Belgian Group for Endoscopic Surgery
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Informatie- en Toestemmingsformulier De Gastro-Oesofageale Chirurgie d.m.v. Laparoscopie De Chirurgie van de Galblaas d.m.v. Laparoscopie Liesbreuk : Laparoscopische Behandeling Appendectomie d.m.v. Laparoscopie De Chirurgie van de Dikke Darm d.m.v. Laparoscopie. Goedaardige Aandoening
Informatie en Toestemmingsformulier
De ondergetekende de Heer / Mevrouw geboren op .................................................................................................................................. verklaart uitdrukkelijk dat tijdens de consultatie van Dokter ......................................................................................................... op ............................................................., uitdrukkelijk overeengekomen werd dat een hospitalisatie noodzakelijk is vanaf ............................................. in het Hospitaal / of Kliniek ............................................................................, teneinde een heelkundige ingreep te ondergaan die normaal voorzien is voor ........................................................................................... Dokter .......................................................................................... heeft mij precieze toelichtingen overgemaakt nopens mijn gezondheidstoestand. Hij heeft mij in eenvoudige en verstaanbare termen de mogelijke evolutie omschreven, indien men niet tot een heelkundige ingreep overgaat. Hij heeft mij eveneens inlichtingen overgemaakt in verband met alternatieve behandelingen, indien zij bestaan, met hun voordelen en nadelen. Hij heeft eveneens duidelijk de aard en het doel van de ingreep beschreven die zal worden uitgevoerd, het ongemak dat hieruit kan voortvloeien, alsook de risico’s en mogelijke verwikkelingen van deze heelkundige ingreep, niet alleen direct na de ingreep, doch eveneens op latere datum. Ik heb bovendien in dit verband een prospectus ontvangen met de nodige uitleg. Men heeft mij eveneens verwittigd dat gedurende de ingreep, de arts genoodzaakt zou kunnen zijn de ingreep uit te breiden door bijkomende behandelingsdaden te stellen verschillend van diegene die oorspronkelijk werden voorzien, en dit in geval van ontdekking of onvoorziene omstandigheden. In deze omstandigheden geef ik de toestemming aan de arts om elke daad handeling te stellen die hij noodzakelijk acht, en dit in geval van volstrekte noodzakelijkheid. Bovendien, verklaar ik uitdrukkelijk op de hoogte te zijn van een schatting van de financiële kosten (bedrag van de persoonlijke bijdrage) in verband met dit type van behandeling, in verhouding met mijn persoonlijke eisen. Ik heb de gelegenheid gehad om vragen te stellen en Dokter .......................................................................................... heeft hierop op voldoende en volledige wijze geantwoord. Ik heb de antwoorden die mij werden overgemaakt goed begrepen. Ik geef mijn toestemming voor de uitvoering van de behandeling, voorzien onder bovenvermelde voorwaarden. Ik verklaar bovendien de geneesheer op loyale wijze te hebben ingelicht nopens mijn voorbestaande gezondheidstoestand. Opgesteld op ...........................................................,
Dit document moet, door U ondertekend, bij de opname worden overgemaakt aan een lid van het medisch team om bij het medisch dossier te worden gevoegd.
De Gastro-Oesofageale Chirurgie d.m.v. Laparoscopie U wordt weldra geopereerd o.w.v. uw ziekte van gastro-oesofageale reflux, o.w.v. uw hernia diaphragmatica (middenrifsbreuk) en dit d.m.v. laparoscopie. Dit document heeft tot doel u uit te leggen : – wat de ziekte inhoudt ; – wat de methode van de laparoscopie inhoudt ; – welke de risico’s zijn verbonden aan deze techniek, vooral i.v.m. uw operatie ; – welke verwikkelingen zich kunnen voordoen.
De ziekte van de Gastro-Oesofageale Reflux (GOR) De ziekte van de gastro-oesofageale reflux wordt veroorzaakt door het terugkeren van de maaginhoud, meestal zuur, naar de oesofagus (slokdarm), abnormaal vaak en in abnormale hoeveelheden. Iedereen heeft reflux maar wanneer dit zich zeer vaak en in zeer grote hoeveelheden voordoet, veroorzaakt de reflux een ontsteking van de slokdarm (oesofagitis) en symptomen zoals branderig gevoel, oprispingen, het gevoel van „zuur” dat terugkomt naar de mond. In bepaalde gevallen is de reflux zo erg dat zij symptomen veroorzaakt zoals ademhalingsmoeilijkheden, hoestbuien, astma, irritaties ter hoogte van de keel, irritaties ter hoogte van de mond. Deze ziekte werd bij u vastgesteld : zij wordt veroorzaakt door de gebrekkige werking van wat wij de onderste sfincter (sluitspier) van de slokdarm noemen. Dit is een klep aan de verbinding tussen de slokdarm en de maag, die de overgang tussen deze twee controleert ; wanneer u iets inslikt, opent deze klep zich om het eten door te laten. Wanneer u uw maaltijd beëindigd heeft, wanneer u zich bukt of voorover buigt zal deze klep verhinderen dat de maaginhoud terugkomt naar de mond. Wanneer de klep slecht of onvoldoende werkt, ontstaat er ontsteking van de slokdarm en verschijnen de symptomen. U moet ook weten dat dit slecht functioneren zeer vaak gepaard gaat met een hernia diaphragmatica (middenrifsbreuk). De middenrifsbreuk is een anatomische misvorming : het bovenste deel van de maag heeft de neiging om op te stijgen naar de borstkas, terwijl de volledige maag normaal in de buikholte moet blijven. Omdat de slechte werking van de sluitspier zich zeer vaak samen voordoet met de middenrifsbreuk, spreekt men vaak van een middenrifsbreuk om eigenlijk een ziekte van gastro-oesofageale reflux te beschrijven. De behandeling van de ziekte van gastro-oesofageale reflux Sedert enkele maanden of jaren hebben uw artsen u behandeld met geneesmiddelen. Deze geneesmiddelen verminderen de produktie van zuur door de maag. Zo is de reflux minder belangrijk en vooral minder irriterend voor de slokdarm. De symptomen verdwijnen dan min of meer, en de ontsteking van de slokdarm vermindert. Spijtig genoeg herstellen deze geneesmiddelen de sluitspier van de slokdarm niet, en evenmin de middenrifsbreuk. U heeft dan ook kunnen vaststellen dat uw symptomen terugkomen van zodra u ophoudt de geneesmiddelen in te nemen. Het is na al deze pogingen dat uw dokters u hebben voorgesteld u te opereren om een goede klep te „reconstrueren” ; dit is wat wij noemen : de „antireflux” chirurgie.
