten evenals alle andere dergelijke beambten omdat zij geen stemrecht hebben uit bet Volk gekozen worden aar dezen echter door de lang durige behandeling der zaken zeer veel kennis hebben van al hetgeen er voorvalt gebeurt het vaak dat men meer dan nuttig is aan hun oordeel overlaat en de toestand van bet geheele rijk grootendeels van bun bestier at hankelijk wordt hetgeen olland tot den onder gang heeft geleid 2) oo iets toch kan niet geschieden ) qui a ecretis sunt ) et algemeen gevoelen in de jaren en was dat de vrijheid door de omwenteling van 2 to gronde was gegaan msterdam vooral ergerde zich over de willekeur en gezagsaanmatiging van Willem IN
V N
N
N
I
zonder dat het de ergernis van vele anzienlijken gaande maakt n inderdaad moet men erkennen dat een egeering ( enatus) wier beleid niet is to danken aan het overleg der aadsheeren maar aan het inzicht der beambten grootendeels uit onbekwame lieden bestaat zoodat de toestand van zulk een rijk niet veel gunstiger zal zijn dan die van een oningrijk door een klein aantal koninklijke raadslieden bestuurd waarover gesproken is in st VI § en ierbij valt echter op to merken dat een rijk in minder of meerder mate aan dit gevaar zal blootgesteld zijn naarmate het goed of ver keerd is ingericht ) Immers de vrijheid van een rijk dat niet op stevige grondslagen gevestigd is is niet zonder groot gevaar to verdedigen m dit nu to ontgaan kiezen de egenten eerzuchtige mannen uit het yolk tot staatsdienaren die dan later als er een omwen teling plaats vindt als offers worden geslacht om de woede to koelen dergenen die de vrijheid belagen 2) Waar echter de grondslagen waarop de vrijheid ge bouwd is sterk genoeg zijn daar behouden de egenten de eer om die to handhaven liever aan zich en zorgen er voor dat het beleid der taatszaken alleen van hun overleg afhankelijk blijft eze twee punten hebben wij dan ook hoofdzakelijk in t oog gehouden bij het ontwerpen van de grondwet der onderhavige staats regeling to weten om het yolk zoowel van de be raadslagingen als van alle stemmingen nit to sluiten it ziet op de L nie van trecht z) it slaat op ldenbarnevelt en de Witt beide raadpensio narissen I)
4
VIII
(zie § en 4 van dit st ) in dier voege dat de hoogste rijksmacht bij alle egenten bet uitvoerend gezag bij de taatsraden en den egeeringsraad en eindelijk bet recht om den egeeringsraad bijeen to roepen en de zaken die bet algemeen welzijn betreffen voor to stellen bij de taatshoofden uit den egee ringsraad gekozen zou berusten n indien nu verder wordt bepaald dat al wie geheimschrijver is in den e geeringsraad of in andere adon voor 4 of jaar ten hoogste gekozen wordt en hem een opvolger wordt toegevoegd die voor denzelfden tijd tot geheimschrijver wordt aangewezen en ondertussehen een gedeelte van bet werk op zich neemt of als or in den egeerings raad niet een maar meer geheimschrijvers zijn waarvan de een met doze de ander met gene werkzaamheden wordt belast zal bet nooit zoover komen dat de macht der beambten overwegend wordt V
N
V N
)
chatmeesters I) moeten ook nit bet Volk geko § 4 en worden en dozen moeten verplicht zjjn niet alleen aan den egeeringsraad maar ook aan den aad van tate verantwoording to doen
(
V
N
I
N
)
etgeen op den godsdienst 2 ) betrekking heeft § 4 llebben wij zeer uitvoerig in bet ( odgeleerd taat ) )
erarii tribuni eligio
et woord cha tmeester is van lasernaker
V N
N
N
I
4
kundig Vertoog uiteengezet oeh zgn er enkele zaken achterwege gebleven die aldaar minder to pas kwamen n wet in de eerste plaats dat alle egntvad zelfden godsdienst moeten zijn namelijk van dien allereenvoudigsten en meest algemeenen ) dien wij in datzelfde Vertoog omschreven hebben lmmers voor alle dingen moet men zorgen dat de egenten zelven niet in secten verdeeld zijn en de een deze de andere een andere partij meer begunstigt maar ook dat zij in t bijgeloof verstrikt aan de onderdanen de vrijheid niet trachten to benemen om to zeggen wat zjj meenen verigens moeten echter ofschoon aan ieder de vrij heid moet gegeven worden om to zeggen wat hij meent groote bijeenkomsten verboden worden aarom moet aan hen die een anderen godsdienst zijn toegedaan wet toegestaan worden zooveel kerken to bouwen als hun lust maar klein van omvang en van een bepaalde grootte en op plaatsen die ietwat van elkander ver wijderd zijn 2) aarentegen is het van hoog belang alle kerken ) aan den landsgodsdienst gewijd grootsch en kostbaar to maken en alleen aan egenten en aadsheeren to vergunnen de voornaamste plechtig heden daarvan to leiden 4 ) zoodat egenten alleen ) eligio maxime atholica 2) eze wet heeft nog lang bij ons gegolden ) templa ) ier komt in zekeren zin de ollegiant voor den dag in zoover hij eerstens de lgemeene erk predikt en tweedens aan leeken de kerkelijke leiding geeft och zouden de ollegi anten dit niet ten voile beaamd hebben omdat geen hunner overheidspersoon wilde zijn
42
VIII
mogen doopen huwelijken inzegenen en handen op leggen ) en zij geheel en al als een soort hoogepriesters en handhavers en uitleggers van bet landsvaderlijk geloof worden erkend m to prediken de kerkelijke fondsen en de dagelijksche zaken to beheeren moeten door de egeering eenige mannen nit bet yolk ge kozen worden die als plaatsvervangers van den egeeringsraad optreden en daaraan dus van alles rekening en verantwoording schuldig zijn § 4 it nu is hot voornaamste wat tot de grond regeling van dit rijk behoort waarbij ik nog een paar andere zaken wil voegen die wel niet zoo zeer grond zakelijk maar toch van groot gewicht zijn to weten dat de egenten zich moeten vertoonen met een of anderen bijzonderen mantel of kleedij waaraan ze to onderkennen zijn dat ze met een bijzonderen titel moeten worden aangesproken en ieder man uit bet yolk voor hen nit den weg moet gaan terwijl elke egent die door eenig ongeluk dat hij niet had kunnen vermijden zijn fortuin verloren heeft en dit duidelijk kan bewijzen uit de schatkist weer in zijn doen hersteld moot worden lijkt echter dat hij door verkwisting overdaad dobbelspel of hoererij zijn ver mogen heeft doorgebracht of dat hij in bet geheel meer schuldig is dan hij betalen kan dan moot hij van zijn achtbaarheid afstand doen en alle eereambten en betrekkingen onwaardig verklaard worden Want wie zich zelf en zijn eigen zaken niet kan regelen zal nog minder voor bet algemeen welzijn kunnen zorgen )
vermoedelijk is hier priesterwijding investituur bedoeld
V N
N
(V N
N
N
I
4
)
4 Wie door de wet gedwongen worden een eed of to leggen zullen zich veel meer van meineed ont houden indien men hen gelast bij s lands welzijn en de vrijjheid of bij den Volksraad to zweren dan bij od want wie bij od zweert stelt slechts een bijzonder belang tot pand waarvan hij alleen de waarde heeft to bepalen maar die met een eed de vrijheid en het behoud des lands in de waagschaal stelt zweert bij een goed dat alien gemeen is en niet aan hem to waardeeren staat zoodat hij in geval van meineed zich zelf daardoor tot een vijand des vaderlands verklaart
(
L N)
4 cademidn op taatskosten gesticht strekken meestal minder om de geesten to ontwikkelen dan om ze in toom to houden ) In een vrijen taat kunnen kunsten daarom en weten schappen niet beter beoefend worden dan wanneer aan ieder die daarom verzoekt wordt toegestaan in ) e Leidsche oogeschool werd hoofdzakelijk opgericht om predikanten van het ereformeerde geloof to vormen lk professor moest dat geloof belijden e eurvorst van den falz stelde een dergelijken eisch aan pinoza e grootste geesten werden meestal buiten de hoogescholen gebannen ofgehouden ok in onzen tijd en in ons land zijn daarvan voorbeelden aan to wijzen
44
VIII
t openbaar als leeraar op to treden op eigen kosten en op eigen verantwoording eze en dergelijke zaken zal ik echter liever elders • behandelen daar ik mij hier alleen heb v oorgenomen t o spreken over datgene wat op de egentenheer schappij als zoodanig betrekking heeft
IX (V N
N V
§
N
I
ILL N
N N
ot dusver hebben wij een
I
)
egentenheerschappij
op t oog gehad die genoemd wordt naar een stad die het hoofd is van het geheele ijk hans willen wij het een en ander zeggen over een dergelijke regeering bij meerdere steden berustend een staatsinrichting welke ik boven de vorige verkies
n om nu het onderscheid
tusschen beide en beider waarde to doen uitkomen zullen we de grondslagen van het hiervoor behandelde rijk stuk voor stuk nagaan
die welke hier niet van pas
komen
verwerpen en daarvoor andere in de plaats
stellen
waarop een rijk als het hier bedoelde moet
gevestigd worden § 2
lle steden dan die in dit
schapsreehten deelen
ijk in de
urger
moeten zoo gebouwd en ver
sterkt zijn dat elk op zich zelf wel niet zonder de andere kan bestaan
maar daarentegen oak niet zonder
) e volgorde is geschiedkundig e stedelijke gemeene besten gaan aan de Vereenigde teden vooraf evenals deze aan de Vereenigde taten
4
IX
groot gevaar voor bet rijk van de andere kan afval len want op die manier zullen ze altijd vereenigd blijven ie evenwel in zulk een toestand verkeeren dat ze noch voor zich zelf kunnen waken noch ook andere steden vrees kunnen aanjagen zijn inderdaad niet eigenmachtig ) inaar volkomen afhankelijk van de overige l wat wij in § en van bet vorige oofdstuk hebben aangetoond is afgeleid uit de algemeene eigen schappen der egentenheerschappij evenals de verhou ding van bet aantal der egenten tot bet aantal der gewone burgers en welken leeftijd en stand men hebben moet om tot egent to worden verkozen mtrent deze punten kan er dus een verschil bestaan hetzij bet gezag in zulk een staatsregeling bij een of meer steden aar de inrichting van den Volksraad meet berust bier anders wezen Want werd de een of andere stad van zulk een ijk voor den zetel van dezen aad aan gewezen dan zou die stad inderdaad bet hoofd des rijks zijn en dan zou men of wel bij beurten in de ver schillende steden moeten vergaderen of wel zulk een plaats voor dezen aad uitkiezen die geen urgersch aps rechten heeft en aan alle tegelijk behoort I) aar bet een zoowel als bet ander is even gemakkelijk to
) ni juris zelfstandig x) en aag is in de epubliek nooit als stad erkend en vond het veiliger voor de egeering in een vlek zonder muren bijeen to komen oo woonden ook de ransche vorsten liefst to Versailles
V N
N
N
I
4
bepalen als moeielijk ten uitvoer to brengen daar toch in zulk een geval telkens ettelijke duizende menschen hun teden zouden moeten verlaten en dan hier dan daar weer to zamen komen § 4 In nu echter uit het wezen en de gesteldheid van een dusdanig ijk naar behooren op to maken wat in dezen behoort to worden gedaan en op welke wijze de regeeringslichamen daarvan moeten worden ingericht bedenke men bet volgende natuurlijk heeft iedere stad zooveel meer gezag dan elk gewoon (amb teloos) burger als zij hem in macht overtreft (§ 4 oofdst II) en diensvolgens komt aan elke stad van dit ijk (§ 2 van dit oofdst ) zooveel rechtsgezag toe binnen haar muren of de grenzen van haar rechtsge bied als zij kan handhaven In de tweede plaats moeten alle steden niet als verbondene staten maar als een rijk met elkander vereenigd en verbonden zijn ) in dier voege evenwel dat iedere stad zooveel meer in vloed op de regeering hebbe dan de overige als zij die in macht overtreft want wie onder ongelijken ge lijkheid zoekt zoekt naar iets dat ongerijmd is ur gers worden met recht als gelijken beschouwd daar ieders macht in het bijzonder vergeleken met die van het geheele rijk in het geheel niet in aanmerking komt aar de macht van iedere stad maakt een groot deel uit van de macht van het rijk zelf een deel dat belangrijker is naarmate de grootte van de stad aarom kunnen de steden niet alle als gelijke beschouwd worden maar moet ieders recht evenals ieders macht )
een tatenbond maar een
ondsstaat
4
IX
naar haar grootte worden afgemeten e banden echter waarmede zij verbonden moeten zijn om to zamen een rijk to vormen zijnhoofdzakelijk de egeeringsraad (senatus) en het ( erechts) of ( orum) ) ( oofdst IV § ) oe nu echter alle door deze banden to vereenigen zijn zoodanig dat ieder van haar zooveel mogelijk eigen machtig blijve zal ik bier kortelijks uiteenzetten § Ik stel mij namelijk voor dat de egenten van iedere stad die naar gelang van haar beteekenis meer of minder in aantal moeten zijn (§ van dit oofdst ) over hun eigen stad onbeperkt gebieden en in den aad die in hun stad de pperraad is het volste recht hebben om de stad to versterken de muren nit to leggen lasten op to leggen keuren to maken en of to schaffen in een woord alles to doen wat voor bet behoud en de ontwikkeling der stad door hen noodza aar voor de behandeling der ke ijk wordt geacht afgemetee rijkszaken moot een egeeringsraad worden gekozen geheel op denzelfden voet als wij in het vorige oofdst aangaven zoodat tusschen dezen enaat en den daareven bedoelden geen ander verschil be staat dan dat deze ook gemachtigd is geschillen die tusschen steden onderling mochten ontstaan to be slechten Want dit laatste kan in ons ijk waarvan geen enkele stad het hoofd is niet evenals bij het
