Beleidsplan 2014-2017 Stichting Interplast Holland
‘Teamwork & Transparantie’
1
1.
INLEIDING
1.1 Algemeen Het beleidsplan 2014-2017 van Stichting Interplast Holland heeft als kernwaarden ‘Teamwork en Transparantie’. We benadrukken deze waarden extra omdat de huidige tijd dit met zich meebrengt. Teamwork binnen alle facetten in onze organisatie zorgen voor efficiëntie en continuïteit, zowel in binnen- als in buitenland. Transparantie leidt tot vertrouwen van iedereen die met Stichting Interplast Holland in aanraking komt. Stichting Interplast Holland - een kleine Nederlandse NGO - is werkzaam in ontwikkelingslanden op het gebied van reconstructieve chirurgie, brandwondenzorg en brandwondenpreventie. Opleiding aan lokale artsen en verpleegkundigen staat hierbij centraal zodat zij de medische en verpleegkundige zorg voor deze patiënten uiteindelijk zelf kunnen uitvoeren. Tot nu toe functioneert de organisatie op vrijwillige basis met uitzondering van een officemanager (24 uur per week). Het bestuur met directie taken, de beleidsadviseur, de verpleegkundige commissie, en de vrijwilligers die uitgezonden worden voor Interplast werken onbetaald. Nieuwe ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren in gang gezet waar de organisatie ook de komende jaren mee door zal gaan. Voorbeelden hiervan zijn het brandwondencentrum in Uganda, brandwondpreventieprogramma’s in Uganda en Guinee-Bissau (2014) en onderzoek waarbij continuïteit en duurzaamheid voorop staan. Stichting Interplast Holland is actief op zoek gegaan naar nieuwe partners in binnen- en buitenland waarmee intensieve banden worden aangegaan. Tot slot wordt waar mogelijk maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen Stichting Interplast Holland toegepast. 1.2 Geschiedenis In 1969 legde Donald Laub in de Verenigde Staten een basis voor het wereldwijde reconstructieve chirurgisch teamwerk. Zijn werk is een voorbeeld voor Stichting Interplast Holland en Interplast organisaties in andere Westerse landen, zoals Duitsland, Italië, Frankrijk en Australië & Nieuw Zeeland. Stichting Interplast Holland is opgericht in 1990 door prof. dr. B.D. de Jong, drs. R.J. Zeeman en Yvonne Nesselaar na een teamuitzending naar Uganda in 1989. De diverse Interplast-organisaties zijn volledig zelfstandig en financieel onafhankelijk (zusterorganisaties). De beste contacten heeft Interplast Holland met Interplast Duitsland en Interplast Australie & Nieuw Zeeland. In de jaren negentig zijn missies geweest naar o.a. Uganda, Ghana, Jemen, Pakistan, India, Vietnam en Bhutan. Op dit moment worden teams uitgezonden naar Uganda, Guinee-Bissau, Burundi, Zanzibar, Nigeria en ongeveer iedere drie jaar naar Indonesië. Ondersteuning wordt geboden aan Dokters van de Wereld bij teamuitzendingen naar Bangladesh en Sierra Leone.
2
In Uganda is in de beginjaren door de teams geconstateerd dat de slechte of ontbrekende zorg voor brandwondenslachtoffers zorgde voor ernstige complicaties in de vorm van infecties op de korte termijn en contracturen – dwangstanden van lichaamsdelen – op de lange termijn. In 1998 is Interplast Uganda opgericht om teamuitzendingen naar Uganda te structureren en om begin 2000 een Brandwondencentrum op te zetten. In november 2004 opent Mrs. Janet Museveni – First Lady van Uganda – het eerste deel van het centrum. Het laatste gedeelte is in februari 2007 in gebruik genomen. Van 1 juli 2011 t/m 30 juni 2012 zijn vijfhonderd patiënten met brandwonden opgenomen en intensief behandeld (zie tabel 1). Meer dan 1500 patiënten worden in dat jaar poliklinisch behandeld. Tabel 1 Oorzaken van brandwonden bij de opgenomen patiënten in de Burns Unit, Mulago Hospital Kampala, Uganda bij een totaal aantal van 539 opnames van juli 2011tot juli 2012 Oorzaak van de brandwond
Geslacht
Hete vloeistoffen Vuur/Brand Chemicaliën (o.a. Accuzuur mishandelingen) Onbekend
169 102 271 15 13 28 11 12 23
118
Totaal
313 226 539
♀
♂
99
Totaal % aantal patiënten patiënten ten opzichte van het totaal aantal opnames
217
Aantal kinderen jonger dan 5 jaar
% kinderen < 5 jr. van het totaal aantal patiënten bij de betreffende oorzaak
50,3% 5,2% 4,2%
211 9 3
79% 32% 13%
40,3%
77
100%
3
300
35,5%
55,6% (kinderen van totaal aantal patiënten)
2.
