Beleidsplan 2008-2013 Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag
Vaststelling: maart 2008 Datum invoering: maart 2008 Evaluatiedatum: januari 2010
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding ....................................................................................................................... 3 1.1. Omschrijving organisatie ......................................................................................................... 3 1.2 Doelstellingen beleidsplan ........................................................................................................ 3 1.3 Doelgroep beleidsplan ............................................................................................................... 3 1.4 Beleidsperiode............................................................................................................................. 3 1.5 Beleidsontwikkelingsproces ..................................................................................................... 3 1.6 Opbouw beleidsplan .................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 2 - Huidige Organisatie ................................................................................................... 5 2.1 Interne analyse ............................................................................................................................ 5 2.1.1 Grondslag ............................................................................................................................. 5 2.1.2 Missie..................................................................................................................................... 5 2.1.3 Structuur ............................................................................................................................... 5 2.1.4 Verenigingen ........................................................................................................................ 5 2.1.5 Regio’s ................................................................................................................................... 5 2.1.6 Maandblad “De Hervormde Vrouw”............................................................................... 6 2.1.7 Bijeenkomsten ...................................................................................................................... 6 2.1.8 Commissies........................................................................................................................... 7 2.1.9 Participatie ............................................................................................................................ 7 2.1.10 Financiële zaken................................................................................................................. 8 2.2 Externe analyse ........................................................................................................................... 9 2.2.1 Algemene situatie ................................................................................................................ 9 2.2.2 Kerkelijke ontwikkelingen ................................................................................................. 9 2.2.3 Maatschappelijke en sociale ontwikkelingen .................................................................. 9 2.2.4 Beeldvorming van de vrouwenbond .............................................................................. 10 2.2.5 Economische ontwikkelingen .......................................................................................... 10 2.3 Conclusie ................................................................................................................................... 10 2.3.1 Sterkte.................................................................................................................................. 10 2.3.2 Zwakte ................................................................................................................................ 11 2.3.3 Kansen ................................................................................................................................. 11 2.3.4 Bedreigingen ...................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 3 - Gewenste toekomstige organisatie ......................................................................... 12 3.1 Missie ......................................................................................................................................... 12 3.2 Strategie ..................................................................................................................................... 12 3.2.1 Strategische uitgangspunten ............................................................................................ 12 3.3 Doelen ........................................................................................................................................ 12 3.4 Randvoorwaarden .................................................................................................................... 12 Hoofdstuk 4 - Activiteitenplanning ................................................................................................. 13 4.1 Activiteiten ................................................................................................................................ 13 4.1.1 Activiteiten en planning ................................................................................................... 13 4.2 Bijlagen ....................................................................................................................................... 14 4.2.1 Statuten ............................................................................................................................... 14 4.2.2 Huishoudelijk reglement .................................................................................................. 21 4.2.3 Regio’s en verenigingen ................................................................................................... 24
2
Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1. Omschrijving organisatie De Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag is ontstaan in 1952 binnen de Nederlands Hervormde Kerk. Na beëindiging van de Tweede Wereldoorlog zijn in verschillende plaatsen verenigingen opgericht om fondsen te verzamelen voor het werk van de zending. Rond 1980 heeft het bestuur besloten vakantieweken te organiseren voor lichamelijke gehandicapten. In 1985 kwamen daar de vakantieweken voor alleenstaanden bij. Nog weer 5 jaar later benaderden ouders van verstandelijke gehandicapten het bestuur met de vraag om ook voor deze groep vakantieweken te organiseren. Met het oog op de uitbreiding van de taken hebben er in de loop der jaren verschillende statutenwijzigingen plaatsgevonden. Ook in het kerkelijke leven deden zich veranderingen voor. Op 1 mei 2004 ontstond de Protestantse Kerk in Nederland Voor velen was dit feit een reden lid te worden van een ander kerkgenootschap, de Hersteld Hervormde Kerk. Deze kerkscheuring vereiste opnieuw een ingrijpende statutenwijziging. In mei 2005 werden de vernieuwde statuten van kracht. Er is gekozen voor een verandering van de statuten opdat bestuursleden vanuit beide kerken lid kunnen blijven van de vrouwenbond. Bij de bond zijn verenigingen aangesloten. Verenigingen hebben stemrecht en de leden van de vereniging krijgen het blad, de Hervormde Vrouw, toegestuurd. Iedereen kan zich abonneren op het blad. Uitgangspunt voor dit beleidsplan zijn de statuten en het huishoudelijk reglement van de vrouwenbond. Zaken die hierin verwoord worden zullen alleen - indien nodig - in dit beleidsplan aan de orde komen. 1.2 Doelstellingen beleidsplan Dit beleidsplan biedt: - een richtinggevend kader voor de jaarlijkse begroting en activiteitenplannen - gelegenheid tot realisatie en evaluatie van de strategische keuzes. 1.3 Doelgroep beleidsplan Het beleidsplan wordt opgesteld: - als richtinggevend instrument voor het landelijk bestuur - om inzicht te geven in het beleid. 1.4 Beleidsperiode Het beleidsplan wordt opgesteld voor de komende 5 jaren en zal iedere 2 jaar geëvalueerd worden. 1.5 Beleidsontwikkelingsproces Bij het opstellen van het beleidsplan is mede gebruik gemaakt van de uitkomst van een enquête onder de leden van de vrouwenbond. In deze enquête is o.a. gevraagd naar wensen, verwachtingen, opmerkingen etc. ten aanzien van het beleid. Hierna heeft het landelijk bestuur tijdens enkele visiedagen alle activiteiten doorgelicht om te bekijken of ze nog voldoen aan de doelstellingen, zoals verwoord in de statuten. Ook is tijdens deze bijeenkomsten bekeken welke taken eventueel afgestoten kunnen worden (omdat ze niet behoren tot de zogenaamde `core-business` van de bond) en welke taken eventueel uitbesteed kunnen worden aan derden. Naar aanleiding van deze uitkomsten zijn beslissingen genomen op een landelijke bestuursvergadering en is er een stappenplan voor de toekomst gemaakt. Door het dagelijks bestuur is een conceptbeleidsplan opgesteld en dit is ter goedkeuring voorgelegd aan het landelijk bestuur, waarna een en ander vastgesteld is. 1.6 Opbouw beleidsplan Na de inleiding in hoofdstuk 1 komt in hoofdstuk 2 de huidige situatie van de vrouwenbond aan de orde. We willen deze beschrijven aan de hand van een interne en externe analyse. Hierna zullen we de externe kansen en bedreigingen en de interne sterkten en zwakten van de vrouwenbond aangeven.
3
In hoofdstuk 3 komen de strategische uitgangspunten voor de komende jaren aan de orde en worden er doelen gesteld. Ook geven we de randvoorwaarden aan waarmee we bij de realisatie van de doelstellingen rekening moeten houden. In hoofdstuk 4 noemen we de activiteiten die nodig zijn om onze doelstellingen te realiseren en welke mensen en middelen daarvoor nodig zijn. We zullen hierbij ook aangeven hoe we de voortgang controleren. Tenslotte volgen de bijlagen.
