Beleidsrekening 2009 Provincie Gelderland
Bezoekadres: Markt 11, 6811 CG ARNHEM Postadres: Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM Telefoon: (026) 359 91 11 Fax: (026) 359 94 80 E-mail:
[email protected] Website: www.gelderland.nl
Provinciale Staten
Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Vaststelling van de Beleidsrekening 2009 HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting van inhoud voorstel: Dit voorstel behandelt de Beleidsrekening 2009 en het bijbehorende accountantsrapport. De accountant heeft een goedkeurende verklaring bij de Beleidsrekening 2009 verstrekt. Financiële beschouwing De beleidsrekening 2009 komt uit op een positief resultaat van € 5,1 miljoen. De productie van onze provincie in 2009 is uitgekomen op afgerond € 1.049 miljoen. Dat is 13% hoger dan het voorgaande jaar. Om de korte termijneffecten van de economische crisis te dempen is in het voorjaar van 2009 een tweetal recessievoorstellen toegevoegd aan de eerder begrote ambitieuze uitvoeringsinspanningen. De verkoop van de commerciële aandelen Nuon-energy medio 2009 heeft een verkoopopbrengst gegenereerd van afgerond € 4,4 miljard (inclusief € 0,18 miljard op een escrow-rekening) die gestort is in een Reserve Stamkapitaal. Om de voorziene ingrijpende korting in het provinciefonds op te vangen is in het najaar een omvangrijke bezuinigingsoperatie gestart. Beleidsmatige voortgang De uitvoering van het Coalitieakkoord en de Uitvoeringsagenda verloopt grotendeels voorspoedig. Het regionaal samenwerkingsprogramma is goed op stoom. Het nieuwe sociale beleidskader is succesvol in uitvoering. In de jeugdzorg daalt de netto wachtlijst significant. De uitvoering van het Gelderse Klimaatprogramma verloopt goed, al vragen de bio-energieprojecten aandacht. Ook in 2009 wordt onze streefwaarde van 9.000 nieuwe woningen gehaald. Het sociaaleconomisch beleidsplan wordt met kracht uitgevoerd. In de vrijetijdseconomie is ons beleid succesvol: het aantal vakanties in Gelderland is in 2009 gestegen. Voor wat betreft het PMJP liep in 2009 de grondverwerving zo voorspoedig dat een aankooppauze nodig was. Verder zijn er opnieuw stappen gezet om de bereikbaarheid van de provincie verder te verbeteren en is op ons wegennet aanvullend (groot) onderhoud uitgevoerd. Reactie op de Accountantsverklaring Deloitte heeft aan uw Staten verslag gedaan van de controle op de administratie en jaarrekening 2009 en een goedkeurende verklaring afgegeven voor zowel het aspect getrouwheid als rechtmatigheid. In het verslag meldt de accountant dat we de hogere kwaliteit van de balansdossiers over 2008 niet hebben kunnen vasthouden vanwege de kanteling van de organisatie. Wel is het huidige niveau van de beleidsrekening geschikt voor de goedkeurende verklaring. Wij gaan in 2010 de uitdaging oppakken om de kwaliteit van de balansdossiers minstens terug te brengen tot het niveau van 2008. Bij het voorstel is een ontwerpbesluit gevoegd. =====
code: 00873754.doc
Inlichtingen bij dhr. L. Blanken telnr. (026) 359 90 69 of mw. M. Zinger, telnr. (026) 359 93 71 e-mailadres:
[email protected]
-3-
-4-
A Statenvoorstel Beleidsrekening 2009 Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Algemene terugblik op het verslagjaar 2009 3 Samenvattend overzicht realisatie programma's 2009 4 Toelichting verschil in lasten 5 Toelichting verschil in baten 6 Toelichting verschil in toevoeging (bestemmings)reserves 7 Analyse rekeningresultaat 8 Analyse onderbesteding 9 Beschouwing beleidsmatige aspecten ► Pijler I Daadkrachtig partnerschap ► Pijler II Sociale samenhang ► Pijler III Duurzame leefomgeving ► Pijler IV Verbinden door mobiliteit 10 Accountantsrapport met reactie van ons college 11 Europese dimensie 12 Voorstel resultaatbestemming 2009 13 Dictum Deel B Programmaverantwoording 2009 Deel C Paragrafen Deel D Jaarrekening Bijlagen
5 6 10 12 14 16 18 19 20 20 21 21 25 26 28 28 28 29 229 263 299
Aan Provinciale Staten 1
Inleiding
Met de Beleidsrekening 2009 leggen wij aan uw Staten verantwoording af over de realisatie in het verantwoordingjaar 2009. Wij doen dit aan de hand van het Coalitieakkoord en de Uitvoeringsagenda. De vier pijlers daarvan - Daadkrachtig partnerschap, Sociale samenhang, Duurzame leefomgeving en Verbinden door mobiliteit - vormen al enkele jaren de ruggengraat van onze verantwoording. Ook bij deze Beleidsrekening is de zogenoemde ‘Monitor’ toegevoegd, waarin met ‘stoplichtkleuren’ de voortgang op de verschillende doelen wordt aangegeven. Uiteraard wordt de jaarschijf 2009 bijzonder belicht. Behandeling van de provinciale jaarstukken 2009 is voorzien in uw vergadering van 2 juni 2010 en daaraan voorafgaand in de Statencommissies van 19 mei 2010. In de procedure is ermee rekening gehouden dat de Rekeningcommissie uit uw Staten de jaarstukken van een advies en aanbevelingen kan voorzien. Verder is in de procedure een schriftelijke ronde opgenomen waarin de fracties t/m 14 april 2009 de gelegenheid krijgen technisch inhoudelijke vragen aan ons college te stellen. De beantwoording daarvan zal deel uitmaken van een vervolgvoorstel. Ook de voortgangsrapportage van de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland maakt deel uit van dat vervolgvoorstel. Leeswijzer Deze beleidsrekening is opgebouwd uit vier delen. Deel A is dit Statenvoorstel waarin op hoofdlijnen de bereikte resultaten worden weergegeven. Deel B van deze beleidsrekening is de Programmaverantwoording waarin de monitor van de uitvoeringsagenda is opgenomen en per programma een gedetailleerde beschrijving van de behaalde resultaten en de verschillenanalyse wordt weergegeven. Deel C behandelt de paragrafen. Hier komen onderwerpen aan bod zoals lokale heffingen, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaal goederen, financiering en treasury, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid.
-5-
-
Deel D bevat de jaarrekening volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten. Voorts zijn 11 bijlagen opgenomen.
2
Algemene terugblik op het verslagjaar 2009
Economische crisis Het verslagjaar 2009 heeft wereldwijd in het teken van de financiële crisis gestaan die zelfs tot een economische recessie heeft geleid. Alhoewel de directe invloed van de crisis op de provinciale inkomsten beperkt is gebleven heeft dit toch ook een belangrijk stempel gedrukt op de provinciale activiteiten. Evenals veel andere overheden hebben ook wij maatregelen genomen om de korte termijneffecten van de recessie te dempen. In dat kader heeft ons college aan uw Staten twee recessievoorstellen voorgelegd (Actieplan Recessie PS2009-200 en Vervolgvoorstel voorjaarsnota 2009 PS2009-466). In dit maatregelenpakket zijn projecten, die de werkgelegenheid stimuleren naar voren gehaald en is een extra investeringspakket ter versterking van de Gelderse economische structuur opgenomen. Deze opgave kwam bovenop de ambitieuze uitvoeringsinspanning voor 2009 zoals die al voortvloeit uit het Coalitieakkoord “Gelderland maakt het verschil”. Daarmee staat 2009 voor onze provincie meer dan ooit in het licht van uitvoeringsinspanningen en kon ook enige onderbesteding niet geheel worden vermeden (zie paragraaf 8). Verkoop aandelen Van geheel andere aard, maar zeker ook van omvangrijke invloed op 2009, is ons besluit tot verkoop van de commerciële aandelen Nuon-energy, waarvan per 1 juli jl. de eerste fase van levering van 49% heeft plaatsgevonden. Dit stelt de balansverhoudingen in vergelijking met voorgaande jaren in een totaal ander perspectief. De uiteindelijke verkoopopbrengst bedraagt afge1 rond € 4,4 miljard (inclusief € 0,18 miljard op een escrow-rekening ). Dit maakte het noodzakelijk het vermogensbeheer invulling te geven. Dat beheer wordt op prudente wijze vorm gegeven middels een behoedzaam beleggingsscenario. Het gevolg van de verkoop is ook dat een groot deel van het onzekere (want winstafhankelijke) dividend wordt omgezet in een relatief stabieler (en daarmee beter voorspelbaar) vermogensrendement hetgeen een verruiming van de financiële mogelijkheden heeft gegeven. Investeringsagenda Ter verkrijging van een optimale opbrengst heeft de eerder genoemde verkoop op een zodanige manier plaatsgevonden dat bij de levering van een minderheid van de aandelen vanaf het begin de controlerende zeggenschap bij Vattenfall is neergelegd. De meeropbrengst ten opzichte van de reguliere waarde van de aandelen hebben wij geduid als strategische premie. Deze overwaarde heeft het mogelijk gemaakt dat er ruimte is gekomen voor een Gelderse Investeringsagenda met een totale omvang van € 500 miljoen in de huidige en de volgende bestuursperiode. De resterende opbrengst kwalificeren wij als stamkapitaal dat voor toekomstige generaties in tact moet blijven en is ondergebracht bij het vermogensbeheer. Bij vervolgvoorstel van de Begroting 2010 (PS2009-728) hebben wij u voorstellen gedaan om nog in 2010 en 2011 een bedrag van ruim € 102 mln. te investeren in Gelderland. Bezuinigingen In het verslagjaar 2009 heeft het kabinet in de Voorjaarsnota een korting van € 300 miljoen per jaar op de provincies ingeboekt ingaande 2011. Conform de huidige verdeelsystematiek is ons aandeel daarin € 36 miljoen per jaar. Daarnaast is er nog een discussie over herverdeling tussen de provincies onderling waarover onder meer de Raad voor de Financiële Verhoudingen in maart 2009 heeft gerapporteerd. De in de laatste jaren gegroeide dividendstroom (na verkoop van aandelen het rendement uit vermogen) is groter dan waarmee rekening gehouden is bij de herziening van het provinciefonds in 1998. Daardoor kunnen sommige provincies (waaronder Gelderland) een groter voorzieningenpakket bieden dan andere provincies. 1 Een escrowrekening wordt door een derde beheerd en vormt voor de koper een garantie voor een praktische financiële afwikkeling van met name genoemde aspecten die (mogelijk) nog voor rekening komen van de verkopende partijen.
-6-
De wet gaat uit van een gelijk voorzieningenpakket bij gelijke belastingdruk. Het niet meer voldoen aan de wet noopt tot herverdeling. Deze discussie is weliswaar nog niet afgerond maar heeft ons wel doen besluiten tot de grootste bezuinigingsoperatie in de geschiedenis van onze provincie. Het afwegingskader dat wij hanteren bij de doorlichting van de structurele activiteiten hebben wij u doen toekomen in een Startnotitie (PS2009-1024). Medio maart 2010 hebben wij uw Staten een notitie doe toekomen met de contouren van de opvang provinciale bezuinigingen (PS2010-257). Rekeningresultaat De uitkomst van de Beleidsrekening 2009 is een positief rekeningresultaat van € 5,1 miljoen. Dat is het saldo van lasten en baten na aftrek van de mutaties in de reserves. In deze jaarrekening is het verschil tussen begroting en rekening aanmerkelijk kleiner dan voorgaande jaren. Dat reflecteert onze scherpere monitoring van en vergrote druk op uitvoering enerzijds en anderzijds de verbeterde aandacht voor een betrouwbare begroting. Een nadere toelichting op het rekeningresultaat vindt u hierna onder paragraaf 7. Omzet De werkelijk gerealiseerde lasten belopen afgerond € 1.049 miljoen. Zoals onderstaande vergelijking aantoont zijn de producten die de provincie aan de samenleving heeft geleverd ten opzichte van 2008 met 13% gestegen. Ten opzichte van 2006 is dat zelfs met gemiddeld 19% per jaar gestegen al vlakt de groei (zowel absoluut als procentueel) af. Vergelijking van de exploitatielasten over de jaren 2006 t/m 2009: in € mln
2009
2008
2007
2006
Gerealiseerde lasten
1.049
927
796
630
In de paragrafen 3 t/m 8 hierna geven we een meer gedetailleerde financiële analyse. Apparaatskosten Zoals hiervoor aangegeven stond 2009 meer dan ooit in het licht van de uitvoeringsinspanningen. Dat betreft het Coalitieakkoord en de Uitvoeringsagenda gecombineerd met de twee recessievoorstellen. Zoals ons omzetcijfer aantoont is dat ook grotendeels voorspoedig verlopen. Voor onze organisatie kwam daar bovendien nog de implementatie van de reorganisatie “Gelderland in beweging” (GIB) bij. De belangrijke doelstellingen van deze reorganisatie zijn: het verbeteren van de realisering van de uitvoeringsprogramma’s; het verbeteren van de externe dienstverlening; het verhogen van de integraliteit en consistentie van beleid; het professionaliseren van de interne bedrijfsvoering en het realiseren van efficiencyvoordeel. Voor eind 2011 moet de nieuwe organisatie zoveel efficiënter functioneren dat een bedrag van € 4,2 mln wordt bespaard op de apparaatskosten. In de Voorjaarsnota 2007 hebben wij aangegeven dat er in de jaren 2007-2009 transitiekosten zullen optreden, terwijl de structurele besparing op apparaatskosten jaarlijks zal groeien en vanaf 2011 geheel gerealiseerd zal zijn. Het jaar 2009 heeft aangetoond dat onze verwachtingen realistisch zijn geweest. Het is een roerig jaar geweest ten aanzien van de implementatie van GIB en dat heeft ook geleid tot hogere afdelings- en inhuurkosten. Hoger dan voorzien, omdat een bijkomende factor de groeiende inspanning was om onderbesteding van de budgetten te voorkomen voor zover dat binnen de invloedssfeer van ons college valt. Daarbij komt dat de ambities in de loop van 2009 nog zijn verhoogd door de recessievoorstellen en de korte termijn investeringsagenda. Vacatures zijn derhalve met grote voortvarendheid ingevuld. In 2009 is in totaal € 1,8 mln. meer aan apparaatskosten verantwoord dan begroot. Dat is het saldo van minder salariskosten, hogere inhuur, lagere uitgaven op decentrale arbeidsvoorwaarden en op het zorgbudget.
-7-
Een belangrijk onderdeel van de hogere apparaatskosten in het jaar 2009 is een gevolg van een groeiend beroep op externe kennis en capaciteit ten opzichte van 2008. Daarover bent u reeds geïnformeerd via statennotitie PS2009-1027. In de paragraaf bedrijfsvoering (onderdeel C6 van dit boekwerk) wordt een meer uitgebreide analyse weergegeven van het verschil op apparaatskosten. Normaliter worden eventuele hogere apparaatskosten onttrokken aan de Reserve Algemene Bedrijfsvoering. Zoals uiteengezet in Statenvoorstel PS2007-443 (vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2008) is deze reserve thans al geheel ingezet en worden de hogere apparaatskosten in de toekomst mede terugverdiend uit de eerder genoemde taakstelling van besparing door de reorganisatie. Beleidsresultaten De programmaverantwoording en de monitor over de voortgang van de uitvoering laten zien dat de uitvoering van het Coalitieakkoord en de Uitvoeringsagenda grotendeels voorspoedig verloopt. Hierna een samenvatting van de belangrijkste beleidsresultaten. In Pijler I ‘Daadkrachtig partnerschap’ hebben wij in 2009 met steden en regio’s verder gewerkt aan de aanpak van maatschappelijke opgaven. In de Herijkingsrapportage beschrijven wij welke resultaten zijn behaald (PS2010-195). In het kader van de deregulering verloopt de uitvoering van het Actieprogramma n.a.v. de Taskforce Deregulering goed; de meeste actiepunten zijn gerealiseerd dan wel in uitvoering (zie bijlage XI bij deze Beleidsrekening). In Oost-Nederlands verband hebben wij samen met Overijssel de visie ‘Oost-Nederland maakt het’ opgesteld. In Pijler II ‘Sociale Samenhang’ zijn in het programma Thuisgeven in Gelderland voorbeeldprojecten ondersteund en is veel gedaan aan kennisuitwisseling op het gebied van woonservicegebieden. In de maatschappelijke opvang kunnen acht GSO-steden gaan werken met een registratiesysteem. In de ambulancezorg is een behoorlijke prestatieverbetering geleverd. De schaalvergroting bij bibliotheken is afgerond. In 2009 is het aantal functionerende Kulturhusen op 25 uitgekomen. Verreweg de meeste gemeenten hebben een vrijwilligersbeleid en kunnen worden ondersteund door de provinciale ondersteuningsinstellingen. Met ‘Gelderland Sportland’ zijn de ambities voor verdere ontwikkeling van het provinciaal sportbeleid vastgesteld. De overeenkomst met het Rijk over de prestaties in de jeugdzorg is beëindigd; de afgesproken prestaties zijn gerealiseerd. Sinds januari 2008 is er een significatie daling van de netto wachtlijst van 75% gerealiseerd. In 2009 is bijgedragen aan diverse voorzieningen voor de jeugd op lokaal en regionaal niveau, zoals Centra voor Jeugd en Gezin en de Verwijsindex Risicojongeren. In nagenoeg alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs functioneren Zorgadviesteams. De gewenste vermindering van voortijdig schoolverlaten bij beroeps- en opleidingscentra is echter nog niet gerealiseerd. Op het gebied van preventief beleid is in samenwerking met politie en gemeenten gestart met het signaleringssysteem Prokid. In Pijler III, ‘Duurzame leefomgeving’, worden de fysieke resultaten verantwoord. Naast de uitvoering van het Gelderse Klimaatprogramma is in 2009 een fors aantal recessieprojecten voorbereid en gestart. Zo worden ruim 2000 lichtmasten voorzien van energiezuinige verlichting. Aanvragen voor zonne-energieprojecten en een algenproject zijn gehonoreerd. We hebben op basis van de business-case subsidie verleend aan de gemeente Nijmegen voor een proefproject met het hybride warmtenet. Op de bio-energieprojecten (waaronder biogas) vond in 2009 zeer beperkt realisatie plaats, o.a. vanwege stagnatie in de ruimtelijke ordening en/of de financiering. Op het gebied van luchtkwaliteit lopen we goed op schema: er zijn zes aardgastankstations geopend en de doorstroming van het verkeer op enkele provinciale wegen wordt verbeterd. Het programma Gasfabriekterreinen wordt voortvarend uitgevoerd; de gasfabriekterreinen in Aalten en Apeldoorn zijn aangepakt. Op het gebied van cultuur zijn resultaten geleverd in de cultuureducatie, de amateurkunst, de volkscultuur en de festivals. In het kader van Belvoir hebben wij 71 programma’s en projecten uitgevoerd, ook op het gebied van religieus erfgoed en restauratieopleidingen.
-8-
In 2009 zijn er in Gelderland 11.328 nieuwe woningen gebouwd (2007 8650 woningen en in 2008 10.078 woningen). Daarmee is onze streefwaarde van 9.000 nieuwe woningen per jaar ruimschoots gehaald. Voor een beperkt aantal onderwerpen uit het provinciale omgevingsbeleid hebben wij de ontwerp-ruimtelijke verordening Gelderland opgesteld en ter visie gelegd. Het sociaal-economisch beleidsplan wordt met kracht uitgevoerd. In het kader van Pieken in de Delta hebben wij tot nu toe 36 innovatieprojecten van cofinanciering voorzien met een totaal bedrag van € 13.6 miljoen. Met de recessiemiddelen zijn extra innovatieprojecten gefinancierd. In 2009 zijn er in vier regio’s Regionale Centra voor Technologie opgericht. Van ’IkStartSmart’, het ondersteuningsproject voor startende ondernemers, hebben inmiddels 350 ondernemers gebruik gemaakt. Op het gebied van bedrijventerreinen is nu in totaal 641 ha gerevitaliseerd. Het Gelderland dekkende hoofdnetwerk van glasvezel is gerealiseerd. In 2009 hebben wij de vrijetijdseconomie van Gelderland verder versterkt. Het aantal toeristische vakanties in Gelderland in 2009 is gestegen met 5,3 %, tegenover een landelijke stijging van 2,2 %. De Veluwe is nog steeds nummer 2. Voor wat betreft het PMJP was het in beschikkingen vastgelegde budget aan middelen van Rijk, provincie en EU eind 2009 circa € 500 mln. Voor een aantal onderdelen van het PMJP - met name grondverwerving en landschap - is in 2009 een aankooppauze respectievelijk subsidieplafond ingesteld. Beleidsdoelen die daardoor vertragen zijn onder andere realisatie EHS, verdrogingsbestrijding en landbouwstructuurverbetering. Met het Actieplan Grond willen we hierin verandering aanbrengen. Medio 2009 is door Uw Staten de herbegrenzing van de EHS vastgesteld, waarin ook de deels herbegrensde EVZ’s zijn opgenomen. Voor wat betreft de verdrogingsbestrijding wordt een substantiële toename van het aantal herstelde hectares niet eerder dan vanaf 2010 voorzien. Voor alle 12 Natura 2000-gebieden zijn de conceptplannen gereed gekomen. Het areaal particulier natuurbeheer ligt op schema, maar het areaal agrarisch natuurbeheer loopt achter. De bestuursovereenkomst park Lingezegen is in 2009 ook door de gemeente Arnhem ondertekend, zodat verder gewerkt kon worden aan het oprichten van het Openbaar Lichaam park Lingezegen. In het programma Ruimte voor de Rivier is in 2009 voor de Waal een ruimtelijke visie voor de lange termijn opgesteld. Uw Staten hebben het Waterplan Gelderland definitief vastgesteld. De uitvoering geschiedt via de dit jaar met alle vier de waterschappen afgesloten programmacontracten. In Pijler IV ‘Verbinden door Mobiliteit’ zijn opnieuw stappen gezet om de bereikbaarheid van de provincie verder te verbeteren. In 2009 is in een groot aantal concessiegebieden de OV Chipkaart ingevoerd. Met het Rijk zijn in 2009 afspraken gemaakt over het investeren in Gelderse spoorinfrastructuur. In 2009 is een groot aantal tariefacties uitgevoerd voor betere basismobiliteit en betere economische bereikbaarheid. In 2009 zijn vrijwel alle Gelderse OV concessies opnieuw aanbesteed. Bij de aanbesteding zijn voor het eerst eisen opgenomen voor CO-2-reductie. Voor de stadsregio Arnhem Nijmegen is in 2009 de financieringsproblematiek van het nieuwe station Arnhem opgelost met een aanvullende provinciale subsidie. Tevens is de aanbesteding van de tweede stadsbrug Nijmegen gestart, mede dankzij onze subsidie. Er is een Gelders Fietsnetwerk opgericht om zo te komen tot een goed functionerend fietsnetwerk. In 2009 hebben wij een programma Goederenvervoer opgesteld, om het goederenvervoer over water en spoor te stimuleren. In 2009 is het onderzoek naar de problemen en oplossingen voor vijf knelpunten in ons wegennet afgerond. Voor de extra middelen zijn in 2009 aanvullende (groot) onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd.
-9-
3
Samenvattend overzicht realisatie programma's 2009 bedragen x € 1.000,--
Pijler
Programma
I
1.1 1.2
Bestuurlijk partnerschap Provinciale organisatie besturen en verbinden
II
2.0 3.0
Sociaal beleid Jeugd en gezin
III
4.1 4.2 4.3
IV
V
Apparaats- Program- Lasten kosten matische kosten a b c=a+b
Baten
Saldo lasten – baten *) e=c–d
d
4.562 10.380 14.942
56.072 933 57.005
60.634 11.313 71.947
473 61 534
60.161 11.252 71.413
4.098 3.276
29.423 169.995
33.521 173.271
0 154.786
33.521 18.485
Klimaatprogramma Milieu en bedrijven Bodem en afval klimaat en milieu
1.093 24.475 2.032 27.600
10.011 16.519 19.347 45.877
11.104 40.994 21.379 73.477
12 2.209 15.018 17.239
11.092 38.785 6.361 56.238
5.1 5.2
Cultuur Cultuurhistorie cultuur en cultuurhistorie
1.837 1.524 3.361
31.950 12.207 44.157
33.787 13.731 47.518
37 237 274
33.750 13.494 47.244
6.1 6.2 6.3
Wonen Ruimtelijke ordening Ontgrondingen wonen en ruimtelijke ordening
2.539 8.708 1.062 12.309
27.195 14.100 45 41.340
29.734 22.808 1.107 53.649
9.723 1.077 1.854 12.654
20.011 21.731 -747 40.995
7.1 7.2
Economische ontwikkeling Recreatie en toerisme economie
3.005 2.781 5.786
41.838 5.114 46.952
44.843 7.895 52.738
609 0 609
44.234 7.895 52.129
8.1 8.2
Vitaal platteland Water natuur, landbouw en water
12.736 5.767 18.503
87.101 46.625 133.726
99.837 52.392 152.229
51.670 4.482 56.152
48.167 47.910 96.077
9.0 10.0 11.1 11.2
Openbaar vervoer Fiets Nieuwe infrastructuur Instandhouding infrastructuur infrastructuur
5.170 602 5.975 14.038 25.784
99.342 9.190 64.888 56.404 229.824
104.512 9.791 70.862 70.442 255.607
89.869 0 21.586 10.688 122.143
14.643 9.791 49.276 59.754 133.464
12.0 Europese programma's 13.0 Overigen 14.0 Algemene dekkingsmiddelen overigen
2.272 -2.313 -41
66.323 38.350 30.598 135.271
68.595 36.037 30.598 135.230
61.607 4.577 605.051 671.235
6.988 31.460 -574.453 -536.005
115.618
933.570
1.049.188
1.035.626
115.618
933.570
1.049.188
1.035.626
13.562 -18.647 -5.085
Totaal programma's Mutaties reserves Resultaat normale bedrijfsuitoefening
Verkoop Nuon-aandelen 4.249.438 Mutatie reserve stamkapitaal 4.249.438 *) een positief bedrag in deze kolom is een hogere last, een negatief bedrag een hogere bate dus een voordeel.
Uit vorenstaand overzicht blijkt dat de lasten over 2009 zijn uitgekomen op € 1.049 miljoen. De baten exclusief de transactie van de Nuon aandelen op € 1.036 miljoen. Per saldo zijn de lasten dus € 13 miljoen meer geweest dan de baten. Daar staat tegenover dat aan de reserves een bedrag van ruim € 18 miljoen is onttrokken zodat het rekeningresultaat uitkomt op € 5 miljoen.
- 10 -
In de volgende paragrafen vergelijken we de realisatie met de begroting zowel van de lasten (paragraaf 4), de baten (paragraaf 5) als de mutaties van de reserves (paragraaf 6). Een nadere toelichting op het rekeningresultaat wordt in paragraaf 7 weergegeven. De toelichting op onderbesteding komt vervolgens in paragraaf 8 aan de orde.
- 11 -
4 Toelichting verschil in lasten De gerealiseerde lasten ad € 1.049 miljoen staan tegenover begrote lasten van € 1.064 miljoen exclusief de transactie van Nuon-aandelen. Hieronder geven we eerste de financiële realisatie vergeleken met het begrote bedrag per programma. Lasten
bedragen x € 1.000,--
Programma
Realisatie
Begroting na wijz
Verschil begroting rekening *) 1.156
1.1 - Bestuurlijk partnerschap
60.634
61.790
1.2 - Provinciale organisatie
11.313
12.030
717
2.0 - Sociaal beleid
33.521
34.587
1.066
3.0 - Jeugd en gezin
173.271
176.802
3.531
4.1 - Klimaatprogramma
11.104
6.815
-4.289
4.2 - Milieu en bedrijven
40.994
42.940
1.946
4.3 - Bodem en afval
21.379
21.624
245
5.1 - Cultuur
33.787
34.040
253
5.2 - Cultuurhistorie
13.731
14.433
702
6.1 - Wonen
29.734
37.931
8.198
6.2 - Ruimtelijke ordening
22.808
21.667
-1.141
1.107
1.960
853
44.843
48.321
3.478
7.895
7.870
-26
99.837
114.093
14.256
52.392
55.429
3.037
104.512
95.559
-8.952
6.3 - Ontgrondingen 7.1 - Economische ontwikkeling 7.2 - Recreatie en toerisme 8.1 - Vitaal platteland 8.2 - Water 9.0 - Openbaar vervoer 10.0 - Fiets
9.791
9.660
-131
70.862
95.686
24.824
11.2 - Instandhouding infrastructuur
70.442
67.204
-3.238
12.0 - Europese programma's
68.595
55.488
-13.107
13.0 - Overigen
36.037
45.440
9.402
11.1 - Nieuwe infrastructuur
14.0 - Algemene dekkingsmiddelen
30.598
3.064
-27.534
1.049.188 0
1.064.433 197.240
15.245 197.240
Totaal 1.049.188 1.261.673 *) Een positief bedrag in deze kolom is een lagere last dus een voordeel.
212.485
Subtotaal normale bedrijfsuitoefening 14.0 - Verkoop Nuon-aandelen
Bij de lasten is op totaalniveau in 2009 een verschil van € 212 miljoen zichtbaar. Verreweg het grootste deel van dit verschil heeft te maken met de aandelentransactie van Nuon-aandelen. De commissie BBV heeft in februari 2010 aangegeven dat de opbrengst die op een escrow-rekening is gestort (€ 179 miljoen bedoeld voor afwikkeling van afgegeven garanties) en transactiekosten (€ 18 miljoen) niet in het resultaat 2009 mag worden meegenomen. Dus dat deel van de opbrengst blijft buiten de rekening 2009 waarmee de begrote vorming van de voorziening (dat is de last) ook niet is doorgegaan. De verschillen op de beleidsprogramma’s worden per programma gedetailleerd toegelicht in de programmaverantwoording (deel B). De meeste programma’s hebben lagere lasten dan begroot. Dat heeft te maken met onderbesteding die we ook in paragraaf 8 nog verder toelichten. Enkele programma’s hebben hogere lasten dan begroot. Dat wordt in deel D van dit boekwerk toegelicht onder punt 3.6. bij de analyse begrotingsrechtmatigheid. Daaruit blijkt dat de extra lasten voor 2009 van de betreffende programma’s passen binnen het door uw Staten vastgestelde beleid waardoor er van begrotingsonrechtmatigheid geen sprake is.
- 12 -
De lagere lasten bij de programma’s Wonen (6.1), Vitaal platteland (8.1) en Nieuwe infrastructuur (11.1) hebben een relatie met lagere baten (zie paragraaf 5) respectievelijk verschillen in mutaties bij de reserves (paragraaf 6). De hogere lasten bij Klimaatprogramma (4.1), Openbaar vervoer (9.0), Instandhouding infrastructuur (11.2) en Europese programma’s hebben een relatie met hogere baten (zie paragraaf 5) respectievelijk verschillen in mutaties bij de reserves (paragraaf 6). De hogere lasten bij het programma Algemene dekkingsmiddelen (14.0) betreffen voornamelijk het vermogensbeheer en zijn budgettair neutraal (geeft ook een hogere bate voor hetzelfde bedrag). Bij de aankoop van obligaties wordt namelijk de gegroeide rente meebetaald (dat is een niet begrote last) en geïncasseerd op de coupondatum (dan is er een niet begrote bate).
- 13 -
5
Toelichting verschil in baten
De gerealiseerde baten ad € 1.036 miljoen staan tegenover begrote baten van € 995 miljoen exclusief de transactie van Nuon-aandelen. Hieronder geven we eerste de financiële realisatie vergeleken met het begrote bedrag per programma. Baten
bedragen x € 1.000,--
Programma
Realisatie
Begroting na wijz
Verschil begroting rekening *)
473
326
-147
61
64
3
0
5
5
154.786
156.654
1.868
1.1 - Bestuurlijk partnerschap 1.2 - Provinciale organisatie 2.0 - Sociaal beleid 3.0 - Jeugd en gezin 4.1 - Klimaatprogramma
12
7
-5
4.2 - Milieu en bedrijven
2.209
5.404
3.195
15.018
14.968
- 50
4.3 - Bodem en afval 5.1 - Cultuur
37
39
2
237
4
-233
9.723
12.824
3.101
5.2 - Cultuurhistorie 6.1 - Wonen 6.2 - Ruimtelijke ordening
1.077
0
-1.077
6.3 - Ontgrondingen
1.854
781
-1.073
610
129
-481
7.1 - Economische ontwikkeling 7.2 - Recreatie en toerisme
0
0
0
51.670
59.032
7.362
4.482
4.850
368
89.869
82.377
-7.492
0
0
0
11.1 - Nieuwe infrastructuur
21.586
20.662
-924
11.2 - Instandhouding infrastructuur
10.688
4.226
-6.462
12.0 - Europese programma's
61.607
48.993
-12.614
4.577
5.123
546
605.050
578.358
-26.692
1.035.627 4.249.438
994.826 4.446.678
-40.800 197.240
5.285.065 5.441.504 *) Een negatief bedrag in deze kolom is een hogere bate dus een voordeel.
156.440
8.1 - Vitaal platteland 8.2 - Water 9.0 - Openbaar vervoer 10.0 - Fiets
13.0 - Overigen 14.0 - Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal normale bedrijfsuitoefening 14.0 - Verkoop Nuon-aandelen Totaal
De verschillen op de beleidsprogramma’s worden per programma gedetailleerd toegelicht in de programmaverantwoording (deel B). Achterblijvende baten bij Jeugd en Gezin (3.0), Milieu en bedrijven (4.2), Wonen (6.1) en Vitaal platteland (8.1) hebben te maken met moeilijk planbare kasritmes van de rijksbijdragen voor Jeugdzorg, Luchtkwaliteit, ISV en ILG. De hogere baten bij Openvaar vervoer (9.0) en Europese programma’s (12.0) zijn ontleend aan de hogere inzet van vooruitontvangen rijksbijdragen BDU resp. EFRO 2007-2013 omdat voor die programma’s meer lasten zijn gerealiseerd dan begroot. De hogere bate bij Instandhouding infrastructuur (11.2) wordt veroorzaakt door het vrijvallen van de Voorziening instandhouding wegverhardingen die omgezet is naar een Reserve. De hogere bate bij de Algemene dekkingsmiddelen (14.0) betreft de extra rentebate die tegenover de meebetaalde rente staat van de obligaties in het vermogensbeheer. Van de inkomsten geven we hieronder een dwarsdoorsnede naar herkomst om een beeld te krijgen wat de belangrijkste inkomstenbronnen van de provincie zijn.
- 14 -
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Realisatie
Opcentenheffing motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Dividend van deelnemingen (waaronder Nuon) Rentebaten (waaronder rentetoerekening eigen vermogen) Beleggingsresultaat stamkapitaal verkoop Nuon Overigen Subtotaal algemene inkomsten (Programma 14) Rijksbijdragen en overigen
Totaal inkomsten
174.008 187.885 157.757 40.367 44.453 580 605.050 430.576
1.035.626
Grafisch:
Inkomsten 2009 in %
Opcentenhef f ing 17% Rijksbijdragen en overigen 42%
Provinciefonds 18%
Beleggingsresultaat 4%
Dividend 15% Rentebaten 4%
- 15 -
6
Toelichting verschil in toevoeging (bestemmings)reserves
In deze rekening 2009 wordt (conform begroting) een bedrag van € 4,2 miljard toegevoegd aan de reserves. Het grootste bedrag is de opbrengst van de verkooptransactie van de aandelen Nuon die in de Reserve Stamkapitaal is gestort. Voor de normale bedrijfsuitoefening is € 19 miljoen aan de (bestemmings)reserves onttrokken. In de begroting 2009 is rekening gehouden met een onttrekking aan de reserves van € 70 miljoen. Het verschil is een lagere onttrekking aan de reserves van € 51 miljoen. De weergave per programma is als volgt: bedragen x € 1.000,--
Programma
1.1 - Bestuurlijk partnerschap
Reserve mutaties *) Realisatie
Begroting na wijz
Verschil begroting / rekening
-51.979
-52.922
3
3
0
-4.327
-5.607
1.280
3.0 - Jeugd en gezin
-8.985
-10.115
1.130
4.1 - Klimaatprogramma
-9.310
-4.888
-4.422
4.2 - Milieu en bedrijven
-10.153
-10.991
838
4.3 - Bodem en afval
-2.594
-3.175
581
5.1 - Cultuur
-2.685
-2.013
-672
1.2 - Provinciale organisatie 2.0 - Sociaal beleid
5.2 - Cultuurhistorie
943
-4.728
-5.603
875
6.1 - Wonen
-15.123
-16.383
1.260
6.2 - Ruimtelijke ordening
-12.088
-12.222
134
0
-170
170
-32.420
-38.220
5.800
6.3 - Ontgrondingen 7.1 - Economische ontwikkeling 7.2 - Recreatie en toerisme 8.1 - Vitaal platteland 8.2 - Water 9.0 - Openbaar vervoer 10.0 - Fiets 11.1 - Nieuwe infrastructuur 11.2 - Instandhouding infrastructuur 12.0 - Europese programma's 13.0 - Overigen 14.0 - Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal normale bedrijfsuitoefening 14.0 - Verkoop Nuon-aandelen Totaal
-3.750
-3.800
50
-23.053
-30.691
7.638
-948
-2.735
1.787 1.889
1.576
-313
-2.041
-2.102
61
-33.879
-60.917
27.038 6.781
4.831
-1.950
-3.584
-4.489
905
-16.970
-18.571
1.601
213.563
218.266
-4.704
-18.647
-69.606
50.960
4.249.438
4.249.438
0
4.230.792
4.179.832
50.960
*) Een negatief bedrag in deze tabel is een onttrekking aan de reserve, in de kolom verschil is een positief bedrag een hogere eindstand voor de reserve en een negatief bedrag een lagere eindstand dan begroot.
Het is bij de jaarrekening 2009 voor het eerst sinds jaren dat (afgezien van de Reserve Stamkapitaal) de reservepositie afneemt. De bestemmingsreserves hebben immers tot doel om besteed te worden en niet om te bewaren. De afgelopen jaren was zichtbaar dat de begrote inzet van de reserves in een verslagjaar veelal werd achterhaald door een meevaller in het Nuon-dividend. Alvorens die meevaller tot besluitvorming leidde en feitelijk werd besteed was de jaarwisseling vaak verstreken. Dat gaf jaar na jaar een constante groei van de reserves te zien.
- 16 -
In dit verslagjaar (2009) is de meevaller in het Nuon-dividend echter in het voorjaar al gebruikt ter dekking van het recessievoorstel waardoor de meevaller per saldo niet langer tot een groei van de reserves heeft geleid. Desondanks is bij deze beleidsrekening een lagere onttrekking nodig geweest dan geraamd. Bij het programma Economische ontwikkeling (7.1) is € 5 miljoen minder aan de reserve onttrokken omdat een beoogd subsidie gerealiseerd is via aankoop van aandelen. De middelen zijn besteed, maar niet ten laste van de exploitatie gebracht. De aandelen zijn als vergroting van onze deelneming in Oost N.V. op de balans gezet. Bij het programma Vitaal platteland (8.1) is de doorlevering van grond aan de natuurbeheerorganisaties achtergebleven met € 7,5 miljoen waardoor ook de reserve minder behoefde te worden aangesproken. Bij het programma Nieuwe infrastructuur (11.1) zijn de lasten voor de reconstructie N 302 Lorentz-oost Harderwijk conform Statenbesluit deels geactiveerd (€ 17,6 miljoen) terwijl het als exploitatiebudget was opgenomen. Verder zijn de lasten bij genoemd project en reconstructie N348 ontsluiting bedrijventerrein De Mars achtergebleven voor € 12,6 miljoen waardoor lagere onttrekking aan de reserve nodig was. Bij het programma Instandhouding infrastructuur (11.2) is boekhoudkundig een nieuwe reserve ontstaan (groot € 6,8 miljoen) omdat de bestaande voorziening is omgezet in een reserve. De verschillen op de beleidsprogramma’s worden overigens per programma gedetailleerd toegelicht in de programmaverantwoording (deel B). Van diverse programma’s is de onttrekking aan de bestemmingsreserve afhankelijk van de daadwerkelijk gerealiseerde lasten. Bij lagere lasten is ook een lagere onttrekking uit de bestemmingsreserve nodig. Dit geldt overigens nooit andersom: bij eventuele hogere lasten blijft de onttrekking beperkt tot het geautoriseerde bedrag. In deel D van deze programmarekening is onder punt 5.7 een overzicht weergegeven per reserve met de beginstand, de toevoegingen en de onttrekkingen alsmede de eindstand. Voorts wordt in Bijlage II een uitgebreid overzicht per reserve weergegeven ontleend aan de indeling zoals aanbevolen door de Rekenkamer Oost-Nederland. Daarin komen naast de financiële cijfers onder meer de instellingsdatum, doelstelling, nut en noodzaak aan de orde.
- 17 -
7
Analyse rekeningresultaat
Samengevat in tabelvorm: Gerealiseerd 2009
Begroot 2009
Verschil
Lasten
1.049 mln
1.064 mln
minder lasten 15 mln
Baten
1.036 mln
995 mln
meer baten 41 mln
meer lasten 13 mln
meer lasten 69 mln
positief saldo 56 mln
onttrekking 18 mln
onttrekking 69 mln
minder onttrekking 51 mln
positief saldo 5 mln
0
positief saldo 5 mln
Bruto resultaat Mutaties reserves Rekeningsresultaat
De rekening komt uit op een positief resultaat van afgerond 5 miljoen. Dit resultaat bevat ook enkele elementen die in latere jaren tot besteding komen. Conform de voorschriften moeten deze eerst in het rekeningresultaat vrijvallen om in het volgende begrotingsjaar opnieuw door uw Staten te worden geautoriseerd. Uw Staten hebben voor deze overheveling strikte spelregels opgesteld. Daarmee rekening houdend zullen wij u, bij de Voorjaarsnota 2010, voorstellen doen voor budgetoverheveling. Naar de programma’s uitgesplitst is het rekeningresultaat opgebouwd uit een nadelig resultaat van € 6 miljoen op de beleidsprogramma’s en € 11 miljoen voordelig op de algemene dekkingsmiddelen c.a. (programma’s 13 en 14). De beleidsprogramma’s met een rekeningresultaat kleiner dan € 2 miljoen per programma salderen tot een bedrag van € 0,9 miljoen nadelig. Van de programma’s met grotere verschillen worden hieronder de bronnen van de belangrijkste verschillen vermeld. De volledige toelichting staat in deel B (programmaverantwoording). Programma bedragen x € 1.000,-4.2 - Milieu en bedrijven
Rekening resultaat
Belangrijkste oorzaak van verschil
6.1 - Wonen
-2.087 Eerdere benutting budget verplaatsing Bruil en meer apparaatskosten 3.836 Restant in te zetten ISV-middelen nieuw beleid
9.0 - Openbaar vervoer
-3.349 Extra BDU-rente en meer apparaatskosten
div - Overige beleidsprogramma’s
-3.557 Koude winter (zout strooien) en stijging energiekosten -875 Diversen
Subtotaal beleidsprogramma's
-6.032
11.2 - Instandhouding infrastructuur
13.0 - Overigen
14.0 - Algemene dekkingsmiddelen Subtotaal normale bedrijfsuitoefening
7.256 Overschot op Decentrale arbeidsvoorwaarden en Zorgbudget, vrijval stelposten loon- en prijsstijgingen en vrijval budget belastingnavordering BTWcompensatiefonds 3.861 Hogere opcenten motorrijtuigenbelasting en hogere uitkering provinciefonds 5.085
- 18 -
8
Analyse onderbesteding
Bij vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010 (PS2009-728) hebben wij u tussentijds geïnformeerd over de voortgang van de beleidsrealisatie in 2009 en onze aanpak om onderbesteding te voorkomen. Daarbij hebben wij aangegeven dat wij regelmatig op ijkmomenten de voortgang van de uitvoering bewaken en nagaan in hoeverre de beleidsrealisatie qua budgetuitputting op schema ligt. In augustus 2009 werd al zichtbaar dat ondanks de uiterste inspanning een bedrag van € 81 miljoen aan reguliere budgetten en € 31 miljoen aan recessiemiddelen niet meer in 2009 besteed kon worden (totaal € 112 miljoen). De belangrijkste oorzaken per programma van de onderbesteding hebben wij geanalyseerd en weergeven in genoemd vervolgvoorstel. U heeft besloten het grootste deel (€ 102 miljoen) over te brengen naar de begroting 2010 en het resterende deel (€ 10 miljoen) naar 2011 en verder. Met inbegrip van deze bijstelling van de begroting 2009 komt de onderbesteding in deze jaarrekening uit op € 56 miljoen. Dat is de onderbesteding conform de definitie van de Rekenkamer: “Onderbesteding is het verschil tussen het begrote resultaat (gewijzigde begroting) en het werkelijke resultaat (jaarrekening) vóór mutaties in de reserves”. De onderbesteding uit normale bedrijfsuitoefening aan de lastenkant bedraagt € 15 miljoen en aan de batenkant € 41 miljoen. Onderbesteding aan de lastenkant zijn lagere lasten dan begroot, aan de batenkant ontstaat onderbesteding als de baten hoger uitkomen dan begroot. Delen we de onderbesteding in conform de classificatie van de Rekenkamer dan geeft dat het volgende overzicht: Resultaten behaald
Overwegend interne stuurfactoren
Overwegend externe factoren
Volledig extern
Ja
B € 17,6 mln oranje
D groen
Nee
A € 0,6 mln rood
C € 9,6 mln rood
E € 22,3 mln oranje
Onderbesteding beïnvloedbaar door provincie
Ja, direct
Ja, indirect
Nee
F € 5,9 mln groen
De Rekenkamer heeft aangegeven dat de rol van uw Staten voor alle categorieën een controlerende is, alleen de mate waarin kan verschillen. Ten aanzien van de rode categorieën komt er een kaderstellende rol bij. De onderbesteding in de rode categorieën A en C betreffen voornamelijk de programma’s Jeugd en gezin (3.0) en Wonen (6.1). De onderbesteding in de oranje categorie E betreft voornamelijk het programma Nieuwe Infrastructuur (11.1) De onderbesteding in de oranje categorie B betreft voornamelijk de programma’s Instandhouding infrastructuur (11.2 omzetting voorziening in reserve) en Overigen (13.0 vrijval stelposten c.a.). Dit zijn vooral posten van administratieve aard die slechts indirect te relateren zijn aan beleidsrealisatie. De onderbesteding in de groene categorie F betreft voornamelijk het programma Economische ontwikkeling (7.1 activeren aandelen Oost NV). Voor een meer gedetailleerde verschillenverklaring per programma verwijzen wij u naar deel B van dit boekwerk. In zijn algemeenheid kan de volgende nuance worden aangebracht: een groot deel van onze beleidsrealisatie is van programmatische aard. Zo’n programma bestaat uit meerdere projecten over meerdere jaren. De jaarrekening betreft een jaarschijf uit zo’n programma. Een vertraging van enkele maanden lijkt in de jaarrekening een vertraging van een jaar, dat is veelal niet het geval.
- 19 -
9
Beschouwing beleidsmatige aspecten
Ook in 2009 heeft ons college vele voornemens uit het Coalitieakkoord 2007-2011 ‘Gelderland maakt het verschil’ concreet kunnen maken. In deze Beleidsrekening 2009 wordt per beleidsprogramma gedetailleerd toegelicht wat beoogd is in 2009 en wat de werkelijke prestaties zijn. Hierna volgt een samenvatting per pijler.
► Pijler I Daadkrachtig partnerschap In Pijler I ‘Daadkrachtig partnerschap’ wordt binnen het Regionaal Samenwerkingsprogramma met steden en regio’s gewerkt aan de aanpak van maatschappelijke opgaven. Op het gebied van de regiocontracten zijn resultaten behaald als een grootschalig alcohol en opvoedingsproject in de Achterhoek, een P&R voorziening bij station Culemborg, regionale nachtopvang in Nijmegen en een geluidscherm langs de A1. In het GSO-programma zijn in 2009 resultaten gerealiseerd als Dok-Zuid (het grootste Gelderse Kulturhus in Apeldoorn), 150 huiskamergesprekken met probleemhuishoudens in Arnhem-Geitenkamp, interculturele communicatie op Edese basisscholen, een project Kansrijk Wonen voor Harderwijkse risicojongeren, drie jeugdvoorzieningen in Nijmegen en de bouwstart van 38 woningen Zutphense Waterkwartier. In de sleutelprojecten treedt stagnatie op in Apeldoorn Kanaalzone door de economische recessie. In Doetinchem is de verkoop van woningen in het cultuurcluster Brewinc gestart. Voor de IJsselsprong Zutphen heeft het Rijk € 29,5 mln beschikbaar gesteld. Ook in het Kleine Stedenbeleid zijn diverse resultaten bereikt zoals de start van het project Zelfstandig Etnisch Ondernemerschap en de start van een Botenbouwproject Doesburg. In het kader van de deregulering is ongeveer 85% van de actiepunten n.a.v. de Taskforce Deregulering gerealiseerd, zoals het ophogen van drempelbedragen voor aanbestedingen, het schrappen van regelingen en het schrappen van rapportage- en onderzoeksverplichtingen bij vergunningen. Inzake de juridische functie is ons beleid om met actieve conflictaanpak klachten en bezwaren af te vangen succesvol: in ruim 50% van de gevallen is mediation geslaagd. Het aantal gegronde bezwaren was kleiner dan geraamd. Op het gebied van Gemeentefinanciën was de financiële positie van de Gelderse gemeenten in 2009 nog redelijk gezond. Er zijn 2 preventieve gemeenten. Op het gebied van de samenwerking in Oost Nederlands verband hebben wij met Overijssel in de visie ‘Oost Nederland maakt het’ ontwikkelingen geschetst, die de basis vormen voor vijf programmalijnen. Op het gebied van lobby hebben wij enkele successen bereikt, zoals over het kunnen afwijken van milieunormen in de crisis- en herstelwet, het vaststellen van de Gebiedsagenda Oost als basis voor investeringsbeslissingen en financiering uit FES-middelen voor het project CAT-Agrofood. Op 5 januari 2009 is de nieuwe provinciale ambtelijke organisatie in werking getreden. De reorganisatie ging gepaard met een besparing van € 4,2 miljoen, middels een reductie van de formatie die gerealiseerd wordt per 1 januari 2012. Op het gebied van de provinciale promotie is sinds oktober het Gelderland Journaal live gegaan. Onze jaarlijkse krant Gld.Leeft is in 2009 door 64% van de Gelderse inwoners gezien. Op 1 juli 2009 is ons aandelenbezit Nuon verkocht aan Vattenfall. De verkoopopbrengst van ons aandelenbezit bedraagt afgerond € 4,4 miljard. Per 1 juli 2009 is de provincie Gelderland aandeelhouder geworden van het netwerkbedrijf Alliander NV.
- 20 -
Voorbeelden van resultaten per maand Januari 2009 ‘Ik kan uw rijgedrag niet volgen. Rij 80/60’ - Met de onthulling van het campagnebord met deze tekst van Loesje hebben provincie en politieregio’s in Gelderland het startsein gegeven voor de campagne verkeersveiligheid op de provinciale wegen. De uitvoering van de Saneringsregeling asbestwegen derde fase in de omgeving van Goor en Harderwijk is van start gegaan. Het is voor particuliere eigenaren van asbestwegen in de omgeving van Hof van Twente en Harderwijk de laatste kans om, op kosten van het Rijk, te saneren. De St. Augustinusstichting in BeekUbbergen bouwt de havo Notre Dame in een mooi stuk natuur met een energieopslagsysteem. De provincie draagt financieel bij. Het gebruik van een warmte-terugwininstallatie voorziet in 100% van de warmte-opwekking van de school, waarbij geen gasaansluiting nodig is. De kwaliteit en uitstraling van erven en agrarische gebouwen kan beter. Gedeputeerde Staten gaan hierin investeren via een ervenconsulent. De consulent adviseert over de uitstraling en architectuur, zodat erven en agrarische gebouwen goed passen in de omgeving. Februari 2009 Op de Valleilijn wordt de veiligheid verbeterd. De Valleilijn tussen Ede en Amersfoort kent relatief veel spoorwegovergangen. ProRail werkt samen met de wegbeheerders om de overgangen veiliger te maken. Ook de sociale veiligheid bij de stations wordt verbeterd. De provincie Gelderland heeft € 1,2 miljoen rijkssubsidie gered voor museumpark Oriëntalis en het Joris Ivens Instituut in Nijmegen. Gedeputeerde Hans Esmeijer heeft zich er persoonlijk hard voor gemaakt. Het bedrag komt via een subsidieruil met twee andere instellingen, Oostpool en Kwatta, alsnog bij Oriëntalis en het Ivens Instituut terecht.
► Pijler II Sociale samenhang In ons programma Thuisgeven in Gelderland hebben wij in 2009 diverse voorbeeldprojecten inhoudelijk en financieel ondersteund en veel gedaan aan kennisuitwisseling op het gebied van woonservicegebieden. Op het gebied van maatschappelijke opvang dragen de GSOsteden de verantwoordelijkheid voor de Gelderse OGGz monitor. Zo kan veel beter de voortgang op thema’s als schuldhulpverlening, wonen en dagbesteding worden gevolgd. In 2009 zijn initiatieven tot stand gekomen als budgetbeheer, tienermoeders, realisatie van vangnetteams en nachtopvang voor jongeren. De Pilot Prestatieverbetering ambulancezorg is in 2009 gecontinueerd. Sinds de start van de pilot is een behoorlijke prestatieverbetering opgetreden. De schaalvergroting door de vorming van basisbibliotheken is afgerond. In 2009 zijn 16 dorpshuissubsidieaanvragen gehonoreerd alsmede 6 Kulturhusaanvragen. Het aantal functionerende Kulturhusen is nu 25. Verreweg de meeste gemeenten hebben een vrijwilligersbeleid. Hiertoe zetten wij de provinciale ondersteuningsinstellingen in. Het pilotproject Noord-Veluwe heeft concrete aanbevelingen voor terugdringen van hinderlijke regelgeving opgeleverd. In diverse regio’s zijn sportprojecten in uitvoering. Uw Staten hebben ‘Gelderland Sportland’, de ambitie voor een verdere ontwikkeling van het provinciaal sportbeleid, vastgesteld. Wat betreft de realisering van een Multitrainingshal op het Nationaal Sportcentrum Papendal is het nog niet gelukt om de financiering sluitend te krijgen. In ons streven naar een dekkend netwerk van palliatieve zorg zijn in de regio’s Arnhem en De Liemers nieuwe hospicevoorzieningen tot stand gekomen. Een verdere uitbreiding in de Oost-Achterhoek blijft wenselijk, maar zorgaanbieders zijn wat terughoudender geworden in nieuwe bouwtrajecten. In 2009 zijn alle Gelderse Convenanten Jeugd vernieuwd, zodat er een actueel afsprakenkader is met alle gemeenten over de aansluiting preventief jeugdbeleid en jeugdzorg. In nagenoeg alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs functioneren Zorgadviesteams (ZAT’s). Op het gebied van het terugdringen van voortijdig schoolverlaten bij beroeps- en opleidingscentra is de gewenste verdere vermindering niet gerealiseerd; het aantal voortijdig schoolverlaters is ongeveer vergelijkbaar of toegenomen t.o.v. 2008. Alle regio’s zijn gestart met de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin en inmiddels is in zeven gemeenten een fysiek CJG geopend. Op het gebied van preventief beleid is in samenwerking met politie en diverse Gelderse gemeenten gestart met de ontwikkeling van een model voor signaalopvolging met het signaleringssysteem Prokid als uitgangspunt. In Ede zijn 53 jongeren m.b.v. Prokid in beeld gekomen, in Arnhem waren dit er nog meer. De overeenkomst met het Rijk over de prestaties in de jeugdzorg (Deal Jeugdzorg 2008-2009) is beëindigd; de afgesproken prestaties zijn gerealiseerd. Sinds januari 2008 is er een significante daling van de netto wachtlijst van 75% gerealiseerd. Door de hoge toename van de vraag naar jeugdzorg is het niet gelukt de wachtlijst voor zorgaanbod geheel weg te werken. Bij het AMK is geen wachtlijst meer. In 2009 hebben wij samen met Bureau Jeugdzorg Gelderland bereikt dat Gelderse ziekenhuizen het aspect kindermishandeling beter in werkprocessen inpassen, mede met het oog op sneller signaleren. ►Pijler III Duurzame leefomgeving Ook in 2009 is uitvoering gegeven aan het Gelders Klimaatprogramma. Verder zijn recessieprojecten klimaat en energie voorbereid en gestart. Er is vier miljoen euro uitgetrokken voor het realiseren van energiebesparende verlichting langs onze provinciale wegen (ruim 2000 lichtmasten).
- 21 -
Arkemheen is het eerste Natura 2000-gebied in Gelderland waarvoor het concept beheerplan is vastgesteld. In het beheerplan worden maatregelen beschreven die nodig zijn voor het behoud van de kleine zwaan, bittervoorn, grote modderkruiper en de weidevogels. Het plan geeft ook aan voor welke activiteiten een vergunning nodig is en wat vrij is van deze plicht. De provincie Gelderland komt met een garantstelling van 1,25 miljoen euro voor bloemenveiling Plantion bij Ede. Door de kredietcrisis ontstond een acuut financieringsprobleem voor de bouw van de nieuwe bloemenveiling. Plantion is de per 1 januari 2008 gefuseerde bloemenveiling van Bemmel en Vleuten. De komst van de vestiging in Ede levert direct en indirect 500 arbeidsplaatsen op. Maart 2009 Gedeputeerde Staten stellen in het Actieplan Recessie voor om honderd miljoen euro te investeren in de economie om de gevolgen van de kredietcrisis en de recessie te beperken. De provinciale investering moet een totale investering opleveren van ruim één miljard euro en 6000 arbeidsplaatsen. In de gemeente Lochem wordt het startsein gegeven voor de bouw van een unieke en energiezuinige wijk in het Etalage-gebied in Lochem. Het gaat om een woonwijk die minimaal 60% energiezuiniger is dan bestaande wijken. Naast Lochem doen Ede, Nijmegen en Oude-IJsselstreek mee. Op 13 maart werd het eerste aardgastankstation in de Achterhoek geopend. Na Nijmegen is Doetinchem de tweede plaats in Gelderland waar automobilisten aardgas kunnen tanken. Op 19 maart opende Arnhem en 2 april Apeldoorn. Er volgen nog tankstations in Zutphen, Tiel, Harderwijk en mogelijk Ede. Goede kwaliteit van restauratie is belangrijk om het cultuurhistorische erfgoed in stand te houden. Dit vraagt om meer kwaliteit in de restauratiebouw. De provincie heeft de Gelderse Voet, een kwaliteitsstandaard voor restauratiebouw, ontwikkeld. Restauraties moeten aan deze maatstaf voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. April 2009 Gedeputeerde Staten stellen de aanvraag voor een Europese erkenning van het Nedersaksisch vast. Samen met de provincies Drenthe, Overijssel, Groningen en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf voert de provincie actie voor het behoud van de Nedersaksische taal.
Er zijn aanvragen voor zonne-energieprojecten gehonoreerd en in samenwerking met Wageningen UR is een algenproject voorbereid. Eind 2010 zal naar verwachting 100 MW planologisch zijn geregeld.
We hebben op basis van de business-case subsidie verleend aan de gemeente Nijmegen voor een proefproject met het hybride warmtenet. Verder hebben we koude/warmteopslagsystemen helpen realiseren. Ondanks procesbegeleiding en advies aan tientallen bio-energieprojecten (waaronder biogas), vindt momenteel zeer beperkt realisatie plaats. Oorzaak zit in de ruimtelijke ordening (locatiekeuze) en/of de financiering (rijkssubsidie). In 2009 hebben we 22 gemeenten ondersteund bij de aanpak van energiebesparing bij koopwoningen. Met de waterschappen Veluwe en Rijn en IJssel zijn afspraken gemaakt rond extra bufferwerking van regionale watersystemen. De aanpak luchtkwaliteit loopt goed op schema. Zo hebben we zes aardgas tankstations in Gelderland geopend. We zijn ook druk aan de slag met het verbeteren van de doorstroming van het verkeer op provinciale wegen. Door uitblijven van een wettelijk toetsingkader konden we niet starten met luchtmaatregelen bij landbouwbedrijven. De Wabo is eind 2008 aangenomen in de Eerste Kamer. Het grootste deel van de inrichtingen die wij vergunnen zal met de inwerkingtreding van de Wabo overgaan naar het bevoegde gezag van de gemeente. Met gemeenten en waterschappen hebben wij in november 2009 het werkgebied voor de uitvoeringsdiensten vergunningverlening, handhaving en toezicht vastgesteld op de schaal van de Wgr-regio’s (Gelderse Maat). Op 1 november 2009 zijn wij bevoegd gezag geworden voor de milieuhygiënische en de ruimtelijke ordeningsaspecten van luchtvaartterreinen. Uw Staten hebben de nota “Omgevingsbeleid luchtvaartterreinen Gelderland” vastgesteld als provinciaal toetsingskader. Ons programma Externe Veiligheid is in 2009 met succes uitgevoerd. Het aantal personen dat een te hoog risico loopt als gevolg van ongelukken met gevaarlijke stoffen is fors teruggebracht. In 2009 hebben wij binnen het Actieplan Geluid op 19,2 km provinciale weg stil asfalt aangelegd. In stiltegebieden is 20,8 km stil asfalt aangelegd. In de afgelopen jaren zijn 3 voorbeeldprojecten op de Veluwe, in Rhederlaag en Ruurlo uitgevoerd voor de mogelijkheid van toepassing van bagger in wegen en fietspaden. Het stimuleren van hergebruik van secundaire grondstoffen is niet meer nodig, omdat vanuit de markt hergebruik al aantrekkelijk genoeg is. We hebben het programma Gasfabriekterreinen voortvarend uitgevoerd. De sanering van de gasfabriekterreinen in Aalten en Apeldoorn is afgerond. Op het gebied van cultuureducatie maakt inmiddels 60% van de scholen gebruik van de diensten van EduArt. Ongeveer 20 instellingen voeren educatieve projecten uit. Voor stimulering van de amateurkunst hebben wij drie bijzondere projecten gesubsidiëerd. Voorts hebben wij drie projecten op het gebied van volkscultuur ondersteund, zoals het project ‘Dichter bij de Achterhoek’. In oktober heeft wederom de Gratis Museumdag plaatsgevonden. Naast de drie bestaande cultuurregio’s is het ons in 2009 gelukt om ook twee nieuwe in te richten: Arnhem en Nijmegen. Met ons festivalbeleid hebben wij 13 festivals gerealiseerd, zoals Modebiënnale en de Gebroeders van Limburg. In het kader van Belvoir hebben wij 71 programma’s en projecten uitgevoerd, ook op het gebied van religieus erfgoed en restauratieopleidingen. Verder steunen wij 10 grote langdurige programma’s zoals De Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Romeinse Limes. Uit de inventarisatie naar het alternatief gebruik van kerkgebouwen is gebleken dat kerkgemeenten het zwaartepunt blijven leggen op het behouden van de religieuze functie. De activiteiten ter versterking van het mobiel erfgoed zijn in 2009 minder intensief geweest dan was voorgenomen.
- 22 -
Met CU! Dance wil de provincie Gelderland vmbo-leerlingen aan het dansen krijgen. De directies van Kunst en Cultuur Gelderland (KCG), EDU-ART en de Gelderse Sport Federatie (GSF) hebben afspraken gemaakt over dit bijzondere project. Klassen van de deelnemende scholen volgen gedurende dertig weken danslessen tijdens schooltijd. Op 23 april werd de website www.geldersbouwmeesterschap.nl gelanceerd. Bedoeling is dat dit een ontmoetingsplaats wordt waar betrokkenen de dialoog gaan voeren over ruimtelijke kwaliteit. Mei 2009 In verschillende Gelderse steden maakte het winkelende publiek kennis met de campagne Ervaar het OV: Tassen vol voordeel met de OVwinkelkaart. De campagne wil Gelderlanders aanmoedigen gebruik te maken van het openbaar vervoer. Juni 2009 Gedeputeerde Staten hebben besloten de Gelderse aandelen in NUON te verkopen aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. Provinciale Staten hebben positief geadviseerd. NUON is een Gelders bedrijf, opgebouwd met geld van de Gelderse inwoners. In totaal levert de verkoop van de aandelen de provincie ruim 4,4 miljard euro op. Het netwerkbedrijf Alliander maakt geen deel uit van deze transactie Gedeputeerde Staten hebben overeenkomsten gesloten met de Gelderse waterschappen Rijn en IJssel, Rivierenland, Vallei en Eem en Veluwe over het realiseren van natuurdoelstellingen, doelstellingen op het gebied van waterkwaliteit en klimaatdoelen. Het gaat om bijvoorbeeld ecologische verbindingszones, het aanpakken van verdroogde gebieden en de sanering van waterbodems. Juli 2009 Vanaf 1 juli 2009 is de provincie bevoegd gezag voor de niet-nationale burgerluchthavens. De nieuwe rol van de provincie wordt vastgelegd in de notitie Omgevingsbeleid luchtvaartterreinen. In de provincie Gelderland gaat het om de vliegvelden Teuge, Terlet en Malden, achttien helikopterterreinen bij bedrijven en ziekenhuizen, vijftien terreinen met lichte motortoestellen en zweeftoestellen. Het militaire luchtvaartterrein Deelen, inclusief de zweef- en deltavliegers, blijft een verantwoordelijkheid van Defensie.
In het woonbeleid richten onze inspanningen zich vooral op betaalbare woningbouw en woningen voor senioren. Onze streefwaarde van 9000 nieuwe woningen per jaar is met 11.328 woningen gehaald. Ook verwachten we dat de streefpercentages van 45% betaalbare woningen en 35% voor ouderen geschikte woningen worden gehaald. In 2009 is in het kader van Investering Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor ruim € 15 miljoen toegekend aan woningbouwprojecten: het budget ISV2 en extra € 4,5 miljoen in het kader van het maatregelenpakket recessie. Waar nodig heeft de Task Force woningbouw bevorderd dat stagnaties zijn weggenomen. Voorts hebben wij maatregelen genomen om de gevolgen van de recessie voor de bouwwereld te bestrijden. Na de inwerkingtreding van de nieuwe Wro per 1 juli 2008 hebben wij onze verantwoordelijkheid om provinciale ruimtelijke belangen zelf tot uitvoering te brengen actief opgepakt. Voor een aantal onderwerpen hebben wij zelf inpassingplannen opgesteld, waarvan het OV-transferium in Heerde door uw Staten is vastgesteld. Verder hebben wij de ontwerp-ruimtelijke verordening Gelderland opgesteld, die in de laatste maanden van 2009 ter visie lag. Het onderzoek naar dreigende verrommeling is afgerond. Er bleek slechts een locatie te zijn, waar verrommeling dreigde vanwege een niet-gewenste ontwikkeling. Aan uw Staten hebben wij het voorstel ‘Gelderse gebiedsontwikkeling: Samen Voorop en Samen Verder’ aangeboden. Wij hebben geïnvesteerd in Park Lingezegen; de realisering van een Openbaar Lichaam is in voorbereiding genomen. Er spelen veel zandwin-initiatieven, zowel in het kader van Ruimte voor Rivier als regulier. Bij aanvragen gericht op speciewinning werken wij met een “kwaliteitsteam ontgrondingen” zodat ook doelstellingen als waterberging, recreatie, hoogwaterbescherming en natuur worden gerealiseerd. In 2009 zijn de vergunningen verleend voor Over De Maas, het belangrijkste alternatief voor de vroegere zandwinning F3b Maasbommel. Het sociaal-economisch beleidsplan wordt met kracht uitgevoerd. In het kader van Pieken in de Delta hebben wij tot nu toe 36 innovatieprojecten gecofinancierd, waarmee een veelvoud aan rijks- en Europese middelen naar Oost Nederland is gehaald. Met de recessiemiddelen zijn extra innovatieprojecten gefinancierd. Voor de integrale gebiedsontwikkeling van Food Valley hebben betrokken overheden, stichting Food Valley, bedrijven, onderwijs en onderzoek een intentieverklaring tot samenwerking getekend. De regio’s WERV en Vallei hebben het initiatief genomen om samen te gaan in een nieuwe WGR-regio Food Valley. Eind juni is de onderzoeksvestiging geopend van Helianthos, maar mede door de recessie en de overname van NUON door Vattenfall is oplevering van de fabriek nu voorzien voor eind 2012. In 2009 zijn er in vier regio’s Regionale Centra voor Technologie opgericht, bedoeld om innovaties in gang te zetten. Van ’IkStartSmart’, het ondersteuningsproject voor startende ondernemers, hebben inmiddels 350 ondernemers gebruik gemaakt. 2009 was een topjaar voor herstructurering bedrijventerreinen. Vanuit de tranche 2009 (144 ha) en de extra recessietranche (136 ha) kunnen met onze bijdragen in gemeenten 280 ha bedrijventerrein worden aangepakt. Gevoegd bij onze bijdragen in 2007 en 2008 (samen 490 ha) is hiermee de uitvoering verzekerd van in totaal 770 ha herstructurering. Begin juni 2009 hadden alle regio’s Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten (EPO’s) opgesteld, waarin zij de toekomstige ontwikkeling van bedrijventerreinen plannen. De pilot werklandschappen draait op volle toeren, met voorbeeldprojecten Noviotech Campus (Nijmegen), DAV-terrein (Winterswijk), Hanzeweg/Etalage naar de Toekomst (Lochem).
- 23 -
Bijna 600 toezichthouders en handhavers hielden begin juni een grootscheepse controle op het naleven van de wetten en regels voor natuur en landschap, water, bouwen en milieu in Gelderland. In deze Gelderse Handhavingsweek stonden gevaarlijke stoffen centraal. Ruim zestig overtredingen zijn er geconstateerd. Het eerste stukje nieuwe natuur volgens de overeenkomst tussen de provincie Gelderland en Staatsbosbeheer is opgeleverd. Op 26 juni 2009, nog geen jaar na de ondertekening, werd het natuurgebied Hagenbeek, gelegen tussen Barchem en Ruurlo, opgeleverd. In Apeldoorn is de eerste hybride elektrische stadsbus ‘Whisper’ in gebruik genomen. De Whisper rijdt gedeeltelijk op elektriciteit. Op het dak staat daarom een grote batterij. Deze bus verbruikt de helft minder brandstof dan een reguliere stadsbus, stoot de helft minder CO2 uit en produceert 90% minder geluid. Augustus 2009 Gedeputeerde Staten hebben 1,5 miljoen euro uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) toegekend aan het project Centrumplan Eerbeek. Het project draagt bij aan de verbetering van de leef- en woonkwaliteit van het centrum van Eerbeek. De Eerbeekse beek wordt er weer zichtbaar en krijgt een prominente plek in het plan. De provincie Gelderland heeft groene LED-verlichting aangebracht in Winterswijk. Het gaat om het kruispunt N319 met de Bataafseweg. Het is de eerste lokatie in Nederland met deze groene verlichting. De unieke groene kleur van de verlichting geeft met minder licht toch veel zicht. De LEDverlichting kan een besparing tot wel 70 procent opleveren. September 2009 De provincie Gelderland heeft € 1,5 miljoen verdeeld over ruim 30 projecten die tot doel hebben om mensen in staat te stellen langer zelfstandig te leven. Het gaat hierbij om projecten die een bijdrage leveren aan de sociale samenhang, aan de kwaliteit van de leefomgeving, huishoudelijke technologie (domotica) of aan een goede aansluiting tussen scholing en arbeidsmarkt in de ouderenzorg. De provincie Gelderland heeft een Uitvoeringsprogramma Goederenvervoer 2010-2012 opgesteld. Het programma beoogt een uitbouw van het netwerk over water, spoor en wegen en het stimuleren van slim en schoon goederenvervoer.
Het Gelderland dekkende hoofdnetwerk van glasvezel is gerealiseerd met in totaal 10 digitale marktplaatsen. Door vraagbundeling is ervoor gezorgd dat inmiddels 20 bedrijventerreinen via glasvezel zijn ontsloten. In 2009 hebben wij de vrijetijdseconomie van Gelderland verder versterkt. Het aantal toeristische vakanties in Gelderland in 2009 is gestegen met 5,3 % (landelijke 2,2 %). De Veluwe is nog steeds nummer 2. Het aantal vakanties in Rivierenland is gestegen met ruim 30%. In de Achterhoek is een daling van het aantal vakanties te zien van 15%. De samenwerking tussen de RBT’s en het GOBT is sterk verbeterd. Een project was o.a. Gelderse Streken, de campagne in het kader van de recessie. In het kader van Groei & Krimp is inmiddels 38 ha groei en 48 ha krimp gerealiseerd. Voor wat betreft het PMJP was het in beschikkingen vastgelegde budget eind 2009 circa € 500 mln. Voor een aantal onderdelen van het PMJP - met name grondverwerving en landschap - is in 2009 een aankooppauze respectievelijk subsidieplafond ingesteld omdat het aanbod van grond snel steeg. In 2009 zijn meerjarenovereenkomsten aangegaan met onder andere de waterschappen, Vitens, gemeenten en Rijkswaterstaat. Medio 2009 is door Uw Staten de herbegrenzing van de EHS vastgesteld, waarin ook de deels herbegrensde EVZ’s zijn opgenomen. In 2009 is het mogelijk geweest om een aanzienlijke oppervlakte grond te verwerven: bruto 510 ha. Omdat het aanleggen van ecologische verbindingszones erg duur is, zijn prioriteiten gesteld. In het afgelopen jaar zijn gebiedsgerichte actieplannen soortenbescherming opgesteld en biotoopverbeterende maatregelen uitgevoerd. De voorbereiding voor zes ecoducten heeft geleid tot een gunning. Voor wat betreft de verdrogingsbestrijding zijn enkele GGOR’s in TOP-gebieden vastgesteld, maar bij de uitvoering werkt de grondproblematiek in hoge mate remmend. Een substantiële toename van het aantal herstelde hectares wordt niet eerder dan vanaf 2010 voorzien. Voor alle 12 Natura 2000-gebieden zijn de conceptplannen gereed gekomen, exclusief de paragrafen over stikstof en waterbeheer. Het areaal particulier natuurbeheer ligt op schema, maar agrarisch natuurbeheer ligt achter vanwege de hoogte van de vergoeding en de grote administratieve complexiteit. In 2009 zijn middelen verstrekt aan gemeenten en waterschappen voor de programmering en uitvoering van groenblauwe diensten. Wij hebben een Statennotitie voor de hertenregeling vastgesteld in relatie tot een eerst uit te voeren pilot; een vervolgvoorstel zal in 2010 aan Uw Staten worden aangeboden. In 2009 is subsidie verleend voor 50 kavelruilen, waarmee in totaal 4.416 ha landbouw-structuurverbetering wordt gerealiseerd. Er zijn 3 intensieve veehouderijen verplaatst in de Achterhoek. Voor 9 van de 15 landbouwontwikkelingsgebieden zijn de bestemmingsplannen in vergevorderde staat van voorbereiding (ontwerp). Voor de herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren is een uitvoeringsorganisatie ingericht. In het kader van het Actieplan Recessie is geïnvesteerd in een regionaal centrum voor de Betuwse Bloem. In 2009 hebben wij een centrale rol gespeeld bij het vinden van een goede herbestemming van Radio Kootwijk. De uitvoeringsprogramma’s voor de 7 nationale landschappen zijn volop in uitvoering. Door het grote aantal projecten moest in november een subsidieplafond worden vastgesteld. In het programma Ruimte voor de Rivier is in 2009 voor de Waal een ruimtelijke visie voor de lange termijn over hoogwaterveiligheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur en scheepsvaart (WaalWeelde) opgesteld. Als laatste onderdeel van het Deltaplan Grote Rivieren wordt door de waterschappen de verbetering van de Diefdijk voorbereid; deze bevindt zich in de m.e.r.-fase. In 2009 is de dijkverbetering Westervoortsedijk 2 afgerond.
- 24 -
In de notitie ‘Gelderland Sportland, een wereld te winnen!’ wil het college stevig investeren in de breedtesport, in sportaccommocaties, sportevenementen, het ontwikkelen van talenten en in kennis en innovatie. Met deze ambities beantwoordt Gelderland de uitnodiging van regering en NOC*NSF om een bijdrage te leveren aan de mogelijke Nederlandse kandidatuur voor de Olympische Spelen. Oktober 2009 Op www.gelderland.nl is voortaan het Gelderland Journaal te zien. Dit journaal wordt om de twee weken uitgezonden. Met interviews over de actuele politieke en bestuurlijke actualiteit en korte documentaires wil de provincie haar werkzaamheden nog beter voor het voetlicht brengen. TV Lingewaard, RTV Betuwe, Graafschap TV, Gelre TV, Extra TV en Kanaal 13 zenden het journaal ook uit. De provincie stopt één miljoen euro in scholing van werknemers in het Midden- en Kleinbedrijf die door de recessie hun baan (dreigen te) verliezen. De provincie wil maximaal de helft van de scholingskosten meebetalen in de vorm van onderwijsvouchers. De provincie Gelderland besluit te onderzoeken of er vanaf 2010 meer wilde zwijnen kunnen worden toegestaan op de Veluwe (gedifferentieerd wildbeheer). Dit loopt parallel aan landelijke discussies daarover onder andere in de Tweede Kamer. November 2009 Vanaf 1 november is het mogelijk met de OV-chipkaart te reizen in vrijwel alle Veoliabussen op de Veluwe en Arrivabussen in het Rivierenland. Tot 1 februari 2010 wordt de tijd gebruikt om de systemen te beproeven en uit te breiden. De bussen van Syntus volgen begin 2010. Gedeputeerde Staten hebben een hertenschaderegeling voorgesteld. Met deze regeling wil de provincie tegemoet komen aan de schade die edelherten op landbouwgebied kunnen veroorzaken. Het gaat hier om een pilotproject in de Havikerpoort, de Soerense Poort en de Hierdense Poort. Sinds 2008 rijden er in Oost Nederland meer treinen. Om deze uitgebreide dienstregeling voort te zetten, gaf het Rijk een bijdrage van € 5,9 miljoen. Hierdoor kunnen er vier stoptreinen per uur tussen Arnhem en Doetinchem rijden. Ook rijdt de stoptrein Apeldoorn-Almelo van maandag tot en met zaterdag door naar Enschede en terug.
Na de landsgrensoverschrijdende hoogwateroefening zijn in 2009 de informatiesystemen, die de besluitvorming in hoogwatersituaties ondersteunen, verder ontwikkeld. In 2009 hebben uw Staten het Waterplan Gelderland definitief vastgesteld. De sturing van de uitvoering geschiedt via de dit jaar met alle vier de waterschappen afgesloten programmacontracten. Er is ook een meerjarenovereenkomst met Vitens afgesloten, met afspraken over verdrogingsbestrijding. ► Pijler IV Verbinden door mobiliteit In 2009 is in een groot aantal concessiegebieden de OV ChipKaart ingevoerd. Met het Rijk zijn in 2009 afspraken gemaakt over het investeren in spoorinfrastructuur, zoals Arnhem-Winterswijk, Valleilijn en doortrekken Randstadspoor Amersfoort-Harderwijk. In 2009 is een groot aantal tariefacties uitgevoerd voor betere basismobiliteit en betere economische bereikbaarheid. In 2009 zijn vrijwel alle Gelderse OV-concessies opnieuw aanbesteed. Bij de aanbesteding zijn voor het eerst eisen opgenomen voor CO-2-reductie. Er is een integraal pakket van maatregelen rond de A28/A1, rond de A2 in Rivierenland en in de Stedendriehoek in relatie met de A1 ontwikkeld. Op de reconstructie van de N302 bij Harderwijk is openbaar vervoer tegen laag tarief ingezet, maar het gebruik en effect van deze inzet is echter tegengevallen. Voor de stadsregio Arnhem Nijmegen is de financieringsproblematiek van het nieuwe station Arnhem opgelost met een aanvullende provinciale subsidie. Tevens is de aanbesteding van de tweede stadsbrug Nijmegen gestart, mede dankzij onze subsidie. Er is een Gelders Fietsnetwerk opgericht om zo te komen tot een goed functionerend fietsnetwerk in de provincie met een adequaat onderhoudsniveau. In 2009 hebben wij een programma Goederenvervoer opgesteld, om het goederenvervoer over water en spoor te stimuleren. In 2009 is het onderzoek naar de problemen en oplossingen voor een vijftal knelpunten in ons wegennet afgerond. Inmiddels heeft hierover besluitvorming plaatsgevonden en is er voor alle knelpunten een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld. Het structurele budget voor het onderhoud wegen is in 2009 verhoogd. Voor de extra middelen in 2009 zijn in dit jaar aanvullende (groot) onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. De kwaliteit van de wegverhardingen is iets verbeterd t.o.v.2008.
- 25 -
December 2009 De provincie Gelderland, alle gemeenten in Gelderland en de vier waterschappen sloten een intentieverklaring hoe over twee jaar de uitvoering van de verlening van milieuvergunningen en toezicht en handhaving van milieuwetgeving moet worden. Er moeten zeven nieuwe uitvoeringsdiensten komen. De Dienst Landelijk gebied heeft het voormalige zendcomplex Radio Kootwijk overgedragen aan Staatsbosbeheer. De monumentale gebouwen krijgen passende, nieuwe functies, zoals educatie, training en bezinning en een vergaderruimte. Sinds 1 december is de Sociale Atlas nieuwe stijl online. De Sociale Atlas staat op www.gelderland.nl bij ‘kaarten en cijfers’ onder het thema ‘welzijn en zorg’. Daarin is te zien dat de Achterhoek en de Stedendriehoek de sterkst vergrijsde regio’s in Gelderland zijn, dat Nijmegen relatief de meeste sociale huurwoningen heeft en dat Zutphen 1.500 eenouderhuishoudens telt.
10
Accountantsrapport met reactie van ons college
De jaarrekening 2009 van onze provincie is gecontroleerd door Deloitte. Met tevredenheid hebben wij er kennis van genomen dat de accountant een goedkeurende verklaring heeft afgegeven voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid van onze jaarstukken 2009. In het accountantsverslag constateert Deloitte dat door de kanteling van de organisatie het jaar 2009 intensief voor onze provincie is geweest. De accountant heeft dat teruggezien in de kwaliteit van de balansdossiers, die op een lager niveau lag dan in voorgaande jaren. In het rapport over 2008 heeft de accountant nog melding gemaakt dat zowel de inhoudelijke kwaliteit van de jaarrekening en de programmaverantwoording als de aanlevering van het balansdossier van een hoger niveau waren dan in voorgaande jaren. Het eerste jaar van de reorganisatie hebben we voor de balansdossiers het gestegen niveau van 2008 niet vast kunnen houden. Wel is het huidige niveau van de beleidsrekening geschikt voor de goedkeurende verklaring. Wij gaan in 2010 de uitdaging oppakken om de kwaliteit van de balansdossiers minstens terug te brengen tot het niveau van 2008. En verder blijft kwaliteitsverbetering van de jaarrekening ook daarna een voortdurend streven. De accountant geeft bij een aantal onderwerpen adviezen of maakt daar kritische opmerkingen over. De opmerkingen en adviezen nemen wij ter harte en wij betrekken deze bij het proces van kwaliteitsverbetering van de jaarrekening. Enkele opmerkingen en aanbevelingen van de accountant geven ons aanleiding een beknopte reactie richting uw Staten te geven. Wij hanteren hierbij de volgorde van het accountantsverslag met verwijzing naar de desbetreffende paragraaf. De cursieve tekst is uit het accountantsverslag of daaraan ontleend. Paragraaf 3.2 Verkoop aandelen NUON Deloitte adviseert om de treasuryfunctie rondom de belegging van de gelden uit de verkoop van de aandelen Nuon te formaliseren door middel van een controleprotocol. In het Strategisch Beleggingsplan hebben wij restricties opgenomen die verder gaan dan de FIDO-wetgeving en de regeling Ruddo. In ons plan worden de risico’s geminimaliseerd en is het rendement hieraan ondergeschikt. Er wordt een ‘handboek vermogensbeheer’ opgesteld waarin de controleprotocollen zijn opgenomen, maar ook scenario’s voor hoe te handelen bij veranderende marktomstandigheden en een procedure voor een intensieve controle tussen de vermogensbeheerder en de bewaarnemer (Kasbank). De treasuryfunctie is inmiddels versterkt en er is een klankbordgroep vermogensbeheer ter advisering van Gedeputeerde Staten ingesteld, waarin naast twee gedeputeerden ook interne en externe deskundigen zitting hebben. Paragraaf 3.4 Pensioenen gedeputeerden Deloitte adviseert te anticiperen op de overdracht van de opgebouwde pensioenrechten door gedeputeerden aan een pensioenmaatschappij. Bij de Tweede Kamer ligt momenteel een wetsvoorstel om de pensioenen van gedeputeerden onder te brengen bij een pensioenmaatschappij. In de huidige situatie zijn de provincies nog zelf verantwoordelijk voor de betaling van deze pensioenen. Op het moment dat de wet ingaat (niet vóór 2012) zullen de opgebouwde rechten door provincies moeten worden overgedragen aan pensioenmaatschappijen. In de voorjaarsnota 2008 (PS2008-409) hebben uw Staten besloten om de waarde van de opgebouwde pensioenrechten van gedeputeerden over te hevelen naar een pensioenmaatschappij. Door de vertraging van de landelijke wetgeving is dit nog niet geëffectueerd. Wel is reeds een bedrag van € 7 miljoen bestemd in de reserve bestuurlijke verplichtingen om de overgang te kunnen realiseren als de wet van kracht is.
- 26 -
Paragraaf 3.5 Transitoria Deloitte adviseert de bewaking op de transitorische subsidies verder aan te scherpen. Sinds eind 2008 schrijven de verslaggevingsregels (BBV) voor dat de vooruitontvangen bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, van Europese en Nederlandse overheidslichamen, in de balans afzonderlijk worden opgenomen onder de overlopende activa en passiva. Conform de beleidsrekening 2008, hebben wij de transitoria derdengelden bij het opmaken van de beleidsrekening 2009 behoedzaam en prudent bepaald. Wij nemen het advies van de accountant ter harte en zullen conform de aanbeveling van de accountant toezien op de bewaking van de transitorische subsidies. Paragraaf 4.2 Belangrijkste punten managementletter Naar aanleiding van de interim-controle heeft Deloitte enkele aandachtspunten voor de korte termijn (a t/m c), enkele voor de langere termijn (d en e)en een overige aandachtspunt (f) geformuleerd. a Nader uitwerken van de treasuryfunctie b Beter gebruikmaken van de verplichtingenadministratie en contractenadministratie c Verscherpen toezicht op de financiële positie van gesubsidieerde instellingen d Versterken van de positie van de centrale inkoopfunctie e Uitvoeren van een EDP-audit op P-view f Bewaking van de relatie tussen de provincie en haar externe uitvoerende bedrijven in het kader van de ILG Ad a Zie de reactie gegeven bij onderdeel 3.2 verkoop aandelen Nuon. Ad b Wij onderkennen de noodzaak van een optimaal werkende verplichtingen- en contractenadministratie en de daarbij behorende administratieve organisatie. Inmiddels is een plan van aanpak opgesteld waarin het doel is gesteld om voor 2012 90% van de inkooporders in de verplichtingadministratie vast te leggen. Daarnaast is de contractenadministratie in testfase opgeleverd. Het doel is deze in het voorjaar 2010 in productie te brengen. Ad c Bij de subsidievaststelling wordt aan de hand van kengetallen voor onderhoudsvoorziening, risicoreserve, weerstandsvermogen, liquiditeit en solvabiliteit de financiële positie van de gesubsidieerde instellingen beoordeeld. De bevindingen die de instellingsaccountant maakt in de accountantsverklaring bij de jaarrekening worden hierbij nauwgezet betrokken. Blijkt uit de accountantsverklaring gerede twijfel over de continuïteitsveronderstelling dan wordt de instelling gevraagd welke maatregelen er worden genomen om tot een verbeterde financiële positie te komen. Ondanks een goede monitor is niet geheel te voorkomen dat de financiële positie van een instelling in korte tijd ernstig verslechtert zonder dat wij daarvan bijtijds op de hoogte worden gebracht. Ad d De positie van de centrale inkoopfunctie willen wij versterken zodat wij altijd rechtmatig inkopen tegen de optimale prijs-kwaliteitsverhouding. Dit doen wij door: Alle inkopen centraal vast te leggen. Dit geeft de mogelijkheid om optimale pakketten samen te stellen en die concurrerend in de markt te zetten. De voors- en tegens van centrale inkoop inzichtelijk te maken en op basis daarvan te kiezen voor eventuele verdergaande centralisatie van de inkoop. Introductie van een centraal contractbeheerssysteem om voortgang en uitvoering van contracten te volgen en op basis van die informatie verder te verbeteren. Ook wordt centraal bewaakt of er voldoende duurzaam wordt ingekocht. Ad e De EDP-audit op P-view wordt uitgevoerd in 2011.
- 27 -
Ad f De relatie tussen de provincie en DLG is onderzocht door Bureau Berenschot. De belangrijkste punten uit dit art 217a onderzoek ten aanzien van ILG waren begin 2009 het verbeteren van onder andere de sturingsinformatie, de definiëring van taken en verantwoordelijkheden en het programmatisch en planmatig werken. Op alle punten zijn in 2009 stappen voorwaarts gezet. We komen steeds beter in de beoogde opdrachtgever/nemer relatie met onze partners. Dit laatste blijkt mede uit de oplevering van gegevens ten behoeve van de mid term review. In 2010 zal de mid term review, mede met het resultaat van het rapport Rekenkamer Oost “Naar regie op het Investeringsbudget Landelijk Gebied”, een verder advies met betrekking tot de optimalisatie van het PMJP opleveren. 11
Europese dimensie
De vaststelling van de jaarrekening bevat geen Europeesrechtelijke aspecten. 12
Voorstel resultaatbestemming 2009
In het bijgevoegde ontwerp stellen wij voor het rekeningsaldo 2009 ad € 5,1 miljoen toe te voegen aan de Algemene Reserve. 13
Dictum
Wij geven u in overweging te besluiten in overeenstemming met bijgevoegd ontwerpbesluit. Arnhem, 30 maart 2010 - zaaknr. 2009-020147 Gedeputeerde Staten van Gelderland J.J.W. Esmeijer - plv. Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
+++++
- 28 -
B Programmaverantwoording 2009 B.1
Inleiding op de programmaverantwoording
31
B.2
Monitor uitvoeringsagenda
32
B.3
Verantwoording per programma
89
Pijler I.
89
Daadkrachtig partnerschap 1.1 Bestuurlijk partnerschap 1.2 Provinciale organisatie
Pijler II.
Sociale samenhang
105
2.0 Sociaal beleid 3.0 Jeugd en gezin Pijler III.
Duurzame leefomgeving
121
4.1 Klimaatprogramma 4.2 Milieu en bedrijven 4.3 Bodem en afval 5.1 Cultuur 5.2 Cultuurhistorie 6.1 Wonen 6.2 Ruimtelijke ordening 6.3 Ontgrondingen 7.1 Economische ontwikkeling 7.2 Recreatie en toerisme 8.1 Vitaal platteland 8.2 Water Pijler IV.
Verbinden door mobiliteit
195
9.0 Openbaar vervoer 10.0 Fiets 11.1 Nieuwe infrastructuur 11.2 Instandhouding infrastructuur Overige programma's
217
12.0 Europese programma's 13.0 Overigen 14.0 Algemene dekkingsmiddelen
- 29 -
- 30 -
B.1
Inleiding op de programmaverantwoording
In de programmaverantwoording geven wij aan in hoeverre onze beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd. Voorts wordt op programmaniveau verantwoording afgelegd over de gerealiseerde baten en lasten. Een en ander betreft de uitvoering van werkzaamheden over het jaar 2009, zoals begroot in de Beleidsbegroting 2009. De Wet dualisering provinciebestuur beoogt onder meer een heldere afbakening tussen de bevoegdheden van de organen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Wat betreft de financiën stellen uw Staten met de beleidsbegroting de kaders vast (de allocatie- en autorisatiefunctie) en via de rekening controleert u of de uitvoering binnen deze kaders heeft plaatsgevonden. De taak van ons college is binnen dit kader zorg te dragen voor de realisatie en het afleggen van verantwoording daarover. Dit is neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), dat per 1 januari 2004 in werking is getreden. In deze rapportage rapporteren wij over de voortgang van beleid, planning en uitvoering op programmaniveau over het afgelopen jaar. Daarbij leggen wij verantwoording af over die items, die ook in de beleidsbegroting 2009, het Coalitieakkoord en de vertaling daarvan in onze Uitvoeringsagenda zijn opgenomen. Deze verantwoording is conform het BBV opgebouwd rond de drie w-vragen: • Wat wilden we bereiken (de doelen); • Wat hebben we daarvoor gedaan (activiteiten, prestaties); • Wat heeft dat gekost (middelen). Deze vragen worden per begrotingsprogramma behandeld, en per programma is tevens de stand van de meetindicatoren opgenomen. De programmaindeling volgens deze vragen moet uw Staten mogelijkheid geven te sturen op resultaat en effect. De indicatoren moeten helpen de voortgang te bewaken. Verhelderend werkt het volgende plaatje, dat een proces beschrijft:
input
throughput
output
outcome
• Input: de hoeveelheid middelen die in een productieproces wordt gestopt, bijvoorbeeld geld of mens-
kracht. In de begroting zijn dit de begrote bedragen voor programmatische kosten en apparaatskosten. • Throughput: de activiteiten die worden uitgevoerd om een bepaalde output en outcome te bereiken. In
dit jaarverslag wordt over de throughput gerapporteerd. • Output: dit is de prestatie die wordt geleverd. Weergave daarvan kan geschieden door de omvang van
de prestatie (bijv. ha=s, km=s) of de kwaliteit van de prestatie te meten. • Outcome: Dit is het effect van de geleverde producten en diensten op de omgeving, oftewel op klanten,
burgers en de maatschappij in het algemeen. De indicatoren gaan meestal over de output of over de outcome, in sommige gevallen over de input en de throughput. In voorliggende programmaverantwoording treft u de monitor over de voortgang van de Uitvoeringsagenda 2007-2011. Vervolgens worden alle programma’s afzonderlijk behandeld. De programma’s zijn onderverdeeld in de vier pijlers. Bij de programmabeschrijvingen zijn de doelen ontleend aan de begroting 2009. Vervolgens worden de in 2009 geleverde prestaties beschreven. Per doel worden de indicatoren in een apart tekstblokje verantwoord.
- 31 -
- 32 -
►Regiocontracten
► Regionaal Samenwerkings-programma
1. Besturen en verbinden
Pijler I Daadkrachtig partnerschap
Onderwerp
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 GS-lid
Het Regionaal Samenwerkingsprogramma is op 23 april 2008 vast- Peters gesteld. De zes contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. Alle regio’s hebben werk gemaakt van de inrichting van de beheeren betaalautoriteiten. Mede in het verlengde daarvan zien wij positieve ontwikkelingen met betrekking tot de samenwerking tussen gemeenten. Uitvoering is in volle gang. Een indicator voor de voortgang
Regiocontracten met alle Wgr-regio’s
Per 1-1-2008.
Onze portefeuillehouder overlegt twee keer per jaar met de gezaPeters menlijke regio’s, vier keer per jaar met de gezamenlijke GSO-steden en drie keer per jaar met de gezamenlijke KSB-steden. Minstens één keer per jaar wordt met de afzonderlijke regio’s en steden gesproken over de voortgang. In veel gevallen wordt met partners nog vaker dan eens per jaar bestuurlijk bilateraal overleg gevoerd. Daarnaast hebben in 2009 twee stadsbezoeken plaatsgevonden met deelname vanuit ons college en uw Staten. Tot slot heeft onze portefeuillehouder, soms samen met andere collegeleden, elke maand een RSPwerkbezoeken afgelegd.
Peters Tweede helft 2007 e.v. Jaarlijks organiseren wij 15 kennisdelingsbijeenkomsten tussen provincie, grote en kleine steden op de thema’s wijkaanpak, fondsenwerving, ketenaanpak en monitoring. In 2009 is gestart met een ontwikkelmodule project- en programmatisch werken t.b.v. versnelling uitvoering Regiocontracten. Deze loopt inmiddels naar volle tevredenheid in Rivierenland en de Vallei. De Achterhoek en NoordVeluwe volgen binnenkort evenals enkele steden. Daarnaast is een inventarisatie gemaakt van RSP-projecten die in aanmerking zouden kunnen komen voor aanvullende Europese financiering. Inmiddels vinden zes bijeenkomsten plaats waarin concreet op projectniveau wordt gezocht naar aanvullende financiering vanuit Europa. Deze kennisdeling is effectief. Het voorkomt dat twee keer het wiel wordt uitgevonden én het leidt tot inhoudelijke vernieuwing binnen de programma’s. Beide opbrengsten hebben direct positieve invloed op de uitvoering en effectiviteit van de programma’s.
Realisatie- termijn
Tweemaal per jaar bestuurlijk overleg V.a. 2008
Vormen van kennis en ervaring delen tussen steden en regio’s
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Tabel 1. Monitor uitvoeringsagenda, stand 31 december 2009
B.2 Monitor Uitvoeringsagenda
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
- 33 -
Selectie welke wijken voor integrale aanpak Afsluiten van de GSO-contracten
►Stadscontracten Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid
► Uitvoering sleutelpro- Afsluiten contracten jecten
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Onderwerp
Per 1-1-2008.
Per 1-1-2008
Realisatie- termijn
GS-lid
Het Regionaal Samenwerkingsprogramma met daarin de contracten Peters over de acht sleutelprojecten is op 23 april 2008 vastgesteld. De contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. De uitvoering van de sleutelprojecten is in volle gang. Zowel in Apeldoorn, Ede als in Doetinchem zijn samenwerkingsovereenkomsten getekend met uitvoerende partijen (in Apeldoorn is de provincie medeondertekenaar). In Apeldoorn en Nijmegen zijn rijksbijdragen (FES) van respectievelijk € 11 mln. en € 25 mln. verzilverd. Een indicator voor het feit dat de voortgang in de uitvoering goed op gang is, is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in de Sleutelprojecten komen uit op 39% van het totale subsidiebedrag. Deze financiele voortgang mag niet verhullen dat in enkele Sleutelprojecten (Apeldoorn, Doetinchem, Ede) de recessie sterker merkbaar wordt en mogelijk tot fasering leidt. Deze zullen samen met andere knelpunten (o.a. Waalfront Tiel) in het ijkmoment RSP worden meegenomen. Tot die tijd is in alle gevallen de provincie met onze partners in gesprek over versnelling van de uitvoering. Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009
Peters Het Regionaal Samenwerkingsprogramma met daarin de GSOStadscontracten is op 23 april 2008 vastgesteld. De acht contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. De uitvoering van de 22 wijkprogramma’s is in volle gang. Uitvoering is in volle gang. Een indicator voor de voortgang in de uitvoering is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in de GSO-Wijkprogramma’s komen uit op 35% van het totale subsidiebedrag waarmee in algemene zin kan worden gesteld dat de uitvoering op koers ligt. Er zijn met name knelpunten in het Tielse wijkprogramma’s Oost en West. Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009 die tevens bij het vervolgvoorstel begroting is gevoegd. In alle gevallen is de provincie met onze partners in gesprek over versnelling van de uitvoering.
in de uitvoering is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in de Regiocontracten komen uit op 33% van het totale subsidiebedrag waarmee in algemene zin kan worden gesteld dat de uitvoering op koers ligt. Er zijn met name knelpunten in het Achterhoekse Klimaatprogramma en het fysieke programma van de Stadsregio (Elst Centraal). Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009 die tevens bij de begroting is gevoegd. In alle gevallen is de provincie met onze partners in gesprek over versnelling van de uitvoering.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
GROEN
GROEN
Op schema?
- 34 -
Bepalen financiële betrokkenheid Per 1-1-2008 conform provinciale Protocol. Zorgen dat de projecten daadwerkelijk starten danwel verder komen.
Per 1-1-2008.
Per 1-1-2008.
De sleutelprojecten zijn getoetst op aanbesteding- en staatssteunaspecten. Strijdigheid met het provinciale protocol is niet aan de orde (zie Statenvoorstel Regionale Samenwerkingsprogramma’s). Nu ondersteunen en versnellen we de uitvoering van de programma’s.
Peters
Het Regionaal Samenwerkingsprogramma met daarin de contracten Peters over de acht sleutelprojecten is op 23 april 2008 vastgesteld. De contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. De uitvoering van de sleutelprojecten is in volle gang. Zowel in Apeldoorn, Ede als in Doetinchem zijn samenwerkingsovereenkomsten getekend met uitvoerende partijen (in Apeldoorn is de provincie medeondertekenaar). In Apeldoorn en Nijmegen zijn rijksbijdragen (FES) van respectievelijk € 11 mln. en € 25 mln. verzilverd. Een indicator voor het feit dat de voortgang in de uitvoering goed op gang is, is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in de Sleutelprojecten komen uit op 39% van het totale subsidiebedrag. Deze financiele voortgang mag niet verhullen dat in enkele Sleutelprojecten (Apeldoorn, Doetinchem, Ede) de recessie sterker merkbaar wordt en mogelijk tot fasering leidt. Deze zullen samen met andere knelpunten (o.a. Waalfront Tiel) in het ijkmoment RSP worden meegenomen. Tot die tijd is in alle gevallen de provincie met onze partners in gesprek over versnelling van de uitvoering. Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009 die tevens bij de begroting is gevoegd.
Het Regionaal Samenwerkingsprogramma met daarin de vijf KSBPeters stadscontracten is op 23 april 2008 vastgesteld. De vijf contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. Uitvoering is in volle gang. Een indicator voor de voortgang in de uitvoering is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in het KSB komen uit op 43% van het totale subsidiebedrag, fors boven de raming, waarmee in algemene zin kan worden gesteld dat de uitvoering op koers ligt. Er zijn is in geen enkele programma sprake van majeure knelpunten. Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009 die tevens bij de begroting is gevoegd.
Peters
GS-lid
Afsluiten stadscontracten
die tevens bij de begroting is gevoegd.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
De sleutelprojecten zijn getoetst op aanbesteding- en staatssteunaspecten. Strijdigheid met het provinciale protocol is niet aan de orde (zie Statenvoorstel Regionale Samenwerkingsprogramma’s). Nu ondersteunen en versnellen we de uitvoering van de programma’s.
Realisatie- termijn
Bepalen financiële betrokkenheid Per 1-1-2008 conform provinciale Protocol. Zorgen dat de projecten daadwerkelijk starten danwel verder komen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uitvoering sleutelpro- Afsluiten contracten jecten
►Stadscontracten Kleine Steden Beleid
Onderwerp
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
- 35 -
Nog in 2008
Onafhankelijke externe "taskforce" instellen, voor jeugdzorg, relaties met gemeenten, administratieve lasten ondernemers.
►Deregulering
Klaar voor Wet Algemene Bepalingen In 2008 (afh. van de Omgevingsrecht. Eén loket. Tweede Kamer)
2007-2011
Per 1-1-2008.
Afsluiten stadscontracten
►Stadscontracten Kleine Steden Beleid
Samenvoeging subsidieregelingen, onderzoek naar meldingsplichten, schrappen onnodige bepalingen
Realisatie- termijn
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Onderwerp
GS-lid
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
De Wabo is eind 2008 aangenomen in de Eerste Kamer. De discus- Verdaas GROEN sie over uitvoeringsorganisaties heeft in juni 2009 geleid tot een packagedeal tussen Rijk, IPO en VNG waarin oa wordt gesteld dat alle partijen zich tot het uiterste inspannen om de Wabo per 1 januari 2010 van kracht te laten worden en waarin een verschuiving in bevoegdheden tussen provincie en gemeenten is gepresenteerd. Het grootste deel van de inrichtingen die nu nog onder bevoegd gezag van GS vallen zullen met de inwerkingtreding van de Wabo over gaan naar het bevoegde gezag van B&W. Deze wijzigingen dienen in de Wabo en het Besluit omgevingsrecht
In de subsidieregeling Vitaal Gelderland 2008 zijn meerdere beleids- Peters velden in één regeling opgenomen. De Subsidieregeling Vitaal Gelderland is een aanbouwregeling, waarin op den duur zoveel mogelijk bestaande subsidieregelingen worden opgenomen. Een inhoudelijk opschoningsproces van regels op milieugebied is uitgevoerd en leverde een vermindering van 37 regels op.
Op 17 april 2009 hebben Uw Staten het voorstel met een pakket van Peters maatregelen in het kader van deregulering vastgesteld (PS2009259). In het voorstel hebben wij met u afgesproken om bij de behandeling van de jaarstukken Uw Staten te informeren over de voortgang van de gerealiseerde resultaten. Wij hanteren hierbij de opzet van het Statenvoorstel. Bij de behandeling van de begroting 2010 heeft u in bijlage 4 kennis kunnen nemen van de voortgang op dit dossier. Hierbij heeft u kunnen vaststellen dat een groot deel van de maatregelen voor 1 januari 2010 is uitgevoerd en tevens is afgerond. In bijlage 11 bij deze jaarrekening is een tweede voortgangsrapportage opgenomen waarin wij verslag doen van de maatregelen die sindsdien zijn afgerond of nog in uitvoering zijn. Als onderdeel van het Coalitieakkoord heeft het terugdringen van regelgeving en het verminderen van administratieve lasten in deze Statenperiode structurele aandacht van ons college. Wij willen uw Staten daarom bij de begroting 2011 een finale rapportage voorleggen van de door ons collegeuitgevoerde maatregelen.
Peters Het Regionaal Samenwerkingsprogramma met daarin de vijf KSBstadscontracten is op 23 april 2008 vastgesteld. De vijf contracten zijn op 25 april 2008 ondertekend. De ingangsdatum is 1 januari 2008. Uitvoering is in volle gang. Een indicator voor de voortgang in de uitvoering is het bestedingspatroon. Onze raming was dat eind 2009 30% van het totale subsidiebedrag besteed zou zijn. De daadwerkelijke provinciale bestedingen in het KSB komen uit op 43% van het totale subsidiebedrag, fors boven de raming, waarmee in algemene zin kan worden gesteld dat de uitvoering op koers ligt. Er zijn is in geen enkele programma sprake van majeure knelpunten. Meer details zijn te vinden in de Statennotitie Voortgang RSP 2008/2009 die tevens bij de begroting is gevoegd.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 36 -
Onderwerp
Op schema?
In de Tussenbalans is al gemeld dat het Programma Elektronische Vd Kolk GROEN Dienstverlening eind 2007 is afgerond. De eerste 3 hiernaast genoemde onderdelen rond ict-vernieuwing zijn hiermee gerealiseerd, maar de laatste 2 genoemde doelstellingen van gebundelde dienstverlening en ketensamenwerking nog niet. Aangezien dit ook op landelijk niveau een knelpunt was heeft het kabinet medio 2008 een visie ontwikkeld op een betere dienstverlening van de overheid. Deze visie is uitgewerkt in het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere dienstverlening en E-overheid). Ook Gelderland heeft zich in IPO verband hieraan gecommitteerd. Basisvoorzieningen die op landelijk niveau worden ontwikkeld op het terrein van o.m. toegankelijkheid, identificatie (DigiD) en basisregistraties zullen aldus door ons worden geïmplementeerd. Op deze wijze werken we in nationaal verband met alle partners verder aan het realiseren van de doelstellingen van gebundelde dienstverlening en ketensamenwerking. Kortom de verdere realisatie van de laatste 2 doelstellingen uit het eigen provinciale programma wordt nu voortgezet via deelname aan
GS-lid
Vijf hoofddoelstellingen elektronische In 2007 dienstverlening realiseren: • 100% van onze relevante )informatie op Internet. • verbetering van communicatie met burger via Internet. • dienstverlening voor 65% langs elektronische weg. • samen met partners in de keten gebundelde dienstverlening. • maatschappelijke problemen aan te pakken met behulp van ICT (ketensamenwerking).
(BOR) te worden verwerkt. De planning voor het besluitvormingstraject over de aangepaste regelving en de invoering van ICT – instrumenten bleek zo krap dat de minister van VROM op 29 september 2009 per brief de tweede kamer heeft geinformeerd over uitstel van de invoering van de Wabo. De Wabo zal in werking treden drie maanden na publicatie van de benodigde wetgeving in het Staatsblad. Naar onze verwachting zal de invoeringsdatum op 1 juli 2010 liggen. Alle interne activiteiten, voorzover van toepassing in overleg met de externe partners, waren gericht om op 1-1-2010 de Wabo in werking te laten treden. Wij stellen deze datum bij tot 1 juli 2010. Bijzondere aandacht is er voor de samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten en implementatie van ICT voorzieningen. De werkzaamheden worden waar mogelijk in samenhang met de discussie over de robuuste uitvoeringsorganisaties voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving uitgevoerd.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Met gemeenten en waterschappen heeft de provincie in november Vd Kolk GROEN 2009 het werkgebied voor de uitvoeringsdiensten vergunningverlening, handhaving en toezicht vastgesteld op de schaal van de Wgrregio’s (Gelderse Maat). Provincie en partneroverheden hebben dit in principe vastgelegd in een intentieverklaring, die voor 1 december aan de minister van VROM is gestuurd. De provincie heeft de regie op het proces en heeft in december 2009 de gemeenten geconsulteerd over het implementatieproces. In februari 2010 heeft de minister van VROM bericht akkoord te gaan met de 7 werkgebieden op de schaal van de Wgr-regio voor vergunningverlening en handhaving in Gelderland. Het implementatieproces is gestart en zal per 1 januari 2012 leiden tot het in werking hebben van de uitvoeringsdiensten.
Realisatie- termijn
In 2012
Anticiperen op herstructurering van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 37 -
Gericht bevragen van partners of ervaren regeldruk daadwerkelijk vermindert.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Jaarlijks
Realisatie- termijn
►Reorganisatie
Op 5 januari 2009 is de nieuwe organisatie in werking getreden. In Van der GROEN 2009 was er tijd nodig om de nieuwe organisatie eerst te laten lanKolk den. Zoals gebruikelijk bij dit soort grote reorganisaties is er eerst aandacht nodig voor het op orde brengen van de nieuwe basisprocessen. Hoewel er goede vorderingen zijn gemaakt in het verder op orde brengen van de meest elementaire ondersteunende processen,
Reorganisatie afronden
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
Mediation blijft een succes. Ook in 2009 zijn meer dan 50% bePeters zwaar- en beroepschriften en klachten buiten de formele procedures om opgelost. In 2010 wordt de actieve aanpak verbreed naar conflicten die geen verband houden met bezwaar-, klacht- of beroepsprocedures. Om conflicten zoveel mogelijk te voorkomen wordt aan ambtenaren, die regelmatig in conflictgevoelige situaties verkeren, een cursus conflictherkenning- en conflicthantering gegeven. Medio 2008
Peters
GS-lid
Inmiddels is de screening van vergunninghouders en aanvragers CdK volledig in het werkproces geintegreerd. Alle aanvragers van vergunningen worden gescreend en wordt regelmatig onderzoek gedaan op grond van handhavingsinformatie. Sinds de invoering van de beleidsregels (op 1/7/2008) zijn ca 50 Bibob adviezen uitgebracht waarvan vier negatief (8%). Het overleg met deze bedrijven na toezending van het advies lijkt er enkele gevallen toe te leiden dat de bedrijven de zeggenschapsstructuur van de onderneming aanpassen door personen die niet integer zijn gebleken daaruit te verwijderen. Daarmee wordt aan het doel van Bibob bijgedragen. Zonder dat tot sluiting van de inrichting hoeft te worden overgegaan. In andere gevallen wordt een juridische procedure verwacht.
In 2008 heeft de Taskforce Deregulering onze partners hierop bevraagd en een rapport met aanbevelingen geschreven.
het NUP, dat volledig in lijn ligt met onze eigen ambities maar een andere tijdshorizon kent. Kort na de Tussenbalans hebben wij naar aanleiding van een vraag uit de Staten in het vervolgvoorstel bij de Begroting 2010 over de resultaten van het afgeronde programma gerapporteerd. Hierin is een nadere toelichting gegeven op de mate van realisatie van de (hiernaastgenoemde) doelstellingen die het College zich met dit programma had gesteld. Daarbij is geconstateerd dat het programma ook een bijdrage heeft geleverd aan ons beleid tot deregulering. Met name is dat te danken aan de vereenvoudiging van de administratieve afhandeling van subsidie- en vergunningenaanvragen die met digitalisering bereikt kan worden. Ook is in deze rapportage stilgestaan bij de ontwikkelingen binnen de landelijke overheid die hebben geleid tot het NUP en bij onze overwegingen om ons hierbij aan te sluiten voor de verdere ontwikkeling van de electronische dienstverlening binnen onze provincie.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Mediation uitbouwen
► Juridische kwaliteits- Wet Bibob verbreden naar vergunnin- 2008/ zorg gen-procedures 2009 afh. van begrotingsvoorstel
Onderwerp
- 38 -
►Samenwerking met onze buren
Voortzetten huidige lijn
• •
Realisatie- termijn
Versnellen betalingstermijn naar In 2009 en 2010 21 dagen Inovatiestimulerend inkoopbeleid (‘launching customer’) Aanpassen subsidieregelingen. Uitvoeren dereguleringsvoorstellen
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- • sie: Provinciale organisatie •
Onderwerp
Op schema?
Een analyse over de eerste tien maanden van 2009 wijst uit dat Peters / GROEN gemiddeld 65% van de facturen binnen 21 dagen betaald wordt. V.d. Dat niet alle facturen binnen de gestelde termijn van 21 dagen Kolk worden betaald ligt aan problemen bij de invoering van het elektronisch betalen per 1-1-2009; het inregelen hiervan vergde enige tijd. Vanaf april 2009 is er dan ook een duidelijke stijgende lijn waarneembaar, zo werd in de maand oktober ruim 77% van de facturen binnen 21 dagen betaald. Het streven is om uiteindelijk op een percentage van 88% uit te komen. Wat betreft het inkoopbeleid passen wij in 2009 de landelijk vastgestelde criteria van duurzaam inkopen ondermeer toe op de productgroepen dienstauto’s, catering, ict-hardware en extern bind- en drukwerk. Hiermee zijn we goed op weg om de afgesproken doelstelling van 50% duurzaam inkopen in 2010 te halen. De landelijke monitor duurzaam inkopen 2008 (febr.2009) bevestigt dit. Verder faciliteren wij innovatieve ondernemers bij het realiseren van duurzame, innovatieve producten of diensten. Zo stellen wij momenteel kantoorruimte beschikbaar voor het testen van ledverlichting op de werkplek, ondersteunen wij op een provinciaal steunpunt een praktijktest van lantaarnpalen met leds die geen aansluiting op het elektriciteitsnet behoeven, zijn wij betrokken bij de ontwikkeling van koffiebekers van bioplastic en hebben wij een wildafrastering langs de N304 geplaatst die gemaakt is van restmateriaal. Via deze weg begeleidden we bedrijven ook naar de juiste subsidies. Wat betreft de aanpassing van subsidieregelingen zijn enkele subsidieregimes in het kader van het Actieplan Recessie verruimd, zie het Actieplan Recessie (PS2009-200). Wat betreft de uitvoering van dereguleringsvoorstellen verwijzen wij naar de laatste voortgangsrapportage.
GS-lid
De professionalisering in de samenwerking tussen de provincies Verdaas GROEN Limburg, Gelderland en Overijssel enerzijds en Nordrhein-Westfalen anderzijds, heeft het afgelopen jaar een kwalitatieve impuls gekregen met de gezamenlijke bijscholing, waaraan ook Gelderse ambtenaren hebben deelgenomen. Waar Interreg IVa veelal het financiële instrument is om samenwerkingsprojecten daadwerkelijk te kunnen realiseren, heeft u het besluit genomen hiervoor uit het MIG specifieke middelen beschikbaar te stellen. Dit maakt de Gelderse betrokkenheid en invloed bij projecten merkbaar eenvoudiger. Het Comité van Toezicht voor Interreg IVa, waarvan Gelderland voorzitter is, heeft initiatieven genomen om ‘majeure projecten’ gere-
•
•
•
•
zal hier de komende tijd aandacht voor nodig blijven. GIB ging gepaard met een besparing van 4,2 miljoen. Deze besparing komt tot uiting in een reductie van de formatie die gerealiseerd wordt per 1 januari 2012.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 39 -
► Lobby
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
Wij hebben een bureau lobby ingesteld. De werkplannen van het bureau in Den Haag en Brussel worden van hieruit afgestemd.
‘Central desk’ instellen.
CdK GROEN Cornielje
CdK GROEN Cornielje
Na de start van bureau lobby per 1 januari 2009, is de inventarisatie CdK GROEN van lobby-onderwerpen en internalisering in de nieuwe organisatie Cornielje gestart. Voor Prinsjesdag 2009 is een lobbyagenda opgesteld, bestaande uit een gezamenlijke boodschap, een overzicht met actuele lobbyonderwerpen en een uitgewerkt fiche per onderwerp. Voor de lobbydossiers in Europa is een lobbyagenda opgesteld met een duidelijke verbinding met de beleidsonderwerpen van de provincie. Deze agenda wordt begin 2010 aan u ter informatie voorgelegd. In het kader van professionalisering zijn twee interne workshops over lobby gegeven aan beleidsmedewerkers en management.
aliseerd te krijgen rond MRSA en voeding. Gelderse organisaties hebben relatief goed gescoord bij het binnenhalen van subsidies uit het Interreg IVc-programma. Nu ons college met de portefeuillehouder als woordvoerder/portefeuillehouder vertegenwoordigd is in het IPO voor het onderwerp territoriale cohesie is een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van een Nederlands standpunt op het Groenboek Territoriale Cohesie van de Europese Commissie. Ons standpunt is in de afgelopen periode gekoppeld aan de discussie rond de toekomst van het cohesiebeleid van de EU en we nemen actief deel aan de betreffende werkgroepen. Vorig jaar konden we de procedures rond het verkrijgen van het lidmaatschap van enkele Europese netwerken afronden. Het lidmaatschap dat voor onze portefeuillehouder kon worden verkregen van het dagelijks bestuur van de AEBR, de vereniging van Europese grensregio’s, deelname aan een conferentie rond territoriale cohesie en de bijdrage die vanuit Gelderland wordt geleverd aan de herstructurering van het Partenalia-netwerk zijn voorbeelden van de toegenomen zichtbaarheid van Gelderland in Europa. Binnen Partenalia zijn we actief in twee van de drie werkgroepen, waarvan een zelfs wordt aangestuurd vanuit onze provincie. Verder zijn we actief in het management board van dit netwerk. Binnen AER zijn de eerste contacten gelegd voor een verdere actieve deelname hieraan. Ook heeft een expert van onze provincie deelgenomen aan de Summer School van de AER rond klimaat en water. In de samenwerking met Lubelskie is in januari 2009 een officieel werkbezoek gebracht door de CdK en de drie ondervoorzitters. Alle dit jaar beschikbare subsidiemiddelen voor uitwisselingen en de projecten rond Sobibor zijn inmiddels beschikt.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Onze Commissaris coördineert de lobbyactiviteiten.
in 2007
Realisatie- termijn
CdK gaat lobby coördineren
Shortlist maken van lobbyonderwerpen
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 40 -
► Communicatie
Onderwerp
Starten van onderzoeken
Nieuwe communicatiestrategie gebaseerd op zeven vertrekpunten
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Najaar 2007
September 2007
Realisatie- termijn
GS-lid
Op schema?
In 2009 zijn diverse onderzoeken afgerond: Van der GROEN - Het bereik en waardering onder inwoners van Gld.Leeft. Gld.Leeft Kolk is door 64% van de Gelderse inwoners gezien en de krant krijgt gemiddeld een rapportcijfer van 7,3. - Onderzoek naar de provinciale pagina’s in huis aan huiskranten (Gld.Dichtbij) heeft aangetoond dat 23% van de Gelderlanders de provinciale pagina’s leest. - Lezersonderzoek van diverse digitale nieuwsbrieven. - In het eerste kwartaal van 2009 is een nulmeting naar de effectiviteit van de communicatie rond het Klimaatprogramma gedaan. - Er is onderzoek gedaan naar de waardering van de bezoekers over de Gelderse Regiodag (meer dan 10.000 bezoekers die de dag met gemiddeld een 7,7 hebben beoordeeld).en het Open Huis tijdens de Open Monumentendag (1500 bezoekers met gemiddeld een waardering van 7,6). - Eind 2009 is een onderzoek gedaan naar het imago van provincie Gelderland. Dit onderzoek geldt als nulmeting. De uitkomsten bieden
De focus in de communicatiestrategie en de uitvoering daarvan ligt Van der GROEN op de inwoners van Gelderland, zonder andere doelgroepen te Kolk vergeten. - Uit onderzoek in 2009 blijkt dat de vernieuwde provinciale pagina’s in huis-aan-huisbladen goed zijn ontvangen. Begin 2010 volgt een voorstel over hoe we verdere verbeteringen in de provinciale pagina’s en andere communicatiemiddelen kunnen doorvoeren. - Sinds december 2008 is het Gelders Panel online met ruim 1600 deelnemers. In 2009 zijn 6 peilingen gehouden. - De eerste Gelderse Regiodag heeft op 20 juni 2009 plaatsgevonden. - Onze provincie heeft zich gepresenteerd met een eigen stand langs de Nijmeegse Vierdaagse. - Het Huis der Provincie was op 12 september 2009 geopend tijdens de Open Monumentendag. - Er is een plan opgesteld voor een permanente zichtbaarheidscampagne. De eerste activiteiten worden eind 2009 opgestart en lopen door tot en met 2011. - Begin oktober is Gelderland Journaal live gegaan. Om de twee weken wordt het Gelderland Journaal uitgezonden op diverse lokale en regionale zenders. Eind 2009 wordt Gelderland Journaal tussentijds geëvalueerd. - Eind 2009 is een plan voor jongerencommunicatie vastgesteld. In 2010 wordt gestart met de uitvoering. - Diverse communicatieplannen voor projecten binnen de beleidsonderwerpen wegen, verkeer en vervoer, cultuur, klimaat, vitaal platteland kulturhusen en sleutelprojecten zijn opgesteld en uitgevoerd om de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de provincie Gelderland te vergroten bij inwoners en andere doelgroepen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 41 -
► Stimuleren uitwisseling van kennis en ervaringen
2. Sociaal beleid
Pijler II Sociale samenhang
► Aandeelhouderschap
Onderwerp richtlijnen voor de zichtbaarheidscampagne. De onderzoeksresultaten zijn begin 2010 beschikbaar.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 GS-lid
Op schema?
Per 1-1-2008
De regiocontracten zijn afgesloten, waarin de resultaten voor de Esmeij- GROEN regiogemeenten staan. er De regio's voeren hun regiocontracten uit. Gemeenten werken ten behoeve van de realisatie intensief samen en versterken zo hun onderlinge relaties. Wij hebben regelmatig overleg met de regio’s over de voortgang, waar nodig en gewenst leveren we inhoudelijke kennis of faciliteren anderszins het proces van samenwerking tussen gemeenten en regio. In het kader van de rapportage van de regionale samenwerkingsprogrammma’s hebben wij eerder geconstateerd dat de voortgang van de sociale items op schema ligt.
GROEN
In regiocontracten regelen dat gemeenten hun onderlinge relaties versterken m.h.o.o. sociale cohesie
In december 2009 hebben wij uw Staten een notitie doen toekomen Keerewaarin onder meer het vraagstuk van het zgn. verzwakt structuurre- weer gime voor Alliander is behandeld. Tussen grootaandeelhouders en bedrijf is overleg gaande over (statutaire verankering) van versterking van de zeggenschap van aandeelhouders, passend bij een blijvend publiek aandeelhouderschap. De besluitvorming over aanpassing van de statuten van Alliander is voorzien voor de aandeelhoudersvergadering die in het voorjaar van 2010 zal worden gehouden. Eveneens in de tweede helft van 2009, met doorloop naar 2010, is de discussie gestart over de aanbevelingen van de Commissie Kist. Onder meer zal het daarbij ook gaan over herstructurering en opschaling van netwerkbedrijven alsmede over de wenselijkheid en haalbaarheid van een herschikking van aandeelhouders.
De ondersteuningsinstellingen hebben hun werkplannen 2009, con- Esmeij- GROEN form het verleende budgetsubsidie, uitgevoerd. Formele verantwoor- er ding en vaststelling subsidie vindt plaats medio 2010. Basis hiervoor vormt het beleidskader sociaal, “Voorzet twee”. In het beleidskader zijn sociale cohesie (erbij houden) en maatschappelijke deelname (erbij halen) kernbegrippen. Wij hebben regelmatig overleg gevoerd met de instellingen om de uitvoering goed te kunnen volgen en waar nodig bijgestuurd.
-
Van der GROEN November / december De provinciekrant Gld.Leeft is tussen 10 en 13 februari 2009 ver‘08 spreid onder alle Gelderse huishoudens. Van degenen die de krant Kolk (deels) hebben gelezen is 94% tevreden over de inhoud en 88% van de lezers geeft aan een beter beeld te hebben gekregen van waar de provincie zich mee bezig houdt.
Realisatie- termijn
Aansturen ondersteuningsorganisaties 2008 e.v. op sociale cohesie en maatschappelijke deelname
-
Productie provinciekrant
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 42 -
► Verenigingsleven & Vrijwilligerswerk
GS-lid
Op schema?
2008 e.v.
Maatschappelijke stages nemen in de provincie Gelderland een hoge Esmeij- GROEN vlucht. Spectrum heeft samen met de GSF een monitor ontwikkeld er en uitgevoerd om maatschappelijke stages en stagebiedende organisaties in beeld te brengen. resultaten zijn in 2010 beschikbaar. De landelijke pilot Maatschappelijke stages Zuid Oost Gelderland wordt eind 2009 beëindigd. Gezocht wordt naar nieuwe samenwerkingsmogelijkheden om de pilot in de toekomst voort te zetten. Door de Stuurgroep Sterk in Vrijwilligerswerk wordt gewerkt aan een
Esmeij- GROEN er
Stimuleren deelname jongeren en allochtonen aan vrijwilligerswerk
O.a. via de Vereniging Kleine Kernen en de Federatie Dorpshuizen krijgt het verenigingsleven en vrijwilligerswerk op het platteland ondersteuning.
De ondersteuningsinstellingen hebben een gezamenlijk ondersteuEsmeij- GROEN ningsaanbod voor lokale organisaties en gemeenten. Het betreft er o.m. invoering basisfuncties vrijwilligerswerk, maatschappelijke stages, deregulering en arbeidstoeleiding. Spectrum doet hiernaar onderzoek bij de gemeenten (respons nov. 2009 95%) en zal dit eind 2009 rapporteren.
2008 e.v.
GROEN
De gemeenten via provinciale onder- 2008 e.v. steuningsinstellingen helpen het verenigingsleven en vrijwilligerswerk te versterken
Ook verenigingsleven en vrijwilligerswerk betrekken.
Op basis van de regeling ‘Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie’ is subsidie verstrekt aan de Federatie Dorpshuizen Gelderland en de Vereniging Kleine Kernen Gelderland, die allebei ondersteuning bieden.
Esmeij- GROEN er
T.a.v. Kulturhusen zie hiervoor. Dorps- en wijkvoorzieningen: Sedert het van kracht worden van de regeling, augustus 2008, zijn 26 projecten gehonoreerd In de vorige beleidsperiode zijn ca. 70 dorpshuisinitiatieven gehonoreerd.
Ten minste 43 Kulturhusen, ca. 50 dorpshuizen en wijkvoorzieningen realiseren
2011
Aan 35 Kulturhusen is subsidie verleend (inclusief de in 2003 gestar- Esmeij- GROEN te pilots), 25 daarvan zijn inmiddels in bedrijf.. De overige zijn in er aanbouw. Met 12 serieuze initiatieven zijn contacten.
Aan 30 Kulturhusen subsidie verlenen. Uiterlijk in 2008
We hebben diverse symposia e.d. georganiseerd, bijvoorbeeld een Esmeij- GROEN er excursie over Kulturhusen (september 2009) o.a. gemeenten en initiatiefnemers, het jaarlijkse symposium van het programma Thuisgeven in december 2008 (volgende februari 2010) De leergang voor Kulturhusmanagers - georganiseerd door Spectrum - is gestart. In een Wmo-conferentie medio oktober 2009 zijn (gemeentelijke) ervaringen met de Wmo en best practices aan de orde geweest. In november een conferentie over deregulering van vrijwilligerswerk (pilot N-Veluwe). Verder bijv. ook bibliotheekwerk op maat voor kleine kernen (digitale bibliothecaris en media-mover).
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
De regeling ‘Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie’ is in Esmeij- GROEN 2008 vastgesteld en is in uitvoering. er Voor het onderdeel ‘sociale cohesie’ is een voorstel ontwikkeld en in september door uw Statenvastgesteld. De uitvoering als subsidieregeling is inmiddels ter hand genomen
2008 e.v.
Realisatie- termijn
Bestaande subsidieregeling “Vitaal begin 2008 Gelderland“ aanpassen (Kulturhusen, dorpshuizen en voorzieningen in één paragraaf).
Goede voorbeelden breed bekend maken
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Leefbaarheid platte- Gemeenten helpen met bestaande en 2008 e.v. land en sociale cohesie nieuwe voorzieningen
► Dorps- en wijkvoorzieningen
Onderwerp
- 43 -
► Sport
► Dak- en thuislozen
Onderwerp
Per 1-1-2008
In 2008
In afspraken Kwalitatief Woonprogramma problematiek bijzondere doelgroepen meenemen.
Bevordering breedtesport regelen via regiocontracten voor bijzondere doel-
2008 e.v.
Kennisuitwisseling organiseren
2008 e.v.
2008 e.v.
In 5 gemeenten projecten op snijvlak vrijwilligerswerk en arbeidstoeleiding
Met acht grote steden afspraken maken over de ketenverbetering
Per 1-1-2008
Realisatie- termijn
Nieuwe initiatieven en methodieken stimuleren, bijvoorbeeld proefprojecten. Afspraken via regiocontracten.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat GS-lid
Op schema?
Het regionale pilotproject ‘Sport, gezondheid en bewegen’ (B-Fit) in De Vallei is volop in uitvoering, evenals de pilotprojecten ‘Breedte-
Esmeij- GROEN er
In de voorbereiding op het Kwalitatief Woonprogramma III hebben in Esmeij- GROEN de regio’s gesprekken plaatsgevonden. Eind 2009 vindt de bestuur- er lijke goedkeuring plaats van het KWP III. In dit KWP is geïnventariseerd welke regio’s afspraken hebben gemaakt over het huisvesten van dak- en thuislozen en hoe deze functioneren.
In het bezwaar naar de Tweede Kamer rond de verdeelsleutel maat- Esmeij- GROEN schappelijke opvang is, op verzoek van de centrumgemeenten, door er de provincie Gelderland het voortouw genomen. Dit heeft in de besluitvorming geleid tot een aandachtspunt voor de gevolgen in de Gelderse steden. Privacy blijft een actueel onderwerp rond het gegevens uitwisselen in casus overleggen. Er zijn 16 bijeenkomsten geweest waarin ongeveer 480 professionals zijn geschoold in ‘het nieuwe denken’ rond privacy.
In de OGGz-monitor vindt de registratie plaats van de cliënten en de Esmeij- GROEN zorg/welzijn die gegeven wordt in de keten. De OGGz monitor is er technisch zover ontwikkeld dat verdere uitrol en vullen van het systeem kan plaatsvinden. De uitrol van de OGGz monitor wordt door de 8 GSO steden in een verschillend tempo opgepakt. Wij stimuleren een snelle verdere uitrol van de OGGz monitor. Binnen het bestuurlijk overleg is de aanpak door de gemeenten van de maatschappelijk opvang als keten een punt van aandacht. Zo wordt de uitvoering van de Stedelijk Kompassen gevolgd. In de zogenaamde ‘ketengarages’ is op o.a. het gebied van maatschappelijke opvang de werkwijze bekeken. Begin 2010 zullen er nog enkele ketengarages volgen.
De projecten zijn belegd in de KSB- en GSO-contracten met geEsmeij- GROEN meenten en in uitvoering. Thans wordt door de Stuurgroep Sterk in er Vrijwilligerswerk de stand van zaken nader geïnventariseerd met het oog op ondersteuning. Eén project is in uitvoering, andere zijn in voorbereiding.
Esmeij- GROEN. De drie regionale pilotprojecten in de regio Noord-Veluwe (‘Maatschappelijke stages’ en ‘Terugdringen hinderlijke wet- en regelgeving er voor vrijwilligersorganisaties’) en in de regio Achterhoek (‘Vermindering taakbelasting vrijwilligers Achterhoek’) zijn in uitvoering. De projecten worden gevolgd op voortgang en resultaten. In november is een landelijke conferentie georganiseerd in Harderwijk waarin deregulering ten behoeve van vrijwilligers centraal stond. De regio Noord-Veluwe, mede-organisator van de conferentie, is één van de landelijke pionier projecten van het min. van BZK.
plan van aanpak interculturalisatie; dit zal zich vooral in de stadswijken afspelen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 44 -
► Thuisgeven in Gelderland (voorheen Ontgroening en vergrijzing)
Het Kennisplein Thuisgeven bundelt de provinciale kennisproducten Esmeij- GROEN en –activiteiten op het terrein van wonen-welzijn-zorg. Het voorziet in er een informatiebehoefte bij gemeenten, woningcorporaties, zorg- en welzijnsaanbieders en (belangenbehartigers van) bewoners/cliënten. De website als onderdeel van het kennisplein is vernieuwd. De 0meting laat zien dat er in de periode 2/12/2008 tot 28/02/2009 1123 bezoekers zijn geweest. Voor de periode 28/02/2009 tot 30/05/2009 zijn dat er 1992. De bezoekersaantallen vertonen een flinke stijging.
Ervaringen actief verspreiden via het Kennisplein Thuisgeven
2009 e.v.
In april is de beleidsregel Thuisgeven in Gelderland door GS vastge- Esmeij- GROEN steld. Voor de tender in juni zijn 74 aanvragen ingediend. In septem- er ber hebben wij besloten 36 aanvragen te honoreren. Voor de tender van 1 oktober zijn 27 aanvragen ingediend. De gehonoreerde projecten zijn van goede kwaliteit en dragen in belangrijke mate bij aan de programmadoelstellingen. We liggen goed op schema voor wat betreft de programmadoelstellingen voor 2012.
Programma Thuisgeven in Gelderland 2009
In het najaar is intensief overleg gevoerd met m.n. gemeente Arnhem Esmeij- ORANJE en met het Rijk om de definitieve financiële bijdragen van alle partijen er duidelijk te krijgen. Gemeente, NOC*NSF en provincie hebben VWS een gezamenlijke brief gestuurd waarin werd gepleit voor duidelijkheid t.a.v. de bijdrage van VWS. Dat is tot op heden niet gelukt. In het vervolg hierop zal eind van het jaar bestuurlijk overleg hierover plaatsvinden met staatssecretaris Bussemaker en de betrokken partijen.
Het regionale pilotproject ‘Sport voor mensen met een beperking’ in Esmeij- GROEN regio Rivierenland is gestart. Het plan van aanpak is vastgesteld, een er projectleider is aangetrokken en het plan is in het najaar verder ontwikkeld zodat het in 2010 in de uitvoering kan. Daarbij zal afstemming met de regio Nijmegen plaatsvinden, aangezien daar een soortgelijk project door de regio opgepakt gaat worden.
Sportvraag en -aanbod voor mensen 2008 e.v. met een beperking regionaal bekijken en mogelijkheden bieden.
2009 en 2010
De landelijke vereniging van Stichtingen Leergeld geeft aan geen Esmeij- ORANJE dekkend netwerk in Gelderland te kunnen realiseren en de opdracht er terug te geven. De eindrekening zal worden opgemaakt en resterende middelen teruggestort. De GSF stimuleert gemeenten via het andere spoor van de Jeugdsportfondsen om toch mogelijkheden te creëren voor gezinnen met een smalle beurs en/of maatschappelijke achterstand om deze gezinnen deel te kunnen laten nemen aan sport- en beweegactiviteiten.
Op schema?
2008 e.v.
GS-lid
Onderzoek aansluiting bij landelijke Jeugdsportfonds dan wel stichting Leergeld Nederland.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 sport’, ‘Gezonde leefstijl en overgewicht’, en ‘Bewegingsonderwijs’ in de regio Rivierenland. Ten behoeve van de pilot ‘Gezonde leefstijl in de regio NoordVeluwe’ heeft in het najaar in de regio een startbijeenkomst plaatsgevonden waaraan 15 scholen in zes gemeenten hebben deelgenomen. De GSF is bij alle projecten betrokken.
Realisatie- termijn
groepen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- Utramoderne sporthal Papendal sie: Sport
Onderwerp
- 45 -
► Ambulances
► Palliatieve zorg
Onderwerp
Deze bestuursperiode
Realisatie- termijn
GS-lid
Op schema?
In de regio’s Arnhem en De Liemers zijn in 2009 nieuwe hospiceEsmeij- GROEN voorzieningen tot stand gekomen, waarmee de dekking verbeterd is. er In de regio’s Oost-Achterhoek en Gelderse Vallei wordt begin 2010 het aantal hospiceplaatsen uitgebreid. Een verdere uitbreiding in de Oost-Achterhoek blijft wenselijk. Twee zorgaanbieders verkennen op dit moment de mogelijkheden om een hospicevoorziening te starten in deze regio. Met de initiatiefnemers wordt contact onderhouden.
De zomermaanden laten een daling van het aantal bezoekers zien. In de periode 1/06/09 tot 31/08/09 zijn er 890 bezoekers, maar in de periode 1/09/09 tot 15/11/09 neemt het aantal toe tot 2091. Dit is inclusief de lancering van het nieuwe onderdeel ‘www.woonservicegebied.nl’.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
2008
Esmeij- GROEN er
Kwaliteitsverbetering maakt onderdeel uit van het provinciale verbe- Esmeij- GROEN terplan Pilot Prestatieverbetering Ambulancezorg Gelderland. Medio er 2008 zijn de ambulanceregio’s gestart met uitvoering van verbeterplannen. Middels een monitorings- en evaluatieonderzoek worden de resultaten van de plannen gevolgd. Sinds de invoering van een aantal door de provincie gefinancierde maatregelen (zoals de inzet van extra ambulances en verbetering van processen op de meldkamer) is een prestatieverbetering opgetreden. In het 4e kwartaal van 2009 werden 92%, 95% en 90% van de ritten, in respectievelijk de regio’s Gelderland-Zuid, -Midden en Noordoost, binnen de streef-
Dit jaar zijn door het Rijk extra middelen ter beschikking gesteld voor Esmeij- GROEN de ambulancezorg. Met de extra middelen werken de RAV-en (regi- er onale ambulancevoorzieningen) nu aan uitbreiding van hun capaciteit. Wij zijn ingesprek met de RAV-en over het eventueel aanpassen van standplaatsen waarmee een betere spreiding en daarmee betere prestaties gerealiseerd kunnen worden. Als dit proces is uitgekristalliseerd zullen wij de procedure voor het aanpassen van het Spreidingsplan starten. Dit zal naar verwachting in het voorjaar gebeuren.
