BELGIË: LAND VAN MELK EN HONING … EN VAN DUIZEND EN EEN ACHTERPOORTEN Inleiding Yves Liégeois, Procureur-generaal bij het Arbeidshof van Antwerpen, en Advocaat-generaal Piet Van den Bon deden in hun zgn. mercuriale bij de opening van het nieuwe gerechtelijke jaar op 1 september jl. heel wat stof opwaaien met hun uitspraken over de nefaste gevolgen die de “buitenproportionele instroom van buitenlanders” heeft voor onze sociale zekerheid. Daarmee bevestigden deze topmagistraten wat het Vlaams Belang reeds tientallen jaren stelt: de immigratie is totaal ontspoord en ontwricht het maatschappelijke weefsel op onherstelbare wijze. Liégeois waarschuwde in zijn rede zelfs dat we, als het zo voortgaat, dreigen af te stevenen op een E.D.E, een “end of democracy event”. In onderstaande tekst gaan we eerst in op het falende migratiebeleid en daarna op het misbruik of oneigenlijke gebruik dat vreemdelingen maken van talloze sociale voorzieningen. Dat onze sociale wetgeving dergelijke misbruiken mogelijk maakt, oefent trouwens een perverse aantrekkingskracht uit op migranten die juist met die bedoeling naar ons land komen. De migratiestop: een farce “Sedert het begin van de jaren ’70 is er een migratiestop van kracht. Daar staat echter tegenover dat er jaarlijks tienduizenden mensen naar ons land blijven komen, via de asielpoort, die onder de banier van de Conventie van Genève een vrijbrief verschaft om hier onderdak te krijgen. Het asiel dat een terechte uitzondering is op het immigratieverbod is echter ook vaak een voorwendsel om hier binnen te geraken voor zij die niet op de vlucht zijn voor het regime van hun land… De andere grote groep arriveert in België, binnen de context van het Europese vrij verkeer, legaal of illegaal. En niet te onderschatten zijn zij die, via de gezinshereniging, het immigratieverbod “omzeilen”.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Hoewel in 1974 een migratiestop werd afgekondigd, kwamen alleen al tijdens de jaren 19992009 meer dan een miljoen (1.017.840) vreemdelingen naar België. In diezelfde periode verlieten naar schatting slechts iets meer dan 450.000 vreemdelingen ons land. Sinds 2006 immigreerden jaarlijks telkens meer dan 100.000 vreemdelingen, wat zelfs in het tijdperk van de ‘gastarbeiders’ in de jaren 1960 en de eerste helft van de jaren 1970 nooit het geval was. Het aantal immigranten neemt elk jaar nog toe. Het voorlopige recordjaar is 2009, toen 1
126.605 vreemdelingen ons land binnenkwamen, de per definitie onberekenbare illegale immigratie uiteraard niet inbegrepen. De netto migratie (de immigratie verminderd met de emigratie) bedroeg in 2010 met 5,1 per 1.000 inwoners drie keer het gemiddelde van de EU27 (1,7 per 1.000 inwoners). Daarmee moest België enkel Luxemburg (15,1), Malta (5,4), Zweden (5,3) en Italië (5,2) laten voorgaan.1 De voornaamste bron van immigratie naar België is de zogenaamde gezinshereniging, die in de meeste gevallen beter gezins-vorming zou genoemd worden. Met name de meeste Marokkanen en Turken halen hun partner nog steeds uit Marokko of Turkije, ook al zijn ze hier geboren. Van de in 2009 afgeleverde eerste verblijfsvergunningen hield bijna de helft (48,4%) verband met familiale redenen. Het gemiddelde voor de EU-27 bedroeg 28,2%. Binnen de EU was het procentuele aandeel van gezinshereniging in het totale aantal in 2009 afgeleverde verblijfsvergunningen enkel nog hoger in Oostenrijk (52%) en Griekenland (50,1%).2 De gezinsherenigingscarrousel fnuikt in aanzienlijke mate de integratie van de vreemdelingen van de tweede, derde en vierde generatie. Het integratieproces moet steeds opnieuw van voor af aan beginnen. Doordat tenminste een van de echtgenoten de streektaal niet machtig is, wordt binnen het nieuwe gezin opnieuw de taal van het land van herkomst gebruikt. De kinderen die uit een dergelijk huwelijk voortspruiten, lopen daardoor onvermijdelijk een taal- en leerachterstand op, hetgeen hun toekomstkansen ernstig hypothekeert en uiteindelijk zware kosten voor de samenleving meebrengt. Uiteindelijk is het immers de gemeenschap die financieel opdraait voor de gevolgen van het feit dat deze slecht geschoolde jongeren slechts in geringe mate inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. De integratie van de volgmigranten zelf verloopt uiteraard nog veel moeizamer, waardoor een zeer groot deel van hen gedurende lange tijd ‘aangewezen’ is op een of andere uitkering. Het grote aandeel van ‘gezinshereniging’ in de totale immigratie verklaart mede waarom migranten het zo slecht doen op de Belgische arbeidsmarkt, alle kreten over racisme en discriminatie ten spijt. “Het is zonder meer duidelijk dat er dringend moet nagedacht worden over de vraag hoelang België de massale instroom economisch en sociaal nog aankan. Vooral de jarenlange schandalige stilstand van het migratie- en asielbeleid baart grote zorgen. Hoeft het nog gezegd dat het met de lakse regeling in ons land in verband met de gezinshereniging een akkevietje is voor een persoon met geldige verblijfsdocumenten om zijn familie te doen 1 2
Bron: Eurostat. http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS‐SF‐11‐038/EN/KS‐SF‐11‐038‐EN.PDF Bron: Eurostat. http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS‐SF‐11‐043/EN/KS‐SF‐11‐043‐EN.PDF
2
overkomen? De gezinshereniging werkt trouwens als een lawine aangezien de overgekomen familieleden op hun beurt weer andere familieleden kunnen overbrengen enz. De realiteit is dat het vaak om mensen gaat (vaak ouderen) die zich totaal niet interesseren voor de cultuur van het gastland. Ze spreken de taal niet, leven in totaal isolement maar maken wel aanspraak op de sociale voorzieningen.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Niet alleen de gezinsmigratie loopt uit de hand, ook het asielbeleid sleept zich al enkele jaren van de ene crisis naar de andere. De afgelopen tien jaar (2001-2010) werden in België 163.712 asielaanvragen ingediend. Bij het aantal aanvragen moet men ongeveer een derde bijtellen om het aantal personen te kennen waarop de aanvragen betrekking hebben. Tijdens dezelfde periode kregen ‘slechts’ 21.610 asielzoekers de vluchtelingenstatus. In de overgrote meerderheid van de gevallen is de asielaanvraag dus inderdaad, zoals de Antwerpse magistraten het uitdrukken, niet meer dan “een voorwendsel om hier binnen te geraken voor zij die niet op de vlucht zijn voor het regime van hun land”. De meeste asielzoekers zijn m.a.w. eenvoudigweg economische gelukzoekers die de Conventie van Genève misbruiken om hier voet aan de grond te krijgen en vooral om zich hier voorgoed te nestelen. Dit asielbedrog kost handenvol geld. Alleen al aan de opvang van de (doorgaans malafide) asielzoekers was in 2010 een prijskaartje verbonden van ruim 320 miljoen euro. In 2010 werden 19.941 asielaanvragen ingediend, een stijging met bijna 80% ten opzichte van de 11.120 asielaanvragen die in 2007 werden ingediend. Binnen de EU-27 stond België in 2010 op de derde plaats wat het aantal asielaanvragen per 1.000 inwoners betreft, enkel voorafgegaan door Zweden en Cyprus. Met 1,9 asielaanvragen per 1.000 inwoners ontving België vorig jaar bijna vier keer zoveel asielaanvragen als het gemiddelde voor de EU-27, dat 0,5 asielaanvragen per 1.000 inwoners bedroeg.3 Voor het jaar 2011 tekent zich een verdere stijging van het aantal asielaanvragen af. Alleen al tijdens de eerste zeven maanden van het jaar werden immers 13.493 asielaanvragen ingediend.4 Hoewel het aantal opvangplaatsen voor asielzoekers voortdurend wordt uitgebreid – de totale opvangcapaciteit bedroeg op 1 augustus 2011 reeds 23.444 plaatsen -, slaagt Fedasil er nog steeds niet in om aan alle asielzoekers een opvangplaats toe te wijzen. Sinds oktober 2009 heeft Fedasil al 7.755
3
Bron: UNHCR. http://www.unhcr.org/4d8c622c9.html Bron: Commissariaat‐generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. http://www.cgra.be/nl/binaries/Asiel%20statistieken%20juli%202011%20(Extern)_tcm127‐135877.pdf
4
3
asielzoekers niet kunnen toewijzen.5 Deze mensen krijgen een attest van niet-toewijzing waarmee ze zich in principe kunnen aanbieden bij een OCMW met het oog op de toekenning van financiële steun, hetgeen uiteraard een aanzuigeffect uitoefent op allerlei gelukzoekers. Op 1 juli 2011 waren er ook nog altijd 343 asielzoekers ondergebracht in Brusselse hotels. Op een gegeven ogenblik zaten er meer dan 1.000 mensen in die hotels. De opvang van asielzoekers in hotels kostte de afgelopen twee jaar ruim 23,5 miljoen euro. Asielzoekers die helemaal nergens terecht kunnen, kunnen tenslotte een procedure aanspannen voor de arbeidsrechtbank. Arbeidsrechtbanken hebben Fedasil reeds herhaaldelijk veroordeeld tot de betaling aan asielzoekers van torenhoge dwangsommen, die soms tot 500 euro per persoon bedragen voor elke dag dat geen opvang kan gegarandeerd worden. Eind 2010 voerden zeker 600 asielzoekers een proces tegen de Belgische staat omwille van het feit dat ze geen opvang kregen. Op dat ogenblik hadden reeds 82 asielzoekers via een procedure bij de arbeidsrechtbank een totaal bedrag van 330.000 euro aan dwangsommen ontvangen.6 Tijdens een parlementair werkbezoek aan Fedasil op 10 december 2010 vernamen wij dat voor 2011 zeker 3 miljoen euro zou moeten voorzien worden voor de betaling van dwangsommen. “Ondertussen is iedereen vertrouwd met de beelden van asielzoekers en economische vluchtelingen die de armoede in eigen land achterlaten om vervolgens in ons land een armoedig bestaan uit te bouwen in de diaspora van onze steden. Deze kankerplekken worden door de pers vrijmoedig in beeld gebracht bij de eerste koude golf: groepjes haveloze, verkleumde mensen die het slachtoffer zijn van een inconsequent beleid. In een nauwelijks nog te vatten, maar terechte sfeer van verontwaardiging bij de rechtgeaarde burger werd in de loop van de maand november 2010 door een rechtbank een recorddwangsom toegekend van meer dan 30.000 euro aan een asielzoeker die niet werd opgevangen.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Behalve door de grootschalige gezinshereniging en door het asielbedrog wordt de theoretische migratiestop eveneens ondermijnd door het ruimhartige regularisatiebeleid dat de opeenvolgende Belgische regeringen voeren. Het gaat om uitgeprocedeerde asielzoekers of om illegalen die nooit in een procedure hebben gezeten, die humanitaire redenen aanvoeren om alsnog een verblijfsvergunning in de wacht te slepen. Naast de zogenaamd ‘eenmalige’ (!) regularisatiecampagnes van 2000 en 2009-2010 – die telkens goed waren voor tienduizenden positieve regularisatiebeslissingen - is er de permanente regularisatie van illegalen op basis 5 6
De Standaard, 27 april 2011, p. 12. Het Laatste Nieuws, 13 december 2010, p. 2.