4
Hoofdstuk 2 - Huidige Organisatie De huidige organisatie belichten we aan de hand van een interne en externe analyse. 2.1 Interne analyse 2.1.1 Grondslag De bond heeft als grondslag Gods onfeilbaar Woord, opgevat naar de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze in zestienhonderdachttien en zestienhonderdnegentien door de Dordtse Synode zijn vastgesteld. 2.1.2 Missie De vrouwenbond wil inspelend op de tijd vanuit Gods Woord haar leden toerusten om vanuit een persoonlijk geloof te leven en christelijk dienstbetoon te bewijzen. De bond geeft op de volgende wijze aan haar missie gestalte door: 1. het oprichten en in stand houden van verenigingen waarin Gods Woord wordt bestudeerd; 2. het leiding geven aan besturen en leden bij het bestuderen van Gods Woord en bij het bespreken van kerkelijke en maatschappelijke problemen vanuit Bijbels oogpunt; 3. het uitgeven van een eigen landelijk orgaan “De Hervormde Vrouw”; 4. het organiseren van vakantieweken voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten; 5. het organiseren van vakantieweken voor alleenstaanden. 2.1.3 Structuur De vrouwenbond kent een landelijk bestuur, bestaande uit 11 leden. Het dagelijks bestuur bestaat uit 4 leden. De bond vergadert minimaal 10 keer per jaar. Leden van de bond zijn de plaatselijke verenigingen. Een aantal verenigingen vormt samen een regio. Voor bepaalde specifieke taken heeft de bond commissies gevormd. Minimaal 2 leden van het landelijke bestuur hebben zitting in een commissie. De commissies staan onder verantwoordelijkheid van het landelijk bestuur. 2.1.4 Verenigingen De vrouwenbond telt 293 verenigingen. Het aantal abonnees op “De Hervormde Vrouw” bedraagt per 1 januari 2008 9786. Als eerste opdracht ziet de bond het als zijn taak verenigingen op te richten in gemeenten waar deze nog niet zijn of waar sprake is van een verouderingsproces. Het bestuur wil dit bereiken door persoonlijke gesprekken, bezoeken van besturen en het adviseren van mensen die hierom vragen. Door middel van een voorzittersvergadering en besturendagen wordt aan de besturen hulp geboden bij het leiding geven aan een vereniging. Om de leden toe te rusten worden er in “De Hervormde Vrouw” bijbelstudies en artikelen over maatschappelijke of geestelijke onderwerpen gepubliceerd en worden er ontmoetingsbijeenkomsten en een bondsdag georganiseerd. Als gevolg van het ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk worden er nieuwe verenigingen opgericht, die zich niet aansluiten bij onze bond. Voor onze bond houdt dit ledenverlies in. Verenigingen worden ook opgeheven door vergrijzing van de leden. Om het ledenaantal in stand te houden ziet de vrouwenbond zich genoodzaakt om het oprichten van nieuwe verenigingen voor jonge vrouwen te stimuleren. Dit zal in de toekomst meer energie vragen omdat steeds meer vrouwen toetreden tot het arbeidsproces. Om jonge vrouwen bij de vrouwenbond te betrekken is het nodig dat het bestuur de leefwereld van jonge vrouwen kent en hier rekening mee houdt in haar beleid. We kunnen hier o.a. denken aan opleidingsniveau, sociale omstandigheden en maatschappelijke betrokkenheid. 2.1.5 Regio’s Om er voor te zorgen dat de activiteiten van de bond zo vruchtbaar mogelijk zijn is het land ingedeeld in 19 regio’s (zie bijlage 4.2.3). Het regiobestuur heeft een eigen verantwoordelijkheid en een eigen reglement. Zij heeft als taak in de betreffende regio mogelijkheden te zoeken om nieuwe verenigingen op te richten en om het onderlinge contact tussen de verenigingen te bevorderen. Ook vormt het regiobestuur een schakel tussen de verenigingen en het landelijk bestuur. Het regiobestuur dient alert te zijn op ontwikkelingen in de regio en zonodig de verenigingen te stimuleren daarop te reageren. In bepaalde regio’s zien we dat het steeds moeilijker wordt om bestuursleden te vinden en jonge vrouwen te motiveren voor de regio. Regioavonden worden door ouderen gewaardeerd, maar door jongeren minder bezocht. Sommige besturen spelen hierop in door het organiseren van bijeenkomsten op de ochtend met een voor jonge vrouwen aansprekend thema. 5
Om de regiobesturen toe te rusten organiseert het landelijk bestuur 1 keer in de 2 jaar een toerustingsbijeenkomst. Dit voorziet in een behoefte. Het functioneren van de regio’s vraagt doorgaande bezinning. 2.1.6 Maandblad “De Hervormde Vrouw” Het landelijk bestuur verzorgt 11 keer per jaar de uitgave van het blad “De Hervormde Vrouw”. De leden van de verenigingen die bij de bond aangesloten zijn, ontvangen dit blad. Niet leden kunnen een abonnement nemen. Jaarlijks wordt de prijs voor het abonnement vastgesteld op de algemene ledenvergadering. De abonnementsprijs is gelijk aan de contributie. Doel van het blad is om de lezers op een bijbels verantwoorde wijze toe te rusten. Het blad bevat de volgende rubrieken: voorwoord voorzitter, meditatie, bijbelstudie, ziekenhoekje, toerustende artikelen, informatie over de vrouwenbond, nieuws over het vakantiewerk en een verantwoording van giften voor dit werk, boekrecensies en rouwadvertenties. Voor de uitgave van dit blad heeft het landelijk bestuur een redactiecommissie samengesteld. Zij komt met voorstellen, welke na goedkeuring door het landelijk bestuur geëffectueerd worden. Het blad wordt uitgegeven bij Drukkerij Bout, waarmee 1 keer per jaar afstemming plaatsvindt over de prijs en de lay-out. Een lid van de redactiecommissie zorgt voor de illustraties. Advertenties door derden worden niet opgenomen. We maken geen gebruik van vaste scribenten. Het blad heeft de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt, waardoor het breed gewaardeerd wordt. Er is o.a. meer aandacht gekomen voor kleur, opmaak, illustraties en kortere inhoudsvolle artikelen, waar we blijvend alert op moeten zijn. Om aan ons doel te beantwoorden is het noodzakelijk de ontwikkelingen in kerk en maatschappij op de voet te volgen en de lezers hierover op een bijbels gefundeerde wijze te informeren. 2.1.7 Bijeenkomsten Om aan zijn missie te beantwoorden organiseert de vrouwenbond de volgende bijeenkomsten: de bondsdag, ontmoetingsbijeenkomsten, besturendagen, voorzittersoverleg en bijeenkomsten voor de regiobesturen. 2.1.7.1 Bondsdag Op de laatste donderdag van de maand september wordt de bondsdag gehouden. Hiervoor worden leden en belangstellenden uitgenodigd. Het thema van de dag wordt vastgesteld door het landelijk bestuur. De organisatie van deze dag ligt in handen van de regelingscommissie. Naast lezingen is er in het programma ook ruimte voor samenzang en muzikale bijdragen. De laatste jaren zien we een constant aantal bezoekers van ongeveer 1700-1800 personen. Het aantal mannelijke bezoekers neemt toe. In de gehouden enquête wordt met name door jonge vrouwen opgemerkt dat de bondsdag een “oubollig” imago heeft. Andere leden ervaren deze dag als een dag van verbondenheid. In ons beleid moeten we met beide aspecten rekening houden. 2.1.7.2 Ontmoetingsbijeenkomsten In de maanden januari, februari en maart worden er ontmoetingsbijeenkomsten georganiseerd op diverse locaties in het land. Vanwege de bereikbaarheid worden er ieder jaar enkele nieuwe locaties gekozen. Zowel de keuze van het thema als de organisatie van de bijeenkomsten worden verzorgd door het landelijk bestuur. Al naar gelang het thema worden er 1 of 2 sprekers uitgenodigd. We zien hier een vrij constant aantal bezoekers van ongeveer 2000 personen. De bijeenkomsten vinden op verschillende dagdelen plaats. Oorspronkelijk hadden deze bijeenkomsten zowel een ochtend- als een middagprogramma. Om tegemoet te komen aan de wensen van jonge vrouwen zijn verschillende bijeenkomsten naar de ochtend verplaatst. Momenteel zien we dat meer jonge vrouwen voorkeur hebben voor een avondbijeenkomst. Voor 2008 zijn we hier aan tegemoet gekomen. 2.1.7.3 Besturendagen In het najaar worden er 5 besturendagen op diverse locaties in het land georganiseerd. Voor deze dagen worden de bestuursleden van de verenigingen en regio’s uitgenodigd. Een vast onderdeel van het programma is bespreking van een van de bijbelstudies uit “De Hervormde Vrouw” van het lopende seizoen, onder leiding van de scribent. Een actueel onderwerp of een facet van het leidinggeven aan een vereniging heeft tevens zijn plek op deze dag. Het landelijk bestuur zorgt voor inhoud en organisatie van deze dagen. Deze dagen kennen een constant aantal bezoekers en voorzien in een behoefte. Aangezien meer vrouwen betrokken zijn bij het arbeidsproces en aangeven op een dag niet te kunnen, gaan we in 2008 meer bijeenkomsten op de avond houden. 6
