BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP
Jaarverslag 2013
KERNCIJFERS 2013 In miljoenen euro’s
200
150
150
100
100
50
50
0
0 2009
OMZET VOLGENS ACTIVITEIT (in miljoenen €)
2010
2011
2012
235
200
229
250
253
250
255
300
237
300 OMZET
2013
2009
2010
2011
2012
2013
207
218
218
205
216
9
11
10
9
7,5
18
23
22
12
9
3
3
3
3
2,5
237
255
253
229
235
2009
2010
2011
2012
2013
Medewerkers in Brussel
191
202
210
198
187
Internationale experts
185
176
184
190
185
47
78
88
76
66
199
201
200
193
179
-
-
739
744
1.014
622
657
1.421
1.401
1.631
Taken van openbare dienst inzake ontwikkelingssamenwerking (directe bilaterale samenwerking) Bijzondere taken van openbare dienst inzake ontwikkelingssamenwerking (Infocyclus, Kleur Bekennen, Annoncer la Couleur, Trade for Development Centre, noodhulp, rehabilitatiehulp …) Andere taken in de ontwikkelingssamenwerking die aan BTC worden toegewezen door derden (Europese Unie, Wereldbank, DFID …) Juniorprogramma Totale omzet
PERSONEEL
Junior Assistenten Lokale medewerkers in de landenkantoren Lokale medewerkers in de interventies Totaal
Jaarverslag 2013 1
Inhoudstafel Woord vooraf ................................................................................................................................................... 3 Bestuurlijk verslag .......................................................................................................................................... 5 Algemene Vergadering ................................................................................................................................ 5 Raad van Bestuur ........................................................................................................................................ 5 Interne audit ................................................................................................................................................. 6 Directiecomité .............................................................................................................................................. 6 Administratief toezicht ................................................................................................................................. 8 Financieel toezicht ....................................................................................................................................... 8 Allianties en partnerschappen ..................................................................................................................... 8 Organisatieontwikkeling .............................................................................................................................. 9 Integriteit en anti-corruptie......................................................................................................................... 11 Communicatie ............................................................................................................................................ 12 Aankoop ..................................................................................................................................................... 13 ICT ............................................................................................................................................................. 13 Verslag over het sociale oogmerk .............................................................................................................. 15 Gouvernementele samenwerking ............................................................................................................. 15 Interventies voor andere opdrachtgevers ................................................................................................. 19 Sectoren en thema’s ................................................................................................................................. 21 Formuleringen ........................................................................................................................................... 25 Monitoring & evaluatie ............................................................................................................................... 25 Interventies in het noorden ........................................................................................................................ 26 Sociaal verslag .............................................................................................................................................. 30 Personeel................................................................................................................................................... 30 Loonbeleid ................................................................................................................................................. 32 Lokale personeelswerving ......................................................................................................................... 33 Mobiliteit..................................................................................................................................................... 33 Verzuim...................................................................................................................................................... 33 Verloop van het personeel ........................................................................................................................ 34 Learning & Development ........................................................................................................................... 35 Telewerk .................................................................................................................................................... 36 Sociaal overleg .......................................................................................................................................... 36 Reorganisatie van HR ............................................................................................................................... 36 Milieuverslag .................................................................................................................................................. 37 Financieel verslag ......................................................................................................................................... 40 Verslag van het College van commissarissen .......................................................................................... 41 Jaarverslag van de raad van bestuur aan de jaarvergadering van 27 juni 2014 ………………………….44
2
Woord vooraf In tegenstelling tot de verwachtingen kunnen de onderhandelingen over het vierde beheerscontract in 2013 niet worden afgerond. Ten gevolge van een aantal fundamentele opmerkingen van de controleorganen blijken immers wijzigingen aan de oorspronkelijk voorgestelde projectcyclus noodzakelijk, evenals enkele aanpassingen aan de Wet tot oprichting van BTC. Dat heeft het grootste deel van het voorbije jaar in beslag genomen zodat de eindronde van de onderhandelingen pas eind 2013 kan worden gestart. Wat de kerntaken van BTC betreft – het formuleren en uitvoeren van de gouvernementele samenwerking – is de opdracht in 2013 duidelijk: voor de formulering van nieuwe interventies moet het volledige beschikbare bedrag van 250 miljoen euro absoluut worden vastgelegd, en ten tweede moet de daling van de uitvoeringsgraad definitief worden gekeerd. In 2012 wordt BTC immers hard getroffen door de maatregel van de regering : in het kader van de noodzakelijke besparingen worden na oktober 2012 geen nieuwe engagementen meer toegestaan. Aangezien BTC zijn geformuleerde projecten tot dan toe doorgaans in het derde en vierde kwartaal ter financiering aan de overheid voorlegt, betekent de regeringsbeslissing een de facto verlies van ongeveer 200 miljoen euro aan vastleggingen, met alle gevolgen van dien voor de portefeuille van BTC in de nabije toekomst. De uitdaging bestaat er dus in de kalender naar voren te schuiven, zodat BTC minder getroffen wordt door eventuele soortgelijke beslissingen. BTC is samen met DGD in die opdracht geslaagd, met als gevolg dat we ook voor de volgende jaren de vastleggingskalender met zes maanden hebben kunnen vervroegen. Inzake de uitvoering van projecten en programma’s moet een verdere daling van de bestedingsgraad, waarmee BTC in 2012 voor het eerst door tal van redenen geconfronteerd wordt, voorkomen worden. Ook daar is BTC in 2013 in geslaagd, al blijft het een feit dat de grote ambities inzake institutionele versterking door middel van zeer omvangrijke interventies in fragiele landen een permanente uitdaging vormen. Verder gaat in 2013 de meeste aandacht naar drie belangrijke acties die de efficiëntie van BTC op significante wijze moeten verbeteren. In de eerste plaats is er het ERP-project, dat BTC een geïntegreerd informaticasysteem moet verschaffen dat alle domeinen van de werking van BTC dekt en dat in de eerste plaats de
interventies in de partnerlanden ten goede moet komen. Een tweede grote actie is de introductie van een nieuwe project- en programmamethodologie. Deze moet leiden tot betere ontwikkelingsresultaten, een beter risicobeheer en een slankere beheersstructuur. Na een vergelijkende analyse kiest BTC voor de Prince2- en MSP-methodologie, omdat deze in andere internationale omgevingen hun pertinentie reeds hebben bewezen en omdat beide het nauwst aansluiten bij de instrumenten die al gebruikt worden bij BTC. Met MoRe Results ontwikkelt BTC in 2013 ten slotte een opvolgings- en evaluatiesysteem dat beter geschikt is om na te gaan of de ontwikkelingsresultaten van de interventies behaald worden. Door accurate en correcte informatie op het juiste moment op het juiste niveau beschikbaar te stellen, moet MoRe Results een betere sturing van de interventies mogelijk maken. Het nieuwe instrument dient ook om meer en beter aan kennisopbouw te doen op basis van de opgedane ervaring, en om beter rekenschap af te leggen aan donoren en partnerorganisaties. Inmiddels is 2014 al enkele maanden ver en hebben de voogdijministers van BTC en de controleorganen hun akkoord gegeven om het ERP-initiatief te starten. Voor vijf van de negen modules van het ERP-systeem zal BTC gebruikmaken van de informaticasystemen van de federale overheid, voor de andere modules zal BTC een aparte aanbesteding uitschrijven. In het eerste kwartaal van 2014 keurt de Ministerraad ook het vierde beheerscontract goed. Daarin worden een aantal belangrijke stappen gezet om BTC meer te responsabiliseren en de coherentie en de kwaliteit van de projectcyclus verder te verbeteren. De agenda van 2014 is daarmee goed gevuld. BTC beschikt nu over de onontbeerlijke instrumenten om zijn werking nog te verbeteren en aan te passen aan de snel veranderende omgeving.
Carl Michiels Voorzitter van het directiecomité Juni 2014
3
4
Bestuurlijk verslag Algemene Vergadering
De Minister van Ontwikkelingssamenwerking vertegenwoordigt de Federale Staat op de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering oefent geen andere bevoegdheden uit dan die welke haar zijn voorbehouden bij de bepalingen van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen met sociaal
De heer Jacques Lefèvre
De heer Willy Peirens
De heer Milan Rutten
oogmerk en bij de wet. De Algemene Vergadering is gehouden op 21 juni 2013. Op de Algemene Vergadering geeft de Minister een kwijting voor het geleverde werk.
Mevrouw Leen Laenens
Krachtens het Koninklijk Besluit van 21 februari 2014 (met uitwerking op 24 oktober 2013) wordt de Raad van Bestuur eervol van zijn taak ontslagen, en wordt een nieuwe Raad van Bestuur geïnstalleerd. De Raad van Bestuur van BTC is dus sinds 24 oktober 2013 als volgt samengesteld:
Mevrouw Martine Van Dooren, voorzitster van de Raad van Bestuur
Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur bestaat uit twaalf leden, met inbegrip van de voorzitter die er van rechtswege lid van
De heer Patrick Develtere, plaatsvervanger van de voorzitster
Mevrouw Brigitte Boone
is, en telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. De bestuursleden worden benoemd door de Koning voor een hernieuwbare termijn van vier jaar, op basis van hun kennis van de internationale samenwerking of inzake beheer. In 2013 heeft geen enkel bestuurslid een leidinggevende functie opgenomen in de vennootschap. De Raad van Bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van BTC. Hij bepaalt de strategie van BTC op voorstel van de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer en keurt elk jaar een ondernemingsplan goed waarin de doelstellingen en de strategie van BTC op middellange termijn worden vastgesteld. De leden van de Raad van Bestuur zijn (tot 24 oktober 2013):
De h. Yves Haesendonck, voorzitter van de Raad van Bestuur;
De h. Jef Valkeniers, plaatsvervanger van de voorzitter;
De h. Claude Bougard
De h. Xavier De Cuyper
Mevr. Kathelijn De Decker
De h. Luc De Lobel
De h. Etienne Godin
De h. Etienne Knoops
De heer Alain Coheur
De heer Xavier De Cuyper
Mevrouw Saskia De Block
De heer Xavier Godefroid
De heer Etienne Godin
Mevrouw Assita Kanko
Mevrouw Florence Lepoivre
De heer Milan Rutten
Mevrouw Chris Verhaegen
Krachtens de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie in de vorm van een vennootschap van publiek recht vertegenwoordigt de heer Peter Moors als Directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp de Directiegeneraal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in de schoot van de Raad van Bestuur van BTC. Hij is evenwel niet stemgerechtigd. Overeenkomstig de beslissing van de Bijzondere Algemene Vergadering van 13 september 1999, gewijzigd door de beslissing van de Algemene Vergadering van 17 december 2004, ontvangen de leden van de Raad van Bestuur volgende vergoeding:
De Voorzitter: een jaarlijkse som van 7000 euro en een zitpenning van 150 euro per raadsvergadering; 5
De Plaatsvervanger van de Voorzitter: een jaarlijkse som van 5500 euro en een zitpenning van 150 euro per raadsvergadering;
De andere leden: een jaarlijkse som van 4000 euro en een zitpenning van 150 euro per raadsvergade-
In 2013 houdt Interne audit zich bezig met de volgende zekerheidverstrekkende activiteiten:
ring.
De Voorzitter en diens Plaatsvervanger kunnen een forfaitaire onkostenvergoeding van 309,87 euro per maand ontvangen; de leden kunnen de reële gemaakte kosten voor het bijwonen van de raadsvergadering inbrengen.
naal erkende project- en programmabeheermethode.
BTC beschikt over een dienst Interne audit, die via het Auditcomité aan de Raad van Bestuur rapporteert. De opdracht van de Interne audit is om op onafhankelijke en objectieve wijze de Raad van Bestuur een redelijke zekerheid te verschaffen over de mate waarin het agentschap zijn activiteiten beheerst. De interne auditoren verstrekken advies om de werking van BTC te verbeteren. Zij evalueren de doeltreffendheid van het risico- en controlebeheer en van de beheersprocessen, en helpen BTC zo om zijn doelstellingen te realiseren. Bij het uitvoeren van hun taak nemen zij de normen van het Instituut van Interne Auditoren in acht. De twee voltijdse interne auditoren rapporteren aan het Auditcomité van BTC. Dat is samengesteld uit vijf leden van de Raad van Bestuur en komt in 2013 viermaal samen. Krachtens de wet tot oprichting van BTC en het
Een audit van het proces rekrutering en selectie binnen BTC. Deze audit leidt tot een grondige aanpassing van de procedures en bevestigt de noodzaak om te investeren in een ICT-oplossing ter ondersteuning van de rekrutering en selectie.
In 2013 komt de Raad van Bestuur elf keer bijeen.
Interne audit
Een audit van het intern goed bestuur binnen de afdeling Operaties van BTC, uitgevoerd op de hoofdzetel en in de projecten. Deze audit geeft aanleiding tot de keuze van een eenduidige, internatio-
Opvolgingsaudits van in 2011 en 2012 uitgevoerde audits van de werking van ICT en de beheersstructuren in Congo (Unité Conjointe d’Appui à la Gestion – UCAG).
Daarnaast houdt Interne audit zich bezig met het dagelijks beheer en de administratieve onderzoeken van het integriteitsbureau van BTC. De dienst behandelt ten slotte de ontvangen vragen en klachten (zie p. 11).
Directiecomité De leden van het directiecomité zijn:
Carl Michiels, Voorzitter van het Directiecomité;
Peter Pauwels, directeur Financiën en Information & Communication Management;
Krista Verstraelen, directeur Human Resources;
Luc Langouche, directeur Operations.
beheerscontract moet het Auditcomité ervoor zorgen dat BTC op gepaste wijze de risico’s identificeert en beheert.
6
7
Landenkantoren BTC heeft in 2013 een kantoor in de volgende landen: Algerije, Benin, Bolivia, Burundi, Ecuador, Mali, Marokko, Mozambique, Niger, Oeganda, Palestijns gebied, Peru, Democratische Republiek Congo1, Rwanda, Zuid-Afrika, Senegal, Tanzania en Vietnam.
Administratief toezicht De vennootschap staat onder de controlebevoegdheid van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en van de Minister van Begroting. Deze controle wordt uitgeoefend door bemiddeling van twee regeringscommissarissen, benoemd en afgezet door de Koning, de ene op voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en de andere op voordracht van de Minister van Begroting. Zij brengen geen verslag uit aan de Raad van Bestuur, maar rechtstreeks aan de betrokken minister. De bezoldiging van de regeringscommissarissen is ten laste van de Belgische Staat. Beroep van de Regeringscommissaris Begroting tegen een beslissing van de Raad van Bestuur van 16 december 2013 In zijn beroep van 20 december 2013 stelt de Regeringscommissaris voor Begroting dat het aangewezen kan zijn om te onderzoeken of BTC kan betrokken worden bij FEDCOM, voor wat betreft de post Financial Management, gezien BTC kan beschouwd worden als een administratieve openbare instelling in de zin van artikel 2, 3° van de Wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat.