) In onze epubliek waren aan de rechtspraak van het of van olland eeland en West Vriesland alle steden in sommige ge vallen onderworpen Volgens uigens was enatus de naam voor ecommitteerde aden
V N
N
N
I
4
v orige door den oppersten Volksraad geschieden (zie van het vorige oofdst ) § verigens moot in dit ijk de Volksraad nooit worden bijeengeroepen dan indien men het noodig acht de rondwet van het ijk to herzien of wel in eenig hoogst moeielijk geval waarin de aadsheeren het niet op zich durven nemen to beslissen oodoende zal het zeer zeiden gebeuren dat alle egenten ter vvergadering worden opgeroepen e hoofdtaak van den Yolksraad is immers (zooals wij in § van het vorige oofdst zeiden) om wetten to maken en of to schaffen en voorts om ijksambtenaren to benoemen Nu behoeven echter de wetten of grondregelen die voor het geheele ijk gelden niet zoodra ze zijn ingesteld weer to wor den herzien Indien echter tijd en gelegenheid mede mochten brengen dat men een of anderen nieuwen grond regel moest maken of een bestaanden wijzigen dan kan men daarover eerst in den egeeringsraad be raadslagen en is men het daarover in then aad eens geworden dan kunnen er van zijnentwege gezanten naar de steden worden afgevaardigd om aan de egenten van iedere stad het enaatsbesluit mede to deelen Indien dan ten slotte de meerderheid der teden het gevoelen van den aad blijkt toegedaan dan kan dit bekrachtigd worden terwijl het in het andere geval verworpen is oze zelfde regel moet gevolgd worden bij het verkiezen van legeroversten het afvaardigen van gezanten naar andere mogendheden het verklaren van den oorlog of het aannemen van vredesvoorslagen ij het ver•k iezen van andere rijksdienaren moet echter noodzakelijk een andere regel gevolgd worden daar vol
IX
gens het door ons in § 4 van dit oofst gezegde el ke stad zooveel mogelijk eigengerechtigd I) moet blijven en zooveel meer gezag in het rijk moet uitoefenen als zij machtiger dan de anderen is r moeten namelijk door de egenten van iedere stad senatoren gekozen wor den met then verstande dat de egenten van een of andere stad in hun Vergadering zooveel aadsheeren kiezen nit hunne ederegenten dat dezen zich tot het aantal egenten van die stad verhouden als 2 (zie § van het vorig oofdst ) waarbij zij tevens moeten aan wijzen welke in de eerste tweede of derde fdeeling zitting zullen nemen venzoo moeten de egenten der overige steden naar gelang van hun aantal meer of minder aadsheeren kiezen en in zooveel groepen ver deelen als de egeeringsraad to verdeelen is (zie § 4 van het vorig oofdst ) tengevolge waarvan in elke fdeeling van den aad meer of minder aadsheeren van een of andere stad zullen gevonden worden naar gelang die grooter of kleiner is e voorzitters der fdee lingen en hun plaatsvervangers evenwel wier aantal kleiner is dan het aantal steden moeten door den egeeringsraad bij oting gekozen worden nit de be noemde taatshoofden ij het verkiezen der hoogste rechtspersonen moett ook dezelfde regel gevolgd worden dat namelijk de egenten uit iedere stad aaar gelang van hun getal sterkte meer of minder echters kiezen nit hun stand genooten usdoende zal iedere stad zooveel mogelijk vrij zijn in de keuze der rijksdienaren en naar gelang ) ni juris
V N
N
N
I
van haar macht meer invloed hebben in de egeering zoowel als in het of hierbij uitgaande van de onder stelling dat de egeeringsraad en bet of dezelfde regelen volgen bij bet behandelen der ijkszaken en bet beslechten van geschillen als wij beschreven hebben in § en 4 van het voorgaande oofdstuk § Verder moeten ook de Veldoversten en de olo nellen en itmeesters ) uit de egenten gekozen worden Want aangezien het billijk is dat aan iedere stad de verplichting wordt opgelegd naar gelang van zijn grootte een zeker aantal soldeniers op de been to brengen ter bescherming van het geheele ijk is bet ook billijk dat nit de egenten van iedere stad naar gelang van het aantal troepen 2 ) die zij moeten onderhouden een zeker aantal olonels hoplieden en vaandrigs ) gekozen worden mag als noodig is om dat gedeelte van het leger dat door hen aan bet ijk wordt verstrekt behoorlijk onder tucht to houden § oor den egeeringsraad moeten geen belas tingen aan de ingezetenen worden opgelegd ter be strijding van uitgaven die noodig zijn tot uitvoering van bij enaatsbesluit vastgestelde werken moeten niet de ingezetenen maar de steden zelve door den egeeringsraad worden aangesproken zoodat iedere stad naar gelang van zijn grootte een grooter of klei ) lasemaker vertaalt bier ilitia e ribuni door olonellen en itmeesters waaruit is op to waken dat dozen gelijk in rang waren ) legiones ) eze drie vakwoorden heb ik ontleend aan lasemaker voor tribuni duces et signiferi
2
IX
ner deel der kosten heeft to dragen welk deel de egenten van elke stad van hunne tadgenooten mo gen invorderen op welke wijze het hun goeddunkt hetzij door ze naar hun vermogen to belasten hetzij door ze wat veel billijker is tollen en pachten ) op to leggen n al mochten ook alle steden van het rijk § geen havensteden zijn al worden ook de aadsheeren niet alleen nit de zeesteden verkozen toch kunnen dezen dezelfde inkomsten worden toegewezen als in § van het vorig oofdst is bepaald e then einde kunnen er overeenkomstig de staatsregeling middelen worden bedacht om de steden nauwer met elkander to verbinden verigens is alles wat den egeeringsraad het of en het rijk in zijn geheel betreft en door mij in t voorgaande ootdstuk behandeld is ook op dezen taat toepasselijk Wij zien dus dat het in een rijk dat nit meerdere steden bestaat niet noodig is voor het bijeenroepen der roote Vergadering van den Volks raad een bepaalden tijd of plaats to bepalen e e geeringsraad en het of moeten zetelen in een vlek 2) of in een stad die in den Volksraad niet vertegenwoor digd is och laten we thans terugkeeren tot datgene wat de steden ieder op zichzelf betreft e orde die de Volksraad in elke stad moet volgen § ) Vectigalia in het begin van deze § met algemeene betee kenis van belastingen is hier op t einde meer in t bijzonder tollen en pachten zooals lasemaker vertaalt 2) ooals s ravenhage was
V N
N
N
I
de verkiezing van stads en staatsambtenaren en bij het nemen van besluiten moet dezelfde zijn die ik in § 2 en van het vorige oofdst heb aangegeven Want daar zoowel als bier gelden dezelfde redenen Voorts moot er een aad van tate (of een ollegie van Wethouders) aan dezen aad worden toegevoegd die zich verhoudt tot den tadsraad als de aad van tate van het vorig oofdstuk tot den ijksraad terwijl ook liens bevoegdheid binnen de grenzen van het tads recht met die des anderen gelijk staat en de leden daar van in het genot van dezelfde inkomsten zijn Indien echter de stad en dus ook het getal der egenten zoo klein mocht zijn dat men niet nicer dan een of twee taatsraden kan kiezen die met hun beiden geen aad kunnen uitmaken dan moeten er bij eenig in to stellen onderzoek naar gelang van zaken door den ppersten tadsraad eenige rechters aan de taatsraden worden toegevoegd of wel de zaak verwezen worden naar den oogen aad van tate Want nit elke stad moeten ook eenige taatsraden gezonden worden naar de plaats waar de egeering zetelt om toe to zien dat de ijkswetten on geschonden bewaard worden welke taatsraden in den enaat zitting moeten hebben zonder recht van stemmen § ok moeten door de egenten van elke stad urgemeesters ) worden aangesteld die als t ware den egeeringsraad van zulk een stad uitmaken un aantal kan ik niet bepalen maar dat is m i ook on aoij
) ier kon het woord onsul door urgemeester vertaald worden evenals in de vorige § de aad van tate door ollegie van Wethouders
4
IX
noodig daar de stedelijke aangelegenheden van eenig gewicht door den tads pperraad en die op het geheele ijk betrekking hebben door den grooten e geeringsraad behandeld worden Is hun aantal echter gering dan zal het noodig zijn dat ze in hun bijeen komsten openlijk stemmen en niet met steentjes zooals in de groote Vergaderingen Want in kleine vergade ringen wear men in t geheim stemt kan hij die een weinig geslepen is gemakkelijk de stem van elkeen to weten komen en minder snuggeren op allerlei wijzen oin den tuin leiden § 2 ovendien moeten in elke stad door den tads raad rechters verkozen worden van wier vonnis men zich echter op het hoogste ijksgericht beroepen mag behalve als de schuld van den beklaagde openlijk ge bleken is en de schuldenaar bekent ierop behoef ik evenwel niet verder in to gaan us rest ons nog alleen to spreken over steden die geen eigen recht hebben ijn deze in hetzelfde gewest of dezelfde hemeelstreek gelegen als het rijk en behooren hun inwoners tot denzelfden Iandaard of spreken ze de zelfde taal dan moeten ze evenals de dorpen beschouwd worden als deelen der naburige steden zoodat ieder van haar komt to staan onder het gebied van deze of gene stad die eigen rechten heeft e reden hiervan is dat alle egenten iet door den rooten Volksraad maar door den aad van iedere stad gekozen worden en hun kleiner of grooter aantal of hangt van het aantal ingezetenen die zich binnen de palen ) van het )
eze palen heetten banpalen en waren in msterdam zeer
V
N
N
N
I
erecht dezer tede bevinden (zie § van dit oofdst ) aarom ligt bet voor de hand dat bet yolk van een stad die geen eigen rechten heeft wordt gerekend to behooren tot een andere bevolking die wel stedelijke rechten heeft en onder haar beheer wordt gebracht te den echter die in oorlogstijd veroverd en bij bet ijk zijn ingelijfd moeten als bondgenooten beschouwd en door lijfsbehoud aan bet ijk verbonden worden of men moet er volksplantingen been zenden die dan in bet genot van burgerschapsrechten treden en de oorspron kelijke bewoners wegvoeren of uitroeien I) § 4 iermede heb ik de grondslagen van dezen regeeringsvorm afgehandeld at zijn toestand gunstiger moet zijn dan die van een rijk dat van een enkele stad afhankelijk is leid ik of nit de volgende overweging vooreerst zullen toch de egenten van iedere stad door menschelijke begeerte gedreven alles in bet werk stellen hun gezag in de stad zoowel als in de egee ring to handhaven en zoo mogelijk nit to breiden daarom zullen ze zooveel mogelijk trachten het yolk aan zich to verbinden terwille daarvan bet rijk veeleer aanhoudend bevoordeelen dan daarin onrust verwekken en hun aantal pogen to vermeerderen Immers hoe meer burgers er zijn des to meer aadsheeren mogen ze kiezen nit hunnen raad (volgens § van dit oofdst )
sierlijk uitgevoerd r staat nog een aan den mstel bij uder kerk ) it was de gewoonte der oude ebreeen in alestina der ollanders op ava en der ngelsehen in gypte
I
en zullen then ten gevolge volgens dezelfde § meer invloed in de regeering verkrijgen at er nu onder de steden nog al eens tweedracht zal heerschen en zij hun tijd met krakeelen zullen doorbrengen dewiji iedere stad op zijn eigen voordeel bedacht en op de overige afgunstig is is geen over wegend bezwaar Want al gaat ook somtijds agunthe verloren terwijl men to ome beraadslaagt zoo gaat aan den anderen kant de vrjjheid verloren en het al gemeen welzijn to niet indien slechts enkele personen e menschelijke alles regelen naar hun eigen zin hersens zijn veel to bot om alles dadelijk good in to zien maar door elkander to raadplegen naar elkander to luisteren en met elkander to overleggen wordt het ihzicht verscherpt en na allerlei maatregelen overwo gen to hebben vindt men eindelijk wat men wil wat door alien wordt goedgekeurd en waaraan niemand to voren had gedacht ) Indien nu iemand mij zou willen tegenwerpen dat dit rijk der ollanders niet lang zonder een raaf of tadhouder die s raven plaatsvervanger was in wezen is gebleven 2) dan antwoord ik dat de ollanders om hun vrij heid to verzekeren genoeg meenden gedaan to hebben met den raaf of to zweren en dus aan het lichaam der In de oll vertaling staat hierbij daaraf wij in olland e volgende zin maakt het veel voorbeelden gezien hebben zeer waarschijnlijk dat dit in de Latijnsche uitgaven vergeten is ) en bedenke dat pinoza met de tweede egentenheer schappij het oog op de ollanders had (zie VIII ) en dat de meende dat de vrijheid verloren Loevenstijnsche partij in *as ie ook oofdst van het odg taatk Vertoog )