De „antireflux” chirurgie De chirurgie van de gastro-oesofageale reflux bestaat erin de onderste sluitspier van de slokdarm te versterken door het bovenste deel van de maag te gebruiken. Dit deel wordt rondom het onderste deel van de slokdarm gefixeerd, daar waar zich de sluitspier bevindt. U kan het beschouwen als een soort das rondom de slokdarm. Deze techniek kan worden uitgevoerd door de bovenste helft van uw buik te openen. Sedert enkele jaren kan deze chirurgische techniek ook worden uitgevoerd d.m.v. laparoscopie, maar alleen indien uw heelkundige voorgeschiedenis en de preoperatieve onderzoekingen geen tegenindicatie aantonen.
De chirurgie d.m.v. laparoscopie Algemene inlichtingen die gelden voor alle technieken In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort „luchtbel” worden aangelegd om in te werken, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de „luchtbel”) kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die word ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg „trocars”, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie „met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel, binnen enkele dagen na de operatie. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met „open buik”. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men „disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan de faktuur bestemd voor de patiënt. U moet dan ook vóór de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen vragen over de eventuele financiële kost die ten laste blijft van uzelf. Vóór de operatie De avond vóór de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen inneemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn werkgroep. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, ...) moet u hierover spreken met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Vaak is pre-operatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen of ingespoten worden voor de operatie). Vóór de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw
aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie, die meerdere uren kan duren, onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van uw chirurg. De risico’s van de antireflux chirurgie d.m.v. laparoscopie Bij deze operatie kunnen zich altijd bepaalde verwikkelingen voordoen, zoals bij elke chirurgische ingreep. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie ; de meest frekwente zijn, bij wijze van voorbeeld : – een reactie op de algemene anesthesie ; – een bloeding ; – een verwonding aan een abdominaal orgaan (in de buik) ; – een verwikkeling aan de longen ; Deze lijst is niet volledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie : – een post-operatieve bloeding ; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien blijkt ; – een infectie aan de littekens ; – een infectie in de buik, in de longen, aan de urine, .... Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld TIJDENS de operatie, kan zij worden behandeld ofwel d.m.v. laparoscopie, ofwel d.m.v. een open chirurgie. De faktoren die de mogelijkheid vergroten om van operatie met gesloten buik over te gaan naar de techniek van open buik (= conversie) zijn bij voorbeeld : – obesitas (zwaarlijvigheid) – een eerdere abdominale operatie, die zeer dichte vergroeiingen veroorzaakt. Deze noodzaak is zeldzaam, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dit mogelijk is en hierover spreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de methode van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in zicht te brengen of te manipuleren. Na de operatie Na een antireflux ingreep zal u zeer snel vaststellen dat uw symptomen verdwijnen, zonder enig antizuur geneesmiddel. Omdat uw antireflux-klep werd versterkt, kan u moeilijkheden ondervinden om voedsel door te slikken. Wij noemen dit dysfagie (slikstoornis). Deze dysfagie komt zeer vaak voor en verbetert meestal na 4 tot 6 weken. Uw chirurg zal u raad geven in verband met uw dieet. Indien dit probleem na meer dan twee maanden blijft bestaan, of indien u te veel gewicht heeft verloren, moet u absoluut terug uw chirurg raadplegen. Zo moet u ook opnieuw uw geneesheer of uw chirurg raadplegen indien u vaststelt dat uw symptomen van reflux terugkeren, of bij elke aanhoudende pijn in de buik of in de borstkas. Na het vertrek uit het ziekenhuis De patiënt wordt uitgenodigd om zich aan te bieden voor een post-operatieve raadpleging (na de operatie) de dag bepaald door de chirurg. De patiënten worden aanbevolen om een lichte aktiviteit te hernemen, zodra zij het ziekenhuis hebben verlaten.
De post-operatieve pijn (na de operatie) is meestal licht, maar bij bepaalde patiënten is toch anti-pijn medicatie noodzakelijk. Meestal zijn na de operatie geen antireflux geneesmiddelen nodig. Het voedselregime van de patiënt wordt na de operatie aangepast : men begint met vloeibaar eten, dan half-vloeibaar en vervolgens geleidelijk aan met vast voedsel. Uw chirurg zal u informeren over uw dieet en over de beperkingen die u onmiddellijk na de operatie moet naleven. Uw chirurg zal u informeren over hoe u na een zeker verloop van tijd uw dagdagelijkse aktiviteiten weer mag hernemen, en welke aktiviteiten u moet vermijden. Wanneer moet u uw chirurg contacteren ? Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld één van de volgende situaties vaststelt : – een aanhoudende koorts ; – rillingen ; – bloedingen ; – een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn ; – aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken ; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden ; – aanhoudende pijn bij het inslikken van voedsel ; – het doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde. Wat mag men verwachten van de antireflux chirurgie Studies hebben aangetoond dat de meerderheid van de patiënten 10 tot 20 jaren na de operatie nog steeds geen symptomen vertonen. Het terugkeren van de symptomen is echter altijd mogelijk. Bepaalde personen zullen ook nevenverschijnselen vertonen, „sekwellen” van deze operatie zoals : vaker opzwellen van de buik, vaker opstapelen van buikgas, soms moeilijkheden om bepaalde veeleer harde, grote of droge etenswaren door te slikken. Soms zullen bepaalde patiënten met aanhoudende dysfagie een verwijding kunnen ondergaan van de klep via een eenvoudige gastroscopie. Tenslotte zullen enkele personen opnieuw dienen te worden geopereerd, ofwel omdat de symptomen terugkeren, ofwel omdat zij belangrijke problemen hebben om door te slikken. Slotbemerking Uw chirurg zal antwoorden op alle nuttige vragen in verband met de voor- en nadelen van deze chirurgie. De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit dokument kan echter niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. U zal worden uitgenodigd om een dokument te ondertekenen waarin u erkent uw instemming te geven na voldoende te zijn ingelicht (“informed consent”).