Financieel toezicht De controle op de financiële toestand en de jaarrekeningen wordt opgedragen aan een college van commissarissen dat vier leden telt. Het Rekenhof benoemt twee commissarissen. De andere commissarissen worden door de Algemene Vergadering benoemd. De commissarissen benoemd door het Rekenhof worden benoemd onder de leden van het Hof. De andere commissarissen worden benoemd onder de leden, natuurlijke personen of rechtspersonen van het Insti-
het Rekenhof. Het mandaat van de bedrijfsrevisoren is bepaald via de respectieve openbare aanbestedingen. Deze bezoldigingen zijn ten laste van BTC. Het mandaat voorziet een tussentijdse en een jaarlijkse audit van de rekeningen. Verder kunnen de commissarissen tot zes auditopdrachten uitvoeren in de partnerlanden. Elke opdracht levert een verslag op dat wordt toegelicht in een vergadering van het auditcomité. De verklaring over de jaarrekening 2013 is een verklaring zonder voorbehoud. Voor 2013 bedraagt de totale bezoldiging van de commissarissen van het Rekenhof 15.156 euro. De uitgaven voor het College van Commissarissen bedragen 357.328,52 euro, exclusief controleopdrachten buiten mandaat.
Allianties en partnerschappen BTC wil zijn externe bekendheid versterken door strategische allianties aan te gaan met donoren, andere bilaterale of multilaterale ontwikkelingsagentschappen en technische partners (universiteiten, expertisecentra, studiebureaus, ministeries, overheidsbedrijven...). In 2013 telt het agentschap verschillende samenwerkingsakkoorden met Belgische overheidsdiensten en instellingen. BTC heronderhandelt enkele bestaande overeenkomsten en sluit er nieuwe af met het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA) en het RIZIV. Er zijn onderhandelingen aan de gang met het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO), SYNTRA Vlaanderen en de Société Wallonne des Eaux (SWDE). Bestaande akkoorden:
Ministerie van Defensie
FINEXPO, de dienst voor Internationale en Europese Financiële Aangelegenheden van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën
Belgische federale politie
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)
Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu
Federale Overheidsdienst Justitie
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
tuut van de Bedrijfsrevisoren. De commissarissen worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. De Koning stelt de bezoldiging vast van de commissarissen aangeduid door
(RIZIV)
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA)
BTC onderhoudt en versterkt de bestaande partnerschappen met de belangrijkste spelers uit de ontwikkelingssamenwerking (EUNIDA, Practitioners' Network for
1
Verder in dit verslag ‘Congo’ genoemd.
8
European Development Cooperation, DFID UK, Finexpo, Europese Unie, enz.). In Congo blijft deze samenwerking gespannen omdat de afsluiting van bepaalde interventies met een grote infrastructuurcomponent in fragiele landen, zoals REJUSCO en de 'Waterfaciliteit’ (drinkwatervoorziening) zo complex is. BTC pleit voor een gemeenschappelijke strategie met DGD op het gebied van partnerschappen om het Belgisch agentschap beter te positioneren in een veranderende context waarin vele donoren actief zijn. Bijvoorbeeld voor gezamenlijke programmering, 'blending' (een mix van giften en leningen), deelname aan ‘EU Trust Funds’ en de strategie tegenover de privésector. BTC wordt door de Europese Commissie geaccrediteerd als gemandateerd orgaan (‘mandated body’) om
Organisatieontwikkeling Strategie BTC blijft ernaar streven zijn voor 2016 beoogde strategische doelstellingen te bereiken. Daartoe past BTC het aantal en de reikwijdte van die doelstellingen aan volgens de evolutie van de context waarin het werkzaam is en volgens de ontwikkeling van zijn interne organisatie. De 13 strategische doelstellingen van BTC willen stuk voor stuk bijdragen aan de ontwikkelingsprocessen van de partnerlanden. Ze worden visueel voorgesteld in de strategische kaart:
Europese 'twinnings' of 'jumelages' uit te voeren, maar kan in 2013 nog geen opportuniteiten ontwikkelen.
Figuur: De strategische kaart van BTC
9
Om de strategische doelstellingen te bereiken moeten de landenteams en de departementen van de zetel een
versterken, stippelt BTC een verandertraject uit. Doel is de werking van de landenteams te verbeteren, onder
aantal concrete acties ondernemen. Sommige acties vereisen een nauwere samenwerking tussen de departementen onderling en tussen het terrein en de zetel. Daarom werd besloten ze samen te brengen in vier
leiding van de plaatselijk vertegenwoordigers. Dat traject omvat een gedeelde visie over de werking van de landenteams en wil bepaalde gemeenschappelijke processen verbeteren en een eigen roadmap voor elk
assen van organisatieverandering in plaats van ze op te nemen in de actieplannen.
landenteam ontwikkelen.
De vier assen willen de uitvoering van de gouvernementele samenwerkingsprogramma's versnellen. Daarbij garanderen de assen de coherentie en de kwaliteit van de interventies en het risicobeheer. 1. Eerste as van verandering: de ontwikkelingsaanpak verbeteren Om de aanpak die BTC gebruikt om zijn interventies te formuleren en uit te voeren te verbeteren en om hun verankering in de ontwikkelingsstrategieën van de partnerlanden te waarborgen, beslist BTC zich te inspireren op de methodes PRINCE2 (PRojects IN Controlled Environments) en MSP (Managing Successful Programmes). Het integreren van de goede praktijken van deze methoden bij BTC houdt ook rekening met de werkzaamheden van de onderhandelingen voor het vierde beheerscontract. 2. Tweede as van verandering: de cultuur van accountability versterken Om iedere collega duidelijk te responsabiliseren voor de te bereiken resultaten, bepaalt BTC zijn kader van interne accountability. Dat identificeert de indicatoren die BTC wil volgen op strategisch en operationeel niveau en stemt daarna de plannings- en opvolgingsprocessen op elkaar af op alle niveaus van de organisatie.
Opvolging van de bedrijfsprestatie Er worden regelmatig managementreviews gehouden om de bedrijfsprestatie van BTC op te volgen, d.w.z. de manier waarop BTC zijn strategie uitvoert. Dankzij die opvolging van zijn bedrijfsprestatie kan BTC:
zijn strategie sturen;
analyseren, lessen trekken en leren;
zijn accountability versterken en zich ervan vergewissen dat de strategie bijdraagt aan de engagementen die België onderschreef in de samenwerkingsprogramma’s en aan deze die BTC zelf onderschreef in het beheerscontract dat BTC bindt aan de Belgische staat.
BTC wil de opvolging van zijn bedrijfsprestatie verbeteren door een beperkt aantal kritieke prestatieindicatoren te bepalen die zijn afgestemd op de doelstellingen van zijn strategische kaart. BTC ontwikkelt een chronogram voor de opvolging van de indicatoren. Vanaf 2015 wordt geleidelijk aan gestart met de opvolging, afhankelijk van de evolutie van het informatiebeheersysteem dat hierop betrekking heeft.
Kwaliteitsgarantie
BTC installeert ook een instrument waarmee de werklast kan worden gemeten die een aantal kritieke diensten met zich meebrengen.
In het kader van zijn strategische doelstelling 'het kwaliteitsbeheer versterken' blijft BTC zijn kwaliteitszorg
3. Derde as van verandering: de werkmethodes vereenvoudigen
Om zijn missie nog efficiënter uit te voeren, ontwikkelt BTC de toekomstige architectuur van zijn informaticatoepassingen. Daarna analyseert BTC de noden en stelt een bestek op met de bedoeling zijn processen meer te automatiseren. Verder lanceert BTC een grootscheepse interne campagne om ideeën te verzamelen om zijn werking te vereenvoudigen. 4. Vierde as van verandering: samenwerken in landenteams Om de steun aan de interventies gedurende de hele beheercyclus van de samenwerkingsprogramma's te
ontwikkelen. Het systeem bestaat uit twee niveaus: Het eerste niveau wordt uitgevoerd door de directies belast met het leveren van diensten en producten. Het omvat Monitoring & Evaluatie van de interventies zodat BTC zich ervan kan vergewissen dat de geleverde diensten en producten beantwoorden aan de interne kwaliteitsnormen.
Het tweede niveau valt onder de verantwoordelijkheid van de algemene directie. Het bestaat erin het normatief kader dat van toepassing is op het eerste niveau te ontwikkelen, vulgariseren en onderhouden. Het legt de interne kwaliteitsnormen vast, zorgt ervoor dat de prestaties van de interventies worden gemeten in het licht van de internationale evaluatiecriteria. 10
ISO 9001-certificering Het BTC-kwaliteitszorgsysteem wordt sinds 2010 volgens de internationale norm ISO 9001 gecertificeerd. De certificering betreft de interventies met een projectaanpak als hulpvorm. Aangezien de certificeringcyclus loopt over drie jaar, komt BTC nu aan het einde van de eerste cyclus. BTC slaagt voor de audit om zijn certificering te vernieuwen. Die slaat zowel op de zetel in Brussel als op de landenkantoren van BTC in Rwanda en Marokko.
Klachtenbeheer BTC blijft de klachten behandelen die binnenkomen via het daartoe bestemde formulier op de website. In 2013 worden twaalf klachten ingediend. Alle klachten worden ontvankelijk verklaard maar na analyse blijkt dat tien ervan ongegrond zijn. Een van de gegronde klachten wordt opgelost in het voordeel van de indiener. De andere klacht noopt BTC tot het nemen van corrigerende maatregelen. Iedere indiener van een klacht krijgt binnen de 25 werkdagen na ontvangst van de klacht een gemotiveerd antwoord. Om de klantvriendelijkheid te verhogen evalueert BTC in 2013 zijn klachtenbeheersysteem en ontwikkelt een verbeterstrategie voor 2014.
Integriteit en anti-corruptie 2013 is het eerste volledige werkingsjaar van het integriteitsbureau. Het integriteitsbureau ontvangt klachten en vragen over ethiek en corruptiebestrijding in het kader van de werking van BTC in België en zijn partnerlanden. Het bureau functioneert als tweede lijn, na de plaatselijk vertegenwoordiger of de hiërarchische overste, voor klachten en vragen rond integriteit. Het dagelijks beheer is in handen van de onafhankelijke dienst Interne audit. Het interne-auditcharter geeft Interne audit de verantwoordelijkheid om interne administratieve onderzoeken uit te voeren. Dat omvat ook de inhoudelijke analyse en de verdere behandeling van ontvankelijk verklaarde klachten. Aansluitend bij enkele leermomenten in 2012 wordt de werking in 2013 herzien om beter te beantwoorden aan de noden.
Het integriteitsbureau is bereikbaar voor iedereen Het integriteitsbureau werkt met een onlinemeldpunt dat losstaat van de bestaande ICT-infrastructuur bij BTC. Dat garandeert een volledige onafhankelijkheid
en beschermt de identiteit van de personen of organisaties met vragen of klachten. Het integriteitsbureau behandelt geen anonieme of niet-gefundeerde klachten. Personen met vragen of klachten identificeren zich op de website of via e-mail en worden gecontacteerd door het integriteitsbureau. Enkel op basis van bewijsmateriaal of ondubbelzinnige aanwijzingen wordt een vooronderzoek gestart.
Het integriteitsbureau respecteert de regelgeving Het integriteitsbureau informeert de medewerkers tegen wie een klacht wordt ingediend en verwijdert elke verwijzing naar personen na afwerking van een klacht of een vraag, conform de regels opgesteld door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.
Het integriteitsbureau in cijfers In 2013 ontvangt het integriteitsbureau 27 meldingen, waarvan 6 vragen en 21 klachten. Van deze meldingen komen er 8 uit West-Afrika, 13 uit Centraal-Afrika, 3 uit Zuid-Amerika en 3 van de hoofdzetel. Van de 21 klachten worden er 11 als niet ontvankelijk beschouwd. Bij 3 klachten ontbreekt informatie, terwijl 8 klachten niet rechtstreeks met de integriteitsproblematiek te maken hebben en worden overgedragen naar een andere dienst. Van de 10 ontvankelijke klachten worden er 6 door de eerstelijnsmedewerkers behandeld en neemt het integriteitsbureau er 4 voor zijn rekening. Van de 21 klachten komen er 9 van medewerkers van BTC en 12 van externe partijen. Het integriteitsbureau voert onderzoek naar 4 dossiers in 2013. Eén van de dossiers wordt overgedragen uit 2012, terwijl één dossier wordt overgedragen aan de dienst controlling en de externe auditoren voor verder onderzoek.
Optimaal gebruik van aanwezige competenties De medewerkers van het integriteitsbureau beschikken niet over alle kennis met betrekking tot ethisch gedrag en corruptiebestrijding. Daarom doen ze een beroep op de ethische commissie, opgericht om het integriteitsbureau te ondersteunen bij de beoordeling van de principekwesties die in bepaalde vragen en klachten rijzen. Deze meldingen worden in anonieme vorm voorgesteld aan de commissie. Deze is samengesteld uit leden van verschillende departementen en verenigt de verschillende competenties binnen BTC rond integriteit en corruptiebestrijding.
11
Deelname aan internationale netwerken Als partner in het U4 Anti-Corruption Resource Centre maakt BTC gebruik van de kennis en competenties rond corruptiebestrijding in de ontwikkelingssamenwerking die binnen deze organisatie aanwezig zijn. U4 werkt onder de koepel van het Chr. Michelsen Institute en opereert vanuit het Noorse Bergen. De organisatie werkt nauw samen met Transparency International. BTC en DGD financieren elk de helft van het Belgische lidmaatschap. Dat geeft de organisaties toegang tot algemene opleidingen en tot zeer specifieke sectorgerichte opleidingen rond corruptiemechanismen in de ontwikkelingssamenwerking. De BTC-medewerkers wordt sterk aangeraden om deel te nemen aan de opleidingen die voor hen relevant zijn. Waar mogelijk en pertinent, doen we voor onze formuleringen een beroep op de informatie die U4 ter beschikking stelt, in een streven om het risico op corruptie in onze projecten zoveel mogelijk te beperken.