4
van de artikelen 9bis (vroeger artikel 9, derde lid) en 9ter van de Vreemdelingenwet. De laatste tien jaar werden veel meer vreemdelingen geregulariseerd dan dat er erkend werden als vluchteling. Zo kregen in 2010 2.818 asielzoekers de vluchtelingenstatus, terwijl er 24.199 personen geregulariseerd werden. De afgelopen zes jaar werden meer dan 80.000 vreemdelingen geregulariseerd, terwijl eind 2010 nog meer dan 40.000 regularisatieaanvragen op een beslissing wachtten.7 “Feit is dat de veiligheid en de vrijheid van de burgers niet meer afdoende beschermd is en dat het menselijk wrakhout dat via asiel en migratiewegen aanspoelt vaak in vernederende (lees: mensonwaardige) omstandigheden terecht komt. Het nationale recht is niet meer aangepast aan de bestaande migratiefenomenen. Het juridisch vacuüm waarin vluchtelingen terechtkomen en waarbij hun aanwezigheid, zonder wettelijke verblijfsstatus, voor onbepaalde tijd wordt gedoogd leidt tot humanitaire rampen of tot het vormen van subculturen buiten de bestaande rechtsorde. Er is dringend nood aan krachtdadig politiek optreden tegen de massale instroom en aan menswaardige opvang.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Tegenover de meer dan 80.000 personen die tijdens de jaren 2005-2010 geregulariseerd werden, staan voor dezelfde periode minder dan 50.000 (48.503) uitwijzingen (terugleidingen naar de grens, gedwongen repatriëringen en vrijwillig vertrek). Laatstgenoemd cijfer heeft zowel betrekking op uitgeprocedeerde asielzoekers als op illegalen die nooit in een procedure hebben gezeten. Gelet op het feit echter dat de afgelopen tien jaar ongeveer 150.00 asielzoekers een negatieve beslissing ontvingen, betekent dit dat men van minstens 100.000 uitgeprocedeerden eenvoudigweg niet weet of ze al dan niet gevolg gaven aan het zgn. ‘bevel om het grondgebied te verlaten’. In veel gevallen zetten ze hun verblijf verder in de illegaliteit en worden ze daarvoor vroeg of laat ‘beloond’ met een verblijfsvergunning. In de praktijk wordt er een gedoogbeleid gevoerd tegenover illegale vreemdelingen. Van een actieve opsporing van uitgeprocedeerden en andere illegalen is helemaal geen sprake, laat staan van de systematische opsluiting en gedwongen repatriëring van de aangehouden illegalen. Regularisatie is eerder de regel dan de uitzondering. Illegalen krijgen de impliciete boodschap dat ze uiteindelijk toch mogen blijven, als ze hun verblijf in België maar lang genoeg rekken. Werden er in 2005 nog 10.877 vreemdelingen uitgewezen, dan vonden er in 2010 slechts 6.674 uitwijzingen plaats. Het aantal gedwongen repatriëringen bereikte vorig jaar met 2.419 7
Bron: Dienst Vreemdelingenzaken. https://dofi.ibz.be/nl/1024/frame.htm
5
een absoluut dieptepunt. In 2005 vonden nog 6.565 gedwongen repatriëringen plaats, hetgeen overigens evenmin toereikend is. Het risico dat men bij de illegale voortzetting van het verblijf uitgewezen wordt, weegt geenszins op tegen de kans dat men geregulariseerd wordt en vervolgens kan graaien in de Belgische vetpotten. “Enkele halfvolle vliegtuigen met mensen met Balkanroots kunnen een imposant nieuwsbeeld opleveren, maar zijn de facto niet meer dan wat politiek oprollen van spierballen, een druppel op een hete plaat, zeg maar”. Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. In 2010 maakten de vreemdelingen 9,7% uit van de Belgische bevolking. Het aandeel van niet-EU-burgers bedroeg 3,1% van de totale bevolking.8 De officiële vreemdelingencijfers houden echter geen rekening met de massale verkrijgingen van de Belgische nationaliteit door vreemdelingen, die overigens meestal hun vreemde nationaliteit behouden. De afgelopen tien jaar (2001-2010) verkregen niet minder dan 382.300. vreemdelingen de Belgische nationaliteit. Uiteraard verwerven ook de kinderen van de nieuwe Belgen, die na de nationaliteitsverkrijging door laatstgenoemden geboren worden, de Belgische nationaliteit. Het aantal allochtonen is in België dus veel groter dan de officiële vreemdelingencijfers laten uitschijnen. Zo bedroeg de populatie die wettig in België verblijft en bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit had, op 1 januari 2010 1.894.666 mensen op een totale bevolking van 10.839.905. Dit komt neer op 17,48%. Van die 1.894.666 personen zijn er 1.057.666 vreemdelingen (niet-Belgen) en 837.000 ‘nieuwe Belgen’.9 In die 1.894.666 personen zijn een deel van de migranten van de tweede en derde generatie niet inbegrepen: kinderen van ‘nieuwe Belgen’, automatische toekenning aan de derde generatie, toekenning aan de tweede generatie op verklaring van de ouders). Het werkelijke aandeel van de allochtone bevolking is dus nog groter dan die 17,48%. Wellicht gaat het om meer dan een vijfde van de Belgische bevolking. De snel-Belg-wet heeft vooral een onderschatting tot gevolg van het aantal allochtonen van buiten de EU. Zo was 80% van de personen die tussen 1991 en 2007 de Belgische nationaliteit verkregen, onderdaan van een land dat geen deel uitmaakte van de EU.10 Ter illustratie: terwijl op 1 januari 2008 officieel ‘slechts’ 79.867 Marokkanen en
8
Bron: Eurostat. http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS‐SF‐11‐034/EN/KS‐SF‐11‐034‐EN.PDF Bron: Jaarverslag Migratie 2010 van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, p. 79‐80. 10 Bron: Jaarverslag Migratie 2010 van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, p. 82. 9
6
39.954 Turken verbleven11, verkregen alleen al tussen 1 januari 1991 en 31 december 2007 179.298 Marokkanen en 107.290 Turken de Belgische nationaliteit.12 Recente wetgevende initiatieven: too little, too late “De recente bescheiden wetgevende initiatieven rond de afschaffing van de snel-Belgwet en de verstrenging van de gezinshereniging zijn wellicht een positief signaal, maar het is een illusie te veronderstellen dat de implementatie ervan, als ze er ooit komt, een hocus-pocus effect zal hebben op de ontoereikende wetgeving uit het verleden die decennia lang de problematiek heeft verwaarloosd. Hetzelfde geldt voor het initiatief van de regering van lopende zaken om een efficiënter terugkeerbeleid te voeren. Het is verheugend om vast te stellen dat er iets wordt ondernomen, maar de initiatieven getuigen van “disorder” en zijn maatregelen in verspreide slagorde. Ze kunnen als signaal een angstverdrijvende uitwerking hebben op de ongeruste burger, wat positief is, maar de uitwerking op het terrein zal minimaal zijn, laat staan dat ze enig herstellend effect zullen hebben op de schade die nu al is toegebracht aan het sociale weefsel.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. De Antwerpse magistraten Liégeois en Van den Bon merken terecht op dat de wetgevende initiatieven die recent op het vlak van asiel, migratie en nationaliteit genomen werden, niet zullen volstaan om het tij te keren. Ze vermelden expliciet de reeds door het parlement goedgekeurde verstrenging van de gezinshereniging en het wetsvoorstel tot wijziging van de nationaliteitswetgeving (zgn. afschaffing van de snel-Belg-wet). Het Vlaams Belang heeft eveneens steeds gewezen op het feit dat deze maatregelen too little, too late zijn. Wat de gezinshereniging betreft, werd de inkomenseis uit het oorspronkelijke wetsvoorstel afgezwakt doordat eveneens bepaalde vervangingsinkomens in aanmerking worden genomen om aan de vereiste 120% van het leefloon te komen. In sommige gevallen zal zelfs een inkomen van minder dan 120% van het leefloon volstaan. Bovendien: gaat men de overgekomen familieleden terugsturen als na de gezinshereniging het inkomen alsnog onder de 120% zakt? Op essentiële punten werd nagelaten de desbetreffende wetgeving te verstrengen. Zo wordt gezinshereniging niet afhankelijk gesteld van de voldoening aan integratievoorwaarden door de nieuwkomer. Het zal bovendien nog steeds mogelijk zijn om een
ongehuwde
levenspartner
te
laten
overkomen
met
alle
risico’s
op
11
Bron: Statistisch en demografisch verslag 2008. Migranten en Migrantenpopulaties in België, Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, tabel 4.2., p. 111. 12 Bron: Statistisch en demografisch verslag 2008. Migranten en Migrantenpopulaties in België, Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, tabel 5.2., p. 132.