2.1.7.4 Voorzittersoverleg Een keer in de 2 jaar wordt er een toerustingbijeenkomst georganiseerd met de leidinggevenden van verenigingen. Het doel van deze bijeenkomsten is het verhogen van de kwaliteit door een aspect van het leidinggeven aan de orde te stellen. In verband met het feit dat steeds meer vrouwen een werkkring buitenshuis hebben is het van belang in de toekomst deze bijeenkomst wisselend op een ochtend en een avond te laten plaatsvinden. 2.1.8 Commissies De bond heeft voor zijn uitvoerende taken de volgende commissies ingesteld: - commissie vakantiewerk lichamelijk gehandicapten (11 leden) - commissie vakantiewerk verstandelijk gehandicapten (8 leden) - commissie vakantiewerk alleenstaanden(6 leden) - redactiecommissie (8 leden) - regelingscommissie bondsdag (4 leden) - secretariaatscommissie (3 leden) Vanuit het landelijk bestuur hebben minimaal 2 leden zitting in een commissie, van wie er 1 functioneert als voorzitter. Het landelijk bestuur is verantwoordelijk voor het werk dat door de commissies gedaan wordt. Commissieleden hebben zitting in een commissie voor een periode van 4 jaar, daarna kunnen zij herkozen worden tot zij de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. Bij vertrek van een commissielid worden er namen voorgedragen door de desbetreffende commissie aan het landelijk bestuur. Na goedkeuring door het landelijk bestuur worden zij benoemd. De commissies houden notulen bij van hun vergadering en sturen deze ter inzage aan het landelijke bestuur. Voor wat betreft het financiële beleid zie onder kopje “financiën”. 2.1.8.1 Commissie vakantiewerk lichamelijk en verstandelijk gehandicapten De commissies voor het vakantiewerk voor lichamelijke en verstandelijke gehandicapten organiseren in overleg met het landelijk bestuur jaarlijks ongeveer 19 vakantieweken voor de doelgroep uit de achterban van de vrouwenbond. Ongeveer 450 vrijwilligers zijn hierbij betrokken, onder wie artsen, verpleegkundigen en predikanten. De vrijwilligers worden geworven door middel van het plaatsen van oproepen in diverse bladen die gelezen worden door de achterban. Om de bekendheid met dit werk te vergroten, worden door commissieleden PowerPoint presentaties in het land gehouden. 2.1.8.2 Commissie vakantiewerk alleenstaanden De commissie voor het vakantiewerk van de alleenstaanden organiseert in overleg met het landelijk bestuur jaarlijks 4 vakantieweken, waarvan 1 rond de kerstdagen. Deze weken zijn bestemd voor alleenstaanden uit de achterban, die zichzelf goed kunnen verzorgen. Het aantal vrijwilligers dat meegaat in de weken is afhankelijk van het aantal gasten. De leiding is in handen van een predikant. 2.1.8.3 Redactiecommissie De redactiecommissie verzorgt de uitgave van “De Hervormde Vrouw”. De hoofdredacteur is lid van het landelijk bestuur en de eindredacteur is lid van de redactiecommissie. De illustraties van “De Hervormde Vrouw” worden door een redactielid verzorgd. De redactiecommissie doet voorstellen inzake de inhoud van het blad aan het landelijke bestuur. Na goedkeuring door het landelijke bestuur worden deze voorstellen uitgevoerd. 2.1.8.4 Regelingscommissie De regelingscommissie bondsdag verzorgt alle organisatorische taken met betrekking tot de bondsdag. Voor uitvoerende taken op de bondsdag worden ongeveer 30 vrijwilligers ingeschakeld. 2.1.8.5 Secretariaatscommissie De secretariaatscommissie bestaat uit 3 leden van het landelijke bestuur. Deze commissie is verantwoordelijk voor alle secretariële werkzaamheden van het landelijke bestuur. 2.1.9 Participatie 2.1.9.1 Stichting Hervormd Bondsbureau De Vrouwenbond participeert samen met de Mannenbond en de Zondagsscholenbond in de Stichting Hervormd Bondsbureau. Vanuit de drie besturen van genoemde bonden maken 2 leden deel uit van het Stichtingsbestuur Hervormd Bondsbureau. Deze Stichting zorgt voor het uitvoerende werk van de bonden. De stichting heeft 2 medewerkers in dienst. Zij is in het bezit van een kantoorpand te Nijkerk, 7
van waaruit de werkzaamheden plaatsvinden. Ook bevindt zich hier de vergaderlocatie van de bonden. De stichting heeft geen winstoogmerk. Jaarlijks wordt vastgesteld hoe hoog de bijdrage van elke bond aan deze stichting moeten zijn. Dit gebeurt op basis van tijdschrijven. 2.1.9.2 De Werkgroep Educatief Beraad De Werkgroep Educatief Beraad (WEB) bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende bonden: Mannenbond, Hervormd Gereformeerde Jeugdbond, Zondagsscholenbond en Vrouwenbond. De bedoeling van het WEB is om in de bladen van genoemde bonden in dezelfde maand (meestal maart) een onderwerp te behandelen. Het onderwerp wordt gekozen tijdens een brainstorming in de WEB-vergadering. Iedere bond belicht het onderwerp met het oog op de eigen achterban. De vertegenwoordigers van de bonden bespreken het thema, maar de verantwoordelijkheid van de uitvoering ligt bij de betreffende bond. De scribenten worden dan ook door de bonden zelf gevraagd. De Hervormd Gereformeerde Jeugdbond zorgt voor de uitnodiging voor de vergadering en voor de verslaglegging. Twee leden van de redactie, waarvan 1 landelijk bestuurslid maken deel uit van deze werkgroep. 2.1.9.3 Comité Vrouwenbonden De vrouwenbond maakt deel uit van het Comité Vrouwenbonden. Dit comité bestaat uit de volgende drie bonden: de bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen, de bond van Vrouwenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten en de bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag. Het Comité Vrouwenbonden houdt de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied tegen het licht van Gods Woord. Zij vergadert tenminste twee keer per jaar. Als de situatie dat vraagt wordt er een extra vergadering uitgeroepen en worden, indien nodig, activiteiten ontplooid. Ook zijn er een keer per jaar contacten met vertegenwoordigers van de SGP en de CU. Allerlei maatschappelijke en politieke zaken die relevant zijn voor de achterban van het comité komen aan de orde. Drie leden van het dagelijks bestuur hebben zitting in dit comité. 2.1.9.4 Zevenbondenberaad Het Zevenbondenberaad is een overlegorgaan tussen de volgende bonden: Mannenbond, Zondagsscholenbond, Gereformeerde Zendingsbond, Gereformeerde Bond, Hervormd Gereformeerde Jeugdbond, Inwendige Zendingsbond en Vrouwenbond. Men heeft twee maal per jaar overleg aangaande de taken binnen de bonden en in kerk en maatschappij. Ook op internationaal gebied heeft dit beraad een taak (zendingswerk, Israël). Twee leden van het dagelijks bestuur nemen deel aan dit beraad. 2.1.10 Financiële zaken Onder verantwoordelijkheid van het landelijk bestuur wordt het beheer over de financiële zaken uitgevoerd door de 1e en 2e penningmeester. Er vindt geen aanschaf plaats van apparatuur boven de € 100,-- zonder overleg en goedkeuring door het landelijke bestuur. Veel uitvoerende zaken worden behartigd door de Stichting Hervormd Bondsbureau. De ledenadministratie van de bond wordt geheel verzorgd door bovengenoemd bureau. De inning van de contributies, abonnementen op basis van de ledenadministratie en verkoop van artikelen voor zover deze niet op bijeenkomsten van de bond plaats vindt, zijn eveneens ondergebracht bij het Hervormd Bondsbureau. De verantwoordelijkheid voor de inkoop van de artikelen en de vaststelling van verkoopprijzen berust bij het bestuur van de bond. Met ingang van 2008 is de financiële administratie voor wat betreft de activiteiten van de bond overgedragen aan het Hervormd Bondsbureau. Op deze wijze is er een functiescheiding gerealiseerd wat betreft de beherende en de beschikkende bevoegdheid van de geldmiddelen van de bond. De beherende functie ligt bij het Hervormd Bondsbureau. De beschikkende functie ligt bij de penningmeester van de bond. Periodiek vindt overleg plaats tussen de penningmeester van de bond en de administrateur van het Hervormd Bondsbureau. De vergoeding aan het Hervormd Bondsbureau vindt plaats op basis van tijdschrijven. Jaarlijks wordt het bedrag vastgesteld. De commissie vakantieweken gehandicapten hebben een eigen penningmeester, evenals de commissie vakantieweken alleenstaanden. Zij functioneren onder verantwoordelijkheid van het landelijk bestuur. Uitvoerende administratieve zaken voor de vakantieweken worden behartigd door vrijwilligers. Zij ontvangen hiervoor een vrijwilligersvergoeding die niet boven het wettelijk vastgestelde bedrag voor 8
de vrijwilligersvergoeding uitkomt. De verslaglegging en verantwoording van het financiële beleid vindt plaats conform artikel 14 van de statuten. Jaarlijks wordt door de penningmeesters overleg gevoerd over de begroting. De financiële middelen verkrijgt de bond uit de contributie van de leden, giften, inkomsten uit activiteiten en vermogen, collecten en overige acties. De commissie vakantieweken gehandicapten ontvangt haar financiële middelen uit bijdragen van de gasten, giften van diaconieën, verenigingen en collecten. De commissie vakantieweken alleenstaanden werkt kostendekkend en ontvangt haar middelen uit de bijdragen van de gasten en een enkele gift. Er wordt door de bond gestreefd de prijs voor de gasten zo laag mogelijk te houden. Voor een aantal gasten wordt de vakantie geheel of gedeeltelijk betaald door de diaconie van de kerkelijke gemeente waartoe zij behoren. De prijs kan laag gehouden worden, omdat de stafleden en commissieleden geen beloning ontvangen voor hun inzet en door het ontvangen van giften. De bond heeft conform de statuten geen winstoogmerk. Dit laat echter onverlet dat er periodiek beschikt moet kunnen worden over een aanzienlijke hoeveelheid liquide middelen. Deze middelen worden volledig risicoloos rentedragend gemaakt. De saldi zijn óf dagelijks opvraagbaar, óf wanneer dit niet het geval is, hebben zij een looptijd van ten hoogste 1 jaar. Er wordt voor belegging uitsluitend gebruik gemaakt van de huisbanken van de bond. Om de voorfinanciering van de vakantieweken en de uitgaven van het blad de Hervormde Vrouw te kunnen bekostigen moet er sprake zijn van een behoorlijk werkkapitaal. Jaarlijks wordt de jaarrekening opgemaakt door een extern accountant op basis van de gevoerde financiële administratie. Conform de opdracht van het bestuur van de bond dienen de werkzaamheden van de extern accountant te resulteren in een zogeheten beoordelingsverklaring. De vergoeding voor de leden van het landelijk bestuur vindt plaats op basis van reiskosten en een onkostenvergoeding van € 25,-- per maand. De leden van de overige commissies krijgen eveneens reiskostenvergoeding en de onkosten kunnen gedeclareerd worden. Medewerkers die uitvoerend werk doen, zoals de eindredacteur van het blad de Hervormde Vrouw en degenen die de administratie van het vakantiewerk verzorgen ontvangen een vrijwilligers vergoeding, die altijd beneden het wettelijk toegestane bedrag blijft. Honoraria voor artikelen in de Hervormde Vrouw, lezingen op de diverse bijeenkomsten etc. worden vastgesteld door het landelijk bestuur en conform de afspraken uitbetaald. 