De Chirurgie van de Galblaas d.m.v. Laparoscopie U wordt weldra geopereerd, waarbij een laparoscopische cholecystectomie zal worden uitgevoerd, d.w.z. een ingreep waarbij een verwijdering van de galblaas d.m.v. laparoscopie wordt verricht. Dit document heeft tot doel u uit te leggen :
– wat deze ziekte inhoudt ; – wat de methode van de laparoscopie inhoudt ; – welke risico’s en verwikkelingen verbonden zijn aan deze techniek, vooral i.v.m. uw operatie ; De galsteenziekte De aanwezigheid van steentjes in uw galblaas veroorzaakt pijn en/of aandoeningen, o.m. ernstige of chronische ontstekingen van de galblaas of het terechtkomen van een steentje vanuit de galblaas in de galweg, hetgeen op zijn beurt geelzucht, een infectie van de galwegen (cholangitis) of een ontsteking van het pancreas (alvleesklier) kan veroorzaken. Omdat het bestaan van galstenen dit soort aandoeningen kan veroorzaken, stelt de dokter u een chirurgische ingreep voor. In de praktijk wil dit zeggen dat de toestand van uw galblaas op het ogenblik van de chirurgische ingreep zeer verschillend kan zijn naargelang de klachten en de afwijkingen die u kan vertonen, en de ingreep kan dus al dan niet gemakkelijk verlopen. Meer in het bijzonder kan er een steentje in de galweg worden ontdekt voor of tijdens de chirurgische ingreep. Behoudens de ingreep aan de galblaas moet dit steentje dan eveneens worden verwijderd. Deze verwijdering gebeurt ofwel door het steentje voor, tijdens of na de ingreep te verwijderen hetzij d.m.v. endoscopie (dit noemt men een „endoscopische sfincterotomie”) hetzij door een bijkomende behandeling tijdens de laparoscopische ingreep. Uw galblaas zal samen met de galstenen worden verwijderd. Zo men dit niet zou doen (en enkel de galstenen zou verwijderen) loopt u gevaar opnieuw galstenen te ontwikkelen, en dus opnieuw geopereerd te moeten worden. De behandeling van de galstenen Tegenwoordig is de cholecystectomie de behandeling bij uitstek voor galsteenziekte. Het is thans bewezen dat de methoden tot het oplossen van de steentjes of van de verbrijzeling van de steentjes door ultrageluid zeer weinig doeltreffend zijn, en deze methoden worden dan ook vrijwel niet meer toegepast. De chirurgie van de galblaas Wanneer men u een chirurgische ingreep voorstelt, bestaan er twee mogelijkeden : hetzij een chirurgie „ met open buik” d.m.v. laparotomie (of het openen van de buikwand ter hoogte van de galblaas), hetzij een chirurgie „met gesloten buik” d.m.v. laparoscopie. Het principe van de laparoscopie, de voordelen ervan, de mogelijke verwikkelingen en het risico om tijdens de laparoscopie te moeten overgaan naar een laparotomie worden u hierna uitgelegd in een paragraaf die gewijd is aan de laparoscopie. In de praktijk worden „eenvoudige gevallen” van galsteenziekte behandeld d.m.v. laparoscopie. Daarentegen kunnen bepaalde ingewikkelde gevallen — vooral de zware acute of chronische ontstekingen van de galblaas — soms onmogelijk behandeld worden d.m.v. laparoscopie. In dat geval zal uw chirurg veiligheidshalve opereren „met open buik”, hetzij van in het begin, hetzij tijdens de laparoscopische ingreep en gedurende dezelfde anesthesie (verdoving). De chirurgie van de cholecystectomie zelf Het verloop van de ingreep van cholecystectomie (verwijdering van de galblaas) is identiek zowel bij chirurgie d.m.v. laparoscopie als bij chirurgie „met open buik”. Het principe bestaat erin dat men de galblaas verwijdert na de slagader en de afvoergang van de galblaas te hebben afgesloten met gebruik van afsluitclips of ligaturen (afbindingen). Tijdens de chirurgische ingreep kan uw chirurg desnoods een radiografie maken van de galwegen. Zelfs indien u allergisch bent aan jodium, zal de inspuiting van de jodiumhoudende kontraststof in de galwegen zeer zelden een probleem veroorzaken. Toch moet u uw chirurg verwittigen van uw overgevoeligheid. Tenslotte zal de galblaas worden verwijderd doorheen één van de openingen van de kijkbuis (zie verder), die soms wel moet worden vergroot om de galblaas en de grotere steentjes te kunnen uithalen. De chirurgie d.m.v. laparoscopie
Algemene inlichtingen die gelden voor alle technieken In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen moet er dus eerst een soort „luchtbel” worden aangelegd, en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de „luchtbel”) kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg „trocars”, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie „met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel binnen enkele dagen na de operatie. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde dan de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met „open buik”. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men „disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan de faktuur bestemd voor de patiënt. U moet dan ook voor de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen vragen over de eventuele financiële kost die ten laste blijft van uzelf. Vóór de operatie De avond voor de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn team. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Vaak is pre-operatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen of ingespoten worden voor de operatie). Voor de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie, die meerdere uren kan duren, onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van uw chirurg.