V N
Nr N
I
regeering het hoofd of to slaan dat ze er evenwel niet over dachten het r ijk t o hervormen maar alle leden daarvan lieten zooals ze to voren waren samengesteld zoodat men het graafsehap olland zonder raaf als een lichaam zonder hoofd overhield en een rijk waar aan men geen naam kon geven et is daarom dan ook geenszins to verwonderen dat de meeste ingezetenen niet wisten bij wien de hoogste macht in den taat berustte n al was dit niet het geval geweest dan nog waren zij die inaerdaad de teugels van het bewind voerden veel to gering in aantal om het yolk to re geeren en hun machtige tegenstanders in bedwang to houden ) Van daar dat dezen hen dikwerf straffeloos konden belagen en eindelijk nit den zadel konden lichten oodoende is de plotselinge ondergang van deze epubliek 2) niet daaraan to wijten dat men nutteloos den tijd met beraadslagen verspilde maar wel aan den ongeregelden toestand van het ijk en het geringe aantal egenten ) ovendien is zulk een egentenrijk in handen van vele steden to verkiezen boven den anderen re geeringsvorm wijl men niet als bij den eerstgenoem den bevreesd behoeft to zijn dat zijn geheele Volks raad door een onverhoedschen aanval overrom peld wordt 4 ) aangezien (volgens § van dit st ) )
it ziet op de ranjepartij in 2 ) N egentium ok hier blijkt duidelijk dat pinoza het woord egenten bedoelde lasemaker zegt hier estierders 4 ) it doelt zeker op den aanval van Willem II op msterdam a)
IX
een bepaalde plants of tijd voor de bijeenroeping ~daarvan wordt vastgesteld ok behoeft men in zulk een rijk minder vrees to koesteren voor overmachtige burgers Want waar meerdere steden zich in onaf han kelijkheid verheugen kan hij die naar de oppermacht streeft niet volstaan met een stad in bezit to nemen om daarmede tegelijkertijd de andere in zijn macht to krijgen n eindelijk worden in zulk een rijk meerdere der vrijheid deelachtig want waar slechts een stad re geert wordt alleen in zoover aan het belang der overige gedacht als dit tevens der regeerende stad to stade komt
X
(
N
V
N N
N
I N
I
N
N V L
N N
L
INW N I
NN N V
N N )
Na aldus de grondslagen van beide egentenheer schappijen to hebben ontvouwd en aangetoond staat ons nog to onderzoeken of ze ook door een of ander gebrek in den aanleg kunnen worden ondermijnd of in een andere soort van regeering overgaan e voornaam ste oorzaak waardoor dergelijke rjjken ten ondergaan is volgens de opmerking van den schranderen lorentijn ) ( oek st I der edevoeringen over itus Livius ) deze dat zich namelijk in elk rijk evenals in s mensche ijk lichaam dagelijks een en ander ophoopt dat uu en dan gezuiverd moet worden weshalve het z i noodzakelijk is dat er soms jots gebeurt waardoor het rijk terugkeert tot zijn uitgangspunt den toestand waarin het verkeerde toen het begon zich to vestigen Indien dit niet binnen den vereischten tijd gebeurd is zullen de inwendige gebreken zoodanig toenemen dat ze niet to verwijderen zijn dan met opheffing van het ijk zelf terwijl hetgeen hij hier bedoelt naar zijn ) acchiavelli
X
meening of bij geval of door het beleid en de schran derheid der wetten of van een man met buitengewone gaven to weeg gebracht kan worden onder twijfel is deze zaak van het hoogste gewicht en kan een rijk waarin in dit bezwaar niet voorzien is nooit door eigen kracht maar alleen door een gunstigen samenloop van omstandigheden in stand blijven terwijl aan den anderen kant daar waar voor deze kwaal een afdoend genees middel is aangewend het rijk onmogelijk door innerlijk verval maar alleen door een onverbiddelijk noodlot ten val kan komen zooals wij weldra duidelijk zullen maken et eerste middel dat tegen deze kwaal werd aangewend was dat men elke vijf jaar voor een of twee maanden een ijksvoogd ) aanstelde met bet rechtt de handelingen der aadsheeren zoowel als van alle andere ijksambtenaren na to gaan to beoordeelen en to berechten en zoodoende het rijk weer tot zijn oor spronkelijken toestand terug to brengen och die de gevaren van een of andere taatsinrichting vermijden wil moet middelen aanwenden die zich met den aard dier taatsregeling verdragen en uit de beginselen daarvan zijn of to leiden want anders strandt hij op cylla terwijl hij zich inspant harybdis to ontzeilen Nu is het wel waar dat alien egenten zoowel als geregeerden door vrees voor straf of scha weerhou den moeten worden zoodat het onmogelijk zij om straffeloos of zelfs met voordeel kwaad to doen maar daarentegen is het niet minder waar dat een rijk waarin brave zoowel als booze lieden door deze vrees )
ictator
ijdelijk onbeperkt heerscher
V N
N
N
I
bevangen zijn zeer zeker in groot gevaar verkeert aar nu de macht van den ijksvoogd onbeperkt is moet deze natuurlijk voor alien evenzeer to duchten zijn vooral indien zooals men verlangt op vastgestelden tijd een ijksvoogd wordt verkozen dewijl alsdan ieder eer zuchtig man zich beijveren zal naar then eerepost to dingen en men altijd ziet dat in vredestljd niet zoo zeer op burgerdeugd dan wel op uiterlijk aanzien wordt acht geslagen zoodat men to gemakkelijker eereposten verkrijgt naarmate men zich nicer laat voorstaan isschien was dit wel de reden dat de omeinen de ge woonte hadden niet op een vastgestelden tijd maar al leen als de nood hen onverwachts daartoe dwong een ijksvoogd aan to stellen n toch was om icero s woor den to gebruiken het opzienbarend bewind van een ijksvoogd voor bezadigde burgers altijd een ergernis n inderdaad aangezien de macht van een ijksvoogd volkomen met die van een oning gelijk staat gaat het niet zonder gevaar voor den staat de regeering op een gegeven oogenblik in een koninklijke to veran deren al geschiedt dit ook voor nog zulk een korte spanne tijds ierbij komt dat als er geen bepaalden tijd is aangewezen voor de verkiezing van een ijks voogd men volstrekt geen acht zal slaan op den tijd die tusschen den een en den ander is verloopen wat volgens onze meening zeer nauwkeurig in acht genomen behoort to worden en dat de maatregel zelf dan ook zeer onbepaald zou zijn zoodat hij ligt geheel in ver getelheid zou kunnen geraken Indien dus deze ijks voogdij niet altijddurend en onveranderlijk is ce n macht die met behoud van dezen regeeringsvorm nooit
2
X
aan een man kan worden opgedragen zal zulk een rijk zelf en mitsdien hot welzijn en hot behoud van het emeenebest in zeer onzekeren toestand verkeeren § 2 aarentegen houden wij ons overtuigd (volgens § oofdst VI) dat ingeslopen gebreken nooit zulk een omvang zullen kunnen verkrijgen dat ze onuit roeibaar en onverbeterlijk zijn indien met behoud van den egeeringsvorm een zwaard als dat van den landvoogd voortdurend geheven kon zijn en boosdoeners alleen tot afschrik dienen m aan al doze eiseben to voldoen hebben wij gezegd dat aan den Volksraad een aad van tate moest toegevoegd worden opdat narnelijk hot bovenbedoelde ijkszwaard voortdurend in handen zou blijven niet van een of ander natuurlijke persoonlijkheid maar van een rechtspersoon bestaande uit zooveel leden dat zij het bewind onmogelijk onder en 2 van oofdst elkander kunnen verdeelen (§ VIII ) en ook niet alien kunnen samenspannen tot hot bedrijven van een misdaad waarbij nog komt dat zij van het vervullen van andere rijksbetrekkingen zijn uitgesloten dat zij geen soldij aan het leger uitbetalen en eindelijk dat ze zulk een leeftijd bereikt hebben dat ze hot behoud van het bestaande en hun veiligheid verkiezen boven nieuwe en hachelijke proefnemingen oodoende heeft het rijk van hen geen enkel gevaar to duchten en kunnen zij alleen boosdoeners maar geens zins braven burgers schrik inboezemen hetgeen dan ook werkelijk het geval is Want even weinig als zij zelven in staat zijn kwaad )
e eerste
itgaaf heeft „het vorige
st
V N
N
N
I
to doen even krachtig zullen zij zijn in het beteugelen van de boosheid Immers behalve dat zij elk kwaad reeds in den aanvang kunnen tegengaan (dewijl hun Vergadering aanblijvend is) zijn ze bovendien talrijk genoeg om zonder wraak to duchten een of ander machtige persoonlijkheid aan to klagen en to durven veroordeelen vooral daar de stemmen met steentjes worden uitgebracht en het vonnis uit naam van den geheelen raad wordt gewezen W el waren de ribunen of Volkstaalmannen § to ome ook onafzetbaar maar toch waren ze niet in staat de macht van een cipio to weerstaan bovendien moesten zij wat hun doelmatig toescheen aan den e naat ( egeeringsraad) zelf onderwerpen die hun vaak alien invloed wist to benemen door namelijk to zorgen dat het gemeen bij voorkeur mannen verkoos waarvan de aadsheeren zelf weinig to vreezen hadden aarbij kwam dat het gezag der ribunen tegenover de atriciers of king van de gunst van het yolk en dat zoo vaak zij het yolk opriepen het meer den schijn had alsof ze oproer gingen maken dan wel een Volksver gadering bijeenroepen l welke bezwaren in een rijk als wij in de twee voorafgaande oofdstukken be schreven hebben inderdaad niet kunnen voorkomen § 4 venwel nogtans zal men door het gezag der taatsraden alleen dit kunnen bewerken dat de staats regeling in stand wordt gehouden en daarmede voor komen dat er inbreuk wordt gemaakt op de wetten en dat men met voordeel onrecht kan plegen men zal er echter volstrekt niet door voorkomen dat er gebreken insluipen die door geen enkele wet zijn tegen to gaan
4
X
zooals die waarin menschen die teveelvrijentijdhebben gewoonlijk vervallen en die iet zelden den val van een rijk veroorzaken Want als de menschen in vrede levende eenmaal alle vrees terzijde gezet hebben worden ze langzamerhand van woeste barbaren goede burgers en beschaafde menschen en vervolgens van beschaafd verweekelijkt (verwijfd) en lui waarbij de een den ander niet in geestkracht maar in pracht en overdaad zoekt to overtreffen waarop men er ten slotte toe komt de vaderlijke zeden to minachten en zich vreemde eigen maken d i zich to verknechten § m deze rampen to keeren heeft men dikwijls getracht wetten tegen de weelde to maken ) maar vruchteloos Want alle wetten die men kan overtreden zonder een ander leed to doen worden bespot en wel verre dat zij der menschen lusten en begeerten beteugelen wakkeren zij ze integendeel aan want altijd haken wij naar t geen verboden is en begeeren t geen ons wordt ontzegd Leegloopers ontbreekt het bovendien nooit aan vernuft om wetten to ontduiken die uitge vaardigd worden tegen daden die men onmogelijk verhinderen kan als daar zijn het houden van gast malen het spelen uiterlijke tooi en al dergelijke dingen wier overdaad alleen verkeerd is en die alleen to beoor deelen zijn in verband met ieders vermogen zoodat zij in in t geheel niet onder algemeene regelen to brengen zijn ) ooals Lodewijk XIV o a destijds deed en ook bij ons is voorgekomen eze wetten werden nergens slechter nageko men dan door de msterdamsche patriciers zelven
V
N
N
N
I
§ k houd mij clan ook overtuigd dat al die eigen aardige schaduwzijden van den vrede waarvan hier sprake is nooit rechtstreeks maar zijdelings moeten worden tegengaan door namelijk den taat zoo in to richten dat de meerderheid der burgers wel niet ver standig leven wil want dat is onmogelijk maar zich leiden laat door begeerten waarvan hot emeenebest niet anders dan baat kan hebben aarom moot men bet er vooral op toeleggen om de rijken niet zoo zeer gierig als wel geldgierig to maken Want eris geentwijfel tan of de meeste menschen zullen indien hun zucht om geld to verdienen die een algemeene en onuitroei bare menschelijke eigenschap is door eerzucht wordt aangevuurd met alien ijver zich er op toeleggen hun vermogen zonder schandelijke middelen to vergrooten om daardoor tot eer en aanzien to geraken en groote schande to ontgaan § I) Letten wij nu op de grondslagen van beiderlei egentenregeering door mij in de twee vorige oofd stukken uiteengezet dan zullen we zien dat dit alles juist het gevolg van hun inrichting is Want in beide is het aantal egenten ) zoo groot dat voor de meerderheid der vermogende burgers den toegang tot de regeering en het verkrijgen van eereposten open staat n als nu nog bovendien wordt vastgesteld (zooals wij bespra ken in § 4 oofdst VIII) dat egeeringspersonen ) In de Lat text is § vergeten geeft aan waar bet cijfer moet staan bet alien verkeerd geplaatst s) numerus egentium ie VIII ~
e ollandsche vertaling e vreemdelingen hebben
X