Communicatie De dienst communicatie ondersteunt de activiteiten van BTC op verschillende niveaus. Alle communicatie wordt beheerd vanuit eenzelfde dienst die uiteenlopen-
De interne communicatie wordt geconfronteerd met een complexe realiteit, met meer dan 1600 medewerkers verspreid over 18 landen, soms in heel afgelegen gebieden. Het is dan ook een hele uitdaging om de juiste informatie bij de juiste persoon te krijgen zodat hij of zij vlotter kan werken, gehoord wordt en actief deelneemt aan de werking van BTC. Door de technische beperkingen (slechte internetverbinding) in een aantal landen hebben nieuwe communicatie-initiatieven (de tweewekelijkse interne nieuwsbrief Extra Time, een hobbyrubriek op intranet…) niet altijd de vooropgestelde impact. Wat in Brussel wel lukt, is niet altijd een succes op het terrein. De vaststelling blijft dat meer samenwerking tussen verschillende diensten (communicatie, personeelsdienst, organisatieontwikkeling) en een specifiek elektronisch platform voor ervaringsuitwisseling en kennisdeling een aanzienlijke verbetering kunnen teweegbrengen. Meer en meer projecten zijn zich ervan bewust dat communicatie een strategisch instrument is dat tot betere ontwikkelingsresultaten leidt. Deze communicatie voor ontwikkeling (Communication for Development, C4D) geniet steeds meer aandacht en bijval tijdens de briefing vóór vertrek van de technisch assistenten. In 2013 komen meer aanvragen voor backstopping van
de expertise in huis heeft. Op die manier wordt de samenhang verzekerd en wordt een globale visie nagestreefd. De institutionele communicatie heeft tot doel in alle openheid rekenschap af te leggen over wat BTC met het geld van de belastingbetaler doet, zowel in België als in de partnerlanden. Op die manier toont BTC dat het agentschap vertrouwen verdient en dat het klaar is om nieuwe uitdagingen aan te gaan. In 2013 ziet een nieuw magazine het licht. De titel vertolkt de ambities die het agentschap moet hebben: Impact. Er verschijnen twee nummers die de resultaten van projecten in belangrijke sectoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in de kijker zetten: gezondheid en landbouw. De sectorale focus is de kracht van het nieuwe magazine. De gezondheidsexperts en de landbouwdeskundigen van BTC eigenen het zich toe en verspreiden het in hun expertisenetwerken. En de feedback is positief: een zeer toegankelijke publicatie, to the point, resultaatgericht, aangenaam en leesbaar. In 2014 komt er wegens budgettaire beperkingen wellicht slechts één nummer van Impact, over de sector infrastructuur of onderwijs.
12
de projecten binnen om communicatiestrategieën te ontwikkelen die inspelen op de specifieke context van
de verschillende Franstalige landenkantoren. Tijdens deze week wordt de nieuwe Belgische wetgeving be-
de interventies.
sproken en worden standpunten ingenomen over belangrijke onderwerpen in het kader van de overheidsopdrachten. De rol van de medewerkers die instaan voor de aankopen wordt verduidelijkt.
Aankoop De dienst Logistiek & Aankoop draagt bij tot de realisatie van de prioritaire doelstellingen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, met name duurzame menselijke ontwikkeling. Hij draagt ook bij tot de algemene doelstelling van ontwikkeling en versterking van de rechtsstaat, met inbegrip van goed bestuur, alsook
In Congo wordt de toepassing van de procedures van EuropeAid door BTC verder uitgediept tijdens twee ondersteuningszendingen. De aankoopdienst levert tot slot ook zijn bijdrage tot het ‘Handboek administratief en financieel beheer’ en helpt mee met de implementa-
tot het respecteren van de menselijke waardigheid, van de rechten van de mens in al hun dimensies en van de fundamentele vrijheden, met een bijzondere aandacht voor het bestrijden van elke vorm van discriminatie.
tie ervan op het terrein. Op die manier wordt de dienst betrokken bij de organisatie van aankoopgerelateerde aspecten op het terrein.
(Wet betreffende de Belgische internationale samenwerking).
Om de aankoopprocedures te vereenvoudigen en te
In de richtlijnen, briefings en modellen van bestekken krijgen duurzaamheid, integriteit en corruptie de nodige
harmoniseren, zijn sinds juli 2013 meerjarencontracten voor de mid-term reviews en eindreviews van de projecten en programma's in elk van de activiteitensectoren (gezondheid, landbouw, infrastructuur, onderwijs
aandacht, net zoals sociale aspecten en mensenrechten.
en governance) in uitvoering. Deze overeenkomsten zijn afgesloten voor een looptijd van vier jaar.
Zo engageren leveranciers die inschrijven op een van onze overheidsopdrachten (open procedures) zich ertoe de mensenrechten te respecteren en rekening te houden met de politieke, culturele en religieuze gewoonten van het ontvangende land. De inschrijver of leverancier is verplicht de fundamentele arbeidsnormen, overeengekomen op internationaal niveau door de Internationale Arbeidsorganisatie, na te leven, meer bepaald de verdragen over vakbondsvrijheid en collectieve onderhandelingen, de afschaffing van dwangarbeid en verplichte arbeid, de wegwerking van discrimi-
ICT
natie inzake werkgelegenheid en beroepsuitoefening en de afschaffing van de kinderarbeid. De factor ‘Value for money’ speelt een steeds grotere rol bij het toekennen van de overheidsopdrachten. Tijdens de verschillende vormingen wordt op dit aspect gehamerd. Na de inwerkingtreding van de nieuwe Belgische wetgeving inzake overheidsopdrachten past de dienst Logistiek & Aankoop zijn richtlijnen en modellen van be-
In 2013 worden de ICT-medewerkers op de zetel betrokken bij het ERP-project. Ze moeten de behoeften beschrijven, de benodigde toepassingen (‘system to be’ of ERP+) in kaart brengen en een preselectie maken van de kandidaten die inschreven voor de overheidsopdracht, gepubliceerd in november 2013. Naast het veelomvattende ERP-project draagt de ICTdienst ook actief bij tot de installatie van een nieuwe versie van PIT (Project Information Tool), een van de voornaamste instrumenten van BTC. De nieuwe PITweb verbetert de toegang tot en de verwerking van gegevens en projectdocumenten voor intern gebruik of voor externe partijen (DGD, partnerlanden, enz.). In 2013 wordt bovendien de Timesheet ingevoerd, wordt overgeschakeld op de SEPA-norm voor betalingsopdrachten en worden bestaande instrumenten verduurzaamd in afwachting van hun vernieuwing (Navision, FIT, datawarehouse, enz.).
stekken aan. De deskundigen van de dienst geven opleidingen in Brussel, Mali, Palestijns gebied, Benin en Marokko. De vormingen zijn ook gericht op de lokale medewerkers van BTC. Niet alleen Belgische, maar
Op het vlak van infrastructuur, parallel met het ERPproject, bestudeert de ICT-dienst de mogelijkheden om haar infrastructuur uit te besteden. Concreet is BTC toegetreden tot SMALS. Verder wordt beslist de inter-
ook internationale aspecten komen aan bod.
netcapaciteit voor de zetel te verhogen door aan te sluiten op het Belnet-glasvezelnetwerk.
In juni 2013 organiseert BTC voor de eerste keer een seminarieweek onder de titel ‘Procurement Days’. De deelnemers zijn de contactpersonen voor aankopen in
De werking van de ICT-dienst is in 2013 verbeterd. De procedure voor de verwerking van nieuwe informatica13
aanvragen bewijst haar meerwaarde. Dat is te danken aan een nauwere samenwerking met de dienst DO, gebaseerd op een betere rolverdeling tussen bedrijfsen functionele aspecten.
14
Verslag over het sociale oogmerk Gouvernementele samenwerking Diensten van openbare ontwikkelingssamenwerking in de landen van het Zuiden blijven de hoofdactiviteit van BTC. Die prestaties maken in 2013 bijna 92 % van het activiteitenvolume van BTC uit. Na een daling in 2012 stijgen de uitgaven voor de interventies in het Zuiden opnieuw tot 216,2 miljoen euro in totaal. Die stijging is niet alleen toe te schrijven aan een verhoging van de budgethulp met 14 % (van 20,5 miljoen euro in 2012 naar 23,5 in 2013) en aan een geringe stijging van de uitgaven voor projecten en programma's, maar vooral aan een verviervoudiging van de uitgaven voor gedelegeerde samenwerking (van 1,7 miljoen euro in 2012 naar 9,1 in 2013).
Ecuador, Marokko, Palestijns gebied, Peru, Senegal, Vietnam en Zuid-Afrika. Naast de Gemengde Commissies worden bijzondere vergaderingen van het Partnercomité georganiseerd in dertien landen. Tijdens die bijzondere vergaderingen wordt de balans opgemaakt van de voortgang van de ontwikkelingsprogramma's en worden de nodige beslissingen genomen om de uitvoering ervan zowel op financieel als op strategisch vlak te verbeteren. BTC heeft de elementen van de nieuwe MIC-strategie al zo veel mogelijk opgenomen in het voorbereidingsproces van de Indicatieve Samenwerkingsprogramma's in Bolivia, Ecuador en Zuid-Afrika waarvoor een Gemengde Commissie is gepland in 2014.
Die aanzienlijke stijging is te danken aan het feit dat de
Verder keurt de minister van Ontwikkelingssamenwerking in 2013 een strategie goed voor de fragiele staten.
Belgische coöperatie in mei 2013 met het Global Partnership for Education een gedelegeerde samenwerking in Burundi ondertekent voor een bedrag van 52,9 miljoen dollar. Daarvan wordt reeds een eerste schijf van
Die spitst zich toe op het ontwikkelen en versterken van de economische en sociale reguleringscapaciteiten van de staat: arbeidsrechten, gezondheid, onderwijs, economische ontwikkeling. Een groot aantal partner-
6 miljoen euro gestort in 2013.
landen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking valt hieronder, onder meer Congo en Burundi die samen 40 % van het jaarlijks activiteitenvolume van BTC vertegenwoordigen.
De meeste uitgaven zijn nog steeds geconcentreerd in de regio van de Grote Meren. Bijna 54 % van de uitgaven gaat naar Congo, Burundi en Rwanda. De uitgaven voor Burundi zijn sterk gestegen. Daarmee ligt Burundi nu voor op Rwanda. Het komt voor het eerst op de tweede plaats te staan inzake uitvoering. Het Palestijns gebied, Benin en Vietnam nemen elk 5 % van de totale uitgaven in 2013 voor hun rekening. In 2013 worden twee Gemengde Commissies gehouden. De eerste in februari in Benin voor de financiering van een nieuw Indicatief Samenwerkingsprogramma (ISP) 2013-2017 voor 55 miljoen euro, en de tweede in december in Algerije voor een ISP 2014-2017 dat goed is voor 20 miljoen euro. Het ISP voor Algerije past de nieuwe strategie van de Belgische ontwikkelingssamenwerking voor middeninkomenslanden (Middle Income Countries of MIC) toe, die de minister van Ontwikkelingssamenwerking in mei 2013 heeft goedgekeurd. Deze strategie is toegespitst op overdracht van kennis, technologie en knowhow. Op termijn zal de ontwikkelingssamenwerking geleidelijk plaats maken voor bredere bilaterale betrekkingen. Het gaat hier in principe om negen partnerlanden: Algerije, Bolivia,
Aanpak en strategieën Naast het uitvoeren van zijn interventies, werkt BTC ook aan de modernisering van zijn ontwikkelingsstrategieën, zijn aanpak en zijn beheersinstrumenten. Op die manier wil BTC de efficiëntie ervan verhogen en de ontwikkelingsresultaten voor de begunstigde bevolking verbeteren. In dit verband zijn de voornaamste projecten in 2013 de volgende:
BTC blijft zijn programma-aanpak ontwikkelen, met name voor de sectoren gezondheid en landbouw in Burundi en Benin. Doel is een coherent geheel van interventies uit te voeren waardoor we efficiënter kunnen inspelen op de prioriteiten van het sectorbeleid van de partnerlanden.
Opstarten van een nieuw beleid voor Monitoring & Evaluatie (M&E): er wordt een nieuwe methodologie MoreResults ontwikkeld en het procesbeheer van de evaluatie wordt in de loop van het jaar 2013 gevoelig verbeterd. Dat is te danken aan meerjarencontracten voor mid-term reviews en eindre15
views in de sectoren gezondheid, governance, landbouw, infrastructuur en onderwijs.
Het programma ter ondersteuning van de expertise en het uitvoeren van studies (PAERE): BTC draagt bij aan de modernisering van studie- en expertisefondsen. Eenzelfde benadering voor capaciteitsversterking via expertise, studies, seminaries en opleidingen zal systematisch toegepast worden.
Veiligheid Veiligheid blijft in 2013 een belangrijk aandachtspunt bij het uitvoeren van onze interventies in een aantal partnerlanden. Dankzij de nieuwe strategie voor fragiele staten en een nieuw veiligheidsbeleid kan BTC beter functioneren in een dergelijke complexe omgeving.
Tabel: Effectieve uitgaven in regie en medebeheer
Miljoen €
Budget
Uitgaven
% uitvoe-
2013
2013
ring
Hoofdbasisallocatie
200
183,7
92 %
Projecten/programma's
176
167,3
95 %
15
10,2
68 %
MIPs
1
1,6
158%
Formulering
6
2,7
46%
Winst
2
1,8
92 %
40
23,50
59 %
Beurzen
Budgethulp
Budgetuitvoering per financieringsbron
Fonds voor de voedselzekerheid
1,30
1,90
149 %
De tabel hiernaast geeft per financieringsbron de werkelijke uitgaven voor de interventies in het Zuiden (Arti-
Gedelegeerde samenwerking
4,00
9,10
226 %
kel 5 en 6), de opdrachten voor derden (IS artikel 7) en de Noordprojecten weer.
Andere (art. 6)
2,00
0,20
8%
247,30
218,4
88 %
Artikel 7
7,00
8,50
122 %
Infocyclus
1,20
1,20
102 %
2,80
2,40
84 %
Aid for Trade
2,00
1,90
98 %
Juniorprogramma
2,60
2,60
100 %
Totaal art. 6 (Noordprojecten)
8,50
8,10
95%
262,80
234,90
89 %
Totaal art. 5 en 6 (Zuidprojecten)
Kleur Bekennen - Annoncer la Couleur
Totaal
16
Uitgaven per land Onderstaande tabel geeft de uitsplitsing van de uitgaven voor projecten en programma's, ongeacht de financieringsbron (met inbegrip van budgetsteun en formuleringen, exclusief opdrachten voor derden, microinterventies, beurzen).
