Beleidsplan Keel-Neus-Oorheelkunde 2015-2018
De 10 stappen naar perfectie
I Inleiding Voorwoord In deze uitgave presenteert de vakgroep KNO van het Deventer Ziekenhuis het beleid voor de komende vier jaar. Het huidige beleidsplan is het logische vervolg op dat van 2012-2014, getiteld: ‘De patiënt centraal in excellente zorg’ (http://www.kno-deventer.nl/index.php/wetenschap/ publicaties#). Er is de afgelopen jaren hard gewerkt om de belangrijkste items uit dit plan te realiseren. Voorbeelden hiervan zijn het invoeren van capaciteitsplanning, het ontwikkelen van onze website www.kno-deventer.nl, het verkrijgen van de opleidingserkenning, het jaarlijks uitzetten van de patiëntenenquête, het opstellen van een convenant, het optimaliseren van dossiervoering, implementeren van richtlijnen en het maken van werkafspraken met- en nascholen van huisartsen. Op 1 oktober 2014 is Dr. W.J.M. Videler toegetreden tot de vakgroep als opvolger van B. Mees die zijn werkzaamheden heeft beëindigd per 1 mei 2014. De vakgroep heeft in zijn nieuwe samenstelling een beleidsvergadering gehouden in het IJsselhotel op 1 december 2014. Deze vergadering is de basis voor het huidige beleidsplan. In onze optiek is er nog een tiental stappen te zetten op het pad naar perfectie. Deze stappen zullen de komende jaren vol enthousiasme worden gezet.
Deventer 15-6-2015 Dr. J. Buwalda Vakgroepvoorzitter/ Medisch Manager
Missie
De vakgroep wil de aan haar toevertrouwde patiënt de best mogelijke KNO-heelkundige zorg bieden, getoetst aan het best beschikbare bewijs. Hierbij wordt effectief en efficiënt gebruik gemaakt van de ons ter beschikking gestelde middelen.
Organisatie
De vakgroep KNO bestaat uit 6 KNO-artsen (5.3 fte). Voor de organisatorische zaken is er een dagelijks bestuur met voorzitter, secretaris en penningmeester. Twee vakgroepleden sturen respectievelijk de polikliniek en de kliniek aan. De B-opleider organiseert de stages van aios uit het UMCU. De vakgroep heeft afgevaardigden voor de lokale, regionale en landelijke vergaderingen. Verder zijn er commissariaten benoemd, afgebakende delen van de organisatie, waarvoor de vakgroepleden de verantwoordelijkheid dragen.
Nederlandse Vereniging voor KNO-Heelkunde
Regionale KNO-vereniging
Bestuur Vereniging Medische Staf
Vrijgevestigde Specialisten Deventer
audiologie en samenwerking AC
coassistentenonderwijs
afvaardigingen
Centrale Opleidingscommissie Deventer
voorzitter
kwaliteitsbewaking secretaris DBC zaken
dagelijks bestuur penningmeester
electronisch patientendossier
comissariaten
Vakgroep KNO
chef de policlinique
externe betrekkingen
chef de clinique materiaalbeheer
vervolgopleidingen
Werving en benoeming
wetenschap
B opleider
Samenstelling vakgroep Drs. T. (Tjipco) van der Laan 1986-1990 1990-1993 1993-heden
Opleiding KNO UMCG, Groningen Staflid KNO UMCG KNO-arts Deventer Ziekenhuis
Aandachtsgebieden: laryngologie, complexe neusbijholtechirurgie, hoofd-halschirurgie benigne aandoeningen Organisatorisch: afgevaardigde VMS, klankbordgroep EPD; commissariaten: electronisch patiëntendossier, DBC-zaken
Dr. S. (Steven) J.H. Bom 1999-2004 2004-heden
Opleiding KNO UMC st Radboud, Nijmegen KNO-arts Deventer Ziekenhuis