( eeren) die meer schuld dan vermogen hebben nit den egentenstand verstooten worden en zij die hun fortuin door een noodlottig toeval verloren weer in het bezit daarvan worden gesteld is het zeker dat alien zooveel mogelijk hun geld zullen trachten to bewa ren Naar vreemde kleedij zullen zij verder nooit ver langen noch de vaderlandsche kleederdracht verwer pen indien bij de wet bepaald is dat de egenten en zij die naar eereposten dingen zich door een biizondere kleedij moeten onderscheiden waarover ik gesproken heb in § 2 en 4 van oofdst VIII en bovendien kunnen in elk rijk weer andere middelen worden uitgedacht in verband met landaard en volksgeest bij al hetwelk vooral gezorgd moet worden dat de onderdanen veeleer nit eigen beweging dan door de wet gedwongen hun plicht vervullen § Want een regeering die op niets anders be dacht is dan de menschen door vrees daartoe to bewegen moet veeleer zonder gebreken dan wel deugdelijk ingericht heeten en moet de menschen zoo weten to to leiden dat ze meenen niet geleid to worden maar geheel naar eigen zin en lust to leven in dier voege namelijk dat ze alleen in toom gehouden worden door vrijheidszin winzucht en de hoop op het bekleeden van eereposten of rijksbetrekkingen edenkpenningen feestelijke intochten en andere dergelijke middelen om hen tot plichtsbetrachting aan to sporen zijn veeleer teekenen van slavernij dan van vrijheid Want slaven wel geen vrijen beloont men voor hun moed Ik weet wel dat de menschen door dergelijke prik kels in hooge mate aangevuurd worden maar terwijl
V N
N
N
I
men al deze eerbewijzen aanvankelijk slechts aan groote mannen wijdt worden ze later daar de een den ander benijdt ook aan nietswaardigen en menschen die trotsch op hun geld zijn toegekend tot groote ergernis van alle weldenkenden Voorts meenen zij die zich verheffen op de zegetochten en gedenkpenningen hunner vaderen dat hun onrecht geschiedt als zij niet aan anderen worden voorgetrok ken en eindelijk is bet om al bet andere met stilzwijgen voorbij to gaan ontegenzeggelijk dat de gelijkheid met wier verlies noodwendig ook de algemeene vrijheid to loor gaat in t geheel niet to handhaven is zoodra men aan een of anderen bijzonder verdienstelijken man van taatswege buitengewone eer bewijst Laat ons nu na dit overwogen to hebben eens § nagaan of dergelijke regeeringen ook ten gevolge van eenig gebrek dat aan hun eigen inrichting to wijten is ten val kunnen komen eker is bet dat als eenig rijk kan blijven bestaan bet zulk een zal zijn welks een maal goed sainengestelde inrichting ongeschonden be bewaard blijft e wetten toch zijn de ziel van elk rijk zoodat als deze worden geeerbiedigd ook bet rijk in stand zal blijven e wetten nu kunnen niet onge schonden blijven tenzij ze zoowel door de ede als door de algemeen verspreide menschelijke neigingen gesteund worden want anders als ze namelijk alleen op de hulp der ede steunen zijn ze ten eenenmale krachteloos en geraken licht buiten werking aar de wijl wij nu hebben aangetoond dat de grondbeginselen van beide soorten van egentenregeering met de rede en s menschen hoofdneigingen in overeenstemming zijn mogen wij
L
X
beiveren dat zoo eenig rijk dan dit voorzeker onver gankelijk zal zijn of wel nooit door een gebrek in eigen inrichting maar (alleen) door een of ander on verbiddelijk noodlot ten val to brengen is och kan ons nog worden tegemoet gevoerd dat al vinden ook de bovenvermelde regeeringsbegin selen hun steun in de ede en de meest voorkomende menschelijke neigingen zij desniettemin to eeniger tijd zouden kunnen bezwijken Want er is geen begeerte die niet wel eons door een sterker en daaraan tegenoverge stelde begeerte wordt overheerscht oo zien wij immers de vrees voor den dood niet zelden verwonnen door de begeerte naar andermans goed ) terwijl zij die door vrees verbijsterd voor den vijand vluchten zich door niets anders schrik laten aanjagen of weerhouden maar in het water springen of zich in het vuur werpen om het staal der vijanden to ontkomen oe volkomen dus ook een staat zij ingericht en hoe voortreffelijk haar grondwet geregeld zij zoodra een rijk in benarde omstandigheden geraakt en alien gelijk men dat kent door zekeren panischen schrik worden bevangen laten ze zich alleen bewegen door hetgeen hun op t oogenblik door de vrees wordt in gegeven zonder eenigszins to denken aan de toekomst of de bestaande wetgeving aller oogen richten zich op een of ander door zijn krijgsdaden beroemd persoon ) dezen stelt men boven de wet verlengt telkens den duur van zijn bewind (wat een zeer verderfelijk be ginnen is) en vertrouwt het geheele emeenebest aan ) 2)
p diefstal volgde oudtijds heel licht de doodstraf ier geldt het weer Willem III
V N
N
N
I
zijne zorgen toe hetgeen zonder eenigen twijfel de oorzaak is geweest van den val van het omeinsche rijk ls antwoord op dit bezwaar zeg ik ten eerste dat in een wel ingerichten taat eel dergelijke schrik niet dan om gewettigde redenen ontstaat en dat dus die angst en de verbijstering daardoor ontstaan aan geen oorzaak kan worden geweten welke door menschelijk beleid vermeden had kunnen worden Voorts bedenke men dat hot in een taat als door ons hierboven beschreven is volgens § en 2 van oofdst VIII ondenkbaar is dat de een of ander door den room zijner daden zoo uitsteekt dat hij aller oogen tot zich trekt het kan niet anders of hij heeft meerdere mededingers die weer door anderen begunstigd worden l mocht er dus ook eons uit angst eenige verwar ring in onzen taat ontstaan toch zal niemand de wet kunnen schenden noch een of ander tegen den eisch der wet tot opperbevelhebber ) kunnen uitroepen zonder dat terstond daartegen verzet ontstaat van hen die anderen verlangen om welken strijd uit to maken het ten slotte noodzakelijk zal zijn tot de eenmaal vast gestelde en door alien goedgekeurde wetten terug to keeren en s rijks zaken volgens de bestaande wet geving to regelen k kan dus met grond beweren dat zoowel een rijk dat slechts van een tad afhangt als vooral zulk een dat door verscheiden teden wordt beheerd onvergankelijk is d w z door geeninnerlijk gebrek to gronde kan gaan of in een anderen staatsvorm worden omgezet ) In de
epubliek zeide men
apitein eneraal
XI (V N
§
V L
IN )
n zoo kom ik ten slotte tot den derden en
meest volmaakten regeeringsvorm dien wij Volksregee ring noemen
ot verschil tusschen doze en de
egenten
heerschappij bestaat zooals wij opmerkten hoofdzakelijk hierin
dat het in laatstgenoemde alleen van den wil van
den Volksraad en van vrije verkiezing afhangt of de een dan wel de ander tot
egent wordt verkozen
zoodat
niemand het recht om to stemmen en rijksbetrekkingen to vervullen door zijn geboorte verkrijgt en niemand dit recht kan opeischen krachtens de wet zooals dat het geval is in den
taat dien wij thans gaan bespreken_
Want alien wier ouders burgers zijn die op den vader landschen grond geboren zijn die zich jegens den
taat
verdienstelijk hebben gemaakt of aan wien om andere bij de wet voorgeschreven redenen hot burgerschaps recht verleend is
die alien zeg ik hebben het recht
het stemrecht in den Volksraad en het vervullen van taatsbetrekkingen voor zich to eischen
hetgeen hun
dan ook niet mag worden onthouden
dan wegens
misdrijf of schandelijk gedrag § 2
Indien dus bij de wet is vastgesteld dat alleen
V N
V L
IN
menschen van gevorderden leeftijd die een vastgestelden ouderdom bereikt hebben of alleen de eerstgeborenen zoodra zij den vereischten leeftijd hebben of wel zij die een bepaalde sour gelds aan den
taat opbrengen het
recht hebben in den Volksraad to stemmen en de zaken des rijks mogen bestieren dan zullen dergeljjke taten al is het zoodoende zeer goed mogelijk dat de Volksraad uit minder burgers bestaat dan then van de regeering waarover wij boven spraken geeringen mogen heeten
emeenebest in aanmerking
komen niet door den Volksraad aangewezen
toch Volksre
wijl de burgers die daarin
voor de regeering van het worden uitgekozen
egenten
als zijnde de besten
maar door de wet daarvoor zijn
n al schijnt het nu ook dat zulke staats
regelingen waar namelijk niet de besten
maar zij die
bij geval rjjk of eerstgeborenen zijn voor de regeering bestemd worden moeten onderdoen voor de egenten regeering
toch komt
als wij de feiten en
gewone menschelijke eigenschappen in
de
t oog houden
alles op hetzelfde neer Want de egenten houden altijd de rijke lui of hun naaste bloedverwanten of hun bijzondere vrienden voor de besten
a als het met de
egenten zoo gesteld was dat zij vrij van alle voor liefde en alleen door belangstelling in het algemeen welzijn gedreven hun mederegenten kozen er geen rijk dat met de lijken was steld is
dan was
egentenregeering to verge
aar dat het daarmee geheel anders ge
leert ons meer dan overvloedig de ervaring
vooral in familieregeeringen
waar de wil der
egenten
bij gebrek aan mededingers bijna geheel onafhankelijk is van de wet
2
XI
Want daar houden de egenten met opzet de besten uit den aad en kiezen zich tot medeleden geen anderen dar die hun naar den mond praten zoodat in zulk een rijk de toestand juist daarom zoo ongelukkig is omdat de keuze der egenten geheel of hankelijk is van de volmaakt vrije aan geen wet gebonden willekeur van enkelen aar laat ons tot or_s onderwerp terugkeeren it hetgeen in de vorige § gezegd is blijkt § dat we ons verschillende soorten van Volksregeering kunnen denken mijn plan is echter niet over al die soorten to spreken maar alleen over die waarin zonder onderscheid alien die aan niets dan aan de wetten van hun vaderland gebonden zijn hun eigen meester zijn en eerbaar leven mogen stemmen in den ijksraad en et opzet zeg ik die rijksambten mogen waarnemen aan niets dan aan de wetten van hun vaderland ge bonden zijn om alle vreemdelingen uit to sluiten die geacht worden onderhet gezag van een anderte behooren aarbij heb ik gevoegd dat zij behoudens hun gebonden heid aan de wetten van hun land voor het overige vrij moeten zijn om vrouwen en dienstbaren nit to sluiten die van hunne echtgenooten en meesters of hangen zoowel als kinderen en weezen zoolang die of hankelijk indelijk heb ik ge zijn van hun ouders of voogden zegd „en eerbaar leven om hen vooral nit to zonderen die wegens een of andere misdaad of schandelijk levensgedrag to kwader naam bekend staan § 4 isschien zal men mij vragen of de vrouwen dan van nature of krachtens een wettelijke bepaling van de mannen afhankelijk zijn Want is dit alleen een gevolg van een wettelijke instelling dan hadden
V N
V L
IN
wij geen enkele reden de vrouwen van de regeering uit to sluiten
aadplegen we echter de ervaring dan
zullen we zien dat dit zijn grond vindt in heur mach teloosheid Immers nergens ter wereld is het voorgeko men dat mannen en vrouwen to zamen regeerden
en
waar ook mannen en vrouwen worden aangetroffen zien wij dat de mannen regeeren en de vrouwen ge regeerd worden en dat op die wijze beide geslachten in eendracht samenleven
e
mazonen daarentegen
die weleer volgens de legende zelven regeerden duld den niet dat er zich mannen in hun land ophouden
voedden alleen de kinderen
vrouwelijk geslacht op
bleven
van
het
en vermoordden hun manne
lijk kroost Indien nu de vrouwen van nature aan de man nen gelijk waren en zoowel in geestkracht als ver nuft waarin hoofdzakelijk s menschen macht en dus zijn recht bestaat
gelijkwaardig waren
dan zou men
toch onder zoovele en zoo verschillende volken enkele moeten aantreffen waar beide geslachten tegelijk andere wear mannen door vrouwen geregeerd werden en zoo werden opgevoed dat zij geestelijk lager stonden dit nu nergens is voorgekomen
ear
mag men gerust be
weren dat de vrouwen van nature geen rechten hebben gelijk aan de mannen maar verplicht zijn voor hen onder to doen en dat het dus niet mogelijk is dat beide geslachten semen regeeren en nog veel minder dat enken wij mannen door vrouwen geregeerd worden bovendien nog aan de menschelijke hartstochten aan het feit namelijk dat de mannen de vrouwen meestal alleen nit wellust
minnen
en heur vernuft en verstand
4
XI
even zoo hoog achten als zij door schoonheid uit munten dat bovendien de mannen zeer moeielijk kun nen dulden dat vrouwen die zij beminnen anderen in eenig opzicht genegen zijn en wat dies meer zij dan zullen we licht inzien dat niet zonder groot gevaar voor rust en vree mannen en vrouwen samen kunnen regeeren aar hiervan genoeg
filet overige ontbreekt en vindt echter de schrijvers hoo fddenkbeelden over de I olksregeering in oo fdstuk V X VI XIX en XX van het odgeleerd taatkundig Vertoog]
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
N
NIN
N
STAATKUNDIG VERTOOG .
N
NIN V N
N
I
L
IN
N I
V
W
L V N L
Y
STAATKUNDIG VERTOOG .