7%
5%
9%
Tabel: Uitgaven per land
54% Land
Uitgaven 2013 (€)
Congo (DR)
48.999.032
Burundi
33.095.151
Rwanda
27.915.270
Palestijns gebied
11.665.712
Benin
10.386.077
25%
Centraal‐Afrika N&W‐Afrika + Midden‐Oosten
Vietnam
9.817.588
Oeganda
9.263.566
Latijns‐Amerika
Senegal
7.431.237
Azië
Niger
6.877.769
Marokko
6.392.158
Ecuador
6.262.531
Tanzania
5.034.491
Mali
4.602.988
Peru
3.581.452
Algerije
3.457.023
Bolivia
3.388.639
Mozambique
3.127.755
Zuid-Afrika
1.467.700
Cambodja
176.146
O&Z‐Afrika
Grafiek: Geografische uitsplitsing van de uitgaven
17
Tabel: Opleidingsdomeinen van de bursalen.
Studiebeurzen en stages Door studiebeurzen toe te kennen helpt BTC de partnerlanden van de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking bij het duurzaam versterken van de competenties van het personeel van de organisaties en ministeries betrokken in de projecten en programma's van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Op die manier kunnen ze de bevolking een betere dienstverlening bieden. Om de duurzaamheid van deze ondersteuning te garanderen, wordt gekozen voor een projectaanpak, toegespitst op de prioritaire sectoren en gebieden van de samenwerkingsprogramma's. In 2013 wordt deze nieuwe beurzenstrategie effectief gestart in Congo, Senegal, Marokko, Tanzania en Palestijns gebied. In Oeganda, Vietnam, Benin en Burundi wordt de formulering van de vier andere beurzenprojecten afgerond. Deze overgangsperiode van het klassieke zogenaamde 'individuele' beurzensysteem naar een nieuwe, 'organisatorische' beurzenbenadering gaat gepaard met heel wat uitdagingen op het gebied van interne herstructurering, ondersteuning in opleidingsengineering, harmonisering van concepten rond competentieversterking en sensibilisering van de verschillende betrokken spelers.
Sector
Bursalen
Gezondheid
856
Onderwijs
471
Landbouw
315
Transport en opslag
245
Overheid en civiele maatschappij
139
Milieubescherming
124
Drinkwater en sanitatie
107
Bij het toekennen van de beurzen gaat bijzondere aandacht naar het man/vrouwevenwicht: 38 % van de beurzen wordt toegekend aan vrouwen.
38% 62%
De uitgaven in verband met beurzen bedragen 12,6 miljoen euro in 2013, waarvan 10,2 miljoen euro toegerekend op het oude beurzenprogramma. In 2013 worden in totaal 2983 bursalen uit de 18 partnerlanden van de gouvernementele samenwerking opgeleid, hetzij in hun land van oorsprong of in andere partnerlanden (1967 bursalen), hetzij in België (1016 bursalen). 61 % van de opleidingen zijn masters, masters-na-masters of universitaire getuigschriften. 34 % van de opleidingen zijn stages, studiereizen, seminaries/colloquia. Gemengde doctoraten vertegenwoordigen 5 % van de beurzen. In 2013 blijven gezondheid, onderwijs en landbouw (met 55 % van de bursalen) de drie grootste opleidingsdomeinen.
Mannen
Vrouwen
Grafiek: Uitsplitsing beurzen M/V
BTC verzekert de uitvoering en de opvolging van de beurzen voor rekening van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA), waarmee BTC in 2013 een nieuw contract sluit. Een veertigtal bursalen wordt opgeleid in nucleaire geneeskunde, toegepaste biologie, behandeling en beheer van nucleair afval, farmaceutische wetenschappen en gezondheidscontrole.
Micro-interventies Het micro-interventieprogramma (MIP) moet groepen en verenigingen van de civiele maatschappij en plaatselijke overheden die bewezen hebben dat ze in staat zijn om zelf hun project te identificeren en uit te voeren, helpen om meer autonomie te verwerven zodat ze zelf gemakkelijker de ontwikkeling van hun eigen gemeenschap in handen kunnen nemen. 18
Ingevolge de aanbevelingen van de evaluatie van het MIP-programma in 2011 heeft de minister van Ontwikkelingssamenwerking beslist om de uitvoering van het programma geleidelijk aan stop te zetten. Deze fase van geleidelijke afsluiting gaat door in 2013. Het totale bedrag van de uitgaven daalt dan ook van 2,4 miljoen euro in 2012 naar 1,6 miljoen euro in 2013.
beperken ten gunste van een consolidering van de gouvernementele samenwerking.
25 20 15
Interventies voor andere opdrachtgevers De missie van BTC is het steunen en begeleiden van ontwikkelingsprogramma's in opdracht van de Belgische Staat en van andere donoren. Via zijn departe-
10 5 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
ment International Services (IS) voert BTC opdrachten uit voor andere opdrachtgevers, zoals de Europese Commissie, de Wereldbank enz.
Grafiek: Evolutie 2008-2013 van de uitgaven voor interventies
Deze interventies gebeuren vaak in cofinanciering met
van de uitgaven van interventies voor derden: 52 % tussen 2008 en 2009, 24 % tussen 2009 en 2010. Tussen 2011 en 2012 is het verschil het grootst, namelijk een daling van 44 %. Die daling zet door in 2013, wanneer de uitgaven dalen met 26 % ten opzichte van
andere donoren (landen of organisaties), wat schaalvoordelen oplevert en de impact van de interventies vergroot. Dankzij deze samenwerkingsvorm kan BTC zijn expertise rationeel en efficiënt ten dienste stellen van de begunstigden. Bovendien kan BTC zo de kwaliteit van zijn activiteiten vergelijken met die van andere organisaties (benchmark). Het departement International Services (IS) beheert de interventies van BTC voor andere donoren. Het gaat op zoek naar strategische allianties om de Belgische gouvernementele samenwerking te versterken in een wereld waar vele donoren actief zijn, bij voorkeur - maar niet uitsluitend - in de partnerlanden en de concentratiesectoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Door de expertise van BTC aan te bieden aan partners, volgt IS de internationale agenda voor de doeltreffendheid van de ontwikkelingssamenwerking en de daarbij horende taakverdeling. Via IS gebruikt BTC de ervaring die het in de partnerlanden heeft verworven om zijn expertise uit te breiden en te werken voor en/of met andere donoren. Het nieuwe IS-beleid is gericht op groei en innovatie om BTC te positioneren tegen 2020.
Balans en overzicht van de activiteiten in 2013 In 2013 voert BTC projecten voor andere opdrachtgevers uit in tien landen. Qua volume zijn de activiteiten van IS vooral geconcentreerd in Benin, Congo, Rwanda en Tanzania. Het totale volume ligt 26 % lager dan in 2012. Dat is een rechtstreeks gevolg van de beslissing van het Directiecomité om nieuwe IS-activiteiten te
voor derden.
Tussen 2008 en 2010 zien we een opmerkelijke stijging
2012. De Europese Unie (EU) maakt 41 % van het activiteitenvolume van IS uit in 2013, gevolgd door het Frans ontwikkelingsagentschap AFD, dat goed is voor 30 % van de portefeuille. In Congo trekt BTC zich geleidelijk aan terug uit ondersteuningsprojecten aan het basisonderwijs (APEP) en de drinkwatervoorziening (PILAEP), allebei gefinancierd door AFD. BTC blijft heel veel personeel en eigen middelen investeren om de projecten ‘Rejusco’ (justitie) en ‘Water Facility’ (drinkwatervoorziening), medegefinancierd door de EU en DFID, af te sluiten. In Benin zijn de twee artikel 7-interventies allebei delegatieovereenkomsten voor de EU. Het Project ter ondersteuning van de rijstketen (PAFIRIZ) gaat in 2013 de afsluitingsfase in, terwijl het Project voor de verbetering van de fytosanitaire kwaliteit van landbouw- en voedingsproducten (ASPS) op kruissnelheid komt. In Rwanda sluit BTC in 2013 het project voor drinkwatervoorziening af (onder de Water Facility van het 10e Europees Ontwikkelingsfonds), terwijl het project 'Increase Rural Energy Access in Rwanda through Public Private Partnerships' (IREARPPP) onder de ACP-EU Energy Facility verlengd wordt tot in 2014. In Tanzania wordt het project voor drinkwatervoorziening (onder de Water Facility) verlengd tot eind 2015 zodat het hele drinkwaternet kan worden afgewerkt, 19
terwijl de onderhandelingen voor het 'Kilombero and Lower Rufiji Wetlands Ecosystem Management Project' (KILORWEMP - beheer van natuurlijke rijkdommen) worden voortgezet. Al deze interventies worden medegefinancierd door de EU.
levert BTC eveneens kortetermijnexpertise (gezondheidszorgfinanciering, budget, enz.).
BTC start in 2013 ook een eerste, innovatief project op
Eind 2013 ondertekent BTC twee delegatieovereenkomsten met het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking VAIS. Beide projecten in gedelegeerde samenwerking passen binnen de samenwer-
in Griekenland, gefinancierd door de EU, om de hervorming van de fiscale administratie te begeleiden.
king tussen de Vlaamse en de Mozambikaanse regering in de gezondheidssector.
Als lid van EUNIDA, het netwerk van Europese bilaterale ontwikkelingsagentschappen, is BTC actief in het hervormingsproject van de gezondheidssector in Libië
EUNIDA zal een belangrijke rol blijven spelen in de positionering van BTC binnen de Europese gouvernementele samenwerking, meer bepaald met de opstart
(EU-LHSS) gefinancierd door de EU. Dat start in 2013 en BTC levert twee van de drie langetermijnexperts die momenteel in Tripoli werken: de expert in HRH (Human Resources for Health of gezondheidspersoneel) en de
van een ondersteuningsproject aan de politiehervorming in Congo.
expert in basisgezondheidszorg. Het hele jaar lang
Tabel : Contracten onder toepassing van artikel 7 van de wet, ondertekend in 2013
Land
Donor
Project
Budget (€)
Burundi
DGIS
Update van de landbouwenquête in Burundi (ENAB) - Campagne 2012-2013
335.922
Griekenland
EU
Provision of expertise for support of the Greek Tax administration
599.200
Kenia
Finexpo
Prijsanalyse en pertinentie-onderzoek van het « Kajiado Rural Water Supply Project »
Mozambique VAIS
Technical assistance to the working group on Public Finance Management (GTAF)
Mozambique VAIS
Contribution to Health Systems Strengthening in Mozambique through support for human resources for health in Tete province
9.266
358.323
1.791.895
20
Sectoren en thema’s Nieuwe wet over de Belgische ontwikkelingssamenwerking In 2013 keurde het federale parlement een nieuwe wet over de Belgische ontwikkelingssamenwerking goed. Die wet legt een aantal nieuwe accenten voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en voor de gouvernementele samenwerking in het bijzonder. De algemene doelstelling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is bijdragen tot duurzame menselijke ontwikkeling. Om dat doel te bereiken wordt meer ingezet op steun aan lokaal ondernemerschap en sociale economie. Er gaat meer aandacht naar de private sector en naar de maar ook gender, blijven belangrijke gramma’s. Verder
handel (lokaal en internationaal), milieu en natuurlijke rijkdommen aandachtspunten voor alle proworden mensenrechten, waardig
werk en maatschappijopbouw geïdentificeerd als prioritaire thema’s. En voor het eerst maakt hiv/aids officieel deel uit van het wettelijk kader van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. De Belgische gouvernementele samenwerking zal zich beperken tot maximaal drie sectoren per partnerland. Capaciteitsontwikkeling Capaciteitsontwikkeling is essentieel voor de ontwikkeling van een land. Het is ook een belangrijk onderdeel van het huidige paradigma voor ontwikkelingssamenwerking (OESO, 2006). Het begrip omvat veel meer dan het verbeteren van de kennis en de vaardigheden van individuen. Het gaat ook om governance en heeft dus ook te maken met organisatorische en institutionele versterking. België paste deze aanbeveling van de OESO strikt toe, en capaciteitsontwikkeling maakt nu deel uit van elk programma van de gouvernementele samenwerking. Individuele, organisatorische en institutionele capaciteitsontwikkeling kun je organiseren via specifieke projecten, als onderdeel van een sectorprogramma of via beurzenprogramma’s. De afgelopen jaren gingen de beschikbare fondsen voor capaciteitsontwikkeling gevoelig de hoogte in. Maar in de praktijk blijkt het niet zo evident om de ideeën op coherente wijze toe te passen en synergieën te bewerkstelligen. De resultaten zijn niet altijd op korte termijn aantoonbaar. Anderzijds zijn er voorbeelden dat dergelijke aanpak op lange termijn wel degelijk vruchten afwerpt en duurzaam kan zijn (BTC, 2014).
De programma’s in 2013 blijven grotendeels gericht op onderwijs en vorming, landbouw, gezondheidszorg, basisinfrastructuur en goed bestuur. Onderwijs In de onderwijssector is BTC actief op het vlak van vaardigheden en competenties (skills development), lerarenopleiding, schoolbeheer, scholenbouw en curriculum (zie kaderstuk). Landbouw In 15 van de 18 partnerlanden is BTC actief in de landbouwsector met een focus op duurzame, familiale landbouw. Het doel is om de voedselzekerheid te verbeteren en bij te dragen tot duurzame economische groei. Naast capaciteitsontwikkeling ligt de nadruk in de landbouwprogramma’s op de verhoging van de productie door een betere toegang tot productiefactoren zoals water, zaaigoed en financiële diensten. Andere belangrijke aandachtsgebieden zijn de commercialisering van landbouwproducten en het versterken van de positie van de vrouw. Vrouwen ondervinden nog altijd veel hinder als het gaat om toegang tot land, tot markten en informatie, terwijl ze een sleutelrol spelen in de productie, de verwerking en de vermarkting van levensmiddelen (BTC, 2013). In februari 2013 organiseert BTC de sectordagen ‘Landbouw en Plattelandsontwikkeling’ in Brussel. Deze sectordagen zijn een uitgelezen moment om technisch adviseurs, nationale projectleiders en vertegenwoordigers van partnerministeries samen te brengen om ervaringen te delen. Meer dan 60 experts uit een tiental partnerlanden nemen eraan deel. De belangrijkste thema’s van deze bijeenkomst zijn de samenwerking met de privésector en agroecologie. Gezondheid In de gezondheidssector blijft de prioriteit van de gouvernementele samenwerking het ondersteunen van gezondheidssystemen. België draagt ook in steeds meer landen bij tot het verbeteren van de financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg. BTC is betrokken bij de ondersteuning van nationale ziekteverzekeringssystemen in Senegal, Benin, Burundi, Oeganda en Niger. Dankzij de jarenlange ervaring van België in dit domein, ligt het voor de hand om nauw samen te werken met COOPAMI, het samenwerkingsplatform dat 21
opgericht werd in het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Infrastructuur Infrastructuurwerken zijn een belangrijk onderdeel van de Belgische samenwerkingsprogramma’s in de partnerlanden. Ze zijn altijd geïntegreerd in een breder kader van socio-economische ontwikkeling. Zo beperkt een ‘kasseistenenproject’ in Burundi zich niet tot het plaveien van straten, maar zorgt het ook voor sociale ondersteuning en beroepsopleiding. Op die manier wil het project het lokale ondernemerschap aanmoedigen en de integratie in de arbeidsmarkt na afloop van het opleidingscontract mogelijk maken (Dubois, 2013). In de waterprojecten wordt ook stelselmatig aandacht besteed aan de beheersaspecten van de waterbevoorrading.
