Beleidsplan Waasland Klimaatland juni 2015 - december 2017
Contactpersoon Kristof Van Gansen
[email protected] 03 780 52 25
Dit beleidsplan Waasland Klimaatland heeft als doel de strategie te bepalen en de begrootte middelen meer specifiek toe te wijzen voor de projectperiode tussen 1 juni 2015 en 31 december 2017. In het eerste hoofdstuk wordt het doel van het project besproken, net als de voorziene middelen en de huidige medewerkers van het projectteam. In het tweede hoofdstuk wordt een verschuiving van de middelen voorgesteld: meer focus op draagvlak en participatie in plaats van op wetenschappelijk onderzoek. In het derde hoofdstuk wordt de fasering van het project Waasland Klimaatland gepresenteerd op basis van de huidige gegevens vanaf 1 juni 2015. Het besluit vat de kerngedachte van het projectteam samen. De bijlage toont het team Klimaatstad van de stad Gent als benchmark.
1. Project Waasland Klimaatland................................................................................................................... 2 2. Projectteam en begroting Waasland klimaatland ...................................................................................... 4 3. Plan van aanpak 2015-2017...................................................................................................................... 8 4. Besluit ...................................................................................................................................................... 10 Bijlage: Voorbeeld Klimaatteam stad Gent ........................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1
1. PROJECT WAASLAND KLIMAATLAND
Inleiding
Het Klimaateffectschetsboek van de provincie Oost-Vlaanderen schetste de kosten van de klimaatverandering: zo ontstaat er meer verzilting, worden zomers natter, winters warmer, verhoogt de kans op hevige stormen, ontstaan er hitte-eilanden in de steden en stijgt de zeespiegel met onder andere de Schelde. Dit zijn kosten voor de komende generaties die de Wase burgemeesters wensen te voorkomen. Om onze kinderen een leefbare wereld achter te laten en deze adaptatiekosten te voorkomen, engageerden de Wase gemeenten zich in het Europese burgemeestersconvenant. Hiermee verbinden de negen lokale besturen zich, om tegen 2020 jaarlijks ten minste 20% minder CO2 uit te stoten in het Waasland tegenover het referentiejaar 2011. Dit door in te zetten op energie-efficiëntie en de productie van hernieuwbare energie. Deze ambitieuze doelstelling brengt drie uitdagen met zich mee. Ten eerste de complexiteit van CO2reductie: er is nood aan robuuste wetenschappelijke kennis om de impact van CO2-reductieprojecten te berekenen in verschillende domeinen zoals huisvesting, economische processen, mobiliteit, energieopwekking, voeding en landbouw. Door de opstart van grootschalige en kleine CO2reductieprojecten moet er tegen 2020, jaarlijks minimum 210.689 ton CO2 minder uitgestoten worden. Een tweede uitdaging is de verspreiding en diversiteit van het netwerk: zo zijn er negen gemeentebesturen met hun politieke en administratieve eigenheid, zijn er tientallen belangengroepen en honderden bedrijven in verschillende CO2-producerende sectoren. Als deze verschillende actoren hebben elk hun verwachtingen en noden. Een derde uitdaging is het broodnodige draagvlak bij de 262.000 inwoners, waarvan ongeveer 100.000 huishoudens. Zonder de steun van de bevolking, passief of actief, ontstaat er een kans dat dit project kan vastlopen.
Begroting
Een grootschalige systeemverandering in verschillende gemeenten en organisaties, is een arbeidsintensief proces. Daarom voorzag het directiecomité van 24 september 2014 en de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 27 november 2014 in voldoende ondersteunde middelen. Deze middelen moeten de projectcoördinator bijstaan om 20% CO2-reductie te realiseren in het Waasland. De verdeling van de inkomsten kwam uit verschillende bronnen: Inkomsten Waas Fonds Provincie Interwaas Bijdrage gemeenten Klimaatplan (7x €5.500)
Over 3 jaar 203.250 euro 101.625 euro 101.625 euro 38.500 euro 445.000 euro
Per jaar 67.750 euro 33.875 euro 33.875 euro (eenmalige bijdrage)
Projectteam
Met deze middelen uit de begroting Waasland Klimaatland worden o.a. de lonen voor de projectcoördinator en administratieve ondersteuning voorzien. Deze vormen samen de ruggengraat van het projectteam Waasland Klimaatland.