IN L
I
IN
oen pinoza in den aanvang van het jaar ) zijn odgeleerd taatkundig Vertoog had uitgegeven kwamen daartegen van alle zijden strijdschriften in het licht 2 ) e schrijver achtte het noodelooze moeite die to weerleggen e algemeene strekking en de hoofd inhoud van dat Vertoog konden eerst in onze eeuw begrepen worden ousseau werkte het staatkundige gedeelte daarvan uit al was het ook op zeer onbeholpen wijze en nit averechts verkeerde beginselen de nieuwere Inleidingswetenschap voltooide het gebouw waarvan pinoza in het odgeleerd gedeelte den grondslag had gelegd ornill inleitung in das alte estament 2 blz 4 en geeft hem in dit opzicht de eer die hem toekomt door onze moderne theologen ten onrechte a an ichard imon bewezen Nadat obbes in zijn Leviathan en ereyre in zijn raeadamitae voor het eerst maar zeer oppervlakkig een onpartijdig geschiedkundig onderzoek naar het sten aart ) eeds den schreef aets er over aan oelenburg zooals nit de auctie catalogus van rof ydeman blijkt 2 ) ie daarover olerus en van der Linde
VI
INL I IN
ontstaan van de boeken des uden Verbonds hadden ingesteld gaf pinoza daarvan in zijn Vertoog een geregeld en stelselmatig behandeld overzicht en noemde deze nieuwe wetenschap de istoria cripturae het onderzoek naar den oorsprong of de historie der chrift et beginsel waarvan hij daarbij uitging was dat de chrift niet op gezag van cbriftgeleerden ook niet volgens de eischen der rede maar uit haar zelf moot worden verklaard et doel dat hij zich daarbij voor stelde was om godsdienst en wijsbegeerte als twee ongelijksoortige dingen volkomen van elkander to scheiden erst in onzen tijd begint het besef van doze denk beelden eenigermate gemeen good to worden in pinoza s tijd begrepen zelfs zijn beste vrienden niet de algemeene en verregaande strekking van zijn betoog och ook op ondergeschikte punten rezen bezwaren tegen som mige zijner beweringen al hetwelk hem aanleiding gaf hier en daar antteekeningen in zijn xemplaar to maken die hier den lezer van pinoza s werken in een bundeltje worden aangeboden In de brieven vinden we een paar plaatsen die ons de naaste aanleiding tot het ontstaan en de verzameling dezer anteekeningen duidelijk maken en 22sten uli schrijft ldenburg de ecretaris der oyal ociety to London een brief aan pinoza waarin hij in bedekte termen to kennen geeft dat er tegen diens Vertoog bij hem zoowel als bij anderen ernstige bezwaren be stonden pinoza beyond zich toen juist to msterdam met het plan zijne thica uit to geven waarin hij echter
INL I IN
VII
doorde dreigende houding der predikanten en eenige stolidi artesians verhinderd werd Wij vernemen dit teu rief uit pinoza s antwoord aan ldenburg den waarin hij echter tegelijker tijd verzocht to mogen weten wat men tegen zijn odgeleerd taatkundig Vertoog had in to brengen daar hij zich had voorge nomen dat Vertoog door enkele anteekeningen toe to lichten (illustrari) om zoo mogelijk de gerezen be zwaren nit den weg to ruimen eze brief werd in het najaar van geschreven en door ldenburg den November beantwoord et dezelfde woorden laat pinoza zich over dit plan sten rief aan Lambert van Velthuysen uit in den gericht aaruit blijkt dat de schrijver bij de antee keningen ook de grieven door van Velthuysen in tegen het ractaat ingebracht en zijn eigen autwoord op die grieven wenschte uit to geven (zie den 42sten en 4 sten rief) issehien zelfs wilde hij een en ander voegen achter het taatkundig Vertoog waarinede hij zich toen onledig hield Wat hiervan moge zijn het is niet geschied pinoza s ziekte nam in den loop van hand over hand toe en zoodoende zijn ook de anteekeningen niet tijdens zijn leven uitgekomen inaar langs allerlei omwegen in ons bezit geraakt
Laat ons thins zien welke bronnen nog voorhanden zijn en daarbij trachten hun waarde to bepalen pinoza heeft de anteekeningen eerst in zijn eigc n exemplaar later in enkele exemplaren zijner vrienden op den kant geschreven maar ten slotte toen hij ze
VIII
INL I IN
wilde uitgeven vermoedelijk alle to zamen op een lijstje gebracht it laatste maken we hoofdzakelijk op uit de drie titels waaronder de anteekeningen voorkomen en die hieronder bij de vermelding der oudste bronnen zullen word en medegedeeld We zullen deze laatste rangschikken naar den tijd waarop ze het liebt hebben gezien en aan ieder van die bronnen letters geven om ze van elkander to onderscheiden d i de ransche uitgave of ranco allica editio en zekere ieur de aint lain uitgever van de azette d msterdam of wel le r Lucas die het bekende Leven van pinoza schreef vertaalde het ractatus heologico oliticus in bet ransch en gaf dit in onder valsche titels uit ) waarvan de voornaamste was „La lef du sanctuaire chter deze uitgave flu verschijnen voor het eerst de hier behandelde anteekeningen met den titel emarques urieuses et Necessaires pour l intelligence de ce livre oze uitgave is zeer volledig maar de vertaling verbazend onnauwkeurig vooral waar kennis van het ebreeuwsch vereischt wordt 2° d i hristophorus heophilus de urr eze geleerde uitscher bezocht in en later ons land was bevriend met erard eerman van otterdam en volgeling van pinoza ij zocht ijverig naar nog onbekende werken van den wijsgeer en vond de Notae tae arginales ad ractatum heologico oliticum descriptae ex originali dat weleer het eigendom was van oh ieuwertsz ( r ) tadsdrukker to msterdam aar )
e reden hiervan was dat het ractaat in
4 verboden was
INL I IN
I
nu volgens chuller alleman ) en olerus alle nagelaten schriften en papieren van pinoza terstond na zijn dood door r chuller naar mster dam zijn gezonden en in harden van den jongen ieuwertsz zijn geraakt is aan de opgave van do urr niet to twijfelen de urr gaf ze uit in 2 voor de lens to s ravenhage maar blijkens de eigenaar digheden van den druk to Neurenberg 2) We hebben bier dus eon der meest oorspronkelijke onzer bronnen daar pinoza zeker voor zich zelf de anteekeningen in het Latijn heeft geschreven och heeft de urr maar een afsehrift voor zich gehad want eerstens vindt hij bij elke anhaling de bladzijde aangewezen wat bij een echte antteekening niet voor komt en tweedens zijn er in het ebreeuwsch zooveel fouten dat de urr dit niet van bet oorspronkelijke heeft kunnen afschrijven elf erkent bovendien de urr dat de ransche an teekeningen bier en daar vollediger zijn en een ander exemplaar tot grondslag hebben gehad ° d i egiomontana of oningsberger uitgave e rafelijk Wallenrodtsche ibliotheek to onings bergen kocht van rof chiitz aldaar die het op zijn beurt to msterdam gekocht had een exemplaar van het heol ol ractaat zijnde de eerste uitgave daarvan in verschenen to amburg bij enricus tinraht ) it xemplaar block antteekeningen te be t) ie reudenthal ie Lebensgeschichte pinoza s eite 22 en 2 2 2 ) hetgeen ook de letterkundige geschiedenis ons leert ) ie rof N Land ver vier drukken van het
INL I IN
vatten die door pinoza eigenhandig geschreven waren terwijl op het titeiblad med e eigenhandig geschreven stond Nobilissimo ° o acobo tatio lefmanno ono utor et nonnullis notis illustravit illasque propria manu scripsit ie 2 ulii nno door Wilhelm oze anteekeningen werden in orow onder den titel enedikt s pinoza s andglossen e nz t o erlijn bij W Logier uitgegeven Wie lefmann was is onbekend e eer einsma wist mij echter mede to deelen dat in 4 den ct in s ravenhage een zekere ohan leffman ondertrouwde met nna onstantia de ije zoodat acobus tatius zeer wel eon agenaar geweest kan zijn In het oningsberger exemplaar mij welwillend_ door den ibliothecaris ter ken nismaking toegezonden komen slechts anteekeningen voor nml No 2 en 4 e opdracht liet ik •p hotographeeren it is dus het minst volledige mar boven alle be denking echte exemplaar 4° L Lugduno atava of Leidsche uitgave In ydeman nog een and 4 ontdekte rof W schrift der anteekeningen in het Latijn behoorende bij het Legaat van rosper archand en ingebonden bij een xemplaar van het ractatus heol oliticus m die reden werd het niet opgenomen in eel s atalogus die alleen losse andschriften beschreef ) en zal dus archand leefde van 4 uni ractaat in Verslagen en ededeelingen der o heol ot ninklijke cademie olhuijsen ewaarder ) eze opheldering danken wij r der andschri ten van de Leidsche oekerij
INL I
IN
X
vermoedelijk wel een echt voorbeeld gehad hebben ijn anteekeningen zijn zeer volledig maar aange vuld met eigen pmerkingen No 2 2 en komen alleen bij hem voor maar zijn bijna zeker niet van pinoza s hand Vermoedelijk heeft hij het exemplaar van de urr in handen gehad want de regel e breeuwsche woorden die de urr bij zjjn eerste an teekening vergat of to drukken komt in zijn voor echter zoo onleesbaar dat ze zonder de geleerdheid en scherpzinnigheid van rof oehmer die onze antee keningen uitgaf zeker wel verborgen gebleven waren archand schreef hierbij als titel nimadversiones seu additiones ad ractatum d cui titulus est tractatus theologico politicus exscriptae ex exemplari hujusee tractatus cujus margini propria manu illas ipse scripserat autor ° erste ollandsche uitgave In 2 gaf rof duard oehmer to alle een chets uit van de orte Verhandeling door hem gevonden in een exem plaar van olerus Leven van pinoza en daarbij de anteekeningen op het ractaat in t ollandsch mede in dat x aangetroffen onder den titel anteeke ningen van enedictus de pinoza op zommige laatsen zijner odgeleerde taatkundige Verhandeling eze anteekeningen werden in olerus xemplaar geschre ven door den geneesheer onnikhoff die blijkens zijn beantwoording van een prijsvraag van het tolpiaansch Legaat den pinozistischen gedachtengang goed kende Volgens onnikhoff stonden bij zijn exemplaar andere blz aangegeven dan die van de eerste oll Vertaling in Wij vermoeden dus dat die bladzijden het be
II
INL I IN
troffen eener Vertaling zooals die in door arig elles is gemaakt en die wij in van de orte Verhandeling hebben weergevonden ) e spelling der woorden in oehmers exemplaar komt overeen met die van de chets der orte Ver handeling ls deze schets aan eurhoff mag worden toegeschreven dan zouden ook deze anteekeningen door hem zijn vertaald onnikhoff zelf meende in het van pinoza at hij zich bezit to zijn van het daarin vergiste blijkt nit de fouten in t ebreeuwsch eze oll anteekeningen zijn even volledig ale ransche maar meestal veel nauwkeuriger uit het de Latijn vertaald oll itgave In ° 2 weede zijn door r van Vloten twee ss wereldkundig gemaakt in zijn upplenientum die thans beide op de oninklijke ibliotheek to s ravenhage berusten en in ieder van welke men een fschrift der anteekeningen vindt et eerste of is met een onbekende hand ge schreven achter de oudste Vertaling van het heol ok dit ol ractaat en verwijst naar die vertaling andschrift heeft onnikhoff in handen gehad en de bladzijden veranderd naar die van de oll uitgave tijl en spelling zijn zeer ouderwetsch maar van toch weer anders dan I o titel is Nauwkeurige en nootsakelijke aanmerkingen tot beeter verstant van dit boek 2 ) ie onze itgave van de orte Verhandeling bij Looy msterdam z) en gelieve op to letten dat deze titel met die der tiitgave overeenkomt )
L van ransche
INL I IN
erde
° hoff zelf
XIII
oll uitgave In een
van
onnik
het tweede der door van Vloten in
aangekondigde
andschriften
worden eenvoadig de
beide vorige door hem in de spelling en den stijl van zijn tijd (± verbeterd
) overgesehreven
en bier en daar
eze bron heeft natuurlijk al zeer weinig
beteekenis en Latijnschen tekst der in bet
weede
eel der
bezorgd door ltera
agae
anteekeningen vindt men itgave van pinoza s Werken
van Vloten en omitum
N Land
ditio
artinus Nijhoff
et behulp van doze gegevens is thans een betrouw bare uitgave der
anteekeningen ook in t
zeer wel mogelijk geworden geworden
ollandsch
ij leveren ons
zeer merkwaardige proeven van de uitlegkunde dier dagen
zooals die werd toepast door een harer kun
digste en meest onbevooroordeelde beoefenaars en hier en daar een korte maar scherpe toelichting op den zin van het Vertoog die velen de beteekenis daarvan eerst recht zal hebben doen begrijpen Nu eens dalen zij of tot bijzonderheden dan weer dringen zij meer door tot de kern van het vraagstuk waarom het
ractaat zich beweegt
en werpen zoo
doende somwijlen een verrassend licht daarop et komt ons voor dat uit dit oogpunt de anteekeningen tot nu toe niet genoeg zijn gewaardeerd W
I
STAATKUNDIG VERTOOG .