Deze bestuurs-periode Wij willen versterking van de hospice-infrastructuur realiseren middels versterking van de deskundigheid van personeel en vrijwilligers die in deze voorzieningen werkzaam zijn. Middels provinciale subsidiemiddelen heeft deskundigheidsbevordering/scholing van hospicemedewerkers plaats gevonden.
Via monitoring sturen op kwaliteitsver- Jaarlijks betering.
Adequaat spreidingsplan standplaatsen Gelderland vaststellen.
Versterking infrastructuur hospicevoorzieningen
Platform Palliatieve Terminale Zorg Deze bestuursperiode Het Platform Palliatieve zorg Gelderland heeft haar jaarplan uitgeEsmeij- GROEN Gelderland aan laten sluiten bij specivoerd, waarbij rekening is gehouden met regionale behoeften en het er fieke regionale behoeften en rijksinitiarijksbeleid. tieven.
Vernieuwing en verbetering palliatieve Deze bestuursperiode In verschillende regio’s van Gelderland zijn diverse projecten gestart Esmeij- GROEN zorg. gericht op een verdere vernieuwing en verbetering van de palliatieve er zorg. Hiermee zijn regionale knelpunten opgelost en vernieuwingen gerealiseerd. In december is in het HdP een conferentie georganiseerd waarmee bijgedragen is aan kennisverspreiding.
Bijdragen aan een dekkend netwerk van palliatieve zorg.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 46 -
► Preventie
3. Jeugd en Gezin
Onderwerp norm van 15 minuten uitgevoerd.
Zorgaanbieders en Bureaus JeugdRealisatie 2008-2011 zorg Gelderland opdragen goede zorg te bieden voor jongeren van allochtone
Aandacht voor diversiteitbeleid en intersectoraal aanbod (o.a. voor lichtverstandelijke handicap) maakt met ingang van 2009 onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering van instellingen voor jeugdzorg.
Esmeijer
Gerealiseerd voor de periode 2009-2012 met de vaststelling van EsmeijBeleidskader Sociaal (Voorzet twee) en Beleidskader Jeugd (Wie de er jeugd heeft).
Resultaten project Maatschappelijke stages betrekken bij verdere vormgeving van ons nieuwe beleid voor de periode 2009-2011
Eind 2008
Uitwerking verloopt grotendeels via RSP en krijgt regionaal en stede- Esmeijlijk invulling. Het thema jeugd en veiligheid is en blijft een belangrijke er prioriteit. Dit vraagstuk maakt met ingang van 2009 onderdeel uit van de agenda van de Gelderse Regiekamer Jeugd.
Voorkomen crimineel gedrag: Model Per 1-1-2008 ontwikkelen; Hulpaanbod ontwikkelen. Deels via stads- of regiocontracten.
Esmeijer
Gerealiseerd. Plan is in 2008 opgesteld. In 2009 is voortgang gemo- Esmeijnitord en zijn middels kennisbijeenkomsten ervaringen uitgewisseld. er In de Beleidsrekening 2009 is een uitvoeriger beschrijving opgenomen van de resultaten voortijdig schoolverlaten tot 2010. Inzet via RSPis gerealiseerd. Permanent punt op agenda bij alle overleggen met partijen die actief zijn op het raakvlak onderwijs en arbeidsmarkt. Agendering in Platforms Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA) is gerealiseerd en heeft in geheel 2009 vervolg gekregen. In het kader van recessie is het aandachtsgebied jeugdwerkloosheid van extra groot belang
In 2008
Met beroepsopleidingen, bedrijfsleven Per 1-1-2008 en maatschappelijke instellingen nagaan hoe de kans op een baan vergroot kan worden. Ondersteunen via regionale contracten.
In overleg met de regio’s en de zes Gelderse ROC’s een "aanvalsplan op de uitval" opzetten.
Terugdringen van voortijdig schoolverlaten en aansluiting bij Centra Esmeijvoor Jeugd en Gezin is blijvend punt van overleg met gemeenten er en/of regio’s en andere betrokken partijen. Strategische positionering problematiek schooluitval is o.a. opgenomen in Statennotitie over aansluiting Centrum voor Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg. In de 2e helft van 2009 is deze aanpak samen met betrokken partijen concreet uitgevoerd.
Voor aanpak schooluitval gemeenten stimuleren centra in te richten.
Realisatie 2008-2011
Op schema?
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
De inzet van motorambulances is een onderdeel van de Pilot Presta- Esmeij- GROEN er tieverbetering Ambulancezorg Gelderland. Mede door de inzet van deze “Rapid Responders” zijn verbeteringen gerealiseerd in de prestaties. Zoals hierboven aangegeven wordt gewerkt aan een verdere prestatieverbetering en wordt dit proces middels een monitorings- en evaluatieonderzoek gevolgd.
GS-lid
De werkingsduur van de convenanten over de aansluiting preventief EsmeijJeugdbeleid / jeugdzorg is medio 2009 verlopen. In de loop van er 2009 is met alle gemeenten een nieuw convenant voor de periode 2009-2012 overeengekomen
In 2008
Motorambulances evalueren
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Ondersteunen gemeenten bij verster- Per 1-1-2008 ken preventieve voorzieningen en verbeteren aansluiting preventieve voorzieningen en jeugdzorg. Uitvoering van de convenanten Jeugd ondersteunen via de regio- en stadscontracten.
Realisatie- termijn
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 47 -
► Jeugdzorg
Onderwerp
2008-2011
Administratieve lastendruk: Aanbeve- In 2008 lingen Jeugdzorgbrigade implementeren; werkprocessen en administratieve
Het bestrijden van de wachtlijsten regelen via ontwerpuitvoeringsprogramma jeugdzorg
Aandacht voor diversiteitbeleid en intersectoraal aanbod (o.a. voor lichtverstandelijke handicap) maakt met ingang van 2009 onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering van instellingen voor jeugdzorg.
Esmeijer
GROEN
Permanent punt van inzet. In 2009 zijn de extra eenmalige middelen Esmeij- GROEN voor jeugdzorg besteed aan het realiseren van de met het Rijk afge- er sproken prestatie per 1-1-2010. Belangrijkste opgave was tot en met 31-12-2009 minimaal 26.537 gebruikers in zorg te hebben genomen vanaf 1-1-2008. Het met het Rijk afgesproken aantal gebruikers is met 27.141 gerealiseerd. Wij hebben in februari 2009 ingestemd met een verdeelvoorstel van een deel van deze middelen voor de Gelderse jeugdzorgaanbieders. De met het Rijk overeengekomen prestatie m.b.t. gebruikers van verschillend zorgaanbod is per 1-1-2010 gerealiseerd. Helaas is door de extra groei (38% i.p.v. 24%) de wachtlijst weliswaar teruggebracht met 75% t.o.v. 1-1-2008, maar helaas nog niet geheel weg. De nettowachtlijst per 1-1-2010 staat op 141. Wij hebben in het Ontwerp-Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 onze ambitie de wachtijst weg te werken vastgesteld onder de voorwaarde dat het Rijk voldoende middelen beschikbaar zou stellen voor jeugdzorg in 2010. Omdat het Rijk deze verantwoordelijkheid niet heeft waargemaakt hebben Provinciale Staten op 11 november 7 miljoen extra beschikbaar gesteld voor jeugdzorg in 2010. In het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 is deze aanvulling verwerkt. Wij hebben het programma voor 2010 op 24 november vastgesteld.
GROEN
EsmeijDe succesvolle Gelderse aanpak Kindermishandeling over samenwerking met de GGZ-volwassenen heeft in 2009 een vervolg gekre- er gen. Nieuw is de gezamenlijke inzet van de provincie en Bureau Jeugdzorg met de Gelderse ziekenhuizen. Daarbij gaat het om verbeterde samenwerking op vlak van het signaleren en (terug)melden. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau zijn voor de zomer overleggen gevoerd. E.e.a. is een uitwerking van het actieverklaring over Kindermishandeling zoals afgesproken met het Rijk, andere provincies en centrumgemeenten (RAAK). In november 2009 is er een overleg geweest met wethouders van alle betrokken Raak(centrum)gemeenten over stand van zaken en aanpak voor 2010.
Aanpak kindermishandeling en huise- Begin 2008 gereed. lijk geweld ontwikkelen (door ondersteuningsinstellingen).
GROEN
Op schema?
EsmeijVoor de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin zijn sinds er 2008 diverse organisatieformats beschikbaar. Deze zijn kort beschreven in de Statennotitie over afstemming van Centra voor Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg die op 14 juli 2009 door ons is vastgesteld. Daar waar in RSP afgesproken en daar waar wenselijk en nodig levert de provincie ondersteuning.
In 2008
GS-lid
Actief participeren in de conceptontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 In de jaargesprekcyclus met instellingen wordt hier aandacht aan besteed. In de Beleidsrekening 2009 is een uitvoeriger beschrijving opgenomen van de resultaten diversiteitsbeleid tot 2010.
Realisatie- termijn
afkomst en jongeren met een lichtverstandelijke handicap.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 48 -
Integraal Programma Klimaat maken Begin 2008 met de meest kansrijke energietransitie thema’s
2007
2008
GROEN
Van der GROEN Kolk
Esmeijer
In september 2008 is het Gelders Klimaatprogramma vastgesteld Van der GROEN door uw Staten. In het programma zijn de ambities en doelstellingen Kolk vastgelegd. Het programma bestaat uit de thema’s duurzame energie, bedrijven, gebouwde omgeving, Biobased Economy, natuur, water, mobiliteit, communicatie, instrumentontwikkeling en generieke fondsen. De doelstellingen van het programma zijn vertaald in de programmalijn Duurzame Energie, die samen met de provincie Overijssel is vastgesteld. Door het actieplan recessie wordt versnelling
De Contourennota is gereed en vormde de basis voor het Gelders klimaatprogramma.
Is gerealiseerd. In het Beleidskader Jeugd 2009-2012 is het onderwerp nazorg opgenomen en in het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 verder uitgewerkt. Tevens zijn de belangrijkste te monitoren punten voor nazorg in 2009 opgenomen in de Statennotitie Monitoring beleidskaders Jeugd, Sociaal en Cultuur 2009-2012
GROEN
EsmeijDe succesvolle Gelderse aanpak Kindermishandeling over samenwerking met de GGZ-volwassenen heeft in 2009 een vervolg gekre- er gen. Nieuw is de gezamenlijke inzet van de provincie en Bureau Jeugdzorg met de Gelderse ziekenhuizen. Daarbij gaat het om verbeterde samenwerking op vlak van het signaleren en (terug)melden. Op ambtelijk en bestuurlijk niveau zijn voor de zomer overleggen gevoerd. E.e.a. is een uitwerking van het actieverklaring over Kindermishandeling zoals afgesproken met het Rijk, andere provincies en centrumgemeenten (RAAK). In november 2009 is er een overleg geweest met wethouders van alle betrokken Raak(centrum)gemeenten over stand van zaken en aanpak voor 2010.
Meer intersectoraal aanbod ontwikke- In 2008/2009 len op het snijvlak van jeugdzorg en gesloten plaatsing, geestelijke gezondheidszorg en zorg voor verstandelijk gehandicapte jongeren
Een voorstel
GROEN
Op schema?
Voor de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin zijn sinds Esmeij2008 diverse organisatieformats beschikbaar. Deze zijn kort beer schreven in de Statennotitie over afstemming van Centra voor Jeugd en Gezin en Bureau Jeugdzorg die op 14 juli 2009 door ons is vastgesteld. Daar waar in RSP afgesproken en daar waar wenselijk en nodig levert de provincie ondersteuning.
GS-lid
Bureaus Jeugdzorg en Gelderse In 2008 Jeugdzorginstellingen alle HKZ gecertificeerd. Onderzoeken vereenvoudigen beleidsinformatie, financieeladministratieve verkeer en planning en controlcyclus tussen provincie en zorgaanbieders
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 In de jaargesprekcyclus met instellingen wordt hier aandacht aan besteed. In de Beleidsrekening 2009 is een uitvoeriger beschrijving opgenomen van de resultaten diversiteitsbeleid tot 2010.
Realisatie- termijn
lasten toegang tot BJz en AMK vereenvoudigen (Doorbraakmethode); Werkwijze Deltaplan Gezinsvoogdij invoeren; stimuleren afspraken over eenduidige vastlegging van cliëntgegevens
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Klimaat en duurzame Contourennota Integrale Programma energie Klimaat met voorstel eerste tranche besteding middelen.
4. Klimaat en milieu
Pijler III Duurzame leefomgeving
► Nazorg
Onderwerp
- 49 -
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
2007
2008-2011
"Atlas van de toekomst (2020, 2050)" ontwerpen
Communicatietraject adaptatie opzetten
Van der GROEN Kolk
Voor het gehele Klimaatprogramma is een communicatiestrategie Van der GROEN ontwikkeld. Deze wordt volop uitgevoerd. De jaarlijkse energieprijs Kolk en de klimaatparels zijn daar zichtbare voorbeelden van. De energieprijs en de klimaatparelactie zijn beiden voor de tweede keer gehouden. Aan de Energieprijs deden 12 deelnemers mee. De prijs ging naar een combinatie van gemeenten die allen een soortgelijk project, gericht op bewustwording en energiebesparing bij de eigen inwoners hadden gerealiseerd. De klimaatparelactie was in 2009 gericht op groepen inwoners die plannen voor klimaatadaptatie in konden dienen. 61 plannen werden ingediend. Na een toetsing aan de criteria bleek het overgrote deel van de plannen naar de tweede ronde te kunnen. 200.000 stemmen werden er uitgebracht op de speciale website waarop ook veel informatie over klimaatadapta-
De klimaatatlas is gereed en er is een database, waarin de meest recente gegevens vover klimaatverandering zijn en worden opgenomen. Over de klimaatatlas is een interne workshop gehouden voor potentiële gebruikers. Bovendien is er een presentatie voor Statenleden verzorgd.
Van der ORANJE Kolk
We ondersteunen de stichting KIEMT in de oprichting van het Gelders Transitie Centrum (=GTC). In november hebben uw Staten positief besloten over de subsidieaanvraag. We werken samen met de WUR aan concrete projecten op het terrein van BiobasedEconomy, bijvoorbeeld over algen, gras, kroos, enz. We zien vooralsnog af van het oprichten van Communities of Practice, omdat we voorrang geven aan het realiseren van concrete projecten.
2008-2011
Innovatie via coalitievorming en praktijkexperimenten
De coördinatie op de realisatie van koelteparken is inmiddels opge- Van der ORANJE pakt door de gemeente Berkelland. Criteria zijn opgesteld en er zijn Kolk intussen meer initiatieven opgepakt. De biomassa-initiatieven komen moeizaam tot uitvoer Wel heeft eind 2009 regio Noord Veluwe een samenwerkingsovereenkomst op het vlak van kenniscirculatie getekend. Hiermee worden de eerste concrete stappen gezet.
gebracht in de uitvoering van projecten gericht op zonne-energie, klimaat en energie op scholen, cool nature en de energiebesparende verlichting langs provinciale wegen. De beleidsregel voor klimaatsubsidies is aangepast ten behoeve van deze accenten in het actieplan recessie.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Kennisuitwisseling tussen de partners van Woonpark Gelderland is Van der GROEN opgepakt met een tweetal bijeenkomsten. Samenwerking met het Kolk landelijke Platform Energietransitie in de Gebouwde Omgeving (PEGO) aangegaan, met name op het gebied van betaalbaarheid en financiering van zuinige woningen.
Per 1 januari 2008
Realisatie- termijn
Onderzoek versnelling toepassing van In 2007 energiezuinige bouwconcepten.
Via regiocontracten concrete afspraken voor het bevorderen van een duurzame energiehuishouding, zoals windenergie en biomassa, en over (planologische) medewerking van provincie, regio’s en gemeenten.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 50 -
Onderwerp
In de planvorming van zowel de regioverkenningen, GMP4, beleids- Van der GROEN kader ISV3 als de structuurvisie bedrijventerreinen zijn de doelstel- Kolk lingen van het Gelders klimaatprogramma meegenomen in de afwegingen bij beleids/visievorming. Bij de concessieverleningen zijn in de strategische uitgangspunten CO2 doelstellingen opgenomen. Inbreng is geleverd bij het maken van het nieuwe vervoersbeleid (medewerkers en bezoekers) van de provincie, gericht op het terugdringen van het autogebruik. Tevens is inbreng geleverd bij het globaal programma van eisen voor de nieuwbouw.
Ruimtelijk instrumentarium inzetten om Vanaf medio 2008 met Pilots met scans en ontwerphulpen zijn op verschillende schaalniVan der GROEN gevolgen klimaatverandering in te nieuwe Wro veaus ontwikkeld en ingezet. In december is hierover voor potentiële Kolk passen. gebruikers een workshop georganiseerd en zijn Statenleden geïnformeerd.
2008 e.v.
Eigen taken, plannen en projecten doorlichten op klimaatbestendigheid.
Op schema?
Samen met een consortium van kennisinstituten hebben wij gewerkt Van der GROEN aan een klimaateffectschetsboek en – atlas. In het kader van het Kolk kennisprogramma Kennis voor Klimaat heeft Gelderland een projectvoorstel ingediend over klimaatadaptatie bij Baakse Beek en Blauwe Bron. Binnen dat project werken we samen met kennisinstellingen, Vitens en twee waterschappen. Het project is inmiddels gehonoreerd.
GS-lid
Intensiveren relaties met onderzoeks- 2008-2011 instituten, maatschappelijke partijen en andere overheden.
tie te lezen was. De prijzen vielen op vier plannen. Twee voor de scouting, een school en een survivalgroep. Naast website en tv programma hebben vooral de groepen zelf bijgedragen aan meer aandacht voor klimaatadaptatie door de stemactie. Andere onderdelen van de communicatie zijn vooral gericht op verwoording (mediagevoelig onderwerp) en bijdragen aan acceptatie en realisatie van klimaatmaatregelen zoals windenergie, biomassa en het verkrijgen van meer draagvlak voor de klimaataanpak en bewustwording van de nut en noodzaak.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
De uitvoering van één beekherstelproject (Veldbeek) is gestart. Rond Van der GROEN de Baakse Beek doet zich een kans voor om, onder andere met de Kolk beekherstelgelden, extra waterbuffering en natuur te realiseren. Daarvoor is een businesscase uitgewerkt. Projecten op het gebied van natuur en water (Klimaatcorridor Veluwe-Reichswald, Klimaatbestendige IJssel) zijn in de startfase, conform planning. Het project CATCH is ingediend voor Europese subsidie. In Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn zijn projecten in uitvoering om de klimaatbestendigheid van de stad te verbeteren. In samenwerking met Wageningen UR is een hittescan uitgevoerd tijdens de recente hittegolf. Daarmee is beter in beeld waar de grootste hitteproblemen te verwachten zijn en kan een gerichte aanpak worden ontwikkeld. Nieuwe projecten worden voorbereid. De uitrol van het Cool Nature concept loopt volgens plan.
Realisatie- termijn
Projecten voor aanpassingen initiëren 2008-2011 en ondersteunen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 51 -
Onderwerp
2008 e.v.
in 2008 en 2010
2008 e.v.
Gelderse energieprijs
25% energiebesparing realiseren bij openbare verlichting en verkeersregelinstallaties.
2008 e.v.
Aanjaagteam biomassa-initiatieven, doorlooptijd verkorten en ruimtelijke inpassing.
Intensiveren toepassing koude/warmte-opslag in de utiliteitsbouw en sport en recreatie.
Per 1-1-2008
Realisatie- termijn
Afspraken met regio’s en gemeenten voor planologisch regelen 100 megawatt windenergie in 2010.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Op schema?
Van der GROEN Kolk
GS-lid
In de Tussenbalans op het Coalitieakkoord / uitvoeringsagenda Van der GROEN 2007-2011 is deze ambitie geactualiseerd: het gaat nu om het stre- Kolk ven naar de landelijk geformuleerde doelstelling van 15% energiereductie in 2011 respectievelijk 30% energiereductie in 2020. Voor de besparing van 15% in 2011 is een plan van aanpak opgesteld. De uitvoering hiervan ligt op schema. Er is een project gestart om ook de Gelderse gemeenten te stimuleren hun openbare verlichtingsbeleid bij te stellen naar minder en zuiniger verlichten.
Op woensdag 18 november is de Gelderse energieprijs 2009 tijdens Van der GROEN een feestelijke bijeenkomst in het HdP door ged. Van der Kolk uitge- Kolk reikt aan de gemeenten Overbetuwe, Lochem en Duiven voor het project Energieservice aan huis. Zie ook http://www.gelderland.nl/eCache/DEF/9/972.html
Er is veel vraag naar de energieconsulent. Het advies leidt in veel Van der GROEN Kolk gevallen tot een investering. Er zitten veel subsidieaanvragen van met name scholen en sportinstellingen in de pijplijn. KWO is inderdaad een veel toegepaste optie. Er komen onder andere door interne afstemming met WSC ook steeds meer aanvragen van zorginstellingen en bv kulturhusen.
Er zijn veel biomassa-initiatieven in voorbereiding maar er worden Van der ORANJE nagenoeg geen projecten gerealiseerd. Oorzaken liggen op het vlak Kolk van ruimtelijke ordening (locatiekeuze), financiering en afzet ‘nevenproducten’. Intern vindt goede afstemming plaats om het RO-spoor op te lossen. Andere oorzaken hebben wij weinig invloed op. We zijn van plan in 2010 meer te gaan inzetten op de mogelijkheden van biogas uit mest en houtproductie. Zie Statennotitie Belemmeringen en oplossingsrichtingen voor de ontwikkeling van bio-energie in Gelderland.
Doelstelling 140 MW 2015 De screening naar de zoekzones is uitgevoerd, waarbij ook de 3 verzoeken voor inpassingsplannen zijn meegenomen. Op basis hiervan hebben wij voorgenomen te voldoen aan het verzoek om een inpassingsplan voor te bereiden voor een locatie in Zevenaar op de grens met Montferland. De statennotitie windenergie, waarin dit wordt aangegeven, zal in januari met de commissie worden besproken. Samen met de pijplijnprojecten en 2 initiatieven in Neerijnen en Berkelland- Oost-Gelre wordt daarmee naar verwachting ook de doelstelling van 140 MW in 2015 gehaald.
Doelstelling 100 MW 2010 De pijplijnprojecten zijn onderzocht om te zien of ze stand zullen houden bij eventuele juridische procedures. Op basis hiervan concluderen wij dat eind 2010 100 MW in vastgestelde plannen ligt.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 52 -
2008 e.v.
Duurzaam inkopen en aanbesteden
► Aanpak luchtkwaliteit Onderhandelen met VROM over financiering NSL-Gelderland, ca. 65 projecten. Deze projecten verder uitwerken.
• •
•
2007/08
2009 en 2010 Aanpassen subsidieregeling Klimaat voor klimaatsubsidies op scholen, biomassa, algenpilot, zonne-energie en waterkrachtcentrale. Klimaatvriendelijk maken woningenbestand w.o. particuliere woningen Realisatie Mobile Smart Grid Cool Nature en Koelteparken
In 2009
Realisatie- termijn
Eigen gebruik voor 80% groene stroom.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- • sie: Klimaat
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
De projecten liggen grotendeels op schema. Van der De uitvoering van het Regionaal Samenwerkingsprogramma Lucht, Kolk waarin wij samen met onze partners werken aan knelpunten in Gelderland, verloopt goed. De realisatie van meer aardgas tankstations verloopt trager dan we hadden gehoopt. Desondanks zijn er zes nieuwe aardgastankstations bijgekomen. Ter stimulering van het transitieproces naar alternatieve brandstoffen en stations en vanwege de enthousiaste reacties van onze externe partners hebben wij besloten om onze fuelswitchcampagne te verlengen. Verder koppelen wij omwille van efficiency de luchtmaatregelen langs wegen aan ons reguliere onderhoudsprogramma. Dat brengt met zich mee dat de besteding van een deel van de middelen in 2010 zal gaan plaatsvinden. In de sector landbouw lopen wij bij het afronden van het Plan van Aanpak aan tegen het nog ontbreken van een aantal randvoorwaarden. Zo is er vertraging opgetreden in het door VROM vaststellen van emissie-eisen. Daardoor hebben wij de subsidieverlening voor luchtmaatregelen bij landbouwbedrijven, die net onder de wettelijke
De subsidieregeling is aangepast. In 2009 heeft de focus vooral op V.d. zonne-energie, energie en klimaat op scholen, Cool Nature en ener- Kolk giebesparing langs provinciale wegen gelegen. Het subsidieplafond voor zon is in 2009 bereikt. Dit geldt ook voor klimaat op scholen. In totaal is 30% van de klimaatrecessiegelden besteed in 2009. Begin 2010 zijn enkele grote projecten beschikt, waaronder zonne-energie Bergerden.
ORANJE in de landbouw is vertraging opgetreden in de uitvoering van luchtwassers; emissie-eisen VROM zijn nog niet vastgesteld.
GROEN
In 2009 is verder gewerkt aan de borging van duurzaam inkopen met Van der GROEN name door het geven van voorlichtingsbijeenkomsten en het conse- Kolk quent toepassen van de vastgestelde duurzaamheidscriteria bij Europese aanbestedingen voor leveringen en diensten. Hoewel in 2009 geen landelijke Monitor Duurzaam Inkopen is gehouden, verwachten wij op grond van de goede score van 2008 (62,5 duurzaam inkopen) en het feit dat de werkwijze uit 2008 in 2009 en 2010 voortgezet wordt in 2010 een score van meer dan 50% duurzaam inkopen.
Van der GROEN De doelstelling van 80% groene stroom is - volgens de wettelijke Kolk definitie - bereikt middels een collectief contract in samenwerking met o.a. het ministerie van VROM. De verdeling is 80% wind / 10% biomassa / 10% kleinschalige waterkracht. In 2010 wordt 100% groene stroom gebruikt Inmiddels is de opdracht verleend en zijn de werkzaamheden gestart voor het aansluiten van het HdP op het Stadsverwarmingsnet.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 53 -
► Verbindingen
5. Cultuur en cultuurhistorie
2008-2012
Realisatie- termijn
Uitvoeren eerste jaar beleidskader Meer Verbindingen
Verdergaan met vergroten cultuurbereik en cultuurproductie. 2009-2012
2009
2009 en 2010
Met het Rijk (VROM) onderhandelen 2007 over rijksbijdrage, in 2008 starten met de uitvoering.
Voor ca. 120 km hotspots versneld plannen van aanpak ontwikkelen en uitvoeren, o.a. via grootonderhoudsprogramma provinciale wegen. Per jaar ongeveer 20 tot 30 km stil asfalt.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- Sanering terreinen gasfabrieken Aalsie: Gasfabrieksterrei- ten, Apeldoorn, Hattem, Nijkerk en nen Zutphen.
► Geluidsoverlast, hotspots
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
GROEN
In het eerste loopjaar van Meer Verbindingen is een groot aantal Esmeij- GROEN zaken in gang gezet. Wij noemen: er • bij Gelders Erfgoed is het Servicepunt Volkscultuur van start gegaan. Een dynamisch, praktijkgericht loket voor mensen en ideëen; • vanaf 2009 is Cultuurpact (= regionaal cultuurbeleid) provinciedekkend, met de start van twee nieuwe regio’s (resp. Rond Arnhem en Rond Nijmegen); • het project CU! Dance, waarin KCG, EduArt en GSF samenwerken (verbinding sport-cultuur), is in september 2009 op 2 scholen van start gegaan. Na drie jaar moeten 10 verschillende VMBO-scholen zijn begeleid bij het ontwikkelen van dansaanbod op school. Doel: leerlingen enthousiast maken voor dans en
De aanpak verloopt voorspoedig. V.d. De aanpak van de gasfabriek in Aalten en Apeldoorn is afgerond. In Kolk Nijkerk is de sanering in september 2009 feestelijk gestart. In Hattem en Zutphen lopen de voorbereidingen en worden de saneringen in 2010 gestart.
Tot nu toe heeft het lobbytraject in IPO-verband richting het Rijk niets Van der opgeleverd. Ook in 2009 en 2010 zijn er geen middelen in de VROM Kolk Onze lobby-activiteiten zijn stop gezet begroting opgenomen.
In 2009 is 19,2 km stil asfalt aangelegd. Van der GROEN In GMP3 is als doelstelling opgenomen: geen geluidgehinderden Kolk langs provinciale wegen. Een deel van de geluidknelpunten wordt aangepakt in het kader van het Actieplan Geluid. In eerste instantie gaat het om provinciale wegen waar meer dan 6 miljoen voertuigen per jaar rijden, dit betreft ca 120 kilometer. Eind 2009 is van deze 120 kilometer nog ca. 13 kilometer problematisch omdat daar woningen staan die te veel geluidbelasting ondervinden. Aan het eind van de collegeperiode zijn al deze wegvakken van stil asfalt voorzien. Andere provinciale wegen met geluidsknelpunten waar thans onderhoud plaatsvindt, worden nu ook al aangepakt voor zover het budget het toelaat. Een nieuw Actieplan Geluid dat in 2012 moet worden vastgesteld, zal een voorstel bevatten om de overige geluidknelpunten langs provinciale wegen weg te nemen.
fijn stof norm zitten nog niet kunnen starten. Wel zijn alle voorbereidende werkzaamheden gestart; zo is er een actueel bestand veehouderijen opgesteld.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 54 -
► Culturele infrastructuur
► Cultuurpact (Regionaal cultuurbeleid)
Onderwerp
2008
In 2008
Een plan van aanpak gebiedsgericht cultuurbeleid.
Verdeelplan voor culturele accommodaties en culturele manifestaties. Besteding motie 76 voor 2009-2012.
2009-2012
Realisatie- termijn
Overleggen met gemeenten die nu nog geen deel uitmaken van een gebiedsgerichte regio.
Prestatieafspraken met Omroep Gelderland over ondertiteling.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat gezonder bewegen; de voorbereidingen voor een Gelders festival Amateurkunst (najaar 2010) zijn in volle gang; het Productiefonds Oost Nederland (samen met Overijssel) is per oktober gestart met een tijdelijke regeling, Eind 2009/ begin 2010 wordt de definitieve opzet van het fonds aan uw Staten voorgelegd; het podiumplan Oost Nederland (ook met Overijssel) is van start gegaan; wij proberen beeldende kunst te koppelen aan andere taken van de provincie zoals dijk- en wegenbouw en natuurontwikkeling; in oktober heeft wederom de Gratis Museumdag plaatsgevonden; de voorbereidingen voor een festival Volkscultuur in de Achterhoek in 2010 zijn gestart; het ambitieuze project Bakens aan het Water is organisatorisch ondergebracht bij het bureau van Ruimte voor de Rivier. Kunst en waterstaatkunde lopen zo gelijk op. In de komende jaren zullen, in eerste instantie langs de Waal, kunstbakens het landschap verfraaien.
GS-lid
Op schema?
Uw Staten reserveerden € 8,2 miljoen (april 2008) voor 21 projecten Esmeij- ORANJE (incl. € 410.000 voor het provinciale festivalbeleid). Daarvan is ruim € er 1,6 miljoen als subsidie verleend. Circa € 6,6 miljoen ligt nog op de
Op basis van het overleg met de gemeenten is een plan van aanpak Esmeij- GROEN gemaakt. Het plan van aanpak is verwerkt in ‘Meer Verbindingen’ en er als zodanig vastgesteld. Dit voornemen is dus gerealiseerd (zie onderwerp hierboven).
Esmeij- GROEN Cultuurpact is nu provinciedekkend met 5 regio’s waaraan 48 gemeenten meedoen. Alleen de vier grote steden (programma is voor er hen niet bedoeld) en Voorst, Brummen en Doesburg (geen middelen beschikbaar) doen niet mee. In alle regio’s hebben de gemeenten een gezamenlijk uitvoeringsprogramma t/m 2012 vastgesteld. In overleg met culturele en toeristische instellingen bereidt KCG daarbij passende projecten voor. Die projecten gaan op in de culturele infrastructuur van de regio. Geen eendagsvliegen dus. De thematische lijnen per regionaal programma hebben veel gemeen: cultuur voor jongeren, cultuur en toerisme, cultuureducatie op scholen, welzijn en cultuur vormen de prioriteiten. Cultuurpact blijkt voor gemeenten en provincie ook een podium om cultuur in den brede aan de orde te stellen. Het provinciale beleid t.a.v. de vorming van regionale coördinatiepunten cultuureducatie of van servicepunten amateurkunst is daarvan een voorbeeld.
De ondertiteling is overeenkomstig de prestatieafspraken sinds 2008 Esmeij- GROEN operationeel op alle programma’s. er
•
•
•
•
•
•
•
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 55 -
► Functieverandering monumentale gebouwen
Onderwerp
2009
Realisatie- termijn
In /2009
Deze college-periode
Inventarisatie welke monumentale kerkgebouwen bedreigd worden.
Alternatief gebruik van leegkomende kerken.
Start festival Geloven in Gelderland en 2007 extra bijdrage van €1.5 miljoen voor het cultuurcluster Ulft (DRU-fabriek).
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Op schema?
Van der GROEN Kolk
Esmeij- GROEN er
GS-lid
Uit onze eerste inventarisatie naar het alternatief gebruik van kerkVan der GROEN gebouwen blijkt dat de kerkgemeenten het zwaartepunt blijven legKolk gen op het behouden van de religieuze functie. Dit is een belangrijk gegeven bij de verdere ontwikkeling van het uitvoeringsprogramma. Voor een goede planvorming in dezen is extra informatie nodig. Deze informatie wordt via het project REIP (=Religieus Erfgoed Inventarisatie Project) in opdracht van GS/PS in beeld gebracht. De resulta-
Een eerste inventarisatie heeft plaatsgevonden; naast de op basis daarvan al uitgevoerde 12 projecten zijn inmiddels de 9 projecten ook uitgevoerd.
Beide projecten zijn uitgevoerd.
plank voor zeven relatief dure projecten in planologisch kwetsbare gebieden (binnensteden, rijks-/ gemeentelijke monumenten). Voorwaarde: de projectrealisering moet uiterlijk in 2009 starten met als sanctie: de in uitzicht gestelde provinciale subsidie vervalt. Zes van de zeven projecten kunnen aan deze voorwaarde niet voldoen. Debet hieraan zijn vooral factoren die aanvragers èn provincie niet rechtstreeks kunnen beïnvloeden, zoals hoge bouwprijzen in 2008, recessie met failliete aannemers en projectontwikkelaar, wettelijke procedures, foutieve planologische randvoorwaarden met hogere financieringsbehoeften, te hoge grondprijzen en monumentenrestauratie. De nieuwbouw van het Regionaal Archief Achterhoek (€ 0,4 mln) ligt wel op koers: start bouw was herfst 2009. De gemeente Nijmegen heeft ons schriftelijk verzocht om de termijn voor de bouwstart van Doornroosje te verlengen tot medio 2011. De voorziene start van de nieuwbouw bij Regionaal Archief Rivierenland is 1e helft 2010, bij het Gelders Archief 2011, bij Omroep Gelderland 2e helft 2010, bij Oriëntalis in 2011. Uw Staten hebben ingestemd met ons voorstel om deze zes projecten tot uiterlijk 2011 de gelegenheid te geven zich voor te bereiden op de start van de bouw, omdat de redenen voor de vertragingen de initiatiefnemers niet aan zijn te rekenen, de projecten kwalitatief urgent zijn en de bouwbedrijven in deze economische situatie werk nodig hebben. Inmiddels zijn wij een versnellingsactie gestart om deze zes projecten samen met onze partners ook daadwerkelijk voor 2011 gerealiseerd te krijgen. Over de voortgang van deze versnellingsactie wordt u separaat geïnformeerd. Bij het Cultuurcluster Zaltbommel start in 2010 de bouw. Via motie-76 (bij PS2008-676) en het verdeelvoorstel in PS2009-72 hebben uw Staten eenmalig ruim € 1,5 miljoen verdeeld voor de culturele infrastructuur. Deze subsidies zijn alle verleend.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 56 -
Onderzoeken mogelijkheden voor behoud en toeristisch-recreatieve functie bruine vloot
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
2009 en 2010
in 2009
Realisatie- termijn
Het tekort aan betaalbare woningen verder inlopen. Van de nieuw te bouwen woningen 45% in betaalbare segment
2007 t/m 2010
► Woningbouw produc- Productie van nieuwe woningen moet 2007 t/m 2010 tie verder omhoog. Per jaar 9.000 woningen bouwen
6. Wonen en Ruimtelijke ordening
► Uit Actieplan Reces- Belvoirprogramma en religieus erfsie: Impuls Cultuurhisto- goed. rie
► Versterking mobiel erfgoed
Onderwerp
Op schema?
V.d. Kolk
In 2007 was 31% van de nieuwe woningen een betaalbare woning. Peters In 2008 is dit aantal opgelopen tot 40%. In de regio’s en gemeenten, die voor een stimuleringsbijdrage in aanmerking kwamen zijn in 2008 ruim 3500 betaalbare woningen gebouwd. Dat is ruim 94% van de
ORANJE
GROEN
GROEN
Van der GROEN Kolk
GS-lid
Peters De resultaten in 2007 en 2008 zijn zeer gunstig, nl. 8.650 resp. 10.078 nieuwe woningen. De verwachting is dat ook in 2009 ruim 10.000 woningen zullen worden opgeleverd. De recessie heeft naar verwachting een remmend effect op de nieuwbouw. In welke mate is nog niet goed in te schatten. Bij de Statennotitie in het kader van de monitoringsrapportage over de voortgang van het woonbeleid hebben wij een doorkijk gegeven welke aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de woningbouwproductie op gang te houden, met als resultaat de Gelderse aanpak Woningbouw 2010-2012. Als provincie hebben wij reeds een aantal maatregelen genomen om de gevolgen van de recessie voor de bouwwereld te bestrijden: extra budget voor herstructureringsprojecten die op korte termijn • kunnen worden uitgevoerd; • naar voren halen van investeringen zodat uitvoering van projecten eerder van start gaat; • stimuleren en financieel ondersteunen van vastlopende projecten; • versoepeling van voorwaarden voor bestaande financiële regelingen voor woningbouw. De komende tijd willen wij nauwgezet in de gaten houden of deze maatregelen voldoende blijken of dat een extra impuls in de bouw nodig is. De crisis is in essentie een financieringsprobleem.
In het kader van het actieplan recessie zijn 11 projecten opgevoerd in het kader van “versnellen behoud cultuurhistorisch erfgoed” (naar voren gehaald Belvoir budget 2011). Daarnaast zijn 7 religieus erfgoed projecten opgevoerd. Al deze projecten komen in de tweede helft van 2009 in uitvoering. Van deze 18 projecten zijn er 17 in uitvoering. I.v.m. staatssteunaspect is besluitvorming over de Jozefkerk door GS nog aangehouden.
Plan van aanpak is opgesteld ter realisatie van de versterking van het mobiel erfgoed, bijvoorbeeld door een aantal ligplaatsen voor historische schepen te realiseren. Om dit laatste te bereiken vinden op dit moment besprekingen plaats over mogelijke ligplaatsen in de schepencaroussel
ten zullen dienen voor de komende bestedingsvoorstellen 2010 en 2011. Project REIP is inmiddels in uitvoering.Naar verwachting zal eind januari begin februari 2010 aan GS/PS een bestedingsvoorstel worden gedaan.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 57 -
Onderwerp
Voorstel bouw 8.000 betaalbare woningen in 2008- 2010 in NoordVeluwe, Vallei, Rivierenland en Achterhoek en Brummen en Lochem.
2007 t/m 2010
Peters De uitbetaling van de in 2007 gerealiseerde woningen is in 2008 afgewikkeld en zijn voorschotten van 2008 betaald. In 2008 zijn 1853 betaalbare woningen gerealiseerd. Met het overschot van 2007 komt 2008 daarmee uit op 2190 woningen. Hiermee is een achterstand op de afspraken tot en met 2008 ontstaan van 270 woningen. Rivierenland en De Vallei hebben de afspraken niet gehaald. In het kader van het recessiebesluit PS is besloten het principe van ”no cure, no pay” op regionaal niveau te laten vervallen en gemeenten individueel te beoordelen. Deze maatregel is getroffen om goed presterende gemeenten toch in staat te stellen de betaalbare woningbouw te blijven stimuleren. Dit betekent dat wanneer gemeenten aan hun taakstelling hebben voldaan toch tot uitbetaling wordt overgegaan en dat gemeenten die niet aan hun verplichting hebben voldaan geen geld ontvangen. In De Vallei en Rivierenland is de achterstand ontstaan door vertraging in planprocedures. De verwachting is dat de achterstand in 2009 en 2010 wordt ingelopen. Een doorkijk naar 2010 laat zien dat alle gemeenten voortvarend de uitvoering van de afspraken ter hand hebben genomen. Indien alle voorgenomen plannen tot uitvoer komen zullen eind 2010 ongeveer 7.800 betaalbare woningen zijn opgeleverd Met alle regio’s en gemeenten vindt regelmatig over-
ORANJE
GROEN
continu
Peters De werkgroep Samenwerken van de Regieraad Bouw Oost Nederland zet haar activiteiten voort. Deze werkgroep heeft eind vorig jaar het Kwaliteitsteam Samenwerken in het leven geroepen. Dit Kwaliteitsteam zal, onder leiding van gedeputeerde Peters, in 2009 intervisies verrichten op een drietal gebiedsontwikkelingen. Voor 2010 zal de werkgroep wederom nieuwe projecten selecteren. Samenwerking bij projecten wordt bevorderd in het kader van de Stimuleringsbijdrage Goedkope Woningbouw door de programma-adviseurs en de Task Force woningbouw. Kennisuitwisseling vindt plaats in het kwartaaloverleg met de marktpartijen in het Gelders Beraad Bouwen en Wonen. In maart heeft het eerste overleg plaatsgevonden over het thema recessie.
Op schema?
Samenwerking en kennisuitwisseling intensiveren (gehele bouwketen)
GS-lid
GROEN
gemaakte SGW-afspraken (SGW = Stimuleringsbudget Goedkope Woningbouw). De planning voor de komende jaren is duidelijk verbeterd t.o.v. voorgaande jaren. De verwachting is dat in 2009 ongeveer 2.000 betaalbare woningen in de SGW-regio’s zullen worden opgeleverd. Toch moet worden betwijfeld of de doelstelling i.v.m. de recessie volledig haalbaar is. Dit is vooral te wijten aan tegenvallende resultaten in de afgelopen jaren in de gemeenten in de Stadsregio Arnhem Nijmegen, Rivierenland en de Vallei.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
In 2007 was 34% van de nieuwe woningen geschikt voor ouderen. In Peters 2008 is dit opgelopen tot 43%. De planning voor 2009 en de jaren daarna ligt op 37%. De doelstelling uit het coalitieakkoord lijkt hiermee haalbaar.
Realisatie- termijn
Bevorderen dat gemeenten en corpo- 2007 t/m 2010 raties de bestaande woningvoorraad aanpassen voor ouderen. Van de nieuw te bouwen woningen 35% geschikt voor ouderen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 58 -
Gemeenten informeren over beschikbaarheid € 10 miljoen in 2008 en 2009.
leg plaats met de ambtelijke en bestuurlijke aanjaagteams (Task Force) om te voorkomen dat projecten vertraging oplopen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 GS-lid
Eind 2007
continu
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
De Wro-agenda is in maart 2008 door uw Staten vastgesteld en Verdaas GROEN wordt als leidraad gehanteerd bij de toepassing van provinciale Wroinstrumenten, zoals indienen van zienswijzen en voorbereiden van inpassingsplannen. In 2010 komen wij met een evaluatie van de Wro agenda. Op 27 oktober 2009 hebben wij de ontwerp-ruimtelijke verordening
Peters Uw Staten hebben voor de jaren 2008 en 2009 eigen provinciale middelen ter beschikking gesteld; coalitieakkoord: € 10 miljoen). Het beschikbare rijksbudget ISV2 (ruim 11 miljoen euro) voor de projectgemeenten was nl. al per 1 januari 2008 volledig belegd (met uitzondering van de middelen die prioritair bestemd waren voor de bodemsanering). In de maart- en julironde 2009 is voor ruim € 10 miljoen toegekend aan projectgemeenten. Voor de derde verdeelronde 2009 is er nog € 5.5 miljoen beschikbaar na aftrek van het nog niet bestede Vinac-budget voor de bodemsanering in de stedendriehoek en de stadsregio (€ 1.8 miljoen). Het budget dat op 8 juli 2009 aan het ISV geld is toegevoegd voor de bestrijding van crisis (€ 4,5 miljoen) maakt daar deel van uit. Deze middelen worden met voorrang ingezet voor projecten waarvan de bouw uiterlijk in 2010 start. Van de € 5.5 miljoen is in november 2009 € 2.7 miljoen toegekend. We verwachten dat de overige € 2.8 miljoen in december 2009 grotendeels of helemaal besteed kan worden aan snel uit te voeren projecten.
Meer dan 80 gemeenten en corporaties hebben een doorzonscan Peters laten uitvoeren. Er worden op dit moment vijf pilots in Gelderland door de provincie ondersteund, te weten Elburg, Bronckhorst, Duiven/ Westervoort, Heumen en Lochem. De genoemde pilots – die gevolgd worden door de provincie – worden nog steeds voortvarend uitgevoerd. De eerste resultaten van daadwerkelijk opgepluste woningen zijn inmiddels bekend. Op 6 november 2009 heeft een vervolgworkshop ‘Doorzonscan’ plaatsgevonden waarin de voortgang en bereikte resultaten van deze pilots voor het voetlicht zijn gebracht. Tevens is een regeling in voorbereiding ter ondersteuning van procesbegeleiding voor gemeenten om de bestaande koop- en huurwoningvoorraad meer geschikt te maken om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen.
jaarlijks in KWP-traject In het kader van de opstelling van het KWP-3 is de ouderenhuisves- Peters ting een terugkerend onderwerp van gesprek met de gemeenten en de woningbouwcorporaties. In het op te stellen woningbouwprogramma van het KWP-3 krijgt de planning extra aandacht.
Realisatie- termijn
Aanbieden methoden aan woningcor- vanaf september 2008 poraties en gemeenten geschikt maken bestaande woningen voor ouderen.
Gesprek met woningcorporaties en gemeenten over ouderenwoningen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Wet op de Ruimtelij- Wro-Agenda Gelderland ke Ordening (Wro)
► Investeringsbud-get stedelijke vernieuwing (ISV)
Onderwerp
- 59 -
medio 2007
Realisatie- termijn
Verouderde bestemmingsplancapaciteit inventariseren en gemeenten oproepen ongewenste bouwmogelijkheden te schrappen.
• •
•
► Uit Actieplan Reces- • sie: Wonen •
Versoepelen SGW, Steun voor klimaatvriendelijk maken (huur)woningenbestand, ISV: bredere inzet en versoepelen ISV-verordening. Studentenhuisvesting Nijmegen Extra ISV-middelen
Presentatie Gelderse aanpak voor gebiedsontwikkeling.
Op schema?
Verdaas GROEN
GS-lid
Het Actieplan is in maart 2008 door ons vastgesteld. Aan het jaarVerdaas GROEN programma voor 2009 met onder andere als speerpunten de pilot Lochem (geclusterde functieverandering), de regio-ateliers, kulturhusen, agrarisch bouwen en de Q-statuskaart voor de sleutelprojecten, hebben wij voortvarend gewerkt. Het jaarprogramma 2010 hebben wij onlangs vastgesteld en ter kennisname aan uw Staten voorgelegd. In het eerste kwartaal 2010 zullen wij uw Staten het jaarverslag over 2009 ter kennisname aanbieden.
Dit onderwerp is meegenomen in de Wro agenda en hiermee afgerond.
Gelderland vastgesteld. Vanaf 16 november 2009 ligt deze ter visie. Na ontvangst van de reacties zullen wij een Statenvoorstel opstellen. Vaststelling door uw Staten van de verordening voorzien wij begin 2010.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
2009 en 2010
Eind 2007
GROEN
Verdaas GROEN
Verdaas GROEN
In het kader van het Actieplan Recessie is besloten het principe van Peters ”no cure, no pay” op regionaal niveau binnen de SGW-regeling te laten vervallen en gemeenten individueel te beoordelen. Deze maatregel is getroffen om goed presterende gemeenten toch in staat te stellen de betaalbare woningbouw te blijven stimuleren. Dit betekent dat wanneer gemeenten aan hun taakstelling hebben voldaan toch tot uitbetaling wordt overgegaan en dat gemeenten, die niet aan hun verplichting hebben voldaan, geen geld ontvangen.
Dit onderwerp is afgerond doordat wij het protocol Gelderse gebiedsontwikkeling in maart 2008 hebben vastgesteld en ter kennisname aan uw Staten hebben aangeboden.
Dit onderwerp is afgerond met onze vaststelling van het protocol Gelderse gebiedsontwikkeling.
In 2007, 2008 en 2009 De plancapaciteit is geïnventariseerd. Er is één locatie voor ernstig Verdaas GROEN dreigende verrommeling naar voren gekomen. De locatie is als te saneren locatie opgenomen in het jaarprogramma ruimtelijke kwaliteit 2009. Er is een ontwikkelaar die op de betreffende locatie een grootschalige horecagelegenheid wil bouwen. De gemeente heeft ambtelijk aangegeven aan de ontwikkeling mee te willen werken, als deze past in het geldende bestemmingsplan. Willen wij deze ontwikkeling tegen houden en dus tot planologische sanering overgaan, dan zullen wij ons eigen wettelijk Wro instrumentarium moeten inzetten. Wij zullen dan de hieruit voortvloeiende planschade voor onze rekening moeten nemen. Een globale analyse leert ons dat deze minimaal € 0,5 mln bedraagt. Dit bedrag vinden wij niet in verhouding staan met de beoogde kwaliteitswinst. Wij zullen de bouwmogelijkheid dan ook niet schrappen door ons eigen Wroinstrumentarium in te zetten.
Gelders Actieplan Ruimtelijke Kwaliteit Najaar 2007 opstellen en bespreken met onze partners.
Overzicht majeure projecten en provinciale doelen waarvoor wij Wroinstrumenten inzetten.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Gebiedsontwikkeling Aangeven bij welke projecten wij Medio 2007 gebiedsontwikkeling willen toepassen.
► Offensief tegen verrommeling
Onderwerp
- 60 -
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Uitbouw lobby/promotie
Een nog intensievere koppeling aanbrengen tussen de Triangle-kennis en het thema ontgroening / vergrijzing
Betere afstemming tussen Triangle en de agroketens (specifiek Betuwse Bloem)
-
Activiteiten kennis en innovatie ► Uitvoeren Sociaal Economisch Beleidsplan a. Triangle wordt voortgezet, maar in een hogere versnelling: Het vergroten van het aantal innovatieprojecten met Brussels geld
7. Economie
Onderwerp
In 2008
Realisatie- termijn
GS-lid
Op schema?
GROEN ● Vergroten aantal innovatieprojecten: in het kader van Pieken in de Van Haaren Delta hebben wij tot nu toe 36 innovatieprojecten gecofinancieerd met een totaal bedrag van € 13.6 miljoen. Hierdoor is voor € 18,7 miljoen aan rijksmiddelen naar Oost Nederland gehaald. Via EFRO zijn tot nu toe 15 innovatieprojecten gecofinancieerd met een totaal bedrag van € 9,5 miljoen. Vanuit Europa is in totaal € 20,2 miljoen aan deze projecten beschikbaar gesteld. Nieuwe projecten voor zowel PIDON als EFRO zijn reeds ingediend. ● Uitbouw lobby: de lobby rond Sterke Regio's is verbreed met het thema ‘De gezonde mens’. De Triangle Regiegroep (=bestuurlijk samenwerkingsverband tussen de Valley's, kennisinstellingen, bedrijven en overheden) heeft hiervoor een investeringsagenda ’De gezonde mens’ gemaakt, welke het komend jaar centraal zal staan in communicatie en lobby. ● Afstemming Triangle en Betuwse Bloem: de samenwerking van ondernemers uit Betuwse Bloem en Food Valley vond met name plaats op enkele innovatieprojecten. Oktober 2009 is de samenwerking meer structureel geworden. Ondernemers uit de maakindustrie en uit de agro-keten hebben het Regionaal Centrum voor Technologie Rivierenland opgericht. Er is een meerjarenprogramma opgesteld. Dit moet leiden tot versterking van Innovatiekracht bij bedrijven door ontwikkeling van majeure projecten waarbij ondernemers en onderzoekers samen werken. ● Intensievere koppeling Triangle -ontgroening/vergrijzing/ programma Thuisgeven in Gelderland: Het Rijk heeft € 100 miljoen beschikbaar gesteld via het landelijke ZorgInnovatiePlatform (ZIP) voor zorginnovatieprojecten. In oktober hebben programmamedewerkers van Thuisgeven en Triangle gezamenlijk gesproken met de landelijke projectleiders van het ZIP en van de Maatschappelijke Innovatie Agenda Gezondheid (MIA-G). Afspraak is om het landelijke en regionale instrumentarium in roadshows voor bedrijven en zorginstellingen onder de aandacht te brengen. E.e.a. wordt onder meer door Health
Door ons zijn geen directe maatregelen getroffen voor een klimaatvriendelijker woningenbestand, daar door het Rijk maatregelen zijn getroffen voor duurzame investeringen. Voor de jaren 2009 en 2010 is een tijdelijke subsidieregeling opgesteld, waarvoor € 12 miljoen is gereserveerd. Bredere inzet van ISV is mogelijk gemaakt door de regeling open te stellen voor alle gemeenten (m.u.v. Arnhem en Nijmegen). Daarnaast is de regeling op enkele onderdelen aangepast. De studentenhuisvesting is gehonoreerd in het kader van de recessiemaatregelen. In het kader van de recessiemaatregelen is € 4,5 miljoen extra toegevoegd aan het ISV fonds.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 61 -
Onderwerp
c. Ondersteuning bieden aan de volgende opbloeiende regionale clusters:
b. Versterken van het innovatievermogen MKB breed continuering bestaande succesvolle programma’s inzet nieuwe instrumenten zoals microkredieten
Initiatief nemen voor een integrale gebiedsontwikkeling FoodValley
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Realisatie- termijn
GS-lid
•
•
•
•
Op schema?
GROEN Voor kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnolo- Van Haaren gie) is een subsidie ter beschikking gesteld om voor de overgang van de oude naar de nieuwe organisatie te waarborgen dat er geen onderbreking zou komen in de activiteiten van deze netwerkorganisatie.
GROEN Het afstemmingsteam waaraan de uitvoerders van de provincia- Van Haaren le innovatiestimuleringsprojecten aan deelnemen, loopt nu al enige tijd en begint de eerste vruchten af te werpen door meer onderlinge afstemming en contacten. Tevens wordt er nu gesproken over één (internet)portal vanuit alle innovatiebevorderende instanties binnen de regio. Ook de Rct’s zijn hier nu bij betrokken. Verder is het financieringsinstrument ‘Gelderland voor Innovatie’ van start gegaan. Met deze regeling kunnen banken en private investeerders die in een innovatief project investeren, een borgstelling aanvragen. Tenslotte is het door de provincie Gelderland ondersteunde programma MKB-Winstpunt gestart. De eerste resultaten hiervan zijn goed. In 2009 is een netwerk van regionale centra voor technologie (w.v. het Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT) verder ontwikkeld: Veluwe, Stedendriehoek, de Vallei en Rivierenland staan op de rails. Door het grote bereidheid van bedrijven om een RCT op te richten kan de conclusie getrokken worden dat de ‘formule aan slaat’. Het MKB wordt o.a. versterkt door actief gebruik te maken van de provincie als ‘launching customer’ en hierdoor het lokale MKB tot verdergaande duurzame innovaties te bewegen en door het beschikbaar stellen van proeflocaties voor experimenten.
Valley georganiseerd. Er zijn enkele concrete zorgketenprojecten in ontwikkeling, waarin zorginstellingen en Triangle bedrijven intensief samenwerken. Overleg is geïnitieerd om programma’s Triangle en Thuisgeven in Gelderland ook voor de langere termijn meer op elkaar te laten aansluiten. ● Integrale gebiedsontwikkeling Food Valley: in 2008 heeft een initiatiefgroep (Food Valley, ondernemers, WUR, Oost NV) met steun van de provincie een ambitie geformuleerd voor 2020. Voor deze ‘Food Valley ambitie 2020’ is in 2009 draagvlak gezocht bij Verdaas bedrijven, onderwijs/onderzoek en overheden. Ter realisatie van deze ambities hebben vertegenwoordigers van Gelderland, Utrecht, gemeenten uit de regio, stichting FV, bedrijven, onderwijs en onderzoek een intentieverklaring tot samenwerking getekend. Food Valley is opgenomen in de Gebiedsagenda Oost. Komend jaar wordt een ontwikkelingsprogramma en investeringsagenda opgesteld en projecten uitgewerkt. De regio’s WERV en Vallei hebben het initiatief genomen om samen te gaan in een nieuwe regio Food Valley
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 62 -
Onderwerp
Maakindustrie/ technologie (Achterhoeks Centrum Technologie);
Biomassa agroketens, waaronder het project biobased economy op de NoordVeluwe;
-
-
EMT (energie en milieutechnologie Arnhem/Apeldoorn), mede om hiermee doelstellingen energiebeleid te realiseren;
-
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Realisatie- termijn
•
•
•
•
•
EMT: in het laatste kwartaal is tevens de EFRO-aanvraag voor het project ‘EMT-Radar’ rondgekomen. Dit betekent dat voor de komende 3 à 4 jaar op structurele wijze ondersteuning wordt aangeboden aan het energie- en milieutechnologiecluster binnen de provincie Gelderland. Om de vestiging van het bedrijf Helianthos in Gelderland mogelijk maken, is door u in 2008 € 7 miljoen beschikbaar gesteld. Helianthos produceert innovatieve zonnecellen op folie voor een brede toepassing. Eind juni is de onderzoeksvestiging geopend van Helianthos. Mede door de recessie en de overname van NUON door Vattenfall is de besluitvorming vertraagd: oplevering van de fabriek is voorzien voor eind 2012 In het afgelopen half jaar is ingezet op het stimuleren van 'koploperprojecten' Biomassa agroketens. Deze projecten gaan over de productie en de bewerking van groene grondstoffen en het ontwikkelen van duurzame producten. Met de Gelderse papierindustrie zijn eerste stappen gezet voor ontwikkeling van een programma voor duurzame innovaties op het gebied van groene grondstoffen en energie. Vanuit 'duurzaam ondernemen' heeft de provincie samen met Wageningen UR initiatief genomen voor het opzetten van een keten voor benutting van bioplastics in de catering. Deze pilot gaat nu de uitvoeringsfase in. Het innovatieve grasraffinageproject waarin de grasbox is ontwikkeld krijgt een vervolg waarin de niet-vezelstoffen worden benut voor veevoer. Regionale Centra voor Technologie: enige tijd geleden hebben wij de ontwikkeling van ‘Regionale Centra voor Technologie’ (RCT) in gang gezet. Dit komt er op neer dat per regio iemand makelt en schakelt tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen en intermediaire organisaties als Oost NV en Syntens om innovaties in gang te zetten. Zoals hierboven is aangegeven zijn er dit jaar in vier regio’s dergelijke RCT’s opgericht. Het adagium hierbij is ‘voor en door bedrijven’ wat in de praktijk betekent dat er in iedere regio een stichting is, waarvan het bestuur (bestaande uit het bedrijfsleven) een aanvraag bij de provincie doet, mede in het kader van de EFRO-regeling. Samen met het ACT wordt tevens de vraag naar duurzame innovaties van overheden gekoppeld aan de innovatiekracht van Achterhoekse maakbedrijven. Dit heeft in de Achterhoek geleid tot initiatieven zoals wildafrastering gemaakt van Achterhoeks resthout, ontwikkeling van stand-alone ledlantaarnpalen en toepassing van aardgas in dienstauto’s. Deze aanpak wordt over andereregio’s uitgerold, zodra er een RCT is opgericht. We zijn bezig om samen met Syntens, KvK, gemeente Arnhem en Artez om een zogenaamde ‘Ondernemerskatalysator’ op te zetten. Dit is een verwijspunt voor ondernemers binnen het mo-
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 GS-lid
Op schema?
- 63 -
Onderwerp
Mode Arnhem.
In samenwerking met Kamers van Koophandel zetten wij startersbeleid op
Acquisitie van bedrijven van
-
-
Activiteiten ruim baan voor ondernemen: In het kader van de op te richten provinciebrede taskforce gaan we de door ondernemers ervaren regeldruk verminderen, waarbij ook cultuuraspecten worden meegenomen
-
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Realisatie- termijn
•
•
•
•
•
•
GS-lid
Op schema?
GROEN Taskforce regeldrukvermindering: daar waar ondernemers zich, Van als gevolg van de veelheid aan regels, belemmerd voelen in de Haaren ontwikkelingsmogelijkheden, biedt de provincie de service aan voor hen te bemiddelen. Dit kan zijn naar aanleiding van een conflict of het vastlopen van een procedure. Inmiddels is de afgelopen jaren ruim 43 keer door ondernemers een beroep gedaan op de service voor bemiddeling dan wel mediation. Sinds de vorige rapportage in april hebben zich 8 bedrijven gemeld met een probleem/conflict. Hiervan hebben inmiddels twee bedrijven duidelijkheid of is er een oplossing gevonden. Voor de overige bedrijven loopt het bemiddelingsproces nog. ’IkStartSmart’, het ondersteuningsproject voor startende ondernemers, loopt inmiddels in 37 gemeenten in de provincie. De hulp die starters in deze gemeenten krijgen bij de opzet van hun bedrijf bestaat uit coaching, training, netwerken en toegang tot financiering. Het project loopt nu een jaar en inmiddels hebben al 350 ondernemers van de geboden faciliteiten gebruik gemaakt. Het project loopt tot en met 2010. In deze coalitieperiode zijn tot nu toe in totaal PM bedrijven van buiten Gelderland door Oost NV geacquireerd. Vanwege het succes van de missies in 2007 en 2008 is in mei
de- en vormgevingscluster om sneller bij die instanties terecht te komen die hun kunnen ondersteunen in de bedrijfsvoering. Dit moet de gehele sector in economische zin beter laten renderen. In het laatste kwartaal is tevens gestart i.s.m. de gemeente Arnhem om een Masterplan Mode en Vormgeving te realiseren waarin dit cluster op nationale schaal beter op het netvlies komt te staan en moet zorgen voor meer toeristen en winkelend publiek. In juli heeft de Arnhem Mode Biënnale (AMB) plaatsgevonden. Gezien de betekenis voor het gehele cluster 'Mode en Vormgeving', de innovatieve elementen van mode zoals het gebruik van natuurlijke materialen en het relatief grote aantal jonge bedrijven hebben wij voor de AMB 2009 een bedrag van € 200.000 als subsidie ter beschikking gesteld. Tijdens het awareness fair fashion event (AFFE) dat binnen de AMB plaatsvindt wordt geprobeerd om de keten van bedrijfskleding (van stoffenproducten tot duurzaam ondernemende afnemer) tot innovatieve duurzame ontwerpen te sluiten en tot nieuwe ontwerpen te krijgen. Dit is verder opgepakt door de provincie met AFFE door de organisatie van een event op het gebied van duurzame kleding op 9 september van dit jaar. Verder worden, in overleg met regionale partners, concrete plannen gemaakt om het gehele creatieve cluster 'Mode en Vormgeving' beter te laten renderen in economische zin.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 64 -
-
buiten Gelderland Economische missies naar China
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
In 2008-2009
2008-2011
Uitvoeringsprojecten arbeidsmarkt (waaronder stageprojecten en participatieprojecten van specifieke doelgroepen)
in 2008
Realisatie- termijn
Een speciale website met relevante arbeidsmarktinformatie
► Aansluiting Onderwijs In iedere regio is een platform onder– Arbeidsmarkt wijs en arbeidsmarkt actief.
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
De volgende uitvoeringsprojecten zijn in 2009 gesubsidieerd: Verdaas GROEN Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Achterhoek: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 2009-2010. Programma richt zich op het realiseren van een optimale infrastructuur onderwijs/bedrijfsleven/overheid, integrale aanpak voortijdig school-
De site www.arbeidsmarktgelderland.nl is sinds oktober 2008 online. Verdaas GROEN Doel is vooral aan te kunnen geven waar arbeidsmarktknelpunten nu en in de toekomst ontstaan. Zoals specifieke structurele tekorten in sectoren: gezondheidszorg en techniek. Inmiddels verzorgt de provincie samen met SER GLD voor het onderdeel arbeidsmarktmonitor instructiebijeenkomsten in de regio’s voor gemeenten, UWV Werkbedrijf, POA’s, onderwijsinstellingen etc. om dit instrument optimaal te benutten. Er zijn inmiddels 4 van dit soort sessies gehouden. De website is inmiddels geëvalueerd en er wordt een voorstel ism de Stuurgroep ontwikkeld voor de toekomst. Dit mede obv ontwikkel- en verbeterpunten die ihkv deze evaluatie zijn opgeleverd door een representatieve groep gebruikers.
In mei 2008 is de provinciale uitvoeringsagenda 2008-2011 ‘Gelder- Verdaas GROEN se talenten op de arbeidsmarkt’ door ons college vastgesteld en besproken in de commissie Mobiliteit/ Economie. In juli 2008 zijn extra financiële middelen beschikbaar om in alle Gelderse regio’s platforms onderwijs arbeidsmarkt op te zetten en het regionaal arbeidsmarktprogramma uit te voeren. Op dit moment zijn er 6 Platforms Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA) actief in Gelderland en wel voor de Noord Veluwe, Stedendriehoek, Achterhoek, de Vallei, Liemers en Rivierenland. In de stadsregio komt geen POA; de afstemming is daar anders georganiseerd. In 2009 is er een gezamenlijk bestuurlijk overleg arbeidsmarktbeleid regio Arnhem gestart en wordt er gewerkt aan een gezamenlijk regionaal arbeidsmarktprogramma voor 2009-2010. In de regio Nijmegen e.o. is er eveneens een regionale conferentie geweest gericht op arbeidsmarktbeleid. Vanuit de gemeente Nijmegen wordt een arbeidsmarktbeleid geformuleerd gericht op drie speerpunten: techniek, zorg en horeca/detailhandel. Ook zijn er inmiddels projecten uit deze regio gehonoreerd (zie hierna).
van 2009 weer een missie gehouden, samen met de provincie Overijssel en de gemeenten Arnhem, Apeldoorn, Enschede en Wageningen. Aan deze missie is door ca. 50 personen deelgenomen. Uit een enquête blijkt grote waardering voor de voorbereiding, de begeleiding en de organisatie van de missie door de provincie. Voor deze onderdelen zijn waarderingscijfers van 8 tot 10 gegeven. In september 2009 is een evaluatiebijeenkomst gehouden waarmee de missie van 2009 is afgesloten.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 65 -
Onderwerp
Zelf stageplekken en werk voor speciale doelgroepen aanbieden.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Huidige bestuursperiode
Realisatie- termijn
GS-lid
Op schema?
In 2009 zijn er in totaal 12 MBO-stagiairs geplaatst. Doelstelling voor Van der ORANJE 2009 was: 30 regulier + 10 extra. De 10 extra (V)MBO-stageplaatsen Kolk zijn ruim vervuld, het reguliere aantal (30) is niet gehaald. Er is gewerkt aan het opbouwen van een relevant netwerk en aan de borging van activiteiten in de lijnorganisatie. In de periode september tot en met half november is gewerkt aan de borging: de activiteiten, taken en verantwoordelijkheden van het werkproces stages zijn geïnventariseerd en beschreven. Er is een notitie opgesteld waarin aandachtspunten en aanbevelingen worden benoemd ten aanzien van de borging van het werkproces ‘stages’ in de lijnorganisatie. Tegelijkertijd is gestart met het overdragen van uitvoerende werkzaamheden aan een P&O-functionaris. Op 10 november 2009 staat het aantal geplaatste (V)MBO-stagiairs op 11. Streven is dit aantal in november en december 2009 te verhogen naar 20. T.a.v. de doelstellingen m.b.t. het realiseren van de doelstellingen van (V)MBO-stages is in mei 2009 een start gemaakt. De contacten met het ECABO, het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven, en met diverse ROC’s zijn geïnventariseerd. Voor MBO-leerlingen is er een introductiebijeenkomst georganiseerd. Daarnaast is intern het aanbod van stageplaatsen geïnventariseerd. Medio augustus is gestart met het concreet matchen van vraag en aanbod, op 1 september 2009 waren 8 MBO-stagiairs geplaatst. Dit aantal zal in de
-
-
verlaten, integrale werkgeversbenadering, verhogen kwaliteit huidige beroepsbevolking, bevorderen participatie kwetsbare doelgroepen, bevorderen instroom specifieke sectoren (techniek en zorg). RAAK Rivierenland: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 20082009. Inmiddels is een vervolgaanvraag voor 2009-2010 gehonoreerd met deel-projecten zoals werkcentra, leeftijdsbewust personeelsbeleid, niet uitkeringsgerechtigden, Wajongers en organiserend vermogen RAAK. Andere voorbeelden van projecten: Maatwerk in Kleur mn in de stadsregio (ism met welzijnsinstellingen, HAN de instroom bevorderen van hoger opgeleide allochtonen); Noord Veluwe: actieplan schoolverlaters met als doel jongeren te laten doorleren; Mobiliteitscentrum Nijmegen; Technovium Nijmegen (fysiek punt voor koppeling technisch bedrijfsleven en onderwijs). Typische POA-projecten in de Liemers zijn bijvoorbeeld het Logistiek Expertise Centrum (LEC) waar onderwijs en lokale bedrijven gaan samenwerken, het Tuimelhuis met als doel om leerlingen en ouders in aanraking te brengen met vele technische functies en de Techniekdag. In de Stedendriehoek loopt een instroomproject voor jongeren ism energiebedrijf Nuon met inzet van trajecten met combinaties van leren-werken. In de Valleiregio zijn initiatieven genomen ism en tbv de zorgsector.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 66 -
►Bedrijventerreinen
Onderwerp
•
Realisatie- termijn
2008 Programmatische aanpak van bedrijventerreinen: doelstelling is 1000 ha revitaliseren. We gaan aanvullende instrumenten inzetten, die de nodige verbetering geven bij de uitvoering van onze herstructureringsopgave.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat GS-lid
Op schema?
● In totaal is er nu 641 ha gerevitaliseerd, in 2007 400 ha, in 2008 90 Van GROEN ha en in 2009 151 ha. In 2009 heeft u in het kader van de recessie- Haaren aanpak middelen vrijgemaakt voor de versnelde aanpak van herstructureringsprojecten in Montferland, Berkelland, Buren, Apeldoorn, Culemborg en Maasdriel. Inmiddels zijn de projecten van Buren, Culemborg en Montferland op basis van de ingediende masterplannen beschikt. De projecten van Maasdriel, Apeldoorn en Berkelland zijn beschikt. Eind 2008 hebben wij de nieuwe Gelderse Aanpak voor herstructurering vastgesteld en met uw cie MEZ besproken. Hierbij kiezen we voor een strakke regionale programmering met een gecombineerde aanpak van oude terreinen en uitleg nieuwe terreinen,
T.a.v. het deelproject Arbeidsgehandicapten zijn vanaf juli 2009 de volgende activiteiten verricht: • Contact UWV; onderzoek naar de mogelijkheden om een beter zicht te krijgen op de doelgroep en de eventueel te plaatsen arbeidsgehandicapten; • Contact bureau Mans; oriëntatie m.b.t. het uitvoeren van een Wajong-scan binnen de Provincie Gelderland. Deze zal in oktober 2009 worden uitgevoerd. Afhankelijk van de uitkomsten kan een vervolgtraject opgezet worden; • Contact Delta Zutphen (Sociale werkvoorziening); oriëntatie m.b.t. detacherings-mogelijkheden en gesprekken met CNV jongeren in verband met project Wajong; • Interne oriëntatie Provincie Gelderland; de afgelopen jaren hebben regelmatig interne herplaatsingen plaatsgevonden die bij de doelgroep arbeidsgehandicapten horen. Naar deze groep wordt momenteel nader onderzoek gedaan. Daarbij is er dit jaar in het kader van de reorganisatie veel aandacht uitgegaan naar de herplaatsing van medewerkers die kampen met psycho-medische beperkingen. Het herplaatsen van zittende medewerkers heeft hoge prioriteit. Derhalve wordt het daadwerkelijk realiseren van nieuwe instroom in de doelgroep ‘arbeidsgehandicapten’ nader uitgevoerd in 2010. De voorbereidingen worden in 2009 afgerond en begin 2010 is er meer zicht op de situatie met onze provinciale medewerkers met een arbeidsbeperking.
resterende maanden van 2009 minimaal verdubbeld worden. Voor interne stagebegeleiders is een bijeenkomst georganiseerd waarin hun rol wordt toegelicht en waarin ervaringen kunnen worden uitgewisseld. Met een aantal ROC’s is gesproken over de mogelijkheid om als provinciale organisatie aan te sluiten bij de competentie Leren, Loopbaan en Burgerschap. In 2009 zijn er in totaal 12 MBO-stagiairs geplaatst. Doelstelling voor 2009 was: 30 regulier + 10 extra. De 10 extra (V)MBOstageplaatsen zijn ruim vervuld, het reguliere aantal (30) is niet gehaald.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 67 -
Onderwerp
•
•
•
•
•
•
•
•
Naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek naar structurele leegstand op bedrijventerreinen gaan we kijken of dit aanleiding is om de behoefte aan nieuw bedrijventerrein bij te stellen Via een streekplanuitwerking of herziening leggen we de planning van nieuwe bedrijventerreinen vast; samen met de regio’s stellen we jaarlijks een investeringsagenda op met projecten die voor het economisch functioneren van een regio van groot belang zijn. Hierbij denken we vooral aan bereikbaarheidsprojecten. Samen met de regio’s gaan we de ruimtebehoefte bepalen voor milieuhinderlijke bedrijven (vanaf categorie 3). In de regiocontracten aanwijzing van één terrein per regio voor cat. 3. Het bedrijfsverplaatsingsbeleid zetten wij voort Via een pilot ‘werklandschap’ gaan we uitvoering geven aan het toekomstbestendig en duurzaam ontwikkelen van bedrijventerreinen. Wij zullen door middel van ons draaiboek parkmanagement een goed beheer van bedrijventerreinen blijven stimuleren en bieden extra ondersteuning m.b.t. duurzame energie en mobiliteitsmanagement We willen één Gelderland dekkend netwerk voor breedband met in iedere regio een digitale marktplaats; waarvan 4 in 2008 We willen 15 bedrijventerreinen verglazen, waarvan 5 in 2008
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Realisatie- termijn
GS-lid
● In 2009 hebben we drie bedrijfsverplaatsingen mogelijk gemaakt in de gemeente Wijchen en Oude IJsselstreek. ● De pilot werklandschappen draait op volle toeren, met voorbeeldprojecten in Lochem, Winterswijk en Nijmegen. In april zijn de ervaringen met alle Gelderse gemeenten gedeeld. In november heeft de gemeente Achterhoek samen met ons, de regio Achterhoek en het Gelders genootschap een bijeenkomst in Winterswijk georganiseerd om de kennis over het project uit te dragen. Wij willen in 2010 aan de slag met het opstellen van een werkschrift voor werklandschappen om de ervaringen van de pilots over te kunnen dragen en gemeenten te helpen bij het opzetten van werklandschappen. ● Het draaiboek parkmanagement is inmiddels verder uitgebreid met twee nieuwe delen, namelijk energie-efficiëntie duurzame energie en Milieu-informatiesysteem. Het is gepresenteerd aan de Gelderse ondernemersverenigingen. ● In het kader van het stimuleren van duurzamen bedrijventerreinen en duurzaam ondernemen kijken we in de pilot Roelofshoeve met de gemeente Duiven en de stadsregio hoe ketengericht ordenen van bedrijven op een terrein in de praktijk werkt. Indien succesvol wordt dit gekoppeld aan instrumenten zoals draaiboek parkmanagement, herstructureringsopgaven en/of revitalisering. ● Het Gelderland dekkende hoofdnetwerk van glasvezel is gerealiseerd met in totaal 10 digitale marktplaatsen. ● Door middel van vraagbundeling hebben wij ervoor gezorgd dat inmiddels 20 bedrijventerreinen via glasvezel zijn ontsloten.
● Begin juni 2009 hebben alle regio’s Economisch Programmeringsen Ontwikkelingsdocumenten (EPO’s) opgesteld, als eerste regionale invulling van de structuurvisie bedrijventerreinen. Hierin plannen de regio’s de toekomstige ontwikkeling van bedrijventerreinen. De ruimtebehoefte voor milieuhinderlijke bedrijven is hiervan een onderdeel. Voor meer informatie over de bereikbaarheidsprojecten wordt verwezen naar onderdeel 9 van deze monitor (openbaar vervoer, bereikbaarheid bedrijventerreinen en bedrijventerreinen doorlichten op aanwezigheid OV en mobiliteitsmanagement).
Van Haaren
Van Haaren
Van Haaren Van Haaren
Van Haaren en Verdaas
Van ● Uit onderzoek (2008) is gebleken dat er in Gelderland geen sprake Haaren en is van een bovengemiddeld percentage structurele leegstand op Verdaas bedrijventerreinen.
zowel in ha en geld. Om projecten te organiseren en te versnellen zetten wij een aanjaagteam in (A-team) om gemeenten gericht te ondersteunen met vastgoedkennis.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 Op schema?
- 68 -
Extra ondersteuningstrajecten, 2009 en 2010 toegankelijker kleinschalig krediet en ‘groeidiamanten’
Mobiliteitscentra en Poortwachtercentra, Arbeidsmarktporjecten in de regio’s, Gelderland brede onderwijsvouchers,
► Uit Actieplan Reces- sie: Impuls startersbeleid
► Uit Actieplan Reces- sie: Impuls arbeidsmarktbeleid -
-
2009 en 2010
Revitalisering bedrijventerreinen, 2009 en 2010 incl. duurzaamheidsaspecten. Vraagbundeling glasvezel in de Achterhoek
-
► Uit Actieplan Reces- sie: Impuls bedrijventerreinen -
Realisatie- termijn
2009 en 2010 CAT-agrofood/Wageningen en Science Meets Business/Nijmegen Participatiemaatschappij OostNederland (PPM Oost) incl. R&Tbedrijven Impuls kennis- en innovatiedoelstellingen
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- sie: Impuls Innovatiebeleid -
Onderwerp
Op schema?
Van GROEN Haaren
GS-lid
In het kader van de recessiemiddelen is gestart met twee omvangrij- Verdaas GROEN ke projecten betreffende de uitgifte van onderwijsleerbonnen (vouchers), te weten één algemeen project met UWV Werkbedrijf en één project specifiek voor de bouw i.s.m. sociale partners in deze sector en het kenniscentrum Fundeon. Ook worden door de provincie vijf Poortwachterscentra ondersteund (lokale netwerken van bedrijven terzake in-door- en uitstroom van personeel). In de regio Achterhoek loopt een project m.b.t. de instroom van uitkeringsgerechtigden naar ondernemingen. De Noord Veluwe wordt ondersteund met een breed en samenhangend arbeidsmarktprogramma, oa tbv voortijdig schoolverlaten, de inzet van scholing ter voorkoming van langdurige werkloosheid en verbeteren van de samenwerking tussen de ketenpartners. Tot slot financieren we de realisatie van een frontoffice van
Op 4 november 2009 hebben wij het Gelders Microkrediet voor startende ondernemers gelanceerd. Dit laagdrempelige krediet is gekoppeld aan IkStartsmart en wordt door de sociale kredietbanken in Gelderland aangeboden. Daarnaast bieden wij via IkStartSmart en de Stichting Nieuwe Bedrijvigheid in 2010 extra begeleiding aan startende en snelgroeiende bedrijven in Gelderland.
Dit najaar is samen met de KvK en de kredietbanken van Arnhem, Van GROEN Apeldoorn en Nijmegen een Gelders aanbod voor microkrediet voor Haaren jonge bedrijven gelanceerd (zowel starters als bestaande bedrijven). Met de KvK zijn we in gesprek over de mogelijkheden om startende ondernemers tijdens de recessie extra goed voor te bereiden.
In 2009 heeft u in het kader van de recessieaanpak middelen vrijge- Van GROEN maakt voor de versnelde aanpak van herstructureringsprojecten in Haaren Montferland, Berkelland, Buren, Apeldoorn, Culemborg en Maasdriel. Inmiddels zijn de projecten van Buren, Culemborg en Montferland op basis van de ingediende masterplannen beschikt. De projecten van Maasdriel, Apeldoorn en Berkelland zijn beschikt.
o Vanuit de FES-middelen heeft het rijk inmiddels € 12,4 miljoen beschikbaar gesteld voor het project CAT-AgroFood. Het project Science meets Business is nog in ontwikkeling: beide projecten zullen naar verwachting in 2010 starten. o De middelen voor de kapitaalinjectie in PPM Oost zijn via een aandelentransactie beschikbaar gesteld aan PPM Oost. Met deze middelen kan PPM Oost participeren in innovatieve bedrijven, waaronder R&T-bedrijven. o In het kader van Impuls kennis- en innovatiedoelstellingen zijn meerdere innovatieprojecten binnen het EFRO als het PIDONprogramma ingediend en beschikt via de extra recessiemiddelen. Ook in 2010 zullen meerdere innovatieprojecten ingediend en beschikt worden.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 69 -
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat Realisatie- termijn HBO Windesheim in Harderwijk om de samenwerking tussen bedrijven en deze HBO-instelling te versterken en de doorstroom van VMBO-MBO-HBO in deze regio te verbeteren. Met als doel om het opleidingsniveau van de lokale beroepsbevolking te verhogen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 GS-lid
Op schema?
begin 2011
Groei en krimpbeleid Veluwe: mini-
In het kader van Groei & Krimp is inmiddels 48 ha krimp gereali-
Op 29 oktober 2008 hebben uw Staten het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie 2009-2012 vastgesteld.
eerste helft 2008
Masterplan Vrijetijdseconomie
In mei 2009 is opdracht gegeven voor de evaluatie van het GOBT. Het uitvoeringsprogramma, de evaluatie, de gesprekken met het GOBT en de RBT’s zijn input geweest voor het nieuwe besluit over de subsidie dat u in december 2009 hebt genomen. Hierbij is ook aandacht voor de vraaggestuurde werkwijze o.a. door de RBT’s een rol te geven bij de voorbereiding van het werkplan van het GOBT. De samenwerking tussen de RBT’s en het GOBT is sterk verbeterd. Gezamenlijke projecten zijn oa. Gelderse Streken (de campagne in het kader van de recessie) en marketing 2.0. In de ambtelijke kwartaaloverleggen en bestuurlijke overleggen tussen de provincie en het GOBT wordt aangestuurd op samenwerking bij de projecten waar dat meerwaarde heeft.
Als onderdeel van het impulsprogramma is een promotie campagne uitgevoerd. De resultaten van deze campagne zijn positief. RTL 4 wijdde 3 uitzendingen bestemming Nederland met 500.000 kijkers aan de Achterhoek. Daarnaast is er een samenwerkingsverband van 17 wijngaarden opgericht en daarmee nam de Achterhoek de positie in van belangrijkste wijnstreek van Nederland. Ook werd een samenwerkingsverband gesmeed van eigenaren van kastelen en tuinen, die al in 2008 tot een snelle uitverkoop van de 20.000 folders leidde en tot een extra serie bezoeken. Bundeling van groepsarrangementen werd uitgevoerd en via de website www.groepenindeachterhoek.nl werden een fors aantal nieuwe reserveringen geboekt. Ook de nieuwe website met kortlopende arrangementen www.achterhoek.nl trok extra bezoekers en boekers: 25.000 in 2008.
Het onderzoek is afgerond en heeft gediend als input voor het uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie. Het onderzoek laat zien dat er veel kansen liggen om de vrijetijdseconomie te versterken. Gemeenten zien voor de provincie een belangrijke (regie-)rol weggelegd.
2008-2011
2008.
Onderzoek naar kansen en bedreigin- in 2008 gen voor het toeristisch-recreatief bedrijfsleven
GOBT aansturen op vraaggestuurde werkwijze en verdergaande samenwerking/ integratie van GOBT en RBT’s.
Promotiecampagne Achterhoek
ORANJE
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
► Recreatie en Toeris- Ontwikkelen toeristisch impulspro2008, Uitvoering vanaf Van de door uw Staten beschikbaar gestelde € 3 miljoen is inmiddels Van der GROEN me gramma voor de Achterhoek en Rivie- 2008. € 2,4 miljoen besteed. In Rivierenland is het project ’mijn idee goed Kolk renland. idee’ uitgevoerd, gericht op het stimuleren van ondernemerschap. In de Achterhoek is een promotiecampagne uitgevoerd. Inmiddels is in overleg met de regio’s een lijst van projecten opgesteld die voor de resterende € 600.000,- kunnen worden uitgevoerd.
Onderwerp
- 70 -
maal 75 hectare krimp gerealiseerd of planologisch vastgelegd en 75 hectare groei.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Ecologische Verbin-
Voorstel voor actualisering van de
In 2007
De streekplanherziening herbegrenzing EHS is op 1 juli 2009 door
De streekplanuitwerking voor de Nationale Landschappen is in juli 2007 vastgesteld. Hiermee is dit onderwerp afgerond.
Vaststelling streekplanuitwerking
Tweede kwartaal van 2007
De vierjarige uitvoeringsprogramma’s zijn in 2008 definitief vastgesteld en nu in uitvoering.
Op 9 januari 2008 is door uw Staten de Subsidieregeling Meerjaren Programma’s Gelderland vastgesteld.
Nieuwe regeling voor meerjarige subsidies
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
Verdaas GROEN
Verdaas GROEN
Keereweer
Keereweer
Over de meerjarenovereenkomsten tussen provincie en gebiedspar- Keeretijen: in 2008 zijn contracten gesloten met Het Geldersch Landschap, weer Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Met de vier waterschappen is begin september elk afzonderlijk een meerjarenovereenkomst afgesloten. Daarin is afgesproken dat de middelen worden overgemaakt nadat de prestaties zijn gerealiseerd. Om die reden wordt een deel van het gereserveerde budget naar 2010 overgeboekt. Met de gemeente Ede is eveneens een meerjarenovereenkomst afgesloten. Zo ook met de gemeente Berkelland in juli 2009, alsook met Vitens voor de periode 2008-2015. Met vier landgoederen zijn meerjarige projectafspraken gemaakt. Om de verhouding projectsubsidies en meerjarige programmasubsidies in goede balans te houden is besloten om in het kader van het PMJP geen nieuwe meerjarenovereenkomsten af te sluiten.
Overleg starten over lumpsumfinanciering met overheden of een subsidiecontract met maatschappelijke organisaties.
GS-lid
Op 9 januari 2008 is door uw Staten de Subsidieregeling meerjaren- Keereprogramma’s Gelderland vastgesteld op basis waarvan wij lumpsum weer contracten kunnen afsluiten met uitvoeringspartners.
Voor de projecten in Arnhem en Berkelland is een aanvraag ingediend. Voor de toeristische promotiecampagne die Gelderland breed wordt uitgevoerd is € 250.000 subsidie toegekend. De RBT’s en het GOBT hebben een campagne uitgevoerd. De campagne met als thema “Gelderse Streken” richt zich op het trekken van voornamelijk hotelbezoekers in het najaar en december .
seerd. Doordat de meest voor de hand liggende bedrijven al zijn gekrompen, wordt het vinden van nieuwe bedrijven moeilijker. Met een aantal nieuwe bedrijven zijn besprekingen gaande. In de evaluatie die recentelijk door GS is vastgesteld wordt geconstateerd dat het ambitieniveau moet worden bijgesteld Er is vergunning verleend voor 13 ha groei (natuurbeschermingswetvergunning). Voor 25 ha aan groeiplannen uit de eerste groeitender is de planologische vastlegging in een eindstadium. Voor de resterende 10 ha krimp is nog geen groeitender uitgeschreven. Wanneer dat gebeurt is afhankelijk van de lopende besprekingen met nieuwe krimpbedrijven
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Lump sum methode ontwikkelen.
in 2007
2009 en 2010
Realisatie- termijn
► Nationale landschap- Alle uitvoeringsprogramma’s vaststel- het tweede kwartaal pen len van 2007
► Provinciaal meerjarenprogramma Vitaal Gelderland
8. Natuur, Landbouw en Water
► Uit Actieplan Reces- Extra promotie recreatie en toerisme sie: Recreatie en toeR&T-projecten in Arnhem en Berkelrisme land
Onderwerp
- 71 -
Voor alle 12 gebieden beheerplannen medio 2008 in concept gereed, in intensief overleg met terreineigenaren en belangenorganisaties.
► Natura 2000
Openstelling in 2009.
Regeling voorbereiden.
► Groene en blauwe diensten
In 2007 duidelijkheid.
Per jaar
Er moet een schaderegeling komen. Lobbyen voor 100% rijksdekking.
380 ha nieuwe natuur door particulieren beheerd
► Realisatie natuur
Realisatie- termijn
► Wildschaderegeling
kaart van de EHS inclusief de verbindingszones
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
dingszones
Onderwerp
GS-lid
Per 1 januari 2010 zijn voor alle 12 gebieden beheerplannen in Keereconcept gereed, exclusief de paragrafen over stikstof en waterbeweer heer. Er is intensief overlegd met waterschappen, landbouworgfanisaties, overige belangenorganisaties en terreineigenaren. Voor stikstof neemt de provincie deel in landelijke programmatische aanpak die zal doorwerken in beheerplannen.
Het Statenvoorstel Financiering van groene en blauwe diensten is in Keereseptember vastgesteld, de subsidieverordening in november (toege- weer voegd aan de Subdidieregeling Vitaal Gelderland). Bij Statenbesluit van 23 september 2009 is €300.000 uit 2010 'naar voren gehaald' om alvast met de voorbereiding van implementatie te kunnen starten. Voor groenblauwe diensten is op de begroting in 2010 €3 mln beschikbaar, en in 2011 €5 mln.De implementatie loopt op schema. Ten behoeve van de uitvoerende gemeenten wordt een modelverordening gemaakt, een handreiking over het maken van een gebieds uitvoeringsprogramma, een Gelderse Catalogus Groenblauwe Diensten en modelafspraken met het Nationaal Groenfonds en de Dienst Regelingen. Ca. 10 gemeenten zijn actief bij de implementatie betrokken. Per 1 januari wordt de subsidieregeling opengesteld; dan kunnen gemeenten en waterschappen een beroep doen op provinciale cofinancie ring.
We zijn in overleg met LTO over hoe deze regeling precies vorm kan Keerekrijgen. Daarna worden Pilots aan Uw Staten voorgesteld. weer
In de bestuursovereenkomst ILG is een opgave van 4063 ha (3121 Keereha voor de periode 2007-2013) functieverandering vastgelegd. Op 31 weer december 2009 was 1205 ha gerealiseerd. Voor de realisatie van de totale doelstelling (6922 ha in 2018) is een jaarlijkse toename van 635 ha nodig, voor de realisatie van de bestuursovereenkomst in 2013 715 ha per jaar. Per 1 januari 2010 is de functieverandering ondergebracht in het nieuwe subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer. Dit nieuwe stelsel is ontwikkeld met alle provincies. Onder dit nieuwe stelsel wordt gewerkt op basis van vertrouwen in de aanvrager. Voor de functieverandering is de maximale vergoeding per ha verdwenen voor inrichtingskosten waardoor ook duurdere vormen van natuurinrichting gesubsidieerd kunnen worden. Sinds dit jaar zijn de regiobureau's actiever betrokken bij de realisatie van de functieverandering. Aanvragers worden door DLG van advies voorzien rondom de inrichting en de regiobureau's zitten daarbij aan tafel om de mogelijkheden binnen het Natuurbeheerplan (kader waarbinnen kan worden aangevraagd) zo nodig aan te passen.
uw Staten vastgesteld. De geactualiseerde EHS-kaart inclusief de (deels herbegrensde) EVZ’s zijn daarin opgenomen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
ORANJE Programmering moet worden aangepast
GROEN De regeling GroenBlauwe Diensten wordt in 2010 opengesteld.
GROEN
GROEN
Op schema?
- 72 -
► Park Lingezegen
Onderwerp
Realisatie- termijn
Afronden Masterplan. Planexploitatie sluitend maken.
Onderzoek om toetsingskader ammo- Vóór medio 2008 niak gebiedsspecifiek aan te passen en naar invloed van verstorende factoren op het behalen van de instandhoudings-doelen.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat GS-lid
GROEN
Op schema?
Op 2 juli 2008 hebben uw Staten ingestemd met de bestuursoverVerdaas GROEN eenkomst. Op 3 juli 2008 is de bestuursovereenkomst getekend, waarmee onder andere is ingestemd met het Masterplan. De planexploitatie is sluitend gemaakt en wordt in de bestuursovereenkomst gebruikt als gemeenschappelijk financieel uitgangspunt. De Arnhemse gemeenteraad heeft op 29 juni 2009 besloten de bestuursovereenkomst alsnog te ondertekenen. De bestuursovereenkomst is inmiddels op 9 oktober door Arnhem ondertekend. Het masterplan is verder doorontworpen, het doorontwerp geldt als input voor de MER en intergemeentelijke structuurvisie. De MER is inmiddels opgesteld, door de stuurgroep vastgesteld en aan de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard ter aanvaarding aangeboden. De integemeentelijke structuurvisie is nagenoeg gereed en wordt op 11 december in de stuurgroep besproken. Ook het voorontwerp bestemmingsplan is nagenoeg gereed en wordt in januari besproken in de stuurgroep. Naar verwachting worden MER, ISV en VBP half februari ter inzage aangeboden. De regeling voor het Openbaar Lichaam (OL) is in concept klaar. Voor oprichting van het OL moeten nog een aantal zaken zoals de openingsbalans en een meerjarenbegroting opgesteld worden. Naar verwachting wordt het OL begin 2010 opgericht. Over de beheerkosten zijn in de stuurgroep afspraak gemaakt.
Het interim-toetsingskader ammoniak en Natura 2000 (GS 27 juli Keere2009) is van kracht tot aan vaststelling van de beheerplannen Natu- weer ra2000. In de beheerplannen zal daar waar mogelijk het toetsingskader stikstof gebiedsgericht worden uitgewerkt. Diverse onderzoeken zijn uitgevoerd om zicht te krijgen op herkomst en omvang van stikstofdepositie in Gelderland. De kaders voor de gebiedsgerichte uitwerking worden met belangenpartijen besproken in het bestuurlijk overleg stikstof en Natura2000 Gelderland. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat alleen de combinatie van gebiedsgericht- en generiek beleid zal leiden tot een substantiële daling van de achtergronddepositie. De Minister van LNV heeft daarom het voortouw genomen om met de verantwoordelijke bevoegde gezagen (provincies, ministeries en gemeenten) bindende afspraken te maken om de benodigde daling van de stikstofdepositie op termijn te realiseren (Programmatische Aanpak Stikstof). De resultaten van het bestuurlijk overleg Gelderland zullen de Gelderse input vormen voor de landelijke Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Wij zullen onze programmering aanpassen aan de nieuwe tijdslijn die is ingezet om een zorgvuldig planproces vorm te kunnen geven.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 73 -
GROEN
► Duurzame/biologische landbouw
Bedrijfsadvisering vormt een onderdeel van duurzaam ondernemen. KeereIn 2009 zijn 8 aanvragen voor advisering verwerkt. In veel gevallen weer vormen de adviezen de eerste stap voor concrete aanvragen voor bedrijfsverplaatsing grondgebonden landbouw en glastuinbouw. In het kader van de uitvoeringsagenda 2007 is € 500.000 beschikbaar gesteld voor bedrijven die zich hebben aangemeld voor de rijksregeling voor subsidie op gecombineerde luchtwassers. Deze regeling was overtekend, zodat 17 van de 31 Gelderse aanmeldingen niet gehonoreerd konden worden. Met de aanvulling van € 500.000 kunnen alle uitgelote Gelderse bedrijven een subsidie krijgen. Aanvullende screening heeft uitgewezen dat 11 van de 17 bedrijven daadwerkelijk in aanmerking komen. Eén daarvan heeft zich teruggetrokken. De totale som van de beschikte bedragen is € 432.082. Aan één bedrijf is subsidie uitgekeerd, de overige hebben
Ondersteunen kennisbijeenkomsten, verstrekken bedrijfsadviezen.
Stimuleren luchtwassers voor aanpak al in 2007 van geur-, ammoniak- en fijn stofproblematiek.
Keereweer
In 2009 de periode 2007- 31 december 2009 is aan 154 aanvragen Keerevoor € 6,9 miljoen subsidie verstrekt (PMJP provinciale en rijksmid- weer delen, Plattelandsontwikkelings-programma (EU-middelen) en overige provinciale middelen). In 2009 is aan 52 aanvragen voor € 3 miljoen euro subsidie toegekend (innovatie/milieu en verbreding). Er zijn in de achterliggende periode geen projecten ingediend voor de ontwikkeling van biologische landbouw, die aansluiten bij de Subsidieregeling Vitaal Gelderland. We wensen de biologische landbouw in Gelderland wel extra te stimuleren. Inmiddels heeft ons college op 10 november jl. een statennotitie vastgesteld.
Investeringen in Innovatie en milieu, en verbreding en betuwse Bloem
GROEN
GROEN
GROEN
Op korte termijn
► Agrarische sector en 100 extra boeren subsidie verstrekken In 2008 ca. 10 boeren. De provinciale regeling maakt deel uit van de Rijksregeling. Voor Keeresteun aan jonge boeren uitgelote Gelderse bedrijven die aan de criteria voldoen, zijn midde- weer len beschikbaar voor het geval dat het rijksbudget niet toereikend is. De Rijksregeling is van 1 juni tot 15 juli opengesteld. Er blijkt geen beroep op de provinciale middelen nodig.
GROEN
Op schema?
GROEN
Keereweer
GS-lid
De groen-blauwe zone Bergerden is ingericht. De aanbesteding van Keerehet fietspad langs de Huissense Zeeg start in december zodat in het weer voorjaar opdracht gegeven kan worden voor de uitvoering. DLG heeft opdracht gekregen om bebordingen en markeringen in het park aan te brengen. De bebordingen en markeringen worden begin 2010 geplaatst.
Er is ruim 240 ha grond aangekocht voor het park.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Realiseren van eco-zones langs de Linge en langs enkele zegen, fietspaden, bebording en markering.
Realisatie- termijn
Afspraken over de bijdragen zijn vastgelegd in de bestuursovereenkomst. De gemeenteraad van Arnhem heeft op 29 juni besloten de bestuursovereenkomst te ondertekenen. Inmiddels is de bestuursovereenkomst door Arnhem op 9 oktober ondertekend. Het college van Nijmegen onderzoekt op verzoek van de raad op welke wijze zij weer kan aansluiten bij de parkorganisatie.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
Bestuurlijk overleg met Nijmegen, In 2007 Over Betuwe, Lingewaard en Arnhem voor substantiële bijdrage eerste uitvoeringsfase.
Onderwerp
- 74 -
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat GS-lid
Niet alle Gelderse PKB-projecten bevinden zich in dezelfde fase van Keereuitvoering. Voor de projecten Veesen Wapenveld, Ijsselsprong ( weer dijkterugleggingen Cortenoever en Voorsterklei), Munnikenland, Drutensche en Huissensche waarde is het voorkeursalternatief van de inrichtingsplannen in beeld en start de procedure naar Wro besluit en vergunningen. Andere projecten zoals uiterwaardenvergravingen,
Voor drie glastuinbouwclusters wordt een energievisie opgesteld; Keeretwee zijn in uitvoering (Bergerden/Huissen-Angeren en Voorst). Een weer derde visie is in voorbereiding (Tuil).
Bijdragen aan energievisie per glastuinbouwcluster.
► Ruimte voor de Rivier Voor alle projecten worden inrichtings- in 2008 en 2009 plannen afgerond.
Sinds de start is in 4 van de 5 tuinbouwclusters de publiek-private Keeresamenwerking concreet ingevuld. De vijfde is momenteel in oprich- weer ting. Drie clusters beschikken over een ketenbrede visie met uitvoeringsagenda, die de basis vormt voor diverse uitvoeringsprojecten. Voor een vierde cluster zal deze agenda in het najaar van 2009 gereed zijn. Daarnaast ligt er op overkoepelend niveau een uitvoeringsagenda. Landelijk en regionaal hebben de activiteiten geleid tot groot bestuurlijk draagvlak. Binnen de regio heeft de Betuwse Bloem veel energie losgemaakt, ook bij partijen die voorheen niet actief betrokken waren bij de tuinbouw (KvK, gemeenten). In het kader van nieuw beleid zal de procesondersteuning in 2010 worden gecontinueerd.
Betuwse Bloem: opstartfasen tuinbouwclusters en overkoepelende groep faciliteren.
Afgerond. Op aangeven van de regio’s zijn acht glastuinbouwclusters Keereaangewezen. weer Voor concentratiegebied Bommelerwaard wordt het ontwikkelingskader en uitvoeringsovereenkomst in september door Gedeputeerde Staten en de colleges vastgesteld; voor Huissen-Angeren hebben Provinciale Staten en de gemeenteraad van Lingewaard dat in juli 2009 gedaan.
hun investering nog niet afgerond. Derhalve heeft de eindafrekening nog niet plaatsgehad. Daarvoor bestaat de mogelijkheid tot eind februari 2010.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
In 2007 hebben wij een stimuleringsregeling vastgesteld. In praktijk Keereblijkt deze regeling onvoldoende stimulans om de beoogde verplaat- weer sing te realiseren. Recent is de regeling, mede op basis van overleg met de sector, herzien. LNV heeft ingestemd met de regeling. Na goedkeuring door Brussel kan deze eind 2009 operationeel zijn. Voor de herziene regeling bestaat veel belangstelling. Hoewel de kredietcrisis tot voorzichtigheid maant in de tuinbouwsector, is op grond van de vigerende regeling momenteel 1 aanvraag voor verplaatsingssubsidie ingediend en wordt gewerkt aan de voorbereiding van de verplaatsing van nog eens 13 bedrijven. De belangstelling voor deze regeling groeit. LNV heeft de Bommelerwaard als een van de 10 voorbeeldgebieden in het land aangewezen voor de aanpak van verspreid liggend glas.
eind 2007
Realisatie- termijn
Stimuleringsregeling verplaatsing van In 2007 solitair glas naar de concentratiegebieden en regionale clusters.
► Herstructurering Vaststelling regionale clusters glasglastuinbouw/ innovatie tuinbouw tuinbouw
Onderwerp
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
GROEN
Op schema?
- 75 -
Onderwerp
GROEN
We hebben effectief geopereerd richting Rijk. Dit heeft ertoe geleid Keeredat er landelijk extra middelen worden ingezet. De vereiste veiligheid weer van de waterkering wordt daarmee op orde gebracht. De middelen zijn vastgelegd in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De waterkeringen in onze provincie zijn in dit programma opgenomen.
In 2007
Lobbystrategie om met het Rijk afspraken te maken over beschikbaar komen extra middelen.
Peters
Verdaas
Keereweer
GROEN
Op schema?
We hebben na overleg met onze externe partners in 2008 een hoogwatervisie opgesteld. Door middel van verschillende projecten wordt hier uitvoering aangegeven. Voor het project Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is in voorbereiding de projectbeslissing hoogwatergeul en goede inpassing is de omgeving. Klaar begin 2011. We hebben de adviesnota over de voorkeursvariant en de agenda gebiedsontwikkeling in september 2009 voor advies voorgelegd aan de betrokken besturen. De voorkeursvariant zal in januari 2010 aan de staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat worden aangeboden. Voor de Waal wordt via het project WaalWeelde gezocht naar maatregelen voor duurzame veiligheid, gekoppeld aan ruimtelijke kwaliteit, Natura 2000 opgaven en lokale ruimtelijke impulsen. 14 Van de 15 Waalgemeenten hebben een intentieovereenkomst getekend. Er is een visie ontwikkeld en een Investeringsprogramma in voorbereiding Voor de IJsselsprong worden dit jaar afspraken gemaakt met het Rijk om het project in één keer uit te voeren. Tevens wordt een samenwerkingsovereenkomst (SOK) tussen de overige partners opgesteld. Daarmee komt het project in een volgende uitvoeringsfase. Wij gaan met ingang van december 2009 de projectleider leveren. Voornoemde projecten maken integraal onderdeel uit van het Programma Gelderse Gebiedsontwikkeling.
GS-lid
Met de waterschappen, gemeenten en Klaar voor 2008 burgerorganisaties komen tot een Gelderse aanpak voor extra veiligheid. Na overeenstemming met het Rijk vanaf 2009 uitvoering.
kribverlagingen en dijkversterkingen zijn nog niet zo ver. Deze meer technische maatregelen kennen een kortere uitvoeringsprocedure.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
GROEN
Realisatie- termijn
Eerste maatregelen nemen om gevol- In deze bestuursperio- De dijkversterking op basis van de Deltawet Grote Rivieren is nage- Keeregen overstroming te beperken. de noeg afgerond (Westervoortsedijk in eindfase). De dijken, die als weer onvoldoende uit de toetsing zijn gekomen, zijn opgenomen in het hoogwaterbeschermingsprogramma. Een groot gedeelte is inmiddels verbeterd. De resterende projecten zijn in uitvoering of in voorbereiding.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 76 -
► Waterkwaliteit
► Verdroging
Onderwerp
Realisatie- termijn
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Het Statenvoorstel voor inzet van groene en blauwe diensten is Keerevastgesteld. Die diensten zijn o.a. in te zetten voor bescherming van weer de grondwatergebieden. De vorig najaar ondertekende samenwerkingsovereenkomst met Vitens “Duurzame Drinkwatervoorziening
Door het afsluiten van de waterovereenkomsten is er nu sprake van Keerebesteding ten behoeve van de bestrijding van de verdroging. Na het weer verkrijgen van helderheid over mogelijkheden voor grondaankoop zullen met de waterschappen nadere afspraken worden gemaakt. Daarnaast is een Statenvoorstel in voorbereiding waarin voor Vitens een beschikking zal worden opgenomen over antiverdrogingsdoelstellingen t/m 2015.
Voorstel bredere inzet Grondwaterhef- Eind 2007 fing ter financiering van antiverdrogingsmaatregelen
Met waterleidingbedrijf Vitens een uiterlijk 2008 samenwerkingsovereenkomst over maatregelen voor duurzame bescherming van onze waterwingebieden, met
Van zes gebieden wordt in de periode t/m 2013 geen uitvoering Keereweer verwacht, behoudens interne maatregelen. In veel gebieden zal gezien de moeilijke grondposities gedeeltelijk herstel plaatsvinden in de periode t/m 2013. De uitvoering van interne maatregelen kan veelal wel worden uitgevoerd, zoals opgenomen in de contracten met het Geldersch Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer.
GS-lid
Voor de overige 25 TOP-lijstgebieden In 2011 projecten in planvormingsfase of in uitvoering.
10 integraal herstelde natuurgebieden Deze be-stuursperiode De stand van zaken en de haalbaarheid van de uitvoering in de TOPvan de TOP-lijst, is 1.000 ha verlijstgebieden is onderzocht. Slechts een deel van de uitvoering lijkt droogde natuur hersteld. haalbaar voor 2014. Voor de voortgang van projecten zijn 3 factoren belangrijk: een vastgestelde visie van het waterschap op de gewenste watersituatie (GGOR), de middelen voor in- en externe maatregelen en ten derde de grondposities. De waterschappen hebben twee van de 35 GGOR-en voor de TOP-lijstgebieden vastgesteld; er zijn afspraken met de waterschappen gemaakt over het vaststellen van de benodigde GGOR-en eind 2010. De voortgang van de GGORprocessen is echter beperkt, door een combinatie van onzekerheid over beschikbare middelen (o.a. voor grond), soms weerstand in het gebied en een beperkt bestuurlijk draagvlak bij de waterschappen. De plekken waar ernstige vernatting zal optreden zijn veelal begrensd als nieuwe natuur, maar het verwerven van grond op de goede plek is lastig en kostbaar (omdat vaak bedrijven moeten worden gekocht). De middelen voor inrichtingsmaatregelen in de TOPgebieden zijn voldoende aanwezig en naar de terreinbeheerders ook beschikt. In de contracten met de waterschappen zijn voor 5 TOPgebieden afspraken vastgelegd over uitvoering van maatregelen voor 2014. Er zijn ook voldoende middelen beschikbaar voor waterschapsmaatregelen bij de TOP-gebieden waar uitvoering voor 2014 haalbaar lijkt. De mogelijkheden ten aanzien van het verder verwerven van grondposities zijn op dit moment niet duidelijk. Er worden wel maatregelen uitgevoerd, maar dan vooral binnen de natuurterreinen zelf. Er is 1 project klaar (Bruuk) en 2 projecten zijn voor een groot deel afgerond (Hagenbeek , Groote Veld). In 2011 zullen enkele gebieden zijn afgerond.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
GROEN
GROEN
GROEN
ORANJE Het aantal van 10 integraal herstelde natuurgebieden van de TOP-lijst wordt niet gehaald. Het aantal van 1.000 ha verdroogde natuur hersteld wordt waarschijnlijk wel gehaald .
Op schema?
- 77 -
► Uit Actieplan Reces- Regionaal centrum kennis, innovatie sie: Agrosector en technologie Betuwse Bloem Versnellen herstructurering glastuinbouw
Aanleg ecoducten op de Veluwe Uitvoering Nationale landschappen
2009 en 2010
2009 en 2010
2008
Vanaf 2008 meerjarige lumpsum afspraken maken dan wel subsidiecontracten afsluiten.
► Uit Actieplan Recessie: Natuur
Nog in 2007
Nieuwe regeling naar uw Staten
► Lumpsum financiering
Eind 2007
Realisatie- termijn
Analyse resultaten projecten en voorstel doorgaan ja/nee.
groene en blauwe diensten.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Waterketen
Onderwerp
GS-lid
Ondernemers hebben het RCT Rivierenland opgericht, dat zich inzet Keereom de innovatie te stimuleren, o.a. met de door de provincie beweer schikbaar te stellen gelden uit het Actieplan Recessie. De stichting heeft haar programmaplan gereed. Dit plan is de basis voor de be-
GROEN
GROEN
GROEN
Zie bij Provinciaal meerjarenprogramma Vitaal Gelderland, bovenaan Keereonder 8. weer Ecoducten: in mei 2009 is het project ‘Ecoducten’ gegund. Rijkswa- Keereterstaat is de opdrachtgever van dit project. De gunning is op basis weer van Design and Construct; de aannemer bepaalt zelf de volgorde van bouw. Het project bevat de bouw van 6 ecoducten op de Veluwe en 3 in andere provincies. Het jaar 2009 stond in het teken van de voorbereiding van de bouw, in 2010 gaat het er echt van komen. De aannemer begint in Nijverdal voorjaar 2010; in april is de start van het eerste Veluwse ecoduct voorzien, Petrea bij Heerde. In 2010 volgt - mits alle procedures afgerond zijn – de bouw van alle andere Veluwse ecoducten. Voor 4 van de 9 ecoducten zijn de bestemmingsplannen onherroepelijk. Voor 2 is dat op korte termijn te verwachten; voor 2 ecoducten op de Veluwe, Middachten en Oud Reemst, is de procedure pas net gestart. Uitvoering Nationale Landschappen: in 2009 werd een groot aantal projecten voor subsidie ingediend. Het waren allemaal projecten waarmee kernkwaliteiten van de nationale landschappen worden versterkt. Door het grote aantal projecten moest in november een subsidieplafond worden vastgesteld.
GROEN
GROEN
Op schema?
Keereweer
Gereed. Op 9 januari 2008 is de Subsidieregeling meerjarenprogramma’s Gelderland vastgesteld.
Uw Staten hebben besloten de ondersteuning en facilitering van de Keereregio's bij de samenwerking in de waterketen voor te zetten weer (PS2008-542) door ambtelijke ondersteuning van de regio's in 2008 en 2009 te subsidiëren en door in 2009 initiatieven te subsidiëren die een vergaande stap in de samenwerking mogelijk maken. De regio's voeren met behulp van de ambtelijke ondersteuning uitvoeringsplannen voor 2008 en 2009 uit met daarin concrete samenwerkingsprojecten. In aanvulling daarop is een negental initiatieven ingediend, gericht op meerjarige samenwerking. U heeft subsidie toegekend aan deze initiatieven in uw PS-vergadering van 23 september. Uitvoering van de initiatieven gebeurt in 20009/2010. Wij verwachten dat nog meer initiatieven zullen volgen in 2009/2010.
Gelderland 2008-2015” voorziet in de aanpak van diffuse bronnen bij vier kwetsbare winningen. Er worden voor medio 2010 gebiedsdossiers opgesteld van deze winningen en daarna wordt een maatregelpakket opgesteld. De overeengekomen maatregelen zullen voor 1 januari 2016 worden gerealiseerd.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 78 -
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
9. Openbaar vervoer
Pijler IV Verbinden door mobiliteit
GROEN
Op schema?
Bij de bestaande concessies wordt geen onderscheid gemaakt tus- Van ORANJE sen aansluiting van nieuwe of bestaande bedrijventerreinen op het Haaren OV-net. Gezien de middelen voor de concessies is gekozen voor die terreinen, waarbij OV-bereikbaarheid het meest effectief was In de nieuwe concessies zijn gelet op de middelen voor die concessies geen eisen opgenomen voor de OV-bereikbaarheid van bedrijventerreinen. Wel is er een optie over opgenomen. Afhankelijk van de offerte en de beschikbare middelen zal de optie al dan niet gelicht worden. Helderheid hierover is na gunning van de concessies in
Keereweer
GS-lid
Regelen hoe nieuwe bedrijventerrei2011 nen als voorwaarde bereikbaar worden per openbaar vervoer, via lopende concessies en bij nieuwe concessies
De bemonstering van de baggerspecie heeft plaats gevonden. Het project is beschikt. Uitbaggering vindt dit najaar plaats, zodat in het voorjaar van 2010 de rivier bevaarbaar is.
schikking van de eerste fase. In het voorjaar 2010 zal een concreet investeringsprogramma zijn opgesteld op basis waarvan de tweede fase beschikt kan worden en de uitvoering van start kan gaan. In het kader van het Actieplan Recessie is versneld € 11 miljoen voor de herstructurering van de glastuinbouw beschikbaar gesteld. Hiermee komt het totale budget op € 12,5 miljoen. Op 8 juli hebben uw Staten ingestemd met de verdeling van de middelen. € 4 miljoen is beschikt voor de gemeente Lingewaard ten behoeve van de herstructurering Huissen-Angeren. Dit najaar is het ontwikkelingskader en de organisatiestructuur voor de herstructurering in de Bommelerwaard vastgesteld door de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, het Waterschap en Provincie. Een kwartiermaker is bezig met de inrichting van de uitvoeringsorganisatie.. Voor de overige onderdelen zijn aanvragen ingediend of in voorbereiding. Nog onduidelijk is wat de gevolgen van de recessie in de glastuinbouw zijn op de investerings- bereidheid en of bedrijven in staat zijn de financiering rond te krijgen. Vooralsnog lopen de ons bekende projecten door. Voor sommige onderdelen (klimaatgeld, clusters, bedrijfsverplaatsingen) geldt, dat de plannen inhoudelijk op schema liggen, maar dat middelen die voor 2009 zijn gereserveerd pas in 2010 besteed kunnen worden, o.a. omdat de regeling voor bedrijfsverplaatsing nog niet door Brussel is goedgekeurd.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Vanwege ontwikkelingen op het vlak van bedrijventerreinen is in Van GROEN overleg met u afgesproken dat er een structuurvisie bedrijventerrei- Haaren nen zal worden gemaakt. Najaar 2009 is de ontwerp-structuurvisie bedrijventerreinen door ons college vastgesteld. Hierin zijn de eisen voor bereikbaarheid van nieuwe bedrijventerreinen met OV opgenomen.
2009 en 2010
Realisatie- termijn
Voor locatiekeuze voor nieuwe bedrij- 2008 venterreinen voorwaarden stellen voor OV bereikbaarheid
► Uit Actieplan Reces- Uitbaggeren Korne te Buren sie: Water
Onderwerp
- 79 -
Bij werkzaamheden aan provinciale wegen krijgen gedupeerde reizigers een alternatief. Streven naar gratis Openbaar Vervoer. In beeld brengen waar vormen van gratis OV bij werkzaamheden tegemoet komen aan de wensen van de weggebruiker.
Van In beeld brengen 2007 In 2008 zijn criteria ontwikkeld om te bepalen of en zo ja, bij welke GROEN uitvoeren 2008-2011 projecten gedupeerde reizigers een alternatief geboden kan worden. Haaren Momenteel wordt een pilot uitgevoerd rond wegwerkzaamheden N348 (deel 1) en N302 (2009). Volgend jaar wordt dit vervolgd bij deel 2 van de N348 en bij de N344. In 2010 wordt dit geëvalueerd. In 2008 is een succesvol project uitgevoerd bij Veenendaal_de Klomp (busjes naar bedrijventerreinen Ede) en inmiddels onderdeel van de aanbesteding Veluwe. In het kader van de wegwerkzaamheden bij de N302 is heel 2009 werknemers van bedrijven op Lorentz ook extra busvervoer tegen laag tarief aangeboden (voor verbinding Nunspeet-Lorentz- Harder-
Het operationaliseren van een derdebetalerssysteem is complex en Van GROEN sterk afhankelijk van de bereidheid van gemeenten, bedrijven en/of Haaren maatschappelijke instellingen (bijv. scholen) om mee te betalen. VCC is begin 2009 gevraagd het advies verder aan te scherpen en vooral een toets te doen op uitvoerbaarheid. Het rapport is eind 2009 opgeleverd. Uitvoering volgt via afspraken uitvoeringsconvenanten taskforce mobiliteitsmanagement.
Van GROEN Haaren
In 2007
Voor bedrijventerrein Lorentz in Harderwijk een (wellicht provisorisch) transferium met pendelbusjes.
April 2009 is het tijdelijk transferium inclusief een voorziening voor fietsnatransport geopend. Het gebruik van het fietstransferium (150 deelnemers) is succesvol. Eind 2009 is gestart met een evaluatie met de vraag of fietsmogelijkheden hier ook structureel worden aangeboden. Evaluatie en besluit over een eventueel vervolg op deze of andere locaties volgt begin 2010.
Doorlichting heeft in 2008 plaatsgevonden. Voor een vijftal prioritaire Van GROEN Haaren locaties is een pilot gestart met een gerichte mobiliteitsaanpak. De uitvoering loopt grotendeels via uitvoerings-convenanten taskforce mobiliteitsmanagement. Daarnaast zijn de resultaten meegenomen als input voor de optie “ontsluiten bedrijventerreinen” in de nieuwe OV-concessies
Op schema?
2007
GS-lid
Bestaande terreinen doorlichten op aanwezigheid OV of mobiliteitsmanagement.
eerste kwartaal 2010.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 We zijn continu in overleg met gemeenten en bedrijven om toepas- Van GROEN baarheid van mobiliteitsmanagement te bespreken. Diverse projec- Haaren ten zijn uitgevoerd, zoals bedrijventerrein Pavijen in Culemborg, Beatrixpark in Winterswijk, aanpak mobiliteitsmanagement rondom Ede. Een succes is de inzet van de Medelbus welke goed bezet is. De Medelbus wordt ook als voorbeeldproject genoemd op de site van het kennisplatform verkeer en vervoer. Voor Gelderland zijn nu in vier regio's uitvoeringsconvenanten i.k.v. taskforce mobiliteitsmanagement, te weten: Stadsregio ArnhemNijmegen, Stedendriehoek/A1, Vallei/Verder via Veluwe, Zuidelijke Vallei/WERV. Per regio worden nu diverse projecten i.s.m. bedrijfsleven opgepakt (einde 2010/begin 2011 af te ronden).
Realisatie- termijn
Bij bereikbaarheid van bedrijventerrei- 2007 – 2011 nen betrekken wij de bedrijven d.m.v. parkmanagement enerzijds als "derde betalers", anderzijds door invulling mobiliteitsmanagement
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Betaalbaar openbaar Vervoerscoördinatiecentrum Oost gaat Verken-nen 2007 vervoer kansrijke cases "derdebetalerssysteem" verkennen en op de Uitvoeren 2008 rails zetten.
Onderwerp
- 80 -
Realisatie- termijn
Eind 2007
2007
Experimenteren met geïntegreerd In 2007, invoering in netwerk snelnet, regionet en regiotaxi 2008 in landelijke gebieden tegen OV-tarief.
Acties voor WMO-gerechtigden in Ede, Apeldoorn en de Achterhoek.
Tariefacties uitvoeren voor scholieren Inventarisatie 2007 van 13 - 17 jaar en in de daluren voor uitvoe-ring 2008 en kinderen tot 6 jaar, 65+ en mensen verder met een beperking.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Innovatie en kwaliteit Innovatieve en hoogwaardige OVopenbaar vervoer projecten.
Onderwerp
GS-lid
Op schema?
Diverse marktpartijen zijn van 2007/2009 uitgenodigd en uitgedaagd Van GROEN om plannen en voorstellen voor vernieuwende projecten in te dienen. Haaren In totaal zijn er meer dan 180 ideeën ingediend waarvan in totaal uiteindelijk 59 projecten ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd of nog in uitvoering zijn.
Als eerste stap op weg naar een geïntegreerd netwerk wordt Regiotaxi als pilot na 19.00 uur ’s avonds en in het weekend tegen een zonetarief van € 1,- aangeboden. Door de pilot is er een flinke groei (ca. 40%) te constateren in de betreffende periodes, met name in de gebieden met weinig openbaar vervoer. Het streven naar een geïntegreerd netwerk komt ook tot uitdrukking in het advies via het callcenter van de regiotaxi de reiziger te informeren over de mogelijkheden om gebruik te maken van en/of over te stappen op het reguliere OV (snelnet/regionet).
GROEN In het kader van de aanbesteding van het openbaar vervoer worden Van de vervoerders uitgenodigd met voorstellen te komen voor het collec- Haaren tief vervoer ’s avonds en in het weekend in het landelijk gebied. Dit onderwerp wordt in samenhang met de uitkomsten hiervan verder vormgegeven.
De pilot Vrij Reizen voor WMO-ers in de Achterhoek, Ede, Apeldoorn Van GROEN is na een looptijd van een jaar dit voorjaar afgesloten. Er is sprake Haaren van een toename van het OV-gebruik door WMO-ers, maar tevens bleek dat 40% van de WMO-pashouders maakte voor de proef al gebruik maakte van het OV. Dat percentage is door de proef gestegen tot 50%. In het proefgebied gaat het om 20.000 WMOpashouders. De resultaten zijn inmiddels bestuurlijk besproken met de Gelderse regio’s. Een voorstel voor het vervolg gericht op het OV-gebruik door WMO-ers wordt uitgewerkt.
In het kader van het 125-jaar oude spoor Tiel Arnhem zijn gedurende 125 dagen acties voor goedkoop OV voor jongeren tot 12 jaar en gratis OV voor 65+ uitgevoerd. Dit jaar is een zomerkaart voor 12-17 jarige is geïntroduceerd en de acties gericht op promotie van het gebruik van de OV-chipkaart zijn gestart. De statennotitie over de evaluatie van de reeds uitgevoerde projecten is door ons eind 2009 vastgesteld.
In Rivierenland is een project gestart voor leerlingen uit groep 8 van Van GROEN alle lagere scholen om hen kennis te laten maken met het openbaar Haaren vervoer. Dit wordt nu verder uitgerold over de provincie.
wijk). Het aantal passagiers is te beperkt, zodat deze extra bus vanaf 1 februari 2010 niet langer rijdt. Een project in verband met werkzaamheden op de A2 is in voorbereiding.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 81 -
Onderwerp
Start in 2010
Concessies Rivierenland en Achterhoek met aardgasbussen
GS-lid
Op schema?
Door een nieuwe manier van aanbesteden is dit een keuze voor marktpartijen geworden en sturen we daar als provincie niet meer op.
In de aanbestedingen wordt ingegaan op CO2 reductie en wordt aan Van GROEN de inschrijver(s) gevraagd hieraan invulling te geven. Haaren
De betreffende vulstations waren gekoppeld aan het oude Program- Van ma van Eisen voor de OV-concessie Rivierenland, waarin aardgas- Haaren bussen werden voorgeschreven. Deze aanbesteding is afgebroken. In de nieuwe concessies is gekozen voor functioneel aanbesteden (doel- in plaats van middelvoorschriften) waardoor het aan marktpartijen is om al dan niet met aardgasbussen te gaan rijden.
Voor de aanbestedingen is door ons een strategisch uitgangspunten Van GROEN document opgesteld met daarin tevens de kaders rond milieunorme- Haaren ringen. Dit document is begin februari 2009 met uw Staten besproken en ondertussen in de bestekken voor de nieuwe aanbestedingen Achterhoek, Rivierenland en Veluwe verwerkt. Algemeen geldt dat we voor de normen wat betreft geluid en uitstoot van gassen de nationale wetgeving en Europese richtlijnen volgen. Daarnaast zetten we in op CO2-reductie met 15 tot 40%. Concrete projecten die reeds uitgevoerd zijn: • Het plaatsen van een groot aantal roetfilters. • De nieuwe regiotaxi vervoerder voor de Noord-Veluwe vragen we actieve medewerking rond initiatieven zoals aardgas en/of biogas. • Begin 2009 heeft de introductie van de Whisper in de stadsdienst Apeldoorn plaatsgevonden. Dit betreft een op andere wijze aangedreven bus met hogere energie-efficiëntie (inmiddels gewaardeerd met een internationale prijs).
Er is een evaluatie uitgevoerd van het innovatieprogramma, die door GS eind 2009 is vastgesteld. Conclusie is dat een directe relatie met reizigersgroei niet te leggen is (is afhankelijk van veel meer factoren). Wat betreft de verbetering van de basismobiliteit is een doorbraak bereikt door vormgeving regiotaxi Gelderland. Daarnaast heet het programma ervoor gezorgd dat in Gelderland een aantal vernieuwende initiatieven zijn ontplooid zoals Ervaar het OV.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Uitvoering "Poorten naar de Randstad" Verkenning 2007-2008 In het kader van Poorten naar de Randstad zijn vier stationlocaties Van GROEN uitvoering 2009 - 2010 aan de westrand van Gelderland in beeld als overstaplocatie (van Haaren weg op spoor). Het betreft Geldermalsen, Veenendaal / De Klomp, Barneveld Noord en Harderwijk (Nijkerk/Corlear). Deze locaties kennen elk hun eigen ontwikkelritme en uitwerking. Dit is mede afhankelijk van partners als gemeenten en NS. Er is tot op heden vooral sprake van kleinschalige verbeteringen. Er is nog geen sprake van integrale verkenningen/gebiedsvisies met bijbehorende investeringen. Een belangrijke reden is dat de NS vanwege de recessie op korte termijn maatwerk wil leveren en vooralsnog niet gaat voor grote investeringen • Voor Barneveld-noord is een samenwerkingsovereenkomst
2008
Nieuwe conces-sies
Realisatie- termijn
Voor aardgasbussen vijf vulstations realiseren
In concessies normen op het gebied van geluid, uitlaatgassen en energieefficiëntie
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 82 -
Onderwerp
Realisatie- termijn
GS-lid
Op schema?
Van ORANJE kend. ProRail heeft eind 2009 beschikkingsaanvraag bij Min V en W Haaren ingediend. Eind 2009 heeft Min Ven W de definitieve goedkeuring voor de bouw van Station Hoevelaken verstrekt. Zowel voor Hoevelaken (definitief) als Barneveld-zuid (concept) is een voorontwerp gereed. Voorbereidende werkzaamheden zijn gestart en bestemmingsplanprocedures worden nu doorlopen. Realisatie van beide stations wordt in 2011 verwacht.
Het onderzoek naar de potentie van een station Barneveld-noord aan Van ORANJE het hoofdspoor is eind 2009 opgeleverd. Rijk en provincie hebben Haaren is enigszins vertraagd subsidie verleend aan de ondertunneling. Begin 2010 zullen wij hierover een notitie vaststellen. Normen over toegankelijk materieel vormen onderdeel van bestaan- Van GROEN de en nieuwe busconcessies. In regiotaxicontracten is dit nog niet Haaren mogelijk vanwege het ontbreken van toegankelijke taxibussen op de markt. Om verbetering te brengen in de toegankelijkheid van het kleimaterieel (Regiotaxi, buurtbus) is in het kader van het recessieplan 2 miljoen vrij gemaakt. In 2010 zal een proef worden gehouden met prototypen van een toegankelijke, lagevloer minibus. Vervolgens zal de implementatie van toegankelijk kleinmaterieel (volgens het meeste geschikte ontwerp) in bestaande contracten/concessies worden ondersteund door subsidiëring van de meerkosten ten opzichte van standaard (ontoegankelijk) materieel. Bij de nieuwe aan-
Verkenningen nieuwe stations Barne- Verkenningen 2007 veld-Noord aan de lijn Amersfoort– 2008 Apeldoorn en Nijkerk Corlaer.
In nieuwe concessies voorwaarden Voorwaarden 2007 Aanpassingen 2008 voor toegankelijk materieel voor met name 65+ en mensen met een beper- 2011 king. Haltevoorzieningen zijn sociaal veilig en aangepast op 65+ en mensen met een beperking
Barneveld-zuid in 2007 De samenloopovereenkomst vanwege station Hoevelaken, is gete-
Bij Veenendaal / De Klomp zijn verbeteringen aan het voorVan GROEN plein/busplein gerealiseerd . Bij alle stations zullen verder fietsenstal- Haaren lingen (evt. OV-fiets) worden geplaatst.
•
•
•
getekend tussen NS en gemeente Barneveld om ontwikkelingen in stationsgebied gezamenlijk op te pakken. Toezegging rijk omtrent financien is binnen. Voortouw uitvoering ligt nu bij het rijk en gemeente. De kleinschalige werkzaamheden bij Veenendaal / De Klomp zijn uitgevoerd. De ontsluiting van de A12 naar station Veenendaal-De Klomp zal in de huidige planning eind 2010/begin 2011 gerealiseerd zijn. De uitbreiding van Randstadsspoor naar Harderwijk (4 maal per uur treinen van en naar Randstad, ook voor tussenliggende stations) is technisch mogelijk. na de toezegging voor cofinanciering van provincie en gemeente is gestart met een planstudie die eind 2010 zal zijn afgerond. (De locatie Nijkerk-Corlaer blijft als reserve-locatie vooralsnog in de lucht. Geldermalsen:Aan westzijde van station Geldermalsen starten binnenkort bouw van traverse en verdere inrichting (parkeren) van het westplein.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Nieuwe stations en transferia zoals Hoevelaken en Barneveld-Zuid.
Kwaliteitsverbetering bestaande stati- Uitvoering 2008 – ons zoals Geldermalsen, Harderwijk, 2011 Barneveld Noord, Veenendaal de Klomp.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 83 -
Onderwerp
2007 – 2011
"Dynamische reisinformatie" op de Valleilijn en Stedendriehoek.
2007 – 2011
We bezien hoe we de bereikbaarheidsknelpunten Nijmegen en Apeldoorn met OV-maatregelen kunnen helpen oplossen.
2007-2011
Corridor realisatie eind Realisatie van opwaardering van de corridor Apeldoorn-Zwolle (Ve2010 luwelijn) is voorzien eind 2010. Deze corridor is voorgeschreven in de nieuwe concessie (december 2010).
Verdere uitbouw hoogwaardig openbaar vervoer in en tussen steden en corridors.
Station Arnhem Centraal
2007 - 2011
Investeringen in het snelnet
GS-lid
Op schema?
Van GROEN Haaren/ Peters
Van Stedendriekhoek: Behoudens een enkele storing is er sprake van GROEN een goed technisch systeem van het bieden van actuele mulitmodale Haaren reisinformatie aan automobilisten op de A1. Het tonen van de "autotijd" op de dynamische borden is complex en niet altijd betrouwbaar. Een evaluatie van het systeem is in gang gezet en begin 2010 volgt, op basis van deze evaluatie, een besluit over een eventueel structureel vervolg. Valleilijn: De DRIS-informatiepanelen zijn gerealiseerd en operationeel. De aanlevering van data door de vervoerders verloopt thans kwalitatief goed en tamelijk stabiel. De actuele gegevens worden aan het publiek getoond. Een evaluatie van het systeem is uitgevoerd en een vervolgvoorstel voor DRIS zal naar verwachting eerste helft
In 2009 is door regio en Rijk de financieringsproblematiek voor het nieuwe station Arnhem opgelost, waardoor medio 2013 het nieuwe station gereed zal komen. In novenber 2009 heeft u ingestemd met een extra aanvullende provinciale subsidie van € 8,5 miljoen.
Wij hebben een substantiële bijdrage geleverd aan de kosten van de Van GROEN “Waalsprinter” (filevermijding bij de Waalbrug in Nijmegen). Dit pro- Haaren ject loopt door tot medio 2009. Overeenkomstig ons besluit van 18-11-2008 is de financiële bijdrage aan het project Waalsprinter met ingang van 11 juli 2009 beëindigd. Een quick scan is uitgevoerd voor het optimaliseren van HOV tussen Apeldoorn en Arnhem. Deze is voorgelegd in de stuurgroep Regiorail Stedendriehoek. Voorstel is om de quick wins – HOV bus uit te werken. Lange termijn maatregelen worden gekoppeld aan een OVvisie Stedendriehoek.
Van GROEN Haaren
Het project DRIS is van de implementatie- in de beheersfase overVan GROEN gegaan. De belangrijkste problemen zijn de stabiliteit en kwaliteit van Haaren de actuele gegevens en de vervanging bij schade. Het DRIS systeem wordt thans geëvalueerd waarbij een eventueel vervolg op de thans geplaatste panelen één van de onderwerpen is.
besteding van Regiotaxi kan toegankelijk materieel standaard worden uitgevraagd. Inmiddels zijn ruim 700 haltevoorzieningen toegankelijk gemaakt in het kader van het Halteplan Gelderland. Totaal gaat het om 1100 gemeentelijke haltes en circa 500 provinciale haltes. In het kader van het recessieplan zijn er extra middelen voor het toegankelijk maken van cruciale haltes die door hun ligging om een extra financiële inspanning vragen. De informatie over toegankelijke halteplaatsen zal worden gekoppeld aan de bestaande reizigersinformatiesystemen.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Realisatie- termijn
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 84 -
10. Fiets
►Uit Actieplan Recessie: Naar voren halen openbaar vervoersmaatregelen
Onderwerp
2007 – 2011
Realisatie- termijn
Infrastructuur voor snelnetlijnen, bete- 2009 en 2010 re toegankelijkheid van openbaar vervoer, haltekommen, extra fietsenstallingen, "De Wissel" in Heerde, halte Groenendaal A50, prototype toegankelijke 8-persoons minibus
Versterken rol opdrachtgever Regiotaxi.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat GS-lid
Op schema?
Van Het verbeteren van de OV-Infrastructuur voor snelnetlijnen, betere GROEN toegankelijkheid van openbaar vervoer, haltekommen, extra fietsen- Haaren stallingen is op diverse plaatsen in voorbereiding. De extra stationswachtruimten bij Ede-Wageningen en bij Ede- centrum zijn in 2009 gerealiseerd. Aanleg van transferium Horsthoek (voorheen werknaam "De Wissel") in Heerde is in voorbereiding. U heeft in november 2009 het inpassingsplan vastgesteld. De aanpassing van de halte Groenendaal (gemeente Apeldoorn) aan de A50 door Rijkswaterstaat is oktober 2009 gerealiseerd. De ontwikkeling en introductie van een toegankelijke 8-persoons minibus: inmiddels is het programma van eisen in concept gereed. In samenwerking met de vervoerders wordt gewerkt aan het testen van toegankelijke voertuigen. Een aantal vervoerders heeft inmiddels – in nauwe samenwerking met busbouwers – een subsidieverzoek ingediend voor de ontwikkeling van prototypen. Deze prototypen (circa 6 voertuigen) zullen in maart 2010 worden ingezet binnen het openbaar vervoer en Regiotaxi. De verschillende voertuigen zullen worden geëvalueerd op gebruiksgemak en kostenaspecten. Op basis hiervan kan een definitief programma van eisen worden vastgesteld dat onderdeel uitmaakt van toekomstige OV en/of Regiotaxi aanbestedingen. De structurele invoering van toegankelijke voertuigen binnen bestaande/nieuwe concessies zal financieel worden ondersteund via een apart subsidietraject met gebruikmaking van de resterende middelen van het beschikbare budget uit het recessieplan.
Het perceel IJsselstreek is aanbesteed en aan een nieuwe vervoer- Van GROEN der gegund. Diverse pilot en verbeterprojecten zoals OV-advies bij Haaren ritaanvraag Regiotaxi, Regiotaxi bij stations en het 1 Euro tarief ’s avonds en het weekend zijn of worden thans geëvalueerd. Op basis hiervan zullen vervolgvoorstellen worden opgesteld. Projectbureau Regiotaxi is in 2009 uitgegroeid tot een professionele beheerorganisatie die actueel inzicht heeft in de prestaties op de weg en tevens goed op de hoogte is van de klantwaardering en klachten. Op deze manier kan adequaat worden gestuurd op de uitvoering door vervoerders en callcenter. Een bonus-/malussysteem werkt hiervoor ondersteunend. In 2009 is een beleidsevaluatie uitgevoerd naar Regiotaxi om te peilen hoe het staat met realisatie van de oorspronkelijke ambities. Over de resultaten zullen de Staten begin 2010 worden geïnformeerd.
2010 in Staten worden besproken In het najaar volgt een evaluatie en voorstel over een eventuele verdere uitrol van DRIS.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 85 -
In 2008
Instellen Gelders Fietsplatform.
11. Infrastructuur
Doortrekking A15
periode 2007 – 2015
Aanleg nieuwe fietspaden en maatre- 2008 – 2011 gelen gericht op veiligheid en het onderhoud van bestaande fietspaden.
Realisatie- termijn
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
► Uit Actieplan Reces- Herwen-Babberich (N811) sie: Fietspaden Fietsoversteek Malden N335 (Montferland e.o.): drie fietsoversteken; N322 (Lochem): fietsoversteek. Aanpak 26 knelpunten onveilige fietspaden
Onderwerp
Op schema?
Van GROEN Haaren
GS-lid
De startnotitie trajectnota/MER A15 is door de minister vastgesteld. Van GROEN Ook de richtlijnen zijn met enige vertraging door het Rijk vastgesteld. Haaren De milieueffectrapportage is in voorbereiding. In het bestuurlijk najaarsoverleg MIRT van 3 november is met de minister afgesproken te komen tot een versnelling van de besluitvormingsprocedure. Minister heeft zich uitgesproken voor trechtering en versnelling zodanig dat bij gereedkomen MER in 2010 meteen een standpunt kan worden ingenomen.
De voorbereiding (verkenning) van het fietsproject Herwen-Babberich Van GROEN is in volle gang. De oplossing blijkt zeer complex te realiseren, waar- Haaren door de uitvoering niet eerder kan starten dan 2e helft 2010. De kleine maatregelen aan fietsoversteek Malden zijn deze zomer gerealiseerd. De studie naar de lange termijn oplossing is afgerond. De verkenning naar de 3 fietsoversteken in de N335 loopt: de werkzaamheden zullen in kader van het groot onderhoud aan de N335 in 2010 worden uitgevoerd. De Fietsoversteek N332 (Lochem): de verkenning heeft geen knelpunt opgeleverd. De aanpak van 26 knelpunten onveilige fietspaden (uit Motie 79) is in voorbereiding. Alle preverkenningen en een aantal verkenningen zijn gereed. De overige verkenningen zijn in uitvoering. Eén kleiner project is tijdens onderhoud gerealiseerd.