2
Equivalent 1 VTE 0,5 VTE
Functie Projectcoördinator Burgemeestersconvenant Secretariaat
Persoon Kristof Van Gansen /
Daarnaast zijn er twee bestaande medewerkers binnen Interwaas die zeer aanverwante taken verrichten: zo is er de projectmanager Duurzaamheid die binnen haar takenpakket een belangrijke doelstelling heeft om CO2 te reduceren. Ook is er een projectmedewerker Vlaamse energielening, waarbij burgers terecht kunnen om een goedkope lening aan te vragen voor energiebesparende maatregelen in hun huis (dus die ook een rechtstreekse CO2-reductie tot gevolg heeft). Beide medewerkers worden via andere kanalen gefinancierd. Maar gelet op hun raakvlakken rond CO2-reductie (de doelstelling van het burgemeestersconvenant), worden deze mee in het projectteam Waasland Klimaatland opgenomen maar vallen buiten de projectbegroting. Equivalent 1 VTE 0,5 VTE
Functie Projectmanager Duurzaamheid Projectmedewerker Vlaamse energielening
Persoon Frauke Van Goethem Lizelot Deeren
In totaal zijn er nu 2,5 VTE voor het projectteam Waasland Klimaatland (exclusief de ambtenaren van de lokale besturen). Ter info wordt in bijlage een benchmark gepresenteerd met het team Gent Klimaatstad.
Ter info: ook vanuit de provincie Oost-Vlaanderen is er ondersteuning. Naast de financiële steun en zijn er twee medewerkers lid van het projecteam Waasland Klimaatland. Deze hebben echter een voltijdse opdracht bij de dienst Milieubeleidsplanning, - ondersteuning en Natuurontwikkeling van de provincie, daarom worden er geen VTE’s toegewezen aan deze personen. Functie Beleidsmedewerker Milieu Beleidsmedewerker Milieu en Klimaat
Persoon Saskia Van der Stricht Kim Rienckens
3
2. PROJECTTEAM EN BEGROTING WAASLAND KLIMAATLAND
Filosofie
Afgelopen jaren is de wetenschappelijke kennis rond CO2 reductie voor een stuk gedemocratiseerd. Zo zijn er verschillende tools van onder andere het VITO en de provincie Oost-Vlaanderen, die projecten rond CO2-reductie kunnen berekenen. Daarnaast is er de vaststelling dat grootschalige projecten van overheden de laatste jaren moeilijk aanvaard worden door de burgers wegens te weinig gedragenheid. Om dit te voorkomen zou er nog zwaarder ingezet worden op participatie en communicatie. Daarom werden er middelen (€55.000) voorzien voor een communicatiebureau. Wanneer deze opgeteld wordt met de buffer die voorzien werd voor de loonkost van de projectcoördinator, ontstaat een relatief groot budget. Zo kan de vraag gesteld worden of het interessant is om een tijdelijke participatiemedewerker aan te werven. Op deze manier wordt de expertise ‘in house’ bij Interwaas gehouden en is er meer mankracht om de gemeenten te bezoeken vanaf september. Om deze participatiemedewerker maximaal te laten renderen, voorzien we minimaal 1 participatie- sensibiliserings- of persactie per week in één van de negen Wase gemeenten en steden. Met in totaal 50 lokale acties waarvoor middelen worden voorzien. Deze lokale acties waren tot nu toe nog niet in het project voorzien. Maar dit kan een meerwaarde betekenen voor de lokale besturen aangezien Interwaas de 50 lokale acties in samenspraak met de bevoegde schepen en milieudienst organiseert. Naast de lokale acties, ondersteunt deze participatiemedewerker drie regionale grootschalige projecten over de periode 2015-2017. De participatiemedewerker ondersteunt ook de communicatie naar verschillende doelgroepen via verschillende kanalen (bijvoorbeeld beheer website, nieuwsbrieven op maat van doelgroep, persacties, sociale media...). Daarom wordt er gekozen om minder middelen te reserveren voor wetenschappelijk studiewerk, en een deel van deze middelen in te zetten om de harten en de hoofden van de Waaslanders te veroveren. Dit door de aanwerving van een tijdelijke participatiemedewerker op niveau B. Op deze manier kan de projectcoördinator verschillende CO2-reductie projecten opstarten in de gemeenten, deze begeleiden, zoeken naar financiering en het uitwerken van drie regionale acties. Daarnaast staat de participatiemedewerker in om iedere week een lokale actie op te zetten in samenwerking met het gemeentebestuur (50 lokale acties in het totaal), ondersteuning te bieden bij de regionale acties en communicatie.