De risico’s van het verwijderen van de galblaas d.m.v. laparoscopie Bij deze operatie kunnen zich altijd bepaalde verwikkelingen voordoen, zoals bij elke chirurgische ingreep. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie : – een reactie op de algemene anesthesie (verdoving) ; – een bloeding ; – een verwonding aan een abdominaal orgaan (in de buik) ;
– een verwonding aan de galbuis, vooral wanneer de chirurgische dissectie moeilijk is. Deze verwikkeling komt niet enkel voor bij de laparoscopische ingreep, en moet op een gepaste wijze worden behandeld. – het ontsnappen van de steentjes in de buikholte ; in dat geval zal uw chirurg alles in het werk stellen om de steentjes te verwijderen. Deze lijst is niet volledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie : – een postoperatieve bloeding ; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien blijkt ; – een infectie aan de littekens ; – een infectie in de buik, in de longen, aan de urine,… Deze lijst is niet volledig. Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld TIJDENS de operatie, kan zij worden behandeld ofwel d.m.v. laparoscopie, ofwel d.m.v. een open chirurgie. De faktoren die de mogelijkheid vergroten om van operatie met gesloten buik over te gaan naar de techniek met open buik (= conversie), zijn bij voorbeeld : – obesitas (zwaarlijvigheid) ; – een eerdere abdominale operatie, die zeer dichte vergroeiingen heeft veroorzaakt. Deze noodzaak is zeldzaam, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dit mogelijk is, en hierover spreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de methode van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in zicht te brengen of te manipuleren. Na de operatie Het verwijderen van de galblaas is een belangrijke abdominale ingreep en kan dus gepaard gaan met een zekere graad van postoperatieve pijn. Misselijkheid en braken zijn niet uitzonderlijk. Het resultaat van de chirurgie aan de gal Na het vertrek uit het ziekenhuis De patiënt wordt uitgenodigd om zich aan te bieden voor een postoperatieve raadpleging (na de operatie) de dag bepaald door de chirurg. De patiënten wordt aanbevolen om een lichte aktiviteit te hernemen, zodra zij het ziekenhuis hebben verlaten. De postoperatieve pijn (na de operatie) is meestal licht, maar bij bepaalde patiënten is toch antipijnmedicatie noodzakelijk. Het voedselregime van de patiënt wordt na de operatie aangepast : men begint met vloeibaar eten, dan half-vloeibaar, en vervolgens geleidelijk aan met vast voedsel. Uw chirurg zal u informeren over uw dieet en over de beperkingen die u onmiddellijk na de operatie moet naleven. Uw chirurg zal u informeren over hoe u na een zeker verloop van tijd uw dagdagelijkse aktiviteiten weer mag hernemen, en welke aktiviteiten u moet vermijden. Wanneer moet u uw chirurg contacteren ? Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld één van de volgende situaties vaststelt : – aanhoudende koorts ; – rillingen ;
– bloedingen ; – een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn ; – aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken ; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden ; – aanhoudende pijn bij het inslikken van voedsel ; – het doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde. Wat mag men verwachten van de chirurgie aan de galblaas ? De risico’s en verwikkelingen op lange termijn zijn miniem. Nochtans kan er een steentje achterblijven of kan er zich opnieuw een steentje vormen in de galwegen, en kan u dus symptomen vertonen : het probleem kan dan door een aangepast therapeutisch optreden geregeld worden. Slotbemerking Uw chirurg zal antwoorden op alle nuttige vragen in verband met de voor- en nadelen van deze chirurgie. De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit document kan echter niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. U zal worden uitgenodigd om een document te ondertekenen waarin u erkent uw instemming te geven na voldoende te zijn ingelicht (“informed consent”).
Liesbreuk : Laparoscopische Behandeling Weldra wordt u geopereerd voor een inguinale hernia (liesbreuk) (breuk gelegen boven het inguinale ligament, d.w.z. boven de liesband, de band die zich bevindt tussen het voorste uitsteeksel van het bekken en de schaamstreek) of voor een femorale hernia (breuk onder het inguinale ligament en onder de liesbreuk). Dit document zal u uitleggen : – Wat deze ziekte inhoudt ; – Wat de laparoscopische techniek inhoudt ; – Welke risico’s en verwikkelingen verbonden zijn aan deze techniek, dit vooral i.v.m. uw operatie ; De femorale of inguinale hernia Een hernia is een uitstulping van het peritoneum (buikvlies) doorheen een opening (de herniapoort) in de buikspieren en het inguinale ligament (de liesband). Deze zwakte van de buikwand kan ertoe leiden dat een darmlus of ander abdominaal weefsel door deze opening naar buiten geraakt. Dit geeft dan de indruk van „een knobbel onder de huid”. Een hernia kan pijn veroorzaken en kan leiden tot ernstige verwikkelingen die een dringende ingreep noodzakelijk kunnen maken. Een inguinale of femorale hernia geneest nooit spontaan. Een chirurgische ingreep is onvermijderlijk, tenzij een strikte tegenindicatie bestaat. De behandeling van de hernia De operatie voor een hernia bestaat er in de inhoud van de breukzak terug te plaatsen in de buikholte, de herniapoort te sluiten en de buikwand te verstevigen, dit om te vermijden dat de hernia terug ontstaat.