PROBLEEMANALYSE
In de ontwikkelingslanden waar Stichting Interplast Holland op het gebied van Reconstructieve chirurgie werkzaam is, doen zich behalve aangeboren medische problemen ook verworven afwijkingen voor. Lichamelijke beperkingen en brandwondenproblematiek worden in ontwikkelingslanden als zeer ernstig ervaren. Uit gesprekken met mensen in ontwikkelingslanden blijkt dat vooral door onwetendheid er allerlei aspecten kleven aan kinderen met een lichamelijke beperking. Bijgeloof dat deze kinderen monsters zijn en wantrouwen naar elkaar dat er een buitenechtelijke relatie is, spelen een rol. De kinderen worden weggehouden en verstopt voor de omgeving. Ze krijgen vaak geen reële kans in het leven. Ze worden uitgesloten van school en lopen intellectuele en emotionele achterstanden op. Deelname aan het arbeidsproces is moeilijk of zelfs onmogelijk. Ondersteuning van een afdeling plastische en reconstructieve chirurgie en een brandwondencentrum zijn nodig om deze patiënten te concentreren op een afdeling en de aandacht te geven die ze nodig hebben. Verworven aandoeningen, zoals brandwonden door onveilige situaties in en rond het huis, zijn te voorkomen. In de landen waar Stichting Interplast Holland werkzaam is, ontbreken gestructureerde brandwondpreventieprogramma’s. Deze zijn wel nodig om kennis, attitude en gedrag te verbeteren om brandwonden te voorkomen. Bij arme mensen die onder de armoedegrens van een dollar per dag leven, ontbreken de financiële middelen om medische zorg te betalen. In ontwikkelingslanden ontbreken fondsen en betaalbare ziektekostenverzekeringssystemen om operaties te bekostigen. Organisaties als Cordaid en HealthNet zijn bezig om hier verandering in te brengen maar dit is een langdurig proces en nog niet gerealiseerd. Tot slot is samenwerking met de directies van de ziekenhuizen en overheidsinstellingen belangrijk. Interplast Germany heeft ervaren dat de ziekenhuizen steeds vaker geld vragen voor bijvoorbeeld opnamekosten van patiënten en extra verrichte werkzaamheden van lokaal personeel. Het is noodzakelijk om hierbij een strategische positie in te nemen en kenbaar maken hoe we hiermee omgaan. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de medische problemen die teams tegenkomen, vervolgens op brandwondencentra/brandwondenpreventie en daarna op de overige problemen. In paragraaf 2.2 zijn de bevorderende en belemmerende factoren in Nederland binnen en buiten de organisatie uiteengezet. Tot slot komt in paragraaf 2.3 de samenwerking met andere organisaties en instanties aan de orde.
4
2.1
In ontwikkelingslanden
2.1.1 Medische problemen die verband hebben met reconstructieve chirurgie a. Lip-, kaak- en gehemeltespleten In ontwikkelingslanden komen eenvoudige tot zeer complexe lip-, kaak- en gehemelte spleten voor bij kinderen en volwassenen. Kennis en vaardigheden van medisch en verpleegkundig personeel schieten tekort om deze patiënten adequaat te behandelen en verzorgen. Verkeerde operatie- en behandeltechnieken hebben complicaties tot gevolg. b. Contracturen door brandwonden Uitgebreide diepe brandwonden zonder goede primaire behandeling hebben ernstige infecties tot gevolg. Er ontstaan contracturen met een dusdanige lichamelijke beperking dat de patiënt lichaamsdelen niet meer kan gebruiken. Een kin vergroeit bijvoorbeeld met de borstkas bij brandwonden van het halsgebied, onderarmen vergroeien met bovenarmen en onderbenen met bovenbenen. Bij een verbranding van het gezicht wordt behalve contracturen als complicatie ook vaak blindheid geconstateerd als gevolg van de verbranding zelf, uitdroging – door het niet meer kunnen sluiten van de oogleden – en/of infecties van de ogen. c. Tumoren en andere huidafwijkingen Lokale chirurgen opereren meestal geen complexe benigne en maligne tumoren in verband met gebrek aan kennis en vaardigheden. Vooral als er ingewikkelde structuren in de buurt liggen, zoals in de hals. Mensen hebben de financiële middelen niet om de operatie in een (universitair) ziekenhuis of in het buitenland te laten uitvoeren. d. Hypospadie en urethrafistels Urethrafistels – fistels van de plasbuis – zijn complicaties van een verkeerde techniek bij een besnijdenis bij jongens. Een hypospadie is een aangeboren afwijking bij jongens waarbij de urethra niet goed is aangelegd. Deze afwijkingen van de plasbuis bij jongens is een regelmatig voorkomend probleem (1 op de 200-300 jongens). Dit kan functionele moeilijkheden met urineren tot gevolg hebben en op volwassen leeftijd problemen met het aangaan van een sexuele relatie. Een operatie in een of twee etappes kan deze aandoening verhelpen. e. Verminkingen door oorlog, geweld en rampen In oorlogsgebieden in ontwikkelingslanden zijn veel mensen slachtoffer van geweld. Schotwonden en mishandelingen hebben misvormingen tot gevolg. In Noord Uganda bijvoorbeeld zijn neus, oren en lippen afgesneden om de mensen angst in te boezemen, of om te voorkomen dat ze kunnen vertellen wat er is gebeurd. Door de afgesneden lippen en neus zijn er een viertal lichamelijke problemen. Op de eerste plaats kwijlen de mensen door speekselvloed (per dag maakt een mens 1500 ml speeksel).