Samenvatting takenpakket
Projectcoördinator burgemeestersconvenant Takenpakket Participatieve opmaak regionale visie en strategie
Eindverantwoordelijke opstellen van een gedragen en efficiënt Joint SEAP of gezamenlijk Klimaatactieplan. Aansturen van het wetenschappelijk studiebureau. Organiseren en voorzitten projectteam en stuurgroep Waasland Klimaatland. Expertise, opstarten en opvolgen CO2-reductie projecten op basis van Joint
4
SEAP Strategie en kwaliteitsbewaking voor 50 lokale acties. Zoeken en uitwerken van financiering CO2-recutie projecten: o.a. ESCO’s, EPC’s… Netwerk uitbreiden en samenbrengen (9 schepenen en hun administraties, tientallen organisaties en honderden bedrijven) o Ten minste 3 bezoeken in verschillende gemeenten per week (in functie van projecten) o In ten minste 3 bezoeken in verschillende sectoren (energie, economie, mobiliteit, landbouw,…) per week. o Halfjaarlijkse netwerkmoment voor journalisten en lokale beleidsmakers: waar staan we met uitvoering van CO2-reductie Beheer van doelgroepen uit samenleving (bottom-up): o senioren als eigenaars van meestal slecht geïsoleerde huizen; o kansarmen als grotere verbruikers; o bedrijven als onderdeel van nieuwe CO2-lage economie; o jongeren als toekomstige verbruikers; o jonge gezinnen als belanghebbenden bij lage energiefacturen; Beheer van doelgroepen zoals organisaties (top-down): o Lokale besturen o Bedrijven o Scholen en semipublieke instellingen o …. Bewaren van huisstijl Waasland Klimaatland en stroomlijnen communicatie conform het communicatieplan. Persberichten en –acties in samenspraak met lokale schepen en bevoegde administratie, de bedrijven of de deelnemende organisaties. Met logistieke ondersteuning lokale besturen. Opvolgen financiën en begroting Waasland Klimaatland. (Conform takenpakket en resultaatgebied arbeidsovereenkomst) 1 VTE: 1 juni 2015 – 31 december 2017
VTE en periode
Participatiemedewerker Takenpakket 50 lokale acties voor draagvlak bij de bevolking. Iedere week één lokale actie rond participatie of sensibilisering van burgers in samenwerking met het lokale gemeentebestuur. Met gemiddelde kostprijs per actie van €200. Interwaas voorziet een aanbod van participatie of sensibilisatieacties. Daarnaast wordt ingespeeld op bestaande acties in samenwerking met de lokale besturen en de provincie. In het jaar dat de participatiemedewerker tewerkgesteld is: worden er in totaal 6 acties gepland in iedere gemeente (om de 3 maand één actie). o Participatie: September 2015 – februari 2016 : 3 sessies per gemeente, zie participatie gezamenlijk klimaatplan (Joint SEAP). o Sensibilisering: januari 2016 – augustus 2016 : 3 acties per gemeente gebaseerd op Joint SEAP en doelgroepenbeleid (zie eerder). Interwaas biedt een 10-tal acties a la carte aan (op maat van verschillende doelgroepen en verschillende thema’s), waar de schepen of milieudienst
5
VTE en periode
Secretariaat Takenpakket
VTE en periode
een keuze kan maken welke acties geïmplementeerd worden in de gemeente. Uitvoeren en ondersteunen doelgroepenbeleid: uitwerken lokale acties én specifieke communicatie op maat voor verschillende thema’s (wonen, werken, mobiliteit..) Uitvoeren communicatiemiddelen in samenwerking met projectcoördinator; o Interactieve website (registeren acties op landkaart, getuigenissen doelgroepen, overzicht subsidies/studies,…) o Iedere week 1 mailing naar een specifieke doelgroep met boodschap op maat. (Iedere doelgroep krijgt om de 1,5 maand een mail op hun maat: met getuigenissen, gemakkelijke tips,…) o Ten minste 4 berichten op sociale media per week, met oog voor de doelgroepen o Iedere maand: nieuwsbrief naar alle milieudiensten, wat is de planning van volgende maand? o Ondersteuning met persberichten en –acties 1 VTE: 1 september 2015 – 1 september 2016
Plannen van vergaderingen en logistieke voorbereiding Administratief opzoekwerk Ondersteuning bij projecten of persacties Zendingen en bijhouden archief Nalezen van teksten 0,4 VTE: 1 juni 2015 – 31 december 2017
Voordelen
Het aanwerven van een tijdelijke participatiemedewerker is efficiënter dan een communicatiebureau. Zo kan de participatiemedewerker flexibeler ingezet worden in de verschillende gemeenten en steden. Daarnaast kan deze ook sensibiliseringsacties op het terrein doen die voortvloeien uit het SEAP. Ook wordt er meer mankracht beschikbaar, waardoor er meer taken uitgevoerd kunnen worden en Interwaas in-house expertise en ervaring opbouwt. Daarnaast is het uurloon van een personeelslid goedkoper dan een extern bureau.
