Belevingsgerichte zorg bij probleemgedrag
Programma 1. Inleiding: streven naar welzijn 2. Wat gebeurt er bij dementie? 3. Behoeften en lijdensdruk: belevingsgerichte zorg 4. Methodisch werken: Plan voor het omgaan met probleemgedrag 5. Omgaan met veel voorkomende gedragsproblemen 6. De welzijnsmeter
Dementie: het brein:
http://www.youtube.com/watch? v=om7lja73C0k#t=18 Ondanks dementie blijft menselijk streven: • Gevoelens van geluk • Gewaardeerd worden • Iets betekenen voor een ander • Welzijn ervaren
mensen blijven streven naar zo hoog mogelijk welzijn http://deltion.mediamission.nl/Mediasite/Play /64598f1187714eb39c1812c59fa3093f1d
Behoeften en lijdensdruk Dementie = achteruitgang = steeds moeten aanpassen de tweede trap van de piramide staat onder druk
Wat gebeurt bij dementie? • Achteruit gaan tot aan de dood • Verlies van identiteit en autonomie • Emotionele consequenties worden gevoeld en ervaren, maar kunnen niet meer worden verteld = FRUSTRATIE
Achteruit gaan tot aan de dood Proces in 3 fasen Beginfase: bedreiging; • angst en verlieservaringen • bedreiging van de toekomst • Rouw en verdriet • Verzet tegen de onzekerheid van de toekomst
Achteruit gaan tot aan de dood Proces in 3 fasen Gevorderde fase: verlies • Verlies van grip op het heden • Problemen met communiceren • Ontregeling van het dagelijks leven
Achteruit gaan tot aan de dood Proces in 3 fasen Eindfase: volledige afhankelijkheid • In eigen wereld verzonken • Bijna alle herinneringen zijn verdwenen • Communiceren met woorden lukt niet meer • Volledige en voortdurende verzorging nodig
Herbeleven • Herinneren je blijft in het hier en nu en beseft dat het de verleden tijd is als je herinneringen ophaalt (mbv lange termijn geheugen) • Herbeleven is leven in het verleden, voelen en denken als toen, je bent ín die situatie, het geheugen is leeg
gevolgen • Steeds meer leven in het verleden, je gaat terug naar vroeger • Door schade aan het brein: gevoeliger voor prikkels en meer impulsief reageren • Je reageert dus ook zoals vroeger, vóór je hebt geleerd ‘hoe het moet of hoort’ je wordt niet meer geremd door sociale- of beleefdheidsregels
Wat gebeurt bij dementie?
opname = trauma Verlies van ‘thuis’ en aanpassen aan nieuwe omgeving = traumatische ervaring • http://www.youtube.com/watch?v=0aGylFFA52c#t=14
In het gedrag zie je de weerslag na 3-6 maanden: • BANG • BOOS • BEDROEFD
BBB = ontheemd en ontregeld Nodig: • • • • • • • •
Een veilige en voorspelbare omgeving zorg door bekende gezichten Vaste dagindeling, regelmaat Je ‘ thuis’ kunnen voelen Je gekend en gewaardeerd voelen Plezierige bezigheden uitvoeren Iets voor een ander kunnen betekenen Aanwezigheid van persoon in ‘ moederrol’ voor veiligheid
Gedrag: • Ontregeld gedrag afwijkend en soms lastig, maar voor dementerende en omgeving niet als problematisch gezien •
http://www.youtube.com/watch?v=xeNKVLKtTp8
• Gedragsproblemen gedragingen waarmee de dementerende zelf en/of mensen in de omgeving moeilijk kunnen omgaan
gedragsproblemen • BANG http://www.youtube.com/watch?v=Utbv-3hlCu8#t=27
• BOOS http://www.youtube.com/watch?v=kLnQlyzhCPc
• BEDROEFD
Waarom belevingsgerichte zorg? • Dementie leidt tot een groot aantal problemen • De dementerende kan zich niet meer aanpassen • Wij kunnen ons gedrag wel aanpassen • We kunnen de omgeving aanpassen
Aansluiten bij gewoontes • Persoonlijke, eigen gewoontes zijn belangrijk • Geven een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid • Bieden rust, overzicht en steun in onveilige situatie
Aansluiten bij gewoontes • Gewoontes leren kennen dmv ‘levensverhaal’ en observaties • Zoveel mogelijk helpen om de gewoontes in stand te houden • Ondersteunen bij keuzes maken (is moeilijk voor een dementerende door geen/beperkt overzicht)