Er werden twee heelkundige technieken ontwikkeld : deze van de „open chirurgie” (d.w.z. er wordt een insnede gemaakt ter hoogte van de liesstreek of ter hoogte van de onderbuik) ; en de gesloten techniek door laparoscopische chirurgie. De resultaten van de laparoscopische chirurgie lijken min of meer vergelijkbaar aan die van de open chirurgie. De laparoscopische methode brengt met zich mee dat men een vreemd voorwerp (prothese) aanbrengt om de herniapoort te sluiten. Ook in de klassieke chirurgie kan een prothese (een netje) gebruikt worden om de druk op de buikspieren te verminderen. De chirurgie van de hernia In dit geval brengt men meestal niet-resorbeerbaar materiaal aan (nl. een inactief netje) dit tussen het peritoneum (het buikvlies) en de buikspieren. Het netje is groter dan de herniapoort. Zodoende is de kans dat het netje zich verplaatst zeer klein, maar niet onbestaande. In dit laatste geval kan er zich opnieuw een hernia voordoen. Het risico op infectie door het aanbrengen van het netje is zeer klein. De aanwezigheid van een netje kan tijdens een latere ingreep in het klein bekken, deze ingreep bemoeilijken zonder deze ingreep onmogelijk te maken (bv. bij open operaties aan de prostaat, gynecologische of vasculaire (i.v.m. de bloedvaten) ingrepen). Indien u later een dergelijke ingreep ondergaat is het noodzakelijk uw chirurg te verwittigen dat er eerder een niet-resorbeerbaar netje werd aangebracht. De laparoscopische liesbreuk Algemene inlichtingen die gelden voor alle technieken In normale toestand liggen de buikorganen tegenaan de buikwand. Om ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen, moet er dus eerst een soort „luchtbel” worden aangebracht : in deze „luchtbel” wordt het mogelijk de ingreep uit te voeren. Dit gebeurt door de buik op te blazen : de operatie begint met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkuimte (de „luchtbel”) wordt aangelegd met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is bekomen, gebruikt de chirurg „trocars”, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas in de buikholte te houden. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten ingebracht. Deze kokers worden ingebracht door kleine insneden in de huid van de buikwand. De operatie gebeurt dan „met gesloten buik” : uw chirurg hanteert de instrumenten aan de buitenzijde van uw buik, maar volgt de ingreep op een televisiescherm. Eventueel kunnen één of meerdere drains geplaatst worden bij het beëindigen van de ingreep. Bij het ontwaken kan u pijn voelen ter hoogte van de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas, dit om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar door uw organisme worden geabsorbeerd. Deze pijn is tijdelijk en verdwijnt snel gedurende de postoperatieve periode. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde dan de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met „open buik”. Sommige instrumenten zijn technisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men „disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal voor éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan uw faktuur. U moet dan ook vóór de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen vragen over de kosten die u zullen worden aangerekend. Vóór de operatie De avond vóór de operatie blijft u nuchter vanaf middernacht. Indien u geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of iemand van zijn ploeg. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Zo u
aspirine, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen neemt (tegen artritis, artrose, …) dient u dit te melden aan uw chirurg, om zodoende de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Vaak zijn preoperatieve geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die u moet innemen vóór de operatie). Een lid van de medische ploeg zal vóór het starten van de ingreep een fijne naald of een catheter aanbrengen in één van uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie te kunnen toedienen. U zal zich gedurende de operatie (die meerdere uren kan duren) meestal onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. Een blaassonde kan noodzakelijk zijn vóór of tijdens de operatie. De duur van de hospitalisatie is veranderlijk en wordt bepaald door de chirurg. De risico’s van de liesbreukchirurgie Deze operatie is thans gestandardiseerd ; zoals bij elke chirurgische ingreep kunnen zich evenwel steeds verwikkelingen voordoen. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie : – een reactie op de algemene anesthesie (verdoving) ; – een bloeding ; – een letsel aan een abdominaal orgaan (in de buik) ; – een verwikkeling aan de longen ; – een vasculaire verwikkeling (aan de bloedvaten) ; Deze lijst is onvolledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie : – een postoperatieve bloeding ; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien tot uiting komt ; – een infectie van de littekens en van de prothese ; – een infectie van de buik, aan de longen, in de urine,…. Deze lijst is onvolledig. Gewoonlijk worden de verwikkelingen, die zich voordoen TIJDENS de operatie, onmiddellijk behandeld. In andere gevallen echter doet er zich een verwikkeling voor die moet worden behandeld via een bredere toegang, met andere instrumenten, zodat de chirurg de operatie niet meer verder kan zetten d.m.v. laparosopie. Dan dient hij het abdomen te openen via de klassieke methode (laparotomie). De faktoren die de kans doen toenemen om van operatie met gesloten buik over te gaan naar een techniek met open buik, zijn bij voorbeeld : – obesitas (zwaarlijvigheid) ; – een eerder abdominale operatie, die dense vergroeiingen heeft veroorzaakt ; De noodzaak tot open chirurgie is zeldzaam, maar u dient te weten dat dit mogelijk is en dit voordien eventueel bespreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de techniek van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in zicht te brengen of te manipuleren. Typische risico’s voor de liesbreukchirurgie zijn de volgende : – de ontwikkeling van een seroom (de ophoping van sereus vocht). Dit komt nogal vaak voor ; in feite wordt de holte die voordien werd opgevuld door de hernia nu gevuld met vocht. Deze ophoping in de lies kan zich onmiddellijk na de operatie voordoen. In de meeste gavallen wordt het vocht na enkele weken spontaan geresorbeerd ; soms echter moeten er enkele puncties worden uitgevoerd, en in zeer zeldzame gevallen kan het noodzakelijk zijn dit vocht te evacueren.
– het optreden van een hematoom (bloeduitstorting) of hemorragie (bloeding). In feite wordt de holte die voordien werd opgevuld door de hernia nu gevuld door een bloedophoping. Deze ophoping in de lies kan zich ook onmiddellijk voordoen na de ingreep. In de meeste gevallen wordt ook hier het bloed spontaan geresorbeerd ; soms moeten er ook enkele puncties worden uitgevoerd en in zeer zeldzame gevallen kan het noodzakelijk zijn het hematoom te verwijderen ; – het optreden bij de man van een orchitis (een ontsteking of een oedeem aan de testikel). Dan is een anti-inflammatoire behandeling met geneesmiddelen noodzakelijk. In zeldzame gevallen kan er zich een atrofie van de testikel voordoen (een belangrijke vermindering van de grootte). – het optreden van een neuralgia (zenuwpijn). Na de operatie Naast de verwikkelingen die werden vermeld in het vorige hoofdstuk, verloopt de mictie (het lozen van urine) soms wat moeilijk. Een eenmalige sondage kan noodzakelijk zijn om aan dit probleem te verhelpen. Na vertrek uit het ziekenhuis De patiënt wordt gevraagd zich aan te bieden voor de postoperatieve raadpleging (na de operatie). Alle patiënten worden verzocht om lichte aktiviteiten te hernemen nadat zij het ziekenhuis hebben verlaten. De postoperatieve pijn (na de operatie) kan een anti-pijnbehandeling noodzakelijk maken. Uw chirurg zal u informeren hoe u na een zekere tijd uw dagdagelijkse aktiviteiten mag hervatten, en welke aktiviteiten u moet vermijden. Wanneer moet u uw chirurg contacteren ? U moet absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld één van de volgende symptomen vertoont : – aanhoudende koorts ; – rillingen ; – bloedingen ; – een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn in het abdomen ; – aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken ; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden ; – aanhoudende pijn bij het inslikken van voedsel ; – het doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde ; – het verschijnen van een knobbel op de plaats van de hernia. Wat mag men verwachten van de liesbreukchirurgie ? Studies hebben aangetoond dat de meerderheid van de patiënten geen symptomen meer vertonen na deze operatie. Het is echter altijd mogelijk dat de symptomen toch weer opduiken. De patiënten die d.m.v. laparoscopie worden geopereerd hebben meestal minder postoperatieve pijn en kunnen eventueel sneller hun aktiviteiten hernemen. Slotbemerking De chirurg zal antwoorden op alle nuttige vragen in verband met de voor- en nadelen van deze chirurgie. De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit document kan echter niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. U zal worden uitgenodigd om een document te ondertekenen waarin u erkent uw instemmig te geven na voldoende te zijn ingelicht (“informed consent”).