2.2 Externe analyse Bij de externe analyse moeten we denken aan ontwikkelingen in de maatschappij die van invloed zijn op de leefwereld van vrouwen uit onze achterban en het functioneren van de vrouwenbond. 2.2.1 Algemene situatie Wij hebben in Nederland de volledige vrijheid om ons werk op bijbels gefundeerde wijze uit te voeren. 2.2.2 Kerkelijke ontwikkelingen Sinds 1 mei 2004 is de Protestantse Kerk in Nederland ontstaan. Dit heeft tot gevolg gehad dat een substantieel deel van onze achterban zich aangesloten heeft bij de Hersteld Hervormde Kerk. De vrouwenbond heeft de statuten zodanig aangepast dat ook de verenigingen die behoren tot de Hersteld Hervormde Kerk aangesloten kunnen blijven. Ondanks deze maatregel hebben toch verenigingen en individuele leden gemeend te moeten bedanken voor de vrouwenbond. Dit proces is nog in gang en wordt versterkt door activiteiten van vrouwenverenigingen binnen de Hersteld Hervormde Kerk. In de kerkelijke gemeenten en vanuit andere christelijke groeperingen komt er een steeds groter aanbod van kringen e.d. Ook blijkt dat jongeren een andere manier van samenkomen rondom het Woord zoeken en er behoefte is aan specifieke toerusting. Bovendien is er een ontwikkeling gaande dat men zich niet meer vanzelfsprekend aansluit bij organisaties die tot de achterban behoren. De ontwikkelingen stellen ons voor de opdracht om wervend bezig te zijn. Het vergroten van de bekendheid van het werk van de vrouwenbond is hiervoor van belang. Ook moet ons aanbod aantrekkelijk zijn voor zowel jongere als oudere vrouwen, waarbij de bijbel de basis blijft. 2.2.3 Maatschappelijke en sociale ontwikkelingen 2.2.3.1 Individualisering van de samenleving Trouw aan de kerkelijke gemeente en de daartoe behorende organisaties neemt af. Ook wil men zich niet voor langere tijd binden. Er wordt telkens weer een nieuwe keuze gemaakt. 9
2.2.3.2 Opleidingsniveau Het gemiddelde opleidingsniveau van de jongere generatie stijgt. Over de gehele linie is de vorm van het onderwijs veranderd. Men is veel meer gericht op spreekvaardigheid, zelfstandig werken en zichzelf presenteren. Op verenigingen waar zowel jongere als oudere leden zijn, moet hiermee rekening gehouden worden. 2.2.3.3 Deelneming aan arbeidsproces We constateren dat in de loop van de tijd steeds meer vrouwen gaan deelnemen aan het arbeidsproces. Dit heeft tot gevolg dat er minder tijd overblijft voor andere activiteiten. Dit resulteert erin dat men een bewuste keuze maakt voor kwaliteit van het gebodene. In de achterliggende jaren zijn we gestart met het activeren van ochtendkringen voor jonge vrouwen. Door de deelname aan het arbeidsproces zullen de activiteiten weer meer naar de avond verplaatst moeten worden. 2.2.3.4 Vergrijzing Door verbeterde leefomstandigheden worden mensen ouder en blijven langer actief. Dit wordt ook zichtbaar op onze verenigingen. Uit de praktijk blijkt dat oudere leden zich over het algemeen betrokken weten op de verenigingen en hierin ook trouw zijn. Deze leden verdienen blijvend onze aandacht. De gemiddelde leeftijd van de leden stijgt. 2.2.4 Beeldvorming van de vrouwenbond Het beeld dat jonge vrouwen hebben van een vrouwenvereniging is vaak: oubollig, oudere dames, theekrans, breien en handwerken, statische vormgeving van de bijeenkomst en beperkt blikveld. Veel verenigingen zijn ook zo begonnen maar zijn in de loop van de tijd veranderd in bijbelstudiekringen. Toch blijkt bovenstaande beeldvorming hardnekkig te zijn bij jongeren. Zowel landelijk als plaatselijk zal er gewerkt moeten worden aan het bijstellen van het imago van de vrouwenbond. We moeten hierbij denken aan presentaties op gemeenteavonden etc. en een actuele website. 2.2.5 Economische ontwikkelingen De vakantieweken lichamelijk gehandicapten hebben te maken met meer aanbieders van vakantieweken. Zij bieden o.a. buitenlandse reizen aan, wat aantrekkelijk is voor met name jonge en minder zorg behoevende gehandicapten. Hierdoor zien we dat de deelname daalt en de zorgzwaarte toeneemt. De vakantieweken voor verstandelijk gehandicapten hebben ook te maken met meer aanbieders, maar de deelname blijft stabiel. De vakantieweken voor alleenstaanden hebben hier ook mee te maken, maar ziet het aantal deelnemers licht stijgen. Het is van belang dat de commissie blijft toezien op de zelfredzaamheid van de deelnemers. Het aanbieden van buitenlandse reizen is voor ons geen optie, vanwege het diaconale karakter van de weken. Een punt van zorg is het verminderde aantal vrijwilligers dat beschikbaar is voor de weken. Om meer vrijwilligers aan te kunnen trekken is de leeftijd voor stafleden voor de vakantieweken voor verstandelijk gehandicapten gewijzigd van 19-60 jaar in 18-65 jaar. Vanwege het toenemen van de verkeersdrukte moeten we alert zijn op de locatie en aanvangstijden van de bijeenkomsten. De voortdurende aanscherping van wet- en regelgeving brengen hogere kosten met zich mee en vereisen meer professionaliteit. 2.3 Conclusie 2.3.1 Sterkte - Onze grondslag en missie bieden stabiliteit en duidelijkheid. - Het feit dat 293 verenigingen lid zijn biedt een stabiele basis aan het werk. - Via het maandblad bereiken we de leden en de gezinnen. - De achterban is zeer trouw in het bezoeken van onze bijeenkomsten. - De financiële situatie van de bond laat toe dat we moderne hulpmiddelen kunnen aanschaffen en hiervan gebruik kunnen maken bij onze presentaties. - Het tot nu toe grote aantal van vrijwilligers. - Er is voldoende werkkapitaal aanwezig. - Voordelige vergaderlocatie. - Een vrij constante giftenstroom vanuit de achterban voor het vakantiewerk. 10
-
Via het comité vrouwenbonden is er direct contact met kamerleden waardoor wederzijds informatie uitgewisseld kan worden. Het bieden van vakantieweken voor gehandicapten, die veel zorg behoeven.
2.3.2 Zwakte - De organisatievorm vraagt van de verenigingen motivatie om lid te worden. - De laag te houden prijs van het maandblad beperkt ons in de mogelijkheden tot het geven van meer informatie. - Oubollig imago - Het afhankelijk zijn van sprekers en scribenten. - Het aanbod moet zowel op jongeren als ouderen gericht zijn. - De breedte van de achterban. - Het afhankelijk zijn van vrijwilligers - Het afhankelijk zijn van giften voor het vakantiewerk. - De vroege reservering van vakantiehuizen. 2.3.3 Kansen - De mogelijkheden om ons werk in alle vrijheid uit te voeren - Mogelijkheid om het bondswerk in bredere kring te profileren door middel van website en presentaties e.d. - De meerwaarde van de organisatie duidelijk maken (o.a vakantiewerk, comité vrouwenbonden) - Meer omzien naar elkaar en zodoende mensen betrekken bij de verenigingen. - Toenemende eenzaamheid geeft grotere behoefte aan sociale verbanden (verenigingen) - Het hogere opleidingsniveau biedt de mogelijkheid om beter opgeleide bestuursleden te benaderen en gebruik te maken van hun kennis. - Imago bijstellen door presentaties, website etc. - Vakantieweken aanbieden voor meer zorgbehoevende gehandicapten. - Vanwege de vergrijzing denken aan uitbreiding van het aanbod vakantieweken voor alleenstaanden. - Doordenking van het beleid vanwege de eisen van wet- en regelgeving. 2.3.4 Bedreigingen - De kerkelijke verdeeldheid is een blijvende bedreiging. - Het grote aanbod van kringen en groepen vanuit de christelijke leefwereld. - De vanzelfsprekendheid om zich bij organisaties binnen de achterban aan te sluiten is minder. - Individualisering van de samenleving. - Door het hogere opleidingsniveau neemt de participatie aan het arbeidsproces toe, waardoor er minder tijd is voor vrijwilligerswerk zoals bestuursfuncties. - Voor vrouwen wordt het aansluiten bij een vereniging moeilijker door de deelname aan het arbeidsproces. - De naar binnen gerichte blik van groepen vrouwen. - De vergrijzing van het ledenbestand. - Het vinden van bekwame bestuursleden. - Oubollig imago. - Meer aanbieders op de markt voor vakantieweken. - Door de vergrijzing minder aanbod van vrijwilligers en bestuursleden. - Het moeten voldoen aan de eisen van wet- en regelgeving.