2002 Promotie: Clinical features of low frequency hearing impairment (DFNA6/14) and progressive cochleovestibular impairment (DFNA9) Aandachtsgebieden: oorchirurgie (inclusief BAHA), hoofd-halschirurgie benigne aandoeningen Organisatorisch: penningmeester, chef de clinique, plaatsvervangend B-opleider, afgevaardigde VSD, secretaris regionale KNO-vereniging, KNO-werkgroep richtlijn perceptieve slechthorendheid, Commissie Ondersteuning Specialisten DZ, Sire-team DZ,luchtwegteam DZ; commissariaten: audiologie en samenwerking audiologisch centrum; vervolgopleidingen
Dr. K. (Karien) I.E.M. Wijffels 1998-2005 2006-heden
Opleiding KNO UMC st Radboud, Nijmegen KNO-arts Deventer Ziekenhuis
2009 Promotie: Microenvironmental parameters in head and neck tumours. Patterns and quantitative analysis of vasculature, hypoxia and proliferation Aandachtsgebieden: laryngologie, allergologie, traanwegchirurgie Organisatorisch: secretaris, chef de policlinique, secretaris VINK; commissariaat materiaalbeheer
Dr. T. (Tom) W. Geurts 2002-2007 2008-heden
Opleiding KNO AMC, Amsterdam KNO-arts Deventer Ziekenhuis
2010 Promotie: Secondary lung lesions after head and neck cancer. DiagnosisDifferentiation-Screening-Survival Aandachtsgebieden: functioneel/esthetische neuschirurgie, slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen, huidtumoren Organisatorisch: bestuur medische staf (2012-2015), voorzitter IFMS commissie, sollicitatiecommissie medische staf
Dr. J. (Joeri) Buwalda 1998-2004 2004-2009 2009-heden
Opleiding KNO AMC, Amsterdam KNO-arts UMCU, Utrecht KNO-arts Deventer Ziekenhuis
2004 Promotie: Ablative surgery, MOulage-technique brachytherapy and REconstruction (AMORE) for childhood head and neck rhabdomyosarcoma Aandachtsgebieden: oorchirurgie (inclusief stapedotomie), complexe neusbijholtenchirurgie Organisatorisch: voorzitter, B-opleider, Centrale Opleidingscommissie Deventer, strategische werkgroep opleiden, afgevaardigde KNO vereniging (wetenschapscommissie, visitatiecommissie, werkgroep richtlijn Tinnitus); commissariaten: externe betrekkingen, wetenschap
Dr. W. (Ward) J.M. Videler 2004-2009 2009-2014 2014-heden
Opleiding KNO AMC, Amsterdam KNO-arts Flevoziekenhuis, Almere KNO-arts Deventer Ziekenhuis
2011 Promotie: Recalcitrant chronic rhinosinusitis. Difficulties in diagnosis and treatment. Aandachtsgebieden: huidtumoren, functioneel esthetische neuschirurgie, sinuspathologie, otoplastieken Organisatorisch: commissariaten coassistentenonderwijs, kwaliteitsbewaking
II De 10 stappen naar perfectie 1. Kwaliteit Volgens de huidige systematiek, die wordt geïmplementeerd bij kwaliteitsvisitaties, wordt de kwaliteit van zorg beoordeeld op vier verschillende domeinen: 1) evaluatie van zorg, 2) vakgroepfunctioneren, 3) patiëntenperspectief en 4) professionele ontwikkeling. Elk van deze vier domeinen heeft een aantal onderdelen dat gewaardeerd kan worden volgens een bepaalde systematiek (http://www.kwaliteitskoepel.nl/assets/structured-files/2014/ OMS_Rapport_Waarderings_syst_A4_v02.pdf). In deze systematiek is per item een set van basiseisen opgenomen waaraan zou moeten worden voldaan. Buwalda is een van de auteurs van het nieuwe kwaliteitsnormenrapport van de Nederlandse vereniging voor KNO-heelkunde en heelkunde van het hoofd-halsgebied. Dit normenrapport werkt de waarderingssystematiek uit voor de KNO-praktijk. De vakgroep zal zich de komende jaren inzetten om aan de streefnorm te voldoen op alle fronten. Uiteraard worden hierbij ook andere inzichten met betrekking tot kwalitatief goede praktijkvoering vanuit de wetenschap, de politiek en de maatschappij meegenomen. De inmiddels afgeronde trajecten in het kwaliteitsdomein ‘evaluatie van zorg’ zijn het uniformeren van de