Aanpassen van de omgeving • Herkenbare ruimtes: zitkamer, keuken, hal, slaapkamer • Duidelijke contrasten tussen meubels en vloeren • Herkenbaar meubilair • Mogelijkheid bieden voor rondlopen en bewegen • Gelegenheid bieden om steeds in andere omgeving te kunnen zitten
Gewenste omgangsvormen • Ga op een volwassen, respectvolle wijze met de dementerende om, maak oogcontact en gebruik normale spreektaal • Pas je tempo aan en neem de tijd • Spreek korte en duidelijke zinnen en laat het eventueel zien (visuele ondersteuning) • Geef erkenning door aan te sluiten bij iemands normen en waarden • Toon je betrokkenheid en stel eenvoudige vragen
Gewenste omgangsvormen • Accepteer dat de dementerende fouten maakt en confronteer hem/haar hier niet mee • Gebruik humor zorgt voor ontlading • Voorkom dat de dementerende faalt: - stel gesloten vragen en voeg herkenbare informatie toe in de vraag - stel geen waarom vragen
Gewenste omgangsvormen • Leid de dementerend zo nodig af overstappen naar een ander onderwerp • Bied een gevoel van samenzijn: neem de tijd, vertel zelf wat en wees zelf ontspannen, gebruik humor en bijvoorbeeld muziek. Laat voelen dat je er bent, zeker als een gesprek niet meer gaat. Het plezier van de gedeelde ervaring is belangrijker dan de inhoud van het gesprek.
Methodisch werken • Werken volgens een vooraf opgesteld plan waarmee je zo effectief en efficiënt mogelijk een vastgesteld doel bereikt ‘Plan voor omgaan met probleemgedrag’
1. Onderzoek • • • • • •
Welk gedrag is zichtbaar? Welke behoefte(s) heeft de cliënt? Welke voortekenen zie je? Voor wie is het gedrag een probleem? Wanneer komt het gedrag voor? Hoe vaak per dag/ nacht/ week?
1. Onderzoek • Wat kan de oorzaak of aanleiding zijn? • Wat vindt de cliënt prettig en kun je gebruiken als afleiding? • Wat is het doel van het actieplan? • Hoe vaak per dag /nacht/week mag het gedrag nog voorkomen?
2. HET ACTIEPLAN • Ten aanzien van de voortekenen: Voorteken:
actie:
2. HET ACTIEPLAN Als het probleemgedrag zich voordoet: • Uiting:
Actie:
• Rapportage van het resultaat van de actie
3. evaluatie Is het doel bereikt? • Ja 0 • Deels 0 • Nee 0 • Oorzaken • vervolgacties
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG
Naam cliënt: XXXX Geb. dat: XXXX Ingevuld door: Petra en Kristel Datum: 25 sept 2013 Datum evaluatie: 25 okt 2013
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG 1. ONDERZOEK Welk gedrag is zichtbaar? • Overdag: Mw is in zichzelf gekeerd en is continu aan het roepen ‘zuster…zuster..’op heel monotone wijze Soms lijkt ze angstig en roept dan luider en met meer emotie • ’s nachts: Mw ligt in bed en roept ‘zuster, zuster’. Welke behoefte(s) heeft de cliënt? • Veiligheid, geborgenheid, zich niet alleen voelen of alleen zijn, geruststelling, • Contact/ bezigheden ter afleiding van verveling?
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG 1. ONDERZOEK Voor wie is het gedrag een probleem? • Voor mevrouw, de medecliënten en het personeel Wanneer komt het gedrag voor? • Overdag en ‘s nachts Hoevaak komt het gedrag voor in de afgelopen week? • Overdag 8-10 x • ‘s nachts 7-10x
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG Wat vindt de cliënt prettig en kun je gebruiken als afleiding? • Aandacht in 1-1 contacten • Mw lijkt meer ontspannen in gezelschap ( of geluiden die ze dan hoort terwijl ze dut) • Muziek luisteren Wat is het doel van het actieplan? • Vermindering van het roepgedrag, zowel overdag als ‘s nachts Hoe vaak per week mag het gedrag voorkomen ten tijde van de evaluatie? • 4x per week overdag en 4x per week ’s nachts. Zie rapportagelijst inventarisatie roepgedrag.