11
Hoofdstuk 3 - Gewenste toekomstige organisatie 3.1 Missie De missie blijft onveranderd en luidt als volgt: De vrouwenbond wil inspelend op de tijd vanuit Gods Woord haar leden toerusten om vanuit een persoonlijk geloof te leven en christelijk dienstbetoon te bewijzen. 3.2 Strategie Gezien de in het vorige hoofdstuk geschetste ontwikkelingen, de sterkte en zwakte van de organisatie en de kansen en bedreigingen willen we voor de komende beleidsperiode de volgende strategie uitzetten. 3.2.1 Strategische uitgangspunten 1. Bredere bekendheid geven aan het werk van onze vrouwenbond. 2. De komende jaren richten we ons met gebruikmaking van moderne middelen met name op jonge vrouwen, zonder onze oudere leden uit het oog te verliezen. 3. Wat het vakantiewerk betreft zullen we ons moeten bezinnen op de deelname van lichamelijke gehandicapte gasten, het aantrekken van stafleden en bezinning op de leeftijdsbegrenzing van stafleden. Het bewaken van de identiteit en de kwaliteit. Wat het vakantiewerk alleenstaanden betreft is het van belang te letten op de locatie en de accommodatie van de huizen en het aantrekken van nieuwe gasten. 4. Handhaving van onze financiële positie op het huidige niveau. 3.3 Doelen Om de strategische uitgangspunten vorm te geven stellen we de volgende doelen: 1. Om de bekendheid van de vrouwenbond te vergroten gaan we onze website uitbreiden en permanent up-to-date houden en presentaties verzorgen. 2. Via contacten met o.a. regio’s, predikanten in hun eerste gemeente en de predikantsvrouwencontio proberen we (jonge) leden te werven en het oprichten van nieuwe vrouwenkringen te stimuleren. 3. De diverse commissies schrijven voor 1 november 2008 een werkwijze en m.i.v. 2009 wordt er ieder jaar een jaaractiviteitenplan gemaakt. 4. We anticiperen op financiële ontwikkelingen door het verhogen van de contributie, het aanpassen van de prijzen van de vakantieweken en het houden van bepaalde financiële acties. 3.4 Randvoorwaarden -
Statuten en huishoudelijk reglement Financiële ruimte Voldoende bemensing
12
Hoofdstuk 4 - Activiteitenplanning 4.1 Activiteiten Voor de realisatie van de doelen zijn de volgende activiteiten gepland. We laten hier buiten beschouwing de activiteiten die jaarlijks terugkeren en al vaststaan. 4.1.1 Activiteiten en planning Nr 1
2 3
4 5
6
7
8
9 10
activiteit Aanstellen van websitebeheerders en websitebeheer wordt vast agendapunt op de Lb-vergadering Pr commissie samenstellen Leden benaderen(via regiobesturen)
Door wie mw de With en mw Bakker secretaris LB LB
middelen
Besluit nemen over de manier van benadering van jonge predikanten Op de predikantsvrouwencontio aandacht vragen voor het werk van de vrouwenbond De voorzitters van commissies activeren om de strategische uitgangspunten vorm te geven. Blijvend agendapunt op LBvergadering Jaarlijks overleg met penningmeesters vakantiewerk en LB. Per kwartaal ontvangt het LB informatie over de financiële situatie van bond en commissies In 2010 evaluatie van beleidsplan en activiteiten voor de komende 2 jaren vaststellen Nieuwe vragen maken voor de 2 jaarlijkse enquête Commissies schrijven werkwijze en maken een jaaractiviteteitenplan
LB
2008
LB
2008/2009
LB
2008
Lb en penningmeesters
Per kwartaal en jaarlijks
Lb
Najaar 2008
Commissies
Voor 1 nov. 2008 en 2009
Kosten zalen, faciliteiten en reiskosten LB
wanneer 2008
2008 2008 en 2009
13
4.2 Bijlagen 4.2.1 Statuten Statuten van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag gevestigd te Utrecht, na akte van statutenwijziging d.d. 9 oktober 2007, verleden voor mr. J.L. de Lange, notaris ter standplaats Putten. ARTIKEL 1 – NAAM EN ZETEL EN DUUR 1. de vereniging draagt de naam: “BOND VAN HERVORMDE VROUWENVERENIGINGEN OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG”, en hierna ook te noemen: de bond. Behoudens in officiële documenten wordt volstaan met de verkorte naam: De Hervormd Gereformeerde Vrouwenbond. De bond werd op tweeëntwintig september negentienhonderd tweeënvijftig opgericht met koninklijke goedkeuring. 2. Zij is gevestigd in de gemeente Utrecht. 3. De bond is aangegaan voor onbepaalde tijd. 4. De bond beoogt niet het maken van winst. ARTIKEL 2 – GRONDSLAG EN DOEL GRONDSLAG De bond heeft als grondslag Gods onfeilbaar Woord, opgevat naar de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze in zestienhonderdachttien en zestienhonderdnegentien door de Dordtse Synode zijn vastgesteld. DOEL Het doel van de bond is het leven en werken van de aangesloten verenigingen vorm en inhoud te geven en de onderlinge eenheid te bevorderen. ARTIKEL 3. VERWEZENLIJKING VAN HET DOEL 1. De bond tracht haar doel ondermeer te bereiken door: a. Het geven van leiding bij de bestudering van Gods Woord en bij het bespreken van kerkelijke en maatschappelijke problemen, vanuit Bijbels (levensbeschouwelijk) oogpunt; b. Het werkzaam zijn in het belang van de aangesloten verenigingen; c. Het oprichten van verenigingen; d. Het beleggen van bijeenkomsten voor aangesloten verenigingen en belangstellenden; e. Het uitgeven van een eigen landelijk orgaan; f. Het organiseren van vakantieweken voor lichamelijk gehandicapten, verstandelijk gehandicapten en alleenstaanden; g. Alle middelen, die in het belang van de aangesloten verenigingen nodig zijn, mits die niet in strijd zijn met grondslag en doel van de bond. ARTIKEL 4. LIDMAATSCHAP 1. Leden van de bond kunnen zijn: Vrouwenverenigingen, waarvan doel en grondslag overeenkomstig deze statuten worden ingericht en niet in strijd zijn met de bepalingen van deze statuten, hierna te noemen: de vereniging; 2. Het lidmaatschap wordt aangevraagd bij de secretaris van het bestuur van de bond, waarna het bestuur van de bond over deze aanvraag beslist. 3. Na toekenning van het lidmaatschap wordt aan de betreffende vereniging een exemplaar van deze statuten uitgereikt. 4. Bij niet-toekenning van het lidmaatschap door het bestuur van de bond is beroep mogelijk op de algemene ledenvergadering. Dit beroep dient schriftelijk te geschieden binnen dertig dagen nadat aan de betreffende vereniging schriftelijk is meegedeeld dat het lidmaatschap niet is toegekend. Ingeval van beroep op de algemene ledenvergadering wordt door de algemene ledenvergadering een commissie van vijf personen – niet deeluitmakend van het bestuur – benoemd, die, nadat alle partijen zijn gehoord, een bindende uitspraak doet. 5. Het lidmaatschap eindigt: a. door schriftelijke opzegging door de vereniging; b. door opheffing van de vereniging casu quo wanneer de vereniging ophoudt te bestaan; c. door opzegging namens de bond door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan de vereniging, met vermelding van de reden(en) van de opzegging. De opzegging kan geschieden wanneer de vereniging heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten door de statuten aan het 14
lidmaatschap gesteld, als ook wanneer redelijkerwijs van de bond niet gevergd kan worden het lidmaatschap langer te laten voortduren. Bij het opzeggingsbesluit wordt tevens de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd; d. door ontzetting door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid (vereniging), met vermelding van de reden(en) van de ontzetting, de vereniging gehoord, als de vereniging door woord of daad er blijk van geeft te handelen in strijd met de statuten of besluiten van de bond of op onredelijke wijze de bond benadeelt of heeft benadeeld. De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd; e. In de gevallen als onder sub 5.c en 5.d. genoemd, heeft de betreffende vereniging recht van beroep op de algemene ledenvergadering, welk beroep schriftelijk dient te geschieden binnen een maand nadat aan de betreffende vereniging schriftelijk van de opzegging of ontzetting mededeling is gedaan. Gedurende de beroepstermijn is de vereniging geschorst. Ingeval van beroep op de algemene ledenvergadering wordt door de algemene leden vergadering een commissie van vijf personen – niet deeluitmakend van het bestuur – benoemd, die, nadat alle partijen zijn gehoord, een bindende uitspraak doet. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is de vereniging geschorst. ARTIKEL 5. PLAATSELIJKE VERENIGINGEN De leden van de bond zijn plaatselijke verenigingen, wel casu quo niet opgericht bij notariële akte. Om te worden toegelaten tot de bond dienen de verenigingen het artikel 2 Grondslag en doel van de bond in haar statuten op te nemen. De bestuursleden van de vereniging dienen schriftelijk in te stemmen met de grondslag en het doel van de bond. Eveneens dient het bepaalde in artikel 4 lid 1 in acht te worden genomen. Deze verenigingen dienen tenminste uit vijf leden te bestaan. ARTIKEL 6. REGIONALE BESTUREN 1. Om ervoor te zorgen dat de activiteiten van de bond zo vruchtbaar mogelijk zijn, is het land ingedeeld in regio’s. Een vereniging wordt bij een regio ingedeeld. 2. De grenzen van iedere regio worden in overleg met de betrokken vrouwenverenigingen door het bestuur van de bond vastgesteld. 3. Het doel van de regio is: a. fungeren als contactpunt om de samenwerking tussen het bestuur van de bond en de verenigingen te optimaliseren. b. het oprichten van nieuwe verenigingen en het doen aansluiten van bestaande verenigingen bij de bond. c. alert zijn op ontwikkelingen in de regio en gezamenlijk als verenigingen daarop reageren. 4. Om het onderlinge contact tussen de diverse verenigingen te bevorderen worden regelmatig: a. bestuursvergaderingen van regionale besturen gehouden die toegankelijk zijn voor een afvaardiging van de bij de regio aangesloten verenigingen/kringen; b. bijeenkomsten georganiseerd, waarop onderwerpen worden behandeld die voor de aangesloten verenigingen/kringen van nut kunnen zijn. ARTIKEL 7. RECHTEN EN PLICHTEN 1. De leden van de bond hebben recht tot: a. het bijwonen van de algemene ledenvergaderingen en diverse bijeenkomsten; b. het (ver)kiezen van bestuursleden; c. het doen van voorstellen. 2. De leden zijn verplicht tot het betalen van een jaarlijkse contributie, waarvan het bedrag door de algemene ledenvergadering zal worden vastgesteld. Het bestuur van de bond kan gehele of gedeeltelijke vrijstelling van contributiebetaling verlenen. ARTIKEL 8. GELDMIDDELEN 1. De geldmiddelen van de bond bestaan ondermeer uit: a. contributies; b. vrijwillige bijdragen; c. verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking; d. inkomsten uit activiteiten van de bond en zijn vermogen; e. collecten, en f. overige baten. 2. Erfstellingen kunnen uitsluitend worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. ARTIKEL 9. BESTUUR VAN DE BOND 1. De bond wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit een oneven aantal van ten minste negen personen, welke afkomstig zijn uit de aangesloten verenigingen en die voor hun in functie treden schriftelijk verklaren grondslag en doel van de bond, zoals verwoord in artikel 2 van de statuten, te onderschrijven. 15