7
‘schijnsamenlevingscontracten’ van dien. Er geldt bijvoorbeeld ook geen cascadeverbod: wie als echtgenoot of ongehuwde partner naar België is gekomen, kan (na beëindiging van deze relatie) een nieuwe partner laten overkomen. Buitenlandse studenten of andere vreemdelingen met een tijdelijk verblijfsrecht kunnen ook nog steeds familieleden laten overkomen, wat uiteraard hun uiteindelijke terugkeer geenszins bevordert. Tenslotte blijft de gezins-vorming bestaan, waarbij in ons land geboren en getogen vreemdelingen een partner laten overkomen uit het land van herkomst van hun ouders. Het is juist dat de Europese Richtlijn inzake gezinshereniging de lidstaten niet toestaat een onderscheid te maken tussen gezinshereniging in de eigenlijke zin enerzijds en gezinsvorming anderzijds. Het is echter evenzeer juist dat de opeenvolgende Belgische regeringen zich nooit tegen de lakse Europese regelgeving inzake migratie verzet hebben en telkens op de rem gaan staan wanneer er op Europees niveau voorstellen worden besproken om de regels te verstrengen. De zogenaamde afschaffing van de snel-Belg-wet moet eveneens tot zijn ware proporties herleid worden. De regels worden hier en daar wat verstrengd, maar er blijven nog zeer veel aberraties bestaan. Ook na de beoogde wetswijziging, die momenteel voor advies bij de Raad van State ligt, is het bijvoorbeeld nog steeds niet uitgesloten dat pakweg verkrachters, pedofielen, moordenaars of drugdealers de Belgische nationaliteit verkrijgen.
Slechts een
veroordeling wegens een aantal limitatief opgesomde misdrijven levert immers zonder meer een beletsel op wegens ‘gewichtige feiten eigen aan de persoon’ en dan nog slechts voor zover het een veroordeling betreft tot een vrijheidsstraf van minstens vijf jaar zonder uitstel. Vreemdelingen van de derde generatie zullen nog steeds automatisch de Belgische nationaliteit verwerven, terwijl de quasi-automatische toekenning van de Belgische nationaliteit aan vreemdelingen van de tweede generatie (op verklaring van de ouders voordat het kind twaalf jaar wordt) eveneens ongewijzigd blijft bestaan. Dat deze vreemdeling van de tweede of derde generatie eveneens zijn vreemde nationaliteit behoudt, vormt geen beletsel. Op geen enkel ogenblik, ook niet bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd, moeten zij een keuze maken tussen de vreemde en de Belgische nationaliteit. Op die manier wordt op grote schaal blijvende bipatridie (dubbele nationaliteit) gecreëerd. In de verschillende procedures tot verkrijging van de Belgische nationaliteit door meerderjarige vreemdelingen wordt evenmin enige beperking gesteld aan de dubbele nationaliteit. De afstand van de vreemde nationaliteit is nergens een voorwaarde. Een vreemdeling die in Vlaanderen woont, kan Belg worden indien hij het bewijs levert van de kennis van het Frans of het Duits. Hij hoeft nog steeds geen woord Nederlands te kennen! Een vreemdeling kan ook nog steeds Belg 8
worden, terwijl hij een uitkering van het OCMW ontvangt. In bepaalde gevallen hoeft hij zelfs nooit in België gewerkt te hebben. Tenslotte mogen nieuwe Belgen die na de nationaliteitsverkrijging veroordeeld werden wegens bijvoorbeeld verkrachting, pedofilie, moord of diefstallen met geweld probleemloos hun Belgische nationaliteit behouden, ook al begingen zij deze feiten kort na hun ‘Belgwording’. Halfbakken maatregelen zullen niet volstaan om de bedreiging weg te nemen die de massale immigratie vormt voor het behoud van onze culturele identiteit en van de welvaart die door onze (voor)ouders met bloed, zweet en tranen werd opgebouwd. “Die letzten Jahrzehnte haben gezeigt, dass die finanziellen und sozialen Kosten der muslimischen Einwanderung weitaus höher waren als der daraus fließende wirtschaftliche ertrag. Wenn wir den Zuzug nicht steuern, lassen wir letztlich eine Veränderung unserer Kultur, unserer Zivilisation und unseres Volkscharakters in eine Richtung zu, die wir gar nicht wünschen. Es würde nur wenige Generationen dauern, bis wir zur Minderheit im eigenen Land geworden sind. Das ist nicht nur ein Problem Deutschlands, sondern aller Völker Europas.” Thilo Sarrazin in Deutschland schafft sich ab. Wie wir unser Land aufs Spiel setzen, 2010, p. 330. Migratie en uitkeringscultuur “België is een klein, heel dichtbevolkt land met een beperkte absorptiecapaciteit. De onbedachtzaamheid waarmee deze problematiek structureel werd verwaarloosd heeft geleid tot een enorme verspilling van vervangingsinkomens en sociale bijstand. Dat veel van deze “gelukzoekers” geen enkele bijdrage leveren aan onze economie is meer dan een “vervelende bijzaak” geworden.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. In hun mercuriale stellen de Antwerpse magistraten dat het ontbreken van een restrictief toelatingsbeleid heeft geleid tot “het isoleren van grote groepen migrantenpopulaties in het maatschappelijke randgebied van sommige steden waarin het genot van uitkeringen tot een cultuurverschijnsel is verheven”. Ze hebben het over een toename, met name in de grote steden, van “sociaal-economische destabiliserende praktijken die het voortbestaan van onze rechtstaat in gevaar kunnen brengen”. De problemen op het terrein zouden niet langer ‘perifeer’ te noemen zijn: volgens de magistraten ontvouwt het destabiliseringsscenario zich met een bijna dwingende logica. Procureur-generaal Liégeois gewaagt van “duizend en één grote achterpoorten en zwarte gaten in de wetgeving die het mogelijk maken de Staat leeg te 9
zuigen ten nadele van elke burger en ten nadele van de werking van de instellingen die het dak ervan moeten ondersteunen.” De Antwerpse magistraten wijzen op het onderscheid dat moet gemaakt worden tussen enerzijds regelrechte frauduleuze praktijken en anderzijds bepaalde “legale opportuniteiten die de Belgische wetgeving biedt”. “Dat België het land van melk en honing is, is dus geen bevestiging van een mythe maar van een gevaarlijke realiteit die veroorzaakt wordt door de huidige wetgeving. Het spreekt vanzelf dat deze realiteit als een magneet werkt op buitenlanders die op zoek zijn naar een beter bestaan. Onze sociale wetgeving is niet aangepast aan de vaststelling dat de immigratie naar onze welvaartstaat een risico van uitkeringscultuur inhoudt. De onaangepaste reglementering woekert als vochtig metaalroest aan onze alom geprezen sociale zekerheid.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. In zijn analyse gaat Advocaat-generaal Van den Bon in op een aantal fenomenen die onze verzorgingsstaat ondermijnen: de praktijk waarbij aannemers in de bouwsector een beroep doen op buitenlandse onderaannemers die hun landgenoten in België importeren en hun Belgische minimumlonen betalen, terwijl de sociale bijdragen veel lager zijn dan wat een Belgische ondernemer zou moeten betalen voor arbeiders met de Belgische nationaliteit; een gelijkaardig verschijnsel waarbij grote Belgische transportfirma’s kleine postbusfirma’s oprichten in Oost-Europa die ze in onderaanneming laten werken met buitenlandse chauffeurs; het welig tieren van een ondergrondse economie, waarbij de link met mensenhandel en mensensmokkel niet veraf is; Turks-Bulgaarse carrousels waarbij onder dekking van vennootschapsstructuren mensenhandel en koppelbazerij welig tieren in de bouw, de tuinbouw, de horeca, het transport, de schoonmaak enzovoort; de handel in ‘lege vennootschappen’ die worden gebruikt als dekmantel om georganiseerde misdaad, in het bijzonder sociale fraude, tijdelijk af te schermen; het fenomeen van de schijnzelfstandigheid enzovoort. “De arbeidsauditeur te Gent is goed geplaatst wanneer hij zegt dat de Turkse fraudeurs, met medewerking van Gentse accountants, handig gebruik maken van slapende vennootschappen om de staatskas lichter te maken en Bulgaarse “knelpuntberoepers” te laten arbeiden tegen schandalig lage lonen of als zelfstandige in te schakelen, wat de koppelbazen “carte blanche” geeft om hun gangen te gaan. De Bulgaren blijven met bussen toekomen en het speelt in de kaart van de fraudeurs dat de Bulgaarse gelukzoekers zichzelf niet steeds zien in de rol van het slachtoffer omdat ze, ondanks de lage lonen, vaak nog een veelvoud verdienen van wat ze 10