Appendectomie d.m.v. Laparoscopie Uzelf (uw kind) wordt weldra geopereerd : appendectomie (en dit d.m.v. laparoscopie) zal weldra worden uitgevoerd. Dit document heeft tot doel u uit te leggen : – wat deze aandoening inhoudt ; – wat de methode van de laparoscopie inhoudt ; – welke de risico’s zijn verbonden aan deze techniek, vooral in verband met uw operatie ; – welke verwikkelingen zich kunnen voordoen. Wat verstaat men door appendectomie De appendectomie houdt in dat uw appendix wordt verwijderd. Deze ingreep is aangewezen omdat uw pijnklachten, het klinisch onderzoek bij u uitgevoerd en/of de bijkomende onderzoekingen, bv. bloedname, radiografie, echografie, een infectie van uw appendix laten vermoeden. In dit geval is een ingreep aangewezen. Indien u niet wordt geopereerd kan door uw appendicitis een abces of buikvliesontsteking ontstaan. Wegname van uw appendix kan op twee manieren worden uitgevoerd : de conventionele manier met open buik, ofwel via laparoscopie. De conventionele wegname van uw appendix via een laparotomie maakt een insnede in de buikwand noodzakelijk. Dit type ingreep is zeer doelmatig voor het verwijderen van uw appendix maar laat niet toe de ganse buikholte te exploreren. Indien uw appendix op een abnormale plaats ligt, of in het geval van peritonitis, bestaat de mogelijkheid dat de insnede dient te worden vergroot. Bij een appendectomie wordt de slagader naar de appendix afgebonden of gecoaguleerd en wordt de basis van de appendix eveneens onderbonden. Daarna wordt de appendix uit de buik verwijderd. De appendectomie kan eveneens via laparoscopie worden uitgevoerd. De chirurgie d.m.v. laparoscopie Algemene inlichtingen die gelden voor alle technieken In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen moet er dus eerst een soort luchtbel worden aangelegd om in te werken en dit gebeurt door het opblazen van de buik. Daarom begint de operatie met het inspuiten van koolzuurgas in de buik. Deze werkruimte (de „luchtbel”) kan worden verwezenlijkt met het behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg „trocars”, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie „met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde van uw buik, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar voor uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel binnen enkele dagen na de operatie. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde dan de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met „open buik”. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men „disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de
operatie. Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan de faktuur bestemd voor de patiënt. U moet dan ook voor de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen vragen over de eventuele financiële kost die ten laste blijft van uzelf. De ingreep via laparoscopie brengt eigen specifieke risico’s mee. Deze zijn evenwel uitermate zeldzaam. Indien bij het aanleggen van de luchtbel het koolzuurgas in één van de grote bloedvaten terechtkomt kan dit een gasembolie veroorzaken. Deze gasembolie kan dodelijk zijn of zeer ernstige sekwellen hebben. Dit ongeval komt zeer zeldzaam voor. Het aanbrengen van de beschermde naald en/of van een trocar kan in zeer zeldzame gevallen letsel aan één van de grote bloedvaten veroorzaken, dit eveneens met zeer ernstige gevolgen. Vóór de operatie De avond vóór de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn werkgroep. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop de geneesmiddelen tijdelijk worden stopgezet. Vaak is pre-operatieve toediening van geneesmiddelen noodzakelijk (geneesmiddelen die moeten ingenomen of ingespoten worden voor de operatie). Voor de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie, die lange tijd kan duren, onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van uw chirurg. De risico’s van de appendectomie d.m.v. laparoscopie Deze operatie is op dit ogenblik zeer goed gecodifiëerd, maar zoals bij elke heelkundige ingreep kunnen zich verwikkelingen voordoen. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie. De meest frekwente zijn bij wijze van voorbeeld : – een reactie op de algemene anesthesie ; – een bloeding ; – verwonding van een abdominaal orgaan (orgaan in de buik) ; – een verwikkeling aan de longen. Deze lijst is niet volledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie : – een postoperatieve bloeding ; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien blijkt ; – een infectie aan de littekens ; – een infectie in de buik, in de longen, aan de urine,… Deze lijst is niet volledig. Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld TIJDENS de operatie, kan zij worden behandeld ofwel d.m.v. laparoscopie, ofwel d.m.v. een open chirurgie. De faktoren die de mogelijkheid vergroten om van operatie met gesloten buik over te gaan naar de techniek van open buik (= conversie), zijn bij voorbeeld :
– obesitas (zwaarlijvigheid) ; – een eerdere operatie, die zeer dichte vergroeiingen veroorzaakt. Deze noodzaak om over te schakelen is zeldzaam, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dit mogelijk is, en hierover spreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de methode van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in het licht te stellen of te manipuleren. Na de operatie Indien de pijnklachten welke u had, na de ingreep blijven bestaan of terugkeren, gelieve uw geneesheer of uw chirurg te contacteren Na het vertrek uit het ziekenhuis De patiënt wordt uitgenodigd om zich aan te bieden voor een postoperatieve raadpleging (na de operatie) op de dag bepaald door de chirurg. De patiënten wordt aanbevolen om een lichte aktiviteit te hernemen, zodra zij het ziekenhuis hebben verlaten. De postoperatieve pijn (na de operatie) is meestal licht, maar bij bepaalde patiënten is toch antipijnmedicatie noodzakelijk. Uw chirurg zal u inlichten over uw voedingsregime en aan de beperkingen in uw regime onmiddellijk na de ingreep Uw chirurg zal u tevens informeren over hoe u na een zeker verloop van tijd uw dagdagelijkse aktiviteiten weer kunt hernemen, en welke aktiviteiten u moet vermijden. Wanneer moet u uw chirurg contacteren ? Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld één van de volgende situaties vaststelt : – aanhoudende koorts ; – rillingen ; – bloedingen ; – een toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn ; – aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken ; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden ; – het doorsijpelen van vocht uit om het even welke wonde. Slotbemerking U wordt uitgenodigd dit document aandachtig te lezen. De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit document kan niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. Uw chirurg zal u antwoorden op alle nuttige vragen. U zal tevens worden uitgenodigd om een document te ondertekenen waarin u erkent uw instemming te geven na voldoende te zijn ingelicht (“informed consent”).