2013 start BTC ook met een nieuwe reeks Reflection papers, kennisopbouwende nota’s die bedoeld zijn om de resultaten van onze acties naar buiten te brengen in een professioneel formaat. Een betere communicatie van deze ‘stories of change’ wordt in de volgende jaren een belangrijk aandachtspunt. Referenties BTC (2013), Impact Landbouw, Thematisch magazine van BTC, November 2013. BTC (2014), Urban upgrading in Ho Chi Minh City : unexpected social impact of an infrastructure project, BTC 2014/002. Dubois P.Y., (2013), Paving, a motor for Urban Development, Reflection Paper, BTC 2013/001. OECD (2006), The Challenge of Capacity Development Working towards good practice. Tabel : Sectorale uitsplitsing van de uitgaven
Concept van interventies Interventies (projecten, programma’s) worden geconcipieerd op basis van sectoranalyses in de partnerlanden. Bij de uitwerking wordt rekening gehouden met het sectorbeleid van de partnerlanden en met de prioriteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. In de lage-inkomenslanden (LIC) wordt programmabenadering langzaamaan de norm bij het opzetten van interventies. Verschillende interventies vormen hierbij een coherent geheel met expliciete verbanden en een wisselwerking tussen de verschillende individuele interventies. De algemene doelstelling is de ondersteuning van een sector in zijn geheel. Dat vertaalt zich vaak in een onderdeel institutionele ondersteuning op nationaal niveau en een meer operationeel onderdeel op gedecentraliseerd niveau in een deel van het partnerland. In de middeninkomenslanden (MIC), waar de financiële bijdrage van de Belgische ontwikkelingshulp verhoudingsgewijs bescheidener is, richt BTC zich eerder op bepaalde niches binnen een sectorbeleid en wordt de expertise relatief belangrijker.
Sector
%
Gezondheid
28
Landbouw, bosbouw, visvangst
21
Onderwijs
14
Overheidsbestuur en civiele maatschappij / Conflicten, vrede en veiligheid
10
Water en sanering
7
Transport en opslag
7
Multisectoraal
7
Energie (productie en aanvoer)
3
Milieuzorg
2
Andere (<1.000.000)
1 100
Netwerking en kennisopbouw De sectorale vakgroepen bij BTC beschikken over uitgebreide netwerken en spelen een belangrijke rol in diverse Belgische en internationale overlegplatformen. Dat stelt ze niet alleen in staat om ervaringen en kennis uit te wisselen, maar het leidt ook tot samenwerking en harmonisering bij de voorbereiding en de uitvoering van interventies. BTC heeft inmiddels kaderakkoorden ondertekend met diverse federale organisaties, zoals het Belgisch Voedselagentschap, de federale politie, de overheidsdiensten justitie en defensie (cf. p. 8). In 22
Onderwijs: nieuwe mogelijkheden en tendensen 2013 is een bewogen jaar voor het engagement van BTC om de partnerlanden te helpen met het verbeteren van hun onderwijssystemen. Via uiteenlopende interventies in Burundi, Oeganda, Rwanda, Marokko, Congo, Vietnam en Palestijns gebied levert BTC waardevolle technische bijdragen op belangrijke gebieden zoals competentieontwikkeling, lerarenopleiding, schoolinfrastructuur, het opstellen van leerplannen en Monitoring & Evaluatie (M&E). De ondersteuning van de onderwijssector via traditionele projecten wordt ook aangevuld met nieuwe uitdagingen en trends. Starterscentra voor ondernemingen (business incubators), het Global Partnership for Education (GPE) en een nieuw partnerschap voor technisch en beroepsonderwijs en -opleiding (TVET) zijn innovaties in het onderwijsprogramma van BTC.
In het oosten …. Het ‘Support to the innovation and development of business incubators policy project' (BIPP) in Vietnam is meteen ook BTC's eerste ervaring met starterscentra voor ondernemingen. Het BIPP-project wil jobcreatie promoten en bijdragen aan de sociale en economische ontwikkeling, zowel op lokaal als op nationaal niveau. Het ondersteunt het Vietnamese Ministerie van Wetenschap en Technologie (MOST) bij de opbouw van een netwerk van duurzame starterscentra, via een stappenplan om de centra te ontwikkelen en een praktijktest op het terrein om beleidshervormingen te sturen. Starterscentra voor ondernemingen bieden ondersteuning aan beginnende bedrijven en start-ups om hen op het goede spoor te zetten. Ze worden geholpen via een aantal specifieke middelen en diensten. Deze diensten worden doorgaans opgezet en ontwikkeld door de directie van de startersservice en aangeboden in de starterscentra zelf of via hun netwerk van contacten. Het hoofddoel is succesvolle ondernemingen te creëren die, wanneer ze het programma verlaten, financieel gezond zijn en op eigen benen verder kunnen. Die begeleide starters hebben dan het potentieel om jobs te creëren, stadswijken of dorpen nieuw leven in te blazen, nieuwe technologieën op de markt te brengen en de lokale en nationale economie te versterken. Het beleidsondersteunend project voor het opzetten van starterscentra spitst zich vooral toe op de technologische sector, waarvan de doelgroep bestaat uit vernieuwende, meestal technologisch georiënteerde of kennisintensieve dienstverlenende bedrijven, en op interactie met de academische wereld. De groeiende wereldwijde interesse voor starterscentra voor technologiebedrijven kan beschouwd worden als een antwoord op de uitdagingen van een nieuwe economie die gebaseerd is op levenslang leren. Een starterscentrum stimuleert jonge innoverende ondernemingen, waar het startproces sterk verweven is met het innovatieve proces.
In het zuiden …. BTC speelt een centrale rol bij Burundi’s toetredingsaanvraag voor het Global Partnership for Education (GPE) door gedurende het gehele proces technische ondersteuning te bieden aan het Ministerie van Onderwijs. Bovendien worden de middelen van het GPE naar de onderwijssector gekanaliseerd via een gemeenschappelijk fonds. Dat wordt gefinancierd door België, Noorwegen, het Franse ontwikkelingsagentschap AFD en UNICEF en geleid door België-BTC. Het gemeenschappelijk fonds heeft als doel het Ministerie van Onderwijs te ondersteunen bij het uitvoeren van het Sectoraal Ontwikkelingsplan voor Onderwijs en Opleiding (PSDEF) 2012-2020. Omdat BTC over technisch personeel beschikt in Bujumbura en Brussel, wordt BTC bovendien aangesteld als leidend agentschap van het GPE. Het GPE is opgericht in 2002 als een multilateraal partnerschap om niet-schoolgaande kinderen op de schoolbanken te krijgen en kwaliteitsonderwijs aan te bieden. Het gaat daarbij niet alleen om financiering. Het GPE helpt donoren en hun partners in de ontwikkelingslanden om samen te werken en op die
23
manier de onderwijshulp beter te coördineren en doeltreffender te maken, op basis van de onderwijsstrategieën van het partnerland zelf. Het GPE ondersteunt voornamelijk onderwijs in fragiele staten en conflictgebieden, promoot onderwijs voor meisjes, vergroot basisvaardigheden zoals rekenen en schrijven op de lagere school en verbetert ook de didactische vaardigheden van de leerkrachten via opleidingen en rekruteringen. Het GPE is ook actief in andere landen waar BTC een hoofdrol speelt als lid van de groep van ontwikkelingspartners voor onderwijs, met name Congo, Vietnam, Rwanda en Oeganda. In het westen …. BTC is uitgenodigd om toe te treden tot het Europese consortium rond Technisch en Beroepsonderwijs en –opleiding (TVET) in ontwikkelingslanden. Dat consortium verenigt Europese ontwikkelingsagentschappen die actief zijn in TVET zoals GIZ, AFD en LuxDev. Aansluitend bij de Verklaring van Parijs inzake de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp en de nood aan meer afstemming op de behoeften van de partnerlanden, hebben GIZ, AFD en LuxDev in 2009 een intentieverklaring ondertekend. TVET is een cruciale sector voor BTC. Kennisopbouw, gezamenlijke programmering en studies over welbepaalde kwesties kunnen gezamenlijk worden georganiseerd om de coördinatie en de harmonisering van de donoren in de sector te versterken. Bovendien wil het consortium een Europese benadering van TVET promoten als middel dat het menselijk en sociaal kapitaal kan verrijken in een context van economische en menselijke ontwikkeling.
Beroepsonderwijs voor meisjes in Sheikh Jarrah, Jeruzalem (Palestijns gebied). Het centrum heeft 70 studenten die bedrijfsbeheer volgen (26 modules gedurende 10 maanden). Foto: Ryan Rodrick Beiler
24
Tabel: Vastgelegde bedragen per land
Formuleringen Dankzij een uitstekende samenwerking met de Directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp (DGD) is BTC er in 2013 in geslaagd het volledige beschikbare bedrag (250 miljoen euro) te laten vastleggen voor de uitvoering van de geplande projecten en programma’s van de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking. Naast dit ‘bilaterale orderboekje’ worden in 2013 ook zes dossiers voor budgethulp, voor een totaal van 27 miljoen euro, en één dossier voor het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid vastgelegd. Na het bijzonder moeilijke jaar 2012, toen vanwege besparingen op de nationale begroting slechts voor negen miljoen euro kon worden vastgelegd, is dat een mooie opsteker.
300
250
250 200 150
213
217
179 140
Land
Vastgelegd bedrag (€)
Congo
88.648.189
Vietnam
30.000.000
Palestijns gebied
29.500.000
Niger
23.944.000
Marokko
20.879.977
Peru
13.564.034
Burundi
11.630.000
Zuid-Afrika
11.000.000
Mozambique
9.000.000
Rwanda
4.400.000
Senegal
3.142.140
Tanzania
2.596.750
Oeganda
1.500.000
Totaal
249.805.090
100 50
9
0 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Grafiek: Vastleggingen in de periode 2008-2013 (miljoenen euro’s)
Geen ‘eindejaarsrush’ meer Om de formuleringsdossiers in de toekomst tijdig klaar te hebben zodat ze nog hetzelfde jaar kunnen worden vastgelegd, is in overleg met DGD beslist om de formuleringsdossiers ten laatste op 30 juni te laten behandelen door het gemengd comité DGD-BTC voor de kwaliteitscontrole. Op die manier kan worden voorkomen dat dossiers in een ‘eindejaarsrush’ moeten worden afgewerkt. Om dat mogelijk te maken is ook afgesproken om de identificatiefiches van deze dossiers uiterlijk op 30 juni van het voorgaande jaar goed te keuren, zodat er voldoende tijd is om de interventies te formuleren.
Monitoring & evaluatie Om de kwaliteit van Monitoring en Evaluatie (M&E) te garanderen, stelt BTC richtlijnen op die de werking van het M&E-systeem toelichten, de algemene concepten verklaren en die het gebruik van de verschillende instrumenten verduidelijken. Deze richtlijnen zijn gebundeld in een document met als titel MoRe Results, wat staat voor Monitoring & Reviewing Results en ook verwijst naar de focus op resultaten. Maar MoRe Results is veel meer dan een pakket richtlijnen, processen, sjablonen en checklists. Het gaat om een veranderingsproces dat resultaatgericht beheer op alle niveaus bewerkstelligt, met als hoofddoel de kwaliteit van M&E in de interventies en van monitoring op sector- en landniveau te garanderen. Door interventies tijdig bij te sturen, lessen te trekken uit het verleden en rekenschap af te leggen over behaalde resultaten kan More Results de bijdrage aan de ontwikkelingsresultaten van de partnerlanden optimaal ondersteunen. Daarnaast moet MoRe Results ook leiden tot een geharmoniseerde visie op M&E door de actieve deelname van alle betrokken departementen in het ontwikkelingsen implementatieproces, en tot een verhoogde integratie en coherentie van het M&E-systeem. Door een goede implementatie van MoRe Results draagt het instrument ook bij aan de strategische doelstellingen van BTC, met name het ondersteunen van 25
beleidsontwikkeling en het resultaatgericht sturen van interventies met de partnerinstellingen in de ‘driver’s
Interventies in het noorden
seat’.
Stand van zaken en vooruitblik MoRe Results als veranderingsstrategie berust op drie componenten. 1.
MoRe Results als normatief kader bakent de verantwoordelijkheden af, verduidelijkt de benadering en de doelstellingen van M&E. Het ontwikkelt instrumenten om de resultaten op te volgen. In 2013 verschijnen twee delen : MoRe Results Part I -
Algemene informatiecyclus De Algemene Informatiecyclus (Infocyclus) is een opleiding die de deelnemers een beter inzicht wil geven in de complexiteit van ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. De opleiding staat open voor iedereen die interesse heeft of zich actief wil engageren voor de mondiale uitdagingen met betrekking tot ontwikkeling.
M&E Approach and System en Part II – Monitoring Interventions, met bijhorende sjablonen en checklists. In 2014 zal Part III worden ontwikkeld, over de review van interventies. Er zal ook al gestart worden met Part IV over monitoring op sector- en landniveau. 2.
Het is essentieel om de M&E-capaciteiten van interne en externe medewerkers te versterken om
MoRe Results te kunnen toepassen. Dat gebeurt via algemene opleidingen, seminaries en backstopping aan interventies. Op die manier ondersteunt BTC zijn medewerkers en die van de partnerinstellingen om M&E-systemen op te zetten die het behalen van ontwikkelingsresultaten bewerkstelligen. In 2013 zijn acht vierdaagse opleidingsseminars georganiseerd in zeven partnerlanden, alsook een specifieke workshop. De M&E-dienst in Brussel geeft doorlopend advies aan de interventies. Deze ondersteuning zal in 2014 worden geïntensifieerd; in alle partnerlanden zullen dan opleidingsseminars hebben plaatsgevonden. Ook op de hoofdzetel blijft BTC investeren in de roll-out van MoRe Results, zodat de implementatie ervan gegarandeerd blijft. 3.