Het actieplan ten aanzien van de voortekenen Voorteken: • Mw blijft alleen in huiskamer Voorteken: • Mw blijft alleen in de huiskamer • Voorteken: • Ochtend Mw is in haar slaapkamer • avond idem
Actie: • Aanbieden dat ze met je meegaat en haar meenemen Actie: • Muziek aanzetten naast haar • Actie: • Muziek aanzetten voor je met de zorg begint • Muziek aanzetten als ze in bed ligt
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG Wat kan de oorzaak of aanleiding zijn? Mentaal welzijn • Angst om alleen te zijn in de eigen kamer of in de huiskamer • Depressieve gevoelens • gemis van haar overleden echtgenoot • dementie: vertraagd begrip en reactie? Lichamelijk welbevinden en gezondheid • Pijn? • Ongemak van incontinentie • Niet kunnen/ durven staan, begrijpt ze de instructie bij verzorging wel of niet? • Omdraaien van het dag-nachtritme Participatie • Verveling? Woon- en leefomstandigheden • Slaapkamer is erg stil, ze ervaart dan misschien meer dat ze alleen is
PLAN VOOR OMGAAN MET PROBLEEMGEDRAG
Welke voortekenen zie je? • Mw is bang om alleen te zijn, als je bij haar uit de (huis) kamer wegloopt begint ze te roepen. • kan ze altijd wel volgen wat de bedoeling is? • Is ons tempo niet te hoog waardoor ze angstig wordt?
Het actieplan Als het probleemgedrag zich voordoet Uiting probleemgedrag: • Mw roept terwijl ze in bed ligt Uiting probleemgedrag: • Bij roepen
• •
Actie: Muziek / radio aanzetten zodat ze wat geluiden om zich heen hoort • Actie: • Niet ingaan op het roepen (mw wat is er? ) maar haar iets heel anders aanbieden, haar vragen of ze met je mee wilt voor een boodschap, bv van de afdeling af of even naar het kantoortje, of naar de Pinksterbloem iets uit de keuken halen, zodat ze uit de ‘roepmodus’ komt, en ook echt even in een andere omgeving Actie: • Muziek aanbieden, even samen luisteren/zingen •
Als het probleemgedrag zich voordoet Uiting probleemgedrag: • roepen
Uiting probleemgedrag: • Verdriet, depressieve stemming
Actie: • Haar positief benaderen, praatje maken, 1-1 contact, activiteit doen of fotoboeken bekijken
Actie: • Plezierige activiteiten aanbieden
Rapportage: Inventarisatie roepgedrag.
Datum
Omschrijving situatie
Week
Reactie cliënt
Aantal keren geroepen
DE EVALUATIE Is het doel bereikt? Is de afgesproken frequentie bereikt? • Ja 0 • Deels 0 • Nee 0 Oorzaken:
Vervolgacties:
0 0 0
De Welzijnsmeter
De Welzijnsmeter: meten = weten • ruim 70 uitspraken over gedrag in een bepaalde periode. Welk gedrag zie je? Wat doet de cliënt? • gaan - waar mogelijk - uit het van het positieve, anders van het negatieve • scoren: Altijd – Regelmatig – Zelden – Nooit • Hoe groener, des te beter; hoe roder, hoe meer het welzijn onder druk staat suggesties opvragen: • Suggesties ten aanzien van probleemgedrag in een bepaalde gedragsgroep • Suggesties ten aanzien van het verhogen van welzijn in een bepaald leefgebied
Belevingsgerichte zorg werkt! • We merken dat het helpt • Cliënten voelen zich prettig en brengen de dagen op een prettige manier door • Hierdoor is het probleemgedrag duidelijk verminderd • Gevolg: minder beperkingen door fixatie of medicijnen. • Personeel werkt met meer plezier
Belevingsgerichte zorg werkt! • Waarborgzegel Fixatievrije Zorginstelling (met 3 sterrren) ontvangen. • De onrustbanden zijn door onze collega, de kunstenares Eveline Lafayette omgetoverd in kleurrijke vlinders, die rondvliegen in de tuin van de Posten.