Van Het fietsinvesteringsplan 2006-2008 omvat ongeveer 30 fiets infraGROEN projecten. Tot en met 2009 zijn 36 projecten gerealiseerd. Ook zijn 6 Haaren kleinere knelpunten opgelost als onderdeel van groot onderhoud. Nu zijn een aantal grote en complexe projecten in voorbereiding, die een lange doorlooptijd zullen kennen. Een voorbeeld is de realisatie van vrijliggende fietspaden langs de N800 (Kootwijkerbroek-Stroe). Het bestemmingsplan is eind 2009 vastgesteld (het bestemmingsplan fietspaden N800 staat in december op de agenda van de gemeenteraad van B’veld). Begin 2010 zal gestart worden met de laatste grondverwerving. Verder zijn wij gestart met de voorbereiding van een groot aantal (vaak kleinere) projecten voor 2010. Zie ook hieronder bij Actieplan Recessie.
Eind 2008 is de intentie om te komen tot een Gelders Fietsnetwerk ondertekend. In 2009 is een samenwerkingsconvenant ondertekend gericht op. op de samenwerking voor het onderwerp Fiets over de gehele breedte (veiligheid, recreatie etc.). Tegelijkertijd is een gezamenlijk fietsprogramma (in concept) opgesteld en aan u aangeboden. De gezamenlijke visie op Fiets en het programma vormen voor ons de basis van waaruit de komende jaren gewerkt zal worden.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
- 86 -
Onderwerp
2008
Ondersteunen onderzoek ontsluiting Harselaar richting A1.
Realisatie rondweg Lochem volgens Spoorlaanvariant (rechte brug)
2007–2011
Onderzoek en realisatie leefbaarheid- periode 2007–2011 maatregelen Huinen en kern Putten
realisatie in 2012
Westelijke rondweg Voorthuizen
In het coalitieakkoord is opgenomen dat de Spoorlaanvariant (tracé Van 2) zal worden aangelegd. MER-onderzoeken t.b.v. het inpassingsHaaren plan zijn gaande. De Flora en Fauna wet vereist echter nader en diepgaand onderzoek naar realistische alternatieve tracé's, vanwege het "Nee, tenzij" bij ontheffingverlening (roeken-kolonie, vleermuizen ea). Gemeente Lochem werkt op dit moment aan een gemeentelijk roekenbeleid. Dit beleid zal in 2010 aan de Raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Parallel daaraan bereid de provincie een voorlopige aanvraag onthef-
Proces bij inpassingsplan vraagt meer tijd; tracékeuze vraagt diepgaand onderzoek realistische alternatieven. De planning staat verder onder druk
ROOD
Van De aan het begin van deze Statenperiode gestarte studie naar geGROEN schikte maatregelen in de gemeente Putten is afgerond. De maatre- Haaren gelen op het wegvak N798 door Putten zijn in 2009 gerealiseerd, met uitzondering van de rotonde Van Geenstraat. Deze wordt samen met de reconstructie van de N303 door Huinen in 2010 gerealiseerd. Daarnaast zijn er enkele aanvullende maatregelen toegevoegd die bijdragen aan de doelstellingen van het project en passen binnen het taakstellend budget. Deze maatregelen bestaan uit de aanleg van rotonde kruising N303 met de Oude Garderenseweg. Daarnaast worden, om het doorgaande verkeer beter en veiliger door Putten te leiden, de Van Geenstraat en de zuidelijke komingang van Putten hierop aangepast. Het gemeentebestuur zal hierover begin 2010 een besluit nemen.
De gemeente Barneveld heeft het onderzoek opgepakt en wij hebVan GROEN ben hier financieel en inhoudelijk in geparticipeerd. Het onderzoek is Haaren inmiddels gereed.
De MER is afgerond en het inpassingsplan wordt voorbereid. De Van GROEN vaststelling van het inpassingsplan is voorzien in 2010, start realisa- Haaren tie in 2011. De weg kan volgens planning in 2012 in gebruik worden genomen.
In 2009 is door gemeente Nijmgen de aanbesteding van de tweede Van GROEN stadsbrug gestart. In november heeft u ons voorstel voor een subsi- Haaren die van € 30 miljoen goedgekerurd. Hiervan is inmiddels € 15 miljoen in 2009 beschikbaar gesteld. De brug zal naar verwachting medio 2013 klaar zijn.
Op schema?
2007-2013
GS-lid
Tweede Stadsbrug Nijmegen
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009 Van Oktober 2009 hebben de ministers van V&W en VROM het standGROEN Haaren punt N18 bekend gemaakt. Daarmee komt het project in de fase waarin het (ontwerp) Tracébesluit wordt uitgewerkt. Ten behoeve van de verdere planvoorbereiding en realisatie is tussen betalende partijen het Convenant Tracébesluit N18 gesloten. De daarbij behorende middelen zijn op 16 december 2009 beschikbaar gesteld. De planning van het Rijk is erop gericht om in 2011 het Tracébesluit te nemen. Daarmee wordt de planvoorbereiding afgerond en kan de realisatie starten in 2012.
Realisatie- termijn
Planontwikkeling doortrekking N18 en 2007 – 2008 omleiding Eibergen afronden
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 87 -
Onderwerp
Proef stedelijke distributie Nijmegen met startsubsidie van provincie Van GROEN Haaren (Binnenstadservice) is een succes en wordt gecontinueerd. Project is genomineerd voor de landelijke prijs stedelijke distributie. Vergelijkbare projecten in Arnhem en Zutphen zijn gestart of in voorbereiding. Over een provinciale bijdrage vindt nog overleg plaats. Stedelijke distributie is onderdeel geworden van het Uitvoeringsprogramma Goederenvervoer, waarvoor u bij motie heeft verzocht om integrale en efficiënte uitvoering en waarvoor een financieringsvoorstel wordt gevraagd bij Voorjaarsnota 2010. Januari 2008 hebben wij u geïnformeerd over het “uitvoeringsproVan GROEN gramma instandhouding provinciaal wegennet (PS2008-755)”. Op Haaren basis hiervan is het structurele budget voor het beheer en onderhoud
Impuls geven aan binnenstedelijke 2007 – 2011 bereikbaarheid. Distributietransferia voor goederen en personen. O.a. met het oog op de A 325, werken aan een kwaliteitsnet voor het goederenvervoer. Naast Nijmegen richten op Apeldoorn.
Uitvoeringsprogramma duurzaam instandhouden provinciale wegennet
Eind 2007
Deze onderzoeksprojecten zijn gestart als vervolg op de statennotitie Van GROEN PS2008-99. Het betreft de studies naar vijf bereikbaarheidsknelpun- Haaren ten: Culemborg, Zaltbommel, t Harde en de verbindingen DierenApeldoorn en Zutphen-Apeldoorn. Er is samen met andere wegbeheerders gewerkt aan een probleeminventarisatie, een studie naar een beperkt aantal verschillende oplossingsrichtingen en aan de nut/noodzaak-afweging. Besluitvorming heeft hierover op 8 juli de plaatsgevonden. Daarmee is dit onderdeel, zoals opgenomen in ons Coalitieakkoord 2007 - 2011, volledig afgerond. Inmiddels zijn wij gestart met de voorbereiding van het vervolg voor de knelpunten Culemborg, Zaltbommel, ’t Harde en de verbinding Zutphen-Apeldoorn (in 2 delen). Voor de N786 (Dieren-Apeldoorn) is de voorbereiding voor het vervolg ook gestart als uitwerking van de besluitvorming bij de Begroting 2010.
Op schema?
2008 – 2011
GS-lid
Onderzoek nut en noodzaak aanpak knelpunten provinciale wegennet
fing Flora en Fauna wet (tbv verplaatsen roekennesten) voor. Doel is om duidelijkheid te verkrijgen bij LNV of de Spoorlaanvariant een realistisch (uitvoerbaar) alternatief is. In de tweede helft van 2010 verwachten we de tracekeuze-notitie te kunnen behandelen en een definitieve uitspraak te kunnen doen over het voorkeursalternatief (VKA). Indien het VKA ook de instemming van gemeente Lochem krijgt, zal vervolgens het inpassingsplan voor dat VKA worden opgesteld. De vaststelling van het inpassingsplan kan hierdoor niet meer plaatsvinden in de eerste helft van 2010; deze wordt nu medio 2011 verwacht.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
Deze studie en visievorming is gereed. De resultaten van de studie Van GROEN naar het Onderliggend Wegennet Stedendriehoek (OWN) heeft Haaren opgeleverd dat de verschillende verbindingen in de Stedendriehoek (Dieren – Apeldoorn, Apeldoorn – Zutphen, Zutphen – Deventer en Deventer- Apeldoorn) onafhankelijk van elkaar kunnen worden onderzocht en tot een oplossing kunnen worden gebracht.
Realisatie- termijn
Verkeersoplossingen Stedendriehoek periode 2007-2009 (waaronder verbinding Dieren – Apel- planvorming doorn, Apeldoorn – Zutphen, Zutphen – Deventer en Deventer- Apeldoorn): verkenning onderliggend wegennet, visie op de wegenstructuur
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
- 88 -
GS-lid
Op schema?
► Uit Actieplan Recessie: Naar voren halen infrastructuurmaatregelen
Verbreding met bermbeton N330 Keijenborgseweg–Zelhem, N302, wegvak Harderwijk-N796, N315 Doetinchem-Zelhem–Veldhoek Zaltbommel, verlengen bypass Hedel, Baronieweg maatregelen N316, Molenweg te Hengelo: reconstructie kruispunt. N819, IJzerlo-Aalten. Het versneld herstel vorstschade is gereed, tevens is het project Van GROEN Haaren N315 Doetinchem-Zelhem al gerealiseerd. De inrichting op snelheidsregime 60 km/uur van de parallelwegen is in voorbereiding en wordt naar verwachting gerealiseerd in 2010. De stand van zaken met betrekking tot het vernieuwen van provinciale gebouwen verloopt volgens planning. Eventueel resterend budget wordt ingezet op extra projecten, die voldoen aan de voorwaarden die zijn gesteld aan deze categorie in het Actieplan.
wegen verhoogd. In het uitvoeringsprogramma Werken aan Duurzame Mobiliteit staan de onderhoudswerkzaamheden geprogrammeerd, uitvoering verloopt volgens planning.
Voortgang/stand van zaken per 31 december 2009
► Uit Actieplan Reces- N315 Doetinchem-Zelhem, verbreding 2009-2010 sie: Versnelde investe- en herinrichting en diverse parallelweringen wegenonderhoud gen inrichten op snelheids-regime 60 km/uur; het vernieuwen van provinciale gebouwen en opslagterrein voor beheer en onderhoud van de provinciale wegen en het versneld herstel vorstschade aan provinciale wegen
Realisatie- termijn
De projecten ‘N315 Doetinchem-Zelhem-Veldhoek’, ‘N330 KeijenVan GROEN borgseweg–Zelhem’ en ‘N322 Zaltbommel (watertoren)’ zijn gereed. Haaren De overige projecten (waaronder ‘N302 Harderwijk-N796’, ‘N316 Hengelo, Molenweg’) zijn in voorbereiding en worden gerealiseerd in 2010.
In Uitvoeringsagenda beschreven resultaat
2009-2010
Onderwerp
B.3 Verantwoording per programma
Pijler I. Daadkrachtig partnerschap 1. Besturen en verbinden Programma 1.1 Bestuurlijk partnerschap In 2009 hebben wij verder vormgegeven aan daadkrachtig partnerschap met steden en regio’s, om samen in de aanpak van maatschappelijke opgaven het verschil te kunnen maken. Wij werken met hen samen aan de uitvoering van programma’s, die in 2008 contractueel zijn vastgelegd.
►Regionaal Samenwerkingsprogramma In de periode 2008-2011 werken wij, met het Regionale Samenwerkingsprogramma als koepel, samen met de Gelderse regio’s en steden. Activiteiten 2009 Binnen het Regionaal Samenwerkingsprogramma (RSP) hebben wij samengewerkt met de steden en de regio’s aan de uitvoering van speerpunten in ons beleid. Het RSP omvat vier pijlers: Regiocontracten, KSB, GSO en Sleutelprojecten. Deze worden hierna behandeld. In algemene zin kan worden gezegd dat ook na in het tweede uitvoeringsjaar het resultaatbereik goed op schema ligt. Met name in de kleine steden (KSB) en in de Gelderse regio’s (via de Regiocontracten) wordt goed tempo gemaakt met de uitvoering. Dit geldt ook voor de wijkaanpak (GSO) en de Sleutelprojecten al zijn daar in 2009 met name in de fysieke projecten de effecten van de recessie steeds merkbaarder geworden. Hieronder zullen per pijler de resultaten iets uitgebreider beschreven. In maart 2010 zullen Provinciale Staten via de herijkingsrapportage RSP 2008-2011 uitvoerig worden geinformeerd. Vanuit het RSP is ook in 2009 gestuurd op: (1) afstemming tijdens de uitvoering en (2) kennisdeling rond de aanpak van stedelijke en regionale problematiek (met behulp van de RSP-agenda). Indicatoren • Afstemming tijdens uitvoering Per pijler jaarlijks (gemiddeld) 3 ambtelijke en bestuurlijke afstemmingsoverleggen. Realisatie 2009: Met de kleine steden (KSB) hebben ambtelijk en bestuurlijk drie afstemmingsoverleggen plaatsgevonden. Met de grote steden (GSO en Sleutelprojecten) hebben vijf ambtelijke en drie bestuurlijke overleggen plaatsgevonden. Met de regio’s (Regiocontracten) hebben vier ambtelijke en drie bestuurlijke overleggen plaatsgevonden. • Kennisdeling In 2009 wordt voor de RSP-pijlers Regiocontracten, KSB en Sleutelprojecten de RSP-agenda ingevuld. In 2009 vinden vanuit die RSP-agenda in het GSO tenminste vier kennisdelingsbijeenkomsten plaats. Realisatie 2009: Binnen het GSO hebben een kleine tien kennisdelingsbijeenkomsten plaatsgevonden rondom de thema’s wijkaanpak, ketenaanpak en monitoring. Daarnaast hebben met de steden en regio’s vier bijeenkomsten plaatsgevonden in het kader van Europese fondsenwerving. Tot slot hebben in de regio’s zes bijeenkomsten (trainingen) plaatsgevonden rondom projectmatig- en programmatisch werken.
►Regiocontracten In 2008 zijn zes Regiocontracten gesloten die, naast de ambities van de regio’s, onder andere de uitvoering van de provinciale strategische omgevingsplannen en de regionale sociale agenda versneld vormgeven. De afspraken zijn uitvoerig beschreven in 22 meerjarige programma’s. Activiteiten De Regiocontracten hebben tot doel het versnellen van de uitvoering van de vastgestelde provinciale strategische omgevingsplannen en van de regionale sociale agenda. Daarnaast ‘dwingt’ de systema-
- 89 -
tiek van de Regiocontracten tot regionale samenwerking. Ook in 2009 zien we dat de bestuurlijke en ambtelijke uitwisseling en samenwerking tussen gemeenten in regio’s is toegenomen. In de herijkingsrapportage RSP 2008-2011 (maart 2010 in Provinciale Staten) wordt uitgebreid beschreven welke resultaten zijn behaald. Enkele saillante resultaten vooraf: • 50 informatieavonden op Achterhoekse scholen en 25.000 Achterhoekse vaders die een brochure hebben ontvangen over alcohol en opvoeding (alcoholproject Achterhoek); • realisatie smederij Elburg en project Grachtengordel Hattem; • oplevering P&R voorziening station Culemborg; • gereedkomen regionale nachtopvangsvoorziening Nijmegen; • realisatie innovatief geluidscherm A1 bij Apeldoorn; • overeenkomsten ruiterroutes met particulieren in de Vallei. Indicatoren • Financiële voortgang Alle partners hebben het financiële voorschot van het voorgaande jaar volledig besteed. Realisatie 2009: In 2009 is een voorschot verleend van 23 procent van het totale subsidiebedrag (raming 20%). De voorschotverlening komt hiermee in totaal op 33 procent (raming 30%). De feitelijke bestedingen van de voorschotten worden in 2010 bekend (bij aanlevering accountantsverklaring).
►Stadscontracten Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid In 2008 zijn acht Stadscontracten gesloten waarin de grote Gelderse steden samen met de provincie afspraken hebben gemaakt over integrale wijkontwikkeling. We werken samen aan de versterking van de sociale samenhang en duurzame leefomgeving in kwetsbare Gelderse wijken èn wijken die dat dreigen te worden. De afspraken zijn uitvoerig beschreven in 22 meerjarige wijkprogramma’s. Activiteiten 2009 In de stadscontracten voor de grote steden is in deze periode ingezoomd op integrale wijkontwikkeling. Via de contracten en bijbehorende programmatische afspraken willen we in 21 Gelderse wijken de sociale samenhang verbeteren en een impuls geven aan de duurzame leefomgeving in die wijken. In de herijkingsrapportage RSP 2008-2011 (maart 2010 in Provinciale Staten) wordt uitgebreid beschreven welke resultaten zijn behaald. Enkele saillante resultaten vooraf: • oplevering Dok-Zuid (grootste Gelderse Kulturhus) in Apeldoorn; • 150 huiskamergesprekken met probleemhuishoudens in de Geitenkamp; • nieuwe bestrating, groenvoorziening en gevelbeplanting in Doetichem-Noord; • afronding project interculturele communicatie op Edese basisscholen; • start project Kansrijk Wonen voor Harderwijkse risicojongeren; • realisatie drie jeugdvoorzieningen in Nijmeegse Neerbosch-Oost (waar onder Cruyff-court en pannakooi); • sluiten contract aanpak waterproblematiek Tiel-Oost; • start bouw 38 woningen Zutphense Wibautstraat (Waterkwartier). Indicatoren • Financiële voortgang Alle partners hebben het financiële voorschot van het voorgaande jaar volledig besteed. Realisatie 2009: In 2009 is een voorschot verleend van 24 procent van het totale subsidiebedrag (raming 20%). De voorschotverlening komt hiermee in totaal op 35 procent (raming 30%). De feitelijke bestedingen van de voorschotten worden in 2010 bekend (bij aanlevering accountantsverklaring).
►Uitvoering Sleutelprojecten De acht Stadscontracten die in 2008 zijn gesloten omvatten ook resultaatsafspraken over acht Gelderse Sleutelprojecten: • Apeldoorn: Kanaalzone • Arnhem: Rijnboog • Doetinchem: De Schil • Ede: Ede-Oost
- 90 -
• • • •
Harderwijk: Waterfront Nijmegen: Koers West Tiel: Waalfront Zutphen: IJsselsprong.
Activiteiten 2009 Door uitvoering van deze acht integrale gebiedsontwikkelingsprojecten wordt de centrumfunctie van de acht Gelderse steden versterkt. De afspraken over de Sleutelprojecten zijn uitvoerig beschreven in 8 programma’s. Met de sleutelprojecten zijn in alle gevallen meerdere provinciale beleidsvelden c.q. belangen betrokken. Het gaat steeds om complexe opgaven. Onze inzet is er vooral op gericht om – met focus op de provinciale belangen - er aan bij te dragen dat deze projecten daadwerkelijk starten danwel qua uitvoering verder komen. In de herijkingsrapportage RSP 2008-2011 (maart 2010 in Provinciale Staten) wordt uitgebreid beschreven welke resultaten zijn behaald. Enkele saillante resultaten vooraf: • economische recessie maakt dat huidige woningbouwprogramma Kanaalzone niet meer afzetbaar is, partners zijn in gesprek over doorstart; • selectie architect Kenniscluster Rijnboog, afronding voorlopig ontwerp; • verkoop en start huisvestingsklaar maken Doetinchemse cultuurcluster Brewinc; • overeenkomst gemeente Harderwijk en Dolfinarium op gebied van parkeren, bereikbaarheid en geluidsoverlast Dolfinarium (inclusief financiele afspraken); • verwerving 33.000 m2 grond in Waalfront Nijmegen; • ondertekening contracten verplaatsing tankstation Waalfront Tiel; • beschikbaarstelling € 29,5 mln. voor Ijsselsprong Zutphen door het Rijk (Nota Ruimtebudget). Indicatoren • Financiële voortgang Alle partners hebben het financiële voorschot van het voorgaande jaar volledig besteed. Realisatie 2009: In 2009 is een voorschot verleend van 13 procent van het totale subsidiebedrag (raming 20%). De voorschotverlening komt hiermee in totaal op 39 procent (raming 30%). De feitelijke bestedingen van de voorschotten worden in 2010 bekend (bij aanlevering accountantsverklaring).
►Stadscontracten Kleine Steden Beleid In 2008 zijn vijf Stadscontracten gesloten waarin de kleine Gelderse steden samen met de provincie afspraken hebben gemaakt over het versterken van de sociale samenhang in de stad. De afspraken zijn uitvoerig beschreven in 12 meerjarige programma’s. Activiteiten 2009 In de herijkingsrapportage RSP 2008-2011 (maart 2010 in Provinciale Staten) wordt uitgebreid beschreven welke resultaten zijn behaald. Enkele saillante resultaten vooraf: • start project Zelfstandig Etnisch Ondernemerschap en tekenen convenant met 20 deelnemers in Culemborg; • start Botenbouwproject Doesburg waarmee jongeren die buiten scholingstraject zijn gevallen een startkwalificatie wordt bezorgd; • afronding Beursvloer 2009: 148 afspraken tussen bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties; • re-integratieproject Groenproject gestart; • oplevering Huis van de Vergt (opening januari 2010). Indicatoren • Financiële voortgang Alle partners hebben het financiële voorschot van het voorgaande jaar volledig besteed. Realisatie 2009: In 2009 is een voorschot verleend van 28 procent van het totale subsidiebedrag (raming 20%). De voorschotverlening komt hiermee in totaal op 43 procent (raming 30%). De feitelijke bestedingen van de voorschotten worden in 2010 bekend (bij aanlevering accountantsverklaring).
- 91 -
►Deregulering Doel is werk te maken van het verminderen van de ervaren regeldruk. De aanpak richt zich op minder regels, minder administratieve lasten en minder bureaucratie. Activiteiten 2009 Op basis van de door de Taskforce Deregulering opgestelde Veranderagenda hebben wij in het Statenvoorstel Deregulering (PS2009-259) uiteengezet welke dereguleringsmaatregelen wij in 2009 wilden doorvoeren of onderzoeken. Tevens hebben wij in het Statenvoorstel met Uw Staten afgesproken om bij de behandeling van de jaarstukken Uw Staten te informeren over de voortgang van de gerealiseerde resultaten, conform de opzet van het Statenvoorstel. Bij de behandeling van de begroting 2010 heeft u in bijlage 4 kennis kunnen nemen van de voortgang op dit dossier. Hierbij heeft u kunnen vaststellen dat wij van de in het vastgestelde Statenvoorstel voorgenomen actiepunten per 31 december 2009 ongeveer 85% gerealiseerd hebben. Enkele dereguleringsmaatregelen die wij in 2009 hebben doorgevoerd zijn: • Ophogen van de drempelbedragen voor aanbestedingen; • Aanpassen van de Algemene Subsidieverordening en het schrappen van een aantal regelingen; • Vereenvoudigen van aanvraagformulieren voor vergunningen • Verminderen of schrappen van enkele rapportage- en onderzoeksverplichtingen bij vergunningen; • Verkorten van de betalingstermijn voor facturen naar 21 dagen; • Aansluiten van de provincie op de websites www.antwoordvoorbedrijven.nl en www.mijnoverheid.nl; • Ontsluiten van de provinciale regelgevingbank via de provinciale website. De overige actiepunten zullen wij conform afspraak met de Staten in 2010 uitvoeren en afronden.. In bijlage 11 bij deze jaarrekening is een tweede voortgangsrapportage opgenomen waarin wij verslag doen van de maatregelen die sindsdien zijn afgerond of nog in uitvoering zijn. Als onderdeel van het Coalitieakkoord heeft het terugdringen van regelgeving en het verminderen van administratieve lasten in deze Statenperiode structurele aandacht van ons college. Wij willen uw Staten daarom bij de begroting 2011 een finale rapportage voorleggen van de door ons college uitgevoerde maatregelen.
►Elektronische dienstverlening Voor Gelderland gelden vijf doelstellingen voor elektronische dienstverlening: 100% van de relevante informatie op het internet publiceren, interactie met burgers faciliteren, vergunningen/subsidies of andere diensten digitaal (doel: 65%) aanvragen, gebundelde dienstverlening en dienstverlening in de (elektronische) keten. Activiteiten 2009 In de Tussenbalans is al gemeld dat het Programma Elektronische Dienstverlening eind 2007 is afgerond. De eerste drie doelen rond ICT-vernieuwing (100% van onze relevante informatie op Internet; de communicatie met de burger via internet verbeteren; dienstverlening voor 65% langs elektronische weg) zijn hiermee gerealiseerd. De twee overige doelen van gebundelde dienstverlening en ketensamenwerking nog niet. Aangezien dit ook op landelijk niveau een knelpunt was heeft het kabinet medio 2008 een visie ontwikkeld op een betere dienstverlening van de overheid. Deze visie is uitgewerkt in het NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere dienstverlening en E-overheid). Ook Gelderland heeft zich in IPO verband hieraan gecommitteerd. Basisvoorzieningen die op landelijk niveau worden ontwikkeld op het terrein van o.m. toegankelijkheid, identificatie (DigiD) en basisregistraties zullen aldus door ons worden geïmplementeerd. Op deze wijze werken we in nationaal verband met alle partners verder aan het realiseren van de doelstellingen van gebundelde dienstverlening en ketensamenwerking. Kortom de verdere realisatie van de laatste 2 doelstellingen uit het eigen provinciale programma wordt nu voortgezet via deelname aan het NUP, dat volledig in lijn ligt met onze eigen ambities maar een andere tijdshorizon kent. Kort na de Tussenbalans hebben wij naar aanleiding van een vraag uit de Staten in het vervolgvoorstel bij de Begroting 2010 over de resultaten van het afgeronde programma gerapporteerd. Hierin is een nadere toelichting gegeven op de mate van realisatie van de (hiernaastgenoemde) doelstellingen die het College zich met dit programma had gesteld. Daarbij is geconstateerd dat het programma ook een bijdrage heeft geleverd aan ons beleid tot deregulering. Met name is dat te danken aan de vereenvoudiging van de administratieve afhandeling van subsidie- en vergunningenaanvragen die met
- 92 -
digitalisering bereikt kan worden. Ook is in deze rapportage stilgestaan bij de ontwikkelingen binnen de landelijke overheid die hebben geleid tot het NUP en bij onze overwegingen om ons hierbij aan te sluiten voor de verdere ontwikkeling van de electronische dienstverlening binnen onze provincie.
►Juridische kwaliteitszorg Een permanent aandachtsveld is de juridische kwaliteit van ons handelen. Activiteiten De juridische functie krijgt na de invoering van GiB verder vorm en inhoud. De nagestreefde scherpere juridische kwaliteitsbewaking (aansturing en toetsing) is bij een aantal afdelingen nog niet (volledig) gerealiseerd. Een systeem van juridische kwaliteitszorg (vastgestelde normen voor juridische kwaliteit, toetsing aan de normen, verbeteren en dit periodiek herhalen) is in opbouw en zal in 2010 geïmplementeerd worden. Dit levert een goed inzicht op in de stand van zaken van de juridische kwaliteit binnen de Provincie en bruikbare indicatoren voor begroting en jaarrekening. Succesvol was de verdere implementatie van mediation en de daarbij behorende actieve conflictaanpak. In ruim 50% van de gevallen is mediation geslaagd. In 2009 is een opzet uitgewerkt voor het verbreden van mediation tot andere (externe) conflicten dan bezwaren, klachten en beroepen. Begin 2010 wordt gestart met een pilot voor dergelijke kwesties. In het kader van de met de introductie van mediation en de actieve conflictaanpak beoogde cultuurverandering heeft in 2009 een aanzienlijk aantal medewerkers en managers een training conflictherkenning en -hantering gevolgd. Het trainingstraject wordt in 2010 vervolgd. Het aantal gegronde beroepen is hoger dan geraamd, het aantal gegronde bezwaren daarentegen kleiner. In het voorjaar ontvangt u het jaarverslag van de commissie bezwaarschriften en klachten. In 2009 heeft Bureau SBA (screening en bewakingsaanpak) 89 adviezen uitgebracht: 37 adviezen ten behoeve van de aanbesteding van werken, 52 adviezen op het gebied van de milieuvergunningen. In zes gevallen heeft Bureau SBA advies ingewonnen bij Bureau Bibob (= Bevordering integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur) in Den Haag, 2 maal ter zake aanbestedingen, 4 maal ter zake milieuvergunningen. In vier gevallen heeft Bureau SBA een negatief advies aan GS is uitgebracht. Dat leidde in twee gevallen tot uitsluiting van een bouwonderneming van een aanbesteding en in twee gevallen tot intrekking van de milieuvergunning. In een geval, ter zake een aanbesteding, leidde de uitsluiting van een bouwonderneming op integriteitsgronden na een negatief advies van Bureau SBA tot een kort geding. De bouwonderneming daagde de provincie in kort geding om de uitsluiting ongedaan te maken. De voorzieningenrechter stelde de provincie Gelderland echter in het gelijk. Op het gebied van de milieuvergunningen heeft Bureau SBA in 2009 nog twee maal en in 2010 nog één maal Bureau Bibob om een advies gevraagd; deze onderzoeken worden begin 2010 afgerond. Op de terreinen waar Bureau SBA actief is, de aanbestedingen en de milieuvergunningen, is het toepassen van de wet Bibob inmiddels met succes geborgd in de primaire processen van de organisatie. Aan de opdracht van Bureau SBA, het voorkomen dat de provincie (onbedoeld) criminele activiteiten faciliteert, wordt op deze wijze voldaan. Indicatoren • (Geheel of gedeeltelijk) verloren zaken bij de bestuursrechter 2009: 39 % (norm 30%) • (Geheel of gedeeltelijk) gegronde bezwaarschriften 2009: 25% (norm 30%)
►Toezicht financiële positie gemeenten en gemeenschappelijke regelingen Dit betreft bestaand beleid, vanuit de wettelijke taak. Doel is te voorkomen dat gemeenten in financiële problemen raken en dat afwentelen op andere overheden. We stimuleren de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen tot een duurzaam financieel beleid, mede door het (preventief) scheppen van randvoorwaarden. Activiteiten In 2009 zijn o.m. de volgende activiteiten verricht: • De Nota Gemeentefinanciën is opgesteld met daarin de presentatie van de financiële positie van Gelderse gemeenten in 2009. • Er zijn 3 intensieve begeleidingstrajecten uitgevoerd; • Er zijn 5 raadsgesprekken en/of p-resentaties zijn uitgevoerd • Ca. 50 ambtelijke werkbezoeken aan bestuurders, ambtenaren en griffiers zijn verricht.
- 93 -
• •
Good practices zijn uitgewisseld. De begrotingen 2010 van alle 56 gemeenten zijn beoordeeld, hetgeen heeft geleid tot 2 preventieve gemeenten om financiële redenen in 2010.
Indicatoren • Aantal Gelderse gemeenten in 2009 zonder bijzondere toezichtsstatus: 54 (96%), één gemeenten om financiële redenen preventief, één in herindelingstraject. In de Nota Gemeentefinanciën 2009 hebben wij geconstateerd dat de financiële positie van de Gelders gemeenten in 2009 nog redelijk gezond was te noemen. Inmiddels zijn de begrotingen 2010 beoordeeld en zijn de vooruitzichten, vooral door de recessie, minder positief De financiële situatie van de gemeenten is over het algemeen door de recessie minder goed geworden. In 2010 zullen wij, met het oog op de komende begroting(en) met extra aandacht volgen • Mate waarin begroting en paragrafen een reëel meerjarig inzicht bieden in de financiële positie Voor alle 56 Gelderse gemeenten is in beeld gebracht in hoeverre de begroting een reële en duurzame financiële positie laat zien. Onze inspanningen zijn er ook op gericht transparantie in de gemeentelijke financiële stukken te verbeteren. Programma 1.1 Bestuurlijk Partnerschap Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
58.905
61.790
60.634
1.156
0
326
473
-147
58.905
61.464
60.161
1.303
91.525
93.592
92.766
826
Dotaties
40.575
40.670
40.787
-117
Saldo reserves
50.950
52.922
51.979
943
Baten Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
Programmasaldo
360 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Ondersteuning Commissie Beroep en Bezwaar De overschrijding op dit budget wordt voornamelijk veroorzaakt door de inhuur van personeel. Het ziekteverzuimpercentage was relatief hoog, waardoor voor de voortgang van de werkzaamheden de inhuur noodzakelijk was. Bijdrage Apeldoorn i.v.m. Koninginnedag Bij PS-besluit 2009-728 hebben uw Staten € 300.000 ter beschikking gesteld ten behoeve van de
- 94 -
-148
+300
provinciale bijdrage aan Apeldoorn vanwege de aanslag in 2009. De uitbetaling van de bijdrage heeft vertraging ondervonden, hetgeen tot een onderbesteding heeft geleid. De Provinciale bijdrage zal begin 2010 afgewikkeld worden. Versterking zelfredzaamheid Het project is medio 2009 opgestart en loopt door tot medio 2010. In 2010 zal uitvoering gegeven worden aan de 3e oefening. De restant middelen zullen worden overgeheveld naar 2010. Regiocontracten In de regiocontracten met de regio Rivierenland en de Stadsregio zijn afspraken gemaakt omtrent de ontwikkeling en uitvoering van het project Waalweelde. Oorspronkelijk zijn de gereserveerde provinciale middelen opgenomen in de subsidiebeschikkingen aan deze regio’s. Voor Waalweelde is door de provincie nadien samen met de gemeenten een uitvoeringsprogramma opgesteld en een intentie-overeenkomst ondertekend, waarbij is afgesproken dat niet de regio maar de provincie verantwoordelijk is voor de uitvoering, Dit houdt tevens in dat provincie verantwoordelijk is voor het beheer en de besteding van de gereserveerde provinciale middelen. De provinciale middelen zijn derhalve overgeheveld naar het Statenprogramma 8.1, waar het Waalweelde-project is ondergebracht. De realisatie van de uitvoeringskosten van het programma zijn lager dan in de begroting is opgenomen. Dit geldt zowel voor de kosten t.b.v. de uitvoering van de RSP-agenda als de algemene uitvoeringskosten, waaronder ook de inzet van het provinciale personeel. De onderbesteding wordt voor een belangrijk deel verklaard uit het feit dat nagenoeg alle energie vanuit het programmateam is gaan zitten in sturing op de uitvoering van het programma en hiermee de besteding van het programmageld. Hierdoor zijn vooral minder uitgaven gedaan voor kennisdeling, die wel onder de noemer van uitvoeringskosten waren begroot. Overigen
+118
-300
+1.160
+26
Totaal verschil lasten
1.156
Baten In 2009 is een aantal oude GSO-2 en KSB-1 projecten afgewikkeld. Een aantal susbsidies is lager vastgesteld dan oorspronkelijk beschikt wat heeft geleid tot een extra bate in 2009. Het gaat hierbij om projecten in de gemeenten Nijmegen, Wageningen, Harderwijk en Arnhem.
-266
Zelfredzaamheid Ten behoeve van dit project heeft het Rijk een bijdrage geleverd. Deze bijdrage was lager dan verwacht in verband met de lagere uitgaven in 2009.
+119
Totaal verschil baten
-147
Mutaties reserves Bijdrage Apeldoorn ivm Koninginnedag De uitbetaling van de bijdrage aan Apeldoorn vanwege de aanslag in 2009 heeft geleid tot een onderbesteding, De vertraging is ontstaan doordat de middelen in november 2009 beschikbaar zijn gekomen De provinciale bijdrage zal begin 2010 afgewikkeld worden.
Regionale Uitvoeringsprogramma’s De middelen voor Regionale Uitvoeringsprogramma’s zijn gereserveerd in het MIG. De onttrekking in 2009 is hoger dan begroot. De hogere uitgaven vallen binnen het beschikbare budget voor de Regionale Uitvoeringsprogramma’s). Het uitgavenritme van RUP en RSP loopt niet altijd volledig synchroon met de oorspronkelijke planning in het MIG. Regionale Samenwerkingsprogramma’s Er is voor de Regionale Samenwerkingsprogramma’s minder onttrokken aan de reserve. Dit is: * enerzijds een hogere onttrekking inzake meer verstrekte voorschotten van ca. € 300.000 * anderzijds een lagere onttrekking inzake lagere uitvoeringskosten dan begroot van ca. € 928.000. Zie hiervoor de toelichting op de lasten.
- 95 -
+300
-106
+628
De rentetoevoeging aan de RSP-reserve is hoger dan begroot, aangezien de intern toegerekende rente hoger is dan begrote rente.
+117
+4
Overig Saldo reserve
943
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
- 96 -
Programma 1.2 Provinciale organisatie ►Reorganisatie In onze Uitvoeringsagenda hebben wij aangegeven samen met het management aan de slag te zullen gaan met een ingrijpende reorganisatie. Activiteiten De kanteling van de organisatie is gerealiseerd op 1 januari 2009. Sindsdien werkt de organisatie in een zogenaamd directiemodel met een primaire ordening naar processen. In 2009 was er tijd nodig om de nieuwe organisatie eerst te laten landen. Zoals gebruikelijk bij dit soort grote reorganisaties is er eerst aandacht nodig voor het op orde brengen van de nieuwe basisprocessen. Daarnaast was er aandacht voor het afronden van het plaatsingsproces, waarbij intussen te concluderen is dat die erg succesvol is verlopen, indien je dit afmeet naar het aantal ingediende bezwaren tegen de plaatsing. De reorganisatie krijgt nu een vervolg in die zin dat de medewerkers in de organisatie wennen aan het werken in de nieuwe organisatievorm en de daaraan ten grondslag liggende procesorganisatie. Meetindicator De organisatie is gekanteld per 1 januari 2009.
►Modern werkgeverschap De provincie Gelderland werkt aan het modern werkgeverschap en het modern werknemerschap. De provincie wil bekend staan als een moderne werkgever die medewerkers een gezonde en stimulerende werkomgeving biedt. Activiteiten In 2009 is er een HRM beleidsplan samengesteld. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers van de provincie is sterk aan het stijgen. Het personeel en oganisatiebeleid zoals vastgelegd in het HRM beleidsplan richt zich met name op enerzijds een evenwichtige samenstelling van het personeelbestand en anderzijds op een toename in de inzetbaarheid van de medewerkers.
►Duurzaam Inkopen In 2009 is verder gewerkt aan de borging van duurzaam inkopen met name door het geven van voorlichtingsbijeenkomsten en het consequent toepassen van de vastgestelde duurzaamheidscriteria bij Europese aanbestedingen voor leveringen en diensten. Hoewel in 2009 geen landelijke Monitor Duurzaam Inkopen is gehouden, verwachten wij op grond van de goede score van 2008 (62,5 duurzaam inkopen) en het feit dat de werkwijze uit 2008 in 2009 en 2010 voortgezet wordt in 2010 een score van meer dan 50% duurzaam inkopen. Indicatoren • In 2010 wordt 50% duurzaam ingekocht: • In 2015 wordt 100% duurzaam ingekocht
►Samenwerking met onze buren Activiteiten • Onderhouden van de relatie met NRW, waaronder de deelname aan het Interreg Iva-programma Nederland-Duitsland (stuurgroepen, Comité van Toezicht, projectontwikkeling) • Behandeling gezamenlijke en Gelderse prioritaire Europese dossiers in IPO-verband en in samenwerking met het Huis der Nederlandse Provincies in Brussel • Deelname in het Comité van de Regio’s van de Europese Unie • Deelname in Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden en de Vereniging van Europese Regio’s • Jumelage met Lubelskie (samenwerkingsprojecten, ondersteuning Sobibor) In 2008 was een inventarisatie gemaakt van grensoverschrijdende projecten. Dit jaar zijn de beschrij1 vingen deels geactualiseerd, maar tevens is door de leden van het ‘3+3-overleg ’ gevraagd na te denken over een andere vorm van rapportage over de belangrijkste ontwikkelingen in de grensoverschrijdende samenwerking.
- 97 -
Aansluitend op zijn taak als voorzitter van het Comité van Toezicht voor het Interreg IVa-programma Nederland-Duitsland heeft gedeputeerde Verdaas een aantal werkbezoeken gebracht in het Nederlands-Duitse grensgebied. Ook mochten we dit jaar de heer dr. P. Paziorek, de Regierungspräsident van Münster, hier in Arnhem ontvangen voor overleg met de CdK en gedeputeerde Van Haaren. Het bestuurlijke milieuoverleg tussen Overijssel, Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en NordrheinWestfalen vond dit jaar plaats op 29 januari 2009 in Maastricht. In deze bijeenkomst is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend waaraan nu ook Noord-Brabant deelneemt en is een nieuw werkprogramma vastgesteld. De samenwerking met Overijssel op het internationale vlak – ook binnen het kader van Oost Nederland Maakt Het- is intensief. Dat geldt zowel voor de samenwerking richting Duitsland (NRW), Europa (netwerken als de AEBR, samenwerking rond HNP en dergelijke). Ambtelijk vindt tussen Gelderland en Overijssel regelmatig overleg plaats over samenwerking op internationaliseringgebied, intensivering daarvan en prioritering van dossiers en activiteiten. De samenwerking binnen domein grensoverschrijdende samenwerking betreft onder meer de samenwerking in ‘3+3-verband’, met het Bezirk Münster en binnen het door het Ministerie van BZK vormgegeven GROS-traject (stimuleren ministeries mee te helpen met oplossen grensoverschrijdende problemen). Via agendering in het dubbel GS en directe contacten van de portefeuillehouders wordt sturing aan deze samenwerking gegeven. Vliegveld Stadtlohn-Wenningfeld In de procedure rond vliegveld Stadtlohn-Wenningfeld (Kreis Borken) is beweging gekomen. Aan het begin van het jaar is een ambtelijk en een bestuurlijk gesprek gevoerd met het Bezirk Münster over het door de Provincie ingediende bezwaar. Deze gesprekken - waarbij voor een deel ook de directie van het vliegveld zelf aanwezig was - hebben een proces van samenwerking op gang gebracht. In het najaar ontvingen we het afwijzende bericht op ons bezwaarschrift, maar is ook de adviesraad met vertegenwoordigers van Nederlandse en Duitse partijen die bij het vliegveld zijn betrokken gestart. Omdat de communicatie weer tot stand is gebracht konden in 2009 enkele misverstanden uit de weg worden geruimd en ontstond de ruimte om op elkaars argumenten te reageren. Wij hebben u in december 2009 gedetailleerd geïnformeerd over de stand van zaken. 1
De samenwerking in 3+3 verband omvat de provincies Gelderland, Overijssel en Limburg en de Duitse Bezirke Munster, Dusseldorf en Koln
Jumelage met Lubelskie In januari van dit jaar werd met een Gelderse delegatie onder leiding van de Commissaris van de Koningin een bezoek aan de regio Lubelskie gebracht. Dat bezoek was ook het startpunt van een door Gelderland gesteund project tussen het COC Midden Gelderland en mensenrechtenorganisaties in Lublin rond de positie van homosexuelen, bisexuelen, lesbiennes en transsexuelen in de regio Lubelskie. In de loop van het jaar waren er diverse bestuurlijk en ambtelijke contacten (waaronder de Bevrijdingsdag in Wageningen, herdenking val IJzeren Gordijn en de toetreding Europese Unie, herdenking opstand Sobibor). In 2009 zijn subsidies verleend aan jongerenorganisatie In-Spe dat met een aantal jongeren uit Gelderland samen met jongeren van een school in Włodawa een project rond ‘herdenken’ zal uitvoeren en het Nijmeegse Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving dat in een driedaagse conferentie in Lublin tot een dialoog met de Katholieke Universiteit Johannes Paulus II in Lublin zal komen. Samenwerking in Oost Nederlands verband In de visie ‘Oost Nederland maakt het’ zijn ontwikkelschetsen gemaakt die richting geven aan de uitvoerbaarheid van onze ambities. De ontwikkelschetsen vormen vervolgens de basis voor de vijf programmalijnen. Deze programmalijnen zijn de kaders waarbinnen we concrete projecten kunnen realiseren. De visie en vijf programmalijnen zijn in 2009 door uw Staten vastgesteld. Programmalijn Landelijk gebied Investeren in ruimtelijke kwaliteit betekent dat we de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren en de Oost Nederlandse identiteit kunnen behouden en versterken. Samen met Rijk en andere partners willen we uitvoering geven aan de realisering van de EHS (inclusief) de Natura 2000 gebieden en de TOPgebieden. In het kader van duurzame economie willen we de economische positie van de agro-sectoren versterken. Concreet betekent dit het bevorderen van ketenbrede innovatie en versterking van de samen-
- 98 -
werking van ketenpartijen enerzijds, en versterken van de positie van de landbouw als functionele drager en beheerder van het landschap anderzijds. Programmalijn Stedelijk gebied Één van de doelen is het aanbrengen van een onderscheid in een Basisprogramma Stedelijke Kerngebieden en een Topprogramma Stedelijke Kerngebieden. Het Basisprogramma Stedelijke Kerngebieden omvat een pakket aan investeringen in cruciale basisvoorzieningen op het gebied van wonen, bereikbaarheid, werken, cultuur, leefbaarheid en sociale cohesie. Het Topprogramma Stedelijke Kerngebieden neemt de basisvoorzieningen en eigen identiteit van steden als vertrekpunt en richt zich vervolgens op investeringen waarmee onze steden zich in nationale en internationale zin zullen gaan onderscheiden. Hierbij willen we aansluiten bij de al bestaande (en vaak historisch gegroeide) eigen stadsprofielen van de steden. Programmalijn Economische motor Het bestaande economiebeleid werkt goed. Dat beleid wordt voortgezet. Daarnaast willen we ons gaan richten op het bereiken van een grotere groep bedrijven (zowel MKB- als grootbedrijf), een betere trechtering (gericht op niches) en de sociaal-maatschappelijke kant van innovatie. Oost Nederland gaat ook investeren in mensen, zoals in specifieke vakopleidingen. Daarnaast willen we de economische basis te versterken. Bijvoorbeeld door te realiseren dat meer bedrijven deelnemen aan het innovatieproces, dat er een innovatieregeling komt, en dat er binnen het bedrijfsleven meer dwarsverbanden komen. Ook is er aandacht voor wonen, onderwijs en cultuur. Dit hoort bij de versterking van de aantrekkelijkheid van de regio als vestigingsklimaat voor internationaal opererende bedrijven. Programmalijn Klimaat, Energie en Water Perioden van wateroverlast en droogte, maar ook toenemende temperatuur en hittegolven vragen om een specifieke aanpak van hoogwaterveiligheid, droogte, stedelijke leefomgeving, landbouw, natuur en recreatie. Beide provincies hebben sinds 2008 hun eigen (klimaat en) energieprogramma. Met een extra en gezamenlijke investering in de speerpunten van beide programma’s, kunnen we sneller resultaten boeken. Zo willen we koploper worden in bio-energie en optimaal gebruik gaan maken van zonne-energie. Een ander doel is het aanleggen van vijf zonnecentrales en het mogelijk maken van 50 bioenergiecentrales. Ook willen we nieuwbouw energieneutraal maken. Dat betekent energieneutrale wijken. Concreet willen we 200.000 woningen naar het A of B label brengen en 2 duurzame dorpen adopteren. Een andere ambitie is om de IJsselvallei klimaatbestendig te maken. Dit kunnen we bereiken door integrale en interactieve verkenning en het ontwikkelen van een werkprogramma. Tot slot willen beide provincies willen met de netwerkbeheerders voorzien in een efficiënte energieinfrastructuur, om de verandering in de energievoorziening mogelijk te maken. Programmalijn Mobiliteit Over de weg zijn in Oost Nederland de, A1, A2, A12, A15, A18, A28 en A50 de dragers van het routenetwerk. Op deze wegen ontstaan grote knelpunten doordat er van oudsher een onderliggend en bovenliggend wegennet is, waarbij de rivierovergangen bij elkaar komen. Wij stellen voor om de snelwegen op te waarderen door middel van een gebiedsgerichte benadering. Voorbeelden zijn de corridorbenadering A1-zone en de samenhangende aanpak van de rivierovergangen rond de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Dan willen we van de majeure verbindingswegen N18 en N35, volwaardige stroomwegen maken. Het Rijk en Oost Nederland werken daarin samen. Ook het openbaar vervoer binnen de stedelijk netwerken is toe aan een flinke impuls. Daarbij denken wij aan het OV-netwerk Arnhem – Nijmegen, de verbindingen Zwolle–Kampen en Zwolle-Emmen. Het luchtverkeer maakt een wezenlijk onderdeel uit van de totale mobiliteitsketen. Tot slot willen we een samenhangend recreatief en utilitair fietsnetwerk ontwikkelen. Zo ondersteunen we de verbetering van fietsenstallingen, bijvoorbeeld in stationsomgevingen. Een nieuwe ontwikkeling is de elektrische fiets waardoor het fietsareaal groter wordt en het aanleggen van snelfietspaden of fietssnelwegen in stedelijke netwerken. Denk hierbij aan de F35 in Twente, en snelfietspaden in de Stadsregio Arnhem – Nijmegen, Apeldoorn – Deventer, Nijkerk – Amersfoort en Zwolle – Kampen. Indicatoren • Een geactualiseerd werkprogramma in de samenwerking met Nordrhein-Westfalen
- 99 -
• • • • •
Actieve (financiële) participatie in Interreg IVa projecten Twee Statennotities over respectievelijk vaststelling prioritaire Europese dossiers 2009 en de evaluatie van de prioritaire Europese dossiers 2008. Twee voorstellen voor majeure projecten Interreg IVa met Gelderse deelname in ontwikkeling of in de fase van aanvraag; Subsidiëring van twee uitwisselingen met Lubelskie. Verlenen steun aan Sobibor.
►Lobby Ons doel is de lobby te intensiveren, professionaliseren en toespitsen op prioritaire dossiers. Daartoe stellen wij een bureau lobby in. Ons college wordt in de lobby voor de verschillende dossiers stevig ondersteund en gefaciliteerd door dit bureau lobby, in samenwerking en afstemming met de inhoudelijke afdelingen. De lobby-aanpak op bestuurlijk en ambtelijk niveau wordt verstevigd. Er ontstaat een sterkere regie op de verschillende lobbydossiers en de lobbyaanpak zowel intern als extern. Door een sterkere proactieve houding van de lobbydossiers en het bureau lobby wordt de lobby slagvaardiger. Wij werken met een shortlist van majeure onderwerpen. Om lobbyacties te coördineren maken wij afspraken met de meest betrokken bestuurlijke partners. Door het instellen van het bureau lobby willen wij de Gelderse lobby sterker, structureler en slagvaardiger maken. P14 profilering provincies in IPO-verband Eind 2009 is in IPO-verband gestart met het opstellen van een 'profiel provincies' als antwoord op de brede heroverwegingen van het Kabinet. Dit position paper gaat de basis vormen voor de lobby rond de bezuinigingen en bestuurlijke herinrichting die uit de brede heroverwegingen gaan komen. Wij investeren fors is deze trajecten. Activiteiten Sinds 1 januari is een central desk (bureau lobby) ingesteld. Hierdoor is een betere afstemming gerealiseerd tussen de verschillende specifieke lobbydossiers onderling en met bredere lobbyonderwerpen zoals de financiële verhoudingen Rijk-Provincie, het crisisplan van het kabinet en de thans lopende Brede Heroverwegingen. Dit heeft geresulteerd in een snellere en slagvaardigere inbreng van de belangen van Gelderland. Een aantal in het oog springende resultaten zijn: • Dankzij onze inspanning is in de crisis- en herstelwet ruimte gekomen om bij gebiedsontwikkeling tijdelijk af te wijken van milieunormen. Tevens zullen een aantal projecten, zoals IJsselsprong, Nijmegen Waalfront en verbreding A12 Ede-Grijsoord versneld kunnen worden uitgevoerd doordat ze expliciet in de wet zijn opgenomen. • Door de Gelderse delegatie zijn tijdens de bestuurlijke overleggen MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport) resultaten geboekt. De Gebiedsagenda Oost is vastgesteld. Daarmee zijn gezamenlijke ambities van Rijk én landsdeel benoemd op basis waarvan de komende jaren investeringsbeslissingen kunnen worden genomen. In verschillende infrastructuurdossiers zoals de N18, A15 en Waalweelde zijn stappen gezet en is voor een groot aantal projecten cofinanciering vanuit het rijk geregeld, zoals voor maatregelen rond gedecentraliseerde spoorlijnen, binnenhavens en mobiliteitsmanagement. • Voor het project CAT-Agrofood is dankzij onze actieve lobby financiering uit FES-middelen mogelijk gemaakt. Totale projectomvang: € 23 miljoen. • We hebben de samenwerking tussen Gelderland en Overijssel onder de naam ‘Oost Nederland maakt het’ bij de landelijke politiek prominent onder de aandacht gebracht. • Wij hebben op ons maatregelenpakket recessie zeer positieve reacties gekregen. Het is positief ontvangen vanwege het realisme (op korte termijn realiseerbaar), ambitie en aansluiting op het crisispakket van het Rijk (geen dingen dubbel doen). • Daarnaast is voortgang geboekt op een groot aantal andere lobbydossiers • Er is een samenhangende lobbyagenda gemaakt met de meest prioritaire dossiers in Den Haag. Voor de activiteiten in Brussel is de prioritering gekoppeld aan het belang voor Gelderland en de mate van invloed. De samenwerking met Overijssel is geïntensiveerd in relatie met Oost Nederland maakt het. • Er zijn in 2009 3 algemene bijeenkomsten georganiseerd met Kamerleden, waarvan 2 samen met Overijssel en 1 samen met de grote steden en meerdere werkbezoeken van bewindspersonen.
- 100 -
• •
•
In Brussel zijn 4 bestuurlijke delegaties op werkbezoek geweest, waaronder de Statencommissie Landelijk Gebied en Water, regio Achterhoek en de Stedendriehoek. Met de regio’s zijn verdere contacten over lobby gelegd om gezamenlijk slagvaardiger in Den Haag en Brussel te opereren. Extra aandacht is gegaan naar de ontwikkeling van de bestuurlijke samenwerking en lobby in de regio Vallei/WERV (Food Valley) rond de ambitie Food Valley 2020. In 2009 is door onze inzet in IPO-verband het project Experimenteerruimte Gebiedsontwikkeling gestart (ERGO). Dit project heeft als doel om samen met VROM te lobbyen om in Europees verband ruimte te creëren voor lidstaten en regio's om te experimenteren met het vertalen van Europese regelgeving naar de regionale context. Het projectvoorstel wordt aan de Europese Commissie aangeboden door IPO en VROM.
Indicatoren • Bestuurlijke rapportage lopende lobbyprojecten • Kwaliteitsverbetering van de lobbyprocessen (bijv. interne opleiding medewerkers en opstellen protocollen). Resultaat: In 2009 is geïnvesteerd in de professionalisering van de medewerkers, o.a. met 2 interne workshops. • Aantal door bureau lobby uitgewerkte strategische adviezen (waaronder samenstelling shortlist Den Haag en Brussel) • Aantal gecoördineerde lobbyprojecten Resultaat 2009: Meer dan 35 lobbyprojecten
►Communicatie In onze Uitvoeringsagenda hebben wij het doel geformuleerd om de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de provincie bij de inwoners van Gelderland te vergroten. Activiteiten Voor het vergroten van de herkenbaarheid en zichtbaarheid van provincie Gelderland is voor de coalitieperiode 2007-2011 extra € 2 miljoen beschikbaar gesteld. De inzet hiervan is en wordt bepaald aan de hand van een kritische beschouwing van de bestaande communicatiemiddelen. In de overkoepelende communicatiestrategie 2007-2011 is beschreven op welke wijze wij de communicatie vorm willen geven. In 2009 zijn in dit kader de volgende activiteiten uitgevoerd: • Organisatie van de Gelderse regiodag op 20 juni 2009 op de Veluwe. • Voor communicatie met inwoners van Gelderland is onder andere de provinciale informatiekrant Gld.Leeft huis-aan-huis verspreid. • In 2009 zijn er diverse communicatieplannen opgesteld en in uitvoering genomen voor de speerpunten uit de overkoepelende communicatiestrategie 2007-2010. Een impressie: de Energieprijs, Klimaatparels, Windmolens en Cool Nature; meerdere projecten uit het programma Vitaal Platteland; op het gebied van Wegen, verkeer en vervoer, The Whisper, Gratis Openbaar Vervoer voor WMO-ers en Regiotaxi; binnen het beleidsterrein Cultuur de Gratis Museumdag 2009; Park Lingezegen. • Structureel onderzoek naar communicatie, communicatiemiddelen en manifestaties: - In januari 2009 is een onderzoek uitgevoerd naar Effectiviteit Communicatie Klimaatprogramma. De aanbevelingen zijn in het communicatieplan voor het Klimaatprogramma verwerkt. - De eerste Gelderse Regiodag is in juni 2009 geëvalueerd. De doelstellingen, 4.000 bezoekers en een waardering van minimaal een 7, zijn behaald. Er waren circa 10.000 bezoekers die de dag met gemiddeld een 7,7 hebben beoordeeld. Inmiddels is besloten in 2010 een Gelderse Regiodag te organiseren in de regio Achterhoek Liemers. - In september is onderzoek gedaan naar de waardering voor het Open Huis 2009 in het Huis der Provincie. Hier zijn ongeveer 1500 bezoekers op af gekomen, waarvan de helft voor de eerste keer een bezoek bracht aan het provinciehuis. De bezoekers waarderen het Open Huis met gemiddeld een 7,6. - Eind 2009 is een onderzoek gedaan naar het imago van provincie Gelderland. Dit onderzoek geldt als nulmeting en de uitkomsten dienen als richtlijnen voor de zichtbaarheidscampagne. De resultaten zijn begin 2010 beschikbaar. - Door studenten van de Christelijke Hogeschool Ede is eind 2009 een onderzoek gestart naar het imago van provincie Gelderland onder jongeren en de optimale benaderingswijze om jongeren te interesseren voor het werk van provincie Gelderland. De onderzoeksresultaten zijn begin 2010 beschikbaar.
- 101 -
•
• •
•
- Begin 2009 is onderzoek gedaan naar de provinciale informatiekrant Gld.Leeft. Uit dit onderzoek is gebleken dat 64% van de inwoners Gld.Leeft heeft gezien en de krant gemiddeld een rapportcijfer krijgt van 7,3. - Het onderzoek naar Gld.Dichtbij (de provinciale pagina’s in de huis-aan-huis kranten) onder inwoners van Gelderland. Hieruit blijkt dat 23% van de Gelderlanders de provinciale pagina’s leest. Raadpleging van het Gelders inwonerpanel in 2009 over de volgende onderwerpen: wervingspeiling en onderzoek algemeen beeld van provincie Gelderland, pagina in de huis-aan-huis kranten GLD Dichtbij, peiling over het Openbaar Vervoer, de handhavingstaak provincie, Gelderse regiodag, de belevingswaarde van de landschapsinrichting (cultuurhistorische elementen) en het Gelderland Journaal. In 2009 zijn zeven tentoonstellingen georganiseerd, waaronder een overzichtstentoonstelling van Piet Slegers, Gelderland Nieuwsfoto en de Arnhemse Modebiënnale. Via diverse kanalen is provincie Gelderland in contact geweest met jongeren. Bijvoorbeeld via de website www.jongingelderland.nl, diverse activiteiten op de Gelderse Regiodag, communicatie rondom Hotspot Travel Ticket (gereduceerd tarief OV voor jongeren in de zomermaanden) en diverse rondleidingen in het Huis der Provincie. Begin oktober is Gelderland Journaal live gegaan. Om de twee weken wordt het Gelderland Journaal uitgezonden op diverse lokale en regionale zenders.
Indicatoren Per jaar één provinciale informatiekrant huis aan huis verspreid die door meer dan de helft van de inwoners is gezien en die minimaal met een 7 gewaardeerd is door de lezers. Gerealiseerd in 2009. • Per jaar een uitgevoerd onderzoeksprogramma met minimaal vier onderzoeken naar verschillende communicatieactiviteiten. Zeven onderzoeken in 2009 zijn gerealiseerd. • Een ingesteld Gelders burgerpanel, dat meerdere keren per jaar geraadpleegd wordt. Realisatie 2009: Het Gelders inwonerpanel is in 2009 zeven keer geraadpleegd. • Communicatieplannen gericht op inwoners over een aantal onderwerpen te weten reconstructie en aanleg van nieuwe wegen en fietspaden, cultuur, openbaar vervoer, klimaat, Vitaal Platteland, kulturhusen, RSP sleutelprojecten en Veluwe 2010. In 2009 zijn er diverse communicatieplannen opgesteld en in uitvoering genomen voor bovengenoemde beleidsonderwerpen. • Elk jaar een provinciale open dag, c.q. een ‘Gelderse Regiodag’ voor inwoners. De Gelderse Regiodag is in 2009 georganiseerd en krijgt een vervolg in 2010. • 10 keer per jaar de provinciale pagina in de kranten (Gld.Dichtbij), die door minimaal 20% van de inwoners wordt gelezen. Is gerealiseerd in 2009. • Vanaf 2009 jaarlijks een tentoonstellingsprogramma met minimaal vier verschillende tentoonstellingen In 2009 zijn 7 tentoonstellingen georganiseerd in het Huis der Provincie. • Een plan met afspraken en acties om de zichtbaarheid van de provincie in projecten te realiseren Plan voor een zichtbaarheidscampagne is gereed en in uitvoering. •
►Aandeelhouderschappen Op 1 juli 2009 is de transactie Nuon-Vattenfall geëffectueerd. De transactie impliceert de verkoop van ons aandelenbezit. Per genoemde datum is 49% van ons aandelenbezit in Nuon Energy geleverd. De levering van de overige 51% van onze aandelen zal de komende zes jaar plaatsvinden in drie tranches. De verkoopopbrengst van ons aandelenbezit bedraagt afgerond € 4,4 miljard. Dit bedrag is ook in de jaarrekening verwerkt. Per 1 juli 2009 is de provincie Gelderland aandeelhouder geworden van het netwerkbedrijf Alliander NV. Ons aandelenbezit in Alliander bedraagt ruim 44,5%. In de tweede helft van 2009 is overleg gestart tussen de grootaandeelhouders en de directie en Raad van Commissarissen over vergroting van de zeggenschap van aandeelhouders en de vertaling daarvan naar de statuten van Alliander. In een afzonderlijke statennotitie is ingegaan op het vraagstuk van het verzwakt structuurregime voor Alliander NV.
- 102 -
Eveneens in de tweede helft van 2009,is de discussie opgestart over de aanbevelingen van de Commissie Kist. Onder meer zal het daarbij ook gaan over de sectorordening van de Nederlandse netbeheerders en wenselijkheid en haalbaarheid van een herschikking van aandeelhouders. De aandeelhouderschappen in Vitens, BNG en NWB geven geen aanleiding tot bijzonderheden. Oost NV In het kader van het Gelderse Actieplan Recessie heeft PS bij besluit PS2009-200 besloten tot een extra kapitaalinjectie van € 5 miljoen in PPM Oost NV. Ook de andere aandeelhouders van Oost NV, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Overijssel hebben in navolging van de provincie Gelderland besloten tot een extra kapitaalinjectie in Oost NV resp. PPM Oost NV, waarmee de totale kapitaalinjectie € 14.898.689,- bedraagt. Deze kapitaalinjectie is in december 2009 geëffectueerd middels uitgifte van en storting op aandelen Oost NV resp. PPM Oost NV. De storting op aandelen heeft zodanig plaatsgevonden dat de onderlinge aandelenverhouding Oost NV niet is gewijzigd. Ons aandelenbezit in Oost NV blijft ruim 33,5%; de nominale waarde bedraagt na storting € 15.296.863,-. De onderlinge aandelenverhouding in PPM Oost NV is wel gewijzigd, ten gunste van aandeelhouder Oost NV. Het aandelenbezit van Oost NV in PPM Oost NV is toegenomen (was 92,5% en bedraagt na kapitaalstorting 94,5%). De andere aandeelhouders van PPM Oost NV, Saxion Hogeschool en Universiteit Twente zijn akkoord met een lager aandelenbelang in PPM Oost NV na kapitaaluitbreiding. Programma 1.2 Provinciale Organisatie Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
12.352
12.030
11.313
717
60
64
61
3
12.292
11.966
11.252
714
10
10
10
0
Dotaties
13
13
13
0
Saldo reserves
-3
-3
-3
0
Baten Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
Programmasaldo
714 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Gedeputeerde Staten Bij Voorjaarsnota 2009 – PS 2009-447 - hebben uw Staten € 330.000 eenmalige middelen en € 110.000 structurele middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van het voorkomen van een
- 103 -
individuele fiscale naheffing wegens vermeend privé-gebruik van de dienstauto’s. Aangezien het onderzoek van de Belastingdienst nog niet is afgerond zijn de middelen nog niet tot besteding gebracht. Wij zullen dan ook bij de Voorjaarsnota 2010 een voorstel doen deze eenmalige middelen over te hevelen naar 2010. Tevens heeft ogenschijnlijk een onderbesteding plaatsgevonden op pensioenen GS en salarissen oudleden GS. De werkelijke pensioenen GS en salarissen oudleden GS zijn geboekt op statenprogramma 13.0.
+440
+213
Overige +64
Totaal verschil lasten
717
Baten Geen materiële verschillen. Totaal verschil baten
3
Mutaties reserves Geen verschillen geconstateerd. Saldo reserve
0
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
Evaluatie programma
Door het project Zelfredzaamheid wordt de samenwerking tussen bestuurlijke en operationele partners in het veiligheidsdomein geïntensiveerd. De uitvoering van het project ligt op schema. In 2009 is de tijdige afhandeling van bezwaren en beroepen sterk verbeterd tov de voorgaande jaren; gemiddeld is 80% binnen de termijn afgehandeld". Mede als gevolg van een goede invulling van het bestuurlijk partnerschap ligt de uitvoering van het Regionaal Samenwerkingsprogramma gemiddeld genomen voor op schema. Score zelfevaluatie: +
- 104 -
Pijler II. Sociale samenhang Programma 2 Sociaal beleid ►Thuisgeven in Gelderland (vervolg op programma Ontgroening en vergrijzing) Wij bevorderen dat mensen zodanig wonen dat ze, ook als ze ouder worden, zo goed mogelijk kunnen functioneren in de samenleving, waarbij wordt uitgegaan van hun wensen en behoeften op de gebieden Wonen, Welzijn en Zorg. Activiteiten Op basis van het eerste programma Ontgroening en Vergrijzing komen meer en meer praktijkervaringen beschikbaar gebaseerd op het grote aantal woonservice-, ICT- en domoticaprojecten waarbij de provincie betrokken is. De variëteit van deze projecten is groot (verschillen in samenwerkingspartners, regierol gemeente, stad/platteland, fase van realisatie, etc.). De kennis wordt actief gedeeld door workshops, werkbezoeken, intervisietrajecten, conferenties, publicaties, website (www.kennispleinvergrijzing.nl). Vanuit het veld is daarvoor veel belangstelling en waardering. Binnen het programma Thuisgeven in Gelderland zijn ook middelen beschikbaar gekomen voor particulier initiatief, maar doen we ook aan kennisdelen en ondersteuning op dat vlak. Dit bleek in 2009 in een behoefte te voorzien. In 2009 hebben wij: • Voorbeeldprojecten Inhoudelijk en financieel ondersteund (woonserviceprojecten, ICT, domotica, specifieke thema’s); • Veel gedaan aan Kennisontwikkeling en kennisuitwisseling. Zo is er een nieuw instrument ontwikkeld dat partijen helpt de kwaliteiten van woonservicegebieden te benoemen, bespreekbaar te maken en informatie uit te wisselen (www.woonservicegebied.nl) en een DVD gemaakt waarin ouderen laten zien op welke wijze zij wonen en de keuzes die zij gemaakt hebben; • Gemeenten en Wonen, Welzijn, zorgpartners (WWZ) ondersteund met workshops en themabijeenkomsten; • Kennisplein Thuisgeven verder ontwikkeld als actieve vraagbaak gericht op kennisdelen waaronder de website (www.gelderland.nl/kennispleinthuisgeven) en de organisatie van diverse themabijeenkomsten; • Hulp gegeven bij specifieke uitvoeringsknelpunten. In 2009 is een Klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd naar de waardering over de wijze waarop kennis gedeeld wordt vanuit het programma. De respons was hoog en zegt iets over het gevoel van betrokkenheid van de ondervraagden. Het gemiddelde rapportcijfer op de diverse onderdelen lag rond de 7,3. Indicatoren • Aantal voorbeeldprojecten Gerealiseerd in 2009: 46; totaal in de programmaperiode al gerealiseerd: 58. • Aantal themabijeenkomsten Streefwaarde programmaperiode 3 per jaar/realisatie 2009 6 • Aantal hits www.kennisplein vergrijzing.nl Streefwaarde in 2009 gedefinieerd op basis 0-meting 1123 hits streefwaarde 20% stijging in 2009/ totale programmaperiode 40% stijging t.o.v. 0-meting in 2011/ realisatie 2009 7091 hits dit betekent een stijging van 63% t.o.v. 0-meting
►Dak- en thuislozen Wij streven naar minder onvrijwillige daklozen door betere samenwerking van organisaties, aanpak en regie van gemeenten. Activiteiten Met ingang van 2009 dragen de 8 GSO steden de verantwoordelijkheid voor de Gelderse OGGz monitor. Deze steden hebben gezamenlijk het technische en inhoudelijke beheer van dit ICT applicatiesysteem op zich genomen. De uitrol van de OGGz monitor wordt door de 8 GSO steden in een verschillend tempo opgepakt. Door middel van het registratiesysteem kunnen termijn de beleidsthema’s van de verschillende Stedelijke Kompassen worden gevolgd. In deze Stedelijk Kompassen staan beleids-
- 105 -
thema’s zoals schuldhulpverlening, wonen en dagbesteding voor de brede groep van dak- en thuislozen. Enkele van deze thema’s zijn in partnerschap (RSP) met de provincie Gelderland opgepakt zoals budgetbeheer en tienermoeders in Apeldoorn, realisatie regionaal meldpunt en vangnetteams Arnhem en nachtopvang voor jongeren in Nijmegen. In 2009 zijn er nieuwe initiatieven opgestart. Soms vanuit de gemeenten als regiehouder. Soms vanuit een samenwerking tussen instellingen om de totale zorg aan mensen beter te maken. Voorbeelden zijn; een woonvoorziening voor (zwerf) jongeren in Arnhem en ondersteuning aan een nauwere samenwerking tussen het ROC en zwerfjongeren van de instelling Sancta Maria in Nijmegen. Wonen heeft in 2009 specifieke aandacht gekregen. In onze opdracht is in 2009 door het bureau Companen een onderzoek uitgevoerd. In de statennotie; ‘Huisvesting dak- en thuislozen in Gelderland’ hebben wij onze reactie op het onderzoeksrapport van Companen gegeven. Indicatoren In Statennotitie PS2009-455 hebben wij u in kennis gesteld van alle door ons jaarlijks te monitoren aspecten voor alle beleidsthema’s. Voor dak- en thuislozen gaat het om indicatoren als aantallen daklozen, aantal opvangplaatsen en aantal dagbestedingsactiviteiten. Op dit moment is echter de uitrol van de OOGz-monitor nog onvoldoende gevorderd om betrouwbare informatie op te leveren over deze indicatoren. De verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke implementatie van de OGGzmonitor ligt bij de gemeenten en ook zij moeten zich deze werkwijze nog eigen maken. Bij een volgende bestuursrapportage zullen wij u over de voortgang informeren.
►Ambulancevervoer Wij streven naar optimale spreiding en paraatheid van ambulancevervoer; Realisatie van aanrijdtijden binnen het landelijk referentieniveau van 15 minuten. Activiteiten De Pilot Prestatieverbetering ambulancezorg Gelderland is in 2009 gecontinueerd. Bijna een miljoen euro aan subsidiemiddelen is aan de drie Gelderse Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV-en) toegekend. Hiermee heeft een extra inzet van ambulances plaatsgevonden. Verder zijn projecten gestart die betrekking hebben op verbetering van het proces op de meldkamer, verbetering van uitwisseling van gegevens tussen meldkamer en ambulanceauto’s en verbetering van positionering van de auto’s door wijziging van standplaatsen en toepassing van dynamisch ambulance management. Voor het monitoren van de pilot wordt door een onafhankelijk bureau periodiek gerapporteerd over de e voortgang. Sinds de start van de pilot is een behoorlijke prestatieverbetering opgetreden. In het 4 kwartaal van 2009 werden 91%, 94% en 90% van de ritten, in respectievelijk de regio’s GelderlandZuid, -Midden en Noordoost, binnen de streefnorm van 15 minuten uitgevoerd. Voor de verbeterde prestaties was er aandacht in de provinciale nieuwsbrieven, de regionale kranten en op de regionale TV. Met partijen als RAV-en, zorgverzekeraar, ministerie en Acute Zorgregio Oost is constructief overleg gevoerd over zaken die met spreiding, paraatheid en prestaties te maken hebben. Ook heeft aanpassing van de vergunningen van de RAV-en Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid plaatgevonden. Wij zijn in gesprek met de RAV-en over het eventueel aanpassen van standplaatsen waarmee een betere spreiding en daarmee betere prestaties gerealiseerd kunnen worden. Als dit proces is uitgekristalliseerd zullen wij de procedure voor het aanpassen van het Spreidingsplan starten. Middels Statennotities is Provinciale Staten geïnformeerd, respectievelijk over de algemene stand van zaken van de ambulancezorg in Gelderland en over de voortgang van de pilot. Dat ambulancezorg nog steeds een belangrijk maatschappelijk thema is blijkt uit het feit dat het in 2009 door gemeenteraden geagendeerd is voor een aantal gemeentenbezoeken van de CdK (Nunspeet en Neder-Betuwe). In december 2008 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Wet ambulancezorg (Waz) aanvaard die naar verwachting op 1-1-2012 in werking zal treden. Hiermee zal de provinciale taak ten aanzien van de ambulancezorg ophouden. Over deze nieuwe wet is richting de minister geadviseerd. Indicatoren • Aanrijtijd ambulances e In het 4 kwartaal van 2009 werden 95%, 95% en 95% van de ritten, in respectievelijk de regio’s Gelderland-Zuid, -Midden en Noordoost, binnen de streefnorm van 15 minuten uitgevoerd. Dit is gelijk aan of beter dan de streefwaarden van respectievelijk 90%, 94% en 92%.
- 106 -
►Basisbibliotheken Realisatie van goed functionerende basisbibliotheken op lokaal en regionaal niveau die nauw samenwerken met andere maatschappelijke organisaties (Cultuur, Onderwijs, Welzijn en Zorg) en op provinciaal niveau een ondersteuningsstructuur die aansluit op de behoefte van de basisbibliotheken. Activiteiten De schaalvergroting door de vorming van basisbibliotheken is afgerond. Slechts twee bibliotheekorganisaties behoren niet tot een basisbibliotheek namelijk Scherpenzeel (deze voert besprekingen voor aansluiting bij de Utrechtse basisbibliotheek Zuid Oost Utrecht) en Groesbeek. De Samenwerkende Gelderse Bibliotheken hebben afspraken gemaakt met Biblioservice Gelderland (vraagsturing) en een Meerjarenprogramma 2009-2010 vastgesteld waarin de langetermijnresultaten zijn vastgelegd m.b.t. onder meer het collectiebeleid en de digitale bibliotheek. Biblioservice Gelderland en de Overijsselse Bibliotheekdienst werken samen onder de Rijnbrinkgroep. De facilitaire dienstverlening voor het openbaar bibliotheekwerk valt buiten de opdracht aan Biblioservice. Deze activiteiten zijn afgescheiden van de organisatie van Biblioservice en ondergebracht bij De Blauwe Brug waar ook dergelijke taken van de Overijsselse Bibliotheekdienst zijn ondergebracht. In 2009 is het volgende tot stand gekomen: • de Beleidsregel subsidieverstrekking bibliotheekvernieuwing (onderdeel Subsidieregeling Vitaal Gelderland 2008). Samenwerkende basisbibliotheken en Gelderse gemeenten kunnen een beroep op deze regeling doen m.b.t. de volgende thema’s: opdrachtverstrekking, de digitale bibliotheek, collectiebeleid, functionele verbreding, kwaliteitsverbetering en bibliotheekwerk in kleine kernen. • Biblioservice Gelderland en de Samenwerkende Gelderse Bibliotheken werken nauw samen en stemmen hun werkplannen en resultaatbegroting op elkaar af. De ondersteuning is gebaseerd op de behoeften van de basisbibliotheken. • In drie regio’s werken bibliotheken, archieven, musea en historische verenigingen nauw samen om erfgoedmateriaal te ontsluiten (Noord-Veluwe, Rivierengebied en Achterhoek) als onderdeel van MijnGelderland.nl • De Werkplaats is een onderdeel van kwaliteitsbeleid: medewerkers en management van de basisbibliotheken ontwikkelen hun deskundigheid door inbreng van externen en het delen van ervaringen. Voor deze methodiek hebben Biblioservice Gelderland en Samenwerkende Gelderse Bibliotheken de Bibliotheekinnovatieprijs 2009 ontvangen. • De gemeenten in het Rivierengebied en de basisbibliotheek hebben met ondersteuning van Biblioservice Gelderland afspraken gemaakt over de taken van de basisbibliotheek en de afstemming van het subsidieniveau en daarmee invulling gegeven aan het gemeentelijke opdrachtgeverschap.. • In de Achterhoek is onder de noemer IRIS INFO de ‘virtuele bibliothecaris’ van start gegaan: in kleine kernen en vrijwilligersbibliotheken kan men via een scherm contact opnemen met een bibliothecaris voor informatie over onder meer de collectie, met het Staring Instituut en (in de toekomst) met de gemeente en andere instellingen. • De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid en Bibliotheek Arnhem hebben als eerste het gastlenen ingevoerd: bibliotheekleden uit Nijmegen kunnen in de Bibliotheek Arnhem lenen en andersom. Dit gastlenen wordt komend jaar verder uitgebreid. • De implementatie van gezamenlijk collectiebeleid is in drie basisbibliotheken gerealiseerd en wordt uitgebreid. • ROC’s in Nijmegen, Arnhem en Apeldoorn hebben samengewerkt met Biblioservice in het project My Life Story waarin VMBO-leerlingen wegwijs gemaakt worden in het omgaan met media, met name waar het gaat om de gevaren en de vaardigheden in gebruik. Dit project wordt in 2009-2010 voortgezet. Indicatoren • Aantal basisbibliotheken die zijn gecertificeerd Streven 2009: 50% van de basisbibliotheken Realisatie 2009: 70% • Klanttevredenheid Biblioservice (klant = basisbibliotheek) Streven 2009: rapportcijfer 7 Realisatie 2009: 6,9 (cijfer 2008, in KTO wordt eens in de twee jaar uitgevoerd) • Aantal basisbibliotheken met een Makkelijk lezenplein Streven 2009: 50% van de basisbibliotheken heeft een Makkelijk Lezen Plein Realisatie 2009: 70%
- 107 -
• Deelname aan collectiebeleid van basisbibliotheken Streven 2009: 50% van de basisbibliotheken.Realisatie 2009: 70%
►Dorps- en wijkvoorzieningen Wij geven financiële steun aan gemeenschapsvoorzieningen zoals Kulturhusen, dorpshuizen, wijkvoorzieningen , dorpscontactpersonen, bundeling van functies en realisering van ontmoetingsplekken. Daarnaast subsidiëren wij kleinschalige initiatieven van onderop die tot doel hebben om de ontmoeting tussen bewoners te stimuleren. Activiteiten In 2009 is de uitvoering van de in 2008 door uw Staten vastgestelde regeling voor gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie voortgezet. Met name zijn in 2009 16 dorpshuisaanvragen gehonoreerd alsmede 6 Kulturhusaanvragen. In het najaar zijn 8 kulturhusprojecten geopend en in gebruik genomen, waarmee het aantal functionerende Kulturhusen op 25 uitkomt. Er zijn nog 6 Kulturhusen in aanbouw en eind 2009 zijn nog 4 initiatieven gehonoreerd. Er is nog steeds veel animo voor het Kulturhusconcept. Er zijn gesprekken gevoerd met nog eens 12 geïnteresseerde initiatiefnemers. Verder is door uw Staten een voorstel voor het onderdeel “Sociale cohesie op het platteland” vastgesteld en is de uitvoering daarvan ter hand genomen. Deze regeling geeft de mogelijkheid om subsidies te verlenen aan projecten die de ontmoeting faciliteren. • In 2009 hebben wij het Kulturhusconcept gepromoot door middel van een excursie, studiemiddagen en een grote inspiratiebijeenkomst. Door publicaties en nieuwsbrieven hebben wij het Kulturhusconcept uitgedragen. Op ons verzoek heeft Spectrum een drukbezochte leergang voor kulturhusmanagers opgezet. Spectrum ontwikkelt zich als het Gelderse kennisplatform voor Kulturhusen. • Wij hebben in 2009 een twintigtal initiatiefnemers voor een kulturhusproject geadviseerd en ondersteund bij de ontwikkeling van hun initiatief. • De Federatie Dorpshuizen Gelderland heeft met behulp van provinciaal subsidie datzelfde gedaan voor de initiatiefnemers voor een dorpshuisplan. • De Vereniging Kleine Kernen heeft met provinciaal subsidie dorpsplannen ontwikkeld die zorgen voor een helder beeld van de ontwikkelingsmogelijkheden van kleine kernen. • De website www.kulturhus.nl is gevuld met informatie over de stand van zaken rondom de Kulturhusen in Gelderland. Indicatoren • Aantal verleende subsidies Kulturhusen Streefwaarde 2009: 35 (verleend vanaf aanvang project). Realisatie 2009: 35 • Aantal verleende subsidies dorpshuizen/wijkcentra Streefwaarde 2009: 35 (totaal vanaf aanvang regeling) . Realisatie in 2009 is 21, dus flink minder dan werd geraamd. Daarbij moet worden bedacht dat de huidige regeling pas eind augustus 2008 in werking trad. In 2008 zijn 5 projecten gehonoreerd, in 2009 16 projecten. Het ontwikkelen van een bouwproject en het opstellen van een subsidieverzoek zijn geen alledaagse activiteiten voor een dorpshuisbestuur dat meestal bestaat uit vrijwilligers. Inmiddels is de Federatie Dorpshuizen ingeschakeld om extra ondersteuning te bieden.
►Verenigingsleven en vrijwilligerswerk Onze insteek is het faciliteren van het gemeentelijk beleid. Activiteiten Voor het faciliteren van het gemeentelijk beleid zetten wij de provinciale ondersteuningsinstellingen in. Centrale rol hierin speelt de Stuurgroep Sterk in Vrijwilligerswerk, waarin de ondersteuningsinstellingen samenwerken en hun aanbod bundelen. In meerdere GSO/KSB gemeenten staan projecten op het snijvlak van vrijwilligerswerk en arbeidstoeleiding op stapel (zoals opgenomen in de regiocontracten). Eén project is daadwerkelijk in uitvoering, andere projecten zijn nog in verschillenda stadia van voorbereiding. De opbrengsten van de drie regionale pilotprojecten (regiocontracten) staan op de website van Spectrum; werkbijeenkomsten met gemeenteambtenaren over dit onderwerp zullen in 2010 plaatsvinden. Het pilotproject Noord-Veluwe (terugdringen hinderlijke regelgeving) heeft een conferentie (26-11-2009) en concrete aanbevelingen aan de gemeenten opgeleverd. De dereguleringsvoorstellen zullen aan de gemeenteraden worden voorgelegd.
- 108 -
Alle 56 gelderse gemeenten worden door Spectrum bevraagd over hun lokale vrijwilligersbeleid en de invoering van de basisfuncties. Hierover wordt begin 2010 gerapporteerd. Verreweg de meeste gemeenten hebben een vrijwilligersbeleid. Spectrum heeft samen met de GSF een monitor ontwikkeld en uitgevoerd om maatschappelijke stages en stagebiedende organisaties in beeld te brengen. Resultaten zullen in 2010 beschikbaar komen. De landelijke pilot Maatschappelijke stages Zuid Oost Gelderland is middels verantwoording aan OCW eind 2009 afgerond. In het kader van de RSP-programmering wordt op basis van de opgedane ervaringen de uitvoering gecontinueerd.. Indicatoren • Aantal gemeenten dat vrijwilligerswerkbeleid voert Streefwaarde 2009: 65% van de gemeenten (= 37 gemeenten) Realisatie 2009: alle gelderse gemeenten (100%) • Aantal bij Gelderse gemeenten in uitvoering zijnde projecten Streefwaarde 2009: 2 projecten Realisatie 2009: 4 (Tiel, Apeldoorn, Geldermalsen en Arnhem)
►Sport Ons doel is het verbeteren van de sportdeelname voor mensen met een smalle beurs, maatschappelijke achterstand of beperking. Activiteiten Het regionale pilotproject ‘Sport, gezondheid en bewegen’ (B-Fit) in De Vallei is volop in uitvoering, evenals de pilotprojecten ‘Breedtesport’, ‘Gezonde leefstijl en overgewicht’, en ‘Bewegingsonderwijs’ in de regio Rivierenland. Ten behoeve van de pilot ‘Gezonde leefstijl in de regio Noord-Veluwe’ heeft in het najaar in de regio een startbijeenkomst plaatsgevonden waaraan 15 scholen in zes gemeenten hebben deelgenomen. De GSF is bij alle projecten betrokken. Het regionale pilotproject ‘Sport voor mensen met een beperking’ in regio Rivierenland is gestart. Het plan van aanpak is vastgesteld, een projectleider is aangetrokken en het plan is in het najaar verder ontwikkeld zodat het in 2010 in de uitvoering kan. Daarbij zal afstemming met de regio Nijmegen plaatsvinden, aangezien daar een soortgelijk project door de regio opgepakt gaat worden. Ons college heeft afgelopen jaar de ambitie voor een verdere ontwikkeling van het provinciaal sportbeleid in de notitie Gelderland Sportland, een wereld te winnen! neergelegd en aan uw Staten gepresenteerd. Eind van het jaar hebben uw Staten Gelderland Sportland vastgesteld. In het kader van de Recessienota hebben uw Staten 7,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor realisering van de Multitrainingshal op het Nationaal Sportcentrum Papendal. In het najaar van 2009 is intensief overleg gevoerd met de andere betrokken partijen (gezamenlijke brief/bestuurlijk overleg) om de financiering sluitend te krijgen. Dit heeft eind 2009 nog niet geleid tot een finale afronding. De betreffende middelen zijn overgeheveld naar het boekjaar 2010. Indicatoren • Aantal ontwikkelde regionale projecten voor bevordering van breedtesport Streefwaarde 2009: 1 regionaal project ontwikkeld; aanvang gemaakt met de uitvoering. Realiatie 2009: 3 regionale projecten zijn ontwikkeld en in uitvoering genomen. • Aantal ontwikkelde regionale projecten sporten voor mensen met een beperking Streefwaarde 2009: 1 regionaal project ontwikkeld; aanvang gemaakt met de uitvoering . Realisatie 2009: voor 1 regionaal project is een plan van aanpak opgesteld en het plan is vervolgens verder ontwikkeld, zodat het in 2010 in uitvoering kan worden genomen.
►Palliatieve zorg Wij willen bijdragen aan de realisatie van een dekkend netwerk van palliatieve zorg en versterking van de hospice-infrastructuur in Gelderland. Verder willen wij bijdragen aan de verdere vernieuwing en verbetering van de palliatieve zorg. Activiteiten In 2009 zijn in de regio’s Arnhem en De Liemers nieuwe hospicevoorzieningen tot stand gekomen, waarmee de dekking verbeterd is. In de regio’s Oost-Achterhoek en Gelderse Vallei wordt begin 2010 het aantal hospiceplaatsen uitgebreid. Een verdere uitbreiding in de Oost-Achterhoek blijft wenselijk. Twee zorgaanbieders verkennen op dit moment de mogelijkheden om een hospicevoorziening te starten in deze regio. Met de initiatiefnemers wordt contact onderhouden. Door financiële ontwikkelingen
- 109 -
in de zorg zijn zorgaanbieders terughoudender geworden in nieuwe bouwtrajecten en het openen van een palliatieve voorziening. Hiermee gaan de ontwikkelingen langzamer dan voorheen gedacht. In opdracht van de provincie heeft Berenschot de bruikbaarheid van bestaande financieringsregelingen voor hospices in kaart gebracht. Hieruit komt naar voren dat de Regeling Palliatieve Terminale Zorg voor hospices een goed bruikbare regeling is. Het aanvragen van een WTZi-vergunning blijkt minder goed aan te sluiten. Dat Gelderse hospices in de praktijk geen gebruik maken van de WTZi verklaart waarom in 2009 geen subsidies zijn aangevraagd voor het inhuren van een adviseur hiervoor. Zoals in het Statenvoorstel Palliatieve zorg 2008-2011 aangegeven willen wij versterking van de hospiceinfrastructuur realiseren middels versterking van de deskundigheid van personeel en vrijwilligers die in deze voorzieningen werkzaam zijn. In 2009 is hospices de mogelijkheid geboden een subsidie aan te vragen voor scholing- en deskundigheidsbevordering voor professionele en vrijwillige medewerkers. 26 hospices hebben hier gebruik van gemaakt. In verschillende Gelderse regio’s zijn projecten gestart gericht op een verdere vernieuwing en verbetering van de palliatieve zorg. Hiermee zijn regionale knelpunten opgelost en vernieuwingen gerealiseerd. Aan negen van dergelijke projecten is subsidie verleend. In het voorjaar van 2009 is in het HdP samen met het Integraal Kankercentrum Oost en het UMC St Radboud een expertmeeting georganiseerd voor hospicevoorzieningen. Hierbij zijn verschillen in aanbod en gebruik en organisatie van de hospicezorg besproken. In december is in het HdP met Integraal Kankercentrum Oost en Zorgbelang Gelderland de conferentie “Palliatieve zorg: de patiënt centraal” georganiseerd, waaraan ruim 100 mensen hebben deelgenomen. Indicatoren • Aantal hospiceplaatsen: Minimaal 4 tot 6 hospiceplaatsen per 100.000 inwoners per netwerkregio. Realisatie 2009: <4: 1 regio; 4-6: 3 regio’s; > 6: 7 regio’s • Aantal subsidies adviseur WTZi: Realisatie 2009: 0 • Aantal subsidies deskundigheidsbevordering: Realisatie 2009: 26 • Aantal vernieuwingsprojecten: Realisatie 2009: 9 Programma 2.0 Sociaal beleid Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
36.263
34.587
33.521
1.066
106
5
0
5
36.157
34.582
33.521
1.061
10.524
5.837
4.327
1.510
0
230
0
230
10.524
5.607
4.327
1.280
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves Programmasaldo Voorzieningen
-219 Bedragen x € 1.000
- 110 -
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Ontgroening & Vergrijzing/ Thuisgeven in Gelderland Het vorige programma Ontgroening & Vergrijzing 1 (O&V) wordt uit het MIG gefinancierd. Met ingang van dit boekjaar is het programma omgezet naar “Thuisgeven in Gelderland”. Het oude programma is grotendeels afgerond. De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door de navolgende factoren: • € 100.000,- was gereserveerd voor een project in het kader van Sen@er. Dit project gaat niet door vanwege te geringe belangstelling bij onze uitvoeringspartners. • € 80.000,- blijft over omdat de subsidies voor een aantal projecten lager zijn uitgevallen. Voor het restant zullen nieuwe voorstellen ter besteding van deze middelen ingediend worden. • In de overgang van O&V naar Thuisgeven is het subsidieplafond lager vastgesteld dan had gemoeten vanwege het restantbudget van O&V dat op dat moment niet inzichtelijk was.
+417
Voor het restant zullen nieuwe voorstellen ter besteding van deze middelen ingediend worden. Sociaal beleid algemeen Op de post opdrachten “Sociaal beleid algemeen” zijn uitgaven beperkt gebleven omdat de noodzaak van externe opdrachten ten behoeve van beleidsontwikkeling, -realisatie en –uitvoering op sociaal terrein, minder bleek dan de budgetruimte toeliet Informatievoorziening
+178
Het beschikbare budget voor informatievoorziening is beperkt benut tengevolge van vertragingen in de verdere ontwikkeling en realisatie van monitoringsinstrumenten in combinatie met verbeteringen van de informatiehuishouding. Deze vertragingen hangen onder meer samen met een gefaseerde invulling van (interne) vacatures.
+130
Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie platteland Op het thema “Gemeenschapsvoorzieningen en sociale cohesie platteland” (Kulturhusen, dorpshuizen en lokale initiatieven sociale cohesie) zijn minder subsidieverzoeken ontvangen dan gepland. De huidige regeling is deels eind 2008 en deels eind 2009 in werking getreden. Tevens hebben beperkt uitgaven plaatsgevonden t.a.v. de uitvoeringskosten (zie ook “mutaties reserves).
+690
Stichting Voedselbank Arnhem e.o. Bij PS-besluit 2009-447 zijn eenmalige middelen t.b.v. de Stichting Voedselbank Arnhem e.o. beschikbaar gesteld uit de Algemene Reserve. Deze middelen zijn bestemd voor de verhuizing en voor een betere, meer duurzame en goedkopere koel/vriesinstallatie. De subsidie wordt begin 2010 verleend. . Overigen Totaal verschil lasten
-300
-49 1.066
Baten N.v.t Totaal verschil baten
5
- 111 -
Mutaties reserves
Lagere onttrekking uit het MIG vanwege lagere uitgaven op het gebied van “Ontgroening en Vergrijzing”. Zie toelichting bij lasten
+417
Lagere onttrekking uit het MIG vanwege lagere uitgaven op het gebied van “Leefbaarheid platteland ”, “Kulturhusen”. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven op “uitvoeringskosten leefbaarheid platteland”. Zie toelichting bij lasten.
+761
Een lagere onttrekking aan de Reserve aangegane verplichting i.v.m lagere lasten op het gebied van “Verbeterplan ambulancezorg” én lagere lasten op het gebied van ‘Leefbaarheid en sociale cohesie”. De lagere lasten worden veroorzaakt doordat minder subsidieverzoeken ontvangen zijn dan begroot. De huidige regeling is deels eind 2008 en deels eind 2009 in werking getreden
+332
In het kader van de onderbesteding is een dotatie aan de ALR begroot in plaats van de RPU, hetgeen de herkomst van de middelen was. De verwisseling van financieringsbronnen is bij de Jaarrekening hersteld, waardoor de begrote dotatie niet heeft plaatsgevonden. De verrekening van lasten op het programma zijn, conform de regels – via de RPU verrekend.
-230
Saldo reserve
1.280
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
Evaluatie programma
Op grond van het in 2008 vastgestelde beleidskader Voorzet 2, zijn met de ondersteuningsinstellingen activiteiten ingezet om de programmadoelstellingen te realiseren. In 2009 zijn concrete projecten van de grond gekomen ook in het kader van de programma's "Thuisgeven in Gelderland" en "Kulturhusen". Speciale aandacht is besteed aan topsportbeleid in het licht van het iniatief van het Rijk. Score zelfevaluatie: +
- 112 -
Programma 3 Jeugd en Gezin In 2009 is gewerkt aan de uitvoering van de eerste jaarschijf van het Beleidskader Jeugd 2009-2010. De uitvoering is vastgesteld in het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2009. De lijn van preventie, jeugdzorg en nazorg heeft richting gegeven aan de in 2009 geleverde prestaties. Het betreft hier het verbeteren van de aansluiting tussen jeugdbeleid en jeugdzorg, ondersteunen en subsidiëren van in preventieve projecten van gemeenten, het nakomen van de overeenkomst met het Rijk over het aantal gebruikers van jeugdzorg en het verder terugdringen van de wachtlijsten in de jeugdzorg. De voortgangsrapportage over inzet en ontwikkelingen tot 2010 met betrekking tot de onderwerpen voortijdig schoolverlaten, Verwijsindex Risicojongeren (VIR), diversiteitsbeleid en de Deal Jeugdzorg 2008-2009 zijn in bijlage X uitgebreider beschreven.In algemene zin kan gesteld worden dat in 2009 is gedaan wat was toegezegd en mogelijk was. Op financieel vlak is dat eveneens het geval met een beperkte onderbesteding van minder dat 1%.
Preventief jeugdbeleid ►Versterken preventief aanbod Activiteiten Alle Gelderse Convenanten Jeugd zijn allemaal in 2009 vernieuwd. Daarmee beschikken wij voor de periode 2009-2012 over een actueel afsprakenkader met alle gemeenten over de aansluiting van het gemeentelijke preventieve jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. In het jaar 2009 is bijgedragen aan het tot stand brengen van diverse voorzieningen voor de jeugd op lokaal en regionaal niveau. Te noemen zijn de Centra voor Jeugd en Gezin en de Verwijsindex Risicojongeren. Indicatoren • Aantal afgesloten convenanten Streefwaarde 2009: Zeven regionale convenanten in uitvoering en actueel houden. Realisatie 2009: alle zeven regionale convenanten zijn vernieuwd.
►Dekkend netwerk zorgadviesteams De realisatie van Zorgadviesteams (ZAT’s) is primair een verantwoordelijkheid van de scholen. Gemeenten hebben hier nadrukkelijk ook een verantwoordelijkheid. Met als resultaat dat in nagenoeg alle scholen voor basis- en voortgezet onderwijs teams functioneren. Bij het Middelbaar BeroepsOnderwijs (VMBO/MBO) zijn goede vorderingen waar te nemen. Alle ROC’s in Gelderland hebben of ontwikkelen een ZAT per locatie. Dat is hier ook van groot belang gezien de relatief hoge schooluitval. Door de verantwoordelijkheidverdeling participeert de provincie hier slechts vraaggericht. De inzet in 2009 was vooral op het vlak van kennisuitwisseling. Indicatoren • Percentage onderwijsinstellingen dat deelneemt aan een zorgadviesstructuur voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, en het middelbaar beroepsonderwijs. Streefwaarde 2009: Per 1-1-2009 nemen alle scholen (primair en voortgezet onderwijs) in Gelderland deel aan een onderwijs-zorgstructuur. Realisatie 2009: nagenoeg 100% in PO en VO.
►Maatschappelijke stages Doel is de ervaringen die we in Gelderland hebben opgedaan met goede begeleiding, coördinatie en samenwerking rond maatschappelijke stages (MaS) verder benutten en uitbouwen. Activiteiten: In 3 Gelderse regio’s zijn in 2009 pilots uitgevoerd. De positieve ervaringen in de regio’s NoordVeluwe, Zutphen en de samenwerkingsprojecten in Arnhem/Nijmegen/Doetinchem zijn beschreven in het boekje “Proeven van MsS”. Er zijn duizenden leerlingen voorzien van een stageplaats. Per jaar gaat het dan om stages tussen de 48 en 72 uur. Indicatoren: • Pilotproject regionale samenwerking MaS Streefwaarde 2009: pilotproject ontwikkeld; aanvang gemaakt met uitvoering.
- 113 -
Realisatie 2009: 3 pilots uitgevoerd.
►Terugdringen aantal voortijdig schoolverlaters Doel is gemeenten en onderwijsinstellingen te faciliteren bij de aanpak van schooluitval. Activiteiten De verantwoordelijkheid voor terugdringen van voortijdig schoolverlaten bij beroeps- en opleidingscentra (MBO/ROC) ligt bij de scholen zelf. Gelderse regio's, Regionale Meld- en -coördinatiepunten Voortijdig schoolverlaten (RMC's) en andere betrokken partijen geven zo uitvoering aan de door het Rijk geformuleerde taakstelling om de schooluitval tot 2012 met 40% reduceren. De provincie heeft in 2009 vooral ingezet op kennisontwikkeling en kennisdeling tussen de verschillende spelers en heeft zich ingespannen om de samenwerking tussen de verschillende VSV-partijen (in zowel onderwijs, zorg en werk) te vergroten. Voorlopige cijfers zijn beschikbaar.De gewenste verdere vermindering van de schooluitval is niet gerealiseerd. Op de meeste Gelderse ROC’s is het aantal voortijdig schoolverlaters ongeveer vergelijkbaar of in beperkte mate toegenomen t.o.v. vorig schooljaar 2007-2008. Indicatoren: • Aantal regio`s dat werkt aan een ketenaanpak voorkomen voortijdig schoolverlaters. Realisatie 2009: alle Gelderse regio’s. • Jaarlijks percentage voortijdig schoolverlaters per regio Streefwaarde 2009: In drie regio`s is er een gemiddelde toename van het aantal herplaatsingen voortijdig schoolverlaters van 30% ( schooljaar 2008-2009 vergeleken met schooljaar 2005-2006). De ambitie is gelijk gehouden aan die van 2008. Dit betekent dat met extra inzet van menskracht maximaal hetzelfde percentage gerealiseerd kan worden. Realisatie 2009: Gegevens worden niet meer gemonitord door derden (Ministerie van OCW). • Schooluitval ROC’s: Bij Regionale Opleidingscentra (ROC's) schooluitval jaarlijks met 10% reduceren. Realisatie 2009: Voorlopige cijfers zijn beschikbaar. De jaarlijkse daling van 10% is in schooljaar 2008-2009 niet gerealiseerd.
►Dekkend netwerk Centra voor jeugd en gezin Activiteiten Wij faciliteren regio’s en gemeenten bij het realiseren van centra voor jeugd en gezin. Wij hebben over dit onderwerp voor betrokken partijen kennisateliers georganiseerd. Over de positie van deze centra en de relatie met de jeugdzorg zijn met alle Gelderse gemeenten afspraken gemaakt in de Convenaten Jeugd 2009-2012. Belangrijk aandachtspunt is een adequate positionering van Bureau Jeugdzorg. Er is door ons een statennotitie Schakel tussen Bureau Jeugdzorg Gelderland en Centrum voor Jeugd en Gezin vastgesteld over de aansluiting CJG en BJz Gelderland. De invoering van de Verwijsindex Risicojongeren kan positief bijdragen aan de werking van deze centra. Een belangrijke voorwaarde bij de financiële ondersteuning van de invoering van de Verwijsindex was dat de verbinding met de lokale Centra voor Jeugd en Gezin gerealiseerd wordt. Met betrekking tot de activiteiten voor invoering van de verwijsindex verwijzen wij naar bijlage 10 van de Beleidsrekening 2009. Alle regio’s zijn gestart met de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Per november 2009 is in zeven gemeenten een fysiek CJG geopend. Bijna alle gemeenten kiezen naast een fysiek CJG voor digitale opvoedinformatie. Indicatoren • Aantal regio’s dat in Gelderland gestart is met het inrichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Streefwaarde voor 2009: Per 1-1-2010 is er in elke regio een start gemaakt met inrichten van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Realisatie 2009: Alle regio’s zijn gestart en in enkele gemeenten zijn de centra al in bedrijf.
►Preventieve aanpak risicojeugd Activiteiten In samenwerking met politie en diverse Gelderse gemeenten is gestart met de ontwikkeling van een model voor signaalopvolging en het bieden van tijdige preventieve hulp met het signaleringssysteem
- 114 -
Prokid als uitgangspunt. Vanuit de Gelderse pilotprojecten in Ede, Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn wordt informatie verzameld om tot een handreiking (toolkit) te komen voor het doeltreffend bieden van preventieve hulp n.a.v. risicomeldingen uit Prokid. In twee van de vier regio’s heeft de de uitvoering vertraging opgelopen door problemen bij de landelijke uitrol van het (politie)registratiesysteem BHV. De pilot in Ede (wijk Veldhuizen) is inmiddels wel al geëvalueerd en wordt uitgebreid naar gemeenteniveau. Belangrijke conclusie van deze evaluatie is dat de inbedding in de structuur van Centra voor Jeugd en Gezin en de veiligheidshuizen noodzakelijk is. Verder is in alle convenanten jeugdzorg-jeugdbeleid opgenomen dat gemeenten ervoor zorgdragen dat signalen vanuit de politie, indien voorhanden (Prokid), lokaal worden opgepakt. Indicatoren: • Aantal in hulp genomen jongeren van de potentiële risicogroep Streefwaarde voor 2009: Tenminste 100 jongeren uit de risicogroep van deelnemende gemeenten zijn in afwachting van werkende Centra voor Jeugd en Gezin doorverwezen naar BJz Gelderland. Deze jongeren zijn eind 2009 in behandeling genomen en/of adequaat doorgeleid door BJz Gelderland. Realisatie 2009: Gerealiseerd. In Ede zijn 53 jongeren m.b.v. Prokid in beeld gekomen. In Arnhem waren dit er meer. • Aantal door Bureau Jeugdzorg gescreende jongeren op verwijzing politie. BJz screent 900 jongeren op verwijzing politie op potentieel risico en start zonodig traject Realisatie 2009: In 2009 zijn ruim 600 cliënten aangemeld bij BJz door de politie (stand maart 2010).
Jeugdzorg ►Wegwerken wachtlijsten Jeugdzorg Activiteiten De overeenkomst met het Rijk over de prestaties in de jeugdzorg (Deal Jeugdzorg 2008-2009) is per 1-1-2010 beëindigd. De afgesproken prestaties met het Rijk zijn gerealiseerd. Belangrijk punt was het realiseren van een minimaal aantal gebruikers van 26.537 in de periode van 2 jaar. Dat aantal is met 27.141 gebruikers ruim gerealiseerd (102%). Door de hoge extra toename van de vraag naar jeugdzorg (+ circa 38%) is het helaas niet gelukt de wachtlijst voor zorgaanbod geheel weg te werken. Ten opzichten van de situatie bij aanvang van de afspraak met het Rijk per 1-1-2008 is er wel een significatie daling gerealiseerd per 1-1-2010 van 75 % van de netto wachtlijst. In 2009 is er vooral geïnvesteerd in ambulant aanbod en pleegzorg. In november hebben Provinciale Staten besloten een bedrag van € 7 miljoen extra vrij te maken voor zorgaanbod in 2010 (motie 62). De situatie met betrekking tot residentiële zorg heeft in 2009 extra aandacht gekregen. Provinciale Staten hebben een motie aangenomen (motie 56) over dit onderwerp. Gedeputeerde Staten zijn gevraagd te komen met een voorstel deze knelpunten weg te werken. Op basis van een uitgevoerde inventarisatie in 2009 is begin 2010 een voorstel ter besluitvorming aangeboden aan Provinciale Staten in het kader van de Gelderse Investeringsagenda. Indicatoren • Aantal wachtenden per zorgvariant. Streefwaarde 2009: Op basis van afspraken met het Rijk is ambitie dat elk kind binnen negen weken de passende hulp ontvangt. Wanneer dit nog niet mogelijk is vanwege matchingsproblemen of ontoereikende capaciteit (vanwege opbouw capaciteit en/of tekort aan financiële middelen) wordt in ieder geval ambulante hulp ingezet. Er zijn met alle jeugdzorgaanbieders afspraken gemaakt over maximale en gemiddelde doorlooptijden. Het aantal jeugdzorgcliënten dat wordt geholpen met € 100.000 subsidie is t.o.v. peiljaar 2004 met 10% gestegen. Realisatie 2009: De stand van de wachtlijst per 1-1-2010 voor zorgaanbod is 526 cliënten. Deze cliënten wachten langer dan 9 weken. Het betreft hier het bruto-cijfer. Van deze jongeren ontvangen inmiddels 385 jongeren een vorm van ondersteuning, hulp of zorg; 141 jeugdigen ontvangen nog geen enkele vorm van provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Het betreft hier het nettocijfer. Uitgesplitst naar zorgvariant geeft het volgende beeld. Ongeveer 60% van de jeugdigen op de netto-wachtlijst, wacht op ambulante hulp (85) als zwaarste zorgvorm. Bijna een op de vijf wacht op residentiële hulp (27), 12% wacht op pleegzorg (17) en 9% op daghulp (12). Helaas is er per 1-1-2010 nog een restwachtlijst. Gezien de stand per 1-1-2008 en de afname van 75% van het nettocijfer is er wel een prestatie van formaat geleverd. Zeker gezien de omvang van de extra vraag naar jeugdzorg in de periode vanaf 1-1-2008 van circa 38%. Er is geen wachtlijst bij het AMK van Bureau Jeugdzorg per 1-1-2010. Op
- 115 -
basis van de nu beschikbare gegevens kan worden gesteld dat de 10% efficiency per 1-1-2010 ten opzichte van 2004 is gerealiseerd.
►Verminderen administratieve lastendruk en verzakelijking. Bureau Jeugdzorg Gelderland en de zorgaanbieders voeren een kwaliteitssysteem in. Bij het AMK van Bureau Jeugdzorg wordt de Doorbraakmethode verder ingezet om tot vereenvoudiging en versnelling van werkprocessen te komen. Activiteiten Bureau Jeugdzorg is in 2009 gestart met de voorbereiding van certificering (HKZ). Daarbij wordt aangesloten op een landelijk verbetertraject. Alle Gelderse zorgaanbieders zijn al geruime tijd gecertificeerd. In 2009 zijn er mede naar aanleiding van aanbevelingen van de Wachtlijstpolitie en de Taskforce Deregulering verbeteringen doorgevoerd. Zo zijn de Nadere regels subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2010 vastgesteld. Vergeleken met de regels voor 2009 was dat een aanzienlijke vereenvoudiging. De hoeveelheid (sturings)informatie willen wij beperken tot het noodzakelijke. Het betreft het Landelijke rapportage format en de indicatoren die wij gebruiken om het Beleidskader Jeugd 20092012 te monitoren. Bij het AMK is geen wachtlijst op 1 januari 2010 en daarbij geldt tevens dat spoedeisende zaken zoals afgesproken altijd voorrang krijgen. Indicatoren: • Percentage instellingen binnen de Jeugdzorg dat HKC gecertificeerd is. Streefwaarde 2009: Eind 2009 is 100% van alle Gelderse Jeugdzorginstellingen HKZ-gecertificeerd Realisatie 2009: alle zorgaanbieders zijn gecertificeerd. Bureau Jeugdzorg is gestart met HKZcertificering. • Doorlooptijd AMK valt binnen de wettelijk gestelde termijnen. Realisatie 2009: 100% gerealiseerd. • Een regulier indicatiestellingstraject binnen BJz duurt in 50% van de gevallen maximaal 3 weken. Realisatie 2009: Niet gerealiseerd. Eind 2009 is dat in 41% van de gevallen gerealiseerd • Provincie Gelderland participeert in 2009 in de (landelijke) invoering van het elektronische kinddossier. Realisatie 2009: De landelijke invoering heeft vertraging opgelopen. • BJz Gelderland sluit aan bij de te ontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin. Realisatie 2009: wijze van aansluiting is beschreven en vastgelegd in Statennotitie. • Binnen noodzakelijk verantwoordingsverplichtingen streven naar 25% vermindering administratieve regeldruk in 2011 t.o.v. 2008. Realisatie 2009: De landelijke nulmeting is provinciaal getoetst en hieruit is een top 10 ervaren regeldruk van Gelderse professionals en cliënten uitgekomen. Uitkomsten zijn in 2009 besproken met de Gelderse instellingen voor jeugdzorg. • Eind 2009 is de situatie zodanig dat adequate sturing en verantwoordingsafspraken met Bureau Jeugdzorg en jeugdzorgaanbieders zijn gemaakt. Realisatie 2009: Er is aangesloten op landelijke verantwoordingsverplichting en monitor provinciale beleidskader. • Realiseren van een rechtmatigheid bij jeugdzorginstellingen van 90%. Realisatie 2009: Gerealiseerd.
►Bestrijden kindermishandeling De provincies hebben onder andere een taak in het realiseren van passende zorg voor kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling dan wel voor gezinnen waar kindermishandeling heeft plaatsgevonden. Onderdeel van deze afspraken is de afstemming en samenhang in de geïndiceerde zorg: provinciale jeugdzorg en de verzekerde zorg (Jeugd GGZ en Jeugd LVG). Activiteiten In 2009 is samen met Bureau Jeugdzorg Gelderland op bestuurlijk niveau overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de Gelderse ziekenhuizen. De ziekenhuizen geven invulling aan de wens het aspect kindermishandeling beter in werkprocessen in te passen en vast te leggen. Het gaat dan onder andere om het sneller waarnemen van kindermishandeling (signaleren) en het uitvoeren van passen-
- 116 -
de maatregelen, waaronder melden en gesprekken met ouders voeren. De Inspectie voor Volksgezondheid voert een landelijke monitor uit om de vorderingen in beeld te brengen. In 2009 zijn ook diverse overleggen georganiseerd met betrokken instellingen zoals GGZ en Raad voor de Kinderbescherming en Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. In 2009 zijn er ook initiatieven genomen om met vertegenwoordigers van huisartsenposten en de verslavingszorg in gesprek te komen over het onderwerp kindermishandeling. Indicatoren • Aantal aangesloten partijen die actief beleid voeren ter bestijding van kindermishandeling. Streefwaarde voor 2009: Afspraken over signalering, verwijzing en informatievoorziening vermoedens van kindermishandeling met alle Gelderse Ziekenhuizen. Realisatie 2009: Alle Gelderse ziekenhuizen zijn gestart of werken volgens landelijke richtlijnen. • Continuering Gelderse Aanpak Kindermishandeling (GGZ Volwassenen, Bureau Jeugdzorg en Raad voor de Kinderbescherming. Realisatie 2009: Er zijn in 2009 diverse bijeenkomsten geweest waarbij bestuurders en medewerkers betrokken waren.
►Versterken intersectoraal aanbod Optimaliseren van samenwerking en afstemming met partners zoals zorgkantoren/ zorgverzekeraars en aanbieders van jeugd-ggz. Activiteiten De inzet van het budget intersectoraal aanbod is in 2009 betrokken bij de uitvoering van de overeenkomst met het Rijk over de jeugdzorg (Deal Jeugdzorg 2008-2009). Het beschikbare bedrag voor 2009 is geheel uitgeput met twee subsidieverleningen. De afstemming met andere sectoren zoals GGZ, LVG, Thuiszorg, Algemeen Maatschappelijk Werk, Gesloten Jeugdzorg en Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) en de betrokken financiers zoals Rijk, Zorgkantoren, Zorgverzekeraars en gemeenten was ook in 2009 een blijvend punt van aandacht. Gezien de veelheid aan actoren en financiers is het een complex vraagstuk. Dat blijkt ook uit verschillende rapporten die eind 2009 over de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg zijn verschenen. In 2010 wordt besluitvorming voorzien door de Tweede Kamer over mogelijke verbeteringen. Afhankelijk van de uitkomst zal in 2010 de inzet m.b.t. intersectorale samenwerking worden bepaald. Indicatoren: • Aantal verleende subsidies voor intersectoraal aanbod Streefwaarden 2009: • 5 subsidie verleningen voor intersectoraal aanbod. Realisatie 2009: 2 subsidieverleningen. • Eind 2009 zijn alle kinderen met een verkeerde plaatsing vanwege wachtlijsten elders in beeld, zonodig zijn afspraken gemaakt over overbruggingszorg door de AWBZ-zorgaanbieder; Realisatie 2009: incidenteel gerealiseerd. • Er worden in samenwerking met Overijssel en Flevoland 30 trajecten gestart voor zeer moeilijk plaatsbare kinderen bij Rentray. Realisatie 2009: Op basis van de beschikbare gegevens per 1-1-2010 gerealiseerd.
Nazorg ►Verbeterde aanpak nazorg Nazorg is voor de provincie een betrekkelijk nieuw punt van aandacht. Veel moet nog worden afgesproken en in de praktijk zijn waarde bewijzen. In het beleidskader Jeugd 2009-2012 is het nazorgbeleid vastgesteld. Daar waar de nazorg raakt aan preventie zijn afspraken met de gemeenten gemaakt. Activiteiten In 2009 is het onderwerp nazorg met zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg besproken. Dat geldt ook voor partijen die betrokken zijn bij Gesloten Jeugdzorg en Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI). In april 2009 is over het onderwerp nazorg na detentie een bijeenkomst georganiseerd waarbij ook gemeenten en VNG betrokken waren. Tijdens de werkconferentie Pak ’t samen op in november 2009 is het onderwerp nazorg en problematiek 18+ ook in breder perspectief geplaatst en met partners besproken. In 2010 wordt het thema nazorg verder programmatisch opgepakt en uitgevoerd. De indicatoren
- 117 -
met betrekking tot nazorg worden in 2010 verder uitgewerkt. Zo zal significante vermindering van de hernieuwde instroom in de jeugdzorg (terugval) of detentie (recidive) zichtbaar zijn. Indicatoren • Percentage terugval Een verbeterde aanpak van de nazorg moet in 2011 leiden tot 15% minder terugval in vergelijking met 2008. Realisatie 2009: In 2011 wordt prestatie gemeten met betrekking tot Justitiele Jeugdinrichting (verantwoordelijkheid Rijk). Voor nazorg na jeugdzorg wordt in 2010 monitor ontwikkeld. • Nazorg is een vast bestanddeel van een afgesproken zorgtraject In 100% van de gevallen. Realisatie 2009: In 2010 wordt een Gelders kader ontwikkeld. • Bij een nazorg traject is zoveel mogelijk ook het netwerk van de cliënt betrokken Streefwaarde PM.: Voor Beleidskader Jeugd 2009-2012 zijn nieuwe indicatoren vastgesteld. Realisatie 2009: In 2010 volgt nulmeting. Programma 3.0 Jeugd en gezin Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
149.960
176.802
173.271
3.531
Baten
141.684
156.654
154.786
1.868
8.276
20.148
18.485
1.663
700
22.714
21.584
1.130
0
12.599
12.599
0
700
10.115
8.985
1.130
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
533
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Verwijsindex risicojongeren (VIR) De invoering van VIR door Gemeente en regio’s is prima op gang gekomen. Verkrijgen van draagvlak en realiseren van adequate samenwerking vragen nog meer tijd dan voorzien. Door enige vertraging is onderbesteding ontstaan. Het restant van de middelen zal volgend jaar ingezet worden. (zie ook toelichting mutaties reserves). Kwaliteitsimpuls Jeugdzorg Inzet van middelen is conform Statenvoorstel (PS2008-569) ingezet ten behoeve van wenselijke
- 118 -
+193
en hoogst noodzakelijke ondersteuning van diverse verbeterprogramma’s voor instellingen voor jeugdzorg en inzet Commissie Wachtlijstpolitie. De onderbesteding wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de Gelderse instellingen meer tijd nodig hebben voor het opstellen van verbeterplannen. Uitvoering is nog voorzien in 2010, derhalve zullen de restantmiddelen in 2010 ingezet worden. (zie reserves) Jeugdzorg algemeen De Jeugdzorg wordt grotendeels door het Rijk bevoorschot. Voor 2009 is voor de Jeugdzorg een uitgave van ruim € 156 miljoen begroot. Omdat alleen de Rijksmiddelen onvoldoende zijn voor de uitvoering van maatregelen in de Jeugdzorg, is naast de rijksmiddelen ruim € 11,2 miljoen aan eigen middelen voor de Jeugdzorg ingezet. Door het ontbreken van passende aanvragen voor de Jeugdzorg zijn de middelen niet geheel uitgeput: € 931.000 aan onderbesteding van Rijksmiddelen, tegenover € 503.000 aan Provinciale middelen. Het restant van de onderbesteding (± € 937.000) wordt verklaard door opbrengsten van lager vastgestelde subsidies. Deze zijn vrijwel geheel ten gunste gekomen van de rijksmiddelen. Het voornemen is de rijksmiddelen eerst uit te putten; daarna worden de provinciale middelen voor de jeugdzorg ingezet. Deze handelswijze is in het boekjaar nog niet volledig toegepast. Derhalve zal bij de Voorjaarsnota 2010 voorgesteld worden eerst de resterende rijksmiddelen in te zetten.
+424
+2.371
Overige jeugdbeleid In 2010 gaan er taken van Elan (verdelingsregeling voorheen Osmose) naar de Scouting Gelderland. Dit is abusievelijk in 2009 geboekt i.p.v. in 2010, waardoor de lasten verlaagd zijn. +585 Overig -42 Totaal verschil lasten
3.531
Baten Jeudzorg algemeen Een punt van aandacht is het moeilijk planbare kasritme van doeluitkering van het Rijk. Het betreft hier de niet voorspelbare besluitvorming van het Rijk met betrekking tot verlening en vaststelling van subsidies. Ook is bij de doeluitkering sprake van een onregelmatig kasritme van inkomsten en uitgaven Hierdoor kunnen verschillen ontstaan in de verwachte en werkelijke baten. Om deze fluctuaties op te kunnen vangen is de Reserve Jeugdzorg ingesteld per 2009.
1.868
Totaal verschil baten
1.868
Mutaties reserves
Verwijsindex risicojongeren Voor de verwijsindex risico jongeren is een bijdrage uit het MIG beschikbaar gesteld. In 2009 is deze niet geheel tot besteding gekomen.
-193
Kwaliteitsimpuls Jeugdzorg Voor de jeugdzorg is een bijdrage uit het MIG beschikbaar gesteld. In 2009 is deze niet geheel tot besteding gekomen, waardoor er sprake is van een lagere onttrekking.
-424
Jeugdzorg algemeen Voor de Deal Jeugdzorg 2008-2009 is een voordelig resultaat bereikt. De bate had ten gunste van de provinciale middelen verantwoord moeten worden. Bij Voorjaarsnota zal een voorstel ter verschuiving van de Rijksmiddelen naar de Provinciale middelen ingediend worden i.v.m. co-financiering. Voor de toelichting: zie verklaring onder Lasten. Aanpakken risicojeugd Voor het aanpakken van de risicojeugd is een bijdrage uit het RPU beschikbaar gesteld. Deze is in 2009 conform planning uitgevoerd en kan met voordelig resultaat worden afgesloten.
- 119 -
-503
-10
Saldo reserve
1.130
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Bij PS-besluit PS2009-943 is € 8 miljoen toegevoegd aan de begroting in Meerjarig Kader Jeugdzorg als vooruitontvangen bedragen rijk
+8.000
Bij PS-besluit PS2009-447 is € 7,3 miljoen toegevoegd in het kader van De Deal Jeugdzorg algemeen.
+7.300
Bij PS-besluit PS2009-728 is € 2,3 miljoen toegevoegd aan de begroting ter aanpassing van de Reserve Jeugdzorg.
+2.300
Bij PS-besluit PS2009-728 is € 1 miljoen toegevoegd aan de begroting ten behoeve van het wegwerken van de wachtlijsten in de Jeugdzorg.
+1.000
Bij PS-besluit PS2009-943 is € 8,2 miljoen toegevoegd aan de begroting ter aanpassing van de Rijksmiddelen aan de hand van de nieuwe beschikking.
+8.200
Evaluatie programma In 2008 en 2009 zijn maximale inspanningen verricht de met het Rijk afgesproken prestaties met betrekking tot de jeugdzorg te realiseren binnen het daarvoor beschikbare financiële kader. In aanvulling op doeluitkering van het Rijk en de beschikbare autonome provinciale middelen voor jeugdzorg, is het eenmalige extra budget (€ 10,3 miljoen) nagenoeg geheel besteed. Dat is gezien de complexheid van uitvoering en het eenmalige karakter van de investeringen een prestatie van formaat. Afgezien van de restwachtlijst bij het zorgaanbod zijn de afspraken met het Rijk nagekomen. Deze restwachtlijst is te verklaren door de veel hogere groei van de vraag naar jeugdzorg dan nog in 2008 was voorzien. De overige bestedingen zijn op enkele uitzonderingen na geheel volgens bestedingsplan gerealiseerd. Score zelfevaluatie: ** goed
- 120 -
Pijler III: Duurzame leefomgeving 4. Klimaat en Milieu Programma 4.1 Klimaat en duurzame energie ► Gelders Klimaatprogramma In het Gelders Klimaatprogramma is de koers uitgezet naar een klimaatneutraal en klimaatbestendig Gelderland in 2050. Het programma bestaat uit een strategisch gedeelte met een onderverdeling in zeven thema’s: duurzame energie, bedrijven, gebouwde omgeving, biobased economy, water, natuur en mobiliteit. Het andere gedeelte bestaat uit een uit-voeringsprogramma met concrete projecten. In 2009 is uitvoering gegeven aan het programma. Tevens is geïnvesteerd in de ontwikkeling van de programmalijn Klimaat, Duurzame energie en Water, in het kader van “Oost Nederland maakt het”. Ook zijn in het voorjaar een fors aantal recessieprojecten klimaat en energie voorbereid en gestart. De uitvoering daarvan is in het najaar ter hand genomen. Totaal is in 2009 een besteding gerealiseerd van circa € 11 miljoen. Dit is inclusief € 3 miljoen uit de recessiemiddelen, die in de loop van 2009 zijn toegevoegd ten behoeve van klimaatprojecten. De totale besteding tot en met december 2009 komt daarmee op 39,5% van het basisbudget en 30% van de recessiemiddelen. Een paar grote bestedingen zijn net niet meer terecht gekomen in boekjaar 2009. Voorbeelden daarvan zijn de subsidies voor de Waterstofbus en een groot zonne-energieproject. Deze zijn reeds besteed in januari of zullen direct daarna leiden tot besteding. De besteding gaat daarmee richting 50% Klimaatprojecten in het actieplan recessie Op 15 april 2009 is door uw Staten het actieplan recessie vastgesteld. Op 8 juli 2009 gevolgd door een besluit over recessieprojecten, zoals voorgedragen door onze externe partners. In beide besluiten zijn ook klimaatprojecten vervat. In het oog springend is de vier miljoen euro die is uitgetrokken voor het versnellen van de energiebesparing op de verlichting van onze provinciale wegen. Dit project loopt op dit moment in volle vaart. De oudste lichtmasten zullen geheel worden vervangen, bij meer nieuwe lichtmasten worden dimmers aangebracht of de gehele armatuur vervangen voor energiezuinige armaturen. In totaal worden ruim 2.000 lichtmasten voorzien van energiezuinige verlichting. In 2009 is ook de beleidsnota “Gelderland uitgelicht” vastgesteld. Verder hebben we de nadruk gelegd op biomassa, ‘klimaat en energie’ op scholen, cool nature en zonne-energie. Op alle genoemde onderwerpen is in de afgelopen maanden voortgang geboekt. Er zijn inmiddels acht aanvragen voor zonne-energieprojecten, waaronder vier van agrarische bedrijven. Deze zullen worden gehonoreerd. Vanuit het klimaatprogramma is, in samenwerking met Wageningen UR, een algenproject voorbereid. Het project is gehonoreerd vanuit recessiemiddelen en het wordt nu uit het programma Economische Ontwikkeling opgepakt. Diverse subsidieaanvragen gericht op energie en klimaat op scholen zijn aangevraagd, een aantal andere zit in de pijplijn. Ook worden acht scholen ondersteund door een energieconsulent. Er zijn aanvragen voor Cool Nature projecten binnen van de gemeenten Arnhem, Wijchen, Rheden en Montferland. Naar verwachting komen er in 2009 nog enkele aanvragen binnen. Daarmee is het beschikbare bedrag voor Cool Nature besteed. Vier gemeenten hebben in het kader van de recessie projecten ingediend die zijn gericht op energiebesparing door particuliere huiseigenaren. Er wordt met deze gemeenten gesproken over de voorwaarden waaronder de toekenning kan vinden. Activiteiten duurzame energie Voor windenergie is op dit moment 36 MW feitelijk gerealiseerd. Eind 2010 zal naar verwachting 100 MW planologisch zijn geregeld. We hebben een businesscase uitgevoerd voor het hybride warmtenet Nijmegen en besloten een proefproject te gaan uitvoeren. Verder hebben we een aantal koudewarmteopslagsystemen helpen realiseren. Het eerste gebouw Helianthos is geopend. In het kader van de recessie zijn diverse grootschalige zonne-energieprojecten mogelijk gemaakt. Ondanks procesbegeleiding en advies aan tientallen bio-energieprojecten (waaronder biogas), vindt momenteel zeer beperkt realisatie plaats. Oorzaak zit in ruimtelijke ordening (locatiekeuze), financie-
- 121 -
ring (rijkssubsidie) en afzet nevenproducten (bijv. warmte). Vanuit onze provinciale rol doen we er alles aan de RO-vraagstukken op te lossen. Daarnaast willen we ons meer gaan focussen op biogas uit mest en houtproductie, omdat we daar kansen zien. Activiteiten bedrijven Met de gemeente Barneveld zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een symbiotisch bedrijvenpark. Energievisie bedrijvenpark Harselaar is afgerond. Op bedrijventerreinen Ede, Druten en Hattemerbroek zijn koude-warmteopslagprojecten in uitvoering. Voor de glastuinbouwclusters hebben we de kansen voor energie-uitwisseling in beeld gebracht. Met de Gelderse papierindustrie zijn we gestart met een gezamenlijke aanpak in de vorm van een quickscan duurzame innovatieperspectieven die zal resulteren in concrete plannen van aanpak. Ook hebben we meegewerkt aan de opzet van het Gelders Transitie Centrum. Activiteiten gebouwde omgeving In 2009 hebben we veel projecten uitgevoerd in de gebouwde omgeving. Zo hebben we 22 gemeenten (en via de gemeenten 1400 eigenaren-bewoners) ondersteund bij de aanpak van energiebesparing bij koopwoningen. In Apeldoorn hebben we een proef uitgevoerd met HRe-ketels. In Woonpark Gelderland zijn energievisies gemaakt voor de vier deelnemende wijken. Diverse scholen, zorginstellingen en andere utiliteitsgebouwen hebben met behulp van de provinciale energieconsulent inzicht gekregen in de beste mogelijkheden voor energiebesparing. Inmiddels zijn ook diverse subsidieaanvragen gehonoreerd om de investeringen die hieruit voortvloeien ook financieel mogelijk te maken. In verschillende steden zijn proefprojecten met klimaatbestendige inrichting in uitvoering en gepland. Er zijn dertien initiatiefnemers die met Cool Nature aan de slag willen, vier daarvan hebben al concrete stappen gezet. Hiermee is ongeveer de helft van de beschikbaar gestelde recessiegelden voor Cool Nature besteed. De klimaatpareltjesactie was dit jaar gericht op klimaatbestendige inrichting. Dit heeft ruim 60 inzendingen opgeleverd. Activiteiten biobased economy Wij zijn betrokken bij een 8-tal projecten met algen, waaronder het ALGAE-park in Wageningen. We hebben een project met een graspersketen gesubsidieerd en een 0-meting klimaatneutrale landbouw. We hebben bijgedragen aan de voorbereidingen van een grasraffinagecentrum bij Wageningen. We gaan meer sturen op de vraagkant van biomassa. In 2009 zijn voorbereidingen getroffen zodat in 2010 pilots klimaatneutrale landbouw gaan starten. Activiteiten water In de visie “Oost Nederland maakt het” is het project “klimaatbestendige IJssel opgenomen. Samen met provincie Overijssel is een IJsseldag georganiseerd om met belangrijke spelers in het gebied de projectopzet te verkennen. Met de waterschappen Veluwe en Rijn en IJssel zijn via de watercontracten afspraken gemaakt om met klimaatgeld drie projecten uit te voeren waarbij extra bufferwerking van regionale watersystemen wordt gerealiseerd. De uitvoering van het eerste project (Veldbeek, Waterschap Veluwe) is gestart. Activiteiten natuur Een onderzoek naar de grootste knelpunten in de klimaatbestendigheid van de EHS is in uitvoering. Blijvende inzet op het aanpakken van verdroging lijkt in ieder geval van belang. Er zijn vier projecten in voorbereiding om natuur, water én landbouwsystemen robuuster en klimaatbestendiger te maken, Een grensoverschrijdende aanpak om een klimaatbestendige inrichting van het stroomgebied van de Rijn en de aanliggende water- en natuursystemen te realiseren is verder ontwikkeld en besproken met verschillende internationale partners. Activiteiten mobiliteit We cofinancieren initiatieven die leiden tot innovaties in voertuigsystemen: in 2009 zijn er aanvragen binnengekomen voor een waterstofbus en een waterstofauto. Daarnaast zijn er nieuwe convenanten mobiliteit afgesloten waarvan telewerken onderdeel uitmaakt. In IPO verband is er gestart met het samenwerken op het gebied van duurzaam wegbeheer. Door de provincies gezamenlijk is er een Meerjarig projectplan Duurzaam Wegbeheer opgesteld, waarin de provincies hebben afgesproken om samen te werken op het gebied van duurzaam aanbesteden, technische pilots en kennisdeling. We hebben de voorbereidingen getroffen voor het opnemen van
- 122 -
CO2-eisen in twee OV-concessies. Tot slot is gestart met de uitvoer van het project aanpak provinciale openbare verlichting zoals opgenomen in het Gelders Actieplan recessie. Meetindicatoren • Stimuleren van externe partners tot de realisatie van windenergie Prestatie 2009: 74 MW planologisch geregeld Realistatie 2009: Momenteel is 36 MW feitelijk gerealiseerd. We hebben de lopende pijplijnprojecten getoetst, en deze zullen naar verwachting zorgen voor de beoogde 100 MW eind 2010. • Samen met externe partners komen tot symbiotische bedrijvenparken Prestatie 2009: energievisie bedrijvenpark Harselaar gereed (2 visies in 2011). Realisatie 2009: Energievisie Harselaar en Lorentz-Oost Waterfront te Harderwijk zijn afgerond. De aanleg van collectieve duurzame energievoorziening in de gemeenten Ede, Druten en Hattemerbroek is in uitvoering. • Samen met externe partners uitvoeren van energievisies voor de glastuinbouw Prestatie 2009: voor glastuinbouwclusters in Huissen/Arnhem en Bommelerwaard visies uitgevoerd.. Realisatie 2009: Er zijn visies uitgevoerd in Voorst en Bergerden en de Bommelerwaard. Dit heeft inzicht opgeleverd in de energiebesparingsmogelijkheden en duurzame energievoorziening. De volgende stap is de aanbesteding voor de realisatie. • Stimuleren van externe partners tot het inzetten van biomassa uit het landschap voor energieproductie Prestatie 2009: afspraken met externe partners voor een hoeveelheid van 300.000 ton/jaar Realisatie 2009: Niet gerealiseerd. Er blijkt onvoldoende momentum in de markt te zijn, om tot regionale biomassabedrijven en pilots nieuwe teelten te komen. We gaan meer sturen op de vraagkant van biomassa. • Aantal projecten/sectoren waar afspraken zijn gemaakt voor hogere energieambities Prestatie 2009: door middel van interactieve communicatie 5 projecten in voorbereiding en met 4 gemeenten afspraken over energieneutrale wijken. Realisatie 2009: Er zijn voor de 4 projecten van Woonpark Gelderland energievisies gemaakt. Deze worden komend jaar uitgewerkt in concrete maatregelen, zodat er, afhankelijk van de ontwikkelingen in de woningbouw, in 2011 kan worden gebouwd. Ook zijn we betrokken bij een aantal wijken en dorpen met grote energieambities: Apeldoorn (Hre-project), Vragender en Hoenderloo. Met de papierfabrieken voeren we scans duurzame innovatieperspectieven uit. • Stimuleren van gemeenten tot het treffen van maatregelen om warmteophoping te voorkomen Prestatie 2009: in 4 gemeenten pilots voor koelteparken en in 3 gemeenten afspraken over klimaatbestendige en klimaatneutrale inrichting. Realisatie 2009: In 4 steden zijn proefprojecten met klimaatbestendige inrichting in uitvoering en gepland. Er zijn dertien initiatiefnemers die met Cool Nature aan de slag willen, vier daarvan hebben al concrete stappen gezet. Hiermee is het beschikbaar gestelde recessiegelden voor Cool Nature grotendeels besteed. Ook is gestart met de ontwikkeling van enkele Koelteparken. De klimaatpareltjesactie was dit jaar gericht op klimaatbestendige wijken. Dit heeft ruim 60 inzendingen opgeleverd. • Stimuleren door middel van subsidieverlening van externe partners tot decentrale energieproductie met bio-WKK Prestatie 2009: 2 locaties voor bio-WKK zijn gerealiseerd Realisatie 2009: Er vindt momenteel geen realisatie plaats. Oorzaak zit in ruimtelijke ordening (locatiekeuze), financiering (rijkssubsidie) en afzet nevenproducten (bijv. warmte). Vanuit onze provinciale rol doen we er alles aan de RO-vraagstukken op te lossen. Daarnaast willen we ons ook meer gaan focussen op biogas uit mest en houtproductie, omdat we daar kansen zien. • Stimuleren van klimaatneutrale landbouwsystemen Prestatie 2009: 1 verkenningsonderzoek uitgevoerd. Realisatie 2009: Verkenningsonderzoek in de vorm van een nuldoorlichting uitgevoerd. Programmering pilots klimaatneutrale landbouw heeft plaatsgevonden (4 pilots zijn gekozen). • Aantal provinciale (deel)plannen klimaatbestendige inrichting Prestatie 2009: regiovisie IJssel gereed en Interregproject Rivierengebied in voorbereiding Realisatie 2009: De regiovisie IJssel is nog niet gereed, deze is nu voorzien in 2010. Wel is in de visie “Oost Nederland maakt het”, het project “klimaatbestendige IJssel” opgenomen. Samen met provincie Overijssel is een IJsseldag georganiseerd om met belangrijke spelers in het gebied de projectopzet te verkennen. Een Interregproject rond steden in het rivierengebied is in voorbereiding. Naar verwachting zal één van de Duitse partijen de leadpartner worden.