5
Ten tweede kunnen ze moeizaam eten en drinken waardoor ondervoeding dreigt. Ten derde is spreken een probleem. Ten slotte ontbreken de beschermende functie van de lippen en de neus. De mensen ontwikkelen stemmings- en gedragsstoornissen - in de vorm van een Post Traumatic Stress Syndrome (PTSS) – waarvan ze niet kunnen herstellen doordat ze dagelijks worden geconfronteerd met de lichamelijke beperkingen en misvormingen. De patiënten komen in sociaal isolement. Chirurgen van Stichting Interplast Holland kunnen door operaties lippen en neus reconstrueren, zodat de functies herstellen. Ook het uiterlijk verbetert na juist uitgevoerde operaties. Daarna is het mogelijk om het trauma te verwerken.
2.1.2 Brandwondencentra en brandwondenpreventie Brandwonden ontstaan wereldwijd meestal in de thuissituatie in de sloppenwijken (Aerts, M. 2010). Vooral kinderen en vrouwen zijn slachtoffer van brandwondongevallen. Oorzaken hiervan zijn: - hete vloeistoffen. Voornamelijk door pannen met pap en soep op instabiele kooktoestellen. Hete pap, soep, enz. staan binnen het bereik van kleine kinderen. Er wordt gesjouwd met te volle en te zware pannen met kokende vloeistoffen; - vuur dat meestal wordt veroorzaakt door omgevallen, instabiele kaarsjes bij de zeer brandbare matrassen/ muskietennetten in de hutten of de huisjes; - klein kind op de rug van de moeder dat uit de draagdoek glijdt en daarna op het hete/kokende kooktoestel of in het vuur valt; - onoplettendheid en weinig speelruimte voor kleine kinderen bij het huisje of de hut. Grotere broer of zus - vaak nog geen 10 jaar oud - moet oppassen maar overziet de onveilige situatie niet; - onbehandelde epilepsie door ontbreken van financiële middelen voor medicatie, door medicatieontrouw en door geloof in traditionele healing die een witchdoctor uitvoert. De algemene opvatting is dat de mensen met epilepsie zijn bezeten door kwade geesten. Onvoldoende voorlichting ligt daaraan vaak ten grondslag, hoewel mental health care organisaties hiermee bezig zijn. Het gevolg is dat vrouwen met epilepsie een grote kans hebben om een insult te krijgen. Als dit tijdens het koken gebeurt, vallen ze in het vuur of op de hete pannen, of krijgen ze hete vloeistoffen over zich heen als ze met volle, hete pannen gaan lopen; - mishandeling in de vorm van accuzuur. Het zuur wordt in het gezicht en over het lichaam van jonge vrouwen en mannen gegooid in verband met jaloezie over een vermeende buitenechtelijke relatie, over het land of over een goedlopend bedrijf; - mishandeling in de vorm van in brand steken van mensen als ze worden verdacht van roof of een andere misdaad. Het recht in eigen hand nemen en op deze manier de verdachte te straffen. Juiste primaire behandeling van brandwonden in ziekenhuizen is erg belangrijk om complicaties - vooral infecties en ernstige contracturen - te voorkomen. Teams van Stichting Interplast Holland constateren bij zeer veel patiënten op de poliklinieken en in de ziekenhuizen dat dit niet gebeurt. Speciale brandwondenafdelingen of –centra ontbreken en patiënten liggen meestal verspreid door het hele ziekenhuis. Artsen en
6
verpleegkundigen bezitten niet de kennis, vaardigheden en middelen voor een goede behandeling. In Uganda heeft dit geleid tot een brandwondencentrum in Mulago Hospital Kampala met financiële ondersteuning en middelen van Stichting Interplast Holland. Gedurende de jaren zijn de opnamegegevens in een database bijgehouden met waardevolle data over onder andere de patiëntencategorieën, de oorzaken en de afkomst van de patiënten. Op dit moment is de ‘Burns Unit’ in Mulago Hospital zo ver dat ze zelf de organisatie op zich kunnen nemen. Stichting Interplast Holland heeft daarom de afgelopen jaren de financiële ondersteuning afgebouwd van zeventig procent in 2011, dertig procent in 2012 tot nul in 2013. De brandwonden zijn vaak uitgebreid en donorsite van de patiënt is soms ontoereikend om huidtransplantaties uit te voeren. In dit kader is amnion een goed alternatief in ontwikkelingslanden. De techniek is eenvoudig en goedkoop. Het is wel een enorme stap, omdat orgaantransplantaties in Afrikaanse landen niet altijd mogelijk zijn. Het is niet toegestaan of er wordt geen toestemming gegeven om organen van een ander mens te gebruiken. Op dit moment lijkt in Uganda een opening te komen, omdat het Ministerie van Volksgezondheid haar fiat heeft gegeven om te starten met hoornvliestransplantaties. Belangrijker dan primaire behandeling is het voorkomen van brandwonden en een juiste eerste hulp toe te passen. In 2010 is een intern onderzoek gedaan of het zinvol is om te starten met brandwondenpreventieproject in Uganda (Aerts, 2010). Aan het einde van datzelfde jaar is een implementatieplan hiervoor gemaakt door Stichting Interplast Holland. In 2011 zijn brandwondpreventieprogramma’s gestart met ondersteuning van de Nederlandse Brandwonden Stichting (NBS). In andere bezochte Afrikaanse landen ziet Stichting Interplast Holland dezelfde problematiek als in Uganda. In Burundi is het heel goed mogelijk om op dezelfde manier als de oprichting van de UBPSI een lokale Interplast organisatie – in eerste instantie als zusterorganisatie – en een reconstructieve afdeling met brandwondencentrum op te zetten. 2.1.3 Samenwerking met ziekenhuizen en overheidsinstellingen a. Samenwerking met de lokale chirurgen, artsen en verpleegkundigen. Stichting Interplast Holland wil gedurende de uitzendingen de lokale chirurgen, artsen en verpleegkundigen trainen zodat ze de operaties, met de voor- en nazorg, uiteindelijk zelf kunnen uitvoeren. Bovendien wil het team na vertrek de nazorg garanderen. Soms blijft een van de teamleden hiervoor iets langer, maar het is beter om een goede nazorg te bewerkstelligen door samenwerking met lokale stafmedewerkers.