Veel voorkomende problemen: depressief gedrag
• stress • verlieservaringen (bijvoorbeeld het overlijden van een geliefde of een gedwongen verhuizing) • lichamelijke klachten. • het besef dat men dement wordt
Omgaan met depressief gedrag • • • • • • • • • •
Toon begrip voor de situatie Geef gevoelens van cliënt de ruimte Laat cliënt zoveel mogelijk eigen keuzes bepalen Biedt dagstructuur met voldoende bezigheden Geef individuele aandacht Bied gelegenheid voor opdoen positieve, zinvolle ervaringen Geef bevestiging en complimenten Stimuleer beweegactiviteiten Zoek goede balans tussen in- en ontspanning Besteed aandacht aan een verzorgd uiterlijk
Veel voorkomende problemen: prikkelbaarheid • • • •
woede en stemmingswisselingen vooral bij vasculaire dementie en de ziekte van Alzheimer Oorzaak: ontstaat vaak door conflicten met iemand in de omgeving, wanneer de dementerende een situatie niet goed begrijpt of een situatie verkeerd inschat. • Ook het besef van tekortschieten door de verschillende stoornissen en de frustratie die hierdoor ontstaat, kan leiden tot gevoelens van onmacht en frustratie.
Omgaan met prikkelbaarheid • Ga niet in discussie • Word niet boos • Geef iemand de tijd om zich voor te bereiden op je verzoek • Bied gelegenheid om het na een tijdje ‘opnieuw’ te doen
Veel voorkomende problemen:angst • wanneer iemand zich bedreigd of in gevaar voelt • leidt tot lichamelijke reacties zoals beven, hartkloppingen en toegenomen spierspanning (een ‘gespannen gevoel’). • gebeurtenissen kunnen niet meer worden ingeprent en herinneringen uit het verleden zijn verloren. Dat leidt tot een voortdurend gevoel van bedreigd worden en in gevaar zijn. Het maakt mensen bang en onzeker. Ze verliezen de grip op hun leven. Ze voelen zich onveilig.
Omgaan met angstig gedrag • • • • • • • • • •
Bied veiligheid en bevestiging Zorg voor een rustige en vertrouwde omgeving Leg stap voor stap uit wat je doet en houd oogcontact Bied activiteiten aan waarbij geen fouten gemaakt kunnen worden Blijf geduldig en blijf vriendelijk Maak duidelijke afspraken en wees consequent en daardoor betrouwbaar Bied gedoseerd contact aan Pas je tempo aan Overvraag en ‘corrigeer’ niet Stimuleer deelname aan activiteiten en sociale contacten
Veel voorkomende problemen: agressie = een reactie die ontstaat wanneer iemand zich bang, boos, onveilig of bedreigd voelt Oorzaken: • Zorg = iemand moeten aanraken: bv bij ADL betreden persoonlijke ruimte. Wanneer iemand niet begrijpt waarom je zo dichtbij komt en ook niet snapt wat je gaat doen. Leidt dan tot afweer. Soms schrikken mensen enorm, en beginnen te gillen of te schoppen.
Omgaan met agressief gedrag • • • • • • • • • •
Blijf kalm, houd oogcontact Neem de cliënt serieus Voel je niet persoonlijk aangevallen Praat zacht en gebruik korte, eenvoudige zinnen Vraag de cliënt wat hem/haar dwarszit Luister naar de klachten Respecteer de persoonlijke ruimte van de cliënt Reageer niet op dreigementen door ook te gaan dreigen Schaam je niet om hulp in te roepen Laat je niet meeslepen door je eigen emoties
Angst en agressie door omgevingsfactoren Mensen: onvriendelijke benadering of als ze voor de dementerende een onbekende zijn
Ruimtes: waarin iemand niet kan gaan en staan waar hij wil. Ook daardoor kan iemand zich onveilig en bedreigd voelen
Veel voorkomende problemen: rusteloosheid en dwalen • soort van drang om weg te lopen. • Het weglopen is meestal doelloos, en men kan er vaak niet mee ophouden. Oorzaken van dwaalgedrag • verveling, innerlijke onrust, zich niet thuis voelen en naar huis willen gaan, vergeten zijn waar iemand naartoe wilde of iemand herkent de eigen omgeving niet meer.
Omgaan met rusteloosheid en dwalen • Zorg voor manieren waarop iemand zich in huis kan oriënteren • Maak zo mogelijk gebruik van domotica • Voorkom verveling • Pas de omgeving aan; zorg voor een afleidende en stimulerende omgeving