W
N
I
N N
N
LI
V
N
p het eerste
V N
NIN
I
N
)
oofdstuk
I L
l
reg
2 en
2)
van boven )
Indien de derde N ] d w z redenaar en tolk grondletter van een woord behoort tot diegene welke men „rustende
noemt
dan is men gewoon die weg
to laten en in haar plaats de tweede letter van den stam to verdubbelen door de rustende en nit
(bazah) tr
men nit N )) (nibba) ) ss
venals men nit
r weg to laten X (bazaz) of
i p (killah)
(koleel) maakt
n
(boez) zoo maakt ) t (nobeeb) en daarvan i +~
it is het opschrift der anteekeningen voorkomende in van de orte Verhandeling aanwezig op de koninklijke ibliotheek to s ravenhage Nauwkeurig kan de vertaling van curiosa zijn 2) e beteekenis dezer letters is in de Inleiding to vinden ) iermede wordt verwezen naar mijn vertaling van het odgeleerd taatkundig Vertoog bij L van Looy to m sterdam
2
N
(nib sephataim) jelomo klaard de
N
NIN
taal of rede )
erhalve heeft
abbi
arghi 2 ) dit woord N )) Nibba zeer goed ver zoodat hij ten onrechte door
ben
zra
die
ebreeuwsche taal niet zoo nauwkeurig verstond
daarover berispt wordt verigens valt op to merken dat het woord
W
Nebiim ) van algemeene strekking is en allerlei soort van profeten omvat
terwijl de overige namen een meer
bijzondere beteekenis hebben en meestal een bijzondere soort van profeteeren bedoelen
wat naar ik meen door
alle geleerden erkend wordt (want iets anders betee kenen zij niet) 4) [ ij het woord
schrijft de
urr
had
pinoza
nog ettelijke voorbeelden gevoegd en onder aan de blz
geschreven
volgens zijn zeggen na
en wel
ij vergeet evenwel die woorden mede to deelen ) Q)
e beide laatste deelen van dezen zin heb ik omgezet eze
abbi wordt meestal bij verkorting In zijn verklaring van
rof
In
r
asji genoemd
vs I zegt hij zooals
ort de vriendelijkheid had mij mede to deelen
Ik heb u gesteld tot een
od voor
met slagen en tuchtigingen Volgens den
x
en
argum beteekent dit
arao een die hem kastijdt aron zal uw profeet zijn
uw tolk en zoo wordt overal
waar bet woord Neboea voorkomt een mensch aangeduid die predikt en aan het yolk woorden van vermaning doet hooren Inagelijks is daarvan afgeleid Nib sephataim vrucht der lippen esaja en dan nog pr vs en dan I amuel en in onze taal noemt men hem „een prediker )
ier heb ik Nebiim geschreven voor Nebia
om den
ol
landschen tekst die mij het getrouwste voorkomt zooveel mo gelijk to verduidelijken 4)
eze laatste woorden komen alleen voor in den
oll tekst
N
NIN
N
L zijn ze echter bewaard en door oehmer aldus onteijferd balah balal beli al hama hamam (hoem) en sjaga misjgeh sjagag of sjoeg] II lz
L I 2 reg
2 en v o
kunnen geene profeten genoemd worden d w z tolken ods want een tolk van od is hij die aan hem ge openbaarde besluiten ods aan anderen verklaart wien ze niet geopenbaard zijn en wier overtuiging dus alleen steunt op het gezag van den profeet en op het ver trouwen dat in hem gesteld wordt Was dit niet het geval en konden alien die de profeten hooren ook profeten worden evenals wijsgeeren worden die wijs geeren hooren dan zou een profeet geen tolk zijn daar alsdan zijn toehoorders niet op het getuigenis en gezag van den profeet maar op hun eigen godde lijke openbaring en op eigen ingeving konden afgaan oo is ook de overheid de tolk van het recht daar de wetten door haar gegeven alleen door haar gezag gewaarbord zijn en alleen op haar getuigenis steunen ) IIIa lz
eerste regel
zoo dikwerf hij dit wenschte ier heeft de overal in zoo dikwerf veranderd
urr
) it is de verklaring van pinoza s standpunt tegenover het regelrecht tegen de opvatting van de hilosophia acrae cripturae Interpres 2
4
N
NIN
llh L lz
de reg v o
dat do profeten bijzonder begaafd waren l zijn er ook sommige menschen die gavels hebben welke de Natuur aan anderen onthouden heeft zoo zal toch niemand beweren dat die bovenmenschelijk zijn tenzij datgene waardoor ze zich onderscheiden van then card is dat het niet is of to leiden uit het begrip van s men schen wezen oo is b v de grootte van een reus wel zeld zaam maar toch menschelijk Voor de vuist verzen to maken is slechts weinigen gegeven en niettemin een menschelijke eigenschap evenals er men schen zijn die zich met open oogen de dingen evenzoo levendig verbeelden kunnen alsof ze ze voor zich hebben aar indien iema nd eens een antler zintuig had en andere gronden waarop zijn kennis berustte dan zou een dergelijk mensch inderdaad do porken der menschelijke natuur oversehrijden
p het derde
oofdstuk
IV L lz
I s II 2 reg 2
ok vinden wij iet dat od aan de artsvaders de st van nog iets anders heeft beloofd In hot enesis wordt verhaald dat od tot braham zeide dat hij zijn beschermer zou zijn on zijn belooning groot zou wezen waarop braham antwoordde dat
NIN
N
N
hij niets meer to verwachten had aangezien hij hoog bejaard en kinderloos was V L
4 2 en lz 2 reg v o at het om het de beveiliging van het leven ) eeuwige leven deelachtig to worden niet genoeg is de estament to onderhouden blijkt geboden van het 2 nit arc p het zesde
oofdstuk
VI L lz
I 2 en reg 2 v o
aar ods bestaan voor ons niet van zelf spreekt mtrent ods bestaan en dientengevolge omtrent het be staan van alle dingen blijven wij in twijfel verkeeren 2) zoolang wij geen helder en duidelijk maar slechts een verward denkbeeld van od zelf hebben Want evenals iemand die den aard van den driehoek niet goed doorziet niet weet dat zijn drie hoeken gelijk zijn aan twee rechte ziet hij die een verward begrip heeft van de goddelijke natuur niet in dat tot ods wezen het bestaan behoort ) Lees een rustig leven 2 ) ie eine s oordeel in den alon over de uitkomst van ant s onderzoek naar de zekerheid onzer kennis ( ritik der reinen Vernunft)
N
NIN
N
m echter ods wezen helder en duidelijk to kunnen begrijpen is het noodzakelijk eenige onzer allereen voudigste begrippen die men gemeene kundigheden ) noemt in het oog to vatten en die in verband to brengen met datgene wat tot het wezen ods behoort an eerst zal het ons duidelijk worden dat od noodza kelijk moet bestaan en alomtegenwoordig is dan zal het ons tevens blijken dat ods wezen in alles wat wij denken ligt opgesloten en dit daardoor eerst begrij pelijk wordt en ten slotte dat alles waarvan wij een vol komen begrip hebben waar is ierover raadplege men verder de Voorrede van het boek getiteld „ e begin selen der Wijsbegeerte op wiskunstige wijze betoogd 2)
p het zevende
oofdstuk
VII L lz
I 2 en 4 reg
n dat het onmogelijk is een methode to vinden nml voor ons die niet aan doze taal gewend zijn en onbe kend met de beteekenis van hare spreekwijzen
) In pinoza s tijd waren notiones communes de axioma s of algemeen erkende begrippen maar 2 ° ook de begrippen van dingen die aan alle dingen gemeen zijn 2 ) e beste Lat ss en hebben hier „ rolegomenon zooals t wezen moet L heeft „ rolegomena pinoza doelt hier op zijn oek over de Wijsbegeerte van escartes
N
NIN
N
VIII L lz 2
l reg
s v o
aken waarvan wij ons een heldere voorstelling kunnen vormen nder zaken waarvan wij ons een heldere voorstelling kunnen vormen versta ik niet alleen die voor wettig bewijs vatbaar zijn maar ook die waarvan wij zedelijk overtuigd zijn en die wij zonder de minste verwondering plegen to vernemen ook al kunnen ze volstrekt niet bewezen worden e stellingen ) van uclides worden door ieder verstaan ook zonder dat zij bewezen worden oo noem ik ook allerlei verhalen van toekomstige of verledene gebeur tenissen die eenigszins aannemelijk zijn evenals rech ten instellingen en zeden volkomen begrijpelijk en holder al kunnen ze niet wiskunstig bewezen worden innebeeldige voorstellingen daarentegen en verhalen die wij niet gelooven kunnen noem ik onbegrijpelijk al is het ook dat daaronder meerdere voorkomen die men net behulp van onze methode nader kan onder zoeken om de bedoeling van den chrijver op het spoor to komen VIIIb en L lz 2 4 e urr en het Leidsche hebben hier beide een aanvulling van den ebr text van aimonides door oehmer en Land beide achterwege gelaten i) vermoedelijk worden hier de eerste bedoeld
N
NIN
p hot achtste
N
oofdstuk
Ix L
2
lz 2 dat in
en 22
noemd wordt
reg 4
4 de berg
oria de berg
en niet door
braham want die schrijver zegt dat de
plaats die thans genoemd wordt des
ods ge
oor den geschiedschrijver namelijk et zal op den berg
eeren geopenbaard worden
noemd werd
door
braham ge
od zal het voorzien Y L
2 en
lz 2 voordat
reg
avid hen onderwierp
tot de regeering van
ehoram (bij
Van then tijd of en L
toen zij van hem afvielen zie 2 Idumaea geen koningen
2
on 22 4 on
vs
2
had
maar werd hun plaats ver
vangen door stadhouders zie
on
eroboam)
door de
oden aangesteld
red en waarom de regent van Idumaea oning genoemd wordt
f nu de laatste
koning der Idumaeers de regeering reeds had aan vaard voor
aul tot koning verkozen werd dan of de
chrift in gemeld
st van
enesis alleen de namen
heeft willen vermelden van die koningen die in bet bezit hunner heerschapptj gestorven zijn kan in twijfel ozes getrokken worden nzinnig is het echter om die op
ods bevel het rijk der
ebreeen inrichtte op
een wijze die ten eenenmale van den eenhoofdigen
N
NIN
regeeringsvorm afweek breeen to willen tellen
N
onder de koningen der
e
oofdstuk
p het negende XI L lz 2
I 2 en reg
„slechts met geringe uitzonderingen In 2 on st vs 2 leest men b v in den tweeden persoon gij hebt gezegd (maar alleen met den mond) In esaja vs staat echter ik heb gezegd (maar alleen met den mond) Voorts wordt in 2 on vs 22 gelezen aar gij zegt misschien in bet meervoud wat in bet exemplaar van esaja st vs in bet enkelvoud staat oo worden in esaja vs ook niet gevonden de woorden van 2 on vs 2 zoo zult gij leven en niet sterven en zoo worden nog vele andere dergelijke afwijkende lezingen aangetroffen waarvan niemand zal kunnen bepalen aan welke hij de voorkeur zal geven XII L lz 2
I reg
2 v o
e woorden zijn zoo wonderlijk veranderd oo leest men b v 2 am Ik heb voortdurend ge= zworven in een ent en in een abernakel en in ron Ik ben gegaan van tent tot tent en van tabernakel en wel door verandering van het woord
N
N N
N
itholech in lcohol ) ij 2 am vs best men „on hem to verdrukken en in hron vs om hem to krenken 2) n op die wijze zal ieder die de genoemde oofdstukken slechts eens gelezen heeft nog veel meerdere en belangrijker verschillen opmer ken indien hij niet volslagen blind en bevooroordeeld is XIII L lz 2 2 reg
I
it heeft noodzakeliik betrekking op een anderen tijd at doze text op een anderen tijd ) ziet dan op lien waarop ozef verkocht werd blijkt niet alleen uit het redeverband 4 ) maar kan ook nit den leeftijd van uda zelf worden opgemaakt die destijds hoogstens zijn twee en twintigste jaar bereikt had als men aithans rekening mag houden met hetgeen van hem to voren verhaald is Want uit hot laatste vers van het 2 ste st van enesis blijkt dat uda geboren was in het lode jaar sedert acob de aartsvader in dienst kwam bij Laban en ozef in het veertiende n daar ozef nu toen hij verkocht word zijn de jaar had bereikt zoo was uda destijds 2 jaar en niet ouder ) ier is de oll tekst weer het best zijn alien uit het 2 ) e bijbelteksten der oudste oll Latijn vertaald niet nit den tatenbijbel overgenomen ) heeft een anderen tijd de Lat s alle peen 4 ) ier heeft vermoedelijk reationis contextu gelezen in plaats van rationis ij vertaalt nit den samenhang (van bet oek) der chepping it is zeer vreemd daar hier de ext vaststaat aangezien ant XIII in het oningsberger taat
N
NIN
N
Wie dus meent dat deze langdurige afwezigheid van uda uit bet ouderlijke huis voor den verkoop van ozef heeft plaats gevonden trachten zichzelf wat wijs to maker en zijn veeleer bezorgd om dan verzekerd van de oddelijkheid der chrift [de urr voegt hierbij N flier kwam pinoza zeker inkt to kort want anders zou hij over deze stof zeker nog veel meer hebben uitgeweid )
xlv L lz 2 2 reg
2 en v o
toen zij door ichem verkracht werd Want hetzij met verlof van ben ezra gezegd de meening dat acob of jaar tusschen esopotamia en ethel zou hebben gezworven schijnt ons a to dwaas Niet alleen toch dat hij zich zooveel mogelijk gehaast zal hebben omdat hij ongetwijfeld verlangde zijn hoogbe jaarde ouders weer to zien maar ook en voornamelijk om de gelofte gestand to doeu die hij had afgelegd toen hij voor zijn broeder vluchtte (zie en 2 vs 2 en ) tot welker vervulling od zelf hem aanspoorde belovende hem op de terugreis naar zijn vaderland to zullen geleiden Nu zou het kunnen zjjn dat sommigen dit voor niet meer dan een gissing en geen gegronde reden hielden en daarom willen wij eens aannemen dat acob als een andere lysses ja erger nog dan deze 2) a ja zoo ge wilt nog ) it is niet zeer waarschijnlijk omdat deze anteekening niet antlers voorkomt in den oningsberger e zin is duister 2) eze bijvoeging komt alleen bij en voor
2
N