dossiervoering, het ontwikkelen en implementeren van het protocol perioperatieve zorg, het luchtwegprotocol, het opstellen en evalueren van een goede dienstregeling met het Gelre Ziekenhuis, lokatie Apeldoorn en de implementatie van de richtlijnen ZATT, chronische rhinosinusitis en idopathische perifere facialisverlamming in het EPD. Tevens werd een prospectieve risico inventarisatie uitgevoerd, voorafgaande aan de aanschaf van onze navigatieapparatuur. Lopende projecten in ditzelfde domein zijn het protocolleren van het antistollingsbeleid specifiek voor de KNO, het meten van ‘outcome’ door middel van reeds gevalideerde of zelf ontwikkelde kwaliteitsindicatoren, het ontwikkelen van zorgpaden aan de hand van de meest recente richtlijnen (die worden besproken op de wekelijkse patiëntenbespreking), het ontwikkelen van een sluitende complicatieregistratie en het melden van incidenten. Met betrekking tot het kwaliteitsdomein ‘vakgroepfunctioneren’ kan worden gemeld dat jaarlijks een quickscan wordt uitgevoerd en geanalyseerd, waarna verbeteracties worden geformuleerd met een ‘probleemeigenaar’ en een tijdpad. Hierover werd gerapporteerd in het jaarverslag 2014. Elke 3-4 jaar wordt een nieuw beleidsplan geschreven. De realisatie van de doelstellingen uit het beleidsplan wordt per jaar beschreven in het jaarverslag. Er is maandelijks een genotuleerde vakgroepvergadering. De agenda wordt voorbereid door de voorzitter en de notulen worden verzorgd en verspreid door de secretaris van de vakgroep. Er wordt een actie-besluitenlijst gegenereerd, waarvan de afhandeling wordt gemonitord door de voorzitter. De vakgroep heeft een pro-actief beleid om in- en externe contacten te onderhouden. Er is een convenant opgesteld dat de onderlinge werkafspraken beschrijft. Het kwaliteitsdomein ‘patiëntenperspectief’ wordt onder meer vorm gegeven door de jaarlijkse online patiëntenenquête. De resultaten hiervan worden besproken in de vakgroep en beschreven in het jaarverslag. De hier uit voortvloeiende acties worden opgenomen in de actie-besluitenlijst. Voorts worden de toegangstijden en wachttijden voor poliklinische consultatie, behandeling en operatie wekelijks gemonitord en besproken in het managementteam dat bestaat uit de voorzitter, de chef de policlinique, de operationeel manager en de zorgmanager. De wachttijden worden afgezet tegen de Treeknormen. Beleidsmatige aanpassingen worden gemaakt, indien nodig. Op 13 april 2015 vond een bespreking plaats met de ‘patient safety officer’ in het Deventer Ziekenhuis.
Het bespreken van klachten, incidenten en juridische procedures wordt vanaf medio 2015 een vast agendapunt in de wekelijkse patiëntenbespreking.
Onder ‘professionele ontwikkeling’ kan worden gemeld dat alle vakgroepleden hebben deelgenomen aan de ziekenhuisbrede evaluatieronde ‘Individueel functioneren’, geïnitieerd door T.W. Geurts vanuit het stafbestuur. In 2012 en 2014 werd er een dergelijke ronde gehouden. Stafbreed is besloten tot een nieuwe IFMS-ronde in 2015-2016, waaraan de vakgroep wederom deel zal nemen. Tijdens de beleidsvergadering op 1 december 2014 werd de onderverdeling van de aandachtsgebieden besproken, waarbij het streven is om elk aandachtsgebied dubbel te bezetten. De acties voor bij en nascholing die deze dubbele bezetting kunnen borgen werden vastgesteld. Tevens werd afgesproken dat de ‘highlights’ van nascholingsactiviteiten worden teruggerapporteerd op de wekelijkse patiëntenbespreking.