in hun thuisland zouden krijgen. De arbeidsauditeur van Gent zegt dat de pakkans erg klein is omdat het door het gebruik van het vennootschapsconcept een piece of cake is om de controle te verschalken”. Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Hieronder belichten we, om in de terminologie van de Antwerpse magistraten te blijven, een aantal opportuniteiten die de Belgische wetgeving biedt aan vreemdelingen om, al dan niet in combinatie met frauduleuze praktijken, de staat – en dus de braafjes belasting betalende burger – leeg te zuigen en ons sociaal en economisch weefsel te ondergraven. Om onze verzorgingsstaat te vrijwaren moet de massale immigratie aan banden gelegd worden, maar omgekeerd is het evenzeer waar dat tal van (wijde) achterpoorten in onze sociale wetgeving moeten gedicht worden om de aantrekkingskracht te verminderen die ons land uitoefent op gelukzoekers uit de vier windstreken. “Wirtschaftlich brauchen wir die muslimische Migration in Europa nicht. In jedem Land kosten die muslimischen Migranten aufgrund ihrer niedrigen Erwerbsbeteiligung und hohen Inanspruchnahme von Sozialleistungen die Staatskasse mehr, als sie an wirtschaftlichen Mehrwert einbringen. Kulturell und zivilisatorisch bedeuten die Gesellschaftsbilder und Wertvorstellungen, die sie vertreten, einen Rückschritt. Demografisch stellt die enorme Fruchtbarkeit der muslimischen Migranten auf lange Sicht eine Bedrohung für das kulturelle und zivilisatorische Gleichgewicht im alternden Europa dar.” Thilo Sarrazin in Deutschland schafft sich ab. Wie wir unser Land aufs Spiel setzen, 2010, p. 267. De massale immigratie komt voor een groot deel neer op de import van werkloosheid. Volgens de cijfers van de VDAB waren in augustus 2011 48.601 (23%) van de 211.451 werklozen in Vlaanderen ‘allochtonen’.13 De VDAB definieert ‘allochtonen’ echter enkel als mensen die een niet-EU-achtergrond hebben. Wanneer we ook ‘EU-allochtonen’ meerekenen, komen we uit op 66.025 (31%) allochtone werklozen in Vlaanderen.14 De totale uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen in België bedroegen in 2010 ongeveer 7 miljard euro. Wanneer we het percentage allochtone werklozen extrapoleren naar heel België, betekent dat dat er jaarlijks meer dan 2 miljard euro werkloosheidsuitkeringen worden uitbetaald aan allochtonen. Kijken we naar de werkzaamheidsgraad, dan zien we dat die voor de bevolking geboren buiten de EU in 2007 slechts 46,3% bedroeg tegenover 58,1% voor de bevolking geboren in het buitenland, maar binnen de EU, en 63,8% voor de bevolking geboren in 13 14
Bron: VDAB. http://arvastat.vdab.be/arvastat/werkloosheid_results.jsp Bron: VDAB. http://arvastat.vdab.be/arvastat/werkloosheid_results.jsp
11
België.15 In bepaalde gevallen kunnen vreemdelingen periodes gedurende dewelke ze in het buitenland gewerkt hebben optellen bij periodes van arbeid in België om zo te komen aan het aantal gewerkte dagen dat vereist is om aanspraak te maken op een werkloosheidsuitkering (de zgn. wachttijd). Behalve om erkende vluchtelingen en staatlozen gaat het om onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, Turkije, IJsland, Noorwegen, Liechtenstein, Zwitserland, de landen van ex-Joegoslavië, Algerije, de Verenigde Staten en Canada. In principe volstaat het dat ze één dag in België gewerkt hebben om te kunnen stempelen. Er bestaat bovendien een bloeiende handel in valse attesten die voor een zacht prijsje worden afgeleverd door nepvennootschappen. Als er een onderzoek wordt ingesteld naar de echtheid van die vennootschappen, zijn ze meestal reeds failliet.16 Ongetwijfeld is het eveneens een koud kunstje om in pakweg Turkije of Algerije aan een vals attest te geraken om aan de rest van de vereiste arbeidsperiode te komen. “Zo is het binnen de huidige wettelijke context perfect mogelijk voor een vreemde burger om na één dag werken in België, of, erger nog, tegen betaling voor een fictieve inschrijving, aanspraak te maken op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of werkloosheidsuitkeringen.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011. Schoolverlaters die behoren tot de bovenstaande nationaliteiten, plus Marokkanen en Tunesiërs, kunnen ook genieten van zogenaamde wachtuitkeringen, die tot 850 euro per maand kunnen bedragen, afhankelijk van de gezinssituatie en van de leeftijd. Zo kunnen zij zich meteen nestelen in de werkloosheid, zoals vele van hun ouders. Uit een recent verschenen krantenbericht blijkt bovendien dat je hier niet eens moet wonen om jarenlang werkloosheidsuitkeringen te kunnen trekken. Een anonieme rechter doet daarin het volgende verhaal over een Belgisch-Marokkaanse vrouw uit de streek van Mechelen: “De dame beweerde dat ze een alleenstaande moeder was. Ze liet zich met haar drie kinderen inschrijven in de gemeente waar haar broer woonde. Ze woonde met haar kroost ook in het huis van haar broer. De vrouw kon een werkloosheidsuitkering én kinderbijslag bemachtigen. Haar broer genoot een fiscaal voordeel omdat hij vier personen onderdak gaf. De grote leugen van de moeder kwam echter uit, toen ze in 2007 werd opgeroepen om te zetelen in een kiesbureau. Ze daagde niet op en de politie maakte er een zaak van. Een agent werd op pad 15
Bron: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, De immigratie in België. Aantallen, stromen en arbeidsmarkt, rapport 2009, p. 75, bijlage 16. 16 Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5.
12
gestuurd om de vrouw te zoeken. Uit zijn buurtonderzoek bleek dat de moeder en de kinderen al sinds 1998 permanent in Marokko woonden. Ze was er getrouwd met een chirurg en leidde een luxueus bestaan. Ze kwam nu en dan naar ons land om het geld van haar Belgische rekening te halen. De moeder kon meer dan tien jaar lang sjoemelen. Ze werd door niemand gecontroleerd. Ze werd uiteindelijk opgepakt en veroordeeld tot 18 maanden cel.” Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5. Verder is er het fenomeen van de export van pensioenen. In bepaalde gevallen kan immers een Belgisch pensioen uitgekeerd worden aan vreemdelingen die in het buitenland verblijven. Dit geldt bijvoorbeeld krachtens internationale overeenkomst voor onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie, alsook Algerijnen, Australiërs, Canadezen, Chilenen, Israëliërs, Japanners, Kosovaren, Congolezen, Kroaten, Marokkanen, Tunesiërs, Turken, Zwitsers en onderdanen van de Verenigde Staten, San Marino, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Servië, Montenegro, de Filippijnen, Zuid-Korea, Uruguay en India. In 2008 ging het in totaal in het stelsel van de werknemers om een bedrag van bijna 62 miljoen (61.891.274) euro voor 167.747 rechthebbenden (vreemdelingen én Belgen). Het ging onder meer om 8.213 gevallen in Turkije en 5.489 gevallen in Marokko.17 Om zich van de gegrondheid van de uitgevoerde betalingen te verzekeren, zendt de Rijksdienst voor de Pensioenen eenmaal per jaar een ‘levensbewijs’ aan de personen die in het buitenland verblijven (zowel Belgen als vreemdelingen). Dit document moet, behoorlijk ingevuld door de gepensioneerde en een officiële instantie (ambassadeur, consul of burgemeester), binnen de 30 dagen na de datum van de verjaardag van de betrokkene bij de RVP toekomen. Wordt het levensbewijs niet tijdig ontvangen, dan moet de RVP elke betaling schorsen. Bij overlijden van een in het buitenland woonachtige gepensioneerde moet dit uiteraard gemeld worden, maar toch komt het voor dat nog pensioen wordt uitbetaald na het overlijden omdat de RVP niet meteen wordt ingelicht. In 2007 ging het om 112 gerechtigden, in 2008 om 121, in 2009 om 108 en in 2010 om 174 gerechtigden waarvoor nog pensioen werd uitgekeerd na hun overlijden.18 De ten onrechte betaalde bedragen moeten dus teruggevorderd worden. Het zou daarbij echter niet (noodzakelijk) gaan om fraude. Hoewel de RVP niet over cijfers in verband met fraude bij levensbewijzen zegt te beschikken – “momenteel is er slechts één dergelijk terugvorderingsdossier in behandeling” – kan men zich toch de vraag stellen hoe sluitend de 17
Bron: antwoord van de minister van Pensioenen van 12 maart 2010 op vraag nr. 34 van Volksvertegenwoordiger Valérie De Bue van 6 januari 2010. 18 Bron: antwoord van de minister van Pensioenen op schriftelijke vraag nr. 60 van Volksvertegenwoordiger Karolien Grosemans.