De Chirurgie van de Dikke Darm d.m.v. Laparoscopie Goedaardige Aandoening
U wordt weldra geopereerd omwille van uw goedaardige aandoening van de dikke darm en dit d.m.v. laparoscopie. Dit document heeft tot doel u uit te leggen : – wat deze ingreep inhoudt ; – wat de methode van de laparoscopie inhoudt ; – welke de risico’s zijn verbonden aan deze techniek, vooral i.v.m. uw operatie ; Wat is de dikke darm (colon) ? De dikke darm, ook colon genoemd, is het laatste deel van uw verteringssysteem. Door darm bedoelt men het deel van het verteringssysteem dat op de maag volgt. De darm is verdeeld in dunne darm, dikke darm of colon en rectum. De dunne darm zorgt voor de opname van de voedingselementen. De resten hiervan worden via het colon en het rectum uit het lichaam geëvacueerd. Het colon en het rectum zorgen voor de opname van vocht en als opslagplaats voor de afval (stoelgang) dit vóór zijn verwijdering uit het lichaam. Behandeling van de aandoeningen van de dikke darm Uw chirurg zal u uitleggen welke ziekte uw dikke darm vertoont. Deze aandoening kan behoren tot één van de volgende types : gezwel, ontsteking, fistelvorming, vernauwing, torsie, bloeding enz. In de meeste gevallen bestaat de operatie erin het zieke deel van uw dikke darm te verwijderen en zo mogelijk de twee einden aan elkaar te hechten. Sommige ingrepen op de dikke darm kunnen via laparoscopie worden uitgevoerd. Dit laat toe de duur van de opname in het ziekenhuis in te korten en laat tevens toe dat de patiënten hun normale aktiviteit sneller kunnen hernemen dan de patiënten geopereerd via de klassieke open chirurgie. In sommige gevallen echter kan de aandoening meebrengen dat gedurende de ingreep de laparoscopie wordt omgevormd tot een klassieke ingreep met ‘open buik’. De chirurgie d.m.v. laparoscopie Algemene inlichtingen die gelden voor alle technieken In normale toestand is de buikinhoud in nauw contact met de buikwand. Om een ruimte te krijgen die het mogelijk maakt de videocamera naar binnen te brengen moet er dus eerst een soort luchtbel worden aangelegd waarin de ingreep kan plaatsvinden en dit gebeurt door de buik op te blazen. Daarom begint de operatie met het inspuiten in de buik van koolzuurgas. Deze werkruimte (de „luchtbel”) kan worden verwezenlijkt met behulp van een beschermde naald die wordt ingebracht doorheen de buikwand. Wanneer de werkruimte is aangelegd, gebruikt de chirurg „trocars”, d.w.z. holle kokertjes voorzien van kleppen, die het mogelijk maken het gas te behouden in de buik. Via deze trocars worden de videocamera en de chirurgische instrumenten binnengebracht. Deze kokers worden aangebracht door kleine sneden in de huid op de buikwand. Vervolgens gebeurt de operatie „met gesloten buik” want uw chirurg hanteert de instrumenten langs de buitenzijde, en volgt de operatie in de binnenzijde van de buik op een televisiescherm. Bij het ontwaken kan u pijn voelen aan de schouders. Deze pijn wordt veroorzaakt door het feit dat de buik werd opgeblazen met koolzuurgas om de werkruimte aan te leggen, en dit koolzuurgas bij het einde van de operatie nooit volledig kan worden verwijderd. Dit overblijvende gas zal echter snel en zonder gevaar door uw organisme worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt snel binnen enkele dagen na de operatie. De chirurgische instrumenten die worden gebruikt zijn niet dezelfde als de instrumenten die worden gebruikt bij de klassieke chirurgie, d.w.z. met „open buik”. Sommige instrumenten zijn technologisch zo complex dat zij slechts kunnen worden gebruikt bij één enkele patiënt. Deze instrumenten noemt men „disposables” (wegwerpbaar), d.w.z. dat men ze weggooit na de operatie.