7
Op dit moment lukt het niet altijd om lokale artsen en verpleegkundigen te vinden die willen samenwerken. Oorzaken hiervan zijn: - In het verleden hebben buitenlandse organisaties in de ziekenhuizen geopereerd die stafleden niet toestonden om aan het team deel te nemen. De artsen en verpleegkundige hebben alleen op afstand mee mogen kijken zodat ze ook afstand houden bij teambezoeken van Stichting Interplast Holland. Dit blijkt uit gesprekken die met stafleden zijn gevoerd. - teams van Stichting Interplast Holland presenteren zich niet altijd aan de directie van een ziekenhuis. Ze zijn daarbij soms niet uitnodigend naar samenwerking met de stafmedewerkers. In Nederland wordt contact gezocht met de te bezoeken ziekenhuizen voorafgaand aan de missie. b. Samenwerking met lokale Interplast organisaties. Bij intensieve projecten zoals het opzetten en ondersteunen van het brandwondencentrum in Uganda wordt in het gastland eerst een zusterorganisatie opgericht in samenwerking met Stichting Interplast Holland, bijvoorbeeld Interplast Uganda. Dit maakt het leggen van contacten eenvoudiger. Bovendien zorgt dit voor duurzaamheid en borging van projecten die geïmplementeerd worden. c. Samenwerking met lokale en landelijke overheden Samenwerking met lokale en landelijke overheden is een belangrijk onderdeel bij een missie. Zij ondersteunen op de eerste plaats het team bij (logistieke) problemen die zich voor kunnen doen, zoals transport, verblijfplaats en communicatie met de media. Ten tweede stimuleren ze de samenwerking met de lokale medische en verpleegkundige staf. In Nederland wordt vaak al een begin gemaakt door overleg te hebben met de ambassade of het consulaat van het gastland. d. Samenwerking met contactpersonen In elk gastland heeft Stichting Interplast Holland contactpersonen. Met hen is vooraf contact via de telefoon, internet of in de vorm van bilateraal overleg. Zij kunnen zowel in Nederland als in het gastland helpen om de contacten te leggen, logistieke problemen te verhelpen en ondersteuning te bieden als bijvoorbeeld een tolk nodig is. 2.2
In Nederland
2.2.1 Vrijwel volledig functioneren op vrijwillige basis Stichting Interplast Holland bestaat bijna 24 jaar en er is tot nu toe veel bereikt. Tot en met 2013 zijn 11234 mensen geopereerd. Door af en toe mensen thuis te bezoeken en door mensen terug te zien op de polikliniek kan worden vastgesteld dat ze kansen in het leven hebben gekregen. Zowel lichamelijk als de mentaal is verbetering te constateren. Op sociaal gebied heeft het leven een positieve wending gekregen: ze kunnen naar school en deelnemen aan het arbeidsproces. Het gevolg is dat ze voor zichzelf kunnen zorgen en niet afhankelijk blijven van anderen.
8
Het nagenoeg volledig functioneren op vrijwillige basis kent een aantal beperkingen met als kernprobleem gebrek aan menskracht en tijd. Dit heeft effect op een aantal aspecten. a. Duurzame resultaten worden slechts langzaam gerealiseerd. Vooral in gastlanden waar te weinig wordt samengewerkt met stafmedewerkers van een ziekenhuis, ziekenhuisdirectie en (lokale) overheid zijn er tot nu toe onvoldoende resultaten geboekt. In Uganda is de doelstelling wel gehaald in de vorm van de UBPSI (Uganda Burns and Plastic Surgical Institute) en het brandwondencentrum. Het ziet ernaar uit dat dit vanaf 2013 op projectmatige ondersteuning kan functioneren in plaats van continue financiering. b. Fondsenwerving. Door onvoldoende menskracht en tijd is de fondsenwerving onvoldoende, zodat de uitvoering van de activiteiten beperkt wordt. c. Stichting Interplast Holland is een kleine NGO (Non Governmental Organization). Bekendheid beperkt zich voornamelijk tot de (reconstructieve) medische wereld en familie/bekenden van de vrijwilligers. Incidenteel vindt aandacht in de media plaats. d. De logistieke organisatie is de afgelopen jaren sterk verbeterd, maar veranderingen van organisatie behoeft continue aandacht van het bestuur. Het jaarverslag heeft plaats gemaakt voor Het Jaaroverzicht. Het financiële jaarverslag is te vinden op de website van Stichting Interplast Holland en op de website van het CBF = Centraal Bureau Fondsenwerving. ( http://www.cbf.nl/Instelling-documenten/4256/Interplast-Holland-St ). 2.2.2 Superspecialisaties binnen de reconstructieve chirurgie De afgelopen jaren treedt superspecialisatie binnen de reconstructieve chirurgie steeds meer op wat in Westerse landen niet te vermijden is. Plastisch chirurgen specialiseren zich binnen het vakgebied waardoor ze niet meer allround zijn. Een zeer beperkt aantal plastisch chirurgen kan schisis- en brandwondoperaties uitvoeren. Anesthesiologen in Nederland zijn geavanceerde apparatuur gewend en hebben moeite om met beperkte middelen op operatiekamers in een ontwikkelingsland te werken. Het dalend aantal generalisten heeft een vermindering tot gevolg van het aantal plastisch chirurgen en anesthesiologen dat uitgezonden kan worden. Dit brengt met zich mee dat een teamuitzending moeilijker te organiseren zal zijn. 2.2.3 ‘CBF-Certificaat voor kleine goede doelen’ Sinds januari 2011 heeft Interplast (in plaats van het CBF-Keur) het ‘CBF-Certificaat voor kleine goede doelen’. Dit wordt toegekend aan fondsenwervende organisaties die zich op een verantwoorde wijze bezighouden met de werving en besteding van verkregen gelden. Hier worden zij ook op getoetst!