- 123 -
• Aantal aangekochte gebieden ten behoeve van het herstellen van de bufferwerking van het regionale watersysteem Prestatie 2009: 10 hectares Realisatie 2009: 5,5 hectares is gerealiseerd. Daarnaast zijn met de waterschappen Veluwe en Rijn en IJssel via de watercontracten afspraken gemaakt om met klimaatgeld 3 projecten uit te voeren waarbij extra bufferwerking van regionale watersystemen wordt gerealiseerd. In totaal is hiermee de aankoop van 58 hectares gemoeid. De uitvoering van het eerste project is gestart. Vanuit het klimaatprogramma is verder bijgedragen aan het project Hollandse Waterlinie voor de realisatie van een wateropvanggebied. • Aantal projecten om de EHS en de robuuste verbindingen klimaatbestendig te maken Prestatie 2009: Plan van Aanpak opgesteld Realisatie 2009: Plan van aanpak is niet opgesteld. Wel is onderzoek gestart of in voorbereiding en is een businesscase opgesteld voor een groot project beek- en natuurherstel door waterschap Rijn en IJssel. Vanuit het klimaatprogramma is hierin geld voor natuur- en beekherstel opgenomen. Onderzoek naar de grootste knelpunten in de klimaatbestendigheid van de EHS is in uitvoering. Verder heeft Gelderland in het kader van het kennisprogramma Kennis voor Klimaat, samen met waterschap Rijn en IJssel, Vitens en kennisinstellingen een aanvraag ingediend voor praktijkgericht onderzoek naar het omgaan met klimaatgevolgen op droge, rurale gronden. • Aantal projecten om een West European Climate Corridor te realiseren Projecten 2009: voorbereiden van 2 deelprojecten. Realisatie 2009: Een grensoverschrijdende aanpak om een klimaatbestendige inrichting van het stroomgebied van de Rijn en de aanliggende water- en natuursystemen te realiseren is verder ontwikkeld en besproken met verschillende internationale partners. Drie deelprojecten op Gelders grondgebied om natuur, water én landbouwsystemen robuuster en klimaatbestendiger te maken zijn voorbereid (CATCH, ingediend voor Europese subsidie, en 2 projecten binnen de klimaatcorridor Veluwe-Reichswald). • Stimuleren van externe partners tot telewerken Prestatie 2009: 10 Gelderse bedrijven hebben telewerken ingevoerd. Realisatie 2009: Het stimuleren van telewerken gebeurt door het sluiten van convenanten en daarmee stimuleert de provincie bedrijven om te komen tot duurzame mobiliteit. Telewerken is in deze convenanten één van de mogelijke maatregelen. Daarnaast kan gedacht worden aan variabele werktijden, stimuleren openbaar vervoer e.d. In 2009 zijn naast het convenant met de stadsregio ook convenanten afgesloten met de WERV, Veluwe/Barneveld en de Stedendriehoek. Na het afsluiten van de convenanten zijn de regio’s verantwoordelijk voor uitvoering. Daarom is het nu niet exact bekend hoeveel bedrijven intussen telewerken. Volgend jaar voeren we een inventarisatie uit naar de resultaten van de afgesloten convenanten. In 2009 zijn de ondersteunende computer faciliteiten voor provinciale medewerkers om thuis te werken uitgebreid. • Stimuleren van externe partners tot de realisatie van innovaties in voertuigsystemen Prestatie 2009: 1 project uitgevoerd. Realisatie 2009: In 2009 zijn twee projecten op het gebied van het rijden van waterstof via subsidieverlening gestimuleerd. Het betreft het grotere project de waterstofbus in de stadsregio waarover PS positief hebben besloten en verder het ontwikkelen van een waterstofauto door de HAN. Programma 4.1 Klimaatprogramma Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
7.753
6.815
11.104
-4.289
0
7
12
-5
7.753
6.808
11.092
-4.284
6.440
4.888
9.310
-4.422
Reserves Onttrekkingen
- 124 -
Dotaties Saldo reserves
0
0
0
0
6.440
4.888
9.310
-4.422
Programmasaldo
138 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Het budget 2009 voor het klimaatprogramma is in het najaar verlaagd als gevolg van met name gehonoreerde initiatieven die niet direct tot besteding leiden. Einde 2009 blijkt dat de budgetaframing te hoog is geweest, omdat andere projecten versneld zijn toegekend of uitgevoerd. Het betreft vooral het Warmtenet Waalsprong en diverse initiatieven in het kader van Klimaat in de gebouwde omgeving. Zie ook mutatie reserves. Het recessiebudget 2009 voor het klimaatprogramma is in het najaar verlaagd als gevolg van de verwachting dat het grootste deel van de initiatieven in 2010 tot besteding komt. Einde 2009 blijkt dat de budgetaframing te hoog is geweest. Vooral de recessiegelden in het kader van de duurzame energievoorziening hebben sneller tot besteding geleid (zoals de Waterkrachtcentrale Hezenburgerstuw en de zonnepanelen bedrijfshallen Bergh). Zie ook mutatie reserves. De uitvoeringskosten t.b.v. het klimaatprogramma, waarin inbegrepen de uitvoeringskosten tbv recessieprojecten, zijn € 126.000 hoger geweest dan begroot. Dit wordt voor ca. € 205.000 gecompenseerd door een hogere opbrengst in het provinciefonds uit de rijksregeling Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK), welke in 2010 alsnog aan het klimaatprogramma zal worden toegekend. De hogere uitgaven worden in mindering gebracht op het budget 2010. Zie ook mutatie reserves. Overige verschillen
-2.562
Totaal verschil lasten
-4.289
-1.803
-127
203
Baten Er zijn geen noemenswaardige verschillen. Totaal verschil baten
-5
Mutaties reserves Omdat projecten versneld zijn toegekend of uitgevoerd is er meer onttrokken aan de MIG. Zie ook Lasten. Saldo reserve
-4.422
Voorzieningen Niet van toepassing
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
- 125 -
n.v.t. Evaluatie programma In 2009 is uitvoering gegeven aan het in 2008 vastgestelde integraal klimaatprogramma. De uitvoering loopt op schema. Goede voortgang is geboekt in de thema's duurzame energie, gebouwde omgeving, bedrijven, mobiliteit, natuur, water en biobased economy. Het starten van innovatie door coalitievorming en pratijkexperimenten verloopt minder snel dan gedacht. We verlaten de koers op het starten van communities of practise voor BiobasedEconomy en we zetten vooral in op concrete innovatieve projecten. Verder komen biomassa-initiatieven moeilijk tot stand. Ondermeer door het verleggen van de aandacht van de aanbodnaar de vraagzijde én het inzetten op biogas verwachten we daar een oplossing voor te vinden. In 2009 is tevens een fors aantal recessieprojecten klimaat en energie voorbereid en gestart. De uitvoering daarvan loopt op schema. Score zelfevaluatie: +
- 126 -
Programma 4.2 Milieu en bedrijven ►Aanpak Luchtkwaliteit In diverse regio’s en steden binnen Gelderland voldoet de kwaliteit van de lucht niet aan de wettelijke normen. De nieuwe regelgeving op dit gebied heeft de afgelopen jaren er toe geleid dat uitbreiding van infrastructuur en bedrijvigheid alleen mogelijk is met extra maatregelen. We hebben voor onze eigen inrichtingen en wegen al veel middelen ingezet en maatregelen getroffen. Ook het rijk stelt middelen ter beschikking om in de regio’s en gemeenten de knelpunten aan te pakken. Wij hebben de ambitie uitgesproken om de noodzakelijke provinciale investeringen in te zetten op duurzame oplossingen. Wij willen investeren in een intensivering van innovatieve, duurzame, kosteneffectieve luchtmaatregelen in de landbouw en schoon openbaar vervoer. Daar waar mogelijk zullen we dit doen in partnerschap en zullen dus een deel van de projecten realiseren via regiocontracten. Activiteiten We hebben succes geboekt samen met onze partners in de uitvoering van de regionale projecten in het kader van het RSL We lopen goed op schema. Zo hebben we zes aardgas tankstations in Gelderland geopend. We zijn druk aan de slag met het verbeteren van de doorstroming van het verkeer op de Pleyroute (N325), de Mauritssingel (vnl.)A325), bij Zutphen (N348), in Harderwijk (N302) en in Zaltbommel (N322). Ondanks onze inzet hebben we door het uitblijven van een wettelijk toetsingkader niet kunnen starten met luchtmaatregelen bij die landbouwbedrijven die net onder de wettelijke norm zitten, maar wel een forse reductie van de fijnstof problematiek kunnen opleveren. Hierdoor is een deel van de gereserveerde middelen nog niet tot besteding gekomen. Zodra het Rijk met richtlijnen komt zullen we de uitvoering direct ter hand nemen. Gestart is met twee pilots in het kader van schone lucht op scholen en kinderdagverblijven. Hier wordt nauw samengewerkt met de Radboud Universiteit Nijmegen en de GGD. We hebben vijf meetprojecten gerealiseerd. Meetindicatoren • Aantal projecten in het kader van RSL Prestatie: 2009: 49 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 49 • Projecten knelpunten langs provinciale wegen Prestatie 2009: 4 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 5 • Projecten fijnstof in de landbouw Prestatie 2009: 69 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 0 (zie toelichting hierboven). • Projecten duurzame mobiliteit Prestatie 2009: 5 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 6 • Percentage eigen wagenpark uitgevoerd met schone brandstoffen Prestatie 2009: 30 % gepland, 50 % cumulatief gerealiseerd Realisatie 2009: 20% • Jaarrapportage i.s.m. de Gelderse gemeenten Prestatie 2009: Jaarrapportage Luchtkwaliteit in Gelderland t.b.v. VROM Realisatie 2009: Jaarrapportage Luchtkwaliteit in Gelderland t.b.v. VROM
►Geen overlast door bedrijven Wij zijn op grond van verschillende wettelijke regelingen bevoegd gezag voor circa 600 bedrijven. In ons Gelders Milieubeleidsplan (GMP) hebben we aangegeven dat we willen dat deze bedrijven geen overlast veroorzaken naar hun omgeving. Om dit te bereiken werken we aan verschillende aandachtsvelden. Op 1 januari 2010 zal de wetgeving voor (milieu)vergunningverlening en handhaving door invoering van de Wabo veranderen. Ook zal in 2010 hard gewerkt worden aan de vormgeving van de zogenaamde “Gelderse Maat” als niveau waar de VTH-discussie in Gelderland wordt ingevuld. Activiteiten actualisatie vergunningen In alle veranderingen zorgen wij ervoor dat vergunningen voldoen aan de actuele wettelijke normen ten aanzien van luchtkwaliteit (NeR) geur, geluid, bodemverontreiniging, energie, externe veiligheid, IPPC, afval en verduurzaming bedrijfvoering. Tevens lichten wij jaarlijks onze bedrijven branchegewijs
- 127 -
door op omgevingsgevoeligheid. Het beleidsuitgangspunt bij de actualisatie van vergunningen is gericht op het eens per tien jaar actualiseren van de bestaande vergunning. Het feitelijk vernieuwen wordt vastgesteld op basis van milieurelevantie. Daarnaast fluctueert het vergunningenbestand. In de praktijk betekent dit dat ca 80% van het bedrijvenbestand een vergunning heeft van 10 jaar of jonger. Voor de nog resterende 47 prioritaire bedrijven is het uitgangspunt van actualiseren eens per zeven jaar. Door VROM is aangekondigd dat e op 1 juli 2010 een 2 nieuwe tranche van het Activiteitenbesluit van kracht wordt. Hierdoor zal een aantal activiteiten, waarvoor nu nog een vergunningstelsel geldt, onder algemene regels gaan vallen. Het is nog niet bekend welke activiteiten het betreft en wat daarvan de consequenties zijn. Activiteiten adequate handhaving Door adequate en professionele handhaving conform handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) wordt gezorgd voor naleving van de vergunningsvoorschriften. In het HUP is de bezoekfrequentie per branche/bedrijf opgenomen op basis van de geldende milieucriteria. Bij individuele bedrijven kan situationeel worden afgeweken van de normfrequentie. Het HUP is in 2009 uitgevoerd. Met de introductie van “Gelderse Maat’ zal de samenwerking binnen de WGR-regio’s de komende jaren wordt geintensiveerd om een goede basis te hebben voor de toekomstige uitvoeringsstructuur. Die uitvoeringsstructuur zal ook belangrijk zijn bij de implementatie van de WABO in 2010. Voor (de regie op) de handhavingssamenwerking betekent dit dat in 2010 sterker wordt ingezet op de ambtelijke en bestuurlijk regionale samenwerkingsverbanden. Met gemeenten en handhavingspartners zullen deze verbanden worden benut om kennis te delen en projecten uit te voeren. Daarbij zullen de LOMprioriteiten asbest , grondstromen en de Gelderse Handhavingsweek in 2010 op de agenda staan. Ook de handhavingsvragen rond de invoering van de WABO en het bevoegdhedenvraagstuk worden hier besproken. Activiteiten Omgevingsloket Het omgevingsloket is ons loket voor bedrijven, burgers, belangenorganisaties en medeoverheden. Bij het loket komen klachten en informatievragen binnen over de leefomgeving. Ook melden bedrijven, die onder ons toezicht staan, er bedrijfsstoringen en calamiteiten. Het omgevingsloket is 24 uur per dag, 7 dagen per week te bereiken. Activiteiten verduurzaming Verminderen van de milieubelasting door bedrijven door het stimuleren van duurzame bedrijfsvoering en het duurzaam inrichten van bedrijventerreinen. De Gelderse gemeenten, bedrijven en watersbeheerders worden regelmatig geïnformeerd over provinciale faciliteiten en activiteiten op het gebied van duurzaam ondernemen (DO). Wij voeren stimuleringsprojecten ‘duurzaam ondernemen’ uit. Activiteiten gebiedsprojecten De informatie over de milieukwaliteit is voor 6 bedrijventerreinen geactualiseerd, voor 4 voor het eerst in kaart gebracht en voor 3 was deze nog actueel. In het bijzonder het in kaart brengen van de milieukwaliteit rondom Industriegebied Arnhem Noord (waaronder Koningspley, het terrein waar Bruil zich zou vestigen) heeft helderheid verschaft voor de omwonenden en de betrokken gemeenten. In 2009 is ook de milieukwaliteit voor de gemeente Westervoort in kaart gebracht om na te gaan of de onrust bij de Westervoorste bevolking, zoals bleek tijdens het Burgerinitiatief rondom Bruil, berust op feitelijke normoverschrijdingen. Begin 2010 zullen de resultaten aan de gemeenteraad van Westervoort worden gepresenteerd. Andere spraakmakende resultaten behaald bij de verschillende gebiedsprojecten zijn: Aanzienlijke geurreductie in Nijmegen West en Weurt, vrijkomen van het Fort de Pol terrein op Zutphen de Mars, samenwerkingsovereenkomst met Rijnwaarden over aanpak Spijkse Dijk, de vergunningen op Looveer (Lingewaard) worden geactualiseerd om geluidsoverlast op Westervoort te beperken, met Lochem is een intentieovereenkomst gesloten voor het duurzaam inrichten van bedrijventerreinen en op diverse terreinen is de geluidszonering zodanig aangepakt dat ontwikkelingen weer mogelijk zijn. In 2009 is een belangrijke stap gezet in de verplaatsing van de Beijer uit de Millingerwaard; alle betrokken partijen zijn overtuigd van de noodzaak van verplaatsing Meetindicatoren • Actualiteit van de vergunning van de 46 prioritaire bedrijven (maximaal 7 jaar oud)
- 128 -
Prestatie 2009: 100 % van de prioritaire bedrijven hebben een actuele vergunning Realisatie 2009: 80% Actualiteit van de vergunning van de circa 600 niet prioritaire bedrijven (maximaal 10 jaar oud) Prestatie 2009: Ten minste 80 % (circa 500) niet prioritaire bedrijven hebben een actuele vergunning Realisatie 2009: 80% • Bijdrage aan concern jaarrapportage rechtelijke uitspraken Streefwaarde 2009: 1 Realisatie 2009: 1 • Percentage van de provinciale bedrijven dat een handhavingsbezoek heeft gehad conform de HUP-frequentie Streefwaarde 2009: 95 % Realisatie 2009: 80 % • Aantal uitgevoerde Bibob-toetsen Streefwaarde 2009: 20 toetsen uitgevoerd Realisatie 2009: 52 Bibob-adviezen • Aantal verwachte gedoogbeschikkingen Streefwaarde 2009: 30 (op basis van ervaringscijfers) Realisatie 2009: 34 • Klanttevredenheid van bedrijven, burgers, belangenorganisaties en medeoverheden over het behandelen van milieu klachten door het MKIC over bedrijven of andere overlast veroorzakende activiteiten Streefwaarde 2009: Minder dan 22 negatieve terugmeldingen ontvangen (<1%) over de intake (front office) van circa 2200 milieuklachten over provinciale bedrijven Bij de kanteling is het MKIC opgegaan in het KlantenContactCentrum (KCC) en gaat het verder als Omgevingsloket. Realisatie 2009: Waarderingscijfer klanten voor het KCC: 6,9 Percentage van de milieuklachten dat binnen twee weken na indiening is afgehandeld Streefwaarde 2009: 80 % Realisatie 2009: 69% • Aantal projecten ter verbetering van de milieukwaliteit op omgevingsbelastende bedrijventerreinen Streefwaarde 2009: 13 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 13 projecten in uitvoering • Aantal projecten inpassing of verplaatsing omgevingsbelastende bedrijven (in totaal gaat het om vier bedrijven, één is in de voorgaande jaren afgerond) Streefwaarde 2009: 3 projecten in uitvoering Realisatie 2009: 2 bedrijfsverplaatsingen ingeleid
► Regulering regionale luchtvaartterreinen De luchtvaart in Nederland neemt toe, zo ook in Gelderland. Dit gaat gepaard met milieuhinder en ruimtebeslag om te kunnen landen en opstijgen. Wij voeren het voorzitterschap en het secretariaat over de wettelijk verplichte milieucommissies voor de grootste Gelderse burgerluchtvaartterreinen: Teuge en Terlet. Deze commissies adviseren de minister van V en W over de milieuaspecten. Ook functioneert er een vergelijkbare wettelijke commissie voor het militaire luchtvaartterrein Deelen, waarvan wij het voorzitterschap voeren (Defensie levert de secretaris). Op 1 november 2009 zijn wij bevoegd gezag geworden voor de milieuhygiënische en de ruimtelijke ordeningsaspecten. Alle andere bevoegdheden (zoals indeling en gebruik van het luchtruim, vliegveiligheid en de beveiliging van de luchthaven) blijven bij het Rijk. Het bevoegd gezag voor luchthaven Teuge en zweefvliegterrein Terlet gaat pas over in de loop van 2010. Hiervoor moet de minister van V en W eerst nog een vertaalslag maken van de oude in de nieuwe wetssystematiek, met een z.g. “omzettingsbesluit”. Activiteiten Wij hebben de implementatie van de nieuwe luchtvaartwetgeving door de provincie voorbereid en rapporteerden hierover aan uw Staten, die op 27 mei 2009 de nota “Omgevingsbeleid luchtvaartterreinen Gelderland” hebben vastgesteld als provinciaal toetsingskader voor deze implementatie. Wij registreren het aantal klachten over milieuhinder door luchtvaart, maar hebben besloten om te stoppen met de inhoudelijke afhandeling daarvan bij gebrek aan wettelijke bevoegdheden op dit punt. Wel voeren wij overleg over de mogelijkheden om op vrijwillige basis vermijdbare hinder terug te dringen. Ook volgen wij de verschillende dossiers rond nabijgelegen luchtvaartterreinen (Lelystad, Twente, Niederrhein, Stadtlohn) nauwgezet om de belangen van de Gelderse burger te behartigen. Meetindicatoren • Aantal genomen besluiten in het kader van de nieuwe Luchtvaartwet Streefwaarde 2009: 2 genomen besluiten Realisatie 2009: nog geen grote besluiten genomen, omdat de wettelijke taak uiteindelijk pas op 1 november naar de provincie is overgegaan en er overgangsrecht voor de structurele luchtvaartterreinen geldt tot 1 november 2010 (dit is een termijn van orde, geen fatale termijn). •
Producten Commissies Milieuhygiëne Luchtvaartterreinen (“Commissies-28 Luchtvaartwet”)
- 129 -
Streefwaarde 2009: 1 jaarrapportage, 2 bestuurlijke overleggen georganiseerd Realisatie 2009: Voor de Commissie-28 Teuge waren er in 2009 inderdaad twee bestuurlijke overleggen: op 18 mei en 2 november. In het overleg van 18 mei is de jaarrapportage 2008 van de commissie vastgesteld. De Commisie-28 Terlet is in 2009 niet bijeengekomen en heeft ook geen jaarverslag over 2008 gemaakt, dit bij gebrek aan milieuknelpunten die bespreking behoeven. Voortvloeiend uit de nieuwe wetgeving zal de Commissie-28 Teuge in 2010 worden omgevormd naar een “Commissie Regionaal Overleg Teuge” onder onafhankelijk voorzitterschap. Dit gebeurt in de vorm van een door Provinciale Staten te nemen instellingsbesluit.Hoogstwaarschijnlijk zal de Commissie-28 Terlet worden opgeheven na de overdracht van het bevoegd gezag. • Uitvoering provinciaal beleidskader luchtvaartterreinen Streefwaarde 2009: volledige beleidsimplementatie Realisatie 2009: Definitieve vaststelling door PS op 27 mei 2009.
► Versterken organisatie Externe Veiligheid Het Rijk heeft de regie voor de uitvoering van het programma Externe Veiligheid 2006-2010 bij de provincie gelegd. Doel is het structureel inbedden van de uitvoering van externe veiligheid in de betrokken organisaties en het verder professionaliseren en vormgeven van de interdisciplinaire samenwerking tussen alle partijen. Activiteiten externe veiligheid Ook dit jaar hebben provincie en regio’s het programma Externe Veiligheid gezamenlijk met succes uitgevoerd. Alle geplande resultaten zijn nagenoeg gehaald. We hebben met de uitvoering fors bij gedragen aan de realisaties van onze GMP3 doelen rond Externe veiligheid. We hebben het aantal personen dat een te hoog risico loopt als gevolg van ongelukken met gevaarlijke stoffen fors teruggebracht. Zo is het aantal personen dat binnen risico contouren van provinciale inrichtingen woont teruggebracht van circa 140 in 2006 tot 100 in 2009, en hebben we samen met onze externe partners voor gemeentelijke inrichtingen dit aantal van 4900 naar 1350 teruggebracht. Belangrijk ander resultaat dit jaar was het opstellen van het rapport Gezamenlijke maatlat EV-implementatie. Hieruit blijkt dat de schaal van de WGR-regio’s een goede maat is om te voldoen aan de maatlat EV. Met deze maatlat zijn in 2009 belangrijke stappen gezet om Externe veiligheid verder te borgen en de Externe veiligheid in Gelderland nog verder te verbeteren. Meetindicatoren • Voortgangsrapportage externe veiligheid aan VROM Streefwaarde 2009: 1 Realisatie 2009: 1 • Jaarprogramma externe veiligheid (Actualisatie PUEV II) aan VROM Streefwaarde 2009: 1 Realisatie 2009: 1 • Actualiteit risicokaart Streefwaarde 2009: de actualiteit is voor 95 % in de betrokken organisaties geborgd. Realisatie 2009: 91 %. • Aantal saneringen in het kader van BEVI (besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) Streefwaarde 2009: eind 2009 100 % van de te saneren inrichting in beeld Realisatie 2009: 100% • De mate waarin de externe partners voldoen aan de maatlat Externe Veiligheid. Streefwaarde 2009: In beeld brengen van de door de externe partners (bevoegde gezagen) te kiezen strategie om te voldoen aan de maatlat externe veiligheid Realisatie 2009: Rapport afgerond
► Aanpakken geluidsoverlast in leefomgeving (hotspots) en stiltegebieden De Europese richtlijn Omgevingslawaai verplicht ons in beeld te brengen waar de geluidsnormen langs provinciale wegen worden overschreden. In ons GMP hebben we de doelstelling opgenomen om maatregelen tegen normoverschrijding te treffen op plaatsen waar mensen wonen en op plaatsen voor natuur en recreatie (rust- en stiltegebieden). Het actieplan geluid is vastgesteld. De aanleg van stil asfalt – waar nodig mogelijk in combinatie met aanvullende maatregelen - zal in veel gevallen het meest effectief zijn. Stilte en rust zijn kernkwaliteiten van waardevolle natuurgebieden. In ons GMP hebben we aangegeven stilte en rust te willen behouden en bevorderen in deze gebieden. De uitvoering van het stiltebe-
- 130 -
leid richt zich daarom de komende jaren niet alleen op de stiltegebieden maar ook op natuurparels en kerngebieden van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Vogel- en Habitat richtlijngebieden (VHR) . Activiteiten In 2009 hebben wij de uitvoering van het Actieplan Geluid 2008-2012 gecontinueerd. Er is op 19,2 km provinciale weg stil asfalt aangelegd om geluidhinder tegen te gaan en knelpunten/hotspots op te lossen. Dat is minder dan aangegeven. Redenen zijn het verlagen van het budget Leefomgevingsoffensief (PS2008-409) maar ook het gegeven dat dit jaar in een aantal gevallen niet aangesloten kon worden op het reguliere provinciale onderhoudsprogramma. In deze gevallen hebben de totale onderhoudskosten in veel sterkere mate gedrukt op de milieubudgetten in plaats van alleen de meerkosten voor de aanleg van stil asfalt die nornaal gesproken worden betaald. Er is in twee gevallen ontheffingen voor geluidshinder bij reconstructie(s) van – veelal provinciale – wegen verleend (voor de overige situaties is de gemeente bevoegd gezag). In het kader van de uitvoering van maatregelen ter behoud en herstel van stiltegebieden is dit jaar 20,8 km stil asfalt aangelegd via het Leefomgevingsoffensief, reguliere middelen en ILG-middelen voor wegen onderhoud. Dat is meer dan gepland. Daarnaast hebben wij het ontstaan van nieuwe knelpunten in stiltegebieden voorkomen door toetsing/advisering bij bestemmingsplannen voor zover dit is opgenomen in de WRO agenda. Meetindicatoren • Aantal km provinciale weg met hotspots gesaneerd van geluidsoverlast/aantal geluidgehinderden e (1 tranche EU richtlijn omgevingslawaai, in totaal gaat om 330 km waarvan in voorgaande jaren 50 km hotspost al is gesaneerd) Streefwaarde 2009: 50 km in uitvoering. Realisatie 2009:19,2 km • Aantal km provinciale weg gesaneerd in het kader van het behoud en herstel van stilte(beleid)gebieden Streefwaarde 2009: 15 km. Realisatie 2009:20,8 km
►Herstel donkerte In kader van het GMP-project donkerteherstel Veluwe werken wij aan het verminderen van lichtbelasting. Activiteiten Het onderwerp 'donkerte' is op onze agenda en die van gemeenten gekomen, er wordt zuiniger met licht omgegaan, dus energie én geld bespaard, we letten nu op lichtvervuiling door betere armaturen te gebruiken en we gaan als wegbeheerder het goede voorbeeld geven aan anderen. Om dit vorm te geven hebben we vier miljoen euro uitgetrokken om lichtvervuiling langs onze provinciale wegen aan te pakken. De oudste lichtmasten zullen geheel worden vervangen, bij meer nieuwe lichtmasten worden dimmers aangebracht of de gehele armatuur vervangen voor energiezuinige armaturen. In totaal worden circa 2300 lichtmasten voorzien van energiezuinige verlichting. Daarnaast hebben we in 2009 samen met gemeenten gemeentelijk lichtbeleid ontwikkeld en projecten uitgevoerd. Van de reeks projecten in het kader van Veluwe donker en stil is in 2009 het project ‘uitgelicht’ (gemeente Arnhem) afgerond en zijn 4 projecten opgestart en/of in uitvoering (Burger Participatie – Gemeente Renkum, Wageningen Campus, Sjabloon beleidsplan licht en donker en Zicht op de Cannenburch en Schaffelaar). We hebben de nulsituatie donkerte voor de hele provincie in beeld gebracht en de evaluatie van het project Veluwe donker en stil als geheel om de resultaten te inventariseren is afgerond. Dit project heeft aantoonbaar positieve resultaten opgeleverd. Meetindicatoren • Aantal projecten ‘zicht op duurzaam licht’ met externe partners (totaal gaat het om 6 projecten waarvan in voorgaande jaren 2 projecten zijn afgerond) Streefwaarde 2009: 4 projecten in uitvoering Realisatie 2009:4 • Evaluatie project ‘zicht op duurzaam licht’ Streefwaarde 2009: 1 Realisatie 2009:1
- 131 -
►Duurzame bescherming drinkwaterwingebieden Wij zijn verantwoordelijk voor het beheer van het grondwater in Gelderland. Zowel ons WHP als de Kaderrichtlijn Water (KRW) vragen van ons om uiterlijk 2009 alle verontreinigingen in de 15 drinkwaterwingebieden in beeld te hebben en hier saneringsplannen voor op te stellen. Activiteiten Het Gelderse drinkwater behoort tot het beste van Nederland. Ook in 2009 hebben we ons ingespannen om deze kwaliteit te behouden en beschermen. Zo zijn in 2009 is de Europese aanbesteding gestart voor de uitvoering van het onderzoeksprogramma "Lekker Water" samen met Vitens en de gemeenten Arnhem en Nijmegen, wat er in moet resulteren dat in 2010 inzichtelijk is op welke locaties bodemverontreiniging aanwezig is (puntbronnen) die een mogelijke bedreiging vormt voor de drinkwaterwinning. Het onderzoek bestaat uit een historisch onderzoek en naar gelang de situatie vereist een verkennend onderzoek en/of één of meerdere fasen nader onderzoek gericht op de grondwaterkwaliteit. Op basis van de onderzoeken wordt voor een locatie de noodzaak van aanpak vanuit de Wet bodembescherming (ernst en spoedeisendheid) en/of de noodzaak van aanpak vanuit de kaderrichtlijn Water (mogelijke toename zuiveringslast in de winning) vastgesteld. Meetindicatoren • Aantal km provinciale weg met beschermende voorzieningen Streefwaarde 2009: ruim 7 km (beschermende voorzieningen op 1 locatie) Realisatie 2009: 8.8 km • Aantal bodemsaneringen in grondwaterbeschermingsgebieden (drinkwaterwingebieden) Streefwaarde 2009: PM Realisatie 2009: In 2009 is in 10 winningen de uitvoering van het onderzoek daadwerkelijk gestart. Voor 9 winningen is de aanbestedingsprocedure afgerond en start de uitvoering in januari 2010.
►Stimuleren van milieu innovaties en milieubewustzijn bij bedrijven, burgers, belangenorganisaties en medeoverheden Het aanpakken van milieuproblemen is niet alleen een taak van de overheid, ook burgers en bedrijven hebben een verantwoordelijkheid. Activiteiten Wij hebben in 2009 veel succesvolle initiatieven op het gebied van milieu-innovaties, natuur- en milieueducatie en het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling gesubsidieerd. Voor milieuinnovaties zijn bijdragen verstrekt aan projecten Veluwe donker en stil en aan projecten op het gebied van Klimaat en energiebesparing. Het budget voor natuur- en milieu educatie is besteed aan versterking van Gelderse NME-centra, stimulering gemeentelijke financiering NME-organisaties/projecten en de opzet van Gelderse meerjarige NME-trajecten. Voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling is het budget besteed aan ondersteuning van provinciale beleidsthema’s zoals Waalweelde en Klimaat en leer- en procesondersteuning bij de opzet van een Gelders netwerk voor Boerderij-educatie i.h.k.v. duurzame plattelandsontwikkeling. Meetindicatoren • Subsidiëring initiatieven Subsidieverordening milieu Gelderland Streefwaarde 2009: 100% besteding subsidiegelden Realisatie 2009: 100% besteed
►Integratie van milieu In ons GMP hebben wij aangegeven dat de aanpak van milieuproblemen integraliteit verlangd; doorwerking naar en samenwerking met andere beleidsvelden is voor oplossingen noodzakelijk. Activiteiten In 2009 is mede naar aanleiding van de reorganisatie, de nieuwe WRO en nationale discussies zoals de Crisis- en Herstel wet milieu dichter bij andere beleidsvelden gekomen. Deze ontwikkeling heeft ook te maken met dat burgers steeds meer van de overheid verlangen op de 'zachte' milieukant zoals beleving en gezondheid. Evenals in 2008 is milieu integraal onderdeel van prioritaire programma's zoals RSP, Ruimte voor de Rivier en Klimaat. Ook de grensoverschrijdende samenwerking op ondermeer milieugebied is voortgezet. Bij het ontwerp van het GMP4 is gezocht naar innovatieve instrumentenmixen. Verder is gekeken of de uitvoering via andere beleidssporen of zelfs andere overheden kan lopen. Dit teneinde effectiviteit
- 132 -
en integratie te vergroten. Meetindicatoren • Mate van doorwerking van milieubeleid in grensoverschrijdende projecten Streefwaarde 2009: 4 projecten milieu inbreng geleverd Realisatie 2009: 5 projecten met milieu inbreng. • Mate van doorwerking van milieubeleid in de uitvoering van de regionale samenwerkingsprogramma’s (RSP’s) Streefwaarde 2009: 25 % van het totale budget voor milieuprojecten is gerealiseerd. Realisatie 25 %. • Mate van doorwerking van milieubeleid in bestemmingsplannen door planbegeleiding Streefwaarde 2009: Van de door de gemeente ingediende plannen wordt 100 % van advies voorzien. Realisatie 100 %. • Actualiteit van milieuzoneringen in bestemmingsplannen (geluid, lucht, externe veiligheid en geur) Streefwaarde 2009: 10 gemeenten gestimuleerd en/of gefacilieerd tot actualiseren van zoneringen in bestemmingsplannen. Realisatie: 12 gemeenten Programma 4.2 Milieu en Bedrijven Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
34.791
42.940
40.994
1.946
Baten
2.596
5.404
2.209
3.195
32.195
37.536
38.785
-1.249
7.647
10.991
10.153
838
0
0
0
0
7.647
10.991
10.153
838
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves Programmasaldo
-2.087 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten
Er is een overschrijding op de apparaatskosten. Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten. Training tbv WABO Dit budget heeft onder andere als doel om te faciliteren in de training van de WABO. Het streven is om zo kort mogelijk voor de invoering van de WABO deze training te hebben. De invoering van de WABO is uitgesteld tot 1 juli 2010, derhalve is dit budget in 2009 niet geheel tot besteding gekomen.
- 133 -
-1.200
300
Project Buiten beter Voor de handhavers waren er pda’s beschikbaar. Deze zijn in 2009 vervangen door blackberry’s. Deze zijn bekostigd uit het afdelingbudget i.p.v. het programmabudget. Uitvoering GMP De onderbesteding wordt voor een deel veroorzaakt door een vertraging van de subsidiebeschikking voor het project H2 Gelderland (Stimuleren Rijden op Waterstof) voor een bedrag van 435.000 euro. Onduidelijkheid over de precieze interpretatie van het Europese aanbestedingsbeleid en onvolledigheid in de aanvraag zijn debet aan deze vertraging. De verwachting is dat de subsidie begin 2010 wordt verleend. Voor een ander deel wordt de onderbesteding veroorzaakt doordat subsidie in het kader van het RSL gekregen van het Rijk (50%) niet tot besteding kon komen. Deze had in 2009 doorgezet moeten worden naar een Gelderse regio. Omdat een aanvraag hiervoor niet is ingediend konden we niet tot doorzetten overgaan. Samen met onze externe partners werken we aan een goede aanvraag zodat dit medio 2010 kan worden verwerkt Inpassing bedrijvigheid De provincie, de gemeente Wageningen en Bruil hebben in november 2009 overeenstemming bereikt over het definitief sluiten van de asfaltcentrale in Wageningen. Deze centrale is op 31 december 2009 gesloten en de overlast van Bruil in Wageningen is hiermee beëindigd. Oorspronkelijk zou Bruil zich in de loop van 2010-2011 in Arnhem vestigen. Wij hadden het betalingsritme op deze planning gebaseerd. Doordat Bruil nu niet verplaatst, maar liquideert werd het bedrag in een keer betaalbaar gesteld in plaats over meerdere jaren Beleidsontwikkeling Algemeen Dit jaarlijkse fenomeen wordt veroorzaakt doordat het bestedingsritme van de EV-middelen afkomstig van het Rijk niet synchroon lopen met de verantwoordingsritme van de begroting. overige Totaal verschil lasten
153
435
2.600
-500
205
-47 1.946
Baten Luchtkwaliteit In 2009 is subsidie in het kader van het RSL gekregen van het Rijk (50%). Deze had in 2009 doorgezet moeten worden naar een Gelderse regio. Omdat een aanvraag hiervoor niet is ingediend konden we niet tot doorzetten overgaan. Samen met onze externe partners werken we aan een goede aanvraag zodat dit medio 2010 kan worden verwerkt. Externe Veiligheid
2.600
512
Dit jaarlijkse fenomeen wordt veroorzaakt doordat het bestedingsritme van de EV-middelen afkomstig van het Rijk niet synchroon lopen met de verantwoordingsritme van de begroting. overige Totaal verschil baten
83 3.195
Mutaties reserves Uitvoering GMP
De onderbesteding binnen de reserve GMP moet in samenhang bezien worden met de onderschrijding op de lasten. Voor het grootste deel is de onderschrijding veroorzaakt door een vertraging van de subsidiebeschikking voor het project H2 Gelderland (Stimuleren Rijden op Waterstof) voor een bedrag van 435.000 euro. Onduidelijkheid over de precieze interpretatie van het Europese aanbestedingsbeleid en onvolledigheid in de aanvraag zijn debet aan deze vertraging. Hierdoor is er minder onttrokken aan deze reserve.
659
Geluid
De inzet voor geluid is gefinancierd vanuit structurele budgetten. Hierdoor is er minder onttrokken aan de reserve. Inpassing bedrijvigheid Zoals bij de toelichting van de lasten is aangegeven, is zijn er door de versnelde liquidatie van Bruil onvoorziene kosten ontstaan waardoor er overbesteding is ontstaan. Deze overbesteding is grotendeels opgevangen door meer te ontrekken aan
- 134 -
383
-424
de reserve inpassing bedrijvigheid. overige Saldo reserve
220 838
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging n.v.t. Evaluatie programma De luchtkwaliteit boven Gelderland verbetert langzaam maar gestaag. Alleen op het punt van de luchtwassers is er vertraging doordat het Rijk nog geen richtlijnen heeft afgegeven voor landbouwbedrijven, die net onder de wettelijke norm zitten. Gelderse milieu vergunningen zijn op orde en worden consequent gehandhaafd. De provincie Gelderland is goed voorbereid op een nieuwe wettelijke taak mbt luchtvaartterreinen. In 2009 zijn belangrijke stappen gezet om de externe veiligheid verder te borgen. Met name door het aanleggen van stil asfalt is in 2009 is uitvoering gegeven aan het Actieplan Geluid (2008-2012). In 2009 zijn meer Gelderse gemeenten met het projekt herstel donkerte mee gaan doen. Ook is gestaag verder gewerkt aan het borgen van de uitstekende kwaliteit van het Gelderse drinkwater. In 2009 hebben bedrijven co-financiering ontvangen voor milieu innovaties en hebben verschillende projecten gefunctioneerd om het milieubewustzijn te vergroten. Mede door de reorganisatie is het provinciale milieu beleid sterker geintegreerd in het beleid van de provincie. Score zelfevaluatie: +
- 135 -
Programma 4.3 Bodem en afval ►Duurzame verwerking van bagger en duurzaam grondstoffengebruik Uw Staten hebben de ambitie uitgesproken om een stimulerende, regisserende overheid te zijn voor optimaal hergebruik van bagger. Activiteiten verwerking van bagger Wij hebben onze stimulerende en regiserende rol stevig opgepakt door via de provinciale milieuvergunning van afvalverwerkende bedrijven landelijk afvalbeleid uit te voeren. Daarnaast hebben wij in bijgedragen door de inzet van een grondstoffentoets bij de aanleg van provinciale wegen, door het stimuleren van voorbeeldprojecten en door een integraal ketenhandhavingsproject. In de afgelopen jaren zijn 3 voorbeeldprojecten met externe partners uitgevoerd voor de mogelijkheid van toepassing van bagger in wegen en fietspaden. Het betrof projecten op de Veluwe, in Rhederlaag en Ruurlo. Hiermee is de doelstelling voor de hele programmaperiode voor het GMP 3 gehaald. Overigens blijkt het stimuleren van hergebruik van secundaire grondstoffen door derden niet meer nodig te zijn, omdat vanuit de markt hergebruik al aantrekkelijk genoeg is. Het baggeren van de Korne als maatregel uit ons pakket om de recessie te bestrijden is in volle gang en is het eerste kwartaal van 2010 afgerond. Activiteiten grondstoffen Bij de aanleg van provinciale wegen wordt een grondstoffentoets ingezet. Het gebruik van secundaire grondstoffen bij provinciale infrastructuur is optimaal. Het is technisch niet mogelijk om 100% secundair materiaal te gebruiken. Het integrale ketenhandhavingsproject (project grondstoffen) heeft geleid tot een nieuw project namelijk projectteam interventie. Hierin worden verdachte bedrijven nader onderzocht. Hierbij zijn transportcontroles uitgevoerd. In 2009 is een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar puntbronnen die een bedreiging zijn voor drinkwaterwingebieden. Meetindicatoren • Aantal gestimuleerde pilotprojecten met externe partners waar bagger wordt toegepast Streefwaarde 2009: 2 Realisatie 2009: Omdat het voor de markt zeer aantrekkelijk geworden is om her te gebruiken is stimulering niet meer nodig. De afgelopen jaren zijn er 3 stimuleringsprojecten uitgevoerd. • Aantal provinciale voorbeeldprojecten waar bagger nuttig wordt toegepast Streefwaarde 2009: 2 Realisatie 2009: We passen dit zoveel mogelijk toe bij het aanleggen van provinciale infrastructuur. • Aantal bodemsaneringsplannen in grondwaterbeschermingsgebieden (drinkwaterwingebieden) Streefwaarde 2009: 1 saneringsplan opgesteld Realisatie 2009: In 2009 is 1 grootschalig onderzoek uitgevoerd naar puntbronnen. Dit onderzoek loopt door in 2010. Eind 2010 is een saneringsprogramma voorzien.
►Aanpak grootste knelpunten op het gebied van bodemsanering Vanuit de Wet Bodembescherming hebben wij een regierol op het gebied van bodembeheer. We pakken de grootste knelpunten op het gebied van bodemsanering aan. De aanpak is in drie lijnen uitgewerkt: • Aanpak van werkvoorraad aan ernstig/urgent verontreinigde locaties. • Verantwoord beheer en gebruik van diffuus verontreinigde gebieden. • Stimuleren van duurzaam gebruik van de bodem. Activiteiten We hebben het programma Gasfabriekterreinen voortvarend uitgevoerd. De aanpak van de gasfabriekterreinen in Aalten en Apeldoorn is afgerond. In Nijkerk is de sanering in september 2009 feestelijk gestart. In Hattem en Zutphen lopen de voorbereidingen en worden de saneringen in 2010 gestart.
- 136 -
Saneringsprojecten in Epe, Barneveld en Oude Ijsselstreek zijn met de Versnellingsgelden, voortvarend ter hand genomen en versneld in uitvoering gebracht. We hebben bodemsanering door derden gestimuleerd door subsidies vanuit de bedrijvenregeling en versnellingsgelden bodemsanering en door flankerend beleid. Door vertraging in de aanvraag van een grote Gelderse gemeente is een deel van de middelen voor de uitvoering nog niet tot besteding gekomen. We verwachten voor medio 2010 de aanvraag te kunnen goedkeuren. We hebben het programma bodemsanering bijgesteld en de middelen meer in overeenstemming gebracht met het bestedingsritme. Dit heeft in 2009 technisch gesproken tot overbesteding geleid, echter dit wordt gecorrigeerd door dat de middelen elders in de planperiode (tot 2015) tot besteding komen We hebben beschikt op onderzoek en saneringsplannen inclusief BUS-meldingen (BUS = Besluit Uniforme Saneringen). We hebben toezicht en handhaving uitgevoerd op saneringen. In het kader van het landsdekkend beeld hebben we een screening gedaan van potentiële spoedeisende locaties. Op ongeveer een derde van de geïnventariseerde potentiële spoedeisende locaties zal verder onderzoek nodig zijn. We hebben de asbest problematiek in Gelderland in beeld gebracht en extra middelen van het Rijk toegezegd gekregen om de problematiek aan te pakken. Om de bedreiging van de grondwaterwingebieden door bodemverontreiniging in beeld te brengen hebben we een grootschalig onderzoek aanbesteed. Dit project – Lekker Water- loopt en wordt in 2010 vervolgd. In het kader van het activiteitenprogramma ondergrond voeren we een aantal pilots uit op het gebied van duurzaam gebruik van de ondergrond. Meetindicatoren • Aantal saneringen uitgevoerd in beheer van de provincie (Uitvoeringsprogramma Wbb inclusief projecten) Streefwaarde 2009: 14 saneringen in uitvoering; 4 saneringen in evaluatiefase; 3 saneringen afgerond, 12 locaties die langdurig gemonitord worden Realisatie 2009: 14 projecten in uitvoering of voorbereiding. 1 sanering in evaluatiefase. 2 saneringen afgerond. 16 saneringen in langdurige monitoringsfase. • Aantal meldingen van saneringen en onderzoeken door externe partijen waar tijdig op is beslist Streefwaarde 2009: 200 verwachte meldingen Realisatie 2009: In totaal is beschikt op 191 meldingen (nader onderzoek, saneringsplan en Besluit Uniforme Saneringen). Hiervan zijn er 128 binnen de (soms eigen gestelde) termijn beschikt. • Aantal bevelsbesluiten op onderzoeks- en saneringsverplichting Streefwaarde 2009: 4 verwachte besluiten Realisatie 2009: 0 omdat dat blijkt dat waarschuwingsbrieven dusdanig effectief blijken dat geen bevel hoeft te worden opgelegd. • Aantal handhavingsbezoeken bij saneringen (waaronder BUS) Streefwaarde 2009: 220 verwachte controles Realisatie 2009: 195 • Aantal saneringen in het kader van het project Gasfabrieken (inclusief terreinen met restproblemen. In totaal gaat het om 31 terreinen waarvan in voorgaande jaren 6 terreinen al zijn gesaneerd) Streefwaarde 2009: 25 saneringen in uitvoering Realisatie 2009: 17 saneringen in uitvoering of afgerond (Het getal 25 bij de prestatiebeschrijving voor 2009 berust op een administratieve fout. Dat hadden er 16 moeten zijn en zijn in werkelijkheid dus 17 geworden). • Aantal locaties (inclusief wegen) met asbest gesaneerd (in totaal gaat het om 156 locaties waarvan in voorgaande jaren 50 locaties al zijn gesaneerd). Streefwaarde 2009: 116 saneringen in uitvoering Realisatie 2009: 110 locaties zijn gesaneerd. 5 locaties hoeven alsnog niet gesaneerd te worden. 1 locatie wordt overgedragen aan DLG. Deze wordt in 2010 of 2011 door DLG gesaneerd.
►Nazorg gesloten stortplaatsen en/of baggerdepots Wij voeren het Stortbesluit bodembescherming uit. Activiteiten Wij dragen zorg voor actuele nazorgplannen en grondwater monitoringsrappotages. Na sluiting van de stortplaatsen neemt de provincie het beheer en onderhoud van de stortplaats over. We hebben actief informatie uitgedragen over de inpassing van stortplaatsen. In 2009 zijn verschillende initiatieven hiertoe besproken. In 2009 zijn 6 concrete plannen akkoord bevonden en met een beschikking op een
- 137 -
saneringsplan bekrachtigd. Inmiddels zijn in totaal 20 Wbb-stortplaatsen ruimtelijke ingepast. Daarnaast is een visiedocument opgesteld ten behoeve van de inpassing van voormalige stortplaatsen. Meetindicatoren • Aantal uitgevoerde monitoringsonderzoeken bij gesloten stortplaatsen en baggerdepots Streefwaarde 2009: 2 geplande controles Realisatie 2009: 0, omdat er nog geen stortplaatsen gesloten zijn. Sluiting van drie stortplaatsen is voorzien in 2010. • Aantal wet Milieubeheer stortplaatsen en baggerdepots waarvoor de provincie de eeuwigdurende nazorg overneem Streefwaarde 2009: 3 stortplaatsen en 5 baggerdepots Realisatie 2009: Het sluitingsproces voor zowel de 3 stortplaatsen als de baggerdepots zijn in een afrondende fase, maar zijn nog niet afgerond. In 2009 zijn geen sluitingsbeschikking genomen. • Stimuleren inpassingsprojecten voormalige stortplaatsen in het kader van duurzaam ruimtegebruik Streefwaarde 2009: in voorkomende gevallen worden samen met externe partners gekeken naar de mogelijkheden. Realisatie 2009: 6 inpassingsprojecten. Programma 4.3 Bodem en Afval Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
16.432
21.624
21.379
245
Baten
9.830
14.968
15.018
-50
Saldo (lasten – baten)
6.602
6.656
6.361
295
3.125
3.175
2.594
581
0
0
0
0
3.125
3.175
2.594
581
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
-286
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Het verschil zit met name in de uitgave binnen de Subs.regeling Bodemsanering Bedrijfsterreinen Gld. Wij hebben hiervoor een uitgave staan van € 1.189.318,--. Er is hier geen budget aan verbonden omdat de subsidietoekenning voorzien is van een beschikking van VROM. De lasten zullen volledig worden opgenomen als een transitorische post ( nog te ontvangen). Hier tegenover staat een bedrag aan apparaatskosten van € 1.246.506,-- welke niet ten lasten van de afdeling zijn gebracht maar verrekend zijn met programmatische budgetten.
- 138 -
-1.189
1.246
Overige Totaal verschil lasten
188 245
Baten In het Fonds nazorg stortplaatsen Gelderland worden de middelen beheerd die nodig zijn voor de financiering van de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen. De op de stortplaats aanwezige voorzieningen zijn bedoeld om in de toekomst schade aan het milieu te voorkomen. De provincie is op grond van de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor het beheer van deze voorzieningen. Om te waarborgen dat de middelen ook op de lange termijn alleen worden besteed voor de nazorg heeft het fonds een eigen rechtspersoonlijkheid. Om deze reden mag de provincie de kosten die gemaakt worden voor het beheer van het Nazorgfonds in rekening brengen bij het fonds. De uren die door provinciaal personeel aan het fondsbeheer worden besteed worden op basis van tijdverantwoording doorbelast aan het fonds. Op deze rekening wordt de doorbelasting van de vergoeding geboekt. Voor 2009 moet de vergoeding nog worden geboekt. De provincie heeft van Vrom een rijksbijdrage ontvangen voor de jaren 2005 tot en met 2009 voor de uitvoering op de Wet bodembescherming. Elk jaar wordt er een bedrag vooruitontvangen van het Rijk. Alle nog niet besteden middelen worden als transitoria opgenomen. Tot het moment dat er een afrekening met het Rijk plaats vindt. In 2009 is er door het Rijk een voorschot ontvangen voor 2009 tevens stond er nog een vooruitontvangen bedrag als transitoria 2008. Overige Totaal verschil baten
100
-150
-50
Mutaties reserves Verschil betreft met name de reservering op Bodemsanering i.c.m. woningbouw (tenderregeling(MIG) rentederving) zijnde € 412.500,--. Dit bedrag stond gereserveerd voor de voorfinanciering van de toegezegde middelen door Vrom voor de Uitvoering Wet bodembescherming, het uitvoeringsprogramma 2009. We hebben echter geen middelen hoeven voor te financieren, zodat deze middelen vrijvallen en kunnen worden toegevoegd aan het budget 2010 voor uitvoering van de Tenderregeling. Verder is een klein deel van de Tenderregeling zijnde € 71.000,-- en een deel van de voorbereidings- en uitvoeringskosten zijnde € 82.000,-- niet tot subsidieverlening/uitgaven gekomen. Dit zal in 2010 gebeuren. Overige Saldo reserve Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Geen verschil tussen begroting voor en na wijziging groter dan 10 miljoen. Evaluatie programma In 2009 zijn successen geboekt. Herverwerking van secondaire grondstoffen door derden is niet meer nodig, omdat er genoeg vraag is vanuit de markt. De sanering van gasfrabrieksterreinen verloopt voorspoedig. Het programma bodemsanering bijgesteld en de middelen meer in overeenstemming gebracht met het bestedingsritme. De opgave van de sanering van de resterende potentiële spoedeisende locaties en de resterende asbest problematiek is in beeld gebracht. Wij voeren onze taken mbt het Stortbesluit bodemberscherming zorgvuldig uit. Score zelfevaluatie: +
- 139 -
412 71 82 16 581
5. Cultuur en Cultuurhistorie Programma 5.1 Cultuur Bij programma 5.1 Cultuur gaat het om het bevorderen van productie, bereik en behoud van kunst en cultuur. In het Coalitieakkoord 2007-2011 is vastgelegd dat het cultuurbeleid van Verbindingen onverminderd wordt voortgezet. Stimuleren van Cultuurbereik en cultuurproductie blijft het hoofddoel van ons cultuurbeleid. Het nieuwe beleidskader cultuur 2009-2012 getuigt daarom van continuïteit, met een heldere focus op de uitvoering. Belangrijke onderdelen van het beleid die de komende jaren een accent krijgen zijn: Educatie, Festivals, Amateurkunst, Volkscultuur en Regionaal cultuurbeleid Het jaar 2009 is het eerste jaar van het meerjarenbeleidskader cultuur Meer Verbindingen 2009-2012. Het beleidskader is vastgesteld door uw Staten op 28 mei 2008.
►Educatie Cultuureducatie is de hoeksteen van het Gelderse Cultuurbeleid. Daarom willen wij de kwaliteit van cultuureducatie versterken. In lijn met Verbindingen gaan we door met het vergroten van het cultuurbereik en de cultuur-productie. We willen een breed publiek betrekken bij kunst en cultuur. Vooral is van belang dat alle jon-geren kennis kunnen maken met de belangrijkste vormen van kunst en cultuur. Activiteiten Wij hebben EduArt, de Coördinatiepunten cultuureducatie en cultuureducatieve projecten van uitvoerende kunstorganisaties ook in 2009 gesubsidieerd. Hiermee hebben zij hun activiteiten (zie onderstaand bij indicatoren) kunnen uitvoeren. Indicatoren • Aantal scholen voor primair onderwijs (PO) dat diensten afneemt van EduArt Streefwaarde 2009: EduArt richt zich op alle scholen voor primair onderwijs; of scholen gebruik maken van de ondersteuning beslissen de scholen zelf. Realisatie 2009: 60% van de scholen maakt gebruik van de diensten van EduArt en realiseert hierdoor een cultuureducatief aanbod. Aantal Coördinatiepunten cultuureducatie Streefwaarde 2009: 4 coördinatiepunten Realisatie 2009: Wij hebben in 2009 vier coördinatiepunten gerealiseerd. • Aantal educatieve projecten van uitvoerende instellingen en publieksaantallen. Streefwaarde 2009: Ongeveer 20 instellingen voeren educatieve projecten uit. Realisatie 2009: Ook dit voornemen is gerealiseerd (20)
►Amateurkunst De amateurkunst ontwikkelt zich sterk. De tijd van overzichtelijk aanbod binnen herkenbare disciplines is voorbij. We moeten ons buiten bestaande kaders begeven en op zoek gaan naar nieuwe vormen van cultuurbeleving. (bv rap, streetdance). Wij willen in Gelderland de amateurkunst beter organiseren om deze zo toegerust te (laten) zijn voor de toekomst en zodoende meer aantrekkingskracht realiseren. Wij hebben ervaren dat bijzondere projecten de kwaliteit en belangstelling voor de amateurkunst vergroten. Daarom moet innovatie en kwaliteit bij de projecten voorop staan. Activiteiten 1. Oprichten regionale servicepunten amateurkunst 2. Subsidiëren jeugdtheaterscholen 3. Subsidiëren bijzondere projecten. Indicatoren 4. Aantal regionale servicepunten voor amateurkunst; Streefwaarde 2009: 4, waarbij in principe aangesloten wordt bij de regio’s regionaal cultuurbeleid. Realisatie 2009: Wij hebben in 2009 4 regionale servicepunten gerealiseerd. • Aantal gesubsidieerde jeugdtheaterscholen Streefwaarde 2009:
- 140 -
4 jeugdtheaterscholen ontvangen ondersteuning. Subsidies zijn bedoeld voor de regionalisering van de theaterscholen. Realisatie 2009: De 4 jeugdtheater scholen hebben hun taak kunnen uitvoeren door de verstrekte subsidies. • Aantal bijzondere projecten. Streefwaarde 2009: 4 bijzondere projecten, die aansluiten bij de doelen van Meer Verbindingen 2009-2012 Realisatie 2009: Wij hebben in 2009 drie bijzondere projecten uitgevoerd/gesubsidiëerd. Voorbeeld daarvan is ‘Uit de kunst in de wijk’, een cursus en sociaal artistieke projecten en CU! Dance, een dansproject voor VMBO leerlingen. Dit dansproject wil jongeren die te weinig bewegen en nauwelijks deelnemen aan de gevestigde vormen van kunst en cultuur laten aansluiten bij hun eigen voorkeuren (bv streetdance) om zo de ‘culturele loopbaan’ van jongeren te stimuleren.
►Volkscultuur Feesten, tradities dialecten, streekgerechten etc. Volkscultuur heeft als onderdeel van streekcultuur een groot publieksbereik. Wij willen nieuwe projecten op dit terrein stimuleren. Het gaat hierbij vooral om projecten die aansluiten bij de cultuurhistorische regio’s van Belvoir. De volkscultuur in Gelderland krijgt een extra impuls (het Gelderse erfgoed) en wordt integraal benaderd vanuit verschillende invalshoeken Activiteiten • Projecten op het terrein van de volkscultuur worden gerealiseerd, waar onder een festival; • Organisaties en personen ontvangen ondersteuning. Indicatoren • Aantal projecten volkscultuur Streefwaarde 2009: 3 Realisatie 2009: Wij hebben in 2009 een drietal projecten ondersteund/uitgevoerd. Een mooi voorbeeld is het project ‘Dichter bij de Achterhoek’, een project over de eigen cultuurhistorie en cultuur voor de inwoners van de Achterhoek. • Ondersteuningsaanbod In 2009 heeft het Servicepunt een plan van aanpak ontwikkeld en op basis daarvan een project uitgevoerd.
►Regionaal cultuurbeleid In Gelderland, met prioriteit voor plattelandse regio’s, ontstaat een beter cultureel klimaat. Hiervoor wordt, met uitzondering van de grote steden, regionaal cultuurbeleid in heel Gelderland ingevoerd. Activiteiten Naast de drie bestaande cultuurregio’s is het ons gelukt om ook twee nieuwe cultuurregio’s in te richten: Arnhem en Nijmegen Indicatoren • Aantallen regio’s en deelnemende gemeenten Streefwaarde 2009: Gebiedsgericht beleid is operationeel in 5 regio’s: Veluwe, Rivierenland, Achterhoek, Rond Arnhem en Rond Nijmegen. Realisatie 2009: alle 5 regio’s hebben wij in 2009 gerealiseerd • Aantal gerealiseerde projecten In de regio’s worden projecten gerealiseerd op basis van door de gemeenten en de provincie vastgestelde visiedocumenten. Realisatie 2009: 5 projecten gerealiseerd. Aard en aantal projecten hangt af van het regionale visiedocument. Realisatie 2009: In totaal hebben wij met onze partners/ondersteuningsinstellingen 14 projecten weten te realiseren.
►Festivals Festivals verlevendigen het culturele klimaat van Gelderland. Zij trekken een groot publiek dat vaak niet met ander aanbod wordt bereikt. De festivals trekken veel mensen en leveren daardoor ook in economisch opzicht een belangrijke bijdrage. Activiteiten • Meerjarensubsidies voor festivals die trendsettend en internationaal gericht zijn. • Meerjarensubsidies voor festivals die een provinciale of grootregionale uitstraling hebben.
- 141 -
•
Festivalkalender Oost-Nederland
Indicatoren • Aantal festivals 2009: gerealiseerde festivals 13: Modebienale, Wintertuin, Music Meeting, NJO muziekzomer, Gebroeders van Limburg, Koninklijk Apeldoorn, ’t Zand Kootwijk, Straattheater Doetinchem, World Statues, Retreat Fort Asperen, East of Eastern Jazz festival, Go Short filmfestival, Tango festival Doble Ocho. • Festivalagenda Eén festivalagenda Oost-Nederland Realisatie 2009: Er is een festivalagenda gerealiseerd in OostNederland. Ook is dit jaar de Stichting Federatie Gelderse Festivals tot stand gekomen. Programma 5.1 Cultuur Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
39.338
34.040
33.787
253
Baten
2.117
39
37
2
37.221
34.001
33.750
251
8.073
2.213
2.885
-672
0
200
200
0
8.073
2.013
2.685
-672
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
923
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten
Recessie: Vlottrekken knelpunten cultuurprojecten (relatie MIG) Deze middelen zijn bestemd voor 2009 en 2010. In 2009 is een bedrag ad € 50.000 op de begroting opgenomen. In december 2009 zijn hiervoor nog meerdere aanbestedingen gedaan, die voor een groot deel in 2010 voortgezet zullen worden, waardoor er in 2009 sprake is van een on-
+34
derbesteding van € 34.000,-- Hiervoor zijn in 2009 wel reeds verplichtingen aangegaan. Beleidskader Meer Verbindingen Het begrote bedrag ten behoeve van het beleidskader Meer Verbindingen is over verschillende producten verdeeld. Van het begrote bedrag van ruim € 14,2 miljoen is 13,4 miljoen uitgegeven. Er zijn vooral minder subsidies uitgegeven op de culturele infrastructuur. Veel projecten zijn uiteindelijk niet gestart in 2009. Hiervoor zijn diverse redenen te geven, zoals hoge bouwprijzen
in 2008, de recessie en moeizame bouwprocedures.
- 142 -
+ 999
Programmafonds Cultuurparticipatie Voor de decentralisatieuitkering Cultuurparticipatie (het cultuurparticipatiefonds) is halverwege 2009 met het “Actieplan onderbesteding” € 200.000,- overgeheveld naar het jaar 2010. Daarnaast is in 2009 voor € 180.000,- minder aan subsidies uitgegeven dan begroot. Oorzaak ligt in het feit dat de aanvragen van subsidies niet tijdig compleet waren, zodat de provincie deze niet juist kon beoordelen. Deze subsidies zullen nog begin 2010 worden verwerkt. Eenmalige impuls podiumgezelschappen in Oost-Nederland (relatie MIG) In 2009 is vanuit het MIG extra geld beschikbaar gesteld voor podiumgezelschappen in OostNederland. Abusievelijk is dit bedrag niet begroot, waardoor een overbesteding op dit onderdeel gerealiseerd is. Culturele Infrastructuur (relatie MIG) Ingevolge het PS-besluit 2008-211 is voor Culturele infrastructuur € 8.200.000 beschikbaar gesteld. Voor 2009 is € 7.005.000 begroot. Bij besluit PS2009-728 is hiervan € 6.500.000 overgeheveld naar 2010 en 2011, vanwege 7 projecten die om diverse redenen, zoals hoge bouw-
+ 180
-490
-355
prijzen in 2008, de recessie en moeizame bouwprocedures niet zouden kunnen starten met de bouw. Eind 2009 is aan één van deze 7 projecten nl. het Regionaal Archief Rivierenland alsnog subsidie verleend van € 830.000. Hierdoor ontstond een overschrijding van het budget van € 355.000. Het budget voor 2010 zal daarop aangepast worden. Overige Posten Tot slot zijn nog een aantal posten met een lagere realisatie dan begroot, danwel met een negatieve last. Het betreft in het laatste geval lagere vaststellingen van subsidies (oude beleidskaders Geldstroom BKV en Actieplan Cultuurbereik). Apparaatskosten De kosten van de afdeling zijn toegerekend naar de verschillende producten.. Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten Totaal verschil lasten
+320
-435
253
Baten
Het gaat hier om niet materiële verschillen +2 2
Totaal verschil baten Mutaties reserves Motie 76 Met Motie 76 is € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld voor 4 jaar. In 2009 zijn meer subsidies verleend dan begroot, hetgeen tot een hogere onttrekking uit het MIG heeft geleid.
-85
Culturele Infrastructuur Op het gebied van Culturele infrastructuur is in 2009 meer uitgegeven dan begroot. In het MIG zijn nog voldoende middelen beschikbaar waardoor deze overschrijding gemuteerd wordt in het MIG.
-355
Eenmalige impuls podiumgezelschappen in Oost-Nederland (relatie MIG) In 2009 zijn in het MIG extra middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van Podiumgezelschappen in Oost-Nederland. De realisatie hiervan wordt gedekt uit het MIG.
-490
Centrum Beeldende Kunst en Vormgeving (relatie ALR) Voor het centrum BKV is in 2009 € 250.000,- beschikbaar gesteld. De beschikking van deze subsidie is echter vanuit projecten Meer Verbindingen betaald. Met vaststelling van de subsidie (na eindverantwoording) wordt dit hersteld., derhalve muteert de ALR. Overigen
+250
+8
- 143 -
Saldo reserve
-672
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
Evaluatie programma
2009 betrof het eerste uitvoeringsjaar van ‘Meer Verbindingen’. Met veel onderwerpen uit onze beleidsnota is een goede start gemaakt. We constateren dat, behoudens enige vertraging op het gebied van de Culturele Infrastructuur, de meeste projecten en programma’s naar behoren zijn uitgevoerd. Ook het regionaal werken is nu zo langzamerhand tot volle wasdom gekomen. Score zelfevaluatie: +
- 144 -
Programma 5.2 Cultuurhistorie ►Uitvoering Cultuurhistorisch Beleid (Belvoir) Doel voor de komende periode is ‘behoud in ontwikkeling’: een leefomgeving waarin men zich herkent. Cultuurhistorie is het afgelopen decennium steeds belangrijker geworden. We zien bij het grote publiek een stijgende historische belangstelling door een forse toename van cultuurhistorisch toerisme en belangstelling voor historische publicaties en televisieprogramma’s. Ook de identiteit van de streek, stad of dorp is voor burgers steeds vaker belangrijk. Maar de cultuurhistorische waarden, zoals archeologische locaties, monumentale boerderijen, molens, kerken, middeleeuwse stadspanden en fraaie landschappen, komen door allerlei ruimtelijke ontwikkelingen steeds meer onder druk te staan. Ook de investeringen in bijvoorbeeld monumenten als cultuurhistorische dragers blijven ver achter. Zo is er in Gelderland forse restauratie achterstand bij rijksmonumenten. Voor gemeentelijke monumenten en historische landschappen is die situatie niet veel anders. Zaak is dus dat wij in samenwerking met andere partijen ons erfgoed (blijven) beschermen en ontwikkelen, anders zal een groot gedeelte daarvan voorgoed verloren gaan en daarmee ook de eigenheid van onze Provincie. De provincie Gelderland ervaart dit spanningsveld van alle provincies het meest. Gelderland kent de grootste monumentendichtheid van Nederland met daarnaast een groot aantal waardevolle landschappen. Activiteiten 2009 In april 2009 hebben Uw Staten de kadernota Belvoir 3 ‘Investeren in het verleden is werken aan de toekomst’, het cultuurhistorisch beleid 2009 tot en met 2012 vastgesteld. Met de uitvoering van deze beleidsnota willen wij, te beginnen in 2009, op zijn minst drie doelen bereiken: 1. realisatie van duurzaam functioneel gebruik cultuurhistorisch erfgoed 2. realisatie van gezamenlijke cultuurhistorische programma’s en projecten op basis van de 10 streefbeelden in 2016 3. realisatie van definitieve maatschappelijke verankering van cultuurhistorie. Met deze opdracht is naast de reeds bestaande opdrachten (o.a. uit het collegeakkoord) een stevige start gemaakt. Om de doelen uit het collegeakkoord en de drie hoofddoelen uit Belvoir 3 te realiseren hebben wij 71 programma’s en projecten uitgevoerd: • 38 projecten uit het jaarprogramma Belvoir 2009 • Uit het Actieplan recessie: 12 projecten religieus erfgoed (o.a. functieverandering monumentaalreligieus- erfgoed) alsmede 11 Belvoir projecten (in totaal 23 projecten extra) in het kader van Actieplan recessie. • Gelderse Voet: een bijzonder programma is wel het provinciale “kennis en kunde” programma Gelderse Voet. De Provincie wil met dit programma de weglekkende kennis en kunde in de restauratiebouw voorkomen door samen met alle betrokken partijen (gemeenten, aannemers, architecten etc) onder andere de restauratieopleidingen voor leerlingen (leerling arbeidsplaatsen) te steunen en tot een erkenningsregeling te komen voor erkende leerbedrijven. • Een tiental grote langdurige programma’s in fases zoals De Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Romeinse Limes, Apeldoorns Kanaal, Veluwe programma etc. Verder hebben wij uit de groslijst uitvoeringsgerede programma’s en projecten een 42-tal programma’s en projecten geselecteerd op basis van bijdrage aan de Belvoirdoelen en urgentie voor de Investeringsagenda. Deze investeringsagenda voor Cultuurhistorie € 11,514 mln in 2010 en 3,8 mln in 2011 is op 11 november vastgesteld. Indicatoren • Het aantal cultuurhistorische waarden dat adequaat wordt beschermd. Ambitie collegeperiode en streven 2009: Het bestand bedraagt + 30.000 waarden. Daarvan jaarlijks bescherming en ontwikkeling van + 1.000 waarden d.m.v. subsidiëring en duurzame instandhouding. Daarnaast is mate van bescherming o.a. afhankelijk van de provinciale begeleiding bij ruimtelijke plannen gemeenten. Realisatie 2009: 113 adviezen o.a. in het kader van de WRO, Ontgrondingen, Monumentenwet. 659 subsidiesverstrekkingen duurzame instandhouding 71 Belvoirpojecten en 3 Belvoirprogramma’s
- 145 -
• Het aantal cultuurhistorische waarden dat nog niet wordt beschermd Ambitie collegeperiode en 2009: het aantal projecten in het Belvoir jaarprogramma met daarin niet beschermde waarden. Relalisatie 2009: 71 Belvoir 3 projecten • Aantal hits op webstite voor de Cultuurhistorische Waardenkaart resp. de Cultuurhistorische Beleidskaart: Ambitie collegeperiode en 2009: met de website is in 2007 gestart. Het feitelijk aantal hits over + één jaar geeft een indicatie over het effect van de site en een eventuele noodzaak tot aanpassing daarvan. Realisatie 2009: Een kleine 16.000 hits in 2009.
►Functieverandering monumentale (kerk)gebouwen Het religieus erfgoed staat onder grote druk. De verslechtering van de financiële situatie bij eigenaren, mede als gevolg van een verdergaande ontkerkelijking zorgt ervoor dat onderhoud wordt uitgesteld. Gevolg: onderhoud voldoet niet meer en vaak is dan een complete restauratie noodzakelijk. In de provincie Gelderland levert het religieus erfgoed een enorme bijdrage aan de herkenbaarheid en daarmee aan de identiteit van een dorp of zelfs een regio. In deze identiteiten vormt de religie een belangrijk gegeven. Activiteiten 2009 Op basis van de eerste globale inventarisatie hebben wij 12 projecten religieus erfgoed geselecteerd en uitgevoerd. In het kader van het Actieplan recessie zijn er dit jaar nog eens 11 Belvoirprojecten geselecteerd en vanaf eind juli 2009 zijn wij gestart met de uitvoering van 8 projecten. Voor de overige drie projecten zijn de middelen pas beschikbaar in 2010; in januari 2010 kunnen wij starten met de uitvoering van deze projecten. De 8 projecten zijn nu (medio oktober) volop in de uitvoering en we verwachten dat deze projecten zonder problemen ruim binnen de in het Actieplan Recessie gestelde termijnen worden opgeleverd. Verder blijkt uit deze eerste inventarisatie naar het alternatief gebruik van kerkgebouwen dat de kerkgemeenten het zwaartepunt blijven leggen op het behouden van de religieuze functie. Dit is een belangrijk gegeven bij de verdere ontwikkeling van het uitvoeringsprogramma. Er blijkt ook dat we steeds meer nieuwe en uitdagende vormen van herbestemming en multifunctioneel maken kunnen realiseren. Toch, voor een goede planvorming is extra informatie nodig. Deze informatie wordt via het project REIP (=Religieus Erfgoed Inventarisatie Project) in opdracht van GS en PS in beeld gebracht (PS 2009-673). De resultaten betrekken wij bij de komende bestedingsvoorstellen 2010 en 2011. Project REIP is (begin november 2009) volop in uitvoering. Wij kunnen februari/maart 2010 deze inventarisatie aan uw Staten voorleggen. Indicatoren: • Aantal verbeterde situaties Streefwaarde 2009: 12. In samenwerking met het Platform Religieus Erfgoed Gelderland in deze collegeperiode via o.a. intensievere samenwerking, restauratie, herbestemming en functieverandering een verbetering realiseren in de rol en positie van het religieus erfgoed in tenminste 12 situaties. Realisatie 2009: 12 projecten gerealiseerd en in het kader van Actieplan Recessie nog eens 8 extra projecten uitgevoerd. Drie projecten kunnen pas in januari 2010 starten om reden dat dan pas middelen daarvoor beschikbaar komen.
►Versterking Mobiel erfgoed Een bijzondere categorie monumenten is het mobiel erfgoed. Het mobiel erfgoed getuigt van een bijzondere geschiedenis en het gaat daarbij vooral om historische transportmiddelen zoals oude schepen, auto’s, (brom)fietsen, treinen, bussen, trams en vliegtuigen. Het gaat daarbij allemaal om techniek en vooral om nog werkende techniek. Doorgaans kan mobiel erfgoed niet worden beschermd met de Monumentenwet. Voor historische vaartuigen (bruine vloot) bestaat onmiskenbaar een grote publieksbelangstelling. Mobiel erfgoed en industrieel erfgoed zijn stevig met elkaar verbonden. Een varend monument bij een oude scheepswerf of bij gerestaureerde historische sluizencomplexen benadrukt de betekenis van een dergelijk industrieel erfgoed. Activiteiten 2009 De activiteiten ter versterking van het mobiel erfgoed zijn dit jaar minder intensief geweest als wij ons hadden voorgenomen. Wij hebben gezien de economische recessie en de beperking in de ambtelijke
- 146 -
capaciteit, het accent gelegd op de versnelling en uitvoering van de extra programma’s en projecten cultuurhistorie. Dit om de ambities uit het Gelders Actieplan Recessie volledig waar te kunnen maken. Immers deze cultuurhistorische projecten dragen gezien het arbeidsintensieve karakter in bijzondere mate bij aan behoud of versterking van de werkgelegenheid in de bouw. Met die extra investeringen hebben wij ook het aandeel leerling arbeidsplaatsen voor jongeren kunnen behouden en op enkele plaatsen zelfs kunnen uitbreiden. Maar er is toch wel iets gebeurd op het gebied van mobiel erfgoed. Er is een plan van aanpak opgesteld ter realisatie van de versterking van het mobiel erfgoed, bijvoorbeeld door een aantal ligplaatsen voor historische schepen te realiseren. Om dit laatste te bereiken vinden op dit moment besprekingen plaats over mogelijke ligplaatsen in de schepencarrousel. Het kleine, hierbij beschikbare budget, is in 2009 besteed. Indicatoren • In 2009 uitvoering geven aan het in 2009 opgestelde plan van aanpak ter realisatie van versterking van het mobiel erfgoed, door o.a. in een aantal havengemeenten ligplaatsen voor de schepen carrousel te realiseren. Realisatie 2009 een plan van aanpak. 5.2. Cultuurhistorie Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
8.584
14.433
13.731
702
4
4
237
-233
8.580
14.429
13.494
935
3.933
12.568
11.691
877
4.297
6.965
6.963
2
-364
5.603
4.728
875
Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 na wijziging
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves Programmasaldo
60 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Actieplan Recessie: Versnelling Cultuurhistorie Deze middelen zijn bestemd voor de jaren 2009 en 2010. In 2009 is een bedrag van € 100.000 opgenomen in de begroting. In december is hiervoor een aanbesteding gedaan. De uitgaven zullen in 2010 plaatsvinden, waardoor er sprake is van een onderbesteding in 2009. Duurzame instandhouding Cultuurhistorische Waarden De jaren 2009 en 2010 staan in het teken van de Cultuurhistorie. Voor 2009 is een bedrag begroot van € 4,5 miljoen, verdeeld over twee onderdelen: duurzame instandhouding cultuurhistorische
- 147 -
+89
-123
waarden en het Belvoir 3 programma. In 2009 zijn voor dit onderdeel meer subsidieaanvragen gehonoreerd dan begroot. waardoor een overschrijding is ontstaan. Deze overschrijding wordt gecompenseerd met een onderbesteding van € 224.000 op het onderdeel Belvoir-3. Belvoir-3 In 2009 zijn zo veel mogelijk subsidieverleningen gehonoreerd. Van de 39 geprogrammeerde projecten zijn 38 met succes uitgevoerd. Uiteindelijk zijn er minder subsidieverleningen gehonoreerd, dan aanvankelijk begroot. Het project Theater Enger is geheel uit het PMJP gefinancieerd waardoor het project geen bijdrage vanuit Belvoir heeft ontvangen. Daarnaast is het gereserveerde bedrag voor 4 projecten in het kader van programmatische samenwerking niet geheel nodig gebleken. Deze projecten hebben in een laat stadium in een kleinere vorm doorgang gekregen, en in een enkel geval zijn ze niet doorgegaan. Hoewel de redenen hiervan divers zijn, is een groot deel te wijten aan de recessie (aannemers die zich terugtrokken, (co-)financieringen die niet rondkwamen). Hierdoor is er een onderbesteding ontstaan. Religieus Erfgoed, Actieplan Recessie (relatie MIG) Voor 2009 en 2010 zijn extra middelen beschikbaar gesteld ter bestrijding van de recessie, o.a. voor het Religieus Erfgoed. Hoewel bijna de helft van het beschikbare budget is gerealiseerd, blijft iets meer dan een half miljoen beschikbaar voor 2010. De restantmiddelen hebben betrekking op de St. Jozefkerk te Arnhem. De aanvraag kon in boekjaar niet gehonoreerd worden in verband met Staatssteun.
+224
+530
Overigen
-18
Totaal verschil lasten
702
Baten Pact Loevestein De bijdragen van de verschillende gemeenten aan de provincie ten behoeve van de uitvoering van het Pact Loevesteijn was niet begroot. Hierdoor zijn de ontvangsten hoger dan begroot. Terugboeking lager vastgestelde subsidies Wanneer een subsidie bij vaststelling lager wordt vastgesteld, of lager wordt herbeschikt, dient het reeds uitbetaalde voorschot teruggevorderd te worden bij de subsidiant. Het is niet mogelijk deze bedragen vooraf te begroten. Totaal verschil baten
-107
+129
-233
Mutaties reserves
Reserve Duurzame instandhouding Cultuurhistorische Waarden De uitgaven in het kader van Belvoir-3, Cultureel Erfgoed en Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden zijn gerelateerd aan deze reserve. De reden waarom minder is ontrokken wordt veroorzaakt door: 1) lagere uitgaven, 2) de bijdragen van Pact Loevesteijn zijn niet begroot, 3) evenals de vrijval van subsidievaststellingen. Dit betekent dat er minder realisatie hoeft te worden onttrokken, dan dat is begroot.
Saldo reserve
+875
875
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
- 148 -
Evaluatie programma
De uitvoering van het cultuurhistorisch beleid (Belvoir 3 2009-2012) heeft in het eerste uitvoeringsjaar een goede start gemaakt. Via het jaarprogramma 2009 zijn op een na alle projecten uitgevoerd met goede resultaten. Bovendien is er in het kader van het Gelders Actieplan Recessie een extra impuls gegeven aan de uitvoering van het cultuurhistorisch beleid door nog extra projecten uit te voeren. Dit laatste is bepaald ten goede gekomen aan de werkgelegenheid in de (restauratie) bouw Score zelfevaluatie: ++
- 149 -
6. Wonen en Ruimtelijke ordening Programma 6.1 Wonen De stijgende lijn van woningbouw en afgegeven vergunningen in de provincie zal zich ook de komende jaren moeten voortzetten om de doelstellingen van dit college te halen. De inspanningen op dit terrein zijn dan ook in 2009 voortgezet, hierbij is een resultaat gehaald van 11.328 opgeleverde woningen. Dit betekent met gemeenten en corporaties in overleg treden over de afspraken die in regionaal verband zijn gemaakt, het bijhouden van de vorderingen en het confronteren van partijen hiermee. Bij moeizaam lopende projecten is het aanjaagteam en Task Force ingezet. In 2009 zijn nieuwe afspraken in regionaal verband gemaakt over te bouwen woningen in de periode 2010 – 2019 (Kwalitatief Woonprogramma 3). Daarbij is ook bezien in hoeverre met de regio’s afspraken gemaakt kunnen worden over de problematiek van bijzondere doelgroepen, zoals dak- en thuislozen of andere thema’s. Uitgangspunt blijft daarbij het bouwen voor de behoefte. Het ondersteunen van herstructurering en transformatie (naar wonen) in wijken blijft de komende jaren van belang. In 2009 hebben we onze inspanningen op dit gebied voortgezet. Daarnaast zal de ondersteuning van stedelijke vernieuwing voor de jaren daarna ingericht moeten worden, afhankelijk van de rijks en/of provinciale middelen die daarvoor vanaf 2010 beschikbaar komen.
►Woningbouwproductie Onze inspanningen hebben zich ook in 2009 vooral gericht op betaalbare woningbouw en woningen voor senioren. Om te voldoen aan de behoefte van veel senioren om te kunnen blijven wonen in de eigen woning, is het noodzakelijk dat ook de bestaande woningvoorraad wordt aangepast. Wij blijven gemeenten en corporaties actief stimuleren om hierop actie te ondernemen. Om optimaal tegemoet te komen aan de woonwensen van particulieren hebben wij extra aandacht besteedt aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Dit heeft geleid tot concrete bouwprojecten in Laren, Braamt, Zevemaar en Neder Hemert en veel nieuwe aanvragen voor subsidie. Activiteiten 2009: • Voorspellende monitor gecombineerd met voortgangsgesprekken met gemeenten en regio’s in het kader van het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) • Inzet van het ambtelijk aanjaagteam en de Task Force, gericht op bemiddeling bij projecten die (dreigen) te vertragen • Uitvoeren afspraken BLS Stedendriehoek (BLS = Besluit Locatiegebonden Subsidies) • Maken afspraken in regionaal verband over woningbouw periode 2010 – 2019 (Kwalitatief Woonprogramma 3) • Stimuleren gedachtevorming bij gemeenten en corporaties woonbeleid in relatie tot bevolkingskrimp (lange termijn) • Organiseren van cursussen/workshops om samenwerking en kennisuitwisseling in de bouw te bevorderen • Bevorderen Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Inzake betaalbare huur- en koopwoningen: • Voorspellende monitor in combinatie met voortgangsgesprekken in kader KWP en Stimuleringsbijdrage goedkope woningbouw (SGW) • Inzet van Task Force gericht op projecten met betaalbare woningbouw • Stimuleren afspraken tussen gemeenten en corporaties • Stimuleren kennisuitwisseling tussen partijen en regio’s over oplossingen voor problemen bij betaalbare woningbouw Inzake aanpassen woningvoorraad voor ouderen: • Voorspellende monitor in combinatie met voortgangsgesprekken in kader KWP • Realisatie van (kleinschalige) aangepaste woonvormen gericht op de vraag in samenwerking met programma Ontgroening en Vergrijzing • Stimuleren gedachtevorming bij gemeenten en corporaties woonbeleid in relatie tot toenemende vergrijzing (korte termijn) • Uitwisseling van kennis over en ervaringen met aanpassen bestaande woningvoorraad.
- 150 -
Indicatoren • In deze collegeperiode zullen gemiddeld 9000 woningen per jaar gebouwd worden. Streefwaarde 2009 = 9000 woningen Realisatie 2009: 11.328 woningen opgeleverd. • Van de nieuw te bouwen woningen zal 45% betaalbaar zijn. Streefwaarde 2009 = 4050 betaalbare woningen Realisatie 2009: Verwacht wordt dat dit percentage wordt gehaald. In april 2010 geeft gemeentelijk informatie een defintief beeld. • In deze periode is 35% van de nieuw te bouwen woningen geschikt voor ouderen. Streefwaarde 2009 = 3150 woningen. Realisatie 2009: Verwacht wordt dat dit percentage wordt gehaald. In april 2010 geeft gemeentelijk informatie een defintief beeld. • Ten minste 50% van de Gelderse gemeenten is actief bezig met het formuleren van woonbeleid voor senioren. Realisatie 2009: Ruim 45 gemeenten voeren de doorzonscan uit, deze geeft een beeld van de geschiktheid van woningen voor ouderen en gehandicapten. De provincie biedt ondersteuning aan gemeenten om de resultaten van de doorzonscan om te zetten in concrete maatregelen.
►Herstructurering en transformatie (ISV - Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) De inspanningen op het gebied van herstructurering en transformatie (naar wonen) zetten wij onverminderd voort, zowel voor programmagemeenten als voor de kleinere projectgemeenten. In 2005 is de tweede periode van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing van start gegaan (ISV2, 2005 t/m 2009). Jaarlijks vinden er 2 verdeelronden plaats voor projectgemeenten. Maar met het oog op de Gelderse aanpak recessie 2009-2010 is een extra indieningsronde in 2009 ingevoerd (de julironde). Verder is besloten dat het resterende ISV2-budget ook toegekend zou kunnen worden aan programmagemeenten. Ook is besloten is dat deze middelen met voorrang moeten worden ingezet voor projecten waarvan de bouw uiterlijk in 2010 start. Provinciale Staten hebben voor de jaren 2008 en 2009 eigen provinciale middelen ter beschikking gesteld; coalitieakkoord: € 10 miljoen); het beschikbare rijksbudget ISV2 (ruim 11 miljoen euro) voor de projectgemeenten was nl. al per 1 januari 2008 volledig belegd. Bij besluit van 8 juli 2009 is daaraan nog € 4.5 miljoen toegevoegd voor de bestrijding van crisis. In 2009 is voor ruim € 15 miljoen toegekend aan snel te realiseren woningbouwprojecten. Daarmee is het budget vrijwel volledig toegekend. Voor meer effectiviteit is waar nuttig aansluiting gezocht bij de rijksregeling crisisbestrijding. Waar nodig heeft de Task Force woningbouw bevorderd dat stagnaties zijn weggenomen. De aantallen uit de indicatoren zijn ruimschoots gehaald. Indicatoren: • In 2009 is de stedelijke vernieuwing in 12 programmagemeenten uitgevoerd als langjarige inspanning. In zeker 30 andere gemeenten worden projecten uitgevoerd waaraan al voor 2009 budget is toegekend. • In 2009 is aan 30 nieuwe projecten budget toegekend. Programma 6.1 Wonen Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
19.036
37.931
29.734
8.197
518
12.824
9.723
3.101
18.518
25.107
20.011
5.096
10.523
16.383
15.123
1.260
Reserves
- 151 -
Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
0
0
0
0
10.523
16.383
15.123
1.260
Programmasaldo
3.836 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)
In 2009 is voor de uitvoering van het ISV-programma € 20,9 miljoen begroot. In dit bedrag is een bedrag ad € 5,2 miljoen opgenomen in het kader van het eenmalig nieuw beleid. Van het beschikbare budget uit nieuw beleid is € 3,2 miljoen nog niet besteed. Inmiddels zijn voor € 2,0 miljoen aan aanvragen toegekend. Daarnaast is sprake van ruim € 3 miljoen onderschrijding. Deze onderschrijding wordt veroorzaakt doordat middelen gereserveerd zijn ten behoeve van het VINAC budget. Het betreft hier de bodemsanering in de stedendriehoek en de stadregio. Tevens heeft een vrijval van ISV-middelen (± € 2 miljoen) een rol gespeeld. De vrijval is het gevolg van 3 projecten waarvan de uitvoering is aangepast en het gevolg van de door het rijk opgelegde netteringsoperatie (BTW compensatiefonds). Naar verwachting zullen deze middelen ingezet worden aan snel uit te voeren projecten. De rentetoevoeging heeft plaatsgevonden o.b.v. de geldende inflatiecorrectie 2009. Een herberekening (rentecorrectie conform de regeling) is achterwege gebleven, hetgeen in 2010 uitgevoerd zal worden.
+3.232
+3.101
+310
Stimuleringsbijdrage Goedkope Woningbouw 2007-2010 (SGW) De onderschrijding op dit onderdeel wordt veroorzaakt door: • In de begroting is een bedrag ad € 400.000 opgenomen ten behoeve van de “Rotonde Maurik”. De rototnde zal in 2010 uitgevoerd worden en verantwoord worden in programma 11.1. “Nieuwe Infrastructuur”. Ten behoeve van SGW is een voorstel gedaan voor de bouw van 8.000 betaalbare woningen in de pierode 2008 – 2011 in Noord Veluwe, Vallei, Rivierenland en Achterhoek en Brummen en Lochem. In de Vallei en Rivierenland is vertraging ontstaan als gevolg van vertraging in planprocedures. De verwachting is dat de achterstand in 2010 ingelopen zal worden. Bevorderen ondergronds bouwen (meervoudig ruimtegebruik) In 2009 zijn voor dit project geen uitgaven gedaan, omdat het project nagenoeg afgerond is. De bijdragen voor het project Zaltbommel zijn gereserveerd en zal in 2010 uitgekeerd worden. Het overschot zal terugvloeien naar de algemene middelen.
+976
+217
Onderzoek garantieregeling woningbouw (actieplan recessie) Het garantiefonds Woningbouw is niet tot uitvoering gekomen. De procesgelden in verband met het uitgevoerde onderzoek zijn gefinancierd uit reguliere budgetten, waardoor de ter beschikking
- 152 -
+100
gestelde middelen uit het MIG ad € 100.000 zullen vrijvallen. CPO, Gelderland Vitaal Voor de uitvoering van het project is medewerking van diverse gemeeenten nooidzakelijk. Het project komt minder snel van de grond dan verwacht, waardoor een deel van de beoogde uitgaven niet gerealiseerd zijn. Daar het budget gefinancierd is uit het nieuw beleid 2008, zal het saldo ten gunste komen van het rekeningresultaat.
+67
Uitvoerings- en overige kosten
+194
Totaal verschil lasten
8.197
Baten Het ISV wordt voornamelijk gefinancierd uit Rijksbijdragen. Als gevolg van lagere lasten, verloopt de mutatie in de vooruitontvangen bijdragen analoog. Totaal verschil baten
+ 3.101 3.101
Mutaties reserves Op het gebied van “Bevorderen Ondergronds Bouwen” zijn geen uitgaven gedaan, Analoog hieraan zullen geen middelen aan het Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG)onttrokken worden. In het kader van “Gelderland Vitaal” zijn geen uitgaven gedaan, waardoor een lagere onttrekking aan de Reserve Projecten in Uitvoering (RPU) plaats vindt.
+217
+67
De uitgaven in het kader van de Stimuleringsbijdrage Goedkope Woningbouw (SGW) zijn lager dan begroot (Zie ook ‘Lasten’). Hierdoor is er sprake van een lagere onttrekking aan het MIG.
+976
Saldo reserve
1.260
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Er is na vaststellen van de beleidsbegroting 2009 duidelijkheid gekomen over de invulling van het ISV-programma over 2009. Het betreft een bedrag van € 11 miljoen. Omdat het ISV voornamelijk uit Rijksbijdragen gefinancierd wordt, verloopt de mutatie in het budget voor de vooruitontvangen bijdragen analoog. Daarnaast is er voor ISV een toevoeging aan het beschikbare budget gedaan in het kader van het actieplan recessie voor € 4,5 miljoen.
Evaluatie programma
In 2009 zijn er in Gelderland ongeveer even veel woningen gebouwd als in 2008 (circa 10.000), hetgeen, gezien de recessie, een goede prestatie is. De stimuleringsregeling Goedkope woningbouw en het investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (waarbij nog extra recessiemiddelen zijn ingezet) hebben hier een bijdrage aan geleverd. Score zelfevaluatie: +
- 153 -
Programma 6.2 Ruimtelijke ordening Het programma streeft naar versterking van de ruimtelijke kwaliteit van Gelderland. Het signaleert maatschappelijke trends, vraagstukken en kansen in de samenleving en ontwikkelt daarop voorstellen. Het draagt de provinciale keuzes uit naar mede-overheden en andere initiatiefnemers. Het ontwikkelt en beoordeelt ruimtelijke plannen en helpt zo mee aan de oplossing van ruimtelijke problemen en het benutten van maatschappelijke kansen. Daarbij worden de instrumenten van de nieuwe Wro optimaal benut om provinciale belangen te dienen, zowel in ontwikkelende als in beschermende zin.
►Wet op de ruimtelijke ordening Wij gaan de mogelijkheden van de nieuwe Wro optimaal benutten voor het behartigen van de provinciale (ruimtelijke) belangen in beschermende of ontwikkelende zin. Activiteiten Na de inwerkingtreding van de nieuwe Wro per 1 juli 2008 hebben wij onze verantwoordelijkheid om provinciale ruimtelijke belangen zelf tot uitvoering te brengen actief opgepakt en tegelijk onze bemoeienis met zaken van puur lokaal belang teruggebracht. De Wro-agenda, die u in maart 2008 heeft vastgesteld, geldt als leidraad in onze samenwerking met mede-overheden. Wij bemerken dat alle bestuurslagen steeds meer hun nieuwe rollen en verantwoordelijkheden waarmaken. Dankzij het periodieke overleg met onze mede-overheden, met name de Gelderse gemeenten en regio’s, en een vroegtijdig contact over door hen voorgenomen ruimtelijke plannen en maatregelen, hebben wij kunnen bereiken dat belangrijke doelen uit het provinciale omgevingsbeleid goed geborgd worden in gemeentelijke bestemmingsplannen. Waar dat dreigde onvoldoende het geval te zijn, hebben wij tegen ontwerp-bestemmingsplannen een zienswijze ingediend, met een merkbaar resultaat. Van het (achteraf corrigerende) instrument re-actieve aanwijzing hebben wij daarom tot op heden nog geen gebruik hoeven maken. Voor een aantal onderwerpen met een duidelijk provinciaal belang, hebben wij inmiddels zelf inpassingplannen opgesteld, waarvan de eerste (het OV-transferium in Heerde) onlangs door u ook is vastgesteld. In de komende tijd zullen u meer inpassingplannen ter vaststelling worden voorgelegd, ondermeer voor een aantal provinciale wegen. Voor een beperkt aantal onderwerpen uit het provinciale omgevingsbeleid, die in de Wro-agenda ook als zodanig zijn aangeduid, en rekening houdend met de ontwerp-AMvB Ruimte van rijkszijde, hebben wij de ontwerp-ruimtelijke verordening Gelderland opgesteld, die in de laatste maanden van 2009 ter visie ligt en in 2010 aan u ter vaststelling zal worden voorgelegd. Dan zal u ook de eerste provinciale structuurvisie ter vaststelling worden aangeboden, betrekking hebbend op het actuele onderwerp bedrijventerreinen en werklocaties, die vanaf dit najaar als ontwerp ter visie heeft gelegen. In het voorjaar 2010 zullen wij – conform de afspraak met u – ook de Wro-agenda als zodanig en onze ervaringen daarmee gaan evalueren. Wij verwachten dat zich dan ook de eerste jurisprudentie op grond van de nieuwe wet zal hebben gevormd. Met onze bestuurlijke partners in het landsdeel Oost en met de rijksoverheid werken wij aan de Gebiedsagenda-Oost, waarin de majeure opgaven voor de middellange termijn worden geïdentificeerd die een belangrijke basis vormen voor rijks- en provinciale investeringen. Tot slot willen wij niet onvermeld laten dat dankzij een forse inspanning in het afgelopen jaar de digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen tussen de provincie en haar mede-overheden per 1 januari jl. geheel volgens de daarvoor ontwikkelde wettelijke standaarden zal kunnen gaan verlopen. Indicatoren • Een ontwerp-provinciale ruimtelijke verordening is opgesteld en ter visie gelegd; • Een ontwerp-structuurvisie bedrijventerreinen is opgesteld en ter visie gelegd; • In 2009 heeft in het voorjaar en in het najaar overleg plaatsgevonden met (clusters van) afzonderlijke gemeenten; • Op dezelfde wijze zijn er in 2009 twee periodieke overleggen met elke Gelderse regio geweest; • Naar verwachting zal per 1 januari 2010 de digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen tussen alle overheden geheel correct verlopen.
►Gebiedsontwikkeling Wij pakken een actieve rol op het terrein van integrale gebiedsontwikkeling op, waarbij ruimtelijke kwaliteit en de samenwerking met andere overheden en private partijen centraal staat.
- 154 -
Activiteiten In 2009 - hebben wij samen met onze partners geïnvesteerd in het dichterbij brengen van het Park Lingezegen en is de realisering van een Openbaar Lichaam in voorbereiding genomen; - zijn in Gelderland de opgaven en visie rond de IJsselsprong Zutphen ter besluitvorming voorgelegd aan de Staatssecretaris Verkeer en Waterstaat en is een Samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor de volgende fase. Door het rijk is onlangs een bedrag van 20 miljoen euro uit het Nota Ruimte-budget toegekend aan dit project. - is de besluitvorming voorbereid over concrete projecten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie (ook in relatie tot de aanvullende recessie-gelden); - is de basis gelegd voor een hoogwatergeul en gebiedsontwikkeling in Veessen-Wapenveld; - zijn kansen beschreven (visie) en verbindingen aangebracht met de Gebiedsagenda/MIRT in het kader van Waalweelde - en is een plan van aanpak opgesteld en de verkenning gestart van de potentiële gebiedsontwikkeling in relatie tot het Apeldoorns kanaal. Tot slot is aan u het voorstel ‘Gelderse gebiedsontwikkeling: Samen Voorop en Samen Verder’ aangeboden. Indicatoren • Per gebiedsontwikkelingsproject een beschrijving van provinciale doelen en rollen en hoe deze te realiseren, die aansluit bij de fase van het project (initiatief, definitie, realisatie); • Rapportages over (potentiële nieuwe) gebiedsontwikkelingsprojecten in de initiatieffase; Intentieresp. bestuursovereenkomsten over reeds lopende gebiedsontwikkelingsprojecten.
►Offensief tegen verrommeling Tegengaan van de sluipende verrommeling van het landschap en ontwikkelen met oog voor de kwaliteit van het landschap. Activiteiten In 2009 hebben wij het jaarverslag van het programma ruimtelijke kwaliteit aan u aangeboden. Daarnaast hebben wij het jaarprogramma voor 2009 en recent ook dat voor 2010 opgesteld, waarin wij concrete activiteiten hebben benoemd. Het jaarprogramma 2009 is voor 80% uitgevoerd; de overige 20% betreft langer lopende projecten, die weer zijn meegenomen in het jaarprogramma 2010, zoals de pilot-Lochem (geclusterde functieverandering), de Q-statuskaart voor sleutelprojecten en de landschappelijke inpassing van windturbines. In het eerste kwartaal 2010 kunt u hier uitgebreider kennis van nemen in het jaarverslag over 2009. Het onderzoek naar dreigende verrommeling is afgerond. Er bleek slechts een locatie te zijn, waar verrommeling dreigde vanwege een niet-gewenste ontwikkeling. Voor deze locatie heeft zich een ontwikkelaar gemeld bij de gemeente. Ambtelijk overleg met de gemeente leverde op dat de ontwikkelaar een plan mocht ontwikkelen binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan. Indien wij dit wilden tegengaan, hadden wij een provinciaal inpassingsplan moeten maken. Een onderzoek naar een mogelijke planschadeclaim van de ontwikkelaar leverde op dat de planschade rond de 500.000 euro zou kunnen liggen. Dit bedrag woog wat ons betreft niet op tegen de kwaliteitswinst die behaald zou kunnen worden. Wij hebben daarom besloten geen inpassingsplan te maken. Het onderzoek is hiermee afgerond. In projecten waarvoor we zelf opdrachtgever zijn, zoals bijvoorbeeld geclusterde functieverandering Lochem, Berghuizer Papierfabriek, realisatie van windturbineparken en Waalweelde, hebben we zelf de ontwerpen gemaakt om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. De eerste ronde van zes regio-ateliers heeft plaatsgevonden. Door enthousiaste reacties van deelnemende gemeetenbestuurders zijn we in het laatste kwartaal met een tweede ronde begonnen. Het instellen van zes regionale kwaliteitsteams is niet gebeurd. Er is voor gekozen om de regio-ateliers hiervoor te benutten. Ter illustratie hebben wij ook een regio-atelier voor u georganiseerd. Naast deze regionale contacten onderhouden wij ook periodiek contact met kenniscentra, zoals het Gelders Genootschap en de GSRO. Zij helpen ons ook uitvoering te geven aan de jaarprogramma’s. De voorbereidingen voor de Gelderse Prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit 2010 zijn in volle gang; de prijsuitreiking zal in maart 2010 plaatsvinden. De ontwikkelingen rond de kwaliteiten van waardevolle landschappen hebben wij actief gemonitord, net zoals voor enkele andere streekplan-gerelateerde thema’s. Wij zullen u daarover in 2010 rapporteren. Het project Regio-verkenningen is in 2009 van start gegaan. Na een verkenning van relevante
- 155 -
trends en ontwikkelingen, gaan wij binnenkort het gesprek met de regio’s aan over de majeure opgaven voor de lange termijn. Op die manier streven wij ernaar om in de loop van 2010 voor de onderscheiden regio’s binnen de provincie specifieke kansen voor die regio in beeld brengen, zodat wij ons generieke beleid kunnen versterken met gebiedsgerichte aandacht en sturing. Indicatoren • Jaaprogramma ruimtelijke kwaliteit 2009 opgeleverd, incl. jaarverslag over het jaar 2008; • Ruimtelijke kwaliteitsimpulsen geleverd in de projecten geclusterde functieverandering Lochem, Berghuizer Papierfabriek, Riverstone, Waalweelde en bij windturbineparken • Zes regionale atelier-bijeenkomsten georganiseerd; • Voorbereidingen voor de Gelderse Prijs Ruimtelijke Kwaliteit 2010 gestart; • Contacten met Gelderse kenniscentra, waaronder Gelders Genootschap en GSRO, ingezet voor uitvoering jaarprogramma. Programma 6.2 Ruimtelijke Ordening Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
7.922
21.667
22.808
-1.141
0
0
1.077
-1.077
7.922
21.667
21.731
-64
280
12.542
12.408
134
0
320
320
0
280
12.222
12.088
134
Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 na wijziging
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves Programmasaldo
-198 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten
Ruimte voor Ruimte Het project Ruimte voor Ruimte bevindt zich in de afrondende fase. Daarbij is besloten om de gereserveerde middelen te restitueren naar de betrokken gemeenten. Deze gereserveerde middelen zijn daarom aan een transitoria (overlopende passiva) toegevoegd. Naast deze begrote toevoeging is eind 2009 ook de ontvangst van de gemeente Bronckhorst, ter hoogte van € 1,077 miljoen, toegevoegd. Inmiddels is begin 2010 begonnen met de restituties en is inmiddels een deel (€ 7,3 mln) uitbetaald. Overig
-1.077
-64
- 156 -
Totaal verschil lasten
-1.141
Tegenover de hogere uitgave binnen het programma Ruimtelijke Ontwikkeling, die voornamelijk zijn gedaan binnen het project Ruimte voor Ruimte, staat tevens een hogere opbrengst in september/oktober vanuit de gemeente Brockhorst van € 1.077.000. Per saldo resteert een overschrijding van € 64.000 die past binnen het beleid terzake. Baten
Ruimte voor Ruimte In het kader van het project Ruimte voor Ruimte is eind 2009 een niet begroot bedrag ter hoogte van € 1,077 miljoen van de gemeente Bronckhorst ontvangen.
-1.077
Totaal verschil baten
-1.077
Mutaties reserves
Er zijn geen significante verschillen. Saldo reserve Voorzieningen
134
Niet van toepassing
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
- Voor het versterken van de lobbyfunctie is in de primaire begroting 2009 (PS 2008 - 542) € 0,3 miljoen extra beschikbaar gesteld - Voor het actieplan ruimtelijke kwaliteit (PS 2009 – 140) is € 0,45 miljoen extra beschikbaar gesteld - Voor het project Ruimte voor Ruimte is in de voorjaarsnota 2009 (PS 2009 – 447) € 11,645 miljoen extra beschikbaar gesteld. - Overig: € 1,35 miljoen
Evaluatie programma De meeste activiteiten zijn in 2009 volgens planning verlopen: afonden streekplanherziening herbegrenzing EHS, uitbrengen ontwerp-structuurvisie bedrijventerreinen en ontwerp-ruimtelijke verordening, goede voortgang in diverse gebiedsontwikkelingsprojecten, soepel verlopen overgang naar de nieuwe wro; het project regio-verkenningen vergt meer tijd, mede vanwege de verbreding van alleen het fysieke naar het sociale domein. Score zelfevaluatie: +
- 157 -
13.745
Programma 6.3 Ontgrondingen Ons beleid is er sterk op gericht om met het instrument ‘vergunningverlening ontgrondingen’ ruimtelijke kwaliteit en bescherming van kwetsbare waarden te bereiken.
►Vergunningverlening en handhaving Activiteiten Er spelen veel zandwin-initiatieven, zowel in het kader van Ruimte voor Rivier als regulier. Wij handelen alle aanvragen volgens de Awb-procedure binnen de gestelde termijnen af. Aanvragen gericht op speciewinning beoordelen wij aan de uitgangspunten neergelegd in het streekplan en in het nieuwe zand- en kleiwinningsplan. Daarbij werken wij met een “kwaliteitsteam ontgrondingen”, een intern ambtelijk team met vertegenwoordigers vanuit de ruimtelijke ordening, landelijk gebied en economische zaken en waar nodig andere disciplines. Wij willen namelijk bereiken dat bij de winning van zand en klei ook doelstellingen voor onder andere waterberging, recreatie, hoogwaterbescherming en natuur worden gerealiseerd en dat er een bijdrage wordt geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit. Het kwaliteitsteam beoordeelt aanvragen op deze aspecten en adviseert hierover de vergunningverleners. De in 2009 gehouden evaluatie van deze werkwijze is nagenoeg gereed. Tijdens de uitvoering zien wij toe op naleving van de voorwaarden van de vergunningen en dat de uitvoering op een veilige en verantwoorde manier voor omwonenden en omgeving gebeurt. Indicatoren • Oppervlakte nieuwe gebruiksfunctie bij oplevering vergunning. Omdat het nu gaat om marktwerking en de initiatieven bij marktpartijen liggen, is een gewenste oppervlakte niet vooraf aan te geven. De evaluatie van onze werkwijze zal binnenkort worden afgerond. Daaruit zal blijken dat de eerdere meet-indicator niet meer voldoet, nu het enige criterium de ruimtelijke kwaliteit is.
►Alternatieven F3b Maasbommel Vanuit bestaand beleid de nodige aandacht besteden aan het afhandelen van lopende zaken vanuit het taakstellingsregime voor ontgrondingen. Activiteiten Over De Maas is het belangrijkste alternatief voor de vroegere zandwinning F3b Maasbommel. Voor dit project is een streekplanherziening vastgesteld, die maart 2008 onherroepelijk is geworden. Inmiddels is ook het bestemmingsplan aangepast. De voor de uitvoering van dit project benodigde vergunningen zijn in 2009 verleend en nu ook onherroepelijk. De start van de uitvoering is gepland in januari 2010. Op initiatief van de provincie is samen met de andere toezichthouders een toezichtsplan opgesteld en is een een-loket-voorziening gerealiseerd, waaraan alle betrokken partijen deelnemen. Indicator • Verlening definitieve vergunningen Vergunningen zijn in maart 2009 verleend en inmiddels onherroepelijk.
►H1 locatie (Beuningen) Uitvoering van de H-1 locatie Beuningen Activiteiten Met de gemeente is medio 2008 een nieuw draaiboek opgesteld. Na de eerdere tegenwerking ligt er nu een basis voor een goede samenwerking. De gemeente Beuningen en de ontzanders verwachten nog in 2009 overeenstemming te bereiken en begin 2010 een contract af te sluiten, waarna de procedures voor bestemmingsplan en vergunningen zullen starten. Het project ligt voor een klein deel in de gemeente Druten. Het gesprek over het contract tussen de gemeente Druten en de ontzanders loopt nog. Het Rijk heeft al eerder aangegeven voor dit project een rijks-inpassingsplan te willen maken voor het geval de gemeenten niet meewerken. Indicator
- 158 -
De gemeente Beuningen en de ontzanders verwachten nog in 2009 tot overeenstemming te komen over het project H 1. Het gesprek over het contract tussen de gemeente Druten en de ontzanders loopt nog.
►Schadeclaim F3B Doel is een goede afhandeling van de schadeclaim van de ontgronders voor het niet doorgaan van de F3b Maasbommel. Activiteiten Vanaf 2001 loopt de door Nederzand BV aangespannen schadeclaim procedure tegen de provincie in verband met het niet verder ontwikkelen van de grootschalige zandwinning F3b. In april 2008 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over deze schadeclaim; zij heeft het cassatieverzoek van de ontgronders verworpen. Daarmee zijn de eerdere, voor de provincie gunstige, uitspraken in deze kwestie van respectievelijk de rechtbank en het gerechtshof onherroepelijk geworden. Inmiddels hebben de ontzanders een verzoek ingediend tot intrekking van de Ontgrondingsvergunning. Bij intrekking moet de provincie de eerder betaalde leges terugbetalen. Hiervoor is een bedrag in de provinciale begroting opgenomen. Na intrekking van de Ontgrondingsvergunning kan dit dossier definitief worden gesloten. Programma 6.3 Ontgrondingen Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
1.073
1.960
1.107
853
Baten
681
781
1.854
-1.073
Saldo (lasten – baten)
392
1.179
-747
1.926
0
170
0
170
Dotaties
0
0
0
0
Saldo reserves
0
170
0
170
Reserves Onttrekkingen
Programmasaldo
1.756 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten In de begroting 2009 is een bedrag van € 745.000 opgenomen voor het terugbetalen van leges inzake de F3B Maasbommel. Vergunninghouder heeft in 2009 geen verzoek gedaan om de vergunning in te trekken. Daarom is het bedrag niet in 2009 tot besteding gekomen. De terugbetaling zal in 2010 plaatsvinden. Overig
- 159 -
745
108
Totaal verschil lasten
853
Baten Er is € 1.073.349 meer aan leges ontvangen dan begroot. Het begrote bedrag is bepaald n.a.v. de gemiddelde jaarlijkse ontvangsten. In 2009 zijn meer kubieke meters vergund dan gemiddeld. Totaal verschil baten
-1.073
Mutaties reserves Voor de bij de lasten bedoelde terugbetaling van de leges was in eerste instantie begroot om € 170.000 aan de reserves te onttrekken. Naderhand is de totale terugbetaling van € 745.000 uit een ander budget gefinancierd en is de onttrekking aan de reserve komen te vervallen. Saldo reserve
170
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging
Evaluatie programma
Er wordt gewerkt met een “kwaliteitsteam ontgrondingen”, een intern ambtelijk team met vertegenwoordigers vanuit de ruimtelijke ordening, landelijk gebied en economische zaken en waar nodig andere disciplines. Doel is te bereiken dat bij de winning van zand en klei ook doelstellingen voor onder andere waterberging, recreatie, hoogwaterbescherming en natuur worden gerealiseerd en dat er een bijdrage wordt geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit. Het kwaliteitsteam beoordeelt aanvragen op deze aspecten en adviseert hierover de vergunningverleners. De in 2009 gehouden evaluatie van deze werkwijze is nagenoeg gereed. Score zelfevaluatie: +
- 160 -
Programma 7.1 Economische ontwikkeling ►Uitvoeren sociaal-economisch beleidsplan Het sociaal-economisch beleidsplan is met kracht uitgevoerd en de volgende activiteiten zijn verricht: De provincie Gelderland heeft in haar sociaal-economisch beleidsplan 'Maak het in Gelderland' aangegeven dat zij op volle sterkte wil bijdragen aan de innovatie-economie overeenkomstig de Lissabon-agenda van Europa. Hierbij richten wij ons op het continueren en uitbouwen van de focus op triangle (Food, Health en Technology), het versterken van het innovatievermogen van het gehele midden- en kleinbedrijf en het benutten van kansen van opkomende regionale clusters (energie- en milieutechnologie, mode Arnhem en biobased economy). In 2009 zijn de volgende zaken tot stand gekomen: • Het aantal innovatieprojecten is vergroot: in het kader van Pieken in de Delta hebben wij tot nu toe 36 innovatieprojecten gecofinancieerd met een totaal bedrag van € 13.6 miljoen. Hierdoor is voor € 18,7 miljoen aan rijksmiddelen naar Oost Nederland gehaald. Via EFRO zijn tot nu toe 15 innovatieprojecten gecofinancieerd met een totaal bedrag van € 9,5 miljoen. Vanuit Europa is in totaal € 20,2 miljoen aan deze projecten beschikbaar gesteld. Nieuwe projecten voor zowel PIDON als EFRO zijn reeds ingediend. Met de recessiemiddelen zijn extra innovatieprojecten gefinancieerd. • Er is afstemming tussen Triangle en de Betuwse Bloem: de samenwerking van ondernemers uit de Betuwse Bloem en Food Valley vond met name plaats op enkele innovatieprojecten. In oktober 2009 is de samenwerking meer structureel geworden. Ondernemers uit de maakindustrie en uit de agroketen hebben het Regionaal Centrum voor Technologie Rivierenland opgericht. Er is een meerjarenprogramma opgesteld. Dit moet leiden tot versterking van Innovatiekracht bij bedrijven door ontwikkeling van majeure projecten waarbij ondernemers en onderzoekers samen werken. • Een Intensievere koppeling met Triangle -ontgroening/vergrijzing/ programma Thuisgeven in Gelderland. Het Rijk heeft € 100 miljoen beschikbaar gesteld via het landelijke ZorgInnovatiePlatform (ZIP) voor zorginnovatieprojecten. In oktober hebben programmamedewerkers van Thuisgeven en Triangle gezamenlijk gesproken met de landelijke projectleiders van het ZIP en van de Maatschappelijke Innovatie Agenda Gezondheid (MIA-G). Afspraak is om het landelijke en regionale instrumentarium in roadshows voor bedrijven en zorginstellingen onder de aandacht te brengen. E.e.a. wordt onder meer door Health Valley georganiseerd. Er zijn enkele concrete zorgketenprojecten in ontwikkeling, waarin zorginstellingen en Triangle bedrijven intensief samenwerken. Overleg is geïnitieerd om programma’s Triangle en Thuisgeven in Gelderland ook voor de langere termijn meer op elkaar te laten aansluiten. • Integrale gebiedsontwikkeling Food Valley: in 2008 heeft een initiatiefgroep (Food Valley, ondernemers, WUR, Oost NV) met steun van de provincie een ambitie geformuleerd voor 2020. Voor deze ‘Food Valley ambitie 2020’ is in 2009 draagvlak gezocht bij bedrijven, onderwijs/onderzoek en overheden. Ter realisatie van deze ambities hebben vertegenwoordigers van Gelderland, Utrecht, gemeenten uit de regio, stichting FV, bedrijven, onderwijs en onderzoek een intentieverklaring tot samenwerking getekend. Food Valley is opgenomen in de Gebiedsagenda Oost. Komend jaar wordt een ontwikkelingsprogramma en investeringsagenda opgesteld en projecten uitgewerkt. De regio’s WERV en Vallei hebben het initiatief genomen om samen te gaan in een nieuwe regio Food Valley. • Het afstemmingsteam waaraan de uitvoerders van de provinciale innovatiestimuleringsprojecten aan deelnemen, loopt nu al enige tijd en begint de eerste vruchten af te werpen door meer onderlinge afstemming en contacten. Tevens wordt er nu gesproken over één (internet)portal vanuit alle innovatiebevorderende instanties binnen de regio. Ook de RCT’s zijn hier nu bij betrokken. Verder is het financieringsinstrument ‘Gelderland voor Innovatie’ van start gegaan. Met deze regeling kunnen banken en private investeerders die in een innovatief project investeren, een borgstelling aanvragen. Tenslotte is het door de provincie Gelderland ondersteunde programma MKBWinstpunt gestart. De eerste resultaten hiervan zijn goed. • Het MKB wordt o.a. versterkt door actief gebruik te maken van de provincie als ‘launching customer’ en hierdoor het lokale MKB tot verdergaande duurzame innovaties te bewegen en door het beschikbaar stellen van proeflocaties voor experimenten. • Voor kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnologie) is een subsidie ter beschikking gesteld om voor de overgang van de oude naar de nieuwe organisatie te waarborgen dat er geen onderbreking zou komen in de activiteiten van deze netwerkorganisatie.
- 161 -
•
•
●
•
●
•
• ●
EMT: in het laatste kwartaal is tevens de EFRO-aanvraag voor het project ‘EMT-Radar’ rondgekomen. Dit betekent dat voor de komende 3 à 4 jaar op structurele wijze ondersteuning wordt aangeboden aan het energie- en milieutechnologiecluster binnen de provincie Gelderland. Om de vestiging van het bedrijf Helianthos in Gelderland mogelijk maken, is in 2008 € 7 miljoen beschikbaar gesteld. Helianthos produceert innovatieve zonnecellen op folie voor een brede toepassing. Eind juni is de onderzoeksvestiging geopend van Helianthos. Mede door de recessie en de overname van Nuon door Vattenfall is de besluitvorming vertraagd: oplevering van de fabriek is voorzien voor eind 2012. In het afgelopen half jaar is ingezet op het stimuleren van 'koploperprojecten' Biomassa agroketens. Deze projecten gaan over de productie en de bewerking van groene grondstoffen en het ontwikkelen van duurzame producten. Met de Gelderse papierindustrie zijn eerste stappen gezet voor ontwikkeling van een programma voor duurzame innovaties op het gebied van groene grondstoffen en energie. Vanuit 'duurzaam ondernemen' heeft de provincie samen met Wageningen UR het initiatief genomen voor het opzetten van een keten voor benutting van bioplastics in de catering. Deze pilot gaat nu de uitvoeringsfase in. Het innovatieve grasraffinageproject waarin de grasbox is ontwikkeld krijgt een vervolg waarin de niet-vezelstoffen worden benut voor veevoer. Regionale Centra voor Technologie: enige tijd geleden hebben wij de ontwikkeling van ‘Regionale Centra voor Technologie’ (RCT) in gang gezet. Dit houdt in dat er per regio iemand makelt en schakelt tussen bedrijven onderling en met kennisinstellingen en intermediaire organisaties als Oost NV en Syntens om innovaties in gang te zetten. In 2009 zijn er in vier regio’s dergelijke RCT’s opgericht. We zijn bezig om samen met Syntens, KvK, gemeente Arnhem en Artez om een zogenaamde ‘Ondernemerskatalysator’ op te zetten. Dit is een verwijspunt voor ondernemers binnen het modeen vormgevingscluster om sneller bij die instanties terecht te komen die hun kunnen ondersteunen in de bedrijfsvoering. Dit moet de gehele sector in economische zin beter laten renderen. In het laatste kwartaal is tevens gestart i.s.m. de gemeente Arnhem om een Masterplan Mode en Vormgeving te realiseren waarin dit cluster op nationale schaal beter op het netvlies komt te staan en moet zorgen voor meer toeristen en winkelend publiek. In juli heeft de Arnhem Mode Biënnale (AMB) plaatsgevonden. Gezien de betekenis voor het gehele cluster 'Mode en Vormgeving', de innovatieve elementen van mode zoals het gebruik van natuurlijke materialen en het relatief grote aantal jonge bedrijven hebben wij voor de AMB 2009 een bedrag van € 200.000 als subsidie ter beschikking gesteld. Tijdens het awareness fair fashion event (AFFE) dat binnen de AMB plaatsvindt wordt geprobeerd om de keten van bedrijfskleding (van stoffenproducten tot duurzaam ondernemende afnemer) tot innovatieve duurzame ontwerpen te sluiten en tot nieuwe ontwerpen te krijgen. Dit is verder opgepakt door de provincie met AFFE door de organisatie van een event op het gebied van duurzame kleding op 9 september van dit jaar. Verder worden, in overleg met regionale partners, concrete plannen gemaakt om het gehele creatieve cluster 'Mode en Vormgeving' beter te laten renderen in economische zin.
Activiteiten ruim baan voor ondernemen: ● Taskforce regeldrukvermindering: daar waar ondernemers zich, als gevolg van de veelheid aan regels, belemmerd voelen in de ontwikkelingsmogelijkheden, biedt de provincie de service aan voor hen te bemiddelen. Dit kan zijn naar aanleiding van een conflict of het vastlopen van een procedure. Inmiddels is de afgelopen jaren ruim 43 keer door ondernemers een beroep gedaan op de service voor bemiddeling dan wel mediation. Sinds de vorige rapportage in april hebben zich 8 bedrijven gemeld met een probleem/conflict. Hiervan hebben inmiddels twee bedrijven duidelijkheid of is er een oplossing gevonden. Voor de overige bedrijven loopt het bemiddelingsproces nog. ● ’IkStartSmart’, het ondersteuningsproject voor startende ondernemers, loopt inmiddels in 37 gemeenten in de provincie. De hulp die starters in deze gemeenten krijgen bij de opzet van hun bedrijf bestaat uit coaching, training, netwerken en toegang tot financiering. Het project loopt nu een jaar en inmiddels hebben al 350 ondernemers van de geboden faciliteiten gebruik gemaakt. Het project loopt tot en met 2010. ● In deze coalitieperiode zijn tot nu toe in totaal 32 bedrijven van buiten Gelderland door Oost NV geacquireerd, waarvan 3 in 2009. ● Vanwege het succes van de missies in 2007 en 2008 is daarom in mei van dit jaar weer een missie gehouden, samen met de provincie Overijssel en de gemeenten Arnhem, Apeldoorn, Enschede en Wageningen. Aan deze missie is door ca. 50 personen deelgenomen. Uit een enquête blijkt grote waardering voor de voorbereiding, de begeleiding en de organisatie van de missie door de
- 162 -
provincie. Voor deze onderdelen zijn waarderingscijfers van 8 tot 10 gegeven. In september 2009 is een evaluatiebijeenkomst gehouden waarmee de missie van 2009 is afgesloten.
Indicatoren • Doel: Het maximaal benutten van de beschikbare EFRO-middelen voor het vergroten van het aantal innovatieprojecten. Resultaat: in 2009 zijn 9 projecten gefinancierd. • Doel: Het vergroten van het aantal innovatieprojecten met PIDON-middelen. Resultaat: in 2009 zijn 10 projecten gefinancierd. • Doel: Het optimaal gebruik maken van het rijksbudget voor sterke regio’s. Resultaat: Het rijk heeft eind 2009 € 12,4 miljoen beschikbaar gesteld voor CAT- Agrofood Wageningen. Aangezien de definitieve beschikking van Min EZ begin 2010 verwacht wordt, worden onze middelen ook in 2010 beschikbaar gesteld. • Doel: inzet nieuwe instrumenten waaronder microkredieten. Resultaat: in 2009 is de financiële regeling ‘Gelderland voor Innovaties’ gestart • Doel: oprichting 2 regionale Centra voor Technologie, volgens ACT-concept (achterhoeks centrum voor technologie). Resultaat: in 2009 zijn vier RCT’s opgericht (Veluwe, Stedendriehoek, de Vallei en Rivierenland) • Een R&D impuls van 200 miljoen Euro, waarvan 50 miljoen in 2009 Realisatie 2009: 71 miljoen • 2500 nieuwe arbeidsplaatsen, waarvan 625 in 2009 Realisatie 2009: 441 • 100 Technostarters, waarvan 25 in 2009 Realisatie 2009: 45 • 2000 innovatietrajecten, waarvan 500 in 2009 Realisatie 2009: 520 • 3 (vergevorderde investeringsplannen voor) lokale biomassatransferia voor verwerking/raffinage tot biobased producten en energielevering, waarvan 1 in 2009 Realisatie 2009: PM, helderheid hierover volgt naar verwachting in mei 2010. • Tenminste 100 bedrijfsbemiddeling en mediation-trajecten; waarvan 25 in 2009 Realisatie 2009: 23 • 20 verankeringsacties gericht op behoud van bestaande bedrijven die in de knel komen; waarvan 5 in 2009 Realisatie 2009: 3 • 1 voorbeeldproject regelluwe kansenzone (doel: tenminste 1 in 2011) Realisatie 2009: 0 • 1400 begeleide starters in 2010, waarvan 400 in 2009 Realisatie 2009: 400 • Alle gemeenten in Gelderland participeren in 2010 in IkStartSmart, waarvan de helft in 2009 Realisatie 2009: 37 gemeenten. • 60 nieuwe geacquireerde bedrijven; waarvan 15 in 2009 Realisatie 2009: 3 • 4 economische missies naar China; waarvan 1 in 2009. Realisatie 2009: 1
►Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Door de economische recessie kwam er een einde aan de afnemende werkeloosheid en de arbeidstekorten in de techniek en bouw. In het arbeidsmarktbeleid richten we ons in 2009 op het steunen van het organiserend vermogen in elke Gelderse regio en het ondersteunen van arbeidsmarktprojecten. In 2009 hebben de Platforms Onderwijs Arbeidsmarkt in de Gelderse regio's laten zien dat zij, met hun netwerk, snel kunnen inspelen op veranderingen in de arbeidsmarkt op de korte en middellange termijn. Mede op verzoek van werkgevers- en werknemersorganisaties hebben wij extra geïnvesteerd in de Gelderse arbeidsmarkt, door het Actieplan recessie, middels Onderwijsvouchers en het opstarten van Poortwachtercentra/ Arbeidsmobiliteitscentra. Activiteiten • In mei 2008 is de provinciale uitvoeringsagenda 2008-2011 ‘Gelderse talenten op de arbeidsmarkt’ door ons college vastgesteld en besproken in de commissie Mobiliteit/ Economie. In juli 2008 zijn extra financiële middelen beschikbaar om in alle Gelderse regio’s platforms onderwijs arbeidsmarkt op te zetten en het regionaal arbeidsmarktprogramma uit te voeren. • Op dit moment zijn er 6 Platforms Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA) actief in Gelderland en wel voor de Noord Veluwe, Stedendriehoek, Achterhoek, de Vallei, Liemers en Rivierenland. • In de stadsregio komt geen POA; de afstemming is daar anders georganiseerd. In 2009 is er een gezamenlijk bestuurlijk overleg arbeidsmarktbeleid regio Arnhem gestart en wordt er gewerkt aan een gezamenlijk regionaal arbeidsmarktprogramma voor 2009-2010. In de regio Nijmegen e.o. is er eveneens een regionale conferentie geweest gericht op arbeidsmarktbeleid. Vanuit de gemeente Nijmegen wordt een arbeidsmarktbeleid geformuleerd gericht op drie speerpunten: techniek, zorg en horeca/detailhandel. Ook zijn er inmiddels projecten uit deze regio gehonoreerd
- 163 -
•
•
•
De site www.arbeidsmarktgelderland.nl is sinds oktober 2008 online. Doel is vooral aan te kunnen geven waar arbeidsmarktknelpunten nu en in de toekomst ontstaan. Zoals specifieke structurele tekorten in sectoren: gezondheidszorg en techniek. Inmiddels verzorgt de provincie samen met SER GLD voor het onderdeel arbeidsmarktmonitor instructiebijeenkomsten in de regio’s voor gemeenten, UWV Werkbedrijf, POA’s, onderwijsinstellingen etc. om dit instrument optimaal te benutten. Er zijn inmiddels 4 van dit soort sessies gehouden. De website is inmiddels geëvalueerd en er wordt een voorstel ism de Stuurgroep ontwikkeld voor de toekomst. Dit mede obv ontwikkel- en verbeterpunten die ihkv deze evaluatie zijn opgeleverd door een representatieve groep gebruikers. De volgende uitvoeringsprojecten zijn in 2009 gesubsidieerd: o Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Achterhoek: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 2009-2010. Programma richt zich op het realiseren van een optimale infrastructuur onderwijs/bedrijfsleven/overheid, integrale aanpak voortijdig schoolverlaten, integrale werkgeversbenadering, verhogen kwaliteit huidige beroepsbevolking, bevorderen participatie kwetsbare doelgroepen, bevorderen instroom specifieke sectoren (techniek en zorg). o RAAK Rivierenland: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 2008-2009. Inmiddels is een vervolgaanvraag voor 2009-2010 gehonoreerd met deel-projecten zoals werkcentra, leeftijdsbewust personeelsbeleid, niet uitkeringsgerechtigden, Wajongers en organiserend vermogen RAAK. o Andere voorbeelden van projecten: Maatwerk in Kleur met name in de stadsregio (ism met welzijnsinstellingen, HAN de instroom bevorderen van hoger opgeleide allochtonen); Noord Veluwe: actieplan schoolverlaters met als doel jongeren te laten doorleren; Mobiliteitscentrum Nijmegen; Technovium Nijmegen (fysiek punt voor koppeling technisch bedrijfsleven en onderwijs). Typische POA-projecten in de Liemers zijn bijvoorbeeld het Logistiek Expertise Centrum (LEC) waar onderwijs en lokale bedrijven gaan samenwerken, het Tuimelhuis met als doel om leerlingen en ouders in aanraking te brengen met vele technische functies en de Techniekdag. In de Stedendriehoek loopt een instroomproject voor jongeren ism energiebedrijf Nuon met inzet van trajecten met combinaties van leren-werken. In de Valleiregio zijn initiatieven genomen ism en tbv de zorgsector. In 2009 zijn er in totaal 12 MBO-stagiairs geplaatst. Doelstelling voor 2009 was: 30 regulier + 10 extra. De 10 extra (V)MBO-stageplaatsen zijn ruim vervuld, het reguliere aantal (30) is niet gehaald. Er is gewerkt aan het opbouwen van een relevant netwerk en aan de borging van activiteiten in de lijnorganisatie.
Indicatoren Er zijn 4 regionale kennisbijeenkomsten gehouden voor www.arbeidsmarktgelderland.nl (arbeidsmarktmonitor) voor gebruikers. De volgende uitvoeringsprojecten zijn in 2009 gesubsidieerd: • Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Achterhoek: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 2009-2010. RAAK Rivierenland: uitvoering Arbeidsmarktprogramma 2008-2009. • Maatwerk in Kleur (de instroom bevorderen van hoger opgeleide allochtonen) • Noord Veluwe: actieplan schoolverlaters met als doel jongeren te laten doorleren; • Mobiliteitscentrum Nijmegen; Technovium Nijmegen (fysiek punt voor koppeling technisch bedrijfsleven en onderwijs). • POA-projecten Liemers: Logistiek Expertise Centrum (LEC) en het Tuimelhuis (leerlingen en ouders in aanraking te brengen met vele technische functies en de Techniekdag). • Stedendriehoek: Instroomproject voor jongeren i.s.m. energiebedrijf Nuon met inzet van trajecten met combinaties van leren-werken. • Valleiregio: initiatieven in samenwerking met de zorgsector. Recessiemiddelen: • Onderwijsleerbonnen (vouchers), één provinciaal project met UWV Werkbedrijf en één provinciaal project voor de bouwsector (i.s.m. sociale partners bouw en Fundeon). • Vijf Poortwachterscentra zijn ondersteund (lokale netwerken van bedrijven terzake in-door- en uitstroom van personeel). • Achterhoek: instromingsproject van uitkeringsgerechtigden naar ondernemingen.
- 164 -
•
•
Noord Veluwe: arbeidsmarktprogramma t.b.v. voortijdig schoolverlaten, de inzet van scholing ter voorkoming van langdurige werkloosheid en het verbeteren van de samenwerking tussen de ketenpartners. Financiering frontoffice van HBO Windesheim in Harderwijk: samenwerking tussen bedrijven en de HBO-instelling te versterken en de doorstroom van VMBO-MBO-HBO in deze regio te verbeteren.
Doel 2009: Extra stageplaatsen: In 2009 gaat het om 40 plaatsen. Realisatie 2009: In 2009 zijn er 12 stageplaatsen gerealiseerd. Er is gewerkt aan een borging voor de lange termijn. Er is geïnvesteerd in het leggen van contacten met opleidingsinstituten. Intern is er ook een acquisitieronde geweest om de kans op een succesvolle stage groter te maken.
►Duurzame bedrijventerreinen In ons beleid focussen wij op revitalisering van bestaande verouderde bedrijventerreinen. Hiervoor hebben wij begin 2009 een nieuwe Gelderse aanpak ontwikkeld (“slimmer sturen, sneller schakelen”) en met u besproken. In lijn met de commissie Noordanus hebben wij met deze nieuwe aanpak de markt meer betrokken bij herstructurering en de mogelijkheden van bestemmingsplannen beter benut. Hierbij hebben we ook nadrukkelijk een koppeling gemaakt tussen herstructurering en de ontwikkeling van nieuwe terreinen. Deze lijn is in 2009 krachtig ingezet. Daarnaast hebben wij, mede door de recessieprojecten, in 2009 en topjaar beleeft ten aanzien van herstructurering. Activiteiten • In totaal is er nu 641 ha gerevitaliseerd, in 2007 400 ha, in 2008 90 ha en in 2009 151 ha. In 2009 zijn in het kader van de recessieaanpak middelen vrijgemaakt voor de versnelde aanpak van herstructureringsprojecten in Montferland, Berkelland, Buren, Apeldoorn, Culemborg en Maasdriel. Inmiddels zijn de projecten van Buren, Culemborg en Montferland op basis van de ingediende masterplannen beschikt. De projecten van Maasdriel, Apeldoorn en Berkelland zijn beschikt. Eind 2008 hebben wij de nieuwe Gelderse Aanpak voor herstructurering vastgesteld en met uw cie MEZ besproken. Hierbij kiezen we voor een strakke regionale programmering met een gecombineerde aanpak van oude terreinen en uitleg nieuwe terreinen, zowel in ha en geld. Om projecten te organiseren en te versnellen zetten wij een aanjaagteam in (A-team) om gemeenten gericht te ondersteunen met vastgoedkennis. • Begin juni 2009 hebben alle regio’s Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten (EPO’s) opgesteld, als eerste regionale invulling van de structuurvisie bedrijventerreinen. Hierin plannen de regio’s de toekomstige ontwikkeling van bedrijventerreinen. De ruimtebehoefte voor milieuhinderlijke bedrijven is hiervan een onderdeel. • Vanuit de EPO’s zijn we gestart met het opstellen van een investeringsagenda herstructurering zoals afgesproken in het convenant bedrijventerreinen van VNG/IPO/Rijk. Deze regionale agenda wordt in het voorjaar 2010 opgeleverd. • We hebben gemeenten ondersteund met de aanpak van herstructureringsprojecten door gerichte inzet van het hiervoor opgerichte A-TEAM van Oost NV. Het A-TEAM is sinds de zomer bij een vijftal grotere herstructureringsprojecten actief betrokken. • De pilot werklandschappen draait op volle toeren, met voorbeeldprojecten in Lochem, Winterswijk en Nijmegen. In april zijn de ervaringen met alle Gelderse gemeenten gedeeld. In november heeft de gemeente Achterhoek samen met ons, de regio Achterhoek en het Gelders genootschap een bijeenkomst in Winterswijk georganiseerd om de kennis over het project uit te dragen. Wij willen in 2010 aan de slag met het opstellen van een werkschrift voor werklandschappen om de ervaringen van de pilots over te kunnen dragen en gemeenten te helpen bij het opzetten van werklandschappen. ● In 2009 hebben we drie bedrijfsverplaatsingen mogelijk gemaakt in de gemeente Wijchen en Oude IJsselstreek. ● Het Gelderland dekkende hoofdnetwerk van glasvezel is gerealiseerd met in totaal 10 digitale marktplaatsen. Door middel van vraagbundeling hebben wij ervoor gezorgd dat inmiddels 20 bedrijventerreinen via glasvezel zijn ontsloten. • Met hulp van de energieconsulenten hebben wij haalbaarheidstudies uitgevoerd naar de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking op bedrijventerreinen Indicatoren • Doel: 1100 hectare herstructurering:
- 165 -
Realisatie: Vanwege de extra recessieprojecten komt het aantal hectares herstructurering in 2009 op 402 ha. Gevoegd bij de resultaten in 2007 (490 ha) en 2008 (167 ha) staat de teller hiermee op 1059 ha en komt de (bijgestelde) doelstelling van 1100 ha (was 1000) in 2011 binnen handbereik. • Doel:Uitvoering twee pilots werklandschappen in 2009; Realisatie: 3 pilots zijn in uitvoering Pilots Noviotech Campus (Nijmegen), DAV-terrein (Winterswijk), Hanzeweg/Etalage naar de Toekomst (Lochem) zijn in uitvoering. • Doel: 8 ‘kleinere’ bedrijfsverplaatsingen; waarvan 2 kleinere bedrijfsverplaatsingen in 2009. Realisatie: in 2009 hebben drie bedrijfsverplaatsingen plaatsgevonden waarvan één in de gemeente Wijchen en twee in de Oude IJsselstreek. In deze coalitieperiode hebben er in totaal 11 bedrijfsverplaatsingen plaatsgevonden. • Doel: Opstellen Economische Programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten (EPO’s). Realisatie: In alle 6 WGR-regio’s zijn er Economische Programmerings- en Ontwikkelingsdocumenten (EPO’s) opgesteld met de planning van nieuwe bedrijventerreinen en de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Naast de kwantitatieve programmering gaat het hierbij ook over de kwaliteit op de bedrijventerreinen (beeldkwaliteit, inpassing, duurzaamheid, bereikbaarheid, etc) • Doel: Verglazing van 25 grote bedrijventerreinen, waarvan 5 in 2009. Op dit moment zijn 20 terreinen van glasvezel voorzien. Realisatie: 5 bedrijventereinen: in 2009 is Hondsgemet Geldermalsen verglaasd en drie projecten voorbereid (Buren, Tiel en Druten). Ook Winkelsteeg Nijmegen gaat binnenkort over op glasvezel. • Doel: In 2011 is op 5 bedrijventerreinen een duurzame energie-infrastructuur; waarvan 2 in 2009: Realisatie: op twee bedrijventerreinen, Druten en Ede heeft duurzame energie-infrastructuur plaatsgevonden. Programma 7.1 Economische ontwikkeling Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Lasten
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
18.561
48.321
44.843
3.478
129
129
609
-480
18.432
48.192
44.234
3.958
10.103
42.000
36.120
5.880
Dotaties
2.795
3.780
3.700
80
Saldo reserves
7.307
38.220
32.419
5.800
Baten Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
-1.842
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
1.000
1.000
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Kapitaalinjectie Oost NV
- 166 -
In het kader van Actieplan recessie heeft er in 2009 een kapitaalinjectie van € 5 miljoen plaatsgevonden in Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV) met als doel te participeren in kansrijke regionale bedrijven. Aangezien deze kapitaalinjectie heeft plaatsgevonden door de aankoop van aandelen –en niet via een subsidie- wordt deze storting niet via de exploitatie verantwoord hoewel deze kapitaalinjectie wel als exploitatiebudget (=subsidie) was begroot. Hierdoor lijkt het boekhoudkundig alsof er een onderbesteding heeft plaatsgevonden van € 5 miljoen, terwijl de middelen wel daadwerkelijk zijn besteed. Dit heeft tot gevolg dat het totale programma van 7.1 ook -boekhoudkundig gezien- een onderbesteding laat zien van € 3,4 miljoen, hoewel er defacto zelfs sprake is geweest van een overbesteding. Apparaatskosten De werkelijke apparaatskosten zijn hoger dan begroot. Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Hier is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten.