De follow-up van de kwaliteit van M&Einstrumenten omvat de ex-ante kwaliteitscontrole (gericht op het leveren van een correct M&Einstrument) en de ex-post kwaliteitscontrole (gericht op de kwaliteit van het M&E-systeem in zijn geheel).
De checklists voor de kwaliteitscontrole worden in 2013 aangepast. In 2014 wordt voorrang gegeven aan grondiger ex-ante kwaliteitsanalyses van de baselinerapporten, van de resultatenmonitoring en van de reviews.
11 residentiële infocycli
1041 deelnemers (549 FR, 492 NL)
64% heeft een universitaire master of hoger
66% vrouwen, 34% mannen
De sprekers en docenten van de Infocyclus hebben uiteenlopende achtergronden. Er zijn lesgevers uit de Belgische bilaterale samenwerking (BTC en DGD), uit de multilaterale samenwerking, de niet-gouvernementele samenwerking (NGO’s), de universiteiten en onderzoeksinstituten en uit de vierde pijler. Ook de deelnemers komen uit zeer diverse werelden. Sommigen hebben al terreinervaring in het Zuiden, anderen willen duurzame ontwikkeling in de privésector bevorderen en nog andere deelnemers streven naar een grotere algemene waardering van multiculturaliteit in het Noorden. De deelnemers vinden het uitwisselen van visies, ideeen en ervaringen en het opbouwen van een netwerk met meer dan 35 nationaliteiten een grote troef van de Infocyclus.
Formulering van een nieuw ambitieus programma In 2013 wordt een nieuw vierjarenprogramma (20142017) voor de Infocyclus geformuleerd. Een aantal belangrijke verschuivingen en aandachtspunten moeten van de Infocyclus een nog relevanter opleidingsprogramma maken.
Aangepaste inhoud. Het oude programma legde een eerder eenzijdige focus op de NoordZuidrelaties en de plaats van ontwikkelingssamenwerking daarin. In het nieuwe programma wordt meer aandacht besteed aan de grote mondiale uitdagingen met betrekking tot ontwikkeling. Het gaat dieper in op de mogelijkheden van individueel, organisationeel en institutioneel engagement. De thema’s die aan bod komen zijn onder meer armoede en ongelijkheid, mondiale publieke goederen, klimaat, economie en ontwikkeling, demo26
grafie en migratie, politiek en beleid, mensenrechten en soevereiniteit, communicatie en beeldvorming.
Modernisering van de didaktiek. De Infocyclus wordt georganiseerd in kleinere groepen : 25 in plaats van 50 deelnemers per groep. Iedere groep krijgt een eigen leerprocesbegeleider, want het is de bedoeling om te evolueren naar een moderne manier van leren door volwassenen. Dat betekent meer gevarieerde leermethodes en meer aandacht voor integratie en verwerking van de leerstof. Het afstandsleren, de lessen en het examen evolueren zo naar een meer samenhangend geheel.
Het Trade for Development Centre
Ondersteuning van producentenorganisaties en bilaterale projecten Het TDC verleent technische en/of financiële steun aan 29 producentenorganisaties aangesloten bij de eerlijke en/of duurzame handel. Het TDC biedt marketingadvies aan twee bilaterale projecten in Marokko (dadels en saffraan) en in Tanzania (honing).
Week van de Fair Trade Voor de twaalfde keer op rij coördineert het TDC de Week van de Fair Trade. De campagne wordt georganiseerd in samenwerking met de belangrijkste verenigingen in de sector. De Week van de Fair Trade streeft drie doelen na:
Het Trade for Development Centre (TDC) heeft een tweevoudig doel: de markttoegang van de producen-
tenorganisaties uit het Zuiden verbeteren en de eerlijke en duurzame handel promoten.
Een reportage over eerlijke koffie uit Kivu, uitgezonden op TV5 Monde Een cameraploeg trekt naar deze regio op de grens tussen Congo en Rwanda, bij ons vooral bekend door het aanhoudende geweld, en bezoekt er drie koffiecooperaties. De reportage brengt in beeld hoe eerlijke koffie een impact kan hebben op de levensomstandigheden van de lokale bevolking, ook in deze moeilijke context. De drie bezochte organisaties, RAEK, SOPACDI en COOPAC worden ondersteund door het TDC.
Lokale marktstudies voor biologische en eerlijke producten Het TDC ondersteunt verkoopinitiatieven van eerlijke en biologische producten op de lokale of regionale markten in de landen van het Zuiden. Daarom moet het TDC die markten eerst goed verkennen. In 2013 publiceert het TDC opiniepeilingen gehouden bij de Keniaanse en Tanzaniaanse consumenten (over modeaccessoires en woondecoratie) en bij de Zuid-Afrikaanse consumenten (over trends rond ethische producten). Ook worden marktstudies gepubliceerd over wilde planten en bloemen uit zes partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en over het marktpotentieel van vanilleproducten in Oost-Afrika.
de sociale basis - de kern van de doelgroep van de eerlijke handel - verbreden; een grootse happening creëren waarbij alle fairtradespelers samen de eerlijke handel in de kijker zetten;
de civiele maatschappij de kans bieden zich de campagne toe te eigenen en zo veel mogelijk evenementen te organiseren in België.
→ www.befair.be
Kleur Bekennen / Annoncer la Couleur Kleur Bekennen / Annoncer la Couleur is een federaal programma dat jongeren wil opvoeden tot goede wereldburgers. Het biedt leerkrachten, jeugdwerkers en opvoeders van jongeren van 10 tot 18 jaar vormingen, pedagogisch materiaal, projectondersteuning en sensibiliseringsactiviteiten om maatschappelijke vraagstukken vanuit een mondiale invalshoek te benaderen.
2013: meer zichtbaarheid … Kleur Bekennen heeft een vast en een open nascholingsaanbod. Het programma kiest ervoor om de open nascholingen op te zetten in een ruimer samenwerkingsverband met ngo´s en educatieve organisaties en/of provincie-overschrijdend. Dat resulteert in 98 vaste nascholingen en 58 open nascholingen met een bereik van 3100 leerkrachten. Op 15 maart stelt het programma zijn analyserooster
voor de kwaliteit van pedagogische materialen in opvoeden tot wereldburgerschap voor. Hiermee wordt een nieuwe dienst aangeboden: de bestaande beschrijvingen zijn verrijkt en de gebruiker kan gemakkelijker kiezen. 27
Annoncer la Couleur mobiliseert maar liefst 600 begeleiders van de Franse Gemeenschap tijdens 42 vormingsdagen, die erkend zijn door het Institut de la Formation en Cours de Carrière of door de Conseil de l’Enseignement des Communes et des Provinces. Eind 2013 komt het pedagogisch dossier 'Mon ami Paco :
les migrations et l’accueil à travers le journal illustré d’une petite fille' uit.
Juniorprogramma Het Juniorprogramma start in september 2013 met een nieuw vijfjarenprogramma, dat gekenmerkt wordt door de volgende krijtlijnen:
‐
Professionalisering van kandidaten en functies. Door nieuwe toelatingscriteria kunnen voortaan niet alleen net afgestudeerde jongeren maar ook kandidaten met meer professionele ervaring aan het Juniorprogramma deelnemen. Anderzijds worden vacatures ook strenger gescreend op hun professionele meerwaarde voor het project én voor de junior assistent.
‐
Grotere flexibiliteit door twee – in plaats van één – jaarlijkse selecties en vertrek. Zowel kandidaatjuniors als projecten die een junior assistent willen aanvragen, moeten voortaan slechts maximum zes maanden wachten om deel te nemen aan een volgende oproep van het Juniorprogramma.
‐
Openstelling voor alle Belgische NGO’s. Veertien NGO’s sloten zich al aan. Van bij de start in 2006 werd besloten dat het Juniorprogramma een project ten gunste van alle spelers van de Belgische
Op 3 mei sluit de Evenementendag van Annoncer la Couleur een projectjaar af in Ukkel. 220 jongeren komen samen om hun projecten voor te stellen en te evalueren. In september 2013 ligt een interactieve pro-
jectenkaart met de lokaal gevoerde experimenten klaar om andere te inspireren. Op 15 oktober organiseert Kleur Bekennen zijn tweede Inspiratiedag in Gent, met als hoogtepunt een lezing over stereotypering van Chokri Ben Chikha. Ruim 100 leerkrachten en 25 educatieve organisaties ontmoeten elkaar en wisselen hun ervaringen uit. Op 25 november brengt het programma 216 leerkrachten en leden van ngo's samen in het Brusselse Egmontpaleis voor de conferentie 'School 2.0 & wereldburgerschap: een creatieve ontmoeting'. De deelnemers ontdekken het bestaande aanbod digitaal materiaal en krijgen 'tips & tricks' rond de pedagogische mogelijkheden ervan.
Op naar een nieuwe formulering In oktober wordt de formulering van het programma 2014-2019 gelanceerd. Die zet meer in op complementariteit en synergie tussen de Belgische actoren in wereldburgerschap die actief zijn in de scholen. Dat werk loopt begin 2014 verder. → www.kleurbekennen.be → www.annoncerlacouleur.be
ontwikkelingssamenwerking zou zijn, niet alleen voor BTC. Een driejarige pilootfase van samenwerking met zes NGO’s werd positief afgesloten in 2012. Met de start van de nieuwe fase kunnen nu alle erkende Belgische NGO’s zich aansluiten en junior assistenten aanvragen. Door besparingen moet het Juniorprogramma zowel het aantal medewerkers op de hoofdzetel als het aantal junior assistenten op het terrein terugschroeven, van maximum 100 naar gemiddeld 70, ondanks het stijgende aantal kandidaten en vacatures voor junior assistenten. In totaal melden zich meer dan 730 kandidaten en ontvangt het Juniorprogramma een recordaantal van 142 vacatures. Na een eerste toewijzing vertrekken er in het najaar van 2013 in totaal 45 junior assistenten naar een project, programma of landenkantoor van BTC of een NGO (cf. tabel).
28
Tabel: Aantal junior assistenten per land.
Land
# juniors
Algerije
0
Burundi
15
Benin
3
Bolivia
1
Ecuador
4
Mali
1
Marokko
2
Mozambique
0
Niger
2
Peru
4
Palestijns gebied
3
Congo
0
Rwanda
0
Zuid-Afrika
0
Senegal
3
Tanzania
3
Oeganda
4
Vietnam
0
Totaal
45
Door diezelfde budgetvermindering schrapt het Juniorprogramma ook een van zijn doelstellingen: sensibilisering van de Belgische bevolking. 2013 is daarom het laatste jaar dat junior assistenten geacht worden om mee te werken aan die sensibilisering. De blog trekt in dit laatste jaar gemiddeld meer dan 4500 bezoekers per maand. Het Juniorprogramma biedt ook hulp voor de organisatie van een tentoonstelling van twee junior assistentes in Benin over de invloed van voodoo in de traditionele geneeskunde in het West-Afrikaanse land. De expo is ook te zien in het hoofdkantoor van BTC, reist vervolgens door naar de campus van de ULB en begin 2014 naar de gemeente Zoersel.
29
Sociaal verslag Door het bijzondere juridische statuut van BTC valt de organisatie onder diverse regelgevingen inzake de rechten en plichten van zijn personeel, met name de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.
Personeel BTC heeft verschillende categorieën van werknemers:
De werknemers op de hoofdzetel in Brussel;
De expats (werknemers met een Belgisch contract in het buitenland): o de internationale experts die in de landenkantoren tewerkgesteld zijn (onder meer de plaatselijk vertegenwoordigers); o de internationale technisch assistenten die in de projecten en programma's werken; o de junior assistenten van het Juniorprogramma voor Ontwikkelingssamenwerking;
Het nationaal personeel (lokaal aangeworven medewerkers met een BTC-contract):
Grafiek: Evolutie personeelsbestand HQ Brussel
Expats Eind 2013 telt BTC 251 expats. De daling ten opzichte van 2012 is gedeeltelijk toe te schrijven aan het lagere aantal junior assistenten. Op 31 december 2013 zijn 66 junior assistenten in dienst. Zij hebben een gemiddelde leeftijd van 27 jaar. De gemiddelde leeftijd van de expats 'technisch assistenten' bedraagt 49 jaar.
o in de landenkantoren van BTC; o in de interventies van BTC in de partnerlanden.
Hoofdzetel De hoofdzetel telt 187 werknemers (178,7 voltijds equivalenten). De gemiddelde leeftijd is 42 jaar. BTC volgt de overheidsinstructie om besparende maatregelen te nemen in verband met de personeelskosten en zet het personeel van de hoofdzetel zo efficiënt en rationeel mogelijk in. Er wordt een beleid ingevoerd om aflopende contracten van bepaalde duur niet te vervangen en om elke aanvraag tot vervanging (bij langdurige afwezigheid) grondig te evalueren, vooraleer tot vervanging over te gaan. 83 % van de werknemers werkt voltijds; 17 % deeltijds. 98 % heeft een contract van onbepaalde duur, 2 % een contract van bepaalde duur.
Grafiek: aantal expats
Alles expats werken voltijds. De werknemers in de landenkantoren, zowel de expats als het lokaal personeel, hebben een contract van onbepaalde duur.
30
De technisch assistenten in de projecten hebben allen een contract van onbepaalde duur met termijnclausule. Zij worden immers aangenomen voor de duur van hun project, maar aangezien projecten vaak verlengd worden, is het noodzakelijk een termijnclausule op te nemen. Ook de junior assistenten hebben een contract
Nationaal personeel Op 31 december 2013 werken in totaal 1193 werknemers met lokaal contract voor BTC, van wie 179 in de landenkantoren en 1014 in de projecten en programma’s.
van onbepaalde duur met termijnclausule.
Tabel: Nationaal personeel per land (in de landenkantoren en de projecten)
Landenkantoren
Projecten
Totaal
M
V
Tot.
M
V
Tot.
M
V
Tot.