9
2.3 Samenwerking 2.3.1 Samenwerking met andere organisaties Stichting Interplast heeft de afgelopen jaren met andere organisaties in Nederland samengewerkt. Meestal gebeurde dit ad hoc en was er geen sprake van duurzame contacten. Door de oprichting van het brandwondencentrum is het contact met de Nederlandse Brandwonden Stichting vooral de laatste drie jaar hechter geworden. In Indonesië werkt Stichting Interplast Holland samen met Zr. André Lemmers (Stichting Sinarpelangi) die tevens mediator van het Liliane Fonds is. De belangrijkste Stakeholders in alfabetische volgorde per 1 januari 2014 zijn: a. Ambassades en consulaten b. Dokters van de Wereld (Medicin du Monde) c. Izere (Burundi Diaspora in Nederland), contactpersoon: André Nkeshimana d. Liliane Fonds e. Nederlandse Brandwonden Stichting f. ‘Reputatiegroep’, adviesbureau voor reputatievraagstukken → NVPC (Justine Krenning)
2.3.2 Internationale samenwerking De samenwerking tussen zusterorganisaties verloopt stroef. Ondanks dat vanuit ESPRAS is geprobeerd om uitzendingen van plastisch chirurgen te stroomlijnen, is dit nog niet van de grond gekomen. Daardoor komt het voor dat een team in een gebied komt, waar net een team uit een ander land is geweest. Stichting Interplast Holland probeert dit te voorkomen, door dit vooraf te bespreken met de contactpersoon, ambassade of overheid van het gastland.
10
3 VISIE EN MISSIE VAN STICHTING INTERPLAST HOLLAND 3.1 Visie van Stichting Interplast Holland Stichting Interplast Holland beoogt in ontwikkelingslanden op de eerste plaats een samenleving waarin kinderen en volwassenen met lichamelijke beperkingen medisch worden behandeld, zodat ze fysiek, geestelijk en sociaal volledig kunnen participeren in hun omgeving, en ten tweede een samenleving waarin brandwonden worden voorkomen. 3.2 Missie van Stichting Interplast Holland Stichting Interplast Holland is een ideële organisatie die een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling op het gebied van reconstructieve behandelingen en chirurgie in ontwikkelingslanden door middel van participatie tot zelfstandigheid van lokale artsen, verpleegkundigen en andere medewerkers is bereikt. De organisatie kan dit bewerkstelligen door de uitvoering van operaties, trainingen en opleidingen tijdens teamuitzendingen, de oprichting en ondersteuning van plastisch/reconstructieve- en brandwondencentra, en het opzetten van brandwondenpreventieprogramma’s. Door middel van onderzoek blijft onze organisatie kritisch naar te behalen en verworven resultaten. 3.3 Doelbeschrijving en Resultaten 2014-2017 De doelen van Stichting Interplast Holland voor de komende drie jaar: • de teamuitzendingen en (langdurige) individuele missies continueren, zoals dat op dit moment gebeurt • financiële ondersteuning van de UBPSI in Uganda op projectbasis en bij ernstige problematiek door bijzondere omstandigheden waarbij het brandwondencentrum een groot aantal patiënten in korte tijd moet opvangen • onderzoek naar de mogelijkheden om in een bestaande setting een plastisch- en brandwondencentrum op te zetten in Burundi • brandwondenpreventieprogramma in Uganda overdragen aan Unicef Uganda en Uganda Red Cross Society • brandwondenpreventie starten in Guinee-Bissau • samenwerking met andere instanties en organisaties nationaal en internationaal onderhouden en nieuwe contacten aangaan; • fondsenwerving voortzetten • kantooractiviteiten blijven ontwikkelen • financiële administratie optimaliseren en ontwikkelen. • communicatie en PR optimaliseren en ontwikkelen
11
4 ACTIVITEITEN 4.1 Teamuitzendingen 4.1.1 Uitvoeren van reconstructieve chirurgie bij de allerarmsten Er vinden jaarlijks ongeveer 5 tot 8 teamuitzendingen plaats. In de loop der jaren heeft Interplast veel knowhow opgebouwd t.a.v. teamuitzendingen en het werken in ontwikkelingslanden. Aanvragen voor teamuitzendingen komen uit de landen zelf of van organisaties die in die landen werkzaam zijn zoals; andere ontwikkelingsorganisaties, ambassades en consulaten. 4.1.2 Opleiding en trainingen in ontwikkelingslanden Tijdens uitzendingen van teams en professionals worden trainingen verzorgd. Zowel theoretische kennis als kennis in de praktijk worden aangeboden. Op deze manier zijn al veel artsen en verpleegkundigen opgeleid in de reconstructieve chirurgie, medische kennis, brandwondenzorg en het uitvoeren van brandwondenpreventieprogramma’s. Verder wordt er ook kennis overgedragen over hygiëne en sterilisatieprocessen aan anderen. Om kennis voldoende over te kunnen dragen is integratie van het team binnen de omgeving waar gewerkt wordt heel belangrijk. Stichting Interplast Holland streeft daarom naar zo klein mogelijke teams. Lokale mensen worden gestimuleerd om mee te doen en te denken in plaats van aan de zijlijn toe te kijken. 