Kennis en innovatie In het kader van Actieplan recessie is er voor 2009 en 2010 budget beschikbaar gesteld voor extra investeringen in onze kennis en innovatie doelstellingen. Eind 2009 is vanuit deze middelen een bedrag ter hoogte van € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld aan PPM Oost voor de vorming van een fonds teneinde strategische acquisities binnen de Triangle Food, Health & Technology mogelijk te maken. Hoewel de beschikbare middelen voor 2009 reeds grotendeels waren ingezet, is er –gezien de economische crisis- voor gekozen om enkele projecten reeds in 2009 te laten starten en niet te wachten op 2010. Dit heeft dan ook in 2009 geleid tot een overbesteding ter hoogte van € 1,093 miljoen. Deze overbesteding is, passend binnen de beleidsuitgangspunten en doelstellingen, voor € 0,679 miljoen betaald uit de beschikbaar gestelde recessiemiddelen voor 2010. Overig Totaal verschil lasten
5.000
-660
-1.093
231 3.478
Baten
De projecten de Mars en de Winkelsteeg, inzake van Tender investeringsprogramma's provincies (Tipp), zijn in 2009 afgerond. De vrijgevallen middelen komen ten gunste van de algemene middelen. Totaal verschil baten
-480
-480
Mutaties reserves Kapitaalinjectie Oost NV Zoals bij de toelichting van de lasten is aangegeven is de Deelneming Oost NV met € 5 miljoen verhoogd door een aankoop van aandelen. Bij de recessievoorstellen is besloten vanuit het MIG in dit kader € 5 miljoen te onttrekken. Dit heeft niet plaatsgevonden, omdat dit bedrag is geactiveerd. Zie hiervoor de verklaring op de lastenkant Kennis en innovatie Zoals bij de toelichting van de lasten is aangegeven is er in het kader van Actieplan recessie voor 2009 en 2010 budget beschikbaar gesteld voor extra investeringen in onze kennis en innovatie doelstellingen. De beschikbare middelen voor 2009 waren reeds grotendeels ingezet waardoor er in 2009 overbesteding is ontstaan. Deze overbesteding is opgevangen door € 0,679 miljoen meer te ontrekken aan de reserve Kennis en innovatie. Voorbereiding- / uitvoeringskosten & servicepack procesversnelling (actieplan recessie) De reserve voorbereiding- & uitvoeringskosten (actieplan recessie) en de reserve servicepack procesversnellingen (actieplan recessie) zijn ingesteld om de kosten van de voorbereiding en uitvoering van alle in het Gelders actieplan recessie beschreven projecten en activiteiten te kunnen dekken. Deze uitvoeringsmiddelen zijn geboekt op programma 7.1 (economische ontwikkeling), hoewel deze middelen voor alle beleidsthema’s bestemd zijn. Zoals in het vervolgvoorstel beleidsbegroting 2010 is beschreven (PS2009-728) is concernbreed een deel van de beschikbaar gestelde recessiegelden voor 2009 niet besteed en overgeheveld naar 2010. Hierdoor is er concernbreed in 2009 in totaal € 1.132.000 minder onttrokken aan de reserve voorbereiding- & uitvoeringskosten (actieplan recessie) en de reserve servicepack procesversnelling. Overig Saldo reserve
5.000
-679
1.132
347 5.800
- 167 -
Voorzieningen Betreft voorziening gecreëerd voor garantiestelling Plantion
1.000
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Conform besluit PS 2009-200, Gelders actieplan recessie, zijn de volgende verschillen ontstaan tussen de begroting voor en na wijziging - Voor kennis en innovatie is € 7,5 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor arbeidsmarktmaatregelen is € 6,262 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor een kapitaalinjectie in Oost NV is € 5 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor de revitalisering van bedrijventerreinen is € 3,75 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor het servicepack procesversnellingen is € 3,5 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor de garantiestelling aan Plantion is € 1 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Voor de voorbereidings- en uitvoeringskosten ten behoeve van het actieplan recessie is € 1,4 miljoen budget beschikbaar gesteld - Voor extra starterbeleid is € 0,5 miljoen extra budget beschikbaar gesteld - Overig: € 0,848 miljoen
29.760
Evaluatie programma Hoewel de economische crisis in volle hevigheid is uitgebarsten, kan met verwijzing naar de programmaverantwoording gesteld worden dat de gestelde doelen – met uitzondering van het aantal gerealiseerde banen in Triangle- gerealiseerd zijn. Er heeft een kapitaalinjectie in PPM Oost plaatsgevonden waardoor zij in staat is te investeren in kansrijke regionale bedrijven in Gelderland. Score zelfevaluatie: +.
- 168 -
Programma 7.2 Recreatie en toerisme De recreatief-toeristische sector is een van de belangrijkste economische sectoren van Gelderland. We hebben een sterke uitgangspositie en deze willen we nog verder uitbouwen. We streven naar een stijging van ons marktaandeel op de binnenlandse vakantiemarkt en een bovengemiddelde groei van de bestedingen en van ons aandeel op de buitenlandse vakantiemarkt. Onze inspanningen hebben we weergegeven in een Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie.
► Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie (tranche 2009) Het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie is een uitwerkingsnota van het Sociaal Economisch Beleidsplan 2007-2011; Maak het in Gelderland. Het is de opvolger van de Nota Mooi Dichtbij; uitwerkingsnota Recreatie en Toerisme (2003-2007). Het Uitvoeringsprogramma is via een interactief en integraal proces met het veld tot stand gekomen en draagt aan alle pijlers van het coalitieakkoord bij. In 2009 hebben wij de vrijetijdseconomie van Gelderland versterkt door in te zetten op de vijf onderstaande thema’s. Ieder thema bestaat uit een set van maatregelen en projecten: • gebiedsgerichte aanpak; de regio centraal • ondernemen in Gelderland • basisinfrastructuur en -voorzieningen • marketing en promotie. • ICT en vrijetijd Activiteiten • Voor het ontwikkelen van het toeristische impulsprogramma voor de Achterhoek en Rivierenland is beschikbaar gesteld € 3 miljoen inmiddels is € 2,4 miljoen besteed. In Rivierenland is het project ’mijn idee goed idee’ uitgevoerd, gericht op het stimuleren van ondernemerschap. In de Achterhoek is een promotiecampagne uitgevoerd. Inmiddels is in overleg met de regio’s een lijst van projecten opgesteld die voor de resterende € 600.000,- kunnen worden uitgevoerd. • Als onderdeel van het impulsprogramma is een promotie campagne uitgevoerd. De resultaten van deze campagne zijn positief. RTL 4 wijdde 3 uitzendingen bestemming Nederland met 500.000 kijkers aan de Achterhoek. Daarnaast is er een samenwerkingsverband van 17 wijngaarden opgericht en daarmee nam de Achterhoek de positie in van belangrijkste wijnstreek van Nederland. Ook werd een samenwerkingsverband gesmeed van eigenaren van kastelen en tuinen, die al in 2008 tot een snelle uitverkoop van de 20.000 folders leidde en tot een extra serie bezoeken. Bundeling van groepsarrangementen werd uitgevoerd en via de website www.groepenindeachterhoek.nl werden een fors aantal nieuwe reserveringen geboekt. Ook de nieuwe website met kortlopende arrangementen www.achterhoek.nl trok extra bezoekers en boekers: 25.000 in 2008. • In mei is opdracht gegeven voor de evaluatie van het GOBT. Het uitvoeringsprogramma, de evaluatie, de gesprekken met het GOBT en de RBT’s zijn input geweest voor het nieuwe besluit over de subsidie dat u in december 2009 hebt genomen. Hierbij is ook aandacht voor de vraaggestuurde werkwijze o.a. door de RBT’s een rol te geven bij de voorbereiding van het werkplan van het GOBT. • De samenwerking tussen de RBT’s en het GOBT is sterk verbeterd. Gezamenlijke projecten zijn oa. Gelderse Streken (de campagne in het kader van de recessie) en marketing 2.0. • In de ambtelijke kwartaaloverleggen en bestuurlijke overleggen tussen de provincie en het GOBT wordt aangestuurd op samenwerking bij de projecten waar dat meerwaarde heeft. • Het onderzoek naar kansen en bedreigingen voor het toeristisch-recreatief bedrijfsleven is afgerond en heeft gediend als input voor het uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie. Het onderzoek laat zien dat er veel kansen liggen om de vrijetijdseconomie te versterken. Gemeenten zien voor de provincie een belangrijke (regie-)rol weggelegd. • In 2009 is een start gemaakt met de regionale beeldverhalen. De Veluwe is de eerste regio waarvoor begonnen is met de opzet van een beeldverhaal. Voor de Stadsregio en de Achterhoek is in 2009 een start gemaakt met de verkenningen. Voor het beeldverhaal ‘Dijk van een delta’, dat door 3 provincies heen loopt, is eveneens een start gemaakt. In 2009 twee thema’s middelen beschikbaar gesteld: € 150.000,- voor regionale beeldverhalen en € 50.000,-voor NORT. • In het kader van Groei & Krimp is inmiddels 48 ha krimp gerealiseerd. Doordat de meest voor de hand liggende bedrijven al zijn gekrompen, wordt het vinden van nieuwe bedrijven moeilijker. Met een aantal nieuwe bedrijven zijn besprekingen gaande. In de evaluatie die recentelijk door GS is vastgesteld wordt geconstateerd dat het ambitieniveau moet worden bijgesteld.
- 169 -
•
•
•
Er is vergunning verleend voor 13 ha groei (natuurbeschermingswetvergunning). Voor 25 ha aan groeiplannen uit de eerste groeitender is de planologische vastlegging in een eindstadium. Voor de resterende 10 ha krimp is nog geen groeitender uitgeschreven. Wanneer dat gebeurt is afhankelijk van de lopende besprekingen met nieuwe krimpbedrijven Voor de projecten in Arnhem en Berkelland is subsidie verleend. Voor de toeristische promotiecampagne die Gelderland breed wordt uitgevoerd is € 250.000 subsidie toegekend. De RBT’s en het GOBT hebben een campagne uitgevoerd. De campagne met als thema “Gelderse Streken” richt zich op het trekken van voornamelijk hotelbezoekers in het najaar en december . Vanuit het actieplan recessie zijn inmiddels vijf R&T-projecten ondersteund. Dat zijn: het verbeteren van de bereikbaarheid van Buren voor de scheepvaart, het aanleggen van fietsroutes en versterken ecologische waarden lans de A12, het verbeteren van de kademuren van de lage kades in Arnhem en projecten rond de Berkel, passend binnen ‘Beleef de Berkel’. Het vijfde project is de toeristische promotiecampagne ‘Gelderse Streken’, die in 2009 is afgerond.
Indicatoren • Doel: De Veluwe op 1: Realisatie: De Veluwe is nog steeds nummer 2. De Veluwe is in 2009 wel sterker gegroeid dan het landelijk gemiddelde; 6% groei op de Veluwe tegen 3% landelijk. • Doel: Bovengemiddelde stijging binnenlandse vakanties en overnachtingen in Achterhoek en Rivierenland: Het aantal vakanties in Rivierenland is gestegen van 88.000 naar 117.000 in 2009, ofwel ruim 30%. Landelijk is de stijging 2%. Vanwege de kleine omvang van Rivierenland en het steekproefkarakter moeten de uitkomsten met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden. In de Achterhoek is een daling van het aantal vakanties te zien van 659.000 naar 560.000, een daling van 15%. Als alleen gekeken wordt naar de toeristische vakanties, d.w.z. de vakanties exclusief vaste standplaatsvakanties, is er een lichte stijging te zien van 0,5 % tov landelijk 2,2%. Dat betekent dat vooral het aantal vaste standplaatsvakanties is afgenomen. Ook voor het aantal vaste standplaatsvakanties geldt dat door de geringe omvang van de steekproef de betrouwbaarheid lager is; het aantal vaste standplaatsvakanties laten grote schommelingen zien. • Doel: Hogere werkgelegenheid in de vrijetijdssector t.o.v. het Gelderse gemiddelde: De uitkomsten van de nieuwe cijfers van de werkgelegenheid in de vrijetijdssector zijn binnenkort beschikbaar (maart 2010) • Doel: Vergroten van het aandeel van Gelderland op de binnenlandse vakantiemarkt en het verhogen van de opbrengsten uit de vrijetijdssector: Realisatie: Het aantal toeristische vakanties in Gelderland in 2009 is gestegen met 5,3 %, tegenover een landelijke stijging van 2,2 %. De bestedingen aan binnenlandse vakanties in Gelderland zijn met 9 % toegenomen tot een bedrag van € 392.000.000,- in 2009. Nationaal bedraagt de toename 4%. • In 2009 zijn diverse subsidies verleend. Aansprekende voorbeelden zijn: de Liberationroute fase 2, de Veluwe card en het belevenisnetwerk in de Stadsregio. Programma 7.2 Recreatie en toerisme Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
1.853
7.870
7.895
-25
0
0
0
0
1.853
7.870
7.895
-25
0
3.800
3.750
50
0
0
0
0
Reserves Onttrekkingen Dotaties
- 170 -
Saldo reserves
3.800
0
50
3.750
-75
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Er zijn geen significante verschillen.
-25
Totaal verschil lasten
De hogere uitgaven binnen past binnen het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie.
-25
Baten Er zijn geen verschillen. Totaal verschil baten
0
Mutaties reserves Er zijn geen verschillen. Saldo reserve
50
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Niet van toepassing Evaluatie programma De uitvoering van het R&T beleid ligt op koers. De uitvoering van de recessieprojecten ligt op schema met de toekenning van financiering aan vier projecten en de afronding van het 5e project. Score zelfevaluatie: +
- 171 -
8. Natuur, Landbouw en Water Programma 8.1 Vitaal platteland ► Provinciaal Meerjarenprogramma Vitaal Gelderland Het Provinciaal Meerjarenprogramma Vitaal Gelderland (PMJP) 2007-2013 is verankerd in de Wet inrichting landelijk gebied en bevat de programmering van rijks- en provinciale middelen voor natuur, landbouw, landschap, recreatie, bodem, water, leefbaarheid en reconstructie. Veruit het grootste deel (>95%) van de begroting van Vitaal Platteland wordt ingenomen door het PMJP. Evenals in de jaren 2007 en 2008 zijn ook in 2009 meer middelen besteed aan de uitvoering van het beleid voor het landelijk gebied dan in de jaren 2005-2006, toen er nog geen ontschot meerjarenbudget onder provinciale regie bestond. In de Voorjaarsnota 2009 hebben wij aangegeven er rekening mee te houden dat het in beschikkingen vastgelegde budget aan middelen van Rijk, provincie en EU eind 2009 circa € 500 mln. zou bedragen. Deze veronderstelling is nagenoeg juist gebleken. Voor een aantal onderdelen van het PMJP – met name grondverwerving en landschap – is in 2009 een aankooppauze respectievelijk subsidieplafond ingesteld; omdat het plafond voor de daarvoor geprogrammeerde middelen vroegtijdig werd bereikt is de prestatiecurve zeer snel gestegen. De recessie heeft hierin een rol gespeeld, met name in het aanbod van grond. De inzet van extra middelen in het kader van de recessiemaatregelen voor bijvoorbeeld Nationaal landschap heeft uiteindelijk niet kunnen voorkomen dat een subsidieplafond moest worden ingesteld. In de loop van 2009 was er door de voortvarende inzet geen of nauwelijks financiële ruimte meer voor de beleidsdoelen op het gebied van grondverwerving EHS, (Nationaal) landschap en ook toeristische activiteiten met EU-cofinanciering Veel subsidie-aanvragen voor deze toeristische activiteiten zijn in de 2e helft van 2009 binnengekomen en in behandeling genomen. De beschikkingen zullen voor een belangrijk deel in 2010 afkomen. De samenwerking met uitvoeringspartners is ook in 2009 geïntensiveerd. Conform het Coalitie Akkoord zijn meerjarenovereenkomsten aangegaan met onder andere de waterschappen, Vitens, gemeenten en Rijkswaterstaat. Het aantal contracten heeft hiermee haar plafond nagenoeg bereikt en kan pas worden uitgebreid indien er extra financiële ruimte zou ontstaan. Uit onderzoek is gebleken dat partijen met een meerjarenovereenkomst zich meer verbonden voelen aan de uitvoering van het PMJP dan andere (potentiële) uitvoeringspartners. Daarnaast geven contractpartners aan efficiënter te kunnen werken, zich meer op de uitvoering te kunnen richten, en tevens meer synergie in de doelrealisatie te kunnen bewerkstelligen. Met hen onderzoeken wij in het kader van de midtermreview wat er aanvullend gedaan zou moeten worden op het gebied van procedures, uitvoeringsprogramma’s, grond en draagvlak om de prestatiecurve van doelen die minder snel stijgen te kunnen optimaliseren. Een aantal beleidsdoelen wordt minder snel gerealiseerd dan nodig om de met het Rijk overeengekomen beleidsprestaties te realiseren. Dat betreft vooral de aan het beschikken van grond op de juiste plek gerelateerde beleidsdoelen (inrichting, milieuherstel en verdrogingsbestrijding, en landbouwstructuurverbetering). Zoals al aangekondigd in de Voorjaarsnota 2009 zijn in het kader van Actieplan Grond hiervoor in 2009 voorstellen gedaan. Wij hebben het actieplan in december vast-gesteld; daarin is voorgesteld om voor een zestal gebieden de aankooppauze op te heffen. De prestaties in deze gebieden zijn grotendeels in de meerjarenovereenkomsten belegd. Daarmee is het voornemen gerealiseerd om voor de midtermreview ongeveer alle prestaties uit de bestuursovereenkomst te hebben verplicht door middel van meerjarenovereenkomsten c.q. subsidiebeschikkingen of andere bestuurlijk harde afspraken. Om de overeengekomen prestaties te kunnen financieren zijn goede afspraken met het Rijk nodig. Deze worden geformuleerd en voorbereid in het kader van de midtermreview. Aangezien de provincies over veelal dezelfde knelpunten willen overleggen, wordt in IPO-verband een gezamenlijk document voorbereid als gespreksinzet met het Rijk. Ook zijn wij in andere overlegstructuren, zoals het landsdelig overleg en het bestuurlijk overleg reconstructie, de mogelijkheden van gezamenlijk optrekken aan het verkennen. De knelpunten zijn veelal financieel van karakter (bijvoorbeeld gestegen kosten van grondverwerving, te laag geraamde normkosten, onvoorziene uitvoeringskosten, onduidelijkheid over de meerkosten van het nieuwe natuurbeheersubsidiestelsel, etc.), maar ook procesmatig (bijvoorbeeld de aansturing van DLG, de overschrijding van de programmaperiode door langdurige processen zoals bedrijfsverplaatsing en de inzet van ruilgrond, de gevolgen van de recessie voor de
- 172 -
uitvoering van werken, etc.). In het kader van de midtermreview wordt voorts gezocht naar oplossingsrichtingen die voor zowel Rijk als provincies aanvaardbaar zijn en die ook de uitvoering van het PMJP in gebiedsprocessen en meerjarenovereenkomsten ondersteunen. Naast de aanpak met onze partners in meerjarenovereenkomsten blijven wij inzetten op de gebiedsprocessen die uiteindelijk leiden tot de integrale realisering van de doelen die zijn vastgelegd in de Wet ILG en het daarin verplichte PMJP. Samenwerking met uitvoeringspartners en overleg- partners (zoals streekcommissies en stuurgroepen) is nodig om onze rol als regisseur in het landelijk gebied te kunnen waarmaken. In het verslagjaar is één gebiedsproces afgerond (Hupsel-Zwolle). Wij gaan ervan uit dat in 2010 nog een aantal gebiedsprocessen kan worden afgerond, zodat de inzet zich dan extra kan richten op de versnelling van andere gebiedsprocessen. Ondanks onze inspanningen zal een deel van onze prestaties pas in 2010 worden gerealiseerd. Dat wordt vooral veroorzaakt door onze afhankelijkheid van onze externe partners. Boerderijverplaatsingen, indienen van subsidies enz. zijn afhankelijk van veel meer factoren dan onze inzet en stimulatie. Een deel van de middelen behorend bij de prestaties voor 2009 zal daarom worden doorgeschoven naar 2010. Het betreft in totaal € 42 mln.
►Meerjarensubsidies (eerder: lump sum financiering) Activiteiten In 2009 is de uitvoering van een aantal meerjarensubsidies, zoals voor de terreinbeherende organisaties (tbo’s), volop aan de gang. Dit gaat wederzijds naar tevredenheid. Dit jaar is met de vier waterschappen elk afzonderlijk een meerjarenovereenkomst afgesloten. Dat geldt ook voor Vitens. Van de bij de bestuurlijke afspraken met de waterschappen toegezegde middelen is in 2009 10% als voorschot betaald. De resterende 90% wordt in de volgende jaren op basis van geleverde prestaties betaalbaar gesteld. Het gaat daarbij om onderdelen als sprengen en beken, reconstructie, verdroging en inrichting EVZ’s. Met zes landgoedeigenaren is een pilot gestart om te bezien of het mogelijk was ook met hen een meerjarenovereenkomst te sluiten op grond van de regeling. Conclusie was dat dit moeilijk past binnen de regeling. Met de zes landgoedeigenaren zijn wel meerjarige projectafspraken gemaakt. Om de verhouding projectsubsidies en meerjarige programmasubsidies in goede balans te houden is besloten om in het kader van het PMJP geen nieuwe meerjarenovereenkomsten af te sluiten. Volgens afspraak in de meerjarenovereenkomsten tussen de terreinbeherende organisaties en de provincie Gelderland zijn afgelopen tijd de voorlopige rapportages over het jaar 2009 ontvangen en vervolgens bestuurlijk besproken. Uit deze rapportages blijkt dat deze manier van werken in de vorm van meerjarenovereenkomsten voor de tbo’s zeer positief wordt ervaren. In plaats van discussies te voeren over financiering van bijvoorbeeld projectopgaven kan nu gewerkt worden aan de uitvoering. Verder blijkt uit de voorlopige rapportages dat vooral de inrichting van gronden die al in bezit zijn van de tbo’s met voortvarendheid worden ingericht. De aankoop en verwerving van nieuwe gronden blijft achter. Daarnaast zijn in het afgelopen jaar de eerste projecten uit de meerjarenovereenkomst afgerond. Indicatoren Aantal overeenkomsten met subsidiebeschikking • Voor 2007: 0 voor 2008: 5; voor 2009: raming 2, realisatie: 5; totaal: 10
►Natuur in en buiten EHS, verwerven en inrichten In de begroting 2009 zijn de prestaties van de bestuursovereenkomst met het rijk opgenomen. De inzet is dat 40% van alle nieuwe natuur door particulieren beheerd gaan worden. Bij deze voor het landelijk gebied cruciale prestatie speelt de mogelijkheid gronden te verwerven een cruciale rol. Activiteiten Medio 2009 is door Uw Staten de herbegrenzing van de EHS vastgesteld. De geactualiseerde EHSkaart inclusief de deels herbegrensde EVZ’s zijn daarin opgenomen. Als gevolg van ontwikkelingen op de grondmarkt is het dit jaar mogelijk geweest om een aanzienlijke oppervlakte grond te verwerven. Helaas zorgden diezelfde ontwikkelingen ervoor dat er een aankooppauze moest worden ingesteld per oktober 2009. In het reeds vermelde Actieplan Grond is voorgesteld om voor een zestal gebieden de aankooppauze op te heffen.
- 173 -
Ondanks dat er dus een groot areaal verworven is (bruto 510 ha), blijft grondverwerving en de – doorlevering een zorgpunt. Van de aangekochte grond ligt slechts een beperkt deel op de goede plek. Dit betekent dat er eerst nog een groot aantal ruilprocessen nodig zal zijn, om de grond uiteindelijk op de goede plek te krijgen. Voor particulier beheer is 63 ha doorgeleverd aan particulieren, 155 ha werd doorgeleverd aan de tbo’s. De middelen voor het realiseren van de provinciale ecologische verbindingszones (EVZ’s) zijn geheel opgenomen in de meerjarensubsidies voor de Waterschappen. Het aanleggen van natte delen van de EVZ’s is erg duur. Zowel voor de provinciale natte EVZ’s als voor de EVZ’s binnen de EHS zijn daarom prioriteiten gesteld. In het afgelopen jaar zijn er ten aanzien van de soortenbescherming gebiedsgerichte actieplannen opgesteld en biotoopverbeterende maatregelen uitgevoerd. Met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van meerjarige projecten. In het verslagjaar zijn projecten uitgevoerd voor soorten van stuifzanden, gentiaanblauwtje, kwartelkoning, wespendief en otter. Daarmee zijn de middelen voor de gehele ILG-periode belegd. Nieuwe projecten worden gefinancierd uit de extra middelen die het Rijk vanaf 2010 heeft toegezegd voor de zogenaamde leefgebiedenbenadering. De voorbereiding voor 6 ecoducten heeft geleid tot een gunning: in de opdracht aan Rijkswaterstaat is € 1,5 mln. aan provinciale middelen verplicht. De resterende voor 2009 begrote middelen worden met de realisering van de prestaties in 2010 ingezet. Er is 1 project ontsnippering in uitvoering gegaan (wilddetectie op N302 Leuvenumseweg Harderwijk). Indicatoren 20072013 Verwerven EHS; ha.
1.052
In meerj.subs. vastgelegd *
Ruilen/verkopen bestaand BBL-bezit; ha. Doorlevering BBL-bezit voor particulier beheer Inrichten en ontsnipperen EHS; ha. Ecoducten Veluwe; stuks Actieplannen/projecten soortenbescherming st; %besteed budget
2.958
nvt
2007
2008
2009 + realisatie 2009
390
353
421
45
200 realisatie incl. ruilgrond 150 100 realisatie 370
135
realisatie 63 200 realisatie 160 0 4
380 3.531
2.245.
40
120
6 7st.
0
0 15
0 6
50%
100%
*In de overeenkomsten met SBB en NM en HGL is vastgelegd dat BBL in totaal 2200 ha. aan gronden moet verwerven of ruilen voor contractpartijen voordat zij tot uitvoering kunnen gaan van delen van hun prestaties
►Milieukwaliteit van de EHS, waaronder verdroging Doel is de realisatie van de gewenste milieukwaliteit in de EHS en in de Natura 2000-gebieden met het accent op het verminderen van verdroging, verzuring en vermesting en verbeteren van de waterkwaliteit. In deze bestuursperiode wordt een grote stap gemaakt in de uitvoering van de verdroging teneinde de stagnatie van de afgelopen jaren definitief te doorbreken. Gebieden die op de TOP-lijst en de milieuherstellijst staan hebben prioriteit. De uitvoering hiervan maakt onderdeel uit van de 38 PMJP-gebiedsprocessen. Bij de aanpak van de verdrogingsbestrijding in de 35 TOP-lijstgebieden wordt tegelijkertijd de opstelling van de beheersplannen Natura 2000 en afstemming met de werkzaamheden van de waterschappen voor de optimalisering van de waterhuishouding meegenomen. Naar verwachting zal, door uitgevoerde GGOR analyses, in 2009 duidelijker worden of de voor de TOP-lijstgebieden gereserveerde middelen voldoende in verhouding staan tot de te leveren prestaties. In reconstructiegebieden worden voor dit belangrijke doel extra middelen ingezet. Activiteiten De uitvoering van het milieuherstelprogramma (tegen verzuring en vermesting) is voor een aanzienlijk deel opgenomen in de meerjarensubsidies aan HGL en NM (de inrichtingsopgave van SBB-terreinen wordt door DLG uitgevoerd en is dus niet in de beschikking opgenomen). Het gaat hier vooral over gronden die zij al in bezit hebben. Uit de cijfers voor 2009 blijkt dat de inrichting volgens planning verloopt. Door HGL en Natuurmonumenten zijn in totaal op 250 ha de inrichtingsmaatregelen genomen,
- 174 -
waarmee ook de milieukwaliteits- en verdrogingmaatregelen zijn gerealiseerd. Deze terreinbeherende organisaties hebben samen voor ruim 800 ha inrichtingsmaatregelen in voorbereiding. Met de overige terreinbeheerders zijn inmiddels voor 66 ha afspraken gemaakt en is 18 ha milieuherstel gerealiseerd. De functieverandering en daarop volgend de inrichting blijven achter bij de jaaropgave. De oorzaken van deze achterblijvende realisatie zijn de geringe grondmobiliteit in gebieden waar de nieuwe natuur is begrensd, het geringe areaal nieuwe natuur dat nog kan worden doorgeleverd en onvoldoende deelname van particulieren voor functieverandering. De herbegrenzing van de EHS in de 6 TOP-gebieden is door Uw Staten uitgesteld tot na de vaststelling van de GGOR-en door de waterschappen. De meeste GGOR analyses bij TOP-gebieden zullen eind 2010 zijn vastgesteld door de algemene besturen van de waterschappen. In de TOP-lijst gebieden Faisantenbos (Havikerwaard) en Rijnstrangen zijn de GGOR’s vastgesteld. Voor de Hatertse en Overasseltse Vennen, de Nieuwe Zuiderlingedijk, het Groote Veld en Arkemheen/Putterpolder is de uitvoering al in de meerjarensubsidies van de betreffende water-schappen meegenomen. In het verslagjaar zijn de interne maatregelen voor het TOP-gebied Hagenbeek opgeleverd, evenals de maatregelen in- en extern van het Groote Veld. Bij de uitvoering werkt de grondproblematiek in hoge mate remmend. Een substantiële toename van het aantal herstelde hectares wordt niet eerder dan vanaf 2010 voorzien. In het Actieplan Grond is aangekondigd voor een zestal gebieden de aankooppauze op te heffen. Bij de prioritering van deze gebieden zijn de TOP-gebieden meegenomen. In de dit jaar gesloten overeenkomsten met de waterschappen zijn de middelen voor externe maatregelen voor 4 TOP-gebieden opgenomen. De middelen voor de overige TOP-gebieden zullen in het kader van Actieplan Grond in een aanvullende overeenkomst met de waterschappen worden opgenomen. Van 6 TOP-gebieden in de Gelderse Vallei is dit jaar met de waterschappen vastgesteld dat uitvoering voor 2014 niet meer lukt. De aanvullende overeenkomst zal zich dus richten op (een deel van) de overige TOP-gebieden. Indicatoren
GGOR gereed TOP in uitvoering; aantal gebieden Vermindering verdroging TOPgebieden; ha. Milieuherstel EHS, vermesting en verzuring; ha. Proefproject emissie-arme kalverstallen Stil asfalt op de Veluwe; km.*
2007-2013
2007
2008
2009+realisatie 2009:
35 35 4.658
0
0 10 470
3 realisatie 2 10 pm
190
50 realisatie 78
560 1
0
0
0
30
0
0
5 realisatie 7,7
* Zie ook 4.2, waar de prestatie ook is opgenomen, omdat er naast rijks-ILG geld ook provinciale wegenmiddelen bij betrokken zijn
►Beheer van de natuur in en buiten EHS Doel is het realiseren van adequaat natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer en beheer van bestaande natuurgebieden. Richting het Rijk maken wij ons sterk voor een adequate schadeloosstelling voor wildschade. Activiteiten Voor alle 12 Natura 2000-gebieden zijn de conceptplannen gereed gekomen, exclusief de paragrafen over stikstof en waterbeheer. Er is intensief overleg gevoerd met de waterschappen, landbouworganisaties, overige belangenorganisaties en terreineigenaren. Voor stikstof neemt de provincie deel aan de landelijke programmatische aanpak, die zal doorwerken in de beheerplannen. De programmering dient nog te worden aangepast aan de nieuwe tijdslijn die is ingezet om een zorgvuldig planproces vorm te kunnen geven. De omvorming van Programma Beheer duurt langer dan verwacht. Het nieuwe subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer is door alle provincies ontwikkeld onder leiding van het IPO. Het leidt tot vereenvoudiging van het huidige stelsel Programma Beheer, waarmee agrariërs en andere grondbezitters subsidie kunnen aanvragen. Het gaat daarbij enerzijds om subsidie voor beheer van natuur en landschap en anderzijds om subsidie voor functieverandering van landbouwgrond naar natuur en voor inrichting van natuurterreinen, samen ook wel subsidie kwaliteitsimpuls Natuur & Landschap (SKNL) genoemd. In 2009 is er nog geen goedkeuring van de Europese Commissie voor het subsi-
- 175 -
diestelsel verkregen. Goedkeuring op het onderdeel agrarisch natuurbeheer wordt begin 2010 verwacht en deze regeling wordt in 2010 dan ook onder voorbehoud van goedkeuring opengesteld onder het nieuwe stelsel. Voor het onderdeel natuurbeheer wordt goedkeuring pas in de loop van 2010 verwacht; dit deel zal pas in 2011 van kracht worden. Natuurbeheer kan in 2010 nog onder het oude stelsel worden aangevraagd. Op basis van de voorlopige cijfers van de Dienst Regelingen (DR) zal het areaal particulier natuurbeheer met ca 500 ha toenemen. Het gaat daarbij om verlenging van de aflopende aanvragen en nieuwe aanvragen. Daarnaast is voor ruim 400 ha subsidie voor functieverandering en inrichting aangevraagd. Hiermee ligt de realisatie van natuurbeheer op schema om de ILG-doelstellingen te halen. Agrarisch natuurbeheer ligt echter fors achter op de doelstelling. Dit is al een tendens sinds 2007; de hoogte van de vergoeding en de relatief grote administratieve complexiteit kunnen als oorzaken worden aangemerkt. In het nieuwe stelsel worden die bezwaren naar verwachting opgeheven. Met ingang van dit jaar zijn de hectares van het Kroondomein (6.700) verwijderd uit de DR-rapportage. LNV heeft bepaald dat subsidie op deze hectares niet langer via het reguliere subsidiekader mag worden verstrekt; het valt nu onder de Kaderwet LNV). Dit zal in 2010 budgettair worden verwerkt. Door middel van aanpassing van de Subsidieregeling vitaal Gelderland is een juridische grondslag gecreëerd om subsidie te kunnen verstrekken aan gemeenten en waterschappen voor het programmeren en uitvoeren van groenblauwe diensten. Daarvoor hadden Uw Staten in september al een besluit genomen over de besteding van de € 8 mln. voor groenblauwe diensten uit het Coalitieakkoord: te besteden aan gemeenten en waterschappen voor de programmering en uitvoering van groenblauwe diensten, aan gemeenten voor de uitvoering van gemeentelijke projecten landschapsbeheer, aan de pilots Landschap uit de agenda Landschap en aan opstartkosten. Indicatoren
Totaal beheer natuur; . (part.beh.+ agrar.beh.+ functieverandering) Ganzenovereenk; toename naar ha. Schaapskuddes; stuks
2007-2013
In meerj.subs. vastgelegd
2007
2008
79.815 ha
+ 2000ha
66.936 69.044* 60.902
7.451
nvt
0
5.342
2009+realisatie 2009
6.500 realisatie pm.
9 nvt 10 10 12 realisatie 8 *DR heeft geconstateerd dat een aantal aanvragen (via de Unie van Bosgroepen) dubbel is gerapporteerd. Daardoor is dit –nog niet gecorrigeerde- aantal hectares te hoog.
►Wildschaderegeling Wij hebben op 10 november 2009 een statennotitie voor de hertenregeling vastgesteld. Onderzocht wordt nog hoe een en ander staatssteunproof kan worden opgesteld, zodat door Uw Staten over die regeling kan worden besloten. Onderdeel van de regeling is een vaste vergoeding vooraf van € 28,-per ha. Daarnaast is er de mogelijkheid van vergoeding van geleden schade op basis van getaxeerde schade. De subsidieregeling wordt naar verwachting begin 2010 ter vaststelling aan Uw Staten aangeboden. Vanwege de complexiteit van de materie zal eerst in een aantal pilotgebieden ervaring worden opgedaan met de subsidieregeling.
►Agrarische ruimte Doel is de inrichting van het landelijke gebied zodanig dat de land- en tuinbouw er optimaal kan functioneren in samenhang met andere ruimtelijke functies. Instrumenten daarvoor zijn kavelruil, kavelverbetering en bedrijfsverplaatsing. In samenwerking met de gemeentes, die als trekker functioneren en gebiedspartijen wordt de bestemming en eventueel inrichting van (delen van) de in de reconstructieplannen aangewezen Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) opgepakt. Vernieuwing en herstructurering van de tuinbouw wordt gecoördineerd aangepakt in “de Betuwse Bloem”, het tuinbouwontwikkelingsprogramma voor het Rivierengebied. Er zijn twee concentratiegebieden voor nieuwe glastuinbouwbedrijven aangewezen: Huissen-Bemmel en de Bommelerwaard. Door middel van planologische beperkingen en ondersteunende maatregelen wordt ongewenste uitbreiding van glastuinbouw tegengegaan en de bundeling van verspreid liggende bedrijven bevorderd.
- 176 -
Activiteiten Op ons verzoek heeft DLG meer capaciteit ingezet voor het instrument kavelruil. Dit heeft tot goede resultaten geleid. Was in 2008 sprake van 3 ondersteunde kavelruilen en 22 losse kavelruilen, resulterend in 2.235 ha landbouwstructuurverbetering, in het verslagjaar is subsidie verleend voor 10 ondersteunde kavelruilen en 40 losse kavelruilen, waarmee in totaal 4.416 ha landbouwstructuurverbetering wordt gerealiseerd. Daarnaast is subsidie verstrekt voor de wettelijke landinrichting Land van Maas en Waal, met als doelstelling 8.000 ha structuurverbetering. Er zijn 3 intensieve veehouderijen verplaatst in de Achterhoek, terwijl voorts subsidie is verleend voor verplaatsing van een grondgebonden bedrijf in de Achterhoek en een glastuinbouwbedrijf in het Rivierengebied. Deze zijn nog niet gerealiseerd. Daarnaast is een aantal beoogde boerderij-verplaatsingen nog niet geëffectueerd vanwege planologische belemmeringen in het kader van de LOG’s. De bijbehorende middelen zijn dan ook overgeheveld naar 2010. Voor 9 van de 15 LOG’s zijn de bestemmingsplannen in vergevorderde staat van voorbereiding (ontwerp). De meesten zullen in 2010 en 2011 worden vastgesteld. Voor deze LOG’s is nog geen subsidieverzoek voor inrichting ontvangen. In 2009 hebben we voor het derde jaar Oost NV opdracht gegeven de uitvoering van Betuwse Bloem te stimuleren en coördineren (met financieringsbronnen binnen en buiten het PMJP en de provincie). Voor de herstructurering van de glastuinbouw Huissen-Angeren is een uitvoeringsorganisatie ingericht die sturing geeft aan de uitvoering in dat gebied. Voor glastuinbouwgebied Bommelerwaard is eind 2009 het ontwikkelingskader vastgesteld en is een uitvoeringsorganisatie ingericht. In het kader van het Actieplan Recessie is geïnvesteerd in een regionaal centrum voor de Betuwse Bloem. Indicatoren
Landbouwgrond met verbeterde structuur; in ha. Duurzame inrichting LOG’s Verplaatsing intensieve veehouderijbedrijven uit reconstructiegebieden verplaatsing agr. grondgebonden bedrijven Betuwse Bloem, verplaatste glastuinbouwbedrijven
2007-2013
In meerj.subs. vastgelegd
29.351
nvt
15
nvt
40
nvt
14
nvt
2007
2008
2009+realisatie 2009:
2.235
2.000 realisatie 12.416 ha
0
0
1 realisatie 0
2
2
0 realisatie 3
2
0 realisatie 0
0
0 realisatie 0
0
►Agrarische hulpbronnen Wij bevorderen een landbouw die duurzaam gebruik maakt van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen en die economisch levensvatbaar is. Wij vergroten middels subsidiemogelijkheden en lastendrukvermindering de agrarische ondernemers via het POP2 Ondernemersprogramma voor de landbouw, aangevuld met Gelderse subsidiemogelijkheden. De bestaande startersregeling voor jonge boeren (Next Generation Fund), gekoppeld aan de Rijksregeling zetten we deze bestuursperiode voort. Wij blijven aandacht geven aan de biologische landbouw en subsidiëren innovaties op het gebied van dierenwelzijn. Wij ondersteunen emissiereducerende maatregelen, zoals luchtwassers. Activiteiten Subsidiemogelijkheden zijn geschapen voor de hiervoor aangegeven doelen. Dat leidde in het verslagjaar tot zeer veel subsidieverzoeken. Daarnaast hebben Uw Staten in het in 2009 herziene Provinciaal Meerjarenprogramma/Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 een aantal provinciale subsidiemogelijkheden gecreëerd om een voor Gelderland compleet programma voor agrarische ondernemers aan te kunnen bieden. Concreet gaat het om subsidieverlening voor investeringen in innovatie en milieu door landbouwbedrijven, bedrijfsadvisering bij kleine en middelgrote landbouwbedrij-
- 177 -
ven, diversificatie naar niet-agrarische bedrijven en procesondersteuning Betuwse Bloem. In dat kader zijn in het verslagjaar 82 aanvragen met subsidie gehonoreerd. In het Rivierengebied is de uitvoering van plattelandsontwikkeling via Leader+ -projecten op gang gekomen. Aan 7 projecten is een subsidie verleend met POP2 en provinciale middelen ten bedrage van € 1,4 mln. Ook voor 2009 hebben wij het Rijk meegedeeld aanvullend te willen participeren in de rijksregeling voor startende jonge boeren voor zover het gaat om uitgelote Gelderse bedrijven die aan de criteria voldoen. Het blijkt dat minder jonge boeren een aanvraag hebben ingediend en geen beroep hoefde te worden gedaan op de beschikbare provinciale middelen. Een aantal Gelderse aanmeldingen voor de rijksregeling voor subsidie op gecombineerde luchtwassers kon wegens overtekening niet gehonoreerd worden. Met Gelderse steun kon aan 10 bedrijven alsnog subsidie in het vooruitzicht worden gesteld. . Indicatoren 2007In meerj.subs. 2007 2008 realisatie 2009: 2013 vastgelegd investeringen in innovatie en milieu Bedrijfsadvisering Diversificatie naar niet- agrarische activiteiten Procesondersteuning Betuwse Bloem Leader+ projecten
n.v.t.
n.v.t.
1
34
43
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
2 0
21 24
9 27
n.v.t.
n.v.t.
1
4
3 7
►Recreatie om de stad Wij zorgen ervoor dat het park Lingezegen aangelegd wordt. Wij spreken alle betrokken partijen, waaronder Arnhem en Nijmegen, erop aan hun financiële verantwoordelijkheid te nemen. Voor ons is het uitgangspunt dat de financiering niet gerealiseerd wordt door woningbouw in het park zelf. Het park is in 2013 klaar en wordt overgedragen aan de gemeenten. Activiteiten De MER Park Lingezegen is door de stuurgroep park Lingezegen vastgesteld en ter aanvaarding aangeboden aan de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard. Ook de intergemeentelijke structuurvisie is door de stuurgroep vastgesteld. Beiden worden begin 2010 ter inzage gelegd. Het voorontwerp bestemmingsplan is nagenoeg gereed, het ontwerp bestemmingsplan wordt naar verwachting rond de zomer 2011 vastgesteld. De bestuursovereenkomst park Lingezegen is in oktober ook door de gemeente Arnhem ondertekend zodat verdere stappen konden worden gezet voor het oprichten van het Openbaar Lichaam park Lingezegen, met als streven de definitieve oprichting voor de zomer 2010. Voorbereidingen zijn getroffen voor verhuizing van de projectorganisatie park Lingezegen van het provinciehuis naar een kantoorruimte in Elst, nabij het park. De groen-blauwe zone Bergerden is ingericht en de aanbesteding van het fietspad langs de Huissense Zeeg is voorbereid evenals het aanbrengen van bebordingen en markeringen in het park. De verwerving van de benodigde grond voor de basisuitrusting van het park gaat onverminderd voort. Met de toevoeging van de verworven 16 ha in 2009 kan nu worden beschikt over bijna 300 ha. De basisuitrusting van het park is in 2013 gereed en wordt dan overgedragen aan de eindbeheerders: de gemeenten en Staatsbosbeheer. Indicatoren
Verwerving grond bestaand BBL-bezit (voor deel ruilgrond) inrichten
2007-2013
In meerj.subs. vastgelegd
2007
2008
2009 + realisatie 2009
206 172
0 0
41 0
69 0
41 realisatie 16 24 realisatie 0
373
0
2
20
10 realisatie 15
- 178 -
►Routenetwerken en toegankelijkheid Doel is het ontwikkelen en onderhouden van het Gelderse deel van een landelijk aaneengesloten routenetwerk op het gebied van wandelen, fietsen en toervaart. Daarnaast het verbeteren van de toegankelijkheid van het landelijk gebied met het accent op de Veluwe. Activiteiten Voor het knelpuntvrij maken van het Lange afstand Wandelnetwerk, het Lange afstand Fietsroutenetwerk hebben de landelijke stichtingen meerjaren programma’s gemaakt; het Basistoervaartnetwerk volgt nog. Via een bijdrage aan het werkplan van de Stichting Wandelplatform LAW kon die stichting onder meer het tweede deel van het Pieterpad reconstrueren, inclusief de eerder op dit tracé aangetroffen knelpunten. In het kader van het Fietstotaalplan zijn 7 projecten ingediend en is 23 km fietspad verbeterd. Er zijn ook diverse knelpunten opgelost via de middelen van het Gelders Budget Fiets en de Brede Doeluitkering. Via een bijdrage aan het werkplan van de Stichting Landelijk Fietsplatform kon onder meer de 24 km lange LF 7 Oeverlandroute worden gereconstrueerd inclusief eerder aangetroffen knelpunten. Via de door ons gesubsidieerde Stichting Recreatietoervaart Nederland kon met de waterbeheerders worden gezocht naar oplossingen voor knelpunten. Als gevolg hiervan zijn er voorbereidingen in gang gezet voor het bevaarbaar maken van het noordelijk deel van het Apeldoorns Kanaal en voor het uitbaggeren van de Korne te Buren. Ook de Oude IJssel (stuwcomplex bij Doetinchem) kan in dit verband worden genoemd. In het Rivierengebied is de toegankelijkheid vergroot onder meer door verbetering van een wandel-, ruiter- en fietspad. Bovenregionaal zijn knelpunten opgeheven zodat ongeveer de helft van de 74 km LAW in het Rivierengebied is gerealiseerd. Ook is al veel energie gestoken in het ontwikkelen van veerverbindingen over de Maas, Waal en Rijn. Via Programma beheer hebben wij de ontsluiting van (agrarische) natuurgebieden gestimuleerd. Indicatoren 20072013 Knelpunten wandelnetwerk; st. Knelpunten fietsnetwerk; st. Knelpunten varen; st. Fietstotaalplan Veluwe; km. PB;recreatiepakketten; ha.
6
In 2007 meerj.subs. vastgelegd 0
12 113km
2008
2009+realisatie 2009:
3
1 realisatie 3
1
4
2 realisatie 3
20
7,5
6 realisatie 2 15 realisatie 23
15.468
16.168
pm
8 34.891
►Bevorderen toeristisch-recreatieve activiteiten Doel is het versterken van de economische positie van recreatie en toerisme door innovatie, samenwerking en kwaliteitsverbetering. Speciale aandacht is hierbinnen voor in samenhang verbeteren van de kwaliteit van natuur en recreatie/toerisme op de Veluwe. Activiteiten Ten aanzien van toeristisch-recreatieve activiteiten is een groot aantal aansprekende projecten ingediend. Voor de kwaliteitsverbetering van het toeristisch-recreatief aanbod hebben wij op de Veluwe 4 projecten gesubsidieerd en op 4 projectaanvragen in Achterhoek en Liemers is positief beschikt. Het ging hierbij om projecten als Liberationroute, Fietsverhuur Veluwe en Veluwecard. In het Rivierengebied is ingezet op 3 projecten en is het aanbod voor agrotoerisme door 5 projecten toegenomen. Ook kregen de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie veel aandacht. Het gaat hierbij om langlopende projecten. Drie projecten Herkenbare Veluwse Kernen (Laag Soeren, Nunspeet en Elburg), 40 welkomstborden, digitale infozuilen en een vijftal projecten gericht op het versterken van het Veluwegevoel hebben bijgedragen aan het Imago Veluwe.
- 179 -
Samen met gemeenten en bedrijfsleven is ook dit jaar op de Veluwe gewerkt aan de uitvoering van Groei-Krimp (zie programma 7.2), waarbij sprake was van 10 ha krimp (€ 2,65 mln). Vanwege vergunningverlening Natura 2000 is de uitvoering van P-Veluwe vertraagd en worden naar verwachting 7 parkeerplaatsen in 2010 opgeleverd. In het kader van Veluws Verleden is een aantal projecten in voorbereiding welke in 2010 hun beslag zullen krijgen. Het beroep op de opengestelde POP maatregel 313 (POP is een Europese subsidieregeling die is gekoppeld aan het PMJP) om subsidie te kunnen verstrekken voor kleinschalige recreatieve infrastructuur, voorzieningen en ontwikkeling en/of marketing van toeristische diensten gericht op het plattelandstoerisme is zodanig groot geweest dat de financiën daarvoor dit jaar niet toereikend zijn gebleken. Veel subsidie-aanvragen zijn in de 2e helft van 2009 binnengekomen en in behandeling genomen. De beschikkingen zullen voor een belangrijk deel in 2010 afkomen. De onderschrijding zal volledig worden ingelopen in 2010. De totale POP 313-middelen t/m 2013 zijn nu geheel verplicht.
Indicatoren 20072013 Kwaliteitsverbetering toerisme; st Grond Groei en Krimp Veluwe ; ha. Innovatie/ samenwerking toerisme Veluwe; st. Imago Veluwe; st. V.transferia en PVeluwe; st. Veluws verleden; st.
2008
2009+realisatie 2009:
30
In 2007 meerj.subs. vastgelegd POP
6
5 realisatie 11
75
nvt
50
0 realisatie 10
8
1
3
1 realisatie 4
10 34
6 9
3 9
3 realisatie 8 2 realisatie 0
0
1 realisatie 0
6
0
►Landschap generiek Doel is het behoud en ontwikkeling van het landschap, waardevolle landschappen en van bos- en landgoederen. Daarnaast het versterken van landschappelijke kwaliteit in planvorming en bij inrichtings- en beheersmaatregelen. Ondersteuning en stimulering van gemeenten en andere partijen bij de zorg voor landschap en cultuurhistorie door de Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG). Activiteiten Wij hebben in de gehele provincie subsidie verstrekt voor het uitvoeren van gemeentelijke landschapbeleidsplannen, het wegwerken van achterstallig onderhoud van voorzieningen in bossen en op landgoederen en voor experimenten op het gebied van landgoedbeheervisies (5). In de Ooijpolder is een project gehonoreerd op basis van de pilot. Daarmee zijn 10 van de 15 te realiseren projecten in uitvoering. Programma Beheer ingezet en is bijgedragen aan de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteiten bij planvorming en bij inrichtings- en beheermaatregelen. Het landschap is generiek versterkt door aanleg en herstel van 300 landschapselementen. Voorts zijn provinciebreed 4 voorbeeldprojecten voor verbetering van de landschappelijke kwaliteit gesubsidieerd, o.a. door de inzet van een ervenconsulent. Via een dit jaar afgesloten prestatiecontract is de SLG financieel ondersteund in zijn doelstelling. Niet onvermeld mag blijven de feestelijke overdracht van Radio Kootwijk. Staatsbosbeheer heeft hiervoor een businessplan opgesteld dat door partijen is getoetst aan het gezamenlijk opgestelde toetsingskader. Daarmee is na een lange voorbereidingstijd dit project naar tevredenheid van alle partijen beëindigd. Indicatoren 20072013 Landschap, bos, land-
In 2007 meerj.subs. vastgelegd 97ha. 28
- 180 -
2008
2009+realisatie 2009:
100
125 realisatie 58
goed: st. Beheer landschap; toename naar ha. Pilot Ooijpolder, st. Voorbeeldproject lands. kwaliteit Contract SLG
2.641
1.366
1.616
+20 realisatie pm
3
0 5
1 (pilot) 3
15 realisatie 10 1 realisatie 4
7jaar
1 (1 jaar)
1(1 jaar)
1 realisatie1(1jaar)
►Nationale landschappen Doel is om de kwaliteiten van de 7 nationale landschappen die in Gelderland gelegen zijn te behouden, duurzaam te beheren en te versterken. Uitgangspunt voor het uitvoeren van de Nationale landschappen is wat in het streekplan is vastgelegd en de vastgestelde uitvoeringsprogramma’s. Activiteiten De in 2008 definitief vastgestelde uitvoeringsprogramma’s zijn volop in uitvoering. In het kader van het Actieplan Recessie hebben uw Staten besloten de extra MIG-middelen voor nationale landschappen in de tijd naar voren te halen en beschikbaar te stellen voor 2009 en 2010. Er werd een zeer groot aantal projecten ingediend waarmee kernkwaliteiten van de nationale landschappen werden versterkt. De met het Rijk afgesproken prestaties voor de gehele ILG-periode zijn voor een groot deel gerealiseerd en de middelen daarvoor voor een groot deel uitgeput. Door het grote aantal projecten moest in november een subsidieplafond worden vastgesteld. Nationaal Landschap Veluwe Er werden 24 projecten ingediend. De diversiteit was groot en diverse projecten zijn te herleiden tot meerdere thema’s tegelijk. Bij vrijwel alle projecten is er sprake van promotionele activiteiten. Zo zijn er bijvoorbeeld 7 projecten op terrein van cultuurhistorie, een drietal educatieve projecten en 1 burgerinitiatief voor 6 projecten Levend Landschap ingediend. Nationaal landschap Rivierengebied Er zijn 15 boegbeeldprojecten in voorbereiding genomen. De verdere uitwerking moest voorlopig worden stopgezet door dreigende overtekening van het budget in Gelderland. Daarnaast is voor landgoed Hemmen een meerjarensubsidie beschikt ter waarde van € 700.000. Ook is bijgedragen aan een aantal promotionele activiteiten, zoals een film en een brochure. Nationaal Landschap de Gelderse Poort Binnen dit nationaal landschap zijn 6 projecten ingediend. Na prioritering en scherpe keuzen hebben wij subsidies verleend aan 2 projecten op het gebied van toegankelijkheid en beleving. Voor promotieactiviteiten is een Groene Schouwburg en een bureau voor toerisme gesubsidieerd. In de Ooijpolder onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor ontwikkeling van groen-blauwe diensten. Het uitvoeringsprogramma van Staatsbosbeheer is voortvarend opgepakt. De toegankelijkheid en beleving van het landschap wordt verbeterd door cultuurhistorisch landgoedherstel en inrichting van natuurlijke Rijnstrangen. Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie Voor de NHW zijn in 2009 € 11,6 mln Nota Ruimte-middelen van het rijk verkregen, Gelderland draagt evenveel co-financiering bij, onder meer uit het Actieplan Recessie. De middelen worden komende jaren ingezet voor restauratie van vier forten Pannerden, Nieuwe Steeg, Asperen en Vuren, het behoud en herstel van het cultuurhistorisch landschap bij de versterking van de Diefdijklinie, en de gebiedsontwikkeling Lingekwartier rond forten Asperen en Nieuwe Steeg. De bestuursovereenkomst met het rijk is hierop aangepast. Nationaal Landschap Graafschap De uitvoering van projecten ligt vol op stoom. Het scala van projecten beslaat de gehele breedte van het uitvoeringsprogramma. Het gaat om promotie-, landschaps-, restauratie-, landgoed- en landbouwprojecten. Totaal zijn er 12 projecten ingediend. Bijzonder is te noemen de bundel van projecten van het landgoed Zelle als alternatief voor een meerjarenovereenkomst. Daarnaast zijn het herstel van cultuurhistorische objecten en promotionele projecten vermeldenswaard. Nationaal landschap Winterswijk Het predicaat nationaal landschap wordt in grote delen van het gebied inmiddels breed ingezet ter promotie van recreatie en toerisme, cultuurhistorie van landschappelijke waarden in het gebied. Dat resulteert weer in een groot aantal projecten en initiatieven op het vlak van promotie, ontsluiting en beleving. Een vijftal projecten is daadwerkelijk in uitvoering gekomen. De uitvoering van de overige initiatieven laat even op zich wachten vanwege het in november 2009 ingestelde subsidieplafond voor
- 181 -
2009. Twee verenigingsgebouwen in Kotten en Ratum hebben een subsidie toegekend gekregen uit de leefbaarheidsmiddelen maar krijgen ook nog een bijdrage uit de middelen voor Nationaal landschap. Verkend wordt of een landschapsfonds voor het nationaal landschap Winterswijk de kwaliteiten voor lange tijd kan borgen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Groen-Blauwe dienstenbundel en financiële middelen van de provincie. Een ander doel van het nationaal landschap Winterswijk is een betere samenwerking tussen de gemeenten en gebiedsprocessen. Dit krijgt inmiddels vorm en structuur. Vermeldenswaard is het project “Drie Nationale Landschapsroutes in Oost Nederland”. Dit heeft geresulteerd in een boekje waarin route beschrijvingen zijn opgenomen binnen de drie nationale landschappen alsook de verbindende routes tussen de drie nationale landschappen. Nationaal Landschap Arkemheen In het Gelderse deel van het Nationaal Landschap was sprake van twee overlappende gebiedsprocessen, namelijk de Landinrichting Nijkerk-Putten en Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. De landinrichting is dit jaar beëindigd en de relevante restopgaven voor de Arkemheense polder vanuit landinrichting zijn ondergebracht bij het Nationaal Landschap. In dit kader zijn drie ruil- verkavelingen tot stand gebracht (211 ha grond, 44 eigenaren). Vervolgprojecten zijn in ontwikkeling. Ook is gewerkt aan een weidevogelbeheerplan. Indicatoren De uitvoeringsprogramma’s zijn gebaseerd op vrijwilligheid dus ondergaande prestaties zijn indicatief. De programma’s lopen van 2007-2010 dus de prestaties zijn 4-jarig. Vergeleken met 2008 zijn een paar kleine indicatoren weggelaten. 20072010 wandel/ fiets/ ruiterpaden; km. verbeterde toegankelijkheid Routes; st. Bezoekersinformatiepunten en transferia; st. Promotieactiviteiten; st. Activiteiten om burgers bij landschap te betrekken; st. Landschapselementen; st. initiatief voor landschapsbeheer Inpassingsplannen voor rood kavelruilen met landschaps-component; ha. verbreding landbouw; st. Bedrijfsverplaatsingen; st. Projecten cultuurhistorie; st.
2008
2009+realisatie 2009:
150
In 2007 meerj.subs. vastgelegd 283 km 10
50
50 realisatie 408
1
13
0
2
0 realisatie 17
5 3
7 7
4 6
5 7
0 realisatie 16 1 realisatie 10
4 24
9
0 0
5 1
2 realisatie 3 8 realisatie 96
42 6
45 11
45 realisatie 37 6 realisatie 10
12
0
4
4 realisatie 0
50
0
2
20 realisatie 3
2 0 8
4 realisatie 2 0 realisatie 3 - realisatie 51
135 1
14 1 243
38
27
►Sprengen en beken Doel is het herstellen van alle sprengen en beken van het Sprengen- en bekenprogramma met een bijzondere cultuurhistorische en ecologische betekenis op de Veluwe en rondom Winterswijk voor 2013. Dit is een taak van de Waterschappen. Activiteiten In de meerjarensubsidies aan de Waterschappen is alle beekherstel t/m 2013 opgenomen. De eerste projecten daarvan zijn in uitvoering. Met de meerjarensubsidies is de taakstelling voor het Rijk ingevuld (100 km beekherstel); het programma Sprengen en Beken is daarmee op de Veluwe vrijwel geheel uitgevoerd. Rond Winterswijk is nog maar een beperkt deel uitgevoerd en mogen in 2010 resultaten worden verwacht.
- 182 -
Indicatoren tot 2013 sprengen en beken
In 2007 meerj.subs. vastgelegd
510
250
2008
2009+realisatie 2009:
30
30 gecontracteerd 100
►Verbeteren waterkwaliteit Doel is herstel van de kwaliteit van de ecologische waardevolle wateren in de Natura 2000-gebieden en de Gelderse waterparels (HEN/SED wateren) in 2015. Activiteiten De overstort Winterswijk en 2 in Wijchen zijn dit jaar opgeleverd, de overige, te weten in Epe (4) en Ellecom (1) volgen in 2010. De subsidies voor 8 van de 9 overstorten op HEN-wateren zijn in het vorige verslagjaar verleend aan de des-betreffende gemeenten (in totaal bijna € 7 mln. investering). De tweede opgave bestaat uit sanering van riooloverstorten op wateren met een Specifiek Ecologische Doelstelling (SED) en wateren die deel uitmaken van een ecologische verbindingszone. Deze opgave wordt pas duidelijk na onderzoek van de waterschappen. Het subsidieplafond is eind 2009 op nul gesteld. De derde opgave voor verbetering van de waterkwaliteit bestaat uit een extra zuiveringstrap voor fosde de faatverwijdering (4 trap) op de rioolwaterzuiveringsinstallaties. De voor 2013 te realiseren 4 trappen zijn alle opgenomen in de genoemde meerjarensubsidies aan de waterschappen. Indicatoren 20072013 rioolov. op HEN water rioolov. op kwetsbaar water RWZI
9 pm
In 2007 meerj.subs. vastgelegd 8 0 0 0
7
0
2008
2009+realisatie 2009:
1 0
0 realisatie 3 0 realisatie 0
2
2 realisatie 1
►Reconstructie Het realiseren van een aantrekking woon-, werk- en leefklimaat in de zandgebieden. Hiertoe dient de ruimtelijke structuur in de gebieden te verbeteren, in het bijzonder ten behoeve van de landbouw, de natuur, het milieu en de waterhuishouding. Activiteiten De reconstructieplannen zijn in het PMJP zoveel mogelijk ondergebracht bij de beleidsthema’s. Een van de onderdelen die is ondergebracht bij de beleidsthema’s betreft het verplaatsen intensieve veehouderij. De uitvoering hiervan wacht op de inrichting van de LOG’s en veroorzaakt hierdoor een belangrijke onderschrijding op dit hoofdproduct. . Indicatoren 2009+ 2007-2013 Verplicht in In meerj.subs. 2007 vastgelegd Realisatie gebiedscommissies
10
10, real.15
- 183 -
Programma 8.1 Vitaal platteland Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Begroting 2009 na Rekening 2009 wijziging
Lasten
120.341
114.093
99.837
14.256
Baten
69.197
59.032
51.670
7.362
Saldo (lasten – baten)
51.144
55.061
48.167
6.894
31.668
33.429
25.782
7.647
2.738
2.738
2.729
9
28.929
30.691
23.053
7.638
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
-744
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten
Algemeen: -1.424
De apparaatskosten veroorzaken bij programma 8.1 een overschrijding van € 1.424.000,-. Deze overschrijding beïnvloedt het resultaat op de thema’s / hoofdproducten die deel uitmaken van programma 8.1. Voor een verklaring hiervan wordt verwezen naar hetgeen in de paragraaf Bedrijfsvoering onderdeel C6 staat.Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatskosten. De hierna vermelde budgetresultaten per thema/ hoofdproduct zijn voor dit effect geschoond. Vitaal platteland - natuur 7.480
Met betrekking tot het overzicht, inzicht in en de financiële risico’s m.b.t. de grondaankopen in het kader van dit Statenprogramma, wordt kortheidshalve verwezen naar het statenvoorstel “Nadere Uitwerking Actieplan Grond”, zoals dat door uw Staten is besproken en vastgesteld in uw vergadering van 31 maart 2010. Het totale aankoopbudget voor grond in het kader van realisatie EHS ad 36,2 mln is nagenoeg besteed (tm 2009 € 35,3 mln). Vandaar dat in 2009 een aankooppauze is ingesteld.Daarnaast zijn verplichtingen aangegaan ad ca. 21 mln die in 2010 tot betaling zullen komen, de zgn. pijplijnaankopen. Deze gronden staan als ‘voorraad’ op de balans, zij zijn nog niet doorgeleverd, m.n. omdat ze niet op de goede plaats liggen en nog moeten worden uitgeruild. Zie ook Nadere Uitwerking Actieplan Grond. Op de begroting wordt de doorlevering van grond via Bureau Beheer Landbouwgronden
- 184 -
(BBL) aan particuliere natuurbeheer- organisaties (PNB’s) in het kader van de EHS verantwoord. Deze is achtergebleven bij de raming. Als gevolg daarvan blijven ook uitgaven aan inrichting en beheer achter. Vitaal Platteland – landbouw
-3.336
Van de subsidieregelingen voor de landbouw is intensief gebruik gemaakt. Dit heeft er toe geleid dat er een forse overschrijding is ontstaan. Deze overschrijdingen worden in de loop van het programma gecompenseerd. In het kader van Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren is de eerste tranche alsnog versneld verstrekt aan gemeente Lingewaard. Dit wordt in 2010 gecompenseerd. Aanvankelijk werd de subsidie-aanvraag voorzien voor 2010 en werd het bijbehorende budget overgeheveld naar 2010. De overschrijding wordt veroorzaakt door kosten die DLG berekent aan derden en die gemaakt zijn ten behoeve van projecten waaraan de provincie deelneemt. Als uitvloeisel van de bestuursovereen-komst ILG moet de provincie die in haar financiële systeem zichtbaar maken. Dit wordt uiteindelijk administratief rechtgetrokken in de kostensfeer en wordt niet in de baten zichtbaar. Vitaal platteland: recreatie 3.603
De voorbereiding van recreatieve en toeristische activiteiten heeft meer tijd in beslag genomen dan ingeschat. Wij zijn daarbij afhankelijk van externe partijen. Veel subsidie-aanvragen zijn in de 2e helft van 2009 binnengekomen en in behandeling genomen. De beschikkingen zullen voor een belangrijk deel in 2010 afkomen. De onderschrijding zal volledig worden ingelopen in 2010. -785
Vitaal platteland: landschap Eind 2009 hebben wij 3 mln MIG geld naar voren gehaald omdat werd voorzien dat een hausse aan aanvragen voor subsidie op dit onderdeel zou worden ingediend. Gedurende december bleek dat er nog meer aanvragen zijn ingediend dan al was voorzien. Dit heeft ons de mogelijkheid geboden om doelstellingen voor nationaal landschap versneld te bereiken. Vitaal platteland reconstructie
4.320
De belangrijkste oorzaak van de onderschrijding op dit hoofdproduct is het uitstellen van Verplaatsingen Intensieve Veehouderijen, de uitvoering hiervan wacht op inrichting LOGS. Vitaal platteland: overige kosten 4.538
Voornaamste reden van de onderschrijding is een boekhoudkundige post die voortvloeit uit de in de bestuursovereenkomst ILG voorgeschreven wijze van verantwoording van verplichtingen die zijn overgenomen van DLG. Voor de onderbouwing verwijzen we naar onderdeel 5.11 van de toelichting op de balans. Vitaal platteland: indirecte kosten De overschrijding wordt verklaard doordat een deel van de bijdragen aan SVGV en PAL niet begroot maar wel geboekt zijn op dit product. Overig Sommatie van relatief kleine, niet materiële resultaten op de overige hoofdproducten/ thema’s. Totaal verschil lasten Baten
- 185 -
-122
-18
14.256
Vitaal platteland Overig +296 Resultaat is voornamelijk het gevolg van de rentebate uit het Groenfonds. Deze bate wordt niet begroot, omdat het saldo van het Groenfonds aan sterke schommelingen onderhevig is, o.a. veroorzaakt door het tempo waarin het Rijk haar bijdragen stort.
Rijksbijdrage ILG
-7.745
Het nadelig verschil op de bijdragen ILG -lasten is vooral toe te schrijven aan de neerwaartse bijstelling van de Rijksbijdrage ILG over 2009 met ruim € 7 miljoen bij de aangepaste beschikking van de Minister van LNV van 24 december 2009. Gelet op het tijdstip van de beschikking was het niet mogelijk deze alsnog in de begroting 2009 te verwerken en wordt dus op de begroting 2010 verwerkt. In deze negatieve bijstelling is vooral de correctie verwerkt wegens de eerder door het rijk aangekondigde kastemporisatie, waarbij delen van de ILG bijdrage 2009 en 2010 verschoven worden naar 2011. Voor 2009 is dit ca € 6,4 miljoen (verwerven nieuwe EHS ca € 1,8 miljoen, recreatie om de stad ca € 4,6 miljoen) en de verlaging van het reconstructiebudget Zandgebieden met ca € 2,1 miljoen conform het bestuurlijk overleg landelijk gebied van 30 juni 2009 en de daarop aangenomen amendementen. Overige +87
Sommatie van relatief kleine, niet materiële resultaten op de overige hoofdproducten/ thema’s. Totaal verschil baten
7.362
Mutaties reserves
Algemeen Voor het programma 8.1 geldt dat onttrekkingen aan reserves dienen ter dekking van bestedingen + 5.421 welke plaatsvinden in de lastensfeer., m.u.v. de lasten van 7440 (verwerving van de gronden voor de EHS) en 7448 (verplichtingen die zijn overgenomen van DLG). Resultaten op dit onderdeel weerspiegelen dus voor het overige de resultaten behaald op lastenbudgetten en kennen dan ook grosso modo dezelfde verklaringen als onder ‘Lasten’ genoemd. Vitaal platteland Resultaat belangrijk hoger dan in de lasten zichtbaar vanwege het feit dat merendeel van de + 2.217 kosten ten laste van het Rijksdeel van de budgetten is gebracht. Gedurende de resterende looptijd van het PMJP zal dit worden rechtgetrokken. Saldo reserve
7.638
Evaluatie programma Er is voortvarend gewerkt aan dit programma. Voor een aantal onderdelen van het PMJP is in 2009 een aankoopspauze van grond, respectievelijk een subsidiestop ingesteld. Mede daardoor heeft een aantal beleidsdoelen vertraging opgelopen ( inrichting, milieuhgerstel en verdrogingsbestrijding en landbouwstruktuurverbetering). Deels is deze vertraging ook veroorzaakt door onze afhankelijkheid van externe partners. De uitvoering van de meerjarensubsidies verliep in 2009 voortvarend en voorspoedig. Ondanks onze inzet is er nog onvoldoende voortgang in het verbeteren van de milieukwaliteit. Afhankelijkheid van anderen zoals de GGOR analyses door de waterschappen speelt ons daarbij parten. Voor alle 12 Natura 2000-gebieden zijn de conceptplannen gereed gekomen, exclusief de paragrafen over stikstof en waterbeheer. Doordat er nog geen Europese goedkeuring in 2009 is gekomen voor de Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap is hier vertraging opgetreden. Realisatie van agrarisch natuurbeheer verloopt langzamer dan gewenst, onder andere door de hoogte van de vergoeding. De onderdelen agrarische ruimte, hulpbronnen en de realisatie van het Park Lingezegen liggen goed op schema. Dat geldt ook voor de onderdelen toerisme en recreatie, (nationale) landschappen, sprengen en beken alsmede de reconstructie. Score zelfevaluatie: +
- 186 -
Programma 8.2 Water ►Ruimte voor de Rivier (RvR) Het Programma Ruimte voor de Rivier heeft als doel het vergroten van de veiligheid in het rivierengebied zodat mensen veilig kunnen wonen, werken en verblijven. Uiterlijk in 2015 zijn alle plannen uitgevoerd. Het vergroten van de veiligheid wordt bereikt door het uitvoeren van ruimtelijke maatregelen die de maatgevende hoogwaterafvoer kunnen verwerken én de ruimtelijke kwaliteit versterken. Het programma helpt de doelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier (verwerken hoogwaterafvoer) uit te voeren. Het Programma Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Programma Gebiedsontwikkeling en kenmerkt zich door een sterke oriëntatie op onze partners. Activiteiten hoogwaterbescherming Doel is het in stand houden en zo nodig verhogen van de veiligheid tegen overstroming vanuit de grote rivieren. Realisatie daarvan geschiedt door het toetsen, herstellen en verhogen van de dijken en door het tijdig uitvoeren van rivierverruimende maatregelen. Bij een mogelijke dijkdoorbraak worden door maatregelen de gevolgen zoveel mogelijk beperkt en wordt meer tijd gegenereerd voor evacuatie en redding. In 2009 is er voortvarend gewerkt aan de Ijsselsprong. Activiteiten inrichtingsplannen RvR Daar waar het bestuurlijke opdrachtgeverschap bij externe partners ligt, dragen wij zorg voor de provinciale inbreng (bijv. Veur-Lent). Het gaat dan om projecten als dijkteruglegging en dijkverlegging, dijkverbeteringen, depotvorming, uiterwaardvergravingen en het verwijderen van obstakels in de rivieren. Voor zover noodzakelijk geven wij invulling aan onze rol als bevoegd gezag. Voor het project Veessen-Wapenveld zijn wij bestuurlijk opdrachtgever. Het plan van aanpak voor 2009 was te hoog geraamd. Voor 2009 waren namelijk zowel de middelen voor de initiatief- als de definitiefase geprogrammeerd, terwijl de definitiefase pas in 2010 aan de orde is. De middelen voor de definitiefase (€ 1,9 miljoen) zijn overgeheveld naar 2010. Voor de Waal (WaalWeelde) is er in 2009 een ruimtelijke visie voor de lange termijn over hoogwaterveiligheid, ruimtelijke kwaliteit, natuur en scheepsvaart opgesteld. Een samenhangend uitvoeringsprogramma hoort hierbij, waarbij gedacht wordt aan een aantal gebiedsontwikkelende projecten waarin een telkens een wisselend aantal partners participeert. Opname van Waalweelde in het MIRT is verkend. Ook voor de Rijntak zal een ruimtelijke visie met partners worden opgesteld. Onze rol bij de IJsselsprong wordt onderzocht, maar zal zeker de nodige provinciale inzet vragen. In een samenwerkingsovereenkomst is de provinciale regierol uitgewerkt. Activiteiten kwaliteit primaire waterkeringen Als laatste onderdelen van het Deltaplan Grote Rivieren wordt door de waterschappen de verbetering van de Diefdijk voorbereid. Deze bevindt zich in de m.e.r.-fase. In 2009 is de dijkverbetering Westervoortsedijk 2 afgerond. Na de eerste en tweede ronde toetsen op veiligheid zijn tekortkomingen geconstateerd aan verschillende waterkeringen. De te herstellen of te verbeteren waterkeringen zijn opgenomen in het landelijke hoogwaterbeschermingsprogramma. Uit dit programma is in 2009 de Nijkerkersluis verbeterd, en worden de Waalkade te Nijmegen en de pipingmaatregelen in de Betuwe (dijkring 43) afgerond. Ook zijn in 2009 verbeteringsplannen gemaakt voor dijkverbetering langs de Veluwerandmeren, de stadsgrachten in Doesburg en het Twentekanaal in Zutphen. Wij hebben "de Gelderse aanpak" ingestoken als onderdeel van de Nationale Waterplan. In het ontwerp Nationaal Waterplan, dat eind 2009 is vastgesteld, is de combinatie van Rijksopgaven en regionale opgaven opgenomen. In het Deltaprogramma worden de rijksopdracht en de regionale opgaven gecombineerd. Wij geven aan hoe wij duurzame hoogwaterveiligheid zullen combineren met versterking van economie, natuur en landschap, ruimtelijke kwaliteit en milieu. Zo mogelijk wordt besloten tot de aanleg van een compartimenteringsdam langs het Amsterdam-Rijnkanaal in dijkring Betuwe om de risico's bij overstroming te beperken. In 2008/ 2009 heeft onderzoek, onder regie van de provincie, plaatsgevonden. Een defintief besluit is nog niet genomen. Voor de gehele dijkring 43 is eind 2009 aanvullend onderzoek gestart naar principe van meerlaagsveiligheid. Dat onderzoek wordt in september 2010 afgerond. De beverrat wordt bestreden conform het bestrijdingsplan. Dit is een structurele activiteit die door de waterschappen wordt uitgevoerd.
- 187 -
Wij zullen samen met Nordrhein-Westfalen (NRW) veiligheidsmaatregelen bepalen voor onze twee grensoverschrijdende dijkringen. In september 2009 is een onderzoek hiervoor afgerond. De uitkomsten zijn in een Duits/Nederlands seminar in Kleve op 2 december 2009 besproken met gemeenten en waterschappen. Concrete beleidsaanbevelingen zijn voorzien in oktober 2010, wanneer de hoogwaterconferentie wordt gehouden. Met België en Frankrijk verkennen wij veiligheids-maatregelen voor de Maas. Dit proces verloopt via de implementatie van de EU-Richtlijn Overstromingsrisco's. Activiteiten kwaliteit regionale waterkeringen Wij zien erop toe dat de waterschappen de regionale waterkeringen in 2009 toetsen aan de normen, die wij in 2007 en 2008 hebben vastgesteld. Daar waar de keringen niet voldoen, zien wij erop toe dat ze door de waterschappen worden verbeterd. Activiteiten calamiteitenplannen voor rampenbestrijding bij hoogwater In 2008 is de landsgrensoverschrijdende hoogwateroefening in het kader van het project Viking II en de oefening van de Taskforce Management Overstromingen (TMO) gehouden. Samen met de waterbeheerders en de rampenbestrijders zijn in 2009 de informatiesystemen, die de besluitvorming in hoogwatersituaties ondersteunen, verder ontwikkeld. Regelmatig wordt er geoefend voor afstemming tussen de waterkolom en de veiligheidskolom om goed voorbereid te zijn op dijkdoorbraken en overstromingen. De volgende oefening is in 2011; waarvan wij in 2009 de voorbereidingen hebben getroffen. Wij hebben de calamiteitenplannen van gemeenten en waterschappen op hoogwaterveiligheid getoetst. Indicatoren • Levering inbreng in RvR uitvoeringsprojecten van externe partners Prestatie 2009: In 2 projecten inbreng geleverd. Realisatie 2009: 2 • Opstellen ruimtelijke lange termijn visie voor Waal en Rijntak Prestatie 2009: 2 visies worden opgesteld (Waal en Rijntak) Realisatie: 2 • Leveren inbreng t.b.v. uitvoering Gelderse maatregelen Deltaplan Grote rivieren. Prestatie 2009: In 2 projecten inbreng leveren. Realisatie 2009: In 2 projecten inbreng geleverd. • Inbreng in verbeterprojecten primaire keringen cf. het landelijke hoogwaterbeschermingsprogramma. Prestatie 2009: In 6 projecten wordt inbreng geleverd. Realisatie: In 6 projecten inbreng geleverd. • Toezicht op toetsing door waterschappen van secundaire keringen in 2009 aan normen. Prestatie 2009: Bij 3 waterschappen wordt toezicht geleverd. Realistaie: Is gedaan bij 3 waterschappen. • Opleveren aanpak voor de 2 jaarlijkse hoogwateroefening in 2010 met Duitsland. Prestatie 2009: 1 Realisatie 2009: In concept gereed
►Waterkwaliteit De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) beoogt het verbeteren van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater zodat het water chemisch en ecologisch (weer) gezond wordt en ook voor toekomstige generaties behouden blijft. Concreet is dit vertaald in de volgende provinciale doelen: • Schoon water voor probleemloos zwemmen, vissen en varen, en schoon water voor planten en dieren. • Grondwater in voldoende hoeveelheden beschikbaar en bruikbaar als drinkwater. • Duurzame bescherming van de waterwingebieden in 2015. • Goedgekeurde beheersplannen van de waterschappen die het provinciale Waterhuishoudingsplan (WHP3) mede uitvoeren (2009). Activiteiten riolering op orde Op basis van de Inventarisatie Stedelijk Waterbeheer 2008 bleek dat in de Achterhoek mogelijk achterstand zou ontstaan bij de realisatie van de basisinspanning. Inmiddels is uit overleg met het waterschap gebleken dat zij met alle gemeenten afspraken heeft gemaakt over realisatie van de basisinspanning in 2010. Dit betekent dat deze gemeenten in 2010 de vuiluitworp vanuit het riool met 50% hebben verminderd. Activiteiten implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW)
- 188 -
In 2009 heeft het ontwerp-Waterplan ter inzage gelegen. De zienswijzen die zijn ingediend zijn beantwoord en voor zover van toepassing verwerkt in een bijgesteld ontwerp Waterplan. Op 15 september 2009 hebben GS dit bijgestelde ontwerp en de Inspraaknota vastgesteld. Vervolgens is door PS op 11 november 2009 het Waterplan Gelderland definitief vastgesteld. Per 22 december 2009 is het Waterplan Geldelrand in werking getreden. In het Waterplan zijn de onder andere KRW-opgave voor de drinkwaterbescherming en de motivatie en onderbouwing van de KRW-doelen opgenomen, naast wijzigingen die zijn doorgevoerd vanwege het in werking treden van de Waterwet eind 2009. Het Waterplan is een belangrijke bouwsteen voor het opstellen van het nationale stroomgebiedbeheerplan Rijn-Delta. Indicatoren: • Uitvoering basisinspanning gemeenten. (2010 = 50% reductie vuiluitworp) Prestatie 2009: Toezicht op de uitvoering van de basisinspanning van de gemeenten. Realisatie 2009: Op dit moment is in alle Gelderse gemeenten de basisinspanning of al afgerond of zijn afspraken gemaakt tussen gemeenten en waterschap over afronding van de basisinspanning in 2010. In het Waterplan Gelderland is opgenomen om in 2010 een nieuwe inventarisatie uit te voeren. Dan kan de definitieve stand van zaken opgemaakt worden. • Verwerken en coördineren inspraak op het ontwerp; opstellen van een reactienota en vaststellen WHP4. Prestatie 2009: 100%. Realisatie 2009: In de periode 5 januari - 16 februari 2009 heeft het ontwerp Waterplan ter inzage gelegen. De beantwoording van de ingediende zienswijzen is gebeurd met een Inspraaknota die op 15 september 2009 door GS is vastgesteld. Dit heeft geleid tot aanpassingen in het ontwerp Waterplan. Op 11 november 2009 hebben PS het Waterplan definitef vastgesteld. Op 22 december 2009 is het Waterplan Gelderland in werking getreden.
►Waterketen Door samenwerking in de waterketen willen wij (waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijf Vitens) lagere kosten en transparantie voor de geleverde diensten aan de burger en een beter milieu bereiken. Wij verwachten uiteindelijk een besparing van zeker 10% op de (stijging van) kosten van rioleringsbeheer bij deelnemende gemeenten. Activiteiten In 2009 zijn de regio's verder gegaan met de uitvoering van de werkplannen. In de werkplannen zijn concrete samenwerkingsprojecten opgenomen. De voortgang van de projecten wordt in de project- en stuurgroep Toekomst Waterketen Gelderland besproken. Begin 2010 rapporteren de regio's over de resultaten die in 2008 en 2009 zijn behaald. Aanvullend op de projecten uit de werkplannen zijn door de regio's negen initiatieven ontwikkeld gericht op meerjarige samenwerkingsverbanden. Voor deze initiatieven heeft de provincie subsidie verleend. Indicatoren • Aantal uitgevoerde projecten uit de werkplannen Prestatie 2009: Stimuleren en faciliteren van de door WGR regio’s uitgevoerde projecten. Realisatie 2009: De uitvoering van de werkplannen is in volle gang. In totaal zijn circa 25 projecten in gang gezet of afgerond. Begin 2010 zullen de regio’s verslag uitbrengen over van de bereikte resultaten in 2008 en 2009. Daarnaast is in 2009 een negental extra initiatieven gestart met subsidie van de provincie. Deze initiatieven zijn gericht op meerjarige samenwerkingsverbanden.
►Prestatiecontracten 2008-2013 (meerjarensubsidies) Doel is een efficiënte uitvoering van de realisatie van de WHP- en PMJP-doelen door de waterschappen via een prestatiecontract met ‘lumpsum’ financiering (WHP- en PMJP middelen). Activiteiten De sturing van de uitvoering van het WHP geschiedt via de dit jaar met alle vier de waterschappen afgesloten programmacontracten (lumpsum). Deze hebben de bestaande bestuurs-overeenkomsten vervangen. De nieuwe contracten hebben een flexibeler inzet van middelen mogelijk gemaakt voor het waterschap, zij verminderen de bureaucratie en vergemakkelijken daarmee de uitvoering door de waterschappen. Hiermee wordt inhoud gegeven aan de begrippen partnerschap en deregulering. In 2013 wordt de eindbalans opgemaakt. Van de bij deze bestuurlijke afspraak toegezegde middelen
- 189 -
werd in 2009 10 % als voorschot betaald. Deresterende 90 % zal in 2010 op basis van geleverde prestaties betaalbaar wordne gesteld. Deze laatste middelen zijn overgeheveld naar 2010. Als uitwerking van WHP3 is dit jaar wij ook een meerjarenovereenkomst met Vitens afgesloten. Daarin zijn onder meer afspraken vastgelegd over het actualiseren van hun vergunningen en over maatregelen om verdroging te bestrijden. Jaarlijks wordt de voortgang van de uitvoering van deze overeenkomst gemonitord. Indicatoren • Jaarlijks overleg met elk waterschap over uitvoering programmaovereenkomst op basis van voortgangsrapportage per waterschap. Prestatie 2009: 4 • Jaarlijks overleg met Vitens over de uitvoering van de overeenkomst. Prestatie 2009: 1 voortgangsgesprek
►Partners in uitvoering WHP3 Wij sturen op de uitvoering van het Waterhuishoudingsplan. Onze partners in de uitvoering zijn met name de waterschappen. Activiteiten Met elk waterschap wordt bestuurlijk overleg gevoerd over de voortgang. Eenmaal per jaar informeren wij uw Staten over de voortgang van de uitvoering van het Waterhuishoudingsplan en de overeenkomst met de waterschappen. Indicatoren • Jaarlijks overleg met elk waterschap over voortgangsrapportage uitvoering WHP3. Prestatie 2009: 4x Realisatie 2009: 3x, 1x tot MT-niveau • Jaarlijkse voortgangsrapportage WHP3 Doel 2009: 1
►Samenwerking met onze buren Wij zoeken samenwerking met onze partners op het gebied van waterkwaliteit, waterkwantiteit en veiligheid. Activiteiten We hebben een bijdrage aan de grensoverschrijdende implementatie van de EU-richtlijn Hoogwater met NRW geleverd en werken samen met onze buitenlandse partners via de internationale commissies voor de Rijn en de Maas. Wij hebben de door het waterschap voorgestelde maatregelen voor verbetering van de waterkwaliteit beoordeeld. Deze maatregelen zijn op grond van de Kaderrichtlijn water grensoverschrijdend afgestemd en vervolgens ingebracht in het stroomgebiedbeheersplan voor de Rijn en de Maas. Indicatoren • Beoordelen van door het waterschap voorgestelde grensoverschrijdende maatregelen. Prestatie 2009: 2 waterschappen worden hierop beoordeeld. Realisatie: 2. De maatregelen voor verbetering van de waterkwaliteit zijn opgenomen in de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor Delta-Rijn-west en Delta-Rijn-oost. deze maatregelen zijn ook opgenomen in de Waterbeheerplannen van waterschap Rijn en IJssel en waterschap Rivierenland. Grensoverschrijdende afstemming heeft plaats gehad met Regierungsbezirk Münster en Regierungsbezirk Düsseldorf. • Uitvoeren werkprogramma 2007-2012. Prestatie 2009: uitvoeren geplande onderdelen in werkprogramma. Realisatie 2009: Risicoanalyse grensoverschrijdende dijkringen Niederrhein is afgerond. In een seminar in Kleve worden de resultaten gedeeld met waterschappen en gemeenten. Daarna worden de beleidsaanbevelingen geformuleerd. Gereed april 2010. Evenens is de modellering van de afvoer grensoverschrijdend afgestemd. Hierdoor is het mogelijk effecten van maatregelen op éénduidige wijze in Gelderland en NordrheinWestfalen vast te stellen.
►Wateroverlast
- 190 -
Het doel is om het watersysteem in 2015 op orde te hebben. Om periodes met hevige neerslag goed te kunnen doorstaan, maken wij afspraken met de waterschappen om dit water op te vangen. In ons periodiek overleg met de waterschappen zullen wij erop toezien dat dit doel gehaald wordt. Activiteiten Voorkomen regionale wateroverlast Wij hebben erop toe gezien dat de waterschappen starten met de realisatie van voldoende geborgde waterberging. Eind 2009 dient 25% van de waterberging gereed zijn. De gegevens van de waterschappen over 2009 worden echter pas begin 2010 aan de provincie gerapporteerd. Wij zien er met een enquête per 1-1-2011 op toe dat de 4 gemeenten met urgente grondwateroverlast de problemen oplossen en dat de 26 gemeenten met niet-urgente grondwateroverlast een plan van aanpak hebben opgesteld. Indicatoren • Percentage gerealiseerde waterberging (2015=100%). Prestatie 2009: 25% Realisatie 2009: De waterschappen rapporteren begin 2010 aan de provincie over de voortgang in 2009.Op dit moment zijn over 2009 nog geen actuele gegevens bekend. • Percentage gemeenten dat waterberging in bestemmingsplannen heeft vastgelegd. Prestatie 2009: 100% (4) Realisatie 2009: Waterschappen rapporteren begin 2010 aan provincie. • Aantal gemeenten waar urgente grondwateroverlast is opgelost. Prestatie 2009: 100% (4) Realisatie 2009: Waterschappen rapporteren begin 2010 aan provincie. • Aantal gemeenten met plan van aanpak voor oplossen niet-urgente grondwateroverlast Doel 2009: 13 Waterschappen rapporteren begin 2010 aan provincie.
►Droogte Met waterschappen maken wij inzichtelijk hoe opvang van langdurige droogte is te combineren met andere maatregelen in het watersysteem. Tevens spreken wij af wanneer die maatregelen zijn uitgevoerd. Activiteiten De droogte-commissie is enkele jaren geleden in het leven geroepen en is in 2009 niet bijeen geweest. Alhoewel het bovengemiddeld droog was in 2009, hebben zich geen urgente situaties in Gelderland voorgedaan. * Quick Scan droogte is uitgevoerd door provincie en onder de aandacht gebracht van de leden van de droogte-commissie * Resultaat Quick Scan droogte is verwerkt in Waterplan Gelderland Indicatoren • Uitvoeren Quick scan en implementeren resultaten. Prestatie 2009: 1 Realisatie 2009: 1
►Zwemwater veilig Doel is schoon water voor probleemloos zwemmen. Activiteiten Controleren zweminrichtingen De waterkwaliteit van alle badinrichtingen en van de zwemplaatsen in oppervlaktewater wordt gevolgd aan de hand van periodieke metingen (ca. 100). De waterkwaliteit van alle badinrichtingen (460) en van alle zwemplaatsen in oppervlaktewater (60) is gecontroleerd. Dit heeft geleid tot het instellen van twee tijdelijke zwemverboden. Overige punten die minder risico met zich meebrachten zijn meegenomen in de inspectierapporten. Alle badinrichtingen worden geïnspecteerd en er wordt een inspectierapport aan de houder gezonden zonodig met het verzoek maatregelen te nemen. In totaal zijn er in 2009 ongeveer 250 badinrichtingen fysiek geïnspecteerd. Alle zwemplaatsen in oppervlaktewater zijn een of meer keer gecontroleerd. Activiteiten Handhaving WHVBZ (Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden) Wanneer de veiligheid van de bezoekers in gevaar komt ontvangen houders van zwembaden ontvangen een bestuurlijke waarschuwing of een dwangsom en in het slechtste geval wordt de inrichting
- 191 -
tijdelijk gesloten. De praktijk heeft geleerd dat gemiddeld 10 overtredingen per jaar worden geconstateerd die leiden tot een bestuurlijke waarschuwing of het opleggen van een dwangsom. Als de veiligheid en hygiëne van de bezoekers niet in gevaar komt en maatregelen liggen niet in de rede, kan een (tijdelijke) ontheffing worden afgegeven op verzoek van de houder. Als de veiligheid en hygiëne van de bezoekers van zwemplaatsen in oppervlaktewater in gevaar komt, wordt een waarschuwing afgegeven of er wordt een tijdelijk zwemverbod ingesteld. Indicatoren • Inrichtingen en zwemplaatsen in oppervlaktewater die voldoen aan de wettelijke normen Prestatie 2009: 100% (ca 100) : Realisatie 2009: Alle houders van een badinrichting die geïnspecteerd is ontvangen een inspectierapport waarin de tekortkomingen zijn weergegeven. Vervolgens wordt toezicht gehouden op de afhandeling hiervan en zo nodig handhavend opgetreden. • Uitgevoerde inspectiebezoeken zweminrichtingen Prestatie 2009: ca 500 Realisatie 2009: 250 • Uitgevoerde inspectiebezoeken zwemplaatsen oppervlaktewater Prestatie 2009: ca 60 Realisatie 2009: Alle 60 zwemplaatsen in oppervlaktewater zijn geïnspecteerd. • Aantal waarschuwingen, opgelegde dwangsommen of afgegeven tijdelijke zwemverboden. Prestatie 2009: 10 Realisatie 2009: Er zijn in 2009 3 dwangsommen opgelegd en 2 tijdelijke zwemverboden ingesteld. Het aantal dwangsommen zal lager zijn als gevolg van het lagere aantal inspectiebezoeken bij badinrichtingen.
►Grondwatergebruik Doel is duurzaam gebruik van het grondwater door een afgewogen beleid bij (voorgenomen) ingrepen in het grondwatersysteem. Activiteiten vergunningverlening/handhaving grondwater (kwantiteit) Er zijn in 2009 57 vergunningen in het kader van de Grondwaterwet verleend en 390 controles uitgevoerd. Bij vergunningaanvragen voor industriële toepassingen is expliciet gekeken of de aangevraagde hoeveelheid grondwater reëel is ten opzichte van het feitelijke gebruik en de verwachte uitbreiding van de productie. Indicatoren • Aantal verleende vergunningen. Prestatie 2009: ca. 30 Realisatie 2009: 57 • Aantal uitgevoerde controles. Prestatie 2009: ca. 400 Realisatie 2009: 390 Programma 8.2 Water Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Lasten
50.423
55.429
52.392
3.037
Baten
2.455
4.850
4.482
368
47.968
50.579
47.910
2.669
5.047
5.118
3.345
1.773
Dotaties
2.384
2.384
2.398
-14
Saldo reserves
2.663
2.734
947
1.787
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
- 192 -
882
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Met betrekking tot de bijdragen vaarwegbeheer aan het waterschap Rijn en IJssel en het waterschap Rivierenland heeft nog geen definitieve afrekening over 2009 plaatsgevonden.
535
Deze middelen zijn een restant van de uitvoering van WHP3 . Bij PS-besluit van november 2009 over het Waterplan Gelderland is aangekondigd dat deze middelen over zijn en worden ingezet voor de uitvoering van het Waterplan Gelderland.
514
Voor de verbetering van sprengen en beken zijn er met de Waterschappen Veluwe en Rijn & IJssel meerjarenovereenkomsten gesloten. Het programma Sprengen en Beken is op de Veluwe vrijwel geheel uitgevoerd. Dit structurele budget zal vanaf 2010 worden ingezet voor de dekking van de betalingen van de waterovereenkomsten met beide waterschappen.
391
Voor het project Herstel HEN wateren Rivierenland is een meerjarenovereenkomst afgesloten met het waterschap Rivierenland ad € 1.000.000. Het budget is volledig in 2009 geprogrammeerd, maar zal grotendeels in de komende jaren worden besteed.
906
Met het Statenbesluit 'Subsidie projecten samenwerking in de waterketen', PS2009-663, is een bedrag beschikbaar gesteld voor projecten waterketen. Door de inzet van provinciaal geld worden projecten uitgevoerd die de stap naar implementatie van meerjarige samenwerkingsvormen mogelijk moet maken. Het verwerven van ambtelijk en bestuurlijk draagvlak heeft tijd gevraagd, om die reden kan nog niet het gehele bedrag benut worden. De projecten waar subsidie voor is verleend worden in 2009 gestart, afronding van de projecten en de subsidie zal in 2010 plaatsvinden. De werkelijke uitgaven (€ 1,5 mln) van het project Veessen Wapenveld zijn lager dan geraamd (€ 2 mln) Binnen het project is een bedrag van € 6 mln toegekend voor de plan voorbereidingsfase welke de provincie voor het Rijk uitvoert. De provincie legt verantwoording af aan de Programma Directie Ruimte voor de Rivier (PDR). De onderbesteding wordt deels veroorzaakt doordat nog niet alle interne kosten van de provincie in rekening zijn gebracht. Anderzijds loopt het project iets achter op de eerdere vastgestelde budgetplanning. Er heeft in het kader van de onderbestedingen geen aframing plaatsgevonden, om de budgetplanning synchroon te laten lopen met de planning richting het PDR. overig Totaal verschil lasten
250
574
- 133 3.037
Baten Veessen Wapenveld Zie toelichting onder lasten hierboven In 2009 hebben wij meer leges grondwater ontvangen dan we begroot hadden. Doordat wij meer vergunningen hebben afgegeven. overige Totaal verschil baten
476 -167 59 368
Mutaties reserves In november 2009 is het uitvoeringsprogramma WHP-3 vastgesteld, het restant zal in 2010 worden ingezet voor Waterplan Gelderland.
- 193 -
420
Uit het egalisatiefonds grondwaterheffing is minder onttrokken dan voorzien. Dit komt doordat een verplichting uit 2000 ad € 600.0000 ten behoeve van het project Infiltratie Eerbeek is teruggestort in het fonds, omdat de beschikking met Vitens niet in 2009 maar in 2010 pas tot uitgaven leidt en omdat de verdrogingsbestrijding is vertraagd. Saldo reserve
1.367 1.787
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging geen verschil groter dan 10 miljoen Evaluatie programma: Water valt uiteen in verschillende onderdelen: Te veel water (overstromingsgevaar en wateroverlast), te weinig water (droogte, gronmdwatergebruik) en de kwaliteit van water (oppervlaktewater, ketenbenadering, zwemwater). Elk van deze onderdelen is in 2009 goed opgepakt veelal in samenwerking met partners zoals de waterschappen en de buren over de grens. Score zelfevaluatie: +
- 194 -
Pijler IV: Verbinden door Mobiliteit In de Dynamische Beleidsagenda (DBA) 2009-2010 is vastgelegd welke accenten de komende jaren gelegd worden bij de uitvoering van het Provinciale Verkeer en Vervoerplan (PVVP2). Deze accenten volgen uit het coalitieakkoord en zijn mede ingegeven door de nieuwe nota mobiliteit, de netwerkanalyse en de evaluatieresultaten van de uitvoering van het PVVP2. Wat betreft majeure onderwerpen hebben zich de volgende ontwikkelingen afgespeeld: • 2009 is in een groot aantal concessiegebieden de OV ChipKaart ingevoerd. Er is een nieuw tariefkader ontwikkeld en een uitgebreid distributienetwerk opgezet. Vanaf februari 2010 zal hierop een intensief communicatietraject volgen. • De bestuurlijke overleggen over doortrekking van de A15 en het doorontwikkelen van de verbetering van de N18 heeft in 2009 geleid tot de afgesproken besluitvorming. Voor de A15 is de TN/MER in voorbereiding. In het bestuurlijk MIRT-overleg najaar 2009 is afgesproken dat de minister ernaar streeft om bij gereedkomen TN/MER in 2010 meteen een concept standpunt te bepalen. Ten behoeve van de verdere planvoorbereiding en realisatie is tussen partijen het Convenant Tracébesluit N18 gesloten. Op 14 oktober 2009 hebben de ministers van V&W en VROM het standpunt N18 bekend gemaakt. De planning van het Rijk is erop gericht om in 2011 het Tracébesluit te nemen. Daarmee wordt de planvoorbereiding afgerond en kan de realisatie starten in 2012. • Met het Rijk zijn in 2009 afspraken gemaakt over het investeren in spoorinfrastructuur. Tijdens het bestuurlijk overleg MIRT zijn afspraken gemaakt over de financiële bijdrage die voor de Gelderse lijnen (Arnhem-Winterswijk, Valleilijn en doortrekken Randstadspoor Amersfoort-Harderwijk) beschikbaar zijn. De Staatssecretaris van V&W is bereid een bijdrage van 50% te verlenen in de kosten. Het resterende bedrag wordt gefinancierd door de provincie Gelderland en de regionale partners. • De besluitvorming over de vijf grote nut-noodzaakstudies naar de in het Coalitieakkoord genoemde bereikbaarheidsknelpunten (zie ook onder programma Infrastructuur) heeft plaatsgevonden, zodat nu met de voorbereiding van de daadwerkelijke uitvoering is begonnen; • In 2009 is een groot aantal tariefacties uitgevoerd waarbij enerzijds de focus het verbeteren van betaalbaarheid en basismobiliteit (Regiotaxi voor 1 euro, gratis ov voor WMO) betrof en anderzijds het verbeteren van de economische bereikbaarheid (Waalsprinter en tariefacties rond transferium Barneveld). De diverse tariefacties zijn geëvalueerd en in commissie MEZ besproken. Daarnaast hebben wij een groot aantal acties gecontinueerd en nieuwe acties voor de resterende concessietijd geformuleerd. Nieuwe acties zijn gericht op jongeren via een educatieprogramma OV4U en op het faciliteren van de overgang van strip naar Chip (ov Chipkaart voor 65+) • De realisatie van een nieuwe HOV corridor Apeldoorn – Zwolle, inclusief transferium de Wissel, ter voorbereiding op nieuwe concessie Veluwe per 2011 is in 2009 weer dichterbij gekomen. • In 2009 zijn vrijwel alle Gelderse OV concessies opnieuw aanbesteed. Gunning van AchterhoekRivierenland heeft plaats gevonden in december 2009) en de concessie Veluwe volgt medio februari 2010. • Het succes van Ervaar het OV 1 heeft een vervolg gekregen met een nieuwe campagne. Dit vervolg betreft een samenwerking tussen een groot aantal overheden (stadsregio’s Twente en Arnhem Nijmegen) en de provincies Overijssel, Flevoland en Gelderland met alle vervoerders in dit gebied. • Er is een integraal pakket van maatregelen rond de A28 / A1 (project Verder Via Veluwe bij Hoevelaken), rond de A2 in Rivierenland en in de Stedendriehoek in relatie met de A1 ontwikkelt en de uitvoering wordt waar mogelijk voorbereid. Dit heeft o.a. geleid tot de ondertekening van een drietal uitvoeringsconvenanten in het kader van de Taskforce mobiliteitsmanagement. Hierin zijn samen met de regionale partners en het bedrijfsleven afspraken gemaakt over de aanpak van de mobiliteitsknelpunten. • Voor de stadsregio Arnhem Nijmegen is in 2009 de financieringsproblematiek van het nieuwe station Arnhem opgelost. In november 2009 is een aanvullende provinciale subsidie van € 8,5 miljoen beschikbaar gesteld. Tevens is de aanbesteding van de tweede stadsbrug Nijmegen gestart. Een financiele subsidie van € 30 miljoen is beschikbaar gesteld. • Ter verbetering van de ketenmobiliteit (fietsenstallingen, P&R) bij Gelderse stations zijn in samenwerking met NS Poort en ProRail een groot aantal locaties aangepakt. • Er is een Gelders Fietsnetwerk opgericht om zo te komen tot een goed functionerend fietsnetwerk in de provincie met een adequaat onderhoudsniveau.
- 195 -
Voor de vertaling van beleidsdoelen naar concrete projecten en voor de sturing hierop heeft de doelenboom uit de dynamische beleidsagenda centraal gestaan. De zes beleidsdoelen zijn doorvertaald naar activiteiten, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de drie programma’s uit ons coalitieakkoord: Openbaar Vervoer, Fiets en Infrastructuur (zie volgend schema). In het programma ‘Werken aan Duurzame Mobiliteit’ (WaDM) zijn de projecten nader geconcretiseerd. Programma Openbaar Vervoer Beleidsdoel: Bereikbaar-heid waarborgen van stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen vanuit landelijke en stedelijke gebieden per OV
Programma Fiets
Programma Infrastructuur (nieuwe infrastructuur en instandhouding infrastructuur)
Beleidsdoel: Stimuleren van fietsgebruik en realiseren veilige en comfortabele fietsvoorzieningen d.m.v. de aanleg van fietspaden, het verbeteren van bestaande fiets-paden en het vergroten van de bereikbaarheid van bedrijfs-terreinen en voor-zieningen per fiets
Beleidsdoel: Bereikbaarheid waarborgen van stedelijke gebieden, bedrijventer-reinen en voorzieningen vanuit landelijke en stedelijke gebieden per auto
Beleidsdoel: Verkeersveiligheid; verminderen aantal verkeersslachtoffers
- 196 -
Beleidsdoel: Waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving van mensen (gezondheid)
Beleidsdoel: Waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving van natuur (groene waarde)
Beleidsdoel: Duurzaam beheer en garanderen van veilig gebruiksniveau van wegen en fietspaden
Programma 9. Openbaar Vervoer De Gelderse OV-koers van de afgelopen jaren is verder doorgezet. De twee pijlers daarin zijn het zorgdragen van een goede en betaalbare basismobiliteit voor de landelijke gebieden en het versterken van de economische bereikbaarheid van de stedelijke netwerken. Wat betreft de ontsluiting van stedelijke netwerken is geïnvesteerd in het verder optimaliseren van snelnet en hov-lijnen (Veluwelijn en kwartierdienst Arnhem-Doetinchem) gecombineerd met inzet van mobiliteitsmanagement. Het op orde krijgen van de basismobiliteit is verder vormgegeven door professionalisering van het regiotaxisysteem gecombineerd met het uitvoeren van een aantal pilotprojecten op gebied van basismobiliteit In de wetenschap dat de OV reis van deur tot deur niet bij de provinciale grens stopt blijven we de samenwerking met de ons omringende provincies, zoals Overijssel en Utrecht (Amersfoort) en de Stadsregio Arnhem Nijmegen zoeken. Het meest concreet is deze samenwerking in de intensieve en gezamenlijke aanpak in de dossiers ChipKaart en de campagne Ervaar het OV welke een vervolg heeft gekregen in 2009. Regiotaxi en betaalbaarheid De organisatie Regiotaxi Gelderland is inmiddels zo geprofessionaliseerd dat het een goede basis vormt voor een verdere ontwikkeling van het product als onderdeel van een regionaal, toegankelijk en ontsluitend openbaar vervoersysteem. Daarbij is ook de Noord-Veluwe is dit jaar tot Regiotaxi Gelderland toegetreden. Een belangrijk doel is het realiseren van een geïntegreerd OV systeem waarin regiotaxi aansluit op de overige modaliteiten (bus, trein, buurtbus). Een aantal pilots op dit vlak zijn uitgevoerd maar hebben nog niet tot concrete structurele verbeteringen geleidt. Wat betreft betaalbaarheid zijn de eerste resultaten van de pilot Regiotaxi voor 1 euro hoopgevend. Deze pilot wordt gecontinueerd tot einde 2010, de ingangsdatum van de nieuwe OV concessies. In het Programma van Eisen voor deze nieuwe aanbestedingen van het reguliere openbaar vervoer hebben wij expliciet eisen gesteld ten aanzien van de vormgeving van een betaalbaar, toegankelijk en regionaal ontsluitend netwerk. Versterken regionaal spoor en OV In 2009 hebben wij ingezet op drie belangrijke spoortrajecten: Amersfoort-Harderwijk, de Valleilijn en Winterswijk-Arnhem. In mei 2009 heeft ProRail aan V&W de rapportage “Uitwerking Quick Scan regionale lijnen” opgeleverd. Samen met het Rijk en Prorail zijn (inhoudelijke en financiële) afspraken gemaakt over een pakket aan maatregelen. Door ProRail zijn in het kader van de performanceverbetering reeds in 2009 maatregelen uitgevoerd op het traject Zevenaar-Winterswijk. Diverse maatregelen zoals verbetering wissels en een detectiesysteem zullen worden uitgevoerd. Ook zijn maatregelen genomen ter verbetering van de spoorwegveiligheid. Wij hebben in 2009 een aantal stationsomgevingen (P&R, uitbreiding van fietsparkeervoorzieningen) verbetert (o.a. bij Winterswijk, Aalten, Doetinchem, Zaltbommel, Harderwijk, Culemborg en Veenendaal-De Klomp). Bereikbare bedrijventerreinen Bereikbaarheid van economische centra blijft een belangrijk aandachtspunt van ons beleid en bijbehorende uitvoeringsagenda. Mobiliteit van en naar bedrijventerreinen is maatwerk. Samen met vertegenwoordigers van ondernemers en betrokken gemeenten is gezocht naar openbaar vervoer op maat. Daarnaast is in het programma van eisen als optie aan vervoerders gevraagd aan te geven op welke wijze een aantal bedrijventerreinen ontsloten zouden kunnen worden middels OV. Innovatie, tariefstelling en nieuwe concessies De “basis van het OV” op orde brengen is voor ons cruciaal voor het succes van het OV product (tijdig, schoon, goede aansluitingen etc.) en daartoe zijn verschillende activiteiten ontplooit, zoals verhoging van frequentie op Arnhem-Doetinchem en tussen Barneveld en Amersfoort. Daarnaast inzet op betere en bewaakte fietsenstallingen en een goede uitvoering van het contractbeheer om vervoerders scherp te houden. Inmiddels zijn wij gestart met de invoering van de Chipkaart om zo het gebruikersgemak te vergroten. Ook is er een pilot uitgevoerd om de implementatie van de Chipkaart ook in regiotaxi voor te bereiden. In 2009 zijn wij gestart met het aanbesteden van vrijwel alle Gelderse OV concessies. De gunning van deze contracten vindt medio december 2009 (Achterhoek/Rivierenland) en medio februari 2010 (Veluwe) plaats.
- 197 -
Goederenvervoer Naast personenmobiliteit is er een toenemende zorg over de effecten van het goederenvervoer op files, milieu en leefomgeving. Om die reden is er in 2009 een programma Goederenvervoer opgesteld n.a.v. een eerdere quick scan naar de mogelijkheden waarop de provincie Gelderland het goederenvervoer over water en spoor kan stimuleren verkend. Dit heeft voor een aantal projecten tot besluitvorming geleid, in aansluiting hierop heeft u eind 2009 ons gevraagd om bij de VJN 2010 met nadere voorstellen te komen voor integrale en effinciente uitvoering van het programma.
►Mobiliteitsmanagement, bedrijventerreinen Wij stimuleren bewuste mobiliteitskeuzes door toepassen van mobiliteitsmanagement. Activiteiten Samen met het Vervoer Coördinatie Centrum Oost-Nederland hebben invulling gegeven aan het provinciale mobiliteitsbeleid. Een groot aantal bedrijven heeft maatregelen getroffen of in voorbereiding (o.a. in Barneveld, Nijkerk, Wageningen en Apeldoorn, Tiel en Harderwijk). Wij hebben ingezet op het verbeteren de ketenmobiliteit, onder meer door het realiseren van overstappunten voor- en natransport en het informeren van gebruikers. Hierbij is ook ingezet op realisatie van carpoolpleinen en transferia (o.a. het tijdelijke transferium en de mogelijkheid van een gratis fiets vanwege grootschalige wegwerkzaamheden op de N302 bij het bedrijventerrein Lorentz in Harderwijk). In 2009 hebben wij in het kader van de Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM - ingesteld door het kabinet om het aantal filekilometers in de spits terug te dringen) afspraken gemaakt met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de sociale partners en gemeenten. De Taskforce stimuleert en helpt regionale initiatieven bij de invoering van maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement. Om uitvoering te geven aan de programma’s zijn in 2009 drie uitvoeringsconvenanten opgesteld, met als doel een verbeterde samenwerking ten aanzien van mobiliteitsmanagement tussen bedrijfsleven en overheid. De provincie Gelderland is betrokken bij drie regionale projecten, te weten: • Regio Stedendriehoek – Flankerend beleid A1 • Regio Vallei – Verder via Veluwe • Regio Vallei – WERV Indicatoren • Locaties waar gericht mobiliteitsmanagement ingezet wordt Doel 2009: 5 Realisatie 2009: 5. • Introductie mobiliteitsmanagement bij instanties Doel 2009: bij 4 instanties van regionale betekenis Realisatie 2009: 4. • Realisatie nieuwe carpoolpleinen Doel 2009: 1 Realisatie 2009: 1 • Revitalisatie carpoolpleinen Doel 2009: 1 Realisatie 2009: 0 In 2009 bleken er geen terreinen in aanmerking te komen. • Realisatie voor ketenmobiliteit geschikt gemaakte OV knooppunten Doel 2009: minimaal 5 locaties. Realisatie 2009: 11
►Betaalbaar, hoogwaardig en innovatief openbaar vervoer We streven naar toename van het OV gebruik en beogen 10% groei van het aantal reizigerskilometers in het OV (trein en bus) in 2010 ten opzichte van 1998. Activiteiten • Het aanbieden van een compleet en betaalbaar ov-systeem door aanbesteding en concessiebeheer bus en trein In 2009 is een aantal aanbestedingstrajecten opgestart en (bijna) uitgevoerd. Bij het opstellen van het programma is ingezet op zowel versterking van de economische bereikbaarheid als verstrekken van mobiliteitsgarantie (basismobiliteit). Ook is er een scherpe milieudoelstelling neergezet middels een CO2 reductie. De verdere professionalisering van onze rol als opdrachtgever blijft van groot belang in de huidige marktomstandigheden. Hierin zoeken wij dan ook actief een steeds verdergaande samenwerking met de ons omringende autoriteiten (Stadsregio Arnhem-Nijmegen en Overijssel).
- 198 -
• Stimuleren en toepassen van innovaties in het OV De belangrijkste innovatieve ontwikkeling is de uitrol/start van de ChipKaart begin november 2009 (inclusief een nieuw tarievengebouw en distributienetwerk). Daarnaast is begin november er een vervolg gegeven aan de succesvolle marketing campagne Ervaar het OV (met meer partners en in geheel Oost Nederland). • Aanleg (H)OV infrastructuur Investeringen in deze infrastructuur, zoals busbanen en transferpunten, is doorgezet. Belangrijkste projecten in dit kader zijn de verbeteringen aan het spoor tussen Arnhem en Doetinchem en de aanleg van de Veluwelijn tussen steden en corridors (vb Apeldoorn-Zwolle). Indicatoren • Groei OV (trein en bus). Doel 2009: groei bij snelnet (bus en trein), stoppen daling bij regionet. Realisatie 2009: op basis van de aangeleverde cijfers is een lichte groei te zien in het snelnet. Het regionet blijft stabiel qua reizigers aantallen. • Kostendekkingsgraad bus. Doel 41% in 2010 Doel 2009: 41 % voor streekvervoer; bij regiotaxi, snelnet(trein) en buurtbus gelden afgeleide percentages Realisatie 2009: gegevens hierover zijn niet bekend, worden door vervoerders niet vrijgegeven. Voor zover wij kunnen inschatten zit de kostendekkingsgraad boven de 41%. Wat we weten is dat voor snelnet(trein) deze dekkingsgraad zo rond en boven de 50% zit, voor de regionale bussen tussen 35-40. Buurtbuis en regiotaxi zitten lager. • Klanttevredenheid Doel 2009: 7,0 gemiddeld voor de concessiegebieden Realisatie 2009: voor 2008 kwam de score uit op 7,2. • Uitvoeren imago campagne OV Realisatie 2009: betreft een doorlopende activiteit ook in 2009. • Volledige besteding HOV geld per 2011 Realisatie 2009: er zijn 5 projecten uitgevoerd.
►Garanderen basismobiliteit OV Activiteiten We bieden een betaalbaar en kwalitatief goed regiotaxisysteem, als schakel in het totale OV-systeem. In het kader van de discussies rond betaalbaar openbaar vervoer hebben wij een aantal tariefacties uitgevoerd en geëvalueerd. Dit betrof o.a. acties voor scholieren en mensen met een beperking (WMO’ers, geïndiceerd voor Regiotaxi op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning). Indicatoren • Jaarlijkse uitgaven regiotaxi binnen budget 2005 (index) Realisatie 2009: RegioTaxi heeft niet binnen het beschikbare budget gerealiseerd kunnen worden. • Kwaliteit uitvoering conform bestekseisen Realisatie 2009: gemiddeld voor alle 5 regio’s volgens gestelde norm van 95% goed uitgevoerde ritten + wachttijd callcenter < 25 sec. • Opstellen PvE aanbesteding regiotaxisysteem Realisatie 2009: 1 regio, IJsselstreek • Uitvoeren en evalueren pilot projecten “gratis” OV WMO’ers Doel: 3 projecten Realisatie 2009: alle 3 projecten gerealiseerd en geëvalueerd. • Uitvoeren pilot project tariefacties voor scholieren Doel: 1 Realisatie 2009: 1 project uitgevoerd. Extra inzet in kader van bestrijding recessie Ter bestrijding van de recessie zijn binnen het programma Openbaar vervoer een aantal zaken extra opgepakt en uitgevoerd. Het gaat onder meer om het verbeteren van de infrastructuur voor snelnetlijnen, betere toegankelijkheid van openbaar vervoer, haltekommen, extra fietsenstallingen, het transferium "De Wissel" in Heerde, de halte Groenendaal A50, en de stimulering van de ontwikkeling van prototypes van een toegankelijke 8-persoons minibus.
- 199 -
Programma 9.0 Openbaar vervoer Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
96.174
95.559
104.512
-8.953
Baten
80.700
82.377
89.869
-7.492
Saldo (lasten – baten)
15.474
13.182
14.643
-1.461
7.689
5.613
4.376
1.237
0
5.300
5.952
-652
7.689
313
-1.576
1.889
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
-3.350
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Veluwelijn Door de onderzoeksprocedure van bureau SBA is de gunning van een haltebestek vertraagd. Hierdoor zal het project in 2010 worden gegund in plaats van 2009. Tevens hebben deelnemende gemeenten vertraging bij op het opstellen van de besteksramingen, waardoor subsidieaanvragen en daarmee beschikkingen achterblijven bij de prognose. Betere toegankelijkheid OV De realisatie van de verbetermaatregelen aan haltes is achtergebleven bij de planning, vooral doordat het lopende aanbestedingsproces voor het busvervoer nog niet was afgerond en er dus geen duidelijkheid was over de nieuwe vervoerders en doordat de subsidieaanvragen van gemeentes moeizaam binnen komen. Het jaar 2009 is met name gebruikt voor de inventarisatie van halteplaatsen, de voorbereiding van bestekken en het opstellen van overeenkomsten met gemeenten. De voorbereidende werkzaamheden zijn in 2009 grotendeels afgerond. Doordat de daadwerkelijke uitvoering in 2010 zal plaatsvinden, zijn de uitgaven in 2009 lager dan begroot. Voor 1 juli 2010 zullen alle bestekken worden aanbesteed. De oplevering van de projecten dient uiterlijk 12 december 2010 plaats te vinden. Mobiliteitsmanagement In 2009 hebben wij in het kader van de Taskforce Mobiliteitsmanagement drie uitvoeringsconvenanten opgesteld om uitvoering te geven aan mobiliteitsprogramma’s, met als doel een verbeterde samenwerking ten aanzien van mobiliteitsmanagement tussen bedrijfsleven en overheid. Door het Rijk en de regio zijn al in 2009 initiatieven ontwikkeld, waarop wij ook voortvarend wilden inspelen door programma’s naar vorn te halen. Daardoor is 2009 meer uitgegeven dan begroot. Regiotaxi In het boekjaar 2009 is aan de Regiotaxi circa € 2,5 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Hiervoor zijn de belangrijkste oorzaken:
- 200 -
1.361
1.376
-647
-2.835
-
Als pilot wordt de Regiotaxi ’s avonds na 19.00 uur en in het weekend tegen een zonetarief van € 1, - aangeboden om de bereikbaarheid op het platteland te vergroten. Hierdoor is in de betreffende periodes een groei van circa 40 procent gerealiseerd. In de Begroting Regiotaxi 2010-2012 is aangegeven dat bij de beheerskosten is uitgegaan van de situatie in 2006, vóór de start van het nieuwe systeem. In de huidige praktijk blijkt professioneel en stringent beheer om een grotere financiële inspanning te vragen. Hierdoor is in 2009 meer aan beheerskosten uitgegeven dan begroot. Wij hebben u in de notitie Regiotaxi Gelderland: beleid, kwaliteit en financiering geïnformeerd over het gegeven dat andere doelgroepen dan gewone OV-reizigers gebruikmaken van Regiotaxi als OV-voorziening. Een belangrijke andere groep betreft AWBZcliënten die gebruik maken van Regiotaxi voor hun vervoer naar dagbesteding. Ondanks maatregelen is er nog geen sprake van een kostenefficiënte integratie van instellingvervoer in het OV-deel. Met name in Regio De Vallei heeft dit geleid tot overbestedig in 2009. Omdat de oorspronkelijke beheersmaatregelen onvoldoende hebben gewerkt, zijn in de hierboven genoemde notitie extra maatregelen aangekondigd voor een verdere beheersing van de uitgaven. Een deel van de bijdragen aan vervoerders in 2009 heeft betrekking op voorgaande boekjaren. Er is een eenmalige correctie toegepast om te zorgen dat alle lasten in een bepaald boekjaar betrekking hebben op het boekjaar waarin ze zijn gerealiseerd. Het saldo in de BDU is voldoende om geplande uitgaven voor de komende periode te dekken. Exploitatie openbaar vervoer In 2009 is de bijdrage aan het OV circa € 4,9 miljoen hoger dan begroot. Door het verlengen van de diverse concessie's zijn extra kosten gemaakt. De concessiecontracten met een groot aantal vervoers liepen per december 2008 af, maar zijn door ons verlengd tot december 2010. Voor een dergelijk korte periode is aanbesteding niet mogelijk en wordt met de zittende vervoerder onderhandeld. Uitgangspunt daarbij is kostenneutraliteit. De vervoerders hadden al eerder te kennen gegegeven dat zij de bijdrage van de overheid te gering vonden (korting van het Rijk op de BDU-index). Samen met andere kostenverhogende factoren als het moeten vervangen van een deel van het materieel, omdat dit niet meer aan de kwaliteitseisen voldeed, heeft dit geresulteerd in een extra betaling voor de verlengde concessieperiode.
-4.880
Verder zijn er diverse onvoorziene uitgaven geweest en was de post meerwerk hoger. De belangrijkste oorzaken zijn: Het invoeren van een kwartierdienst op het traject Arnhem-Doetinchem. Ook is er noodzakelijk geïnvesteerd in reservetreinstellen ivm calamiteiten. Compensatievergoeding voor derving € kaartje Bijdrage toegankelijke lagevloer bussen in de Achterhoek en voldoen EEV norm Bijdrage aan frequentieverhoging Apeldoorn-Enschede Meerwerk Veluwe Versterkingskosten Buurtbus Een subsidie voor sociale veiligheid is abusievelijk uit budget exploitatie OV betaald. De continuering van de lijnen 101/104 van Veolia over de verlengde periode van de concessie Veluwe (2009 + 2010) was niet in de begroting opgenomen. Bespaarde rente Het Rijk vereist dat aan het saldo van de BDU jaarlijks rente wordt toegevoegd. De begrote bespaarde rente en de gerealiseerde bespaarde rente verschillen doordat zowel de grondslag als het rentepercentage verschillend zijn. De grondslag voor de begroting is gebaseerd op het batenlasten stelsel, waar de grondslag bij de realisatie op basis is van het kasstelsel. Daarnaast hanteert de provincie bij de begroting een inflatiecorrectie van 1,6%, waar bij de realisatie de ECB herfinancieringsrente van 2,5% is gehanteerd. Hierdoor vindt er een extra rentetoevoeging plaats aan de BDU en Beter Bereikbaar Apparaatskosten
-1.549
-1.430
Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten Overig Totaal verschil lasten
-349 -8.953
Tegenover de hogere uitgave binnen het programma Openbaar Vervoer, die voornamelijk zijn gedaan inzake de exploitatie Openbaar vervoer, staat tevens een hogere opbrengst vanuit het Rijk door een hogere onttrekking aan de Transitoria/BDU (overlopende passiva).
- 201 -
Per saldo resteert een overschrijding van € 1.461.000 die ook past binnen het beleid terzake. Baten BDU In 2009 is meer uitgegeven in het kader van de BDU dan was begroot. Hierdoor wordt een hoger bedrag onttrokken aan de balanspost “vooruitontvangen bedragen BDU” (zie lasten). Het saldo van de BDU ultimo 2009 is voldoende om de geplande uitgaven voor de komende periode te dekken. Overig
-7.319
Totaal verschil baten
-7.492
-173
Mutaties reserves Onttrekkingen Er zijn minder middelen uit de reserve OV-infra onttrokken voor de Veluwelijn, als gevolg van vertraging in de aanbestedingsprocedure en achterblijvende subsidieaanvragen Overig Dotaties Volgens het BBV is het niet toegestaan om provinciale middelen toe te voegen aan van derden ontvangen middelen. De bovenstaande regel is niet in de begroting doorgevoerd, maar wel in de realisatie. Saldo reserve
1.361 -124 -652
1.889
Voorzieningen Niet van toepassing. Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Niet van toepassing.
Evaluatie programma In 2009 zijn vanuit het programma Openbaar Vervoer vele projecten gerealiseerd. Zo zijn er diverse (tariefs)acties gevoerd om ondermeer de basismobiliteit te verbeteren. Daarnaast zijn diverse fietsenstallingen gerealiseerd ter verbetering van de ketenmobiliteit. Ook is er een programma Goederenvervoer opgesteld. Score zelfevaluatie: +
- 202 -
Programma 10.0 Fiets Toename fietsgebruik: voor een betere mobiliteit, klimaat, milieu, gezondheid en recreatie Vanuit de gedachte dat Gelderland een fietsprovincie bij uitstek is, zowel voor het woon-werkverkeer en als voor recreatie en toerisme, hebben wij in 2009 een aantal initiatieven opgepakt en uitgevoerd. Dit heeft naast het verbeteren van de fietsinfrastructuur ook geresulteerd in het oppakken van onze regisserende en stimulerende rol. Samen met betrokken overheden en instanties hebben wij het Gelders Fietsnetwerk opgericht, waarin alle aspecten rond het thema fiets bij elkaar komen. Dit fietsnetwerk is inmiddels aan de slag gegaan met het opstellen van een gezamenlijke integrale visie op fiets en heeft zich gericht op het opstellen van een integraal fietsprogramma. Nu nog voor de korte termijn, maar men is ook aan de slag met een visie en programma voor de lange termijn. In 2009 heeft u extra middelen beschikbaar gesteld voor fiets en zijn wij met de voorbereiding gestart om de gewenste fietsprojecten in 2010 uit te voeren. Dit omvat de knelpunten in de schoolroutes, resterende projecten van het programma Fiets 2006-2008 en recent bekent geworden verkeersveiligheidsknelpunten voor de fietser voortkomend uit Motie 79. Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gekomen ter bestrijding van de recessie. Op deze wijze verwachten wij dat het fietsen in Gelderland veiliger en aantrekkelijker wordt.
►Toename van het fietsgebruik Toename van het aantal ritten en afgelegde afstand met de fiets in ritten op afstanden kleiner dan 7,5 km. Activiteiten We realiseren veilige en comfortabele fietsvoorzieningen op basis van het bovenlokale netwerk d.m.v. de aanleg van fietspaden en het verbeteren kwaliteit bestaande fietspaden. Hiertoe staan ons de reguliere jaarlijkse middelen, de € 4 miljoen uit Gelders Coalitieakkoord ter beschikking en de extra middelen uit het recessieplan beschikbaar. Het Fietspadenplan 2006 is voor het gedeelte 2006-2008 tot afronding gekomen in 2009. We hebben de aanleg van gemeentelijke fietspaden gesubsidieerd in 2009 en hiervoor is, naast de reguliere € 0,6 miljoen, € 3,4 miljoen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van bovenlokale gemeentelijke fietspaden. Extra inzet in kader van bestrijding recessie Ter bestrijding van de recessie zijn binnen het programma Fiets een fors aantal extra projecten opgepakt en in voorbereiding genomen. Het betreft meer in het bijzonder de vrijliggende fietspaden langs de N811(Herwen-Babberich (N811), de verbetering van de fietsoversteek N844 te Malden (Union), de verbetering van 3 fietsoversteken in de N335 (Montferland e.o.), een fietsoversteek N322 (Lochem) en nog 26 (mogelijke) knelpunten in onze fietspaden. Indicatoren • Aanleg fietspaden. Doel 2009: uitvoering van 2 fiets infraprojecten Realisatie 2009: De laatste 2 projecten uit het fietspadenplan 2006-2008 zijn in 2009 afgerond. In 2009 is ook extra inzet gepleegd op de realisatie van vrijliggende fietspaden langs de N800 (Barneveld) , langs de N811 (Herwen-Babberich) en langs de N814 (Baak-Zutphen). Het betreft complexe projecten, die meer voorbereidingstijd hebben gevraagd dan gemiddeld.De voorbereiding is inmiddels zo ver dat de uitvoering in 2010 mogelijk wordt, nadat de bestemmingsplanwijzigingen gereed zijn en grondaankoop volledig is afgerond. Verder is in het kader van het actieplan recessie gestart met nog 4 fietsprojecten. Naar aanleiding van het schoolroute onderzoek en motie 79 zijn er 6 knelpunten al aangepakt bij onderhoudswerkzaamheden. • Subsidiëring aanleg fietspaden. Doel 2009: Subsidiëren van gemeentelijke fietspaden tot maximum van beschikbaar subsidiebedrag aan ongeveer 5 projecten. Realisatie 2009: vanuit de MIG middelen is € 3,4 miljoen extra beschikbaar gesteld voor subsidiering van bovenlokale gemeentelijke fietsprojecten. Dit heeft er in geresulteerd dat er 27 Gemeentelijke projecten gesubsidieerd zijn in plaats van de gemiddelde 5. • Instellen van het Gelders Fietsplatform. Doel 2009: het instellen en operationaliseren van het platform, waarbij gelijktijdig een integraal uitvoeringsprogramma Fiets voor heel Gelderland voor alle wegbeheerders wordt vastgesteld Realisatie 2009: Het Gelders Fietsnetwerk is inmiddels van start gegaan. Voor het integrale uitvoeringsplan Fiets
- 203 -
is er een uitvoeringsplan opgesteld voor 2009 en zijn voor 2010 en later groslijsten gereed gekomen voor infrastructurele verbeteringen. Daarnaast is er een concept-visie opgesteld en een concept-kaart van het regionale fietsnetwerk waarop is aangegeven de samenhang tussen het utilitaire fietsnetwerk en het recreatieve fietsnetwerk. • Implementatie van Fietstotaalplan Doel 2009: Fietstotaalplan geïmplementeerd Realisatie 2009: Inmiddels vindt een nauwe afstemming plaats met het Geldersfietnetwerk over de projecten van beide plannen. Financieel heeft er geen implementatie plaats gevonden, omdat de middelen van het fietstotaalplan verankerd zijn in Veluwe 2010 waarover op rijksniveau een akkoord is gesloten. • Uitvoeren van een antidiefstaloffensief Doel 2009: 1 antidiefstaloffensief uitgevoerd Realisatie 2009: Eind 2008 is de campagne in de Achterhoek afgerond. In 2009 heeft het rijk het bestrijden van fietsdiefstal als een belangrijk actiepunt benoemt en is begonnen met een landelijk offensief. Provincie heeft om deze reden geen eigen offensief opgezet voor andere Gelderse regio’s. • Implementatie en beheer van fietsrouteplanner Doel 2009: fietsrouteplanner op basis van de ervaringen van 2008 verder verbeterd, uitgebreid en geoptimaliseerd Realisatie 2009: Op 8 oktober is er een landelijke bijeenkomst geweest met alle partijen in Nederland die routeplanners voor de fiets beheren. Afgesproken is dat alle regionale routeplanners samengevoegd zouden moeten worden tot één totaal planner voor fietsen in heel Nederland en over de grenzen. Dit is een belangrijke optimalisatie en verbetering en zal tevens zorgen voor een uitbreiding van gegevens in de planner van o.a. culturele, recreatieve en toeristische attracties. Komend jaar zal aan deze afspraak verdere invulling gegeven worden • Subsidiëring van Gelderse veerponten Doel 2009: Subsidiëren ter instandhouding van de Gelderse veren. Realisatie 2009: conform planning gerealiseerd. Programma 10.0 Fiets Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
7.524
9.660
9.791
-131
0
0
0
0
7.524
9.660
9.791
-131
0
4.102
4.041
61
Dotaties
0
2.000
2.000
0
Saldo reserves
0
2.102
2.041
61
Baten Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
-192
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
324
324
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
- 204 -
Lasten Fietspadprojecten (Voorjaarsnota 2009) In de Voorjaarsnota 2009 heeft u besloten om in totaal € 10,0 miljoen voor de periode 2009-2010 beschikbaar te stellen voor de verbetering van eigen fietspaden en de cofinanciering van bovenlokale fietspadprojecten van derden. De jaartranche 2009 was € 3,4 miljoen. In 2009 is € 103.601, - meer uitgegeven dan begroot. Dit zal worden verrekend met de jaartranche 2010 Apparaatskosten
-104
-90
Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten. Overig Totaal verschil lasten
63 -131
De hogere uitgaven binnen het programma Fiets bestaat voornamelijk uit (interne) apparaatskosten en past o.a. binnen het Fietspadenplan 2006 dat voor het gedeelte 2006-2008 tot afronding is gekomen in 2009. Baten Niet van toepassing. Totaal verschil baten
0
Mutaties reserves Er zijn geen noemenswaardige verschillen. Saldo reserve
61
Voorzieningen Er zijn geen verschillen tussen begroting 2009 na wijziging en rekening 2009. Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Niet van toepassing. Evaluatie programma In 2009 zijn een aantal fietspadprojecten afgerond in het kader van het Fietspadenplan 2006-2008 en zijn al een aantal veiligheidsknelpunten opgelost in het kader van de recessiebestrijding. Daarnaast is er een aanzienlijke inzet gepleegd voor de voorbereiding van fietspadprojecten n.a.v. Motie 79, zodat de realisatie van de meeste projecten in 2010 kan plaatsvinden. Verder is de nodige inzet gepleegd op de voorbereiding van een aantal grote fietspadprojecten, zoals de aanleg van vrijliggende fietspaden langs de N800 (Barneveld), langs de N314 (Baak-Zutphen) en langs de N811 (Herwen-Babberich). Dit betreft complexe projecten, die langdurige en zorgvuldige voorbereiding vragen. Tot slot konden een aanzienlijk aantal verbeteringen van de verkeersveiligheid van bovenlokale (gemeentelijke) fietspaden worden gesubsidieerd. Score zelfevaluatie: +
- 205 -
0
11. Infrastructuur Wij zetten de programmatische aanpak van problemen op het gebied van verkeersveiligheid en leefomgeving voort, waarbij de aangescherpte ambitieniveaus en regels ten aanzien van verkeersveiligheid, lucht en geluid conform de Dynamische BeleidsAgenda 2009-2010 het uitgangspunt zijn. Om de overlast voor de weggebruiker en omgeving te minimaliseren en tóch de levenscyclus van wegen en fietspaden zo optimaal mogelijk te houden, zullen wij in 2009 weer een volgende stap zetten in het beheer en onderhoud meer trajectgericht programmeren en uitvoeren.
Programma 11.1 Nieuwe infrastructuur Oplossing van knelpunten in het provinciale wegennet In 2009 is het onderzoek naar de problemen en oplossingen voor de onderstaande knelpunten in ons wegennet afgerond: • N309: leefbaarheidsproblematiek ’t Harde-Oostendorp; • N345: leefbaarheid van Voorst en de Hoven; • N786: verbinding Dieren-Apeldoorn met de problematiek Laag Soeren, Eerbeek en Loenen; • N320: bereikbaarheid van Culemborg en de aansluiting op de A2; • N322: bereikbaarheid van Zaltbommel en de aansluiting op de A2. Inmiddels heeft hierover besluitvorming plaatsgevonden en is er voor alle knelpunten een voorbereidingskrediet door u beschikbaar gesteld voor de volgende projectfase. Bovendien is er voor alle knelpunten met uitzondering van de verbinding Dieren-Apeldoorn een budget gereserveerd, die het treffen van maatregelen mogelijk maken. Voor het knelpunt De Hoven is er een koppeling gelegd met het project de Ijsselsprong, zodat een integrale oplossing gerealiseerd kan worden. Project Putten Het stopzetten van de rondweg Putten heeft geleid tot de start van een onderzoek naar de mogelijke maatregelen ter verbetering van de leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid in Putten en Huinen. Dit onderzoek in de gemeente Putten is afgerond. De maatregelen op het wegvak N798 door Putten zijn gerealiseerd, met uitzondering van de rotonde Van Geenstraat. Deze wordt samen met de reconstructie van de N303 door Huinen in 2010 gerealiseerd. Daarnaast zijn er enkele aanvullende maatregelen toegevoegd die bijdragen aan de doelstellingen van het project en passen binnen het taakstellend budget. Deze maatregelen bestaan uit de aanleg van rotonde kruising N303 met de Oude Garderenseweg. Daarnaast worden, om het doorgaande verkeer beter en veiliger door Putten te leiden, de Van Geenstraat en de zuidelijke komingang van Putten hierop aangepast. Het gemeentebestuur zal hierover begin 2010 een besluit nemen. Bereikbaarheid en wegennetwerk De bereikbaarheid van de stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen vereist een goed een goed functionerend wegennet. In 2009 zijn veel verbeteringen aangebracht in de infrastructuur in de regio Vallei, Stedendriehoek en Arnhem-Nijmegen op basis van de eerder vastgestelde afspraken in het kader van Beter Bereikbaar KAN, Vallei en Stedendriehoek. De financiele afhandeling van de verschillende projecten blijft momenteel nog achter vanwege de vertraging die optreedt bij de gemeenten bij het indienen van subsidieaanvragen. De laatste maatregelen uit deze afspraken zijn momenteel in voorbereiding om in 2010 gereed te komen en financieel tijdig af te handelen. Waar mogelijk zijn door ons ook verbetermaatregelen doorgevoerd buiten deze drie regio’s, omdat wij altijd een goed functionerend netwerk nastreven binnen de grenzen die vanuit bijvoorbeeld verkeersveiligheid mogelijk zijn.
►Optimaliseren van de Wegeninfrastructuur We streven naar een goed functionerend netwerk: • betrouwbaarheid in reistijd op deur tot deur relaties tussen GSO steden; • reistijdverlies van deur tot deurrelaties is maximaal 50% tussen GSO-steden bij vrije doorstroming; • kwaliteit van de afwikkeling op 90% van de wegen is goed in 2015 Activiteiten • Wegen laten voldoen aan de Wegennetvisie: het provinciale wegennetwerk qua functie en vormgeving in overeenstemming brengen met de Wegennetvisie PVVP. Hiertoe worden projecten uitgevoerd om de wegen qua inrichting aan de huidige eisen te laten voldoen in combinatie met
- 206 -
•
• • •
groot onderhoud Gebiedsgericht benutten: in drukke stedelijke regio’s waar zich op gezette tijden congestieproblemen voordoen, de doorstroming verbeteren i.s.m. andere wegbeheerders door de capaciteit van het totale netwerk te verbeteren. We realiseren hiervoor bereikbaarheidsprojecten (cofinanciering Rijk) in KAN-, Valleigebied en Stedendriehoek. Opstarten en uitvoeren van nut en noodzaak onderzoeken naar knelpunten in ons wegennet. Realisatie van leefbaarheidmaatregelen Huinen en de kern Putten: uitvoeren van de studie naar problemen en oplossingen Aanleg van nieuwe infrastructuur: de rondwegen uit het Coalitieakkoord 2007-2011 volgens vastgestelde planning realiseren. Het project rondweg Voorthuizen zal doorlopen tot 2012.