2.De algemene ledenvergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Als het aantal bestuursleden beneden het voorgeschreven minimum is gedaald oefenen de overgebleven leden - in afwachting van de vervulling van de vacatures - de taken van het bestuur uit. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene ledenvergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien. 3. De algemene ledenvergadering benoemt de bestuursleden in haar algemene leden vergadering zoals bedoeld in artikel 15. 4. De zittingsperiode van ieder bestuurslid bedraagt maximaal vier jaren. Door het bestuur wordt, op basis van de zittingsperiode van de bestuursleden, een rooster van aftreden vastgesteld en bijgehouden. Dat rooster moet zodanig worden opgemaakt dat het een goed functioneren van het bestuur niet in de weg staat. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. Het bestuur is gehouden tenminste drie maanden voor de verkiezing de aanstaande vacature(s) en zijn aanbeveling bekend te maken in het landelijk contactblad. 5. Periodiek aftredende bestuursleden kunnen direct worden herbenoemd wanneer zij of herkozen zijn met twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen of in andere gevallen bij volstrekte meerderheid. 6. a. Voor elke benoeming van een bestuurslid wordt door het bestuur een voordracht van twee personen voorgelegd aan de algemene ledenvergadering, waaruit door de verenigingen een keuze kan worden gemaakt, en waarbij het hierna in artikel 18 bepaalde van toepassing zal zijn. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld. b. Tenminste drie aangesloten verenigingen samen behouden niettemin het recht om aan het door het bestuur voorgedragen tweetal een derde kandidaat toe te voegen, middels een schriftelijke en ondergetekende opgave/brief, in te dienen bij het bestuur uiterlijk twee maanden voordat de betreffende ledenvergadering wordt gehouden. c. Voorzover aan bovenbedoelde voordrachten een bindend karakter wordt toegekend, zal daaraan dat karakter kunnen worden ontnomen door een besluit van de algemene vergadering met twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal tot stemmen gerechtigde verenigingen aanwezig is of vertegenwoordigd is. ARTIKEL 10 – EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP; SCHORSING 1. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt: - door aftreden op grond van het rooster van aftreden; - door aftreden op eigen verzoek; - door het einde van het lidmaatschap van een bij de bond aangesloten vrouwenvereniging; - door overlijden of onder curatelestelling; - door ontslag krachtens een besluit van de algemene ledenvergadering; - door het bereiken van de zestig jarige leeftijd, met dien verstande dat het betrokken bestuurslid wel een lopende bestuursperiode kan afmaken; een en ander met in achtneming van het hierna bepaalde. 2. Een bestuurslid kan ten alle tijde door de algemene ledenvergadering worden geschorst of ontslagen, op grond van een met redenen omkleed voorstel. (Dit voorstel dient door twee/derde van de leden te worden ingediend bij het bestuur). Bij besluit genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. 3. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene ledenvergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan. ARTIKEL 11. BESTUURSFUNCTIES; BESTUURSVERGADERING 1. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies. Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een vervanger aanwijzen, die ingeval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als vervanger is aangewezen. 2. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, diens plaatsvervanger, de secretaris en de penningmeester. 3. Het bestuur vergadert in de regel eenmaal per maand en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie bestuursleden dit nodig achten. Aan de vergadering gaat een door de secretaris te verzorgen schriftelijke uitnodiging vooraf, met een agenda van de te behandelen onderwerpen, zo nodig met aanvullende toelichting en stukken. De secretaris of een andere door het bestuur aangewezen persoon maakt notulen van het verhandelde, die door de voorzitter en een ander op de vergadering aanwezig bestuurslid worden ondertekend. ARTIKEL 12 - BESTUURSTAAK 1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. 16
2. Het bestuur leidt de bondsactiviteiten en bevordert alles wat voor een goede gang van zaken wenselijk is. 3. Het bestuur kan commissies of werkgroepen in het leven roepen met gelijktijdige vaststelling van hun taak. Deze commissies of werkgroepen werken onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur is bevoegd ze op te heffen, de leden daarvan te benoemen en te ontslaan en hun taakomschrijving te herzien. De leden van de commissie, niet zijnde bestuursleden, dienen in te stemmen met de grondslag en doel van de bond, zoals verwoord in artikel 2. 4. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. 5. Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving. 6. Voor het beschikken over saldi bij bankrekeningen en giro is de handtekening van de penningmeester of diens plaatsvervanger voldoende. ARTIKEL 13. VERTEGENWOORDIGING 1. De bond wordt vertegenwoordigd door het gehele bestuur, of door de voorzitter en de secretaris tezamen dan wel hun plaatsvervangers. 2. Het bestuur of de voorzitter en de secretaris tezamen kan/kunnen volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden of derden, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de bond binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. ARTIKEL 14. VERSLAGGEVING EN VERANTWOORDING 1. Het boekjaar van de bond is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur draagt zorg voor de bijhouding en verantwoording van de financiën van de bond, zodanig dat de rechten en plichten van de bond steeds kunnen worden gekend. Het bestuur zorgt voor een overzicht van ontvangsten en uitgaven in een verenigingsjaar en een overzicht van haar bezittingen en schulden aan het begin en het einde van dat jaar, samen te noemen de jaarstukken. Er worden drie individuele jaarrekeningen opgesteld voor achtereenvolgens de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag, de Commissie Vakantiewerk Gehandicapten en de Commissie Vakantiewerk Alleenstaanden. Deze drie individuele jaarrekeningen worden geïntegreerd opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag. Het bestuur moet de financiële bescheiden ten minste tien jaar bewaren. 3. Het bestuur geeft aan een accountant de opdracht tot beoordeling danwel tot onderzoek in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek van de drie individuele jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekening. De accountant verstrekt een beoordelingsverklaring dan wel een accountantsverklaring bij de jaarrekeningen. Het bestuur legt de beoordeelde dan wel onderzochte jaarrekeningen binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar ter goedkeuring voor aan de algemene ledenvergadering. Het bestuur streeft er naar een verkorte weergave van de jaarrekening inclusief verklaringen van de accountant op te nemen in haar landelijk orgaan "De Hervormde Vrouw". De publicatie van deze verkorte weergave dient alsdan plaats te vinden in de editie voorafgaand aan de algemene ledenvergadering waarin de jaarrekeningen ter goedkeuring worden voorgelegd. Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording. ARTIKEL 15. DE ALGEMENE LEDENVERGADERING 1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de bond alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen. 2. a. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. b. Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene ledenvergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft doen uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen en zo nodig zelf in haar leiding voorzien. 3. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar (dus vóór één juli), wordt een algemene ledenvergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde: a. het verslag van het bestuur over het afgelopen jaar; b. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen jaar; c. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur; d. de benoeming van de accountant bedoeld in artikel 14 lid 3; 17
e. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan; en f. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering. 4. Uiterlijk een maand voor de algemene ledenvergadering, legt het bestuur de begroting voor het komende verenigingsjaar ter inzage van de leden. 5. Voorstellen van de leden kunnen ten allen tijde, voorzien van een behoorlijke toelichting, bij het bestuur worden ingediend. Deze voorstellen worden alleen dan op de eerstvolgende algemene ledenvergadering behandeld, wanneer ze minstens één maand van te voren aan de secretaris zijn verzonden. ARTIKEL 16. OPROEPING TOT DE ALGEMENE LEDENVERGADERING 1. Algemene ledenvergaderingen worden tenminste twee maanden van te voren bijeengeroepen door het bestuur door middel van een schriftelijke convocatie gericht aan alle verenigingen. 2. In het geval van artikel 15 lid 2 sub b bedoeld kunnen de verzoekers tot de bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene ledenvergadering bijéén roept of bij advertentie in tenminste één positief christelijk landelijk dag- of weekblad. 3. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld. ARTIKEL 17. TOEGANG EN STEMRECHT 1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de bond. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep als bedoeld in artikel 4 lid 5 sub c en sub d aan de orde is. 2. Iedere vereniging heeft afhankelijk van haar eigen ledenaantal (per tientallen) het navolgende aantal stemmen: a. Één tiental: één stem; b. Twee tientallen: twee stemmen; c. Drie tientallen: drie stemmen; d. Vier tientallen: vier stemmen; e. Vijf tientallen: vijf stemmen; f. Zes tientallen: zes stemmen; g. Zeven tientallen: zeven stemmen; h. Acht tientallen: acht stemmen; i. Negen tientallen: negen stemmen; j. Tien tientallen: tien stemmen; k. En meer dan tien tientallen: vijftien stemmen. Een resterend aantal van vijf of meer geld als een tiental. 