6
Overzicht uitgaven 2015 – 2017 2015
2016
2017
Totaal €9.000
€600 €1.200
€1.200 €2.400
€1.200 €2.400
€3.000 €6.000
Strategie, coördinatie projecten, verzamelen netwerk en zoeken financiering Projecten en netwerk (ongeveer €100 per maand) Dienstverplaatsingen (ongeveer €200 per maand)
€46.600
Participatie, draagvlak en acties Opstart huisstijl grafisch (logo, website, nieuwsbrief, sjabloon…) 50 lokale acties in gemeenten voor draagvlak (gemiddeld a €200 per actie) 3 regionale grootschalige acties (ongeveer €5.000) Dienstverplaatsingen (ongeveer €100 per maand: ong. 16x 15 km a €0,34) Reserve Wetenschappelijke ondersteuning Wetenschappelijke ondersteuning studiebureaus: uitrekenen maatregelen
€18.000 €5.000 €5.000 €400 €0
€0 €5.000 €5.000 €800 €0
€0 €0 €5.000 €0 €2.400
€18.000 €10.000 €15.000 €1.200 €2.400
€30.000
€20.000
€0
€50.000 €339.400
Loonkost personeel (incl sociale bijdragen, woon-werkverkeer, maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, sociaal secretariaat) Loonkost A coördinator (1 VTE: 2,5 jaar) Loonkost B participatie en sensibilisering (1 VTE: 1 jaar) Loonkost C administratie en logistiek (0,4 VTE: 2,5 jaar) Overheadkosten op personeel Waasland Klimaatland
€37.500 €17.350 €11.950 €16.300 €134.200
TOTAAL PROJECT WAASLAND KLIMAATLAND
7
€64.250 €34.650 €21.200 €29.200 €185.400
€64.250 €0 €22.850 €19.900 €125.400
€166.000 €52.000 €56.000 €65.400 €445.000
3. PLAN VAN AANPAK 2015-2017 In de Startnota “Samenwerking tussen Provincie Oost-Vlaanderen en Interwaas voor het realiseren van gemeenschappelijke klimaatdoelstellingen en ondersteuning van de Wase gemeenten” werd er reeds een plan van aanpak uitgewerkt. Deze ging uit van de aanwerving van een projectcoördinator op 1 januari 2015, maar Kristof Van Gansen kon pas aan de slag op 1 juni 2015. Daarom wordt een aanpassing aan de planning voorgesteld:
FASE 1: PLANVORMING 2015 Stap 1: Engagement – => JUNI 2015 Eerst willen we een draagvlak genereren bij de verschillende gemeentebesturen om actief te participeren in een regionale klimaataanpak. De nadruk moet daarbij liggen op de economische voordelen van een doorgedreven klimaataanpak en de aangeboden begeleiding door de Provincie en Interwaas. De aanpak in Sint-Niklaas en Kruibeke kan als voorbeeld dienen voor de andere gemeenten. Deze stap kan geformaliseerd worden via een gezamenlijk ondertekeningsmoment van het Burgemeestersconvenant of een ‘Waas klimaatengagement’. Stap 2: Inventarisatie – JULI-OKTOBER 2015 De volgende zaken dienen in kaart gebracht te worden om de verdere aanpak en prioritering van acties te onderbouwen: - de CO2 uitstoot voor de regio en per gemeente op basis van de tool die VITO uitwerkte in opdracht van de Vlaamse Overheid - het hernieuwbaar energiepotentieel voor de regio en per gemeente op basis van de provinciale HE-scan - een inschatting van de economische voordelen voor de regio van een aantal mogelijke klimaatmaatregelen (cfr ZECOS project en maatregelentool VITO) Stap 3: Participatieve opmaak regionale visie en strategie JULI-NOVEMBER 2015 In overleg met de gemeenten en belangrijke externe actoren wordt eerst een visie en een strategie op niveau van de regio uitgewerkt. Dit is de basis en het kader voor de uitwerking van concrete actieplannen per gemeente of voor de opmaak van een regionaal SEAP afhankelijk van de keuze van de gemeenten uit het Waasland (stap 4). De actoren en experts op regionaal niveau, zoals de gemeentebesturen, regionale verenigingen, lokale bedrijven, kennisinstellingen uit de regio … worden samen gebracht in een platform of lerend netwerk. Het doel van dit lerend netwerk is: - draagvlak creëren voor een doorgedreven regionale klimaataanpak; - advies/input voor de regionale visie en strategie: de actoren/experts geven advies, elk vanuit hun eigen invalshoek; - uitwisseling van ervaringen en ideeën; - mogelijkheden tot samenwerking rond concrete projecten onderzoeken en synergiën zoeken tussen reeds lopende projecten in het Waasland. Hieruit kunnen ook partnerschappen komen die nuttig zijn voor de latere uitwerking en financiering van klimaatprojecten op het terrein.