2. Service
De vakgroep wil laagdrempelige en snel toegankelijke zorg bieden en wil zich onderscheiden door een open, integere en vriendelijke communicatie met de patiënt en de verwijzer. Poliklinische spreekuren worden gehouden op de lokaties Deventer, Rijssen en Raalte. De vakgroep werkt met een capaciteitsplanning, waarbij artsen congruent aan zorgvraag worden ingezet. Dit vergt een goede analyse van patronen en ontwikkelingen. Wachttijden voor polikliniek, aanvullende diagnostiek en behandeling worden continu gemonitord. De uitkomsten van deze monitoring vormen de basis voor aanpassingen in de planning. Op dit moment loopt er een enquête naar de behoefte voor verlenging van de bedrijfstijd. Tot nu toe werd (bij 50 respondenten) vastgesteld dat 40% behoefte heeft aan een avondspreekuur, bij voorkeur tussen 18.00 en 19.00 uur op een woensdag (met als tweede keuze de maandag). Het aantal respondenten zal worden uitgebreid met als doel om de meting representatiever te krijgen. De jaarlijks uitgevoerde patiëntenenquête wordt ingezet voor verbeteracties. Huidige projecten naar aanleiding van de eerder uitgevoerde enquêtes zijn de aanpak van de wachttijd in de wachtkamer. Een van de polikliniek-assistenten heeft een onderzoek naar de wachttijden gedaan als zg. ‘green belt’ project in het kader van de Lean Six Sigma training. Uit dit onderzoek bleek dat de huidige spreekuurindeling op voorhand al uitloop in de hand werkt: voor elk consult is 10 minuten gereserveerd, terwijl het consult gemiddeld 11 minuten in beslag neemt. Slechts 45% van de consulten duurt 10 minuten of minder. Uitloop van de spreekuren (gemiddeld 19 minuten per dagdeel) wordt veroorzaakt door een aantal factoren: supervisie van coassistenten en AIOS, bijplaatsen van urgente- en spoedpatiënten, toename van de administratieve handelingen, toename van de benodigde tijd per patiënt door verandering in regelgeving m.b.t. b.v. informed consent, vragen naar aanleiding van patiënten of huisartsen die bellen met de polikliniek, te laat beginnen met het spreekuur, patiënten die te laat komen. Door herindeling van de spreekuren, creëren van meer ruimte voor spoedpatiënten, betere indeling van coassistenten en heldere instructies m.b.t. triage aan de telefoon wordt getracht de uitloop van de spreekuren te verminderen. Verder wordt, naar aanleiding van de oplopende wachttijden voor audiometrie, zoals deze gesignaleerd werd in de wekelijkse rapportage, de capaciteit voor audiometrie uitgebreid ten koste van de spreekuurondersteuning. De vakgroep heeft vastgesteld dat voor het proces van capaciteitsplanning, het monitoren van patiënttevredenheid en de acties die hieruit voortkomen een full-time operationeel manager voor de vakgroep KNO vereist is. Het beleid van de vakgroep is er dan ook op gericht deze te verkrijgen met het doel de service voor de patiënt continu te kunnen blijven verbeteren.
3. Inhoud
De vakgroep biedt de volledige KNO-heelkundige zorg. Voor de indicatiestelling en chirurgische behandeling van patiënten met een kwaadaardige hoofd-halstumor, worden patiënten verwezen naar een NWHHT-erkend centrum. Alle zes KNO-artsen streven naar beheersing van het diagnostische deel van de verschillende aandachtsgebieden. Voor het therapeutische deel wordt onderling doorverwezen in lijn met de hierboven beschreven aandachtsgebieden. De vakgroep is uitgerust met alle benodigde faciliteiten. De komende jaren wordt een aantal ontwikkelingen in het ‘zorgpalet’ verwacht. Door de vergrijzing zal er een toename ontstaan in ouderdomsgerelateerde KNO-problematiek (perceptieve slechthorendheid, oorsuizen, evenwichtsklachten, slikklachten, bloedneuzen). Het aantal patiënten met huidtumoren neemt toe en de prevalentie van allergie en het obstructief slaapapnoesyndroom blijft stijgen. Bovenstaande deeldisciplines zijn door de vakgroep aangemerkt als ‘groeigebieden’ en de aandachtsgebieden van diverse vakgroepleden zijn hier op afgestemd. Het Deventer Ziekenhuis is lid van de vereniging Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen (STZ). Een van de kenmerken van een STZ-ziekenhuis is het bieden van topklinische zorg. Topklinische zorg is