3, Een geschorst lid heeft geen stemrecht. 4. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen. Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd. Eén lid kan niet meer dan één andere vereniging vertegenwoordigen. ARTIKEL 18. BESLUITVORMING DOOR DE ALGEMENE LEDENVERGADERING 1. Over alle voorstellen betreffende zaken, welke in de algemene ledenvergadering en in de vergaderingen van het dagelijks bestuur en het bestuur aan de orde komen en voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met gewone meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal. Blanco, niet ingevulde stembiljetten en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum. 2. Bij staken van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 3. Bij een stemming over de verkiezing van personen is diegene gekozen die de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen heeft verkregen. Mocht bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben tussen de twee personen die het grootste aantal van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen. Indien ook bij deze tweede stemming de stemmen staken, wordt de oudste van beiden geacht te zijn gekozen. 4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet gaat over de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen. 5. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt. 6. Onder stemmen wordt in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, met inachtneming van het in lid 1 bepaalde. Als zodanig komen niet in aanmerking blanco of met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen. 18
7. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. 8. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd. ARTIKEL 19. LEIDING VAN DE VERGADERING; NOTULEN 1. De vergaderingen van de leden worden geleid door de voorzitter van de bond of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld. ARTIKEL 20. STATUTENWIJZIGING De statuten kunnen slechts gewijzigd worden wanneer het besluit wordt genomen in een algemene ledenvergadering met tenminste twee/derde van de stemmen van de ter vergadering vertegenwoordigde verenigingen. De wijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Artikel 2 benevens dit artikel kunnen niet gewijzigd worden. Een voorstel tot statutenwijziging kan worden ingediend door het bestuur of door tenminste vijf aangesloten verenigingen tezamen. ARTIKEL 21. ONTBINDING 1. De bond kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding. Met dien verstande dat tot ontbinding alleen besloten kan worden in een ledenvergadering waarin een zodanig aantal verenigingen vertegenwoordigd is casu quo aanwezig is dat overeenkomt met tenminste drie/vierde gedeelte van de stemmen, en waarbij besloten wordt tot ontbinding met een meerderheid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. 2. Zijn evenwel op de betreffende vergadering minder verenigingen aanwezig dan in het vorige lid bedoeld, dan kan een tweede vergadering worden gehouden niet eerder dan een maand daarna, in welke vergadering, ongeacht het aantal vertegenwoordigende verenigingen, tot ontbinding kan worden besloten met een meerderheid van twee/derde deel van de geldig uitgebrachte stemmen. 3. Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld. 4. Als de bond op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het Handelsregister. 5. De boeken en bescheiden van de ontbonden bond blijven gedurende zeven jaar nadat de bond heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het Handelsregister. 6. De bond wordt bovendien ontbonden: - door insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen. ARTIKEL 22. VEREFFENING 1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen. 2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie. 3. De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht. 5. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan de naam van de vereniging worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”. 6. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging. Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij gebreke daarvan, door de vereffenaar(s). 7. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. 8. De vereniging houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister. ARTIKEL 23. HUISHOUDELIJK REGLEMENT 19
1. Op voorstel van het bestuur van de bond kan de algemene vergadering een huishoudelijk reglement vaststellen. 2. Het reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen of andere onderwerpen waarvan regeling naar het oordeel van het bestuur nodig of nuttig is. 3. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld. ARTIKEL 24. SLOTBEPALING In alle gevallen waarin de wet of statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
20
4.2.2 Huishoudelijk reglement
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET LANDELIJK BESTUUR van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag
Leden Artikel 1 De rechten en plichten van de leden van de vereniging “Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen op Gereformeerde Grondslag” zijn statutair geregeld. Landelijk bestuur Artikel 2 De leiding van de vereniging is opgedragen aan een bestuur, waarvan de samenstelling in de statuten is geregeld. Artikel 3 De leden van het bestuur worden gekozen op de huishoudelijke vergadering bij volstrekte meerderheid (de helft plus één) van de uitgebrachte geldige stemmen. De zittingsperiode van de gekozene gaat, indien zij de benoeming aanvaardt, op de huishoudelijke vergadering in. Een voorzitter aanvaardt de functie op de eerstvolgende bondsdag, na de huishoudelijke vergadering waarop zij gekozen werd. Artikel 4 Bij een tussentijdse vacature maakt het nieuw verkozen bestuurslid de zittingsperiode vol van degene die zij opvolgt. Artikel 5 Indien de voorzitter, secretaris of penningmeester tussentijds aftreden, worden hun functies door hun plaatsvervangers waargenomen. Bij gebrek aan deze neemt tot de eerstvolgende huishoudelijke vergadering een ander bestuurslid waar, die door het bestuur daartoe aangewezen is. Artikel 6 De voorzitter, secretaris of penningmeester wordt bij afwezigheid op de vergadering op dezelfde wijze vervangen. Artikel 7 Op schriftelijk verzoek van drie leden van het bestuur belegt de voorzitter een buitengewone bestuursvergadering binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek. Artikel 8 De voorzitter: - heeft de algemene leiding; - geeft o.a. leiding aan de vergaderingen van het landelijk bestuur, de huishoudelijke vergadering, de bondsdag en de besturendagen; - roept de vergaderingen van de vereniging en van het bestuur bijeen; 21
- ondertekent met de secretaris de notulen, nadat deze vastgesteld en goedgekeurd zijn door de vergadering. - vertegenwoordigt de bond bij het Zevenbondenberaad.
De secretaris:
Artikel 9 - houdt de notulen; - voert de correspondentie; - zorgt voor een rooster van aftreden; - zorgt voor een rooster van de werkzaamheden; - geeft op de huishoudelijke vergadering een jaaroverzicht van de werkzaamheden van de vereniging.
Artikel 10 De penningmeester: - voert het beheer over de financiën van de vereniging; - is verantwoordelijk voor het debiteurenbeleid, dat is uitbesteed aan derden; - doet op de huishoudelijke vergadering rekening en verantwoording van het gehouden beheer van het afgelopen kalenderjaar; - doet geen aanschaf van apparatuur e.d. boven de € 100,- zonder overleg en goedkeuring van het bestuur; - heeft zitting in het stichtingsbestuur; - heeft zitting in de regelingscommissie van de bondsdag. Artikel 11 Het bestuur kan werkzaamheden delegeren aan personen of instanties. Zij verrichten deze werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Artikel 12 Het bestuur stelt wanneer het dit noodzakelijk acht commissies van bijstand en advies in. Momenteel functioneren de volgende commissies: commissie vakantiewerk voor lichamelijk gehandicapten, commissie vakantiewerk voor verstandelijk gehandicapten, commissie vakantiewerk voor alleenstaanden, redactiecommissie en de regelingscommissie voor de bondsdag. Aanvulling of uitbreiding geschiedt na inbreng van de betrokken commissies door het bestuur. De leden van deze commissie hebben zitting voor een tijdvak van vier jaar en zijn daarna opnieuw benoembaar. De commissie stelt zelf een rooster van aftreden op. Commissieleden kunnen tot 65 jaar deelnemen aan de commissie. In iedere commissie hebben twee leden van het bestuur zitting. Indien mogelijk wordt één van deze bestuursleden voorzitter van de commissie. Artikel 12a De financiën van een commissie worden beheerd door een penningmeester. Deze penningmeester wordt benoemd door het landelijk bestuur in overleg met de commissie. De penningmeester maakt mede deel uit van de commissie. Hij draagt zorg voor de financiën. De penningmeester heeft de tekeningsbevoegdheid voor de financiën die voortvloeien uit de werkzaamheden van de commissie. Hij is niet bevoegd nieuwe bankrekeningen te openen. Jaarlijks maakt hij een financieel verslag en een begroting, die hij ter goedkeuring voorlegt aan het bestuur. Artikel 13 De vergaderingen van het bestuur vinden in de regel eenmaal per maand plaats en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie bestuursleden dit nodig acht(en). Besluiten kunnen slechts genomen worden als twee/derde deel van het aantal leden dat het bestuur telt aanwezig is. De leden van het bestuur ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen vergoeding van reiskosten. Artikel 14 Het bestuur draagt er zorg voor dat iedere door hem ingestelde commissie tenminste eenmaal per jaar bijéénkomt. Elke commissie legt verantwoording af aan het bestuur. 22
De leden van de commissies ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen vergoeding van reiskosten. Contributie Artikel 15 De voor de leden van de aangesloten verenigingen te betalen contributie wordt vastgesteld op voorstel van het bestuur door de huishoudelijke vergadering. De leden van de verenigingen ontvangen het verenigingsorgaan. Werkzaamheden Artikel 16 Het bestuur organiseert diverse bijeenkomsten, te weten: huishoudelijke vergadering, bondsdag, besturendagen en ontmoetingsbijeenkomsten. Participatie Artikel 17 De bond participeert in het Zevenbondenberaad, het Comité Vrouwenbonden, het WEB en het Stichtingsbestuur. Slotbepalingen Artikel 18 In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur Artikel 19 Met de aanvaarding van dit huishoudelijk reglement door de huishoudelijke vergadering wordt dit reglement van kracht.