Indicatoren • Aantal km netwerk waar functie, vormgeving en gebruik met elkaar in overeenstemming zijn gebracht cf. Wegennetvisie. Streefwaarde: in 2015 is 90% van het wegennet ingericht conform de wegennetvisie Doel 2009: vergroten van aandeel dat voldoet van 320 km naar 380 km. Realisatie 2009: eind 2009 is inmiddels totaal 620 km weg (52%) gerealiseerd dat aan de inrichtingseisen voldoet, hierbij zijn nu ook de kilometers wegverbeteringen geteld die in de afgelopen jaren het kader van kleinere onderhoudswerken zijn aangebracht. • Aantal gerealiseerde projecten uit de Beter Bereikbaar uitvoeringsplannen Doel 2009: 8 provinciale projecten (als deel van in totaal ongeveer 30 projecten). En verlenen van subsidie aan gemeentelijke en provinciale bereikbaarheidsprojecten op basis van de beschikbare rijksmiddelen van in totaal € 10 miljoen. Realisatie 2009: de realisatie van alle projecten ligt thans boven de 70% van alle in de overeenkomst genoemde (gemeentelijke, rijks en provinciale) projecten en de realisatie ligt daarmee goed op schema. Nog niet voor alle projecten is al een subsidieaanvraag bij ons ingediend, zodat er in 2010 nog op een groot aantal aanvragen zal moeten worden beschikt. • Aantal gerealiseerde nut en noodzaak projecten uit het coalitieakkoord Doel 2009: 5 nut-noodzaak studies afgerond Realisatie 2009: de 5 studies zijn afgerond en besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden. Voor vier van de vijf studies is inmiddels de voorbereidingsfase gestart. • Uitvoeren studie en realisatie maatregelen wegvak N798 Putten en reconstructie N303 door Huinen Doel 2009: voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering Realisatie 2009: De aan het begin van deze Statenperiode gestarte studie naar geschikte maatregelen in de gemeente Putten is afgerond. De maatregelen op het wegvak N798 door Putten zijn in 2009 gerealiseerd, met uitzondering van de rotonde Van Geenstraat. Deze wordt samen met de reconstructie van de N303 door Huinen in 2010 gerealiseerd. Daarnaast zijn er enkele aanvullende maatregelen toegevoegd die bijdragen aan de doelstellingen van het project en passen binnen het taakstellend budget. Deze maatregelen bestaan uit de aanleg van rotonde kruising N303 met de Oude Garderenseweg. Daarnaast worden, om het doorgaande verkeer beter en veiliger door Putten te leiden, de Van Geenstraat en de zuidelijke komingang van Putten hierop aangepast. Het gemeentebestuur zal hierover begin 2010 een besluit nemen. • Conform de planning realiseren van (deel)werkzaamheden. Realisatie: in 2009 zijn de nodige projecten gereed gekomen en is de voorbereiding gestart voor een aantal extra projecten in het kader van de recessiebestrijding.
►Verminderen aantal verkeersslachtoffers We willen werken aan beïnvloeden veilig gedrag door middel van actieve inzet van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Ook het beïnvloeden van een veilige weg; de letseldichtheid per wegvak neemt af t.o.v. de letseldichtheid per wegvak in 2003. Activiteiten: • Voorkomen van risicovol gedrag d.m.v. verkeerseducatieprojecten gericht op het gebied van onderwijs, rijopleiding, vervolgopleiding, ouderen en voorlichting • Aanpakken van risicovol gedrag d.m.v. handhavingsprojecten gericht op uitvoering, afstemming en stimulering van regionale projecten en projecten op autosnelwegen; ondersteuning d.m.v. communicatie en levering verkeersveiligheidsgegevens • Reconstructie van gevaarlijke wegvakken en locaties (VOC-punten)
- 207 -
Extra inzet in kader van bestrijding recessie Ter bestrijding van de recessie zijn binnen het programma Nieuwe Infrastructuur een aantal investeringen naar voren gehaald, in voorbereiding genomen en deels al uitgevoerd. De meeste maatregelen vinden gelijktijdig met onderhoud plaats. Het gaat onder meer om verbreding met bermbeton N330 (Keijenborgseweg–Zelhem), de N302 (Harderwijk-N796) en de N315 (Doetinchem-Zelhem–Veldhoek). Daarnaast worden ook andere maatregelen uitgevoerd, zoals de N322 (Zaltbommel, verlengen bypass), de N831 (Hedel, Baronieweg diverse maatregelen), de N316 (Molenweg te Hengelo reconstructie kruispunt) en de N819 (IJzerlo-Aalten). Indicatoren • Aantal gerealiseerde educatieprojecten Doel 2009: 18 educatie- projecten i.s.m. de ROVG-partners. Realisatie 2009: 3 projecten zijn gerealiseerd en de andere zijn doorlopende projecten. • Aantal gerealiseerde handhavingsprojecten Doel 2009: 5 handhavingprojecten i.s.m. de ROVG-handhavingspartners Realisatie 2009: 1 project is gerealiseerd en de andere zijn doorlopende projecten. • Aantal opgeloste VOC-punten Doel 2009: 5 VOC-projecten. Realisatie 2009: 6 projecten uitgevoerd. • Hoeveelheid kilometer aangepakte wegvakken Doel 2009: 10 km provinciale weg Realisatie 2009: er is (mede door de extra beschikbare middelen in het kader van recessiebestrijding) 67 km wegvak verbeterd. Programma 11.1 Nieuwe infrastructuur Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
110.178
95.686
70.862
24.824
Baten
48.502
20.662
21.586
-924
Saldo (lasten – baten)
61.676
75.024
49.276
25.748
66.650
113.332
83.828
29.504
Dotaties
21.118
52.415
49.947
2.468
Saldo reserves
45.532
60.917
33.879
27.036
Reserves Onttrekkingen
-1.288
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
4.217
6.421
-2.204
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Regionale middelen BDU
-1.693
- 208 -
De regionale middelen voor de BDU worden ingezet voor realisering van zowel infrastructurele als niet-infrastructurele projecten ter uitvoering van de doelstellingen, zoals die geformuleerd zijn in het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan. Bij het Vervolgvoorstel Begroting 2010 (PS 2009728) zijn middelen ter grootte van € 2 miljoen overgeheveld naar 2010. Echter in de laatste maanden van 2009 zijn vanuit gemeenten veel subsidieaanvragen binnengekomen. We hebben besloten deze subsidies zo spoedig mogelijk te beschikken ter bestrijding van de recessie. Reconstructie N302 Lorentz-oost Harderwijk (1) In 2009 is het project vertraagd door de vorstperiode begin en eind 2009. De aannemer wordt
altijd in vooraf afgesproken termijnen betaald, telkens als bepaalde werkzaamheden zijn uitgevoerd. Als stagnatie in werkzaamheden optreedt, zoals hier door aanhoudende vorst, kan de aannemer niet werken en schuiven de betalingen dientengevolge op. Reconstructie N302 Lorentz-oost Harderwijk (2) Ondanks de lichte vertraging bij het project zoals bovenstaand aangegeven zijn er aanzienlijke kosten gemaakt/uitgaven gedaan voor het project. Conform Statenbesluit wordt een deel van deze kosten geactiveerd en derhalve niet in de exploitatie verantwoord, terwijl het volledige budget wel als exploitatiebudget was opgenomen. Hierdoor lijkt het boekhoudkundig alsof er een onderbesteding heeft plaatsgevonden van € 17,6 miljoen, terwijl de middelen wel daadwerkelijk zijn besteed. Reconstructie N348 – Ontsluiting bedrijventerrein De Mars Voor de grondtransacties van bedrijventerrein Luvata en van een landbouwperceel ten noorden van het Twentekanaal is eind 2009 het voorbereidingskrediet opgehoogd. Dekking is aangevraagd om de verplichting aan te kunnen gaan. Daar de onderhandelingen pas eind dit jaar zijn afgerond staat de verplichting op 2009, echter de daadwerkelijke uitgave zullen in 2010 plaatsvinden. Begin januari 2010 is de grondtransactie Luvata overeengekomen en de koopovereenkomst getekend. Het passeren van de akte zal in februari 2010 plaatsvinden. In mei 2010 zal vervolgens de akte voor een perceel landbouwgrond gepasseerd worden. Beter Bereikbaar (Mobiliteitsfonds Gelderland) Voor de uitvoering van de Beter Bereikbaar-projecten heeft het Rijk de provincie Gelderland middelen toegezegd voor de uitvoering van infrastructurele projecten in de regio Stedendriehoek en De Vallei. Ook in 2009 blijven de subsidieaanvragen van participerende gemeenten achter bij de prognoses. Om de gemeenten te wijzen op de beschikbare middelen is in augustus 2009 naar alle participerende gemeenten een brief gestuurd met het verzoek om subsidieaanvragen in te dienen. Ook in het Vervoersberaad van november zijn de gemeenten gewezen op de beschikbare middelen. Een aanvullende reden voor de lager dan verwachte uitgaven is dat een aantal projecten zijn uitgesteld o.a. de projecten Apeldoorn (Kayersdijk) en Deventer (Amstellaan). Bespaarde rente Het Rijk vereist dat aan het saldo van de BDU en Beter Bereikbaar (Mobiliteitsfonds Gelderland) jaarlijks rente wordt toegevoegd. De begrote bespaarde rente en de gerealiseerde bespaarde rente komen niet overeen doordat zowel de grondslag als het rentepercentage verschillend zijn. De grondslag voor de begroting is gebaseerd op het baten-lasten stelsel, waarbij de grondslag voor realisatie het kasstelsel is. Daarnaast hanteert de provincie bij de begroting een inflatiecorrectie van 1,6%, waar de ECB herfinancieringsrente van 2,5% wordt gehanteerd bij de realisatie. Hierdoor vindt er een extra rentetoevoeging plaats aan de BDU en Beter Bereikbaar (Mobiliteitsfonds Gelderland). Bebouwde kommen Er is meer besteed ten laste van het budget voor Bebouwde kommen als gevolg van de werkwijze omtrent combinatieprojecten. Een combinatieproject is een project waarbij onderhoudswerkzaamheden worden gecombineerd met andere infrastructurele aanpassingen (fietspadprojecten, verkeersveiligheidprojecten e.d.) om de overlast voor weggebruikers zoveel mogelijk te beperken en uit efficiencyoverwegingen. Na gunning van het werk wordt het gehele projectbudget aan de voorziening instandhouding wegverhardingen gedoteerd. Hierdoor kan in sommige gevallen sprake zijn van overbesteding in het huidige boekjaar; het budget voor het daaropvolgend boekjaar zal evenredig worden verlaagd. Ontvangsten derden instandhoudings- en combinatieprojecten De kosten van instandhoudingsprojecten en combinatieprojecten in het Werkenprogramma Wegen worden netto begroot. Dit betekent dat te ontvangen bijdragen van derden niet in de begroting worden opgenomen. Na ontvangst worden de bijdragen gedoteerd aan de voorziening instandhouding wegverhardingen. Apparaatskosten Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten Overig
- 209 -
3.894
17.600
8.703
1.896
-1.118
-1.664
-2.204
600
-1.190
Totaal verschil lasten
24.824
Baten Regionale middelen BDU Zoals onder ‘lasten’ beschreven zijn aan het eind van jaar meer subsidieaanvragen voor regionale middelen BDU van gemeenten binnengekomen dan verwacht. In het kader van recessiebestrijding zijn de subsidies zo spoedig mogelijk beschikt. Reconstructie N302 Lorentz-oost Harderwijk De bijdrage van de gemeente Harderwijk voor het project bestaat uit een financiële bijdrage en een bijdrage in natura. De bijdrage in natura was in 2009 hoger dan geraamd, met als gevolg dat de ontvangen financiële bijdrage lager is dan begroot. Beter Bereikbaar In 2009 is minder uitgegeven in het kader van Beter Bereikbaar projecten dan was begroot. Hierdoor wordt een lager bedrag onttrokken aan de balanspost “vooruitontvangen bedragen Mobiliteitsfonds Gelderland” (zie lasten). Daarnaast zijn twee regiostortingen ontvangen van gemeente Apeldoorn en provincie Utrecht die niet in de begroting waren opgenomen. Ontvangsten derden instandhoudings- en combinatieprojecten De kosten van instandhoudingsprojecten en combinatieprojecten in het Werkenprogramma Wegen worden netto begroot. Dit betekent dat te ontvangen bijdragen van derden niet in de begroting worden opgenomen Ontvangsten derden werkenprogramma De kosten van projecten van het Werkenprogramma Wegen worden netto begroot. De te ontvangen bijdragen van derden worden derhalve niet in de begroting opgenomen. Overig Totaal verschil baten
-1.693
2.272
1.838
-2.204
-1.674
537 -924
Mutaties reserves Onttrekkingen Door lagere uitgaven dan begroot voor de projecten Reconstructie N302 Lorentz-oost Harderwijk en Reconstructie N348 – Ontsluiting bedrijventerrein De Mars (zie lasten) wordt minder onttrokken aan de verschillende reserves. Gedeeltelijk activeren uitgaven Reconstructie N302 Lorentz-oost Harderwijk Overig Dotaties De financiële bijdrage van de gemeente Harderwijk voor het project N302 Lorentz-oost Harderwijk is lager dan begroot, vanwege een verschuiving van een financiële bijdrage naar bijdrage in natura (zie baten).
12.597
17.600 -693 2.272
196 27.036
Overig Saldo reserve Voorzieningen Dotaties De kosten van instandhoudingsprojecten en combinatieprojecten in het werkenprogramma Wegen worden netto begroot. Dit betekent dat te ontvangen bijdragen van derden niet in de begroting worden opgenomen. Na ontvangst worden de bijdragen gedoteerd aan de voorziening instandhouding wegverhardingen.
-2.204
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Lasten Het verschil tussen de begroting voor en na wijziging ter grootte van € 14,5 miljoen wordt verklaard door het overhevelen van middelen naar 2010 en door aanpassing van het Meerjarenprogramma wegen (Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010, PS 2009-728). Baten
- 210 -
14.492
Het verschil van € 27,8 miljoen wordt voornamelijk verklaard door aanpassing van het Meerjarenprogramma wegen (Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010, PS 2009-728).
27.840
Evaluatie programma In 2009 is de uitvoering van de nieuwe infrastructurele projecten en het aanbrengen van verbeteringen aan de bestaande infrastructuur nagenoeg volgens de planning gelopen. Het ramen van de grote uitgaven is ook in 2009 lastig gebleken. Twee grote projecten bepalen hierdoor samen met de programma’s Beter Bereikbaar (dat vooral bepaald wordt door de ingediende subsidieaanvragen door gemeenten) bijna geheel het programmasaldo. De feitelijke uitvoering van de projecten wijkt niet af. Score zelfevaluatie: +
- 211 -
Programma 11.2 Instandhouding infrastructuur Wegwerkzaamheden en openbaar vervoer Het coalitieakkoord zet de koers in om bij wegwerkzaamheden alternatieven in de vorm van openbaar vervoer in te zetten. Dit wordt opgenomen in onze werkaanpak, waarbij we wel vooraf zullen afbakenen in welke situaties we hiertoe overgaan en wat de financiële consequenties zijn als we dit ten laste van de betreffende projecten brengen. Hinderarm, integraal wegbeheer Wij gaan uit van een integrale aanpak van alle omvangrijke wegwerkzaamheden binnen één of meerdere trajecten, de zogenaamde trajectprogrammering. Hiermee bereiken we dat: • de burger (omwonende en weggebruiker) zo min mogelijk last heeft van de werkzaamheden (hinderarm wegbeheer); • kosten voor bijvoorbeeld wegafzettingen en overhead per saldo lager zijn door de combinatie van werkzaamheden tot een groter werk; • procedures zoals inspraak en besluitvorming efficiënter verlopen. Op het trajecten N304 Ede – Apeldoorn is deze aanpak succesvol toegepast, maatregelen voor het project N225 Wageningen – Rhenen zijn in voorbereiding. Het structurele budget voor het onderhoud wegen is in 2009 structureel verhoogd met € 6,85 miljoen (Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2009, PS2008-542). Dit bedrag is ontleend aan het “Uitvoeringsprogramma instandhouding provinciaal wegennet (PS2007-755)”. Voor de extra middelen in 2009 zijn in dit jaar aanvullende (groot) onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Gelders Actieplan Recessie In het Actieplan (PS2009-200) hebben wij in het kader van de maatregelen onder categorie 1 “Investeringen versnellen cq naar voren halen” een aantal extra projecten gerealiseerd of in voorbereiding genomen. Het gaat hier om “versnelde verbetering van de infrastructuur” en “versnelde investeringen in wegenonderhoud” Daarnaast worden in 2009 en 2010 op een aantal locaties langs provinciale wegen de bestaande openbare verlichting vervangen door energiezuinige verlichting. Realisatie hiervan is mogelijk door een investering via het klimaatprogramma van € 4 miljoen►Wegenonderhoud Doel is de toestand van de provinciale wegeninfrastructuur met het gebruik en de omgeving in overeenstemming te brengen en te houden. Bij uitvoering van werkzaamheden wordt maatschappelijke hinder zoveel mogelijk beperkt. Activiteiten Door verhoging van de middelen voor het beheer en onderhoud van provinciale wegen is in 2009 extra onderhoud uitgevoerd aan rijbanen en kunstwerken. Op één project, de reconstructie van de N302 bij Harderwijk, is en wordt openbaar vervoer tegen laag tarief ingezet als alternatief voor de omleidingsroutes. Het gebruik en effect van deze inzet van het OV is daarbij tegengevallen. De overige pilotprojecten rond de inzet van OV bij grote provinciale wegwerkzaamheden worden in 2010 afgerond gevolgd door een overall evaluatie van dit instrument. Daarnaast hebben wij in het kader van het Actieplan Recessie aanvullend diverse onderhoudsprojecten gerealiseerd. Indicatoren • Realisatie groot onderhoud: Doel 2009: - 35 km wegvak + 30 km rijbaan tgv extra middelen - 27 civiele kunstwerken + 6 civiele kunstwerken t.g.v. extra middelen Realisatie 2009: - 67 km wegvak - 33 civiele kunstwerken • Energiezuinige verkeersregelinstallaties (VRI’s): Doel 2009: - 6 VRI’s worden vervangen en energiezuinig uitgevoerd. Realisatie 2009: - 4 VRI’s zijn energiezuinig uitgevoerd, 4 zijn in uitvoering. • Realisatie Actieplan Recessie 2009:
- 212 -
Versnelde kleine verbeteringen van de wegeninfrastructuur: 10 projecten Versnelde investeringen wegenonderhoud - herstel i.v.m vorstschade : 29 km - wegverbreding N315: 4 km - Vernieuwen provinciale gebouwen t.b.v. beheer en onderhoud: een zoutloods • Onderhoudstoestand wegverhardingen van het provinciaal wegennet: Stand van zaken in 2009: de kwaliteit van het wegdek is iets verbeterd t.o.v.2008: Eind 2008 Eind 2009 Onderhoud noodzakelijk op - lange termijn (> 5 jaar): 72% 74 % - middellange termijn (3 – 5 jaar): 22% 21 % - korte termijn (0-2 jaar): 6% 5% o o
►Kwaliteit leefomgeving Waarborgen en waar mogelijk verbeteren van een goede kwaliteit van de leefomgeving van mensen (gezondheid) en natuur. Daaronder valt een versnelde en duurzame aanpak van hot-spots verkeersgeluid. Activiteiten Oplossen van bestaande knelpunten op het raakvlak verkeer en gezondheid in combinatie met onderhoudswerkzaamheden. Speerpunten zijn: • Aanpakken van knelpunten langs provinciale wegen waar sprake is van geluidoverlast als gevolg van het wegverkeer • Voorkomen van grondwaterverontreiniging via bodemverontreiniging en beheersen van risico’s van gevaarlijke transporten langs provinciale wegen door verkeer • Oplossen van bestaande knelpunten op het raakvlak verkeer en natuur in combinatie met onderhoudswerkzaamheden. • Ontsnipperen van ecologische hoofdstructuur (EHS) • Voldoen aan de wettelijke normen voor geluid in stiltegebieden Indicatoren • Aantal km stil wegdek op provinciale wegen in of nabij woonkernen Doel 2009: 17 km stil wegdek. Realisatie 2009 : 19 km stil wegdek. • Aantal km stil wegdek op provinciale wegen in of nabij stiltegebieden Doel 2009: 15 km stil wegdek. Realisatie 2009: 20 km stil wegdek. • Beschermende voorzieningen grondwaterwingebieden Doel 2009: Beschermende voorzieningen op 1 locatie (ruim 7 km weglengte) Realisatie 2009: Beschermende voorzieningen op 1 locatie (ruim 7 km weglengte) • Mate van versnippering EHS Doel 2009: Ontsnipperingsmaatregelen (zoals faunabuizen) op 7 locaties. Realisatie 2009: Op 1 locatie is een herpetoduct (tunnel onder de weg voor o.a. slangen, salamanders, hagedissen en eventueel een kudde schapen) met aanvullende voorzieningen gerealiseerd. In het kader van het Leefomgevingsoffensief is realisatie van de overige 6 faunavoorzieningen op een later tijdstip voorzien.
►Tegengaan van hinder door verkeer in bebouwde kommen Verbeteren van de bebouwde kommen langs provinciale wegen tot een aanvaardbaar niveau vooral op basis van de intensiteit van het verkeer en het aantal gehinderde Activiteiten Uitvoeren van het programma bebouwde kommen. In 2009 heeft de inzet zich vooral gericht op de voorbereiding van complexe komprojecten, zoals de bebouwde kommen van Teuge, Alverna en Malden. Het project Teuge is inmiddels uitvoering gereed en zal in 2010 worden uitgevoerd. Daarnaast zijn is eind 2009 (een deel van) de provinciale weg door Beekbergen overgedragen aan de gemeente Apeldoorn en die zal in 2010 de verbeteringen doorvoeren.
- 213 -
Extra inzet in kader van bestrijding recessie Ter bestrijding van de recessie zijn binnen het programma Instandhouding Infrastructuur een aantal investeringen naar voren gehaald, in voorbereiding genomen en deels al uitgevoerd. Het gaat om de N315 (Doetinchem-Zelhem, verbreding en herinrichting), diverse parallelwegen inrichten op snelheidsregime 60 km/uur, het vernieuwen van provinciale gebouwen en opslagterrein voor beheer en onderhoud van de provinciale wegen en het versneld herstel vorstschade aan provinciale wegen. Dat laatste is gelukt voor de inval van de winter aan het einde van 2009. Indicatoren: • Aantal uitgevoerde bebouwde komprojecten Doel 2009: 3 bebouwde komprojecten zullen gereed komen (Teuge, Malden en Kesteren) Realisatie 2009: De genoemde projecten hebben meer voorbereidingstijd gevraagd om tot overeenstemming met aanwonenden en gemeenten te komen. De projecten zijn nu zover dat ze in 2010 worden gerealiseerd. De bebouwde kom van Beekbergen (N786) is eind 2009 overgedragen aan de gemeente, die vervolgens de geprogrammeerde werkzaamheden spoedig zal uitvoeren om tot de noodzakelijke verbeteringen te komen. Programma 11.2 Instandhouding infrastructuur Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Lasten
61.944
67.204
70.442
-3.238
Baten
2.257
4.226
10.688
-6.462
59.687
62.978
59.754
3.224
0
1.950
1.950
0
Dotaties
0
0
6.781
-6.781
Saldo reserves
0
1.950
-4.831
6.781
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen
Programmasaldo
-3.557 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Dotaties Onttrekkingen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
20.428
20.428
20.206
-222
0
0
6.781
-6.781
Lasten In de winterperiode 2008/2009 zijn bovengemiddeld veel strooiacties uitgevoerd vanwege het sneeuw etc. koude weer waardoor de werkelijke kosten hoger zijn dan begroot. In het kader van het Gelders Actieplan recessie is een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor het realiseren van duurzame en energiezuinige verlichting langs provinciale wegen. Dit bedrag is daarbij beschikbaar gesteld via het programma Klimaat. In 2009 zijn er voornamelijk kosten gemaakt ten behoeve van de voorbereiding en zijn er een tweetal projecten technisch gerealiseerd. Hierdoor zijn de kosten in 2009 lager dan begroot en zal de uitvoering voornamelijk in 2010 plaatsvinden.
- 214 -
-1.806
1.500
De kosten van de electriciteit voor Openbare verlichting wordt via maandelijkse voorschotten voldaan waarbij de definitieve afrekening in het jaar daarop plaatsvindt. De afrekening van de elektriciteit voor Openbare verlichting over het jaar 2008 heeft dan ook in 2009 plaatsgevonden en daarbij waren de kosten hoger dan de betaalde voorschotten in 2008. Mede oorzaak van de overschrijding is de nog terug te vorderen REB belasting. Bij het Actieplan recessie zijn extra middelen beschikbaar gesteld binnen het Statenprogramma 11.1 (Nieuwe infrastuctuur) ter verbetering van de infrastructuur. Vanuit efficiecy overwegingen en schaalvoordelen zijn deze projecten gecombineerd aanbesteed met reguliere onderhoudsprojecten. Bij de uitvoering zijn de daarbij behorende kosten/facturen niet verder uitgesplitst naar de recessie en regulier. Het deel van de kosten dat betrekking heeft op de recessieprojecten is derhalve verantwoord binnen dit programma. Zowel de begrote als de gerealiseerde rente- en afschrijvingslasten op kapitaalwerken zijn abusievelijk geboekt op Programma 11.2 in plaats van 11.1. Het betreft de kapitaallasten van grote infrastructurele werken die reeds voltooid zijn (afschrijvingstermijn 20 jaar met wisselende rente). De overschrijding wordt veroorzaakt doordat de boekwaarde van de betreffende werken wat hoger was dan bij de begroting werd aangenomen en doordat het begrote rentepercentage (omslagrente) ongeveer 2% lager was dan het werkelijke percentage. De totale kapitaallasten op de grote infrastructurele werken komen daarmee ongeveer € 1,7 mln. hoger uit dan begroot.
-596
-852
-1.700
Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Daar is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten.
-293
Overige
509
Totaal verschil lasten
-3.238
De hogere uitgaven binnen het programma Instandhouding Infrastructuur bestaat uit hogere lasten inzake Gladheidbestrijding en door een aanpassing van het interne rentepercentage (omslagrente). Voor wat betreft de Gladheidbestrijding is destijds besloten om het fonds Gladheidbestrijding op te heffen en de (gemiddelde) uitgaven voor gladheidbestrijding rechtstreeks op de begroting ramen. Hiermee is wel geaccepteerd dat er jaarlijks voor- of nadelige verschillen optreden tussen raming en realisatie, die van invloed zijn op het rekeningresultaat (PS2004-763). Baten
In het Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010 (met wijziging 18 van de Begroting 2009) (PS2009728) is besloten de Voorziening instandhouding wegverhardingen per 31 december 2009 om te zetten in een Reserve instandhouding wegverhardingen. Door deze administratieve aanpassing wordt het makkelijker om bepaalde wegwerkzaamheden te combineren waardoor de overlast voor de weggebruikers beperkt blijft. Het betreft hier de vrijval van het saldo van de Voorziening per 31 december. Doordat de kosten van de aanleg van energiezuinige verlichting zijn achtergebleven bij de raming is de bijdrage vanuit programma Klimaat ook lager dan begroot. Door financiële correcties zijn er meer dan inkomsten gerealiseerd op het product verkeersveiligheid dan begroot. Overige
-6.781
1.500
-677 - 504
Totaal verschil baten
-6.462
Mutaties reserves Zoals reeds hierboven is aangegeven is besloten de Voorziening instandhouding wegen om te zetten in een Reserve. Het betreft hier de storting van het eindsaldo van de voorziening instandhouding in de Reserve.
Saldo reserve
6.781
6.781
- 215 -
Voorzieningen Zoals reeds hierboven is aangegeven is besloten de Voorziening instandhouding wegen om te zetten in een Reserve. Het betreft hier de vrijval van het eindsaldo van de voorziening instandhouding. Lagere rentetoevoeging aan voorziening
-6.781
Saldo voorziening
-7.003
-222
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Er zijn geen verschillen boven de € 10 miljoen Evaluatie programma In 2009 is het afdelingsbudget volledig besteed. Door een aantal verklarende factoren is er sprake geweest van benodigde extra gelden. Er zijn veel projecten gerealiseerd, het saldo van de voorziening instandhouding infrastructuur is verminderd. Omdat ook in 2009 een aantal projecten een langere doorlooptijd kenden vanuit 2008, vooral als gevolg van een complexe integrale programmering. Als gevolg van zware winterse omschtandigheden is er veel gladheidbestrijding uitgevoerd. Score zelfevaluatie:
+
- 216 -
Overigen Programma 12. Europese programma’s ►Optimale benutting co-financiering door Europese fondsen Activiteiten Uitvoeren Europese programma’s 2007-2013 met als doel volledige benutting EU-middelen. Inzet van middelen voor de volgende onderdelen: • Innovatiekracht, kenniseconomie en ondernemerschap. • Versterken innovatieklimaat in stedelijke netwerken. • Attractieve steden. EFRO 2007-2013 • Tot en met 2009 zijn op basis van Koepelbesluiten in totaal 53 subsidies verleend t.b.v. projecten (incl.Technische Bijstand) van het programma EFRO 2007-2013 met een bedrag van € 67 miljoen aan EFRO-middelen. Daarnaast zijn 6 subsidieaanvragen afgewezen. EPD 2000-2006 • N.a.v. de mogelijkheid tot verlenging van het programma tot 30 juni 2009 zijn in 2009 nog 9 subsidies (7 EPD en 2 Leader) verleend. Definitieve vaststelling en afrekening met de Europese Commissie van deze programma’s vindt in 2010 plaats. INTERREG IIIA • Voorbereiding definitieve vaststelling programmaperiode 2000-2006 (de definitieve vaststelling vindt in 2010 plaats). INTERREG IVA • In 2009 hebben wij als provincie Gelderland 26 subsidies verleend t.b.v. co-financiering van projecten voor dit programma. Indicatoren • Programma 2007-2013: percentage benutting ambitie eind 2009: 15% De benutting in 2009 was 14%. Dit is het percentage gebaseerd op de zogenoemde N+2-methodiek, d.w.z. daadwerkelijk gedeclareerde uitgaven en ontvangen werkvoorschotten van de Europese Commissie. • Bruto gecreëerde werkgelegenheid eind 2009: 300 arbeidsplaatsen. Op basis van de begrote indicatoren bij de verleende subsidies wordt deze inhoudelijke ambitie gehaald. • EPD 2000-2006: De lidstaat Nederland heeft besloten gebruik te maken van de mogelijkheid tot verlenging van het EPD-programma tot 30 juni 2009, die de Europese Commissie in het kader van haar maatregelen ter ondersteuning van de conjunctuur toestaat. Hiermee was een bedrag gemoeid van € 2,4 miljoen aan EU-middelen (€ 2,3 miljoen EPD en € 0,1 miljoen Leader. Uiteindelijk is voor wat het Gelderse aandeel betreft resp. 99% (EPD) en 95% (Leader) van de EU-middelen t.b.v. de programmaperiode 2000-2006 benut. • INTERREG IVA: In 2009 waren we als provincie Gelderland betrokken bij projecten met een omvang bijna € 96 miljoen aan subsidiabele kosten, waaraan wij ongeveer 3,5% aan hebben bijgedragen. Concreet hebben we uit reguliere budgetten € 1,6 miljoen bijgedragen en uit het specifiek door u beschikbaar gestelde budget voor cofinanciering INTERREG IV A € 1,5 miljoen.
- 217 -
Programma 12.0 Europese Programma’s Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Lasten
20.376
55.488
68.595
- 13.107
Baten
17.493
48.993
61.607
- 12.614
2.883
6.495
6.988
- 493
562
5.242
4.682
560
753
753
1.098
-345
-191
4.489
3.584
905
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves Programmasaldo
- 1.398 Bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten EPD 2000 – 2006 en LEADER In het boekjaar hebben wij voor ± € 5 miljoen aan lagere subsidievaststellingen beschikt. Subsidies worden lager vastgesteld als de subsidieontvanger zelf aangeeft voor het gesubsidieerde project minder kosten te hebben gemaakt of als kosten door ons als niet-subsidiabel worden beoordeeld. Een deel van deze vrijval (€ 2,45 miljoen) is opnieuw ingezet voor nieuwe projecten EPD 2000 – 2006 en LEADER in het kader van de verlenging van de programma’s tot 30 juni 2009. In totaal bedraagt de besteding van de oude EFRO-programma 99% (EPD) en 95% (LEADER). EFRO 2007 – 2013 Voor het EFRO-programma zijn meer subsidies verstrekt dan was begroot. Op basis van subsidie-aanvragen in behandeling stellen wij periodiek een prognose op van de te verwachten subsidieverleningen. Die prognose dient als basis voor het aanpassen van de begroting; in 2009 is daarbij achteraf bezien te voorzichtig bijgeraamd. Overigens staan tegenover hogere kosten ook hogere baten; de vorderingen op de Europese Commissie, Ministerie EZ en provincie Overijssel nemen namelijk evenredig toe, evenals de co-financiering uit eigen reguliere provinciale budgetten. Interreg IV Gedurende 2009 zijn er minder subsidies verleend. De reden hiertoe is gelegen in het feit dat prioriteit is gegeven aan cofinanciering uit reguliere budgetten. Daarnaast zijn minder subsidies verstrekt dan begroot. De oorzaak daarvan is dat de besluitvorming van Interreg-projecten traag verloopt, omdat voor de co-financiering instemming van meerdere (internationale) partners is vereist. Dit is niet of slecht beïnvloedbaar door de provincie. Apparaatskosten De apparaatskosten vertonen een overschrijding, dit is te wijten aan hogere uitgaven op het gebied van inhuur van externen en de software ontwikkeling van het automatiseringsproject SUM.
- 218 -
+ 2.255
- 15.241
+ 1.123
- 1.498
Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Hier is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten. Rente Omdat de stand van de transitoria lager zijn dan verwacht, kan volstaan worden met een lagere rentetoevoeging. Overige verschillen;
+ 180 + 74 - 13.107
Totaal verschil lasten Baten De baten lopen in de pas met de uitgaven. Aangezien er sprake was van hogere uitgaven, zijn de ontvangen bijdragen hoger. In het kader van de Europese Programma’s worden de lasten volledig gedekt door de baten. Totaal verschil baten
- 12.614 - 12.614
Mutaties reserves Mutaties in Europese programma’s 2000-2006 De subsidieverleningen in Europese programma’s lopen via transitorische posten (bijdrage van derden) en deels via de reserves EUP 2000-2006 en EFRO 2007-2013 (eigen bijdrage). De realisatie ten laste van de provinciale middelen voor EUP 2000-2006 is hoger dan begroot. Per saldo is hierdoor uiteindelijk meer onttrokken uit de reserve EUP 2000-2006.
- 479
Mutaties uit EFRO 2007-2013 Voor het nieuwe Europese programma EFRO zijn de begrote uitgaven lager uitgevallen. De dotatie (middelen die worden toegevoegd aan de reserve) zijn in verband met co-financieringen hoger uitgevallen. Per saldo is het provinciale aandeel lager dan begroot.
139
Rentetoevoegingen De rentetoevoeging aan de reserves voor de Europese programma’s (Europese programma’s 2000- 2006 en EFRO 2007-2013) zijn niet begroot. Deze zijn voor 2009 aan beide reserves toegevoegd (baten) . Mutaties uit MIG Uit de MIG-uitvoeringskosten is minder onttrokken ten behoeve van de Cofinanciering Interreg IVA en de overige Rijks en EU-programma’s.
121
1.124
Saldo reserve
905
Voorzieningen Niet van toepassing Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Statenvoorstel PS 2009-943 Europese programma’s Aanpassing aan het bestedingsritme
+ 31,5
Evaluatie programma Voor Interreg is er sprake van onderbesteding, maar dat is niet of slechts indirect beïnvloedbaar door de provincie. Voor de andere Europese programma’s geldt, dat er veel meer is beschikt dan vooraf begroot, wat heel goed is in deze fase van het programma (midterm). Voor de oude programma’s (2000-2006) geldt, dat de uitputting van bijna alle EFRO-middelen uitzonderlijk hoog is (in de vorige programmaperiode haalden we ca. 84 %). Dit is zeer succesvol te noemen! Score zelfevaluatie: +
- 219 -
Programma 13. Overigen Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Lasten
37.230
45.440
36.037
9.403
Baten
2.704
5.123
4.577
546
34.526
40.317
31.460
8.857
636
29.551
29.872
-321
7.723
10.980
12.902
-1.922
-7.087
18.571
16.970
1.601
Saldo (lasten – baten) Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
7.256
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Dotaties Onttrekkingen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Rekening 2009
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
51
1.542
875
667
1.641
1.641
3.006
1.365
Lasten Implementatie GIB en apparaatslasten Zie voor een verschillenverklaring de paragraaf bedrijfsvoering, onderdeel C6. Hier is een totaalanalyse opgenomen met betrekking tot de apparaatslasten. Energie en water In de tweede helft van 2009 is er een daling zichtbaar in de energiekosten. Belastingen In 2009 heeft er een herijking van de onroerendezaakbelasting plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een hogere aanslag dan geraamd. Omslagrente materiële vaste activa Het rentepercentage is 2% hoger uitgevallen dan begroot. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de Bedrijfsvoeringsparagraaf. Onderhoud Markt 23 Deze post heeft betrekking op de verbouwing en aanpassingen van het pand Markt 23. Deze kosten worden gefinancierd vanuit de opbrengsten van verkoop Paradijs 10 en 12 (gepland 1e kwartaal 2010) en verkoop van Markt 22 (gepland begin 2011). De kosten worden gefinancierd uit opbrengst van de verkoop van deze panden.
- 220 -
+4.758
+ 129 - 150
- 114
- 329
Lasten ICT Oracle heeft eind 2008 een controle gedaan op het aantal licenties dat de provincie in gebruik heeft. Hieruit bleek dat meer licenties in gebruik waren dan door Oracle gefactureerd werd. Dit is in 2009 afgekocht. Daarnaast is de licentiestructuur aangepast de kosten bedragen € 276.433. Dit zal in de begroting 2010 worden geëffectueerd.
- 1.664
Daarnaast is ten behoeve van Cognos abusievelijk een factuur ten bedrage van € 150.767 ten laste van boekjaar 2009 geboekt, terwijl deze betrekking heeft op 2010. In 2008 is gestart met de ontwikkeling van de Subsidiemonitor (SUM) .Een groot deel van de kosten van de Subsidiemonitor worden gedragen door Europa om de uitvoering van de Europese programma’s mogelijk te maken. Voor de kosten die in 2009 zijn gemaakt ad. € 1,236. miljoen zal een voorstel worden gedaan. Boeken, tijdschriften, vakliteratuur Met ingang van 2009 zijn alle budgetten voor boeken, tijdschriften en vakliteratuur samengevoegd. Gedurende het jaar is gebleken dat dit budget niet toereikend is. Personeel en Organisatie In 2009 zijn o.a. de kerstpakketten, de collectieve ongevallen verzekering en de ondersteuning van het georganiseerd overleg uit het budget voor decentrale arbeidsvoorwaarden betaald. Voor de bestemming van de restantmiddelen decentrale arbeidsvoorwaarden wordt binnen het GO nog overleg gepleegd. Inmiddels hebben de vakbonden voorstellen gedaan. Uitvoering Project Management Bureau De medewerkers van het Project Management Bureau (PMB) worden door de verschillende afdelingen als het ware ingehuurd om projecten te begeleiden en/of ondersteunen. Het PMB heeft als doel om budgettair neutraal te opereren. In het budget voor het PMB zijn de kosten volledig opgenomen. De kosten van deze medewerkers worden echter rechtstreeks op de afdelingskosten geboekt waarvoor zij werkzaam zijn geweest. Voorziening Europartenariat Het budget betreft een dotatie aan de voorziening in verband met de afwikkeling van de Stichting Europartenariat. De stichting Europartenariat is in 2009 opgeheven. De provincie Gelderland had nog een openstaande vordering welke ten gunste van de voorziening Europartenariat gebracht zou worden. Deze vordering is abusievelijk rechtstreeks ten gunste van de voorziening geboekt. Zowel de baten als de lasten laten daarom een afwijking ad. € 641.000 zien. Loon- en prijscompensatie subsidies De begroting voor Loon & Prijscompensatie is onder programma 13 opgenomen. De daadwerkelijke loon- en prijscompensatie worden onder de programma’s verantwoord, waar de subsidies betrekking op hebben. Nominale ontwikkeling Onder programma 13 is een stelpost opgenomen voor de nominale ontwikkeling van loonkosten. De CAO onderhandelingen zijn nog gaande en het loonbudget is derhalve niet aangesproken. BTW-compensatiefonds De provincie kan voor bepaalde leveringen en diensten de betaalde BTW via het BTWcompensatiefonds terugvorderen. De belastingdienst heeft in 2009 een controle uitgevoerd. Vooruitlopend op de afwikkeling van deze controle is hiervoor naast het structurele budget een extra budget opgenomen. De afwikkeling vindt in 2010 plaats. Overig Totaal verschil lasten
- 188
+ 1.766
+1.463
+641
+950
+2.327
+975
- 1.161 9.403
Baten Project Management Bureau (PMB) De medewerkers van het Project Management Bureau (PMB) worden door de verschillende afdelingen als het ware ingehuurd om projecten te begeleiden en/of ondersteunen. Het PMB heeft als doel om budgettair neutraal te opereren. In het budget voor het PMB zijn de kosten volledig opgenomen. Het terugverdieneffect is derhalve volledig onder de opbrengsten opgenomen. In werkelijkheid zijn de kosten van deze medewerkers rechtstreeks op de afdeling geboekt waar zij werkzaam waren. Het terugverdieneffect is derhalve niet zichtbaar onder programma 13. Zie ook de toelichting onder de lasten. .
- 221 -
+1.965
Baten Programma XGDI Het programma XGDI focust zich op beleidsmatige onderwerpen en toepassing van moderne ICT-middelen. Het zijn in alle gevallen grensoverschrijdende projecten, veelal op lokaal en regionaal niveau. Als gevolg van de gewijzigde richtlijn van het BBV behoren rijksbijdragen die in een volgend jaar besteed worden als transitorische post opgenomen te worden. De provincie Gelderland verantwoordde deze rijksbijdragen in het kader van XGDI in een voorziening. Bij de omvorming van de voorziening in een transitorische post zijn de bijdragen abusievelijk dubbel opgenomen. Dit is in 2009 gecorrigeerd. Voorziening Europartenariat Het budget betreft een geraamde ontvangst in verband met de afwikkeling van de Stichting Europartenariat. De stichting Europartenariat is in 2009 opgeheven. Deze vordering is abusievelijk rechtstreeks ten gunste van de voorziening geboekt. Zowel de baten als de lasten laten daarom een afwijking van € 641.530 zien. Stelpost taakstelling GIB In het kader van bezuiniging die in 2012 gerealiseerd moet zijn, zijn in de jaren 2009 t/m 2012 stelposten opgenomen ter hoogte van de besparing die in het betreffende jaar gerealiseerd moet worden. Vrijval Voorziening Groot Onderhoud In het Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010 (met wijziging 18 van de Begroting 2009) (PS2009728) is door uw Staten besloten de Voorziening Groot Onderhoud per 31 december 2009 om te zetten in een Reserve Groot Onderhoud. Het betreft hier de vrijval van het saldo van de Voorziening per 31 december. Overig Overige kleine afwijkingen ten opzichte van de begroting. Totaal verschil baten
- 658
+641
+675
- 1.982
- 95 546
Mutaties reserves Onttrekkingen Onttrekkingen uit Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG) Ten behoeve van projectleiding bij Informatievoorziening & Automatisering is vanuit het MIG een budget van € 428.335 beschikbaar gesteld. Hiervan is € 233.287 daadwerkelijk gebruikt.
195
Onttrekkingen Reserve algemene bedrijfsvoering GIB/PMB Gedurende de kanteling van de organisatie worden de kosten van de reorganisatie gedekt uit de Reserve algemene bedrijfsvoering Gelderland in Beweging. De onttrekking bedraagt voor 2009 € 720.765 meer dan begroot. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar de bijlage waarin de reserve algemene bedrijfsvoering GIB/PMB wordt toegelicht.
-721
206
Overig
- 222 -
Mutaties reserves Dotatie Voorziening groot onderhoud Zoals reeds hierboven is aangegeven heeft uw Staten besloten de Voorziening Groot Onderhoud om te zetten in een Reserve. De storting van het eindsaldo van de Voorziening Groot Onderhoud in de reserve bedraagt € 1,982 miljoen.
-1.982
Reserve algemene bedrijfsvoering GIB/PMB Middels deze reserve kunnen over- en onderschrijdingen op de afdelingskosten worden opgevangen. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar de bijlage waarin de reserve algemene bedrijfsvoering GIB/PMB wordt toegelicht.
-770
Geblokkeerde reserve achtergestelde lening Nuon Bij voorjaarsnota 2005 (PS2005-290)is besloten dat de dotatie bestaat uit de vermindering van de kapitaallasten door afboeking van de financiële vaste activa.De werkelijke afname van de kapitaallasten is lager uitgevallen doordat het werkelijke rentepercentage afwijkt van het begrote rentepercentage.
778
52 1.601
Overig Saldo reserve Voorzieningen Dotaties Voorziening Europartenariaat Er zou volgens de begroting een bedrag van € 640.530 gedoteerd moeten worden aan de voorziening. Deze is abusievelijk rechtstreeks ten gunste van de voorziening geboekt.
641
26
Overige Onttrekkingen Voorziening Groot Onderhoud Zoals reeds hierboven is aangegeven hebben uw Staten besloten de Voorziening Groot Onderhoud om te zetten in een Reserve, derhalve wijkt de begroting af van de realisatie. Voorziening Europartenariaat In verband liquidatie van de stichting Europartenariat is de voorziening per 31 december 2009 opgeheven.
-1.982
617
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Herberekening apparaatskosten Bij PS-besluit (PS2009-728) is de herberekening van apparaatskosten doorgevoerd in de begroting. Dit heeft geleid tot een een aanpassing van de begroting van € 12 miljoen.
13.480
Bestuursakkoord Rijk-Provincies Bij PS-besluit (PS2009-447) is € 25 miljoen toegevoegd in het kader van de Gelderse bijdrage bestuursakkoord tussen Rijk en provincie.
25.000
Nog functioneel te ramen middelen In de primaire begroting zijn voor € 26,13 miljoen aan extra middelen beschikbaar die PS gedurende het jaar kan toewijzen. In 2009 zijn middels onderstaande PS-besluiten, voor een bedrag van 21,430 miljoen aan de diverse programma’s toegewezen.
21.430
PS2009-447, voorjaarsnota 2009 PS2009-728, bijstelling begroting 2009 PS2009-943, bijstelling begroting 2009
- 223 -
Programma 14. Algemene dekkingsmiddelen Bedragen x € 1.000 Wat heeft het programma gekost Lasten Baten Saldo (lasten – baten)
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
1.081
200.304
30.598
169.706
462.247
5.025.036
4.854.489
170.547
-461.166
-4.824.732
-4.823.891
-841
28.751
37.243
36.916
327
136.674
4.504.947
4.499.916
5.031
-107.923
-4.467.704
-4.463.000
-4.704
Reserves Onttrekkingen Dotaties Saldo reserves
3.863
Programmasaldo Bedragen x € 1.000 Voorzieningen
Begroting 2009 voor wijziging
Begroting 2009 na wijziging
Verschil (begroting na wijziging minus rekening)
Rekening 2009
Dotaties
0
178.700
0
178.700
Onttrekkingen
0
0
0
0
Lasten Vermogensbeheer verkoop aandelen Nuon Medio juli 2009 is € 1,25 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor uitbesteding en kosten van vermogensbeheer met betrekking tot de verkoop aandelen van Nuon. Vanaf medio 2009 tot het moment van Europese aanbesteding is het vermogensbeheer opgedragen aan BNG Vermogensbeheer. De kosten van het 2e halfjaar zijn hier opgenomen. De procedure voor de Europese aanbesteding zal naar verwachting medio 2010 worden afgerond. Omslagrente achtergestelde lening Vitens Het werkelijk gehanteerde rentepercentage op de achtergestelde lening is hoger dan het bij de begroting gehanteerd percentage. Lasten vermogensbeheer De verkoop van Nuon-aandelen heeft de provincie in de positie van vermogensbeheer gebracht. De rentelasten vermogensbeheer bestaan uit: Betaalde rente Rente betaald aan de vorige eigenaar van de obligaties ter overbrugging/compensatie van de periode tussen de vervaldatum van de couponrente en de aankoopdatum van de obligatie. Afschrijving agio/disagio Het saldo van de agio en disagio wordt conform de richtlijnen van het BBV afgeschreven over de resterende looptijd van de obligatie. In de begroting is het verwachte rendement opgenomen onder de opbrengsten. Het gerealiseerde rendement is gesplitst in baten en lasten. Zie ook de paragraaf inzake Treasury en vermogensbeheer. Reservering omslagrente vaste activa De reservering omslagrente vaste activa is hoger dan begroot. Het rentepercentage is dit jaar 2% hoger uitgevallen dan het begrote percentage.
- 224 -
+ 731
-303
-27.580
-296
Lasten Ondersteuning aandeelhoudersvraagstukken Ten behoeve van ondersteuning van aandeelhoudersvraagstukken, met name met betrekking tot de verkoop van Nuon, is in 2009 een budget beschikbaar gesteld ad € 700.000. Aangezien minder gebruik gemaakt is van de expertise van externen dan verwacht was, zal het budget doorgeschoven worden naar 2010 in verband met de ondersteuning van het aandeelhouderschap in het netwerkbedrijf Alliander. Onvoorzien In de primaire begroting is een stelpost voor onvoorziene uitgaven opgenomen van € 183.000.
+133
+114
In 2009 is er sprake van een onvoorziene bate ten bedrage van € 220.775. Het betreft de administratieve toevoeging van de hogere overheadverdeling van het Project Management Bureau (PMB). In 2009 zijn de volgende lasten als onvoorzien bestempeld: Correctie rijksbijdragen die in de beleidsrekening 2008 ten onrechte zijn vrijgevallen naar het resultaat. Het betreft de Rijksbijdrage voor de Kaderrichtlijn Water en de Rijksbijdrage Leren voor duurzame ontwikkeling 2008-2011. Tezamen bedraagt de correctie € 262.307. Bijdrage 4/5-mei viering Wageningen ad € 25.000. Overigen, ten bedrage van € 2.000. Voorziening dubieuze debiteuren In de loop van 2009 is gestart met het opschonen van alle debiteurendossiers. Dit heeft geleid tot een stijging van de voorziening voor dubieuze debiteuren. Transactiekosten verkoop Nuon Bij de verkoop van de aandelen Nuon was in eerste instantie in de verkoopprijs geen rekening gehouden met transactiekosten. Later is dit alsnog in de verkoopprijs verdisconteerd. In de begroting is rekening gehouden met hogere kosten en hogere baten. Voorziening Escrow De afwijking van de voorziening Escrow zal verder toegelicht worden onder het kopje “voorzieningen” in dit middelenblok. Overige Totaal verschil lasten
-227
-18.540
178.700
- 106 169.706
Baten Overige uitgaven en uitvangsten De grootste posten betreffen: Opschoonactie openstaande subsidies In 2009 heeft een opschoonactie plaatsgevonden van oude nog openstaande subsidies per 31 december 2008. Dit heeft geleid tot bijvoorbeeld het afboeken van subsidies dan wel het verlengen van het termijn voor het vaststellen van de begroting. Deze opschoonactie heeft geleid tot een bate ad € 346.853. Afrekening werkgeversbijdrage ziektekosten IZR De eindafrekening 2009 levert een bate op van € 185.544 in verband met de gedeeltelijke terugstorting van de werkgeversbijdrage ziektekosten. Overige, ten bedrage van € 47.872 Rente rekening-courant Door de verkoop van aandelen van Nuon is het saldo van de rekening-courant korte tijd extreem hoog geweest. Op de verkoop van Nuon was door ons college niet geanticipeerd bij begroting en derhalve was (voorzichtigheidshalve) geen rente begroot. Rente van kasgeld en andere kortlopende leningen De rente van kasgeld en andere kortlopende leningen is een saldoberekening. Voorzichtigheidshalve wordt de rente niet begroot. Rente achtergestelde lening Gelredome Voorzichtigheidshalve wordt geen rente begroot. Reden hiervoor is dat rentebetaling door Gelredome aan de provincie over de achtergestelde lening afhankelijk is van enkele specifieke omstandigheden die in de leningsovereenkomst zijn vastgelegd (o.a. het resultaat moet rentebetaling niet in de weg staan).
- 225 -
-580
-1.175
-837
-267
Baten Baten vermogensbeheer De verkoop van Nuon-aandelen heeft de provincie in de positie van vermogensbeheer gebracht. De transactie van de verkoop is aan de batenkant verantwoord en heeft een totale waarde van ongeveer € 4,4 miljard. De eerste tranche van ongeveer € 2,2 miljard is in 2009 ontvangen. In de periode van juli tot en met december is geleidelijk in totaal € 1,8 miljard belegd in obligaties via onze vermogensbeheerder. Het rendement van vermogensbeheer is lager dan verwacht, omdat de begroting het verwachte rendement op jaarbasis laat zien terwijl in werkelijkheid het rendement over een kortere periode is opgebouwd (juli tot met december 2009). De rentebaten vermogensbeheer bestaan uit: Couponrente Het betreft de couponrente op de gekochte obligaties. Er is een transitorische post opgenomen voor rente-inkomsten die betrekking hebben op 2009, maar in 2010 ontvangen worden. Op deze wijze worden de baten in het jaar verantwoord waar ze ontstaan. Rente lening BNG In 2009 is een deel van de opbrengst van Nuon-aandelen aangewend voor een lening van € 250 miljoen aan Bank Nederlandse Gemeenten. De rente-opbrengsten worden verantwoord onder baten vermogensbeheer. De rente is niet in de begroting opgenomen. Zie ook de paragraaf inzake Treasury en vermogensbeheer Doorberekende bespaarde rente De bespaarde rente over reserves en voorzieningen wordt berekend over de beginstand op 1 januari van het boekjaar. Medio april wordt de begroting voor het komende jaar opgesteld. Op dat moment zijn de werkelijke beginstanden van de reserves en voorzieningen nog niet bekend. Het verschil met de begroting ontstaat doordat de werkelijke beginstand van de reserves en voorzieningen lager is dan geraamde beginstanden van de reserves en voorzieningen. De toevoeging van de bespaarde rente aan de reserves en voorzieningen wordt via de renteomslag ten laste gebracht van de exploitatie en activa. Om een juist rekeningsaldo te verkrijgen wordt de rentetoevoeging als opbrengst genomen. Opcenten motorrijtuigenbelasting De werkelijke ontvangst inzake Opcenten motorrijtuigenbelasting ligt ruim € 1.960.000 hoger dan geraamd. In het kader van de Begroting 2009 en de Voorjaarsnota 2009 heeft ons college aangegeven terughoudend te zijn met een eventuele structurele bijraming als gevolg van fiscale rijksmaatregelen voor de categorie van de zogenaamde zeer zuinige auto’s. De impact van deze maatregel valt voor onze provincie over 2009 mee. In het kader van de Voorjaarsnota 2010 zal worden bezien of er aanleiding bestaat tot structurele bijstelling van de opbrengstraming. Uitkering provinciefonds De uitkering van het provinciefonds is hoger dan geraamd. Oorzaak ligt mede in het gegeven dat in december 2009 enkele uitkeringen zijn vastgesteld c.q. die niet meer in de begroting konden worden aangepast. Voorbeelden hiervan zijn de decentralisatie-uitkeringen inzake Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) en de decentralisatie luchthavens van regionaal belang. Raming onderbesteding programmatische uitgaven Ervaring leert dat het programmatisch budget nooit exact tot besteding komt. Om die reden wordt in de begroting rekening gehouden met een structurele onderbesteding van € 1,134 miljoen als algemeen dekkingmiddel in programma 14.0. De feitelijke besteding wordt verantwoord in de programma‘s 1.1 t/m 12.0. Voorziening Escrow De afwijking van de voorziening Escrow zal verder toegelicht worden onder het kopje “voorzieningen” in dit middelenblok. Transactiekosten verkoop Nuon Bij de verkoop van de aandelen Nuon was in eerste instantie in de verkoopprijs geen rekening gehouden met transactiekosten. Later is dit alsnog in de verkoopprijs verdisconteerd. In de begroting is rekening gehouden met hogere kosten en hogere baten. Overige Overige kleine afwijkingen ten opzichte van de begroting Totaal verschil baten
- 226 -
- 24.273
+1.833
-1.964
-606
+1.134
178.700
-18.540
+42 170.547
Mutaties reserves Onttrekkingen Onttrekkingen Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG) De begrote omslagrente achtergestelde lening Vitens bedraagt € 1.100.900 en is ondergebracht bij de begrote onttrekkingen. De realisatie ad. € 1.403.696 is geboekt als een verlaging van de dotatie aan de reserve. De daadwerkelijke afwijking ten opzichte van de begroting bedraagt € 302.796. Oorzaak is gelegen in het hogere rentepercentage op de achtergestelde lening dan het begrote rentepercentage.
1.100
Daarnaast is er ten behoeve van ondersteuning van aandeelhoudersvraagstukken, met name met betrekking tot de verkoop van Nuon, in 2009 een budget beschikbaar gesteld ad € 700.000. Aangezien minder gebruik gemaakt is van de expertise van externen dan verwacht was, zal het budget doorgeschoven worden naar 2010 in verband met de ondersteuning van het aandeelhouderschap in het netwerkbedrijf Alliander.
133
Onttrekkingen Algemene Reserve Voor in de jaren waarin de organisatiebrede Reserve Algemene Bedrijfsvoering een negatieve stand heeft, is bij de beleidsbegroting 2008 (PS2007-443) besloten om dit tekort tijdelijk aan te vullen vanuit de Algemene Reserve. Vanwege de negatieve stand in 2009 heeft een tijdelijke toevoeging van € 878.678 vanuit de Algemene Reserve aan de Reserve Algemene Bedrijfsvoering plaatsgevonden.
- 27
Overig Dotaties Bespaarde rente De begrote rentebesparing is berekend over de begrote beginstand van de reserve van 2009. De begrote beginstand kan afwijken van de werkelijke beginstand. Daarnaast wijkt het daadwerkelijk gehanteerde rentepercentage af van het rentepercentage dat gehanteerd is in de begroting. Het begrotingspercentage schommelt tussen 4 en 4,5%. Het werkelijke rentepercentage is afhankelijk van economische ontwikkelingen. Als gevolg hiervan is dotatie aan de algemene reserve in verband met de bespaarde rente € 3.819.000 lager uitgevallen dan geraamd. De dotatie in verband met de bespaarde rente aan het MIG is € 835.000 hoger dan geraamd. Dotatie rente en dividend Dividend Vitens Dividend Nuon Rente lening Vitens Rente lening Nuon Tezamen bedraagt dit
- 878
-2.984
-49 € 1.102.172 € 156.465.000 € 1.026.523 € 3.915.064 € 162.508.759
De begrote dotatie in verband met dividend en leningen derden bedraagt € 162.557.266. Omslagrente achtergestelde rente lening Vitens De begrote omslagrente bedraagt € 1.100.900 en is ondergebracht bij de begrote onttrekkingen. De realisatie ad. € 1.403.696 is geboekt als een verlaging van de dotatie aan de reserve. De daadwerkelijke afwijking ten opzichte van de begroting bedraagt € 302.796. Oorzaak is gelegen in het hogere rentepercentage op de achtergestelde lening dan het begrote rentepercentage.
-1.404
Rente-inkomsten vermogen De ontvangen rente in 2009 zal conform de werkwijze die bij de Begroting 2010 is vastgelegd (PS2009-728) worden toegevoegd aan het MIG. De rente-inkomsten bestaan uit: - Rente rekening-courant Inkomsten ad. € 1.175.00 zijn niet geraamd; - Rente van kasgeld en andere kortlopende geldleningen Inkomsten ad. € 837 zijn niet geraamd; - Baten en lasten vermogensbeheer Afwijking ten opzichte van geraamde inkomsten bedraagt € - 3.306.827
-1.295
700
Overige dotaties
- 227 -
Mutaties reserves Saldo reserve
-4.704
Voorzieningen Voorziening Escrow In de begroting is de voorziening Escrow opgenomen. Deze voorziening had als doel dekking te bieden voor de nog niet ontvangen gelden met betrekking tot de verkoop van het Nuonaandelenbezit. De commissie BBV heeft middels een bindende uitspraak, februari 2010, in het BBV aangegeven dat de Escrow opbrengst niet in het resultaat 2009 mag worden meegenomen. Deze Escrow opbrengsten zullen t.z.t. na verrekening van rente, kosten en eventuele claims in 4 jaartermijnen vrijvallen. Pas op het moment van (gedeeltelijke) vrijval zal nader worden bezien of er sprake is van een gerealiseerde bate. Voor 2009 heeft dit tot gevolg dat de begrote dotatie aan de voorziening niet plaats heeft gevonden, een voordeel op de lastenkant van de begroting, omdat de begroting niet meer gewijzigd kon worden. Verder heeft er dan een nadeel plaats op de baten kant omdat wij wel hadden geraamd een opbrengst in te boeken, deze heeft uiteindelijk door deze uitspraak niet plaatsgevonden.
-178.700
Toelichting verschillen > 10 miljoen tussen begroting voor en na wijziging Ons college heeft, om niet vooruit te lopen op het debat met uw Staten, bij de begroting niet geanticipeerd op verkoop Nuon.
- 228 -
196.750
C
Paragrafen
C.1
Inleiding
231
C.2
Lokale heffingen
231
2.1
Inleiding
231
2.2
De inkomsten
231
2.3
Het beleid en de hoofdlijnen van de lokale heffingen
231
2.4
Lastendruk
233
2.5
Kwijtscheldingsbeleid
233
C.3
C.4
C.5
C.6
C.7
C.8
Weerstandsvermogen
234
3.1
Inleiding
234
3.2
Beleid en ontwikkeling van het risicomanagement
234
3.3
Inventarisatie risico’s
235
3.4
Benodigde weerstandscapaciteit
237
3.5
Beschikbare weerstandscapaciteit
238
3.6
Weerstandsvermogen
238
Onderhoud kapitaalgoederen
239
4.1
Inleiding
239
4.2
Onderhoud van infrastructurele werken
239
4.3
Onderhoud gebouwen
239
Financiering / Treasury
240
5.1
Inleiding
240
5.2
Vermogensbeheer
240
5.3
Treasury
243
5.4
Totale rente-inkomsten / MIG
244
5.5
Risicobeheer
244
5.6
Financieringspositie
245
Bedrijfsvoering
247
6.1
Inleiding
247
6.2
Gelderland in beweging
247
6.3
De uitvoering van de begroting in relatie tot de inzet van personeel
247
6.4
Analyse apparaatskosten
250
6.5
Personeelbeleid
251
6.6
Verzuim
251
6.7
Medewerker Tevredenheids Onderzoek (MTO)
251
6.8
Huisvesting
251
6.9
Doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid
251
6.10 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
254
Verbonden partijen
255
7.1
Algemeen
255
7.2
Deelnemingen
255
7.3
Overige verbonden partijen
257
Provinciaal Grondbeleid
260
- 229 -
- 230 -
C.1 Inleiding Het hoofdstuk ‘Paragrafen’ is een dwarsdoorsnede van de rekening op specifieke aspecten. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.
C.2 Lokale heffingen 2.1 Inleiding In de paragraaf lokale heffingen wordt verantwoording afgelegd over alle heffingen die de provincie kent, dit zijn er vijf: 1. Opcenten motorrijtuigenbelasting 2. Grondwaterheffing 3. Leges 4. Bestemmingsheffing ontgrondingen 5. Nazorgheffing stortplaatsen In deze paragraaf wordt achtereenvolgens verantwoording afgelegd over de inkomsten, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, een aanduiding van de lastendruk en de beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. 2.2 De inkomsten De begrote en gerealiseerde inkomsten zijn in onderstaande tabel verantwoord. Heffing Opcenten motorrijtuigenbelasting Grondwaterheffing Leges Bestemmingsheffing ontgrondingen Nazorgheffing stortplaatsen Totaal
Rekening 2008 168,4 2,2 1,0 0,2 0 171,8
Begroting na wijziging 2009 172,0 2,2 0,7 0,2 0,1 175,2
Rekening 2009 174,0 2,2 2,2 0 0 178,4
Bedragen x € 1 mln.
2.3
Het beleid en de hoofdlijnen van de lokale heffingen
Opcenten motorrijtuigenbelasting De heffing van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting is één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de provincie. De middelen die worden gegenereerd zijn algemene dekkingsmiddelen. De raming en realisatie van de opcenten is de uitkomst van het aantal personenauto’s en motoren maal het tarief. Het tarief is een percentage waarmee de motorrijtuigenbelasting die van rijkswege wordt geheven op personenauto’s en motoren wordt vermeerderd ten gunste van de provincie. Het tarief wordt jaarlijks bij begroting voor het komende begrotingsjaar door Provinciale Staten vastgesteld en wijzigt vervolgens per 1 april. Volgens staand beleid stellen Gedeputeerde Staten jaarlijks voor het tarief te verhogen met inflatie, waarbij als indexcijfer de gezinsconsumptie voor alle huishoudens wordt gehanteerd. Bij afwijking van het staand beleid wordt dit gemotiveerd. Het tarief is van rechtswege voor alle personenauto’s en motoren gelijk en wordt jaarlijks gemaximeerd door de minister van Financiën. Naast het tarief hebben mutaties in het wagenpark effect op de totale opbrengst van de opcenten, de mutatie is te onderscheiden in een volume-effect en een gewichts-effect. Het volume-effect ontstaat doordat per voertuig belasting wordt geheven en een mutatie in het aantal voertuigen levert een mutatie in de opbrengst. Het gewichts-effect ontstaat doordat het Rijk voor lichtere auto’s een lager belastingtarief hanteert dan voor zwaardere auto’s en daardoor betalen eigenaren van lichtere auto’s ook minder opcenten dan eigenaren van zwaardere auto’s. Tenslotte heeft ook de milieubelasting van de auto een effect aangezien schone auto’s (deels) zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting en provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting.
- 231 -
In de raming is rekening gehouden met een groei van de grondslag met 1 %. Op grond van de volumegegevens per 16 januari 2010 is de grondslag met 2,8% gestegen ten opzichte van een jaar ervoor. Dit samen met het effect van met name de zeer zuinige auto’s heeft geleid tot een hogere opbrengst van afgerond € 2 miljoen (1,2%). Uit oogpunt van lage perceptiekosten wordt de heffing en inning van de opcenten verricht door de belastingdienst, de belastingdienst draagt vervolgens maandelijks de geïnde opcenten af. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het opcententarief in Gelderland afgezet tegen tarieven van andere provincies en het maximum. Weergegeven zijn de tarieven zoals die gelden op 1 april van het betreffende jaar.
Provincie met laagste tarief Provincie met hoogste tarief Maximale tarief Tarief Provincie Gelderland
2007 63,4 80,5 105,0 80,5
2008 63,9 91,8 107,9 81,4
2009 67,9 95,0 111,9 82,7
Tarieven per 1 april
Grondwaterheffing De grondwaterheffing is een belasting op het onttrekken van grondwater, de belasting wordt geheven per kubieke meter onttrokken grondwater. De heffing is enkel bedoeld als dekking van de kosten die verband houden met het onttrekken van grondwater, de grondwaterheffing is dus geen algemeen dekkingsmiddel. Om te bewerkstelligen dat de geheven middelen ook daadwerkelijk aan grondwatertaken worden besteed en om het tarief in verschillende jaren niet te veel te laten fluctueren worden de middelen ondergebracht in de egalisatiereserve grondwaterheffing. Kosten die in verband met grondwaterheffing worden gemaakt worden vervolgens uit deze reserve gedekt. Leges De provincie heft leges als zij diensten aan derden verleent. In de legesverordening zijn alle belastbare feiten en tarieven opgenomen. Leges worden maximaal kostendekkend geheven, periodiek wordt de kostendekkendheid geëvalueerd. In de periodes tussen deze evaluaties worden de tarieven verhoogd met inflatie. Als index wordt, net als bij de opcentenheffing, de gezinsconsumptie voor alle huishoudens gehanteerd. Bestemmingsheffing ontgrondingen Op basis van de ontgrondingenwet kan de provincie aan ontgronders een belasting opleggen per vergunde stof (grind, zand, klei e.d.). De belasting bedraagt van rechtswege ten hoogste 50% van de kosten omtrent planvorming samenhangend met ontgrondingen. Aangezien de jaarlijkse hoeveelheden gewonnen vergunde stof sterk kan fluctueren, fluctueert ook de opbrengst van deze heffing. Nazorg stortplaatsen Gelderland De provincie legt een heffing op aan exploitanten van stortplaatsen die na 1 september 1996 afval ontvangen. De verkregen middelen worden vervolgens in het Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland gestort, dit fonds is rechtspersoon en staat daarmee los van de provinciale administratie. Het doel van het fonds nazorg is om bij sluiting van een stortplaats een vermogen te hebben opgebouwd om eeuwig durende nazorg mogelijk te maken. De opgelegde heffingen zijn gebaseerd op het te verwerven doelvermogen. Het Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland heeft een openbare (meerjaren)begroting en jaarrekening waarin o.a. wordt ingegaan op het benodigd doelvermogen en de ontwikkeling van het tarief.
- 232 -
2.4 Lastendruk De lastendruk van de provincie wordt met name veroorzaakt door de heffing van opcenten motorrijtuigenbelasting. De jaarlijkse last voor een eigenaar van een auto heeft zich in de afgelopen drie jaar ontwikkeld volgens onderstaande tabel. 2007 147 222 634
Kleine auto tussen de 950 en 1050 kg Middenklasser tussen de 1150 en 1250 kg SUV tussen de 2250 en 2350 kg
2008 149 225 642
2009 151 228 651
Opcenten voor de bezitter van een auto, afgerond in hele euro’s.
2.5 Kwijtscheldingsbeleid Voor de belangrijkste belasting van de provincie, de opcenten motorrijtuigenbelasting, is het wettelijk gezien niet mogelijk een kwijtscheldingsbeleid te voeren.
- 233 -
C.3 Weerstandsvermogen 3.1 Inleiding Weerstandsvermogen kan gedefinieerd worden als ‘mate waarin de provincie risico’s kan dekken zonder beleid te hoeven ombuigen’, en daarmee handelt deze paragraaf over de ‘robuustheid’ van de provinciale financiën. In de paragraaf komen de termen ‘beschikbare c.q. benodigde weerstandscapaciteit’ en ‘weerstandsvermogen’ veelvuldig voor. De weerstandscapaciteit is het bedrag dat beschikbaar c.q. benodigd is om risico’s op te vangen. Risico’s zijn in deze context gedefinieerd als negatieve financiële gevolgen die zich kunnen voordoen ná getroffen beheersmaatregelen. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit; het weerstandsvermogen geeft daarmee uitdrukking aan bovengenoemde definitie. Bij ‘voldoende’ weerstandsvermogen kan de provincie risico’s dekken zonder beleid bij te stellen. In de laatste alinea van deze paragraaf wordt een oordeel gegeven over het huidige weerstandsvermogen. Schematisch kan de relatie als volgt worden weergegeven:
Risico’s / benodigde weerstandscapaciteit • • • • • •
Beschikbare weerstandscapaciteit
Financieel Bedrijfsproces Imago Politieke risico’s Juridisch etc
Incidentele weerstandscapaciteit: • Buffer algemene reserve • Risicoreserve bestuurlijke verplichtingen • Eventueel exploitatieoverschot Structurele weerstandscapaciteit: • Post ‘onvoorzien’ • Onbenutte belastingcapaciteit (heffingsruimte opcenten MRB)
Weerstandscapaciteit
Hieronder wordt gestart met een recapitulatie van het beleid en de ontwikkeling van het risicomanagement in 2009. Daarna volgt de inventarisatie van risico’s en de bepaling van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit. Tenslotte wordt, zoals reeds gesteld, een oordeel gegeven over het huidige weerstandsvermogen. 3.2 Beleid en ontwikkeling van het risicomanagement In 2009 is aan risicomanagement nadere invulling gegeven door vaststelling van de kadernota Risicomanagement en weerstandsvermogen (PS 2009-467). De kadernota gaat ondermeer in op het provinciaal beleid omtrent een aantal typen risico’s, de beheersing van deze risico’s en de wijze waarop het weerstandsvermogen wordt berekend. Bij de behandeling van de kadernota is door ons college aan uw Staten voorgesteld om bij de jaarrekening 2009 een risico-inventarisatie voor te leggen en bij voorjaarsnota een percentage van de algemene inkomsten als weerstandscapaciteit vast te stellen. In de risico-inventarisatie zijn de provinciale taken en organisatie doorgelicht op gebeurtenissen die zich kunnen voordoen en daarbij, na het nemen van beheersmaatregelen, een negatief financieel effect sorteren. Op overige negatieve effecten, bijvoorbeeld imagoschade, is in de context van de jaarrekening niet de nadruk gelegd. Waar mogelijk zijn vervolgens de geïnventariseerde financiële risico’s
- 234 -
gekwantificeerd. Per risico is daarvoor ingeschat wat de kans is dat het risico zich voordoet en wat de maximale omvang van de schade is als het risico zich voordoet. De inschatting vindt plaats binnen bandbreedtes. In totaal zijn 77 risico’s geïnventariseerd, waarvan er 47 zijn gekwantificeerd. Voor de overige 30 risico’s bleek een betekenisvolle kwantificering niet mogelijk. 3.3 Inventarisatie risico’s Voorheen werden risico’s onderverdeeld in risico’s bij gegarandeerde geldleningen en overige garantstellingen, risico’s bij een mogelijke aanspraak van derden en overige bedrijfsrisico’s wordt vanaf nu gekozen voor het opnemen van de tien risico’s die binnen het pallet aan risico’s als ‘meest substantieel’ zijn aan te merken. Een deel daarvan is gekwantificeerd. Een dergelijke benadering doet recht aan de dynamiek in de inventarisatie en de materialiteit van de getoonde risico’s. Bij de kwantificering van risico’s zijn voor de kans van voordoen en de eventuele schade bij gevolg de volgende bandbreedtes gehanteerd: Kans van voordoen Nagenoeg nihil Zeer klein Klein Gemiddeld Groot Zeer groot
Percentage nihil 10% 30% 50% 70% 90%
Potentiële schade Zeer klein Klein Gemiddeld Groot Zeer groot
Bandbreedte < € 0,25 mln € 0,25 – € 1,0 mln € 1,0 - € 2,5 mln € 2,5 - € 5,0 mln > € 5,0 mln
Waar mogelijk zijn gevolgen op een concreet bedrag ingeschat i.p.v. op bandbreedtes. Tevens geldt dat een risico met een zeer groot gevolg niet vanwege de systematiek beperkt is tot een maximum van € 5 mln. Zeer grote risico’s kunnen dit bedrag te boven gaan. Hieronder zijn de tien ‘meest substantiële’ risico’s opgesomd. Waar het niet mogelijk bleek risico’s te kwantificeren zijn deze wel ingeschat op materialiteit, zo maken ook niet-gekwantificeerde risico’s onderdeel uit van onderstaande tien omvangrijkste risico’s. 1) Mutaties in het provinciefonds Toelichting: Rondom het provinciefonds spelen een aantal substantiële risico’s die nauw met elkaar zijn verweven. Zo dreigt nog altijd een additionele korting op het fonds (bovenop de € 36 miljoen die vooralsnog in 2011 als korting is opgelegd door de fondsbeheerders, de ministers van BZK en van Financiën). De korting draait voor een belangrijk deel om de verevening van (het rendement op) vermogen dat is ontstaan n.a.v. de verkoop van de aandelen Nuon. De wijze van verrekening en de omvang van de verrekening is nog onderwerp van discussie binnen het IPO en met BZK. Geschatte kans: 90% (zeer groot) Geschat gevolg: niet gekwantificeerd, gevolg is zeer substantieel en structureel van aard. Ons college heeft uw Staten via de startnotitie ‘opvang korting provinciefonds’ (PS2009-1024) geïnformeerd over welk traject het college wil volgen ten einde dit risico op te vangen. Vooralsnog gaat ons college uit van een bezuiniging van minimaal € 60 mln.
2) Verdwijnen opcenten motorrijtuigenbelasting Toelichting: Met de invoering van de kilometerheffing verdwijnt het provinciaal belastinggebied. Deze gebeurtenis is afhankelijk van het kabinetsbesluit inzake de kilometerheffing. Het kabinet heeft toegezegd dat de provincies een belastinggebied behouden, de vorm en omvang daarvan is nog onderwerp van discussie. Zowel interprovinciaal als met het kabinet. Geschatte kans: 50% (gemiddeld) Geschat gevolg: niet gekwantificeerd, gevolg kan zeer substantieel van aard zijn. 3) Afrekening pMJP (EHS) Toelichting: De EHS is een substantiële taak van de provincie, om deze taak te kunnen verrichten ontvangt de provincie middelen van het Rijk. Met het Rijk is overeen gekomen welke prestaties met de middelen worden gerealiseerd. In 2013 wordt de EHS afgerekend met het Rijk, in 2010 wordt samen met het Rijk een mid-term review gepleegd.
- 235 -
Ten aanzien van de EHS worden met name onderstaande drie risico’s gelopen. Alle drie risico’s zijn onderwerp van gesprek in de mid-term review. • Middelen zijn uitgegeven, maar de prestatie is niet gehaald. Dit is mogelijk als grond is aangekocht buiten de EHS (bijvoorbeeld als deze grond moet worden meegekocht met gronden die wel binnen de EHS liggen of als deze gronden worden aangekocht als ruilgrond) c.q. grondaankoop duurder is dan de vergoeding van het Rijk. Het gevolg kan zijn dat het Rijk een deel van zijn middelen terugvordert. Of en hoe zij dit doen is vooralsnog onbekend. • De compensatie van het Rijk voor inrichting van het gebied (sloop opstallen, transformatie grond in natuur) schiet tekort, het gevolg is dat de inrichting wordt gedekt uit provinciale middelen. • In het ILG dossier hebben zich werkende weg 58 ‘administratief technische’ knelpunten geopenbaard die elk een eigen financiële impact hebben. Voorbeeld van dergelijke knelpunten zijn btw vraagstukken en vraagstukken over rente. Geschatte kans: 50% (gemiddeld) Geschat gevolg: niet gekwantificeerd, gevolg is substantieel. 4) Instellingen achter obligaties gaan failliet en kunnen niet meer aan hun verplichtingen voldoen Toelichting: De verkoopopbrengsten van de aandelen Nuon zijn belegd in obligaties. De kans is aanwezig dat instellingen achter de obligaties failliet gaan en de waarde van de door die partij uitgegeven obligatie nihil wordt. De kans op dit risico wordt beheerst doordat ons college een zeer risico-avers beleggingsbeleid volgt, dit beleid is prudenter dan door de wetgever wordt voorgeschreven. Op basis van het beleggingsbeleid worden enkel ‘senior’ obligaties van AAA of AA instellingen worden aangekocht. De omvang van de maximale schade wordt beheerst door de portefeuille te spreiden over meerdere partijen. In partijen met de laagste rating wordt maximaal 2,5% van het vermogen belegd. Valuta risico’s worden uitgesloten door enkel te beleggen in Euro’s. Naast obligaties van instellingen worden ook obligaties van landen gekocht, deze landen hebben een AAA status. Zie voor een verdere toelichting ook onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Geschatte kans: nagenoeg nihil Geschat gevolg: Maximaal € 22,5 miljoen bij het failliet van één instelling met een AA rating waarin het maximum van 2,5% van het belegde vermogen ook daadwerkelijk is belegd en 50% van het belegd vermogen wordt terugontvangen na het faillissement. 5) Claim Stichting betaald voetbal ‘Vitesse Arnhem’ c.s. Toelichting: Op 22 oktober 2004 is de provincie door de Stichting betaald voetbal VitesseArnhem, Vitesse BV, de stichting Vrienden van Vitesse, de Hunnenschans BV en enkele particulieren (hierna te noemen Vitesse c.s.) gedagvaard tot verkrijging van, volgens hen, door de provincie gedane toezeggingen. De rechtbank Arnhem heeft op 7 juni 2006 vonnis gewezen ten gunste van de provincie. Daarop volgend heeft Vitesse c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Op 3 juni 2008 heeft het hof een deel van de claim alsnog gehonoreerd. Hierop heeft de provincie besloten cassatie in te stellen bij de Hoge Raad. Naar verwachting zal de Hoge Raad in mei 2010 vonnis wijzen. Als de provincie ook in cassatie in het ongelijk wordt gesteld volgt een schadestaat procedure die wederom jaren in beslag kan nemen. In de statennotities PS2008-464 en 673 hebben wij uw Staten geïnformeerd over het hoger beroep resp. het instellen van cassatie bij de Hoge Raad. Geschatte kans: niet in te schatten Geschat gevolg: niet gekwantificeerd, gevolg is substantieel 6) Het budget voor een willekeurig groot infrastructureel project is te laag begroot Toelichting: Kosten van grote infrastructurele projecten zijn door diverse oorzaken, o.a. scoopwijzigingen of exceptionele prijsstijgingen, niet altijd goed te ramen, hierdoor is het mogelijk dat kosten te laag zijn begroot en het budget niet toereikend is. Dit wordt in eerste instantie verrekend in de reserves omtrent mobiliteit (zoals de reserve Wegenbouwprojecten), maar deze kunnen daardoor ontoereikend worden. Geschatte kans: 50% (gemiddeld) Geschat gevolg: niet gekwantificeerd, gevolg is beperkt aangezien de (hogere) lasten van een dergelijk project in kapitaallasten terugkomen op de exploitatie en zo een effect hebben op meerdere jaarschijven.
- 236 -
7) De introductie van nieuwe contractvormen bij de aanbesteding van grote infrastructurele projecten kan leiden tot discussie over welke kosten voor welke partij (provincie - aannemer) zijn Toelichting: Bij de aanbesteding van grote infrastructurele projecten wordt overgegaan van een contractvorm waarin met bestekken de te realiseren productie (minutieus) is beschreven naar een contractvorm waar de provincie de kaders stelt van het project en aannemers zelf deze kaders kunnen invullen. De verwachting is dat deze nieuwe contractvormen financieel voordeliger zijn dan de oude variant. Bij de nieuwe contractvorm kan discussie ontstaan over de interpretatie van kaders en meerkosten, in de ‘oude’ variant doe deze zich minder voor omdat exact staat omschreven welke werkzaamheden dienen te worden verricht. Met de nieuwe contractvorm is ervaring opgedaan bij de renovatie van het Nijmeegse plein in Arnhem en de vernieuwing van de N302 in Harderwijk, in de toekomst moet die ervaring worden uitgebouwd waarbij uiteraard geleerd wordt van voorgaande projecten. Geschatte kans: 50% (gemiddeld) Geschat gevolg: gemiddeld € 5 miljoen per project 8) Groenfonds is niet in staat om aan de verplichtingen te voldoen Toelichting: In de periode 1995-2006 heeft het Nationaal Groenfonds voor in totaal € 172 miljoen aan leningen aangetrokken voor de verwerving van natuurgronden en voor de realisatie van de Ecologische Bodemstructuur in Nederland. De leningen worden gestaag afgelost. Bij een eventueel faillissement staat Gelderland garant voor 14,5% van de restschuld. Per ultimo 2009 bedraagt de restschuld ca. € 17,4 miljoen. Tevens heeft het Groenfonds een rol bij de provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer (pSN), de subsidieregeling is op 1-1-2007 overgegaan van het Rijk naar de provincie. Particulieren die hun landbouwgrond omvormen naar natuur kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie ter compensatie van de waardedaling van de grond. Sinds 2005 is in de regeling opgenomen dat het Nationaal Groenfonds de waardedaling in één keer in de vorm van een lening aan de grondeigenaar uitbetaalt met als tegenprestatie de overdracht in pand van zijn subsidierechten op de Provincie. Bij de overgang van de subsidieregeling naar de provincies staan de provincies garant voor de verplichtingen van het Groenfonds. Per ultimo 2009 bedraagt deze garantie € 16,9 miljoen. Geschatte kans: nagenoeg nihil Geschat gevolg: Het cumulatieve gevolg bedraagt € 34,3 miljoen, zijnde € 17,4 + € 16,9 miljoen. 9) Faillissement van zorginstellingen waarvoor de provincie garant staat Toelichting: Ultimo 2009 staat de Provincie garant voor het aflossen van geldleningen bij 14 zorginstellingen voor een totaal bedrag van € 12,7 miljoen. Het bedrag aan gewaarborgde geldleningen heeft geheel betrekking op leningen die tot medio jaren tachtig zijn afgesloten ter financiering van intramurale gezondheidsvoorzieningen. Het bedrag waarvoor de provincie garant staat, daalt als gevolg van aflossingen door de zorginstellingen. In het jaar 2027 loopt de laatste garantieverlening af. Er worden geen nieuwe garanties meer verstrekt. Geschatte kans: 10% (zeer klein) Geschat gevolg: € 12,7 miljoen 10) Indexering OV-bedrijven Toelichting: In 2008 hebben OV-bedrijven een hogere indexering gevraagd als gevolg van sterk gestegen brandstof prijzen en lonen. Om de dienstverlening te kunnen garanderen hebben zij deze hogere indexering ook ontvangen. Een dergelijke situatie kan zich wederom voordoen. De hogere indexering dient dan door de provincie te worden bekostigd. Geschatte kans: 10% (zeer klein) Geschat gevolg: € 5 miljoen. 3.4 Benodigde weerstandscapaciteit Om tot een inschatting van de benodigde weerstandscapaciteit te komen is op basis van de gekwantificeerde risico’s een virtuele risicosimulatie uitgevoerd. De risico’s met een omvangrijke schade en met een grote kans van voordoen klinken hierin harder door dan risico’s met geringe schade en kleinere kans van voordoen. Uit deze simulatie ontstaat een zogenaamde klok-verdeling van de benodigde weerstandscapaciteit bij een divers aantal ‘zekerheidspercentages’. Een zekerheidspercentage van 100% geeft de benodigde weerstandscapaciteit aan om alle gekwantificeerde risico’s ineens af te dekken. Aangezien het zeer onwaarschijnlijk is dat een dergelijke situatie zich voordoet is het niet wenselijk om dit percentage te kiezen.
- 237 -
Om tot een acceptabele weerstandscapaciteit wordt gekozen voor een zekerheidspercentage van 90%. Dit brengt de benodigde weerstandscapaciteit t.o.v. een zekerheidspercentage van 100% substantieel terug. Kanttekening hierbij is echter dat dit enkel kan worden bepaald voor de gekwantificeerde risico’s. De niet gekwantificeerde risico’s blijven buiten deze berekening en juist hiertussen bevinden zich een aantal risico’s met substantiële gevolgen. Per ultimo 2009 bedraagt het benodigd weerstandsvermogen op basis van de gekwantificeerde risico’s en met een zekerheidspercentage van 90% een bedrag van € 16 miljoen. 3.5 Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is het totaal van de middelen dat kan worden aangewend om risico’s te dekken zonder beleid te hoeven ombuigen. Een onderscheid is aan te brengen tussen incidentele weerstandscapaciteit en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de buffer van 5% van de algemene inkomsten die wordt aangehouden in de algemene reserve, de risicoreserve bestuurlijke verplichtingen en een eventueel exploitatieoverschot uit een vorig begrotingsjaar dat nog niet is aangewend. Het percentage van 5% gold in 2009 en wordt in de voorjaarsnota 2010 heroverwogen. Structurele weerstandscapaciteit bevat voornamelijk de onbenutte belastingcapaciteit, daarnaast behoort de post ‘onvoorzien’ tot deze categorie. De incidentele weerstandscapaciteit had in de primaire begroting 2009 een omvang van € 15,2 miljoen en is niet aangewend. De structurele weerstandscapaciteit had een omvang van € 58 miljoen en is evenmin aangewend. Evenwel kan worden gesteld dat de provinciale bijdrage van € 0,3 miljoen aan de gemeente Apeldoorn ter compensatie van de calamiteit tijdens de Koninginnedagviering indirect uit het weerstandsvermogen is bekostigd. De provinciale bijdrage is gedekt uit een voordeel dat zou zijn toegevoegd aan de algemene reserve als de gemeente geen provinciale bijdrage ter dekking van de kosten van deze calamiteit had ontvangen. In de begroting 2010 is de meest actuele stand van de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald op € 26,3 miljoen incidentele en € 70 miljoen structurele weerstandscapaciteit. 3.6 Weerstandsvermogen Het BBV stelt dat het weerstandsvermogen de relatie is tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit. Hoe deze relatie uitgedrukt dient te worden en welke normen er dan gelden wordt echter niet door de wetgever aangegeven. De relatie kan ook mathematisch worden gemaakt door de benodigde weerstandscapaciteit te delen door 1 de beschikbare weerstandscapaciteit en aan de uitkomst een conclusie te verbinden . Voor de provincie zou de ratio uitkomen op € 16 miljoen / € 96,3 miljoen = 16,6. Een dergelijke ratio wordt als ‘ruim voldoende’ bestempeld. Additioneel voegen wij toe dat de beschikbare weerstandscapaciteit voor de ’reguliere risico’s’ toereikend is.
1
D.Smorenberg (2006) Een norm voor het weerstandsvermogen in:B&G oktober 2006
- 238 -
C.4 Onderhoud kapitaalgoederen 4.1 Inleiding De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen handelt over het beleid en de financiële consequenties omtrent onderhoud van infrastructurele werken (met name wegen en civieltechnische kunstwerken) en gebouwen. 4.2 Onderhoud van infrastructurele werken Beleidskader Door middel van de statennotitie “Uitvoeringsprogramma instandhouding provinciaal wegennet” (PS2007755) zijn Uw Staten uitgebreid geïnformeerd over het in de toekomst noodzakelijke onderhoud aan provinciale wegen en de financiële consequenties daarvan. Om hier richting aan te geven is in 2007 een gedetailleerd uitvoeringsprogramma opgesteld voor de periode 2008-2027. Uitgangspunten voor dit programma zijn: • Het programma richt zich op instandhouding, bestaande uit onderhoud en vervanging; • In het programma is rekening gehouden met de geldende wet- en regelgeving en het vigerend beleid. In het bijzonder is rekening gehouden met de geluidsbelasting (Hotspots) en luchtkwaliteit; • Uitgangspunt is een integrale aanpak van alle omvangrijke wegwerkzaamheden binnen één of meerdere wegverbindingen (‘werk met werk maken’) teneinde de hinder voor weggebruikers en omwonenden te beperken. Lasten instandhouding infrastructuur Voor de uitvoering van het programma zijn de reële kosten berekend. Het programma is zodanig opgesteld dat in de periode 2008-2012 het achterstallig onderhoud is ingelopen. Over de periode 20082027 bedraagt de gemiddelde budgetbehoefte € 39 miljoen per jaar (prijspeil 2007), dit is € 10,5 miljoen hoger dan het oorspronkelijke budget. Bij de vaststelling van de statennotitie is besloten om het extra budget beschikbaar te stellen via een ingroeimodel. In 2009 is € 6,85 miljoen structureel beschikbaar gesteld, deze dekking bestaat uit twee componenten. Een bedrag van € 5 miljoen structureel wordt gedekt door verschuivingen binnen het beleidsveld mobiliteit, vooral door verlaging van de jaardotaties aan de Reserve Wegenbouwprojecten en de Reserve OV-Infra. Daarnaast is een bedrag van € 1,85 miljoen beschikbaar gesteld vanuit de algemene middelen. In 2010 en 2011 zal jaarlijks additioneel € 1,85 miljoen structureel beschikbaar gesteld worden uit de algemene middelen. In 2011 is daarmee de structurele dekking gegroeid tot de benodigde € 10,5 miljoen. De gemiddelde budgetbehoefte is voor zowel het reguliere onderhoud als voor het groot onderhoud. Het reguliere onderhoud, zoals het maaien van bermen, vindt jaarlijks plaats en wordt gedekt uit exploitatiebudgetten. Voor het groot onderhoud, zoals het opnieuw asfalteren van wegen, wordt jaarlijks een bedrag gespaard. Deze middelen zijn ondergebracht in de reserve ‘Instandhouding wegverharding’. Specifiek voor 2009 Voor een toelichting over het gerealiseerde onderhoud van infrastructuur en de daarmee samenhangende lasten wordt verwezen naar programma 11.2 ‘instandhouding infrastructuur’. 4.3 Onderhoud gebouwen In het kader van het programma Toekomstbestendige Huisvesting is in 2009 ingezet op een verdere uitwerking van de nieuwbouw variant. Hoewel er nog geen definitieve keus is gemaakt omtrent nieuwbouw wordt terughoudend en spaarzaam omgegaan met onderhoudsinvesteringen voor de kantoorpanden Rijnstate en Prinsenhof A en B. Hierdoor wordt het gewenste onderhoudniveau op onderdelen niet meer gehaald. Het jaarlijks service onderhoud van installaties is wel op een voldoende niveau uitgevoerd, evenals het onderhoud om de veiligheid in en om de gebouwen te waarborgen. Het rijksmonumentale Huis der Provincie en Sabelspoort zijn uiteraard op een voldoende niveau onderhouden. De jaarlijkse uitgaven van groot onderhoud kunnen sterk fluctueren tussen verschillende jaren. Om deze schommelingen op te vangen worden de lasten van het groot onderhoud gedekt uit de reserve “Groot onderhoud provinciale gebouwen”.
- 239 -
C.5 Financiering / Treasury 5.1 Inleiding De provincie Gelderland voert een solide beleid bij haar treasury-activiteiten, het uitgangspunt daarbij is defensief en risicomijdend. De financierings- en beleggingsactiviteiten worden uitgevoerd binnen de wettelijke kaders en de daarvan afgeleide provinciale regelgeving en beleggingstrategie. De belangrijkste kaders zijn in dit verband de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido), de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo), de Financiële verordening Gelderland en de Uitvoeringsregeling Financiële Verordening Gelderland. De beleggingsstrategie is verwoord in het ‘Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer’ waarin aanvullende restricties zijn opgenomen. Deze restricties zijn gebaseerd op een zeer behoedzame risicomijdende strategie. Het behalen van rendement is hieraan ondergeschikt. In het Strategisch Beleggingsplan, GS-besluit 2 februari 2010, zijn de restricties zoals opgenomen in de opdracht aan de huidige vermogensbeheerder verder aangescherpt. De portefeuille wordt hierop aangepast. In verband met de verkoop van de Nuon-aandelen betreffende het productie- en leveringsbedrijf, ontvangt de provincie Gelderland in totaal ca. € 4,4 miljard. Als eerste tranche hiervan is circa € 2 miljard op 1 juli 2009 ontvangen, het resterende deel wordt de komende 6 jaar gefaseerd ontvangen. De verkoop van de aandelen Nuon brengt de provincie in de positie van vermogensbeheer. Dit onderwerp zal hierna verder worden toegelicht. Onderscheid wordt gemaakt in het vermogensbeheer (lange termijn) en treasury (korte termijn < jaar, i.v.m. niet synchroon lopen van inkomsten/uitgaven). 5.2 Vermogensbeheer Zoals reeds in de inleiding is aangegeven brengt de verkoop van de Nuon-aandelen de provincie in de positie van vermogensbeheer. De (verwachte) cash-flow - jaarlijks per 1 juli - als gevolg van de verkoop van de Nuon-aandelen is als volgt: 2009 € 2.002 mln 1)
2011 € 660 mln
2013 € 660 mln
2015 € 925 mln
1)
evt. vrijval escrow TOTAAL € 178 mln € 4.425 mln
Escrow is een garantiebedrag voor de koper van de Nuon-aandelen ten behoeve van een praktische financiële afwikkeling van
enkele specifieke aspecten die nog voor rekening van de verkoper komen.
Het provinciaal stamkapitaal bedraagt per 31 december 2009: e 1 tranche per 1 juli 2009 (afgerond) € 2.000 mln 2) af: Gelderse Investeringsagenda 2010/2011 € 150 mln -/Provinciaal stamkapitaal € 1.850 mln 2)
De totale Investringsagenda bedraagt € 500 mln, minimaal € 350 mln daarvan is voor de volgende bestuursperiodes.
Voor vermogensbeheer is beschikbaar naar de stand van 31 december 2009: e 1 tranche per 1 juli 2009 (afgerond) € 2.000 mln Inzet bestaande deposito's € 200 mln af: Gelderse Investeringsagenda 2010/2011 € 150 mln -/Beschikbaar voor vermogensbeheer € 2.050 mln Uitbesteding van het vermogensbeheer Na grondige bestudering van de nationale en Europese regelgeving is geconcludeerd dat voor de uitbesteding van het vermogensbeheer een aanbesteding moet plaatsvinden op grond van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Inmiddels is deze procedure in gang gezet.
- 240 -
De voor een Europese aanbesteding te volgen procedure vergt de nodige tijd en zal, gezien de complexiteit (eerste in Nederland), waarschijnlijk minimaal zes tot acht maanden in beslag nemen. Voor die periode is het vermogensbeheer opgedragen aan BNG Vermogensbeheer (voorheen BCM). Op basis van regelgeving en aanvullende provinciale restricties is een beleggingsportefeuille samengesteld en gaan er geen rente-inkomsten verloren. Uitgangspunten voor provinciaal vermogensbeheer Bij GS-besluit van 14 juli 2009 is er voor een bedrag van € 1.300 mln bij “BNG Vermogensbeheer” in beheer gegeven. Tevens is bij besluit van 14 juli 2009 een 10-jarige onderhandse lening bij BNG afgesloten ad € 250 mln. Aangezien de lening aan TenneT ad € 500 mln geen doorgang heeft gevonden, is het bedrag aan vermogensbeheer bij “BNG Vermogensbeheer” bij GS-besluit van 27 oktober 2009 verhoogd naar € 1.800 mln. In het kader van functiescheiding berust de bewaarneming van de beleggingsportefeuille bij een onafhankelijke Custodian (Kasbank). Als randvoorwaarde geldt dat de provincie het haar toevertrouwd vermogen als een goed rentmeester zal beheren. Deze randvoorwaarde betekent dat: 1 de risico’s van het vermogensbeheer geminimaliseerd dienen te worden. Binnen deze restrictie wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk rendement; 2 geopereerd wordt binnen de wettelijke kaders (Wet Fido/Ruddo); 3 gehandeld wordt binnen het door de Staten vastgestelde kader zoals neergelegd in de Financiële verordening Gelderland; 4 de beleggingsportefeuille wordt opgebouwd binnen de provinciale restricties zoals geformuleerd in het GS-besluit van 7 juli 2009. Met deze uitgangspunten (kaders) verkrijgt de provincie de beschikking over een beleggings-portefeuille met een laag risicoprofiel, waarbij een optimaal rendement wordt behaald. Bij GS besluit van 2 februari 2010 is de beleggingstrategie via de zgn. “Voorhang-procedure” geactualiseerd in het “Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer”. Opbouw beleggingsportefeuille De beleggingsportefeuille van de provincie is vanaf juli 2009 door BNG Vermogensbeheer met behulp van een optimalisatiemodel voor een bedrag ad € 1.300 mln conform de provinciale restricties ingevuld. Eind oktober 2009 is daar nog eens € 500 mln aan toegevoegd. Op 18 december 2009 is de laatste transactie verricht waardoor de volledige € 1.800 mln is belegd, naast de € 250 mln 10 jr onderhandse lening bij BNG. De portefeuille is voor 71% gevuld met obligaties uitgegeven door financiële instellingen en voor 29% met obligaties uitgegeven door overheden. Binnen de portefeuille heeft circa 86,1% een AAA-rating, 12,5% een AA-rating en 1,4% een A-rating. Om eenvoudig te kunnen beoordelen of de vermogensbeheerder zich heeft gehouden aan de afgesproken restricties, worden in onderstaande tabel de provinciale restricties beknopt weergegeven, evenals de geleverde performance van de beleggingsportefeuille. De conclusies is dat de beleggingsportefeuille voldoet aan de gestelde restricties met uitzondering van de obligaties met een A-rating (1,4%). Gedurende de verslagperiode zijn obligaties van 2 debiteuren in rating verlaagd tot A-rating. Deze obligaties hadden op het moment van aankoop van minimaal 2 agencies een AA-rating. In totaal gaat het om de genoemde 1,4% van de portefeuille. In beide gevallen voldoen deze beleggingen niet meer aan de restricties zoals vastgelegd door de provincie. Betreffende obligaties zullen in de loop van 2010 alsnog worden verkocht.
- 241 -
Tabel: Verantwoording beleggingsportefeuille 2009
Provinciale restricties
Verantwoording
Gewogen gemiddelde looptijd (duration) minimaal 5 jaar en maximaal 10 jaar
De portefeuille heeft een duration van 7,43 jaar
Voor AA partijen zal een maximaal (resterende) duration van 7 gelden
Van de AA leningen heeft een lening van Deutsche Bank de hoogste duration: 6,22 jaar De maximale duration van de twee partijen met een Arating bedraagt 4,19
Alleen senior obligaties
Er zijn geen achtergestelde leningen opgenomen in portefeuille
Voor AAA partijen (overheden) geldt een maximum van 25% (van het totaal belegde vermogen) per debiteur
Geen van de debiteuren heeft een weging van meer dan 25%. Grootste overheid in portefeuille is de Oostenrijkse staat met 7,1%
Voor AAA partijen (financiële instellingen) geldt een maximum van 15% per debiteur
Grootste debiteur met een AAA rating is de Rabobank met 12,1%
Voor AA partijen geldt een maximum van 2,5% per debiteur
Grootste debiteur met een AA rating is Royal Bank of Scotland met 1,8%
Beleggingen zijn in Euro’s
Alle beleggingen luiden in Euro’s
De volgende vermogensverdeling geldt: Neutraal Minimaal Maximaal AAA beleggingen 50% 40% 100% AA beleggingen 50% 0% 60%
AAA beleggingen maken 86,1% uit van de portefeuille, 1) AA beleggingen 12,5% en A beleggingen 1,4%
1)
Gedurende de verslagperiode zijn obligaties van 2 debiteuren in rating verlaagd tot A-rating. Deze obligaties hadden op het moment van aankoop van minimaal 2 agencies een AA-rating. In totaal gaat het om de genoemde 1,4% van de portefeuille. In beide gevallen voldoet de belegging niet meer aan de restricties zoals vastgelegd door de provincie. In het kader van de Wet Fido en Ruddo, kunnen en mogen deze obligaties worden aangehouden. Betreffende obligaties zullen in de loop van 2010 alsnog worden verkocht.
Rendement Voor de bepaling van het netto rendement wordt op de ontvangen couponrente en de transitorische rente de betaalde rentekosten, alsmede de afschrijving op agio/disagio in mindering gebracht. Per saldo resteert een netto resultaat van € 16,9 mln op de beleggings-portefeuille. Samen met de behaalde rente op de onderhandse lening ad € 250 mln aan de BNG, komen de totale rente-inkomsten uit vermogensbeheer op € 21,71 mln (zie ook de toelichting hierna). Marktwaarde en nominale waarde van de beleggingsportefeuille De marktwaarde van de beleggingsportefeuille bedraagt per 31 december 2009 € 1.806 mln, ten opzichte het ingelegde vermogen van € 1.800 mln. De marktwaarde fluctueert met de actuele rentestand. Indien de rente daalt zal de marktwaarde van de portefeuille toenemen, omgekeerd zal bij een stijgende rente de waarde van de portefeuille dalen. De nominale waarde van de beleggingsportefeuille wordt bepaald door de aflossingsbedragen van de obligaties zoals deze na afloop van betreffende looptijd van de effecten plaatsvinden. De nominale waarde van de beleggingsportefeuille bedraagt per 31 december 2009 € 1.728 mln.
- 242 -
Door het saldo van agio en disagio af te schrijven over de duur van de resterende looptijd en de betaalde rente eveneens aan het vermogen toe te voegen, wordt het nominaal ingelegd vermogen ad € 1.800 mln aan het eind van de looptijd van de portefeuille geborgd. Behaalde rente-inkomsten uit vermogensbeheer De rente-inkomsten uit vermogensbeheer zijn verkregen uit de beleggingsportefeuille die vanaf juli 2009 tot eind december 2009, geleidelijk, is opgebouwd. Het netto resultaat is als volgt: couponrente 2009 € 4,07 mln nog te ontvangen couponrente over 2009 € 40,38 mln af: betaalde rente € 26,32 mln -/af: afschrijving saldo agio/disagio € 1,26 mln -/subtotaal € 16,87 mln Rente 10-jarige lening ad € 250 mln Netto rente-opbrengst uit vermogensbeheer
€ 4,84 mln € 21,71 mln
Toelichting: - De couponrente betreft de in het jaar 2009 ontvangen rente op de gekochte obligaties. - De nog te ontvangen couponrente betreffen het deel van de rente-inkomsten die in 2010 worden uitgekeerd, doch betrekking hebben op het jaar 2009. - De betaalde rente is het bedrag dat bij aankoop van een obligatie wordt betaald aan de vorige eigenaar als overbrugging/compensatie van de periode tussen de vervaldatum van de couponrente en de aankoopdatum van de obligatie. - Agio is het bedrag dat op basis van de netto contante waarde extra voor een obligatie wordt betaald indien de rentevergoeding van betreffende obligatie hoger is dan de vigerende marktrente. Disagio is het bedrag dat op basis van de netto contante waarde minder voor een obligatie wordt betaald indien de rentevergoeding van betreffende obligatie lager is dan de vigerende marktrente. Het saldo van agio en disagio wordt conform het “Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten” (BBV) afgeschreven over de resterende looptijd.
5.3
Treasury
Liquiditeitsoverschotten De ontwikkeling van reserves en voorzieningen is de belangrijkste oorzaak geweest van het ontstaan van een tijdelijk liquiditeitsoverschot. De middelen die de provincie van de rijksoverheid en andere partijen ontvangt komen meestal later tot besteding. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door het feit dat de provincie bij de daadwerkelijke besteding van deze gelden deels afhankelijk is van langdurige procedures, afspraken met andere partijen, alsmede van acties van derden waarop beperkte invloed kan worden uitgeoefend. Als voorbeeld noemen wij de middelen die zijn toegevoegd aan de MIG. Hoewel de bestemming hiervan t.b.v. de verschillende projecten inmiddels vastligt, ligt de besteding (betaalmoment) later. De werkelijke stand van het liquiditeitsoverschot was begin 2009 € 653 mln (zie onderstaande grafiek). Betreffend tijdelijk overschot wordt weggezet in deposito’s. In de periode juli–oktober nam de depositoruimte tijdelijk fors toe als gevolg van een reservering voor een beoogde lening aan TenneT. Deze lening vond echter geen doorgang, derhalve is in oktober door ons college besloten het betreffende bedrag ad € 500 mln in beheer te geven bij BNG Vermogensbeheer naast het bedrag ad € 1,3 miljard dat reeds bij hen in beheer was. Eind december 2009 bedroeg het saldo aan deposito’s € 575 mln. De deposito’s worden in de loop van 2010 terugbetaald aan de provincie, inclusief rentevergoeding. Per balansdatum (31-12-2009) staan 6 deposito’s uit, waarvan de laatste vervalt op 1 juli 2010.
- 243 -
x € 1.000.000,-
Uitgezette gelden januari t/m dec 2009 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 0 -1 01 1-
9 -0 12 1-
9 -0 11 1-
9 -0 10 1-
9 -0 09 1-
9 -0 08 1-
9 -0 07 1-
9 -0 06 1-
9 -0 05 1-
9 -0 04 1-
9 -0 03 1-
9 -0 02 1-
9 -0 01 1-
Op de uitgezette deposito’s is in 2009 een renteopbrengst gerealiseerd van € 13,1 mln. Het gemiddelde rendement op deposito’s kwam daardoor uit op 1,74%. Bij de keuze van de looptijd van de deposito’s is het streven, de gelden 3 tot 9 maanden weg te zetten. De keuze van de looptijd is vooral afhankelijk van de (verwachte) schommelingen in de liquiditeitsbehoefte van de provincie. 5.4
Totale rente-inkomsten / MIG
Het totaalbedrag aan rente-inkomsten in 2009 is als volgt samengesteld: Rente uit vermogensbeheer € 21,71 mln Rente uit treasury (deposito’s) € 13,10 mln Rekening-courant rente € 1,17 mln Rente-inkomsten € 35,98 mln af: ten behoeve van exploitatie af: inflatie-/rentevergoeding reserves Totaal beschikbare rente
€ 6,0 mln -/€ 6,27 mln -/€ 23,71 mln
De ontvangen rente in 2009 ad € 35,98 mln zal conform de werkwijze die bij de Begroting 2010 is vastgelegd (PS2009-728) worden toegevoegd aan de MIG onder aftrek van een bedrag van € 6 mln hetgeen ten bate komt aan de exploitatie als algemeen dekkingsmiddel, alsmede de aftrek wegens omslagrente ad € 6,27 mln. Uitgangspunt t.a.v. de inflatie-/rentevergoeding is dat de reserves ter behoud van koopkracht een vergoeding krijgen. Een groot deel van de reserves zijn uitgezet als deposito. De renteopbrengst uit deposito’s (€ 13,1 mln) wordt derhalve voor een deel (€ 6,27 mln) doorgeboekt naar de reserves. In de MIG is voor het jaar 2009 rekening gehouden met een geraamde opbrengst van ruim € 25 mln. De werkelijke ontvangst zoals hierboven becijferd van € 23,71 mln blijft daarmee enigszins achter bij de raming. In de eerstvolgende actualisering van de MIG zal een en ander worden meegenomen. Voorts zal in het kader van de Voorjaarsnota 2010 worden bezien of er al dan niet een geheel of gedeeltelijke inflatiecorrectie op het stamkapitaal ten laste van de rente uit vermogensbeheer (€ 21,71 mln) zal plaatsvinden.
5.5
Risicobeheer
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een norm die door het Rijk is ingesteld om te voorkomen dat lagere overheden teveel risico nemen door financieringsbehoefte met kortlopende middelen af te dekken. Op grond van een
- 244 -
ministeriële regeling is de kasgeldlimiet voor het jaar 2009 vastgesteld op 7% van de begroting. Daarmee is de kasgeldlimiet voor de provincie Gelderland vast te stellen op 7% van het begrotingstotaal van € 1.195 mln, zijnde € 83,65 mln. Per kwartaal wordt getoetst of deze norm wordt overschreden. De norm betekent, dat per kwartaal de gemiddelde kortlopende schuld het bedrag van € 83,65 mln niet mag overschrijden. In 2009 zijn door de provincie geen kortlopende leningen opgenomen, er is derhalve geen sprake geweest van overschrijding van deze norm. In het kader van de wijziging in de wet Ruddo zouden de overzichten van de kasgeldlimiet per kwartaal moeten worden gepresenteerd. Aangezien er door de provincie in 2009 geen kortlopende leningen zijn opgenomen, geven deze overzichten geen nader inzicht en zijn derhalve niet opgenomen. Rente-risiconorm Deze norm heeft betrekking op de spreiding van de vaste schuld: er is door het Rijk een kader gesteld dat beoogt tot een zodanig gespreide opbouw van de vaste leningenportefeuille te komen dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De rente-risiconorm is door de minister vastgesteld op 20% van de vaste schuld per 1 januari, met een minimumbedrag van € 2,5 mln. De vaste schuld op 1 januari 2009 was € 41,9 mln. De rente-risiconorm voor 2009 was € 8,4 mln. Op de opgenomen leningen is in 2009 een bedrag van € 7 mln afgelost. Omdat er voor de financiering van de aflossing van deze leningen geen nieuwe leningen zijn aangetrokken, heeft de provincie Gelderland over dit deel geen renterisico gelopen. Verdere wijzigingen hebben zich in de vaste schuld niet voorgedaan.
Rente-risiconorm Bedragen x € 1.000.000,-
2009
2008
Rente-risiconorm Stand vaste schuld (per 1 januari) Door Ministerie vastgestelde percentage Rente-risiconorm
41,9 20% 8,4
48,9 20% 9,8
Wijzigingen Renteherziening
0
0
Netto nieuw aangetrokken vaste schuld Aflossing Herfinanciering (= laagste van nieuwe schuld en aflossing)
0 7 0
0 7 0
Totaal renterisico (= renteherziening + herfinanciering)
0
0
Ruimte onder de rente-risiconorm Overschrijding rente-risiconorm
8,4 0
9,8 0
5.6
Financieringspositie
Kredietrisicobeheer Het totaalbedrag aan uitstaande gelden bedroeg per 31 december 2009 € 86,70 mln. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Uitgeleend geld Achtergestelde lening Nuon Vitens Stimuleringsfonds volkshuisvesting Ned. gemeenten Achmea Hypotheekbank Openluchtmuseum Gemeente Apeldoorn Gemeente Elburg Overig
- 245 -
€ 58,99 mln € 20,77 ,, € 1,73 ,, € 1,54 ,, € 1,17 ,, € 1,36 ,, € 0,47 ,, € 0,67 mln
Totaal
€ 86,70 mln
De achtergestelde lening lening aan Nuon ad € 58,99 mln zal in maart 2010 door Nuon worden afgelost. Het verstrekken van leningen aan instanties met minimaal een A-rating zoals Nuon, Vitens en Achmea is wettelijk toegestaan (Fido), aangezien het bedrijven betreft die de publieke taak c.q. het openbaar belang dienen. Vaste schuld Op 1 januari 2009 bedroeg de langlopende schuld van de provincie Gelderland € 41,9 mln. Per balansdatum (31-12-2009) is de langlopende schuld € 34,91 mln. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Aantal leningen 4 1 1 3
Rentepercentage 3,38% - 3,44% 3,57% 4,05% 5,7%; 5,92%; 6,75% Totaal
Restant aflossing € 23,82 mln € 4,0 ,, € 3,40 ,, € 3,69 mln € 34,91 mln
De rentekosten over bovengenoemde opgenomen leningen bedraagt ultimo 2009 € 1,46 mln (gemiddeld 3,9%). Voor wat betreft het overgrote deel van deze leningen bedragen de rentekosten minder dan de renteopbrengst uit vermogensbeheer, derhalve is het niet aan de orde deze vervroegd af te lossen. De laatstgenoemde 3 leningen hebben nog een korte resterende looptijd, deze worden in de loop van 2011/2012 afgelost.
- 246 -
C.6 Bedrijfsvoering 6.1 Inleiding In de paragraaf bedrijfsvoering leggen wij verantwoording af over een aantal aangelegenheden van de organisatie van deze provincie. Achtereenvolgens gaan wij in op: het proces ‘Gelderland in Beweging’, de uitvoering van de begroting in relatie tot de inzet van personeel, een analyse van de apparaatskosten, het personeelsbeleid, ziekteverzuim binnen de provincie, het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) dat eind 2009 heeft plaatsgevonden en de stand van zaken rond de ‘toekomst bestendige’ huisvesting. Daarnaast geven wij een weerslag van de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid van provinciaal beleid en rechtmatigheid van provinciaal handelen en leggen wij verantwoording af in het kader van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. 2
Omtrent de analyse van de apparaatskosten is ervoor gekozen om de afwijkingen op de apparaatskosten in de diverse programma’s centraal te verantwoorden in deze paragraaf in plaats van een verantwoording per programma op te nemen. Deze werkwijze komt ons inziens de overzichtelijkheid en leesbaarheid ten goede. 6.2 Gelderland in beweging Het jaar 2009 stond voor een belangrijk deel in het teken van het uitvoeren van de reorganisatie “Gelderland in beweging” (GIB). De tijd van het voorbereiden van de nieuwe organisatie, het omzetten van de organisatiestructuur en het plaatsen van de medewerkers was voorbij. De nieuwe organisatie ging van start. De belangrijke doelstellingen van de reorganisatie zijn: - het verbeteren van de realisering van de uitvoeringsprogramma’s; - het verbeteren van de externe dienstverlening; - het verhogen van de integraliteit en consistentie van beleid; - het professionaliseren van de interne bedrijfsvoering en het realiseren van efficiencyvoordeel. De start van de nieuwe organisatie was meteen ook de lakmoesproef: gaat de nieuwe organisatie, ‘de blauwdruk’ ook daadwerkelijk zo functioneren? Wij realiseren ons dat de realiteit zich zelden via een ‘blauwdruk’ laat sturen, dergelijke processen blijven mensenwerk. Wij beseften en beseffen dat een organisatie die voor het eerst in bijna 20 jaar het roer zo radicaal om gooit tijd nodig heeft om de nieuwe werkprocessen in te laten slijten. Daarover heeft ons college afspraken met uw Staten gemaakt (vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2008 PS2007-443). Wij zorgen ervoor dat de nieuwe organisatie duidelijk een grotere effectiviteit en efficiëntie oplevert. Voor eind 2011 moet de nieuwe organisatie een taakstelling van € 4,2 mln realiseren op de apparaatskosten. De omvang van de totale formatie zakt hierdoor van 1390 fte op 1 januari 2009 naar 1320 fte op 1 januari 2012. Realiserende dat, zoals aangegeven, het enige jaren duurt voordat de nieuwe organisatie daadwerkelijk conform de geformuleerde doelstellingen werkt, is er in 2009 nog geen sprake geweest van realisatie van efficiëntie en dus ook niet van enige bezuiniging; sterker zoals verwacht heeft de organisatie relatief hoge kosten gemaakt wat tot uitdrukking komt in de hoger dan begrote apparaatskosten. 6.3 De uitvoering van de begroting in relatie tot de inzet van personeel Om de implementatie van de nieuwe organisatie verder te faciliteren hebben wij met u de afspraak gemaakt dat wij meer op Reserve Algemene Bedrijfsvoering (RAB) mogen interen dan binnen de reguliere afspraken en marges gebruikelijk is (Beleidsbegroting 2008, PS2007-443). Hierbij is de voorwaarde gesteld dat we het tekort compenseren voor eind 2011. Vanaf 2012 gelden de normale afspraken dat de RAB een maximale omvang heeft van 3% van de begrote apparaatskosten en dat jaarlijks maximaal 2% van de begrote apparaatskosten kan worden toegevoegd aan de reserve. Het jaar 2009 heeft aangetoond dat die afspraken nodig zijn en onze verwachtingen realistisch zijn geweest. Het is een roerig jaar geweest ten aanzien van de implementatie en dat heeft ook geleid tot hogere afdelings- en inhuurkosten. Hoger dan verwacht, omdat een bijkomende factor de groeiende inspanning was om onderbesteding van de budgetten te voorkomen voor zover dat binnen de 2
Apparaatskosten bestaan met name uit salarissen en sociale lasten van directe medewerkers en overhead, inhuur van externen (niet zijnde opdrachten) en ‘overige kosten’ als beveiliging, schoonmaakkosten en huisvestingskosten.
- 247 -
invloedssfeer van ons college valt. Daarbij komt dat de ambities van u en ons college in 2009 zijn verhoogd door de twee recessievoorstellen die uw Staten hebben vastgesteld. De begroting steeg daarmee tot over een historische grens van een miljard euro. Het hielp dat de vacaturestop, die tijdens de GIB voorbereiding van kracht was, werd opgeheven. Vacatures zijn met grote voortvarendheid ingevuld. Wij zijn helaas niet in staat geweest om volledig tegemoet te komen aan de gestegen ambities en moeten constateren dat de begroting in 2009 naar beneden moest worden bijgesteld. Niettemin zijn er gezien de omstandigheden significante resultaten neergezet en heeft de nieuwe organisatie – realiserend dat we het volle potentieel zeker nog niet bereikt hebben – de lakmoesproef doorstaan en staat het GIB concept. Dit heeft er, zoals aangegeven, wel toe geleid dat de druk op de apparaatskosten verder steeg wat tot uiting komt in een groter dan verwacht beroep op de RAB voor 2009. Een belangrijk onderdeel van de hogere apparaatskosten in het jaar 2009 is een gevolg van een groeiend beroep op externe kennis en capaciteit ten opzichte van 2008. Daarover bent u reeds geïnformeerd via statennotitie PS2009-1027. Wij stelden daarbij vast dat het aandeel van inhuur ten opzichte van de totale programmabegroting echter niet is gestegen en dat ook de vaste formatie ondanks de groei van de begroting de afgelopen jaren niet proportioneel is gestegen.
16,0% 14,0% 12,0% aandeel pers. in totale kosten
10,0%
aandeel eigen personeel
8,0%
aandeel inhuur
6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 2007
2008
2009
Grafiek: Procentuele aandeel van personele kosten t.o.v. programmabegroting 2007 t/m 2009 Het college heeft de inzet van externen vergeleken met de “13% norm” van de Rijksoverheid en heeft voor een vergelijking de Rijksdefinitie gehanteerd. Deze norm betekent dat externe inhuur tot een omvang van 13% vrij is; inhuur die hierboven komt moet uitdrukkelijk verantwoord worden. De definitie die het Rijk voor deze norm hanteert is omschreven in de rijksbegrotingsvoorschriften 2009: “externe inhuur is het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de rijksoverheid (c.q de provincie) in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, waarop door de opdrachtgever mede gestuurd wordt”. Deze externe inhuur wordt berekend op basis van acht categorieën, zoals verantwoord in de departementale jaarverslagen: Interim-management; Organisatie- en formatieadvies; Beleidsadvies; Communicatieadvies; Juridisch advies; Advisering opdrachtgevers automatisering; Accountancy, financiën en administratieve organisatie en Uitzendkrachten. Uitbestedingen zoals uitbesteding van facilitaire dienstverlening of het ontwikkelen, bouwen, aanleggen, onderhouden en exploiteren van infrastructurele werken vallen niet onder deze definitie. Deze vergelijking geeft aan dat de provincie op een percentage van rond de 19% zit voor een bedrag van ongeveer € 20,0 mln. Dit voor enerzijds het opvangen van vacatures, ziekteverzuim en het voorzien in extra capaciteit en anderzijds inhuur vanuit de keuze de vaste formatie niet uit te breiden, maar te werken met een zogenaamde flexibele schil, waarbij ook wordt overwogen of dat al dan niet leidt tot een te hoog
- 248 -
afbreukrisico. Een uitsplitsing per categorie is nog niet te maken, omdat de redenen voor inhuur niet in detail worden geregistreerd. Vanaf voorjaar 2010 zullen wij in de administratie de mogelijkheid opnemen om de reden van inhuur te administreren, opdat daarover ook kan worden gerapporteerd. Wij willen nog geen oordeel verbinden aan de 19% score. Niet alleen is het jaar 2009 mogelijk geen representatief jaar geweest, maar is de provincie met haar eigen takenpakket als zodanig niet te vergelijken met de rijksoverheid. Daarnaast staat 2010 in het teken van de provincie nieuwe stijl met een nieuw takenpakket. Afhankelijk van dat takenpakket en tegelijk met het verwerken van de bezuinigingsvoorstellen zullen we bij begroting 2011 aan uw Staten een zienswijze presenteren hoe we deze rol en het bijbehorende takenpakket gaan uitvoeren. Daarin zal de afweging tussen zelf doen, uitbesteden, inhuur dan wel tijdelijk personeel een plek krijgen, als ook de organisatie van de ondersteunende functies. Deze laatstgenoemde functies bepalen voor een belangrijk deel de omvang van de overhead. Voor een bedrag van € 33,0 mln. is op basis van uitbesteding door externe partijen uitgevoerd. Bij deze uitbestedingen is er sprake van een opdrachtgever-opdrachtnemer relatie en wordt een afspraak gemaakt over een resultaatsverplichting. Ten aanzien van het eigen personeel toont de hiernavolgende tabel hoe op peildatum 1 januari 2010 per afdeling de vastgestelde formatie zich verhoudt tot de werkelijke bezetting. Afdeling
Vastgestelde formatie (fte)
Beheer & Onderhoud B&S Mobiliteit, Economie & Ruimtelijke Ordening B&S Milieu, Water & Landelijk Gebied B&S Wonen, Sociaal & Cultuur Bureau Bestuur & Directie Control Concerncommunicatie Directie Financiën & Bedrijfsvoering Facilitaire Dienstverlening Handhaving Informatievoorziening & Automatisering Juridische Zaken en Inkoop Kabinet P&C Mobiliteit, Economie & Ruimtelijke Ordening P&C Milieu, Water & Landelijk Gebied P&C Wonen, Sociaal & Cultuur Personeel & Organisatie Project Management Bureau Prioritaire Programma's Provinciale Staten – Griffie Subsidieverlening Toezicht & Advies Lokale Overheden Uitvoering Werken Vergunningverlening Totaal
172 44 37 19 22 8 37 5 92 148 98 104 29 20 57 64 74 42 6 4 8 42 65 77 116 1390
Bezetting GiB ambtenaar vast / Taakstelling tijdelijk (fte) 159 46 34 15 21 7 1 43 7 1 76 23 119 25 87 96 22 3 18 1 61 78 79 36 4 20 3 8 54 4 55 8 84 98 1326 70
Voor met name de Programmering&Contractering (P&C) afdelingen, de afdeling Subsidieverlening en de afdeling Uitvoering Werken geldt dat de werkelijke bezetting hoger is dan de vastgestelde formatie. Bij deze afdelingen is een grotere bezetting noodzakelijk vanwege meer werk, veelal zijn dit tijdelijke projecten. De hogere bezetting wordt gedekt uit programmatische middelen voor deze tijdelijke projecten.
- 249 -
Specifiek voor het Project management bureau (PMB) geldt dat een groot deel van de medewerkers zich zelf terugverdient door intern uren te declareren. Deze werkwijze verhoogt de flexibele inzet van eigen personeel, borgt de opgebouwde kennis en ervaring en verkleint de afhankelijkheid van externe projectleiders. Naast de in de tabel genoemde bezetting, is op peildatum 1 januari 2010, sprake van externe inhuur van ongeveer 250 fte. Verhoudingsgewijs is de externe inhuur groot bij een aantal afdelingen zoals: • Uitvoering Werken, waar bewust is gekozen voor een flexibele schil; • Financiën en Bedrijfsvoering, waar voor 1 januari 2012 een grote taakstelling gerealiseerd moet zijn en vacatures niet worden ingevuld. • Subsidieverlening waar bewust is gekozen voor een flexibele schil om Europese subsidiestromen te verwerken • Informatievoorziening en Automatisering, waar bewust gekozen is voor een flexibele schil om expertise die wij dan ook niet zelf hoeven te onderhouden in huis te hebben • Communicatie, waar de inhuur wordt bepaald op grond van de zich voordoende projecten. 6.4 Analyse apparaatskosten De apparaatskosten worden verdeeld over de programma’s van uw Staten. De apparaatskosten zijn begroot door de arbeidsgerelateerde kosten van het primaire apparaat te verdelen over de programma’s en deze vervolgens te vermeerderen met een opslagpercentage. Met dit percentage worden de arbeidsgerelateerde kosten van de overhead en de overige lasten verdeeld. Voor de bepaling van de werkelijke apparaatskosten zijn de werkelijke arbeidsgerelateerde kosten per programma vermeerderd met hetzelfde relatieve aandeel voor overhead en overige kosten als in de begroting. In 2009 is in totaal € 1,8 mln. meer aan apparaatskosten verantwoord dan begroot, dit is een nadelig verschil. De overschrijding wordt verklaard door onderstaande factoren: •
•
• •
Een voordelig verschil is ontstaan doordat voor € 9,3 mln minder aan salarislasten is verantwoord dan geraamd. Het positieve verschil is met name ontstaan door het geleidelijk invullen of uiteindelijk niet invullen van vacatureruimte na het opheffen van de vacaturestop per 1-1-2009. Een nadelig verschil is ontstaan doordat voor € 16,1 mln meer externe deskundigheid is verantwoord dan geraamd. Externen worden ingehuurd voor het opvangen van vacatures, ziekteverzuim en het voorzien in extra capaciteit en anderzijds inhuur vanuit de keuze de vaste formatie niet uit te breiden, maar te werken met een zogenaamde flexibele schil. Een voordelig verschil is ontstaan doordat het zorgkostenbudget voor € 1,3 mln. minder is aangewend dan geraamd. Een voordeel is ontstaan doordat het budget voor decentrale arbeidsvoorwaarden voor € 1,8 mln. minder is aangewend dan geraamd.
Vervolgens komen niet al deze lasten in de exploitatie. • Het verschil op afdelingsniveau telt op tot € 3,7 mln. Een deel van de apparaatskosten worden echter gedekt door reserves en voorzieningen of worden geactiveerd. Met name bij de wegenbouwprojecten zijn meer apparaatskosten geactiveerd dan begroot. Hierdoor loopt het verschil in de exploitatie terug tot een bedrag van € 1,8 mln. De totale afwijking is echter niet evenredig over de diverse programma’s verdeeld. Daar waar verhoudingsgewijs meer externe deskundigheid is ingezet zijn door de huidige systematiek van doorbelasten van apparaatskosten naar de programma’s hogere lasten verantwoord. Ons college heeft afspraken met uw Staten gemaakt over de apparaatskosten (vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2008 PS2007-443). Wij zorgen ervoor dat de nieuwe organisatie duidelijk een grotere effectiviteit en efficiëntie oplevert. Voor eind 2011 moet de nieuwe organisatie een taakstelling van € 4,2 mln realiseren op de apparaatskosten. De omvang van de totale formatie zakt hierdoor van 1390 fte op 1 januari 2009 naar 1320 fte op 1 januari 2012. Realiserende dat, zoals aangegeven, het enige jaren duurt voordat de nieuwe organisatie daadwerkelijk conform de geformuleerde doelstellingen werkt, is er in 2009 nog geen sprake geweest van realisatie van efficiëntie en dus ook niet van enige bezuiniging; sterker zoals verwacht heeft de organisatie relatief hoge kosten gemaakt wat tot uitdrukking komt in de hoger dan begrote apparaatskosten.
- 250 -
6.5 Personeelbeleid Wij hebben reeds aangegeven dat wij binnen het kader van de bezuinigingen en de provincie nieuwe stijl in 2010 zullen bezien op welke wijze wij onze rol en het bijbehorende takenpakket willen gaan uitvoeren. Naast deze vraagstelling hebben wij in 2009 geconstateerd dat er een zorg is over de personeelsopbouw van onze organisatie. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers van de provincie is 47,3 jaar. De organisatie is sterk aan het vergrijzen. Dat wil zeggen dat naast de reguliere uitstroom wegens baanverandering en om andere redenen (die jaarlijks ongeveer 3%) bedraagt, in de komende 10 jaar ongeveer 25% wegens pensionering onze organisatie zal verlaten. Dit heeft tot gevolg dat er een toenemende behoefte zal zijn aan vervanging. Dit terwijl de arbeidsmarkt steeds krapper wordt en onze concurrentiepositie voor het kunnen aantrekken van jongere medewerkers en het aantrekken van medewerkers met de juiste kwaliteiten steeds moeilijker wordt. Bij ongewijzigd beleid zal dat leiden tot een minder evenwichtige opbouw van het personeelsbestand, door het niet kunnen binnenhalen van jonge medewerkers, het daardoor missen van nieuw en moderne inzichten, etc. Daarnaast worden we uiteraard geconfronteerd met het groeiend tempo van vertrekkende ervaren en kundige medewerkers. Dit toekomstperspectief wordt meegewogen in het te voeren P&O beleid en de maatregelen die in het kader van de bezuinigingen worden overwogen 6.6 Verzuim Hoewel de verzuimdoelstelling (5%) ook dit jaar is gehaald, is in onderstaande tabel te lezen dat het verzuim in 2009 licht is gestegen. Dit geldt zowel voor het langdurig verzuimpercentage, als de verzuimfrequentie. Alleen het verzuim korter dan een jaar daalde licht van 4,4% naar 4,2%. Daarnaast zien we wel dat de verzuimfrequentie is toegenomen. Het is voor een bewogen jaar als 2009 bevredigend te zien dat het verzuim niet significant is gestegen. Dit resultaat lijkt consistent met de resultaten in het Medewerker Tevredenheids Onderzoek. De gestegen frequentie zou er verband mee kunnen houden dat medewerkers in het veeleisende jaar vaker een kort moment van herstel nodig hebben gehad. jaar 2009 2008 2007 2006
percentage exclusief langdurig verzuim 4,2 % 4,4 % 3,9 % 4,0 %
percentage inclusief langdurig verzuim 4,7 % 4,6 % 4,2 % 4,5 %
doelstelling verzuim % 5% 5% 5% 5,6 %
meldingsfrequentie 1.8 1.6 1.6 1.7
6.7 Medewerker Tevredenheids Onderzoek (MTO) Eind 2009 is er een MTO gehouden, de respons op dit onderzoek bedroeg 71%. In hoofdlijn kan worden vastgesteld dat de meeste medewerkers tevreden tot zeer tevreden zijn over hun baan en de provinciale organisatie. In de context van de recente reorganisatie is dit resultaat bijzonder positief te noemen. Zo is 87% van de medewerkers tevreden tot zeer tevreden over hun baan. 9% van de medewerkers is noch tevreden, noch ontevreden. Slechts 4% van de medewerkers is tamelijk ontevreden. In vergelijking met het MTO van 2006 is er sprake van een lichte stijging van de tevredenheid. In vergelijk met andere overheidsorganisaties scoort de provincie Gelderland bovengemiddeld. Over het werken bij de provincie Gelderland is 73% van de medewerkers tevreden tot zeer tevreden. 18% is noch tevreden, noch ontevreden. 9% van de medewerkers is tamelijk ontevreden. Ook hier is sprake van een lichte stijging in de tevredenheid t.o.v. het MTO in 2006. In vergelijking met andere overheidsorganisaties zit de provincie hier in de middenmoot. 6.8 Huisvesting In het kader van het programma Toekomstbestendige Huisvesting is in 2009 ingezet op een verdere uitwerking van het alternatief nieuwbouw. Aan de hand van de intentieovereenkomst met de gemeente Arnhem en het Rijk is het stedenbouwkundigplan Prinsenhof opgesteld. Daarnaast is met inbreng van de medewerkers een programma van eisen opgesteld. Tenslotte is er een bijgestelde (vastgoed) exploitatie opgesteld. Medio december hebben wij bij de vaststelling van de startnotitie ‘opvang korting provinciefonds’ (PS2009-1024) besloten om het besluit tot nieuwbouw tot tenminste de voorjaarsnota 2010 uit te stellen aangezien rekening wordt gehouden met een krimp van het apparaat en wij de nieuwbouw expliciet willen
- 251 -
betrekken in de integrale afweging van bezuinigingsvoorstellen die wij u bij voorjaarsnota zullen voorleggen. 6.9
Doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid
Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid in het kader van artikel 217a Provinciewet Op basis van artikel 217a van de Provinciewet voert ons college onderzoeken uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerd bestuur. In de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Gelderland zijn hierover nadere procedures bepaald. Hier is ondermeer in opgenomen dat jaarlijks bij de begroting aan u een onderzoeksplan wordt aangeboden en dat ons college over de uitvoering van het onderzoeksplan rapporteren in de jaarrekening. De onderzoeken van ons college worden uitgevoerd naast de onderzoeken van de Rekenkamer OostNederland en de Statencommissie van Onderzoek. Voor 2009 heeft ons college besloten onderzoek te verrichten naar: • Inhoudelijke en financiële realisatie GMP 2008: in hoeverre realiseert het GMP haar beleidsinhoudelijke en financiële doelen in 2008? • Openbaar vervoer, regiotaxi’s: hoe is dit organisatorisch geregeld, worden de mogelijkheden c.q. instrumenten op een efficiënte wijze gehanteerd in de zin van te behalen resultaten? Hieronder rapporteren wij over deze onderzoeken. Onderzoek GMP 2008 Het doel van dit onderzoek was vooral gericht op leren van het GMP3 zodat dit als input gebruikt kan worden voor het GMP4. Voor het beleidsinhoudelijke deel van het 217a-onderzoek zijn de gegevens van de Beleidsevaluatie GMP3 benut dat is uitgevoerd ten behoeve van het GMP4. De belangrijkste conclusie van het 217a-onderzoek is, dat het GMP3 zoals het in 2004 is opgesteld, een complex geheel aan (ambitieuze) doelen blijkt te zijn dat in opzet en uitvoering moeilijk monitorbaar en stuurbaar was in zowel beleidsinhoudelijke als financiële zin. Bij de verlenging in 2008 is qua sturing een verbeterslag aangebracht. Uit het onderzoek vloeien 10 aanbevelingen voort, waarvan het merendeel betrekking heeft op de uitwerking van het GMP4-plan in het uitvoeringsprogramma. Bij de vaststelling van het uitvoeringsprogramma zal aangegeven worden op welke wijze de implementatie van deze aanbevelingen heeft plaatsgevonden. Met de aanbevelingen die van toepassing zijn op het ontwerp GMP4 is bij het opstellen van het voorliggend ontwerp GMP4 rekening gehouden. Het rapport van het onderzoek is evenals de beleidsevaluatie en zoals toegezegd aan de commissie Ruimtelijke Ordening, Wonen en Milieu ter kennisneming beschikbaar gesteld. Onderzoek Regiotaxi Om na bijna drie jaar uitvoeringservaring de balans op te maken over het functioneren van Regiotaxi Gelderland en een blik vooruit te kunnen werpen is besloten een beleidsevaluatie te laten uitvoeren naar de effecten van de systeemwijziging per 1 januari 2007 en de mate van realisatie van de oorspronkelijke, bestuurlijke ambities. Ook is een separaat, onafhankelijk onderzoek verricht naar de beheerfunctie van Regiotaxi. De resultaten en aanbevelingen hiervan zijn neergelegd in de Statennotitie “Regiotaxi Gelderland: beleid, kwaliteit en financiering” die ter kennisneming aan de Commissie Mobiliteit en Economische Zaken en de Commissie Algemeen Bestuur en Financiën zijn gezonden (PS2010-1, CABF/CMEZ 10 februari 2010 en PS 3 maart 2010). Hier is ook nog afzonderlijk ingegaan op de te bereiken maatschappelijke effecten. Gemakshalve verwijzen wij naar de hier genoemde statennotitie. Onderzoek rechtmatigheid Pilot rechtmatigheid In het verslagjaar 2008 heeft de provincie Gelderland met een aantal gemeenten deel genomen aan een landelijke pilot teneinde de transparantie in de verantwoording over het rechtmatig handelen te vergroten. De evaluatie van deze pilot leert onder meer dat volgens de deelnemers de rapportage rechtmatigheid de verantwoordelijkheid van het college voor de rechtmatigheid verheldert/onderstreept. Alleen al om deze reden wordt daarom ook in de Beleidsrekening 2009 overeenkomstig de pilot gehandeld. In de pilot werd de lijn gevolgd die bij het Rijk geldt. Geprojecteerd op de provincie houdt dat in: het college van Gedeputeerde Staten is verantwoordelijk voor rechtmatig handelen en verantwoordt zich naar
- 252 -
Provinciale Staten over geconstateerde onrechtmatigheden; de accountant controleert of dit getrouw gebeurt (oftewel juist, volledig en tijdig is). Hierdoor komt de discussie over de mate en omvang van rechtmatigheid te liggen tussen ons college en uw Staten. Door de aanpassing van de regelgeving bij het Rijk verstrekt de accountant van het ministerie niet langer een verklaring met rechtmatigheidoordeel. In de paragraaf ‘bedrijfsvoering’ gaan de ministeries nader in het rechtmatig handelen. Omdat de regelgeving voor de provincies en gemeenten ongewijzigd is gebleven, zal de accountant, die de provincie controleert, niettemin ook over 2009 een verklaring met rechtmatigheidoordeel geven. Onze verantwoording over de rechtmatigheid hebben wij overeenkomstig de opzet van de verslaggeving bij het Rijk opgenomen in deze paragraaf ‘bedrijfsvoering’. Uitgangspunten Het toetsen van rechtmatig handelen omvat het nagaan of lasten, baten en balansmutaties passen binnen de relevante externe regelgeving en provinciale verordeningen en besluiten van Provinciale Staten. Deze regelgeving en verordeningen zijn opgenomen in bijlage 5 van het vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2009 (PS2008-542). Om uit te spreken in hoeverre de jaarrekening gebaseerd is op rechtmatige handelingen, heeft u de volgende normen vastgesteld: • De goedkeuringstolerantie ten aanzien van fouten in de jaarrekening: maximaal 1% van de totale lasten; • Goedkeuringstolerantie ten aanzien van onzekerheden: maximaal 3% van de totale lasten. Bij de Beleidsbegroting 2010 (PS2009-728) heeft u bepaald dat voor de rechtmatigheidstoets van de verantwoording van de prestatieovereenkomsten van Dienst Landelijk Gebied (DLG) en Dienst Regelingen (DR) over 2009 en 2010 het landelijk normen- en toetsingskader onderzoeken DR en DLG/BBL geldt. Uitspraak over de financiële rechtmatigheid De financiële beheershandelingen die tot uitdrukking komen in deze jaarrekening zijn binnen de financiële rechtmatigheidkaders van uw Staten en hogere overheden tot stand gekomen. Toelichting op de uitspraak De over het jaar 2009 aan te merken onrechtmatigheden van totaal € 0,7 miljoen vallen binnen de goedkeuringstolerantie. Het betreft € 0,5 miljoen aan aanbestedingen die niet volgens Europese richtlijnen heeft plaatsgevonden. Op deze bevinding gaan wij hierna nader in. Verbijzonderde interne controle (VIC). Vanaf 1 januari 2009 is de nieuwe organisatie van start gegaan. De reorganisatie heeft tot gevolg gehad dat de opwaartse lijn in beheersing van processen in 2008 zich in 2009 vooralsnog niet heeft kunnen doorzetten op alle processen. De reorganisatie was van invloed door onder meer de vacatures die een gevolg waren van een selectieve vacaturestop, taakstellingen bij met name ondersteunende afdelingen en een gewenningsproces aan de nieuwe structuur. Bijvoorbeeld voor de financiële afdeling betekende de reorganisatie onder meer: de samenvoeging van de decentrale administraties en een herinrichting van de financiële administratie. Deze afdeling implementeerde tevens een nieuwe versie van het financiële systeem, maar moest niettemin wel tijdig de documenten van begrotingscyclus opleveren. Over 2009 is evenals over 2008 in het kader van de verbijzonderde interne controle intensief gekeken naar de rechtmatige uitvoering van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Dit omdat met name dit bedrijfsproces met haar omvangrijke financiële stroom van belang is voor de rechtmatigheid. Het totaal bedrag van de aanbestedingen bedraagt over 2009 circa € 318,8 miljoen. Europese aanbestedingsrichtlijnen Categorie
totaal 2009
totaal 2008
totaal 2007
totaal 2006
Totaal gecontroleerd
€ 318.780.255 € 71.381.007 € 201.103.764 € 129.220.200
Totaal juist aanbesteed volgens Europese aanbestedingsrichtlijnen
€ 317.588.301
Totaal onzeker
€ 70.701.119
€0
€ 0
- 253 -
€ 200.024.285 € 126.073.800 € 0
€ 249.200
Categorie Procentueel Totaal niet conform richtlijnen Procentueel
totaal 2009
totaal 2008
totaal 2007
totaal 2006
0%
0%
0%
0,2%
€ 507.000
€ 679.888
€ 1.079.479
€ 2.897.200
0,1%
0,95%
0,54%
2%
Overschrijding van lastenbudgetten Op grond van artikel 193, lid 3 Provinciewet (PW) zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten (en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Dit Begrotingscriterium is in het Besluit accountantscontrole gemeenten (zijnde de voorloper van het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten) als volgt beschreven: “Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.” Bij de afweging van de relevantie van deze onrechtmatige lasten heeft het Platform Rechtmatigheid Provincie en Gemeenten nadere richtlijnen opgesteld in de kadernota 2008. In het platform hebben zitting vertegenwoordigers van ministerie van BZK, ministerie van Financiën, IPO, VNG, Unie van Waterschappen, vereniging van griffiers en het NIVRA (beroepsorganisatie van registeraccountants). In deel D, Jaarrekening zijn wij nader ingegaan op de budgetoverschrijdingen 3.6 analyse begrotingsrechtmatigheid. Tegenover de budgetoverschrijdingen staan hoofdzakelijk hogere baten. De overige overschrijdingen passen binnen het vastgestelde beleid voor die programma’s. 6.10 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt). Op basis van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) dient de provincie zich te verantwoorden over beloning aan haar medewerkers voor zover deze boven het normbedrag (de ‘Balkenendenorm’) uitkomen. In 2009 zijn er geen provinciale medewerkers geweest die een beloning hebben ontvangen boven het normbedrag.