13
controle op de waarachtigheid van de levensbewijzen wel is, zeker in landen waar corruptie schering en inslag is. Dat vreemdelingen in sommige gevallen eveneens sjoemelen met de pensioenleeftijd en dat valse attesten gebruikt worden, blijkt uit het relaas van de rechter in het reeds aangehaalde krantenartikel: “Sommige migranten, die al dan niet gewerkt hebben, vragen hun pensioen aan terwijl ze nog niet aan de leeftijdsvoorwaarden voldoen. Ze doen dat om rustig naar hun vaderland te kunnen terugkeren. Als de administratie van Pensioenen hun aanvraag weigert omdat ze veel te jong zijn, dan starten ze een procedure voor de arbeidsrechtbank. Als ze ook van de rechtbank ongelijk krijgen, trekken ze naar hun vaderland om een geboorte-attest te halen. Ze staan hier dan een maand later terug met een attest waaruit blijkt dat ze plots vijf jaar ouder zijn. Er loopt heel wat mis met de geboorteregisters in onder meer Marokko, Algerije en Turkije. Die attesten zijn officiële documenten, maar we weten dat ze vals zijn. Als rechter kan je er niets tegen doen, want dan veroorzaak je een diplomatieke rel met die landen.” Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5. Personen die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben, maar geen pensioen ontvangen of waarvan het pensioen lager is dan een bepaald bedrag, hebben recht op een zogenaamde inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Op 1 mei 2011 bedroeg deze uitkering 623,07 euro per maand voor een samenwonende en 934,61 euro per maand voor een alleenstaande. Behalve personen met de Belgische nationaliteit, staatlozen en erkende vluchtelingen kunnen eveneens onderdanen van EU-lidstaten van een IGO genieten. Het kan ook gaan om niet-EUburgers die in een lidstaat van de EU ooit verzekerd zijn geweest als werknemer, zelfstandige of ambtenaar, bijvoorbeeld een Turk die naar België komt nadat hij in Duitsland gewerkt heeft of de Marokkaanse weduwe van een Marokkaan die in Spanje gewerkt heeft. Ook hier is het de vraag wat die tewerkstelling voorstelt en kan het gebruik van valse attesten allerminst uitgesloten worden. Tenslotte kunnen ook vreemdelingen die een recht op een rust- of overlevingspensioen krachtens een Belgische regeling geopend hebben, een aanvraag indienen voor een IGO. Daarvoor volstaat het zelfs dat zij één dag in ons land gewerkt hebben. Er is geen enkele reden om te betwijfelen dat ook hier, evenals met het oog op het ontvangen van werkloosheidsuitkeringen, gebruik wordt gemaakt van valse attesten, al dan niet verstrekt door nepvennootschappen. Enkele maanden geleden kwam overigens aan het licht dat het OCMW van Oostende er een praktijk op nahield waarbij het bejaarde 14
vreemdelingen voor een zeer korte periode (soms slechts één dag) zogezegd tewerkstelde om hun niet langer een leefloon te moeten uitkeren en de kosten af te wentelen op de federale overheid, die hun vervolgens een IGO toekent. Het blijft echter de belastingbetaler die uiteindelijk opdraait voor de uitkering van de bejaarde vreemdeling, of het nu om een leefloon of een IGO gaat. Niet alleen pensioenen, maar ook kinderbijslagen worden geëxporteerd. Hoewel er in principe geen kinderbijslag verschuldigd is voor kinderen die in het buitenland opgevoed worden, bestaan er op dat uitgangspunt allerlei uitzonderingen. Zo kan de minister van Sociale Zaken een individuele afwijking toestaan. In 2007 werden in het stelsel van de werknemers 1.840 individuele afwijkingen aangevraagd, waarvan er 1.669 werden toegestaan. Tijdens de jaren 2004, 2005 en 2006 ging het respectievelijk om 1.350, 1.565 en 1.757 gunstige beslissingen.19 Naast deze individuele afwijkingen verleent de minister van Sociale Zaken een vrijstelling van de verblijfsvoorwaarde voor categorieën van ‘behartigenswaardige gevallen’. Op 31 december 2007 genoten 158 kinderen van een dergelijke algemene afwijking op de territorialiteitsvoorwaarde.20 Wanneer de minister van Sociale Zaken of, in het stelsel van de zelfstandigen, de minister van Middenstand, een individuele of algemene afwijking toestaat, kan de minister het bedrag van de kinderbijslag bepalen. Hij zou dus rekening kunnen houden met de geringere levensduurte in het land van verblijf door de kinderbijslag op een lager bedrag vast te stellen. Van die mogelijkheid maakt hij echter geen gebruik, d.w.z. dat steeds hetzelfde bedrag aan kinderbijslag wordt uitbetaald als wanneer het kind in België zou verblijven. Behalve in de gevallen waarin een individuele of algemene afwijking wordt toegestaan, wordt eveneens Belgische kinderbijslag uitbetaald voor in het buitenland verblijvende kinderen van EU-burgers en van onderdanen van landen waarmee bilaterale verdragen bestaan. Daarbij gaat het onder meer om Marokko, Algerije, Tunesië en Turkije. Die verdragen voorzien gewoonlijk wel in verlaagde uitkeringen ten opzichte van de kinderbijslagen die worden betaald voor in België verblijvende kinderen. In 2009 ontvingen 20.784 niet-Belgische werknemers voor 39.905 in het buitenland verblijvende kinderen een totaal bedrag van 59.083.563 euro aan kinderbijslag. 1.062 niet-EU-vreemdelingen ontvingen voor 2.054 buiten België verblijvende kinderen een totaal bedrag van 1.026.225 euro. Voor Marokko gaat het 19
Bron: antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dd. 11 maart 2008 op schriftelijke vraag nr. 17 van Volksvertegenwoordiger Filip De Man dd. 9 januari 2008. 20 Bron: antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dd. 3 juli 2008 op schriftelijke vraag nr. 118 van Volksvertegenwoordiger Filip De Man dd. 5 mei 2008.
15
om een bedrag van 633.171 euro voor 1.658 kinderen en voor Turkije om een bedrag van 149.691 euro voor 192 kinderen.21 Er worden door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers geen systematische controles uitgevoerd. De Belgische inspectiediensten zijn in het buitenland immers niet bevoegd. Om twijfelachtige situaties op te helderen kunnen controles ter plaatse gevraagd worden aan de zgn. verbindingsorganen. Er zouden echter weinig controles gevraagd worden. Er gebeurt wel een systematische papieren controle aan de hand van formulieren die jaarlijks worden opgevraagd.22 De vraag is echter of dat een waterdichte controle mogelijk maakt als het gaat om niet-Westerse landen. De gewaarborgde gezinsbijslag is een aanvullend recht dat werd ingevoerd voor degenen die niet onder het stelsel vallen van de werknemers, van de zelfstandigen of van het overheidspersoneel. Gewaarborgde gezinsbijslag wordt slechts toegekend indien de aanvrager niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt. Net als Belgen kunnen vreemdelingen na vijf jaar wettelijk verblijf in België gewaarborgde gezinsbijslag aanvragen. Voor bepaalde categorieën van personen geldt echter geen vereiste van een minimale verblijfsduur: onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, staatlozen en erkende vluchtelingen, alsook onderdanen van een staat die het Europees Sociaal Handvest geratificeerd heeft (o.m. Turkije). De minister van Sociale Zaken kan eveneens een afwijking toestaan voor categorieën van ‘behartigenswaardige gevallen’ (o.m. geregulariseerden). In 2009 ontvingen in totaal 4.021 buitenlandse rechthebbenden de gewaarborgde gezinsbijslag voor 8.387 rechtgevende kinderen. In vergelijking met 2007 is dit een stijging met 674 rechthebbenden
(+ 20,14 %) en met 1.270 rechtgevende kinderen (+ 17,84 %). De
rechthebbenden van vreemde nationaliteit vormen 57,05 % van alle rechthebbenden in het stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag. Het aandeel van de rechtgevende kinderen van vreemde rechthebbenden bedraagt maar liefst 58,04 % op een totaal van 14.450 rechtgevende kinderen in de gewaarborgde gezinsbijslag.23 Let wel: deze percentages houden geen rekening met de gewaarborgde gezinsbijslag die wordt betaald voor kinderen van nieuwe Belgen.
21
Bron: antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dd. 23 maart 2011 op vraag nr. 5‐ 1178 van Senator Filip Dewinter dd. 3 februari 2011. 22 Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid dd. 3 maart 2010 op schriftelijke vraag nr. 12 van Volksvertegenwoordiger Alexandra Colen dd. 8 december 2009. 23 Bron: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, Statistiek van de rechthebbenden van vreemde nationaliteit die in België verblijven met hun gezin, telling 2010, p. 36. http://www.rkw.be/Nl/Documentation/Publication/Statistics/WerknemersVreemdeNationaliteit2010.pdf
16
Een bijzonder probleem bij de beoordeling van bepaalde door allochtonen ingediende aanvragen tot het verkrijgen van een uitkering of een ander sociaal voordeel (met name een sociale woning) wordt gevormd door de controle op het bestaan van onroerende eigendommen in het land van herkomst. Wat sociale woningen betreft, is het evident dat de regelgeving, in casu de Vlaamse Wooncode en het daarop gebaseerde Socialehuurbesluit, bepaalt dat de aanvrager in binnen- noch buitenland eigenaar mag zijn van een woning of van een perceel dat bestemd is voor woningbouw. In 2008 werd niet minder dan 32,84% van de Vlaamse sociale woningen toegewezen aan niet-Europese vreemdelingen, personen met een onbekende nationaliteit of met een dubbele nationaliteit.24 In het kader van het onderzoek naar de bestaansmiddelen dat door de bevoegde instantie moet gevoerd worden voorafgaand aan de toekenning van uitkeringen zoals een leefloon, een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) of
een
tegemoetkoming
aan
personen
met
een
handicap
(inkomensvervangende
tegemoetkoming, integratietegemoetkoming of tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) wordt eveneens op een of andere manier rekening gehouden met het kadastraal inkomen. Probleem is echter dat er geen effectieve controle mogelijk is op het bestaan van onroerende eigendommen in het buitenland. Slechts met een beperkt aantal landen bestaat een automatische regeling inzake onroerende goederen en dan nog enkel voor fiscale doeleinden: Denemarken, Estland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Oekraïne, Tsjechië, Rwanda en de Verenigde Staten25. Een aantal landen, waaronder Marokko en Turkije, heeft niet eens gereageerd op het voorstel van België om tot een administratieve regeling te komen.26 De OCMW’s nemen genoegen met een verklaring op erewoord van de kandidaatsteuntrekker dat hij geen onroerende eigendommen heeft in het buitenland: “Wat het eventueel bezit van onroerende eigendommen in het buitenland betreft, wordt door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn gewerkt met verklaringen op erewoord. De vraag naar dergelijk eigendom wordt gesteld en de aanvrager dient op eer te verklaren of hij al dan niet onroerende goederen in het buitenland bezit.”27 Bij de aanvraag van een sociale woning neemt de Vlaamse administratie eveneens genoegen met een verklaring op
24
Antwoord van Vlaams minister van Wonen en Inburgering Marino Keulen op een schriftelijke vraag van Vlaams Volksvertegenwoordiger Jan Penris dd. 9 april 2008. 25 Bron: http://fiscus.fgov.be/interfafznl/nl/international/cooperation/administration.htm. 26 Antwoord van de minister van Financiën dd. 16 maart 2010 op vraag nr. 421 van Volksvertegenwoordiger Bart Laeremans dd. 12 februari 2010. 27 Antwoord van de minister van Maatschappelijke Integratie dd. 5 november 2003 op schriftelijke vraag nr. 9 van Volksvertegenwoordiger Gerolf Annemans dd. 6 oktober 2003.