23
4.2.3 Regio’s en verenigingen
Verenigingen per regio
1. 2. 3. 4.
a. Regio Alblasserwaard Bleskensgraaf Boven-Hardinxveld Brandwijk Giessenburg Gorinchem Groot-Ammers - Bidt en Werkt Groot-Ammers - Ruth Hardinxveld-Giessendam - Dorcas Hardinxveld-Giessendam - Ora et Labora Langerak Kinderdijk Molenaarsgraaf b. Regio Betuwe: Kesteren Lienden Opheusden Randwijk
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
c. Regio Dordrecht Barendrecht Dordrecht Goudswaard Klaaswaal Oud-Beijerland - Wees een Zegen I Oud-Beijerland - Wees een Zegen II Ridderkerk/Slikkerveer - Bij de Bron Ridderkerk/Oostendam - Loïs
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Ridderkerk-Manninne Ridderkerk - Persis Ridderkerk/Oostendam - Sifra Sint Anthoniepolder Strijen - Bidt en Werkt Strijen - Rondom het Woord Zwijndrecht
1. 2. 3. 4. 5. 6.
d. Regio Flakkee Den Bommel Goedereede Herkingen Middelharnis Nieuwe Tonge - Ochtendvrouwenkring Nieuwe Tonge - Ora et Labora
7. 8. 9. 10. 11.
Ooltgensplaat Oude Tonge Sommelsdijk - Liefde vindt werk Sommelsdijk - Vrouwen rond de bijbel Stad a/h Haringvliet
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
e. Regio Goes en Omstreken 1.Arnemuiden 2.Goes 3.Krabbendijke 1. 2. 3. 4. 5.
f. Regio Gooi en Eemland Amersfoort - Bidt en Werkt Amersfoort - Manninne Baarn Bunschoten - Bidt en Werkt Bunschoten - Levenslust
1. 2. 3. 4. 5.
g. Regio Gouda en Omstreken Bergambacht Berkenwoude Bodegraven Capelle a/d IJssel Gouda
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Nieuw Lekkerland Ottoland Oud-Alblas Papendrecht Schelluinen Sliedrecht - Dorcas Sliedrecht - Rondom het Woord Spijk Streefkerk Werkendam Wijngaarden
5. 6. 7. 8.
Valburg IJzendoorn Zetten - Bidt en Werkt Zetten - Saron
4.Sirjansland 5.Terneuzen 6.Yerseke 6. 7. 8. 9. 10.
16. 17. 18. 19. 20.
Hilversum Huizen - Debora Huizen - Salome Leusden Soest
Nieuwerkerk a/d IJssel Ouderkerk a/d IJssel - Naomi Ouderkerk a/d IJssel - Ruth Polsbroek en Vlist Reeuwijk-Dorp - Maria-Martha 24
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Gouderak Kamerik Krimpen a/d IJssel Lekkerkerk - Wees een Zegen Lekkerkerk - 't Venster Linschoten Lopik Moerkapelle Montfoort Moordrecht
1. 2. 3. 4.
h. Regio Hoogeveen Een Den Helder Hollandscheveld Hoogeveen - Martha
i. Regio Langstraat 1. 's Gravenmoer 2. Sprang 3. Sprang-Capelle
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
j. Maas en Waal Aalst (Gld.) Andel Brakel - Ruth Brakel - Jonge Vrouwen kring Bruchem Dussen Genderen Haaften Hedel Kerkwijk
k. Regio Tholen en Omstreken 1. Dinteloord 2. Scherpenisse 3. St. Philipsland l. Regio Twente 1. Almelo 2. Rijssen – Eliseba 3. Rijssen/Elsen – Esther 4. Rijssen – Hulda 5. Rijssen - Lydia
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
m. Regio Noord-Oost Veluwe Apeldoorn - Dorkas Apeldoorn - Tabitha Morgengroep Apeldoorn - Tabitha Avondgroep Doornspijk Elburg Emst - Jonge Vrouwenver. Manninne Emst - Zendingskrans Wees getrouw Epe 't Harde - Lydia 't Harde - Manninne Oene
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Reeuwijk-Brug - Ruth Rotterdam Schoon hoven Stolwijk Waarder Waddinxveen - Maria-Martha Waddinxveen - Rondom het Woord Zegveld
5. 6. 7. 8.
Nieuw-Balinge Onstwedde Tiendeveen Wouterswoude/Driesum
4. Waalwijk/Besoyen 5. Waspik
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Meeuwen Meteren Nederhemert Poederoyen Veen - Niet in eigen kracht Veen - Persis Wijk bij Aalburg = Wijk en Aalburg – Bid en Werk??? 18. Wijk bij Heusden = Wijk en Aalburg – Ruth??? 19. Zuilichem
4. Stavenisse
6. Rijssen – Ruth 7. Rijssen – Sifra 8. Vriezenveen 9. Wierden
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Oldebroek - Bidt en Werkt Oldebroek - Menorah Oosterwolde Vaassen Wapenveld - Hanna Wapenveld - Jodaï Wezep - Lydia Wezep/Hattemerbroek - Lydia (afd. De Schakel) 20. Wezep - Jonge vr.kring Lydia 21. Zutphen 25
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
n. Regio Regio Midden-Veluwe Achterveld Elspeet Ermelo – Euodia Ermelo – Open vensters Harderwijk Hierden Hoevelaken - Esther Hoevelaken - Lea Hoevelaken – Hadassah Kootwijkerbroek – Ochtendvrouwenkring Kootwijkerbroek - Tryfosa Nijkerk - Lydia Nijkerk – Noadja
o. Regio Zuid-Veluwe 1. Barneveld – Jochebed (= niet op de lijst van BB) 2. Barneveld - Manninne 3. Barneveld/De Glind - Niet in eigen kracht 4. Barneveld - Toradja 5. Barneveld- Anna 6. Barneveld-Hadassa 7. Barneveld-Ruth 8. Bennekom 9. Ede - Damescontactkring 10. Ede - Herv. Vr. ver. Ede-zuid 11. Ede - Hanna 12. Ede - Lydia 13. Ede - Damescontactkring 14. Ede - Tryfena 15. Ederveen 16. Lunteren 17. Otterlo
1. 2. 3. 4.
p. Regio Vianen Ameide Everdingen Hagestein Leerdam
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
q. Regio Zeist De Bilt Bilthoven - Bidt en Werkt Bilthoven – Bijbelstudiegroep “Grace” Breukelen Driebergen Houten Kockengen 1 2 3 4 5 6 7
r. Regio Zoetermeer Benthuizen - Bidt en Werkt ochtendgroep Benthuizen - Bidt en Werkt avondgroep Bleiswijk Delft - Maranatha Delft - Persis Hazerswoude Katwijk - Sola Scriptura
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
Nijkerk - Tabitha Nijkerkerveen Nijkerk – Ruth Nunspeet – Bijbelkring Dorp Nunspeet - Ruth Putten - Bij de Bron I Putten - Bij de Bron II Putten - Dorp Putten - Hanna Putten - Hoef Uddel Zwartebroek-Wees een zegen Zwartebroek-Niet in eigen kracht
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
Rhenen Scherpenzeel Veenendaal - Rizpa Veenendaal - Ruth Veenendaal - Bid en werk Veenendaal - Hadassa Wageningen Wekerom Woudenberg - Febe Woudenberg - Hadassa 40 – Woudenberg – Hadassa 40 + Woudenberg - Lydia
5. 6. 7. 8. 9.
Lexmond Noordeloos Tienhoven Vianen Zijderveld
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Langbroek Maarssen Nieuwer ter Aa Vinkeveen Westbroek Wilnis Zeist 8 9 10 11 12 13 14
Katwijk - Damaris Katwijk - Ruth Monster Noordwijk Pijnacker Zoetermeer - Febe Zoetermeer Vrouwenbijbelkring
26
s. Zwolle 1. Genemuiden - Schrift en belijdenis 2. Genemuiden - Berea 3. Genemuiden - Noadja 4. Grafhorst - Tabitha 5. Hasselt- Rondom het Woord 1 6. Hasselt- Rondom het Woord 2 7. Hasselt- Rondom het Woord 3 8. ’s Heerenbroek – Omni Ad Dei Gloriam 9. Kampen - Febe 10. Kampen - Lydia 11. Kampen – Rhode 12. Mastenbroek – Soli Deo Gloria 13. Rouveen - Dorcas A rkerk - Manninne
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Rouveen - Dorcas B Rouveen - Dorcas C Rouveen - Dorcas D Rouveen - Dorcas Morgengroep Urk - Manninne Wilsum - Ruth IJsselmuiden - Dorcas IJsselmuiden - Hadassa IJsselmuiden - Tryfena IJsselmuiden – Tryfosa Zalk - Perpetua Zwolle - Hadassa Zwolle - Lydia
27