NIN
N
meer jaren over deze korte reis heeft toegebrecht Nu zal men echter zeker niet kunnen tegenspreken dat enjamin in bet laatste jaar dezer reis geboren is d i volgens de aangenomen onderstelling ongeveer of jaar na ozefs geboorte daar acob in bet de geboortejaar van oseph Laban verlaten heeft aar van het de geboortejaar van oseph tot bet jaar waarin acob zelf naar gypte verhuisde kunnen er niet meer dan twee en twintig jaar verloopen zijn zooals wij in dit st hebben aangetoond zoodat en jamin op dat tijdstip toen hij namelijk naar gypte trok hoogstens 2 of 24 jaar oud was op welken jeugdigen leeftijd hij reeds kleinzonen ) had zooals blijkt nit en 4 2 vergeleken met Numeri 2 4 en ron [ en L voegen hierbij enjamins oudste zoon had reeds twee want elah it u is zeker zonen verwekt rd en Nahgaman] ina op haar niet minder dwaas dan de bewering dat de jaar verkracht is en al bet andere wat wij nit bet verband van dit verhaal hebben afgeleid Waaruit blijkt dat onkundige menschen als zij de eene moeie lijkheid trachten op to lossen terstond in een andere vervallen en de zaak daardoor hoe langer hoe inge wikkelder en verwarder maken
xv en i 2 en I reg lz 2 „Wat hij in het begin van dit book over ) et in naneven
ozua zelf oll heeft bier Neeven voor nepotes bij ons over
N
N N
N
mededeelt l is bet clan ook met andere woorden en in andere volgorde clan ze in bet oek van ozua verhaald zijn XV L I lz 2 4 reg thniel was rechter gedurende 4 jaar abbi Levi ben erson en anderen meenen dat ze deze 4 jaren waarvan de chrift zegt dat men ze in vrijheid doorbracht toch moeten gerekend worden van of ozua s dood en dat dus de voorgaande jaren waarin bet yolk leefde onder de heerschappij van usan ish gataim daarin begrepen zijn evenals de volgende jaren moeten gerekend worden bij de jaar waarin hud en angar rchters waren en zoo moeten naar hun oordeel ook alle overige jaren van dienstbaarheid altijd begrepen worden onder die waarvan de chrift getuigt dat ze in vrijheid zijn doorleefd aar de chrift echter uitdrukkelijk opgeeft hoe veel jaar de ebreen in slavernij en hoeveel jaar zij in vrijheid verkeer den en st 2 vs met nadruk vermeldt dat de ebreeuwsehe staat zoolang de ichters leefden altijd in bloeienden toestand verkeerde zoo blijkt ons bier duidelijk dat genoemde abbijn hoewel anders een zeer geleerd man evenals alien die zijn voetstappen gedrukt hebben de chrift veeleer op fouten betrappen dan haar verklaren zoodra ze dergelijke moeielijk heden willen oplossen itzelfde geldt van hen die beweren dat de chrift bij die algemeene opsomming van jaren alleen den tijd van bet bestaan van den
4
N
NIN
N
oodschen taat heeft willen opgeven maar tijden van regeeringloosheid en dienstbaarheid als rampjaren en onderbrekingen als t ware van dien taat bij die algemeene jaartelling niet heeft kunnen opnemen want de chrift pleegt wel de tijdperken van regeering loosheid met stilzwijgen voorbij to gaan maar de jaren van dienstbaarheid zoowel als die van vrijheid to vermelden en doze volstrekt niet uit de aarboeken uit to wisschen zooals zij zich inbeel den at overigens zra in het lste book der oningen (hst ) alle jaren van den uittocht uit gypte af zonder uitzondering in dien algeineenen jaarljjst heeft willen opnemen is zoo duidelijk dat geen chriftgeleerde daaraan ooit getwijfeld heeft Want afgezien van de letterlijke woorden van den text is zelfs bet geslachts register van avid opgeteekend aan hot einde van ron 2 ter nauwernood met zulk bet ook uth en een groot tijdsverloop to rijmen Want Naghson was in bet 2de jaar van den uittocht uit gijpte opper hoofd van den stam van uda (zie Num vs en 2) hij is dus in de woestijn gestorven en zijn zoon ie almo met ozua over den ordaan getrokken almon echter was volgens avids geslachtslijst zijn ls men nu van de som van 4 bet overgrootvader jaar I) 4 jaar aftrekt voor de regeering van alomo voor bet leven van avid en 4 in de woestijn doorgebracht zal men bevinden dat avid geboren is in bet jaar van den overgang over den ordaan waaruit zou volgen dat zijn vader zijn groot )
ie onze vertaling blz 2
o a
N
NIN
N
wader ) zijn overgrootvader en zijn betovergrootvader alien kinderen hadden verwekt op jarigen leeftijd XVII L lz 2 4
de
I 2 reg v o
„ imson was richter gedurende 2 jaar imson is geboren nadat de hilistijnen de oden hadden onder worpen [ eze anteekening is onvolledig de urr neemt hier evenals L zijn toevlucht tot de ransche uit gave die blijkbaar een ander van pinoza tot zijn beschikking had en leest daarin het volgende et is twijfelachtig of deze 2 jaar geteld moeten worden onder de jaren van onafhankelijkheid of dat zij be grepen zijn in de 4 die onmiddellijk vooratgaan gedurende welke het yolk leefde onder het juk der hilistijnen Ik voor mij geloof dat het waarschijnlijker is dat de ebreen hun vrijheid verkregen toen de aan zienlijkste hilistijnen tegelijk met amson omkwamen Ik heb dan ook alleen die 2 jaren van imson bij de jaren der afhankelijkheid van de hilistijnen geteld omdat imson geboren werd nadat de hilistijnen de oden hadden onderworpen maar bovendien omdat in bet ractaat over den abbat gewag wordt ge ) e ranschman noemt hier halma oghar bed en essai en voegt bij deze anteekening nog dit besluit zoodat men van den uittocht uit gypte tot het 4de jaar der egeering van alomo niet dan met moeite 4 jaar zou kunnen rekenen als de chrift dit niet uitdrukkelijk vermeldde
N
NIN
N
maakt van een zeker boek van eruzalem waarin gezegd wordt dat imson het yolk 4 jaar bestuurde maar de vraag loopt niet over deze jaren alleen] ) XVIII L lz 2
reg
en
erust zou kunnen worden overgenomen nders verbeteren zij de chrift in stede van haar to ver klaren XIX L lz 24
s reg 4
irjat earim irjat earim wordt ook wel ge noemd ahgal ehuda it heeft imchi en eenige anderen aanleiding gegeven tot de onderstelling dat ahgale ehuda door mij hier vertaald uit het yolk van uda de naam van een stad was ierin ver gissen zij zich echter want aligale is meervoud Indien men verder deze tekst van amuel (II 2) vergelijkt met het eerste oek der ronyken ( vlgg) zal men zien dat avid zich niet opmaakte om nit aghal to vertrekken maar daarheen ging Indien de schrijver van het boek van amuel alleen de plaats had willen opgeven van waar avid de ark haalde dan had hij in goed ebreeuwseh moeten zeggen n avid maakte ) venals bijna overal heeft de ranschman hier zeer onnauw keurig vertaald zoodat er moeilijk een zin aan to hechten is ier zijn we echter op hem aangewezen
N
2ich op enz nit de rke ods
NIN
ahgal in
N
uda en nam daaruit mede
xx lz 24
reg
„ bsalom vluchtte en bleef aldaar drie jaar ij die dezen tekst hebben willen verklaren hebben dien volgenderwijze verbeterd en bsalom ) vluchtte en zocht een toevlucht bij tolomeus zoon van amihud koning van esur waar hij drie jaar bleef n avid beweende zijn zoon gedurende al den tijd dat hij to esur verwijide ls dat evenwel verklaren heeten zal en men zich zulke vrijheden mag veroorloven in het vertolken der chrit t en op diergelijke wijze geheele zinnen mag veranderen door er hetzij iets bij to voegen of er iets of to doen dan heeft men het recht de chrift vervalsehen en haar als een stuk was in alle vormen kneden die men wil
p het tiende
oofdstuk
xx L lz 24
en
s
reg
at de oeken der ronieken misschien geschreven zijn nadat udas de akkabeer den tempel had hersteld )
ier zegt de
ranschman bij vergissing
braham
N
NIN
N
it vermoeden (als men ten minste een vermoeden mag noemen wat zeker is) is gegrond en valt of to leiden nit de geslachtslijst van oning echonia op geteekend in ron I bet list vs vlgg en voortgezet tot de zonen van ljohgenai die geslachten van en lette daarbij op dat echonia hem verwijderd zijn toen hij gevangen word weggevoerd geen kinderen had doch in de gevangenis kinderen schijnt verwekt to hebben voor zoover men dit mag afleiden nit de namen die hij ze gegeven heeft ) leinkinderen z) schijnt hij echter als men ook in dit geval op hun namen mag afgaan eerst gekregen to hebben nadat hij nit de gevangenis verlost was en derhalve is edaja t geen beteekent od heeft verlost die in dit st de vader van erubbabel genoemd wordt geboren in bet ste of ste jaar sedert de gevangenschap van jaar voor dat yrus de oden in echonia dat is vrijheid stelde en bijgevolg schijnt erubbabel then yrus aan bet hoofd der oden stelde hoogstens of 4 jaar geweest to zijn aar dit wilde ik liever met stilzwijgen voorbijgaan om redenen welke de eenstt der tijden mij niet veroorloven verder uiteen to zetten ) Ik bepaal mij er dan ook slechts toe om aan hen die
) Nml chealtiel Ik heb od aangeroepen ) ok hier zegt de ollander weer neeven ) Voor den „ernst der tijden stond eerst volgens de urr „het onrecht en het bijgeloof van dezen tijd lijkbaar doelt pinoza hier op de geslachtslijst van attheus Net het onrecht en het bijgeloof van dezen tijd wordt bedoeld het drijven van den rins en de redikanten in zie den sten rief
N
NIN
N
in de chrift ervaren zijn de zaak aan to duiden Indien doze de geheele geslachtslijst van echonia opgeteekend in ron vs tot het einde van dat hoofdstuk met eenige aandacht nalezen en den ebreeuw schen tekst willen vergelijken met de vertaling die de vertaling der zeventig wordt genoemd zullen ze zonder moeite inzien dat deze boeken eerst na de tweede herstelling van eruzalem door udas den accabeer zijn uitgegeven ) ten tijde dat de nakomelingen van echonias hadden opgehouden to regeeren en niet eerder XXII L iz 2
2 reg
„ at hij gevangen naar abylonie zou worden ge voerd r bestond dus voor niemand eenige reden om to onderstellen dat zechiels profetie met eremia s voorzegging in tegenspraak was zooals volgens het verhaal van osephus ( oek X hs der udheden) alien meenden totdat bun uit den afloop der zaak bleek dat ze beide de waarheid hadden voorzegd °)
) itgegeven in het Lat restitutos fuisse de ollander zegt gemeen gemaakt de ranschman divulguez In verband met biz 2 kan het hier wel beteekenen op nieuw zijn nit gegeven 2 ) zechiel zou volgens osephus hebben gezegd dat edekia a bilon nooit zou aanschouwen ij deed dit ook niet daar hij r wel been ging maar nadat hem de oogen waren uitgestoken ~
2
r
NIN
N
XXI I L lz 2
t
2 en reg 2
ot bock van Nehemia at het grbotste gedeelte van dit bock getrokken is uit een ander bock dat Nehemia zelf had geschreven getuigt de schrijver zelf in het eerste st t eerste vers n dat wat verhaald wordt van st tot vs 2 van st 2 en bovendien do twee Iaatste verzen van st 2 welke als tusschenzin zijn ingelascht in de rede van Nehemia er door den geschiedschrijver die na Nehemia leefde zelf zijn bijgevoegd ljjdt geen twijfel ) XXIV L lz 2
I 2 reg
„dat zra of Nehemia zoo oud zijn geworden dat zij zra veertien erzische koningen hebben overleefd was de oom (van moeders zijde) van den eersten ron van zra en hoogepriester ozua ( st 4 ) en is to gelijk met erubbabel naar ) eruzalem gegaan (zie Neh 2 oen hjj echter had ingezien hoe verward de toe stand der oden was schijnt hij evenals anderen deden weer naar abylon teruggekeerd to zijn zooals blijkt nit Neh vs 2 en aldaar to zjjn gebleven tot rtagh schaschti toen hij na verkregen to hebben wat hij wenschte ten tweeden male naar eruzalem toog ) In st vs en IIst 2 2 en 4 wordt van Nehemia in den derden persoon gesproken
N
NIN
ok Nehemia is met naar
erubbabel ten tjjde van
eruzalem vertrokken (zie )
yrus st 2 vs 2 en
zra
st
vergeleken met Neh vs
2
N
en Neh
vs
at de uitleggers to dier plaatse „
door „gezant to bewijzen
attirschata
vertalen is door geen enkel voorbeeld terwijl bet daarentegen zeker is dat aan
oden die aan bet hof moesten verkeeren
de
namen gegeven werden erubbabel
oo werd
eshasar (zie
4) en Nehemia
aniel
an
en
d i Landvoogd of [ oo is dan selephoo (Neh
zra
attirsata geheeten
op zijn ambt echter placht men hem
nieuwe
eltesasar
echa to noemen
pperhoofd zie Neh
4 en 2 2
attirsatha een eigennaam evenals
atsolebah (
ron
en
et het oog
st 4
)
at
allogesch
vs 2 ) enz ] )
xxv L
I
2 en
lz 2 2 reg „dat er voor den tijd der heeft bestaan
e
v o akkabeen geen kanon °)
ynagoge die ae
wordt is eerst aangevangen nadat schappij der
zie onder de heer
acedoniers was gekomen
e bewering van
aimonides
avid en anderen dat namelijk haggaeus
roote genoemd
abbi zra
braham ben aniel Nehemia
acharias enz voorzitters van dit concilie
geweest zouden zijn
is een belachelijk verzinsel
et
steunt op niets anders dan op de overlevering der
) a)
eze laatste zin kotpt alleen voor bij en anon lgemeen erkende lijst van heilige boeken
22
N
NIN
N