17
erewoord!28 Het lijdt geen enkele twijfel dat deze verklaringen op erewoord niet steeds overeenstemmen met de werkelijkheid. Een indicatie is het volgende. Niet minder dan 60% van de in België levende Marokkanen bezit een eigendom in Marokko.29 Tegelijk is 66% van de personen die onroerend goed bezitten in Marokko, huurder in België.30 Hoeveel van deze Marokkaanse huurders een sociale woning betrekken, weten we niet, maar allicht gaat het om een aanzienlijk aantal. Er dringt zich dan ook een meer sluitende controle op, bvb. door van de kandidaat-huurder die onderdaan is van een land waarmee België geen verdrag heeft afgesloten dat het mogelijk maakt na te gaan of de betrokkene in dat land onroerend goed bezit, een uittreksel te verlangen uit het kadaster van het land waarvan hij de nationaliteit heeft. Het Vlaams Belang diende in het Vlaams Parlement een voorstel van decreet van die strekking in.31
Dat allochtonen op grote schaal OCMW-uitkeringen ontvangen, mag dan wel een cliché zijn, maar dan wel één dat volkomen bevestigd wordt door de realiteit. Om recht te hebben op een leefloon moet men ofwel de Belgische nationaliteit bezitten, ofwel een burger zijn van de Europese Unie met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden, ofwel een staatloze of erkende vluchteling zijn ofwel als vreemdeling ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, d.w.z. gemachtigd zijn om zich in België te vestigen (in principe na vijf jaar ononderbroken en regelmatig verblijf in België). Van de 158.807 personen die in 2010 een leefloon ontvingen, waren er 117.133 Belgen (73,76%), 14.729 EU-vreemdelingen (9,27%) en 26.945 niet-EU-vreemdelingen (16,97%).32
Wie geen recht heeft op een leefloon, bvb. een vreemdeling die is ingeschreven in het vreemdelingenregister, heeft wel recht op “maatschappelijke dienstverlening die hem in staat moet stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid”.33 De meest courante vorm van dienstverlening is financiële hulp, die hetzij eenmalig hetzij periodiek
28
Artikel 3, §1, eerste lid, 3°, van het Socialehuurbesluit van 12 oktober 2007. Belgische Marokkanen: een stap verder, Koning Boudewijnstichting 2010, p. 8. 30 Belgische Marokkanen. Een dubbele identiteit in ontwikkeling, Koning Boudewijnstichting 2009, p. 66. 31 Voorstel van decreet nr. 107 (2010‐2011) van de heren Frank Creyelman, Filip De Winter, Jan Penris, Wim Wienen en Chris Janssens houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode wat de eigendomsvoorwaarde betreft. 32 Bron: berekening op basis van gegevens van de POD Maatschappelijke Integratie. Via http://www.mi‐ is.be/be‐nl/studies‐publicaties‐en‐statistieken/leefloon. Inmiddels werden de cijfers licht aangepast. 33 Artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. 29
18
hetzij als voorschot in afwachting van een sociale uitkering wordt uitgekeerd.34 Periodieke financiële steun wordt gebruikt ter vervanging dan wel ter aanvulling van het leefloon. De OCMW-wet bepaalt geen minimumbedrag. Wel gebruiken OCMW’s eigen steunnormen (barema’s, richtlijnen, tabellen) waarbij de bedragen van het leefloon vaak als richtsnoer worden gehanteerd. Men spreekt daarom ook wel van het equivalent leefloon. Van de 41.981 personen die in 2010 financiële hulp (equivalent leefloon) ontvingen, waren er 754 Belgen (1,80%), 1.736 EU-vreemdelingen (4,13%) en 39.491 niet-EU-vreemdelingen (94,07%).35
Bovenstaande cijfergegevens betekenen dat van de ruim 200.000 ontvangers van een OCMWuitkering (leefloon of het equivalent daarvan) in 2010 meer dan 40% vreemdelingen waren, nl. 8,20% EU-vreemdelingen en 33,09% niet-EU-vreemdelingen. In Antwerpen waren bijna 60% (57,85%) van de uitkeringstrekkers vreemdelingen. Uiteraard is dit nog een grove onderschatting van het aantal allochtone ontvangers van een leefloon of financiële hulp, want de vele nieuwe Belgen die een leefloon ontvangen, zijn er niet inbegrepen.
Een veel voorkomend misbruik zou het veinzen van een ziekte zijn om voor onbepaalde tijd een leefloon te krijgen: “Ik maakte het al tientallen keren mee dat asielzoekers ziek worden op de dag dat ze geregulariseerd raken. Daarvoor hebben ze meestal tot vijf jaar in het zwart gewerkt, maar dan laat hun gezondheid het afweten. De ziekten: rugpijn, depressie en post-traumatisch stress-syndroom. Dit laatste illustreren ze dan met een foto van een afgebrand huis ergens in Kosovo. De meeste attesten worden afgeleverd door een allochtone arts. Als het leefloon wordt goedgekeurd, dan gaan ze weer aan de slag in het zwart. En ze worden amper gecontroleerd.” Een anonieme rechter in Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5. Artikel 9ter van de Vreemdelingenwet zou eveneens aanleiding geven tot allerhande misbruiken.
Op
grond
van
deze
bepaling
kan
een
illegale
vreemdeling
een
verblijfsvergunning krijgen als hij aan een ziekte lijdt waarvoor hij in zijn thuisland niet adequaat kan worden verzorgd. Ook in het kader van deze procedure wordt veelvuldig gebruik gemaakt van valse attesten die worden afgeleverd door louche artsen. Wanneer 34
Asielzoekers hebben in principe enkel recht op materiële hulp, terwijl illegalen slechts recht hebben op dringende medische hulp. 35 Bron: berekening op basis van gegevens van de POD Maatschappelijke Integratie. Via http://www.mi‐ is.be/be‐nl/studies‐publicaties‐en‐statistieken/financiele‐hulp‐equivalent‐leefloon. Inmiddels werden de cijfers licht aangepast.
19
iemand om medische redenen geregulariseerd wordt, mogen bovendien ook zijn familieleden niet werken. “Die persoon moet een leefloon krijgen en mag niet werken. Helemaal aberrant is dat de wet zegt dat ook zijn familieleden niet mogen werken. Er bestaat een circuit van artsen die valse attesten afleveren. Er zijn er die het zo nogal bont maken. Zo kreeg een Russische vrouw, die zogezegd aan sinusitis leed, een tijdelijke regularisatie omdat ze voor ‘onbepaalde tijd’ niet in een vliegtuig mocht zitten, wegens drukverschillen. Je kan het zo gek niet bedenken of er is wel een arts die het op papier zet.” Een anonieme rechter in Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5. In een aantal gevallen worden OCMW-uitkeringen duidelijk niet gebruikt om iemand in staat te stellen een menswaardig leven te leiden, maar om terroristische activiteiten te financieren. Op deze oneigenlijke besteding van sociale uitkeringen wordt ook ingegaan door Advocaatgeneraal Van den Bon: “Uit informatie van de Cel voor Financiële Informatieverwerking blijkt dat het geld van verdachte transacties die verband houden met de financiering van het terrorisme niet alleen afkomstig zijn van illegale activiteiten maar ook van sociale uitkeringen die doorgesluisd worden naar organisaties die het terrorisme ondersteunen. Dat OCMW-uitkeringen dienen om terroristische praktijken te financieren is toch wel een ranzig fenomeen. Echt iets dat vreet aan de fundamenten van een rechtsstaat, en dan nog horen we dat sommige OCMW’s, bij gebrek aan geld, nieuwe fondsen moeten vinden die de rechtgeaarde belastingplichtige burger van dit land uiteindelijk zal moeten betalen.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011.
Ten slotte wordt er ook heel wat misbruik gemaakt van het vrij verkeer van EU-burgers om te komen profiteren van onze sociale bijstand. Wie als EU-burger naar België komt om er te werken of er zich als zelfstandige te vestigen, heeft het recht om meer dan drie maanden in België te verblijven. Hetzelfde geldt voor economisch niet-actieve EU-burgers die over voldoende bestaansmiddelen beschikken om te voorkomen dat zijzelf en hun familieleden tijdens hun verblijf ten laste vallen van het Belgische sociale bijstandsstelsel. EU-burgers die op het grondgebied van een andere lidstaat verblijven, hebben recht op dezelfde behandeling als de onderdanen van het gastland, ook wat het recht op sociale bijstand betreft. 20
Nu bestaat er een verband tussen het verblijfsrecht van een EU-burger en een beroep op sociale bijstand. Een beroep van de burger van de Unie op het sociale bijstandsstelsel van het gastland leidt echter niet automatisch tot de beëindiging van zijn verblijfsrecht. Wel kan uit een beroep op sociale bijstand blijken dat een EU-burger niet langer de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige bezit. Dat kan een reden vormen om zijn verblijfsrecht te beëindigen. Aan het verblijfsrecht van een economisch niet-actieve EU-burger kan dan weer een einde gesteld worden indien hij een ‘onredelijke belasting’ vormt voor het Belgische sociale bijstandsstelsel. Het probleem is dat de Belgische wetgeving het begrip ‘onredelijke belasting’ uit de Europese Verblijfsrichtlijn nergens definieert. Een nadere omschrijving dringt zich op, waarbij men zich kan laten inspireren door de vuistregels die zijn opgenomen in de Nederlandse Vreemdelingencirculaire 2000: tijdens het eerste jaar van verblijf levert elk beroep op sociale bijstand in beginsel een ‘onredelijke belasting’ op, tijdens het tweede jaar een beroep op sociale bijstand gedurende drie maanden of meer enz. Het Vlaams Belang diende in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel van die strekking in, alsook een wetsvoorstel om EU-burgers tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in België uit te sluiten van het recht op sociale bijstand. Laatstgenoemde mogelijkheid wordt uitdrukkelijk geboden door de Europese Verblijfsrichtlijn, maar de Belgische wetgever heeft nagelaten dit te implementeren. De gegevensuitwisseling tussen de OCMW’s en de Dienst Vreemdelingenzaken, die essentieel is om verblijfsrechtelijke consequenties te kunnen verbinden aan het beroep van een EU-burger op sociale bijstand, laat ook nog steeds te wensen over. Werner Somers Universitair medewerker Vlaams Belang-kamerfractie 21 september 2011
21
Persconferentie Bruno Valkeniers en Filip De Man 21 september 2011
“LAND VAN MELK EN HONING” EN VAN “DUIZEND EN EEN ACHTERPOORTEN”
Dames en heren van de pers,
Welkom op dit persmoment van het Vlaams Belang. Aanleiding is het feit dat de Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois en advocaat-generaal Piet Van Den Bon straks om 14u15 voor de commissies Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken en Justitie hun opwachting maken. Begin deze maand deden ze, in hun mercuriale voor de opening van het gerechtelijk jaar te Antwerpen, heel wat stof opwaaien met uitspraken over de gevolgen voor onze sociale zekerheid van de “buitenproportionele instroom van buitenlanders”. Zij bevestigen – eindelijk zou ik zeggen - wat het Vlaams Belang reeds jaren stelt: de immigratie is totaal ontspoord en ontwricht het maatschappelijke weefsel.