4.2 Brandwondencentrum in Uganda en mogelijk in Burundi Stichting Interplast Holland heeft in Uganda een brandwondencentrum opgezet samen met de Ministry of Health, Mulago Hospital, Makarere University en Interplast Uganda. Afgevaardigden van deze organisaties zitten in het bestuur van de UBPSI (Uganda Burns and Plastic Surgical Institute), de overkoepelende organisatie van het brandwondencentrum die hiervoor is opgericht. Het brandwondencentrum is gesitueerd in het bestaande grote overheidsziekenhuis Mulago Hospital in Kampala. Hiervoor is gekozen i.v.m. duurzaamheid, zodat voortgang verzekerd is als Stichting Interplast Holland zich in de toekomst terugtrekt. 4.2.1 Ondersteuning van het brandwondencentrum De eerste jaren heeft Stichting Interplast Holland het brandwondencentrum volledig financieel ondersteund. Nadat deze ondersteuning is afgebouwd, blijft de ondersteuning in de vorm van projectaanvragen waarvoor in Nederland fondsenwerving wordt gedaan. Stichting Interplast Holland houdt een afgevaardigde in het bestuur van de UBPSI. Bij visitaties wordt gekeken naar de organisatie, de financiële situatie, de ontbrekende kennis en de middelen die prioriteit hebben. Ook wordt gekeken naar fondsenwerving en financiële ondersteuning die in Uganda mogelijk is. Medische en verpleegkundige kennis wordt overgedragen in de vorm van praktijk en theorie en integratie van beiden. Verder worden mensen opgeleid in de administratie en databestanden bijhouden. Ook het maken van rapportages en jaarverslagen zijn onderdeel hiervan.
12
4.2.2 Medisch studenten en anderen naar het brandwondencentrum Stichting Interplast Holland ondersteunt Nederlandse medisch studenten hun keuze co-schap in het brandwondencentrum uit te voeren. Er wordt van de studenten wel een grote mate van zelfstandigheid en eigen inbreng verwacht. Ook andere disciplines, zoals een ergotherapeut, hebben in het brandwondencentrum gewerkt voor Stichting Interplast Holland. 4.2.3 Brandwondencentrum in Burundi Op dit moment wordt onderzocht of het mogelijk is om ook in Burundi een brandwondencentrum op te zetten. De problematiek rondom brandwonden is gelijk aan die van Uganda voordat het brandwondencentrum er was. Ook hier wordt gekeken naar een geschikt ziekenhuis, zodat brandwondenzorg een blijvende plaats krijgt binnen een bestaande setting. 4.3 Brandwondenpreventie in Uganda en Guinee-Bissau Uit de database die de afgelopen tien jaar in het brandwondencentrum in Uganda is opgebouwd, blijkt dat de meeste brandwonden rondom het huis gebeuren. De meeste brandwondenslachtoffers zijn kinderen onder de vijf jaar! Deze zijn allen te voorkomen, d.w.z. dat meer dan 60% van de brandwonden te voorkomen zijn. Brandwonden voorkomen is erg belangrijk: op de eerste plaats is de brandwondenzorg er kostbaar door de verbandmiddelen, zalf, medicatie en vele operaties gedurende vaak een lange periode – soms langer dan een half jaar. Op de tweede plaats hebben patiënten en hun verzorger bij ziekenhuisopname geen inkomsten. In de CIA Factbook van 2009 (www.cia.gov) zijn de data te vinden hoeveel mensen in een land onder de armoedegrens leven. In Uganda is dit 35% van de bevolking in 2009. Brandwonden komen het meeste voor bij de allerarmsten die in de sloppenwijken wonen. In Uganda waren nog geen brandwondenpreventieprogramma’s. Na onderzoek is in 2011 gestart met brandwondenpreventie. Samen met de ondersteuning van de Nederlandse Brandwonden Stichting zijn BPOs – Burn Prevention Officers – opgeleid. Zij voeren de programma’s uit in de Communities en op de scholen in de sloppenwijken. Bij naonderzoek blijkt dat het brandwondenpreventieprogramma een groot succes is. Tijdens de 1460 sessies waarvan 58 op scholen werden ongeveer 70.000 mensen bereikt over preventie en eerste hulp bij brandwonden. Kennis, attitude en gedrag zijn bij deze mensen verbeterd en het aantal nieuwe brandwondenslachtoffers in de thuissituatie daalt. In Uganda worden deze programma’s nu en in de toekomst grootschalig gemaakt door Unicef Uganda en het Uganda Red Cross Society onder de ‘Mother and Child programs’. In Guinee-Bissau – een veel kleiner land dan Uganda met 1,6 miljoen inwoners – worden ook veel brandwondenslachtoffers gezien. In de hoofdstad is al een brandwondenafdeling in overheidsziekenhuis. Ook hier blijkt dat de huisongevallen de grootste oorzaak zijn en dus te voorkomen. Begin 2014 wordt onderzoek gedaan naar de determinanten van brandwonden en gekeken of het mogelijk is om ook hier brandwondenpreventie uit te voeren.