een hooggespecialiseerde behandeling die niet ieder ziekenhuis kan bieden. Bij deze hoogwaardige zorg worden geavanceerde apparatuur en bijzondere behandelmethoden ingezet. Ieder STZ-ziekenhuis heeft een eigen topklinisch aanbod. De tot op heden benoemde speerpunten van de vakgroep KNO zijn genavigeerde neusbijholtechirurgie en oorchirurgie. Genavigeerde bijholtechirurgie in het DZ is in zoverre uniek dat de ons omringende ziekenhuizen (met uitzondering van Zwolle) het niet bieden. Alle KNO-artsen opereren standaard genavigeerd. Van der Laan en Buwalda doen ook de complexere ingrepen, zoals uitgebreide sinus frontalischirurgie en chirurgie bij een gecompliceerd beloop van een sinusitis (zoals orbitale of intracraniële uitbreiding). Deze complexe ingrepen zijn uniek, want ze worden zelfs niet eens in alle academische klinieken gedaan. Oor- en gehoorchirurgie wordt in de volle breedte beoefend, inclusief BAHA-chirurgie en stapeschirurgie. Er zijn uitstekende audiologische faciliteiten door spreekuren van het AC Zwolle in het Deventer Ziekenhuis. Recent is gestart met diagnostiek en behandeling van patiënten met laryngeale afwijkingen door middel van de meest recente ‘chip on tip’ fiberoptische laryngoscopen. Tenslotte wordt, in samenwerking met de vakgroep oogheelkunde, de traanwegchirurgie op tertiair niveau uitgevoerd. Per 1 oktober 2014 is collega Videler toegetreden tot de vakgroep. Zijn beoogde aandachtsgebied is de behandeling (inclusief reconstructie )van niet-melanotische huidtumoren in het hoofdhalsgebied. Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker. Komende jaren zal er een stijging zijn van het aantal huidtumoren. Tachtig procent van de huidtumoren bevindt zich in het hoofd-halsgebied. Van deze huidtumoren in het hoofd-halsgebied betreft het in 75% van de gevallen een basaalcelcarcinoom en in 20% een plaveiselcelcarcinoom. Samen vormen ze de groep van niet-melanotische huidcarcinomen. Er zal worden gestreefd om de zorg te leveren voor basaalcelcarcinomen en T1 plaveiselcelcarcinomen. Dit zijn plaveiselcelcarcinomen kleiner dan 2 cm. T2 plaveiselcelcarcinomen zijn groter dan 2 cm of T1 tumoren met 2 of meer risicofactoren (locatie oorschelp, locatie lip, >4 mm dikte (clark level IV), perineurale of lymfovasculaire invasie of slecht-/ ongedifferentieerde plaveiselcelcarcinomen). In principe hoort dit type thuis in een oncologisch centrum, evenals T3 en T4 tumoren en overige huidtumoren, waaronder het melanoom en bv Merkelcelcarcinoom.
Uiteraard blijft de dermatoloog de poortwachter in de zorg rondom huidtumoren. Er is een tumorwerkgroep gevormd waarin naast de dermatologie en de KNO de volgende vakgroepen zitting hebben: chirurgie, plastische chirurgie, pathologie en radiotherapie. Multidisciplinaire aanpak van huidtumoren is belangrijk in verband met de toenemende aantallen tumoren in het hoofd-halsgebeid en de potentieel moeilijke pathologie (excisie/reconstructie). Maandelijks vindt overleg plaats en wordt casuïstiek besproken. Doel is de meest optimale behandeling voor de patiënten te verzorgen, van elkaar te leren en laagdrempelig samen te werken. Uiteraard worden in de besluitvorming de landelijke richtlijnen voor basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom gevolgd. Er zijn afspraken gemaakt over het standaardiseren van de fotodocumentatie (primaire lesie, plan excisie en reconstructie en follow up), het standaardiseren van de pathologieaanvraag en verslaglegging. Binnen deze werkgroep zal de KNO zich tenminste richten op de tumoren van de oorschelp, neus en lip als mede de mogelijke reconstructies na excisie. Zeker in functioneel complexe gebieden zoals de neus en oorschelp waar deze tumoren frequent voorkomen is het niet alleen belangrijk om na radicale excisie van de tumor, het defect te sluiten, maar ook om zorg te dragen voor bewaking van de functionaliteit als ook behoud van esthetiek. Tevens is de KNO-arts deskundig in het controleren van de hals en parotisstreek, hetgeen belangrijk is in gevallen van plaveiselcelcarcinomen op risico locaties als de lip en oorschelp, waar de kans op hals metastasen groter is dan bij de basaalcelcarcinomen.