Algerije
5
6
11
16
6
22
21
12
33
Burundi
11
3
14
146
37
183
157
40
197
Benin
10
3
13
80
25
105
90
28
118
Bolivia
5
3
8
12
8
20
17
11
28
Ecuador
1
5
6
19
15
34
20
20
40
Mali
5
2
7
41
8
49
46
10
56
Marokko
5
4
9
32
21
53
37
25
62
Mozambique
1
0
1
1
2
3
2
2
4
Niger
11
2
13
55
8
63
66
10
76
Peru
2
5
7
25
16
41
27
21
48
Palestijns gebied
2
3
5
7
8
15
9
11
20
Congo
16
10
26
165
37
202
181
47
228
Rwanda
11
8
19
99
26
125
110
34
144
Zuid-Afrika
2
1
3
0
1
1
2
2
4
Senegal
5
4
9
47
8
55
52
12
64
Tanzania
8
2
10
22
7
29
30
9
39
Oeganda
6
4
10
9
5
14
15
9
24
Vietnam
2
6
8
0
0
0
2
6
8
TOTAAL
108
71
179
776
238
1014
884
309
1193
60
40
100
77
23
100
74
26
100
%
31
Man/Vrouw
Loonbeleid
De technisch assistenten blijven overwegend mannelijk, maar er komt geleidelijk een beter evenwicht tot stand. Het Juniorprogramma vertoont een omgekeerde situatie, met een overwicht aan vrouwelijke kandidaten én uitgestuurde juniors. De M/V-verhouding op de hoofdzetel en in de landenkantoren is redelijk evenwichtig.
Hoofdzetel De wet van 21 december 1998 tot oprichting van BTC bepaalt dat de lonen bij BTC in overeenstemming moeten zijn met de lonen die de Belgische overheid betaalt. De lonen van het BTC-personeel mogen niet hoger liggen dan die van de ambtenaren in de federale overheidsdiensten.
Tabel: Verdeling M/V van het personeel
Mannen
Vrouwen
Brussel
45 %
55 %
Expats
81 %
19 %
Landenkantoren
83 %
17 %
Interventies
80 %
20 %
Junior assistenten
33 %
67 %
Landenkantoren
60 %
40 %
Interventies
77 %
23 %
Lokaal personeel
Geografisch Het totale personeelsbestand van BTC op het terrein bedraagt 1631 werknemers in 2013. De geografische uitsplitsing wordt gegeven in onderstaand diagram.
Bovenop het brutoloon krijgen de werknemers maaltijdcheques, een (externe) groepsverzekering voor pensioensparen, een hospitalisatie- en bijstandsverzekering, en integrale terugbetaling van de kosten voor het openbaar vervoer. Nieuwe medewerkers worden op basis van een formele functiebeschrijving en een bijbehorende functieclassificatie in een bepaalde loonschaal geplaatst, overeenkomstig het loonbeleid dat op 12/09/2006 door de Raad van Bestuur is goedgekeurd. De lonen stijgen jaarlijks volgens de anciënniteit in de functie. Voor mannen en vrouwen worden dezelfde loonschalen gebruikt; er is dus geen verschil tussen de lonen voor mannen en vrouwen. Alle BTC-medewerkers kunnen de functieclassificatie, de functiebeschrijvingen en de loonschalen vrij raadplegen op het intranet.
Expats Het loonbeleid voor de expats sluit aan bij de aanpak van de Belgische Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en houdt rekening met de internationale arbeidssituatie. Concreet wordt er gewerkt met een voorlopige looninschaling, geïnspireerd op een Hay-classificatie, aange-
Grafiek: Geografische uitsplitsing van het personeel
vuld met expat- en hardshipvergoedingen. BTC biedt ook de klassieke expatvoordelen (huisvesting, schoolvergoeding enz.), inclusief de nodige verzekeringen. BTC respecteert uiteraard alle regels in de Belgische fiscale wetgeving. 82 op de 251 expats zijn niet-Belg en van 14 verschillende nationaliteiten. De regels inzake terugbetaling van het schoolgeld en de huisvesting van het expatpersoneel worden als volgt herzien: 32
Inzake het schoolgeld is het beleid van BTC erop gericht continuïteit van onderwijs te garanderen door ervoor te zorgen dat kinderen van expats de schoolloopbaan kunnen voortzetten in eenzelfde of vergelijkbaar schoolsysteem als vóór de arbeidsovereenkomst met BTC. De schoolkosten in het land van tewerkstelling worden betaald door BTC volgens de budgetplafonds van de toepasselijke regels. Deze kosten worden beschouwd als kosten die inherent samenhangen met het expatleven.
Inzake huisvesting van zijn werknemers en hun gezin in het land van tewerkstelling zorgt BTC ervoor: o dat alle personeelsleden en hun gezinnen in degelijke omstandigheden kunnen wonen, rekening houdend met de beperkingen van de markt en het huizenaanbod op de plaats van tewerkstelling, met bijzondere aandacht voor de veiligheid;
o financieel bij te dragen op basis van de reële kosten tot een door BTC vastgesteld maximumbedrag, dat rekening houdt met de plaats van tewerkstelling, de functie die de werknemer uitoefent en de gezinssamenstelling. Deze nieuwe regelgeving is van toepassing sinds medio 2013 en de gevolgen ervan worden na een jaar geëvalueerd.
organisaties. Op basis hiervan worden loonschalen ingevoerd voor de verschillende functieklassen. De invoering van het loonbeleid houdt ook in dat het basisloon jaarlijks evolueert en aan de stijging van de levensduurte kan worden aangepast. In talrijke landen waar BTC aanwezig is, zijn de voorwaarden op de lokale arbeidsmarkt veranderlijk en staan ze onder druk van de houding van de actoren (internationale organisaties, donoren, partnerministeries) en wijzigingen van de omgeving (inflatie, buitenlandse investeerders, wisselkoers, veiligheidsomstandigheden).
Lokale personeelswerving BTC wil zoveel mogelijk werken met lokale medewerkers om zijn opdracht uit te voeren. Door de lokale medewerkers te coachen en de kans te geven opleidingen te volgen, wil BTC ook de lokale capaciteiten in de partnerlanden versterken. In ieder land wordt gewerkt met objectieve, transparante en open rekruteringsprocedures. Lokale medewerkers ondertekenen een arbeidsovereenkomst die door plaatselijke juristen is goedgekeurd en die de lokale wetgeving respecteert.
Mobiliteit
Junior assistenten
Mobiliteit wordt aangemoedigd. Via interne of externe rekrutering grijpen medewerkers de kans om een ande-
De junior assistenten werken in het kader van het Juniorprogramma voor ontwikkelingssamenwerking. Ze krijgen de kans om maximaal voor twee jaar in een project te werken. Het Juniorprogramma biedt alle juni-
re functie op het terrein of in Brussel in te vullen. Twee medewerkers komen van het terrein teug naar de hoofdzetel, zeven maken de omgekeerde beweging in 2013.
ors dezelfde voorwaarden, waaronder een arbeidscontract, een maandloon, een dertiende maand, huisvesting, sociale zekerheid en de noodzakelijke verzekeringen.
BTC biedt ook de mogelijkheid tot ondersteunende zendingen van lange duur (van één maand tot maximaal zes maanden) naar het terrein.
Sinds 2009 wordt de opleiding en de voorbereiding van
Verzuim
de junior assistenten onder een apart contract van bepaalde duur gebracht. Het specifieke expatcontract van de juniors wordt pas geactiveerd wanneer ze daadwerkelijk naar het terrein vertrekken.
Het verzuimcijfer (korte duur, d.w.z. minder dan een maand) voor de hoofdzetel bedraagt 2,40 %. Dat ligt dicht bij het cijfer dat Securex in 2013 publiceert voor België (privésector): 2,12 %.
Lokaal personeel
Het totale verzuimcijfer bedraagt 4,03 %, dat is duidelijk beter dan de 6,26 % gepubliceerd voor België in 2013.
BTC wil zich profileren als een correcte en interessante werkgever in de partnerlanden met aandacht voor de lokale arbeidsmarkt. Dit betekent dat, per land, de mediaanpositie wordt bepaald voor de verschillende functieniveaus ten opzichte van een aantal vergelijkbare
33
Verloop van het personeel
Tabel: Instroom expats (2013) M
V
Totaal
Expats
41
14
55
Junior assistenten
15
30
45
Totaal
56
44
100
Expats
M
V
Totaal
Pensioen
1
0
1
Hoofdzetel Het personeelsverloop (ontslag en vertrek van werknemers) bedraagt 4,8 % in 2013. Dat is een daling ten opzichte van 2012 (6,4 %). Deze daling is waarschijnlijk toe te schrijven aan de onzekerheid op de arbeidsmarkt en een eerder 'voorzichtig' personeelsbeheer bij de chefs van de verschillende diensten. Tabel: Instroom hoofdzetel volgens leeftijd (2013)
Tabel: Uitstroom expats (2013)
Leeftijd
M
V
Totaal
20 - 30 jaar
0
7
7
Einde contract
42
8
50
31 - 40 jaar
4
3
7
Opzeg werknemer
5
2
7
41 - 50 jaar
1
2
3
Ontslag
4
2
6
51 - 60 jaar
2
0
2
Onderlinge overeenstemming
1
0
1
61 - 70 jaar
0
0
0
Totaal
53
12
65
Totaal
7
12
19
Junior assistenten
M
V
Totaal
Einde contract
13
31
44
Opzeg werknemer
1
4
5
Ontslag
0
1
1
Onderlinge overeenstemming
0
1
1
Totaal
14
37
51
ALGEMEEN TOTAAL
67
49
116
Tabel: Uitstroom hoofdzetel (reden van vertrek) Reden
M
V
Totaal
Onderlinge overeenstemming
1
0
1
Vervangingsovereenkomst
1
1
2
Contract van bepaalde duur
0
7
7
Einde mandaat
0
0
0
Overplaatsing zetel - terrein
6
3
9
Opzeg werknemer
1
4
5
Ontslag
1
2
3
Pensioen
2
2
4
Totaal
12
19
31
Loopbaanontwikkeling
Sinds 2007 beschikt BTC over een programma voor loopbaanontwikkeling: de ontwikkelcirkels. Ze stellen de leidinggevende in staat om zijn rol als coach en begeleider van zijn medewerke0072s ten volle op te nemen. Ze vergemakkelijken de communicatie, dragen bij tot het behalen van de doelstellingen en stimuleren de ontwikkeling van de medewerkers. Ontwikkelcirkels zijn gericht op een betere individuele en organisatorische werking. Ze hebben geen impact op het loon.De nodige opleidingen over de toepassing van de ontwikkelcirkels worden georganiseerd en het directiecomité wordt geïnformeerd over de implementatie van de ontwikkelcirkels op de hoofdzetel en op het terrein. De evolutie en de evaluatie van dit instrument (de ontwikkelcirkels) is een van de grote projecten waarmee HR start in 2013. 34
Een systeem voor de introductie van competentiemanagement bij BTC wordt in 2013 uitgewerkt. De implementatie ervan wordt goedgekeurd en voorbereid voor 2014. Het systeem is consistent met de keuzes uit het verleden en gebruikt het 5+1 Hudson-competentiemodel dat de basis vormt voor de functiewegingen bij BTC. Deze aanpak is in lijn met het competentiemanagement bij de federale overheid, mits specifieke toevoeging van de BTCwaarden (respect, integriteit, engagement, verantwoordelijkheidszin).
Learning & Development In 2013 evolueert de dienst Vorming volgens de principes van de HR-reorganisatie. Verder grijpt de dienst de kans om een nieuwe trend te volgen in de opleidingswereld: zich niet beperken tot louter opleidingen geven maar ook andere soorten van leren aanbieden. Zo heet de dienst sinds 2013 ‘Learning & Development’.
BTC en Learn4dev Net als de vorige jaren is BTC actief binnen Learn4dev, het internationaal competentie- en ontwikkelingsnetwerk van donoren en ontwikkelingsagentschappen. Het netwerk van meer dan 30 organisaties maakt het mogelijk om gezamenlijke opleidingsprogramma's op te zetten of leermateriaal in elektronische vorm aan te bieden en de opleidingen van de leden open te stellen
’transfer’ naar de werkvloer vormt een grote uitdaging voor elke organisatie op het domein gebied van competentie- en kennisbeheer. BTC wil als een lerende organisatie met oog voor het ontwikkelen van de competenties van haar medewerkers hiervoor een optimaal kader aanbieden. Om dat beter in kaart te brengen, gaat de dienst Learning & Development voortaan systematisch na of de aangeboden opleidingen daadwerkelijk tot een grotere effectiviteit van de medewerker hebben geleid. De eerste resultaten zijn bevredigend. ‘Geïntegreerde’ vorming Na enkele jaren van groeiend opleidingsaanbod en een beter intern opvolgingssysteem voor de opleidingen op het terrein, komt het totaal aantal formele vormingsuren in 2013 grotendeels overeen met dat van 2012. Hiermee haalt BTC het streefcijfer van een gemiddelde van vijf opleidingsdagen per medewerker. De onderstaande tabel die enkel de formele opleidingsuren vermeldt, geeft echter een steeds onvollediger beeld van de vele leerinitiatieven die bij BTC plaatsvinden. Door het beter integreren van competentieontwikkeling en kennisuitwisseling in reeds geplande activiteiten zoals backstoppings en monitoring & evaluatie-oefeningen nemen deze informele leervormen een almaar belangrijker plaats in.
voor medewerkers van de verschillende agentschappen. Bovendien kunnen BTC-experts ervaring en kennis delen met experts van andere agentschappen en donoren, waaronder de Europese Unie, GIZ, de Wereldbank, enz. De Algemene Vergadering van Learn4dev in Bonn, gezamenlijk georganiseerd door GIZ en de Europese Commissie, bood een nieuwe gelegenheid om zich te engageren ten gunste van leren en kennisdeling als kerntaken.
Grotere betrokkenheid van de partners In overeenstemming met de principes van de Verklaring van Parijs streeft BTC naar een grotere betrokkenheid van de partnerlanden bij vormings- en uitwisselingsinitiatieven. Zowel op de hoofdzetel als op het terrein nemen vertegenwoordigers van de partnerlanden voortaan systematisch deel aan alle vormingsinitiatieven.
Van output naar outcome: effectiviteit meten Hoe garanderen dat de kennis en vaardigheden die in opleidingen wordt opgedaan of aangeleerd effectief wordt toegepast in de praktijk? Dit probleem van de 35
Tabel: Opleidingsuren 2013 (zetel en terrein)
2009
2010
2011
2012*
2013
Verhouding
Personeel hoofdzetel
6.545
8.257
12.275
12.077
9.525
40 / 60
Personeel terrein
9.353
16.740
26.308
27.697
26.927
67 / 33
15.898
24.997
38.583
39.774
36.452
60 / 40
199.012
396.486
441.739
337.657
290.988
Totaal Budget (€)
*Het betreft voorlopige cijfers die niet alle formele vormingen op het terrein in rekening brengen. ** Deze verhoudingen stemmen grotendeels overeen met de verhouding man/vrouw op de hoofdzetel en het terrein in 2013
Telewerk
Reorganisatie van HR
Enerzijds om het privé- en beroepsleven beter op elkaar af te stemmen en anderzijds om de werknemer te laten werken op een plaats die beter aangepast is aan het uitvoeren van bepaalde taken, kent BTC twee bij-
In 2013 wordt een nieuwe HR-structuur opgezet. Die is efficiënter en meer gericht op ondersteuning aan het terrein:
zondere vormen van werkorganisatie.