13
4.4
Onderzoek
4.4.1 Vooraf aan teamuitzendingen in een nieuw land of regio Bij een verzoek uit/voor een nieuw land of regio wordt soms vooronderzoek gedaan. Een teamlid van Stichting Interplast Holland gaat naar het betreffende land en bezoekt de lokale partners en/of gaat op zoek naar nieuwe partners. Zij is/zijn het aanspreekpunt. Lokale ziekenhuizen worden bezocht en beoordeeld of zij aan de criteria voldoen om een teamuitzending te laten plaatsvinden. Ook wordt bekeken welke periode van het jaar het beste is voor de teamuitzending. Als aan alle voorwaarden is voldaan, vindt vervolgens de uitzending van een klein team plaats. Dit houdt in: een of twee plastisch chirurgen, een anesthesioloog, een chirurgie assistent of verpleegkundige, en een anesthesieverpleegkundige. Afhankelijk van het patiëntenaanbod, het enthousiasme/inzet van de lokale artsen, verpleegkundigen en medewerkers, en de randvoorwaarden wordt de planning voor de volgende jaren gemaakt. 4.4.2 Onderzoek naar lange termijnresultaten van teamuitzendingen In 2011 is Stichting Interplast Holland gestart met naonderzoek na teamuitzendingen. In november van dat jaar is naonderzoek gedaan in Noord Uganda naar de resultaten van operaties aan brandwondcontracturen. Hierbij is samengewerkt met AVSI en Aynet. Wat zijn de resultaten van de operaties op de lange termijn en waar moet meer aandacht aan worden geschonken tijdens de teamuitzendingen. Hierbij zijn niet alleen de medische resultaten belangrijk, maar ook naar de sociale impact voor de patiënten: in hoeverre is de functionaliteit van de lichaamsdelen verbeterd en vindt de acceptatie door de omgeving plaats. 4.4.3 Onderzoek i.v.m. preventie van brandwonden • Op de eerste plaats is het belangrijk om te weten wat de oorzaken van de brandwonden zijn en waar de patiënten vandaan komen. Het kan namelijk per regio verschillend zijn. Feit is wel dat wereldwijd de meeste slachtoffers jonger dan 5 jaar zijn (intern onderzoek Stichting Interplast Holland, 2010). • Onderzoek of het mogelijk is om brandwondenpreventie te starten. • Resultaten van de brandwondenpreventieprogramma’s. 4.5
Gestructureerde administratieve- en beleidsondersteuning van vrijwilligers en medewerkers op kantoor. Stichting Interplast Holland is een kleine NGO, gestuurd en geleid door een bestuur met directietaken. Het kantoor is bemand door een officemanager – betaalde functie, 24 uur per week - en een beleidsadviseur voor 8 uur per week. De verpleegkundige commissie bestaat uit 5 personen en er is een groot aantal vrijwilligers voor teamuitzendingen. Samenwerking met andere instanties en organisaties binnen en buiten Nederland staat voor Stichting Interplast Holland hoog op de agenda. Hiervoor moet een beleid worden vastgesteld dat duidelijk biedt aan de (on)betaalde werknemers en zorgt voor een gestructureerde administratieve- en beleidsondersteuning.
14
5
MARKETING, COMMUNICATIE EN PR
Stichting Interplast Holland heeft geen afdeling marketing en of PR. Het bestuur, de officemanager en de vrijwilligers doen de PR, vaak door mondelinge contacten en of verhalen, door het geven van lezingen voor service clubs zoals Rotary clubs, Lion clubs, Kiwanis en particuliere stichtingen, etc. Met Interviews in kranten en een enkele keer op televisie wordt geprobeerd de naamsbekendheid te vergroten. Ook wordt, selectief, geadverteerd (bijv. in de notarisagenda). Stichting Interplast Holland vindt het belangrijk dat de organisatie transparant is. Jaarlijks wordt een jaaroverzicht uitgegeven. De jaaroverzichten en de jaarrekeningen zijn op de website te vinden: www.interplastholland.nl. Hier zijn ook de volledige verslagen van de teamuitzendingen, fotomateriaal en films te bekijken. Er zijn diverse brochures: Stichting Interplast Holland en de Burns Unit in Uganda. Er is een boek waarin operatietechnieken bij diverse Schisis patiëntjes worden beschreven, ondersteund met eigen fotomateriaal (auteur drs. Rein Zeeman).. 6 ORGANISATORISCHE GEGEVENS STICHTING INTERPLAST HOLLAND 6.1 Juridische structuur Interplast Holland is een in 1990 opgerichte stichting die gevestigd is te Leiden, KVK no. 41168141. Stichting Interplast Holland is een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Dit betekent dat er geen schenk- of erfbelasting betaald hoeft te worden te betalen over een donatie of nalatenschap. De Statuten van Interplast zijn op te vragen bij de officemanager.