4. Productie en registratie
Productie Hel beleid van de vakgroep is gericht op het behoud van de marktpositie in de stad Deventer en omliggende gemeentes, maar ook op expansie naar de adherente regio’s. In het jaar 2013 en 2014 was er een lichte daling in het aantal unieke eerste polibezoeken (EPB’s) ten opzichte van voorgaande jaren. Deze trend was ook landelijk waarneembaar voor de KNOheelkunde. De verklaring hiervoor is mogelijk gelegen in het feit dat groot deel van de KNOheelkunde valt onder ‘electieve’ zorg. Patiënten kunnen kiezen om consultatie en behandeling uit of af te stellen zonder directe vitale consequenties en overwegen dit als hun eigen risico nog niet is verbruikt. Verder is de regelgeving rondom verwijzing naar medisch specialisten aangescherpt, waardoor de drempel voor specialistische zorg hoger is geworden. Er zijn geen signalen dat grote aantallen patiënten naar de ons omringende ziekenhuizen zijn gegaan als gevolg van toegangstijden, wachttijden, kosten of vermeend verschil in kwaliteit van zorg. Tegenover de daling in EPB’s stond een duidelijk toename in zowel het aantal operatieve procedures als benutte operatietijd, hetgeen aangeeft dat de zorgzwaarte per patiënt is toegenomen. Er is regelmatig overleg vakgroepvoorzitter/ medisch manager met operationeel manager en zorgmanager, gericht op het monitoren van de productie. Eveneens zijn er voortgangsgesprekken met de Raad van Bestuur. In de komende jaren zijn er volop kansen voor uitbreiding van het aantal nieuwe patiënten. In het vorige hoofdstuk zijn de ‘groeigebieden’ benoemd. Academische centra concentreren zich in toenemende mate op de hoogcomplexe zorg. Voor de KNO betreft dit voornamelijk de hoofd-halsoncologie, schedelbasischirurgie en cochleaire implantatie. Sanerende en gehoorverbeterende chirurgie, neus- en neusbijholtechirurgie zijn bij uitstek geschikt om in perifere setting op kwalitatief hoog niveau te bieden. Dit vereist wel superspecialisatie en substantiële aantallen. In Deventer is elke deeldiscipline dubbel bezet. Er worden zo’n 170 ooroperaties, 160 neusbijholteoperaties en 30 rhinoplastieken per jaar uitgevoerd. Deze aantallen zijn ruim voldoende om deze deelgebieden op excellent niveau te beoefenen. Oorchirurgie en neusbijholtechirurgie zijn benoemd als speerpunten. Er wordt verwacht dat het aantal patiënten voor deze ingrepen zal toenemen als gevolg van afname van het aanbod in de omgeving en een actief wervend beleid. Tegenover de kansen op uitbreiding in het aantal nieuwe patiënten staan ook factoren die een mogelijke daling kunnen geven in dit aantal. De tijd per patiënt zal toenemen als gevolg van de eisen rondom dossiervoering, voorlichting en administratieve afhandeling, waardoor minder patiënten per tijdseenheid kunnen worden gezien. De indicaties voor routine KNO-behandelingen als keel- en/of neusamandeloperaties en trommelvliesbuisjes zijn aangescherpt in de richtlijnen van de wetenschappelijke vereniging. De vakgroep implementeert de richtlijnen in de praktijkvoering en op zijn beurt kan dit leiden tot minder ingrepen. Verder wordt er steeds meer gekeken naar bewijs voor de effectiviteit van behandelingen en operaties zoals septumchirurgie en neusbijholtechirurgie. De uitkomst van de studies naar deze effectiviteit zou invloed kunnen hebben op de vergoeding van deze ingrepen in het basisstelsel. Ten slotte zal er rekening gehouden moeten worden met het ‘consumentengedrag’ van patiënten. Een deel van de patiënten zal in toenemende mate de regie willen hebben over hun behandeling en zal op zoek gaan naar ‘de beste dokter’.
De vakgroep KNO wil anticiperen op alle hierboven beschreven invloeden door: -korte toegangstijden -korte wachttijden in de wachtkamer en tot behandeling -goede kwaliteit van zorg -inzetten op groeigebieden -excelleren in speerpunten -uitstekende service -actieve PR naar huisartsen, patiëntenverenigingen en in (nieuwe) media Registratie De vakgroep KNO heeft veel aandacht om goed te registreren wat er wordt gedaan. Er zijn het afgelopen jaar verschillen van inzicht geweest tussen de vakgroep, de stafmaatschap (VSD) en de afdeling FC&I in de registratie van DBC’s. Hierbij ging het met name om de registratie van het microscopisch oortoilet als onderdeel van DBC 12 en het verhoudingsgewijs hoge aantal parallele DBC’s per unieke patiënt, vaak door operatieve verrichtingen te registreren onder het zorgtraject waarin zij valideren. Na uitwisseling van argumenten heeft een onderzoek plaatsgevonden door een externe commissie, bestaande uit een KNO-arts, tevens lid van de beroeps belangencommissie en een controller uit een ander STZ-ziekenhuis. De conclusies van dit onderzoek zijn aanleiding voor de vakgroep geweest om een commissaris DOT (T. van der Laan) te benoemen en een document op te stellen waarin een uniforme wijze van registratie conform de regels van de NZA en de beroepsbelangencommissie is vastgelegd. Dit document is door alle stakeholders geaccordeerd. Voorts is er een herstelplan opgesteld en heeft er een controle plaatsgevonden op parallelle zorgtrajecten per individuele patiënt. Verder is er nog steeds veel ‘uitval’ van DBC’s, d.w.z. zorgproducten worden afgewezen door de ‘grouper’. Op vele fronten in het registratieproces kunnen fouten ontstaan en het is voor de vakgroep tijdtechnisch niet haalbaar om de uitgevallen DBC’s te controleren. Met het management is formatie-uitbreiding overeengekomen om twee doktersassistentes op te leiden om, in nauw overleg met de commissaris DOT, registratiefouten te corrigeren en bij de bron aan te pakken. Tot nu toe is er onvoldoende overleg over het vaststellen van zorgprofielen geweest. Dit overleg is uiterst relevant. Door verandering in de wijze van registreren zullen zorgtrajecten ‘zwaarder’ worden, d.w.z. dat er meer zorgactiviteiten per zorgtraject zijn. Vrij recent is er echter in overleg met de afdeling FC&I een overzicht gekomen van onze top 20 zorgtrajecten en het bijbehorende profiel. Buwalda zal deze lijst bespreken met Mw. Lansink Rotgerink.