- 254 -
C.7 Verbonden partijen 7.1 Algemeen Verbonden partijen zijn die partijen waarin de Provincie Gelderland een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang dient hier te worden verstaan dat de provincie zeggenschap bij die partij heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur van die partij hetzij door stemrecht wegens aandelen. In deze paragraaf komen de belangrijkste verbonden partijen in hoofdlijnen aan de orde. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de Provincie Gelderland zeer teughoudend is in participaties die berusten op het privaatrecht. Bij het openbaar bestuur past participatie die gestoeld is op het publieksrecht. De participaties in Nuon Energy, Vitens, Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank zijn verklaarbaar vanuit de historie en de participatie Oost N.V is ontstaan vanuit de behoefte tot beleidssturing op het gebied waarop de vennootschap opereert. Het aandeelhouderschap Alliander is per 1 juli 2009 ontstaan als gevolg van de splitsing van Nuon. Wij onderscheiden deelnemingen en overige verbonden partijen.
7.2 Deelnemingen NV Nuon Energy te Amsterdam Het statutaire doel van Nuon Energy richt zich in hoofdzaak op de productie- en levering van energie. Per 1 juli 2009 zijn de aandelen Nuon Energy (ruim 44,5%) verkocht aan Vattenfall AB. De transactie heeft in economische zin terugwerkende kracht tot 1 januari 2009. Het Gelders aandeel in de netto verkoopopbrengst bedraagt afgerond € 4,43 miljard. Per 1 juli 2009 zijn 49% van de aandelen geleverd en is een bedrag ontvangen van ruim € 2 miljard. De levering van de overige aandelen vindt plaats in drie tranches, te weten: Per 1 juli 2011: 15%; Per 1 juli 2013: 15%; Per 1 juli 2015: 21%. Zie voor een verdere toelichting omtrent de verkoop van de aandelen Nuon onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Na levering van de laatste tranche in 2015 eindigt ons aandeelhouderschap. Over de uitgestelde betalingen ontvangt de provincie een contractueel overeengekomen preferent dividend van 2%. In de transactie is een aantal garanties en één vrijwaring opgenomen aan Vattenfall. Het Gelders aandeel daarin bedraagt € 178,7 miljoen en dit bedrag vormt onderdeel van het hiervoor genoemde bedrag van € 4,43 miljard. Uit de laatst goedgekeurde jaarrekening van Nuon over 2008 kunnen de volgende cijfers worden ontleend. Het eigen vermogen van Nuon bedraagt ultimo 2008 € 6,27 miljard (2007: € 5,66 miljard). Het balanstotaal bedraagt ultimo 2008 € 14,5 miljard (2007: € 11,6 miljard). Nuon heeft over het jaar 2008 een resultaat na belastingen behaald van € 765 miljoen (2007: € 875 miljoen). Aan dividenduitkering over het jaar 2008 is in 2009 een bedrag ontvangen van ruim € 156 miljoen (over het jaar 2007: afgerond € 204,8 miljoen). Alliander NV Alliander NV is in juridische zin de rechtsopvolger van NV Nuon en is per 1 juli 2009 ontstaan als gevolg van de splitsing van Nuon. De provincie Gelderland bezit ruim 44,5% van de aandelen in Alliander NV. Het statutaire doel van Alliander NV is het (mede-)oprichten van, het samenwerken met, het deelnemen in, het (mede-)voeren van het bestuur over, het houden van toezicht op en het overnemen en het financieren van andere ondernemingen, mits zulks in enigerlei betrekking staat tot het voorzien in de behoefte aan: het voorzien in de behoefte aan energie door het transporteren en distribueren van energie; het doen beheren en exploiteren van elektriciteitsnetten en van gasnetten; het (doen) voorzien in andere producten en diensten verband houdende met energie, water en milieu; het (doen) voorzien in informatiediensten samenhangende met vorengenoemde activiteiten; het (doen) verrichten van andere activiteiten die met de hiervoor omschreven doeleinden in de ruimste zin verband houden.
- 255 -
Op grond van de wet dienen de aandelen in overheidshanden te blijven. Ontleend aan het halfjaarbericht 2009 van Alliander is per 1 januari 2009 sprake van een eigen vermogen van € 1,66 miljard op een balanstotaal van afgerond € 6,5 miljard. De deelneming in Alliander staat ultimo 2009 voor een bedrag van € 5,2 miljoen op de balans (historische aanschafwaarde). De provincie Gelderland heeft destijds vanwege de verkoop van EPON een achtergestelde lening van € 59 miljoen met Nuon NV afgesloten. Jaarlijks ontvangt de provincie over het leningsbedrag een rentevergoeding van afgerond € 3,9 miljoen. De juridische rechtsopvolger van Nuon, zijnde Alliander, heeft aangegeven gebruik te maken van haar contractuele recht op algehele aflossing van de lening in maart 2010. Vitens NV te Utrecht Het statutaire doel van Vitens is de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Voorts heeft de vennootschap ten doel het deelnemen in, het voeren van bestuur over en het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen, mits dit in enigerlei betrekking staat tot hetgeen hiervoor is omschreven. De participatie in Vitens is historisch bepaald vanuit de rol die toen (provinciale) overheden vervulden. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. Op grond van de wet dienen de aandelen in overheidshanden te blijven. Onze Provincie bezit 6,74 % van de aandelen in het gefuseerde bedrijf dat de naam behouden heeft van Vitens NV. Voorts is aan Vitens NV een rentedragende achtergestelde lening verstrekt van € 25,96 miljoen. Deze lening heeft een looptijd van 15 jaar en is tot stand gekomen ter vervanging van het pakket preferente aandelen dat de provincie bezat. Het eigen vermogen van Vitens bedraagt ultimo 2008 € 342,1 miljoen (2007: € 361,4 miljoen). Vitens heeft over het jaar 2008 een resultaat behaald van € 28,6 miljoen (2007: € 42,1 miljoen). Aan dividend is over het boekjaar 2008 een bedrag ontvangen van afgerond € 1,1 miljoen (2007: € 1,17 miljoen). De deelneming staat ultimo 2009 voor een bedrag van € 15,9 miljoen op de balans (historische aanschafwaarde). NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag Eind 2008 had onze Provincie 87.750 aandelen BNG hetgeen gelijk is aan 0,001576% van het totaal aan geplaatste aandelen. Per aandeel is over 2008 € 1,42 aan dividend uitgekeerd (2007: € 1,75), hetgeen neerkomt op een totaaluitkering van ruim € 124.000,-- (2007: ruim € 153.500,-). Het aandelenbezit is in een ver verleden tot stand gekomen en met het huidige bezit wordt geen specifiek beleidsdoel nagestreefd. De deelneming staat ultimo 2009 voor een bedrag van € 199.000,-- op de balans (historische aanschafwaarde). Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) te Den Haag Eind 2008 had onze Provincie 44 aandelen A en 50 aandelen B hetgeen gelijk is aan 0,001594% van het totaal aan geplaatste aandelen. Per aandeel is over 2008 € 678,08 (2007: idem) aan dividend uitgekeerd, hetgeen neerkomt op een totaaluitkering van ruim € 63.700,-- (2007: idem). Het aandelenbezit is in een ver verleden tot stand gekomen en met het huidige bezit wordt geen specifiek beleidsdoel nagestreefd. De deelneming staat ultimo 2009 voor een bedrag van € 11.000,-- op de balans (historische aanschafwaarde). Oost N.V. te Deventer Naam verbonden partij: Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV) Vestigingsplaats: Oost NV heeft vestigingen in Arnhem en Enschede. Statutair is ze gevestigd in Deventer. Doelstelling: het versterken van de economische structuur van Oost Nederland (Gelderland en Overijssel). Oost NV is voor de provincie een van de instrumenten om uitvoering te geven aan haar beleidsdoelstellingen en daarmee de regionale economie te versterken. Voor de realisering van de doelstelling heeft Oost NV vier kerntaken: • ontwikkeling & innovatie • investeringsbevordering • bedrijfsomgeving
- 256 -
• participaties De kerntaken dienen met name de versterking van het Gelderse kennisclusterbeleid en het beleid ten aanzien van duurzame bedrijventerreinen. Voor de eerste drie taken ontvangt de Oost NV tevens de jaarlijkse boekjaarsubsidie. De kerntaak participaties is ondergebracht in de Participatiemaatschappij Oost Nederland NV (PPM Oost). Oost NV is voor 95,7% aandeelhouder daarin. Het beleidskader t.a.v. de verbonden partij: statenbesluit PS2006-177 en het sociaal-economisch beleidsplan ‘Maak het in Gelderland’. Gedeputeerde Keereweer vertegenwoordigt de provincie in de vergadering van aandeelhouders. In het verslagjaar hebben zich de volgende belangrijke zaken voorgedaan: in het kader van het Gelders Actieplan Recessie heeft PS besloten tot een extra kapitaalinjectie van € 5 miljoen in PPM Oost NV. Ook de andere aandeelhouders hebben hun aandelenkapitaal vergroot, dit alles conform de aanwezige procentuele verhoudingen. In totaal zijn er ruim 12 miljoen aandelen gekocht door de drie partijen. Het maatschappelijk kapitaal van Oost NV bedraagt € 100.000.000 en bestaat uit 100.000.000 aandelen van € 1. Het geplaatst aantal aandelen na kapitaalinjectie bedraagt ultimo 2009 € 45.580.640 van elk € 1. De verdeling over de aandeelhouders is als volgt: • Ministerie van Economische Zaken 26.263.564 (57.62%) • de Provincie Gelderland 15.296.863 (33.56%) • de Provincie Overijssel 4.020.213 (8,82%) De genoemde verhoudingen blijven intact. Oost Nv heeft over 2008 een resultaat behaald van € 872.000. Er is geen dividend uitgekeerd, het resultaat 2008 is toegevoegd aan de algemene reserve. 7.3 Overige verbonden partijen Omdat volgens het Besluit Begroting en Verantwoording niet geheel duidelijk is, of hier sprake is van een verbonden partij, geven wij hier voor de volledigheid een nadere toelichting op de relatie van de Provincie Gelderland met Gelredome, het Nazorgfonds en de Stichting Veren Gelderland. Gelredome te Arnhem De Provincie heeft een bestuurlijk belang in de Stichting Gelredome en een financieel belang bij de N.V. Gelredome, waarvan de aandelen gehouden worden door de genoemde stichting. De Stichting Gelredome heeft ten doel: • het bevorderen van de realisatie en exploitatie van een multifunctioneel evenementencomplex in de gemeente Arnhem; • het in eigendom houden van aandelen of certificaten van aandelen in vennootschappen ter eigendom, beheer en/of exploitatie van het evenementencomplex, dan wel het oprichten van die vennootschappen; • en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. Ons College heeft ingevolge de stichtingsakte het benoemingsrecht van twee leden van de Stichting Gelredome. Deze stichting is 100% aandeelhouder van de N.V. Gelredome. De N.V. Gelredome heeft ten doel: • het verwerven, bebouwen, beheren, exploiteren en vervreemden van registergoederen, waaronder begrepen de verhuur van en het ter beschikking stellen van een multifunctioneel evenementencomplex te Arnhem. • het deelnemen in, het financieren van, het voeren van de directie over of de administratie van andere ondernemingen en het verlenen van diensten en het verstrekken van adviezen aan andere ondernemingen, alsmede het lenen en uitlenen van gelden van en aan natuurlijke en/of rechtspersonen en het verstrekken van garanties en/of andere zekerheden jegens derden voor eigen verplichtingen en/of voor verplichtingen voor dochterondernemingen/andere groepsvennootschappen. • het verwerven en (door)leasen van bedrijfsmiddelen. De vennootschap kan deelnemen in of zich op andere wijze financieel of anderszins interesseren bij vennootschappen en/of ondernemingen, ongeacht hun doel.
- 257 -
De provincie Gelderland heeft aan NV Gelredome een achtergestelde lening verstrekt van afgerond € 11,3 miljoen. Fonds Nazorg Stortplaatsen Het Fonds Nazorg Stortplaatsen Gelderland heeft als doel het financieren van de zorg voor gesloten stortplaatsen, zoals bedoeld in artikel 8.49 Wet milieubeheer. Deze zorg beoogt het (eeuwigdurend) beheren en instandhouding van de voorzieningen die het milieurisico van de stortplaatsen moeten voorkomen. Het fonds financiert de zorg voor 13 stortplaatsen en 8 baggerspeciedepots in Gelderland. Het fonds bezit van rechtswege rechtspersoonlijkheid (art. 15.47 lid 3 Wet milieubeheer). Het bestuur van het fonds wordt gevormd door ons College van Gedeputeerde Staten. Het fonds verkrijgt zijn inkomsten uit een belastingheffing die wordt opgelegd aan de exploitanten van de stortplaatsen gedurende de periode dat zij nog in exploitatie zijn én uit de rendementen op de ingelegde middelen van het fonds. Op deze wijze dient iedere exploitant voldoende middelen te genereren om te voorzien in de financiering van de geraamde nazorgkosten van zijn stortplaats. Indien echter op enig moment het fondsvermogen niet toereikend is voor de financiering van de nazorgkosten, komen deze kosten ten laste van de provincie. In een bijlage van het statenvoorstel E - 285 zijn wij nader ingegaan op de risico’s van het nazorgfonds evenals in de risicoparagraaf van het jaarverslag van het fonds. De komende 10 tot 15 jaar bevindt het fonds zich voornamelijk in de opbouwfase. In 2005 is de sluitingsverklaring voor de eerste baggerspeciedepots afgegeven. Inmiddels bevindt de sluiting van drie stortplaatsen en 4 baggerspeciedepots zich in de afrondende fase. Na afgifte van de sluitingsverklaring wordt het beheer van de voorzieningen op de stortplaatsen en de depots aan de Provincie overgedragen. Geleidelijk aan tot 2035 komen ook de overige stortplaatsen in de nazorgfase. Volgens een globale schatting zal in 2020 een fondsvermogen van circa € 50 miljoen zijn opgebouwd, voldoende voor de eeuwigdurende nazorg van de Gelderse stortplaatsen. De voortschrijdende ontwikkeling van de visie op de berging van afvalstoffen en de hierbij toegepaste technieken veroorzaken veranderingen in het benodigde fondsvermogen. De geraamde omvang van het fondsvermogen wordt periodiek herijkt en leidt tot aanpassing van de hoogte van de belastingheffing. Het fonds wordt gevoed door de opbrengsten uit de nazorgheffing en door behaalde rendementen en beleggingsopbrengsten. In 2009 is een bedrag van ruim 1,2 miljoen euro aan heffingen opgelegd. In 2009 is een rendement behaald van circa 1,9 miljoen euro. Het nazorgvermogen per ultimo 2009 bedraagt afgerond 22 miljoen euro. De kosten voor de uitvoering van de nazorgtaken zijn in 2009 nihil geweest. Er zijn geen middelen uit het fonds onttrokken. De jaarrekening 2009 van het Nazorgfonds Gelderland zal separaat aan uw Staten worden aangeboden.
Stichting Veren Gelderland Doel van de “Stichting Veren Gelderland”, gevestigd te Arnhem, is een bijdrage te leveren aan een doelmatige instandhouding van overzetveren in Gelderland in de ruimste zin des woords. De stichting tracht haar doel te verwezenlijken door op basis van een subsidiereglement gelden ter beschikking te stellen aan die gemeenten in Gelderland die verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van de veerverbindingen. De Stichting is opgericht in 1995. Reden daarvoor was dat in de Wet Herziening Wegenbeheer geen voorziening voor de veren was opgenomen en de instandhouding van de veerverbindingen van groot belang werd geacht. In het bestuur van de stichting hebben naast drie vertegenwoordigers van de Vereniging van Gelderse Gemeenten en een vertegenwoordiger van de veerexploitanten, drie bestuurders namens de Provincie zitting, te weten de portefeuillehouder Mobiliteit en Economische Zaken (voorzitter), de portefeuillehouder Financiën en het hoofd van de afdeling Beheer, Onderhoud Wegen. Het bestuur vergadert conform de statuten tweemaal per jaar. De uitvoering van de subsidieregeling en het secretariaat wordt door ambtenaren van de Provincie Gelderland verzorgd. Het eigen vermogen van de Stichting Veren Gelderland bedroeg per 31 december 2008 € 11,2 miljoen. De Provincie Gelderland subsidieert het Verenfonds jaarlijks met een bedrag van € 0,18 miljoen (peil 2009). De activiteiten zijn opgenomen in programma 10 Fiets. In 2007 heeft de Stichting Veren Gelderland de beschikking gekregen over een extra (eenmalige) impuls van € 8 miljoen. Deze gelden zijn afkomstig van de Provincie Gelderland (€ 5 miljoen) en het Rijk (€ 3 miljoen via de Brede Doeluitkering). Deze extra middelen zijn bedoeld om de veerexploitanten de
- 258 -
mogelijkheid te bieden om technisch verouderde veren te vervangen. De rente- en afschrijvingslasten van de daarmee gepaard gaande investeringen mogen in de toekomst onderdeel uitmaken van de subsidiegrondslag. In 2009 zijn twee nieuwe veren aanbesteed en is één aanbesteding voorbereid. De verwachting is dat dit vanaf 2011 zal leiden tot een hoger beroep op de beschikbare middelen van het Verenfonds. Volgens de laatste ramingen zal het vermogen van de Stichting Veren Gelderland rond 2028 volledig zijn ingeteerd.
- 259 -
C.8 Provinciaal Grondbeleid Inleiding Om provinciale doelen omtrent infrastructuur en het PMJP / EHS agenda te realiseren koopt, verkoopt en ruilt de provincie gronden. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op het grondbeleid, waarna wordt ingegaan op de verwerving van gronden voor de infrastructurele projecten en de verwerving van gronden voor PMJP doelen. De provincie en grondbeleid Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) heeft de provincie een ruimere ‘gereedschapskist’ aan instrumenten om het grondbeleid uit te voeren. Hoe wij willen omgaan met deze instrumenten, zoals het vestigen van het voorkeursrecht en onteigening, hebben wij uw Staten aangeboden in het beleidskader ‘Uitvoerende overheid: een actiever en versterkt grondbeleid’ (PS2008414). Wij hebben in dit beleidskader ook aangegeven een actievere rol te willen spelen op de grondmarkt om onze provinciale doelen beter, sneller en/of goedkoper te realiseren. In het beleidskader is tevens aangegeven dat kosten en risico’s van grondexploitatie ten laste komen van een project. Zij worden niet tussen projecten verevend en de provincie kent geen grondbedrijf of reserve voor gronden. De kosten van gronden onder infrastructurele projecten wordt gezien als integraal onderdeel van de kosten van het project en worden geactiveerd en afgeschreven. Verwerving van gronden voor infrastructurele projecten In 2009 hebben voor tal van projecten grondaankopen plaatsgevonden, de omvangrijkste projecten waarvoor in 2009 gronden zijn aangekocht zijn: • N 837 Arnhem – Heteren • N 322 Beneden-Leeuwen - Druten • N 302 Harderwijk • N 348 Rondweg Eefde – Zutphen Voor de eerste drie projecten zijn de grondaankopen voltooid en de projecten komen in 2010 gereed. Alle gronden in deze projecten zijn minnelijk verworven, wat als een unicum kan worden gezien voor dergelijke omvangrijke en complexe projecten. Overigens is het onteigeningsmiddel in 2009 geen enkele keer toegepast om gronden voor een provinciaal infrastructureel project te verwerven. Omtrent infrastructurele projecten geldt dat natuurcompensatie plaatsvindt binnen het project. Voor de realisatie van de N 322 is daartoe ca 50 hectare landbouwgrond aangekocht en getransformeerd tot natuur aangezien het tracé van deze weg EHS en vogelweidegebieden kruist. Verwerving van gronden voor PMJP Voor PMJP doelen worden gronden aangekocht, zowel binnen als buiten de PMJP-gebieden. De gronden binnen de EHS, die bestempeld zijn als nieuwe natuur, worden vervolgens door de provincie ingericht tot natuur en vervolgens doorgeleverd aan organisaties die de natuurgebieden beheren. Gronden buiten de als nieuwe natuur bestempelde gebieden worden aangekocht als ruilgrond. De aankopen worden door het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) in opdracht van de provincie verricht. Het ministerie van LNV, Dienst Landelijk Gebied (DLG) voert de administratie van de hectares aan- en verkochte gronden en de bijbehorende financiën in opdracht van de provincie. Tot medio 2009 verliep het aankopen van gronden zeer goed, de verkoop en het ruilen van gronden stagneerde echter door de recessie. De middelen die besteedbaar waren voor de aankoop van gronden raakte hierdoor uitgeput omdat deze normaliter werden aangevuld met middelen uit verkoop. In de voorjaarsnota 2009 hebben we de problemen rondom grond al aangekondigd. Het gaat hier niet alleen om het Gelderse probleem van een grote hoeveelheid incourante ruilgronden, maar ook om problemen die landelijk spelen. Bijvoorbeeld de achterblijvende normbedragen voor het aankopen van gronden. In de voorjaarsnota 2009 is ook aangegeven dat wij een Actieplan Grond opstellen om de problematiek nader in kaart te brengen. Dit risico wordt niet als zeer groot ingeschat en is om deze reden niet in de top 10 van risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen.
- 260 -
Om te voorkomen dat er een situatie ontstaat die een te zware hypotheek legt op dit Actieplan Grond, hebben wij in oktober 2009 besloten om een aankooppauze in te lassen. In het Actieplan hebben we eind 2009 aan uw Staten voorgesteld om een aankoopbudget, te creëren via een lening, te gebruiken om daarmee de aankooppauze in een aantal specifieke gebieden op te heffen.
- 261 -
- 262 -
D
Jaarrekening
D.1
Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling
265
D.2
Programmarekening
270
D.3
Toelichting op de programmarekening
271
3.1
Toelichting begrotingswijzigingen 2009
271
3.2
Analyse van het resultaat na bestemming
271
3.3
Algemene dekkingsmiddelen
272
3.4
Aanwending van het bedrag onvoorzien
272
3.5
Incidentele baten en lasten
273
3.6
Analyse begrotingsrechtmatigheid
273
3.7
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT)275
D.4
De balans
276
D.5
Toelichting op de balans
278
5.1
Immateriële vaste activa
278
5.2
Materiële vaste activa
278
5.3
Financiële vaste activa
281
5.4
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
283
5.5
Liquide middelen
285
5.6
Overlopende activa
286
5.7
Eigen vermogen
287
5.8
Voorzieningen
288
5.9
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
289
5.10
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
289
5.11
Overlopende passiva
289
5.12
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
292
D.6
Single information single audit (Sisa)
295
D.7
Financiële verantwoording ILG
298
- 263 -
- 264 -
D.1 Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening In de jaarrekening is onderscheid gemaakt tussen algemene en specifieke grondslagen van waardering en resultaatsbepaling. Algemene grondslagen betreffen grondslagen zoals door de wetgever opgenomen in de artikelen 59 tot en met 65 van het BBV. Onder algemene grondslagen geven wij kort en bondig aan, welke algemene grondslagen voor de Provincie Gelderland van toepassing zijn. De specifieke grondslagen betreffen enerzijds grondslagen zoals opgenomen in de ‘Financiële verordening Gelderland 2003’ (vastgesteld door uw Staten) en de ‘Uitvoeringsregeling Financiële Verordening Gelderland 2009’ (nadere uitwerking van de Financiële verordening Gelderland 2003 door Gedeputeerde Staten). Anderzijds betreft het grondslagen die niet als zodanig zijn vastgelegd, maar de afgelopen jaren volgens de bestendige gedragslijn zijn gehanteerd. Algemene uitgangspunten De jaarrekening geeft volgens normen die voor de provincie als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten. De jaarrekening en de toelichtingen geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de baten en lasten van het begrotingsjaar, evenals het saldo ervan weer. De jaarrekening geeft tevens een getrouw, duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie aan het einde van het begrotingsjaar. Het gemodificeerd stelsel van baten en lasten is van toepassing. Baten en lasten worden tot het brutobedrag verantwoord. Onder baten en lasten vallen ook de over het eigen vermogen berekende bespaarde rente. De begrotingscijfers bestaan uit de primaire begroting en alle door PS goedgekeurde begrotingswijzigingen betreffende het verslagjaar. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
- 265 -
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Uitgaven ten laste van bestemmingsreserves worden op de exploitatie verantwoord, uitgaven ten laste van voorzieningen worden direct ten laste van de desbetreffende balanspost gebracht. Toevoegingen aan en bijdragen van reserves worden verantwoord bij de resultaatsbestemming. De toevoeging aan en vrijval van voorzieningen wordt op de exploitatie verantwoord. Vaste activa Alle vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Immateriële vaste activa Het saldo van agio en disagio wordt afgeschreven in de looptijd die gelijk is aan de resterende looptijd van de obligatie. Materiële vaste activa met economisch nut Alle investeringen met een economisch nut (dit zijn verhandelbare dan wel middelen genererende investeringen) worden geactiveerd, tenzij sprake is van een ideaalcomplex (wanneer de afschrijvingslast van een investering gelijk is aan de aanschaf waarde van de investering zelf). Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Investeringen met een maatschappelijk nut zijn investeringen die volgens de definitie van het BBV geen economisch, maar uitsluitend maatschappelijk nut hebben. Als voorbeeld wordt genoemd: wegen, pleinen, bruggen en openbaar groen. Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde worden niet geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte uitsluitend met een maatschappelijk nut (wat wij hieronder verstaan lichten wij toe onder de specifieke grondslagen) worden in zijn geheel dan wel voor dat deel dat resteert na aftrek van de daarvoor beschikbare reserves geactiveerd. Afschrijving
Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Bij gegronde redenen mag afgeweken worden van de afschrijvingsgrondslagen van het voorafgaande boekjaar. De reden van afwijking wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Op geactiveerde investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kan extra worden afgeschreven. Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, wordt op het moment van buitengebruikstelling voor de resterende boekwaarde afgeschreven. Financiële vaste activa Leningen aan deelnemingen en overige langlopende leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken.
- 266 -
De overige uitzettingen (obligaties) worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere waarde of nominale waarde. Het activeren van bijdragen in activa van derden zijn conform het BBV alleen onder stringente voorwaarden toegestaan. Deze voorwaarden zijn: • er is sprake van een investering door een derde; • de investering draagt bij aan de publieke taak; • de derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen; • de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Reserves De reserves zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Toevoegingen en onttrekkingen vinden uitsluitend plaats op basis van besluiten van Provinciale Staten en geschieden altijd in het kader van resultaatbestemming. Voorzieningen Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten; • Bestaande risico’s op balansdatum terzake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is; • Kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie; • Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden niet zijnde Europese en Nederlandse overheidslichamen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van leningen en vorderingen verrekend. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de provincie gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.
- 267 -
Specifieke grondslagen (Investeringen, waardering en afschrijving activa) Financiële verordening Gelderland 2003 Vanaf 1 januari 2004 gelden voor kredieten die door uw Staten zijn vastgesteld, de volgende regels. Bij besluit van uw Staten kan hiervan worden afgeweken. De Provincie Gelderland hanteert de volgende afschrijvingstermijnen: • Geactiveerde kosten van agio en disagio worden afgeschreven in een looptijd die gelijk is aan de resterende looptijd van de obligatie. • Bedrijfsgebouwen: 40 jaar. • Renovatie, restauratie van bedrijfsgebouwen: 20 jaar. • Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen, telefooninstallaties en kantoormeubilair: 10 jaar. • Zware transportmiddelen, aanhangwagens, personenauto’s, lichte motorvoertuigen en technische hulpmiddelen: 5 jaar. • Automatiseringsapparatuur en –programmatuur: 3 jaar. • Bijdragen aan activa in eigendom van derden: 15 jaar. Op gronden en terreinen worden niet afgeschreven. Kosten verbonden aan het afsluiten van nieuwe geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. De materiële vaste activa met economisch nut met een verkrijgingsprijs lager dan € 25.000 worden niet geactiveerd, met uitzondering van gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 BBV, worden in ieder geval verstaan investeringen en aanleg en onderhoud van: wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. Aankoop en vervaardiging van deze activa worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Conform artikel 9 lid 8 van de Financiële Verordening kan door uw Staten besloten worden hier van af te wijken. Uitvoeringsregeling Financiële Verordening Gelderland 2009 1 Activa worden annuïteitsgewijs afgeschreven Op nieuwe activa wordt afgeschreven als tot en met 30 juni van het jaar meer dan de helft van het begrote bedrag voor het nieuwe activum is uitgegeven. Het daaraan gerelateerde afschrijvingsbedrag wordt gebaseerd op: • De begrote investering als nog niet het gehele begrote bedrag is uitgegeven. • De werkelijke investering als geen bedragen meer worden uitgegeven. • De uitgaven tot en met 30 juni worden op 1 juli vastgesteld. In afwijking van het voorgaande wordt ten aanzien van investeringen in wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken eerst afgeschreven op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het werk gereed is verklaard. Voor de jaarlijkse rentetoerekening wordt het berekende omslagpercentage gehanteerd. Bij onderhanden werk vindt de renteberekening plaats over de boekwaarde per 1 januari van het lopende jaar, vermeerderd met de uitgaven tot en met 30 juni van het lopende jaar. De uitgaven tot en met 30 juni worden per 1 juli vastgesteld, ongeacht of er op een later tijdstip nog in de periode tot en met 30 juni wordt geboekt. Ten aanzien van activa die reeds worden afgeschreven, vindt de renteberekening plaats over de boekwaarde per 1 januari van het lopende jaar. Bij langlopende projecten waarvan de lasten eerst op termijn in de begroting worden geraamd, vindt tijdens de uitvoering hiervan rentebijschrijving plaats op de investering.
1 De uitvoeringsregeling is vastgesteld door Gedeputeerde Staten en is een nadere uitwerking van de Financiële Verordening die door de Provinciale Staten is vastgesteld.
- 268 -
Rente De jaarlijkse rente is berekend volgens de rente-omslagmethodiek. De systematiek van renteomslag is als volgt: de rente die wordt omgeslagen betreft rente van opgenomen langlopende geldleningen, de toevoeging van rente of inflatiecorrectie aan reserves en voorzieningen (bespaarde rente) en de rente over het financieringstekort. Alle reserves en voorzieningen krijgen een inflatiecorrectie teneinde de geplande activiteiten te kunnen blijven realiseren. Over het totaal aan reserves en voorzieningen wordt een rentevergoeding berekend tegen een rentepercentage dat gebaseerd is op de kapitaalmarkttarieven van het afgelopen jaar. Het verschil tussen deze rentevergoeding en de inflatiecorrectie wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De rente over het financieringstekort betreft een renteberekening over het verschil tussen de stand van de bestemmingsreserves en de boekwaarde van de vaste activa. Dit verschil wordt vervolgens vermenigvuldigd met een rentepercentage (afgeleid van geldmarkttarieven) en geeft het rentebedrag. Over een beperkt aantal reserves en voorzieningen zijn specifieke voorschriften voor rentetoerekening bepaald door het Rijk c.q. de Europese Commissie. Het verschil met de toegerekende inflatiecorrectie wordt gecorrigeerd op de overrente die is toegerekend aan de algemene reseve. De som van bovenstaande drie elementen (rente langlopende geldleningen, bespaarde rente en rente financieringstekort) wordt omgeslagen over de vaste activa. Vervolgens komt deze rente ten laste van functies, kostenplaatsen en activa. Met de op balansdatum lopende rente van opgenomen en verstrekte langlopende geldleningen is rekening gehouden.
- 269 -
- 270 7.895 99.837 52.392 104.512
7.1 Economische ontwikkeling
7.2 Recreatie en toerisme
8.1 Vitaal platteland
8.2 Water
9.0 Openbaar vervoer
Subtotaal lasten en baten
Resultaat na bestemming
Mutaties reserves
Resultaat voor bestemming
-5.441.504
1.261.673
1.261.673
200.304
45.440
55.488
67.204
95.686
9.660
95.559
55.429
114.093
7.870
48.321
1.960
21.667
37.931
14.433
34.040
21.624
42.940
6.815
176.802
34.587
12.030
61.790
(na wijz.)
-5.085
4.230.791 0
4.179.831
-4.235.876 -4.179.831
1.049.188
1.049.188
14.0 Algemene dekkingsmiddelen
-5.285.064
30.598
13.0 Overigen
Totaal Baten
36.037
12.0 Europese programma's
Totaal Lasten
70.442 68.595
11.2 Instandhouding infrastructuur
9.791
44.843
6.3 Ontgrondingen
70.862
1.107
6.2 Ruimtelijke ordening
11.1 Nieuwe infrastructuur
22.808
6.1 Wonen
10.0 Fiets
13.731 29.734
5.2 Cultuurhistorie
33.787
5.1 Cultuur
11.104
4.1 Klimaatprogramma 40.994
173.271
3.0 Jeugd en gezin
21.379
33.521
2.0 Sociaal beleid
4.3 Bodem en afval
11.313
4.2 Milieu en bedrijven
60.634
1.2 Provinciale organisatie
Realisatie
1.1 Bestuurlijk partnerschap
Statenprogramma
Begroting
0
-74.815
74.815
-843.279
918.093
918.093
1.081
37.230
20.376
61.944
110.178
7.524
96.174
50.423
120.341
1.853
18.561
1.073
7.922
19.036
8.584
39.338
16.432
34.791
7.753
149.960
36.263
12.352
58.905
(voor wijz.)
Begroting
Lasten
212.485
169.706
9.402
-13.107
-3.238
24.824
-131
-8.952
3.037
14.256
-26
3.478
853
-1.141
8.198
702
253
245
1.946
-4.289
3.531
1.066
717
1.156
Begroting na wijz realisatie
-5.285.064
-4.854.489
-4.577
-61.607
-10.688
-21.586
0
-89.869
-4.482
-51.670
0
-609
-1.854
-1.077
-9.723
-237
-37
-15.018
-2.209
-12
-154.786
0
-61
-473
Realisatie
-5.441.504
-5.025.036
-5.123
-48.993
-4.226
-20.662
0
-82.377
-4.850
-59.032
0
-129
-781
0
-12.824
-4
-39
-14.968
-5.404
-7
-156.654
-5
-64
-326
(na wijz.)
Begroting
-843.279
-462.247
-2.704
-17.493
-2.257
-48.502
0
-80.700
-2.455
-69.197
0
-129
-681
0
-518
-4
-2.117
-9.830
-2.596
0
-141.684
-106
-60
0
-842 56.045
-156.440
8.857
-493
3.223
25.748
-131
-1.460
2.669
6.894
-26
3.958
1.926
-64
5.096
935
251
295
-1.249
-4.284
1.663
1.062
714
1.303
Verschil lasten baten
-170.548
-546
12.614
6.462
924
0
7.492
-368
-7.362
0
480
1.073
1.077
-3.101
233
-2
50
-3.195
5
-1.868
-5
-3
147
Begroting na wijz realisatie (voor wijz.) Begroting
Baten
-5.085
-3.862
-7.256
1.398
3.558
1.289
192
3.349
-882
743
76
1.842
-1.756
198
-3.836
-60
-923
286
2.087
-138
-533
218
-714
-360
Verschil per programma
Bedragen x € 1.000
50.960
-4.704
1.601
905
6.781
27.038
61
1.889
1.787
7.638
50
5.800
170
134
1.260
875
-672
581
838
-4.422
1.130
1.280
0
943
Verschil reserve
D.2 Programmarekening
D.3 Toelichting op de programmarekening In de toelichting op de programmarekening worden de diverse provinciale taakvelden (programma’s) financieel geanalyseerd. De afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de realisatie worden
toegelicht.
3.1
Toelichting begrotingswijzigingen 2009
In het begrotingsjaar 2009 zijn er diverse begrotingswijzigingen vastgesteld. In bijlage VIII wordt een overzicht gegeven van deze begrotingswijzigingen.
3.2
Analyse van het resultaat na bestemming
Het resultaat na bestemming is (afgerond) € 5,1 miljoen hoger dan begroot. In het hoofdstuk ‘Programmaverantwoording’ is per programma een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting na wijziging en de realisatie. Voor een nadere toelichting op die verschillen verwijzen wij dan ook naar het desbetreffende programma in onderdeel B van deze beleidsrekening. Bij wijze van samenvatting geven wij hierbij de belangrijkste verschillen die een verklaring geven voor het positieve rekeningresultaat van € 5,1 miljoen.
Programma
Bedrag * miljoen
Toelichting
6.3 Ontgrondingen In de begroting 2009 is een bedrag van opgenomen voor het
1,8
terugbetalen van leges inzake de F3B Maasbommel. De vergunninghouder heeft in 2009 geen verzoek gedaan om de vergunning in te trekken. Daarom is het bedrag niet in 2009 tot besteding gekomen. Dit heeft een voordeel voor 2009 tot gevolg. Verder zijn er meer leges ontvangen dan begroot. Het begrote bedrag is bepaald n.a.v. de gemiddelde jaarlijkse ontvangsten. In 2009 zijn meer kubieke meters vergund dan gemiddeld. 7.1 Economische ontwikkeling
De projecten de Mars en de Winkelsteeg, inzake van Tender investeringsprogramma's provincies (Tipp), zijn in 2009 afgerond. De vrijgevallen middelen komen ten gunste van de algemene middelen.
11.2 Instandhouding infrastructuur
In de winterperiode zijn bovengemiddeld veel strooiacties uitgevoerd vanwege het koude weer waardoor de werkelijke kosten circa 1,8 miljoen hoger zijn dan begroot.
14.0 Algemene dekkingsmiddelen
Door de verkoop van aandelen van Nuon is het saldo van de rekening-courant korte tijd extreem hoog geweest. Op de verkoop van Nuon was door ons college niet geanticipeerd bij begroting en derhalve was – voorzichtigheidshalve - geen rente begroot.
1,2
De werkelijke ontvangst inzake opcenten motorrijtuigenbelasting ligt ruim € 1,9 mln hoger dan geraamd. In het kader van de Begroting 2009 en de Voorjaarsnota 2009 heeft ons college aangegeven terughoudend te zijn met een eventuele structurele bijraming als gevolg van fiscale rijksmaatregelen voor de categorie van de zogenaamde zeer zuinige auto’s. De impact van deze maatregel valt voor onze provincie over 2009 mee.
1,9
- 271 -
0,5
-1,8
Programma
1.1 t/m 14.0
3.3
Bedrag * miljoen
Toelichting
De uitkering van het provinciefonds is hoger dan geraamd. Oorzaak ligt mede in het gegeven dat in december 2009 enkele uitkeringen zijn vastgesteld die niet meer in de begroting konden worden aangepast. Voorbeelden hiervan zijn de decentralisatie-uitkeringen inzake Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) en de decentralisatie luchthavens van regionaal belang.
0,6
Totaal 14.0 Algemene dekkingsmiddelen
3,7
Totaal overige verschillen binnen de diverse programma’s.
0,9
Totaal van deze verschillen
5,1
Algemene dekkingsmiddelen
De algemene dekkingsmiddelen vormen de dekking voor de realisering van de programma’s voor zover bij deze geen sprake is van specifieke baten (waaronder rijksbijdragen). Het gaat hierbij om: Bedragen x € 1.000 Omschrijving Opcentenheffing motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Onderuitputting programmatische uitgaven Dividend van deelnemingen (waaronder Nuon) Rentebaten (waaronder rentetoerekening eigen vermogen) Verkoop deelneming Nuon Beleggingsresultaat stamkapitaal verkoop Nuon Overigen Verschil ten opzichte van de begroting (na wijziging)
Begroting Realisatie (na wijziging) 174.008 172.044 187.885 187.279 0 1.134 157.757 157.767 40.367 35.107 4.249.438 4.446.678 44.453 25.026 580 0 4.854.489 5.025.036 -170.547
Voor een verdere toelichting op de verkoop deelneming Nuon en het beleggingsresultaat verwijzen wij u naar bijlage I en onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury.
3.4
Aanwending van het bedrag onvoorzien
Vanwege het Besluit Begroting en Verantwoording (art. 28, lid b) moet inzicht worden gegeven in de aanwending van het begrote bedrag voor onvoorzien. In de primaire begroting is een bedrag van € 183.000 opgenomen voor onvoorzien. In onderstaand overzicht is aangegeven hoe dit budget is aangewend.
- 272 -
Onvoorzien Bedragen x € 1.000 Omschrijving Primaire begroting Correctie extern ontvangen middelen, abusievelijk in rekeningsaldo 2008 gekomen i.p.v. transitoria Eenmalige subsidie 4-5 mei viering NCHC 1945 Wageningen Herberekening toegerekende lasten Afstemming boekhoudkundig saldo 2010 met financieel perpectief Restant
3.5
Budget 183
Statenvoorstel PS 2008-542 PS 2009-728 PS 2009-728 PS 2009-728 PS 2009-728 PS 2009-728
-262 -25 221 -2 114
Incidentele baten en lasten
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording geven wij door middel van onderstaand overzicht inzicht in de incidentele baten en lasten over 2009.
Incidentele baten en lasten Bedragen x € 1.000
Programma:
Omschrijving:
Incidentele lasten:
Incidentele baten:
€
-
€
347
€
-
€
4.249.438
Totaal: €
-
€
4.249.785
Bate met betrekking tot 14. Algemene dekkingsmiddelen afwikkeling oude subsidies Bate met betrekking tot de 14. Algemene dekkingsmiddelen verkoop aandelen Nuon
Voor een nadere toelichting op de verkoop van de aandelen Nuon wordt verwezen naar bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury.
3.6
Analyse begrotingsrechtmatigheid
Uit de Programmarekening 2009 blijkt dat voor een aantal programma’s de begrote lasten (na begrotingswijzigingen) zijn overschreden. Het gaat om de volgende programma’s:
Programma
Omschrijving
lasten
lasten
budget-
realisatie
begroot (na wijz.)
overschrijding
4.1
Klimaatprogramma
11.104
6.815
-4.289
6.2
Ruimtelijke ordening
22.808
21.667
-1.141
7.2
Recreatie en toerisme
7.895
7.870
-26
9.0
Openbaar vervoer
104.512
95.559
-8.952
9.791
9.660
-131
10.0
Fiets
11.2
Instandhouding infrastructuur
70.442
67.204
-3.238
12.0
Europese programma's
68.595
55.488
-13.107 -30.884
Bedragen x € 1.000
- 273 -
Op grond van artikel 193, lid 3 Provinciewet zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten (en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Bij de afweging van de relevantie van deze onrechtmatige lasten heeft het Platform Rechtmatigheid Provincie en Gemeenten nadere richtlijnen opgesteld in de kadernota 2009. In het platform hebben zitting vertegenwoordigers van ministerie van BZK, ministerie van Financiën, IPO, VNG, Unie van Waterschappen, vereniging van griffiers en het NIVRA (beroepsorganisatie van registeraccountants). Volgens de kadernota 2009 is in de onderstaande gevallen sprake van begrotingsonrechtmatigheden, die meetellen voor het accountantsoordeel over de begrotingsonrechtmatigheden: • Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. • Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. • Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn. Over de aanwending van deze extra inkomsten hebben Provinciale Staten nog geen besluit genomen • Kostenoverschrijdingen betreffende activiteiten welke achteraf geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de provincie er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar. • Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar van investeren. Hieronder worden de programma’s besproken waarvan de werkelijke uitgaven hoger zijn dan geraamd.
Programma 4.1 Klimaatprogramma € 4.289.000 PS Besluit Klimaatprogramma 2008-607 (Periode 2008-2011) Provinciale Staten hebben het klimaatprogramma voor meerdere jaren vastgesteld. In dit programma is voor de periode 2008-2011 € 27,7 miljoen beschikbaar gesteld (PS2008-607). Op basis van de geplande uitvoering van de tot het programma behorende projecten is in de primaire begroting 2009 een bedrag opgenomen. In de loop van het jaar leek te geplande uitvoering niet te worden gehaald doordat een aantal projecten vertraging dreigden op te lopen. Om onderbesteding aan het eind van het jaar te voorkomen is (in het kader van het aanvalsplan onderbesteding) het oorspronkelijke jaarbudget afgeraamd. Toen aan het eind van 2009 bleek dat een aantal van deze projecten alsnog in 2009 konden worden gerealiseerd, was een ophoging van het jaarbudget niet meer mogelijk. De aframing is achteraf dus te hoog geweest. De overschrijding blijft binnen het door uw Staten vastgestelde klimaatprogramma en is daarom ook niet aan te merken als een begrotingsonrechtmatigheid. De Staten hebben immers het budget voor het totale programma beschikbaar gesteld. Recessiebesluit PS aangaande Klimaatmiddelen Provinciale Staten hebben via het Actieplan Recessie (PS2009-200) middelen beschikbaar gesteld voor klimaatprojecten in de periode 2009-2010. Ook hiervoor geldt dat het oorspronkelijk budget in de loop van het jaar is afgeraamd om onderbesteding te voorkomen, maar dat later bleek dat projecten die waren doorgeschoven naar 2010 alsnog in 2009 konden worden uitgevoerd. De totale uitgaven blijven binnen het budget dat uw Staten in het Actieplan Recessie voor klimaatprojecten beschikbaar hebben gesteld, dus is ook hier geen sprake van een aantasting van het budgetrecht van de Staten en dus geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Programma 6.2 Ruimtelijke Ontwikkeling € 1.141.000 Tegenover de hogere uitgaven binnen het programma Ruimtelijke Ontwikkeling, die voornamelijk zijn gedaan binnen het project Ruimte voor Ruimte (R.v.R.), staat tevens een hogere opbrengst vanuit de gemeente Bronckhorst van € 1.077.000. De Staten hebben het project R.v.R. (PS 2003-438) met de daarbij behorende middelen vastgesteld (incl. de gemeentelijke bijdragen). De extra uitgaven 2009 passen binnen dit vastgestelde beleid, waardoor er geen sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid.
- 274 -
Programma 7.2 Recreatie en Toerisme € 26.000 De Staten hebben ter bevordering van Recreatie en Toerisme het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie (PS2008-679) vastgesteld dat over meerdere jaren loopt. Aan dit programma zijn middelen toegekend die in verschillende jaarschijven tot besteding komen. In 2009 is weliswaar € 26.000 meer uitgegeven dan in de jaarbegroting was opgenomen, maar de uitgaven passen wel binnen het door de Staten beschikbaar gestelde totaal budget voor het uitvoeringsprogramma. Hiermee is het budgetrecht van de Staten dus niet aangetast door deze overschrijving en is er geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Programma 9.0 Openbaar Vervoer € 8.952.000 In dit programma is het in de jaarbegroting opgenomen bedrag overschreden met € 8.952.000. Deze overschrijding wordt grotendeels ten laste gebracht van de Brede Doeluitkering Openbaar Vervoer (BDU), die wordt gevoed uit Rijksbijdragen, specifiek gelabeld aan OV. De Rijksbijdrage voor 2009 wordt daarmee hoger en compenseert de overschrijding. Per saldo resteert een overschrijding van € 1.154.000 die ook past binnen het door de Staten vastgestelde beleid voor OV. Deze overschrijding tast het budgetrecht van de Staten niet aan en er is dus geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid Programma 10.0 Fiets € 131.000 De hogere uitgaven binnen het programma Fiets bestaan voornamelijk uit (interne) apparaatskosten en passen binnen het Fietspadenplan 2006 dat voor het gedeelte 2006-2008 tot afronding is gekomen in 2009. Voor dit plan hebben de Staten een totaalbudget van € 21,3 mln beschikbaar gesteld dat (deels) geactiveerd is en waarvan de kapitaallasten in de komende jaren ten laste van het jaarbudget voor “fiets” worden gebracht. Ondanks deze overschrijving blijven de uitgaven binnen het totaalbudget dat door de Staten in het fietsplan beschikbaar is gesteld en is er dus geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Programma 11.2 Instandhouding Infrastructuur € 3.238.000 De hogere uitgaven binnen het programma Instandhouding Infrastructuur bestaat uit hogere lasten inzake gladheidbestrijding en door een aanpassing van het interne rentepercentage (omslagrente). Voor wat betreft de gladheidbestrijding is in de Kadernota Reserves en Voorzieningen 2004 (PS2004-763) besloten om het fonds gladheidbestrijding op te heffen en de (gemiddelde) uitgaven voor gladheidbestrijding rechtstreeks op de begroting ramen. De werkelijke kosten van gladheidbestrijding kunnen jaarlijks sterk wisselen, de omvang is onvoorspelbaar. Met het opheffen van het fonds is geaccepteerd dat er jaarlijks voor- of nadelige verschillen optreden tussen raming en realisatie, die van invloed zijn op het rekeningresultaat. Voor wat betreft de hogere kapitaallasten ten gevolge van het hoger dan begrote percentage van de omslagrente dat is gebruikt voor de interne doorberekening, kan worden vermeld dat deze kapitaallasten conform besluiten van de Staten ten laste komen van de Reserve Wegenbouwprojecten en dat fluctuaties binnen deze reserve worden opgevangen. Daardoor is er geen sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. De Staten hebben immers besloten dat de voor- en nadelen van begrote t.o.v. gerealiseerde rentekosten, c.q. kapitaallasten ten gunste dan wel ten laste van deze reserve worden gebracht. Programma 12.0 Europese programma’s € 13.107.000 Tegenover de hogere uitgaven binnen het programma “Europese Programma’s”, staan tevens hogere opbrengsten vanuit het Ministerie van Economische Zaken, de Provincie Overijssel en Europa. In 2009 is, achteraf gezien, te voorzichtig begroot. Uiteindelijk blijken de lasten ruim € 13,1 mln. hoger te liggen. Dit wordt echter gedekt door hogere baten (€ 12,6 mln.). Aangezien de uitgaven volledig worden gedekt vanuit door Europa beschikbaar gestelde middelen, is er geen sprake van een aantasting van het budgetrecht van de Staten en daarmee ook niet van een begrotingsonrechtmatigheid.
3.7
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT)
In 2009 zijn er geen provinciale medewerkers geweest die een beloning hebben ontvangen boven het normbedrag. Zie hiervoor ook onderdeel C6, de paragraaf bedrijfsvoering.
- 275 -
D.4 De balans ACTIVA Bedragen x € 1.000
31-12-2009
31-12-2008
43.692 43.692
0 0
147.911
114.501
125.367 22.544
94.953 19.548
4.410.135 37.926 329.759 2.252.549 1.728.700 61.201
215.450 32.926 81.489 6.506 0 94.529
665.088 32.516 575.000 57.572
758.835 63.688 653.000 42.147
96.462 4 96.458
40.133 3 40.130
Overlopende activa Nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde
163.446
93.475
bedragen Van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel
161.432
93.155
2.014
320
5.526.734
1.222.394
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Saldo agio/disagio Materiële vaste activa Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen met een economisch nut
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan Deelnemingen Leningen aan deelnemingen Overige langlopende leningen u/g Overige uitzettingen Bijdragen aan activa in eigendom van derden
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen Overige vorderingen
Liquide middelen Kassaldi Bank en giro saldi
Totaal activa
- 276 -
PASSIVA Bedragen x € 1.000
31-12-2009
31-12-2008
VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo van rekening
Voorzieningen Onderhoudsegalisatievoorzieningen Voorziening verplichtingen, verliezen en risico's
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Onderhandse leningen van binnenlandse banken
4.886.326 30.611 4.850.629 5.085
650.448 29.589 597.794 23.065
1.103 0 1.103
12.120 9.420 2.700
34.918 34.918
41.902 41.902
432.876 432.876
368.293 368.293
171.511 55.292
149.631 22.632
116.218
126.999
5.526.734
1.222.394
46.973
44.524
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overige schulden
Overlopende passiva Nog te betalen en vooruitontvangen bedragen Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel
Totaal passiva Gegarandeerde geldleningen
- 277 -
D.5 Toelichting op de balans 5.1
Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa
Saldo van agio/disagio Totaal
31-12-2009 x € 1.000
31-12-2008 x € 1.000
43.692 43.692
0 0
In 2009 is een groot gedeelte van de gelden die ontvangen zijn (1ste tranche) met betrekking tot de verkoop van de aandelen Nuon belegd in obligaties. Het saldo van de bedragen die zijn betaald boven de nominale waarde van obligaties (agio) en de bedragen die zijn betaald onder de nominale waarde van de obligaties (disagio) is opgenomen onder de immateriële vaste activa. Het saldo van agio en disagio wordt afgeschreven over de resterende looptijd van de betreffende obligaties. Zie ook bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury.
5.2
Materiële vaste activa
Het BBV kent een onderscheid tussen investeringen met een maatschappelijk nut en investeringen met een economisch nut. Materiële vaste activa 31-12-2009 31-12-2008 x € 1.000 x € 1.000 Investeringen maatschappelijk nut Investeringen met economisch nut
125.367 22.544 147.911
Totaal
94.953 19.548 114.501
Investeringen met een maatschappelijk nut Het brutoverloop van de materiële vaste activa met een maatschappelijk nut is als volgt weer te geven: Investeringen met een maatschappelijk nut Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Bedragen x € 1.000 Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde afschrijving Boekwaarde 1 januari 2009 Mutaties 2009 Afboeking aanschafwaarde Afboeking gecumuleerde afschrijving Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Duurzame waardevermindering Totaal mutaties Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde afschrijving Boekwaarde 31 december 2009
146.817 -51.864 94.953 -17.914 17.914 37.508 0 -7.094 0 0 30.414 166.411 -41.044 125.367
- 278 -
De boekwaarde van de activa met maatschappelijk nut is gestegen met € 30.414.000. De stijging wordt veroorzaakt door een groot aantal investeringen in wegenwerken van in totaal € 37.508.000 (2008: € 12.637.000).
In 2009 zijn de volgende investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd:
- N302 Harderwijk Lorentz-oost - N831 Hedel, uitvoering omlegging - N322 Druten/Beneden Leeuwen uitvoering fase 1 - N315 Zelhem/Ruurlo fietspad - N322 Druten/Beneden Leeuwen overige uitvoeringskosten - N322 aansluiting Horssen - N837 Arnhem - Heteren A50 2e fase - N303/798 Huinen/Putten - Overige projecten Totaal waarde investeringen 2009
31-12-2009 x € 1.000 17.600 3.983 519 1.228 5.400 1.092 5.345 641 1.700 37.508
In 2009 heeft een afschrijving plaatsgevonden van € 7.094.000 (2008: € 4.780.000). De afschrijvingen in 2009 zijn ten opzichte van 2008 met € 2.314.000 toegenomen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door het vervroegd afschrijven van activa (fietspaden): Analyse afschrijvingen:
31-12-2009 x € 1.000
In 2008 volledig afgeschreven activa: - - N317 Slingerpar Ulft/Silvolde (GDU 1999) - - Aanleg omlegging Heumen RWA73-S111 - - N786 Reconstr. Loenen A-50 (Immenberg) uitvoering - - A15 Bemmel-Babberich Daling afschrijvingslasten door volledig afgeschreven activa uit 2008 Stijging lopende afschrijvingslasten 2009: Dit wordt veroorzaakt door de annuïtaire afschrijvingsmethodiek die de provincie bij afschrijvingen van activa toepast.
-8.465 -6.787 -215 -2.447 -17.914 733
Vervroegd afschrijven activa fietspaden:
3.006
Verklaring stijging afschrijvingslasten
2.314
- 279 -
Investeringen met een economisch nut
Naast de investeringen met een maatschappelijk nut, zijn er ook investeringen met een economisch nut. Hieronder zijn deze investeringen met een economisch nut weergegeven. Investeringen met een economisch nut Bedragen x € 1.000
Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde afschrijving Boekwaarde 1 januari 2009 Mutaties 2009 Afboeking aanschafwaarde Afboeking gecumuleerde afschrijving Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Duurzame waardevermindering Totaal mutaties Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde afschrijving Boekwaarde 31 december 2009
Bedrijfsgebouwen
Machines, apparaten en installaties
Gronden
16.277 -2.630 13.647
143 0 0
Overige materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
7.935 -2.258 5.677
425 -344 81
24.780 -5.232 19.548
-245 245
-32 32
-277 277
3.676
0
2.141
0
-426
0
-2.355
-40
3.250
0
-214
-40
5.817 0 -2.821 0 0 2.996
19.953 -3.056 16.897
143 0 143
9.831 -4.368 5.463
393 -352 41
30.320 -7.776 22.544
De boekwaarde van de activa met een economisch nut is ten opzichte van 2008 gestegen met € 2.996.000. De stijging kan als volgt worden weergegeven:
31-12-2009 x € 1.000
- Toename boekwaarde bedrijfsgebouwen - Afname boekwaarde van machines, apparaten en installaties - Afname boekwaarde van overige activa Totaal mutaties 2009
Bedrijfsgebouwen
3.250 -214 -40 2.996
31-12-2009 x € 1.000
Investeringen in bedrijfsgebouwen: - Aanpassing bedrijfsrestaurant en vergaderzalen - Toekomstbestendige huisvesting - Districtskantoor Warnsveld - Districtskantoor Zetten - Overige investeringen Totaal waarde 2009
95 675 1.690 1.204 12 3.676
Afschrijvingslasten Toename boekwaarde
-426 3.250
De afschrijvingen 2009 (€ 426.000) is ten opzichte van 2008 (€ 401.000) gestegen met € 25.000. De stijging wordt verzoorzaakt door de annuitaire afschrijvingsmethodiek die de provincie bij afschrijving van activa toepast.
- 280 -
Investeringen machines, apparaten en installaties
31-12-2009 x € 1.000
Investeringen machines, apparaten en installaties: - Flexibel en locatie - onafhankelijk werken (Flow) - Automatisering - Overige investeringen Totaal waarde 2009
744 1.211 186 2.141
Afschrijvingslasten Afname boekwaarde
-2.355 -214
De afschrijvingen 2009 (€ 2.355.000) is ten opzichte van 2008 (€ 867.000) toegenomen met € 1.488.000 De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door activa die voor het eerst worden afgeschreven in 2009 ad € 1.529.000.
5.3
Financiële vaste activa
Hieronder staat weergeven welke activa tot de financiële vaste activa behoren. Financiële vaste activa Bedragen x € 1.000
Stand per 1 januari 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde aflossing/afschrijving Boekwaarde 1 januari 2009 Mutaties 2009 Afboeking aanschafwaarde Afboeking gecumuleerde afschrijving Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen/aflossing Bijdragen van derden Duurzame waardevermindering Totaal mutaties Stand per 31 december 2009 Aanschafwaarde Gecumuleerde aflossing/afschrijving Boekwaarde 31 december 2009
Bijdragen Leningen eigendom aan van deelderden nemingen 409.169 -314.640 94.529
Overig langlopende leningen
Kapitaal verstr. aan deelnemingen 32.926 0 32.926
Overige uitzettingen
84.951 -3.462 81.489
22.769 -16.263 6.506
344 -344 4.713
250.000
1.605 -1.605 2.247.342
-38.041
-1.730
-1.299
-33.328
248.270
2.246.043
5.000
414.226 -353.025 61.201
334.951 -5.192 329.759
2.271.716 -19.167 2.252.549
37.926
1.728.700
37.926
1.728.700
5.000
0 0 0
1.728.700
1.728.700
Totaal financiële vaste activa 549.815 -334.365 215.450 1.949 -1.949 4.235.755 0 -41.070 0 0 4.194.685 4.787.519 -377.384 4.410.135
Bij de leningen is sprake van aflossingen, bij bijdragen eigendom van derden is sprake van afschrijvingen. Zie ook bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Bijdrage in activa in eigendom van derden
De bijdrage in activa in eigendom van derden betreft Dijkverbetering Rijksdeel. Deze bijdrage is afgenomen met € 33.328.000. Deze afname betreft de aflossing van de in het verleden voorgefinancierde kosten in het kader van de versnelling dijkverbetering, verminderd met de investeringen 2009. Deze middelen zijn afkomstig uit het geoormerkte deel van het provinciefonds. Leningen aan deelnemingen 31-12-2009 x € 1.000
Deze post bestaat uit:
- Lening Nuon - Achtergestelde lening Vitens - Lening BNG Totale waarde deelnemingen
58.991 20.768 250.000 329.759
- 281 -
Achtergestelde lening NV Nuon De provincie heeft vanwege de verkoop van EPON een achtergestelde lening van € 58.991.000 verstrek aan NV Nuon. De provincie heeft over het leningsbedrag € 3.915.000 rente ontvangen. Deze lening wordt in 2010 afgelost. Achtergestelde lening NV Vitens De provincie heeft aan NV Vitens een rentedragende achtergestelde lening verstrekt van € 25.960.000. De lening heeft een looptijd van 15 jaar. Deze lening is tot stand gekomen ter vervanging van het pakket preferente aandelen van de provincie. In 2009 is op de achtergestelde lening NV Vitens een bedrag van € 1.732.000 afgelost en € 1.027.000 aan rente ontvangen. Lening BNG ste De provincie heeft na ontvangst van de gelden (1 tranche) van de verkoop van de Nuon aandelen een bedrag van € 250.000.000 uitgezet als 10 jarige onderhandse lening bij de BNG. De provincie heeft op het leningsbedrag een rente van € 4.847.014 ontvangen. Zie voor een nadere toelichting bijlageI en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Overige langlopende leningen 31-12-2009 x € 1.000
Deze post bestaat uit:
-
Hypothecaire leningen personeel Leningen Geldersch Landschap Lening Achmea Lening Openluchtmuseum Lening Gemeente Apeldoorn Omnisport Lening gemeente Elburg Kruismaten Lening gemeente Beuningen Geactiveerde lening Zaltbommel Lening Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten - Nog te ontvangen gelden Nuon Totale waarde langlopende leningen
158 69 1.536 1.169 1.361 471 431 10 0 2.247.342 2.252.549
De post “nog te ontvangen gelden Nuon” betreft de nog niet ontvangen vergoeding voor de verkoop van NUON aandelen. Over dit bedrag is in 2009 door Vattenfall rente uitgekeerd van € 21,6 miljoen. Zie voor een nadere toelichting bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Er hebben in 2009 geen nieuwe verstrekkingen plaatsgevonden. In totaliteit is een bedrag van € 1.605.000 afgelost en € 5.002.828 aan rente ontvangen. De leningen waarop aflossingen hebben plaatsgevonden, zijn hieronder weergegeven. De aflossing heeft plaatsgevonden op:
31-12-2009 x € 1.000
-Gemeente Rheden -Vrienden Gelderse Kastelen -Hypotheken Totale waarde aflossing op leningen
1.361 41 203 1.605
- 282 -
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Deelnemingen Bedragen x € 1.000
Aanschafwaarde 5.233 15.938 16.545 199 11 37.926
N.V. Alliander te Amsterdam N.V. Vitens te Apeldoorn Oost N.V. te Deventer N.V. Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Nederlandse Waterschapsbank N.V. te Den Haag Totaal waarde deelnemingen
De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van verkrijgingsprijs. Er hebben zich geen bijzondere waardeverminderingen voorgedaan. Oost NV In april 2009 is in het kader van Gelders Actieplan Recessie besloten om Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV met € 5 miljoen te versterken. Deze kapitaalinjectie heeft als storting op de aandelen plaatsgevonden. Zie voor een nadere toelichting onderdeel C7, de paragraaf verbonden partijen.
Alliander Alliander NV is in juridische zin de rechtsopvolger van NV Nuon en is per 1 juli 2009 ontstaan als gevolg van de splitsing van Nuon. De Provincie Gelderland bezit ruim 44,5% van de aandelen in Alliander NV. 2 Conform de notitie “verwerking verkoopopbrengst Nuon-Energy aandelen” van de commissie BBV is de boekwaarde van de aandelen Nuon ultimo 2008 als verkrijgingsprijs van de aandelen Alliander gehanteerd. Zie voor een nadere toelichting onderdeel C7, de paragraaf verbonden partijen. Overige uitzettingen Overige uitzettingen Bedragen x € 1.000
Aanschafwaarde
Obligaties Totaal waarde overige uitzettingen
1.728.700 1.728.700
In 2009 is een groot gedeelte van de gelden die ontvangen zijn (1ste tranche) met betrekking tot de verkoop van de aandelen Nuon belegd in obligaties. Een nadere toelichting hierover is opgenomen in bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury
5.4
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Uitzettingen
Kasgeldleningen Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Niet doorgeleverde gronden DLG-BBL Overige Totale waarde uitzettingen
31-12-2009 x € 1.000
31-12-2008 x € 1.000
575.000 43.491 -425 46.908 115 665.088
653.000 71.649 -198 37.263 -2.879 758.835
2 In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is opgenomen dat er een commissie is met als taak zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV, deze commissie is de commissie BBV.
- 283 -
Kasgeldleningen Ultimo 2009 is een bedrag aan kasgeldleningen (deposito’s) uittgezet van € 575.000.000 Op de totaal uitgezette deposito’s is in 2009 een renteopbrengst gerealiseerd van € 13,1 miljoen (2008: 26,9 miljoen). Het gemiddelde rendement kwam daardoor uit op 1,74% (2008: 4,42%). Niet doorgeleverde gronden DLG-BBL De post “Niet doorgeleverde gronden DLG-BBL” ad € 46,9 miljoen betreft uitgaven voor gronden die ultimo 2009 nog niet zijn doorgeleverd aan terreinbeherende organisaties. Op het moment van doorleveren wordt de last opgenomen in de exploitatie. Dit wordt uitgevoerd door de Dienst Landelijk Gebied, Bureau Beheer Landbouwgronden (DLG-BBL). Het juridisch eigendom van deze gronden berust bij DLG-BBL, het economische eigendom bij de provincie. Debiteuren De debiteurenpositie is per balansdatum € 43,4 miljoen. Hiervan heeft 32% betrekking op 2008 en eerdere jaren. Uitsplitsing van de debiteurenpositie naar ouderdom geeft het volgende beeld:
Ouderdomsanalyse Debiteuren
25,18% 42,50%
< 1 jaar 1 jaar -< 2 jaar 2 jaar -< 3 jaar Toekomstig
0,00% 32,32%
Het debiteurensaldo van 43,4 miljoen bestaat voor 83% uit vorderingen op openbare lichamen. De uitsplitsing ziet er als volgt uit: Uitsplitsing Debiteuren
17%
Niet - openbaar lichaam Openbaar lichaam 83%
Bij beschikking van 10 juni 2005 heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Provincie Gelderland het investeringsbudget verleend ten behoeve van het provinciale beleid voor stedelijke vernieuwing van de zogenoemde niet-rechtstreekse gemeenten. Dit investeringsbudget in het kader van de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) bedraagt voor de periode 2005 t/m 2010 € 48,1 miljoen en wordt door de provincie in genoemde periode op basis van jaarlijkse beschikkingen aan de gemeenten ter beschikking gesteld. Daarnaast is bij beschikking van 25 juli 2005 door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de provincie Gelderland in het kader van de Wet bodembescherming een budget toegekend van € 36,9 miljoen voor de periode
- 284 -
van 2005-2009. De voornoemde bedragen zijn in 2009 onder de debiteuren én via de desbetreffende programma’s onder de overlopende passiva verantwoord. Dubieuze debiteuren
De voorziening dubieuze debiteuren is vastgesteld op een bedrag van € 425.124. De stijging ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard doordat de in 2009 gecentraliseerde financiële administratie in de loop van 2009 is gestart met het opschonen van alle debiteurendossiers.
5.5
Liquide middelen
Liquide middelen Kas Banken: BNG Groenfonds Algemene Bank Nederland Giro / ING Kasbank (vermogensbeheer Nuon gelden) Rabobank Overige banken Totaal waarde liguide middelen
31-12-2009 x € 1.000
31-12-2008 x € 1.000
4
3
67.664 22.778 169 436 4.030 1.245 1 96.462
31.489 7.368 1.131 62 81 40.133
De liquide middelen zijn per 31 december 2009 aanzienlijk hoger ten opzichte van voorgaand jaar. De reden hiervoor is dat er gelden beschikbaar moesten zijn voor een betaling begin januari 2010 van € 86,2 miljoen aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat inzake de provinciale bijdrage aan de N118. Kasbank De Kasbank is de bankinstelling die als custodian (bewaarder) optreedt in het kader van de beleggingsportefeuille van de provincie. Bij betreffende bankinstelling is in 2009 hiervoor een rekening courant geopend. Zie voor een nadere toelichting onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Groenfonds Per 1 januari 2007 is de Wet Investeringsbudget Landelijk Gebied (WILG) in werking getreden en daarmee ook het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Het ILG maakt de provincies verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de planvorming, uitvoering en financiering van de rijksdoelen in het landelijk gebied. Hiervoor heeft het Rijk met elke provincie een overeenkomst afgesloten voor de periode 2007 – 2013 (zogenoemde Bestuursovereenkomst). In de Bestuursovereenkomst staat het budget dat de provincie krijgt en een duidelijke omschrijving van de prestaties die de provincie gaat leveren. Hieronder is de verloopstaat van de rekening courant groenfonds 2008 opgenomen. Verloopstaat rekening courant groenfonds 2009:
Stand per 1 januari Bij: Ontvangen voorschotten LNV ILG Rente Groenfonds (4e kwartaal 2008 tot en met 3e kwartaal 2009) Af: Onttrekkingen t.b.v. ILG Kostenvergoeding Groenfonds Stand per 31 december
- 285 -
2009 x € 1.000
2008 x € 1.000
7.368
22.573
49.843
56.387
446 57.657
1.267 57.654
34.856 23 34.879 22.778
72.837 22 72.859 7.368
5.6
Overlopende activa
Overlopende activa:
Nog te ontvangen bedragen Nog te verrekenen BTW/ BCF Nog te ontvangen bronbelasting Vooruitbetaalde bedragen Subtotaal Nog te ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen Totale waarde overlopende activa
Nog te ontvangen bedragen:
Heffingsopbrengst grondwater Opcenten Motorrijtuigenbelasting Subsidies Europese programma's LNV (ILG) Rente achtergestelde lening Vitens Rente kasgeldleningen Rente achtergestelde lening Nuon Couponrente obligaties Overigen Totaal
2009 x € 1.000
2008 x € 1.000
125.499 34.702 74 1.157 161.432
65.540 26.829 0 786 93.155
2.014
320
163.446
93.475
2009 x € 1.000
2008 x € 1.000
2.150 14.745 52.503 1.050 7.753 3.115 40.377 4.257 125.499
2.200 14.269 24.588 5.859 1.197 10.650 3.093 3.684 65.540
Subsidie Europese programma’s
De nog te vorderen gelden met betrekking tot de Europese programma’s zijn hoger dan voorgaand jaar. De oorzaak van deze toename is dat we in 2009 meer aan subsidies hebben verleend dan we hebben gedeclareerd bij Europa. De post bestaat voornamelijk uit het nog te ontvangen bedrag met betrekking tot EFRO ad € 49,6 miljoen. Couponrente obligaties
De nog te ontvangen couponrente betreft het deel van de rente op de obligaties die in 2010 worden uitgekeerd, maar betrekking hebben op het jaar 2009. Zie voor een nadere toelichting onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Nog te verrekenen BTW/ BCF De hierboven genoemde post BTW/ BCF van € 34.7 miljoen bestaat voor het grootste deel uit een aangifte van BTW-compensatiefonds welke van de belastingdienst zal worden terugontvangen. De stijging is ontstaan doordat wij dit jaar aanzienlijk meer kosten hebben gemaakt, ergo de te ontvangen BTW is meegestegen.
- 286 -
Nog te ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen Transitoria EFRO 2007-2013 EU-middelen
Stand per 31 - 12 - 2008 222
Geluidskaarten en actieplannen
Dotaties 2009
60
3
Onttrekkingen 2009 225
0
60
Stand per 31 - 12 - 2009 0 0
Natura 2000
0
0
813
813
Bodemsanering Bedrijfsterreinen GLD
0
0
1.162
1162
37
0
0
37
320
3
2.261
2.014
Mobiliteitsprojecten optimum-2
Totaal:
Zie voor een nadere toelichting bijlage V.
5.7
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit het resultaat na bestemming van het verslagjaar en de reserves. De reserves bestaan uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. In bijlage II is per reserve een toelichting gegeven op het doel van de reserve en de mutaties in 2009. In onderstaande tabel is het totaaloverzicht van de reserves weeggeven: Reserves Bedragen x €1.000
Stand per 31 - 12 - 2008
Dotaties 2009
Resultaatsbestemming 2008
Onttrekkingen 2009
Stand per 31 - 12 - 2009
Algemene reserve Algemene reserve Algemene Reserve verplichtingen MW Subtotaal
29.269
25.284
320
0
29.589
25.284
7.985 619 7.417
23.065
47.007
30.611
320
0
47.327
30.611
2.398
2.077
8.306
762
423
958
335
703
7.050
23.065
Bestemmingsreserves Egalisatiereserve Grondwaterheffing Reserve EFRO 2007-2013 Gelderland Reserve Europese programma's Jeugdhulpverlening Meerjarige investeringsreserve Gelderland Meerjarig Investeringsprogramma Cultuurhistorie
0
12.599
11.177
1.422
349.224
197.318
217.266
329.276
3.490
6.963
9.141
1.312
Reserve aankoop en particulier beheer van natuurterreinen Reserve bestuurlijke verplichtingen Reserve Algemene Bedrijfsvoering GIB Reserve bedrijfsomgeving Reserve Algemene Bedrijfsvoering PMB Reserve Groot Onderhoud provinciale gebouwen
0
2.579
1.470
1.108
48.283
22.946
29.672
41.556
0
2.131
1.827
304
2.071
2.778
3.549
1.300
292
12
304
0
0
1.982
0
1.982
Geblokkeerde reserve achtergestelde lening NUON
33.286
6.788
0
40.075
Geblokkeerde reserve achtergestelde lening Vitens
25.960
0
0
25.960
Reserve projecten in uitvoering algemeen
15.643
13
3.773
11.883
606
9
0
616
0
4.249.438
0
4.249.438
22.440
40.787
33.501
29.725
0
652
0
652
Reserve traverse dieren
14.063
7.651
928
20.786
Reserve OV-infrastructuur
17.606
25.692
29.088
14.210
0
6.781
0
6.781
Reserve werken aan N348
10.284
7.655
3.263
14.676
Reserve Wegenbouwprojecten
37.211
30.501
27.671
40.041
111
729
809
31
1.203
18
40
1.182
597.794
4.629.517
376.683
4.850.629
Reserve Projecten in Uitvoering WBO Reserve Stamkapitaal Reserve regionale samenwerkingsprogramma Reserve BDU provinciale middelen exploitatiebijdragen OV
Reserve instandhouding wegverhardingen
Reserve kunsttoepassingen wegen Reserve infrastructurele maatregelen landbouwverkeer Subtotaal
0
Resultaat 2009
Totaal
5.085 627.384
- 287 -
4.654.801
23.065
424.010
4.886.326
Reserve stamkapitaal De reserve stamkapitaal heeft betrekking op de opbrengst van de verkoop van de aandelen Nuon. Zie voor een nadere toelichting bijlage I, bijlage II en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Reserve groot onderhoud provinciale gebouwen De gelden met betrekking tot het groot onderhoud van de provinciale gebouwen waren gereserveerd in een voorziening. Bij het tweede vervolgvoorstel bij de begroting 2010 is besloten deze voorziening per 31-12-2009 om te zetten naar een reserve. Zie bijlage II voor een nadere toelichting op deze reserve. Reserve instandhouding wegverhardingen De gelden met betrekking tot instandhouding wegverhardingen waren gereserveerd in een voorziening. Bij het tweede vervolgvoorstel bij de begroting 2010 is besloten deze voorziening per 31-12-2009 om te zetten naar een reserve. Zie bijlage II voor een nadere toelichting op deze reserve.
Aan het eigen vermogen is ten laste van de exploitatie is € 4.654,8 miljoen toegevoegd (inclusief rentetoevoeging). Het rekeningresultaat 2009 ad € 5,1 miljoen is hierin niet meegenomen. Vanuit de reserves is € 424 miljoen bijgedragen aan de exploitatie. Daardoor is het eigen vermogen ten opzichte van 2008 toegenomen met € 4.252,8 miljoen. De belangrijkste reden voor deze grote stijging is de verkoop van de aandelen Nuon (reserve stamkapitaal). Zie voor een nadere toelichting bijlage I en het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury. Een toelichting op de belangrijkste mutaties in de exploitatie is per programma opgenomen in de programmaverantwoording.
5.8
Voorzieningen
In bijlage III is per voorziening een toelichting gegeven op het doel van de voorziening en de mutaties in 2009. In onderstaande tabel is het totaaloverzicht van de voorzieningen weeggeven:
Voorzieningen Bedragen x €1.000 Garantiestelling Plantion
Voorziening afwikkeling Europartenariat Voorziening Flankerend beleid 2004
Stand per 31 - 12 - 2008
Dotaties 2009
Onttrekkingen 2009
Vrijval
Stand per 31 - 12 - 2009
0
1.000
0
0
1.000
1.260
0
237
1.023
0
808
45
750
Voorziening Groot Onderhoud provinciale gebouwen
1.632
830
480
1.982
0
Voorziening instandhouding wegverhardingen
8.419
28.446
30.084
6.781
0
12.120
30.321
31.551
9.786
1.103
Totaal:
103
Afwikkeling Europartenariat De gerechtelijke procedures en terugvordering van de Europese Commissie met betrekking tot de Stichting Europartenariat zijn afgewikkeld en verrekend met de deelnemende partners. De voorziening die voor dit onderdeel is gevormd (en later samengevoegd is met de voorziening van de afwikkeling van het evenementenbeleid) kan dan ook per ultimo 2009 worden opgeheven. Het resterende saldo van deze voorziening ad € 1.023.395 is vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen. In het vervolgvoorstel van de Beleidsbegroting 2010 (PS2009-728) is de afwikkeling toegelicht en het vrijvallend saldo geraamd. Voorziening groot onderhoud provinciale gebouwen De gelden met betrekking tot het groot onderhoud van de provinciale gebouwen waren gereserveerd in een voorziening. Bij het tweede vervolgvoorstel bij de begroitng 2010 is besloten deze voorziening per 31-12-2009 om te zetten naar een reserve.
- 288 -
Voorziening instandhouding wegverhardingen De gelden met betrekking tot instandhouding wegverhardingen waren gereserveerd in een voorziening. Bij het tweede vervolgvoorstel bij de begroitng 2010 is besloten deze voorziening per 31-12-2009 om te zetten naar een reserve.
5.9
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Het verloop van de langlopende schuld is als volgt:
Langlopende schulden Bedragen x € 1.000
Omschrijving 31-12-2009 31-12-2008 Stand 1 januari 41.902 48.887 Opgenomen Afgelost 6.984 6.984 Stand per 31 december 34.918 41.902 Ultimo 2009 heeft de provincie negen langlopende leningen van in totaal € 34,9 miljoen. De gemiddelde rente (rentekosten als percentage van de gemiddelde boekwaarde) over de opgenomen leningen over 2009 is 3,91% (2008: 3,91%). De rentelast over 2009 is € 1,46 miljoen (2008 is € 1,9 miljoen). Het verschil in de rentelast wordt veroorzaakt door de in 2009 verrichte aflossingen. Aantal leningen 4 1 1 3 Totaal
Rente percentage 3,38% - 3,44% 3,57% 4,05% 5,7% ; 5,92% ; 6,75%
€ € € € €
Restant aflossing 23,82 miljoen 4,00 miljoen 3,40 miljoen 3,69 miljoen 34,91 miljoen
Een nadere toelichting op deze langlopende leningen treft u aan in onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury.
5.10
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Netto vlottende schulden Overige schulden Stand per 31 december
31-12-2009 x € 1.000
31-12-2008 x € 1.000
432.876 432.876
368.293 368.293
Per balansdatum is de provincie uit hoofde van crediteuren een bedrag verschuldigd van € 432,9 miljoen. Over 2008 (en eerder) is nagenoeg alles afgewikkeld.
5.11
Overlopende passiva
Overlopende passiva: Loonbelasting Nog te verrekenen voorschot DLG Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Nazorgfonds Belastingen Overig Subtotaal Ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen Totaal per 31 december 2009
- 289 -
31-12-2009 x € 1.000
31-12-2008 x € 1.000
4.354 5.974 35.384 6.627 2.934 0 20 55.292
4.111 987 9.875 3.684 2.363 50 1.562 22.632
116.218 171.511
126.999 149.631
Nog te verrekenen voorschot DLG In het kader van de Wet Inrichting Landelijk Gebied is een bestuursovereenkomst gesloten met het Rijk voor de periode 2007-2013. Jaarlijks wordt met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) een prestatieovereenkomst gesloten ter uitvoering van beleid uit de bestuursovereenkomst. Hiertoe verricht de DLG uitgaven waarover men verantwoording aflegt. Op basis van de verantwoording betaalt de provincie voorschotten uit. Het bedrag ad. € 5.974.000 betreft het saldo tussen de door de DLG verantwoorde uitgaven en de door de provincie betaalde voorschotten per 31 december 2009. Inmiddels is in januari 2010 hiervan een bedrag van € 4.800.000 uitbetaald. Nog te betalen bedragen De post nog te betalen bedragen betreffen facturen die in 2010 zijn ontvangen, maar die betrekking hebben op het jaar 2009. De post kan als volgt worden uitgesplitst: 2009 x € 1.000 Belastingdienst BCF/OB afrekening 2003-2006 Ruimte voor Ruimte Vervoerskosten Regiotaxi BNG nota beheersvergoeding Provincie Overijssel EUP Provincie Overijssel EUP – BTW Verlaging rijksbijdrage 2009 Transitoria DLG Nog te betalen bonussen Gemeente Apeldoorn overeenkomst 538 Rente leningen OG 2009 Overig Totaal
1.384 12.722 997 333 1.744 2.348 8.557 1.603 249 900 831 3.716 35.384
Vooruitvangen bedragen De post vooruitontvangen bedragen kan als volgt worden uitgesplitst: 2009 x € 1.000 VROM bijdrage externe veiligheid Bijdrage aanleg weg in Hummelo Overig Totaal
4.048 2.514 64 6.626
- 290 -
Ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen Transitoria EFRO 2007-2013 Overijssel
Stand per 31 - 12 - 2008 0
Europese Programmas; EPD
0
Europese Programmas; Leader Europese Programmas; Interreg 3A Europese programma's; MKZ
Dotaties 2009
Onttrekkingen 2009
Stand per 31 - 12 - 2009
0
0
0
598
568
30
0
0
0
0
833
12
-91
937
0
105
105
0
2.238
34
0
2.271
30.353
168
22.208
8.313
8.201
123
4.925
3.399
X-GDI
610
45
0
654
Onderzoek sanering industrielawaai
188
0
35
153
0
6
0
6
22
16
0
38
Europese programma's: risicoreserve ISV Jeugdhulpverlening
Luchtvaartwet Leren voor duurzaamheid Interreg IIIB
75
0
0
75
Viking
52
0
52
0
Cross SIS Navarra
60
0
60
0
5.956
463
0
6.419 107
Wet bodembescherming door provincie Europese kaderrichtlijn water: proces Rijn-West
-79
173
-13
Emissiehandel
5
0
0
5
Gebiedsgericht programma luchtkwaliteit
0
2.600
0
2.600
Externe veiligheid 2
1.660
3.055
Spitsproject milieuVG Gelderland
4.715 19
0
0
19
Organisatie handhavingsestafette
71
0
31
40
13.091
196
4.750
8.537
Sanering gasfabrieken
7
0
0
7
Sanering asbestwegen
Windturbines
2.298
0
1.156
1.142
Actieplan cultuurbereik
281
0
0
281
Herstructurering bibliotheek
126
0
0
126
Uitvoering project BLOW
11
0
0
11
Duurzame processen
11
0
0
11
Programmabureau rivierengebied
81
0
0
81
Locatiegebonden subsidies
1
0
0
1
Monitoring natuur en landschap
3
0
0
3
Service-organisatie handhavingssamenwerking
137
0
137
0
Geldstroom beeledende kunst en vormgeving
170
0
0
170
3.925
0
1.525
2.400
51
0
0
51
Versterking zelfredzaamheid
0
0
-86
86
Leren voor duurzame ontwikkeling 2008-2011
0
89
67
22
Senter Novem revitalisering Winkelsteeg
0
2.599
2.599
0
Senter Novem revitalisering De Mars
0
127
127
0
Pr kwali-tijd: Realisatieplan Slim Monitoren
0
19
0
19
ILG rijksbijdrage
0
46.767
39.213
7.554
Viking 2009-2011
0
0
-74
74
Tipp01202
0
1.572
1.572
0
C-Change ( Park Lingezegen)
0
259
0
259
PDR Veessen-Wapenveld Fuel Switch
Tipp 2003 BDU : rijksmiddelen exploitatiebijdragen OV BDU : verbetering toegankelijkheid OV BDU : sociale veiligheid OV BDU : infrastructurele maatregelen OV
0
68
0
68
11.964
66.864
61.456
17.372
1.312
2.028
0
3.339
127
197
0
14.451
1.304
324 15.755
BDU : educatie en handhaving OV
579
-3
710
-134
BDU : regiotaxi
221
189
2.542
-2.132
18
10
-15
43
BDU : duurzaam veilig
BDU : vervoersmanagement OV
3.128
338
0
3.466
BDU : OV-Chipkaart
5.299
215
989
4.525
145
2
0
147
10.482
157
24
10.615
Optimum II (Interreg III-b) Traverse Dieren Mobiliteitsfonds Gelderland (BBVallei)
2.731
4.622
1.196
6.157
Mobiliteitsfonds Gelderland (BBStedendriehoek)
3.028
9.135
4.451
7.713
126.999
141.099
151.880
116.218
Totaal:
Zie voor een nadere toelichting bijlage V.
- 291 -
5.12
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Ten aanzien van huur- en leasecontracten en overige contractuele verplichtingen zijn hier de verplichtingen opgenomen die voor de resterende looptijd (2009 en volgende jaren) een bedrag van € 200.000 overstijgen.
Contractuele verplichtingen Contractuele verplichting
Omschrijving
Koninklijke TNT Post NS Reizigers
Post NS abonnementen m.b.t. openbaar vervoer woon- werkverkeer provinciaal personeel Reinigen van kolken en verhardingen in Wegendistrict Noord Onderhoud bermen en watergangen in wegendistrict Noord Zoutleveringen voor de gladheidsbestrijding Transport van energie Onderhoud van VRI’s Levering energie leasecontract auto’s Leveren en plaatsen, inclusief bijbehorende dienstverlening van communicatieborden langs provinciale wegen Huur, La Bastide, kantoor programmaburo Veluwestroom, Apeldoorn Huurovereenkomst huisvesting programmaburo Achterhoek, Zelhem Huurovereenkomst, ’t Erfveld, programmaburo Rivierengebied, Elst
Aannemersbedrijf de Jong Aannemersbedrijf Growepa Diverse bedrijven ContiNuon Leveranciers van VRI’s Eneco Leasebedrijf Dover Verkeersmaatregelen Geldermalsen
Hanzevast beheer Groningen
Pro Wonen Borculo Witjes Makelaars
Einddatum contract 01-01-2011 28-02-2011
Bedrag totaal € 650.000 € 330.486
31-12-2011
€
31-12-2010
€ 1.250.000
31-12-2010
€
Doorlopend 31-12-2014 31-12-2013 31-12-2012 18-01-2011
€ 230.000 € 3.033.333 € 1.600.000 € 2.750.000 € 349.306
31-12-2013
€
840.266
31-12-2013
€
332.724
31-12-2013
€
288.800
350.000
400.000
Inactiviteitregelingen De provincie is eigen risicodrager voor onvrijwillige werkloosheid. Voor dit risico is geen voorziening gevormd. In 2009 is € 0,2 mln uitbetaald aan wachtgelden ( 2008: € 0,4 miljoen, 2007: € 0,4 miljoen, 2006: € 0,5 miljoen). Per 31 december heeft de provincie Gelderland € 2,7 miljoen aan vakantiegeldverplichtingen ( 2008: € 2,6 miljoen, 2007: € 2,6 miljoen, 2006: € 2,6 miljoen). Ook het niet opgenomen verlof dat overgeheveld wordt naar het volgende jaar vertegenwoordigt een waarde. Per balansdatum zijn 235.091 verlofuren niet opgenomen, uitgedrukt in een bedrag is dat circa € 6,5 miljoen. Het verlof wat bevroren is in 2006 is per 31 december 2009 nihil. Voor bovenstaande inactiviteitregelingen heeft de provincie in overeenstemming met het BBV geen voorziening gevormd.
- 292 -
Verstrekte leningen De provincie heeft aan de NV Gelredome een achtergestelde lening verstrekt ter grootte van € 11,3 miljoen. Gelet op het hoge risicoprofiel van de lening is het bedrag in een keer afgeschreven ten laste van het Fonds Majeure Projecten en is de lening pro memorie in die administratie vermeld. Aan ondernemingscentrum Achterhoek te Doetinchem is ten laste van het Fonds Majeure Projecten een renteloze lening verstrekt van € 379.360 (zie ook Statenvoorstel H-495, 26 juni 1996). De aflossing is afhankelijk gesteld van een eventueel rendement. Tot slot is een kleinere lening van € 13.745 aan Zaltbommel niet geactiveerd.
ILG Aan provincie overgedragen lopende verplichtingen van het rijk (LNV): Met de invoering van de ILG heeft de provincie alle verplichtingen die het rijk voor 1 januari 2007 is aangegaan, overgenomen. De definitieve stand is vastgelegd in het eindrapport Lopende verplichtingen van PriceWaterHouseCoopers van 1 september 2007. De stand hiervan is als volgt: (x € 1 miljoen) Totaal
Overgenomen verplichtingen voor Gelderland (bruto) Taakstelling voor nog te ontvangen bedragen via DLG Overgenomen verplichtingen voor Gelderland (netto) Waarvan: Subsidieverplichtingen in het kader van het Programma Beheer van de Dienst Regelingen.(nieuwe en lopende verplichtingen) Subsidies verleend in kader van de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid Verplichtingen in het kader van landinrichting
verplichting per balansdatum t/m 2013
te betalen na 2013
150,4 5,5 144,9
97,4
111,9
65,5 1)
27,1
8,5
-
9,4
-
2)
20,3 2)
1) De verplichtingen bestaan uit langjarige overeenkomsten van 6 en 30 jaar. Het Rijk garandeert de dekking van de termijnen van deze overeenkomsten die vallen na de huidige ILG-periode (2007-2013) 2) In de bestuursovereenkomst met het rijk zijn middelen ter afdekking van de lopende verplichtingen van DLG toegekend voor een bedrag van € 33,6 mln. Over de afdekking van het verschil met het uiteindelijk in het PWCrapport bepaalde bedrag ad € 47,4 mln. (27,1 + 20,3) vindt momenteel overleg plaats met het ministerie van LNV. De uitkomsten van dit overleg zullen naar verwachting worden verwerkt bij de aanpassing van de bestuursovereenkomst met het Rijk in 2010, als resultaat van de Mid-term review over de periode 2007-2009.
Investeringsbudget Landelijk gebied (x € 1 miljoen) Bestuursovereenkomst ILG; basis beschikking dd 24-12-2009 Reeds verantwoordde baten 2007 t/m 2009 Nog te vorderen van LNV
400,6 158,8 241,8
BTW en ILG-middelen Door LNV heeft, uitgaande van compensabele BTW ter grootte van 3,7% van het ILG budget,een onttrekking ten laste van het Gelderse ILG-budget en een dotatie ten gunste van het BTWcompensatiefonds plaatsgevonden van ca € 14,6 miljoen. Uit overleg tussen provincies en rijk blijkt dat het reële percentage ligt op ca 0,4% van het ILG budget. Landelijk is hiervoor een bedrag van ca € 100 mln toegevoegd aan de beschikbare ILG-middelen op de LNV-begroting. Over de precieze uitwerking ontvangen de provincies medio 2010 nader bericht in het kader van de Midterm Review.
- 293 -
Meerjarensubsidies Ter uitvoering van de (ILG)Bestuursovereenkomst met het rijk (2007-2013) en het Provinciaal Meerjarenprogramma 2007-2013 Gelderland (PMJP) zijn met uitvoeringspartners meerjarenafspraken gemaakt. Ter realisatie van de prestaties zijn eenmalige subsidies verleend voor de gehele programmaperiode 2007-2013 onder voorbehoud van de jaarlijkse autorisatie van de gelden op de begroting door Provinciale Staten. In 2008 en 2009 bedragen de verleende subsidies voor de periode 2007-2013: x € 1 miljoen Het Geldersch Landschap 43,0 Natuurmonumenten 39,2 Staatsbosbeheer 8,1 Gemeente Berkeland 1,4 Gemeente Ede 0,6 Waterschap Veluwe 17,3 Waterschap Rijn & IJssel 20,1 Waterschap Rivierenland 10,9 Waterschap Vallei en Eem 9,7 Totaal 150,3 Van het verleende bedrag ad € 150,3 is in 2008 € 18,1 mln. en in 2009 € 20,9 mln. als last verantwoord. Per ultimo 2009 resteert een verplichting van € 111,3 mln.
- 294 -
11A Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 (APCB)
12 Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2005-2007 (CPO)
16A Uitkering Marsrouteplannen (Bibliotheken). Vernieuwingsimpulsmiddelen
20A Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
21A Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling)
OCW
OCW
VROM
VROM
D e p a rte m e n t (1)
OCW
N u m m e r (2 )
10A Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving 2005-2008 (GBKV)
S p e c ifie k e u itk e rin g (3 )
OCW
A fs p ra a k (7 )
- 295 Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Aantal m gesaneerde grond (inclusief SEB)
3
Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Aantal m gesaneerd oppervlak (inclusief SEB)
2
Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Aantal bodemonderzoeken (inclusief SEB)
Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Correctie besteed bedrag Wbb voorgaande jaren Besteed bedrag 2009 uit FES Correctie besteed bedrag FES voorgaande jaren Aantal saneringen (inclusief SEB)
917998,00
14098676,00
1.708
€ 202.102
€ 4.099.901
€ 1.664.317
Nee
€0
Besteed bedrag 2009 uit de door medeoverheid ontvangen rente opbrengsten op door rijk verstrekte bijdrage NSL
Nee
Ja
Nee
Wet bodembescherming (Wbb), Provincies en gemeenten Besteed bedrag 2009 uit Wbb Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
Nee
€ 704.566
Nee
€0
B e s te e d t.l.v . p ro v in c ia le o f W g r + m id d e le n (1 3 )
€ 249.144
O v e rig e b e s te d in g (1 4 )
Besteed bedrag 2009 uit bijdragen door derden (niet rijk of medeoverheid)
€0
D1
D1
D1
D1
R R
R
R
R
R
R
R
R
R
T e v e rre k e n e n m e t h e t R ijk (1 5 ) €0
T e v e rre k e n e n m e t P ro v in c ie / W g r (1 6 )
R
O v e rig e (1 7 )
€0
E in d v e ra n tw o o rd in g J a /N e e (1 9 )
R
A a rd C o n tro le (2 0 )
€0
T o e lic h tin g a fw ijk in g (1 8)
Besteed bedrag 2009 uit eigen middelen
Besteed bedrag 2009 (excl. besteding uit ontvangen rente opbrengsten)
€0
946
R e a lis a tie (8 )
Provincies
B e g in s tan d 2 0 0 9 (9 )
Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen en Besluit milieusubsidies
O n tv a n g en v a n R ijk (10 )
€0
O v e rig e o n tv a n g s te n (1 1 )
Provincies en gemeenten Besteed bedrag 2009
Het totaal van de ontvangen rijksmiddelen 2005 t/m 2007 die per einde schooljaar 2007-2008 onbesteed zijn gebleven (incl. evt. vaststellingen in 2009 door provincie resp. gemeente over periode t/m aug. 2008).
Provincies en gemeenten Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (art 41 en 45) en Ministeriële Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
B e s te e d t.l.v . rijk s m id d e le n (1 2 )
Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Bekostigingsbesluit cultuuruitingen
Het totaal van de ontvangen rijksmiddelen 2005 t/m 2008 die per 31 december 2008 onbesteed zijn gebleven (incl. evt. vaststellingen in 2009 door provincie of gemeente over periode t/m 2008).
J u rid is c h e g ro n d s la g (4 )
Provincies en gemeenten Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (art 41 en 45) en Ministeriële Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
O n tv a n g er (5 )
Het totaal van de ontvangen rijksmiddelen 2005 t/m 2008 die per 31 december 2008 onbesteed zijn gebleven (incl. evt. vaststellingen in 2009 door provincie over periode t/m 2008).
In d ic a to re n (6 )
Provincies Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (art 41 en 45) en Ministeriële Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
D.6 Single information single audit (Sisa)
- 296 -
Provincies
Percentage van de verstrekte bijdrage 2009 dat is gebruikt voor het in dienst nemen vast personeel EV
Rijkscofinancieringsregeling INTERREG IV
50D Investering stedelijke vernieuwing (ISV)
59A Brede doeluitkering verkeer en vervoer
VenW
Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10)
Wet Stedelijke Vernieuwing
44A Besluit Locatiegebonden Subsidies Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005 2005 (BLS)
37 Rijkscofinancieringsregeling INTERREG IV
1 Veolia (Consessie Veluwe en Stad Apeldoorn)
Per individuele besteding van meer dan 20% één regel invullen
Provincies en stadsregio's Eindsaldo/-reservering 2008 (Wgr+) Toegerekende rente 2009 Ontvangen BDU-bijdrage VenW Terugbetaling door derden vanuit BDUbijdrage verstrekte middelen Totaal besteed bedrag 2009 Correctie over besteed bedrag 2008 Eindsaldo/-reservering 2009 Individuele bestedingen 2009 die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen
Investeringsbedrag ISV II in 2009 doorgezet naar / verdeeld over nietrechtstreekse gemeenten
Provincies (rechtstreekse Eindsaldo ISV (na afloop periode II) ontvanger) Verantwoorden in jaarrekening / SiSa 2010
Aantal in het convenant woningbouwafspraken benoemde specifieke categorieën woningen
Alleen door provincie Friesland in te vullen:
1 Partner Staff Provincies en stadsregio's Besteed bedrag 2009 (Wgr+)
Provincies, gemeenten en Totale subsidiabele kosten 2009 Wgr+ regio's Hieronder per regel één project (niet zijnde totale Interreg IV-project) invullen en in de kolommen erna de verantwoordingsinformatie voor dat project
Alleen in te vullen na afloop project
Aantal gerealiseerde kwaliteitsdragers
Alleen in te vullen na afloop project
Aantal gerealiseerde projecten
Alleen in te vullen na afloop project
Berekende opbrengst boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing
Besteed bedrag 2009 24A Beleidsregeling subsidies Budget Beleidsregeling subsidies budget Provincies en gemeenten Subsidiabele kosten 2009 minus bestedingen 2009 uit opbrengsten Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit investeringen ruimtelijke kwaliteit (BIRK) exploitatie (BIRK)
22A Programma externe veiligheid (EV) Subsidieregeling programmafinanciering Externe Veiligheid (EV)-beleid voor andere overheden 2006-2010
WWI
WWI
VROM
VROM
VROM
Alleen in te vullen na afloop programmaperiode
Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB)
0
0
€ 3.249
0
0
16,82%
3561399,00
€ 99.330.347
€ 88.061.000 €0
€ 2.483.259
€ 19.797.986
€ 62.405.514
€ 1.615.153
€ 2.002.008 € 490.385
€0 € 127.469.091
€ 12.737.202
€0
Nee Nee Nee
Nee Nee Nee
Nee
Nee Nee
Nee Nee
Nee
R
R R R
R R R
R
R
R
D1
R R
D1
D1
R
R R
D2
D1
- 297 -
69 Leren voor duurzame ontwikkeling Beschikking o.b.v. Programma Leren voor duurzame (LvDO) ontwikkeling 2008-2011
95 Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Wet op de jeugdzorg (art. 37) Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) en Regeling bekostiging jeugdzorg
LNV
JenG
Regionale mobiliteitsfondsen
62A Regionale mobiliteitsfondsen
VenW
Eindsaldo 2009 Besteed bedrag 2008 t/m 2009
R D1
€ 3.399.423
R
R R
€0
Nee
€ 159.000
€ 37.279.260
€ 104.565.294
Besteed bedrag 2009 aan zorgaanbod Aantal aanmeldingen 2009 aan het LBIO door bureau jeugdzorg Aantal afmeldingen 2009 aan het LBIO door bureau jeugdzorg Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december 2009 519
Nee
Nee
€ 21.549.891
Besteed bedrag 2009 aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt - deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg 532
Nee
R
D2
R D2
R
R
D1 D1
€ 602.301
€0
R R R R R
146 0
€ 592.717
Nee Nee Nee Nee Nee
D1 D1 D1 D1 D1 D1
€ 12.000.000
€ 12.000.000
1.836 6 313 795 60 103
891
€ 12.686.543
€ 25.886.116
Aantal OTS 2008, overig Aantal voorlopige voogdij 2008 Aantal voogdij 2008 Aantal jeugdreclassering 2008 Aantal samenloop 2008 Aantal Individuele Traject Begeleiding 2008 (ITB), harde kern Aantal ITB 2008, Criem Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) 2008 Besteed bedrag 2009 aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken
Cofinanciering eigen middelen 2008 t/m 2009 Bijdrage derden 2008 t/m 2009 Provincies en stadsregio’s Aantal Onder toezichtstelling (OTS), 1 jaar (Wgr+) 2008
Provincies
Dotatie regio in 2009 Dotatie rijk in 2009 Renteopbrengst 2009 Besteed bedrag 2009 uit fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig)
Provincies en Wgr+ regio’s Eindsaldo 2008
D.7 Financiële verantwoording ILG Toelichting op de staat van baten en lasten onderdeel ILG Voor de uitwerking van de controle van de financiële cijfers en de beoordeling van de prestaties EHS en ILG zijn in IPO-LNV verband afspraken gemaakt (brief LNV dd 13 januari 2009, kenmerk DP2009/39). De afspraken zijn totstandgekomen in samenwerking met de provinciale accountants en de accountantsdienst van LNV. Met onderstaande cijferopstellingen wordt invulling gegeven aan de afspraken ten aanzien van de financiële verantwoording en controle. Het accountantsprotocol Financiële bijdragen Rijk i.c. ILG met de (aanvullende) werkzaamheden voor de externe accountant in het kader van de voortgangsrapportage c.q. eindverslag is bij de laatste wijziging onderdeel geworden van de Bestuursovereenkomst met het rijk (bijlage 4a). Wat betreft de niet–ontschotte ILG-budgetten melden wij dat deze in 2009 besteed zijn aan de doelen waarvoor ze zijn bestemd. ILG 2009 Specificatie bestede ILG Rijksbijdragen 2009 Bestedingen DLG Hierin begrepen: - bestedingen ten laste van provinciale budgetten - betalingen door DLG van termijnen POP-subsidies - batige saldi op niet ILG-projecten ILG-bestedingen DLG Bestedingen DR c.f. decemberdeclaratie 2009 Afrek. DR 2008 verantwoord betaald in 2009 ILG-bestedingen DR Overige ILG-bestedingen Bestede rijksbijdrage ILG totaal
In € 22.987.252,24 -/- 339.620,55 -/- 1.688.515,99 -/- 396.195,57 20.562.920,43 11.906.795,01 195.348,81 12.102.143,82 20.675.719,81 53.340.784,-
Onttrekking Groenfonds 2009 34.855.778,30 Voorfinanciering DLG ultimo 2009 5.974.058,55 DR december 2009 betaald in 2010 609.332,82 Restant voorgefinancierd uit provinciale middelenper ultimo 2009 11.901.614,39 Totaal financiering
53.340.784,-
Aanvulling op specificatie bestede ILG rijksbijdragen 2008 In 2008 zijn betalingen gedaan op subsidieverleningen in het kader van boerderijverplaatsing. De lasten en betalingen van deze subsidieverleningen zijn primair geheel verantwoord ten laste van provinciale budgetten. De latere correctie van deze verleningen, voor een deel ten laste van het ILGrijksbudget “ terugdringen ammoniakemissie”, heeft echter niet geleid tot de daadwerkelijke verantwoording van de besteding (betaling) ad € 382.163 ten laste van dit rijksbudget en is als gevolg hiervan niet begrepen in de verantwoording van de bestede rijksbijdrage ILG in de jaarrekening 2008 en daarmee tevens niet in de PEIL-voortgangsrapportage over 2008. De aanvulling op 2008 ad euro € 382.163 wordt in de PEIL-voortgangsrapportage over 2009 alsnog meegenomen.
- 298 -
BIJLAGEN BIJ DE JAARREKENING Bijlage I
Verwerking verkoop Nuon aandelen
301
Bijlage II
Verloopstaten Reserves
303
EFRO 2007-2013 Europese programma’s Jeughulpverlening Meerjarig Investeringsreserve Gelderland Algemene bedrijfsvoering Gelderland in Beweging Natuurterreinen Meerjarig Investeringsprogramma Cultuurhistorie Wegenbouwprojecten OV-infra volgens Statenakkoord Werken aan N348 Kunsttoepassingen aan wegen Infrastructurele maatregelen langzaam verkeer Traverse Dieren BDU: Provinciale middelen exploitatiebijdragen OV Instandhouding wegverharding Bedrijfsomgeving Geblokkeerde reserve achtergestelde lening NUON Reserve stamkapitaal Projecten in Uitvoering Geblokkeerde reserve achtergestelde lening Vitens Reserve Regionaal Samenwerkingsprogramma Grondwaterheffingen Algemene reserve Reserve Bestuurlijke verplichtingen
Bijlage III
335
Voorzieningen
Garantiestelling Plantion Afwikkeling Europartenariaat Flankerend Beleid
Bijlage IV.A
Accountantsverklaring
340
Bijlage IV.B
Resultaatsbestemming
342
- 299 -
Bijlage V
343
Transitoria
EFRO 2007-2013 Europese programma’s (EUP01T) Europese programma’s (EUP02T) Europese programma’s (EUP03T) Europese programma’s (EUP07T) Europese programma’s (EUP09T) Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Jeughulpverlening Wet Bodembescherming Bodemsanering Externe veiligheid II Uitvoering wet Bodembescherming Gasfabrieken Sanering Asbestwegen 2e fase Veessen Wapenveld BDU: Rijksmiddelen exploitatiebijdragen OV BDU: Verbetering toegankelijkheid OV BDU: Sociale veiligheid OV BDU: Educatie en handhaving BDU: Infrastructurele middelen BDU: Vervoersmanagement BDU: Duurzaam veilig BDU: OV chipcard BDU: Regio taxi Hart door Dieren Mobiliteitsfonds Gelderland (BBVallei) Mobiliteitsfonds Gelderland (BBStedendriehoek) EFRO 2007-2013 Regeling Bodemsanering Bedrijfsterreinen Gld.
Bijlage VI
Nadere toelichting Algemene Reserve en Reserve Bestuurlijke verplichtingen
376
Bijlage VII
Gewaarborgde geldleningen
378
Bijlage VIII
Begrotingswijzigingen
380
Bijlage IX
Rapportage Aanbestedingen
384
Bijlage X
Voortgangsrapportage Jeugd en Gezin
388
Bijlage XI
2e Voortgangsrapportage Statenvoorstel Deregulering
395
- 300 -
Bijlage I Verwerking verkoop Nuon aandelen Bijgaand treft u een overzicht aan van de verwerking in de jaarrekening van de verkoop van de aandelen Nuon. In dit overzicht is aangegeven waar in de jaarrekening de verschillende bedragen die betrekking hebben op deze verkoop te vinden zijn. Zie voor nadere toelichting ook het onderdeel C5, de paragraaf financiering/treasury.
- 301 -
- 302 -
Nog te ontvangen gelden: Nog te ontvangen (x € 1.000): Dit wordt als volgt ontvangen (x € 1.000): In 2011 15 % In 2013 15% In 2015 21%
Reeds ontvangen gelden: Reeds ontvangen gelden (x € 1.000): Dit is gebruikt voor volgende zaken (x € 1.000): Obligaties: Agio/disagio: Lening BNG: Overig:
Bij: Rente uitgestelde betaling (x € 1.000):
Af: Escrow (x € 1.000):
Opbrengst: Aantal aandelen: Verkoopprijs: Initiële verkoopopbrengst (x € 1.000):
€ € €
€
1.728.700 43.692 250.000 20.296-
€ € € €
660.983 660.983 925.376
2.247.342 Dit bedrag is opgenomen financiële vaste activa onderdeel overige langlopende leningen
Is opgenomen in de financiële vaste activa (overige uitzettingen) Is opgenomen in de immateriële vaste activa Is opgenomen in de financiële vaste activa onderdeel leningen aan deelnemingen Er zijn overige eigen middelen uitgezet gezamenlijk met de ontvangen Nuongelden
2.002.096 Dit betreft 49% van de initiële verkoopprijs + rente uitgestelde betaling -/- escrow
21.592 4.249.438 Dit bedrag is verantwoord als totale opbrengst en is gestort in de reserve Stamkapitaal.
178.706,96 Dit betreft een geblokkeerd bedrag voor eventuele claims. 4.227.846
61.113.626 Deze aandelen stonden per 31-12-2008 op de balans voor een bedrag van € 5.233.000. 72,10426 4.406.553
€
€ €
€
€ €
Verwerking in jaarrekening van verkoop Nuon aandelen
Bijlage II Reserves In deze bijlage treft u aan een uitgebreid overzicht van de reserves en de mutaties in deze reserves geldend voor het jaar 2009. Conform artikel 54 van het Besluit Begroting en Verantwoording treft u op de volgende pagina’s aan een overzicht met de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht. Ten eerste is inzichtelijk gemaakt welke dotaties en onttrekkingen hebben plaatsgevonden en of deze het gevolg zijn van inflatie/rente, dotaties aan/van de exploitatie, een dotatie van de balans of dat het een dotatie aan een andere reserve betreft. Daarnaast is er geduid welk deel van de reserve een co-financiering betreft. Dit met het oog op externe regelingen die van kracht zijn. Vervolgens is er per reserve een schematische weergave met daarin onder meer beschreven het doel, de voeding en eventuele andere belangrijke kenmerken van de reserve.
- 303 -
Naam
Reserve EFRO 2007-2013 (EU003R)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
vervolg op besluit PS van 22 mei 2002
Besluitvorming
C374
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s.
Nut en noodzaak
Deze reserve dient in samenhang met de gelijknamige transitorische post te worden beschouwd. In de transitorische post worden Rijks- en EU-middelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als cofinanciering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie. Naast het beschikbaar houden van middelen voor co-financiering is de reserve ingesteld om risico’s op te vangen die gepaard gaan met het uitvoeren van Europese programma’s. Het betreft: Het opvangen van negatieve besluiten van de Europese Unie (zoals over specifieke projecten en het opleggen van strafkortingen voor onregelmatigheden); Het niet realiseren van de N+2-regel. De Europese Commissie heeft het EFROprogramma verdeeld in jaarbudgetten. De regel is dat het budget in jaar N (bijvoorbeeld 2007) dient te zijn besteed in jaar N+2 (in dit voorbeeld 2009). Als het budget van jaar N niet (volledig) is besteed, wordt het budget gekort voor het niet bestede bedrag.
Toelichting
Uit deze reserve worden subsidies verleend en de uitvoeringskosten gefinancierd, zodat het Operationeel Programma EFRO 2007-2013 voor de provincies Overijssel en Gelderland kan worden uitgevoerd.
Functie
Sparen en egaliseren
Voeding
Bijdrage provincie uit de Algemene middelen.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
1
€
619
€ €
339 958
€ 762 € 423
Eindsaldo 31-12-2009 Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Benoemen belangrijkste dotaties Totaal dotatie
€ € €
9 753 762
Specificatie onttrekking Co-financiering uit andere provinciale programma’s ten behoeve van subsidieverleningen € - 6.389 Prioriteit 1 Innovatiekracht Gelderland € 5.625 Prioriteit 2 Innovatieklimaat Stadsregio Arnhem Nijmegen € 764 Prioriteit 4 Technische Bijstand € 423 Totaal onttrekking € 423 Toelichting dotatie en onttrekking
1
Via deze reserve lopen alle provinciale middelen die aan het programma EFRO 2007-2013 worden besteed. Voor 2009 is er uit de algemene reserve een structurele dotatie geweest. De ontrekking via de exploitatie bestaat alleen uit de
Eindsaldo 31-12-2008 is € 725.978,-. Bij een comptabele aanpassing is een factuur van Oost NV (ontvangen in 2009,
betrekking op 2008) ten laste van 2008 gekomen. Deze boekhoudkundige aanpassing is niet aangepast in de eindverantwoording van 2008.
- 304 -
kosten voor de technische bijstand (uitvoeringskosten). De kosten voor de overige prioriteiten zijn gedekt door middelen uit andere provinciale programma’s (zoals bijvoorbeeld innovatiebeleid, etc.).
- 305 -
Naam
Reserve Europese Programma’s (EUP01R) (2000-2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
C374
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s .
Nut en noodzaak
Deze reserve dient in samenhang met de gelijknamige transistorische post te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie. Naast het beschikbaar houden van middelen voor co-financiering is de reserve ingesteld om risico’s op te vangen die gepaard gaan met het uitvoeren van Europese programma’s. Het betreft: Het opvangen van negatieve besluiten van de Europese Unie (zoals over specifieke projecten en het opleggen van strafkortingen voor onregelmatigheden); Uw Staten hebben bij besluit PS2006-268 toegestaan dat in het kader van de EU-programma’s 2000-2006 maximaal 5% mag worden overgecommitteerd. De verwachting is dat dit wordt gecompenseerd door vrijval n.a.v. lagere subsidievaststellingen. Indien de vrijval onvoldoende dekking biedt, komt het tekort ten laste van de risicoreserve.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland). Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
Sparen en egaliseren
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ. Bijdrage van de provincie uit de Algemene middelen.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ € €
Eindsaldo 31-12-2009
€
7.417
335 703 - 368 €
7.049
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Bijdrage transitoria EUP02T ten bate van EUP01R Bijdrage transitoria EUP03T ten bate van EUP01R Totaal dotatie
€ € € €
111 191 32 335
€ €
597 105
Specificatie onttrekking Onttrekking EUP01R ten bate van transitoria EUP01T Onttrekking EUP01R ten bate van transitoria EUP07T
- 306 -
Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€
703
In 2009 zijn de Rijks- en EU-middelen naar de transitorische posten gebracht. Hierdoor wordt de administratie van inzet van Rijks- en/of EUmiddelen en eigen middelen gescheiden, conform de wetgeving. Bestedingen vinden plaats op basis van de door PS goedgekeurde programma’s en de door de Europese Commissie afgegeven beschikkingen.
- 307 -
Naam
Jeugdhulpverlening (JHV00R)
Statenprogramma
3.0 Jeugd en gezin
Soort
Reserve
Instellingsdatum
1-7-2009 (bij besluit Voorjaarsnota 2009; PS2009-447)
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
De provincie verstrekt subsidies voor de uitvoering van wettelijke taken door BJz, het benodigde zorgaanbod, de uitvoering van cliëntenondersteuning en voor experimenten (innovatie). Naast de doeluitkeringen van het ministerie Jeugd en Gezin (JG) voor de jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg en zorgaanbod) besteedt de provincie eigen middelen ten behoeve van de Jeugdzorg. Hiervoor heeft PS deze bestemmingsreserve ingesteld.
Nut en noodzaak
De reserve is noodzakelijk vanwege de sterk wisselende bestedingen
Toelichting
N.v.t.
Functie
N.v.t.
Voeding
De structurele bijdrage van de provincie aan de rijksmiddelen Jeugdzorg is ontvlochten uit de transitoria. Vanuit de exploitatie wordt jaarlijks gedoteerd aan de reserve Jeugdzorg.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
Besteding conform Wet op de Jeugdzorg, Verordening Jeugdzorg Gelderland 2005
Maximale duur
Conform duur van de regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€
0
€ 12.599 € 11.177 € 1.422 € 1.422
Specificatie dotatie
Toelichting dotatie en onttrekking
Initiële dotatie i.v.m. oprichting reserve (PS2009-447) Structurele dotatie (PS2009-447) Beleidsbegroting 2009 (PS2009-728) Bijdrage uit RAV (PS2009-447) Reparatie investeringsvolume (PS2009-447) Rente / inflatiecorrectie Totaal dotatie
€ 914 € 2.285 € 1.000 € 7.300 € 1.100 € 0 € 12.599
Specificatie onttrekking Wegwerken wachtlijsten jeugdzorg Totaal onttrekking
€ 11.177 € 11.177
In de Voorjaarsnota 2009 is besloten een reserve Jeugdzorg in te stellen Eigen structurele middelen voor de jeugdzorg komen jaarlijks geheel tot besteding. Eenmalige budgetten komen niet altijd in het begrotingsjaar tot besteding en blijven beschikbaar voor de jeugdzorg. De middelen worden besteed voor doeleinden waarvoor Provinciale Staten deze middelen beschikbaar hebben gesteld. Subsidieverlening is gebaseerd op de subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2005 danwel op een specifiek statenbesluit. De inflatiecorrectie geschiedt op basis van de stand van de reserve per 1 januari. De reserve jeugdzorg is per 1 juli 2009 opgericht, waardoor er geen inflatiecorrectie plaats vindt.
- 308 -
Naam
Reserve Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG00R en MIG01R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
C-376
Doel
De inzet van middelen om projecten en programma’s van provinciale allure met een vernieuwend karakter en ontwikkelingen die de eigenheid van Gelderland versterken mogelijk te maken.
Nut en noodzaak
Met de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG) beschikt de provincie over een meerjarig afwegingsinstrument.
Toelichting
De MIG moet het verschil maken: cruciale projecten worden opgepakt die anders niet of veel moeilijker uitgevoerd zouden kunnen worden. De meerjarige afweging vindt plaats in de jaarlijkse actualisatie van de MIG, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de aanwezige vrije ruimte. Bij de Voorjaarsnota 2009 is een actualisatie van MIG gevoegd (bijlage 3). In die bijlage worden afzonderlijk de thema’s genoemd en de jaren waarin de besteding is gepland
Functie
Sparen en Egalisatie
Voeding
De voeding bestaat in hoofdzaak uituit: Het jaarlijks preferent dividend van Nuon-Energy Het jaarlijks dividend van Alliander De rente over de achtergestelde lening aan de Nuon Het jaarlijkse dividend NV Vitens en rente over de achtergestelde lening aan NV Vitens Beleggingsopbrengst stamkapitaal Inflatiecorrectie
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding vindt plaats op basis van PS-besluit.
Maximale duur
Onbepaalde tijd
- 309 -
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 349.224 €197.318 € 217.265 € -24.947 € 329.277
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Benoemen belangrijkste dotaties Totaal dotatie
€
11.631
€ 185.687
€ 197.318
Specificatie onttrekking Gelderse bijdrage bestuursakkoord (wegen)Infrastructuur volgens Statenakkoord Voorbereiding grote infrastructurele proj RSP Monumentale functieverandering Garantiestelling Plantion Kennis en innovatie Revitalisering bedrijfsterreinen Uitvoering wegen Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 24.000 € 2.500 € 15.000 € 36.760 € 1.000 € 1.000 € 8.102 € 3.273 € 6.500 € 119.130 € 217.265
De dotaties aan de reserve MIG bestaat uit NUON-dividend en de rente over de achtergestelde lening aan de NUON. Daarnaast wordt de ontvangen rente stamkapitaal toegevoegd. Voor onttrekkingen aan deze reserve zijn beheersregels vastgesteld, waarin de bevoegdheid tot het beschikken over het MIG is voorbehouden aan PS. Elk afzonderlijk project is ter vaststelling aan PS voorgelegd.
- 310 -
Naam
Reserve Algemene Bedrijfsvoering GIB/PMB
Statenprogramma
1.2 Provinciale organisatie
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
5 februari 1997
Besluitvorming
C- 330 (bijgesteld 31 oktober 2007 PS 2007-443)
Doel
De Reserve Algemene Bedrijfsvoering is bedoeld voor de beheersing van de afdelingskosten op basis van normen.
Nut en noodzaak
Met behulp van deze reserve kunnen over- en onderschrijdingen op de afdelingskosten worden opgevangen.
Toelichting
Jaarlijks wordt een genormeerd budget voor afdelingskosten beschikbaar gesteld. Het totaal van deze afdelingskosten (salarissen, reis- en verblijfkosten, huisvesting, dienstkleding, OVT , etc.) wordt als apparaatskosten (uren en tarief) verantwoord op de Programma’s/Producten. M.i.v. 1-1-2009 is de dienstenstructuur afgeschaft en zijn deze eerdere bedrijfsreserves per dienst samengevoegd tot één Reserve Algemene Bedrijfsvoering (PS2007-443). In deze reserve is tevens het onderdeel “Reserve Project Management Bureau” opgenomen. De afdeling Project Management Bureau dient haar totale exploitatie terug te verdienen door middel van intern betaalde projecten en adviesopdrachten. Omdat het risico bestaat dat de ”orderportefeuille” tijdelijk niet synchroon loopt met de aanwezige personele capaciteit is hiervoor een financiële voorziening getroffen. Bij PS-besluit PS2003-189 is daarvoor een plafond ingesteld van € 300.000,--
Functie
Sparen en egaliseren
Voeding
Als de werkelijke lasten in enig jaar lager uitkomen dan in de normkostenraming, zoals bedoeld in het artikel 3 lid 2 van de Financiële verordening Gelderland 2003, mag het verschil, tot een maximum van 2% van het jaarlijkse totale budget van de afdelingskosten, toegevoegd worden aan deze reserve.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Het plafond van de reserve bedraagt 2% van het budget van de afdelingskosten (artikel 3 lid 4 van de Financiële verordening Gelderland 2003).
Voorwaarden besteding
Inzetten voor apparaatskosten
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Dotatie saldo PMB Onttrekking reserve
GIB
€
0
€ 1.827 € 305 € 1.827
Eindsaldo 31-12-2009
€ €
305 305
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotatie saldo PMB 2009 Dotatie vanuit algemene middelen Tijdelijke dotatie vanuit Algemene reserve Totaal dotatie
- 311 -
€ € € € €
-37 305 985 879 2.132
Specificatie onttrekking Kapitaallasten Oracle Externe deskundigheid Oracle Internet applicatie Oracle Apparaatskosten GIB team Verhuiskosten GIB Externe deskudigheid GIB Overigen Totaal onttrekking
Toelichting dotatie en onttrekking
€ € € € € € € €
503 212 65 494 215 236 102 1.827
Voor in de jaren waarin de organisatiebrede Reserve Algemene Bedrijfsvoering een negatieve stand heeft, is bij de beleidsbegroting 2008 (PS2007-443) besloten om dit tekort tijdelijk aan te vullen vanuit de Algemene Reserve. Vanwege de negatieve stand in 2009 is een tijdelijke toevoeging van € 878.678 vanuit de Algemene Reserve aan de Reserve Algemene Bedrijfsvoering plaatsgevonden. Tesamen met de tijdelijke toevoeging in 2008 (€ 2.453.489) bedraagt de totale tijdelijke toevoeging vanuit de Algemene Reserve ultimo 2009 €3.332.167.
- 312 -
Naam
Natuurterreinen (NAT00R)
Statenprogramma
8.1 Vitaal Platteland
Soort
Reserve
Instellingsdatum
22 december 2004
Besluitvorming
PS2004- 763
Doel
Het veiligstellen en ontwikkelen van natuurwaarden door subsidiëring in de kosten van aankoop en eerste inrichting van natuurterreinen door terreinbeherende organisaties
Nut en noodzaak
Het opvangen van grote schommelingen in de jaarlijkse uitgaven
Toelichting
De reserve Natuurterreinen is één van de bronnen voor de aankoop van grond voor uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma Vitaal Platteland. Sinds de invoering van ILG zijn daar verschillende andere posten voor grondaankoop aan de begroting toegevoegd. Op dit moment wordt, zoals is aangekondigd in de Voorjaarsnota 2009, een actieplan Grond opgesteld. Eén van de uitwerkingspunten in het actieplan zal de herinrichting van de verschillende grondonderdelen van de begroting zijn. Bij de Voorjaarsnota 2010 zullen wij met een aanvullend voorstel komen, waarbij ook het bestedingsplan in meerjarig kader wordt bijgesteld.
Functie
Egalisatie
Voeding
Bijdrage uit provinciale middelen
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Subsidieregeling Vitaal Gelderland 2008, 2.1 PMJP art. 1.1.1
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€
Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 2.579 € 1.470 € 1.109 € 1.109
Eindsaldo 31-12-2009
0
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Structurele dotatie ten laste van de provinciale begroting Totaal dotatie
€
0
€ €
2.579 2.579
Specificatie onttrekking Jaarlijkse last tot en met 2023 in verband met het Gelders aandeel in de kosten van de z.g.n. convenantsleningen. Destijds via het Nationaal Groenfonds aangetrokken voor de verwerving van gronden in de periode 1995-2006 ter realisatie van de EHS in Nederland.€ 1.645 Toegekende verwervingssubsidies en afwikkeling oude subsidies, per saldo € - 175 Totaal onttrekking
€
Toelichting dotatie en onttrekking
- 313 -
1.470
Naam
Reserve Meerjarig Investeringsprogramma Cultuurhistorie (MON00R)
Statenprogramma
5.2 Cultuurhistorie
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
13 december 2000
Besluitvorming
K-721
Doel
Duurzame instandhouding en ontwikkeling Cultuurhistorische Waarden
Nut en noodzaak
De egalisatiefunctie is noodzakelijk vanwege de sterk wisselende inkomsten-, uitgavenen bestedingspatronen; vaak fluctuaties van meer dan € 1 mln. De spaarfunctie is noodzakelijk om periodiek grotere werken te kunnen uitvoeren.
Toelichting
Uitvoering van cultuurhistorische werken duurt vaak meer dan een jaar (bijv. grote restauraties). Standaardtermijn van uitvoering van bijvoorbeeld restauraties is 2 jaar. Daarom is soms moeilijk te bepalen in welk jaar ook daadwerkelijk de uitgaven plaatsvinden.
Functie
Spaar- en egalisatiefunctie
Voeding
Bijdrage uit provinciale middelen; MIG en derden, zoals rijksoverheid.
Rente/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding van subsidiegelden vindt plaats op basis van subsidieregeling, uitvoeringsvoorwaarden, PS-besluiten en jaarprogramma’s via verdeelnotities
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 3.490 € 6.963 € 9.141 € - 2.178 € 1.312
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Primaire begroting Toevoeging vanuit algemene uitkering Toevoeging uit het MIG Totaal dotatie
€ 52 € 5.143 € 68 € 1.700 € 6.963
Specificatie onttrekking Bijdrage aan RSP Duurzame instandhouding Cultuurhistorie Belvoir-3 Middelen ontvangen uit subsidies (lagere vaststelling) Actieplan Recessie Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ € € €€ €
100 4.711 3.393 234 1.171 9.141
In 2009 is het programma Belvoir-3 vastgesteld. In het programma wordt vermeld dat jaarlijks ongeveer € 4,3 miljoen zal worden uitgegeven aan projecten met betrekking tot cultuurhistorie. Daarnaast zijn vanuit de MIG extra middelen aan cultuurhistorie besteed vanwege het actieplan recessie. In 2009 is eveneens een extra ontrekking gedaan vanwege het herstellen van subsidies met een meerjarig karakter uit 2008.
- 314 -
Naam
Reserve Wegenbouwprojecten (WWP01R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
1993
Besluitvorming
PS
Doel
Het doel van de reserve is: Dekken van de kapitaallasten (rente en afschrijving) van grote wegenwerken met een investeringsbedrag van € 2,5 miljoen en hoger. In de regel wordt een annuïteit gehanteerd met een afschrijvingstermijn van 20 jaar en 6% rente. Dekken van de investeringskosten van overige wegenwerken (zie Beleidsnota 2004 inzake reserves en voorzieningen, PS-besluit 2004-763).
Nut en noodzaak
Het bestedingspatroon van de kosten van wegenwerken is met name door exogene factoren op het moment van besluitvorming in tijd niet altijd juist te plannen. Verder heeft deze reserve een bufferfunctie voor wegenwerken (de reserve dient o.m. voor het opvangen van tegenvallers en exploitatieresultaat; denk aan het risico van rentestijging en kostenontwikkeling GWW-sector).
Toelichting Functie
Egaliseren + sparen
Voeding
De voeding van de reserve bestaat uit: Een structurele bijdrage uit de provinciale middelen voor de kapitaallasten van de grote wegenwerken conform activastaat plus geraamde lasten voor nog uit te voeren projecten Andere bijdragen (bijvoorbeeld MIG-gelden, OV-Statenakkoord) t.b.v. optimalisatie provinciaal wegennet.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Projecten worden bij afzonderlijk statenbesluit vastgesteld
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 37.211 € 31.654 € 28.824 € 2.830 € 40.041
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotatie uit het MIG i.v.m. Stadsbrug Nijmegen Structurele dotatie ten laste van algemene middelen Overigen Totaal dotatie
€ € € € €
558 15.000 15.922 174 31.654
€ € € € € €
2.080 1.450 15.000 1.009 9.285 28.824
Specificatie onttrekking Structurele onttrekking t.b.v. reserve instandhouding Voorbereiding en uitvoering wegenbouwprojecten Bijdrage Gemeente Nijmegen t.b.v Stadsbrug Administratieve boeking: Saldo gewone dienst Kapitaallasten Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 315 -
Naam
Reserve OV-infra volgens Statenakkoord (WIS01R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
18 november 2004
Besluitvorming
PS2004-495
Doel
Het financieren van infrastructurele knelpunten. Het betreft hier investeringen in de N302 (reconstructie), A15 (doortrekking) en voor de A18 (rondweg Eibergen) de rente en afschrijvingslasten inzake de activering gedurende 20 jaar. Verder worden uit deze reserve HOV-busprojecten en subsidies op het gebied van innovatie en hoogwaardig openbaar vervoer gefinancierd.
Nut en noodzaak
Het afzonderlijk administreren van de extra middelen die door de opcenten worden verkregen en het sparen voor het oplossen van de infrastructurele middelen, vereisen een afzonderlijke reserve.
Toelichting Functie
Sparen
Voeding
De voeding van deze reserve bestaat uit een structurele bijdrage uit extra opcenten motorrijtuigenbelasting en dotaties vanuit het MIG.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Budgetvoorstellen worden bij PS-besluit vastgesteld
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 17.606 € 25.693 € 29.088 € -3.395 € 14.210
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Structurele dotatie uit algemene middelen Eenmalige dotatie uit algemene middelen Gemeentelijke bijdragen N302 Reconstr.Lorentz Oost Overige dotaties Totaal dotatie
€ € € € € €
264 17.000 5.300 2.000 1.129 25.693
€ € € € € € € € € € € € €
17.641 3.074 285 750 1.160 551 394 1.039 810 534 2.585 266 29.088
Specificatie onttrekking N302 Harderwijk/Lorents-Oost N348 Zutphen/De Mars N18 doortrekking A15 doortrekking HOV-projecten Statenakkoord Innovatieprojecten Statenakkoord Tariefacties OV Veluwelijn Actieplan recessie: De Wissel, Heerde Onttrekking t.b.v. reserve kunsttoepassingen wegen Structurele onttrekking Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 316 -
Naam
Reserve werken aan N348 (WWN01R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
Reserve werken aan N348 (WWN01R)
Besluitvorming
Deze reserve is ingesteld bij de Wet Herverdeling Wegen in 1993 toen o.a. de N348 is overgedragen aan de provincie.
Doel
Met deze reserve worden de omleidingen van de N348 om Polbeek (Zutphen-Noord), het dorp Eefde, de noordelijke ontsluiting van het bedrijventerrein de Mars in Zutphen en de no-regret maatregelen te Zutphen-Noord gefinancierd.
Nut en noodzaak
De rijksmiddelen moeten gealloceerd blijven, waardoor deze reserve noodzakelijk is.
Toelichting
Bij de overdracht van de N348 van het rijk naar de provincie in 1992 werd een aantal maatregelen afgesproken om de doorstroming te bevorderen. Het rijk stelde hiervoor middelen beschikbaar onder voorwaarde dat ook de provincie middelen beschikbaar zou stellen.
Functie
Sparen
Voeding
Bijdrage van de reserve Infra-OV statenakkoord; Bijdrage van de reserve MIG
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Budgetvoorstellen worden bij PS-besluit vastgesteld
Maximale duur
n.v.t
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 10.284 € 7.724 € 3.332
Eindsaldo 31-12-2009
€ 4.392 € 14.676
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Bijdrage uit reserve OV-infra Bijdrage uit reserve kunsttoepassingen wegen Reguliere dotatie ten laste van algemene middelen Overigen Totaal dotatie
€ 154 € 5.574 € 700 € 1.127 € 169 € 7.724
Specificatie onttrekking Uitvoering werken aan N348 Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 2.500 € 837 € 3.332
Uw Staten hebben besloten om vanuit de Reserve kunsttoepassingen wegen een bedrag van € 800.000 bij te dragen aan project N348 Omlegging Zutphen Eefde. In afwijking van het besluit van uw Staten is er in 2009 van € 700.00 bijgedragen, omdat anders het saldo van de Reserve kunsttoepassingen negatief zou worden. Een negatief saldo is volgens het BBV niet toegestaan. In 2010 zal een aanvullende bijdrage plaatsvinden van € 100.000, om te zorgen dat de totale bijdrage overeenkomt met het door uw Staten genomen besluit.
- 317 -
Naam
Reserve Kunsttoepassingen wegen (WWP04R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe Infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
10 juni 2002
Besluitvorming
G-658
Doel
Het realiseren van kunsttoepassingen bij de aanleg van provinciale infrastructurele werken.
Nut en noodzaak
Kunsttoepassingen kunnen pas gerealiseerd worden nadat voldoende reserve is opgebouwd. Het sparen kan meerdere jaren beslaan.
Toelichting
De uitvoering van de 1%-regeling kunst en infrastructuur resulteert in kunsttoepassingen bij de provinciale wegen en fietspaden.
Functie
Sparen
Voeding
Het budget van de 1%-regeling kunstwerken is gebaseerd op de infrastructurele jaarbudgetten van verkeersveiligheid, fietspadprojecten, openbaar vervoerprojecten, bebouwde kommen en carpoolpleinen. Jaarlijks worden deze budgetten met 1% verlaagd voor deze reserve. Daarnaast wordt van ieder afzonderlijk statenvoorstel 1% van het budget aan deze reserve toegevoegd.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding vindt plaats op basis van PS-besluit
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 111 € 729 € 809
Eindsaldo 31-12-2009
€ -81 € 31
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie € 1.670 Bijdrage van project N302 Reconstr.Lorentz Oost € 534 Correctie bijdrage aan project N348 Omlegging Zutphen Eefde € 100 Structurele dotatie ten laste van algemene middelen € 93 Totaal dotatie € 729 Specificatie onttrekking Bijdrage aan project N348 Omlegging Zutphen Eefde Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 800 € 9 € 809
Uw Staten hebben besloten om vanuit de Reserve kunsttoepassingen wegen een bedrag van € 800.000 bij te dragen aan project N348 Omlegging Zutphen Eefde. In afwijking van het besluit van uw Staten is er in 2009 van € 700.00 bijgedragen, omdat anders het saldo van de reserve negatief zou worden. Een negatief saldo is volgens het BBV niet toegestaan. In 2010 zal een aanvullende bijdrage plaatsvinden van € 100.000, om te zorgen dat de totale bijdrage overeenkomt met het door uw Staten genomen besluit.
- 318 -
Naam
Reserve Infrastructurele maatregelen langzaam verkeer (WWP05R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
4 januari 2007
Besluitvorming
PS2006-828
Doel
Het nemen van maatregelen om de verkeersveiligheid te verbeteren op een aantal plaatsen waar het langzaam verkeer (landbouwverkeer) conflicteert met overig verkeer en in veel gevallen ook overlast veroorzaakt. Hiertoe zullen op een aantal wegen specifieke voorzieningen voor landbouwverkeer worden aangelegd.
Nut en noodzaak
Uw staten hebben verzocht de middelen apart te monitoren.
Toelichting
De volgende tracés zijn benoemd waarop maatregelen worden genomen: N315, N346, N317 en N318/818 en de N319
Functie
Egaliseren
Voeding
De voeding aan deze reserve bestaat uit middelen uit de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG).