6.2 Interne Organisatie 6.2.1 Bestuur en kantoormedewerkers Het bestuur van Stichting Interplast Holland bestaat uit 3 personen: een plastisch chirurg NP (voorzitter), een anesthesioloog (secretaris) en een belastingadviseur (penningmeester). Zij bepalen de koers van Stichting Interplast Holland. Minimaal een keer per maand vindt formeel overleg plaats binnen het bestuur. Minimaal één keer per twee maanden wordt de vergadering bijgewoond door de beleidsadviseur. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt door de secretaris van het bestuur. De jaarrekening wordt opgesteld en gecontroleerd door With Accountants. Het bestuur bepaalt bij welke organisaties fondsenwerving plaatsvindt en aan welke projecten (gedoneerd) geld wordt besteed. Individuele projecten vinden plaats in overleg met bestuursleden. Van alle projecten worden verslagen gemaakt die worden bewaard op het kantoor van Stichting Interplast Holland. Ze worden gebruikt voor evaluatie van het project, publicatie in het jaaroverzicht of op de website.
15
-
Bestuur Stichting Interplast Holland: Drs. R.J. Zeeman (voorzitter) Dr. R. van Leersum (secretaris) Dhr. H. Koster (financiën)
Beleidsadviseur Marjo Aerts MPH
- Stakeholders (zie Stakeholders) - Media
Office Manager Annemarie Maas
Ongeveer 100 Vrijwilligers Namen zijn bekend op kantoor
Figuur 1: Organigram van Stichting Interplast Holland Het bestuur heeft de leiding over de kantoormedewerkers en de vrijwilligers. Contracten worden met de voorzitter van het bestuur besproken, evenals arbeidsvoorwaarden en het afwijken daarvan tussentijds. Bij zijn afwezigheid zal een van de andere bestuursleden deze taak op zich nemen. 6.2.2 Beleidsadviseur 0,2fte en officemanager 0,6 fte Het bestuur heeft de leiding over de strategieën en activiteiten. De beleidsadviseur – 0,2 fte op basis van 40-urige werkweek) en officemanager (0,6 fte op basis van 40urige werkweek) voeren werkzaamheden uit volgens de functieomschrijving die ze hebben gekregen en houden de bestuursleden volledig op de hoogte – mondeling en per e-mail – van werkzaamheden, ontwikkelingen en contacten. De voorzitter zorgt dat er structureel overleg plaatsvindt tussen bestuursleden, de beleidsadviseur en de officemanager om werkzaamheden op elkaar af te stemmen en lopende zaken te bespreken. Het kantoor bevindt zich op de vierde etage van het Poortgebouw, tegenover het Leids Universitair Medisch Centrum. Er zijn twee ruimtes beschikbaar, waarvan een ook dient als vergaderruimte. Verpleegkundige commissie Er is een verpleegkundige commissie die bestaat uit 5 personen: 3 voor de chirurgie en 2 voor de anesthesie. Zij hebben meerdere keren per jaar een overleg met het Bestuur over lopende zaken en problemen waar ze tegenaan lopen. Er is een magazijn voor alle materialen en middelen in het Poortgebouw. De leden van de verpleegkundige commissie beheren dit magazijn. Verder assisteren zij de teamleden, die meegaan met een teamuitzending, bij het inpakken. De vrijwilligers die voor de eerste keer meegaan, worden extra begeleid. Zij krijgen voorlichting over de missie. De anesthesiemedewerkers krijgen bovendien het anesthesieprotocol dat met hen wordt doorgenomen.
16
6.2.3 Vrijwilligers De vrijwilligers die aangesloten zijn bij Stichting Interplast Holland: • 20 Plastisch chirurgen • 20 Anesthesiologen • 50 Anesthesie en Chirurgie medewerkers 6.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Stichting Interplast Holland ziet de noodzaak in duurzame bedrijfsvoering en probeert haar steentje bij te dragen. Als blijkt dat hier niet naar wordt gehandeld, wil zij dat (als nodig in vertrouwen) graag horen. - Stichting Interplast Holland wil niet samenwerken met bedrijven of organisaties die in verband kunnen worden gebracht met kinderarbeid, wapenhandel of milieuvervuiling. - Stichting Interplast Holland treedt op als mediator op voor Nederlandse studenten om een stage of coschap in een ontwikkelingsland uit te voeren. - Visitaties naar landen waar Stichting Interplast Holland werkzaam is, worden gedaan omdat ze noodzakelijk zijn. Het aantal reizen wordt tot minimum beperkt en niet uitgevoerd als het niet persé noodzakelijk is. - Alle correspondentie die per e-mail uitgevoerd kan worden, zal niet per post worden verstuurd. Stichting Interplast Holland is een lerende organisatie. De komende jaren wil Stichting Interplast Holland meer maatregelen treffen die een bijdrage leveren aan duurzaam ondernemen en daardoor een ondersteuning bieden aan het milieu. Suggesties hierbij zijn daarom altijd van harte welkom.
17