5. Informatie en PR
Website www.kno-deventer.nl Gezamenlijke besluitvorming, oftewel ‘shared decision making’, is een manier van werken waarbij arts en patiënt samen tot een beleid komen dat het beste bij de patiënt past. Vooral bij ingrijpende beslissingen waarbij meer opties bestaan, is het zaak de patiënt zo veel mogelijk te betrekken bij die beslissing. Goede informatie is hierbij essentieel. In toevoeging op de mondelinge informatie in de spreekkamer, wordt uitgebreide informatie omtrent ziektebeelden en behandelingen beschreven conform de meest recente inzichten op onze website www.kno-deventer.nl. Naast deze domeinnaam heeft de vakgroep diverse andere url’s gekocht die doorverwijzen naar knodeventer.nl, (kno-specialist.nl, kno-arts.nu, kno-artsen.nu, kno-arts.net, kno-arts.eu). Deze website werd ontwikkeld in 2011 en heeft tevens het doel om verwijzers te informeren en de adherentie te vergroten. Dit laatste wordt alleen bereikt door een goed vindbare website. De website trekt zo’n 500 unieke bezoekers per week en bijna 400 bezoekers komen binnen via een zoekmachine (hoofdzakelijk Google). Het doel van de vakgroep is om 1) de informatieve content uit te breiden, 2) de vindbaarheid te vergroten (o.a. door het gebruik van ‘metatags’).
6. Samenwerking De Keel-Neus-Oorheelkunde wordt gekenmerkt door overlap met vele andere disciplines. Deze overlap heeft geresulteerd in samenwerkingsverbanden die in het Deventer Ziekenhuis bij uitstek gestalte hebben kunnen krijgen. Voorbeelden zijn de duizeligheidspolikliniek in samenwerking met de vakgroep Neurologie, de multidisciplinaire werkgroep slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen in samenwerking met de vakgroepen Longziekten, Neurologie en Kaakchirurgie, de kinderallergologie met de vakgroep Kindergeneeskunde,het luchtwegmanagement in samenwerking met de vakgroepen Intensive Care en Anesthesiologie en het MDO Spraak, Taal- en Ontwikkelingsstoornissen (KNO, kindergeneeskunde, kinderpsychologie, logopedie en Audiologisch Centrum). Vanaf 1 juli 2014 wordt samengewerkt met de KNO-artsen van Gelre Ziekenhuizen, lokatie Apeldoorn met betrekking tot de weekenddiensten en de feestdagen. Aanvankelijk werd gestart in de vorm van een ‘pilot’ die na 6 maanden grondig werd geëvalueerd. Een en ander heeft geresulteerd in duidelijke schriftelijke werkafspraken. Naast de samenwerking op het gebied van de weekenddiensten, is er ook een gezamenlijk retrospectief onderzoek gestart naar de behandeling van peritonsillaire abcessen. Hierover werd gerapporteerd op de wetenschapsdag van 28 mei jl. Sinds 1 februari 2014 is er een samenwerkingsverband met het UMCU in het kader van de Bopleiding van vierde jaars AIOS. De komende jaren zal verder worden geïnvesteerd in de samenwerking met de vakgroepen Dermatologie, Plastische Chirurgie, Heelkunde, Pathologie en Radiotherapie op het gebied van de huidtumoren, de vakgroep Spoedeisende Hulp op het gebied van de acute KNO-problematiek en de vakgroep Radiologie inzake de radiologiebespreking. Regionale samenwerking met Apeldoorn en samenwerking met het UMCU op wetenschappelijk gebied zal worden geëxploreerd.