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding vindt plaats conform PS-besluit
Maximale duur
Projecten worden in 2010 afgerond
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 1.203 € 18 € 40
Eindsaldo 31-12-2009
€ -22 € 1.182
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Totaal dotatie
€ 18 € 18
Specificatie onttrekking Overigen Totaal onttrekking
€ 40 € 40
Toelichting dotatie en onttrekking
- 319 -
Naam
Reserve Traverse Dieren (WHD01R)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum Besluitvorming Doel
Deze reserve was oorspronkelijk bedoeld voor de financiering van het project Hart van Dieren. Het oorspronkelijk ontworpen project zal geen doorgang vinden. Dit project wordt financieel afgewikkeld. Bij een afzonderlijk voorstel wordt besloten op welke wijze de verkeersproblematiek in Dieren opgelost gaat worden. De resterende middelen zullen worden ingezet voor de uitvoering van dit nieuwe project.
Nut en noodzaak Toelichting
Provinciale middelen dienen conform het BBV gedoteerd te worden aan een bestemmingsreserve. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een project meerdere financieringsbronnen kent namelijk een transitorium en een reserve. Aangezien het administratief niet mogelijk is om projecten aan meerdere financieringsbronnen te koppelen, dient aan het einde van het jaar een verdeling gemaakt te worden op basis van werkelijke kosten en opbrengsten. Hierdoor dienen de reserve en transitorium in samenhang te worden gezien.
Functie
Sparen
Voeding
Dotatie vanuit het MIG.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding Maximale duur Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 14.063 € 7.651 € 928
Eindsaldo 31-12-2009
€ 6.723 € 20.786
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Reguliere dotatie ten laste van algemene middelen Bijdrage vanuit het MIG voor Traverse Dieren
€ 211 € 6.500 € 940
Totaal dotatie
€ 7.651
Specificatie onttrekking Uitvoering N348 Rheden, Traverse Dieren Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 320 -
€ 928 € 928
Naam
Reserve BDU: Provinciale middelen exploitatiebijdrage OV (WBD01R)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan gemeenten, vervoersbedrijven en regio’s, die maatregelen treffen die gericht zijn op exploitatie van openbaar en daarmee gelijkgesteld vervoer..
Nut en noodzaak Toelichting
Provinciale middelen dienen conform het BBV gedoteerd te worden aan een bestemmingsreserve. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een project uit zowel een transitorium als uit een reserve wordt gefinancierd. Aangezien het administratief niet mogelijk is om projecten aan meerdere financieringsbronnen te koppelen, dient aan het einde van het jaar een verdeling gemaakt te worden op basis van werkelijke kosten en opbrengsten. Hierdoor dienen de reserve en het transitorium in samenhang te worden gezien.
Functie
n.v.t.
Voeding
De voeding van deze reserve bestaat uit jaarlijkse bijdrages vanuit de algemene middelen.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door PS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€
0
€ 652 € 0
Eindsaldo 31-12-2009
€ 652 € 652
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Bijdrage uit provinciale middelen aan Regiotaxi Bijdrage uit provinciale middelen aan Exploitatie OV Totaal dotatie
€ 0 € 271 € 381 € 652
Specificatie onttrekking Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€0 €0
Omdat genoemde dotaties betrekking hebben op provinciale middelen, moeten deze conform het BBV gedoteerd worden aan een reserve en mogen daarom niet aan de transitoria van respectievelijk Regiotaxi (WBD10T) en Exploitatie OV (WBD01T) worden gedoteerd.
- 321 -
Naam
Reserve instandhouding wegverhardingen
Statenprogramma
11.2 Instandhouding infrastructuur
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
31-12-2009
Besluitvorming
PS 2009-728
Doel
Het onderhouden van wegverhardingen, verkeersregelinstallaties en kunstwerken. Hierbij zijn de doorstroming, de verkeersveiligheid en de leefomgevingskwaliteit wezenlijk van belang. De reserve dient tevens voor toekomstig groot onderhoud aan grote kunstwerken als de Pleybrug in de N 325 bij Arnhem en de PWA-brug in de N 323 bij Beneden-Leeuwen.
Nut en noodzaak
De reserve heeft een egaliserend karakter. De kosten voor het onderhouden van wegverhardingen, verkeersregelinstallaties en kunstwerken fluctueren dermate dat de jaarlijkse lasten niet op een evenwichtige wijze in de begroting kunnen worden opgenomen.
Toelichting
In het Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010 (met wijziging 18 van de Begroting 2009) (PS2009-728) is door uw Staten besloten de Voorziening instandhouding wegverhardingen per 31 december 2009 om te zetten in een Reserve instandhouding wegverhardingen. Door deze administratieve aanpassing wordt het makkelijker om bepaalde wegwerkzaamheden te combineren waardoor de overlast voor de weggebruikers beperkt blijft.
Functie
Egaliseren
Voeding
Aan deze reserve vindt een jaarlijkse dotatie plaats
Rente-/inflatiecorrectie
De reserve wordt ieder jaar gecorrigeerd voor inflatie
Plafond
geen
Voorwaarden besteding
Het WaDM wordt door ons college vastgesteld
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 0 € €
Eindsaldo 31-12-2009
6.781 0 € €
6.781 6.781
Specificatie dotatie
Toelichting dotatie en onttrekking
Rente / inflatiecorrectie
€
0
Het saldo van de voorziening instandhouding wegen
€
6.781
Totaal dotatie
€
6.781
Het saldo van de voorziening instandhouding wegen per ultimo 31 december 2009 is overeenkomstig het bovengenoemd besluit van uw staten gesort in de reserve instandhouding wegen.
- 322 -
Naam
Reserve bedrijfsomgeving
Statenprogramma
7.1 Economische ontwikkeling
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
PS2004-763
Besluitvorming
PS (sociaal economisch beleidsplan)
Doel
Ter realisering van doelstellingen uit provinciaal sociaal economisch beleidsplan ondersteunen van projecten op het gebied van: - duurzame bedrijventerreinen - revitalisering/herstructurering bedrijventerreinen - bedrijfsverplaatsingen
Nut en noodzaak
Voorkomen van verstoringen in het begrotingsevenwicht
Toelichting
Met de doelstelling zijn substantiële uitgaven gemoeid die jaarlijks sterk fluctueren. Deze uitgaven kunnen niet op evenwichtige wijze in de begroting worden geraamd. Overigens gaat het ook om geld van derden (rijksbijdragen), dat uitsluitend voor dit doel mag worden besteed.
Functie
Egalisatie uitgaven
Voeding
Jaarlijkse dotatie tlv. de algemene middelen
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Sociaal Economisch Beleidsplan
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 2.071 € 2.778 € 3.549
Eindsaldo 31-12-2009
€ 771 € 1.300
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotatie bedrijfsomgeving Totaal dotatie
€ 31 € 2.747 € 2.778
Specificatie onttrekking Onttrekking reserve bedrijfsomgeving € 3.549 Totaal onttrekking € 3.549 Toelichting dotatie en onttrekking
De dotatie betreft de jaarlijkse bijdragen in de reserve bedrijfsomgeving. De onttrekking is gebaseerd op de kosten in het kader van het realiseren van de doelstellingen uit provinciaal sociaal economisch beleidsplan
- 323 -
Naam
Geblokkeerde reserve achtergestelde lening NUON (RLN00R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
26 januari 2000
Besluitvorming
C-354 betreft het verstrekken van de achtergestelde lening aan Nuon; C-364 betreft de jaarrekening 2000 met het besluit om de reserve achtergestelde lening Nuon in te stellen.
Doel
Het instandhouden van het kapitaal dat belegd is in deelnemingen.
Nut en noodzaak
Deze reserve is in 2000 gevormd om de achtergestelde lening aan Nuon van circa € 59 miljoen als vermogen op de balans tot uitdrukking te brengen.
Toelichting
De provincie heeft vanwege de verkoop van EPON een achtergestelde lening op Nuon van € 58.991.000. Deze lening is in de administratie vastgelegd conform de fusiebepalingen Nuon-ENW en wordt in maart 2010 afgelost. Om het vermogen ter voeding van het MIG op peil te houden, is tegenover de lening aan Nuon een “geblokkeerde reserve achtergestelde lening Nuon” gevormd.
Functie
Instandhouding vermogen
Voeding
Geen
Rente-/inflatiecorrectie
Geen
Plafond
€ 58.991.000
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
2010
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 33.286 € 6.788 € 0 € 6.788 € 40.074
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Afname kapitaallasten Totaal dotatie Toelichting dotatie en onttrekking
€ € €
0 6.788 6.788
Het op peil brengen van de Geblokkeerde reserve achtergestelde lening geschiedt zoals besloten bij Voorjaarsnota 2005 (PS2005-290): Door afboeking van de financiële vaste activa in 2004 zijn de kapitaallasten afgenomen. De afname van de kapitaallasten wordt benut om de geblokkeerde reserves naar het niveau te brengen dat past bij het in stand houden van het vermogen ten behoeve van de voeding van het Meerjarig Investeringsfonds Gelderland.
- 324 -
Naam
Reserve Stamkapitaal
Statenprogramma
14.0 Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
De reserve is ingevolge PS-besluit PS2009-728 met ingang van het jaar 2009 ingesteld
Besluitvorming
Provinciale Staten – PS2009-728 d.d. 11-11-2009
Doel
Door het provinciaal vermogen in tact te laten wordt in de toekomst de instroom in de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland veilig gesteld
Nut en noodzaak
De Meerjarige Investeringsreserve Gelderland is tot en met 2009 vooral gevoed vanuit dividend Nuon. Om het afwegingsinstrument MIG te kunnen blijven toepassen, is een forse instroom nodig. Door het vermogen in tact te houden en te beleggen, wordt die instroom mogelijk.
Toelichting
-
Functie
Compenseren van dividend-instroom MIG door beleggingsopbrengst stamkapitaal
Voeding
Verkoop van aandelen deelnemingen. De opbrengst van de verkoop aandelen Nuon wordt toegevoegd in 2009. In 2014 wordt de stand van de voorziening, die is gevormd wegens garanties afgegeven bij de verkoop, toegevoegd aan de geblokkeerde reserve. Indien er geen aanspraak wordt gedaan, wordt in 2014 € 178.700.000,-- toegevoegd.
Rente-/inflatiecorrectie
Jaarlijks wordt in het kader van de voorjaarsnota bezien of een inflatoire aanpassing nodig is.
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Behoudens een bedrag van € 500 miljoen dat wordt gebruikt voor dekking van een Gelderse Investeringsagenda is besteding van het stamkapitaal niet aan de orde.
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€
0
€4.249.438 € € 4.249.438 € 4.249.438
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Toevoeging vanuit de verkoop aandelen NUON Totaal dotatie Toelichting dotatie en onttrekking
€ 0 € 4.249.438 € 4.249.438
De dotatie heeft conform PS-besluit 2009-728 plaatsgevonden.
- 325 -
Naam
Reserve Projecten in Uitvoering (RPU00R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
25-11-2008
Besluitvorming
PS2008-542
Doel
Financiering van gehonoreerd eenmalig nieuw beleid
Nut en noodzaak
Primair moet eenmalig nieuw beleid besteed worden in het begrotingsjaar waarvoor het aangevraagd is. Echter, gehonoreerde projecten vergen een bepaalde voorbereidingstijd, waardoor de uitvoering en de daarmee gepaard gaande uitgaven vaak later plaatsvinden dan het betreffende begrotingsjaar. De financiële middelen moeten daardoor beschikbaar blijven.
Toelichting
De langlopende budgetten in deze reserve worden in 2010 overgeheveld naar de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen. Het eenmalig nieuw beleid voor kortlopende activiteiten is in 2009 toegekend en wordt in 2010 afgewikkeld. Het resterende vrijvallend saldo wordt in 2010 toegevoegd aan de Algemene Reserve.
Functie
Sparen en egalisatie
Voeding
Er vindt geen nieuwe voeding plaats.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Eenmalig nieuw beleid wordt vastgesteld bij PS-besluit
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 15.643 € 13 € 3.773 € 3.760 € 11.883
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotaties Totaal dotatie
€ 0 € 13
€ 13
Specificatie onttrekking Sociaal beleid CPO, Gelderland vitaal Eenmalig nieuw beleid RSP Duurzame tuinbouw rivierengebeid ISV-2, herstructurering + transformatie kleine gemeenten Mediation Veluwe donker en stil GMP-stimuleringsprojecten Juridische kwaliteitszorg Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 996 € 182 € 581 € 525 € 611 € 200 € 116 € 98 € 92 € 82 € 290 € 3.773
RPU is bestemd voor eenmalig nieuw beleid. Een specificatie van deze reserve wordt opgenomen bij de Voorjaarsnota 2010. In die specificatie wordt verwerkt de voorgestelde overheveling van de restant budgetten 2009 naar 2010 en eventuele vrijval van de restantbudgetten 2009. Per 2010 zal het nieuw beleid niet meer via RPU afgewikkeld worden maar
- 326 -
via de “stelpost eenmalig nieuw beleid”. Hierdoor zal het nieuw beleid rechtstreeks op de begroting gebracht worden. Het saldo betreft langlopende posten die in 2010 afgewikkeld zullen worden.
- 327 -
Naam
Geblokkeerde reserve achtergestelde lening Vitens (RLV00R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
29 mei 2007
Besluitvorming
PS2007-266
Doel
Het instandhouden van het kapitaal dat belegd is in deelnemingen.
Nut en noodzaak
Deze reserve is in 2007 gevormd om de achtergestelde lening aan Vitens van circa € 26 miljoen als vermogen op de balans tot uitdrukking te brengen.
Toelichting
De provincie heeft aan NV Vitens een rentedragende achtergestelde lening verstrekt van € 25.960.000. De lening heeft een looptijd van 15 jaar. Deze lening is tot stand gekomen ter vervanging van het pakket preferente aandelen van de provincie Om de voeding van de MIG op peil te houden, is tegenover de lening aan Vitens een “geblokkeerde reserve achtergestelde lening Vitens” gevormd. Dit naar analogie van de hiervoor vermelde achtergestelde lening aan Nuon.
Functie
Instandhouding stamkapitaal
Voeding
Geen
Rente-/inflatiecorrectie
Geen
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
2022
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 25.960 €0 €0
Eindsaldo 31-12-2009 Toelichting dotatie en onttrekking
Niet van toepassing
- 328 -
€ 0 € 25.960
Naam
Reserve Regionaal Samenwerkingsprogramma
Statenprogramma
1.1 Bestuurlijk Partnerschap
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
23 april 2008
Besluitvorming
PS2008-219
Doel
Financiering van programma’s voor de versterking van de sociale en ruimtelijke kwaliteit van Gelderse steden en regio’s.
Nut en noodzaak
Het programma is een meerjarig programma waarin we meerjarige financiële verplichtingen aangaan in de richting van onze partners (kleine en grote steden, regio’s). De reserve maakt het mogelijk de provinciale financiering van de programma’s correct af te stemmen op het uitvoeringstempo bij onze partners.
Toelichting
Het Regionaal Samenwerkingsprogramma (RSP) is een koepel boven de programma’s GSO, KSB, de Regiocontracten en de Sleutelprojecten in de GSO-steden. Met deze in totaal 19 partners zijn meerjarige contracten gesloten. De contracten staan voor een gezamenlijke aanpak om een samenhangend pakket van investeringen uit te voeren. Deze investeringen dienen de uitvoering mogelijk te maken van ons fysieke omgevingsbeleid, de regionale sociale agenda’s, de verbetering van de sociale cohesie en het versterken van de centrumfunctie.
Functie
Egaliseren
Voeding
In 2009 komt € 35,0 mln uit het MIG en € 3,4 mln uit sectorale middelen, die zijn overgeheveld naar de RSP-reserve. Daarnaast is € 2,0 mln beschikbaar gesteld voor uitvoeringskosten. Totale voeding bedraagt daardoor € 40,4 mln.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform het Statenvoorstel RSP 2008-2011 (PS2008-219) en voorwaarden beschikkingen
Maximale duur
31/12/2012
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 22.440 € 40.787 € 33.501 € 7.286 € 29.726
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotatie vanuit het MIG t.b.v Uitvoeringsagenda RSP Dotatie sectorale middelen Dotatie t.b.v uitvoeringsksoten RSP
Totaal dotatie
€ 337 € 35.000 € 3.411 €
2.039
€ 40.787
Specificatie onttrekking Voorschotten regionale samenwerkingsprogramma’s Uitvoeringskosten RSP Waalweelde Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 329 -
€ 31.387 € 1.813 € 301 € 33.501
Naam
Reserve Grondwaterheffingen (EGH00R)
Statenprogramma
8.2 Water
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
27 maart 1991
Besluitvorming
PS – F-355 met als wettelijke basis de Grondwaterwet.
Doel
Beheren van de middelen op grond van de grondwaterheffingsverordening
Nut en noodzaak
Artikel 48 van de Grondwaterwet geeft aan dat de heffing wegens onttrekking van grondwater aangewend moet worden ter bestrijding van de provinciale kosten. De inkomsten en uitgaven fluctueren ieder afzonderlijk in enig jaar. Door deze egalisatiereserve wordt verstoring van het begrotingsevenwicht voorkomen.
Toelichting
Door het afsluiten van de waterovereenkomsten is de bestrijding van de verdroging in de 35 TOP-gebieden opgepakt. Voor 5 TOP-gebieden zijn de kosten van waterschappen in 2009 beschikt en de kosten van interne maatregelen van Natuurmonumenten. De toets op uitvoerbaarheid van maatregelen voor 2014 in de TOP-gebieden in 2009 heeft tot een fasering voor 6 TOP-gebieden geleid. Voor de overige 24 TOP-gebieden worden in 2010 aanvullende afspraken met de waterschappen gemaakt . Na de afgesloten overeenkomst met Vitens zou er in 2009 een subsidiebeschikking voor onderzoeken en maatregelen worden afgegeven, maar besluitvorming over een aantal uitgaven in 2014 en 2015 door PS is in 2009 nog niet afgerond; deze beschikking zal in 2010 worden afgegeven. De onderzoeken en de voorbereiding van verdrogingsmaatregelen zijn voor een belangrijk deel samen met partners wel voortgezet, maar de grondaankooppauze e (vanaf 4 kwartaal 2009) leidt wel tot vertraging. Omdat de beschikking met Vitens nog niet is afgegeven, is de voorziene provinciale subsidie van € 600.000 in 2009 nog niet uitgekeerd. De keuze om bij de drinkwaterwinning Eerbeek niet tot infiltratie over te gaan heeft een onderbesteding van €600.000 tot gevolg. Bij Voorjaarsnota 2010 zullen wij komen met een herberekening van de personele uitgaven, bovendien wordt dan het bestedingsplan in meerjarig kader bijgesteld.
Functie
Egaliseren
Voeding
Opbrengsten van de leges grondwaterheffing.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
nvt
Voorwaarden besteding
De Grondwaterheffing kan sinds 2008 breder worden ingezet ter financiering van anti-verdrogingsmaatregelen. Bij Statennotitie PS2008-111 hebben uw Staten ingestemd met de mogelijkheid tot een bredere inzet van de middelen, zoals maatregelen ruilverkaveling (boerderijverplaatsing en kavelruil), maaiveldverlaging en in tweede instantie de blauwe diensten.
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 7.985 € 2.397 € 2.077 € 320 € 8.305
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Dotaties Totaal dotatie Specificatie onttrekking Bijdrage apparaatskostten
- 330 -
€ 119 € 2.278 € 2.397 € 1.380
Bijdrage BTW-compensatiefonds Onderzoek grondwater Kosten meetnet Regis Pr verdrogingsbestrijding Natuurmonumenten Pr verdrogingsbestrijding Rijn en IJssel Pr verdrogingsbestrijding Rivierenland Pr. Verdrogingsbestrijding Vallei en Eem Niet uitgevoerd project Infiltratie Eerbeek Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 331 -
€ € € € € € € € € € €
120 126 359 54 166 52 152 122 - 600 141 2.077
Naam
Algemene Reserve (ALR00R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Algemene reserve
Instellingsdatum
Bijgesteld op 17 mei 2000
Besluitvorming
C-355
Doel
Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van eventuele exploitatietekorten en/of onvoorziene risico’s.
Nut en noodzaak Bij Voorjaarsnota 2000 (C-355) hebben uw Staten besloten dat binnen de Algemene Reserve een buffer voor onverwachte tegenvallers aanwezig moet zijn ter grootte van 5% van de algemene inkomsten (algemene uitkering Provinciefonds en opcentenheffing motorrijtuigenbelasting).
Toelichting
Algemene reserves zijn in beginsel vrij besteedbaar. Primair is deze algemene reserve bedoeld voor het opvangen van eventuele exploitatietekorten of onvoorziene risico’s (bufferfunctie).
Functie
Sparen en buffer
Voeding
De Algemene Reserve wordt met name gevoed uit voordelige begrotings- en rekeningsresultaten en het voordelig saldo tussen onze inflatiecorrectie en de
calculatorische rente. Rente/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding van middelen in de Algemene Reserve vindt plaats op basis van PS-besluiten.
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009
€ 29.269 € 42.154 € 40.812 € 1.342 € 30.611
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie € 4.870 Rekeningresultaat 2008 € 23.057 Decentrale arbeidsvoorwaarden € 2.300 Fietspadprojecten € 2.000 Specificatie onttrekking Bijdrage aan projecten (nieuw beleid en budgetoverhevelingen) € 33.572 Instandhouding wegverhardingen € 2.700 Jeugdzorg € 2.014 Duurzame instandhouding Cultuurhist.waarden (recessie) € 900 Tijdelijke overbrugging GiB € 878 Uitvoeringsagenda vrijetijdseconomie 2009-2012 € 750 Toelichting dotatie en onttrekking
Uit bovenstaande specificatie van dotaties en onttrekkingen blijkt dat er sprake is van veelheid van bedragen. In bijlage VI van de Rekening wordt gespecificeerd, waarvoor het saldo ad € 30,6 miljoen bestemd is.
- 332 -
Naam
Reserve Bestuurlijke Verplichtingen (RAV00R)
Statenprogramma
14. Algemene dekkingsmiddelen
Soort
Bestemmingsreserve
Instellingsdatum
31 oktober 2007
Besluitvorming
PS2007-443
Doel
De Reserve Bestuurlijke Verplichtingen is een verzameling van bestemde middelen, die in het komend jaar dan wel komende jaren in de begroting worden opgenomen. Daarnaast wordt volgens het Gelders Coalitieakkoord een reservering van € 10 miljoen voor risicobewust participeren aangehouden.
Nut en noodzaak
De Reserve Bestuurlijke Verplichtingen is ingesteld om onderscheid te kunnen maken tussen de buffer en het vrije deel van de Algemene Reserve enerzijds en de bestuurlijke aangegane bestemmingen anderzijds. Deze bestemmingen vindt u terug in de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen.
Toelichting
Deze ‘Bestuurlijke Verplichtingen’ mogen nog niet aangemerkt worden als juridische afdwingbare verplichtingen. Immers, voor deze bestuurlijke verplichtingen hoeft nog geen sprake te zijn van een afdwingbare overeenkomst met derden.
Functie
Sparen en Egaliseren
Voeding
Op basis van expliciete besluitvorming door uw Staten vindt voeding plaats vanuit de algemene middelen zoals de Algemene Reserve en het begrotingssaldo.
Rente-/inflatiecorrectie
Geen
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Besteding vindt plaats op basis van PS-besluiten.
Maximale duur
Onbepaalde tijd
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 48.283 € 22.945 € 29.672
€ 6.727 Eindsaldo 31-12-2009 € 41.556 Aan de reserve wordt geen rente of inflatievergoeding toegekend. Specificatie dotatie Primaire begroting 2009 Herberekening salarissen (PS2009-447) Reservering BTW, PS2009-728 F-3 Reservering Ruimte voor ruimte 2008, PS 2009-447 dotatie RAV ivm PIDON-EFRO projecten Totaal dotatie Specificatie onttrekking Ruimte voor Ruimte Jeugdzorg: bijdrage onderhandelingsresultaat Terugbetaling BTW compensatiefonds Gelderse Bijdrage Bestuursakkoord 2008 Cultuur: Culturele Infrastructuur Sociaal beleid: Ambulancezorg Havo Ubbergen (VJN 2008) Ruilvk. Land van Maas en Waal ik Start Smart Sociaal Beleid: Anti-discriminatie voorziening Fietspadprojecten: Veilig Fietsen DIS Eenmalig Uitv Wet Algemene Bepaling Omgevingsrecht Duurzaam Bodemgebruik (ILG)
- 333 -
€ 20.800 € 35 € 855 € 334 € 921 € 22.945 € 11.645 € 7.300 € 1.385 € 1.000 € 990 € 917 € 900 € 600 € 554 € 520 € 400 € 335 € 325 € 304
Reserve OV-infra Statenakkoord A20 begroting 2007 Breedband PR Pilot, project Ooijpolder RAV communicatieonderzoek Wachtgeld Tielsebrug Versterking Communicatie Stichting Gelderse Kastelen Hulpmiddel Registratie Overige Onttrekkingen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 170 € 150 € 120 € 57 € 26 € 38 € 50 € 5 € 1.881 € 29.672
Uit bovenstaande specificatie van dotaties en onttrekkingen blijkt dat er sprake is van veelheid van bedragen. In bijlage VI van de Rekening wordt gespecificeerd, waarvoor het saldo ad € 41,6 miljoen bestemd is.
- 334 -
Bijlage III Voorzieningen In deze bijlage treft u aan een uitgebreid overzicht van de voorzieningen en de mutaties in deze voorzieningen geldend voor het jaar 2009.
- 335 -
Naam
Voorziening Garantiestelling Plantion
Statenprogramma
7.1 Economische ontwikkeling
Soort
-
Instellingsdatum
-
Besluitvorming
Beleidsrekening 2009
Doel
Het opvangen van het financiele risico dat wij lopen door onze garantstelling ter zake een kredietarrangement ten behoeve van Plantion
Nut en noodzaak
Opvangen financieel risico
Toelichting
Plantion is de per 1 januari 2008 gefuseerde bloemenveiling van Bemmel en Vleuten. Aangezien de locatie Bemmel niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd is in 2008 besloten tot het bouwen van een nieuw pand in Ede. Deze investering in de nieuwbouw is gefinancierd door het afsluiten van een kredietarrangement met de Rabobank. Om dit kredietarrangement mogelijk te maken hebben de gemeente Ede en de Provincie Gelderland besloten gezamenlijk garant te staan. Omdat de Provincie Gelderland een financieel risico loopt terzake de garantiestelling voor Plantion waarvan de omvang redelijker wijs is in te schatten moeten wij, conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) artikel 44 lid 1, een voorziening vormen.
Functie
-
Voeding
Eenmalig dotatie ter hoogte van € 1.000.000 aan Voorziening Garantiestelling Plantion vanuit het MIG (actieplan recessie, PS2009-200)
Rente-/inflatiecorrectie
-
Plafond
-
Voorwaarden besteding
-
Maximale duur
-
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€0
Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 1.000 €0 € 1.000 € 1.000.
Eindsaldo 31-12-2009
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Garantiestelling Plantion Totaal dotatie
€0 € 1.000 € 1.000
Specificatie onttrekking Niet van toepassing Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€0
Betreft een eenmalige dotatie ter hoogte van € 1.000.000 in de voorziening garantiestelling Plantion om het risico dat de Provincie Gelderland loopt, terzake de
- 336 -
garantiestelling voor Plantion, op te kunnen vangen.
Naam Statenprogramma Soort
Voorziening afwikkeling Europartenariat 13.0 Overigen Voorziening
Instellingsdatum Besluitvorming
PS2004-812
Doel
Deze voorziening is getroffen specifiek om de lasten verbandhoudende met de afwikkeling van het Europartenariat 1998
Nut en noodzaak
Buffer om het Gelderse deel van de vordering van de Europese Commissie jegens de Stichting Europartenariat tot terugbetaling van de voor het evenement verstrekte subsidie op te vangen
Toelichting
Bij het vervolgvoorstel van de Voorjaarsnota 2009 bent u geïnformeerd over de stand van zaken in de kwestie rond de Stichting Europartenariat. Met de Europese Commissie is een compromis over het teruggevorderde subsidiebedrag bereikt. Dit bedrag wordt tussen de partners verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel, die destijds voor de kosten van het evenement is afgesproken. Het Gelderse aandeel bedraagt 40%. De kamers van Koophandel, met een gezamenlijk aandeel van 8%, wensen niet deel te nemen in de terugbetaling. Om de zaak te kunnen afsluiten hebben de overige partners besloten het aandeel van de Kamers van Koophandel voor hun rekening genomen. Na verrekening met de partners resteert in de voorziening “afwikkeling van het evenementenbeleid” een bedrag van ruim € 1 miljoen. Dit bedrag valt vrij naar de algemene middelen. (PS2009-728 besluit 8)
Functie Voeding Rente-/inflatiecorrectie
nee
Plafond
geen
Voorwaarden besteding Maximale duur Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve
€ 1.260 €657 €1.917 € 1.260
Eindsaldo 31-12-2009
Specificatie dotatie ontvangsten geboekt op onttrekking Bijdrage provincie Flevoland Bijdrage provincie Overijssel Bijdrage gemeente Apeldoorn Totaal dotatie
- 337 -
€0
€ 262 € 246 € 149 € 657
Specificatie onttrekking vergoeding kosten ivm bezoeken vergaderingen Betaling aan Europese commissie Vrijval Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 12 € 882 € 1.023 € 1.917
De ontvangsten van de partners zijn binnen gekomen in de voorziening. De kosten die gemaakt zijn met betrekking tot de vergaderingen zijn als onttrekking geboekt evenals de vrijval.
- 338 -
Naam
Voorziening Flankerend Beleid
Statenprogramma
13.0 Overigen
Soort
Voorziening
Instellingsdatum
27 juni 2007
Besluitvorming
Voorjaarsnota 2007 (PS2007-332)
Doel
Dekking van de kosten van flankerend beleid dat nodig vanwege het reorganisatietraject Gelderland in Beweging.
Nut en noodzaak
Vanuit voorzichtigheid zijn de toekomstige lasten voorzien in de Voorziening Flankerend Beleid en daarnaast is een bedrag geoormerkt binnen de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen. Tevens dient de voorziening voor de afwikkeling van meerjarige afspraken met personeel, dat overtallig is geworden als gevolg van de besluitvorming over kerntaken in bestuursperiode 2003-2007.
Toelichting
Dekking kosten flankerend beleid De kosten voor flankerend beleid is bij de instelling op € 4 miljoen geraamd. Dit bedrag is gedekt uit: de binnen de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen bestaande reservering van € 2,25 miljoen, de voormalige voorziening flankerend beleid van € 1,2 miljoen alsmede een toevoeging bij Voorjaarsnota 2007 groot € 0,55 miljoen (de slotuitkering van de Interprovinciale Ziektekostenregeling).
Functie
n.v.t.
Voeding
De voorziening is eenmalig gevoed bij Voorjaarsnota 2007
Rente-/inflatiecorrectie
geen
Plafond
€ 4 miljoen
Voorwaarden besteding
Besteding dient te passen binnen het Sociaal Statuut.
Maximale duur
geen maximum
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie reserve Onttrekking reserve Eindsaldo 31-12-2009 Specificatie dotatie: Rente / inflatiecorrectie Compensatie kosten Totaal dotatie Specificatie onttrekking: Uitgaven uit hoofde van het Sociaal Statuut Overigen Totaal onttrekking
Toelichting dotatie en onttrekking
€ 808 € 45 € 750 € -705 € 103
€0 € 45 € 45
€ 750 €0 € 750
In 2009 zijn voor 23 personen kosten gemaakt voor met name de overgang naar een nieuwe werkplek binnen de provinciale organisatie, het vinden van een functie buiten de provinciale organisatie, scholing en eerder uit dienst te treden.
- 339 -
Bijlage IV.A Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de beleidsrekening in onderdeel D en de bijlagen 1 tot en met 3 opgenomen) jaarrekening 2009 van de provincie Gelderland, bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de programmarekening over 2009 met de toelichtingen, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 217, lid 2 van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het door Provinciale Staten vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico' s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de provincie. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het College van Gedeputeerde Staten van de provincie heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van het normenkader voor rechtmatigheid zoals vastgesteld door Provinciale Staten. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door Provinciale Staten vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
- 340 -
Oordeel Naar ons oordeel géeft de jaarrekening van de provincie Gelderland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2009 als van de activa en passiva per 31 december 2009 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 217, lid 3 onder d Provinciewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 30 maart 2010 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: A. Elsenaar RE RA
- 341 -
Bijlage IV.B Resultaatsbestemming Het rekeningsresultaat 2009 bedraagt voor resultaatsbestemming afgerond € 4.235,8 miljoen. Wij stellen voor vanuit de exploitatie bijdrage aan de reserves te geven voor een bedrag van € 4.230,7 miljoen. Wij stellen voor het daarna resterende rekeningsresultaat van € 5,1 miljoen conform het Besluit Begroting en Verantwoording toe te voegen aan de Algemene Reserve. Bij Voorjaarsnota 2010 zullen wij een gespecificeerd overzicht geven van de bedragen die wij opnieuw door u beschikbaar willen laten stellen voor het jaar 2010.
- 342 -
Bijlage V Transitoria In deze bijlage treft u aan een uitgebreid overzicht van de transitoria en de mutaties in deze transitoria geldend voor het jaar 2009.
- 343 -
Naam
EFRO 2007-2013 (EU004T)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
vervolg op besluit PS van 22 mei 2002
Besluitvorming
C374
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s.
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient samen met reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EU-middelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie. Naast het beschikbaar houden van middelen voor co-financiering is de reserve ingesteld om risico’s op te vangen die gepaard gaan met het uitvoeren van Europese programma’s. Het betreft: Het opvangen van negatieve besluiten van de Europese Unie (zoals over specifieke projecten en het opleggen van strafkortingen voor onregelmatigheden); Het niet realiseren van de N+2-regel. De Europese Commissie heeft het EFRO-programma verdeeld in jaarbudgetten. De regel is dat het budget in jaar N (bijvoorbeeld 2007) dient te zijn besteed in jaar N+2 (in dit voorbeeld 2009). Als het budget van jaar N niet (volledig) is besteed, wordt het budget gekort voor het niet bestede bedrag.
Toelichting
Via deze transitoria worden subsidies verleend en de uitvoeringskosten gefinancierd, zodat het Operationeel Programma EFRO 2007-2013 voor de provincies Overijssel en Gelderland kan worden uitgevoerd.
Functie
Sparen en egaliseren
Voeding
Bijdrage provincie Overijssel.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
Conform regeling
- 344 -
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
- 57
€ 7.182 € 7.126 € €
56 - 1
Specificatie toevoeging Rente / inflatiecorrectie Bijdrage provincie Overijssel Totaal toevoeging
€ € €
Specificatie onttrekking Uitgaven inzake innovatiekracht Uitgaven inzake innovatieklimaat Uitgaven inzake technische bijstand Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
1
€
-1 7.183 7.182
€ € € €
4.519 2.420 187 7.126
Via deze reserve lopen alle provinciale middelen die aan het programma EFRO 2007-2013 worden besteed. Voor 2009 is er uit de algemene reserve een structurele dotatie geweest. De ontrekking via de exploitatie bestaat alleen uit de kosten voor de technische bijstand (uitvoeringskosten). De kosten voor de overige prioriteiten zijn gedekt door middelen uit andere provinciale programma’s (zoals bijvoorbeeld innovatiebeleid, etc.).
1
In het beginsaldo zit een correctie van een factuur die in 2008 abusievelijk is verantwoord in EU001T. Hierdoor komt de beginstand van beide transitorische posten niet overeen met de eindstand 31-12-2008.
- 345 -
Naam
Europese Programma’s (EUP01T) (2000 - 2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transistoria
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient in samenhang met de gelijknamige reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland) Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform regeling
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€
0
€ - 2.516 € - 2.545 € 29 €
29
Specificatie toevoeging Rente / inflatiecorrectie Toevoeging uit reserve EUP01R Correctie tussenrekening naar transitoria Bijdragen Totaal toevoeging Specificatie onttrekking Uitgaven Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 0 € 598 € 29 € - 3.143 € - 2.516
€ - 2.545 € - 2.545
In 2009 zijn de Rijks- en EU-middelen naar de transitorische posten gebracht. Hierdoor wordt de administratie van inzet van Rijks- en/of EUmiddelen en eigen middelen gescheiden, conform de wetgeving. Bestedingen vinden plaats op basis van de door PS goedgekeurde programma’s en de door de Europese Commissie afgegeven beschikkingen.
- 346 -
Naam
Europese Programma’s (EUP02T) (2000 - 2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transistoria
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient in samenhang met de gelijknamige reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland) Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform regeling
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria
€ € €
Eindsaldo 31-12-2009
Toelichting dotatie en onttrekking
€
0
- 424 - 424 0 €
0
Specificatie toevoeging Toevoeging aan reserve EUP01R Bijdragen Rente / inflatiecorrectie Totaal toevoeging
€ € € €
- 191 - 233 0 - 424
Specificatie onttrekking Uitgaven Totaal onttrekking
€ €
- 424 - 424
n.v.t.
- 347 -
Naam
Europese Programma’s (EUP03T) (2000 - 2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transistoria
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient in samenhang met de gelijknamige reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland) Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform regeling
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€
833
- 20 - 124 104 €
937
Specificatie toevoeging Toevoeging aan reserve EUP01R € Rente / inflatiecorrectie € Totaal toevoeging €
- 32 12 - 20
Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria
€ € €
Eindsaldo 31-12-2009
Specificatie onttrekking Uitgaven Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ €
- 124 - 124
De (negatieve) uitgaven bestaan uit bijdragen van derden in het kader van Interreg IIIa. Daarnaast bevat het beginsaldo van de transitoria een deel eigen middelen, welke via de reserve EUP01R worden besteed.
- 348 -
Naam
Europese Programma’s (EUP07T) (2000 - 2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transistoria
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient in samenhang met de gelijknamige reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland) Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform regeling
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€
0
105 105 0 €
0
Rente / inflatiecorrectie Toevoeging uit reserve EUP01R Totaal toevoeging
€ € €
0 105 105
Specificatie onttrekking Uitgaven Totaal onttrekking
€ €
105 105
Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria
€ € €
Eindsaldo 31-12-2009 Specificatie toevoeging
Toelichting dotatie en onttrekking
Via de reserve EUP01R zijn bijdragen ontvangen voor bestrijding van MKZ, welke in 2009 zijn uitgegeven. De restant verplichting is derhalve nihil.
- 349 -
Naam
Europese Programma’s (EUP09T) (2000 - 2006)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transistoria
Instellingsdatum
22 mei 2002
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient in samenhang met de gelijknamige reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EUmiddelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie.
Toelichting
Uitvoeren van de Europese Programma’s POP, Leader+, Interreg IIIA, IAP en EPD-Oost (Eurowerk III en D2 platteland) Na de finale afrekening van de programma’s uit de periode 2000-2006 krijgt u een afzonderlijk voorstel over de overheveling van de diverse componenten van het restant- saldo. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2010 plaatsvinden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Europese Commissie, cofinancieringsmiddelen van het ministerie van EZ.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Conform regeling
Maximale duur
Conform regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€
2.238
34 0 34 €
2.272
Rente / inflatiecorrectie Totaal toevoeging
€ €
34 34
Specificatie onttrekking Overigen Totaal onttrekking
€ €
0 0
Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria
€ € €
Eindsaldo 31-12-2009 Specificatie toevoeging
Toelichting dotatie en onttrekking
n.v.t.
- 350 -
Naam
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV00T)
Statenprogramma
6.2 Ruimtelijke ordening
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
01-01-2005
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verlenen van subsidies aan de zogenoemde niet-rechtstreekse gemeenten (niet grote gemeenten) voor projecten die bijdragen aan de verbetering van de leef- en woonkwaliteit voor stedelijke vernieuwing.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
Bij beschikking van 10 juni 2005 heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de provincie Gelderland het investeringsbudget verleend voor het provinciale beleid voor stedelijke vernieuwing van de zogenoemde niet-rechtstreekse gemeenten. Dit investeringsbudget, in het kader van de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv), bedraagt voor de periode 2005 t/m 2010 € 47,3 milj. (netto)
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage ISV-2
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Het investeringsbudget wordt gedurende de periode 2005 t/m 2010 op basis van jaarlijkse beschikkingen aan de gemeenten ter beschikking gesteld. Conform de Wet Stedelijke Vernieuwing en de Verordening investeringsbudget stedelijke vernieuwing Gelderland 2005
Maximale duur
Conform duur van de regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€ 30.353 € 168 € 22.207 € - 22.039 € 8.314
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Benoemen belangrijkste dotaties Totaal dotatie
€ 168 € 0 € 168
Specificatie onttrekking Administratieve verrekeningen o.b.v betaalde voorschotten ISV-2 Programmagemeente ISV-2 Projectgemeente VINAC en Bodemmiddelen Middelen (Baten) uit lagere vaststellingen 2008 Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
€ 15.008 € 3.806 € 6.024 € 440 € - 3.072 € 22.207
De transitorische post ISV wordt in de jaarrekening verantwoord op basis van de betaalde voorschotten. Dit verschilt van de provinciale wijze waarop meerjarige subsidies zijn geboekt. De provincie verantwoordt de last die in de subsidiebeschikking wordt genoemd. De genoemde bedragen hebben betrekking op de stand van de transitorische post 2009. De stand per ultimo 2009 geeft de niet-betaalde
- 351 -
voorschotten van ISV-2 weer. Ten behoeve van het beleidskader ISV-2 is een groot deel van de middelen onttrokken uit de transitoria ISV. Een deel van de overgebleven middelen voor de programmagemeenten zullen in 2010 worden uitbetaald. In 2009 zijn tevens met het Rijk afspraken gemaakt over inzet van rijksmiddelen voor VINAC en Bodemsanering. De uitwerking van deze afspraken zal begin 2010 plaatsvinden.
- 352 -
Naam
Jeugdhulpverlening (JHV00T)
Statenprogramma
3.0 Jeugd en gezin
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
13 september 2000
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
De doeluitkeringen van het ministerie Jeugd en Gezin (JG) voor de jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg en zorgaanbod) worden ingezet voor de uitvoering van taken binnen het kader van de Wet op de Jeugdzorg. De provincie verstrekt subsidies voor de uitvoering van wettelijke taken door BJz, het benodigde zorgaanbod, de uitvoering van cliëntenondersteuning en voor experimenten (innovatie).
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
n.v.t.
Functie
n.v.t.
Voeding
Jaarlijks stelt het Ministerie van JG de omvang van de doeluitkeringen Bureau Jeugdzorg en het Zorgaanbod vast en beschikbaar. Daarnaast worden lopende het jaar extra bijdragen door het Ministerie van JG beschikbaar gesteld in verband met beleidsintensiveringen (extra taken, bestrijding wachtlijsten etc.)
Rente-/inflatiecorrectie
Ja . zie In artikel 10, lid 3 van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Besteding conform Wet op de Jeugdzorg, Verordening Jeugdzorg Gelderland 2005
Maximale duur
Conform duur van de regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Toevoeging transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€
8.201
€ 149.984 € 154.786 € - 4.802 €
3.399
Specificatie toevoeging Rente / inflatiecorrectie € 123 Doeluitkering jeugdzorg (zorgaanbod BJZ) Doeluitkering jeugdzorg (nabetaling 2008) Doeluitkering jeugdzorg (BJZ justitiële taken) Doeluitkering jeugdzorg (aanv. hardheidsclausule) Financiering justitiële taken (Min. van Justitie) Totaal dotatie Specificatie onttrekking Structurele subsidies 2009 Incidentele subsidies 2009 Middelen uit lagere vaststellingen 2008 Uitgaven anders dan subsidies Totaal onttrekking
- 353 -
€ 147.147 € 8.456 € - 937 € 119 € 154.786
€ 119.844 € 3.215 € 25.896 € 680 € 226 € 149.984
Toelichting dotatie en onttrekking
Op basis van de financieringsverantwoordelijkheid voor de jeugdzorg (met uitzondering van het AWBZ-gefinancierde deel) ontvangt de provincie van het Rijk jaarlijks een doeluitkering jeugdzorg. Daarnaast kunnen er door het Rijk ook incidentele middelen jeugdzorgdoeleinden (bijvoorbeeld bestrijding wachtlijsten) aan de provincie worden verstrekt. De Wet op de Jeugdzorg schrijft voor dat de provincie hiervoor een egalisatiereserve vormt, van waaruit eventuele toekomstige tekorten worden opgevangen. Aan deze egalisatiereserve wordt jaarlijks rente toegevoegd. De uitgaven voor de jeugdzorg worden in principe op gelijke hoogte gehouden met de inkomsten. In 2009 onstegen de uitgaven echter de inkomsten, waardoor er is ingeteerd op de egalisatiereserve.
- 354 -
Naam
Wet Bodembescherming Bodemsanering
Statenprogramma
4.3 Bodem en Afval
Soort
Transitoria (TR009T)
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Op basis van het meerjarenprogramma kent het ministerie van VROM het beschikbare budget toe voor de periode 2005-2009. Dit budget is bedoeld voor de uitvoering van de gehele bodemsaneringsoperatie voor de komende programmaperiode, inclusief de stimulering van de aanpak van verontreinigingsgevallen door derden.
Nut en noodzaak
Uitvoering Wet bodembescherming (Wbb) betreft een budget voor 5 jaar. Er is geen systeem van jaarverantwoording. Verantwoording vindt plaats op basis van programmaperiode (5 jaar). Dit betekent dat meer flexibel tussen de jaren kan worden geschoven. Derhalve dienen de middelen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren als overlopende passiva op de balans te worden opgenomen.
Toelichting
Het programma Gasfabrieken valt ook onder het meerjarenprogramma Wet bodembescherming.
Functie
n.v.t.
Voeding
Het ministerie van VROM stelt in totaal 37.6 miljoen euro beschikbaar aan de Provincie Gelderland voor de uitvoering Wet bodembescherming. Dit betreft met name projecten van de provincie waarvoor derden niet aangesproken kunnen worden en de aanpak van de spoedeisende locaties.
Rente-/inflatiecorrectie
n.v.t.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Besluitvorming op het niveau van thema’s in het meerjarenprogramma Wet bodembescherming (MJP-Wbb) vindt plaats door ons college. Op projectniveau vindt besluitvorming over besteding plaats door de afdeling.
Maximale duur
5 jaar
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie Onttrekking
€ 5.956
€ 3.224 € 2.761
Eindsaldo 31-12-2009 Toelichting dotatie en onttrekking
- 355 -
€ 463 € 6.419
Naam
TR014T Externe veiligheid II
Statenprogramma
4.2 Milieu en bedrijven
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
2006
Besluitvorming
23 mei 2006 (datum beschikking)
Doel
Het doel is het stimuleren en uitvoeren van externe veiligheidsbeleid en bevorderen van de samenwerking door gemeenten, provincie en regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van externe veiligheid
Nut en noodzaak
Uitvoering geven aan de programmafinanciering Externe Veiligheid
Toelichting
Verplichting uit hoofde van het BBV
Functie
nvt
Voeding
Restant rijksbijdrage VROM
Rente-/inflatiecorrectie
nvt
Plafond
nvt
Voorwaarden besteding
De uitgaven van deze gelden moeten betrekking hebben op subsidies en uitvoeringskosten van het programma Externe Veiligheid.
Maximale duur
Looptijd programma: 2006 t/m 2010
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 4.715 € € 1.660 € 1.660
Eindsaldo 31-12-2009
Toelichting dotatie en onttrekking
- 356 -
€ 3.055
Naam
Uitvoering wet Bodembescherming Gasfabrieken
Statenprogramma
4.3 Bodem en Afval
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Programma Gelderse Gasfabrieken. Met het Ministerie van Vrom en de Nuon is een overeenkomst gesloten voor de sanering van 31 gasfabriekslocaties met als doel herontwikkeling en sanering van voormalige gasfabrieksterreinen. Looptijd programma 2005-2014.
Nut en noodzaak
Het programma heeft een looptijd van 2005-2014 en een omvang van circa € 60 mln. Binnen het uitvoeringsprogramma wordt ongeveer 60% van de saneringskosten gefinancierd via de provincie ( bestaande uit meerdere financieringsbronnen) en wordt 40% van de saneringskosten opgebracht door gemeenten. Er is geen systeem van jaarverantwoording. Verantwoording vindt plaats op basis van programmaperiode. Dit betekent dat meer flexibel tussen de jaren kan worden geschoven. Derhalve dienen de middelen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren als overlopende passiva op de balans te worden opgenomen.
Toelichting
Het programma Gasfabrieken valt onder het meerjarenprogramma Wbb.
Functie
n.v.t.
Voeding
Het Rijk stelt in totaal voor MJP2005-2009 € 7.8 mln en voor MJP 20102014 € 12.4 mln beschikbaar. Afkoop Nuon € 10.4 mln + geprognosticeerde rente circa € 2.0 mln. Bijdrage uit Fonds MIG € 5.0 mln en provinciale middelen € 1.5 mln.
Rente-/inflatiecorrectie
n.v.t.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Besluitvorming over het Programma Gelderse Gasfabrieken 2005-2014 heeft door uw Staten plaatsgevonden (1 november 2006, PS2006-507-I). Besluitvorming op subsidieverlening voor de onderliggende projecten vindt plaats door ons college. Besluitvorming voor de gasfabrieklocaties die de provincie zelf aanpakt, vindt plaats door het management binnen het kader van het hierboven genoemde programma.
Maximale duur
10 jaar
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
-/- €13.091
Dotatie transitoria € 0 Onttrekking transitoria € 4.554 € 4.554 Eindsaldo 31-12-2009 -/- € 8.537
Toelichting dotatie en onttrekking
- 357 -
e
Naam
Sanering Asbestwegen 2 fase
Statenprogramma
4.3 Bodem en Afval
Soort
Transitoria (TRO22T)
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Saneringsregeling asbestwegen 2 fase heeft als doel uitvoering sanering van 468 asbestlocaties rondom Goor en Harderwijk. De uitvoering van het cluster Harderwijk vindt plaats onder de regie van de provincie Gelderland. Het cluster Goor wordt onder regie van de provincie Overijssel uitgevoerd. Middelen hiervoor worden verleent door het Ministerie van Vrom.
Nut en noodzaak
Het voorwerk is gedaan in 2007. De saneringen zijn uitgevoerd in 2008 en 2009. De eindafrekening zal waarschijnlijk plaatsvinden in 2010.
e
Toelichting Functie
n.v.t.
Voeding
Ministerie van Vrom
Rente-/inflatiecorrectie
n.v.t.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Saneringsregeling Asbestwegen 2 fase
Maximale duur
4 jaar
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
e
Dotatie transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€ 2.298 € 5.172 € 6.328 -/-€ 1.156 € 1.142
Toelichting dotatie en onttrekking
- 358 -
Naam
Veessen Wapenveld
Statenprogramma
8.2 Water
Soort
Transitoria (TRO33T)
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Het hoofddoel is het waarborgen van voldoende veiligheid van het rivierengebied tegen overstromingen. De tweede doelstelling is de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
Er is een bestuursovereenkomst gesloten m.b.t. de Planstudie in het kader van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier ter zake van de Maatregel Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. Deze is op 12 oktober 2007 getekend door de Staat der Nederlanden en de Provincie Gelderland.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage Ministerie Verkeer en Waterstaat
Rente-/inflatiecorrectie
n.v.t.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
De uitgaven vallen binnen de Scope of Projectopdracht welke zijn terug te vinden in de bestuursovereenkomst artikel 2 “De verplichtingen van de Provincie Gelderland”.
Maximale duur
2011
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€ 3.925
Dotatie transitoria € Onttrekking transitoria € 1.524 € 1.524 Eindsaldo 31-12-2009 €.2.400
Toelichting dotatie en onttrekking
- 359 -
Naam
BDU: rijksmiddelen exploitatiebijdragen OV (WBD01T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan gemeenten, vervoersbedrijven en regio’s, die maatregelen treffen die gericht zijn op exploitatie van openbaar en daarmee gelijkgesteld vervoer.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage ministerie V&W
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€ 11.964 € 66.865 € 61.456 € 5.408 € 17.372
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage Exploitatie OV Overig Totaal dotatie
€ 1.028 € 65.726 € 111 € 66.865
Specificatie onttrekking Bijdragen Exploitatie OV Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 360 -
€ 61.293 € 164 € 60.711
Naam
BDU: verbetering toegankelijkheid OV (WBD02T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan vervoersbedrijven die de toegankelijkheid van het openbaar en daarmee gelijkgesteld vervoer
verbeteren voor de gehandicapte reiziger. Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage ministerie V&W
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 1.312 € 2.646 € 618
Eindsaldo 31-12-2009
€ 2.028 € 3.339
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage verbeteren toegankelijkheid OV Totaal dotatie
€ 32 € 2.614 € 2.646
Specificatie onttrekking Subsidies verbeteren toegankelijkheid Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 361 -
€ 618 € 618
Naam
BDU: sociale veiligheid OV (WBD03T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan vervoersbedrijven, die door middel van
maatregelen het gevoel van veiligheid bij zowel de reiziger als bij het personeel van de busonderneming willen vergroten. Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage ministerie V&W
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 127 € 287 € 90
Eindsaldo 31-12-2009
€ 197 € 324
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage sociale veiligheid OV Totaal dotatie
€ 29 € 258 € 287
Specificatie onttrekking Subsidies sociale veiligheid OV Uitgaven sociale veiligheid OV Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 362 -
€ 36 € 54 € 90
Naam
BDU: educatie en handhaving (WBD04T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Financiering van allerlei projecten op het gebied van de verkeersveiligheid via het ROVG.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
Het ROVG werkt aan een verkeersveilig Gelderland en heeft duidelijke doelen gesteld: in 2010 moet het aantal verkeersdoden in Gelderland ten opzichte van 1998 met 30% zijn afgenomen. Over diezelfde periode moet het aantal verkeersgewonden met 25% zijn afgenomen. In het Gelders Meerjarenplan Verkeersveiligheid zijn afspraken gemaakt over maatregelen die betrekking hebben op educatie, handhaving, infrastructuur, stimulering en kennis.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage ministerie V&W Jaarlijkse bijdrage van het KAN.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 579 € 979 € 1.692 € - 713
Eindsaldo 31-12-2009
€ -134
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage educatie en handhaving OV bijdrage Stadsregio Arnhem-Nijmegen Totaal dotatie
€- 3 € 632 € 350 € 979
Specificatie onttrekking Subsidies educatie en handaving OV Uitgaven educatie en handhavong OV Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 363 -
€ 743 € 949 € 1.692
Naam
BDU: infrastructurele middelen (WBD05T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan gemeenten, vervoersbedrijven en
regio’s, die maatregelen treffen die gericht zijn op aanleg, verbetering van de functionaliteit en op de instandhouding van de gebruiksfunctie van onroerende voorzieningen ten behoeve van het vervoer van personen en goederen. Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden Met de middelen in deze transitoria worden zowel provinciale als gemeentelijke projecten gefinancierd.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage van het ministerie V&W
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 14.451 € 9.907 € 8.603 € 1.304
Eindsaldo 31-12-2009
€ 15.755
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage infrastructurele maatregelen OV Totaal dotatie
€ 649 € 9.261 € 9.907
Specificatie onttrekking Subsidies infrastructurele maatregelen OV Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 364 -
€ 8.603 € 8.603
Naam
BDU: vervoersmanagement (WBD06T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan de stichting VCC-Oost.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden
Functie
n.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage van het ministerie van V&W
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 18 € 230 € 205
Eindsaldo 31-12-2009
€ 24 € 42
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage vervoersmanagement OV Totaal dotatie
€ 10 € 220 € 230
Specificatie onttrekking Uitgaven vervoersmanagement OV Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 365 -
€ 205 € 205
Naam
BDU: duurzaam veilig (WBD07T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
Het Rijk heeft voor het vergroten van de verkeersveiligheid op provinciale wegen voor de periode 2001 t/m 2003 en 2004 middelen beschikbaar gesteld (Interimregeling duurzaam veilig fase 1 en 2). Deze gelden zijn ondergebracht in deze voorziening.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden Het geld wordt m.n. gebruikt voor het verbeteren van kruispunten en wegvakken waar veel verkeersslachtoffers vallen.
Functie
N.v.t.
Voeding
N.v.t.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€ 3.128
Dotatie transitoria € 338 Onttrekking transitoria € 0 Eindsaldo 31-12-2009
€ 338 € 3.466
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Totaal dotatie
€ 338 € 338
Specificatie onttrekking …… Totaal onttrekking
€0 €0
Toelichting dotatie en onttrekking
- 366 -
Naam
BDU: Ov chipcard (WBD08T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies voor de invoering van de OV-chipkaart in
bus en trein in Gelderland ter financiering van bedrijfsmatige kosten, communicatie- en projectkosten, en investeringen in distributie. Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden
Functie
N.v.t.
Voeding
Het Rijk stelt in totaal 14,117 miljoen euro beschikbaar aan de Provincie Gelderland waarvan 5 miljoen euro een renteloze voorfinanciering van BDU-middelen 2012 t/m 2015 is. PS hebben hiernaast zelf 1 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het Innovatie Programma OV, waarmee het budget voor de invoering van de OVchipkaart in totaal uitkomt op 15,117 miljoen euro.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 5.299 € 215 € 989
Eindsaldo 31-12-2009
€ -774 € 4.525
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Totaal dotatie
€ 215 € 215
Specificatie onttrekking Kosten invoering OV Chipkaart Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 367 -
€ 989 € 989
Naam
BDU: Regio taxi (WBD10T)
Statenprogramma
9.0 Openbaar vervoer
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
De Wet BDU is van kracht vanaf 1 januari 2005.
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
Verstrekken van subsidies aan gemeenten, vervoersbedrijven en regio’s, die maatregelen treffen die gericht zijn op exploitatie van de regiotaxi.
Nut en noodzaak
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen
Toelichting
In het kader van de decentralisatie van taken, bevoegdheden en middelen op het gebied van verkeer en vervoer stelt het Rijk jaarlijks een doeluitkering beschikbaar voor de realisering van het verkeersen vervoersbeleid in de provincies en de kaderwetgebieden
Functie
N.v.t.
Voeding
Rijksbijdrage van het ministerie van V&W .
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
Vaststellen bestedingsplan door GS
Maximale duur
Conform BDU-regeling
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€
221
€ 23.784 € 26.138 € -2.353 € -2.132
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Rijksbijdrage Regiotaxi Bijdragen gemeenten Regiotaxi Totaal dotatie
€ 189 € 9.000 € 14.595 € 23.784
Specificatie onttrekking Bijdragen aan vervoerders Provinciale subsidie WMO Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 368 -
€ 21.550 € 4.016 € 572 € 26.138
Naam
Transitoria Hart door Dieren (WHD01T)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Nut en noodzaak
Bij een afzonderlijk voorstel wordt besloten op welke wijze de verkeersproblematiek in Dieren opgelost gaat worden. De resterende middelen zullen worden ingezet voor de uitvoering van dit nieuwe project.
Toelichting
Provinciale middelen dienen conform het BBV gedoteerd te worden aan een bestemmingsreserve. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat een project meerdere financieringsbronnen kent namelijk een transitorium en een reserve. Aangezien het administratief niet mogelijk is om projecten aan meerdere financieringsbronnen te koppelen, dient aan het einde van het jaar een verdeling gemaakt te worden op basis van werkelijke kosten en opbrengsten. Hierdoor dienen de reserve en transitorium in samenhang te worden gezien.
Functie
n.v.t.
Voeding
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding Maximale duur Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 10.482 € 157 € 24
Eindsaldo 31-12-2009
€ 134 € 10.616
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Totaal dotatie
€ 157 € 157
Specificatie onttrekking Overigen Totaal onttrekking
€ 24 € 24
Toelichting dotatie en onttrekking
- 369 -
Naam
Mobiliteitsfonds Gelderland (BBVallei) (WMB02T)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
N.v.t.
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
Deze transitoria Mobiliteitsfonds Gelderland (BBVallei) draagt bij aan het beter benutten van de infrastructuur.
Nut en noodzaak
Het betreft hier rijksbijdrage en cofinanciering door de regio. Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen
Toelichting
De projecten maken deel uit van het bestedingsplan van het programma “werken aan duurzame mobiliteit” en worden beschreven in het Uitvoeringsprogramma Vallei.
Functie
N.v.t.
Voeding
Het Rijk heeft voor het versneld oplossen van knelpunten in de infrastructuur de zogenoemde Beter Bereikbaar gelden en Quick Wins gelden beschikbaar gesteld.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
De gelden worden uitgekeerd na een subsidieaanvraag.
Maximale duur
31-12-2012
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 2.731 € 4.622 € 1.197
Eindsaldo 31-12-2009
€ 3.426 € 6.156
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Aanvullende Rijksbijdrage ten behoeve van BB Vallei Overigen Totaal dotatie
€ 207 € 4.000 € 415 € 4.622
Specificatie onttrekking Subsidies Beter Bereikbaar Vallei aan gemeenten Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 370 -
€ 701 € 496 € 1.197
Naam
Mobiliteitsfonds Gelderland (BBStedendriehoek) (WMB03T)
Statenprogramma
11.1 Nieuwe infrastructuur
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
N.v.t.
Besluitvorming
N.v.t.
Doel
Deze transitoria Mobiliteitsfonds Gelderland (BBStedendriehoek) draagt bij aan het beter benutten van de infrastructuur.
Nut en noodzaak
Het betreft hier rijksbijdrage en cofinanciering door de regio. Conform het BBV moeten van derden ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, als overlopende passiva op de balans worden opgenomen.
Toelichting
De projecten maken deel uit van het bestedingsplan van het programma “werken aan duurzame mobiliteit” en worden beschreven in het Uitvoeringsprogramma Stedendriehoek.
Functie
N.v.t.
Voeding
Het Rijk heeft voor het versneld oplossen van knelpunten in de infrastructuur de zogenoemde Beter Bereikbaar gelden en Quick Wins gelden beschikbaargesteld.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
N.v.t.
Voorwaarden besteding
De gelden worden uitgekeerd na een subsidieaanvraag.
Maximale duur
31-12-2012
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 3.028 € 9.135 € 4.451
Eindsaldo 31-12-2009
€ 4.684 € 7.713
Specificatie dotatie Rente / inflatiecorrectie Regiobijdrage BB Vallei Gemeente Apeldoorn Aanvullende Rijksbijdrage ten behoeve van BB Vallei
€ 385 € 750 € 8.000
Totaal dotatie
€ 9.135
Specificatie onttrekking Subsidies Beter Bereikbaar Vallei aan gemeenten Subsidies Quick Wins Stedendriehoek aan gemeenten Overigen Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
- 371 -
€ 1.970 € 2.400 € 81 € 4.451
Naam
EFRO 2007-2013 (EU001T)
Statenprogramma
12.0 Europese programma’s
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
vervolg op besluit PS van 22 mei 2002
Besluitvorming
C374
Doel
Het verlenen van subsidies en het financieren van uitvoeringskosten van de Europese Programma’s.
Nut en noodzaak
Deze transistorische post dient samen met reserve te worden beschouwd. In de transistorische post worden Rijks- en EU-middelen geadministreerd, in de reserve zijn de provinciale middelen opgenomen die als co-financiering worden ingezet. De wetgever verlangt deze gescheiden administratie. Naast het beschikbaar houden van middelen voor co-financiering is de reserve ingesteld om risico’s op te vangen die gepaard gaan met het uitvoeren van Europese programma’s. Het betreft: Het opvangen van negatieve besluiten van de Europese Unie (zoals over specifieke projecten en het opleggen van strafkortingen voor onregelmatigheden); Het niet realiseren van de N+2-regel. De Europese Commissie heeft het EFRO-programma verdeeld in jaarbudgetten. De regel is dat het budget in jaar N (bijvoorbeeld 2007) dient te zijn besteed in jaar N+2 (in dit voorbeeld 2009). Als het budget van jaar N niet (volledig) is besteed, wordt het budget gekort voor het niet bestede bedrag.
Toelichting
Via deze transitoria worden subsidies verleend en de uitvoeringskosten gefinancierd, zodat het Operationeel Programma EFRO 2007-2013 voor de provincies Overijssel en Gelderland kan worden uitgevoerd.
Functie
Sparen en egaliseren
Voeding
Bijdrage Europese Commissie.
Rente-/inflatiecorrectie
Ja
Plafond
Geen
Voorwaarden besteding
Geen
Maximale duur
Conform regeling
- 372 -
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009
€
-
Eindsaldo 31-12-2009
€ €
-
Specificatie toevoeging Rente / inflatiecorrectie Bijdrage EC Totaal toevoeging
€ € 39 € 39
Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€ 39 € 39
Specificatie onttrekking Uitgaven inzake innovatiekracht Uitgaven inzake innovatieklimaat Uitgaven inzake innovatiekracht Uitgaven inzake technische bijstand Totaal onttrekking Toelichting dotatie en onttrekking
2
€ € € € €
29 8 1 1 39
Via deze reserve lopen alle provinciale middelen die aan het programma EFRO 2007-2013 worden besteed. Voor 2009 is er uit de algemene reserve een structurele dotatie geweest. De ontrekking via de exploitatie bestaat alleen uit de kosten voor de technische bijstand (uitvoeringskosten). De kosten voor de overige prioriteiten zijn gedekt door middelen uit andere provinciale programma’s (zoals bijvoorbeeld innovatiebeleid, etc.).
2
Het beginsaldo van EU001T is verminderd met een factuur die in 2008 abusievelijk is verantwoord in deze transitorische post. Deze hoorde eigenlijk in EU004T thuis. Hierdoor komt de beginstand van beide transitorische posten niet overeen met de eindstand 31-12-2008.
- 373 -
Naam
Regeling Bodemsanering Bedrijfsterreinen Gld.
Statenprogramma
4.3 Bodem en Afval
Soort
Transitoria (TRO45T)
Instellingsdatum
n.v.t.
Besluitvorming
n.v.t.
Doel
Bedrijvenregeling bodemsanering heeft als doel bodemsaneringsoperaties mogelijk te maken voor in gebruik zijnde en blijvende bedrijfsterreinen. Het ministerie van Vrom verleent hiervoor een bijdrage ter vergoeding van de kosten van subsidie aan derden.
Nut en noodzaak
Het betreft langlopende saneringsprojecten. Subsidievaststelling vindt plaats na afronding van de sanering.
Toelichting
n.v.t.
Functie
n.v.t.
Voeding
Ministerie van Vrom
Rente-/inflatiecorrectie
n.v.t.
Plafond
n.v.t.
Voorwaarden besteding
Besluit Financiële bepalingen bodemsanering
Maximale duur
onbepaald
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria
€0 € 0 € 1.162
Eindsaldo 31-12-2009 Toelichting dotatie en onttrekking
- 374 -
-/-€ 1.162 -/-€1.162
Naam
ILG
Statenprogramma
8.1
Soort
Transitoria
Instellingsdatum
januari 2009
Besluitvorming
nvt
Doel
tbv afwikkeling rijksbijdrage verantwoorde bestedingen ILG
Nut en noodzaak
nvt
Toelichting
nvt
Functie
nvt
Voeding
Rijk
Rente-/inflatiecorrectie
nvt
Plafond
nvt
Voorwaarden besteding
te besteden aan ILG Bestuursovereenkomst
Maximale duur
2014
Financieel overzicht (x € 1.000)
Beginsaldo 1-1-2009 Dotatie transitoria Onttrekking transitoria Eindsaldo 31-12-2009
€ 0,€46.767,€ 39.213,€ 7.554,€ 7.554,-
Toelichting dotatie en onttrekking
- 375 -
Bijlage VI Nadere toelichting Algemene Reserve en Reserve Bestuurlijke Verplichtingen
In deze bijlage wordt de stand van de Algemene Reserve en Reserve Bestuurlijke Verplichtingen ultimo 2009 gespecificeerd.
- 376 -
I. Vrije ruimte in de Algemene Reserve en de stand bij Beleidsrekening 2009 In Voorjaarsnota en Beleidsbegroting wordt de vrije ruimte in de Algemene Reserve geactualiseerd. Voor het laatst is dat gebeurd bij vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2010 (PS2009-728; pag. 11). De vrije ruimte bedraagt € 60.000,--. Deze vrije ruimte is na aftrek van nieuw beleid 2010 ad € 1,64 miljoen. Derhalve is de vrije ruimte op 31 december 2009 € 1,7 miljoen (1,64 mln + 0,06 mln).
Ultimo 2009 is de stand van de Algemene Reserve volgens de Beleidsrekening 2009 circa € 29,4 miljoen. Het verschil (van € 27,7 mln) tussen de vrije ruimte ad € 1,7 mln en de stand van de reserve ultimo 2009 (€ 29,4 mln) betreft met name de buffer voor onverwachte tegenvallers (€ 16,1 mln) en de gelijkmatige spreiding van begrotingssaldi 2010 t/m 2012 (€ 13,3 mln). Specificatie stand 31-12-2009 volgens Beleidsrekening 2009
De kasstand ultimo 2009 dient ter dekking van: buffer (werkelijke stand volgens Vervolgvoorstel Beleidsbegroting 2009) te ontvangen uit Reserve algemene bedrijfsvoering te ontvangen middelen PIDON spreiding geraamde begrotingssaldi bijdrage tbv nieuw beleid 2011 ILG afwikkeling motie 62 (Jeugdzorg) lagere rente dan begroot decentrale arbeidsvoorwaarden Andere overhevelingen Recessiemaatregelen (naar voren halen middelen) vrije ruimte
16.100 -3.332 -3.300 13.325 1.000 1.475 2.824 -3.816 2.300 1.340 -200 1.700 29.416
II. Reserve Bestuurlijke Verplichtingen Ultimo 2009 is de stand van de Reserve Bestuurlijke Verplichtingen circa € 41,6 miljoen. Conform eerdere besluiten is dat bedrag bedoeld voor: Reservering voor risicobewust participeren * Te honoreren t.b.v. Gelders Coalitieakkoord Reservering pensioenen politieke ambtsdragers Reservering voor flankerend beleid reorganisatie Bestuursakkoord 2008-2011 Kulturhusen,dorpshuizen en wijkcentra Nog te besteden gehonoreerd nieuw beleid Overhevelingen Invoering fuwaprov HAVO Ubbergen Ambulancezorg Eenmalig nieuw beleid 2010 Overig
10.000 9.671 7.000 2.800 2.000 2.000 1.507 1.251 1.135 1.000 1.000 1.000 1.192 41.556
* Reservering voor risicobewust participeren Van de gereserveerde € 10 miljoen zijn onderstaande bedragen specifiek gereserveerd: Herstructurering glastuinbouw en padden-stoelenteelt Bommelerwaard (PS2009-766) Samenwerkingsovereenkomst Kanaalzone Apeldoorn (PS2008-642) Herstructurering glastuinbouw (PS2009-454)
- 377 -
1000 1000 650
Bijlage VII Gewaarborgde geldleningen In deze bijlage treft u aan een uitgebreid overzicht van de gegarandeerde geldleningen en de mutaties in deze leningen geldend voor het jaar 2009. Conform artikel 57 van het Besluit Begroting en Verantwoording treft u op de volgende pagina’s aan een overzicht met de buiten de balans opgenomen borgstellingen gespecificeerd naar de aard van de geldleningen. Er is weergegeven: a. Wat het oorspronkelijk bedrag is van de gewaarborgde geldlening; b. Wat het percentage is van het leningbedrag waarvoor borgstelling is verleend; c. Wat het restantbedrag is van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar; d. Wat het restantbedrag is van de lening aan het eind van het begrotingsjaar.
- 378 -
Nr.
38 41 45 47 49 50 54 95
Door wie is de lening aangegaan
Gezondheidsinstellingen Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Gld-Oost, St. (voorm. Oude en Nieuwe Gasthuis,GGNet) Joachim en Anna (De Waalboog)
Oorspronkelijke borgstelling
Aandeel Schuldrestant provincie ultimo 2008 Gelderland.
Correctie aflossing 2008
€
Restant lening begin 2009
456
Aflossingsbedrag 2009
Schuldrestant ultimo 2009
Waarvan gewaarborgd
€
2.223.523
100,00%
€
456
€
-
€
-
€
-
€
-
€
1.134.451
100,00%
€
919.661
€
919.661
€
57.479
€
862.182
€
862.182
€
1.815.121
100,00%
€
680.670
€
680.670
€
45.378
€
635.292
€
635.292
€
1.588.231
100,00%
€
476.468
€
476.468
€
39.706
€
436.762
€
436.762
€
1.361.341
100,00%
€
476.472
€
476.472
€
34.033
€
442.439
€
442.439
€
1.588.231
100,00%
€
526.106
€
526.106
€
39.704
€
486.402
€
486.402
€
2.268.901
100,00%
€
661.608
€
661.608
€
63.010
€
598.598
€
598.598
€
7.124.349
100,00%
€
1.901.155
€
1.901.155
€
158.279
€
1.742.876
€
1.742.876 499.158
96 Joachim en Anna (De Waalboog) 101 Koonings Jaght, 's, S.P.C.(Siza-groep) 109 Boldershof, St. (st. 's Heeren-Loo)
€
1.815.121
100,00%
€
544.536
€
544.536
€
45.378
€
499.158
€
€
907.560
100,00%
€
248.000
€
248.000
€
23.000
€
225.000
€
225.000
€
2.722.681
100,00%
€
816.805
€
816.805
€
68.067
€
748.738
€
748.738
Wellen, de, Psychiatrisch Cent. (Spatie Centrum voor 123 G.G., GG Net) 125 Verpl.huis Vrijthof (st. Zorgcentra Rivierenland)
€
6.171.411
100,00%
€
1.233.602
€
1.233.602
€
205.699
€
1.027.903
€
1.027.903
€
1.134.451
100,00%
€
226.891
€
226.891
€
28.361
€
198.530
€
198.530
€
1.134.451
100,00%
€
226.891
€
226.891
€
28.361
€
198.530
€
198.530
€
1.134.451
100,00%
€
226.891
€
226.891
€
28.361
€
198.530
€
198.530
126 Verpl.huis Vrijthof (st. Zorgcentra Rivierenland) 127 Verpl.huis Vrijthof (st. Zorgcentra Rivierenland) Groesbeekse tehuizen, st. volwassenenzorg (st.Pluryn) 144 160 Winckelsteeg, de, St.(Pluryn Werkenrode Groep) 161 Winckelsteeg, de, St.(Pluryn Werkenrode Groep) 164 165 166 168 170 179 181
€
2.654.614
100,00%
€
682.625
€
682.625
€
75.847
€
606.778
€
606.778
€
771.426
100,00%
€
289.283
€
289.283
€
19.286
€
269.997
€
269.997
€ De Lingewal, St. Jeugd Psychiatrisch Centrum ( O.G. Heldringsstichting) € Varsseveld, Zorgcentrum, inzake Den Es Verpleeghuis (st. Azora) € Varsseveld, Zorgcentrum, inzake Den Es Verpleeghuis (st. Azora) € Margriet, St. Protestants Verpleeghuis (Zorggroep Zuid€ Gelderland) Wendhorst, St. A.P.D. Verpleeghuis (Novel zorg en wonen) € Sorgh Saem (Den Ooiman, St. Verpleeghuis)(thans Sensire) € Lisidunahof, St. (Zorggroep Amant en Laak en Eemhoven) €
973.812
100,00%
€
413.872
€
413.872
€
24.345
€
389.527
€
389.527
2.359.657
100,00%
€
707.899
€
707.899
€
58.991
€
648.908
€
648.908
Subtotaal gezondheidsinstellingen Overige garantstellingen 182 Nationaal Groenfonds Hoevelaken Nationaal Groenfonds Hoevelaken (bedrag ineens subsidie functieverandering)
1.815.121
100,00%
€
726.048
€
726.048
€
45.378
€
680.670
€
680.670
2.178.145
100,00%
€
508.233
€
508.233
€
72.605
€
435.628
€
435.628
2.586.547
100,00%
€
103.461
€
103.461
€
103.461
€
-
€
-
4.991.582
100,00%
€
1.164.356
€
1.164.356
€
166.401
€
997.955
€
997.955
1.683.525
100,00%
€
422.000
€
422.000
€
60.000
€
362.000
€
362.000
558.014
100,00%
€
128.781
€
128.781
€
-
€
-
€
-
€
-
€
14.312.770
€
129.237
€
14.183.533
€
1.491.130
€
12.692.403
€
12.692.403
14,50%
€
124.504.000
€
124.504.000
€
4.499.901
€
120.004.099
€
17.400.594
100,00%
€
12.158.509
€
12.158.509
€
16.880.200
€
16.880.200
€
54.696.717
€
172.015.876
Subtotaal overige garantstellingen
€
172.015.876
€
136.662.509
€
-
€
136.662.509
€
4.499.901
€
136.884.299
€
34.280.794
TOTAAL GEWAARBORGDE GARANTSTELLINGEN
€
226.712.593
€
150.975.279
€
129.237
€
150.846.042
€
5.991.031
€
149.576.702
€
46.973.197
Na het opmaken van de Provinciale rekening 2008 is bij het ontvangen van de jaarrekeningen van de zorginstellingen gebleken dat een tweetal leningen afgelost waren per ultimo 2008. De kolom "Correctie aflossing 2008" geeft dit weer.
- 379 -
Bijlage VIII Begrotingswijzigingen In deze bijlage treft u aan een uitgebreid overzicht van de begroting en de begrotingswijzigingen geldend voor het jaar 2009.
- 380 -
- 381 -
Bestuurlijk partnerschap Provinciale organisatie Sociaal beleid Jeugd en gezin Klimaatprogramma Milieu en bedrijven Bodem en afval Cultuur Cultuurhistorie Wonen Ruimtelijke ordening Ontgrondingen Economische ontwikkeling Recreatie en toerisme Vitaal platteland Water Openbaar vervoer Fiets Nieuwe infrastructuur Instandhouding infrastructuur Europese programma's Overigen Algemene dekkingsmiddelen Totaal
58.905 12.352 36.263 149.960 7.753 34.791 16.432 39.338 8.584 19.036 7.922 1.073 18.561 1.853 120.341 50.423 96.174 7.524 110.178 61.944 20.376 37.230 1.081 918.094
8.559 285 9.309 9.919 6.963 4.852 3.550 5.365 1.648 1.054 12.587 170 38.999 1.050 19.662 527 7.050 5.911 4.133 3.706 4.980 29.672 700 180.651
0 0 0 0 0 450 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 450
0 0 0 0 1.430 0 0 0 0 4.500 0 0 6.262 2.750 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14.942
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 300 0 0 0 0 0 0 0 0 300
-5.360 -607 -10.985 5.341 -9.532 2.776 2.642 -11.188 4.048 13.237 1.107 717 -14.900 2.215 -26.049 3.638 -8.150 -3.775 3.649 1.123 -1.371 -16.708 201.246 133.113
-314 0 0 11.582 200 71 -1.000 525 153 104 51 0 -600 2 -160 840 485 0 -22.274 430 31.503 -4.754 101 16.945
61.790 12.030 34.587 176.802 6.815 42.940 21.624 34.040 14.433 37.931 21.667 1.960 48.321 7.870 114.093 55.429 95.559 9.660 95.686 67.204 55.488 45.440 -2.824 200.304 -2.824 1.261.673
PS2008-542 PS2009-447 PS2009-463 PS2009-466 PS2009-559 PS2009-728 PS2009-943 Correctie Totaal
Abusievelijk is het reeds ontstane begrotingssaldo tot en met PS2009-728 op de betreffende Programma's blijven staan. Middels de kolom "Correctie" wordt deze technische omissie recht gezet. Het begrotingssaldo is bij wijziging PS2009-943, conform Statenbesluit, toegevoegd aan de Algemene Reserve
1.1 1.2 2.0 3.0 4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 7.1 7.2 8.1 8.2 9.0 10.0 11.1 11.2 12.0 13.0 14.0
LASTEN Programma Omschrijving
- 382 -
1.1 1.2 2.0 3.0 4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 7.1 7.2 8.1 8.2 9.0 10.0 11.1 11.2 12.0 13.0 14.0
Bestuurlijk partnerschap Provinciale organisatie Sociaal beleid Jeugd en gezin Klimaatprogramma Milieu en bedrijven Bodem en afval Cultuur Cultuurhistorie Wonen Ruimtelijke ordening Ontgrondingen Economische ontwikkeling Recreatie en toerisme Vitaal platteland Water Openbaar vervoer Fiets Nieuwe infrastructuur Instandhouding infrastructuur Europese programma's Overigen Algemene dekkingsmiddelen Totaal
BATEN Programma Omschrijving
0 -60 -106 -141.684 0 -2.596 -9.830 -2.117 -4 -518 0 -681 -129 0 -69.197 -2.455 -80.700 0 -48.502 -2.257 -17.493 -2.704 -462.247 -843.280
0 -4 0 -2.470 0 0 -3.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -3.500 0 -25 -954 0 -1.094 -86.013 -97.060
BeleidsVoorjaarsbegroting nota incl 1e wijz. -189 0 101 0 -7 -2.786 -3.138 2.078 0 -12.306 0 -100 0 0 9.010 -2.395 1.823 0 16.273 0 0 -2.107 -4.476.777 -4.470.520
Najaarsnota
-137 -326 0 -64 0 -5 -12.501 -156.654 0 -7 -21 -5.404 1.000 -14.968 0 -39 0 -4 0 -12.824 0 0 0 -781 0 -129 0 0 1.155 -59.032 0 -4.850 0 -82.377 0 0 11.593 -20.662 -1.014 -4.226 -31.500 -48.993 782 -5.123 0 -5.025.036 -30.643 -5.441.504
Bijstelling begroting
PS2008-542 PS2009-447 PS2009-728 PS2009-943 Totaal
Begroting 2009 per programma-statenvoorstel
- 383 -
1.1 1.2 2.0 3.0 4.1 4.2 4.3 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 7.1 7.2 8.1 8.2 9.0 10.0 11.1 11.2 12.0 13.0 14.0
Totaal Programma
Bestuurlijk partnerschap Provinciale organisatie Sociaal beleid Jeugd en gezin Klimaatprogramma Milieu en bedrijven Bodem en afval Cultuur Cultuurhistorie Wonen Ruimtelijke ordening Ontgrondingen Economische ontwikkeling Recreatie en toerisme Vitaal platteland Water Openbaar vervoer Fiets Nieuwe infrastructuur Instandhouding infrastructuur Europese programma's Overigen Algemene dekkingsmiddelen Totaal
Omschrijving
61.790 12.030 34.587 176.802 6.815 42.940 21.624 34.040 14.433 37.931 21.667 1.960 48.321 7.870 114.093 55.429 95.559 9.660 95.686 67.204 55.488 45.440 200.304 1.261.673
-326 -64 -5 -156.654 -7 -5.404 -14.968 -39 -4 -12.824 0 -781 -129 0 -59.032 -4.850 -82.377 0 -20.662 -4.226 -48.993 -5.123 -5.025.036 -5.441.504
61.464 11.966 34.582 20.148 6.808 37.536 6.656 34.001 14.429 25.107 21.667 1.179 48.192 7.870 55.061 50.579 13.182 9.660 75.024 62.978 6.495 40.317 -4.824.732 -4.179.831
Begrote lasten Begrote baten Saldo na wijz. na wijz.
Begroting 2009 per programma-statenvoorstel
Bijlage IX Rapportage aanbestedingen De Beleidsregels Aanbesteding Gelderland 2009 vermelden dat aan Provinciale Staten jaarlijks verslag wordt uitgebracht over aantal, vorm en de gemoeide bedragen van gevolgde aanbestedingsprocedures.
In dit overzicht staan de in 2009 uitgevoerde Europese, nationaal openbare en meervoudig onderhandse aanbestedingen, die begeleid zijn door het team Inkoop van de afdeling Juridische Zaken en Inkoop en het team Aanbesteding Bouwrechtelijke en Grondzaken van de afdeling Uitvoering Werken. Het overzicht vermeldt welke aanbestedingen zijn uitgevoerd (totaal 113), welke vorm zij hadden en indien dit specifiek te bepalen was, het bedrag van de aanbesteding. Tevens is opgenomen het aantal afwijkingen van het provinciale aanbestedingsbeleid (totaal 42).
- 384 -
- 385 -
C2 Europese aanbesteding via onderhandeling werken D1 Nationale openbare aanbesteding leveringen/diensten
B2 Europese niet openbare aanbesteding werken C1 Europese aanbesteding via onderhandeling leveringen/diensten
vanaf Europese drempel (2009: € 5.150.000)
A2 Europese openbare aanbesteding werken B1 Europese niet openbare aanbesteding leveringen/diensten
in Europa publiceren dat je opdracht te vergeven hebt; procedure volgens BAO en Europese richtlijn/jurisprudentie uitvoeren; deze procedure kan in een beperkt aantal gevallen toegepast worden - in dit geval: a. in buitengewone gevallen, wanneer het werken, leveringen of diensten betreft waarvan de aard en de onzekere omstandigheden een vaststelling vooraf van de totale prijs niet mogelijk maken, b. wanneer, in het geval van overheidsopdrachten voor diensten als bedoeld in categorie 6 van bijlage 2, onderdeel A, en intellectuele diensten, vanwege de aard van de te verlenen diensten de specificaties voor de overheidsopdracht niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht overeenkomstig de voorschriften inzake de openbare procedure of de niet-openbare procedure door de keuze van de beste inschrijving te gunnen; onderhandelingen met zelf geselecteerde partijen. Conform C1
in Europa publiceren dat je opdracht te vergeven hebt; procedure volgens BAO en Europese richtlijn/jurisprudentie uitvoeren; vooraf dienstverleners selecteren, daarna dingen alle geldige inschrijvingen mee. Conform B1
KENMERK in Europa publiceren dat je opdracht te vergeven hebt; procedure volgens BAO en Europese richtlijn/jurisprudentie uitvoeren; alle geldige inschrijvingen dingen mee. Conform A1
1e helft 2009: in Nederland publiceren dat je opdracht te vergeven leveringen/diensten: € 100.000 - tot max. Europese hebt; iedereen kan offerte indienen. drempel (2009: € 206.000) procedure beschreven in Gelders aanbestedingsreglement; 2e helft 2009: alle geldige inschrijvingen dingen mee. leveringen/diensten: € 50.000 - tot max. Europese drempel (2009: € 206.000) facultatief
vanaf Europese drempel (2009: € 5.150.000)
vanaf Europese drempel (2009: € 206.000)
vanaf Europese drempel (2009: € 5.150.000)
vanaf Europese drempel (2009: € 206.000)
DREMPELBEDRAG vanaf Europese drempel (2009: € 206.000)
VORM A1 Europese openbare aanbesteding leveringen/diensten
€0 €0
0
€0
0
0
€0
€ 1.930.020
€0
AANNEEMSOM € 8.330.000
0
2
0
AANTAL 10
€0
€0
€0
€0
€ 758.556
€0
WAARDE PER JAAR € 3.966.250
- 386 -
G
Totaal
Enkelvoudig onderhands (via de afdelingen) leveringen/diensten werken
E2 Nationale openbare aanbesteding met preselectie werken F Meervoudig onderhandse aanbesteding (minutentoetsing) leveringen/diensten werken
E1 Nationale openbare aanbesteding met preselectie leveringen/diensten
VORM D2 Nationale openbare aanbesteding werken
2e helft 2009: leveringen/diensten: tot max. € 50.000; werken: tot max. € 50.000
minimaal één aanbieder benaderen en schriftelijke offerte vragen
113
0
57
minimaal 3 aanbieders benaderen met een schriftelijke offerte-aanvraag. procedure beschreven in Gelders aanbestedingsreglement.
1e helft 2009: leveringen/diensten: € 20.000 - tot max. € 100.000; werken: € 30.000 - tot max. € 250.000: voor bouwkundige en weg- en waterbouwkundige nieuwe en verbeteringswerken en bodemsaneringen; werken: € 30.000 - tot max. € 125.000: voor alle overige werken 2e helft 2009: leveringen/diensten: € 50.000 - tot max. Europese drempel (2009: € 206.000) werken: € 50.000 - tot max. € 500.000: voor bouwkundige en weg- en waterbouwkundige nieuwe en verbeteringswerken en bodemsaneringen; werken: € 50.000 - tot max. € 250.000: voor alle 1e helft 2009: leveringen/diensten: tot max. € 20.000; werken: tot max. € 30.000
0
1
Conform E1
in Nederland publiceren dat je opdracht te vergeven hebt; iedereen kan offerte indienen. procedure beschreven in Gelders aanbestedingsreglement; vooraf dienstverleners selecteren, daarna dingen alle geldige inschrijvingen mee.
AANTAL 43
Conform D2
Conform D1
2e helft 2009: werken: € 500.000 – tot max. Europese drempel (2009: € 5.150.000,00): voor bouwkundige en wegen waterbouwkundige nieuwe en verbeteringswerken en bodemsaneringen; werken: € 250.000 – tot max. Europese drempel (2009: € 5.150.000,00): voor alle overige werken
DREMPELBEDRAG KENMERK 1e helft 2009: Conform D1 werken: € 250.000 – tot max. Europese drempel (2009: € 5.150.000,00): voor bouwkundige en wegen waterbouwkundige nieuwe en verbeteringswerken en bodemsaneringen; werken: € 125.000 – tot max. Europese drempel (2009: € 5.150.000,00): voor alle overige werken
€ 82.467.593
€0
€ 5.700.000
€0
€ 160.000
AANNEEMSOM € 66.347.573
€ 76.812.379
€0
€ 5.700.000
€0
€ 40.000
WAARDE PER JAAR € 66.347.573
- 387 -
1. 2. 3. 4.
Softwareprodukt QuickStep On-line t.b.v. digitaal statistisch zakboek (Zakgeld); hierin worden de belangrijkste statistische kengetallen van alle Gelderse gemeenten bij elkaar gebracht en uitgewisseld
Plotselinge uitval van personeel
Het ter beschikking krijgen van subsidiegelden
VOORBEELD
Opmerkingen: Voor Europese aanbestedingen geldt over het algemeen een aanneemsom voor meerdere jaren. Voor meervoudig onderhandse aanbestedingen wordt uitgegaan van een gemiddelde aanneemsom van € 100.000 per opdracht. GS afwijkingen kunnen alleen plaatsvinden onder het Europees drempelbedrag (D t/m. G) De genoemde drempelbedragen zijn: voor de 1e helft van 2009 op grond van beleidsregel aanbestedingen 2004 voor de 2e helft van 2009 op grond van beleidsregel aanbestedingen 2009
VORM Overige procedures (GS-afwijkingen van vorm D t/m G H besloten) t.g.v.: 1. Vereiste versnelde procedure om de termijn tussen vrijgave van gelden en de gewenste uitvoering te bekorten 2. Vereiste versnelde procedure i.v.m. het vermijden van bedrijfsvoeringsproblemen 3. Vereiste uitwisseling materie met andere organisaties verlangt een enkelvoudige procedure 42
AANTAL
VAN 184
22,8%
PERCENTAGE
Bijlage X Voortgangsrapportage programma jeugd en Gezin In 2009 zijn binnen het Programma Jeugd en Gezin verschillende ontwikkelingen geweest waarover wij mede naar aanleiding van vragen vanuit Provinciale Staten graag uitgebreider informeren. Het betreft terugdringen voortijdig schoolverlaten, Verwijsindex Risicojongeren, diversiteitsbeleid en de Deal jeugdzorg 2008 en 2009. 1. Terugdringen voortijdig schoolverlaten Doel van onze inzet is gemeenten en onderwijsinstellingen te ondersteunen en faciliteren in hun aanpak van voortijdig schooluitval. Gelderse regio's, Regionale Meld- en -coördinatiepunten Voortijdig schoolverlaten (RMC's), het MBO en andere betrokken partijen geven gezamenlijk uitvoering aan de door het Rijk geformuleerde taakstelling om de schooluitval tot 2012 met 40% reduceren. Deze afspraken zijn in convenanten tussen contactgemeenten, onderwijsinstellingen en het ministerie van OCW vastgelegd Het Rijk heeft aanvullende middelen beschikbaar gesteld om deze doelstelling te realiseren. De provincie draagt ook bij middels het Regionaal SamenwerkingsProgramma (RSP). Het gaar hierbij om een bedrag van bijna € 4 miljoen voor aanpak voortijdig schoolverlaten. Op dit moment werken de partners gezamenlijk aan een samenhangende aanpak om deze 40% te realiseren. De RMCcontactgemeenten hebben hierin de regie. Het aantal voortijdig schoolverlaters in Nederland begint te dalen, van 52.700 in het schooljaar 20052006 naar 42.600 in het schooljaar 2008-2009. De belangrijkste conclusie is dat landelijk het aantal nieuwe vsv’ers in schooljaar 2008-2009 ten opzichte van schooljaar 2005-2006 gemiddeld met bijna 20% is gedaald. Daarmee is op landelijk niveau de doelstelling gehaald. De voorlopige cijfers over het schooljaar 2008-2009 zijn inmiddels beschikbaar. De Gelderse regio’s blijven helaas wat achter bij de landelijke ontwikkelingen; in vier Gelderse regio’s is de daling minder dan 10%. Ten opzichte van het peiljaar hebben de gemeenten Nijmegen (-17,9%) en Arnhem (16,1%) een hogere procentuele reductie behaald. In de Gelderse regio’s ligt het percentage VSV-ers rond het landelijk gemiddelde (3,2%). Het betreft voorlopige cijfers over het schooljaar 2008-2009. De definitieve cijfers komen in oktober 2010. Tabel: RMC-regio’s VSV reductie in schooljaar 2008-2009 t.o.v. schooljaar 2005-2006 Regio|ontwikkeling Achterhoek West-Veluwe Vallei Arnhem/Nijmegen Rivierengebied Noordwest-Veluwe Stedendriehoek
2006/2007 t.o.v. 2005/2006 (in %) -6,1 +2,7 +4,1 +8,7 +11,6 -13,3
2007/2008 t.o.v. 2005/2006 (in %) -19,0 -8,1 -5,4 +2,8 -5,0 -12,3
2008/2009 t.o.v. 2005/2006 (in %) -8,4% -12,6% -7,2% -7,1% -7,2% -11,3%
NB: Er zijn geen cijfers beschikbaar specifiek over regio West-Veluwe Vallei; de regio maakt onderdeel uit van regio Eem en Vallei. Aangezien de provincie geen direct verantwoordelijk partij was bij de afgesloten convenanten, is de provincie vooral vraaggericht gaan werken. De rol die wij als provincie de afgelopen jaren en ook in 2009 hebben opgepakt is die van facilitator en ondersteuner, waarbij de zelfstandige positie van de gemeenten en/of regio’s voorop staat. De provincie Gelderland kan in onze ogen het verschil maken door een samenhangende aanpak ter vermindering van voortijdig schoolverlaten (VSV) te stimuleren. Door onder andere de netwerkvorming tussen VO, MBO, RMC, leerplicht, zorg- en arbeidsinstellingen te ondersteunen. Wij hebben ons in 2009 vooral ingezet in kennisontwikkeling en kennisdeling tussen de verschillende spelers en hebben ons ingespannen om de samenwerking tussen de verschillende VSV-partijen (in zowel onderwijs, zorg en werk) te vergroten. Het afgelopen jaar is de provincie voor partijen in het veld een welkome gesprekspartner gebleken en heeft partijen uit verschillende regio’s met elkaar om tafel gebracht voor het uitwisselen van ideeën en het breder trekken van projecten en initiatieven.
- 388 -
Ook de kennisateliers hebben een zeer goede bijdrage geleverd. Rondom specifieke thema’s werden de samenwerkingspartners door procesbegeleiding, kennisontwikkeling en uitwisseling beter in staat gesteld de regie op voortijdig schooluitval op te pakken. De opkomst was hoog en het enthousiasme groot. Na de kennisateliers wordt de provincie ook nog vaak benaderd door spelers in het veld over het betreffende thema. Zo hebben deelnemers uit het kennisatelier migranten voortijdig schoolverlaters aangegeven in een werkgroep met elkaar door te denken over te ontwikkelen activiteiten en pilots. Naast de kennisateliers is ook het webdossier www.gelderseaanvalopdeuitval.nl een middel gebleken om kennis uit te wisselen. Mogelijkheden en ideeën worden aangereikt die de partijen kunnen helpen grip te krijgen op de noodzakelijk ontwikkelingen, hoe deze vorm te geven en met welke spelers. 2. Invoering Verwijsindex Risicojongeren Doel van onze inzet is gemeenten en instellingen te ondersteunen en faciliteren bij de implementatie van de Verwijsindex Risicojeugd. Het is een digitaal communicatiemiddel om een melder van een jongere met een risico te informeren over eerdere melders van zelfde jongere. Betreffende professionals weten dan dat er eerdere melding waren en deze kunnen op basis van een attendering contact opnemen met andere melder(s). Het Rijk heeft bepaald dat alle gemeenten met ingang van 11-2010 dit systeem operationeel moeten hebben. De Gelderse gemeenten hebben op 15 mei 2008 besloten om gezamenlijk te kiezen voor één en dezelfde aanbieder van de Verwijsindex; Multisignaal. Ondanks de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de aanschaf en implementatie van de verwijsindex, vervult de provincie vanaf 2008 een ondersteunende rol in het traject. De provincie heeft immers een wettelijke rol in de jeugdzorg en in de aansluiting met het gemeentelijke jeugdbeleid. Provinciale Staten hebben in de Voorjaarsnota 2008 besloten voor deze invoering €1,5 miljoen beschikbaar te stellen. Vanuit onze verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg hebben wij de zorg voor een goede aansluiting tussen de systemen van Bureau Jeugdzorg en jeugdzorginstellingen met de verwijsindex. De provincie helpt gemeenten, die overigens geclusterd zijn per regio, door ondersteuning te bieden op verschillende resultaatgebieden. Provinciebreed werkende voorzieningen: Om te voorkomen dat iedere gemeente apart afspraken moet maken met zorgaanbieders heeft de provincie zich ingezet, en zet zich nog steeds in, om daar waar nodig provinciebrede afspraken te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om afspraken met Bureau Jeugdzorg Gelderland en zorgaanbieders zoals Lindenhout en partijen als de Raad voor de Kinderbescherming. Koppeling van systemen: Met de implementatie van de verwijsindex komen we tal van andere informatie registratiesystemen tegen. Het kan zo zijn dat een kind in wel vijf verschillende systemen te vinden is en dat een professional soms ook verschillende systemen moet voorzien van dezelfde informatie. Als provincie hebben we geïnvesteerd in een goede afstemming en koppeling van systemen. Financiële ondersteuning: Per regio heeft de Provincie een subsidiebedrag verleend met als subsidievoorwaarden dat er een regionale projectleider aangesteld wordt en dat de verbinding met de lokale Centra voor Jeugd en Gezin gerealiseerd wordt. Provinciaal coördinator: Om de regionale projectleiders te ondersteunen is er een provinciaal coördinator voor de Verwijsindex aangesteld. Deze heeft tot eind 2009 de regionale projectleiders ondersteund en heeft gezorgd voor afstemming met Bureau Jeugdzorg en jeugdzorginstellingen. Training en Opleiding: Per regio zijn in 2009 professionals opgeleid en getraind om goede meldingen te kunnen gaan doen in de verwijsindex. Hiervoor is een provinciebrede uniforme werkwijze ontwikkeld. Juridische ondersteuning: Wanneer er cliënten in een systeem gezet gaan worden roept dit altijd vragen op bij diverse betrokkenen. Om ervoor te zorgen dat alles netjes binnen de privacyregels
- 389 -
gebeurd is er provinciebrede juridische ondersteuning geboden. Deze ondersteuning is in 2009 ook ingezet bij het ontwikkelen van de convenanten die per regio afgesloten zijn. In vergelijking met andere provincies kan worden vastgesteld dat de invoering van de verwijsindex in Gelderland goed is verlopen. Dat is mede het gevolg van de extra inzet van de provincie Gelderland. 3. Diversiteitsbeleid jeugd Doel van onze inzet is gemeenten en instellingen te ondersteunen, stimuleren en faciliteren bij het te voeren diversiteitsbeleid, waaronder het voorzien in adequaat aanbod, hulp en zorg voor kinderen en jongeren. Wij doen dat slechts vraaggericht, waarbij voor ons uitgangspunt van handelen is dat deze partijen zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor een passend beleid ten behoeve van minderheden. Voor het onderwijs en dan vooral voor de uitval van allochtone leerlingen, hebben Spectrum en Osmose (Elan) op verzoek van de provincie een factsheet opgesteld over de Gelderse uitvalcijfers van migranten jongeren en de maatregelen die door Gelderse ROC’s worden genomen om de schooluitval van deze groep verder tegen te gaan. Een aantal Gelderse ROC’s zijn hiervoor geïnterviewd. Er volgen ongeveer 50.000 leerlingen onderwijs aan één van de Gelderse ROC’s, waarvan 9.000 migranten leerlingen (18%). Van de migranten jongeren verlaat ongeveer 12% het ROC zonder een startkwalificatie behaald te hebben, tegenover 8% van de autochtone leerlingen die zonder diploma het onderwijs verlaten. Het percentage voortijdig schoolverlaters onder allochtone jongeren is daarmee 50% hoger dan onder autochtone leerlingen. Op ons verzoek hebben Spectrum en Osmose (Elan) in 2009 een kennisatelier over dit vraagstuk georganiseerd. Aan het kennisatelier namen ROC’s, MBO-zorgcoördinatoren, leerplichtambtenaren, ambtenaren onderwijs van Gelderse gemeenten en RMC-coördinatoren deel. In het vervolg op het kennisatelier is de werkgroep “schooluitval migrantenjongeren” – bestaande uit ROC’s, Osmose, Spectrum en Provincie – eind 2009 bijeengekomen om de eventuele projectideeën, initiatieven te bespreken en een vervolgtraject te schetsen voor na 2009. Allochtone jongeren zijn ondervertegenwoordigd in lichte vormen van de jeugdzorg en oververtegenwoordigd in zwaardere vormen van de jeugdzorg. Ook is bekend dat jonge migranten en hun ouders pas in een vrij laat stadium een beroep doen op de jeugdzorg. Een onderdeel van de problematiek ligt in de onvoldoende op migranten toegesneden aanpak door de jeugdzorginstellingen. De Branche Jeugdzorg Gelderland en Bureau Jeugdzorg Gelderland hebben in 2009 vooral benut om het onderwerp intern te agenderen en te bespreken. Na deze interne voorbereiding hebben zij, naar aanleiding van ons advies, hun projectvoorstellen samen met Osmose (Elan) ingediend bij ZonMW. Alle drie aanvragen werden helaas afgewezen door ZonMW. In het kader van diversiteit in jeugdbeleid heeft de Branche Jeugdzorg Gelderland een gezamenlijke visie opgesteld over de thema’s interculturalisatie en diversiteit in de jeugdzorg. Het diversiteitsbeleid van jeugdzorginstellingen kan aan de hand van deze visie verder worden ingevuld. In 2009 heeft Bureau Jeugdzorg Gelderland in het kader van het opzetten van diversiteitsbeleid een subsidieaanvraag bij ons ingediend ter hoogte van € 480.000,--, Deze aanvraag hebben wij afgewezen met onder meer de argumentatie dat wij deze voornemens weliswaar wenselijk en nodig achten, echter dat wij deze inzet als onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering zien. Het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking neemt toe. Deze ontwikkelingen zijn ook zichtbaar in de justitiële jeugdinrichtingen (JJI). In de sector justitiële jeugdinrichtingen is er sprake van een oververtegenwoordiging van allochtone jongeren. Behalve de oververtegenwoordiging is er nog een verschil te constateren tussen de autochtone en allochtone jongeren. De migranten jongeren recidiveren namelijk 10% vaker dan de autochtone jeugdigen. De bovengenoemde situatie wordt ook in de provincie Gelderland als een probleem ervaren en maatschappelijk ongewenst geacht. In Gelderland zijn in het jaar 2008 51% van de uitstromers uit de JJI’s van migranten afkomst. De provincie wil als vervolg op de inzet in 2009 in samenwerking met andere relevante actoren ook in 2010 serieuze inspanningen leveren om het probleem aan te pakken en de positie van migranten jongeren te verbeteren. In 2009 is in het kader van een stage onderzoek verricht om meer inzicht te krijgen in het huidige jeugd(nazorg)beleid die de betrokken instellingen in Gelderland hanteren en heeft als doel het jeugd(nazorg)beleid van deze betrokken partijen te laten aanpassen/verbeteren,
- 390 -
zodat het hoge recidive aantal, met name onder migranten jongeren binnen de provincie Gelderland, wordt verminderd. De uitkomsten zijn een bevestiging van landelijk ervaringen. Naar aanleiding van dit onderzoek willen wij de betrokken instellingen stimuleren, motiveren en eventueel actief vragen om de aanpassingen in het jeugd(nazorg)beleid te realiseren.
4. Afspraken met het Rijk: Deal Jeugdzorg 2008-2009 Medio september 2008 hebben Rijk en provincies afspraken gemaakt over prestaties met betrekking tot jeugdzorg, gekoppeld aan inzet van extra middelen. Deze prestaties hebben betrekking op de periode 2008-2009. Afgesproken is onder meer: - alle cliënten die op 1 januari 2008 op de wachtlijst stonden, wordt de geïndiceerde zorg geboden; - het aantal te realiseren gebruikers van provinciaal zorgaanbod in 2008 en 2009 is minimaal 26.537; - het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) start onderzoeken binnen 5 werkdagen en de gemiddelde doorlooptijd is gemiddeld maximaal 70 werkdagen; - verbetering van het casemanagement bij Bureau Jeugdzorg Gelderland en het indien nodig afgeven van indicaties voor zwerfjongeren. Het Rijk was in 2008 niet bereid tot 1-1-2010 voldoende middelen voor de jeugdzorg beschikbaar te stellen. Provinciale Staten hebben in september 2008 besloten om naast de beschikbare eigen middelen voor jeugdzorg, een extra bedrag van € 10,3 miljoen vrij te maken uit de Algemene Reserve. Met de Gelderse zorgaanbieders zijn aanvullende afspraken gemaakt over het in zorg nemen van kinderen in verband met de wachtlijstproblematiek en over de extra capaciteit die nodig is om de autonome groei op te vangen. De ontwikkelingen zijn de afgelopen periode gemonitord evenals de uitvoering van gemaakte afspraken. Door het incidentele karakter van deze extra middelen voor jeugdzorg in 2008 en 2009 en de relatief hoge kosten, zijn wij de afgelopen twee jaar terughoudend geweest met de uitbreiding van relatief dure residentiële capaciteit voor jeugdzorg. Wij hebben prioriteit gegeven aan uitbreiding van de pleegzorg en ambulante hulp. Hierdoor zijn in de afgelopen periode veel extra cliënten in zorg genomen. Zorg in spoedeisende situaties moet gegarandeerd zijn en van voldoende kwaliteit. In voorkomende situaties moeten zorgaanbieders een plaats (noodbed) beschikbaar hebben. Vanwege de ontwikkeling van de vraag naar residentiële zorg hebben een aantal zorgaanbieders de afgelopen periode tijdelijk extra residentiële plaatsen gerealiseerd of ingekocht bij derden. Ook de toegankelijkheid van de jeugdzorg voor moeilijker bereikbare doelgroepen zoals zwerfjongeren vraagt om een goede samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg Gelderland, zorgaanbieders en instellingen in het gemeentelijke domein. Waar nodig wordt door Bureau Jeugdzorg Gelderland tot aan het 18 jaar een indicatie voor jeugdzorg afgegeven die kan doorlopen e tot het 23 levensjaar. Met Bureau Jeugdzorg Gelderland zijn in 2009 afspraken gemaakt over de uitvoering van casemanagement en coördinatie van zorg. Voor de uitwerking van deze afspraken wordt verwezen naar het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2010 met de titel: “Pak ’t samen op” (pag. 25). Prestaties 2009 en 2009 De productieafspraken met het Rijk zijn ruimschoots gerealiseerd. Het streefcijfer voor Gelderland was 26.537 gebruikers in de periode 2008-2009. Vanaf 1 januari 2008 tot 1 januari 2010 zijn 27.141 gebruikers gerealiseerd in Gelderland. Dit is meer dan de met het Rijk afgesproken productie (102%). Tabel 1: productie/realisatie uitvoering Deal Jeugdzorg 2008/2009 (in aantal gebruikers)* Provincie
Productieafspraak
Realisatie
Vraaggroei
Gelderland
2008/2009
productie 2008/9
(cumulatief)
Absoluut
26.537
27.141
ca 38%
Percentage
100%
102%
* Gebruikers zijn jeugdigen per zorgvorm waaraan provinciaal gefinancierde jeugdzorg is verleend. Het aantal gebruikers komt niet overeen met het aantal unieke jeugdigen dat in zorg is genomen.
- 391 -
In september 2008 was rekening gehouden met een groei van de vraag naar jeugdzorg van 7,8% in 2008 en 8,4% in 2009 ((cumulatieve vraag in 2 jaar in totaal circa 25%). De totale groei van de vraag is uiteindelijk per 1-1-2010 op circa 38% uitgekomen. Volgens berekeningen zouden in Gelderland 26.537 gebruikers worden geregistreerd tot 1-1-2010. Uitgangspunt bij deze prestatie-afspraak zijn de 10.876 gebruikers in 2007 (de “nulmeting”). Alle kinderen die op 1 januari 2008 op de wachtlijst stonden ontvangen per 1-1-2010 de geïndiceerde zorg. De wachtlijsten voor geïndiceerde jeugdzorg zijn in Gelderland in de afgelopen periode sterk gedaald, maar helaas nog niet geheel verdwenen. Medio 2008 werd aangenomen dat de middelen van het Rijk en de extra provinciale bijdrage in voldoende mate zou bijdragen aan het wegwerken van de wachtlijst (langer dan 9 weken) voor het zorgaanbod. Door de veel hogere groei dan verwacht is er nog een restwachtlijst. Begin 2008 waren er in Gelderland nog 1.362 kinderen op de bruto-wachtlijst die langer dan 9 weken wachten op zorgaanbod. Op 1 januari 2010 zijn dat er 526. Dit is een daling van 60%. Tabel 2: Ontwikkeling bruto- en nettowachtlijsten Provincie Gelderland 1. Brutowachtlijst 2. Af: cliënten die tijdens wachten vorm geïndiceerde provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen
Netto-wachtlijst (1 minus 2)
1-12008 1.362
1-42008 1.133
1-72008 1.323
1-102008 1.179
1-12009 905
1-42009 737
1-72009 837
1-102009 759
1-12010 526
798
607
746
559
417
395
416
370
385
564
526
577
620
488
342
421
389
141
Van de bruto-wachtlijst ontvangt bijna driekwart van deze jeugdigen in de wachtperiode wel een vorm van provinciaal geïndiceerde jeugdzorg. In bovenstaande tabel is de ontwikkeling van de bruto- en netto-wachtlijst in Gelderland weergegeven, zoals ze ook per kwartaal aan het Rijk zijn gerapporteerd. De cijfers hebben betrekking op het aantal wachtenden bij de Gelderse zorgaanbieders. Gelderse kinderen die op de wachtlijst staan bij landelijk werkende instellingen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten, die worden bij het Rijk aangeleverd door de hiervoor verantwoordelijke penvoerende provincie. Ten opzichte van begin 2008 is de netto-wachtlijst met ongeveer 75% afgenomen (van 564 naar 141). Van de 141 jeugdigen die op 1 januari nog geen enkele vorm van geïndiceerde provinciale jeugdzorg ontvangen, staat ongeveer 60% op de wachtlijst voor ambulante hulp als zwaarste zorgvorm. Bijna een op de vijf wacht op residentiële hulp. De praktijk leert dat het feitelijke aantal wachtenden enkele procenten lager ligt dan binnen de termijn van een maand gerapporteerd wordt (na-ijleffect). Waarom wachten cliënten op de wachtlijst? De provincie Gelderland heeft in het najaar 2009 én begin 2010 een verklarend onderzoek naar de wachtlijst uitgezet bij de Gelderse zorgaanbieders. Doel van deze analyses is om meer inzicht te krijgen in de oorzaak en achtergrond van de cliënten die eind 2009 nog op de wachtlijst staan. Uit de analyse van januari 2010 blijkt dat ongeveer de helft (48%) van de wachtende cliënten op 1 januari 2010 wacht vanwege capaciteitsgebrek. Een deel hiervan is inmiddels in zorg. Bij ongeveer een op de vijf is er een administratieve verklaring. Het gaat om cliënten die nog administratief “verwerkt” moeten worden (d.w.z. zijn inmiddels in zorg of teruggetrokken). Overige redenen: persoonlijke omstandigheden cliënt/ eigen keuze van de cliënt: 8%; matching (wachten op geschikt pleeggezin/groepsaanbod) 12%, logistieke redenen (wachten volgens plan): 8% en inhoudelijke redenen: 3%. Zie tabel 3 voor overzicht.
- 392 -
Tabel 3: Waarom wachten de kinderen op de wachtlijst Tabel 3: Waarom wachten kinderen op de wachtlijst? (casussen 1 januari 2010) Capaciteitsgebrek • Jongeren verblijven in een gezinshuis van een zorgaanbieder en wachten op doorplaatsing naar het fasehuis van dezelfde zorgaanbieder, op wachtlijst wegens capaciteitsgebrek. • Jongeren verblijven op de observatie-/kortverblijfgroep en wachten op doorplaatsing naar een gezinshuis, op wachtlijst wegens capaciteitsgebrek. • Jongere verblijft thuis met ambulante ondersteuning en wacht op plaatsing in een fasehuis van een zorgaanbieder, op wachtlijst wegens capaciteitsgebrek. • Cliënt is aangemeld voor ambulante gezinsbehandeling maar kan nog niet starten i.v.m. capaciteitsgebrek. Adminstratieve redenen Bijv. latere verwerking gegevens, kind wel al in zorg of vertrokken, dubbele aanmelding Matching • Cliënten zijn aangemeld voor pleegzorg, maar moeten wachten tot er een matching is met pleeggezin. Er zijn tekorten aan pleeggezinnen. • Cliënt is aangemeld voor gespreksgroep voor ouders van kinderen met a.s.s.; moet wachten tot er voldoende deelnemers zijn. Er wordt gekeken naar alternatieven. • Voor een groepstraining moeten er voldoende deelnemers zijn en is men afhankelijk wanneer deze groep start. Het is niet altijd wenselijk om (bijv. jonge kinderen) in een andere regio deel te laten nemen. Vrije, eigen keuze van de cliënt, persoonlijke omstandigheden • Jongere verblijft thuis, op wachtlijst voor naschoolse dagbehandeling, op eigen verzoek cliënt is de hulp nog niet gestart. • Jongere wordt opgeroepen voor intake ambulante hulpverlening, ondanks meerdere verzoeken komen ouders en jongere niet opdagen voor intake. • Jongere is aangemeld voor residentiële leefgroep 12-, wil op eigen verzoek nog even wachten en onderzoeken of er nog andere mogelijkheden zijn. • Bij pleegzorg komt het regelmatig voor dat er wel een gezin gevonden is, maar dat de ouders nog niet akkoord zijn; bij de zelfstandigheidstraining loopt de wachtijd nogal eens op vanwege motivatieproblemen bij de jongere. Logistieke redenen, wachten volgens plan • Jongere zit in besloten behandelsetting en is gemeld voor kamertraining. Afhankelijk van een postieve ontwikkeling zal plaatsing op kamertrainingscentrum worden gerealiseerd. • Jongere verblijft in een behandelgroep; de verwachting is dat cliënt rond de zomer klaar is voor overstap naar leefgroep. • Cliënt is aangemeld voor gezinshuis i.v.m. vervolghulp conform behandelplan. • Jongeren zijn geplaatst in pleeggezin en gaan terug naar hun biologische ouders. Ze staan op de wachtlijst voor IOG zodat hulp meteen kan starten zodra één of beide kinderen naar huis gaan. Inhoudelijke redenen • Cliënt is aangemeld voor dagbehandeling 0-6 jaar en kan om inhoudelijke redenen nog niet starten. • Jongere is geïndiceerd voor IAT. Nader onderzoek is noodzakelijk voordat zorg kan starten. • Sommige kinderen worden “uit voorzorg” op de wachtlijst gezet. Het aanbod is dan nog niet direct nodig, maar men verwacht dat het nodig zal zijn. Bron: opgave zorgaanbieders (wachtlijstonderzoek 1-1-2010) (N=488).
- 393 -
48%
21% 12%
8%
8%
3%
Ontwikkeling aantal jeugdigen in zorg In Gelderland wordt het gebruik van provinciaal gefinancierde jeugdzorg over een langere periode gemonitord middels de indicator jeugdigen in zorg. Dit cijfer betreft unieke cliënten die op peildatum in zorg zijn bij een Gelderse zorgaanbieder. Figuur 1: Gebruik van provinciaal gefinancierde jeugdzorg Aantal jeugdigen in zorg in Gelderland per kwartaaleinde, januari 2007-januari 2010
in zorg en niet op een wachtlijst
Q42009
Q32009
Q22009
Q12009
Q42008
Q32008
Q22008
Q12008
Q42007
Q32007
Q22007
Q12007
Q42006
5500 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
in zorg en op een wachtlijst
Het aantal jeugdigen in zorg vertoont een stijgende lijn in Gelderland. Vanaf januari 2007 tot 1 januari 2010 is het aantal jeugdigen in zorg bij de Gelderse zorgaanbieders toegenomen met 41% (van 3.515 naar 4.956 jeugdigen). Per januari 2010 zijn er circa 5.000 jeugdigen in zorg. In 2009 zijn er ongeveer 3.500 jeugdigen gestart met zorg. Er zijn per kwartaal gemiddeld ruim 900 jeugdigen uitgestroomd (d.w.z. voor deze jeugdigen is de zorg beëindigd en men staat ook niet op de wachtlijst voor een ander traject). Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Gelderland Landelijk is afgesproken is dat de gemiddelde doorlooptijd bij het AMK van start onderzoek tot einde onderzoek van dertien weken wordt teruggebracht naar gemiddeld tien weken voor eind 2009. Samen met de vijf dagen die staan voor het traject van binnenkomst van melding tot start onderzoek, betekent dit een totaal van gemiddeld 75 dagen voor de doorlooptijd van melding tot einde onderzoek. Gedurende vrijwel de gehele periode 2008-2009 blijft het AMK Gelderland ruim binnen de maximale doorlooptijd van 75 dagen. Eind 2009 is de doorlooptijd 73 dagen. Voor het starten van een onderzoek naar een vermoeden van kindermishandeling geldt een normwachttijd van vijf dagen. Op 1 januari 2010 is er geen wachtlijst bij het AMK Gelderland. Dat waren op 1 oktober 2009 twee gezinnen. Het wegwerken van de wachtlijsten bij het AMK heeft in Gelderland absolute prioriteit. Spoedmeldingen worden onmiddellijk in onderzoek genomen. Financiën Doel was het met extra geld meer kinderen beter te helpen. In 2009 is al het mogelijke gedaan om de prestatieafspraken met het Rijk na te komen en zijn de voor jeugdzorg beschikbare middelen nagenoeg geheel uitgeput. Gezien de zeer grote opgave de groeiende vraag naar jeugdzorg op te vangen door passend aanbod aan te bieden is maximaal gebruik gemaakt van de beschikbare structurele (behandel)capaciteit. In verband met het incidentele karakter van de middelen is extra e tijdelijke capaciteit ingekocht. In de 2 helft van 2009 zagen de zorginstellingen geen mogelijkheid nog meer extra kinderen te helpen. In totaal resteert er per 1-1-2010 in de voor jeugdzorg bestemde reserves (Rijk en provincie) een bedrag van in totaal circa € 4,7 miljoen. Per 1-1-2009 was de stand van de reserves nog € 8,2 miljoen. Per saldo is er dus op de reserves ingeteerd ten opzichte van 2009. Voor een verder toelicht wordt verwezen naar het middelenblok zoals opgenomen in het programma 3.0, Jeugd en Gezin.
- 394 -
Bijlage XI 2e voortgangsrapportage Statenvoorstel Deregulering (PS 2009-259) Samenvatting Ter uitvoering van het coalitieakkoord hebben wij eind 2007 een onafhankelijke taskforce deregulering aangesteld om ons te adviseren over het verminderen van de regeldruk en de administratieve lasten. Op 19 december 2008 hebben wij u de rapportage Taskforce Deregulering ‘Zo kan het ook… en beter!’ aangeboden (PS2008-948). Op 17 april 2009 hebben Uw Staten het voorstel met een pakket van maatregelen in het kader van deregulering vastgesteld (PS2009-259). In het voorstel hebben wij met u afgesproken om bij de behandeling van de jaarstukken Uw Staten te informeren over de voortgang van de gerealiseerde resultaten. Wij hanteren hierbij de opzet van het Statenvoorstel. Bij de behandeling van de begroting 2010 heeft u in bijlage 4 kennis kunnen nemen van de voortgang op dit dossier. Hierbij heeft u kunnen vaststellen dat een groot deel van de maatregelen voor 1 januari 2010 is uitgevoerd en tevens is afgerond. Het betreft de activiteiten genummerd onder 3; 6 t/m 11; 13; 14; 18; 19; 21 en 23 t/m 31. In deze tweede voortgangsrapportage doen wij verslag van de maatregelen die sindsdien zijn afgerond of nog in uitvoering zijn. Een aantal maatregelen is enigszins vertraagd als gevolg van een bijgestelde planning van de parlementaire behandeling van wetsvoorstellen zoals de Wabo en het Rijksbrede Subsidiekader (RBSK). Weerbarstig is ook voor ons het inrichten van een klantenrelatiesysteem waarmee wij ook het contact met gemeenten en bedrijven willen faciliteren en verbeteren (wij hebben deze maatregelen dan ook samengevoegd), en de aansluiting op E-overheid. Hoewel dit probleem herkenbaar is in de gehele overheidskolom is onze inzet om de systemen zo ingericht te hebben dat we als provincie Gelderland voldoen aan de afspraken, die gemaakt zijn in het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP). Ten slotte willen wij het huidige evenementenbeleid, in elk geval voor deze statenperiode, vooralsnog handhaven. Als onderdeel van het Coalitieakkoord heeft het terugdringen van regelgeving en het verminderen van administratieve lasten in deze Statenperiode structurele aandacht van ons college. Wij willen uw Staten daarom bij de begroting 2011 een finale rapportage voorleggen van de door ons college uitgevoerde maatregelen. 1. Maak eenvoudige en eenduidige formulieren, waarbij is ingevuld wat de provincie al weet Vergunningen: Inmiddels is duidelijk dat de Wabo niet eerder dan op 1 juli 2010 in werking zal treden. In 2009 zijn 88 milieuvergunningen ambtshalve gewijzigd of (gedeeltelijk) ingetrokken. Ook de actualisatiebehoefte voor 2010 is in beeld gebracht. In 2010 worden opnieuw ruim 40 vergunningen beoordeeld op actualiteit en zonodig (ambtshalve) gewijzigd. Dit is opgenomen in het Vergunningen Uitvoeringsprogramma 2010 (VUP) en wordt projectmatig aangepakt. De bevoegdheidverschuiving per 1 juli van een belangrijk deel van het vergunningenbestand is daarbij een complicerende factor. Dit vergt goede communicatie met de betreffende gemeenten. Uitgangspunt is dat vergunningendossiers, in die gevallen, actueel en compleet worden overgedragen Subsidies Voor alle bestaande regelingen en programma’s is er inmiddels één aanvraagformulier ontwikkeld. Het aanvraagformulier heeft een algemeen deel (deel I), waarin voor alle programma’s dezelfde vragen worden gesteld, zoals gegevens aanvrager, projectgegevens en een vormvrije begroting. Daarnaast is voor ieder programma een programmaspecifiek deel (deel II) ontwikkeld, met vragen die specifiek bij het betreffende programma horen. Door deze wijze krijgt de aanvrager vervolgens zowel op papier als digitaal één aanvraagformulier, dat wil zeggen de delen I en II worden de aanvrager als één geheel aangeboden. Als de aanvrager digitaal aanvraagt, dan zal afhankelijk van het gekozen programma de juiste set met programmaspecifieke vragen worden aangeboden. In combinatie met het aangepaste aanvraagformulier wordt tevens de mogelijkheid van digitale indiening bij diverse subsidieaanvragen gerealiseerd. Naar verwachting zal dit per 1 juli 2010 zijn gerealiseerd voor alle actuele regelingen. Vanaf medio april 2010 zal het ook mogelijk om digitale subsidieaanvragen in te dienen op het gebied van Sociaal Beleid en Cultuur.
- 395 -
2. Richt een klantrelatiesysteem in en maak gebruik van interactieve applicaties en zorg dat gemeenten en bedrijven een vaste contactpersoon hebben: Zoals aangegeven in het Statenvoorstel (PS2009-259) heeft het onze voorkeur een klantrelatiesysteem in te richten, waarbij meerdere medewerkers van de provincie op basis van dezelfde klantgegevens de gemeenten en bedrijven bedienen, in plaats van een vast contactpersoon voor gemeenten en bedrijven aan te stellen. Hiermee worden de kwetsbaarheid van het klantcontact en het risico op vertraging bij uitval, zo beperkt mogelijk gehouden. In het kader van het programma Externe Dienstverlening worden 2 pilot-projecten uitgevoerd: Klantcontactcentrum en bedrijventerrein Harselaar. Hierin zullen klantbeeld, dienstverleningsconcept en samenwerking in de keten in beeld worden gebracht. Dit is noodzakelijk voor de inrichting van het klantrelatiesysteem. Voor het Kantcontactcentrum (KCC) is de invoering van het klantrelatiesysteem reeds opgestart. Het project Harselaar is vertraagd door de complexiteit en omvang van de projecten rond het bedrijventerrein. De afstemming voor een goede projectaanpak heeft daardoor meer tijd gekost dan voorzien. Er is een programma van eisen uitgewerkt voor een klantrelatiesysteem. De keuze voor het te implementeren klantrelatiesysteem willen wij binnenkort maken. Ter ondersteuning van (de keuze voor) het klantrelatiesysteem wordt een bedrijfsinformatieplan opgesteld. De focus ligt hierin op kader en visie voor het klantrelatiesysteem omdat dit én voorwaardelijk én ondersteunend is voor de verbetering van de dienstverlening bij de pilot-projecten Klantcontactcentrum (KCC) en het bedrijventerrein Harselaar. De implementatie van de pilot van het klantrelatiesysteem zal voor 1 juli 2010 zijn afgerond. Wij hebben de Algemeen Directeur verzocht om op basis van de resultaten van deze pilot het klantrelatiesysteem breed in de organisatie te implementeren. 4. Verhogen van de drempel voor een accountantsverklaring naar 125.000 euro: Wij hebben in het Statenvoorstel voorgesteld om bij het vaststellen van een drempelbedrag aan te sluiten bij drempelbedragen, werkwijzen en de ingangstermijn van het Rijksbrede kader Vereenvoudiging en uniformering financieel beheer rijkssubsidies (RBSK). Dit geldt tevens voor verdere deregulering en lastenverlichting in het kader van subsidieverlening. Het RBSK is voor nieuwe rijksregelingen ingevoerd per 1 januari 2010, door middel van de Regeling “Aanwijzingen voor subsidieverstrekking”. Tot 1 januari 2012 zal de bestaande regelgeving van het Rijk hierop worden aangepast. Gelderland participeert in bij de interprovinciale werkgroep Vermindering Regeldruk en Administratieve Lasten (VRAL) waarin het Rijksbrede subsidiekader wordt doorvertaald naar provinciaal niveau. Binnen de provincies zijn er grofweg drie stromen te onderscheiden t.a.v. dit RBSK 1. Provincies die het RBSK integraal willen overnemen (Utrecht en Gelderland) 2. Provincies die andere drempelbedragen willen hanteren en aansluiting zoeken bij de VNGmodelverordening 3. Provincies die net hun subsidiebeleid hebben herzien of zich niet kunnen scharen achter het vertrouwensbeginsel dat ten grondslag ligt aan het RBSK Het ziet er dus niet naar uit dat het RBSK binnen alle provincies uniform zal worden doorgevoerd. Vooralsnog blijven wij er naar streven om als Provincie Gelderland bij het RBSK aan te sluiten en dit in Gelderland over te nemen. 5. Toepassen van de Single Information Single Audit (SISA) voor de verantwoording van subsidies: Het onderzoek naar de mogelijkheden om voor gemeenten de SiSa-methode toe te passen op provinciale subsidies die niet als co-financiering bij een specifieke uitkering van het rijk worden verstrekt is afgerond. Het merendeel van de Gelderse gemeenten acht het zinvol als de provincie voortborduurt op SiSa onder de voorwaarden dat de methode niet overhaast wordt ingevoerd, de invoeringsdatum overeenstemt met de looptijd van de financiële administratie en de provincie niet afwijkt van de SiSa-methode van het rijk. Dit heeft alles te maken met de overhaaste invoering van SiSa-methode bij de specifieke uitkeringen van het rijk. Het rijk maakt dit voorjaar de eerste evaluaties bekend. Wij hebben besloten om een pilot uit te voeren, om mogelijke risico's helder te krijgen en ervaring op te doen in het samenvoegen van de inhoudelijke verantwoording en de financiële verantwoording. Een provinciebrede invoering van de SiSa-methode heeft hierdoor een grotere kans van slagen. Wij hebben de Algemeen Directeur verzocht om op basis van de resultaten van deze pilot de SiSamethode te implementeren.
- 396 -
12. Verbeter de uitvoeringspraktijk van de natuurregels: Met de inwerkingtreding van de Wabo, voorzien op 1 juli 2010, zal de vergunningplicht op grond van de Natuurbeschermingswet komen te vervallen indien er een omgevingsvergunning vereist is. In naar schatting 95% te beoordelen activiteiten zal sprake zijn van samenloop met de omgevingsvergunning. Dit betekent dat voor een groot aantal projecten geen aparte vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet meer hoeft worden aangevraagd. Voor de provincie betekent dit dat bij samenloop met de omgevingsvergunning de beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet plaatsvindt in het kader van de procedure voor de afgifte van de omgevingsvergunning. Indien de gemeente bevoegd gezag is zal door de provincie een verklaring van geen bedenkingen worden afgegeven. In algemene zin is door de gezamenlijke provincies in 2009 gewerkt aan een nieuw stelsel van subsidiëring van natuur- en landschapsbeheer. Op 1 januari 2010 is de Subsidieverordening Natuuren Landschapsbeheer Gelderland 2009 in werking getreden op basis waarvan subsidies kunnen worden verleend voor natuur- en landschapsbeheer. Deze subsidieverordening vervangt de huidige Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer Gelderland 2008 en na goedkeuring van de EU-commissie ook de Subsidieregeling Natuurbeheer Gelderland 2008. Het gebiedsplan natuur en landschap is in dit nieuwe stelsel vervangen door het Natuurbeheerplan provincie Gelderland. Het nieuwe stelsel is een sterk vereenvoudigd stelsel waardoor de lastendruk verlaagd wordt. 15. Reken de jeugdzorg af op prestaties en resultaat: De nieuwe bekostigingssystematiek en het rekenschapmodel wordt voor implementatie getoetst op onnodige bureaucratie. Deze nieuwe bekostiging moet de juiste prikkels bevatten, zodat de zorgaanbieders effectieve, vraaggerichte zorg leveren op een doelmatige wijze. De invoering van de nieuwe bekostigingsystematiek is per 1 januari 2010 ingegaan. Op dit moment is het rekenschapmodel nog onderwerp van gesprek met instellingen voor jeugdzorg. Of, wanneer en op welke wijze invoering van het model kan plaatsvinden, zal afhangen van verschillende factoren en ontwikkelingen. Van belang hierbij is onder meer het lopende verbetertraject van mogelijke invoering van trajectfinanciering in de jeugdzorg per 1-1-2012. Op de achtergrond speelt ook de nadere besluitvorming van de Tweede Kamer in het kader van de evaluatie van Wet op de jeugdzorg. 16. Beperk de informatieverplichtingen voor jeugdzorginstellingen: In bestuurlijk overleg (IPO, ministerie) hebben wij aandacht gevraagd voor vermindering van de registratie- en informatieverplichtingen. Tevens hebben wij samen met het Rijk en grootstedelijke regio’s in 2008 een convenant ondertekend over het terugdringen van de ervaren regeldruk bij medewerkers en cliënten met 25% in 2011. Een onderzoek, tevens nulmeting, naar de ervaren regeldruk en administratieve lasten bij cliënten en werkers in de jeugdzorg is eind 2009 afgerond. Opbrengst is een top 10 van ervaren regeldruk in Gelderland. Inmiddels hebben wij met de Gelderse instellingen voor jeugdzorg afgesproken 2 onderwerpen gezamenlijk aan te gaan pakken. De overige punten krijgen bij de Gelderse instellingen binnen de eigen bedrijfsvoering aandacht. Beperken tot strikt noodzakelijke informatie is en blijft voor het college binnen de context van de rapportage- en monitoringsverplichtingen richting het Rijk uitgangspunt van handelen. Aanvullend merken wij op dat in het actuele Afsprakenkader Jeugdzorg 2010-2011 tussen IPO en het Rijk de verpichte rapportagefrequentie naar het Rijk over de gemaakte afspraken aanmerkelijk is teruggebracht naar 1 moment per jaar (1 oktober). Ons voornemen is dat moment goed aan te laten sluiten op P&C-cyclus. 17. Vereenvoudig de subsidievoorwaarden voor de jeugdzorg: e De Nadere Regels Jeugdzorg voor 2010 zijn in de 2 helft van 2009 vastgesteld door ons college. Deze regels hebben vooral direct gevolgen voor de administratieve lasten en regelgeving voor instellingen voor jeugdzorg. De regels zijn ingrijpend vereenvoudigd. De Branche Jeugdzorg waar de Gelderse instellingen voor jeugdzorg zijn aangesloten, is zeer positief over deze verdere stap tot deregulering. De aanpassing van de nadere regels moet gezien worden in samenhang met de introductie van de nieuwe (landelijke) bekostigingssystematiek in de jeugdzorg per 1 januari 2010. Verder zijn de voorbereidingen gestart voor de herziening van de Verordening Jeugdzorg in 2010. Gezien het globale karakter van deze verordening is de verwachting dat met de vaststelling van de nadere regels 2010 de grootste winst reeds is gerealiseerd.
- 397 -
20.Versnel de betalingen van facturen door het verkorten van de betalingstermijn: Een analyse op het betaalgedrag van de provincie Gelderland over 2009 wijst uit dat gemiddeld 69% van de facturen binnen 21 dagen betaald wordt. De invoering van het elektronisch betalen per 1-12009 heeft voor opstartproblemen gezorgd. Vervolgens heeft het jaar 2009 een gestage opwaartse lijn gekend met een incidentele knik veroorzaakt door een opschoningsactie gericht op facturen die reeds lang in het betalingsproces zaten. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een percentage van 86,32% in december 2009. In 2008 was de streeftermijn van de provincie voor het betalen van facturen 30 dagen. Als we de cijfers over 2009 relateren aan deze termijn is een goede vergelijking met 2008 mogelijk. De cijfers over 2009 laten zien dat gemiddeld 87% van de facturen binnen 30 dagen betaald werden. Ook hier is over de loop van het jaar een opgaande trend waar te nemen die in uiteindelijk in de maand december heeft geresulteerd in een percentage van 91,35%. 22. Zorg voor goede aansluiting op de E-overheid en dat de regelgevingbank van de provincie voor de doelgroepen goed toegankelijk is: Wij zijn als provincie Gelderland in IPO verband aangesloten bij het "Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid" (NUP) dat in 2008 tot stand is gekomen en als doel heeft te komen tot een betere dienstverlening met minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Dit programma omvat afspraken tussen de vier overheden (rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) over de ontwikkeling, implementatie, aansluiting, het beheer en gebruik van voorzieningen die moeten leiden tot een basisinfrastructuur voor de elektronische overheid. Het NUP bestaat uit de vier onderdelen e-Toegang, e-Authenticatie, koppelen met het stelsel van basisregistraties en e-Informatie-uitwisseling. In totaal gaat het om 19 bouwstenen en 6 voorbeeldprojecten. Een deel van de per 1 januari 2010 verplichte NUP bouwstenen is inmiddels geïmplementeerd, voor enkele andere verplichte bouwstenen geldt dat er op dit moment nog geen toepassingen zijn waarin we deze bouwstenen nodig hebben. Voorbeelden zijn Digid voor burgers en een aansluiting op de Overheidsservicebus (nu Digikoppeling) Hiernavolgend zijn de verplichte NUP bouwstenen genoemd die inmiddels zijn geïmplementeerd. Wij zijn als provincie aangesloten op www.antwoordvoorbedrijven.nl en met onze bekendmakingen op www.mijnoverheid.nl. Daarnaast zijn we aangesloten op de Samenwerkende Producten Catalogus (PPC). In deze catalogus worden de producten van provincies beschreven. Op landelijk niveau zijn de beschrijvingen vastgesteld zodat alle provincies op eenzelfde manier over hun producten communiceren. De NUP bouwsteen Overheidheeft-Antwoord/KCC uit het onderdeel e-Toegang wordt ontwikkeld en geïmplementeerd via het interne programma Externe Dienstverlening (zie ook punt 2). De koppeling met de basisregistratie Personen, gebaseerd op de GBA, is technisch gerealiseerd, implementatie in de primaire processen gaat volgen. Van de voorbeeldprojecten zijn inmiddels het Omgevingsloket (WABO) en het Dienstenloket/Europese dienstenrichtlijn geïmplementeerd. Het IPO heeft voor provincies onder meer het publiceren van decentrale regelgeving aan het NUP programma toegevoegd. Via de provinciale website wordt de Gelderse regelgeving gepubliceerd via het pad Gelderland.nl > loket > Regelingen. Met de introductie van de nieuwe website hebben we als provincie kenbaar gemaakt voor welke producten en diensten we via de elektronische weg bereikbaar zijn. Wat bouwstenen voor de komende tijd betreft zijn vooral in het kader van onze contacten met bedrijven van belang de invoering van de bouwsteen e-Herkenning (voorheen DIGID bedrijven) naar verwachting in 2011 en de aansluiting op de basisregistratie NHR (Nieuw Handelsregister) naar verwachting in 2014. Wat de juridische aspecten van elektronische dienstverlening betreft: in 2009 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de eisen die verschillende wetten stellen aan de provinciale elektronische dienstverlening. Kenbaarheidsvereisten zijn geïnventariseerd en waar nodig zullen de processen rond elektronische dienstverlening worden aangepast om aan de eisen te voldoen. Bij de implementatie van NUP onderdelen zullen voorzieningen worden getroffen om aan de kenbaarheidsvereisten te voldoen. 32. Afwegingskader Evenementenbeleid: In het statenvoorstel PS2009-259 hebben wij aangegeven dat wij gestart zijn met de voorbereiding van een nieuw afwegingskader voor het evenementenbeleid en dat wij met een kaderstellende notitie willen komen. Bij de verkenningen naar een nieuw afwegingskader hebben wij het bestaande beleidskader, welke door uw Staten in 2002 is vastgesteld, betrokken. Duidelijk is dat het juridisch niet mogelijk is ‘harde voorwaarden’ op het gebied van zichtbaarheid en profilering te verbinden aan subsidieverlening van een evenement en het bestaande evenementenbeleid hiervoor dan ook niet kan worden ingezet. Gegeven de huidige situatie van recessie en bezuinigingen stellen wij voor om het vigerende, restrictieve evenementenbeleid vooralsnog te handhaven.
- 398 -