Blijkbaar heeft de pers dit nog niet opgemerkt, maar het is exact daarvoor dat het Vlaams Blok, intussen Vlaams Belang, in 2004 veroordeeld werd door het Hof van Beroep te Gent.
1
Wij durfden immers stellen: “het aanzuigeffect van ons sociale zekerheidssysteem mag niet onderschat worden” (blz. 74). Was dat scherp gesteld? Niet scherper dan wat voornoemde topmagistraten nu zeggen: “Dat België het land van melk en honing is, is dus geen bevestiging van een mythe maar van een gevaarlijke realiteit die veroorzaakt wordt door de huidige wetgeving. Het spreekt vanzelf dat deze realiteit als een magneet werkt op buitenlanders die op zoek zijn naar een beter bestaan. Onze sociale wetgeving is niet aangepast aan de vaststelling dat de immigratie naar onze welvaartstaat een risico van uitkeringscultuur inhoudt. De onaangepaste reglementering woekert als vochtig metaalroest aan onze alom geprezen sociale zekerheid.” Excusez du peu.
Idem over de werkloosheid: schreven wij volgens de Gentse rechters al te brutaal over “vreemdelingen als broodrovers verantwoordelijk voor de werkloosheid bij de eigen bevolking”, dan zeggen de Antwerpse magistraten “Eén en ander heeft uiteraard vooral concurrentievervalsende implicaties voor de Belgische ongeschoolde arbeidskrachten die “wegens gebrek aan werk” werkloosheidsuitkeringen aanvragen of naar het OCMW stappen.” Idem over de beschavingscrisis: ons werd verweten te stellen “De opgedrongen smeltkroes van volkeren, culturen, talen en waarden betekent het einde van onze beschaving” (blz. 67 arrest), vandaag waarschuwt men vanuit het Arbeidshof te Antwerpen voor “het einde van de democratie” en “destabiliserende praktijken die het voortbestaan van onze rechtsstaat in gevaar kunnen brengen”. Ik vermoed dat ondanks de talloze parallellen het Arbeidshof niet ontbonden zal worden omdat sommige van zijn “geledingen” hebben aangezet tot discriminatie. Het zou trouwens te gek zijn! Even gek als de veroordeling van het Vlaams Blok in 2004. In een democratie schiet men niet op de pianist. Intussen levert zelfs Hervé Hasquin, de vroegere voorzitter van het Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding, een van de aanklagers in het process tegen het Vlaams Blok, vandaag striemende kritiek op de huidige werking. ‘Teveel personeelsleden beschouwen het Centrum als de inquisitie van het politiek correcte denken'. Conclusie: opdoeken die handel!
2
Tenslotte is het wel een heuglijk feit dat de vierde macht zich de voorbije weken niet onbetuigd liet, na de mercuriale van de Antwerpse magistraten struikelden de krantenlezers bijna over de voorbeelden van misbruiken door allochtonen. Als bij toeval had onze partij tijdens het zomerreces, op basis van gecontroleerde bronnen en cijfers, een degelijk werkstuk gemaakt over die misbruiken van onze sociale rechtsstaat. U vindt de nota “België: land van melk en honing…” in bijlage. Mag ik nu Filip De Man vragen om hier verder op in te gaan.
Bruno Valkeniers Voorzitter Vlaams Belang
3
Eerst gaan we kort in op de oorzaken, daarna volgt een overzicht van de misbruiken. Massale immigratie Hoewel een migratiestop werd afgekondigd, komen steeds meer vreemdelingen naar België. Voorlopig recordjaar is 2009: 126.605 immigranten, illegalen niet inbegrepen. N-VA, Open Vld en CD&V geven de indruk dat hun recente wetgevende initiatieven hieraan zullen verhelpen, maar advocaat-generaal Piet Van den Bon spreekt hen tegen: "Die migratiestop werkt niet. Het asielstatuut wordt zwaar misbruikt en dat geldt ook voor de gezinshereniging, die veel te makkelijk kan. Er is nu wel een nieuwe, ietwat strengere wet, maar die is voornamelijk symbolisch. Ze zal weinig gevolgen hebben in de praktijk en vooral: ze verandert niets aan de globale toestand die nu al veertig jaar lang scheef loopt" (Gazet van Antwerpen, 2.9.11). De voornaamste bron van immigratie is - zoals bekend - de zogenaamde gezinshereniging (meestal gezinsvorming). Ook het asielbeleid blijft laks: de afgelopen tien jaar werden 163.712 asielaanvragen ingediend, goed voor zo’n 220.000 personen. In de overgrote meerderheid van de gevallen is de asielaanvraag inderdaad, zoals de Antwerpse magistraten het uitdrukken, niet meer dan “een voorwendsel om hier binnen te geraken voor zij die niet op de vlucht zijn voor het regime van hun land”. Aan de opvang van deze asielzoekers was in 2010 een prijskaartje verbonden van 320 miljoen €. Het regularisatiebeleid gaf vanaf Verhofstadt I meer dan 100.000 illegale vreemdelingen een verblijfsvergunning, terwijl nog 40.000 regularisatieaanvragen op een beslissing wachten.1 Dit alles heeft zware maatschappelijke gevolgen, het is de verdienste van voormalig SPDkopstuk Thilo Sarrazin om de problemen omstandig te hebben beschreven. “Die letzten Jahrzehnte haben gezeigt, dass die finanziellen und sozialen Kosten der muslimischen Einwanderung weitaus höher waren als der daraus fließende wirtschaftliche ertrag. Wenn wir den Zuzug nicht steuern, lassen wir letztlich eine Veränderung unserer Kultur, unserer Zivilisation und unseres Volkscharakters in eine Richtung zu, die wir gar nicht wünschen. Es würde nur wenige Generationen dauern, bis wir zur Minderheit im eigenen Land geworden sind. Das ist nicht nur ein Problem Deutschlands, sondern aller Völker Europas.” Thilo Sarrazin in Deutschland schafft sich ab, 2010, p. 330. 1
Bron: Dienst Vreemdelingenzaken. https://dofi.ibz.be/nl/1024/frame.htm
4
Ook de Antwerpse magistraten stellen dat de “gelukzoekers” vaak geen enkele bijdrage leveren aan onze economie en hebben het voorts over “het isoleren van grote groepen migrantenpopulaties in het maatschappelijke randgebied van sommige steden waarin het genot van uitkeringen tot een cultuurverschijnsel is verheven” en “duizend en één grote achterpoorten en zwarte gaten in de wetgeving die het mogelijk maken de Staat leeg te zuigen ten nadele van elke burger en ten nadele van de werking van de instellingen die het dak ervan moeten ondersteunen”. Hieronder belichten we, om in de terminologie van de Antwerpse magistraten te blijven, de opportuniteiten uit de Belgische wetgeving en de frauduleuze praktijken die vreemdelingen toelaten om de belastingbetaler “leeg te zuigen”. -
De massale immigratie komt voor een groot deel neer op de import van werkloosheid, wat ons dit jaar twee miljard euro kost. In veel gevallen volstaat het één dag in België gewerkt te hebben om te kunnen stempelen. Er bestaat bovendien een bloeiende handel in valse attesten.
“Zo is het binnen de huidige wettelijke context perfect mogelijk voor een vreemde burger om na één dag werken in België, of, erger nog, tegen betaling voor een fictieve inschrijving, aanspraak te maken op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of werkloosheidsuitkeringen.” Mercuriale Arbeidshof Antwerpen 1 september 2011.
-
Blijkt
bovendien
dat
je
hier
niet
eens
moet
wonen
om
jarenlang
werkloosheidsuitkeringen te trekken. Een anonieme rechter doet dit soort van misbruik het verhaal over een Belgisch-Marokkaanse vrouw uit de streek van Mechelen: “De dame beweerde dat ze een alleenstaande moeder was. Ze liet zich met haar drie kinderen inschrijven in de gemeente waar haar broer woonde. Ze woonde met haar kroost ook in het huis van haar broer. De vrouw kon een werkloosheidsuitkering én kinderbijslag bemachtigen. Haar broer genoot een fiscaal voordeel omdat hij vier personen onderdak gaf. De grote leugen van de moeder kwam echter uit, toen ze in 2007 werd opgeroepen om te zetelen in een kiesbureau. Ze daagde niet op en de politie maakte er een zaak van. Een agent werd op pad gestuurd om de vrouw te zoeken. Uit zijn buurtonderzoek bleek dat de moeder en de kinderen al sinds 1998 permanent in Marokko woonden. Ze was er getrouwd met een chirurg en leidde
5
een luxueus bestaan. Ze kwam nu en dan naar ons land om het geld van haar Belgische rekening te halen. De moeder kon meer dan tien jaar lang sjoemelen.” Het Laatste Nieuws, 3 september 2011, p. 5.
-
Schoolverlaters uit Marokko, Tunesië, Turkije, Algerije, enz. kunnen genieten van wachtuitkeringen, die tot 850 €/maand kunnen bedragen.
-
In bepaalde gevallen kan een Belgisch pensioen uitgekeerd worden aan vreemdelingen die in het buitenland verblijven. Onder hen 8.213 Turken en 5.489 Marokkanen en dat op eenvoudige voorleggen van een ’levensbewijs’.2 Dat er gefraudeerd wordt, staat vast zoals het sjoemelen met de pensioenleeftijd.
-
Idem dito betreffende de inkomensgarantie voor ouderen: niet alleen beschikbaar voor Belgen, maar ook voor staatlozen, erkende vluchtelingen en niet-EU-burgers die in een lidstaat werknemer, zelfstandige of ambtenaar waren (bijvoorbeeld een Turk die in Duitsland gewerkt heeft of de Marokkaanse weduwe van een Marokkaan die in Spanje werkte). Alle vreemdelingen boven vijfenzestig komen zelfs voor een inkomensgarantie in aanmerking na één dag gewerkt te hebben. Ook hier worden ongetwijfeld valse attesten gebruikt. Ondertussen stelt het OCMW van Oostende bejaarde vreemdelingen kort te werk om niet langer een leefloon te moeten uitkeren en de kosten af te wentelen op de federale overheid die zo’n IGO toekent.