Wij vestigen uw aandacht op het feit dat het materiaal met éénmalig gebruik niet altijd wordt terugbetaald door het RIZIV. Deze meerkost kan voor sommige operaties worden toegevoegd aan de faktuur bestemd voor de patiënt. U moet dan ook vóór de operatie aan uw chirurg de nodige inlichtingen vragen over de eventuele financiële kost die ten laste blijft van uzelf. De ingreep door laparoscopie brengt eveneens eigen specifieke risico’s mee. Deze zijn evenwel uiterst zeldzaam. Tijdens het verwezenlijken van de werkruimte (luchtbel met koolzuurgas) kan dit gas in één van de grote bloedvaten terechtkomt waarbij een gasembolie kan worden veroorzaakt. Deze kan dodelijk zijn of zeer ernstige sekwellen met zich brengen hebben. Dit ongeval komt evenwel uiterst zeldzaam voor. Het inbrengen van de naald voor het inspuiten van het koolzuurgas en/of van een trocar kan eveneens in zeer zeldzame gevallen een letsel aan één van de bloedvaten veroorzaken. Dit komt zeer zelden voor maar kan eveneens zeer ernstige gevolgen met zich brengen. Vóór de operatie Het toedienen van medicatie vóór de ingreep kan noodzakelijk zijn. De avond vóór de operatie moet u nuchter blijven vanaf middernacht. Indien u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden aan uw chirurg of aan iemand van zijn werkgroep. Men kan vragen dat u bepaalde geneesmiddelen de ochtend van de operatie inneemt met een slok water. Indien u aspirine neemt, anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen) of anti-inflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose, …) moet u hierover spreken met uw chirurg, dit om de datum te bepalen waarop u de geneesmiddelen tijdelijk stopzet. Het rectum en de dikke darm moeten vóór de ingreep volledig worden zuiver gemaakt. Het voorbereiden van uw colon is strict noodzakelijk en uw chirurg zal u inlichten hoe dit gebeurt. Vóór de ingreep zal een lid van de medische ploeg een fijne naald of een catheter aanbrengen in uw aders om de geneesmiddelen die noodzakelijk zijn gedurende de operatie toe te dienen. U zal zich gedurende de operatie, die meerdere uren kan duren, onder algemene anesthesie (verdoving) bevinden. De duur van de hospitalisatie is variabel en hangt af van de beslissing van uw chirurg. Gedurende de operatie Het aanleggen van een anus praeter (stoma) kan noodzakelijk blijken dit om reden van veiligheid. De kansen zijn klein en u dient te bespreken met uw chirurg vóór de ingreep. De risico’s van de chirurgie van de dikke darm d.m.v. laparoscopie Dit soort ingreep is op dit ogenblik goed gecodifiëerd, maar bij deze operatie kunnen zich steeds bepaalde verwikkelingen voordoen zoals bij elke chirurgische ingreep. Sommige verwikkelingen kunnen zich voordoen TIJDENS de operatie. De meest frekwente zijn bij wijze van voorbeeld : – een reactie op de algemene anesthesie ; – een bloeding ; – verwonding aan een abdominaal orgaan (in de buik) ; – een verwikkeling aan de longen. Deze lijst is niet volledig. Andere verwikkelingen kunnen zich voordoen NA de operatie : – een postoperatieve bloeding ; – een verwonding aan de ingewanden die pas nadien blijkt ; – een infectie aan de littekens ; – een infectie in de buik, in de longen, aan de urine,… – tevens bestaat de kans op het ontstaan van een lek, dit op de plaats waar de dikke darm terug aan mekaar werd gehecht ; – er bestaat een risico van trombose of van longembolie.
Deze lijst is niet volledig. Wanneer een verwikkeling wordt vastgesteld TIJDENS de operatie, kan zij worden behandeld ofwel d.m.v. laparoscopie, ofwel d.m.v. open chirurgie. De faktoren die de mogelijkheid doen toenemen om van chirurgie met gesloten buik over te gaan naar de techniek van open buik (= conversie), zijn bij voorbeeld : – obesitas (zwaarlijvigheid) ; – een eerdere ondergane abdominale operatie, die zeer dichte vergroeiingen veroorzaakt. Deze noodzaak tot conversie is zeldzaam, maar u moet zich ervan bewust zijn dat dit mogelijk is, en hierover spreken met uw chirurg. In een bepaald aantal gevallen is de methode van de laparoscopie niet mogelijk o.w.v. de onmogelijkheid om de organen goed in het zicht te brengen of te manipuleren. Na de operatie Wegname van een deel van uw dikke darm is een belangrijke abdominale ingreep. Braakneiging, braken en een zekere graad van pijn komen na de ingreep niet zelden voor. Uw chirurg zal u inlichten binnen welke tijd u uw normale aktiviteiten kan hernemen. Hij zal u ook inlichtingen geven over de aktiviteiten die u dient te vermijden. Het voedselregime van de patiënten wordt na de operatie aangepast : men begint met vloeibaar eten, dan half vloeibaar en vervolgens schakelt men geleidelijk op vast voedsel. Uw chirurg zal u informeren over uw diëet en over de beperkingen die u onmiddellijk na de operatie moet naleven. Bij het verlaten van het ziekenhuis De patiënt wordt verzocht zich aan te melden op de raadpleging geprogrammeerd door de chirurg. De patiënten wordt aangezet een lichte aktiviteit te hernemen wanneer zij het ziekenhuis hebben verlaten. Een lichte postoperatieve pijn komt meestal voor. Bij sommige patiënten kan een anti-pijnbehandeling noodzakelijk zijn. Specifieke medicatie is meestal niet noodzakelijk. Wanneer moet u uw chirurg contacteren ? Naast de postoperatieve controle waarop u wordt uitgenodigd, moet u absoluut uw geneesheer contacteren wanneer u bij voorbeeld één van de volgende situaties vaststelt : – aanhoudende koorts ; – rillingen ; – bloedingen ; – opzetten van de buik ; – bij afwezigheid van flatus en/of stoelgang ; – pijnklachten die toenemen ; – persisteren van braakneiging of braken ; – aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden ; – doorsijpelen van vloeistof uit om het even welke wonde ; – een wonde welke rood is en pijnlijk. Wat kan u verwachten van de laparoscopische colonchirurgie ? De resultaten kunnen afhangen van het type van ingreep dat wordt uitgevoerd en de algemene toestand van de patiënt. De meestal voorkomende voordelen kunnen zijn :
– minder pijn na de ingreep ; – een kortere opname in het ziekenhuis ; – een sneller hernemen van de normale transit ; – een sneller hernemen van de normale aktiviteit van de patiënt ; – een beter cosmetisch resultaat. Slotbemerking U wordt verzocht dit document aandachtig te lezen. De huidige informatie heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit document kan echter niet alle aspecten van de bedoelde chirurgie bespreken. U zal worden uitgenodigd om een document te ondertekenen waarin u erkent uw instemming te geven nadat u op voldoende wijze werd zijn ingelicht (“informed consent”).