7. Opleiding en onderwijs
Opleiding Erkenning voor het verzorgen van de perifere stage (B-opleiding) van aios KNO uit het UMCU werd aangevraagd in 2012 en verkregen in juni 2013. De eerste aios startte in februari 2014. In de aanloop naar de hervisitatie werd de structuur van opleiding uitgebreid geëvalueerd en verbeterd door gebruik te maken van de diverse kwaliteitsbevorderende instrumenten (onderlinge hoorzittingen, exitinterviews, opleidingsvergaderingen, docentprofessionalisering, gesprek met de centrale opleidingscommissie en evaluatie van het opleidingsklimaat). Er is een verbeterplan opgesteld dat zal worden uitgevoerd en periodiek zal worden geëvalueerd (PDCA-cyclus). Het herziene opleidingsplan van januari 2015 is gepubliceerd op intranet. De opleidingsvisitatie vond plaats op 9 februari 2015. Er werd hernieuwde erkenning verkregen voor vijf jaar voor het basisdeel van de opleiding in het vierde jaar. Daarnaast werd de erkenning uitgebreid met de differentiatiestages otologie en rhinologie in het vijfde jaar. De eerste ‘differentiant’ zal starten in juli 2015. De vakgroep zet in op het behoud van de opleiding door: het actief onder de aandacht brengen van de differentiatiestages, een betrokken houding in het consilium en het voldoen aan nascholing op het gebied van onderwijskwalificaties.
Coassistenten De vakgroep mag zich verheugen in een grote belangstelling voor zowel de M2 als de M3 stages van coassistenten uit het UMCG. Zowel de vakgroep als individuele specialist (Geurts) zijn het afgelopen jaar wederom genomineerd voor de onderwijsprijs. Deze nominaties zijn een stimulans om op dezelfde weg door te gaan. Wel zullen enkele verbeteringen worden doorgevoerd op het gebied van de organisatie van de stage, de eindtermen voor het kennisniveau en gestructureerde beoordeling aan de hand van geobserveerde consulten.
Huisartsenonderwijs Sinds jaar en dag heeft de vakgroep een goede relatie met de huisartsen in Deventer en omstreken. In 2013 zijn de werkafspraken met de huisartsencoöperatie Deventer en omstreken (HCDO) omtrent enkele veel voorkomende KNO problemen herzien conform de meest recente inzichten (Deventer Transmurale Werkafspraak, deel K, verwijsafspraken KNO, 2013). Om deze werkafspraken onder de aandacht te brengen is eind 2013 gestart met onderwijs in kleine groepen (OKG), onderwijsavonden georganiseerd voor o.h.a. 1 huisartsengroep (HAGRO). Deze onderwijsavonden worden zeer gewaardeerd. In juni 2015 wordt de onderwijscyclus afgesloten en geëvalueerd.
8. Wetenschap
Van een opleidende vakgroep in een STZ-ziekenhuis wordt wetenschappelijke activiteit verwacht. De dagelijkse werkzaamheden van de vakgroep zijn primair gericht op de patiëntenzorg en het onderwijs. Wetenschappelijke projecten worden buiten de reguliere werktijd uitgevoerd. Voorbeelden zijn de initiatie en begeleiding van wetenschapsstages van M3 coassistenten, participatie in richtlijnontwikkeling van de wetenschappelijke vereniging, participatie in het opstellen van de landelijke KNO-wetenschapsagenda (http://www.kno-leden.nl/publiek/document/2908) en deelname aan zonmw-gefinancieerde UMC-geïnitieerde multicenter trials op het gebied van BAHA-implantatie, neusbijholtechirurgie en diagnostiek na cholesteatoomchirurgie. Verder worden op regelmatige basis case reports gepresenteerd en gepubliceerd. De komende jaren zal de wetenschappelijke samenwerking met het UMCU worden geïntensiveerd.
9. Nevenfuncties De vakgroep wil nadrukkelijk betrokken zijn bij het beleid van het ziekenhuis, de regio en de wetenschappelijke vereniging. Het beleid is gericht op het zitting nemen in commissies van het ziekenhuis en de KNO-vereniging.
10. Nieuwe ontwikkelingen Nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg die voor de vakgroep een meerwaarde zouden kunnen betekenen worden op de voet gevolgd. Voorbeelden zijn taakherschikking, opleiding tot ziekenhuisarts en E-Health.