Het occasioneel telewerk laat alle medewerkers toe maximaal 15 werkdagen per kalenderjaar thuis te werken. 60 medewerkers maken hiervan gebruik in 2013.
Het structureel telewerk biedt het personeel de mogelijkheid om een vaste dag per week thuis te werken. BTC betaalt de medewerker de kosten voor het maandelijks internetabonnement terug. In 2013 wordt het systeem door 49 medewerkers gebruikt.
Sociaal overleg Het Basisoverlegcomité (BOC) is de officiële bijeenkomst tussen de werkgever en de drie vakbondsvertegenwoordigingen. Het komt op regelmatige tijdstippen samen en wordt voorgezeten door de voorzitter van het Directiecomité. Tijdens deze bijeenkomsten stelt BTC, op initiatief of vraag van de vakorganisaties, verschillende dossiers voor die betrekking hebben op het BTCpersoneel (individuele gevallen worden niet besproken). De vakbonden worden uitgenodigd om hun advies te geven. Het wettelijk kader voor het BOC is de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, en de bijbehorende koninklijk uitvoeringsbesluiten. Het Basisoverlegcomité maakt deel uit van het Sectorcomité VII (KB van 30/7/2003, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 29/9/2003). In 2013 komt het Basisoverlegcomité vijf keer bijeen.
De centrale diensten worden opnieuw gegroepeerd (juridische dienst, payroll en dienst reizen);
HR-support: een nieuwe dienst, voltallig op 01/10/2013, die maximaal aansluit bij de nieuwe organisatie van de Directie OPS en die zo goed mogelijk overeenstemt met het werk in landenteams. Drie HR-partners staan in voor de verschillende geografische zones, onder de coördinatie van een HR-manager, die op zijn beurt dienst doet als HRpartner voor het personeel van de hoofdzetel.
Eind oktober 2013 wordt een eerste week van de HR Focal Points of HR-aanspreekpunten georganiseerd. Dat is voor alle HR Focal Points van de verschillende landen de gelegenheid om de balans op te maken van hun situatie, om geïnformeerd te worden over de nieuwe HR-instrumenten en om een rechtstreekse band te smeden met hun HR-partner, die hun belangrijkste gesprekspartner zal zijn. In 2013 start HR verschillende grote projecten op. Die houden stuk voor stuk verband met het belang dat BTC hecht aan een passend HR-beleid voor de opvolging en het beheer van de personeelszaken.
Rekrutering en mobiliteit Een interne audit wordt georganiseerd over de rekruteringsprocessen op de hoofdzetel. De conclusies en aanbevelingen worden begin 2014 voorgesteld aan de nieuwe Raad van Bestuur. In 2013 ontbreekt een geschikt informatica-instrument om de rekruteringsprocessen te beheren en om de goedgekeurde procedures uit te kunnen voeren. 36
Milieuverslag Het milieu is een van de transversale thema’s van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Daarom moe-
Ypersele2 en naar de integratie van het thema 'milieu' in de Indicatieve Samenwerkingsprogramma's (ISP)
ten milieuvraagstukken integraal deel uitmaken van de activiteiten van de hoofdzetel (interne mainstreaming) en van de interventies in de partnerlanden (externe mainstreaming). Dit beknopt milieuverslag beschrijft de
met de partnerlanden.
belangrijkste krachtlijnen, mijlpalen en resultaten op het vlak van milieuzorg in 2013 op beide niveaus. In 2013 worden twee belangrijke dossiers afgerond. Die werden een jaar eerder opgestart en stellen het belang van milieuzorg en duurzame ontwikkeling in de Belgische ontwikkelingssamenwerking in een nieuw daglicht.
Nieuwe wet op de Ontwikkelingssamenwerking Op 19 maart 2013 verschijnt de nieuwe wet op de Ontwikkelingssamenwerking in het Belgisch Staatsblad. Vanaf hoofdstuk 1 heeft de wet het in de algemene bepalingen over 'duurzame ontwikkeling' en benadrukt dat we rekening moeten houden met "... de uitputbaarheid en de noodzaak om de (natuurlijke) middelen te bewaren". Artikel 11 over de basisprincipes bevestigt dat de thema's gender en milieu in alle interventies transversaal geïntegreerd moeten worden. Deze wet legt dus voor de volgende jaren het kader vast voor de operationele strategieën en actieprincipes van BTC.
Externe evaluatie van de integratie van het milieu in de ontwikkelingssamenwerking In 2013 laat de Dienst Bijzondere Evaluatie van de Internationale Samenwerking (DBE) een externe evaluatie uitvoeren over de integratie van het milieu binnen alle kanalen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking (multilateraal, bilateraal, universiteiten, ngo's, enz.). Het onderzoek besteedt veel aandacht aan de manier waarop de strategienota 'Leefmilieu', die de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD) in 2002 opstelde, werd verspreid en gebruikt. Het doel was ervoor te zorgen dat er beter rekening gehouden wordt met milieuvraagstukken. De evaluatie verwijst ook naar het verslag van Professor Jean-Pascal van
De evaluatie onderstreept de inspanningen die de Belgische ontwikkelingssamenwerking (en BTC) geleverd hebben om milieuaspecten op te nemen in de formuleringen en in de uitvoering van de interventies. Vooral de ontwikkeling doorheen de tijd is belangrijk en het zijn dan ook de recentste projecten die de milieudimensie het best integreren (milieu-impactstudies, capaciteitsversterking, keuze van de strategieën, specifieke activiteiten, indicatoren, enz.). Maar er is nog veel werk aan de winkel om het thema nog systematischer en diepgaander op te nemen. De evaluatoren zijn ook van mening dat die milieumainstreaming nog ontoereikend is om 'ontwikkeltrajecten echt te corrigeren' naar meer duurzaamheid. 'De
milieurisico's identificeren en beperken, de capaciteiten van de partners versterken, hernieuwbare energiebronnen en goede milieupraktijken bevorderen zal niet volstaan om de ontwikkelstrategieën naar meer inclusieve benaderingen te oriënteren.' Hier gaat het eerder om een strategisch dan een operationeel niveau. BTC zal dan ook actief bijdragen aan de denkoefeningen en de acties op dit vlak. Nieuwe samenwerkingsprogramma's die geïdentificeerd (of al uitgevoerd) worden, in Vietnam, Peru, Mozambique of Algerije openen de weg voor dit streven naar duurzaamheid.
Een nieuwe milieustrategie in de maak In het verlengde van deze externe evaluatie is DGD een nieuwe strategienota aan het voorbereiden over het milieu en over de klimaatveranderingen waarmee de Belgische ontwikkelingssamenwerking rekening moet houden. Deze nota wordt in 2014 afgewerkt en dient als referentiekader voor de acties van alle spelers van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
Enkele mijlpalen in 2013
2
In Benin worden workshops georganiseerd met internationale en nationale experts uit de gezondheids- en landbouwsector rond integratie van het
www.ipcc.ch
37
milieu in de nieuwe programma's die in formulering zijn. Er wordt een document opgesteld voor de
den opgenomen in de nieuwe interventies. Op gebied van beroepsopleiding wordt rekening gehouden met
kennisopbouw van goede praktijken inzake transversale thema’s (gender en milieu) in de BTCprojecten in beide sectoren.
het milieu bij het optrekken of rehabiliteren van gebouwen, worden nieuwe 'groene' opleidingsketens aangeboden (fotovoltaïsche installaties onderhouden en herstellen) of wordt het vakkenaanbod 'vergroend' (aan-
In Vietnam wordt het nieuw programma voor waterbeheer en stadsontwikkeling tegen de achtergrond van de klimaatveranderingen gelanceerd in drie provincies. In Rwanda worden verschillende promotieprojecten voor hernieuwbare energieën opgestart.
In Peru wordt de eerste fase van het project PRODERN voor het beheer van natuurlijke rijkdommen beoordeeld en wordt de tweede fase op grotere schaal opgestart.
In Burundi wordt de nieuwsbrief 'L’écho des collines' gepubliceerd. Die is voornamelijk gewijd aan milieuaspecten (vervaardigen van bakstenen in gebakken klei, fabriceren en promoten van briketten uit organisch afval ...) meer bepaald in het kader van het bestratingsprogramma in Bujumbura.
Lancering van de 'Expert Group Environment' in het kader van het netwerk van ontwikkelingsagentschappen Learn4dev (www.learn4dev.net / expertise).
Er wordt een 'Handboek voor bouw van openbare gebouwen' gepubliceerd (www.btcctb.org). Dat zet de milieu- en duurzaamheidscriteria waarmee men rekening moet houden in de verf.
Er wordt een foldertje gepubliceerd 'Een milieuvriendelijke dag bij BTC'. Dit document is beschikbaar op het intranet van BTC.
Er wordt een 'milieublog' gelanceerd om denkoefeningen en uitwisselingen rond verschillende milieuthema's te promoten (www.btcctb.org/blog).
Er wordt een gedetailleerde CO2-afdruk opgesteld en 1767 CO2-certificaten aangekocht ter compensatie van de uitstoot die wordt veroorzaakt door de dienstreizen en het elektriciteitsverbruik op de hoofdzetel in Brussel.
Het milieu: transversaal thema en interventiesector Integratie van de milieudimensie in de projecten
dacht voor milieubeheer). In Marokko worden de milieu-actieplannen, specifiek voor elk project, op participatieve manier vastgelegd. Zo kunnen milieuproblemen worden blootgelegd en alternatieven of verzachtende maatregelen worden voorgesteld. Deze actieplannen worden geleidelijk aan uitgevoerd in 2014.
Meer en meer projecten met een milieudimensie Naast het mainstreamingaspect dringt de milieudimensie zich steeds meer op als interventiesector op zich. Verscheidene (vooral middeninkomens)landen gaven aan dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking haar inspanningen mag toespitsten op het ondersteunen van de milieuproblematiek. De stadsontwikkeling aanpassen aan de klimaatveranderingen (Vietnam), hernieuwbare energiebronnen ontwikkelen (Rwanda, Mozambique), het afval beheren (Algerije), sanitatie installeren op het platteland en duurzame landbouw promoten (Marokko), de natuurlijke rijkdommen duurzaam beheren ten voordele van de lokale bevolking (Peru, Tanzania) ... in al deze domeinen kampten onze partnerlanden met moeilijkheden. Die domeinen lenen zich uitstekend tot een innovatieve samenwerking die ondersteuning in governance, capaciteitsversterking en uitwisseling van technologieën combineert. Dat zijn ook gebieden waar België zijn knowhow echt kan inzetten, zowel wat betreft institutionele organisatie als uit te voeren technieken en research.
Milieu-inspanningen op de zetel van BTC De prioriteiten van BTC liggen uiteraard bij de interventies in onze partnerlanden. Toch moet de hoofdzetel in Brussel het goede voorbeeld geven en de tips en aanbevelingen die we aan het terrein geven, zelf in de praktijk brengen. Dat geldt zeker en vast ook voor het milieubeheer. In 2013 wordt een belangrijk project gestart op het niveau van de informatica-installaties.
versterken, van bij de formulering
Energie en informatica
In 2013 worden de inspanningen om de milieuthematiek te integreren in de formuleringen vergroot. Bijvoorbeeld in de gezondheidssector, waar elementen m.b.t. duurzaam onderhoud van de infrastructuur en het be-
De zalen voor de informaticaservers verbruiken veel energie om de lucht af te koelen. Er zijn extra batterijen nodig als ondersteuning bij een eventuele stroompanne. BTC heeft zich ertoe verbonden zijn informatica-
heer van biomedisch afval met grotere regelmaat wor-
infrastructuur geleidelijk aan uit te besteden door meer 38
een meer een beroep te doen op software die via een internetverbinding 'Software as a service' wordt aangeboden. Op die manier zal er minder specifieke infrastructuur nodig zijn en zal het energieverbruik gevoelig dalen. De nieuwe computerschermen bij BTC zijn ledschermen die weinig verbruiken en automatisch in de waakstand gaan. Nieuwe computers worden uitgerust met SSD-geheugens die geleidelijk aan de (mechanische) harde schijven zullen vervangen en het energieverbruik verminderen.
Waterverbruik In 2013 bedraagt het waterverbruik per persoon 2,5 m3/VTE, dat is een kleine daling vergeleken met vorig jaar en een daling van 22 % vergeleken met 2009. De performantie van BTC is zeer goed (vergeleken met het gemiddelde van de federale instellingen). Dat is te danken aan het verantwoord gedrag van het personeel, aan het puike werk van de schoonmaakploegen, aan het regelmatig opvolgen van alle tellers om lekken en abnormaal verbruik op te sporen en om ze regelmatig te onderhouden.
Elektriciteitsverbruik
ren en spaarlampen installeren en het personeel sensibiliseren rond 'goede gebruiken op kantoor'.
Gasverbruik Het gasverbruik (voor verwarming) blijft hoog bij BTC maar in 2013 ligt het gevoelig lager (min 13 %). Die aanzienlijke daling is grotendeels toe te schrijven aan de milde temperatuur op het eind van het jaar. In termen van een genormaliseerd verbruik (rekening houdend met de gemiddelde temperatuur) en vergeleken met 2012 is het verbruik in 2013 gedaald met 7 %.
Papierverbruik Tot 2011 werd het papierverbruik geschat op basis van het aantal kopieën dat elke maand werd geteld op de kopieermachines. Sinds 2012 heeft BTC zich aangesloten op de indicator die wordt gebruikt door andere federale instellingen en wordt het papierverbruik uitgedrukt in gewicht (kilo) per jaar per persoon (VTE). Voor 2013 staat het hele papierverbruik voor een gemiddelde van 31,5 kg/persoon. Dat is minder dan vorig jaar en beduidend minder dan het federale gemiddelde van 40 kg/jaar/VTE. Alle publicaties van BTC worden met plantaardige inkt gedrukt op FSC-papier dat voor 50 % gerecycleerd is.
In 2013 stijgt het elektriciteitsverbruik lichtjes vergeleken met 2012 maar het gemiddelde jaarverbruik ligt nog steeds relatief laag. We blijven bewegingssenso-
39
Financieel verslag
40
BTC BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP HOOGSTRAAT 147 1000 BRUSSEL T +32 (0)2 505 37 00 F +32 (0)2 502 98 62
[email protected] WWW.BTCCTB.ORG