8
Dit proces moet resulteren in een gedragen visie en de belangrijkste sporen voor het realiseren ervan (afbakening scope en (sub)doelstellingen, belangrijke doelgroepen, prioritaire thema’s en projecten …) + aanduiden prioritair te realiseren acties tegen 2020. Het lerend netwerk zal ook na stap 3 samen komen en meewerken aan de uitvoering van stappen 4 en 5. Stap 4: Participatieve opmaak gemeentelijke actieplannen – SEPTEMBER 2015-FEBRUARI 2016 Verder bouwend op - de regionale visie en strategie (stap 3) - de per gemeente opgemaakte CO2 nulmeting, HE-scan en economische analyse (stap 2) - het model klimaatplan dat de Provincie opmaakte voor de gemeenten - goede voorbeelden uit andere gemeenten en regio’s zullen per gemeente concrete actieplannen (2016-2020) worden opgemaakt en/of zal gekozen worden voor de opmaak van een regionaal SEAP. Een regionaal SEAP zorgt voor een lagere administratieve last en kan de efficiëntie verhogen. Wel moet projectcoördinator bij keuze voor regionaal SEAP toezien dat de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van elke gemeente blijft. Er zal telkens vertrokken worden van eenzelfde menu van mogelijke dringende en zinvolle acties die dan per gemeente wordt afgetoetst en verfijnd op basis van relevantie, haalbaarheid en specifieke gemeentelijke prioriteiten en opportuniteiten. Interne participatie: de diverse gemeentelijke diensten en schepenen van de betreffende gemeente moeten betrokken worden van bij het begin. Klimaat is immers niet iets van de milieudienst alleen en vergt een breed intern draagvlak. Bij voorkeur worden ook de OCMW’s en sociale huisvestingspartijen betrokken. Externe participatie: dit kan georganiseerd worden per doelgroep of per thema, per gemeente, voor enkele gemeenten samen of regionaal. Hoe deze participatie zal worden aangepakt dient later te worden bepaald, net als de vorm (bv klimaatlabo’s, denktanks, ronde tafels,…) waarin deze best plaatsvindt. Doelgroep: zeer breed, bv. Burgers, middenveld, handelaars/middenstand, lokale bedrijven, landbouwers… afhankelijk van de in de regionale strategie en door de gemeenten afgebakende doelgroepen en thema’s Doel: bijkomende ideeën verzamelen + aftoetsen voorliggende acties, draagvlak creëren, zoeken naar partners voor uitvoering Aangezien Sint-Niklaas en Kruibeke zelf al bezig zijn met de opmaak van actieplannen, zullen maximum 8 plannen moeten opgemaakt worden. Indien geopteerd wordt voor een regionaal SEAP zal moeten nagegaan worden of beide gemeenten ook nog kunnen aansluiten bij een eventueel regionaal SEAP. Stap 5: evaluatie fase 1 Resultaat? Hoeveel gemeenten hebben beslist mee te stappen in een regionaal klimaatverhaal? Knelpunten? Voor- en nadelen van gekozen participatiestrategie?
FASE 2: UITVOERING 2015-2017
9
Wordt in het najaar verder geconcretiseerd na participatietraject bij de lokale besturen.
4. BESLUIT De transformatie naar een CO2-lage en energie-efficiënte economie vereist mankracht. In plaats van één VTE (projectcoördinator) te omringen met consultants, wordt de keuze gemaakt om een team op te richten van gemotiveerde mensen om de ambitieuze uitdagingen van CO2-reductie te realiseren. Als tweede voordeel bouwen wij expertise op bij Interwaas. Voor specifieke vragen wordt er nog steeds beroep gedaan op externe consultants. Zo wordt er 50.000 euro gereserveerd voor wetenschappelijke ondersteuning en 18.000 euro voor communicatieve ondersteuning. De verlaging in de budgetten voor wetenschappelijke ondersteuning is toe te schrijven aan de reeds beschikbare kennis (zie VITO-studies, de SEAP’s van verschillende centrumsteden waaronder SintNiklaas, de verschillende studies bij provincie Oost-Vlaanderen…). Daarnaast wordt er gekozen om sterker in te zetten op de gedragenheid en bekendheid van het toekomstgerichte project Waasland Klimaatland. Het project blijft binnen het afgesproken budget.
10