-
Kinderbijslagen gingen in 2009 naar 39.905 in het buitenland verblijvende kinderen; er worden door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers geen systematische controles ginds uitgevoerd.
-
De gewaarborgde gezinsbijslag is beschikbaar voor vreemdelingen na vijf jaar wettelijk verblijf in België. Voor staatlozen, erkende vluchtelingen, geregulariseerde vreemdelingen alsook onderdanen van een staat die het Europees Sociaal Handvest geratificeerd heeft (o.m. Turkije), kan het zelfs sneller. In 2009 werd uitgekeerd voor 8.387 rechtgevende kinderen (nieuwe Belgen niet inbegrepen). Dit vertegenwoordigt 58% van alle rechtgevende kinderen. Controle op het bestaan van onroerende eigendommen in het land van herkomst bestaat niet of nauwelijks, zodat allochtonen vlot een uitkering of een sociale woning krijgen. Zowel inzake het verkrijgen van een leefloon of van een sociale woning
2
Bron: antwoord van de minister van Pensioenen van 12 maart 2010 op vraag nr. 34 van Volksvertegenwoordiger Valérie De Bue van 6 januari 2010.
6
neemt men genoegen met een verklaring op erewoord dat de betrokken vreemdeling geen onroerend goed bezit in zijn land van herkomst3. De betrokken landen weigeren elke medewerking aan de controle op de waarachtigheid van deze verklaring. Ondertussen wordt autochtonen verzocht hun woning te verkopen. In 2008 werd 33% van de sociale woningen toegewezen aan allochtonen4. In 2010 waren er leeflonen voor 26.945 niet-EU-vreemdelingen (nieuwe Belgen niet inbegrepen).5 Let wel: niet minder dan 60% van de in België levende Marokkanen bezit een eigendom in Marokko.6 Het Vlaams Belang diende een voorstel van decreet in waardoor een uittreksel uit het kadaster van het herkomstland verplicht wordt.7 -
Vreemdelingen die geen recht hebben op een leefloon, moeten niet wanhopen: voor 39.491 allochtonen van buiten de EU is er het equivalent leefloon.8 De wet bepaalt geen maximumbedrag, de OCMW’s hanteren eigen barema’s.
-
Geveinsde ziekte vormt eveneens een truc om een leefloon te krijgen, in bepaalde gevallen zelfs voor onbepaalde tijd. In de media werden tal van voorbeelden gegeven.
-
Artikel 9ter van de Vreemdelingenwet geeft de illegaal een verblijfsvergunning als hij aan een ziekte lijdt “waarvoor hij in zijn thuisland niet adequaat kan worden verzorgd”. Het verhaal van de valse doktersattesten is ook hier bekend.
Het besluit kan kort zijn: om onze verzorgingsstaat te vrijwaren, moeten niet alleen de vele immigratiepoorten dicht, maar ook de talloze achterpoorten in onze sociale wetgeving die zo kleurrijk beschreven werden door de magistraten van het Arbeidshof. Het Vlaams Belang heeft ter zake wets- en decreetvoorstellen ingediend. U vindt ze in de bijlagen. Filip De Man volksvertegenwoordiger 3
Antwoord van de minister van Maatschappelijke Integratie dd. 5 november 2003 op schriftelijke vraag nr. 9 van Volksvertegenwoordiger Gerolf Annemans dd. 6 oktober 2003. 4 Antwoord Vlaams minister Marino Keulen op een schriftelijke vraag van Vlaams Volksvertegenwoordiger Jan Penris dd. 9 april 2008. 5 Bron: berekening op basis van gegevens van de POD Maatschappelijke Integratie. Via http://www.mi‐ is.be/be‐nl/studies‐publicaties‐en‐statistieken/leefloon. Inmiddels werden de cijfers licht aangepast. 6 Belgische Marokkanen: een stap verder, Koning Boudewijnstichting 2010, p. 8. 7 Voorstel van decreet nr. 1017 (2010‐2011) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode wat de eigendomsvoorwaarde betreft. 8 Artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
7
Bijlagen: - ‘België: land van melk en honing…en van duizend en een achterpoorten’ (analyse van de ondermijning van onze sociale zekerheid door de massa-immigratie, Werner Somers, universitair medewerker Vlaams Belangkamerfractie); - enkele sterke verhalen uit de OCMW’s; - wetsvoorstel tot nadere omschrijving van het begrip “onredelijke belasting voor het sociale bijstandsstelsel” in de vreemdelingenwet (Filip De Man, Annick Ponthier en Tanguy Veys); - wetsvoorstel tot uitsluiting van het recht op sociale bijstand in bepaalde gevallen van burgers van de Europese Unie (Rita De Bont, Guy D’haeseleer, Annick Ponthier en Filip De Man); - wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie wat de vereiste van taalkennis voor het recht op maatschappelijke integratie betreft (Rita De Bont, Guy D’haeseleer en Annick Ponthier); - voorstel van resolutie ter aanmaning van de regering om dringend werk te maken van nationale en internationale wettelijke initiatieven en maatregelen om de OCMW-diensten in de mogelijkheid te stellen om een echt vermogensonderzoek te voeren naar eigendommen in het buitenland van aanvragers van een leefloon (Bert Schoofs, Filip De Man, Rita De Bont, Guy D’haeseleer en Annick Ponthier); - Voorstel van decreet nr. 1017 (2010-2011) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode wat de eigendomsvoorwaarde betreft.
8
OCMW zoals het is: Sinterklaas met uw belastinggeld Elke maand keurt het OCMW van Sint-Niklaas zowat 400 steunaanvragen goed. Om u een idee te geven van de ongelooflijke zaken die daar gebeuren een paar voorbeeldjes van de zitting van 28 maart 2011. (Alle namen werden veranderd, maar alle andere gegevens zijn juist.) Stuur deze info gerust door aan vrienden en kennissen, het wordt tenslotte met uw belastinggeld betaald… Dossier 2011/XYZ, A. Tarik: 20 jaar, uit Irak. Wil een huurwaarborg voor een appartement, een leefloon van 900 euro, een voorschot op eerste maand huur van 480 euro en een gratis voorschot van 100 euro per week. Voorstel Vlaams Belang: afwijzen. Beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen. Dossier 2011/XYZ, D. Mustapha: 18 jaar. Kreeg tewerkstelling aangeboden maar kwam niet opdagen. Werd daarvoor een maandje gestraft maar wil nu terug leefloon aan 500 euro per maand. Voorstel Vlaams Belang: afwijzen, hij moet eerst bewijzen te willen werken. Beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen. Dossier 2011/XYZ, H. Mosteek: 19 jaar, Afghaan. Verbleef in Brussel in ’t Klein kasteeltje maar werd door de vereniging VLOS, die met subsidies van het stadsbestuur hulp geeft aan illegalen, naar Sint-Niklaas gehaald. Kreeg zogezegd in dat Klein Kasteeltje een klap op het hoofd en is daardoor ‘medisch ongeschikt’ om te werken, en slaagde er zo in om verblijfspapieren te krijgen van de CD&V-Open Vld-regering via een ‘medische regularisatie’ ! Wil 740 euro leefloon per maand, terugbetaling alle medische kosten behalve de opleg, en meubelen uit de kringloopwinkel aan 25% van de prijs waaronder een TV aan 120 euro. Voorstel Vlaams Belang: afwijzen. Beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen. Dossier 2011/XYZ, K. Abdullah: 44 jaar, zogezegd uit Kroatië maar nationaliteit onbekend. Onwettig afwezig gebleven bij tewerkstelling. Vrouw heeft geprobeerd de boel op te lichten door te liegen over een vermeende ‘ziekte’. Man wil leefloon 1000 euro per maand. Voorstel Vlaams Belang: afwijzen, hij moet eerst bewijzen te willen werken. Beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen. Dossier 2011 XYZ, P. Jinkic: Negen personen ontvangen samen op één adres 2500 euro OCMW-steun per maand. Jongeman van 22 jaar werd tewerkstelling aangeboden maar is al na paar dagen weggegaan, heeft liever 1000 euro OCMW-bijstand als gezinshoofd. Voorstel Vlaams Belang: afwijzen, moet eerst werkbereidheid bewijzen. Beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen. Dossier 2011/XYZ, Z. Ahmed: Nederlandse nationaliteit, vrouw en kinderen wonen in Nederland, maar vroeg steun aan OCMW Sint-Niklaas voor gezin met kinderen. OCMW is niet verplicht steun te geven aan EU-onderdanen, maar deed dat toch. Man liet bij elk gesprek met het OCMW de vrouw en de kinderen frauduleus uit Nederland overkomen. Nu de fraude is uitgekomen is hij gevlucht. Het OCMW vordert nu 3000 euro terug maar weet zo goed als zeker dat er nooit meer iets van te recupereren valt. Klacht indienen vindt men niet nodig, zodat hij de truc gerust bij een ander OCMW kan herhalen. Dossier 2011/XYZ, K. Fatima: Wil een uitkering maar woont in bij haar ouders, die in België een huis in eigendom hebben. Geeft toe dat haar ouders ook nog een eigendom hebben in Marokko, waarvan de waarde kan leiden tot een lager bedrag aan uitkering, maar weigert
de documenten over die eigendom te overhandigen. Voorstel Vlaams Belang; afwijzen tot documenten worden voorgelegd, beslissing CD&V, SP.a, Groen, Open Vld: uitbetalen 283 euro per maand zonder vragen te stellen. Drie dossiers geregulariseerde illegalen: recent papieren gekregen dankzij CD&V, Open Vld en N-VA en meteen naar het OCMW voor 1000 euro leefloon. De OCMW-raad besliste hen daarnaast ook nog een tandprothese (700 euro), opleg medische facturen (1000 euro) en aansluitingskosten mutualiteit (600 euro) uit te betalen. Vlaams Belang tegen, alle anderen voor.