abbijnen die namelijk beweren dat de heerschappij der erzen niet langer dan vier en dertig jaren heeft geduurd_ it is de eenige reden die zij kunnen aanvoeren ten bewijze dat de uitspraken van die beroemde groote yna goge of ynode die alleen uit harizeeen bestond ) van de profeten afkomstig waren dat deze ze weer van andere rofeten hadden overgenomen en zoo voort tot ozes toe die ze van od had vernomen en aan zijn nazaten niet schriftelijk maar mondeling had overge leverd Nu mogen de harizeeen dit met de hun eigene stijfhoofdigheid volhouden verstandige lieden die de oorzaken van concilien en synoden kennen en tevens de versehillen tusschen harizeeers en adduceeers zullen licht kunnen bevroeden welke redenen tot het bijeenroepen van die groote ynagoge of coneilie 2) hebben geleid ooveel staat echter vast dat geen der profeten bij dat concilie tegenwoordig is geweest en dat de voorschriften der harizeeen door hen over levering genoemd hun gezag alleen aan dat concilie ontleenen
) e ranschman voegt hierbij maar welke door de ad duceeen verworpen werd ) Wat wij thans ongres noemen heette vroeger ynode oncilie en ynagoge e uitspraken van die congressen werden en worden nog altijd door de menigte geloovig aangenomen et is duidelijk dat pinoza hier voortdurend aan de ynode van ordrecht denkt
N
NIN
p het elfde
N
2
oofdstuk
XXVI L lz 2
2 reg
„wij meenen derhalve e uitleggers van deze plaats vertalen aoy o uzi door ik besluit en beweren dat het door aulus gebruikt wordt in plaats van cv x xoyt niettegenstaande )oyt~ofL bij de rieken het ( txi zelfde beteekent als bij de ebreen hascjab nml meenen rekenen denken in welke beteekenis het ook uitstekend met den yrischen tekst overeenkomt I e yrische vertaling toch indien die althans een vertaling is wat niet zeker is aangezien wij noch den vertaler kennen noch den tijd waarin zij verschenen is en de taal der postelen geen andere dan de yrische is geweest (de yrische vertaling dan) brengt dezen aulinischen tekst aldus over mithrahginan haghil door remellius terecht vertaald door arbitramur igitur d i derhalve meenen wij Want rehgjon een woord van dit werkwoord afgeleid beteekent tnee ning en reghiono (in t ebr y ) voluntas dus wij willen of meenen ) is mithraginan XXVII lz 2 2 de regel v o evenals de geheele leer van hristus i)
Namelijk die
bedorven mtrent bet eze anteekening is in alle vei •b and tusschen willen en meenen zie men th II 4
24
N
NIN
N
welke ezus hristus op den berg had gepredikt en door den eiligen atthaeus is opgeteekend in het de en de volgende oofdstukken ) p het vijftiende hoofdstuk XXVIII L lz 2 eze beweerde dat de rede van rechtswege dienst baar is aan de chrift ie hierover de Wijsbegeerte de itlegster der blz 2)
lz
XXIX L reg
v o
amuel ontkent rechtstreeks dat od ooit berouw heeft ie hierover de Wijsbegeerte de itlegster der bz XXX L v o lz 2 reg dat ik het nut der
bijzonder hoog schat
) eze anteekening alleen in voorkomende is vrij zeker niet van pinoza 2 ) eze anteekening en de twee volgende komen alleen in L v oor L ( archand ) maakt dikwerf zelf opmerkingen en voegt bij deze drie de woorden margini inscribe wat bij pinoza niet voorkomt aarenboven is het boek van L eijer hier bedoeld de tegenstelling van bet odgeleerd taatkundig de eeuw heeft men het echter aan pinoza Vertoog In de toegeschreven
N
NIN
N
2
ie hierover de Wijsbegeerte de [ itlegster der b z XXXI L lz
2
I reg
2 v o
„wij kunnen met het natuurlijk licht niet inzien dat gehoorzaamheid zonder Ineer de weg is tot ons behoud at is dat het voor ons heil of onze zaligheid vol doende is de goddelijke uitspraken als wetten en ge boden to erkennen en dat bet niet noodig is die als eeuwige waarheden to begrijpen kan alleen de pen baring niet de rede ons leeren zooals blijkt nit het geen wij in st 4 hebben doen zien
p het zestiende
oofdstuk
XXXII L lz
2 reg
„ at niemand to goeder trouw kan beloven In den urgerstaat ( urgerlijken tand zegt ) waar men krachtens den gemeenschappelijken wil besluit wat goed en wat kwaad is wordt terecht tusschen goed en kwaad bedrog (tusschen list en arglist) onderscheid gemaakt aar in den Natuurstaat (of Natuurstoestand Vert ) waar ieder zijn eigen rechter is en volkomen recht heeft zichzelf wetten voor to schrijven die uit to leggen ja zelfs ook al naar mate hij zulks in zijn belang acht weder of to schaffen daar is bet ondenkbaar dat iemand met arglist zou kunnen bandelen
2
N
NIN
N
XXXIII lz
L W 4 4de reg v o
„want in zulk een gemeenebest kan ieder die wil vrij zijn igenlijk kan men vrij zijn in elken taat onder twijfel toch is de mensch in zoover vrij als hij zich door de rede laat leiden e rede echter vermaant ons (al leert obbes ook het tegendeel) voor alles vrede to houden en doze is niet to verkrijgen zonder dat de staatswetten ongeschonden bewaard blijven oe moor een mensch dus door de ede geleid wordt d i hoe vrijer hij is des to nauwgezetter zal hij zich voegen naar de wetten van den taat en de voor schriften der verheid wiens onderdaan hij is op volgen I) XXXIV L I lz 4 reg
I
want niemand weet van nature dat hij tot gehoor zaamheid aan od gehouden is ls aulus 2) zegt dat de menschen geen uitvlucht hebben zegt hij dit met hot oog op de nienschelijke zwakheid ) want in om leert hij uitdrukkelijk dat od zich ontfermt over wien hij wil en verhardt wien hij wil en dat de ) it is een toelichting op het ontleend aan het taatkundig Vertoog 2) om I 2 en I ) ~) more humano (zie om VI dat ze zich vertrouwende op de genade zonden overgeven
odgel taatk st III
Vertoog
n ml o m to voorkomen ods aan allerlei zonden
N
NIN
N
2
inenschen om geen andere reden onverantwoordelijk zijn dan omdat zij in ods hand zijn als het leem in de hand van den pottebakker die nit dezelfde klei maakt vaten ter eere en ter oneere ) en 2) geens zins omdat ze to voren gewaarschuwd zijn n wat aangaat de wet ons door od van nature ingeprent waarvan naar wij zeiden het eerste gebod was om od to beminnen zoo heb ik die een wet genoemd in denzelfden zin waarin de wijsbegeerte de algemeene regels naar welke alles in de natuur geschiedt wetten noemt Want de liefde tot od is geen gehoorzaamheid inaar een gezindheid des harten die den mensch die od waarlijk kent noodwendig eigen is ehoorzaamheid toch let op niets anders dan op den wil van hens die beveelt nooit op de noodzakelijkheid en de waarheid der zaak zelf aar ons nu echter de aard van ods wil onbekend is en we daarentegen zeer goed weten dat al wat geschiedt alleen door ods almacht geschiedt kunnen wij onmogelijk anders dan door een openbaring to weten komen of od (al dan niet) door de menschen op een of andere wijze als eon vorst geeerd wil zijn ) waarbij komt dat zooals door ons bewezen is ods geboden ons als voorschriften en verordeningen voor komen zoolang wij daarvan de reden niet kennen maar dat zij zoodra wij de reden daarvan kennen )
ie den sten en sten brief van pinoza ) eze laatste zinsnede slaat op de eerste woorden van den zin e ranschman maakt er lets geheel anders van ) e ranschman verwijst hier naar st 4 en verandert den ziu
2
N
NIN } N
terstond voor ons ophouden geboden to zijn en wij ze aannemen als eeuwige waarheden en niet als ge boden m a w dat de gehoorzaamheid ) alsdan ter stond in liefde overgaat die uit de ware kennis even zeker ontstaat als het licht uit de zon oor de rede geleid kunnen we derhalve w l od liefhebben maar niet dienen aangezien de ede de goddelijke wetten niet als goddelijk kan erkennen zoolang wij de reden daarvan niet kennen 2 ) en zich evenmin od kan voor stellen als een vorst die bevelen geeft
p het zeventiende
oofdstuk
xxxv Ill
L lz
4
2
reg
en de staat meer gevaar dreigde van de zijde der burgers dan van de zijde der vijanden wee Vendrigs hebben het gewaagd het bestuur over het omeinsche yolk in andere handen to brengen en het is hun gelukt_ acitus iste oek )
ie Num
XXXV L 2 lz reg 2 p deze plaats worden twee
iermede bedoelt pinoza „de godsdienst en ze this als eeuwige waarheden beschouwen ) eze anteekening is niets dan een aanhaling ook voor komende in het de st van het taatkundig Vertoog ij is vrij zeker niet van pinoza )
Q)
N
NIN
N
2 ~
mannen (bij ozes) aangeklaagd omdat ze in het leger geprofeteerd hadden waarop ozua als zijn oordeel uitspreekt dat men ze in de boeien moest slaan het geen hij zeker niet gedaan zou hebben indien het ieder had vrijgestaan ook zonder bevel van ozes nit ods naam tot het yolk to spreken ) ozes echter beval de gevangenen vrij to laten en berispt ozua omdat hij hem raadde zijn oppergezag to doen gelden juist toen hij zulk een weerzin in de regeering had dat hij liever wilde sterven dan alleen regeeren zooals blijkt nit vs 4 van hetzelfde st Want wat zegt hij tot ozua Waarom ijvert gij zoo voor mijne rechten och dat het gansche yolk van od profeet was waarmee hij bedoelde och dat het recht om od to raadplegen weer tot het yolk 2) terugkeerde zoodat het yolk weer zelf de regeering in handen nam oo toonde zich ozua niet onkundig van het recht maar sloeg geen acht op de tijdsomstandigheden en daarom wordt hiji door ozes berispt evenals bisai door avid toen deze den koning aanraadde om imehi die zonder twijfel schuldig was aan majesteitsschennis ter dood to ver oordeelen ie 2 am 22 2 XXXVII I
lz
reg
2 v o
„ ozes vierde oek st 2 2 en 2 van Vs dit st worden door alle uitleggers die ik onder de ) divina responsa populo dare 2 ) In den tekst staat „ad id wat moeielijk to verklaren is
N
NIN
N
oogen heb gekregen verkeerd vertaald Want in vs en 2 wordt niet bedoeld dat hij ( ozes) aan hem ( ozua) bevelen gaf of van bevelen voorzag maar dat hij ozua tot opperhoofd benoemde of aanstelde het geen in de chrift herhaaldelijk voorkomt als x 2 am ozua am 2 enz I) XXXVIII L lz
I reg
2 v o
„ ij behoefde geen anderen echter to erkennen dan od Wat men gemeenlijk het groot anhedrin noemt is volgens de bewering der abbijnen door ozes inge steld en hierin staan de abbijnen niet alleen de meeste hristenen nemen die dwaasheid van hen over Nu heeft ozes wel is waar bijstanders verkozen om met hen voor het welzijn van den taat to zorgen omdat hij niet alleen den last van bet geheele yolk kon dragen maar nooit heeft hij een wet uitgevaardigd om een raad van zeventig aan to stellen Veeleer beval hij aan elken tam in de steden die od aan then stam gegeven had rechters to benoemen om volgens de door hem zelven gegeven wetten alle twisten to besleebten en ingeval die rechters zelven mochten twijfelen wat recht was moesten • ze zich wenden tot den hooge priester die immers de opperste wetsduider was of tot den rechter aan wien ze op dat tijdstip onderge schikt waren omdat deze het recht had den opper ) e ransche vertaling is bier iets uitvoeriger en werkt de aangehaalde texten nader uit
N
NIN
N
a
priester to raadplegen om dan volgens diens uitspraak den twist to beslechten n mocht een of ander onder geschikte rechter beweren niet verplicht to zijn volgens de uitspraak van den opperpriester van then priester zelf of door zijn meerdere vernomen recht to spreken dan werd hij ter dood veroordeeld en wel door hem die tijdens de aanstelling van den ondergeschikten rechter opperrechter was (zie eut ) zooals b v een ozua die opperbevelhebber was van het geheele Israelitische yolk of het opperhoofd van een stam bij wien na de verdeeling van het rijk bet recht berustte om den hoogepriester over de aangelegenheden van den stam to raadplegen over vrede of oorlog to beslissen steden to versterken rechters aan to stellen enz of wel zooals de koning op wien alle of enkele stammen later hun recht overdroegen en bewijze hiervan zou ik vele getuigenissen uit de geschiedenis kunnen bijbrengen maar ik zal mij slechts bij eene bepalen die mij afdoende schijnt to zijn oen de profeet van ilo eroboam tot koning koos gaf hij hem daar door van zelf het recht den hoogepriester to raadplegen rechters aan to stellen enz kortom dezelfde rechts macht die eghabaam over de twee stammen voor zich behield verkreeg eroboam over de tien eroboam kon dus met hetzelfde recht in zijn hot een hoogsten regeeringsraad aanstellen als ehosaphat to eruzalem (zie 2 ron vlgg ) Want zeker is het dat eroboam als zijnde koning hij ods genade evenmin als zijn onderdanen volgens de wet van ozes verplicht was voor ehabeam wiens onderdanen zij niet waren terecht to staan en nog minder voor de rechtbank to
2
N
eruzalem door
NIN
N
ehabeam ingesteld en aan hem onder
geschikt Naarmate dus het
ebreeuwsche rijk verdeeld
werd kwamen daar meerdere opperste gerechtshoven in voor
Wie echter op die verschillende toestanden
van dat rijk geen acht slaat
maar al die verschillende
omstandigheden ondereen wart
geraakt in allerlei
moeilijkheden
p hot negentiende
oofdstuk
XXXIX L
lz 4
2 reg
Wanneer ik vroeger gezegd heb
ier moet men
vooral letten op hetgeen ik vroeger in het stuk over het recht gezegd heb
de
oofd
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .
STAATKUNDIG VERTOOG .